Provinciale Staten
Postadres Provincie Overijssel Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon 038 425 25 25 Telefax 038 425 26 52
Uw kenmerk
Uw brief
Ons kenmerk MI 2003/132
Bijlagen Divers
Doorkiesnummer (038) 425 19 13
Inlichtingen bij De heer M.W. de Graaf
Datum 18 maart 2003
Onderwerp
Jaarrekening 2002.
Bijlagen: I. Jaarverslag 2002 (bijgevoegd) II. Toelichting naar producten (bijgevoegd) III. Accountantsverslag (ter inzage in de bibliotheek) Deze bijlagen zijn te raadplegen via het Stateninformatiesysteem-SIS onder kenmerk PS/2003/192. Bijlagen zijn op te vragen via e-mail ‘
[email protected]’ (ook indien deze niet beschikbaar zijn via het SIS).
Hierbij treft u de jaarrekening 2002 aan van provincie Overijssel. Deze bestaat uit het jaarverslag van Gedeputeerde Staten, de toelichting naar producten en het accountantsverslag. De jaarrekening sluit met een positief saldo van € 9,668 miljoen. Wij stellen u voor om € 6,318 miljoen te bestemmen conform het overzicht uit het statenvoorstel. Verder stellen wij voor om het restant ad € 3,350 toe te voegen aan de algemene dekkingsreserve. Het doel van behandeling in uw Provinciale Staten is het vaststellen van de Jaarrekening 2002, enerzijds om daarmee te voldoen aan het in de Provinciewet bepaalde, anderzijds om ons college daarmee te dechargeren.
Postbank 833220 ING Bank 69 18 10 893 Het provinciehuis is vanaf het NS-station bereikbaar: met stadsbus lijn 1 richting Berkum, halte provinciehuis
Bezoekadres Luttenbergstraat 2 Zwolle
2
Gezien de aard van de documenten is het wenselijk de Jaarrekening 2002 te behandelen voor de Perspectiefnota 2003. Derhalve stellen wij u voor om de Jaarrekening 2002 te behandelen in uw vergadering op maandag 26 mei 2003. Overigens dient 15 september 2003 dient dit verslag ingediend te zijn bij het ministerie van Binnenlands zaken. Gedeputeerde Staten van Overijssel,
voorzitter,
secretaris.
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Jaarverslag 2002
Jaarverslag 2002
18 maart 2003
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Jaarverslag 2002
18 maart 2003
Colofon
Datum 18 maart 2003 Provincie Overijssel Luttenbergstraat 2 Postbus 10078 8000 GB Zwolle Telefoon (038) 425 25 25 Fax (038) 425 26 50
[email protected] www.prv-overijssel.nl Coördinatie en productie Eenheid Middelen, team Bestuur en Directie Vormgeving Cascade – visuele communicatie, Amsterdam Fotografie Job Boersma, Zwolle
Inhoudsopgave
Samenvatting
5
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Provincie Overijssel Visie Bestuursakkoord 1999–2003 Externe ontwikkeling en toekomstverwachting Samenstelling dagelijks bestuur Samenstelling directie Ambtelijke organisatie
7 7 8 9 9 10 10
2 2.1 2.2 2.3 2.4 2.5
Speerpunten van beleid Meedoen aan de samenleving Sterke steden en vitaal platteland Werk voor iedereen Bereikbaar Overijssel Kwaliteit van het bestuur
13 13 16 20 24 26
3 3.1 3.2 3.3 3.4 3.5 3.6 3.7 3.8
Bedrijfsvoering Personeel Informatiebeleid Huisvestingsbeleid Milieubeleid Kwaliteitsbeleid Treasurybeleid Doelmatigheid Risico’s
31 31 35 36 37 37 38 40 42
4 4.1 4.2 4.3 4.4 4.5 4.6 4.7 4.8
Financiële rekening Grondslagen van waardering en resultaatbepaling Balans Staat van baten en lasten Toelichting op de balans Toelichting op de staat van baten en lasten IJsselmijgelden Nieuw beleid Investeringen
47 47 48 50 52 63 73 76 82
Accountantsverklaring
87
Verklarende woordenlijst
88
Register
91
Jaarverslag Provinciaal Ruimtelijk Beleid
92
4
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Samenvatting
Overijssel: het beste van twee werelden! Hiermee wordt kernachtig aangegeven dat Overijssel twee eigenschappen in zich verenigt: moderniteit gekoppeld aan een grote kwaliteit van de sociale en de fysieke omgeving. De provinciale visie is in het Bestuursakkoord 1999–2003 vertaald in vijf speerpunten van beleid. Deze speerpunten zijn Meedoen aan de samenleving, Sterke steden en vitaal platteland, Werk voor iedereen, Bereikbaar Overijssel en Kwaliteit van het bestuur. In Overijssel moet iedereen kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. De burgers in Overijssel moeten kunnen wonen, werken en recreëren in een goed leefklimaat. Daarbij is het hebben van werk van groot belang evenals een goede bereikbaarheid van Overijssel voor deelname aan het maatschappelijk verkeer en de bloei van de economie. De provincie voert hierbij haar taken en verantwoordelijkheden uit als een moderne gebiedsautoriteit. Voor het beleid van de provincie Overijssel in de komende jaren zal een aantal maatschappelijke trends sterk bepalend zijn. De toenemende globalisering vraagt om een innovatieve kenniseconomie. Door ruimte te maken voor passende huisvestings-, zorg- en vervoersvoorzieningen zal ingespeeld moeten worden op de vergrijzing van de bevolking. Er is een blijvende behoefte aan bedrijventerreinen, ruimte voor recreatie en toerisme en een groeiende mobiliteit. Dit leidt tot druk op de groene ruimte van Overijssel. Daarbij zal het aantal agrarische bedrijven de komende tien jaar met circa de helft verminderen. De provincie wil zich samen met Rijk, gemeenten en maatschappelijke partners richten op het oplossen van deze maatschappelijke vraagstukken. Hierbij wordt zoveel mogelijk maatwerk geleverd rekening houdend met de specifieke kenmerken van streek of regio. Ultimo 2002 waren er 1.003 personen werkzaam bij de provincie Overijssel met een gemiddelde leeftijd van ruim 44 jaar. Het aantal formatieplaatsen is ten opzichte van eind 2001 afgenomen met 15,9. De meest substantiële wijziging in de formatie in 2002 is
de overgang van de muskusrattenbestrijding naar de waterschappen. Het ziekteverzuim is in 2002 verder gedaald tot 4,1%. Informatievoorziening en het communicatiekanaal Internet zijn voor de provincie van strategisch belang. In de komende jaren zal de informatievoorziening aan derden verder worden verbeterd. Er is op beperkte schaal begonnen met elektronische dienstverlening. Daarnaast richt de provincie zich op de toepassing van ICT-middelen voor interactieve beleids- en opinievorming. Burgers en andere belanghebbenden kunnen via Internet geraadpleegd worden en hun mening geven over een bepaald onderwerp. In 2002 zijn besluiten genomen ten aanzien van de toekomstige huisvesting van de medewerkers en het bestuur van de provincie Overijssel. Er is nadrukkelijk gekozen voor een extra impuls in de huisvesting waarmee ook voor de langere termijn wordt aangesloten op ontwikkelingen in de organisatie en de maatschappij. Concreet betekent dit dat er gekozen is om het provinciehuis te renoveren op basis van een innovatief kantoorconcept met multifunctioneel gebruik van het bestuurscentrum. De renovatie wordt uitgevoerd volgens de beginselen van ‘Duurzaam Bouwen’. De omvang van de provinciale balans op 31 december 2002 is € 328,5 miljoen. Het jaarrekeningresultaat 2002 bedraagt € 9,668 miljoen voordelig ten opzichte van een sluitende begroting. Aan de reserve Besteding IJsselmijgelden is € 4,6 miljoen onttrokken in het kader van projecten die voldoen aan de hiervoor gestelde voorwaarden. De projecten hebben een meerjarig karakter. Voor 2002 is in totaal € 13,2 miljoen beschikbaar gesteld. In de begrotingen van 2002 en de voorafgaande jaren van deze collegeperiode is voor 2002 in totaal € 47,3 miljoen beschikbaar gesteld voor nieuw beleid. De per ultimo 2002 resterende middelen zijn voor de verdere uitvoering van de projecten noodzakelijk.
Jaarverslag 2002
5
Hoofdstuk 1
Provincie Overijssel De provinciale visie en het Bestuursakkoord 1999–2003 vormen de basis voor het beleid en het handelen van de provincie Overijssel. Maatschappelijke ontwikkelingen en toekomstverwachtingen beïnvloeden het beleid en het handelen van de organisatie. 1.1 Visie Overijssel: het beste van twee werelden! Hiermee wordt kernachtig aangegeven dat Overijssel twee eigenschappen in zich verenigt: moderniteit gekoppeld aan een grote kwaliteit van de sociale en de fysieke omgeving. Moderniteit in haar industrie, de hoog ontwikkelde landbouw en haar steden, die veel te bieden hebben op het gebied van onderwijs, cultuur en zorg. Sociale kwaliteit in haar verenigingen en organisaties, waar mensen nog tijd voor elkaar hebben. En het decor voor deze unieke tweezijdigheid wordt gevormd door een grote variatie aan natuur en landschappen, de kroonjuwelen van Overijssel. De hier opgenomen visie is die van het huidige bestuur. De visie kan worden bijgesteld en aangepast door Provinciale Staten zoals gekozen op 11 maart 2003.
De provincie kijkt bij deze opgaven in de eerste plaats naar kansen en mogelijkheden voor oplossingen, niet naar de vraag of zij wel bevoegd is tot handelen. Zij werkt samen met gemeenten en andere maatschappelijke organisaties, als de kwaliteit van de oplossingen daarmee gediend is.
Statistiek van Overijssel
Aantal inwoners Inwoners per km2 Woningvoorraad Oppervlakte (km2) Land (km2) Binnenwater (km2)
2001
2002
1.086.280 326 428.529 3.421 3.337 84
1.094.032 328 432.566 3.421 3.337 84
Het provinciebestuur wil bij de verdere ontwikkeling van Overijssel deze waardevolle eigenschappen, dit beste van twee werelden, behouden. Dat betekent dat het werkt aan versterking van de positie van haar steden en aan een stedelijk leefmilieu dat aantrekkelijk is voor de hoog opgeleide werknemers in de kennis- en diensteneconomie van de toekomst. De kwaliteiten van het landelijk gebied vergroten de aantrekkelijkheid van Overijssel om te wonen en te werken en de provincie zal deze zorgvuldig blijven koesteren. Ook daar zal veel inzet worden gevergd om de grote druk die op deze ruimte wordt uitgeoefend in goede banen te leiden en het economisch draagvlak en de leefbaarheid van het landelijk gebied te behouden.
Jaarverslag 2002
7
1.2 Bestuursakkoord 1999–2003 De provinciale visie is in het Bestuursakkoord 1999–2003 vertaald in de speerpunten van beleid. De speerpunten zijn Meedoen aan de samenleving, Sterke steden en vitaal platteland, Werk voor iedereen, Bereikbaar Overijssel en Kwaliteit van het bestuur. De rapportage over de uitvoering van deze speerpunten in 2002 staat beschreven in hoofdstuk 2. In Overijssel moet iedereen kunnen deelnemen aan het maatschappelijk leven. Solidariteit, zelfredzaamheid en ontplooiing zijn essentiële waarden. De provincie stimuleert daarom deelname aan vrijwilligerswerk, onderwijs, scholing, cultuur en kunst. Zorgvoorzieningen moeten voor iedereen op redelijke afstand te bereiken zijn. De provincie speelt op het terrein van de zorg een regierol te midden van een groot aantal medespelers. De burgers in Overijssel moeten kunnen wonen, werken en recreëren in een goed leefklimaat. De provincie wil de relaties tussen de stad en het platteland, de grote steden onderling en tussen de stad en zijn directe omgeving in goede banen leiden. Een aantrekkelijke woonomgeving en een goede sociale vitaliteit zijn zowel voor de vijf grote steden als de overige gemeenten van belang. Het is een uitdaging om de toenemende vraag naar ruimte die het gevolg is van de groei van de economie, de mobiliteit en de woningbouw, zo te sturen dat de Overijsselse kroonjuwelen, te weten de grote natuur- en landschapskwaliteiten, behouden blijven. De grote steden zullen als economische motor van de provincie sterk en leefbaar moeten blijven. Een belangrijk doel is om nieuwe woningen en werkgelegenheid in de vijf grote steden te concentreren. Tegelijkertijd krijgt de leefbaarheid van het gebied buiten de vijf grote steden de volle aandacht. Ook de vitaliteit van het landelijk gebied zal moeten toenemen via stimulansen van het voorzieningenniveau, de woningbouw en de werkgelegenheid. Het hebben van werk in een goed woon- en leefklimaat is een groot goed. De werkgelegenheid in Overijssel zal meer moeten groeien om de toenemende beroepsbevolking te voorzien van werk. De provincie zal alle mogelijkheden benutten om hieraan een bijdrage te leveren. Voor de groei van werkgelegenheid is economische groei nodig. Maar economisch beleid zonder aandacht voor het milieu is ondenkbaar. Doelstelling is de tegenstelling tussen economie en milieu om te bouwen naar synergie.
8
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Er zal een aantoonbare verbetering van de werkgelegenheid op alle niveaus moeten zijn, waarbij ook nieuwe economische dragers in het landelijk gebied moeten zijn ontwikkeld. Een goede bereikbaarheid van Overijssel en binnen Overijssel is essentieel voor deelname aan het maatschappelijk verkeer en de bloei van de economie. De provincie zal zich inzetten om de bereikbaarheid van de steden en dorpen flink te verbeteren en het gebruik van openbaar vervoer te bevorderen. Om de druk op de wegen en het milieu te verlichten zal de provincie gunstige condities scheppen voor het vervoer van goederen over water en rail. De provincie voert haar taken en verantwoordelijkheden uit als een moderne gebiedsautoriteit en streeft naar een sterk, aantrekkelijk en herkenbaar provinciaal en lokaal openbaar bestuur in de provincie Overijssel. Er wordt interbestuurlijke samenwerking met Rijk, gemeenten en provincies gezocht om door middel van een gezamenlijke aanpak maatschappelijke vraagstukken op te lossen.
1.3 Externe ontwikkeling en toekomstverwachting Voor het beleid van de provincie Overijssel in de komende jaren zal een aantal maatschappelijke trends sterk bepalend zijn. Zo ondervindt ook de Overijsselse economie volop de gevolgen van de globalisering, met haar wereldwijde concurrentie. Innovatie zal het antwoord moeten zijn op deze ontwikkeling, waarvoor goed opgeleide werknemers nodig zijn, die een grote toegevoegde waarde leveren. Deze kenniseconomie floreert bij een veelzijdig opleidingsaanbod en een wervend woonmilieu. De vergrijzing van de bevolking zet ook in Overijssel de komende decennia sterk door. De provincie zal hierop moeten inspelen door ruimte te maken voor passende huisvestings-, zorg- en vervoersvoorzieningen. Vooral op het platteland is hiervoor extra aandacht nodig, gezien de omvang van deze bevolkingsgroep en de slechtere bereikbaarheid. Mensen stellen nog steeds stijgende eisen aan hun woonomgeving. Landelijk wonen blijft daarbij zeer in trek. Gevoegd bij een blijvende behoefte aan bedrijventerreinen, ruimte voor recreatie en toerisme en een groeiende mobiliteit levert dit een grote druk op de groene ruimte van Overijssel op. De dynamiek in het landelijk gebied wordt nog vergroot door de snelle veranderingen in de agrarische sector: het aantal agrarische bedrijven zal de komende 10 jaar met circa de helft verminderen. De provincie zal moeten zorgen dat bij deze ontwikkelingen een goede belangenafweging plaatsvindt en de grote kwaliteiten van de Overijsselse groene ruimte behouden blijven. Het is aan het nieuwe provinciebestuur om de geschetste ontwikkelingen tegemoet te treden en hiervoor beleid te bepalen. Dit in de wetenschap dat de Overijsselse inwoners van de overheid oplossingen verwachten voor deze vraagstukken van de toekomst, zonder dat zij zich willen bekommeren om vragen over taakverdeling en bevoegdheden.
1.4 Samenstelling dagelijks bestuur Commissaris van de Koningin Per 1 juni 2002 is de heer mr. G.J. Jansen benoemd tot Commissaris van de Koningin in de provincie Overijssel. Hij volgde in die functie de heer mr. J.A.M. Hendrikx op. Tot de portefeuille van de Commissaris van de Koningin in Overijssel behoren integriteit van bestuur, openbare orde en veiligheid en samenwerking Overijssel-Gelderland.
Gedeputeerde Staten Het college van Gedeputeerde Staten vormt het dagelijks bestuur van de provincie Overijssel. De heer T. Bennink (VVD) Portefeuillehouder Werk en Bereikbaarheid Mevrouw R. Holsheimer-Wezeman (PvdA) Portefeuillehouder Strategie, Middelen en Communicatie De heer P. Jansen (CDA) – sinds maart 2002 opvolger van de heer H.J.M. Kemperman (CDA) Portefeuillehouder Landelijk Gebied en Water De heer M.F. Kamperman (CDA) Portefeuillehouder Ruimtelijke Ordening en Bestuurlijke Organisatie De heer J.G. Kristen (PvdA) Portefeuillehouder Welzijn, Cultuur en Grote Steden Mevrouw H.J. Nap-Borger (CDA) Portefeuillehouder Volksgezondheid, Milieu en Zorg
Jaarverslag 2002
9
1.5 Samenstelling directie
1.6 Ambtelijke organisatie
Het directieteam van de provincie Overijssel bestaat uit drie leden. Samenhang, strategie en sturing zijn de specifieke aandachtsvelden van de directie.
Concernstaf (CS) De Concernstaf ondersteunt de directie in de verwezenlijking van de combinatie van samenhang, strategie en sturing. Die combinatie is nodig om de goede dingen op een goede manier voor de Overijsselse samenleving te kunnen doen. De Concernstaf heeft drie hoofdtaken, te weten integrale strategieontwikkeling en strategische beleidscoördinatie, buitenlijnse projecten en programma’s en ondersteuning van het bestuursproces en de directievoering.
De heer mr. H.A. Timmerman MBA is griffier en voorzitter van de directie. Hij is eindverantwoordelijk voor de totale ambtelijke organisatie. Hij is secretaris en adviseur van Gedeputeerde Staten, Provinciale Staten en de Commissaris van de Koningin. Mevrouw dr. H. te Grotenhuis richt zich binnen het directieteam primair op externe strategie, waarbij integraliteit, externe oriëntatie en de positionering van de provincie sleutelbegrippen zijn. De heer mr. drs. A. Hazelhoff MBA is binnen de directie verantwoordelijk voor de planningen controlcyclus, het versterken van de resultaatgerichtheid en het kwaliteitsbeleid.
Eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden (BA) De eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden richt zich op de verbetering van de kwaliteit van het openbaar bestuur. Tot de taken van de eenheid behoren onder meer integrale veiligheid, heldere communicatie met de burger, juridische kwaliteitszorg, financieel toezicht op gemeenten en rampenbestrijding. Eenheid Economie, Milieu en Toerisme (EMT) De eenheid Economie, Milieu en Toerisme houdt zich bezig met het stimuleren van de economie en werkgelegenheid onder een gelijktijdige verbetering van de milieuprestaties van bedrijven. Daarnaast stimuleert de eenheid het recreatief voorzieningenniveau in Overijssel. Eenheid Facilitaire Dienstverlening (FD) De eenheid Facilitaire Dienstverlening levert de facilitaire ondersteuning en de technische infrastructuur voor de provinciale organisatie. Eenheid Landbouw, Natuur en Landschap (LNL) De eenheid Landbouw, Natuur en Landschap zet zich in voor een aantrekkelijk en herkenbaar landelijk gebied. De kwaliteit daarvan moet worden behouden en kan nog worden verbeterd. Naast landbouw spelen natuur, milieu en landschap daarbij een rol. Eenheid Middelen (MI) De eenheid Middelen ondersteunt de provinciale organisatie bij de ontwikkeling en de uitvoering van haar middelentaken (financiën, bedrijfskunde, informatievoorziening en personeel en organisatie).
10
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid (RWB) Op de beleidsterreinen ruimtelijke ordening, volkshuisvesting en verkeer en vervoer spelen veel verschillende onderwerpen zoals ruimtebeslag, economie, mobiliteit en huisvesting. De eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid houdt zich bezig met de zorgvuldige afweging van de verschillende belangen, zodat de inwoners van Overijssel goed kunnen wonen, werken, recreëren en de ruimte hebben om zich te kunnen verplaatsen. Eenheid Water en Bodem (WB) De eenheid Water en Bodem heeft de zorg voor de uitvoering van de Grondwaterwet, de Provinciale milieuverordening voor de grondwaterbescherming, de Wet hygiëne en veiligheid bad- en zweminrichtingen, de Ontgrondingenwet en Wet Bodembescherming. Daarbij is de eenheid verantwoordelijk voor het waterbeleid in de provincie en de programmatische aanpak van voormalige stortplaatsen, gasfabrieken en waterbodems.
Eenheid Zorg en Cultuur (ZC) De eenheid Zorg en Cultuur zet zich in voor een samenleving waarin alle inwoners van Overijssel op een volwaardige manier kunnen deelnemen. De provincie wil dat de inwoners gebruik kunnen maken van voorzieningen op het terrein van cultuur, onderwijs, welzijn en zorg. Hannema-De Stuers Fundatie (HSF) Het museum Hannema-De Stuers Fundatie heeft een veelzijdige en internationale kunstcollectie. De tentoonstellingslocaties zijn kasteel Het Nijenhuis in Heino en de Bergkerk in Deventer. Het kasteel is eigendom van de provincie en het personeel is in provinciale dienst. De collectie wordt door de zelfstandig opererende stichting HSF beheerd.
Eenheid Wegen en Kanalen (WK) De eenheid Wegen en Kanalen is verantwoordelijk voor de bouw en het beheer van provinciale wegen, bruggen en sluizen. Dit gebeurt op zodanige wijze dat de verkeersveiligheid, duurzaamheid en bereikbaarheid gewaarborgd zijn.
Organogram ambtelijke organisatie
Directie
CS
BA
EMT
FD
LNL
MI
RWB
WB
WK
ZC
HSF
Jaarverslag 2002
11
Hoofdstuk 2
Speerpunten van beleid In het Bestuursakkoord 1999–2003 met de titel ‘Sterk en Leefbaar Overijssel’ zijn de speerpunten van het provinciale beleid neergelegd. De speerpunten zijn Meedoen aan de samenleving, Sterke steden en vitaal platteland, Werk voor iedereen, Bereikbaar Overijssel en Kwaliteit van het bestuur. In dit hoofdstuk worden aan de hand van een aantal thema’s per speerpunt de belangrijkste ontwikkelingen in 2002 geschetst. 2.1 Meedoen aan de samenleving Minderheden Gelijkwaardige en evenredige maatschappelijke positie en de inburgering van etnische en culturele minderheden Het beeld van de maatschappelijke participatie van minderheden is wisselend over 2002. Positief is de deelname aan de arbeidsmarkt. Het aantal werkloze allochtonen in Overijssel daalde tussen 1998 en 2002 van 10.000 tot 7.500. Ook nam het aandeel allochtone leerlingen binnen opleidingen (mbo/ havo/ vwo en hbo/ wo) toe. De uitval van allochtone leerlingen is in bijvoorbeeld Enschede lager dan over geheel Nederland. Ondanks het feit dat verschillende activiteiten gericht op een evenwichtige beeldvorming van en over allochtone inwoners zijn georganiseerd, zoals tentoonstellingen en een integratiedebat, is het aantal uitingen van discriminatie volgens een voorlopige opgave van het Anti Discriminatie Bureau (ADB) toegenomen. Als reden hiervoor wordt de in 2002 toegenomen verharding in de relaties tussen allochtone en autochtone Nederlanders genoemd als resultaat van het maatschappelijke en politieke debat. Mogelijk speelt ook de betere bereikbaarheid van het ADB een rol. Verder blijkt uit de beperkt beschikbare cijfers dat het lidmaatschap van ‘autochtone’ verenigingen licht is afgenomen. Turken en Marokkanen zijn het minst lid van verenigingen met veel autochtonen, in tegenstelling tot Surinamers en Antillianen/Arubanen.
Emancipatie Emancipatiebeleid Het opleidingsniveau van vrouwen stijgt sneller dan dat van mannen. Over de totale bevolking van 15 jaar en ouder bezien, hebben mannen nog wel een hoger onderwijsniveau. Van de mannen heeft 33 procent een opleiding op mbo-niveau tegen 29 procent van de vrouwen. Voor hbo/wo-niveau is de verhouding 23 procent tegen 19 procent. De arbeidsdeelname van vrouwen neemt nog altijd toe. Van de vrouwen tussen 15 en 64 jaar heeft 53 procent een baan van 12 uur of meer per week, maar de arbeidsparticipatie van mannen is met 77 procent nog altijd aanzienlijk hoger. Vrouwen spelen een belangrijke rol bij het instandhouden van een goede sociale infrastructuur. De provincie stimuleert dat met subsidies aan vrouwenorganisaties en de steunfunctie Equivalent. Andere thema’s bij het emancipatiebeleid zijn de verschillende innovatieve dagindelingsprojecten en de aandacht voor huiselijk geweld.
Actieve burgers Actieve betrokkenheid van burgers in het maatschappelijk leven Talloze projecten op het terrein van het welzijnswerk, jongerenwerk, kinderopvang en ouderenwerk worden met provinciale middelen uitgevoerd door een keur aan instellingen. In 2002 is veel aandacht geweest voor het in kaart brengen van regionale wensen en noden. Onder andere is in het kader van de reconstructie gewerkt aan de sociale pijler, die daarmee
Jaarverslag 2002
13
steeds meer vorm en inhoud krijgt. Binnen de programmalijn ‘Opvoeden en opgroeien’ van het welzijnsbeleid zijn projecten uitgevoerd gericht op kinderen met een beperking en projecten gericht op jongerenparticipatie. Vanaf 1999 kent de provincie de Overijsselse Vrijwilligersprijs. De prijs beoogt de status en de waardering voor het vrijwilligerswerk te vergroten. De vrijwilligersprijs die bedoeld is voor individuen en groepen, is in 2002 uitgebreid met een prijs voor de ‘Vrijwilligerswerk-vriendelijkste gemeente van Overijssel’. In 2002 was dat de gemeente Hellendoorn. In 2002 is ook besloten tot de oprichting van het Vrijwilligerspunt Overijssel. Dit wordt een centraal informatiepunt voor iedereen die vragen heeft over vrijwilligerswerk.
Sport Verbetering van sportinfrastructuur en ondersteuning, stimulering en kwaliteitsbewaking van het lokale aanbod In 2002 is in samenspraak met de Sportraad Overijssel de nota ‘Overijssel breed in beweging’ ontwikkeld. Deze nota is de basis geweest van de aanvraag voor de provinciale breedtesportimpuls bij het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS). Per november 2002 is de aanvraag door VWS voor zes jaar gehonoreerd. De Sportraad Overijssel is inmiddels gestart met de uitvoering van de breedtesportimpuls volgens drie programmalijnen: ‘Ontwikkeling en ondersteuning gemeentelijk breedtesportbeleid’, ‘Sport, bewegen en gezondheid’ en ‘Waarden en normen bij sport en bewegen’. Provinciale Staten hebben voor 2002 geld beschikbaar gesteld voor een provinciale inventarisatie op het gebied van sportaccommodaties en sportaccommodatiebeleid. Daarnaast worden er middelen ingezet voor stimuleringssubsidies voor regionale en lokale planvorming op het gebied van sportaccommodaties.
Onderwijs- en scholingsvoorzieningen Evenwichtige spreiding en toegankelijkheid van onderwijs- en scholingsvoorzieningen en een optimale onderwijsparticipatie In januari is de nieuwe editie van de regiobeschrijving voor het voorbereidend middelbaar beroepsonderwijs (vmbo) uitgekomen en verspreid. Aan de minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen (OC&W) is advies uitgebracht over het plan over het gewenste en levensvatbare aanbod voor vmbo. Het Onderwijs Informatie Systeem (OIS) is in 2002 geactualiseerd en
14
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
geoptimaliseerd. Er is een startnotitie onderwijsbeleid vastgesteld door Gedeputeerde Staten en deze is besproken in de Statencommissie. Speerpunten van beleid zijn de aansluiting van vmbo op mbo en van het onderwijs op de arbeidsmarkt.
Cultuur Vergroting van aandacht van de inwoners voor eigen taal, cultuur en geschiedenis door middel van het creëren van een levendig cultureel klimaat en versterking van de culturele infrastructuur In opdracht van de commissie beleidsevaluatie is onderzoek gedaan naar het bemiddelingsprogramma voor culturele activiteiten in het basisonderwijs. Gebleken is dat 68 procent van de leerlingen wordt bereikt en 92 procent van de scholen. Verder is 40 procent van de leerlingen in de basisvorming van het voortgezet onderwijs in contact gekomen met culturele activiteiten. Met de komst van het actieprogramma cultuurbereik worden culturele instellingen gestimuleerd om met speciale activiteiten en onderzoek hun eigen publiek beter te leren kennen en het publieksbereik te vergroten. Met name voor jeugd en jongeren is in 2002 nieuw cultureel aanbod ontwikkeld en is besloten tot het oprichten van een productiehuis voor de popmuziek. Daarnaast is er weer het boekgeschenk voor scholieren uitgereikt met de titel ‘Vervenersverdriet’. De resultaten van het programma in de provincie Overijssel worden onderzocht door de Erasmus Universiteit. De eerste gegevens zijn in 2003 beschikbaar. In 2002 zijn bij de provincie vele subsidieverzoeken amateurkunst ingediend. Uit de inhoud van de ingediende aanvragen blijkt dat op het gebied van theater, dans, muziek en popmuziek meer vernieuwende projecten zijn ontwikkeld. Ook blijkt dat de samenwerking tussen amateurkunstenaars en professionele instellingen toeneemt. Er is sprake van een hechtere samenwerking binnen de provinciale organisatie op het gebied van culturele planologie. De eerste stappen naar een platform culturele planologie zijn gezet. Er is een aantal Belvedere projecten gehonoreerd en cultuurhistorie is als onderdeel opgenomen in de beleidsregels ruimtelijke ordening. Vanuit verschillende provinciale regelingen (beeldende kunst, cultuurbereik) zijn projecten mogelijk gemaakt zoals Proeftuin Twente waarbij de relatie tussen de inwoner van Overijssel en zijn omgeving centraal staat.
Het Orkest van het Oosten en de Nationale reisopera vergrootten in 2002 hun activiteiten in Overijssel. In 2002 is het ‘Cultuurprofiel Oost-Nederland deel 1’ opgesteld. Dit Cultuurprofiel is de eerste stap in de voorbereiding van het overleg tussen Oost-Nederland en het Rijk over de periode 2005–2008. De provincie heeft in 2002 bijgedragen aan het succesvolle Enschede Muziek Festival en aan twee operaproducties van de Reisopera. In 2002 is besloten tot een beperkte restauratie van het museum Natura Docet, een van de twee provinciale musea. De planvorming over de uitbreiding met een Zwolse vestiging van het andere museum, de Hannema-De Stuers Fundatie, heeft geleid tot voorstellen aan Provinciale Staten waarover in 2003 besluiten kunnen worden genomen. Grote producties en festivals zijn kwalitatief beter geworden en ook de samenwerking met de Overijsselse podia neemt toe. Op het terrein van het bibliotheekwerk is een convenant afgesloten tussen de Overijsselse gemeenten en de provincie over de vernieuwing en reorganisatie van de bibliotheken. De provincie en het projectbureau Kulturhusen hebben gemeenten uitgebreid geïnformeerd over de oprichting en invulling van het Kulturhus. Dit resulteerde in een eerste serie van negen aanvragen, waarvan er zes gehonoreerd zijn. Het Kulturhus wordt omarmd door de gemeenten in Overijssel en wordt als oplossing gezien voor de verschraling van voorzieningen op het platteland en in de stadswijk.
Zorgvoorzieningen Goed gespreide, kwalitatief goede, betaalbare en toegankelijke zorgvoorzieningen voor de inwoners in de sfeer van gezondheids- en gehandicaptenzorg, ouderenzorg en jeugdzorg en waarbij deze burgers kunnen kiezen uit een breed samengesteld zorgaanbod dat recht doet aan de pluriformiteit van de Overijsselse samenleving Het zorgbeleid heeft het afgelopen jaar sterk in de belangstelling gestaan. In 2002 zijn dan ook veel activiteiten ondernomen die zijn voortgekomen uit ons streven naar meer regionale afstemming tussen voorzieningen, de versterking van het ketenbeheer, de versterking van de positie van de zorgvrager en een goede toegankelijkheid van informatie en voorlichting over de zorg. In de Zorgnota 2001–2004 is gekozen voor een zogenoemde integrale insteek. De zorgvraag wordt hierbij in verbinding gebracht met belangrijke aanpalende terreinen als wonen, werken, welzijn en vervoer. Voor het verkrijgen van draagvlak voor de
ontwikkelde Integrale Programma’s voor de Zorg Twente en West-Overijssel/Deventer zijn in februari 2002 twee regionale werkconferenties georganiseerd. De resultaten van de werkconferenties hebben geleid tot meer draagvlak. Ook zijn diverse trekkers aangewezen die projectvoorstellen hebben ontwikkeld. Dit heeft geresulteerd in de volgende concrete projecten: de opzet van een ondersteuningsstructuur voor de zorgboerderijen in Overijssel en de opzet van zorgposten-plus in de gemeenten Dalfsen en Deventer. Een zorgpost-plus is een bundeling van voorzieningen in de eerstelijn (tandarts, huisarts, fysiotherapeut) met als doel behoud van de toegankelijkheid. De geneeskundige keten heeft in 2002 bijzondere aandacht gekregen. Er is een onderzoek van start gegaan naar de huisartsenzorg in Deventer en omstreken en het Euregionaal Servicecentrum Gezondheidszorg is opgericht. De nieuwe opleiding technische geneeskunde werd toegekend aan de Universiteit Twente (UT). Veel aandacht was er voor de aanrijtijden van ambulances. Er is een miljoen euro voor extra standplaatsen beschikbaar gesteld. Verder was er de betrokkenheid bij het tekort aan huisartsen.
Jeugdhulp en jeugdzorg Goed stelsel van regionale voorzieningen voor jeugdhulp en jeugdzorg met laagdrempelige toegang Gezamenlijke regie met gemeenten gericht op de samenhang tussen jeugdzorg en lokaal jeugdbeleid vormt de basis voor het beleid. Op initiatief van de provincie is een (werk)gebiedsgerichte structuur ontwikkeld waarbinnen gemeenten, provincie en Bureau Jeugdzorg Overijssel structureel samenwerken voor de aansluiting tussen de lokale voorzieningen jeugdbeleid en het Bureau Jeugdzorg Overijssel. Het in 2001 opgerichte Bureau Jeugdzorg Overijssel stelt onafhankelijk indicaties voor jeugdzorg en fungeert als eenduidige toegang tot de aanbieders van jeugdzorg. Na de fusie van dit bureau met de provinciale instelling voor jeugdbescherming kan de afstemming tussen de hulpvormen geïntegreerd binnen één organisatie plaatsvinden. De doorgevoerde schaalvergroting bij de zorgaanbieders voor jeugdhulpverlening benutten wij om een samenhangend provinciebreed aanbod van geïndiceerde zorg te realiseren. Binnen de in 2002 vastgestelde overlegstructuur nemen alle relevante partners deel. Het gezamenlijke doel is de afstemming van vraag en aanbod naar jeugdzorg en het tot stand brengen van een goed en samenhangend stelsel voor
Jaarverslag 2002
15
jeugdzorg. Over het thema afstemming tussen toegang en aanbod zijn workshops georganiseerd die hebben geleid tot verdere werkafspraken. De positie van de cliënt is daarbij een nadrukkelijk aandachtspunt. Het bestrijden van de wachtlijsten in de jeugdzorg heeft prioriteit. Met inzet van de provincie zijn de wachtlijsten opgeschoond en door volume-uitbreidingen deels weggewerkt. Ondanks deze inspanningen blijven de wachtlijsten groeien door een toenemende vraag naar jeugdzorg. Wel is een aanzienlijke verbetering bereikt in de transparantie van de wachtlijstcijfers. De Wet op de Jeugdzorg wordt naar verwachting per 1 januari 2004 ingevoerd. In 2002 is de onzekerheid gebleven over de voldoende financiering van het Rijk om aan een recht op jeugdzorg volledig te kunnen voldoen.
2.2 Sterke steden en vitaal platteland Samenhangende plannen leefomgeving Als vervolg op de voorbereiding van de drie omgevingsplannen is in de plannen een aantal gezamenlijke hoofdlijnen voor de uitvoering aangegeven en is een gezamenlijk uitvoeringsprogramma aangekondigd. In de uitvoeringsprogramma’s (2001–2004 en 2002–2005) voor de plannen voor ruimte, water en milieu wordt aandacht besteed aan het uitbouwen van een monitoringssysteem en zijn belangrijke relaties tussen de plannen aangegeven. Deze relaties liggen onder meer op het terrein van duurzame ontwikkeling en energie, gebiedsvisies, gedifferentieerd milieu- en waterbeleid, reductie van emissies naar oppervlaktewater en Ruimte voor de Rivier. Stimulering van een duurzame inrichting gebeurt via de programmeringsoverleggen bedrijventerreinen. Binnen de gebiedsvisies komen opgaven voor de fysieke leefomgeving, economisch en sociaal gebied bij elkaar. De strategische plannen worden uitgewerkt en er worden projecten geprogrammeerd, met name in het landelijk gebied. Via beperking van riooloverstorten en de aanleg van riolering in het buitengebied wordt de verontreiniging van het oppervlaktewater tegengegaan. Door middel van de verbetering van mestmaatregelen wordt de belasting van grond- en oppervlaktewater met nitraat en fosfaat verminderd. Waterschappen hebben in hun Waterbeheerplannen aangegeven op welke wijze ze inspelen op de strategische plannen. Meer en meer besteden gemeenten aandacht aan de gevolgen voor het watersysteem terwijl ook wordt geprobeerd om actief in te spelen op de kansen die het water biedt. Volgens de Handreiking en beoordeling Ruimtelijke Plannen zijn gemeenten verplicht een watertoets toe te passen op plannen met gevolgen voor de waterhuishouding. Veiligheid komt op velerlei manieren aan de orde bij de uitvoering van de omgevingsplannen. Thema’s zijn chloortransporten, toetsing veiligheidsplannen, risicokaart, leidraad extern veiligheidsbeleid, project implementatie Veiligheidseffectrapportage, Ruimte voor de Rivier en stroomgebiedsvisies. In 2002 is ten aanzien van de plannen voor de leefomgeving veel aandacht geweest voor sturing en bewaking. In het verslagjaar is de Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving (PCFL) ingesteld. Deze draagt via haar advisering bij aan een
16
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
afgestemde beleidsontwikkeling en -uitvoering. De nieuwe Handreiking en beoordeling ruimtelijke plannen draagt enerzijds bij tot een duidelijke sturing waar de provincie die nodig oordeelt, en anderzijds meer beleidsruimte voor de nieuwe grote, krachtige gemeenten. Met de VROM-inspectie is overleg gevoerd over externe veiligheid, windturbines, stiltegebieden en de problematiek rond rangeerterreinen. In lijn met de aanbevelingen inzake de Beleidsevaluatie streekplan West-Overijssel is verder gewerkt aan het benoemen van indicatoren bij een select aantal hoofddoelstellingen. Op de productformulieren zijn de beschikbare monitoringsgegevens opgenomen. In 2003 zal aan een uitbouw van het monitoringssysteem worden gewerkt.
Leefklimaat Een goed leefklimaat om te wonen, werken en recreëren In 2002 is de ontwerp-Woonvisie Overijssel vastgesteld met als titel ‘Goed wonen in Overijssel’. Dit is uitgewerkt in vier opgaven: sterke steden, vitaal platteland, sociale kwaliteit en ruimtelijke kwaliteit. Nieuw is de transparante methodiek voor woningbouwprogrammering die deel uitmaakt van de woonvisie. Deze is zowel kwantitatief als kwalitatief uitgewerkt, waarbij een sterke nadruk ligt op de samenwerking van gemeenten in subregio’s. Voor plattelandsgemeenten gaat het daarbij met name om het bouwen voor starters en voor ouderen, zonder dat daarbij belangrijke kwaliteiten van het buitengebied, zoals rust en ruimte, worden aangetast. In samenwerking met de gemeenten Almelo, Borne, Hengelo en Enschede is als vervolg op de streekplanherziening voor het Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) een aantal onderzoeken uitgevoerd naar de haalbaarheid, het stedenbouwkundig ontwerp en inrichtings-MER en zijn meerdere subsidieaanvragen ingediend. Provinciale Staten hebben het provinciaal grondbeleid vastgesteld en daarvoor € 7 miljoen beschikbaar gesteld. Dit maakt het voor de provincie mogelijk actiever te participeren op de grondmarkt, waardoor de provinciale beleidsdoelstellingen op het gebied van natuur, landbouw, infrastructuur, water, toerisme en economie sneller en eenvoudiger gerealiseerd kunnen worden. In 2002 is verder vorm en inhoud gegeven aan het regionaal stedelijk netwerk Zuid-Drenthe, waarin de
gemeenten Steenwijk, Meppel, Hoogeveen, Coevorden, Hardenberg en Emmen deelnemen. Gedurende 2002 heeft de provincie zelfstandig, dan wel samen met Gelderland in landsdelig verband, op belangrijke momenten invloed uitgeoefend op de totstandkoming van het nationaal ruimtelijk beleid door beide kabinetten. Via het Regioconvenant is duidelijk gemaakt bij welke (ruimtelijke) projecten financiële rijkssteun nodig is.
Steden Aantrekkelijke woonomgeving en sociale vitaliteit van de steden Het grotestedenbeleid (GSB) en de provinciale rol in de netwerksteden dragen bij aan de totstandkoming van sterke complete steden in Overijssel. In 2002 is meer invulling gegeven aan de belangrijke nieuwe trend van netwerkstadvorming. Mede hierdoor is de relatie tussen de stad en zijn omgeving in een stroomversnelling geraakt. Het grotestedenbeleid en beleid gericht op de netwerksteden raken steeds meer met elkaar vervlochten. Samen met de steden Almelo, Deventer, Enschede, Hengelo en Zwolle voert de provincie Overijssel een actief grotestedenbeleid. De provincie sluit met haar beleid aan bij de afspraken die het Rijk en de steden hebben vastgelegd in de zogenoemde GSB-convenanten. Het jaar 2002 was het voorlaatste jaar van de huidige GSB-periode. Het merendeel van de afspraken nadert zijn voltooiing. Ook is er naar de toekomst van het provinciaal GSB gekeken. Hiervoor zijn begin 2002 een zevental verbeteracties opgesteld. Met betrekking tot het sociaal beleid hebben de steden de extra GSB-middelen grotendeels voor de sociale pijler ingezet. Het betreft projecten als Hotel het Tuindorp (Hengelo), Poppodium (Almelo), Multiprobleemgezinnen (Enschede), Dak- en thuisloze verslaafden (Deventer) en Culturele werkplaats (Zwolle). Daarnaast is er praktische uitwerking gegeven aan de thema’s jeugdzorg en jeugdbeleid, onderwijs- en arbeidsmarktpositie van allochtonen, stad en omgeving, ICT in de stad, gezamenlijke lobby en aan de nieuw op de agenda geplaatste thema’s dagindeling en economische vergelijking tussen de steden. Het doel hierbij is telkens te komen tot een betere afstemming en te leren van elkaar. In Twente hebben de gemeenten in het centraal stedelijk gebied elkaar gevonden in het Samenwerkingscharter Stedelijk Netwerk Twente. De gemeenten
Jaarverslag 2002
17
Almelo, Borne, Enschede en Hengelo beogen door niet-vrijblijvende samenwerking tot een optimale ontwikkeling van het stedelijk gebied te komen. De provincie ondersteunt deze vorm van samenwerking van harte en is als ‘bestendig partner’ nauw betrokken bij de inhoudelijke invulling van het Samenwerkingscharter. De Netwerkstad Twente is in 2002 gaan draaien. Vooruitlopend op de strategische visie zijn meerdere gezamenlijke projecten opgepakt, zoals het opstellen van de ruimtelijke visie, de verplaatsing van het spoorwegemplacement, de boegbeeldprojecten en de taskforce lobby. De aan gemeente Enschede toegezegde provinciale bijdrage voor de Kwaliteitsimpuls Roombeek is eind 2002 overgemaakt. In november 2002 is advies uitgebracht over het ontwerp-bestemmingsplan ‘Roombeek’. De samenwerking tussen Zwolle en Kampen krijgt steeds meer vorm zonder de direct sturende werking van de provincie. Het uitvoeringsprogramma 2002 diende als kader voor de werkzaamheden. Belangrijke mijlpalen zijn het gereed komen van de ontwikkelingsvisie voor de Polder Mastenbroek en de gezamenlijke bedrijventerreinenvisie. Ook is in 2002 een start gemaakt met het opstellen van een Strategische visie voor de Netwerkstad Zwolle Kampen. De gemeenten Apeldoorn, Deventer, Zutphen, Voorst en Gorsel werken als regionaal stedelijk netwerk Stedendriehoek samen met de provincies Gelderland en Overijssel aan een ruimtelijke visie. In maart 2002 is de nota ‘Ruimtelijke perspectieven stedendriehoek 2030’ gepresenteerd. Hierin staan twee modellen voor de toekomstige ruimtelijke ontwikkeling van het gebied. De nota heeft als basis gediend voor het maatschappelijk debat. Daarnaast is een aantal zaken onderzocht, waar onder woningbouwontwikkeling langs bypassen in de IJssel bij Deventer en Zutphen en locaties voor een regionaal bedrijventerrein langs de A1. De uitkomst van het debat en de onderzoeken wordt in de eerste helft van 2003 verwerkt tot een startnotitie voor een ruimtelijke structuurvisie voor de Stedendriehoek.
Veiligheid Vermindering van de objectieve en de subjectieve onveiligheid In het verlengde advies van de Provinciale Planologische Commissie over externe veiligheid is een leidraad opgesteld voor het gemeentelijke exter-
18
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
ne veiligheidsbeleid. Deze leidraad is landsdelig en in nauwe samenwerking met de Vereniging van Nederlandse Gemeenten in de provincies Gelderland en Overijssel en de inspectie Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) opgesteld. Doel van de leidraad is om te komen tot een prioritering van risicovolle activiteiten met een daaraan te koppelen saneringsprogramma. De leidraad moet de gemeentelijke activiteiten rond de formulering en de invoering van een gemeentelijk extern veiligheidsbeleid faciliteren. Het Deltaplan Grote Rivieren is na het hoge water in 1995 vastgesteld. Het doel van dat plan is om de veiligheid voor overstromingen vanuit de grote rivieren op het gewenste peil te brengen. Het meest in het oog springende kunstwerk, de keersluis Ramspol, is in 2002 opgeleverd. Andere werken zijn zodanig uitgevoerd dat kenmerkende landschappen langs Vecht en Zwarte Water niet aangetast zijn. In Overijssel is het Deltaplan Grote Rivieren afgerond op de bouw van een keersluis in Zwolle na. Ook bij dijkverbetering moet men bedenken dat absolute veiligheid niet bestaat. Op basis van de resultaten van overstromingsberekeningen zullen de gemeenten rampenplannen bijstellen. Een belangrijke provinciale opgave is het terugbrengen van de veerkracht van het watersysteem, zoals aangegeven in het rapport Waterbeheer 21ste eeuw. Gezamenlijk met de waterschappen heeft dit geleid tot het opstellen van een Stroomgebiedvisie Vecht/Zwarte Water. Bij het inrichten van Overijssel voor wonen en bedrijvigheid moet water (mede) sturend worden.
Landelijk gebied Kwaliteit van het landelijk gebied Het integraal gebiedsgericht beleid heeft tot doel problemen en kansen in een gebied in onderlinge samenhang aan te pakken. Vaak speelt de landbouw, als voornaamste grondgebruiker, daarbij een belangrijke rol. Voor de uitvoering van projecten was de late inwerkingtreding van de subsidieregeling gebiedsgericht beleid (SGB) een probleem: slechts een deel van de programmering kon worden uitgevoerd en de resterende projecten moesten worden doorgeschoven naar 2003. Na een periode van een klein jaar is de Regionale Ontwikkeling Overijssel (ROO) weer opgepakt. Dit moet in 2003 leiden tot een daadwerkelijke aanpak van knelpunten in alle gebieden. De uitvoering van de reconstructie wordt opgenomen in de ROO-aanpak.
Landbouw
Cultuurlandschap
Versterking van de economische positie van de landbouw Door middel van herverkaveling van gronden en grondverwerving wordt een betere landbouwkundige structuur gecreëerd, terwijl daarnaast verbeteringen plaatsvinden op het terrein van natuur, waterhuishouding, landschap en recreatie. Bij circa twintig landinrichtingsprojecten zijn activiteiten uitgevoerd variërend van boerderijverplaatsingen tot herinrichting van waterlopen en de aanleg van fietspaden. Als gevolg van de planvorming in de reconstructiegebieden is bij een aantal landinrichtingsprojecten in voorbereiding weinig vooruitgang geboekt. Bij de uitvoering van het reconstructieplan zal landinrichting een belangrijke rol spelen. Voor de deelgebieden Salland, Noordoost-Twente en Zuidwest-Twente heeft het jaar 2002 vooral in het teken gestaan van het opstellen van het reconstructieplan. Naast landbouw- en milieuverkenningen is een sociale en economische schets opgesteld voor het hele reconstructiegebied. Een belangrijk onderwerp is de zonering van het gebied met een onderverdeling in Extensiveringsgebied, Verwevingsgebied en Landbouwontwikkelingsgebied. De positie van de Intensieve Veehouderij is daarbij prominent aan de orde, mede door het in werking treden van de Wet Ammoniak en Veehouderij (Wav) in het voorjaar van 2002. Om de gevolgen voor deze bedrijven te beperken, worden (gelet op de toezeggingen van de voormalige minister van VROM) een aantal kleinere natuurgebieden alsnog buiten de Ecologische Hoofd Structuur (EHS) gelaten. Daarnaast wijst het plan op kansen voor verbreding van de bedrijfsvoering, versterking van recreatie en toerisme, verbetering van de waterhuishouding en verbetering van de kwaliteit van het landschap. Veel aandacht is gegeven aan het creëren van draagvlak voor het reconstructieproces en het geven van inspraakmogelijkheden. Daarbij ligt de nadruk op duidelijkheid, gebiedskarakteristieken en kansen voor ondernemers.
Behoud en versterking kwaliteit cultuurlandschap Een belangrijke provinciale opgave ligt in het realiseren van de provinciale EHS, wat moet leiden tot een aaneengesloten geheel van natuurgebieden in Overijssel, onderling verbonden via ecologische verbindingszones. In 2002 is de provincie succesvol geweest in het verwerven van gronden voor het realiseren van natuur. In totaal is 980 hectare landbouwgrond aangekocht die zal worden doorgeleverd aan natuurbeschermingsorganisaties. Door de grotere grondmobiliteit als gevolg van stagnerende grondprijzen en uittredende agrariërs dienen zich meer mogelijkheden aan voor grondaankoop en is een inhaalslag gemaakt in de realisering van de provinciale EHS. Voor de toekomst is het beeld echter somberder aangezien het Rijk de middelen die beschikbaar komen voor natuuraankopen voor de komende jaren heeft gehalveerd. Daar staat wel tegenover dat meer middelen beschikbaar komen voor agrarisch en particulier beheer. Hieraan geeft Overijssel al meerdere jaren aandacht.
Over de financiering van de uitvoering van de reconstructie bestaat nog onduidelijkheid. Naast de reguliere budgetten voor landinrichting en grondverwerving ten behoeve van natuur zullen de overige in te zetten rijksmiddelen de komende jaren waarschijnlijk beperkt zijn. Door het samenbrengen van regionale, landelijke en Europese middelen zijn echter wel aansprekende resultaten te bereiken. De behaalde resultaten bij de reconstructiepilot Notter leveren hiervoor de bewijzen.
In 2002 is besloten het particulier beheer verder te stimuleren en ook de mogelijkheden voor het leveren van Groene diensten door grondeigenaren nader te onderzoeken. Ook worden mogelijkheden onderzocht om tot regionale fondsvorming te komen. Agrarische natuurverenigingen (ANV’s) kunnen hierbij een belangrijke rol spelen. In dat kader is de oprichting eind 2002 van In Natura Oost als koepel van de ANV’s in Gelderland en Overijssel een belangrijke mijlpaal. Voor het in stand houden van beeldbepalende landschapselementen past de provincie de Regeling Onderhoud Landschapselementen Overijssel (ROLO) toe. Door koppeling met Europese gelden kon het uitvoeringsbudget worden vergroot. In het Landschap+ project zijn 720 particuliere landschapselementen aangepakt. Een belangrijke ontwikkeling in 2002 is het in werking treden van de Flora- en Faunawet, die een grotere verantwoordelijkheid voor het Floraen Faunabeleid neerlegt bij de provincie en bij de nog in te stellen Faunabeheereenheid (FBE). In 2002 zijn circa 115 vergunningen en vrijstellingen verleend en zijn 52 bezwaarschriften ingediend door derden. Een heuglijk feit was de herintroductie van de otter in Noordwest-Overijssel dankzij het herstel van ecologische verbindingen en verbeterde milieucondities. Het stimuleringsprogramma ‘Re-animatie industrieel Erfgoed Overijssel’ heeft er toe geleid dat aan meer dan 20 complexen of fabrieken verspreid over 13 gemeenten wordt gewerkt. Het Belvédère project ‘Ruimtelijke ontwikkelingsvisie Polder Mastenbroek’
Jaarverslag 2002
19
heeft in november geresulteerd in een ruimtelijke ontwikkelingsvisie voor de polder. Deze visie is een waardevolle bouwsteen voor gemeentelijke en provinciale plannen, die vanaf 2003 worden uitgevoerd. Behalve de provincie zijn de gemeenten Kampen, Zwartewaterland en Zwolle evenals het waterschap Groot Salland opdrachtgever. Aan de totstandkoming hebben ook de Gewestelijke Land- en Tuinbouw Organisatie (GLTO) en de Vereniging Polderbelangen Mastenbroek bijgedragen.
Recreatie en toerisme Verbetering en versterking recreatie en toerisme In 2002 zijn circa 60 projecten op het terrein van recreatie en toerisme gerealiseerd of gestart, die zowel voor de ontwikkeling van toerisme, als voor de eigen bevolking van belang zijn. Veel projecten passen in en worden deels gefinancierd uit de Europese programma’s. Markant zijn projecten voor de Twentse steden als industrieel toerisme en de stadsrecreatiekaart. De regeling Kwaliteitsimpuls Toerisme Overijssel (KITO) die kwaliteitsverbetering bij toeristische ondernemers stimuleert, is in april door Provinciale Staten vastgesteld en sinds november in werking. De regeling voldoet goed. Er zijn al 50 aanvragen, die een beslag leggen op 60 procent van het totaalbudget.
20
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
2.3 Werk voor iedereen Het kader voor het provinciale sociaal-economische beleid 2000–2005 is neergelegd in het beleidsplan ‘Ruimte voor Vernieuwing 2000+’ (RVV). Het Milieubeleidsplan 2000+ voorziet in beleid dat de relatie tussen economische groei en milieubelasting verder doorbreekt. Door een onafhankelijk bureau is onderzocht of de recente economische ontwikkelingen aanleiding geven tot aanpassing van het vigerende economische beleid van de provincie. De conclusie is dat er vooral accentverschuivingen ten opzichte van het in RVV ingezette beleid nodig zijn. In de komende jaren dient een sterker accent te worden gelegd op bereikbaarheid en ruimte voor bedrijvigheid, innovatie en ICT en arbeidsmarkt en scholing.
Werkgelegenheid Duurzame en kwalitatief hoogwaardige werkgelegenheid met optimale match van vraag en aanbod Ook in 2002 is veel geïnvesteerd in het versterken van de economie, maar door de economische dip heeft dit nog niet geleid tot realisering van de ambities die de provincie een aantal jaren geleden nog voor ogen had. Was er in 2001 nog sprake van een economische groei van 1,1 procent, de meest recente verwachting van het Centraal Plan Bureau (CPB) is dat de groei voor 2002 uitkomt op 0,25 procent. De verwachting is dat de economische groei in Nederland in 2003 weer licht toeneemt tot 0,75 procent. De groei van de werkgelegenheid heeft zich in 2002 weliswaar doorgezet, maar de stijging is gehalveerd ten opzichte van de stijging in 2001. Uit de laatste gegevens van het Bedrijven- en Instellingen Register Overijssel (BIRO) blijkt dat het aantal werkzame personen in Overijssel in 2002 met 4.635 ofwel 0,9 procent is toegenomen. Het jaar daarvoor kende nog een stijging van 1,8 procent. In 2002 is, voor het eerst in zeven jaar, de werkloosheid weer gestegen. Het aantal niet-werkende-werkzoekenden in Overijssel bedroeg eind 2002 34.306 tegen 29.201 in 2001. De provinciale middelen voor het goed functioneren van de arbeidsmarkt worden met ingang van 2002 specifiek ingezet voor het stimuleren van de vraagzijde, afstemming en samenwerking met de Regionale Platforms Arbeidsmarkt en het verkrijgen van inzicht in de vraag- en aanbodzijde. In dit kader is onder andere subsidie verleend aan het project groeibanen bedrijvenpark Westermaat en het project ‘Hard nodig’ van de Stichting Zorg voor Werk te Zwolle. Eind 2002
is de EU-aanbestedingsprocedure voor het ontwikkelen van het provinciebrede arbeidsmarktinformatiesysteem afgerond en is de opdracht tot het in gang zetten gegeven.
Bedrijvigheid Toename van de economische bedrijvigheid in een provincie De concurrentiepositie van het Overijsselse bedrijfsleven hangt af van het vermogen om in te spelen op veranderende omstandigheden en nieuwe technologieën. In de huidige situatie is innovatie van groot belang om nieuwe bedrijvigheid in Overijssel te creëren. Eind 2001 heeft de provincie met de Overijsselse Ontwikkelingsmaatschappij (OOM) en Syntens het convenant Werk in Bedrijf afgesloten. In dit convenant zijn afspraken gemaakt over de uitvoering van een drietal themaprogramma’s. Bij de Europese Commissie is een aanvraag ingediend voor een bijdrage uit het Europese fonds voor Regionale Ontwikkeling. Eind december is bekend geworden dat het programma ‘Innovative Actions Overijssel’ gehonoreerd is met een bijdrage. Door deze bijdrage is de financiering van de themaprogramma’s voor een groot deel veiliggesteld en kan in 2003 voortvarend met de uitvoering van een groot aantal projecten worden gestart. Om beter inzicht te geven in de subsidies die de Europese Unie, het Rijk en de provincie Overijssel beschikbaar stellen voor de stimulering van de ontwikkeling van de Overijsselse economie en het platteland is het Europaloket in het leven geroepen. Het Europaloket wijst potentiële aanvragers de weg in de verschillende subsidieprogramma’s en ondersteunt ze bij het indienen van een aanvraag voor een project. Europese middelen zijn onder andere gebruikt om de kennisuitwisseling tussen bedrijven en innovatiever produceren door bedrijven te stimuleren. De volgende projecten zijn volledig of gedeeltelijk met Europese middelen gefinancierd: VITAL, Netlab Twente, Keten Innovatie Oost-Nederland, Industrial Design Centre, Twentebreed Exporteren en Career Centre Twente.
De ICT-ontwikkelingen stellen verdergaande eisen aan de digitale bereikbaarheid. Samen met de UT en de OOM is daarom de NDIX (Nederlands-Duitse Internet Exchange) opgezet. Het elektronische verkeersknooppunt heeft reeds geresulteerd in een verlaging van de prijzen voor internetverbindingen met meer dan 50 procent. De bijdrage van de provincie is in de vorm van een lening beschikbaar gesteld. Via het Kennispark Twente wordt de samenwerking tussen bedrijfsleven en kennisinstellingen bevorderd. De provincie verwacht dat hieruit ook gunstige economische spin-off effecten ontstaan naar ondernemingen op de omliggende bedrijventerreinen. Om de mogelijkheden voor export van producten, diensten en kennis via internationale markten beter te benutten is een nieuw plan voor Internationale handelsbevordering opgesteld. Dit plan is inmiddels door de Kamer van Koophandel Veluwe/Twente, in samenwerking met de Kamper In Zwolle in uitvoering genomen. Tevens ondersteunt de provincie de Stichting Twentse Export Sociëteit die tot doel heeft de internationale gerichtheid van bedrijven in Twente te vergroten. Op 11 december 2002 hebben Provinciale Staten de Arbeidsplaatsenpremieregeling Overijssel 2003 (APR II) goedgekeurd. De OOM is voor de provincie een belangrijk instrument om doelstellingen op het gebied van economische structuurversterking te realiseren. Eind 2001 heeft het Rijk aangegeven een fusie tussen de Overijsselse Ontwikkelingsmaatschappij en de Gelderse Ontwikkelingsmaatschappij (GOM) wenselijk te vinden. Het Rijk gaf aan extra financiële middelen voor het participatiebedrijf van een gefuseerde ontwikkelingsmaatschappij beschikbaar te willen stellen. Berenschot heeft, in opdracht van de provincies Overijssel en Gelderland en het miniserie van Economische Zaken (EZ), onderzoek gedaan naar de meerwaarde van een dergelijke fusie. In november hebben OOM en GOM het fusievoorstel aan de provincie toegestuurd. Mede in het kader van de fusie is samen met het ministerie van EZ en de provincie Gelderland de aansturing van de OOM c.q. gefuseerde ontwikkelingsmaatschappij nader uitgewerkt.
De succesvolle samenwerking tussen het RTV-Oost programma Da Vinci en de Innovation award is in 2002 gecontinueerd. In het programma Da Vinci zijn de genomineerden gepresenteerd. In een live-uitzending op locatie bij de Hogeschool IJselland is de Award uitgereikt aan een innovatieve Overijsselse ondernemer.
Jaarverslag 2002
21
Duurzame ontwikkeling Duurzame ontwikkeling van de Overijsselse economie met een optimale balans tussen milieu, economie en sociale kwaliteit De meeste bedrijven in Overijssel vallen onder de categorie midden en kleinbedrijf (MKB). Van de ongeveer 11.000 bedrijven in Overijssel vielen er tot medio 2000 circa 200 in het kader van de Wet Milieubeheer onder het bevoegd gezag van de provincie. Door de DECOMP-operatie is dit aantal vrijwel verdubbeld. De personele formatie voor vergunningverlening en handhaving is vrijwel op sterkte. Via het plan ‘Schoner produceren’ wil de provincie een zo efficiënt mogelijk gebruik van grondstoffen, water en energie stimuleren. In het kader van het regioconvenant is samen met de provincie Gelderland het project ‘Stimuleren duurzaam ondernemen in Overijssel en Gelderland’ uitgevoerd. In het verlengde van dit onderzoek wordt in 2003 een pilotproject duurzaam ondernemen opgestart, in samenwerking met bedrijven. Er wordt gewerkt aan een integrale aanpak van asbestproblemen. Met het ministerie van VROM en de provincie Gelderland is een overeenkomst voorbereid voor de tweede fase van de sanering van asbestwegen. De overeenkomst zal in 2003 worden gesloten. Na het aanscherpen van het begrip afvalstof door Nederlandse en Europese rechters is de beleidsnotitie groenafval gedeeltelijk ingetrokken en is een informatiebijeenkomst georganiseerd voor weg- en waterbeheerders. Voor de bijeenkomst bestond veel belangstelling. Vanuit het programma ‘leren voor Duurzaamheid’ zijn 22 projectaanvragen gehonoreerd. De contacten met gemeenten, waterschappen en bedrijfsleven zijn versterkt. Het ‘actieprogramma Duurzame energie en energiebesparing’ is inmiddels in uitvoering genomen. Op initiatief van de provincie is het Energiebureau Overijssel opgericht in samenwerking met de energiebedrijven Essent en Cogas, de OOM en de vijf grote steden. Om innovatieve ontwikkelingen op het terrein van energiebesparing en toepassing van duurzame energiebronnen te stimuleren zijn onder andere subsidies toegekend aan het Warmtenetwerk in Twente, kleinschalige biomassa-installaties op het boerenerf, bermgras voor bio-energie en kleinschalige windturbines in de bebouwde omgeving. Stimulering van een duurzame inrichting van bedrijventerreinen is een activiteit waarin de provincie veel tijd en geld investeert. Via onder andere de program-
22
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
meringsoverleggen bedrijventerreinen (PO) wil de provincie kansen signaleren en gemeenten stimuleren om samen te werken op het gebied van revitalisering en ontwikkeling van bedrijventerreinen. Voor de periode 2003–2007 is een nieuw convenant afgesloten met alle gemeenten in de regio’s Twente en IJssel-Vecht. In de Stedendriehoek wordt het PO eveneens voortgezet. Het ministerie van Economische Zaken heeft voor de periode 2001–2003 in totaal € 136 miljoen beschikbaar voor provinciale maatregelen om het regionale investeringsklimaat te verbeteren. De nadruk ligt op het revitaliseren van bestaande en ontwikkelen van nieuwe bedrijventerreinen via de zogenaamde TIPP-regeling. Provincies hebben hierbij een centrale rol. Zij beschrijven de stand van zaken en geven aan welke verbeteringen nodig zijn. Via jaarlijkse investeringsprogramma’s kunnen provincies in zogenaamde tenders subsidie aanvragen voor de uitvoering ervan. Begin 2002 is bekend geworden dat de aanvraag voor de TIPP-tender 2001 gehonoreerd is. Daarnaast is ook deelgenomen aan de tender 2002. Ook deze aanvraag is gehonoreerd. Hierdoor ontstaat een impuls voor het regionale investeringsklimaat in de gemeenten Hardenberg, Deventer, Nijverdal, Kampen (tender 2001). De tender 2002 geeft een impuls aan de gemeenten Almelo, Deventer, Enschede en Hengelo. Samen met de gemeenten Almelo, Borne, Hengelo en Enschede zijn de inrichtingen-MER en de exploitatieopzet van het Regionaal Bedrijventerrein (RBT) opgesteld. Begin 2003 wordt op basis van de exploitatieopzet een besluit genomen door de gemeenteraden en Provinciale Staten. Ondertussen wordt er gewerkt aan een model voor samenwerking, te implementeren bij een go-besluit. De provincie is betrokken bij de ontwikkeling van de Zuiderzeehaven. In 2002 is de overeenkomst voor Publiek Private Samenwerking (PPS) tot stand gekomen op basis waarvan de ontwikkeling van het bedrijventerrein van start kan gaan. De ervaringen die met dit project worden opgedaan zullen worden meegenomen bij een toekomstige overweging wat betreft de toepasbaarheid van PPS-constructies bij de ontwikkeling van bedrijventerreinen. Het vernieuwde bodemsaneringsbeleid is gericht op de integratie van de uitvoering van bodemsaneringen met ruimtelijke ontwikkelingen, zowel in het landelijke als het stedelijke gebied. Met de prioritering van bodemsanering houdt de provincie hier uitdrukkelijk rekening mee. De handhaving van bodemsanering is in 2002 verder geïntensiveerd. Dit heeft geleid tot een
betere uitvoering van saneringen en controle op verontreinigde grondstromen. De saneringen die in het kader van het Vinex-convenant in Twente worden uitgevoerd zijn volgens schema uitgevoerd. In 2002 zijn er steeds meer gevallen aan het licht gekomen van verontreiniging van asbest in de bodem, met name in de gemeente Hof van Twente. De financiering van het opruimen van deze verontreiniging is niet opgenomen in het meerjarenprogramma. Met het ministerie van VROM is overlegd om te komen tot een financiële afspraak voor de meest urgente sanering. Naast de problematiek van asbest in de bodem is in 2002 de saneringsregeling asbestwegen tweede fase voorbereid. De provincie draagt zorg voor de uitvoering van deze subsidieregeling van het Rijk. Om de (her)ontwikkeling van bedrijfsterreinen te stimuleren is eind 2002 de financiële regeling bedrijven in werking getreden. Daarnaast is ook de provinciale stimuleringsregeling bodemonderzoek van kracht geworden. In de beleidsnota ‘Struinen in de tuin van Nederland’ zijn de doelstellingen voor recreatie en toerisme nader uitgewerkt. De provincie streeft voor toerisme en recreatie naar: • behoud van het marktaandeel op de binnenlandse toeristische vakantiemarkt van circa 9 procent; • groei van de werkgelegenheid naar 25.000 personen in 2005 (CBS-cijfers); • voldoen aan de behoefte aan recreatiemogelijkheden van de bevolking. De cijfers van 1997 tot en met 2001 laten een groei van het aantal banen zien van circa 5 procent per jaar, tot 30.000. Het marktaandeel in overnachtingen schommelt rond de 9 procent. Cijfers over dagtoerisme publiceert het CBS in 2003, waarna ook een nieuwe raming van de werkgelegenheid kan plaatsvinden. Duurzame agrarische sector Overijssel streeft naar een duurzame agrarische sector, zowel in ecologische, economische als in sociale zin. Daarbij zal echter ook in de komende jaren sprake zijn van een daling van het aantal agrarische bedrijven als gevolg van verslechterende marktomstandigheden, vermindering van Europese subsidies, hogere kosten als gevolg van milieueisen en het ontbreken van bedrijfsopvolgers. De daling van de werkgelegenheid in de agrarische sector kan worden beperkt door aandacht te schenken aan alternatieve inkomensbronnen en versterking van de inkomensmogelijkheden van gangbare duur-
zame agrarische bedrijven. Het beleid in 2002 is gericht op extensivering van de grondgebonden landbouw, toename van het aantal biologische bedrijven en versterking van de positie van streekproducten. Daarnaast wordt de levering van groene diensten door agrariërs gestimuleerd, onder meer via de agrarische natuurverenigingen en een grotere rol van agrariërs bij waterbeheer (retentiegebieden). Ook de activiteiten in het kader van de reconstructie in Salland en Twente leiden tot een sterkere positie van de agrarische sector en behoud van werkgelegenheid in het buitengebied. Daarnaast worden in de in 2001 door MKZ getroffen gebieden extra middelen ingezet om te komen tot een versterking van de structuur van de agrarische en recreatieve sector. In 2002 is een aanzienlijke groei gerealiseerd van het aantal biologische bedrijven in Overijssel naar circa 140. Hoewel de jaarlijkse toename bijna 15 procent is, blijft de provincie hiermee nog altijd achter bij de landelijke trend. Landelijk is het percentage biologische bedrijven volgens het CBS namelijk bijna 1,5 procent, terwijl dat in Overijssel 1,3 procent bedraagt. De stimulering van de biologische bedrijfsvoering is dan ook in de komende jaren nog nodig. In het kader van het project Toekomstgericht ondernemen (TGO) zijn circa 250 agrarische ondernemers begeleid bij het vernieuwen van hun bedrijfsstrategie. De vereniging Tuinpad met circa 100 agro-toeristische ondernemers is ondersteund bij de verdere professionalisering. Ook de ontwikkeling van zorgboerderijen wordt gestimuleerd. Bij de uitvoering van deze projecten speelt Stimuland vaak een grote rol. Een tweetal instellingen voor kennisontwikkeling en kennisoverdracht voor duurzame veehouderij in Overijssel (Aver Heino en Praktijkcentrum varkenshouderij Raalte) kan zich door ondersteuning van de provincie en de inzet van Europese gelden verder richten op onderzoek naar biologische melkveehouderij en biologische varkenshouderij.
Jaarverslag 2002
23
2.4 Bereikbaar Overijssel Bereikbaarheid Goede bereikbaarheid van steden en dorpen De bereikbaarheid van Overijssel wordt vooral gediend door verbeteringen aan de rijksinfrastructuur. Dreigende bezuinigingen bij het Rijk die ten koste zouden gaan van de Hanzelijn en de benuttingsmaatregelen op de A28 zijn afgewend. In de rijksbegroting zijn nu de middelen opgenomen die een start van de bouw van de Hanzelijn in 2006 mogelijk maken. De uitvoering van de benuttingsmaatregelen A28 bij Zwolle is nu eveneens zeker gesteld, terwijl voor de structurele maatregelen de verkenningenstudie door het Rijk is afgerond. Mede door financiële bijdragen uit de regio is voortgang geboekt met de realisatie van de N50, waar begin 2003 het gedeelte KampenRamspol officieel in gebruik is genomen. Voor het resterende deel Ramspol-Ens zijn de startnotitie en de richtlijnen vastgesteld. De oude weg wordt aan de provincie overgedragen. Op uitnodiging van de minister van Verkeer en Waterstaat is samen met de provincie Gelderland en betrokken gemeenten een aanvang gemaakt met het opstellen van een plan van aanpak voor de oplossing van de problematiek op de N18. Met betrekking tot de N35 zijn de ontwerpen voor de aanpak van de knelpunten in Nijverdal en Wierden/Almelo gereed. De voorverkenning voor het gedeelte WijthmenZwolle is afgerond. Na overleg met de minister van Verkeer en Waterstaat is komen vast te staan dat de knelpunten op de A1 bij Deventer en Azelo-Buren op korte termijn worden verbeterd door de aanleg van spits- c.q. weefstroken.
Verkeersveiligheid Terugbrengen van het aantal verkeersdoden en -gewonden Door de aanhoudende inspanningen van de provincie, het Rijk, de gemeenten en diverse instanties daalt het aantal verkeersdoden en -gewonden al jaren. De provincie is primair verantwoordelijk voor de veilige inrichting van de eigen wegen en daarnaast voor de afstemming van het beleid tussen alle in Overijssel actieve partijen. Dit gebeurt door met de betrokken partijen per regio meerjarige uitvoeringsprogramma’s op te stellen voor infrastructurele projecten, educatieactiviteiten en handhaving. Activiteiten met betrekking tot voorlichting worden provinciebreed opgezet.
24
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Voor de eigen wegen is in 1998 het categoriseringsplan vastgesteld. De in 2001 lopende studies (verkenning Lichtmis-Slagharen, omleiding Heeten en fietspad Deventer-Olst) zijn inmiddels allemaal afgerond. Bovendien zijn de voor 2002 geplande verkenningen Wesepe (N348), Oldenzaal-Losser (N734), Haaksbergen-Hengelo (N739), Oldenzaal-Denekamp (N342) en de planstudie Witte Paarden (N761) uitgevoerd. De volgende planstudies waren in 2002 nog gaande en worden in de loop van 2003 afgerond: ZwolleOmmen (N340), Rijssen-Wierden (N350), RijssenNijverdal (N347), Zwartsluis-Vollenhove (N331), traverse Weerselo (N343), Delden-Borne (N742), Diepenheim-Goor (N824) en het fietspad HasseltLichtmis (N377). De planstudie Enschede-Oldenzaal (N733) zal later worden afgerond, omdat er eerst een verkenning naar de situatie Lonneker (traverse of omleiding) wordt uitgevoerd, die vervolgens in de planstudie zal worden ingebracht. Bij de planstudie voor de N340 (Zwolle-Ommen) is gebleken dat een absoluut veilige inrichting van een dergelijke weg grote financiële en maatschappelijke consequenties heeft. Naar aanleiding daarvan heeft de provincie een evaluatiestudie laten verrichten om te bezien op welke wijze een optimaal evenwicht tussen inspanning en effect bereikt kan worden. Hierover is nog geen besluit genomen. De aanleg van de traverse Hardenberg (N34/N343) is afgerond, terwijl de werkzaamheden aan de traverses in de N342 (Hengelosestraat/Ossenmaatstraat en Essenlaan) eind 2002 nagenoeg gereed zijn. Ook de fietspaden langs de N744 (Zenderen-Albergen) en de N751 (Wierden-Hooge Hexel) zijn opgeleverd. Ten behoeve van de aanleg van de N348 is in 2002 gestart met de uitvoering. Na afronding van de planvorming kon Railinfrabeheer de werkzaamheden voor de bouw van drie kunstwerken in ‘De Knoop’ aanbesteden. Wat betreft de kunstwerken is verder aandacht besteed aan een tweetal grote projecten, te weten het groot onderhoud aan de Zwartewaterbrug in Hasselt dat in 2002 is afgerond en de aanleg van de brug Giethoorn-zuid. Het Wegen Informatiesysteem (WIS) is in het afgelopen jaar verder ontwikkeld en deels met gegevens gevuld. Dit systeem gaat de komende jaren een belangrijke rol vervullen bij het beheren van de provinciale infrastructuur. Tenslotte zijn dit jaar een zestal verkeersongevallenconcentraties en een twaalftal subjectief onveilige punten in het provinciale wegennet aangepast. Door
het toekennen van GDU-subsidies heeft de provincie er mede aan bijgedragen dat gemeenten ongeveer twintig infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen hebben kunnen uitvoeren. Ook voor het uitvoeren van niet-infrastructurele verkeersveiligheidsmaatregelen (voorlichting, educatie en handhaving) kent de provincie een subsidieregeling voor gemeenten. Daarvan hebben dit jaar 23 gemeenten gebruik gemaakt. Daarnaast is een financiële bijdrage geleverd aan het demonstratieproject in de Kop van Overijssel en aan de politiecorpsen in Twente en IJsselland ten behoeve van communicatieactiviteiten rondom handhavingsprojecten. De incidentele middelen voor de verbetering van de veiligheid op spoorwegovergangen zijn besteed aan een informatiecampagne voor scholieren. Tenslotte heeft de provincie de verantwoordelijkheid voor het overleg met alle verkeersveiligheidspartners in het ROVO. Het werkplan van het ROVO is voor het grootste deel uitgevoerd.
Fiets en openbaar vervoer Bevordering van het personenvervoer per fiets en openbaar vervoer Om het gebruik van de fiets te bevorderen is vooral een goede en veilige fietsinfrastructuur van belang. De primaire taak van de provincie ligt daarom bij de aanleg van fietspaden langs eigen wegen. Dit netwerk is vrijwel voltooid. Er zijn dit jaar planstudies uitgevoerd voor de trajecten Deventer-Olst, HasseltLichtmis en Hengevelde-Neede. Deze projecten worden de komende jaren gerealiseerd. Via het toekennen van GDU-subsidies heeft de provincie daarnaast vijf gemeentelijke fietspaden tot stand helpen brengen. Daarnaast is een onderzoek gestart naar de structuur en kwaliteit van het totale netwerk. De resultaten daarvan zullen worden gebruikt om het fietsbeleid in het nieuwe Provinciaal Verkeers- en Vervoersplan (PVVP) te formuleren. De provincie beoogt verbetering van het openbaar vervoer in alle segmenten: trein, bus en regiotaxi. De eind 2001 in gebruik genomen spoorlijn tussen Enschede en Gronau heeft na een jaar een half miljoen reizigers vervoerd. Op de lijn tussen Almelo en Mariënberg kon na veel inspanning het oude materieel vervangen worden door een nieuwer type. De dienstregeling tussen Enschede en Dortmund en die tussen Zutphen en Oldenzaal zijn Europees aanbesteed. Op beide trajecten levert dat een verbetering van het product op in de vorm van beter materieel en/of een frequentere dienstregeling vergeleken met
de bestaande situatie. Naast deze concrete verbeteringen zijn de onderzoeken afgerond naar de kansen en bedreigingen van de overname van een aantal andere regionale spoorlijnen en naar de mogelijkheden om het trein- en busnetwerk rond Zwolle te verbeteren. Beide onderzoeken krijgen nog een vervolg, waarbij met het oog op de komst van de Hanzelijn al gestart is met een onderzoek naar de toekomst van de Kamperlijn. Ten aanzien van het busvervoer heeft het afgelopen jaar vooral in het teken gestaan van de voorbereiding van de aanbesteding van een aantal concessies. Voor het gebied langs de spoorlijn Zutphen-Oldenzaal is de aanbesteding reeds afgerond, geïntegreerd met de aanbesteding van het treinvervoer. Voor het gebied Salland is het bestek gereed, terwijl voor Noordwesten Noordoost-Overijssel de voorbereidingen zijn gestart. De voorbereiding van de herzonering van West-Overijssel is gereed en kan in 2003 worden ingevoerd zodra de gemeente Zwolle de procedure heeft afgerond. De regiotaxi is in heel West-Overijssel operationeel. Een hernieuwde aanbesteding van de concessie Vechtdal moest worden afgebroken en zal opnieuw worden opgestart. Het contract met de zittende vervoerder is verlengd, zodat de continuïteit van het vervoer is gegarandeerd. In het algemeen is er met betrekking tot het openbaar vervoer dit jaar veel gerealiseerd, maar minder dan voorgenomen. De aanbesteding van trein, bus en regiotaxi blijkt veel meer tijd te vragen en complicaties met zich mee te brengen dan voorzien. Daarnaast is een toereikend beheer van het openbaar vervoer een punt van zorg. Om mensen te stimuleren om meer het openbaar vervoer en de fiets te gebruiken, zijn provinciale acties uitgevoerd gericht op vervoersmanagement bij bedrijven. Ook zijn samen met gemeenten een aantal workshops georganiseerd over gedrag en mobiliteit.
Goederenvervoer Verschuiving van het goederenvervoer over de weg naar rail en water Om het goederenvervoer over water te bevorderen heeft de provincie haar inspanningen dit jaar vooral gericht op de verruiming van het kanaal Almelo-De Haandrik. Door de instelling van het Regionaal Mobiliteitsfonds zijn hiervoor financiële middelen beschikbaar gekomen. Samen met Rijkswaterstaat is gewerkt aan het oplossen van de knelpunten in het
Jaarverslag 2002
25
Twentekanaal, de IJssel en de vaarweg MeppelRamspol. Samen met Drenthe is onderzoek gedaan naar de mogelijkheden voor overslagfaciliteiten in de regio Coevorden/Hardenberg. Met betrekking tot het goederenvervoer over het spoor is een studie gestart om de behoefte aan de mogelijke containerterminal bij Oldenzaal vast te stellen. Daarnaast is meegewerkt aan een onderzoek naar een mogelijke vervangende locatie voor de rangeerterreinen in Almelo, Hengelo en Oldenzaal. Voor een efficiënter vervoer van goederen over de weg is onder meer de Stichting IGON opgericht en een pilotstudie gestart naar de mogelijkheden van stedelijke distributie.
2.5 Kwaliteit van het Bestuur Openbaar bestuur Sterk, aantrekkelijk en herkenbaar provinciaal en lokaal openbaar bestuur in de provincie Overijssel Wij blijven ons inspannen om Overijssel uit te dragen als een verrassend veelzijdige provincie waar het goed werken en leven is en dat het provinciaal bestuur daarbij een cruciale rol vervult. De inzet richt zich zowel op Den Haag als op Brussel. De inspanningen op het gebied van externe betrekkingen richten zich op het tot stand brengen en onderhouden van een goed netwerk met mede-overheden, bedrijfsleven, organisaties en instellingen. Uit imago-onderzoeken blijkt dat de inzet van de vele nieuwe communicatie-instrumenten samen met de kwalitatieve verbetering van bestaande instrumenten bijdragen aan een duidelijker beeld van wat de provincie Overijssel is en waar het provinciaal bestuur over gaat. Op grond van de tweemeting imagoonderzoek wordt nader onderzoek gedaan naar wat de burger van de provincie wenst. In de communicatienota ‘Overijssel valt op (4)’ is opgenomen hoe wordt omgegaan met de aanbevelingen van de commissie toekomst overheidscommunicatie (commissie Wallage). Het communicatiebeleid zal waar mogelijk pro-actiever worden. Onder regie van de directie is in 2002 de provinciale huisstijl herijkt. In het najaar is, als meest direct zichtbare onderdeel van de herijkte huisstijl, het nieuwe logo vastgesteld. De eerste nieuwe communicatiemiddelen zijn geproduceerd in de herijkte huisstijl, waarbij de kleurstelling van het logo is teruggebracht tot rood en blauw. De invoering zal mede uit kostenoogpunt gefaseerd plaatsvinden. De herijkte huisstijl levert een bijdrage aan de profilering en positionering van de provincie; alle communicatieve uitingen worden hierop aangepast. Bij de invoering zal tevens een forse sanering plaatsvinden van de uitgedijde hoeveelheid formulieren en de grote diversiteit aan nieuwsbrieven en dergelijke. Intern geldt, dat er een relatie ligt met de administratieve organisatie en werkprocessen. Verkleining van de afstand tussen inwoners, belangenorganisaties en beleidsmakers en beslissers Het communicatiebeleid wordt vastgelegd in een jaarlijkse communicatienota. Hierin wordt enerzijds kort teruggeblikt en anderzijds zijn hierin accenten
26
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
en acties voor het communicatiebeleid in de komende jaren vervat. Het Overijssels Overzicht, de wekelijkse nieuwsbrief voor relaties en de maandelijkse pagina in de huis-aan-huisbladen (Overijssels Nieuws) worden gecontinueerd. Het eerder aangekondigde onderzoek naar de mogelijkheid om een afzonderlijk maandelijks huis-aan-huisblad te laten verschijnen wordt afgerond. De partners in de portal www.overijssel.nl zijn ook hierbij de potentiële partners. In 2003 wordt het bereik en de waardering van het Overijssels Overzicht en het Overijssels Nieuws opnieuw onderzocht. In 2002 is door het bestuur en het management bijzondere aandacht besteed aan het onderhouden van externe betrekkingen. Door diverse werkbezoeken aan bestuurlijke partners, maatschappelijke instellingen en het bedrijfsleven wordt een platform geboden voor directe betrokkenheid bij het provinciale beleid. De portal www.overijssel.nl is inmiddels gestart in samenwerking met een zestal partners en moet verder inhoud krijgen door ieders redactionele inbreng. Het streven is om de grote steden hierbij te betrekken. In april 2001 is een convenant gesloten met RTV-Oost inzake programmaparticipatie. Er is een formule gevonden waarbij de redactionele onafhankelijkheid van RTV-Oost wordt gewaarborgd, maar waarbij het provinciaal beleid onder de aandacht van de bevolking wordt gebracht. Op basis van een evaluatie is besloten tot voortzetting van dit convenant. Vooruitlopend op het nieuwe Bestuursakkoord heeft de directie in 2002 het project ‘Bijstelling strategische visie’ gecoördineerd. Gedurende het project zijn interne en externe partijen actief bij de bijstelling betrokken.
Bestuurlijke vernieuwing Vernieuwing van de inrichting van het provinciaal bestuur en organisatie In 2002 zijn de voorbereidingen getroffen voor de invoering van het duale bestuursmodel voor de provincie. Dat betekent dat de controlerende en kaderstellende taken van Provinciale Staten worden versterkt. De Stuurgroep Dualisering heeft samen met de Commissie Docter in oktober 2002 een plan van aanpak opgesteld. De acties uit dit programma worden eind 2002 en 2003 uitgevoerd. Het duale bestel zal na de Provinciale Statenverkiezingen van 11 maart 2003 worden ingevoerd.
Interbestuurlijke samenwerking Versterking van de interbestuurlijke samenwerking tussen Rijk, gemeenten en provincies door middel van een gezamenlijke aanpak van maatschappelijke vraagstukken De gemeentelijke herindeling, die is afgerond in 2001, heeft bijgedragen aan een overzichtelijk bestuurlijk speelveld met 26 gemeenten. Het aantal structuren volgens de Wet gemeenschappelijke regelingen (WGR) is afgenomen. Van de 72 van vóór de herindeling zijn er op dit moment nog 50 over. Sinds de herindeling lijken zich de volgende maatschappelijke effecten af te tekenen: • Verzakelijking en een grotere afstand tussen burger en bestuur. De indruk is dat gemeenten hier geen problemen mee hebben. Het typische dorpsgevoel is niet verdwenen. De heringedeelde gemeenten ontwikkelen met veel enthousiasme nieuwe vormen van wijk- en dorpsgericht werken. De directe dienstverlening aan burgers lijkt niet veel te zijn veranderd. Dat geldt ook voor de OZBtarieven. Er is geen verschil wat dat betreft tussen heringedeelde en niet-heringedeelde gemeenten. • Ambtelijke organisaties lijken minder kwetsbaar geworden. Bovendien is er meer ruimte voor verdieping en specialisatie. De toename in strategische beleidsvorming moet nog goed van de grond komen. In de regiegroep grotestedenbeleid, de bestuurlijke klankbordgroep effectuering herindeling en met het bestuur van de VNG afdeling Overijssel is een open discussie gevoerd over de wenselijkheid van overdracht van bepaalde taken van provincie naar gemeenten. De gezamenlijke conclusie is dat voorlopig geen taken worden overgedragen. Gemeenten willen unaniem liever investeren in een betere samenwerking op basis van de bestaande taakverdeling. In 2002 zijn enkele nog resterende acties uit het actieprogramma effectuering herindeling van 2001 afgerond. Bovendien is samen met gemeenten en de VNG gewerkt aan concrete samenwerkingsprojecten. Een voorbeeld hiervan is het i-platform, een platform van provincie en alle Overijsselse gemeenten, gericht op kennisuitwisseling op het gebied van ICT. De provincie blijft de gemeenten stimuleren hun bestuurskracht te vergroten. Een van de instrumenten die daarbij wordt ingezet is de bestuurskrachtmonitor. Meerwaarde voor gemeenten bij gebruik van dit instrument is prestatiemeting en vergelijking met anderen.
Jaarverslag 2002
27
Met de ondertekening van het Samenwerkingscharter Netwerkstad Twente heeft de provincie gekozen voor een inhoudelijke benadering van de regionale samenwerking in en met Twente. De gezamenlijke verantwoordelijkheid voor het oplossen van maatschappelijke problemen in het centraal-stedelijk gebied van Twente heeft voorrang boven een discussie over de structuur van de bestuurlijke organisatie. Uiteraard volgt de provincie met belangstelling de ontwikkelingen op landelijk niveau over eerst het wetsvoorstel Bestuur in stedelijke regio’s en, later, de uitbreiding van de Wet gemeenschappelijke regelingen. Het oordeel van de provincie over deze voorstellen wordt sterk bepaald door mogelijkheden die zij bieden om de maatschappelijke problemen in het centraal stedelijk gebied van Twente op te lossen. De samenwerking met Gelderland heeft nieuwe impulsen gekregen en is, ondanks de verslechterende financieel-economische omstandigheden, voortgezet. Het rapport van de Commissie Geelhoed waarin een scherpe analyse is gemaakt van het belang en de positie van het regionale bestuur in de moderne en complexe samenleving in Noordwest-Europa, heeft daaraan een belangrijke bijdrage geleverd. De accentverschuiving naar kennisoverdracht in de samenwerking met Letland heeft zich in 2002 verder voortgezet. Mede in het licht van de komende toetreding van Letland tot de Europese Unie (2004) wordt de samenwerking geëvalueerd en beraadt de provincie zich op de vraag of de samenwerking met de Republiek Letland (op nationaal niveau derhalve) dient te worden voorgezet. Het aantal partners is het afgelopen jaar wederom toegenomen.
Veiligheid De kwaliteit van het wonen, werken en leven wordt in hoge mate bepaald door het niveau van veiligheid. Veiligheid is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van overheid, burgers, bedrijven en organisaties. In het provinciaal beleid heeft veiligheid nadrukkelijker prioriteit gekregen in integrale afwegingen. Kansen en mogelijkheden liggen er vooral bij het verstevigen van de relatie tussen veiligheid, milieu en ruimtelijke ordening, bijvoorbeeld als het gaat om de fabricage, opslag en transport van gevaarlijke stoffen. De provinciale risicokaart is vanaf begin januari 2003 voor burgers beschikbaar via het Internet. In 2003 wordt verder gewerkt aan de ontwikkeling van een dynamische kaart. In het kader van de versterking van
28
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
de rampenbestrijding heeft in 2002 een kwaliteitsslag plaatsgevonden. In overleg met gemeenten en regio’s is en wordt gewerkt aan de actualisering van de gemeentelijke rampenplannen. Het programma integrale veiligheid heeft in 2002 verdere uitvoering gekregen. Met de bijdrageregeling veiligheid is een forse stimulans gegeven aan het opzetten en verankeren van het veiligheidsbeleid in gemeenten, maar ook voor veiligheid in de eigen leef- en woonomgeving. Verder is een eerste veiligheidsmonitor klaar en heeft er een bestuurlijke oefening plaatsgevonden. Naar aanleiding van een onderzoek naar de provinciale rol in het crisismanagement is een projectgroep ingesteld die werkt aan het doorvoeren van verbeterpunten. Dit zal in 2003 uitmonden in een nieuw provinciaal coördinatieplan.
Juridische kwaliteit Hoge juridische kwaliteit van besluitvorming met als doel transparante juridische besluitvorming, versterking legitimiteit van de provincie en beheersing van provinciale juridische risico’s De juridische kwaliteit is een belangrijk aandachtspunt in het vergroten van de betrouwbaarheid en legitimiteit van de provinciale overheid. Naar aanleiding van legal audits en het jaarverslag bezwaar en beroep zijn maatregelen genomen om de juridische kwaliteit en transparantheid van besluitvorming te versterken. Scholingsbijeenkomsten dragen daaraan bij. Inmiddels zijn deze activiteiten structureel verankerd. De legal audits leiden tot concrete verbeteracties binnen de organisatie en tot kwalitatief betere besluitvorming. Deze verbetermaatregelen en adequate verzekering van risico’s dragen bij aan risicobeheersing. Mediation blijkt in sommige gevallen een zeer effectief middel om een geschil op te lossen. Mediation leidt tot vermindering van juridisering en tot het terugdringen van escalatie van het conflict. Een aantal vervolgprocedures wordt er door voorkomen. Het project is opgezet als onderzoeksproject. Aan de hand van een evaluatieonderzoek vindt in 2003 besluitvorming plaats over het structureel inzetten van mediation. De gemiddelde behandelduur bezwaar- en beroepschriften is ten opzichte van 2001 gedaald van 15 naar 12 weken. Daarmee is de doelstelling voor 2002, een behandelduur korter dan 15 weken en zo mogelijk 10 weken, voor een groot deel gerealiseerd. Het aantal in behandeling zijnde zaken per ultimo 2002 is 50 (2001: 20). Opwaartse druk op de behandelduur is veroorzaakt door extra bezwaarschriften door de
Flora- en Faunawet en een forse toename van het aantal bezwaarschriften op het terrein van repressieve handhaving en cultuur/welzijn. Door de inzet van extra personeel en een veranderde werkwijze is de gemiddelde behandelduur omlaag gebracht. De provincie streeft bij repressieve handhaving naar een hoge juridische kwaliteit van besluitvorming. In verband hiermee wordt gewerkt volgens procedures die zijn vastgelegd in het kader van de certificering volgens de ISO 9002-norm. Dit komt de transparantie van de handhavingsbesluitvorming ten goede. In 2002 is de laatste hand gelegd aan het voldoen aan deze norm. De actualisering en verdere specialisering van kennis binnen de organisatie maakt het in toenemende mate mogelijk grote problemen het hoofd te bieden. Hierbij kan gedacht worden aan de afwikkeling van de handhaving van de illegale bandenopslag in Kampen en de inzet op een slachtafvalverwerkend bedrijf te Goor en een aluminiumsmelterij te Hardenberg.
Jaarverslag 2002
29
Hoofdstuk 3
Bedrijfsvoering Dit hoofdstuk behandelt de bedrijfsvoering van de provincie Overijssel in 2002. Aan bod komen personele aspecten, waaronder het ziekteverzuim en doelgroepenbeleid. Verder wordt het informatie-, huisvestings- en milieubeleid besproken. Ook het beleid op het gebied van kwaliteit, treasury en doelmatigheid worden behandeld in dit hoofdstuk. Tot slot wordt ingegaan op de voorzienbare risico’s.
3.1 Personeel Personeelsbeleid In 1999 is de provincie gestart met de uitvoering van het Vernieuwend personeelsbeleid. Sindsdien zijn de personele jaarcyclus, het competentiemanagement, een ontwikkelingsprogramma voor management en medewerkers, een traineeprogramma, een nieuw introductieprogramma en een nieuw stelsel van arbeidsvoorwaarden ingevoerd. De personele jaarcyclus is in het verslagjaar voor de tweede keer geëvalueerd. Zowel door het management als door de medewerkers wordt deze als een goed instrument voor aansturing en ontwikkeling van medewerkers ervaren. In grote lijnen wordt de huidige opzet gecontinueerd en wordt er gewerkt aan kwaliteitsverbetering. Het gaat daarbij om verbetering van de werk- en ontwikkelplannen, de integratie van het competentiemanagement en de gesprekken tussen management en medewerker. Deze vormen de kern van de personele jaarcyclus. Deze kwaliteitsslag is ook nodig om een adequate koppeling naar gedifferentieerd belonen mogelijk te maken. Om te waarborgen dat er blijvend gewerkt wordt aan kwaliteitsverbetering heeft de provincie ervoor gekozen het beleid te borgen in het voor de gehele organisatie te verwerven keurmerk Investors in People. In het verslagjaar is de eenheid Facilitaire dienstverlening, als eerste onderdeel van de provincie, maar ook van de overige provincies, gecertificeerd voor dit keurmerk.
Arbeidsomstandighedenbeleid Het arbeidsomstandighedenbeleid en de uitvoering ervan krijgen bij de provincie op systematische wijze vorm en zijn onderdeel van de bedrijfsvoeringscyclus. In de praktijk worden knelpunten ervaren in met name de besluitvormings- en overlegstructuur. Daarom is in het verslagjaar aan de arbodienst Maetis opdracht verleend een arboscan uit te voeren. Doel ervan is de positionering van de zorg voor arbeidsomstandigheden te onderzoeken en aanbevelingen te doen voor verbeteringen. Als vervolg op dit onderzoek is een plan van aanpak opgesteld voor de invulling van de functie arbocoördinator waarin de onderschreven aanbevelingen van de arbodienst in acties zijn omgezet. Deze zal in 2003 uitgevoerd worden. Daarnaast wordt jaarlijks door iedere eenheid een arboplan opgesteld. In de reguliere managementrapportages wordt over de voortgang hiervan gerapporteerd aan de directie.
Personele formatie en bezetting In het verslagjaar hebben de provincies Overijssel en Drenthe besloten de taken op het gebied van de muskusrattenbestrijding over te dragen aan de waterschappen. Ook de betreffende medewerkers zijn overgegaan naar de waterschappen. Hiervoor is een gezamenlijk bijzonder georganiseerd overleg met de vakorganisaties ingesteld om het proces van overgang correct en zorgvuldig te laten verlopen. Met dit georganiseerd overleg is voor de overgang van de mede-
Jaarverslag 2002
31
werkers een Sociaal statuut opgesteld waarmee partijen unaniem hebben ingestemd. De wijze waarop de overgang naar de waterschappen heeft plaatsgevonden, stemt tot tevredenheid van betrokken partijen.
herindelingen, de intensivering van de juridische kwaliteitszorg en de terugkeer van taken op het gebied van handhaving en vergunningverlening van de gemeenten.
Het aantal toegestane formatieplaatsen per eind 2002 is ten opzichte van eind 2001 per saldo afgenomen met 15,9. De meest substantiële wijzigingen in de formatie zijn het gevolg van de overgang van de muskusrattenbestrijding naar de waterschappen. Daarnaast is er de doorwerking van de gemeentelijke
Op 31 december 2002 bedraagt de vacatureruimte per saldo 62,4 formatieplaatsen. Ongeveer 5% van de formatie wordt flexibel ingevuld. Dat wil zeggen dat formatieruimte bewust wordt ingevuld met tijdelijke krachten, opdat beter kan worden ingespeeld op specifieke behoeften en toekomstige ontwikkelingen.
Toegestane formatie 31-12-2002 Directie Concernstaf Bestuurlijke aangelegenheden Economie, Milieu en Toerisme Landbouw, Natuur en Landschap Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid Water en Bodem Wegen en Kanalen Zorg en Cultuur Facilitaire dienstverlening Middelen Hannema-De Stuers Fundatie
Personeel, formatie en bezetting in fte’s
Werkelijke bezetting 31-12-2002
3,0 35,7 87,7 116,7 78,3 98,0 70,1 194,7 40,9 133,7 87,4 15,8
3,0 32,0 89,0 106,4 74,5 97,4 68,7 176,0 38,2 120,2 81,7 12,5
962,0
899,6
Formatieplaatsen
Bezette formatieplaatsen per functionele taakgroep in 2002
140 120 100 80 60 40 20 0 1
2
3
4
5
6
7
mannen vrouwen totaal
32
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
Aandeel vrouwen van totale bezetting
Percentages
1.000 950
80
70
900 60 850 50
800 750
40 1998
1999
2000
2001
2002
toegestaan
30
bezet 20
Opbouw personeelsbestand 10
0 1998
1999
2000
2001
2002
1999
2000
2001
2002
45-49
50-54
55-59
60-64
mannen vrouwen
Personele bezetting
Aantal medewerkers
Ultimo 2002 bedraagt het aantal medewerkers 1.003; 628 mannen en 375 vrouwen. In het verslagjaar zijn 78 medewerkers bij de provincie in dienst getreden en hebben 96 werknemers de provincie verlaten. Het aandeel vrouwen in de personele bezetting is gestegen naar 37,4%. Dit is vooral een gevolg van het vertrek van 34 manlijke muskusratbestrijders. Het gestelde streefpercentage van 35% vrouwen werd overigens vorig jaar al gehaald. Wij gaan er – bij voortzetting van het huidige beleid – van uit dat het aandeel vrouwen verder zal toenemen. Er wordt in het bijzonder ingezet op vrouwen in hoger gesalarieerde en leidinggevende functies. Het aantal vrouwen dat in taakgroep 11 of hoger ingeschaald was, is in 2002 gestegen naar 87 ofwel 23,2% van het aantal vrouwen (vorig jaar 79 ofwel 21,3%). Van de 71 leidinggevende functies bij de provincie werden er 15 door vrouwen vervuld, waarvan 1 directeur, 4 hoofden eenheid en 10 teamleiders.
1.200 1.000 800 600 400 200 0 1998 mannen vrouwen totaal
Leeftijdsopbouw 2002 ten opzichte van 1998
Aantal medewerkers
Formatieplaatsen
Toegestane en bezette formatie
200
150
100
50
0 15-19
20-24
25-29
30-34
35-39
40-44
2002 1998
Jaarverslag 2002
33
Leeftijdsopbouw
Doelgroepenbeleid
De gemiddelde leeftijd van het personeelsbestand is eind 2002 44,04 jaar (vorig jaar 43,90). De relatief geringe stijging van de gemiddelde leeftijd is het resultaat van natuurlijk verloop en aanname van nieuw personeel. Bij de werving van nieuw personeel selecteert de provincie overigens niet op leeftijd.
Het aantal medewerkers dat valt onder de definities van de Wet Reïntegratie arbeidsgehandicapten (Wet Rea) bedraagt 30 ofwel 3% van het personeelsbestand. Het beleid is er op gericht om medewerkers met een gehele of gedeeltelijke WAO-uitkering waar mogelijk binnen de provinciale organisatie te (her)plaatsen. In het verslagjaar zijn 3 medewerkers herplaatst.
Leeftijd
Gemiddelde leeftijd personeel
48 42 36 30 24 18 12 6 0 1998
1999
2000
2001
2002
mannen vrouwen totaal
Deeltijdarbeid
Ziekteverzuimbeleid
In het verslagjaar is het aantal medewerkers dat in deeltijd werkt toegenomen. Van de mannen werkt 23,9% in deeltijd en van de vrouwen 63,5%. De gemiddelde deeltijdfactor is 0,9. Het beleid van de provincie Overijssel ten aanzien van deeltijdarbeid is er op gericht om waar mogelijk tegemoet te komen aan wensen van medewerkers om betaalde arbeid en zorgtaken te kunnen combineren. Dit niet alleen om gekwalificeerd personeel binnen te halen maar ook om deze te behouden.
In voorgaande jaren heeft het ziekteverzuimbeleid veel aandacht gekregen. Dit heeft geresulteerd in een substantiële daling van het verzuimpercentage. Gerichte aandacht van het management om werkgerelateerde verzuimfactoren te verminderen of weg te nemen, is daarbij één van de uitgangspunten. Per 1 april 2002 is de Wet Verbetering Poortwachter in werking getreden. Het doel van deze Wet is de instroom in de WAO terug te dringen. Gevolg hiervan is dat nog intensiever en in overleg met de betreffende zieke medewerker – wettelijk verplichte – acties worden ondernomen en instrumenten worden ingezet om de terugkeer in het arbeidsproces te bespoedigen.
Percentages
Percentages deeltijders
70 60 50 40 30 20 10 0 1998
1999
2000
mannen vrouwen totaal
34
Het aantal medewerkers dat zich heeft laten registreren op grond van de Wet Stimulering arbeidsdeelname allochtonen (Wet Samen) bedroeg eind 2002 13, evenveel als vorig jaar. Van een evenredige vertegenwoordiging van geregistreerde allochtone medewerkers in de provinciale organisatie ten opzichte van de samenstelling van de Overijsselse beroepsbevolking, zoals de Wet Samen beoogt, is echter nog geen sprake. Om dit te verbeteren is in het verslagjaar een plan van aanpak ontwikkeld voor een succesvolle instroming (en behoud) van allochtone medewerkers onder meer door het instroomproject (Ver)Over(de)IJssel. Uitgangspunt is gefaseerd een aandeel van 3,5% te realiseren. Voor 2003 is het streven 2%.
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
2001
2002
Het ziekteverzuim is in het verslagjaar uitgekomen op 4,14%. Een daling van 0,2 procentpunt ten opzichte van het jaar 2001. Bij de mannen bedraagt het verzuim 3,3% en bij de vrouwen 5,6%. De gemiddelde verzuimfrequentie bedraagt 1,54 maal per medewerker (vorig jaar 1,38). De gemiddelde ziekteduur is 15,1 dagen (vorig jaar 15,84). Uit deze cijfers kan worden afgeleid dat gemiddeld vaker, maar korter is verzuimd. Het management zal bij de begeleiding van zieke medewerkers hier extra alert op zijn en in voorkomende gevallen het frequente verzuim bespreekbaar maken.
3.2 Informatiebeleid
Gemiddeld aantal meldingen
Ziekteverzuimfrequentie
2,5
E-government
2,0 1,5 1,0 0,5
1998
1999
2000
2001
2002
mannen vrouwen totaal
Het Programmaplan ICT kent drie speerpunten en een randvoorwaardelijke lijn: • informatie-uitwissseling en -publicatie in samenwerking met derden; • elektronische dienstverlening; • interactie en consultatie; • aanpassingen van de interne werkplekken, ICT-infrastructuur en -organisatie. Per speerpunt wordt een aantal pilot-projecten uitgevoerd, waarmee in 2002 een start is gemaakt. In 2003 worden de pilot-projecten opgenomen in de reguliere activiteiten.
Percentages
Ziekteverzuimpercentages
10 8 6 4 2
1998
1999
2000
2001
2002
In het eerste speerpunt wil de provincie de informatievoorziening aan derden verbeteren. Dit gebeurt ten eerste door het oprichten van een portal-website www.overijssel.nl samen met een aantal partnerorganisaties in Overijssel, te weten: RTV-Oost, de hogescholen Saxion en Windesheim, de Universiteit Twente, de Overijsselse Bibliotheek Dienst, het Gelders-Overijssels Bureau voor Toerisme en de Overijsselse Ontwikkelings Maatschappij. Op de portalwebsite wordt begonnen met de publicatie van persberichten van deze organisaties. In een later stadium volgt uitbreiding van de informatie door middel van themapleinen en enkele loketten.
mannen vrouwen totaal
Gemiddelde ziekteduur
Aantal kalenderdagen
Met gezond verstand en modern vernuft bouwen aan e-government Informatie- en communicatietechnologie (ICT) heeft een blijvende doorwerking in het openbaar bestuur gekregen, ook al zijn de verwachtingen van de nieuwe economie tot normale proporties teruggebracht. Bij de provincie Overijssel leeft het bestuurlijk besef dat informatievoorziening en het communicatiekanaal Internet voor de provincie van strategisch belang zijn. Medio 2001 stelde Provinciale Staten een Programmaplan ICT vast voor de periode 2001 tot en met 2003 waarmee praktisch invullling is gegeven aan de gewenste innovatie.
40 35 30 25 20 15 10 5 0 1998 mannen vrouwen totaal
1999
2000
2001
2002
Het tweede project is de publicatie van een dynamische risicokaart op basis van een risicoregister. Een werkend prototype is in mei 2002 gepresenteerd bij het afscheid van de heer Hendrikx als Commissaris van de Koningin. In 2003 volgt de voorbereiding van de exploitatie in samenwerking met gemeenten en operationele hulpdiensten. Binnen dit speerpunt is ook het zogeheten i-platform opgericht voor kennis-
Jaarverslag 2002
35
uitwisseling over Internet- en intranetontwikkelingen met gemeenten in samenwerking met de VNG afdeling Overijssel. Er is in 2002 één bijeenkomst voor bestuurders en circa 8 bijeenkomsten voor ambtenaren georganiseerd. Voor het tweede speerpunt is op beperkte schaal begonnen met elektronische dienstverlening. Drie pilots zijn benoemd: een milieuloket voor vergunningverlening en -handhaving, een subsidieloket voor culturele activiteiten en een proef met de digitale uitwisseling van bestemmingsplaninformatie met gemeenten. In 2002 zijn definitiestudies en plannen van aanpak gemaakt. Het derde speerpunt richt zich op de toepassing van ICT-middelen voor interactieve beleids- en opinievorming. Burgers en andere belanghebbenden kunnen via Internet geraadpleegd worden en hun mening geven over een bepaald onderwerp. In 2002 is dit in pilot-vorm toegepast bij de discussies over de herinrichting van de polder Mastenbroek. In voorbereiding zijn digitale experimenten tijdens de provinciale verkiezingen en later in 2003 panel-enquêtes met een groep inwoners uit Overijssel. Binnen de randvoorwaardelijke lijn is in 2002 voor de provinciale organisatie een intranet ontwikkeld en fasegewijs uitgerold. De benadering van ’e-government’ in de vorm van pilot-projecten heeft in 2002 duidelijk gemaakt dat er extra eisen gesteld worden aan beheer en exploitatie. Dit wordt veroorzaakt door de versterkte toepassing van ICT en de toegenomen afhankelijkheid binnen bedrijfsvoering van ICT. De provincie had op dat punt een inhaalslag te maken. Door middel van een nota Informatiebeleid en een E-visie voor 2003–2007 zijn aan Provinciale Staten investeringskeuzes voorgelegd. Leidraad binnen die keuzes is het kwaliteitsniveau van de organisatie. Dankzij een financiële injectie zijn de middelen voor ICT nu afgestemd op een procesgeöriënteerde organisatie en wordt een volgend ambitieniveau voor ‘e-government’ bepaald in de nieuwe bestuursperiode.
36
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
3.3 Huisvestingsbeleid Provinciale Staten van Overijssel hebben in 2002 besluiten genomen ten aanzien van de toekomstige huisvesting van de medewerkers en het bestuur van de provincie Overijssel. De provincie Overijssel kiest nadrukkelijk voor een extra impuls in de huisvesting waarmee ook voor de langere termijn wordt aangesloten op ontwikkelingen in de organisatie en de maatschappij. Concreet betekent dit dat er gekozen is om het provinciehuis te renoveren op basis van de volgende uitgangspunten: • Innovatief kantoorconcept: er is integraal gekozen voor een werkplekconcept op basis van activiteit gebonden werkplekken. Hiermee wordt gestreefd naar bevordering van communicatie en samenwerking, goede ondersteuning van de werkprocessen, flexibiliteit in de huisvesting om toekomstige veranderingen op te vangen en efficiënt gebruik van de beschikbare vierkante meters. • Multifunctioneel gebruik van het bestuurscentrum: het huidige bestuurscentrum zal verbouwd worden tot een ontmoetingsplaats voor publiek, politiek en ambtenaren. Een levendig geheel met ruimtegebruik voor verschillende doelen waardoor de politiek ‘zichtbaarder’ wordt en de ruimten maximaal worden benut. • Duurzaam bouwen: provincie Overijssel wil de renovatie uitvoeren volgens de beginselen van ‘Duurzaam Bouwen’. Om dit te bereiken is in het programma van eisen een milieuambitie vastgelegd waarmee het provinciehuis tot de top 5 gaat behoren van gerenoveerde kantoren in Nederland. Door de ontwikkeling van de huisvesting als buitenlijns programma te organiseren, wordt benadrukt dat het niet alleen gaat om een renovatie maar om een totale verandering in de manier van huisvesten. Hierbij wordt samenhang gezocht met andere disciplines zoals ICT, veiligheid en publieksvoorlichting.
3.4 Milieubeleid
3.5 Kwaliteitsbeleid
In 2004 moeten alle overheidsinstellingen beschikken over een milieumanagementsysteem dat voldoet aan de normen van ISO 14001, EMAS of een gelijkwaardige beoordelaar.
De provincie Overijssel besteedt organisatiebreed veel aandacht aan kwaliteit. Hiervoor wordt onder meer het model van het Instituut Nederlandse Kwaliteit (INK) gebruikt. Dit model kent vijf organisatie- en vier resultaatgebieden. In de organisatiegebieden wordt beschreven hoe de organisatie is ingericht en wordt aangegeven in welke richting de organisatie zich kan verbeteren. In de resultaatgebieden worden de strategisch relevante maatstaven gekozen en wordt geregistreerd wat feitelijk is gerealiseerd.
Eind 2001 is de interne milieuzorg bij de provincie Overijssel geanalyseerd. In de rapportage van deze analyse staan de resultaten op het gebied van inkoop en hergebruik van grond- en hulpstoffen, schoonmaak, energie (gas, elektriciteit en water), afval, verkeer en vervoer, emissies en milieuwet- en regelgeving. Hieruit blijkt dat de zorg voor het interne milieu in de praktijk zo goed mogelijk wordt ingevuld. Er is formeel milieubeleid nodig om deze zorg te structureren. In 2002 heeft de provincie Overijssel het invoeren van een milieumanagementsysteem voorbereid en contacten gelegd met andere lagere overheden. Het is de bedoeling om in 2003 een milieubeleidsverklaring te formuleren aan de hand waarvan een plan van aanpak wordt geschreven. Na vaststelling van dit plan wordt het milieumanagementsysteem bij de provincie Overijssel ingevoerd.
Iedere eenheid heeft een kwaliteitspositiebepaling uitgevoerd en naar aanleiding daarvan een verbeterconferentie gehouden. De interne plannen en rapportages zijn ingedeeld in de negen aandachtsvelden van het INK-model. Op deze manier maken afzonderlijke actieplannen en rapportages over bijvoorbeeld Arbeidsomstandigheden en Investors in People (IIP) een integraal onderdeel uit van de werkplannen en managementrapportages. De afspraken worden zoveel mogelijk specifiek en meetbaar geformuleerd, waardoor achteraf beoordeeld kan worden in hoeverre ze gerealiseerd zijn. De communicatie over het kwaliteitsdenken is verder ingevuld. Een veertigtal medewerkers heeft deelgenomen aan een managementgame waarin het nut en de mogelijkheden van het INK-model aan de orde zijn geweest. Verder is er onlangs een interne kwaliteitssite op intranet geplaatst waar onder andere basisbegrippen over kwaliteitszorg/INK worden uitgelegd. Hier wordt ook de mogelijkheid geboden om ervaringen en kennis uit te wisselen. In 2003 zal iedere maand aandacht worden besteed aan een actueel onderwerp in relatie tot kwaliteit.
Jaarverslag 2002
37
3.6 Treasurybeleid Op grond van de Wet financiering decentrale overheden (Wet Fido) is het ook voor de jaarrekening verplicht geworden om aandacht te besteden aan het gevoerde Treasurybeleid. Vorig jaar hebben wij, vooruitlopend op deze verplichting, al een dergelijke paragraaf opgenomen. Bovendien staat in het ‘Treasurystatuut voor de provincie Overijssel’ dat in de jaarrekening verantwoording afgelegd dient te worden over de realisatie van het treasurybeleid.
Algemene ontwikkelingen In het afgelopen jaar is het inbedden van de treasuryfunctie verder verbeterd door het opstellen en uitvoeren van treasuryactieplannen. Verder is er bij de Najaarsnota 2002 voor het eerst tussentijds een actualisatie gemaakt van de rentekasgeld opbrengsten (naar € 2 miljoen). Nu het jaar afgesloten is, blijkt deze actualisatie nagenoeg gerealiseerd (€ 2,03 miljoen). Ultimo 2002 bedraagt het aanwezige kasgeld € 76,409 miljoen. Dit is een stijging ten opzichte van ultimo 2001 van € 6,491 miljoen. Met dit kassaldo is ruim voldaan aan de wettelijk gestelde kaders.
Treasurybeheer De Wet Fido geeft de lagere overheden wettelijke kaders voor het beheersen van renterisico’s. Het gaat hierbij om de kasgeldlimiet (korte termijn financieringen) en de renterisiconorm (lange termijn financieringen). Concluderend voldoet de provincie aan de gestelde eisen uit de Wet Fido. Kasgeldlimiet De Wet Fido geeft aan dat de netto-vlottende schuld niet hoger mag zijn dan de kasgeldlimiet. De nettovlottende schuld is kortweg het saldo van de schulden korter dan 1 jaar en het aanwezige kasgeld op de
Toets kasgeldlimiet 2002 Bedragen x € 1.000
31-12-2002
Toegestane kasgeldlimiet Af: Totaal netto vlottende schuld Ruimte
38
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
20.357 – 76.409 96.766
rekening courant en deposito’s. Op basis van een ministeriële regeling bedraagt de kasgeldlimiet 6,8% van de omvang van de jaarbegroting per 1 januari 2002. Voor 2002 betekent dit voor de provincie Overijssel een maximaal toegestane kasgeldlimiet van € 20,357 miljoen. Aangezien de provincie geen schulden korter dan 1 jaar heeft, bedraagt de netto-vlottende schuld € 76,409 miljoen negatief (gelijk aan het positieve kassaldo). Renterisiconorm De mate waarin het saldo van rentebaten en -lasten verandert door wijziging van het rentepercentage, wordt omschreven als renterisico. Dit wordt vergeleken met de wettelijke renterisiconorm (20% van de vaste schuld per 1 januari 2002). Aangezien de provincie geen nieuwe geldleningen is aangegaan en er geen wijzigingen in de rentepercentages hebben plaatsgevonden, voldoet de provincie Overijssel ruimschoots aan de renterisiconorm.
Kredietrisicobeheer Het kredietrisico kan zowel in de opgenomen geldleningen als in de diverse uitzettingen ontstaan. Uit onderstaande blijkt dat de provincie alleen kredietrisico loopt bij een verdere daling van de rente, waardoor er minder rentebaten zullen worden ontvangen. Om het risico van een rentedaling af te dekken, is inmiddels een forward rate agreement afgesloten, waardoor wij over de periode van september 2003 tot en met september 2004 over € 10 miljoen 3,4% rente ontvangen (1-jaars Euribor ± 2,6%). Opgenomen geldleningen Momenteel heeft de provincie nog twee leningen uit het verleden voor in totaal € 21,782 miljoen, waarvan € 3,63 miljoen in 2003 en € 18,152 miljoen in 2006 afgelost zullen worden. Het gemiddelde rentepercentage bedraagt 5,99%. Deze rentepercentages staan vast tot en met de aflossingsdatum. Eerdere aflossing is niet mogelijk. Gezien de goede liquiditeitspositie is het voorlopig niet nodig om extra leningen aan te trekken. Uitzettingen De provincie heeft eind 2002 € 39,407 miljoen uitgeleend (2001: € 39,598 miljoen). Het overgrote deel (99,7%) heeft betrekking op de achtergestelde lening aan Essent N.V. Hiertegenover staat een wettelijke reserve, waardoor er geen extra risico gelopen wordt. Het overig deel is verstrekt aan medewerkers (PC-privé) en diverse Kruiswerkorganisaties.
Kasgeldoverschotten worden tijdelijk uitgezet op vastrentende deposito’s. Dit betreft uitzettingen in het kader van het Treasurystatuut. Per 31 december 2002 is € 62 miljoen uitgezet op deposito’s aan uitsluitend financiële instellingen met een A+ rating.
Toets renterisiconorm 2002 Bedragen x € 1.000
31-12-2002
Renterisiconorm provincie Overijssel Af: Saldo renteherziening en herfinanciering
Liquiditeitsprognose
80 70 60 50 40
De liquiditeitsprognose is een belangrijk instrument voor de uit te voeren treasuryactiviteiten. In deze paragraaf wordt teruggekeken naar de prognose uit de begroting, zoals deze geactualiseerd is bij de Perspectiefnota 2002. Verder wordt er een prognose gegeven voor de komende jaren. Terugblik liquiditeitsprognose Perspectiefnota 2002 De liquiditeitsprognose wordt op basis van voortschrijdend inzicht frequent geactualiseerd. Op basis hiervan is in de Najaarsnota 2002 de opbrengst uit rentekasgeld aangepast van een verwachte last van € 0,408 miljoen naar een rentebaat van € 2 miljoen. In de Perspectiefnota 2002 is uitgegaan van een positief kassaldo eind 2002 van € 36 miljoen. Het verschil in kassaldo tussen de Perspectiefnota en de Jaarrekening 2002 bedraagt € 40 miljoen dat als volgt te verklaren is:
Verschil Perspectiefnota – Jaarrekening Bedragen x € 1000.000
31-12-2002
Jaarrekeningresultaat 10 Per saldo hogere stortingen in reserves 22 Per saldo lagere investeringen 7 Verschil vlottende activa en passiva 2 Af: Per saldo hogere onttrekkingen voorzieningen – 1 Hoger kassaldo
Verwacht kassaldo ultimo jaar
8.712 x € 1.000.000
Ruimte
5.082 – 3.630
Liquiditeitsprognose 2003–2006 Dit onderdeel geeft inzicht in de ontwikkeling van de liquiditeitspositie en de daarbij eventueel behorende financieringsbehoefte, rekening houdend met geplande investeringen. De ontwikkeling van de financieringspositie is bepalend voor de looptijd en het volume van eventueel aan te trekken leningen. Op basis van de eindstand uit de jaarrekening, de begroting, de meerjarenramingen en de nota Reserves en voorzieningen is de in- en uitgaande geldstroom voor de aankomende jaren doorgerekend. De hieruit af te leiden prognose financieringspositie is hieronder
40
30 20 10 0 -10 -20 2002
2003
2004
2005
2006
afgebeeld. Hieruit blijkt dat de provincie tot en met 2005 naar verwachting geen extra financieringen hoeft aan te gaan en dat het treasurybeleid in deze periode vooral gericht zal zijn op het prudent uitzetten van tijdelijk overtollige liquide middelen. De verwachte daling van de liquide middelen wordt voornamelijk veroorzaakt door forse investeringen in de N348 en de renovatie van het provinciehuis. Rentevisie De rentevisie wordt steeds opgesteld op basis van actuele informatie van drie vooraanstaande Nederlandse banken. Voor zowel de korte (< 1 jaar) als de lange (> 1 jaar) rente verwachten de banken voor de nabije maanden een geringe verdere daling. Deze daling zal echter naar verwachting van korte duur zijn en in de loop van 2003 verwacht men weer een stijging. Relatiebeheer In 2002 is het huisbankierschap opnieuw aanbesteed. Hieruit kwam de Rabobank als beste uit de bus op basis van hun creditrentetarieven en valuteringsbeleid. Begin 2003 zullen de huisbankieractiviteiten overgebracht worden van de ING-bank naar de Rabobank.
Jaarverslag 2002
39
Informatievoorziening Om de geldstromen optimaal te beheren wordt systematisch gebruik gemaakt van de interne informatievoorziening. Hiermee wordt het treasurybeleid op basis van de laatste reële ramingen geactualiseerd en worden conclusies getrokken met betrekking tot looptijd en hoeveelheid van eventueel aan te trekken of uit te zetten gelden. In 2003 zal een verdere optimalisering van de liquiditeitsprognoses plaatsvinden in combinatie met de implementatie van het nieuwe financieel systeem. Verder zijn in dit kader in 2002 treasury-actieplannen geïntroduceerd. Per vier maanden wordt, gekoppeld aan de managementrapportages, inzicht gegeven in de liquiditeitspositie van dat moment en de liquiditeitsontwikkeling voor de nabije toekomst. De rentevisie voor de afgelopen periode wordt geëvalueerd en een rentevisie voor de komende periode wordt neergelegd. Op basis van liquiditeitsprognose en rentevisie worden treasuryacties voor de komende periode vastgesteld.
3.7 Doelmatigheid Om haar publieke taak zo goed mogelijk uit te oefenen streeft de provincie Overijssel continue naar verbetering van de doelmatigheid van de organisatie. Dit is ondermeer verwoord in de Verordening Financieel Beheer provincie Overijssel. De verordening heeft als doel garanties en waarborgen in te bouwen welke resulteren in betrouwbare informatie naar Provinciale Staten en een optimale inzet van de provinciale middelen ten behoeve van de uitvoering van het door Provinciale Staten gekozen beleid. Hieronder worden enkele ontwikkelingen uit 2002 genoemd.
Maatregelen om te komen tot doelmatig beheer In de afgelopen jaren heeft de provincie veel energie gestoken in het in kaart brengen van de risicovolle processen. In 2002 is hier een vervolg aan gegeven. Aan de hand van de resultaten hiervan is in 2002 een begin gemaakt met het verbeteren, stroomlijnen en afstemmen van de processen.
Administratieve organisatie en stroomlijning processen In 2000 zijn alle processen bij de eenheden opnieuw in kaart gebracht en zijn vervolgens de meest risicovolle processen beschreven. In 2001 zijn door alle eenheden AO/IC jaarplannen opgesteld en is een start gemaakt met het beschrijven van de overige processen. Met ingang van 2002 is de rapportage over AO/IC op een uniforme wijze als vast onderdeel opgenomen in de managementrapportages. In 2002 kon dus voor het eerst worden gerapporteerd aan de hand van een AO/IC jaarplan. In deze AO/IC jaarplannen beschrijven de eenheden welke processen zullen worden geauditeerd, waarop de interne controle zich in het bijzonder zal richten en van welke processen in dat jaar de beschrijvingen zullen worden herzien of aangepast. Een belangrijke verbetering in 2002 is de stroomlijning van de subsidieprocessen bij de eenheid Zorg en Cultuur. In dit pilotproject is voor alle subsidies één totaal standaardproces in stappen uitgewerkt voor wat betreft taken en verantwoordelijkheden. Ook zijn alle documenten in het proces gestandaardiseerd. Met ingang van 1 oktober 2002 wordt gewerkt met het nieuwe systeem. Het project zal zijn doorvertaling krijgen in de totale organisatie.
40
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Interne verzakelijking In 2001 is het project Zakelijk werken opgezet om klantgerichter te kunnen functioneren. De voor 2002 opgestelde SNO’s (Service Niveau Overeenkomsten), waarin aard van de te leveren c.q. af te nemen producten en diensten wordt geregeld tussen de eenheden en de ondersteunende eenheden, biedt de opdrachtgever een betere afweging van de kwaliteit en kosten van de af te nemen diensten. In 2002 is een evaluatie uitgevoerd. De eerste ervaringen met de SNO’s wijzen uit dat deze bijdragen aan de doelstellingen van het project interne verzakelijking. De functie van de SNO is met name die van communicatiemiddel en katalysator: de ondersteuning via vraagafhankelijke en gemeenschappelijke producten wordt zichtbaar gemaakt, er worden discussies gevoerd en naar aanleiding daarvan worden acties ondernomen c.q. aanpassingen doorgevoerd. De systematiek van budgetoverheveling zoals die voor enkele interne producten wordt gehanteerd lijkt niet het beoogde effect te hebben. Deze systematiek wordt in 2003 geëvalueerd. Om meer zicht te krijgen op de bijdrage van de SNO’s aan de doelstellingen zijn voor 2003 indicatoren ontwikkeld. De streefwaarden per indicator liggen vast in de SNO-afspraken 2003.
Planning- en controlcyclus In 2002 is wederom veel aandacht besteed aan de verbetering van de kwaliteit van de Planning- en controlcyclus. Zo is de Voorjaarsnota vervangen door de Perspectiefnota. De Perspectiefnota heeft een meer strategisch karakter gekregen. Vraagstukken die zich op de langere termijn afspelen hebben hiermee een plek in de Planning- en controlcyclus gekregen. Verder zijn de algemene beschouwingen aan de Perspectiefnota gekoppeld in plaats van aan de Beleidsbegroting. Een ander nieuw element in de Perspectiefnota is dat ambities voorzien zijn van een uitwerking naar concrete voorstellen voor nieuw beleid met een financiële vertaling. Deze verandering heeft in 2002 geleid tot een verdere stroomlijning van het begrotingstraject.
Juridische kwaliteitszorg/Interne Controle Juridische kwaliteitszorg bestaat uit de twee hoofdonderwerpen mediation en legal audits. De provincie heeft met het project mediation het voortouw genomen in het zoeken naar alternatieve vormen van conflictoplossing. De eerste resultaten tonen aan dat de provincie daarmee een goede beslissing heeft genomen. Uit de evaluatie blijkt dat mediation
in sommige gevallen een zeer effectief middel is om een geschil op te lossen. Mediation leidt tot de-escalatie en vermindering van juridisering. Verder krijgt de provincie door mediation een menselijker, persoonlijker gezicht. De afstand tussen bestuur en burger wordt hierdoor verkleind en de wederzijdse betrokkenheid wordt groter. De betrouwbaarheid en de kwaliteit van het bestuur wordt er door bevorderd. Bevindingen uit legal audits hebben organisatiebreed geleid tot concrete verbetering van de werkwijze, besluitvorming en regelgeving. Juridische kennis en vaardigheden van medewerkers zijn versterkt door het verzorgen van interne cursussen. De toename van de juridische kwaliteit is ook terug te zien in een daling van het aantal geheel of gedeeltelijk gegrond verklaarde bezwarenschriften tegen provinciale besluiten. Een verdere stap in het verbeteren van de doelmatigheid is dat in 2002 de Interne Controle Groep (ICG) van start is gegaan. Zij heeft als primair doel de bedrijfsvoering voor het management te ondersteunen. De ICG toetst de interne bedrijfs- en financiële processen aan de hand van een aantal vooraf gestelde criteria. Met de beoordeling van deze dikwijls financieel omvangrijke en complexe processen wordt het bestaan en de werking van de administratieve organisatie en de interne controle hierop vastgesteld. Afgelopen jaar is bij alle eenheden minimaal één audit uitgevoerd. Een aantal van deze audits heeft geleid tot acties om risico’s verder te beperken.
Handhaving en Vergunningverlening In 2002 is een groot deel van de gestelde handhavingdoelstellingen verwezenlijkt. Zo zijn er toezichtplannen per branche en voor een aantal probleembedrijven opgesteld, met daarin aangegeven de milieuessenties. Het aantal afgegeven beschikkingen (vergunningverlening) is in 2002 gestegen. In totaal werden in 2002 63 beschikkingen opgesteld. Daarnaast is door wetswijzigingen in 2001 en 2002 (o.a. EURAL) de noodzaak ontstaan voor ambtshalve aanpassing van vergunningen. Het gaat om ongeveer 170 wijzigingen die gegroepeerd worden verwerkt. Onder andere door de genoemde wetswijzigingen was er in 2002 onvoldoende capaciteit beschikbaar voor het wegwerken van de achterstand bij vergunningverlening.
Jaarverslag 2002
41
3.8 Risico’s In deze paragraaf worden de risico’s die bekend zijn genoemd en toegelicht. Dit zijn alle voorzienbare risico’s waarvoor geen voorzieningen zijn gevormd of die niet tot afwaardering van activa hebben geleid. Deze kunnen echter van materiële betekenis zijn in relatie tot het balanstotaal of de financiële positie. Risico’s die samenhangen met de normale bedrijfsvoering worden niet in de risicoparagraaf opgenomen.
Omleiding Ommen (Rijkswegen 34 en 36) De aanleg van de N34 / N36, omleiding Ommen zal volgens de MIT-planning van het Rijk in 2007 starten. Daartoe wordt momenteel het ontwerp-tracébesluit opgesteld. Bij het opstellen van dit ontwerp zijn een aantal (forse) problemen naar voren gekomen over de vormgeving in relatie tot het taakstellend budget. Daarnaast is de indexering van het (regionale) budget niet geregeld waardoor het beschikbare budget in de loop van de tijd wordt uitgehold. Ook de overdracht van de (bestaande) wegen, na oplevering van de omleiding N34 / N36, is nog een punt van bestuurlijk overleg met het Rijk. Momenteel wordt in vervolg op de ‘packagedeal’ een afzonderlijke overeenkomst over de N34 / N36 voorbereid. In de thans lopende onderhandelingen hierover met het Rijk zal over bovenstaande punten alsnog overeenstemming bereikt moeten worden.
Wetgeving, jurisprudentie en maatschappelijke ontwikkelingen Verhoudingen tussen de overheid en burgers en tussen burgers onderling die hun geschil via de overheid uitvechten, worden in toenemende mate beïnvloed door een steeds fijnmaziger net van regels en gerechtelijke procedures. Ook een zakelijker opstelling van partijen draagt hieraan bij. Sociale en politieke relaties worden vervangen door juridische relaties. Dat verhoogt de kans op bezwaarschriften, gerechtelijke procedures en schadeclaims. Per 31 december 2002 liepen er nog zeven grotere schadeclaims (van meer dan € 25.000), voornamelijk op het gebied van milieu en ruimtelijke ordening. Bij deze claims (totaal bedrag € 2,7 miljoen) is de aansprakelijkheid en de schadeplichtigheid van de provincie nog niet vastgesteld. De provincie wordt in toenemende mate geconfronteerd met schadeclaims die verband houden met de verminderde bereikbaarheid door de uitvoering van de werkzaamheden aan de provinciale infrastructuur. Deze claims om
42
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
compensatie van het ondervonden financieel nadeel door bedrijven en particulieren wordt wel aangeduid met de term ‘nadeelcompensatie’.
Milieubeheer – vergunningverlening en handhaving De provincie is bevoegd gezag voor de handhaving en vergunningverlening voor een aantal milieuwetten, zoals de Wet milieubeheer (grijs milieu), de Ontgrondingenwet en de Grondwaterwet (blauw milieu). Bij bestuurlijke handhaving van de bepalingen van deze wetten kan blijken dat een deel van de kosten niet verhaalbaar is. Het gaat daarbij om het toepassen van bestuursdwang. De provincie laat dan op kosten van de overtreder datgene doen wat de overtreder had moeten doen om aan een overtreding een einde te maken. De kosten kunnen daarbij hoog oplopen, waardoor het risico bestaat dat deze kosten niet te verhalen zijn op de overtreder en de provincie deze kosten zelf voor haar rekening moet nemen. Daarnaast is er het aansprakelijkheidsrisico dat ontstaat als een handhavingsbesluit of gedoogbesluit achteraf door de rechter als onrechtmatig wordt beschouwd en de overtreder of een derde als gevolg van het besluit schade heeft geleden.
Garantstellingen in het kader van Interreg-projecten De uitvoerende instellingen voor de Interreg-projecten hebben schriftelijk verklaard de aansprakelijkheid voor hun rekening te nemen. Financiële claims worden bij deze instellingen gelegd. Voor de provincie resteert het risico dat financieel verhaal bij de instellingen niet mogelijk is.
Nazorg stortplaatsen Als het afvalaanbod lager is dan het geraamde langjarige gemiddelde afvalaanbod, vloeit er minder geld naar het Fonds nazorg gesloten stortplaatsen Overijssel. Ervan uitgaande dat de bestaande stortcapaciteit intact blijft, betekent een lager aanbod dat de stortplaatsen langer open blijven. De renteinkomsten voor het fonds worden hierdoor hoger dan in berekening van de heffingen is opgenomen. Tevens kan er over een langere periode worden geheven. Al met al is hiermee het risico beperkt. Een ander risico is dat een lager rendement op de geïnde heffingen wordt behaald dan voorzien. Dit risico wordt zoveel mogelijk afgedekt door bijstelling van de normheffing en vaste voet.
Gedurende de nazorgfase kunnen ook risico’s ontstaan door: • Het optreden van calamiteiten zoals het neerstorten van vliegtuigen, overstromingen en aardbevingen. Voor dergelijke risico’s is een wettelijke regeling in voorbereiding op grond waarvan het Rijk een tegemoetkoming verstrekt bij dergelijke rampen. Overigens houdt de term tegemoetkoming niet in dat per definitie alle lasten worden vergoed. Er blijft daardoor voor de provincie als verantwoordelijke enig financieel risico; • Het eerder moeten vervangen en/of het opvangen van het falen van technische voorzieningen. In de berekening van de doelvermogens voor stortplaatsen is rekening gehouden met risico-opslagen van 7 en 10%; • Schade als gevolg van milieuverontreiniging. Door een goede uitvoering van de nazorg is de kans op schade aan het milieu overigens uiterst gering; • Een lager dan verwacht rendement op dat deel van de ontvangen heffingen dat in een beleggingsproduct is geïnvesteerd. Het minimaal gegarandeerde rendement is 2%. Bij de berekening van het doelvermogen is uitgegaan van een rendement van 5%. Hierdoor loopt het Nazorgfonds een risico van 3% over circa 15% van de portefeuille. Gezien de lange looptijd van deze beleggingen zijn de mogelijkheden voor een hoger rendement reëel (85% kans op een minimaal rendement van 5,5%).
Uitvoering Europese programma’s Bij de afwikkeling van EFRO-projecten loopt de provincie financiële risico’s. De risicoaansprakelijkheid voor de uitvoering van de EU-cofinancieringsprogramma’s is vastgelegd in de nationale Wet TES (Toezicht Europese subsidies). Door de Europese Commissie kunnen correcties worden aangebracht op de hoogte van de projectbijdragen waardoor deze lager kunnen uitvallen. Daarnaast is het mogelijk dat uitbetaalde subsidies niet (volledig) kunnen worden teruggevorderd indien projecten door de projectuitvoerder niet conform de voorwaarden worden uitgevoerd. Het risico bestaat uit het eventueel moeten terugbetalen van de cofinancieringsmiddelen, vermeerderd met de eventueel daarover berekende rente voor die gevallen waarvan: • De Europese Unie vindt dat niet is voldaan aan de verplichtingen voor een rechtmatige en doelmatige aanwending van die middelen. Dit wordt bij controle achteraf vastgesteld; • Deze onterechte aanwending aantoonbaar en
verwijtbaar het gevolg is van een verzuim van provinciezijde. Eventuele terugvorderingen kunnen worden gedekt uit de zogenoemde buffer (onderdeel van de bestemmingsreserve EU-programma’s). Voor het POP is de verantwoordelijkheid en eventuele aansprakelijkheid tevens vastgelegd in de Bestuursovereenkomst tussen Rijk en Provincies betreffende de uitvoering van het Plattelandsontwikkelingsplan Nederland.
Regionaal bedrijventerrein Twente Voor het Regionaal Bedrijventerrein Twente (RBT) kan, op grond van de intentieovereenkomst en gelet op de werking van de Wet Voorkeursrecht, door Almelo grond worden aangekocht, tot een maximum van € 22,69 miljoen. Wanneer in de loop van de komende tijd blijkt dat een RBT niet realiseerbaar is op deze plek, zal het deel van de aangekochte gronden benoorden de Hoofdgasleiding door Almelo worden ‘overgenomen’ ten behoeve van een eigen bedrijventerrein voor lokale behoefte. Eventueel aangekochte gronden in het overige deel van de locatie zijn dan voor rekening en risico van de deelnemende partners die deze gronden op de markt te koop zullen aanbieden. Daarbij moet rekening gehouden worden met verlies, ondanks dat ernaar wordt gestreefd de aankoopprijs beperkt te houden. Er is verder afgesproken zeer terughoudend om te gaan met aankoop totdat meer zekerheid bestaat over de exploitatieopzet. Het risico dat er kosten worden gemaakt die naderhand niet verhaald kunnen worden, is daarmee zoveel mogelijk geminimaliseerd. De provincie neemt voor 22,5% deel in het eventuele verlies dat op de gronden wordt geboekt wanneer het RBT niet wordt gerealiseerd.
Ruimte voor Ruimte Het Rijk, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) en de vijf reconstructieprovincies – waaronder Overijssel – hebben afspraken gemaakt over maatregelen die bijdragen aan de reconstructie van het landelijk gebied. Eén van deze maatregelen is de instelling van een subsidieregeling voor de sloop van stallen voor de intensieve veehouderij (Regeling Beëindiging Veehouderijtakken, RBV). Voor de uitvoering van deze regeling hebben Provinciale Staten zich garant gesteld voor de kosten tot een bedrag van in totaal ruim € 14,5 miljoen. De kosten voor garantiestelling en uitvoering kunnen
Jaarverslag 2002
43
worden ‘terugverdiend’ door een financiële bijdrage van de gemeenten voor de medewerking aan het realiseren van extra te bouwen woningen. Voor deze kosten is een risicodekking aangewezen in het geval de (voor-) gefinancierde middelen niet worden terugverdiend. De inzet richting de Overijsselse grote steden en Steenwijk en Hardenberg is erop gericht het gehele bedrag voor de garantiestelling en uitvoering terug te verdienen. Het streven is om voor de Statenverkiezingen van maart 2003 met alle steden overeenstemming te bereiken.
Spil Adviesgroep Op 19 december 2001 hebben Provinciale Staten besloten borg te staan voor een door Spil Adviesgroep af te sluiten lening van € 272.500. Uitgangspunt voor de overeenkomst van borgstelling, was het plan van aanpak ‘Op weg naar een gezonde organisatie in 2002’ en de meerjarenbegroting 2002–2004. Indien de liquiditeitsruimte op enig moment onvoldoende blijkt te zijn, heeft dit consequenties voor de borgstelling door de provincie. Daarom is besloten dat Spil Adviesgroep ieder kwartaal een organisatorisch en financieel verslag indient. Uit de liquiditeitsbegroting 2003 blijkt dat de liquiditeitsontwikkeling dusdanig is dat de contractueel overeengekomen afbouw van de borgstelling en de daarop gebaseerde kredietverstrekking in 2003 naar verwachting kan plaats vinden.
Jeugdzorg Naar verwachting wordt per 1 januari 2004 een nieuwe Wet op de Jeugdzorg ingevoerd. Met de invoering van deze wet ontstaat een financieel risico. Dit risico ontstaat door de invoering van een wettelijk ‘recht op Jeugdzorg’. Hiermee wordt aan cliënten een aanspraak gegeven die verhaald kan worden op de financier (in dit geval de provincie). In de nieuwe wet worden aan de provincies ook instrumenten geboden om dit risico op te vangen (reservering op de doeluitkering en het hanteren van een flexbudget). In hoeverre deze instrumenten toereikend zullen zijn, is niet op voorhand te bepalen. Ook is de wijze waarop het Rijk om zal gaan met overschrijdingen van het aantal aanspraken (met daaruit voortvloeiende budgetoverschrijdingen in het lopend jaar) en budgetaanpassingen voor jaren daarna nog niet volledig uitgekristalliseerd. Het overleg tussen provincies en het Rijk zal hier de komende tijd duidelijkheid in moeten brengen.
44
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Motorrijtuigenbelasting De registratie van gegevens voor de motorrijtuigenbelasting wordt uitgevoerd door het Centraal Bureau Motorrijtuigen (CBM) en is daarmee een verantwoordelijkheid van het Rijk. Het CBM int de provinciale opcenten en draagt deze aan de provincies af. De provincies hebben geen controlemogelijkheden op deze afdrachten en zijn daarmee informatieafhankelijk van het CBM. De kwaliteit van de informatie over de te ontvangen opcenten per provincie wordt achteraf gewaarborgd door een accountantsverklaring bij het Beheersverslag van het CBM. Gedurende het jaar blijft aldus enige onzekerheid bestaan over de juistheid en volledigheid van de ontvangen opcenten.
Wachtgeldclaim Er loopt een procedure waarin een organisatie voor enkele medewerkers mogelijk een wachtgeldclaim bij de provincie zal neerleggen. Op grond van de beschikbare gegevens is de verwachting dat deze claim niet zal worden gehonoreerd.
Jaarverslag 2002
45
Hoofdstuk 4
Financiële rekening Het beleid en de activiteiten van de provincie Overijssel hebben financiële consequenties. In dit hoofdstuk worden aan de hand van de balans en de staat van baten en lasten de uitkomsten over 2002 toegelicht. 4.1 Grondslagen van waardering en resultaatbepaling
Voorraden Voorraden worden op nihil gewaardeerd.
Waarderingsgrondslagen
Voorzieningen
De balansposten zijn gewaardeerd tegen nominale waarde, tenzij onderstaand anders is vermeld.
De voorzieningen zijn gevormd tot de redelijkerwijs geschatte bedragen wegens voorzienbare kosten van risico’s en verplichtingen uit het verleden, waarvan de exacte omvang op de balansdatum nog onzeker is.
Materiële vaste activa De materiële vaste activa zijn opgenomen tegen de verkrijgingsprijs, verminderd met de afschrijvingen en met eventuele investeringsbijdragen van derden. De afschrijvingen vinden lineair plaats. De afschrijvingstermijnen, die zijn gebaseerd op de economische levensduur, varieren van 3 jaar tot 50 jaar. In het jaar van investeren wordt naar tijdevenredigheid afgeschreven.
Financiële vaste activa De waardering van het aandelenbezit in de OOM NV is voorzichtigheidshalve gesteld op 50% van de nominale waarde.
Reserves De noodzakelijk geachte omvang van de saldireserve is gesteld op € 6,8 miljoen.
Grondslagen van resultaatbepaling Lasten en baten zijn verwerkt in het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Behoudens enkele uitzonderingen is aan de reserves, ten laste van de producten, rente toegevoegd conform het bij de begroting gehanteerd voorgecalculeerd inflatiepercentage van 3,5%.
Jaarverslag 2002
47
4.2 Balans van de Provincie Overijssel Bedragen x € 1.000 Activa
Per 31-12-2001
Per 31-12-2002
123.887 69.219
124.123 69.371
193.106
193.494
15.866 69.918 30.542
8.432 76.446 50.136
116.326
135.014
309.432
328.508
Vaste activa
A B
Materiële vaste activa Financiële vaste activa
Vlottende activa
C D E
Vorderingen Liquide middelen Overlopende activa
Toelichting op de Balans: A – B pagina 52 C pagina 53 D – E pagina 54
48
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000 Passiva
Per 31-12-2001
Per 31-12-2002
Reserve Saldo exploitatierekening
193.184 6.382
222.952 9.668
F
Eigen vermogen
199.566
232.620
G
Voorzieningen
7.415
6.139
H
Langlopende geldleningen
25.412
21.781
232.393
260.540
64.294 12.745
58.610 9.358
77.039
67.968
309.432
328.508
56.832
57.433
Vaste passiva
Vlottende passiva
I J
K
F G H–I J–K
Kortlopende schulden Overlopende passiva
Gewaarborgde geldleningen
Toelichting op de Balans: pagina 55 pagina 60 pagina 61 pagina 62
Jaarverslag 2002
49
4.3 Staat van baten en lasten van de Provincie Overijssel Bedragen x € 1.000 Lasten
Begroting 2002
Jaarrekening 2002
18.994
26.223
22.936
2.014
997
1.043
1
Algemeen bestuur
2
Openbare orde en veiligheid
3
Verkeer en vervoer
92.199
115.511
114.568
4
Waterhuishouding
59.663
48.367
43.174
5
Milieubeheer
44.038
31.508
33.815
6
Recreatie en natuur
11.430
14.188
11.165
7
Economie en agrarische zaken
70.427
60.831
62.479
8
Welzijn
75.826
87.472
86.335
9
Ruimtelijke ordening en Volkshuisvesting
19.051
26.172
23.276
0
Financiering/algemene dekkingsmiddelen
11.223
22.547
23.297
404.865
433.816
422.088
Toelichting op de Staat van baten en lasten: 1 – 3 pagina 63 4 – 7 pagina 64 8 – 0 pagina 65
50
Jaarrekening 2001
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000 Baten
Jaarrekening 2001
Begroting 2002
Jaarrekening 2002
Saldo 2002
2.123
2.106
1.036
– 21.900
74
2
0
– 1.043
1
Algemeen bestuur
2
Openbare orde en veiligheid
3
Verkeer en vervoer
47.959
66.883
68.000
– 46.568
4
Waterhuishouding
38.579
26.493
22.715
– 20.459
5
Milieubeheer
29.754
15.061
17.451
– 16.364
6
Recreatie en natuur
4.022
5.990
3.385
– 7.780
7
Economie en agrarische zaken
57.343
60.621
61.314
– 1.165
8
Welzijn
50.181
54.638
55.860
– 30.475
9
Ruimtelijke ordening en Volkshuisvesting
12.775
12.037
9.117
– 14.159
0
Financiering en algemene dekkingsmiddelen
168.437
189.985
192.878
169.581
411.247
433.816
431.756
9.668
Toelichting op de Staat van baten en lasten: 1 – 3 pagina 63 4 – 7 pagina 64 8 – 0 pagina 65
Jaarverslag 2002
51
4.4 Toelichting op de balans Bedragen x € 1.000 A
Materiële vaste activa
Terreinen en gebouwen
Duurzame bedrijfsmiddelen
Weg-/ waterbouwkundige werken
Totaal
42.008 – 31.663
9.227 – 4.953
212.044 – 102.775
263.279 – 139.391
10.345
4.274
109.269
123.888
502 – 667 -
3.029 – 77 – 1.697 -
6.399 – 7.254 -
9.930 – 77 – 9.618 -
– 165
1.255
– 855
235
42.510 – 32.330
12.179 – 6.650
218.443 – 110.029
273.132 – 149.009
10.180
5.529
108.414
124.123
Boekwaarde per 01-01-2002 Aanschafwaarde Afschrijvingen
Mutaties 2002 Investeringen * Desinvesteringen Afschrijvingen Afschrijvingen desinvesteringen
Boekwaarde per 31-12-2002 Aanschafwaarde Afschrijvingen
* De investeringen gedurende 2002 betreffen hoofdzakelijk ICT apparatuur en -infrastructuur alsmede realisatie van provinciale wegen. Zie voor een nadere specificatie paragraaf 4.8.
Bedragen x € 1.000 B
Financiële vaste activa
** Langlopende geldleningen
*** Deelnemingen
Totaal
41.609 – 2.012
30.769 – 1.147
72.378 – 3.159
39.597
29.622
69.219
35 – 225
342 -
377 – 225
– 190
342
152
41.644 – 2.237
31.111 – 1.147
72.755 – 3.384
** 39.407
*** 29.964
69.371
Boekwaarde per 01-01-2002 Aanschafwaarde Afschrijvingen
Mutaties 2002 Verstrekte leningen / waardevermeerdering deelnemingen Aflossing / waardevermindering deelnemingen
Boekwaarde per 31-12-2002 Aanschafwaarde Afschrijvingen
52
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
** Toelichting op kolom Langlopende geldleningen Van het bedrag van de langlopende leningen vervalt in 2003 een bedrag van € 60.000. Het bedrag van de langlopende leningen per ultimo 2002 bestaat bijna volledig uit een achtergestelde, niet opeisbare lening aan Essent Groep NV. Zie ook de toelichting op de betreffende bestemmingsreserve die in verband met deze lening is gevormd. *** Toelichting op kolom Deelnemingen Nominaal bedrag
Intrinsieke waarde per 31-12-2001
Percentage (aandelen) kapitaal
Boekwaarde per 31-12-2002
199 5 2.293 182 27.999 373 60
3.751 2 2.163 n.v.t. 372.654 PM 37.436
0,147 2,600 22,800 100,000 18,700 8,270 25,120
199 5 1.146 182 27.999 373 60
31.111
-
-
29.964
Deelnemingen NV Bank Nederlandse gemeenten NV Luchtvaartterrein Twente NV Overijsselse Ontwikkelings Mij. Stichting Overijssel Transparant Essent Groep NV (v.h. NV EDON) Vitens NV WMO Beheer NV
In 1998 is besloten om per ultimo 1998 de deelnemingen te herwaarderen tot de nominale waarde, met uitzondering van de deelneming in N.V. Overijsselse Ontwikkelingsmaatschappij. Hiervoor is een waardering toegepast van 50% van de nominale waarde. Provinciale Staten hebben overigens op 5 februari 2003 ingestemd met het samengaan van de Overijsselse en Gelderse ontwikkelingsmaatschappijen in de Oostelijke OntwikkelingsMaatschappij. Na de daadwerkelijke fusie zullen de boekhoudkundige gevolgen hiervan worden verwerkt. In 1999 is door een fusie van de NV EDON Groep en de NV PNEM/MEGA Groep in de Essent Groep NV per fusiedatum van 1 januari 1999 de omvang van het provinciale aandelenbezit met bijna € 24,5 miljoen gestegen (van € 3,5 miljoen naar € 28 miljoen). Het provinciale aandeel in het aandelen kapitaal van de Essent Groep bedraagt sinds de fusie 18,7%. Provinciale Staten hebben ingestemd met de fusie van WMO, WG en Nuon-water tot Vitens NV. Voorafgaand aan deze fusie is de afsplitsing van Wavin en Wadinko naar een nieuwe houdstermaatschappij WMO Beheer NV doorgevoerd. De intrinsieke waarde van Vitens NV per 31-12-2001 is niet te bepalen, omdat hiervoor nog geen gegevens beschikbaar zijn.
Bedragen x € 1.000 C
Vorderingen Europese Unie Ministeries Provincies Gemeenten, waterschappen en samenwerkingsverbanden Rente Overige vorderingen
31-12-2001
31-12-2002
293 10.962 48 2.042 408 2.113
32 5.019 62 1.830 459 1.030
15.866
8.432
Alle vorderingen worden inbaar geacht.
Jaarverslag 2002
53
Bedragen x € 1.000 D
Liquide middelen Kas Postbank NV ING-bank NV NV Bank voor Nederlandse Gemeenten RC Rabobank t.b.v. Regionaal Mobiliteitsfonds Deposito’s
31-12-2001
31-12-2002
36 36.894 – 32.970 5 65.953
37 1.254 – 3.850 5 17.000 62.000
69.918
76.446
Onder deposito’s zijn tijdelijk overtollige kasmiddelen opgenomen. De looptijd is korter dan 6 maanden.
Bedragen x € 1.000 E
Overlopende activa Vooruitbetaalde bedragen Nog te verrekenen/te declareren bedragen Overige
31-12-2001
31-12-2002
9.751 20.788 3
8.799 41.335 2
30.542
50.136
Alle nog te verrekenen en te declareren bedragen worden verrekenbaar of inbaar geacht. De grote toename van de post ‘nog te verrekenen / te declareren bedragen’ wordt hoofdzakelijk verklaard door het feit dat in de stand per ultimo 2002 zijn opgenomen: Bijdrage regionaal mobiliteitsfonds (€ 13,7 miljoen) en TIPP-regeling 2001 (€ 6,8 miljoen). Deelneming Essent Groep NV De opbrengsten uit hoofde van de deelneming in Essent Groep NV over het verslagjaar zijn, evenals vorig jaar, niet in de jaarrekening opgenomen aangezien het dividend over 2002 nog niet bekend was op het moment van opstellen van de jaarrekening. Het dividend van 2001, groot € 21,9 miljoen, is in 2002 ontvangen. Dit bedrag is wel in deze jaarrekening opgenomen.
54
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000 F
Eigen vermogen
Stand per 31-12-2001
Toevoeging rente 2002
6.807 20.025
238 701
23.533
– 238 – 27.477
6.807 16.782
3.043 559 – 10.110 13.829 9.267 17.085 4.077 20.146 39.297 22.030 1.187 5.755 27.313 5.678 950 1.290 3.548 3.014 4.777 -
228 20 – 506 203 324 598 143 705 42 201 1.143 199 33 45 124 139 -
312 634 15.287 1.148 1.818 1.565 11.424 2.073 6.999 639 0 710 0 34.053 530 7.000 282 60
0 – 20.967 – 92 – 6.563 – 7.762 – 2.411 – 9.083 – 236 – 129 – 9.900 – 1.311 – 82 0 – 2.381 – 168 – 304 – 158 -
3.583 1.213 – 16.296 15.088 4.846 9.921 3.374 23.192 39.297 22.030 993 7.900 25.555 5.205 901 2.045 1.291 2.846 4.612 33.895 530 7.000 282 60
199.566
4.580
108.067
– 89.262
222.952
Algemene reserves Saldireserve Algemene dekkingsreserve Bestemmingsreserves N348 Grondwaterbeheer Rivierdijkversterking Bodemsanering Kanaal Almelo-De Haandrik Investeringsbudget stedelijke vernieuwing Natuurbeleidsplan IJsselmijgelden Achtergestelde lening Essent Groep NV Herwaardering aandelen Essent Groep NV Matchingreserve Renovatie provinciehuis Economische infrastructuur Vervanging infrastructurele kunstwerken Investeringen Bureau Jeugdzorg Jeugdzorgaanbod Ouderen zorgnota Exploitatie openbaar vervoer Regionaal mobiliteitsfonds NaNOV-geluidssanering Grondbeleid Herwaardering aandelen Vitens NV Herwaardering aandelen WMO Beheer NV
Overige Onttrekking toevoeging 2002 2002
Stand per 31-12-2002
Algemene reserves Saldireserve De Saldireserve dient als buffer om tegenvallers en risico’s op te kunnen vangen en zo in minder gunstige tijden continuïteit in het beleid te kunnen waarborgen. Thans wordt een buffer noodzakelijk geacht van circa € 6,8 miljoen. De ruimte boven deze vastgestelde maximale buffer is in principe incidenteel vrij aanwendbaar. Daarnaast vervult de Saldireserve, bij het bereiken van de maximale buffer, een inkomensfunctie. De rente wordt dan niet meer als voeding aangemerkt, maar komt beschikbaar ten gunste van de exploitatie, om daarmee een incidentele last te kunnen dekken. Algemene Dekkingsreserve De Algemene dekkingsreserve is op 14 mei 2002 gevormd bij het besluit van Provinciale Staten aangaande de ‘Perspectiefnota 2002, 12e wijziging van de Beleidsbegroting 2002’. De reserve is gevormd vanuit de Saldireserve na toetsing van deze aan het al genoemde doelvermogen van € 6,8 miljoen. Bij de Perspectiefnota en de Najaarsnota zijn aan de reserve middelen toegevoegd. De onttrekking bestaat voornamelijk uit middelen die beschikbaar zijn gesteld voor nieuw beleid bij Begroting en Perspectiefnota. Daarnaast zijn er middelen beschikbaar gesteld voor grondbeleid (€ 7 miljoen) en de gevolgen van de brand bij de Universiteit Twente (€ 1 miljoen).
Jaarverslag 2002
55
In de reserve is een risicobuffer opgenomen voor de Reconstructiewet van € 2,3 miljoen. Daarnaast zijn door Provinciale Staten bij de Voorjaarsnota 2000, de Beleidsbegroting 2002 en de Perspectiefnota 2002 besluiten genomen voor de inzet van middelen in 2003 en verder. Rekening houdend met die besluiten bedraagt de vrije ruimte € 1 miljoen.
Bestemmingsreserves Reserve N348 De reserve is ingesteld ten behoeve van de wegomlegging van de N348 bij Deventer. Sedert 1993 wordt gedurende 16 jaren jaarlijks, naast de rentetoevoeging, een bedrag van € 312.000 aan deze reserve toegevoegd. Per ultimo 2002 zijn er geen verplichtingen aangegaan ten laste van deze reserve. Reserve grondwaterbeheer De reserve is ingesteld op basis van de Grondwaterwet. Het doel is fluctuaties in de uitgaven te verevenen. Als gevolg van lagere uitgaven voor het waterhuishoudingsplan en de subsidieregeling grondwaterheffing is de storting in de reserve grondwaterbeheer hoger uitgevallen dan geraamd. Per ultimo 2002 bedraagt het saldo van de aangegane verplichtingen ten laste van deze reserve € 90.000. Reserve rivierdijkversterking De reserve is bestemd voor uitgaven op grond van de subsidieregeling rivierdijkversterking van bovenwaterschappelijk belang. De financiële gevolgen van de versnelling van de uitvoering van de dijkversterkingwerken worden gedekt door extra rijksmiddelen. Hiervoor wordt met ingang van 1994 jaarlijks een bedrag ontvangen via het Provinciefonds. Ter compensatie van de voorfinancieringslasten die ontstaan vanaf het jaar 2001 blijven de jaarlijkse inkomsten via het Provinciefonds gehandhaafd tot het jaar 2016, dan wel het jaar van (eerder) schuldenvrij zijn van de gezamenlijke provincies. Na 2002 zal de reserve een negatieve stand blijven weergeven tot het jaar van schuldenvrij zijn van de gezamenlijke provincies. Per ultimo 2002 bedraagt het saldo van de aangegane verplichtingen ten laste van deze reserve € 11,2 miljoen. Reserve bodemsanering De reserve is ingesteld als egalisatiereserve in het kader van de Wet Bodembescherming en dient voor het opvangen van afwijkingen tussen inkomsten en uitgaven als gevolg van verschil in de tijd tussen bevoorschotting door het Rijk en de daadwerkelijke uitvoering van projecten. Met ingang van 2002 is de bijdrage van het ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer (VROM) een meerjarenbeschikking zodat in 2002 meer voorbereidend werk heeft plaatsgevonden terwijl de uitgaven voornamelijk in 2003 en 2004 zullen geschieden. Per ultimo 2002 bedraagt het saldo van de aangegane verplichtingen ten laste van deze reserve € 3,4 miljoen. Reserve kanaal Almelo-De Haandrik Deze reserve is gevormd ter egalisatie van inkomsten en uitgaven die betrekking hebben op het kanaal Almelo-De Haandrik. In 2002 is overeenstemming bereikt met het Rijk over eenmalige afkoop van de jaarlijkse bijdrage door het Rijk. Als gevolg hiervan is een bedrag ad € 1,8 miljoen gestort in de reserve. De onttrekkingen hebben te maken met een jaarlijkse bijdrage aan het meerjarig niet-dagelijks onderhoud ten aanzien van kunstwerken en verder een bijdrage aan de uitbouw van het kanaal naar 400 en 800 tons vaarweg. Per ultimo 2002 bedraagt het saldo van de aangegane verplichtingen ten laste van deze reserve € 248.000. Reserve investeringsbudget stedelijke vernieuwing De reserve is gevormd in 2001. In de verordening stedelijke vernieuwing Overijssel 2000 is hiertoe besloten. De voeding van deze reserve vindt plaats door enerzijds bijdragen van het ministerie
56
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
van VROM en anderzijds uit (vrije) middelen uit de reserve stads- en dorpsvernieuwing en uit overige voor stedelijke vernieuwing aangemerkte middelen. Per ultimo 2002 bedraagt het saldo van de aangegane verplichtingen ten laste van deze reserve € 11,2 miljoen. Reserve natuurbeleidsplan In 1992 is deze bestemmingsreserve gevormd voor de realisatie van het Natuurbeleidsplan. Hiervoor is door de provincies en het Rijk een convenant getekend, het zogenoemde IPO-LNV convenant, waarin afspraken en financiële regelingen zijn vastgelegd, die gericht zijn op de realisatie van het Natuurbeleidsplan. De aankoop van natuurterreinen voor het Overijssels Landschap en de Vereniging van Natuurmonumenten wordt voor 50% door de provincie gefinancierd. De overige 50% van deze aankopen wordt door het Rijk gefinancierd. Per ultimo 2002 bestaan er geen verplichtingen ten laste van deze reserve. Reserve besteding IJsselmijgelden Naar aanleiding van de fusie van de NV Energiebedrijf IJsselmij en de NV Energiebedrijf voor Groningen en Drenthe hebben Provinciale Staten met ingang van 1993 de bestemmingsreserve besteding IJsselmijgelden ingesteld. Als gevolg van de fusie ontvangt de provincie Overijssel vanaf 1994 jaarlijks een bedrag aan rente op de verstrekte achtergestelde geldlening en jaarlijks een vaste dividenduitkering. Tot en met 2003 worden rente en vaste dividenduitkeringen gestort in de bestemmingsreserve besteding IJsselmijgelden, waaruit onder andere projecten worden gefinancierd die voldoen aan hiervoor gestelde criteria. Met ingang van 2004 worden dividendbedragen van de Essent Groep, evenals de rente op de verstrekte achtergestelde geldlening, niet meer gestort in deze bestemmingsreserve, maar direct aangewend voor nieuw beleid. De onttrekking uit deze bestemmingsreserve ad € 9,1 miljoen bestaat, naast de aanwending voor genoemde projecten (€ 4,6 miljoen) uit een overboeking ten gunste van de Algemene Dekkingsreserve (€ 4,5 miljoen). De uitgaven voor genoemde projecten worden toegelicht in het overzicht besteding IJsselmijgelden. Reserve achtergestelde lening Essent Groep NV (voorheen NV EDON) De bestemmingsreserve achtergestelde lening Essent is gevormd naar aanleiding van de fusie van de NV Energiebedrijf IJsselmij en de NV Energiebedrijf voor Groningen en Drenthe. Het destijds ontvangen bedrag (€ 39,3 miljoen) is omgezet in een achtergestelde, niet opeisbare en niet opzegbare lening aan de NV EDON. NV EDON is in 1999 opgegaan in Essent Groep N.V. Deze lening is opgenomen onder de financiële vaste activa. De middelen in deze reserve zijn niet vrij besteedbaar. Reserve herwaardering aandelen Essent Groep NV (voorheen NV EDON) De reserve herwaardering aandelen Essent Groep NV is gevormd als gevolg van de fusie tussen de NV EDON Groep en de NV PNEM/MEGA Groep tot de Essent Groep NV per 1 januari 1999, waardoor per die datum het provinciale aandelenkapitaal met € 24,5 miljoen is toegenomen. De verhoogde waarde van het aandelenbezit is tot uitdrukking gebracht in de deelneming. De middelen in deze reserve van € 22,03 miljoen zijn niet vrij aanwendbaar. Matchingreserve De reserve, gevormd in 1996, is bestemd voor co-financiering in brede zin en vormt een instrument voor werving van nieuwe bedrijvigheid van buiten Overijssel die zonder een bijdrage niet mogelijk zou zijn. Per ultimo 2002 bedraagt het saldo van de aangegane verplichtingen ten laste van deze reserve € 558.000. De vrije ruimte binnen de matchingreserve bedraagt € 435.000. Reserve renovatie provinciehuis In 1995 is besloten tot vorming van een bestemmingsreserve in verband met de voorgenomen renovatie van het provinciehuis. Jaarlijks wordt de reserve gevoed met overschotten op de
Jaarverslag 2002
57
budgetten van de volgende producten: Vastgoed, Huisvesting en Inrichting, Veiligheid, Welzijn en Milieu, ICT (onderdeel data- en telecommunicatie) en Logistieke services en vervoer. Daarnaast vindt storting plaats van de geraamde kapitaalslasten van uitgestelde vervangingsinvesteringen en bijdragen die beschikbaar zijn gesteld in het kader van nieuw beleid. Reserve economische Infrastructuur De reserve is in 1995 gevormd ten behoeve van de uitvoering van Europese programma’s voor economische structuurversterking. De voeding van deze reserve geschiedt met middelen uit Brussel, gedecentraliseerde rijkscofinancieringsmiddelen en eigen middelen. Op basis van diverse voorstellen hebben de Staten ingestemd met de uitvoering van de Europese programma’s. Per ultimo 2002 staat nog € 15,8 miljoen aan te betalen verplichtingen voor deze programma’s uit, waarvan € 11,6 miljoen wordt bijgedragen door de Europese Unie en het Ministerie van Economische Zaken. Goedkeuring en vaststelling van de definitieve afrekening van het programma 94-96 heeft nog niet plaatsgevonden. In de loop van 2002 is de eindafrekening opgesteld en zijn de slotbetalingen verricht. Goedkeuring en vaststelling hebben nog niet plaatsgevonden. Er is geen vrije ruimte binnen de reserve aanwezig. Reserve vervanging infrastructurele kunstwerken / PVVP In 2000 is de beleidsnota ‘Rationeel Kunstwerkenbeheer 2000’ opgesteld. Om te voorkomen dat de provinciale begroting sterk belast wordt met sterk wisselende investeringsbedragen, is met ingang van het jaar 2001 voor jaarlijks beheer en onderhoud van Kunstwerken een bedrag van circa € 400.000 beschikbaar. Voor de uitvoering van de circa 26 wegencategoriseringsprojecten uit het provinciale verkeers- en vervoersplan (PVVP) is met ingang van het jaar 2001 circa € 5 miljoen beschikbaar. De verwachte uitgaven voor de wegencategoriseringsprojecten uit het PVVP vertonen jaarlijks een sterk wisselend en na 2003 een sterk stijgend verloop, doordat een groot aantal projecten in de realisatiefase komen. Naar verwachting zal in 2005/2006 de reserve onvoldoende middelen bevatten om de voorgenomen projecten te realiseren. Reserve investeringen De reserve, gevormd in 1996, is bestemd voor cofinanciering in brede zin en vormt een instrument om flexibel en slagvaardig in te spelen op vragen voor bijdragen in investeringen van derden. Per balansdatum bestaan verplichtingen ten laste van deze reserve voor een bedrag van € 704.000 ten behoeve van zes nog lopende projecten. Van dit bedrag is € 509.000 gereserveerd. Het vrije deel per 31 december 2002 bedraagt daardoor ongeveer € 197.000. Reserve Bureau jeugdzorg en reserve Jeugdzorgaanbod In 2001 zijn de bestemmingsreserves ‘Bureau jeugdzorg’ en ‘Jeugdzorgaanbod’ gevormd. De eind 2000 resterende middelen ‘Jeugdhulpverlening’ van € 1,6 miljoen dienden als eerste storting in voornoemde bestemmingsreserves. Het besluit tot vorming van deze reserves werd ingegeven door de Ministeries van Justitie en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Beide ministeries stellen als eis dat de doeluitkering Jeugdhulpverlening via bestemmingsreserves in de provinciale jaarrekening wordt verantwoord. Aan de bestemmingsreserve worden rente en doeluitkeringen van genoemde ministeries toegevoegd. Onttrekkingen betreffen verleende project- en budgetsubsidies. Doel van de reserve is het zichtbaar maken van niet bestede middelen, alsmede voorkomen dat eventueel vrijval plaatsvindt ten gunste van de algemene middelen. Er is daarom geen sprake van vrije ruimte. Reserve ouderen zorgnota Aan de reserve, gevormd in 2001, wordt geen rente toegevoegd. Vorming van deze bestemmingsreserve vond plaats uit het saldo per ultimo 2000 van de Voorziening bejaardenoorden. Per ultimo 2002 bedraagt het totaal van de aangegane verplichtingen ten laste van deze bestemmingsreserve € 1,42 miljoen. Het betreft hier middelen die in de Zorgnota 2001– 2004 een bestemming hebben gekregen. Als gevolg hiervan is geen sprake van vrije ruimte.
58
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Reserve exploitatie openbaar vervoer De reserve is ingesteld bij Statenbesluit van 24 mei 2002. In 1998 heeft de provincie de openbaar vervoertaken van het Rijk overgenomen en wordt voor de uitvoering van deze taken een jaarlijks fluctuerende doeluitkering ontvangen. De reserve dient ter egalisatie van deze uitkeringen. Reserve regionaal mobiliteitsfonds De reserve is ingesteld bij Statenbesluit van 26 juni 2002. De Tweede Kamer heeft een bedrag van € 136 miljoen vrijgemaakt voor de landsdelen Zuid- en Oost-Nederland. Op voorstel van de minister wordt dit bedrag in gelijke delen verdeeld over de acht betrokken partners (provincies en kaderwetgebieden), zodat Overijssel € 17 miljoen tegemoet kan zien indien zij met andere partners in de regio (buiten het kaderwetgebied Twente) eenzelfde bedrag ter beschikking stelt voor het Regionaal Mobiliteitsfonds. Uit dat fonds kunnen acute knelpunten in de infrastructuur worden aangepakt. De projecten dienen uiterlijk ultimo het jaar 2005 te zijn afgerond. De onttrekking heeft betrekking op de uitbouw kanaal Almelo-De Haandrik. Per ultimo 2002 bestaan geen aangegane verplichtingen ten laste van deze reserve. Reserve NaNOV-geluidssanering De reserve, ingesteld in 2002 na besluit van Provinciale Staten, is bestemd om de schommelingen op te vangen in de financiering van het plaatsen van geluidsschermen in het kader het NaNOVgeluidssanerings-projecten spoorlijnen. De middelen in deze reserve moeten in het kader van dit doel worden aangewend en zijn zodoende niet vrij besteedbaar. Reserve grondbeleid De reserve is ingesteld bij Statenbesluit van 30 oktober 2002. Door een actieve bemoeienis wil de provincie een aantal maatschappelijke doelen sneller en gemakkelijker realiseren. Het gaat onder andere om aanleg van nieuwe natuur, verbetering van de landbouwcultuur, het bieden van ruimte voor water en uitvoering geven aan de reconstructie en economie. Later kan ook grond worden aangekocht voor andere functies. Daarnaast zal de provincie de afstemming met andere partners op de grondmarkt (gemeenten en waterschappen) vergroten. De grondverwerving is nader uitgewerkt in de Uitvoeringsnotitie provinciaal grondbeleid. Voor de financiering van de grondverwerving is in eerste instantie een werkkapitaal beschikbaar gesteld van € 7 miljoen. Conform genoemd Statenbesluit is eenmalig een bedrag van € 7 miljoen beschikbaar gesteld. Dit bedrag is nodig om jaarlijks circa 50 hectare grond en bijbehorende gebouwen te verwerven. Per ultimo 2002 bestaan geen aangegane verplichtingen ten laste van deze reserve. Reserve herwaardering aandelen Vitens NV De reserve herwaardering aandelen Vitens NV is gevormd als gevolg van de fusie in 2002 tussen de NV WMO, WG en NUON Water in Vitens NV waardoor per ultimo 2002 het provinciale aandelenkapitaal met € 282.000 is toegenomen. De verhoogde waarde van het aandelenbezit is tot uitdrukking gebracht in de deelneming. De middelen in deze reserve zijn niet vrij besteedbaar. Reserve herwaardering aandelen WMO Beheer NV Voorafgaande aan de fusie WMO, WG en NUON heeft een afsplitsing van de belangen in Wavin en Wadinko plaatsgevonden met de vorming van een nieuwe houdstermaatschappij WMO Beheer NV. De reserve herwaardering aandelen WMO Beheer NV is een uitvloeisel van deze fusie in 2002 waardoor per ultimo 2002 het provinciale aandelenkapitaal op € 60.000 is gewaardeerd. De waarde van het aandelenbezit is tot uitdrukking gebracht in de deelneming. De middelen in deze reserve zijn niet vrij besteedbaar.
Jaarverslag 2002
59
Bedragen x € 1.000 G
Voorzieningen
Co-financiering infrastructuur Achterstallig onderhoud kanaal Almelo-De Haandrik Secundaire voorziening statenleden Reorganisatiekosten Deelname Stichting Overijssel Transparant B.V. Ruimte voor Ruimte Algemene Pensioenwet Politieke Ambtsdragers Wachtgeldverplichting welzijnsinstellingen Startende ondernemers
Stand per 01-01-2002
Toevoeging 2002
Onttrekking 2002
Stand per 31-12-2002
324 229 66 262 182 6.353 -
107 23 420 239 33
– 55 – 229 – 1.647 – 113 – 47 –8
376 0 89 262 182 4.706 307 192 25
7.416
822
– 2.099
6.139
Voorziening co-financiering infrastructuur De voorziening is bedoeld om onderzoeken rond infrastructuur te bekostigen. De onttrekking betreft onderzoekskosten. Voorziening achterstallig onderhoud kanaal Almelo-De Haandrik De voorziening is gevormd voor de uitvoering van achterstallig onderhoud aan baggerwerk, oevers en bruggen. De onttrekking 2002 betreft een bijdrage aan de uitbouw van het kanaal naar een grotere capaciteit. Regulier onderhoud zal vanuit de betreffende bestemmingsreserve worden gefinancierd. Voorziening secundaire voorziening statenleden De voorziening is gevormd om uitgaven op grond van de ‘Verordening rechtspositie staten- en commissieleden’ te financieren. In deze verordening is onder meer sprake van uitkering aan Statenleden bij aftreden. Voorziening reorganisatiekosten Doel van de voorziening is de kosten die voortvloeien uit de reorganisatie van de provinciale organisatie op te kunnen vangen. Uit deze voorziening zal in 2003 financiering plaatsvinden van de afronding van de herziening van de provinciale huisstijl. Hierna zal de voorziening worden afgewikkeld. Voorziening deelname Stichting Overijssel Transparant B.V. In 1999 is door Provinciale Staten besloten voor € 182.000 deel te nemen in genoemde stichting. Gelet op het risicodragende karakter, evenals op het verdere ontwikkelingstraject is destijds tevens besloten tot het treffen van een voorziening voor ditzelfde bedrag. Voorziening ‘Ruimte voor Ruimte’ In 2000 is besloten tot de vorming van een voorziening ter dekking van de verwachte uitgaven voor de uitvoering van de zogenaamde verlengde 1e tranche van de Regeling beëindiging veehouderijtakken (RBV). In het kader van het Reconstructiebeleid voor het landelijk gebied was reeds eerder besloten tot garantstelling voor de kosten voortvloeiende uit bovengenoemde regeling. Later werd tot aanvullende garantstelling besloten van circa € 6,4 miljoen. Op het moment van uitvoering van de beëindigingsregeling wordt voor het verlenen van subsidiebijdragen op deze voorziening een beroep gedaan. De onttrekking 2002 betreft een bijdrage aan de ‘ruimte voor ruimte’ regeling. In de Algemene Dekkingsreserve is overigens een risicobuffer opgenomen voor de oorspronkelijke tranche.
60
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Voorziening APPA De voorziening vormt de dekking voor lasten die voortvloeien uit de overdracht van pensioenverplichtingen aan het ABP voor politieke ambtsdragers. De voorziening is ingesteld bij Statenbesluit van 13 november 2002. Aangezien de regeling al enkele jaren oud is, moet met terugwerkende kracht dotatie aan de voorziening plaatsvinden. In 2002 is daarom € 420.000 aan de voorziening toegevoegd; met ingang van 2003 zal de jaarlijkse dotatie € 60.000 bedragen. Voorziening wachtgeldverplichtingen welzijnsinstellingen Bij besluit van 22 mei 2002, hebben Provinciale Staten de voorziening voor wachtgeldverplichtingen voor welzijnsinstellingen gevormd. Het betreft een (administratieve) omzetting van een verplichting naar een voorziening, als gevolg waarvan de vorming van deze voorziening geen budgettaire gevolgen heeft. De in het lopende boekjaar niet bestede middelen van het in de begroting opgenomen budget worden toegevoegd aan deze voorziening. Voorziening startende ondernemers In 2002 is besloten een voorziening te vormen om de oninbaarheid van de vorderingen op failliete startende ondernemers op te vangen.
Bedragen x € 1.000 H
Langlopende geldleningen
31-12-2001
31-12-2002
Stand per 1 januari Bij: opgenomen in het boekjaar Af: afgelost in het boekjaar
27.681 0 2.269
25.412 0 3.631
25.412
21.781
De restant-looptijd van deze leningen is korter dan vijf jaar. De gemiddelde rente bedraagt 5,99% (2001: 6,43 %). De aflossingsverplichting voor 2003 bedraagt € 3,63 miljoen. Deze verplichting is niet onder de kortlopende schulden in de balans opgenomen.
Bedragen x € 1.000 I
Kortlopende schulden 1999 en eerder 2000 2001 2002
Verschuldigde rente op langlopende geldleningen Overige nog te betalen bedragen
31-12-2001
31-12-2002
11.185 16.265 31.337 -
5.623 4.057 10.184 35.487
58.787
55.351
1.315 4.192
1.023 2.236
64.294
58.610
Jaarverslag 2002
61
Bedragen x € 1.000 J
Overlopende passiva Betalingen onderweg / kruisposten Salarissen, loon- en premieheffing Vooruitontvangen bedragen Nog te verrekenen bedragen Ontvangen waarborgsommen Overige te verrekenen bedragen
31-12-2001
31-12-2002
3.306 1.706 7.322 359 39 13
3.805 1.870 3.010 645 25 3
12.745
9.358
Het bedrag verantwoord als ‘salarissen, loon- en premieheffing’ is begin 2003 afgedragen.
K
Gewaarborgde geldleningen Per 31 december 2002 staat de provincie garant voor een bedrag van € 57,4 miljoen (per 31 december 2001: € 56,8 miljoen) aan gewaarborgde geldleningen. De leningen hebben betrekking op een aantal instellingen in de sector gezondheidszorg, het Nationaal Groenfonds en de NV Luchthaven Twente. Nieuw is in 2002 de lening van de Stichting voor geestelijke gezondheidszorg Oost-MiddenTwente (Mediant) van € 2,5 miljoen. Het betreft een geconverteerde geldlening van de in 2001 door Mediant afgeloste geldlening van € 2,723 miljoen.
Overige niet uit de balans blijkende verplichtingen De waarde van het tegoed aan verlofuren van het provinciepersoneel, inclusief sociale lasten, bedraagt per 31 december 2002 € 983.000.
62
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
4.5 Toelichting op de staat van baten en lasten Het saldo van de staat van baten en lasten bedraagt € 9,668 miljoen voordelig ten opzichte van een sluitende begroting. Als toelichting op de staat van baten en lasten worden in onderstaand overzicht de baten en lasten 2002 naar beleidsvelden / product-
groepen weergegeven, met daarbij de afwijkingen ten opzichte van de begroting 2002. Vervolgens worden de producten genoemd waarvan de financiële uitkomsten in belangrijke mate bijdragen in het saldo van de staat van baten en lasten. Deze uitkomsten worden vervolgens nader toegelicht.
Bedragen x € 1.000 Jaarrekening 2001
1
Beleidsveld 1: algemeen bestuur 1.0 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6 1.7
2
Provinciale staten Gedeputeerde staten Kabinetszaken Bestuurlijke organisatie Financieel toezicht op gemeenten Uitvoering van overige wettelijke regelingen Overige zaken betreffende algemeen bestuur Overige lasten en baten Personeelsgebonden kosten Overhead
Begroting minus Jaarrekening 2002
– 935 – 972 – 134 – 157 – 14 13 – 2.158 – 3.260 – 5.257 – 3.997
– 1.534 – 1.427 – 137 – 177 – 14 –2 – 2.545 – 9.358 – 5.133 – 3.790
– 1.322 – 1.426 – 136 – 104 –6 44 – 2.662 – 8.453 – 4.417 – 3.418
– 212 –1 –1 – 73 –8 – 46 117 – 905 – 716 – 372
– 16.871
– 24.117
– 21.900
– 2.217
– 1.336 – 343 – 261
– 566 – 247 – 182
– 388 – 369 – 286
– 178 122 104
– 1.940
– 995
– 1.043
48
– 653 – 27.104 116 – 452 – 9.174 – 6.973
– 4.339 – 25.284 – 465 – 573 – 10.334 – 7.633
– 4.161 – 25.140 – 241 – 518 – 9.305 – 7.203
– 178 – 144 – 224 – 55 – 1.029 – 430
– 44.240
– 48.628
– 46.568
– 2.060
Beleidsveld 2: openbare orde en veiligheid 2.0 Openbare orde en veiligheid, algemeen Personeelsgebonden kosten Overhead
3
Begroting Jaarrekening 2002 2002
Beleidsveld 3: verkeer en vervoer 3.0 3.1 3.3 3.4
Verkeer en vervoer, algemeen Landwegen Waterwegen Vervoer Personeelsgebonden kosten Overhead
Jaarverslag 2002
63
Bedragen x € 1.000 Jaarrekening 2001
4
Beleidsveld 4: waterhuishouding 4.1 4.2 4.3 4.4
5
Waterschapsaangelegenheden Waterkeringen Kwantitatief beheer oppervlaktewater Kwantitatief beheer grondwater Personeelsgebonden kosten Overhead
Milieubeheer, algemeen Kwalitatief beheer grondwater en bodem Bestrijdingluchtverontreiniging Vergunningverlening en handhaving Ontgrondingen Personeelsgebonden kosten Overhead
– 26 – 15.325 – 458 –7 – 3.485 – 2.573
– 22 – 15.884 – 390 68 – 2.385 – 1.846
–4 559 – 68 – 75 – 1.100 – 727
– 21.084
– 21.874
– 20.459
– 1.415
– 1.145 – 456 – 24 – 415 147 – 7.039 – 5.352
– 1.265 – 628 0 – 65 153 – 8.423 – 6.219
– 1.111 – 237 0 – 43 9 – 8.445 – 6.537
– 154 – 391 0 – 22 144 22 318
– 14.284
– 16.447
– 16.364
– 83
– 1.150 – 3.818 – 1.386 – 1.054
– 1.317 – 4.140 – 1.577 – 1.164
– 1.073 – 4.026 – 1.511 – 1.170
– 244 – 114 – 66 6
– 7.408
– 8.198
– 7.780
– 418
– 659 – 7.485 6.956 – 7.120 – 2.714 – 2.062
– 661 – 10.096 18.027 – 2.457 – 2.890 – 2.133
– 652 – 9.969 18.054 – 2.231 – 3.589 – 2.778
–9 – 127 – 27 – 226 699 645
– 13.084
– 210
– 1.165
955
Beleidsveld 7: economie en agrarische zaken 7.0 7.1 7.2 7.3
64
– 22 – 15.291 – 229 53 – 3.179 – 2.416
Beleidsveld 6: recreatie en natuur 6.1 Recreatie 6.2 Natuur Personeelsgebonden kosten Overhead
7
Begroting minus Jaarrekening 2002
Beleidsveld 5: milieubeheer 5.0 5.2 5.3 5.5 5.6
6
Begroting Jaarrekening 2002 2002
Algemeen economische aangelegenheden Bevordering economische activiteiten Nutsvoorzieningen Agrarische aangelegenheden Personeelsgebonden kosten Overhead
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Bedragen x € 1.000 Jaarrekening 2001
8
Beleidsveld 8: welzijn 8.0 8.1 8.2 8.3 8.4 8.5 8.6 8.7 8.8
9
Welzijn Educatie Lichamelijke vorming en sport Kunst en oudheidskunde Sociaal- en cultureel werk en ontwikkeling Maatschappelijke voorzieningen Volksgezondheid Ouderenzorg Jeugdhulpverlening Personeelsgebonden kosten Overhead
Begroting minus Jaarrekening 2002
– 6.609 – 77 – 150 – 5.247 – 4.471 – 2.153 – 2.322 – 361 – 95 – 2.363 – 1.797
– 2.763 – 88 – 517 – 8.786 – 9.227 – 2.296 – 3.966 0 – 110 – 2.923 – 2.158
– 2.719 – 81 – 420 – 7.526 – 9.749 – 2.237 – 2.381 0 – 111 – 2.960 – 2.291
– 44 –7 – 97 – 1.260 522 – 59 – 1.585 0 1 37 133
– 25.645
– 32.834
– 30.475
– 2.359
– 485 – 243 – 45 – 3.126 – 2.377
– 7.686 – 302 – 641 – 3.168 – 2.338
– 7.664 – 279 – 640 – 3.143 – 2.433
– 22 – 23 –1 – 25 95
– 6.276
– 14.135
– 14.159
24
2.050 155.164 0 0 0
4.055 163.426 – 43 0 0
3.567 166.014 0 0 0
488 – 2.588 – 43 0 0
157.214
167.438
169.581
– 2.143
6.382
-
9.668
– 9.668
Beleidsveld 9: ruimtelijke ordening en volkshuisvesting 9.1 Ruimtelijke ordening 9.2 Volkshuisvesting 9.3 Stads- en dorpsvernieuwing Personeelsgebonden kosten Overhead
0
Begroting Jaarrekening 2002 2002
Beleidsveld 0: financiering en algemene dekkingsmiddelen 0.0 Kasvoorzieningen 0.2 Algemene dekkingsmiddelen 0.3 Onvoorziene uitgaven Personeelsgebonden kosten Overhead
Totaal alle beleidsvelden
Jaarverslag 2002
65
Samenstelling van het resultaat De volgende producten dragen in belangrijke mate bij in het saldo van de staat van baten en lasten (het zijn die producten met een afwijking tussen gerealiseerde en begrote cijfers 2002 groter dan € 100.000 per product). Achter de producten wordt het verschil tussen begrote en werkelijke cijfers van dit product
weergegeven. De cijfers die voor de productnaam staan verwijzen naar het beleidsveld. De personeelsgebonden kosten worden in totaal (dus niet per product) toegelicht.
Bedragen x € 1.000 Samenstelling van het resultaat 1 3 4 5 6 7 8
0
A B C D E F G
Programma ROO Programma grote steden Beheer en onderhoud landwegen Beheer en onderhoud waterwegen Muskusrattenbestrijding Bodemsanering Ecologische hoofdstructuur Ontwikkeling recreatief-toerisische basisstructuur Stimulering werkgelegenheid Agrarische aangelegenheden Zorginfrastructuur Kunst en cultuur Bibliotheekwerk en mediabeleid Uitkering Provinciefonds Motorrijtuigenbelasting Onderuitputting programmakosten
589 240 280 226 – 589 343 103 230 136 226 1.585 1.260 – 521 1.614 1.186 557
Overheadkosten P&O producten Beleidsontwikkeling Middelen Dienstverlening infrastructuur Ondersteuning bestuursorganen Horecavoorzieningen Directievoering Personeelsgebonden kosten Afwijkingen < € 100.000 per product, per saldo
247 159 147 137 127 110 1.549 – 273 9.668
Dit resultaat is overigens exclusief de tussentijdse stortingen ten gunste van de Algemene Dekkingsreserve bij de Perspectiefnota en de Najaarsnota van in totaal € 15,6 miljoen. Wanneer deze stortingen bij de bepaling van het jaarresultaat worden betrokken, bedraagt het saldo € 25,3 miljoen.
66
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Onderstaand worden deze afwijkingen ten opzichte van de begroting voor wat betreft deze producten nader toegelicht. 1 – Algemeen bestuur Programma ROO (Regionale Ontwikkeling Overijssel) Het ROO-programma is in 2002 maar zeer beperkt ingevuld. De planvorming voor de reconstructie Salland-Twente heeft veel aandacht opgeëist. Hierdoor is een groot deel van de middelen in 2002 niet besteed. Eind 2002 is de planvorming in het ROO-gebied weer opgepakt. Programma grote steden Het positieve verschil tussen begrote en gerealiseerde cijfers in 2002 wordt hoofdzakelijk verklaard door het uitstellen van een geplande stedentrip en door het afbreken van het onderzoek ‘pilot jeugdzorg’. Voorts hoefden de wel begrote lasten van het onderzoek Stad en Omgeving niet te worden voldaan. 3 – Openbare orde en veiligheid Beheer en onderhoud landwegen In het verslagjaar is € 120.000 minder besteed aan verkeersvoorzieningen. Daarnaast is sprake van extra baten als gevolg van de verkrijging van een niet begrote subsidie (€ 128.000 ) en door de niet begrote verkoop van oud materiaal (€ 63.000). Beheer en onderhoud waterwegen In het kader van werkzaamheden aan het kanaal Almelo-De Haandrik is € 157.000 meer besteed dan geraamd. Een meeropbrengst van € 124.000 is geboekt wegens de indexering op de jaarlijkse vergoeding voor personele kosten en het jaarlijks onderhoud van het kanaal Almelo-De Haandrik. Daarnaast zijn er niet geraamde onttrekkingen verantwoord voor een damwandbestek voor kanaal AlmeloDe Haandrik en een onttrekking aan de reserve Regionaal Mobiliteitsfonds voor de werkzaamheden aan de wachtplaats Kloosterdijk. 4 – Waterhuishouding Muskusrattenbestrijding De overschrijding op programmakosten wordt gecompenseerd door een onderschrijding op personeelsgebonden kosten, die zoals gezegd, niet per product zijn toegelicht. De verschuiving houdt verband met het feit dat de muskusrattenbestrijding per 1 september 2002 is overgedragen aan de Overijsselse waterschappen.
5 – Milieubeheer Bodemsanering De afwijking in de programmakosten van het product Bodemsanering welke € 343.000 lager zijn dan geraamd, bestaat uit de volgende componenten: lagere eigen bijdrage projecten Bodemsanering binnen de wet bodembescherming (€ 45.000), lagere kosten project Losser Postweg (€ 44.000), hogere bate opslag uren voor overhead (€ 126.000) en lagere uitgaven stimuleringsregeling (€ 128.000). 6 – Recreatie en natuur Ecologische hoofdstructuur De belangrijkste oorzaken van het voordelige verschil ten opzichte van de begroting zijn minder activiteiten op het gebied van natuur- en milieueducatie (€ 51.000) en de geplande doorloop van de realisatie van een aantal POP-projecten naar 2003 (€ 56.000). Ontwikkeling recreatief toeristische basisstructuur Een bedrag van € 231.000, geoormerkt voor cofinanciering POP 2001/2002, is vooralsnog niet besteed. 7 – Economie en agrarische zaken Stimulering werkgelegenheid Het verschil tussen begrote en werkelijke lasten 2002 wordt veroorzaakt door de al genoemde vertraging in het ROO-proces. Een bedrag van € 89.000 dat in het kader van nieuw beleid 2002 is toegekend voor reconstructie / ROO is vooralsnog niet besteed. Op basis van de subsidieverordening economische structuurversterking is € 43.000 minder aan projecten besteed doordat de realisatie van een aantal projecten is achtergebleven op de planning. Agrarische aangelegenheden Er is sprake van onderschrijding van de kosten van het programma ‘Duurzame agrarische bedrijven’ (€ 93.000) veroorzaakt doordat de realisatie van een aantal POP-projecten, conform oorspronkelijke planning, doorloopt naar 2003. Voor de Projecten verbetering leefbaarheid platteland (POP) waren zowel de lasten (€ 309.000) als de baten (€ 423.000) in 2003 niet opgenomen in de ramingen. In 2002 is het Europese programma 5B afgerekend. Daarbij is een hoger bedrag aan cofinanciering ingezet dan geraamd. De dekking vindt plaats door een hogere onttrekking aan de reserve IJsselmij-gelden. Voor het ontvangen van Europese subsidies is als voorwaarde gesteld dat over de ontvangen geldstromen rente wordt berekend die aan het programma 5B ten goede moet komen. Over de periode 1997–
Jaarverslag 2002
67
2002 betreft dit een bedrag van € 64.000. Dit bedrag zal bij de afwikkeling van het 5B-programma worden betrokken. Ook voor de ontvangen cofinanciering van het ministerie van Economische Zaken betreffende cofinanciering Europees programma 5B is als voorwaarde gesteld dat over de ontvangen geldstromen rente wordt berekend die aan het programma 5B ten goede moet komen. Over de periode 1997–2002 betreft dit een bedrag van € 23.000. Dit bedrag zal bij de afwikkeling van het 5B-programma worden betrokken. Voor reconstructie is in 2002 een bijdrage van DLG toegezegd van € 815.000 voor de planvormingsfase van de Reconstructie. Deze is niet begroot. Het provinciale budget (€ 817.000) is gedeeltelijk besteed in 2002. De oplevering van het Reconstructieplan en de deelplannen voor de drie gebieden zijn gepland in september 2003. Daarnaast is een bijdrage verantwoord die in 2002 is betaald in het kader van de ‘Ruimte voor Ruimte’-regeling ten laste van de in 2001 gevormde voorziening. In de begroting is rekening gehouden met een hoger af te rekenen bedrag in 2002. Het restant van de sloopbijdrage, waarvan de omvang nog niet bekend is, zal in 2003 verrekend worden. Tot slot is in de begroting nog een bijdrage uit de IJsselmij-gelden opgenomen voor afrekening van de pilot Hart van Twente, welke afrekening eerst in 2003 zal plaatsvinden. 8 – Welzijn Zorginfrastructuur Er is sprake van een onderbesteding op de inkomensen de vermogensoverdrachten. De redenen voor de onderbesteding zijn de vertragingen in de uitvoering van het Jaarprogramma Zorg 2002 (€ 567.000) en het amendement op de Perspectiefnota 2002 betreffende Ambulancediensten (€ 1.000.000). Kunst en cultuur Het voordelige verschil tussen begroting en gerealiseerde cijfers 2002 betreft voornamelijk de onderuitputting op het budget voor het verbeteren en verbouwen van cultuuraccommodaties. Het verbeteren en verbouwen vraagt een lange voorbereidingstijd, waardoor de vermogensoverdrachten achter blijven. Bibliotheekwerk en mediabeleid De overschrijding heeft voornamelijk betrekking op de afrekening mediabeleid over het jaar 2001, welke in 2002 is geëffectueerd.
68
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
0 – Financiering en algemene dekkingsmiddelen Uitkering Provinciefonds De omvang van het Provinciefonds is gekoppeld aan de gecorrigeerde netto rijksuitgaven. Het grootste deel van de uitkering uit het Provinciefonds wordt gevormd door de algemene uitkering. Een deel van de middelen uit het fonds bestaat uit integratieuitkeringen. Om redenen die veelal samenhangen met de specifieke aard van de mutatie, wordt er soms voor gekozen deze middelen niet direct op te nemen in de algemene uitkering, maar daarin in de loop van de tijd te integreren. Binnen het Provinciefonds is een behoedzaamheidreserve ingesteld. Deze wordt jaarlijks gevormd en is bestemd om de schommelingen van het accres op te vangen. In de ramingen van de provinciale uitkering, wordt jaarlijks rekening gehouden met het vrijvallen van de helft van deze reserve. In het jaar volgend op het boekjaar, deelt het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties de daadwerkelijke vrijval mee. De vrijval van de behoedzaamheidreserve 2001 is hoger uitgekomen dan verwerkt in de jaarrekening 2001. De extra baat van € 1,518 miljoen is verwerkt in het boekjaar 2002. In december 2002 is bovendien € 0,076 miljoen aan de uitkering toegevoegd voor aanloopkosten voor de Wet op de archeologische monumentenzorg. Aanpassing van de verdeelmaatstaven levert € 0,02 miljoen op. Motorrijtuigenbelasting De inkomst uit de provinciale opcenten motorrijtuigenbelasting wordt beïnvloed door een drietal factoren, te weten het aantal voertuigen, het gewicht van de voertuigen en de hoogte van de geheven opcenten. De stijging van het aantal voertuigen in 2002 bedraagt 1,67% en het gemiddelde gewicht is gestegen met 1,46%. In de primitieve begroting 2002 is de opbrengst van de provinciale opcenten op de motorrijtuigenbelasting geraamd op € 57,855 miljoen. Op basis van het voertuigenbestand van december 2002 is de raming bij de Perspectiefnota naar boven bijgesteld met € 1,445 miljoen tot € 59,3 miljoen. De uiteindelijke opbrengst over 2002 is uitgekomen op € 60,5 miljoen. Onderuitputting programmakosten De raming op het product Onderuitputting heeft het karakter van een stelpost en wordt jaarlijks via de Najaarsnota’s geactualiseerd. Bij de Najaarsnota 2002 is op basis van de realisatie per medio augustus een inschatting gemaakt van de verwachte uitkomst aan het einde van het jaar. Intensieve opschoning van
het verplichtingenbestand aan het einde van het jaar resulteert daarboven in een meeropbrengst van circa € 0,55 miljoen. Daarnaast is bij de Najaarsnota 2002 gelet op de gerealiseerde investeringen in de loop van het jaar circa € 0,8 miljoen geraamd aan meevallende kapitaallasten. Deze meevaller wordt uiteraard verantwoord op de daarvoor in aanmerking komende producten. A – P&O producten Kinderopvang De kinderopvang leidt per saldo tot extra kosten van € 35.000. Factoren die hierin een rol spelen zijn: • uitbreiding van de kinderopvangregeling in de CAO 2002; • een groter beroep op de kinderopvangregeling; • stijging tarieven kinderopvang. Vervoersmanagement De kosten voor vervoersmanagement zijn per saldo € 117.000 hoger uitgevallen dan geraamd. De hogere lasten worden voornamelijk veroorzaakt door eenmalige extra kosten op de bedrijfsfietsen uit 1999 van € 80.000. Kosten voormalig personeel / wachtgeldverordening Voor dit onderdeel is in 2002 een overschot van € 233.000 ontstaan. Het gaat om versnelde afwikkeling van enkele gevallen. Een herziening van de WW structuur loopt op dit moment; het is nog onvoldoende helder wat het effect op langere termijn zal zijn. Kosten verandering werkkring, personeelswerving en verplaatsingskosten Het positieve verschil tussen begroting 2002 en werkelijke cijfers 2002 van € 164.000 is ontstaan door lagere uitgaven voor verandering van werkkring (€ 46.000), algemene wervingskosten (€ 55.000) en lagere verplaatsingskosten (€ 59.000). Gelet op uitgaven in eerdere jaren is de verwachting dat dit niet een structureel patroon is. B – Beleidsontwikkeling Middelen De uitgaven voor de opleiding en training en voor strategisch personeelsbeleid zijn lager uitgevallen dan geraamd. Daarnaast zijn hogere baten gerealiseerd dan geraamd uit fiscale maatregelen gericht op stimulering van opleiding en training van personeel. C – Dienstverlening infrastructuur Er is sprake van lagere lasten voor onderhoudsen schoonmaakwerkzaamheden ten bedrage van € 96.000. Daarnaast zijn in verband met omzetting
van investeringsgelden naar exploitatie extra afschrijvingskosten geboekt van € 40.000. Door het afstoten van oud materieel zijn er extra (incidentele) opbrengsten van € 97.000. D – Ondersteuning bestuursorganen In de begroting 2002 is een bedrag van € 250.000 opgenomen ten behoeve van de voorbereiding op de invoering van het duale stelsel in Overijssel op basis van de Wet Dualisering Provinciebestuur die op 12 maart 2003 in werking treedt. De eerste helft van 2002 is met name gericht geweest op informeren over en voorbereiden van de invoering van de wet. Tijdens de werkconferentie van de commissie Docter en de stuurgroep Dualisering op 10 en 11 oktober 2002 zijn de uitgangspunten voor de Dualisering in Overijssel voorbereid. In de Statenvergadering van 11 december 2002 zijn deze uitgangspunten vastgesteld, daarna is de verdere uitwerking ter hand genomen. E – Horecavoorzieningen Dit betreft de horecavoorzieningen ten behoeve van het personeel van de provincie. In het kader van zakelijk werken zijn aan het begin van het jaar tarieven vastgesteld voor dienstverlening aan de eenheden. Bij nacalculatie is gebleken dat dit tarief meer dan kostendekkend is geweest. F – Directievoering Onder het product Directievoering worden de lasten en baten verantwoord die betrekking hebben op de zorg van de directie voor een effectieve en efficiënte voorbereiding en uitvoering van beleid, alsmede efficiente bedrijfsvoering binnen de provinciale organisatie. Tevens valt hieronder organisatiebrede aansturing en coördinatie van processen zoals administratieve organisatie en kwaliteitszorg. Op dit product wordt jaarlijks een stelpost opgenomen voor overheadkosten die niet op voorhand aan eenheden wordt toegerekend. Bij aantoonbare knelpunten vindt toekenning van incidentele middelen plaats. In 2002 was het niet noodzakelijk de volledige stelpost aan te wenden. G – Personeelsgebonden kosten Salarissen en personeelsgebonden kosten In de tabel op de volgende pagina wordt een overzicht gegeven van de opbouw van de totale geraamde en werkelijke personeelsgebonden kosten voor 2002.
Jaarverslag 2002
69
Bedragen x € 1.000 Salarissen en personeelsgebonden kosten
Jaarrekening 2001
Totaal bruto salarissen provincie Af: Niet ambtelijke bruto salarissen
Af: Doorbelaste en / of terugontvangen salariskosten Salarissen inclusief sociale lasten (Staat A.) Af: vergoeding verrichte werkzaamheden Bij: Kosten uitzendkrachten / externe deskundigheid
Reis- en verblijfkosten Onkostenvergoedingen Vorming Opleiding Training * Overige kosten Totaal personeelsgebonden kosten
Begroting Jaarrekening 2002 2002
Verschil 2002
40.905 -
48.348 -
47.416 – 2.352
932 2.352
40.905
48.348
45.064
3.284
-
-
– 1.147
1.147
40.905
48.348
43.917
4.431
– 173 3.616
914
– 193 4.104
193 – 3.190
44.348
49.262
47.828
1.434
1.054 64 347 -
1.160 97 518 47
1.038 70 572 27
122 27 – 54 20
45.813
51.084
49.535
1.549
* Deze bedragen representeren VOT-budgetten van eenheden. Organisatiebrede VOT-budgetten worden verantwoord op interne producten. Het totale VOT-budget bedraagt circa € 1 miljoen. Uit bovenstaande opstelling blijkt dat de totale personeelsgebonden kosten circa € 1,5 miljoen zijn achtergebleven bij de begroting. Deze onderschrijding valt uiteen in een aantal componenten: Bruto salarissen incl. sociale lasten (ambtelijk apparaat) Doorbelaste en / of terugontvangen salariskosten Vergoeding verrichte werkzaamheden Kosten uitzendkrachten / externe deskundigheid Overige personeelsgebonden kosten
3.284 1.147 193 – 3.190 115
Totaal verschil personeelsgebonden kosten
1.549
De onderschrijding op de bruto-salarissen inclusief sociale lasten van € 3,3 miljoen ontstaat voornamelijk door het verschil in de begrote en de werkelijke formatie. Oorzaken hiervoor zijn het niet onmiddellijk kunnen invullen van ontstane vacatures en de overgang van de muskusrattenbestrijders naar de waterschappen. Deze overgang is niet opgenomen in de begroting. In 2002 zijn de salariskosten welke van derden zijn terugontvangen van € 1,147 miljoen opgenomen als een negatieve uitgaaf op de personeelsgebonden kosten, daarnaast is hier ook de vergoeding voor verrichte werkzaamheden opgenomen van € 0,193 miljoen. Op het onderdeel Kosten uitzendkrachten / externe deskundigheid is een overschrijding van € 3,19 miljoen te zien. Dit wordt grotendeels veroorzaakt door de tijdelijke inzet van externen bij het niet tijdig kunnen invullen van vacatures.
70
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
van Provinciale Staten en Gedeputeerde Staten (incl. oud-leden), totaal € 1,784 miljoen, en kosten van voormalig personeel, € 0,868 miljoen.
Overige salariskosten Naast de hiernaast gepresenteerde personeelsgebonden kosten is in 2002 € 2,992 miljoen aan salariskosten uitbetaald, welke rechtstreeks op producten zijn verantwoord. In onderstaande tabel wordt hiervan een specificatie gegeven. Deze kosten hebben voornamelijk betrekking op vergoedingen voor leden
Bedragen x € 1.000 Overige salariskosten
Jaarrekening 2001
Vergoeding PS-leden Vergoeding GS-leden, uitkeringen en pensioenen oud leden Jaarwedde CvdK Kosten gepensioneerden betreffende IZR Voormalig personeel Salaris stagiaires Artikel 67 Premiespaarregeling Vergoedingen bedrijfshulpverlening
Gemiddelde personeelsgebonden kosten per fte De gemiddelde salariskosten per fte (inclusief overwerk en toelagen) en het gemiddelde aan overige personeelsgebonden kosten per fte, berekend naar de
Begroting Jaarrekening 2002 2002
654 952 157 454 454 23 17 105 44
770 967 157 488 605 29 27 105 31
681 1.103 174 482 386 15 14 110 27
2.860
3.179
2.992
feitelijke bezetting over 2002, worden weergegeven in het volgende overzicht.
Bedragen x € 1.000 Gemiddelde personeelsgebonden kosten per fte Gemiddelde salariskosten Reis- en verblijfkosten Onkostenvergoedingen Vorming, opleiding en training Overige kosten
Feitelijke bezetting over het jaar in fte’s
Verdeling personeelsgebonden kosten naar extern beleid en middelenbeleid en -beheer De toerekening van de personeelsgebonden kosten aan de producten vindt plaats door, met behulp van tijdschrijven, de bestede uren te vermenigvuldigen
Begroting Jaarrekening 2002 2002
48.494 1.164 98 520 47
47.992 1.106 74 609 29
50.323
49.810
997
939
met een voorgecalculeerd uurtarief. Van de totale personeelsgebonden kosten van € 49,5 miljoen, is ca. € 3,3 miljoen (7%) niet aan producten toegerekend en ten laste gebracht van de interne producten.
Jaarverslag 2002
71
Bedragen x € 1.000 Verdeling personeelsgebonden kosten over de beleidsvelden
Jaarrekening 2001
Begroting Jaarrekening 2002 2002
Extern beleid 1 2 3 4 5 6 7 8 9 0
Algemeen bestuur Openbare orde en veiligheid Verkeer en vervoer Waterhuishouding Milieubeheer Recreatie en natuur Economische en agrarische zaken Welzijn Ruimtelijke ordening en volkshuisvesting Financiering, algemene dekkingsmiddelen
Middelenbeleid en -beheer
Verhouding toerekening personeelsgebonden kosten Intern is bewerkstelligd dat zoveel mogelijk personeelsgebonden kosten worden toegerekend aan producten. De maatregelen zijn concreet gericht op een voortgangsbewaking van de urentoedeling evenals een
Percentages
80 70 60 50 40 30 20 10 0 1998
1999
2000
2001
middelenbeleid en -beheer niet verdeeld
72
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
4.417 369 9.305 2.385 8.445 1.511 3.589 2.960 3.143 0
34.581
38.180
36.124
11.232
12.904
13.411
45.813
51.084
49.535
Jaarrekening 2001
75% 25% 0%
Verdeling personeelsgebonden kosten
extern beleid
5.133 247 10.334 3.485 8.423 1.577 2.890 2.923 3.168 0
productiviteit per eenheid met een taakstellend karakter. In het overzicht hierna wordt de verhouding weergegeven van de toegerekende personeelsgebonden kosten naar extern beleid en middelenbeleid en -beheer.
Verhouding toerekening personeelsgebonden kosten Extern beleid Middelenbeleid en -beheer Niet verdeeld, ten laste van Leiding Eenheden
5.257 343 9.174 3.179 7.039 1.386 2.714 2.363 3.126 0
2002
Begroting Jaarrekening 2002 2002
75% 25% 0%
73% 20% 7%
4.6 IJsselmijgelden Bedragen x € 1.000 IJsselmijgelden
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41
Raming Realisatie onttrekking onttrekking reserve reserve 2002 2002
Grotestedenbeleid, algemeen 458 Voorfinanciering rijksweg 50 Kampen-Ramspol 320 Rijksweg 35 / Spoorlijn Zwolle-Enschede 2.495 Mengfietspaden 168 N348 1.231 Traverse Hardenberg – 1.136 Uitbouw (800t) kanaal Almelo-De Haandrik 386 Infrastructuur knelpunten openbaar vervoer 30 Bijdrageregeling riolering buitengebied 60 Integraal gebiedenbeleid 13 Milieubeschermingsgebieden 163 Duurzame ontwikkeling doelgroep industrie 150 Fietspaden, toeristische functie 6 Fietspaden, routes, voorz., cultuurtoerisme 27 Co-financiering WCL-Vecht-Regge en NO-Twente 49 Stim. Particulier beheer natuur, bos en landschap 371 Subsidies projecten faunavz. & ecol. barrières 102 Co-financiering EFRO ‘94-’96 93 Co-financiering EPD-Twente ‘97-’99 1.555 Phasing out Twente (doelst. 2 oud) 285 Phasing out Noord-Overijssel (doelst. 5B oud) 74 Doelstelling 2 Twente nieuw 202 Plattelandsontwikkelingsprogramma (POP) 591 Interreg 3A 224 Interreg 3B 256 Leader+ 23 RIS + Innovatiestrategie 66 Programmabureau Europese programma’s 114 Herstruct. bedr.omgeving Westerval Enschede 40 Herstruct. langs zuidelijke invalsweg Enschede Ontwikkeling bedrijventerreinen buiten Twente 734 Ontwikkeling landbouwstimuleringsbeleid 175 Plattelandsvernieuwing, doelstelling 5B 66 Inrichting landelijk gebied 42 Reconstructie 232 Extra impuls monumentenzorg 993 Kulturhusen 33 Zorgprojecten 817 Jeugdzorg 154 Grotestedenbeleid 183 Verbetering accommodatie Het Nijenhuis 1.441 Totaal
13.286
Saldo raming t.o.v. realisatie
Prognose saldo najaar 2002
Verschil t.o.v. prognose 2002
158 175 168 633 – 1.136 386 94 3 202 6 19 60 170 29 380 94 282 388 61 16 84 142 265 449 236 95 182 524 327 128
300 145 2.495 598 30 – 34 10 – 39 150 8 – 11 201 102 93 1.526 – 95 – 20 – 80 203 163 240 – 61 – 76 – 151 40 – 449 498 80 – 116 42 232 469 33 490 154 183 1.313
0 145 1.231 – 1.136 386 79 150 88 102 39 17 51 419 115 232 44 – 83 – 146 18 243 100 1.141
300 2.495 – 633 1.136 – 386 30 – 34 10 – 118 8 – 11 113 93 1.526 – 134 – 37 – 131 – 216 48 8 – 61 – 120 – 151 40 – 449 498 163 30 24 232 226 33 390 154 183 172
4.620
8.666
3.235
5.431
De totale onttrekking in 2002 uit de bestemmingsreserve besteding IJsselmijgelden bestaat, naast de aanwending voor genoemde projecten (€ 4,6 miljoen) uit een overboeking ten gunste van de Algemene Dekkingsreserve (€ 4,5 miljoen).
Jaarverslag 2002
73
Zoals blijkt uit de toelichting op de balans is aan de reserve Besteding IJsselmijgelden € 4,6 miljoen onttrokken in het kader van projecten die voldoen aan de hiervoor gestelde voorwaarden. In de begroting 2002 is hiervoor ten laste van genoemde reserve € 13,2 miljoen beschikbaar gesteld. In het voorgaande overzicht wordt de onderbesteding per project gespecificeerd. Hieronder worden enkelen hiervan toegelicht.
Grotestedenbeleid, algemeen De besteding blijft achter bij de planning omdat projecten uit de voorgaande convenantperiode nog niet alle zijn afgewikkeld. Er staan nog 10%-delen open van diverse projecten. Deze zullen naar verwachting in 2003 of (in één geval) in 2004 afgerond worden. Het gaat om de projecten: • Ontwikkeling Laares in Enschede; • Maagjesbolwerk in Zwolle; • Binnenstadsperspectief, Centrum beeldende kunsten en Revitalisering Bergweide in Deventer; • Multifunctioneel wijkcentrum Kerkelanden/ Aalderinkshoek in Almelo (wordt 2004).
Bijdrageregeling riolering buitengebieden Er is ten opzichte van de Najaarsnota 2002 € 34.000 meer betaald dan verwacht. Eind 2002 is nog een bedrag van ruim € 67.000 aan de gemeente Enschede betaald.
Milieubeschermingsgebieden De hogere uitgaven dan geraamd zijn veroorzaakt doordat een vordering op het ministerie van VROM in het kader van SGM-regeling moest worden afgeboekt.
Duurzame ontwikkeling doelgroep Industrie In januari 2003 is besloten de reservering voor duurzame revitalisering van het bedrijventerrein Bergweide te Deventer te laten vervallen. De gereserveerde middelen waren bedoeld als cofinanciering van projecten die zouden voortvloeien uit onderzoeken van de Grontmij en Krachtwerktuigen Bedrijfsadviseurs. Uit deze onderzoeken zijn echter geen concrete kansrijke projecten voortgekomen.
Voorfinanciering rijksweg 50 Kampen-Ramspol
Stimulering particulier beheer natuur, bos en landschap
Zoals in de Najaarsnota al gemeld is de voorfinancieringlast van RW 50 Kampen-Ramspol lager uitgekomen door lagere kosten van dit project.
De lagere uitgaven worden veroorzaakt doordat verschillende projecten al wel in uitvoering zijn maar de afrekening en uitbetaling van de subsidie eerst eind 2003 zullen plaatsvinden.
Rijksweg 35 / Combiplan Hellendoorn Daadwerkelijke besteding van de geplande € 2,5 miljoen zal plaatsvinden na 2005.
Mengfietspaden In 2002 is met één gemeente een aangelegd mengfietspad afgerekend.
N348 De aanleg van de N348 heeft vertraging opgelopen waardoor een bedrag van € 598.000 niet is besteed.
Co-financiering EPD-Twente 1997–1999 De hogere kosten dan geraamd ontstaan onder andere door extra accountantskosten in verband met de afrekening EPD 1997–1999.
Phasing out Twente (doelstelling 2 oud) De projecten lopen sneller dan geraamd. De achtergrond hiervan is enerzijds een voorzichtige raming en anderzijds door de effecten van extra communicatieen promotie-activiteiten. Hetzelfde geldt voor de projecten Phasing out Noord-Overijsssel (21), POP (23) en Leader+ (26).
Traverse Hardenberg Ten behoeve van de aanleg van de traverse Hardenberg moest er in 2002 nog een bedrag van € 1,136 miljoen worden teruggestort. Dit is in 2002 uitgevoerd.
74
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Interreg 3A Het project ‘Interreg 3A’ loopt een fractie langzamer dan geraamd waardoor minder cofinanciering van de zijde van de provincie nodig is.
Ontwikkeling bedrijventerrein buiten Twente De besluitvorming van de participatie van de provincie in de ontwikkeling van de Zuiderzeehaven heeft in 2002 vertraging opgelopen vanwege extra werkzaamheden bij de totstandkoming van de samenwerkingsovereenkomst (onder andere vanwege extra juridisch advies). De besluitvorming zal waarschijnlijk plaatsvinden in het voorjaar 2003.
Ontwikkeling landbouwstimuleringsbeleid De voortgang van de projecten voor landbouwstimuleringsbeleid is vertraagd en vindt later plaats dan was voorzien bij de Najaarsnota. Afwikkeling is nu voorzien in 2003.
Plattelandsvernieuwing, doelstelling 5B Het geld voor doelstelling 5B betreft technische bijstand. De programma’s EFRO / EOGFL zijn in 2002 afgerekend. Kosten voor technische bijstand zijn ten laste van de reserve besteding IJsselmijgelden gebracht. Er zijn voor dit onderdeel nog voldoende middelen beschikbaar in 2003 om de overschrijding in 2002 te compenseren.
Inrichting landelijk gebied De middelen voor inrichting landelijk gebied worden doorgeschoven naar 2003.
Reconstructie Dit bedrag is bestemd voor de afwikkeling van de pilot Hart van Twente. De afwikkeling kan waarschijnlijk worden gedekt uit een bijdrage van Europese Programma’s maar daarover komt meer duidelijkheid in 2003.
Extra impuls monumentenzorg Van het budget van € 993.000 resteert € 469.000 dat in 2003 wordt besteed. Het gaat hier meestal om projecten waarvoor langdurige procedures moeten worden gevolgd.
Zorgprojecten
programmalijnen blijken minimaal twee jaar (2002 en 2003) uitvoering te vergen. De inhoud van het programma is dusdanig omvangrijk (intersectoraal en integraal), zowel naar inhoud als naar partijen, dat creatie van draagvlak, uitvoering en daarmee opstart van projecten meer tijd kosten dan voorzien. Op grond van de projectgelden 2002 zijn binnen de diverse programmalijnen projecten ontwikkeld en toezeggingen gedaan, die echter begin 2003 zullen worden ingediend en moeten worden toegekend. In het Jaarprogramma Zorg 2003 zijn zowel de resterende projectgelden 2002 als de beschikbare projectgelden 2003 als totaaloverzicht opgenomen.
Jeugdzorg Deze middelen zijn bestemd voor drie projecten in het kader van de Regiovisie Jeugdzorg Overijssel. In december 2002 zijn de laatste formele verplichtingen aangegaan. Het betreft hier een project in het kader van de verbetering van de aansluiting tussen jeugdzorg en onderwijs, een project rond de ontwikkeling van de registratie van jeugdzorggegevens en een project rond de ontwikkeling van modularisering van de jeugdhulp in verband met de komende normering in de nieuwe Wet op de Jeugdzorg. Over de voortgang van de projecten kan eerst in het jaar 2003 worden gerapporteerd.
Grotestedenbeleid Het bedrag is toegezegd aan de gemeente Zwolle. De afwikkeling vindt plaats in 2003.
Verbetering accommodatie het Nijenhuis Van het budget 2002 zijn alleen uitgaven gedaan voor projectkosten tot een bedrag van € 128.000. De uitgaven zijn afhankelijk van de voortgang van de verzelfstandiging van de Hannema-De Stuers Fundatie. In eerste instantie werd verwacht dat de verbouwing van kasteel Het Nijenhuis en het voormalige gerechtsgebouw in Zwolle in 2002 zouden starten. In 2003 kunnen door Provinciale Staten nadere uitspraken worden gedaan betreffende de verzelfstandiging. Daarna kunnen de uitgaven beter worden gepland. Het restant is doorgeschoven naar 2003.
De besteding van de projectgelden 2002 heeft vertraging opgelopen. Het Jaarprogramma Zorg 2002 is feitelijk van start gegaan vanaf april 2002, en daarmee heeft de besteding en uitputting van de projectgelden 2002 vertraging opgelopen. De opgenomen
Jaarverslag 2002
75
4.7 Nieuw beleid
beleid. Ten laste van de budgetten voor nieuw beleid is € 30,8 miljoen daadwerkelijk besteed en voor € 6,8 miljoen zijn verplichtingen aangegaan. In onderstaand overzicht is een en ander gespecificeerd naar de speerpunten en majeure projecten.
Op deze plaats wordt ingegaan op de besteding van de middelen die voor nieuw beleid beschikbaar zijn gesteld. In de begrotingen van 2002 en de voorafgaande jaren van deze collegeperiode is voor 2002 in totaal € 47,3 miljoen beschikbaar gesteld voor nieuw
Bedragen x € 1.000 Nieuw beleid naar speerpunt en majeure projecten
A B C D E
Begroting 2002
Uitgaven liquide middelen 2002
Aangegane verplichting 2002
Saldo 2002
3.692 17.249 7.696 5.665 13.048
1.518 14.654 5.711 2.545 6.367
674 1.062 1.345 2.846 878
1.500 1.533 640 274 5.803
47.350
30.795
6.805
9.750
Meedoen aan de samenleving Sterke steden en vitaal platteland Bereikbaar Overijssel / Werk voor iedereen Kwaliteit van bestuur Majeure projecten
Toelichting Ter toelichting is in onderstaande vijf overzichten per onderdeel de realisatie van nieuw beleid zichtbaar gemaakt ten opzichte van hetgeen is geraamd. Zonodig wordt een en ander tekstueel toegelicht. Daar waar de middelen conform begroting zijn
ingezet, wordt geen toelichting gegeven. Voor toelichting van inhoudelijke aard wordt verwezen naar de toelichting op de producten en naar de Najaarsnota 2002.
Bedragen x € 1.000 A
Meedoen aan de samenleving
(Versterking) Vrijwilligers(net)werk Stimulering breedtesport Voortzetting streektaal Deelname kunst en cultuur Festivals Herstel verzetsmonument Digitaal netwerk bibliotheken Audiovisueel documentatiecentrum SOS Telefonische hulpdienst Oost-Nedederland Facilitering regiovisies zorg Zorgprojecten Provinciale nota zorgbeleid Ambulancezorg Stimulering opvang asielzoekers
76
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Begroting 2002
Uitgaven liquide middelen 2002
Aangegane verplichting 2002
Saldo 2002
113 227 136 91 288 115 590 35 71 91 454 454 1.000 27
71 22 136 91 180 531 34 71 85 186 84 27
42 108 117 59 268 80 -
97 –9 115 1 6 290 1.000 -
3.692
1.518
674
1.500
Bestedingen in het kader van het product Versterking vrijwilligersnetwerk betreft de opzet van het Vrijwilligerspunt Overijssel. Gedeputeerde Staten hebben de kaders voor de vorm en inhoud aangegeven. Inmiddels is de Stichting Vrijwilligers Overijssel gestart met de inrichting. Volgens de planning zal het vrijwilligerspunt Overijssel eind tweede kwartaal 2003 van start gaan. Het budget stimulering breedtesport is bestemd voor enerzijds breedtesport en anderzijds accommodatiebeleid. Het budget voor accommodatiebeleid is een incidentele aanvulling op de gelden die meerjarig beschikbaar zijn gesteld voor breedtesport. Voor breedtesport is nog weinig besteed omdat een beschikking van het ministerie van VWS betreffende het project breedtesportimpuls pas recent is afgegeven. Wat betreft het accommodatiebeleid zijn de volgende bestemmingen aangegeven: een knelpuntenanalyse en stimulering planvorming sportaccommodaties. Gerealiseerd is een haalbaarheidsonderzoek naar het ecozonemiddengebied Enschede-Hengelo. Een deel van het budget is bestemd voor onderzoek om input te leveren voor de sociale kaart in het kader van het gebiedsgericht werken. De beslissingen over de sociale kaart hebben op zich laten wachten. In het kader van voortzetting streektaal zullen de twee streektaalinstituten gezamenlijk activiteiten ontplooien. Er is een activiteitenplan opgesteld voor de inzet van de streektaalconsulenten. Voor dit doel is € 100.000 toegekend. Het resterende bedrag van € 36.000 is beschikbaar gesteld voor het taalonderzoek van de Stichting GOS. De resultaten daarvan worden gepubliceerd in het Woordenboek van de Overijsselse Dialecten, waarvan inmiddels drie delen verschenen zijn. Het aantal subsidieaanvragen in het kader van deelname kunst en cultuur / festivals neemt toe. Het budget is overschreden door het honoreren van een aantal bezwaarschriften en het alsnog subsidiëren van een aantal projecten. De besteding van dit budget maakt onderdeel uit van de programmalijnen amateurkunst en podia in het cultuurprogramma 2002. Het budget is bestemd voor subsidies aan externen die met de subsidie projecten ontwikkelen en uitvoeren voor het Overijsselse publiek. In 2002 is subsidie verdeeld over de categorieën festivals, producties, amateurkunstprojecten en circuits. Het aantal aanvragen voor subsidie voor producties is afgenomen door de strengere criteria ingevoerd met ingang van 2002. De voorgestelde producties zijn kwalitatief beter en ook de
samenwerking met Overijsselse podia neemt toe. Er bestaan festivals in Overijssel met de potentie van provinciale tot (inter)nationale uitstraling en voldoende artistieke en organisatorische kwaliteit. De aanpak van de publicitaire uitstraling behoeft nog de nodige aandacht. Het beschikbare budget voor producties en festivals blijkt te laag in verhouding tot het aantal positief beoordeelde aanvragen. In juni 2002 is het beschikbare budget reeds volledig besteed. Bij de behandeling van de Perspectiefnota is budget vrijgemaakt voor herstel van het verzetsmonument. Vervolgens is de provincie met de gemeente Hof van Twente en de Stichting verzetsmonument in overleg getreden over de restauratie van het object. Vanwege verschillende ideeën over de restauratie zijn deze gesprekken pas aan het eind van 2002 afgerond. Een daadwerkelijke opdracht zal echter waarschijnlijk pas aan het begin van 2003 worden verleend. Met betrekking tot het product Digitaal netwerk bibliotheken is inmiddels een beschikking verleend voor het totale bedrag. Het bedrag is bedoeld voor ontwikkeling van de digitale pleinen en projecten. De subsidiebeschikking voor de inrichting van een audiovisueel documentatiecentrum is inmiddels verleend en het bedrag is betaalbaar gesteld. De middelen bestemd voor facilitering Regiovisies zorg zijn onder andere gebruikt voor de organisatie van twee regionale werkconferenties en voor twee onafhankelijke voorzitters voor de begeleiding van de regionale denktanks zorg, naast diverse externe vergaderkosten en bijeenkomsten. De volgende zorgprojecten zijn gerealiseerd. Opzet van een ondersteuningsstructuur voor de zorgboerderijen in Overijssel, bundeling van eerstelijns zorgvoorzieningen (zorgpostenplus) in de gemeenten Dalfsen en Deventer, project ter voorkoming van uitval van studenten tijdens de zorgopleiding, imagoverbetering van de zorg en netwerkontwikkeling in de regio Twente. De besteding van de projectgelden 2002 heeft vertraging opgelopen omdat de inhoud van het programma dusdanig omvangrijk is, zowel naar inhoud als naar betrokken partijen, dat creatie van draagvlak, uitvoering en daarmee opstart van projecten meer tijd kosten dan voorzien. De combinatie wonen en zorg is als bestuurlijk speerpunt voor het jaar 2002 bepaald. Hiervoor is dan ook in totaal € 350.000 beschikbaar gesteld. Toegekende
Jaarverslag 2002
77
projecten zijn: Zorgcombinatie Zwolle voor een impuls aan de realisatie van een woonzorgzone in DiezerWest, de inrichting van een gemeenschappelijke ruimte in het WoonZorgWelzijnscomplex Stadshagen, de opzet van een transferpunt in Deventer e.o. Voor de regio Twente worden vergelijkbare initiatieven voor wat betreft woonzorgzones en transferpunten ontwikkeld. Daarnaast is voor het jaar 2002 € 105.000 projectgeld beschikbaar gesteld voor de versterking van de positie van zorgvragers. Hiervoor zijn projectgelden toegekend aan het Patiënten Consumenten Platform (PCP) Twente en het PCP Zwolle, en aan een project belangenbehartiging op het terrein van de GGZ in de regio Zwolle.
Op dit moment zijn de ambulancediensten bezig met de voorbereiding voor de inrichting van standplaatsen in Tubbergen en Zwartewaterland. In de eerste helft van 2003 zullen de ambulancediensten hiervoor een subsidie aanvraag indienen. Bestemming van de middelen heeft dan ook reeds plaatsgevonden, effectuering en daadwerkelijke besteding zal in de eerste helft van 2003 plaatsvinden.
Bedragen x € 1.000 B
Sterke steden en vitaal platteland
Begroting 2002
Uitgaven liquide middelen 2002
Aangegane verplichting 2002
Saldo 2002
3.541 1.397 113
3.302 424 82
-
239 973 31
150 136 133 331 227 102 150 182 45 1.913 272 740 45 227 7.000 91 454
150 86 133 300 102 150 144 34 1.898 212 20 78 7.000 85 454
99 60 740 8 149 6 -
50 31 128 38 11 15 17 -
17.249
14.654
1.062
1.533
Grotestedenbeleid Regionale ontwikkeling Overijssel Ruimte voor rivieren Vaststellen gewenste grond- en oppervlakte-water regime Op orde brengen regionaal watersysteem Gebiedsgericht beleid Voortgang bestaand gebiedenbeleid Stimulering regeling bodemsanering derden Meetbudget geluidshinder Voortzetting subsidie Stichting Landschap Overijssel Particulier natuurbeheer Uitvoering natuurbeschermingswet amoniak ROO-reconstructie concentratiegebied Herstructurering van de landbouw MKZ noodfonds Reanimatie industrieel erfgoed Verhoging budget effectuering ruimtelijk beleid Instelling reserve Grondbeleid Woningbouwprogrammering Stedelijke vernieuwing (ISV)
In het kader van de Regionale Ontwikkeling Overijssel (ROO) is aanvankelijk veel energie gestopt in het ontwikkelen van een model voor integraal gebiedsgericht werken en zijn voorbereidingen getroffen voor het ontwikkelen van een programma. Dit proces kwam medio 2001 tot stilstand. De activiteiten zijn vervolgens verlegd naar de reconstructie. In de planfase van de reconstructie zijn economische en sociale aspecten meegenomen en is dus ingespeeld op de ROO-aanpak.
78
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Het heeft er toe geleid, dat het ROO-programma 2002 maar zeer beperkt is ingevuld en de gereserveerde middelen provinciebreed grotendeels niet zijn besteed. Inmiddels is het ROO-proces weer opgepakt en zijn bestuurlijke afspraken gemaakt in Noordoost en Noordwest-Overijssel. Ook de reconstructie komt in 2003 in de uitvoeringsfase. Met het samenwerkingsverband Zwolle-Kampen eraan toegevoegd hebben we in 2003 een vlakdekkende gebiedsgerichte aan-
pak, waarvan de meeste gebieden in de uitvoeringsfase zijn gekomen. Derhalve is de prognose voor 2003 dusdanig, dat de resterende ROO-middelen van 2002 in 2003 kunnen worden besteed aan de doelen waarvoor ze zijn bedoeld.
De extra middelen voor reanimatie industrieel erfgoed zijn besteed voor personeelsgebonden kosten en voor bekostiging van projecten industrieel erfgoed. De besteding inzake instelling reserve grondbeleid betreft een storting in de bestemmingsreserve grondbeleid.
Het geld voor Particulier natuurbeheer is niet geheel besteed in 2002. In 2002 is het gehele bedrag wel toegekend aan projecten. De gelden bestemd voor herstructurering van de landbouw hebben betrekking op onder andere projecten voor reconstructiezonering, wet veehouderij, ammoniak en stankbeleid, extensivering grondgebonden landbouw. De gelden zijn geheel besteed dan wel verplicht in 2002. De uitbetaling van de bijdrage aan het MKZ-noodfonds (in totaal € 906.000) is afhankelijk van de ondertekening van overeenkomsten met DLG en het Groenfonds.
De middelen voor stedelijke vernieuwing zijn, samen met gelden van het Rijk en stads- en dorpsvernieuwingsmiddelen, gebruikt voor project- en programmagemeenten ISV.
Bedragen x € 1.000 C
Bereikbaar Overijssel / Werk voor iedereen
Begroting 2002
Uitgaven liquide middelen 2002
Aangegane verplichting 2002
Saldo 2002
Bijdrage ondertunneling Zweedsestraat Deventer 357 Voorfinanciering ondertunneling Zweedsestraat Deventer 2.366 Infrastructurele knelpunten 1.000 Optimaliseren goederenvervoer 136 Convenant verkeersveiligheid Twente 45 Kop van Overijssel Duurzaam Veilig 45 Subsidiëring gemeentelijke fietsvoorzieningen 200 Onderhoud wegen 908 Stimulering openbaar vervoer 367 Vergunningverlening (Decomp) 6,0 fte 405 Vergunningverlening (Decomp) 7,6 fte 513 Meldpunt onveilige situaties 8 Bijdrage Syntens 182 Universiteit Twente 1.000 Energiebesparing 114 Regiovisie Zuid-Drenthe / Noord-Overijssel 50
357 2.366 16 13 45 908 123 405 213 8 164 1.000 93 -
1.000 26 32 200 18 21 48
94 244 300 2
7.696
5.711
1.345
640
De beschikbaar gestelde gelden voor ondertunneling van de Zweedsestraat te Deventer zijn gestort in de bestemmingsreserve regionaal mobiliteitsfonds. De infrastructurele knelpunten betreffen knelpunten in Hellendoorn, een extra regionale bijdrage RW 35 en de problematiek rond Almelo.
Voor wat betreft het product optimalisering goederenvervoer geldt dat de verwachte besteding voor met name stedelijke distributie en stimulering van (nieuwe) overslagvoorzieningen in 2002 niet is gerealiseerd. Tijdens de realisatie benuttingsmaatregelen van werkzaamheden aan de A28 zal een halvering van de capaciteit van de A28 optreden en zal het verkeer
Jaarverslag 2002
79
omgeleid worden via het omliggende wegennet. Voor tijdelijke maatregelen op het regionale / provinciale wegennet bij de uitvoering van de werkzaamheden teneinde de bereikbaarheid van Zwolle voor goederenvervoer te kunnen blijven waarborgen zijn middelen beschikbaar gesteld. Voor de handhaving van snelheden op het wegennet in Twente is in 2000 een convenant verkeersveiligheid Overijssel gesloten. Voor uitvoering van dit convenant zijn de in 2002 beschikbare middelen aangewend. In het kader van het product subsidiering gemeentelijke fietsvoorzieningen zijn twee projectsubsidies toegekend aan gemeenten voor de aanleg van mengfietspaden. Medio 2002 is voor stimulering openbaar vervoer per amendement € 367.000 beschikbaar gesteld. In de laatste vier maanden van 2002 is een deel van de beschikbaar gestelde middelen bestemd voor versterking van het beheer van het openbaar vervoer. Een bedrag van € 244.000 is in 2003 nodig voor de inhuur van expertise bij de aanbesteding van busvervoer en de regiotaxi alsmede voor de verdere ontwikkeling van het openbaar vervoer, waaronder studie naar de decentralisatie spoorlijnen.
Door de krapte op de arbeidsmarkt zijn de Decompvacatures voor vergunningverlening in 2002 niet geheel vervuld. Hierdoor is de in 2001 ontstane achterstand bij het wegwerken van vergunningaanvragen, verder gegroeid. Per ultimo 2002 is de bezetting nog niet op peil. De middelen voor de Decomp-formatie zijn deels ingezet voor compensatie van het capaciteitsgebrek. De capaciteit is daarnaast aangevuld door inzet van middelen uit de onderuitputting 2001. Voorts is gebleken dat de benodigde formatie voor uitvoering van het Vuurwerkbesluit groter is dan waarvoor het ministerie van VROM destijds middelen heeft toegekend. Provinciale Staten hebben € 1 miljoen vrijgemaakt ten behoeve van de Universiteit Twente, om economische schade als gevolg van de brand bij het computercentrum zoveel mogelijk te beperken. De middelen zijn geheel voor dit doel aangewend. De middelen bestemd voor energiebesparing zijn conform besluitvorming bij de Perspectiefnota aangewend voor de financiering van het energiebureau.
Bedragen x € 1.000 D
Kwaliteit van het bestuur
Beleidsevaluatie Monitoring Fractiebudget Positionering en profilering provincie Open Huis Promotie en externe betrekkingen TV-spotjes RTV-Oost Jongerenraad Juridische kwaliteitszorg Strategische visie ICT ICT formatie Integrale veiligheid Provinciale waarderingsprijs voor de veiligheid Versterking provinciaal veiligheidsbeleid Veiligheidsbeleid Monitoring Instroomproject allochtonen
80
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
Begroting 2002
Uitgaven liquide middelen 2002
Aangegane verplichting 2002
Saldo 2002
136 159 18 136 68 299 23 23 305 68 3.517 103 154 14 476 30 91 45
40 44 133 327 22 11 280 39 1.073 103 144 9 301 19 -
103 115 68 2.443 72 45
–7 18 3 – 28 1 12 25 29 1 10 5 175 30 -
5.665
2.545
2.846
274
Het budget voor informatie- en communicatietechnologie is volledig besteed aan extra gebruikersondersteuning.
In het kader van beleidsevaluatie zijn, als onderdeel van een voortschrijdend onderzoeksprogramma, in 2002 de onderzoeken streekplan West-Overijssel, de Telefonische Hulpdienst Oost-Nederland, Cultuureducatie en Milieuhandhaving uitgevoerd. Voor de nog te betalen bedragen die voortvloeien uit de onderzoekswerkzaamheden zijn verplichtingen aangegaan.
De besteding van de middelen bestemd voor veiligheidsbeleid zijn in 2002 als volgt aangewend. De personele middelen zijn in 2002 geheel benut. De programmagelden zijn besteed aan bijdrageregeling veiligheid, risico-inventarisatie, veiligheidsmonitor, programma Integrale Veiligheid en de Veiligheidsprijs. Daarnaast is een aanzienlijk deel van het geld voor nieuw beleid niet besteed door de opgelopen vertraging bij de invoering van de digitale risicokaart voor Overijssel. Omdat de ontwikkelingen op landelijk niveau niet gelijk lopen met het Overijsselse ambitieniveau is in het laatste kwartaal van 2002 besloten een eigen versie van de risicokaart te gaan bouwen die in 2003 via het internet publiek beschikbaar zal zijn. Als dekking hiervan zijn bestaande verplichtingen uit 2001 benut. De bouw van de (uiteindelijke) dynamische risicokaart wordt voortgezet in 2003.
Het nieuw beleid op het product Monitoring behelst het uitbouwen van het monitoringsysteem om, als onderdeel van de planning- en controlcyclus, beleidseffecten te kunnen meten treft. Het grootste deel van de kosten van dit meerjarige project zal ten laste komen van 2003. Nieuw beleid inzake promotie en externe betrekkingen betreft onder andere de spotjes RTV-Oost voor politieke partijen en diverse andere media-uitingen. Het Open huis is uitgesteld naar 8 maart 2003, de eerste Dag van Overijssel. Het toegekende bedrag voor juridische Kwaliteitszorg is bestemd voor inzet t.b.v. het project Mediation en voor het verbeteren van de juridische kwaliteit binnen de provincie, onder andere door uitvoeren van legal audits. De middelen zijn voor ongeveer 90% ingezet. In 2002 is gestart met het project Bijstelling strategische visie. Het voorwerk heeft geresulteerd in het overzicht ‘de Staat van Overijssel’ en het essay ‘Een tevreden provincie’. De daadwerkelijke afronding van de bijstelling vindt plaats in 2003.
Binnen het instroomproject allochtonen is in 2002 is het allochtonenbeleid binnen de provincie geëvalueerd en dat heeft geleid tot de conclusie dat er een andere weg ingeslagen moet worden, teneinde het streefcijfer van 3,5% instroom van allochtonen te kunnen realiseren. Voor 2003 is de afspraak gemaakt dat er een pilot gaat starten met drie eenheden die elk instroom van een allochtone kandidaat bewerkstelligen en een stageplaats aanbieden.
Bedragen x € 1.000 E
Majeure projecten
Begroting 2002
Cultuurconvenant Cultuuraccommodaties PVVP, inclusief instandhouding provinciale kunstwerken Actualisering infrastructuur Europese programma’s / ICES Renovatie provinciehuis Renovatie provinciehuis
Uitgaven liquide middelen 2002
Aangegane verplichting 2002
Saldo 2002
908 1.537 3.988 426 4.192 182 1.815
382 3.988 182 1.815
528 350 -
–2 1.187 426 4.192 -
13.048
6.367
878
5.803
Jaarverslag 2002
81
Het budget cultuurconvenant is besteed aan subsidies voor Toneelgroep Oostpool en het Orkest van het Oosten. Daarnaast levert dit budget de provinciale matching voor de rijksgelden Cultuur en School en Actieprogramma Cultuurbereik. Het verbeteren en verbouwen van Kulturhusen en cultuuraccommodaties vraagt een lange voorbereidingstijd. Voordat de planvorming van de gemeenten zo concreet is dat kan worden voldaan aan de criteria voor een bijdrage, zijn al gauw twee jaar verstreken. In 2002 zijn besluiten genomen over de eerste verdeelronde Kulturhusen en over de vernieuwing accommodatie Natura Docet. Om richting te geven aan de besteding van het budget culturele accommodaties is een bestedingsplan door Gedeputeerde Staten vastgesteld. Een deel van de beschikbaar gestelde middelen in het kader van PVVP is toegevoegd aan de reserve regionaal mobiliteitsfonds. De overige middelen zijn toegevoegd aan de bestemmingsreserve instandhouding provinciale kunstwerken / PVVP. Het beschikbare budget voor Europese programma’s / ICES voor 2002 is voor een deel niet benut. Voor de uitvoering van de EU programma’s is ook gebruik gemaakt van de IJsselmijgelden. Het niet bestede deel is gestort in de reserve EU programma’s De budgetten inzake renovatie provinciehuis zijn aan het einde van het jaar toegevoegd aan de Bestemmingsreserve renovatie provinciehuis.
82
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
4.8 Investeringen Voor investeringen in 2002 was vooraf € 25,1 miljoen beschikbaar. Uit de toelichting op de balans blijkt dat in 2002 investeringen zijn gerealiseerd voor een bedrag van € 9,9 miljoen, zodat ruim € 15 miljoen aan niet aangesproken investeringskredieten resteert. In onderstaande tabel zijn de geplande en gerealiseerde investeringen per krediet weergegeven.
Bedragen x € 1.000 Investeringen A
40
21
19
0
40
21
19
0
75
0
75
0
75
0
75
0
1.055 15.894 1.881
128 6.042 230
927 9.852 1.651
0 0 0
18.830
6.400
12.430
0
37 136
0 122
37 14
0 6
173
122
51
6
50 57
0 0
50 57
0 0
107
0
107
0
32
28
4
0
32
28
4
0
0 227 37 19 54 4.040 91 1.383
4 0 9 15 37 2.584 90 620
–4 227 28 4 17 1.456 1 763
0 0 0 0 0 0 0 0
5.851
3.359
2.492
0
25.108
9.930
15.178
6
Waterhuishouding Integraal waterbeheer Grondwaterbeheer
E
Verplicht ultimo 2002
Verkeer en vervoer Planvorming provinciale wegen Realisatie provinciale wegen Beheer en onderhoud waterwegen
D
Saldo
Openbare orde en veiligheid Openbare orde en veiligheid
C
Rekening 2002
Algemeen bestuur Promotie, externe betrekkingen en lobby
B
Begroting 2002
Milieubeheer Bodemsanering door derden Handhaving
Welzijn Spreiding basis- en voortgezet onderwijs
F
Middelenbeleid en -beheer P&O administratie Centraal applicatiebeheer Huisvesting en inrichting Documentaire informatievoorziening Document productie ICT Logistieke services en vervoer Dienstverlening provinciale infrastructuur
Jaarverslag 2002
83
A – Algemeen bestuur Het budget voor de vervangingsinvestering van de Apple-configuratie hoefde niet geheel te worden aangesproken. Door technische problemen is de pilot digitalisering knipselkrant niet gerealiseerd en is daarvoor geen apparatuur aangeschaft. B – Openbare orde en veiligheid Het investeringsbudget 2002 betreft de ICT gerelateerde infrastructuur van het Provinciaal Coördinatie Centrum. In 2002 zijn stappen gezet ter voorbereiding, de investeringen zullen in 2003 worden uitgevoerd. C – Verkeer en vervoer Het achterblijven van de realisatie bij de investeringsbudgetten voor wat betreft de planvorming realisatie provinciale wegen houdt vooral verband met vertraging van investeringsprojecten. Wanneer besloten is een project te realiseren dan worden de daarbij behorende middelen overgeheveld naar het product realisatie provinciale wegen. In 2003 en volgende jaren zal een groot aantal projecten in gang worden gezet. De onderschrijding bij het product realisatie provinciale wegen is hoofdzakelijk te verklaren uit de opgelopen vertraging bij het project N348. De traverse Hardenberg is in 2002 afgerond. Het achterblijven van de investeringen bij de plannen voor het beheer en onderhoud van waterwegen is toe te schrijven aan vertraging bij de projecten aanleg brug GiethoornZuid en ombouw oevers Arembergergracht. D – Waterhuishouding De investering in een nieuw grondwaterarchief is vrijwel geheel in 2002 afgerond. In 2003 vinden afrondende werkzaamheden plaats. E – Milieubeheer Bij het product bodemsanering door derden heeft, anders dan vooraf geraamd, het ministerie van VROM de kosten van een nieuw systeem (FINABO) voor haar rekening genomen. De geplande aanschaf van het systeem Superoffice voor handhaving zal plaatsvinden in 2003.
84
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
F – Middelenbeleid en -beheer Dit jaar heeft de selectie van een nieuw (financieel) informatiesysteem plaatsgevonden. Het nieuwe financiële informatiesysteem dient operationeel te zijn per 2004. De selectie van het pakket heeft plaatsgevonden via Europese aanbesteding. Het investeringsbudget ICT van ruim € 4 miljoen is voor meer dan de helft gebruikt voor de vervanging van ongeveer 580 bureaucomputers en 60 portable computers, de aanschaf van Oracle-licenties en de beveiliging van de technische infrastructuur. Op de volgende posten is het budget niet (volledig) besteed: Cordless telefoons, vervanging GSM-telefoons en E-provincie. De verbouw van het steunpunt in Nieuwleusen is afgerond, de investeringen op de steunpunten Balkbrug en Isidorushoeve zijn nagenoeg afgerond. Na jarenlange vertraging ziet het er nu naar uit dat dit jaar eindelijk kan worden gestart met de bouw van het nieuwe steunpunt in Wilsum. De hiervoor in de begroting 2002 opgenomen post van € 532.000 is niet besteed. De overige onderschrijdingen worden veroorzaakt door uitgestelde investeringen in materieel en meetapparatuur.
Jaarverslag 2002
85
Accountantsverklaring
Opdracht De controle heeft tot doel het uitbrengen van een onafhankelijk oordeel over de jaarrekening alsmede over het verenigbaar zijn van jaarverslag en overige gegevens met deze jaarrekening. De jaarrekening is opgesteld onder verantwoordelijkheid van het College van Gedeputeerde Staten. Het is onze verantwoordelijkheid een accountantsverklaring inzake de jaarrekening te verstrekken. Wij hebben de controleopdracht uitgevoerd in overeenstemming met in Nederland van toepassing zijnde Richtlijnen voor de Accountantscontrole.
Oordeel Wij zijn van oordeel dat de jaarrekening een getrouw beeld geeft van de grootte en de samenstelling van de financiële positie op 31 december 2002 en van de baten en lasten over 2002 in overeenstemming met in Nederland algemeen aanvaarde grondslagen voor financiële verslaggeving en voldoet aan de wettelijke bepalingen inzake de jaarrekening zoals opgenomen in het Besluit comptabiliteitsvoorschriften 1995. Zwolle, 18 maart 2003 PriceWaterhouseCoopers Accountants NV
Werkzaamheden Onze werkzaamheden zijn verricht met als doel een onafhankelijk oordeel te geven over de jaarrekening. Onze controle omvat naast de rechtmatigheidcontrole ook de op grond van de Provinciewet verplichte doelmatigheidscontrole. Ons onderzoek heeft zich niet verder uitgestrekt dan noodzakelijk was om tot een oordeel te komen omtrent de jaarrekening.
Jaarverslag 2002
87
Verklarende woordenlijst
ADB
AO / IC
APR
AV
Anti Discriminatie Bureau Onafhankelijke organisatie gericht op het registreren en behandelen van discriminatie vanwege huidskleur. Administratieve Organisatie / Interne Controle Eén van de instrumenten gericht op de beheersing van een organisatie. Arbeidsplaatsenpremieregeling Op basis van de Arbeidsplaatsen- en Premieregeling Twente kan een premie verleend worden aan bedrijven die arbeidsplaatsen realiseren. Agrarische natuurvereniging
EPD EU EURAL EURIBOR EZ
Enig Programmerings Document Europese Unie Europese afvalstoffenlijst European Inter Bank Offered Rate Economische Zaken
FD FIDO
Eenheid Facilitaire Dienstverlening Financiering Decentrale Overheden De gelijknamige wet beperkt de mogelijkheden voor belegging van tijdelijk overtollige middelen door overheden, en daarmee het risico dat hiermee gepaard kan gaan. Fulltime equivalent, ofwel een 100% formatieplaats
FTE BA BIRO BNG
Eenheid Bestuurlijke aangelegenheden Bedrijven- en Instellingenregister Overijssel Bank Nederlandse Gemeenten
CAO CBM CPB CS CvdK
Collectieve Arbeidsovereenkomst Centraal Bureau Motorrijtuigen Centraal Planbureau Concernstaf Commissaris van de Koningin
DECOMP DLG
EC ECB EDON EFRO EHS EMT EOGFL
88
Decentralisatie en complementair bestuur Dienst Landelijk Gebied
Europese Commissie Europese Centrale Bank Energiedistributiemaatschappij OostNederland Europees Fonds Regionale Ontwikkeling Ecologische Hoofdstructuur Eenheid Economie, milieu en toerisme Europees Oriëntatie en Garantiefonds voor Landbouw
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
GDU GGZ GLTO GO GOM GOS
GS GSB GST-progr.
ICES ICG ICT IGON
IIP
Gebundelde Doeluitkering Geestelijke Gezondheidszorg Gewestelijke Land- en Tuinbouworganisatie Georganiseerd overleg Gelderse Ontwikkelingsmaatschappij Grensoverschrijdende Streektalen De gelijknamige Stichting houdt zich bezig met onderzoek naar en instandhouding van deze dialecten. Gedeputeerde Staten Grotestedenbeleid Programma Gemeentelijke Samenwerking Toetredingslanden
Interdepartementale Commissie Economisch Structuurbeleid Interne controle groep Informatie- en Communicatie Technologie Initiatief- en coördinatiepunt Goederenvervoer Oost-Nederland (IGON) Investors In People Verbeterproces ten behoeve van de
INK
IZR
KITO
LNL LNV
MARAP
organisatorische en personele prestaties van organisaties. Instituut Nederlandse Kwaliteit Organisatie die zich bezig houdt met onderzoek naar, en certificering op het gebied van kwaliteit. INK (of INKmodel) is de norm die in de provincie wordt gehanteerd voor het beheersen van kwaliteit. Interprovinciale Ziektekostenregeling Verzekering voor het personeel van de provincie.
Kwaliteitsimpuls Toerisme Overijssel Subsidieverordening gericht op het stimuleren van kwaliteitsverhogende investeringen door het toeristisch bedrijfsleven in Overijssel.
Eenheid Landbouw, Natuur en Landschap Ministerie van Landbouw, Natuur en Visserij
MKZ
Managementrapportage Intern overzicht ten behoeve van het bestuur van een organisatie waaruit blijkt of, en in welke mate, vooraf gestelde doelen zijn gerealiseerd. Eenheid Middelen Meerjarenprogramma Infrastructuur en Transport Mond- en Klauwzeer
NDIX NS NV
Nederlands-Duitse Internet Exchange Nederlandse Spoorwegen Naamloze Vennootschap
MI MIT
OC&W OIS
OZB
PCFL
PCP PO POB POP PPS
PS PVVP
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen Onderwijs Informatie Systeem Systeem binnen de provincie Overijssel gericht op het beter benutten en kanaliseren van informatie vanuit de sector Onderwijs. Onroerend Zaakbelasting
Provinciale Commissie voor de Fysieke Leefomgeving Adviesorgaan Patiënten Consumenten Platform Programmeringoverleg Programmeringoverleg Bedrijventerreinen Plattelands Ontwikkelingsplan Publiek-private samenwerking Samenwerking tussen overheden en ondernemingen. Provinciale Staten Provinciaal Verkeer en Vervoersplan Beleidsdocument (1998) gericht op de gevolgen van de toegenomen mobiliteit in Overijssel.
RBT RBV
Regionaal Bedrijventerrein Twente Regeling Beëindiging Veehouderijtakken REA Reïntegratie arbeidsgehandicapten Reconstructie Naar aanleiding van de varkenspest eind jaren negentig is de Reconstructiewet opgesteld. Doel van deze wet is de problemen rond de intensieve veehouderij in samenhang met andere knelpunten (wonen, ondernemen, toerisme) op te lossen. ROLO Regeling Onderhoud Landschapselementen Overijssel ROO Regionale Ontwikkeling Overijssel ROVO Regionaal Overlegorgaan Verkeersveiligheid Overijssel
Jaarverslag 2002
89
RVV
RW RWB
SGB SGM SNO
WCL
Subsidiebesluit Gebiedsgericht Beleidsregeling Subsidiebesluit Gebiedsgericht Milieubeleid Service Niveau Overeenkomsten Schriftelijk vastgelegde afspraken, gericht op bevordering van zakelijk werken binnen de provincie.
WK WMO
Waardevolle Cultuurlandschappen Gebieden van grote cultuurhistorische en aardkundige betekenis. Er bestaat een gelijknamige subsidieverordening. Wet Gemeenschappelijke Regelingen Wegeninformatiesysteem Systeem gericht op het verkrijgen van stuurinformatie met betrekking tot provinciale wegen. Eenheid Wegen en Kanalen Waterleiding Maatschappij Overijssel
ZC
Eenheid Zorg en cultuur
TES TGO TIPP
Toezicht Europese Subsidies Toekomstgericht ondernemen Tender Investeringsprogramma’s Provincies Subsidieverordening gericht op regionale economische ontwikkeling.
UT
Universiteit Twente
VNG VOT VROM
Vereniging Nederlandse Gemeenten Vorming, Opleiding Training Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
VWS
WAO WAV
WB
90
Ruimte Voor Vernieuwing 2000+ Plan voor het sociaal-economisch beleid van de provincie voor de periode 2000-2005. Rijksweg Eenheid Ruimte, Wonen en Bereikbaarheid
Wet Arbeidsongeschiktheid Wet Ammoniak en Veehouderij Wet gericht op bescherming van kwetsbare natuur tegen schade door veehouderij. Eenheid Water en Bodem
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
WGR WIS
Register
Accountantsverklaring 87 Administratie 83 Anti Discriminatie Bureau 13 Arbeidsplaatsenpremieregeling 22 Arbeidsomstandighedenbeleid 31 Balans 48 Bedrijfsvoering 31 Bedrijvigheid 21 Bereikbaarheid 11, 24 Bestuur 27 Bestuurlijke vernieuwing 27 Bestuursakkoord 8 Commissaris van de Koningin 9 Concernstaf 10 Cultuur 11, 14, 68 Cultuurlandschap 20 Dagelijks bestuur 9 Deeltijdarbeid 34 Directie 10 Doelgroepenbeleid 34 Doelmatigheid 40 Duurzame ontwikkeling 22, 74 E-government 35 Eenheid Bestuurlijke Aangelegenheden 10 Eenheid Facilitaire Dienstverlening 10 Enig Programmerings Document (EPD) 74 Europese programma’s 43 Europese Unie 21, 28, 43, 53, 58 Fiets 25 Financiering Decentrale Overheden 38 Gedeputeerde Staten 9 Goederenvervoer 26 Grondslagen 47 Grotestedenbeleid 74, 75 Handhaving en vergunningverlening 41 Huisvestingsbeleid 36
IJsselmijgelden 73 Informatiebeleid 35 Instituut Nederlandse Kwaliteit 37 Interbestuurlijke samenwerking 27 Investeringen 82 Investors In People 31, 37 Jeugdhulp 16 Jeugdzorg 16, 44, 58, 75 Juridische kwaliteit 29 Juridische Kwaliteitszorg 41 Kasgeldlimiet 38 Kredietrisicobeheer 38 Kwaliteitszorg 10, 32, 37, 40, 69, 81 Kwaliteitsimpuls Toerisme Overijssel 20 Landbouw 10, 19 Landelijk gebied 19, 75 Leefklimaat 17 Leeftijdsopbouw 34 Liquiditeitsprognose 39 Milieubeheer 42, 64, 67, 84 Milieubeleid 37 Motorrijtuigenbelasting 44, 68 Onderwijs 14 Openbaar vervoer 25, 58 Personeel 31 Personeelsbeleid 31 Personeelsbestand 33 Personele formatie en bezetting 31 Planning- en controlcyclus 41 Plattelands Ontwikkelingsplan (POP) 43, 67, 73, 74 Provinciale Staten 7, 10, 14, 15, 17, 20, 22, 23, 27, 35, 36, 40, 43, 44, 53, 55, 57, 59, 60, 61, 63, 71, 75, 80 Reconstructie 75 Recreatie en Toerisme 20 Regionaal Overlegorgaan Verkeersveiligheid Overijssel (ROVO) 25
Jaarverslag 2002
91
Jaarverslag Provinciaal Ruimtelijk Beleid
Overeenkomstig artikel 4, lid 2 van de Wet op de Ruimtelijke Ordening doen Gedeputeerde Staten jaarlijks een verslag toekomen aan Provinciale Staten van het door hen gevoerde beleid inzake de ruimtelijke ordening.
Relatiebeheer 39 Renterisiconorm 38 Rentevisie 39 Risico’s 29, 42 Speerpunten 13 Sport 14 Steden 17, 18, 24, 67, 78 Stortplaatsen 42
Leeswijzer Om hierin te voorzien, is onderstaande leeswijzer bij de Beleidsjaarrekening 2002 toegevoegd. Hierdoor kan een afzonderlijk verslag achterwege blijven. De leeswijzer geeft een verwijzing naar de productnummers van de productgroepen 9.1 Ruimtelijke ordening en 9.2 Volkshuisvesting van de Beleidsjaarrekening. In de leeswijzer zijn de producten in onderlinge samenhang gegroepeerd, volgens de opzet van de verslagen zoals die in voorgaande jaren tot stand zijn gekomen.
Tender Investeringsprogramma’s Provincies (TIPP) 22 Toelichting balans 52 Toelichting baten en lasten 63 Treasurybeheer 38 Treasurybeleid 38 Uitzettingen 38 Veiligheid 18, 28, 63, 67, 84 Verkeersveiligheid 24 Wachtgeldclaim 44 Werkgelegenheid 21, 67 Wetgeving 42
Leeswijzer bij Beleidsjaarrekening 2002
Productnummer
Ziekteverzuimbeleid 34 Zorgvoorzieningen 15
92
Jaarrekening 2002 Provincie Overijssel
1 1.1 1.2 1.3 1.4 1.5 1.6
Beleidsvorming Ontwikkeling ruimtelijk beleid Realisering ruimtelijk beleid Ontwikkeling beleid wonen Realisering beleid wonen Stedelijke vernieuwing Beleidsinformatie ruimte en wonen
2.9.10.07 2.9.10.37 2.9.20.05 2.9.20.12 2.9.30.20 2.9.20.25
2
Ruimtelijk toezicht
2.9.10.22