Wintertelling 2012/13 voor de Vogelatlas in Noord‐Holland Noord en Zuid Tussen 1 december 2012 en 1 maart 2013 zijn tientallen tellers in Noord‐Holland Noord en Zuid druk geweest met de wintertellingen voor de vogelatlas. Inmiddels zijn veel tellers al weer begonnen met de broedvogeltellingen. Hier volgt een beknopt verslag met wat leuke resultaten van de eerste complete wintertelling. Claims wintertelling De beide districten beslaan in totaal 135 atlasblokken. Hiervan zijn er tot op heden 112 geclaimd, waarvan 58 voor de wintertelling van 2012/13, 46 voor 2013/14 en 8 voor 2014/15. Zie voor de verdeling van de geclaimde atlasblokken figuur 1. Met ruim 80% geclaimde atlasblokken liggen we aardig op schema. Wij vertrouwen er dan ook op dat het gaat lukken om in 2015 alle atlasblokken geteld te krijgen.
Figuur 1 Stand van de geclaimde atlasblokken voor de wintertellingen in Noord‐Holland N en Z.
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
1
Voortgang wintertelling In de periode van de eerste wintertelling zijn 42 atlasblokken volledig geteld. Dat wil zeggen dat alle kilometerhokken van het ‘gouden grid’ inclusief de punten zijn geteld en ingevoerd. Daarnaast zijn er altijd een of meerdere aanvullende atlasbloktellingen uitgevoerd. Verder zijn 18 atlasblokken onvolledig geteld. Dat betekend dat er wel tellingen zijn uitgevoerd, maar dat niet alle ‘verplichte’ kilometerhok‐ en/of punttellingen zijn uitgevoerd. Zie voor een overzicht van voortgang van de wintertelling figuur 2. Van de 58 voor de afgelopen winter geclaimde atlasblokken zijn er zeven geheel niet en twaalf onvolledig onderzocht. Mogelijk hebben tellers, door tijdgebrek en de vaak ongunstige weersomstandigheden, het tellen een jaar vooruitgeschoven. Wij doen een dringend beroep op deze tellers om het jaartal van de wintertellingen zelf aan te passen in hun planning op www.vogelatlas.nl. In een aantal van de onvolledig onderzochte atlasblokken is een groot deel van het ‘verplichte’ veldwerk wel uitgevoerd. In de loop van dit jaar zal met de betrokken tellers overlegd worden of zij alle tellingen komende winter opnieuw uitvoeren of dat zij alleen de ontbrekende tellingen uitvoeren.
Figuur 2 Stand van het onderzoek na de wintertelling in 2012/13 in Noord‐Holland N en Z.
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
2
Soortenlijst atlasonderzoek Tijdens de wintertellingen zijn in de beide districten totaal 180 ‘soorten’ waargenomen, waaronder exoten als zwarte zwaan, Chinese knobbelgans, muskuseend en kip. Ook zijn enkele vormen of ondersoorten apart meegeteld, zoals soepgans, soepeend, witkopstaartmees en noordse kauw. Zie bijlage 1 voor een overzicht van de soorten en het aantal getelde individuen en het aantal atlasblokken waarin vastgesteld. De 10 meest getelde soorten zijn, in volorde van afnemende talrijkheid, smient, (toendra)rietgans, grauwe gans, brandgans, spreeuw, kolgans, kokmeeuw, kauw, meerkoet en wilde eend. Wilde eend, meerkoet, kokmeeuw, merel, koolmees, pimpelmees, zwarte kraai, ekster en kauw zijn in vrijwel alle onderzochte atlasblokken vastgesteld. Aan de andere kant van de lijst vinden we 25 soorten die slechts in één atlasblok vastgesteld zijn, waaronder een bruine boszanger uit centraal Siberië, die normaal gesproken ergens in Zuidoost‐Azië zou moeten zitten. Opmerkelijk talrijk waren torenvalk (52 atlasblokken), krakeend (52), grote zilverreiger (36), waterral (25) en slechtvalk (23). Opmerkelijk afwezig waren ruigpootbuizerd (2), patrijs (4) en barmsijs spec. (4). Aanvullingen waarneming.nl Nieuw bij het atlasproject is dat alle waarnemingen van www.waarneming.nl aan het project worden toegevoegd. Voor deze rapportage kregen we een ‘dump’ aan van ruim 92.000 waarneming uit Noord‐Holland uit de periode 1 december 2012 – 28 februari 2013. Hier is alleen gebruik gemaakt van de waarnemingen in de 47 atlasblokken die (vrijwel) volledig onderzocht zijn van de 36 soorten die in de volgende paragraaf worden besproken en waarvan het voorkomen op kaart wordt weergegeven in bijlage 2. Figuur 3 geeft een overzicht van het aantal atlasblokken (max. 47) waarin de 36 soorten zijn vastgesteld in de winter 2012/13 in de beide Noord‐Hollandse districten. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen de resultaten van het atlasonderzoek (rode balken) en de aanvullende waarnemingen van waarneming.nl (groene balken). Een blik op de figuur is voldoende om te constateren dat de waarnemingen van waarneming. nl een zeer belangrijke aanvulling vormen voor het atlasproject. Bij 15 van de 36 soorten is het aantal atlasblokken met uitsluitend waarnemingen van waarneming.nl groter dan het aantal atlasblokken op grond van het atlasonderzoek. Hierbij doen wij dan ook een dringende oproep om de komende jaren alle ‘interessante’ waarnemingen, waar dan ook binnen of buiten Noord‐Holland, op waarneming.nl in te voeren. Heb je nog waarnemingen van de afgelopen winter die niet zijn ingevoerd, voer die dan alsnog in. Denk hierbij wel aan een zo nauwkeurig mogelijk plaatsaanduiding en aangeven van het soort waarneming. Als je nog geen account hebt op waarneming.nl is dit het moment om een account aan te maken.
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
3
aantal atlasblokken 0
5
10
15
20
25
30
35
40
45
dodaars roerdomp grote zilverreiger kleine zwaan dwerggans kleine rietgans pijlstaart nonnetje
atlasonderzoek waarneming.nl
blauwe kiekendief havik ruigpootbuizerd smelleken slechtvalk patrijs waterral goudplevier bokje witgatje holenduif velduil ijsvogel groene specht graspieper waterpieper grote gele kwikstaart zanglijster tjiftjaf glanskop matkop boomklever pestvogel klapekster ringmus barmsijs spec. appelvink geelgors
Figuur 3 Aantal atlasblokken waarin 36 soorten zijn vastgesteld in de winter van 2012/13 in Noord‐Holland N en Z. De rode balken geven het aantal atlasblokken aan waarin de soort is vastgesteld bij het atlasonderzoek, de groene balken de aanvullende waarnemingen afkomstig uit de database van www.waarneming.nl .
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
4
Eerste resultaten Naast de totale lijst in bijlage 1, geeft bijlage 2 de aanwezigheid per atlasblok van 36 soorten als rode (atlasonderzoek) of groene (aanvullingen waarneming.nl) stippen . De onderzochte atlasblokken waar een soort niet is vastgesteld zijn als open stippen aangegeven. De kaarten geven de resultaten van de wintertelling 2012/13, voor zover deze waren ingevoerd op 25 maart. Hier volgt een beknopte bespreking van de 36 soorten. De percentages die genoemd worden zijn berekend naar de 47 (vrijwel) volledig onderzochte atlasblokken (= 100%). De getelde aantallen die genoemd worden zijn de aantallen die geteld zijn bij het atlasonderzoek. Dodaars – In 32 atlasblokken gezien (68%), redelijk verspreid over de beide districten. Waarneming.nl geeft een flinke aanvulling op het atlasonderzoek. Hoogst getelde aantal: 23 op 13 december in de Zuiderhaven (1417). Roerdomp – Kennelijk een lastige soort bij het atlasonderzoek, want van de 28 atlasblokken waar de soort is vastgesteld (60%), zijn er maar liefst 20 afkomstig van waarneming.nl. De winterverspreiding komt redelijk overeen met de bekende broedverspreiding in 2005‐2009 (‘Atlas van de Noord‐ Hollandse Broedvogels’). Grote zilverreiger – Een van de verrassingen van deze wintertelling. In totaal in 39 atlasblokken (83%) vastgesteld, waarvan het merendeel (32) met het atlasonderzoek. Hoogst getelde aantal: 8 op 2 januari in West‐Friesland (1926). Volgens de verhalen worden er in andere delen van ons land ’s winters tegenwoordig meer grote zilverreigers dan blauwe reigers gezien. Echte veteranen weten misschien nog wel dat zij in de jaren 60 en 70 minstens voorbij Wenen moesten zijn om deze soort te scoren. Kleine zwaan – Vastgesteld in 22 atlasblokken (47%), waarvan in 14 met het atlasonderzoek. Hoogst getelde aantal: 34 op 2 februari bij Hoorn (1926). Dwerggans – Bij het atlasonderzoek niet vastgesteld. Waarneming.nl geeft waarnemingen in 2 atlasblokken. De soort was natuurlijk ook weer aanwezig in het bekende wintergebied rond Petten, maar dat gebied zat niet in de set van de 47 (vrijwel) volledig onderzochte atlasblokken. Kleine rietgans – Vastgesteld in 11 atlasblokken (23%). De aanvullingen via waarneming.nl scoren net iets beter (6) dan het atlasonderzoek (5 atlasblokken). Hoogst getelde aantal: 2 op 23 december in de Wieringermeer (1428). Pijlstaart ‐ Bij het atlasonderzoek slechts in 4 atlasblokken vastgesteld. Aanvullingen van waarneming.nl maar liefst in 11 atlasblokken. Nonnetje – Vastgesteld in 24 atlasblokken (51%), waarvan 16 bij het atlasonderzoek. Hoogst getelde aantal : 24 op 27 februari in de Gouwzee (2517). Blauwe kiekendief – Komt deze winter wijdverspreid voor in de beide districten. In totaal in 31 atlasblokken vastgesteld (66%), waarvan in 19 atlasblokken bij het atlasonderzoek. De meeste waarnemingen hebben betrekking op vogels in vrouwelijk kleed. Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
5
Hoogst getelde aantal: 3 op 9 februari in de Wieringermeer (1427). Ruigpootbuizerd – In tegenstelling tot de vorige winter was 2012/13 geen goede winter voor de soort. Bij het atlasonderzoek slechts in 2 atlasblokken vastgesteld. Aanvullende waarnemingen van waarneming.nl voor 6 atlasblokken. Havik – De ‘vliegende vos’ – zoals de soort in sommige duistere kringen wel wordt genoemd – is tegenwoordig een normale verschijning in het Noord‐Hollandse landschap. In 36 atlasblokken (77%) vastgesteld, waarvan het merendeel (27) bij het atlasonderzoek. Vergelijk dit resultaat eens met de ‘Atlas van de Nederlandse Vogels’ uit 1987. Smelleken – Een van de soorten die relatief slecht scoort bij het atlasonderzoek, waarbij waarneming.nl voor veel aanvullingen zorgt. In totaal in 21 atlasblokken vastgesteld (45%). Slechtvalk – Ook een van verrassingen van deze eerste wintertelling. In maar liefst 37 atlasblokken (79%) wordt de soort vastgesteld. Het atlasonderzoek levert 21 atlasblokken op, waarneming.nl geeft aanvullingen voor 16 atlasblokken. Net als de havik is deze soort tegenwoordig ook veel talrijker in de winter als in de jaren tachtig (‘Atlas van De Nederlandse Vogels’, 1987). Patrijs – Bij het atlasonderzoek slechts in 3 atlasblokken vastgesteld. Gelukkig gaf waarneming.nl nog wat aanvullingen (6 atlasblokken). Hopelijk levert het ‘Jaar van de Patrijs’ nog flink wat op. Met name in de Kop van Noord‐Holland en in West‐Friesland komt de soort nog relatief veel voor. Deze regio’s zijn nog maar weinig onderzocht voor het atlasproject. Waterral – De soort is ook in de winter nogal luidruchtig. Hierdoor is niet zo verwonderlijk dat waterrallen in 29 atlasblokken (62%) is vastgesteld, waarvan het merendeel (22) bij het atlasonderzoek. In meerdere blokken zijn meerdere vogels gemeld. Bijvoorbeeld in de natte duinvalleien van 1921 waren in december en januari meer dan 10 verschillende vogels aanwezig (Routesix). Goudplevier – Deze winter toch iets minder algemeen dan verwacht. In totaal maar in 23 atlasblokken (49%) vastgesteld, waarvan in 18 bij het atlasonderzoek. Deze soort wordt alleen geteld bij de punttellingen. Hoogste aantal: 200 op 9 februari op Wieringen (0957). Bokje – Voor deze soort moet het altijd wat vriezen, dan zijn ze redelijk gemakkelijk te vinden bij het nog aanwezige open water. Totaal in 14 atlasblokken (30%) vastgesteld, waarvan in 8 bij het atlasonderzoek. Dat valt eigenlijk een beetje tegen. Waarschijnlijk toch wat over het hoofd gezien. Witgat – Ook deze soort valt vooral op tijdens vorstperioden, als ze bij het nog aanwezige open water zijn te vinden. Vergeleken met de vorige soort iets meer vastgesteld, in 18 atlasblokken (38%), waarvan de helft bij het atlasonderzoek. Holenduif – In totaal in 42 atlasblokken vastgesteld (89%), vrijwel alle bij het atlasonderzoek. Plaatselijk werden groepen van tientallen vogels gemeld. Hoogste aantal: 80 op 9 februari in West‐ Friesland (1928). Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
6
Velduil – Als regelmatige broedvogel al verdwenen uit de beide Noord‐Hollandse districten, ook in de afgelopen winter een uiterst schaarse verschijning. Het atlasonderzoek leverde geen waarnemingen op. Gelukkig werden er nog waarnemingen in twee atlasblokken bij waarneming.nl gemeld. IJsvogel – Ondanks of dankzij het koude winterweer toch uiteindelijk flink wat meldingen. In totaal in 23 atlasblokken (49%) vastgesteld. Waarneming.nl leverde één atlasblok meer op dan het atlasonderzoek (12 tegen 11). We zijn benieuwd of de afgelopen winter veel invloed heeft op de aantallen broedvogels in Noord‐Holland. Hoogst getelde aantal: 3 op 24 december in de Wieringermeer (1417). Groene specht – Het aantal atlasblokken (7) met groene spechten bij het atlasonderzoek valt wat tegen. Gelukkig hebben de waarnemers bij waarneming.nl hun best gedaan, want dat levert nog 9 aanvullende atlasblokken op. Geen echte verrassingen, alle atlasblokken zijn bekende broedgebieden. Interessant blijft het voorkomen in het oostelijk deel van West‐Friesland. Hoogst getelde aantal: 4 op 17 februari bij Huizen (2651). Graspieper – In totaal in 31 atlasblokken (66%) vastgesteld. Eén van de twee soorten in dit verslag, waar waarneming.nl geen aanvullingen geeft. Een soort die alleen bij de punttellingen wordt geteld. Hoogste getelde aantal: 6 op 19 januari bij Velsen (2521). Waterpieper – Wat minder algemeen dan verwacht. In totaal in 19 atlasblokken (40%) vastgesteld, waarvan slechts 7 bij het atlasonderzoek. Misschien zijn tellers onvoldoende bedacht op deze soort. Dit is een van de soorten waarbij het belangrijk is dat alle winterwaarnemingen worden doorgegeven. Hoogst getelde aantal: 3 op 15 december bij Haarlem (2522). Grote gele kwikstaart – Net als bokje en witgatje een van de soorten die ’s winters vooral opvallen tijdens vorstperiodes. Ook zij concentreren zich dan bij het nog aanwezige open, vaak stromend, water. In totaal in 22 atlasblokken (47%) vastgesteld, iets minder dan de helft (10) bij het atlasonderzoek. Zanglijster – Het idee dat deze soort overal voorkomt, blijkt niet helemaal te kloppen. Bij het atlasonderzoek in 34 atlasblokken vastgesteld met aanvullingen van waarneming.nl in 6 atlasblokken. In totaal dus gemeld in 40 atlasblokken (85%). Hoogst getelde aantal: 6 op 25 februari bij IJmuiden (2511). Tjiftjaf – Bij het atlasonderzoek slechts in 5 atlasblokken gemeld. De waarnemers van waarneming.nl hebben nog 10 extra atlasblokken aangedragen. In totaal dus in 15 atlasblokken (32%), wat zeker niet slecht lijkt voor deze insecteneter gezien de verschillende vorstperiodes. Glanskop – Een van soorten met een uitgesproken verspreiding in Noord‐Holland. Aangezien de soort een echte standvogel is, zal de uiteindelijke winterverspreiding niet afwijken van de broedverspreiding. De 4 atlasblokken waar de soort is vastgesteld bij het atlasonderzoek zijn bekende broedgebieden. Interessant is de waarneming van waarneming.nl in Amsterdam‐West (2433). Kan matkop voldoende worden uitgesloten? Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
7
Hoogst getelde aantal : 9 op 15 december bij Velsen (2511). Matkop – Wat geldt voor de glanskop geldt zeker ook voor de matkop, alleen is deze soort in Noord‐ Holland veel schaarser. De 5 atlasblokken waar de soort is vastgesteld, zijn bekende broedgebieden. Boomklever – Zeker vergeleken met de winterverspreiding in de Atlas van de Nederlandse Vogels (1987) is de verspreiding van deze soort in Noord‐Holland sterk veranderd. In de jaren tachtig kwamen er nauwelijks boomklevers voor buiten het Gooi en Zuid‐Kennemerland. De 16 atlasblokken waar de soort is gemeld, zijn vrijwel allemaal thans bekende broedgebieden van deze standvogel. Alleen de meldingen uit Heerhugowaard (1453) en Enkhuizen (2012) vallen uit de toon. Deze waarnemingen staan vast in verband met de invasie van (oostelijke?) boomklevers die de afgelopen herfst plaats vond. In West‐Nederland werden boomklevers op de meest vreemde plaatsen gemeld in oktober en november, o.a. langstrekkend bij diverse trektelposten. Misschien levert dit een uitbreiding van het broedgebied op. We zijn benieuwd of de soort hier nog in de broedtijd wordt gemeld. Hoogst getelde aantal: 11 op 13 en 17 februari bij Huizen (2651). Pestvogel – Na een flinke influx in de herfst zijn pestvogels de afgelopen winter nog in 17 atlasblokken (36%) gemeld, waarvan 7 bij het atlasonderzoek. Hoogst getelde aantal: 6 op 6 en 9 december in de Wieringermeer en bij Heerhugowaard (1417 en 1914). Klapekster – Ondanks de extra aandacht voor deze soort als uitvloeisel van het ‘Jaar van de Klauwieren’, slecht in 3 atlasblokken gemeld, een bij het atlasonderzoek en 2 via waarneming.nl. Ringmus – De 37 atlasblokken (79%) waar de soort is vastgesteld liggen verspreid over beide districten. Ringmussen leven ’s winters nogal onopvallend, zeker in gebieden waar zij niet zo algemeen zijn. Op grond van de bekende broedverspreiding (‘Atlas van de Noord‐Hollandse Broedvogels’) is de soort eigenlijk in de meeste atlasblokken te verwachten. Hoogst getelde aantal: 6 op 16 februari bij Velsen (2512). Appelvink – In totaal in 16 atlasblokken (34%) vastgesteld, waarvan in 9 atlasblokken bij het atlasonderzoek. Zowel in de broedtijd als in de winter is de soort sterk toegenomen in Noord‐ Holland. Vergelijk bijvoorbeeld de winterverspreiding in de ‘Atlas van de Nederlandse Vogels’ (1987). Hoogst getelde aantal: 4 op 9 februari in de Wieringermeer (1427). Geelgors – Als je in Noord‐Holland geelgorzen wil zien, moet je hebben van doortrekkers en overwinterende vogels. Als broedvogel is de soort al bijna 30 jaar verdwenen uit Noord‐Holland. Bij het atlasonderzoek slechts in één atlasblok vastgesteld. Waarneming.nl leverde nog twee extra atlasblokken op bij Egmond‐Binnen en Heiloo (1932 en 1933). Heiloo, 2 april 2013, Kees Scharringa (ADC NH Noord) en Fred Hopman (ADC NH Zuid)
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
8
Bijlage 1 Totaallijst wintertelling 2012/13 De getelde aantallen en het aantal atlasblokken waar een soort is vastgesteld hebben betrekking op alle tellingen binnen het atlasonderzoek, dus ook in de onvolledig getelde atlasblokken. # 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49
Euring Naam 20 roodkeelduiker 30 parelduiker 70 dodaars 90 fuut 100 roodhalsfuut 110 kuifduiker 120 geoorde fuut 220 noordse stormvogel 710 jan‐van‐gent 720 aalscholver 800 kuifaalscholver 950 roerdomp 1190 kleine zilverreiger 1210 grote zilverreiger 1220 blauwe reiger 1340 ooievaar 1440 lepelaar 1520 knobbelzwaan 1528 zwarte zwaan 1530 kleine zwaan 1540 wilde zwaan 1569 Chinese knobbelgans 1574 toendrarietgans 1580 kleine rietgans 1590 kolgans 1610 grauwe gans 1619 soepgans 1620 Indische gans 1630 sneeuwgans 1661 grote Canadese gans 1664 kleine Canadese gans 1670 brandgans 1680 rotgans 1682 witbuikrotgans 1700 nijlgans 1710 casarca 1730 bergeend 1750 muskuseend 1780 mandarijneend 1790 smient 1820 krakeend 1840 wintertaling 1860 wilde eend 1869 soepeend 1890 pijlstaart 1940 slobeend 1960 krooneend 1980 tafeleend 2030 kuifeend
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
Aantal 15 6 125 1220 4 6 2
1136 7 15 3 259 1045 2 5 3004 18 167 282 2 17070 2 7927 13151 1937 7 7 2162 527 11425 3 4 3018 6 432 55 5 33439 1863 102 4105 248 2 29 15 118 1177
Bijlage 1
Blokken 3 3 27 50 1 2 1 1 1 55 2 8 2 36 57 2 3 55 4 17 14 1 15 8 43 56 42 3 2 36 15 35 9 1 58 1 44 5 3 52 52 44 64 54 6 25 5 41 59
9
# 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104
Euring Naam 2040 topper 2060 eider 2130 zwarte zee‐eend 2150 grote zee‐eend 2180 brilduiker 2200 nonnetje 2210 middelste zaagbek 2230 grote zaagbek 2390 rode wouw 2430 zeearend 2610 blauwe kiekendief 2670 havik 2690 sperwer 2870 buizerd 2900 ruigpootbuizerd 3040 torenvalk 3090 smelleken 3200 slechtvalk 3670 patrijs 3865 kip 3940 fazant 4070 waterral 4240 waterhoen 4290 meerkoet 4500 scholekster 4560 kluut 4700 bontbekplevier 4850 goudplevier 4860 zilverplevier 4930 kievit 4960 kanoet 4970 drieteenstrandloper 5100 paarse strandloper 5120 bonte strandloper 5170 kemphaan 5180 bokje 5190 watersnip 5290 houtsnip 5320 grutto 5340 rosse grutto 5410 wulp 5450 zwarte ruiter 5460 tureluur 5530 witgat 5610 steenloper 5690 grote jager 5780 dwergmeeuw 5820 kokmeeuw 5900 stormmeeuw 5910 kleine mantelmeeuw 5920 zilvermeeuw 5925 pontische meeuw 5926 geelpootmeeuw 5980 kleine burgemeester 5990 grote burgemeester
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
Aantal 4
668 119 9 17 1 2 50 92 124 772 2 341 11 63 26 1 231 28 1894 4440 3350 37 603 16 2648 1 112 300 7 12 91 67 1 467 1 12 48 2 6 6532 3913 48 2463 5 5 2 1 Bijlage 1
Blokken 7 8 3 1 24 19 5 24 1 1 20 29 39 60 2 52 8 23 4 1 41 25 53 62 22 2 2 21 4 49 3 9 1 7 4 8 24 22 4 3 39 1 5 9 7 1 1 63 60 21 60 4 4 2 1
10
# 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150 151 152 153 154 155 156 157 158 159
Euring Naam 6000 grote mantelmeeuw 6020 drieteenmeeuw 6340 zeekoet 6360 alk 6658 stadsduif 6680 holenduif 6700 houtduif 6840 Turkse tortel 7120 halsbandparkiet 7124 grote alexanderparkiet 7350 kerkuil 7570 steenuil 7610 bosuil 7670 ransuil 8310 ijsvogel 8560 groene specht 8630 zwarte specht 8760 grote bonte specht 8870 kleine bonte specht 9740 boomleeuwerik 9760 veldleeuwerik 10110 graspieper 10141 waterpieper 10143 oeverpieper 10190 grote gele kwikstaart 10201 witte kwikstaart 10480 pestvogel 10660 winterkoning 10840 heggenmus 10990 roodborst 11210 zwarte roodstaart 11870 merel 11980 kramsvogel 12000 zanglijster 12010 koperwiek 12020 grote lijster 13030 bruine boszanger 13110 tjiftjaf 13140 goudhaan 13150 viuurgoudhaan 13640 baardman 14370 staartmees 14371 witkopstaartmees 14400 glanskop 14420 matkop 14540 kuifmees 14610 zwarte mees 14620 pimpelmees 14640 koolmees 14790 boomklever 14870 boomkruiper 15200 klapekster 15390 gaai 15490 ekster 15600 kauw
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
Aantal 45 3
332 1038 1574 2227 567 13 8 9 3 40 28 21 2 463 4 36 417 61 12 7 19 3 19 104 76 74 456 707 149 522 2 5 391 17 23 1076 2 76 9 16 28 314 627 154 330 9 551 716 4445 Bijlage 1
Blokken 38 3 1 1 29 47 60 53 16 2 5 6 3 12 12 8 1 51 2 2 23 33 7 6 10 7 7 57 54 58 1 63 50 39 50 7 1 5 27 9 7 43 1 6 6 6 9 61 63 21 38 2 52 63 61
11
# 160 161 162 163 164 165 166 167 168 169 170 171 172 173 174 175 176 177 178 179 180
Euring Naam 15606 noordse kauw 15630 roek 15671 zwarte kraai 15720 raaf 15820 spreeuw 15910 huismus 15980 ringmus 16360 vink 16380 keep 16490 groenling 16530 putter 16540 sijs 16600 kneu 16620 frater 16630 grote/kleine barmsijs 16660 kruisbek 17100 goudvink 17170 appelvink 18470 ijsgors 18570 geelgors 18770 rietgors
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
Aantal 2 4 1819 2 10882 738 19 417 3 119 1185 1023 157 80 5 6 24 31 1 12 92
Bijlage 1
Blokken 1 4 64 1 58 55 38 60 21 48 47 34 9 1 4 2 8 11 2 2 19
12
Bijlage 2 Verspreidingskaarten van 36 soorten
Normaal in ZO‐Azië, nu verdwaald in atlasblok 1913. Bruine boszanger, 16 januari 2013, Alkmaar. Foto: Eric Menkveld
Geelgorzen, als broedvogel al bijna 30 jaar verdwenen uit Noord‐Holland. Afgelopen winter groep van circa 30 bij Egmond‐Binnen, atlasblok 1932. Foto: Harm Niesen
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z Bijlage 2
13
dodaars
roerdomp
grote zilverreiger
kleine zwaan
dwerggans
kleine rietgans
pijlstaart
nonnetje
blauwe kiekendief
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
Bijlage 2
14
ruigpootbuizerd
havik
smelleken
slechtvalk
patrijs
waterral
goudplevier
bokje
witgat
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
Bijlage 2
15
holenduif
velduil
ijsvogel
groene specht
graspieper
waterpieper
grote gele kwikstaart
zanglijster
tjiftjaf
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
Bijlage 2
16
glanskop
matkop
boomklever
pestvogel
klapekster
ringmus
barmsijs spec.
appelvink
geelgors
Verslag wintertelling 2012/13 NH N+Z
Bijlage 2
17