WORKSHOPS 1 E RONDE
1.1 VERBINDING TUSSEN PASSEND ONDERWIJS EN ZIOS IN HET MBO Ton Eimers, KBA Nijmegen Passend onderwijs in het mbo staat voor de deur. Niet alleen de wetgeving verandert, er is meer aan de hand. Steeds meer jongeren met een beperking vinden hun weg naar het mbo. Nog meer dan voor andere studenten is een succesvolle beroepsopleiding voor hen van wezenlijk belang. Onderzoek laat zien dat een mislukte opleiding kan leiden tot arbeidsongeschiktheid. Er is nog weinig bekend over jongeren met een beperking in het mbo. Wat is hun profiel? Wat hebben ze nodig? Wat is het belang van de stage? Hoe maken zij de overgang van opleiding naar werk? In de workshop geven we antwoorden op basis van onderzoek en pilotprojecten. Maar we willen ook graag horen wat uw ervaringen en antwoorden zijn.
1.2 REGIE WAAR DIE HOORT Rob van Pagéé, Eigen Kracht Centrale Eigen Kracht is de laatste jaren een populair begrip geworden waar een prettige sfeer om heen hangt van mensen die hun eigen problemen oplossen en weinig kosten voor de overheid. Wat minder aandacht krijgt is de visie achter Eigen Kracht-conferenties, die de regie bij mensen zelf legt. De uitvoering in de praktijk van deze visie heeft de kracht van de leefwereld van mensen in volle glorie terug gebracht op het maatschappelijke speelveld. Een EK-c is een thuiswedstrijd voor burgers en elke sporter weet dat er aanmerkelijk meer kans is om thuis te winnen dan uit. Deze workshop gaat over de andere ‘mindset’ die nodig is én over de voordelen voor burgers, professionals en de overheid van deze manier van denken en doen.
1.3 TRANSITIES JEUGDZORG EN PASSEND ONDERWIJS VERBINDEN IN ZUIDOOST BRABANT Loes Roffelsen, SWV Eindhoven Kemperland en SWV PAO Peelregio In Zuid-Oost Brabant hebben gemeenten, samenwerkingsverbanden voortgezet onderwijs van Eindhoven en Helmond en de provincie de handen ineen geslagen om de werelden van onderwijs en zorg voor jeugd dichter bij elkaar te brengen, deels te integreren en daardoor efficiënter te organiseren. Dit om voeding te kunnen geven aan beleid met betrekking tot de Transitie Jeugdzorg en de invoering van Passend onderwijs. Deze aanpak krijgt onder andere vorm in nieuw op te zetten schoolteams en zorgteams+. Door deze teams wordt de ondersteuning en begeleiding van jongeren en hun ouders thuis, op school en op straat integraal aangepakt Teams van onderwijs- en zorgprofessionals (van regulier en speciaal onderwijs, maatschappelijk werk en de jeugdzorgaanbieder) zijn gezamenlijk op school aanwezig voor de ondersteuning van jongeren, ouders en leerkrachten. Hiermee is de piot deelnemer aan de Voorlopersaanpak van het ministerie van VWS en OCW. Doel van de pilot is om de zwaardere vormen van geïndiceerde jeugdzorg terug te dringen, het voorkomen van vroegtijdig schoolverlaten en de aanmelding voor VSO terug te dringen. De teams zijn gestart in 2012. Inmiddels komen de eerste ervaringen en aandachtspunten aan het licht
1.4 PASSEND ONDERWIJS & LEERPLICHT Mária van Oorschot en Jan Doldersum, Mária van Oorschot project- en managementoplossingen Maria en Jan richten zich in hun presentatie op de rol van Leerplicht en gaan in op vragen als: verandert de rol van de school en/of leerplicht? Hoe verhoudt de taak van leerplicht zich tot de hulpverlening en leerlingenzorg die school inschakelt of inzet? Wat is de ontwikkeling in de taakopvatting bij leerplicht?
1.5 MAATWERKOPLOSSINGEN IN HET OPDC NIEUWE STIJL Jos Derksen en Mieke de Keyzer, Nederlands Jeugdinstituut en Projecten speciaal Onderwijs Met de invoering van passend onderwijs krijgen de samenwerkende besturen de opdracht een dekkende zorgstructuur te realiseren en alle leerlingen passend onderwijs aan te bieden. Voor een grote groep leerlingen wordt dat gerealiseerd binnen de ondersteuningsstructuur van de school zelf. Maar voor een groep leerlingen geldt ook dat er andere voorzieningen nodig zijn. De Wet Passend Onderwijs biedt de mogelijkheid dat een samenwerkingsverband een Orthopedagogisch en Didactisch Centrum (OPDC) inricht. Onder dit OPDC kunnen voorzieningen worden opgenomen als Rebound, Op de Rails en Herstart. Maar ook andere bovenschoolse voorzieningen kunnen hieronder een plaats krijgen. Op die manier geeft de overheid aan een samenwerkingsverband de mogelijkheid ‘een OPDC nieuwe stijl’ in te richten. Het OPDC biedt kansen om de expertise in de regio te bundelen. Daarin is dan vooral de expertise gebundeld over het onderwijs aan en de begeleiding van jongeren met gedrags- en motivatieproblemen. Het gaat om arrangementen voor tijdelijk onderwijs en opvang, waarbij ‘tijdelijk’ in dit geval maximaal twee jaar betekent. Doel van plaatsing is de leerling (zo snel mogelijk) terug te laten keren in het regulier onderwijs. Het streven is dat de expertise die binnen de voormalige projecten is opgebouwd behouden blijft en wordt ingezet in de nieuwe voorziening. Ook is het de bedoeling dat die expertise wordt ingezet bij de versterking van de ondersteuningsstructuur van de scholen voor voortgezet onderwijs. Tijdens de workshop wordt u geïnformeerd over de huidige wet- en regelgeving, de ervaringen in den lande met samenwerking tussen Rebound, Op de Rails en Herstart en de inhoudelijk kansen die het OPDC biedt. Jos Derksen is adviseur van de Ontwikkelingsgroep Rebound van het NJi. Mieke de Keijzer is medewerker van het Landelijk Expertise Centrum Speciaal Onderwijs.
1.6 INTEGRALE SAMENWERKING ONDERWIJS-JEUGDZORG IN EEN DAGPROGRAMMA OP BJ INTERNAAT VREEKWIJK Leon Vallen, BJ Brabant en Jose Houben, Korenaer Deurne In deze presentatie staat het proces centraal van twee organisaties die een dagprogramma op maat realiseren voor paljas plus en residentieel geplaatste jongeren. Het dagprogramma is voortgekomen uit een samenwerking van het BJ-internaat Vreekwijk en de Korenaer, een school voor Cluster 4 onderwijs van de Aloysiusstichting, die een locatie heeft op hetzelfde terrein als het BJ-internaat.
1.7 DE VERBINDING VAN PASSEND ONDERWIJS EN ZORG VOOR JEUGD ALS ONTWIKKELPROCES Gea de Jong , JeugdhulpDichtbij De Transitie Jeugdzorg en de invoering van Passend Onderwijs kunnen alleen slagen wanneer intensief wordt samengewerkt. Daar is niet alleen een gedeelde visie voor nodig, structuren en werkafspraken, maar ook vertrouwen, partnerschap, en plezier. Dat alles kan niet uit een doosje gehaald worden, maar moet groeien in een ontwikkelproces van proberen, leren en bijstellen. Naast een algemeen verhaal, komen praktijkvoorbeelden aan de orde, en is er ruimte voor het delen van ervaringen tussen de deelnemers.
1.8 PLAYING FOR SUCCESS: PLEZIER EN MOTIVATIE Saleh Dahmani en Hans Schapenk, Playing for success Playing for Success is een voor Helmond grensverleggend initiatief waarmee leerlingen in de leeftijd van 10 tot 14 jaar bij elkaar komen. Daarmee levert Playing for Success een belangrijke bijdrage aan het zelfvertrouwen én een positiever zelfbeeld. De kinderen leren beter naar zichzelf te kijken en krijgen daardoor meer het gevoel dat ze de moeite waard zijn. Het doel is om de kinderen te motiveren leren weer leuk te vinden. Wat is nou werkelijk het fundament van leren? Plezier en motivatie. Bij PFS combineren we plezier met leren, de kinderen hebben zoveel plezier dat ze niet eens in de gaten hebben dat ze met rekenen en taal bezig zijn. Als je plezier in je hersenen hebt, dan presteer je ook beter. De kinderen zijn gemotiveerd, doordat ze met plezier leren. In samenwerking met het OCGH is een meetinstrument ontwikkeld om de effecten van playing for success vast te stellen. Uit de evaluatie concluderen we dat de kinderen gegroeid zijn op het gebied van zelfvertrouwen, concentratie, motivatie en samenwerking. Het concept van Playing for Success is een prima vorm van motiverend leren met aantoonbaar rendement. In de workshop worden de principes, de gekozen organisatie en de gehanteerde werkvormen toegelicht
1 .9 HET VERBINDEN VAN ONDERWIJS & ZORG Vincent Fafieanie en Nienke Pol, Altra Onderwijs & Jeugdzorg Altra is een onderwijs (cluster 4) en jeugdzorg instelling die nauw samenwerkt met het regulier onderwijs. Altra laat haar jeugdzorg teams werken op haar eigen scholen voor speciaal onderwijs en verschillende andere reguliere scholen. Diverse onderwijs-zorgarrangementen (voor in de klas, de school of als aparte voorziening) zijn ontwikkeld. Vaak ook samen met GGZ . Een omslag naar integraal management op onderwijs en zorg is onlangs gemaakt. Dit zijn geen vanzelfsprekende processen. We nemen u mee in de stappen die we gezet hebben, de succes-en en faalfactoren, wat zijn principes in het samenwerken, hoe ontwikkel je draag- en stuurkracht op alle niveaus, wat te doen met financien, de kracht van de medewerkers en de programma’s. Naast het proces zullen we nadrukkelijk aandacht besteden aan de inhoud van diverse programma’s
WORKSHOPS 2 E RONDE
2.1 ENERGETISCH WERKEN IN PASSEND ONDERWIJS Job Hessing en Theo de Gelaen, DeGelaen Topopleidingen Docenten moeten nu al kunnen omgaan met een grote diversiteit aan leerbehoeften, leerstijlen en uiteenlopend gedrag van leerlingen. De wet Passend Onderwijs verlangt dat iedere docent, als de spil waar het om draait, alle leerlingen passend onderwijs en passende begeleiding kan geven. Naast leerbehoeften en leerstijlen brengen leerlingen een grote diversiteit aan energie de klas in: van gemotiveerde tot ongemotiveerde en opstandige, mogelijk zelfs intimiderende energie. De training ‘Energetisch werken in het onderwijs’ biedt docenten de mogelijkheid om leerlingen op een andere dan een cognitieve, verbale en/of confronterende manier te benaderen en te begeleiden. In de training leert de docent om zijn/haar energie in balans te brengen en te houden: kalm maar alert en assertief. Met de eigen energie in balans kan de docent de grote diversiteit aan energie van leerlingen kanaliseren, sturen en negatieve en ‘over-assertieve’ energie absorberen. Zo kan de docent in plaats van een – door de puber vaak niet begrepen cognitieve/verstandelijke benadering, leerlingen helpen met het in balans krijgen van hun energie en zo voor hen de kennismanager zijn die zij nodig hebben. In de workshop maakt u kennis met energetisch werken, met de ervaringen en conclusies van de deelnemers die de training hebben gevolgd en met uw eigen energie.
2.2 TRANSITIE JEUGDZORG EN PASSEND ONDERWIJS: HET GEMEENTELIJK PERSPECTIEF Ab Czech en Ireen van Enckevort, Gemeente Eindhoven Wanneer Passend Onderwijs en Transitie Jeugdzorg in samenhang worden aangepakt en uitgewerkt is er belangrijke winst te halen voor jeugdigen en hun gezinnen, scholen en gemeenten. In deze workshop delen we vanuit het perspectief van de gemeente de gevolgde aanpak in Zuid-Oost Brabant, waarin pilots een belangrijke rol hebben (inzichten, ervaringen, do’s en dont’s)
2.3 ZORGONDERWIJSCONCEPT VOOR “JONGE BURGER”MET EEN BIJZONDER VRAAG Chris Janssen, ORO en Harry Rops, Expertisecentrum Antoon van Dijkschool De Salamanca Verklaring van de UNESCO (1994) door 94 landen ondertekent: “ieder kind een fundamenteel recht heeft op onderwijs en in staat moet worden gesteld een acceptabel niveau van leren te bereiken en op peil te houden”. Voor een aantal kinderen/jong volwassenen met een beperking is passend onderwijs moeilijk haalbaar. De kans is groot dat deze kinderen buiten de boot gaan vallen. We praten over laag-niveau meervoudig gehandicapten; leerlingen met autisme, ZMOLK-ers en zware LVG-ers . De financiering en aanpak zijn in Nederland sterk verzuild, waardoor het voor deze kinderen/jong volwassenen moeilijk is hun leerpad adequaat en goed te kunnen volgen. Door bundeling van krachten tussen zorg en onderwijs willen we de haalbaarheid om onderwijs te volgen, vergroten voor deze doelgroep. De kern van de aanpak ligt in het op elkaar afstemmen van alle ondersteuningsvragen op alle levensgebieden van deze kinderen/jongvolwassenen. Ook wel de ‘full service model’ gedachte ORO en Expertisecentrum Antoon van Dijkschool hebben een concept bedacht om de haalbaarheid van onderwijs te vergroten van deze doelgroep. In deze presentatie krijgt u een presentatie over wat ORO en Expertisecentrum Antoon van Dijkschool nu concreet al doen en de komende jaren wil realiseren. Het is een actieve workshop, waarin we ook een aantal dilemma’s aan de deelnemers willen voorleggen om te bespreken
2.4 PERSPECTIEF VOOR HELMONDSE SCHOOLVERLATERS Frans Brands, Korenaer en Jan Berkers, BJ Brabant In het Samenwerkingsverband Helmond e.o. werken meerdere instellingen samen om vroegtijdige schoolverlaters op te vangen en te begeleiden. Op een locatie van VSO de Korenaer in Helmond is een voorziening ingericht (Plusvoorziening) die met ondersteuning van diverse partners uit (jeugd) zorg een onderwijsprogramma aanbiedt. Het programma geeft jongeren perspectief op terugplaatsing in het reguliere onderwijs, doorstroom naar het MBO en/of arbeid. De diverse partners lichten hun rol en opbrengsten in deze inspirerende vorm van samenwerking toe.
2.5 HET VERSTERKEN VAN DE ALLIANTIE TUSSEN MIGRANTENOUDERS EN PROFESSIONALS IN ZORG EN ONDERWIJS Liesbeth van Hoof en Anouschka van Eijk , Fontys Hogeschool Pedagogiek Er zijn grote veranderingen gaande in zorg en onderwijs. Binnen het kader van de nieuwe financiering en organisatie, zullen wegen gezocht moeten worden om de jongeren met gedrags- , ontwikkelings-, en leerproblemen en hun ouders zo veel mogelijk in hun directe leefomgeving te helpen, zonder dat de zorg aan kwaliteit inboet of leerkrachten overbelast worden. Een goede samenwerking of alliantie tussen leerkrachten en ouders is hierbij van belang, zo wijst recent onderzoek uit. Het tot stand brengen van een alliantie met migrantenouders vraagt extra aandacht, onder meer vanwege communicatiemoeilijkheden tussen professionals en ouders van migrantenleerlingen met problemen. Voor ons onderzoek naar vroegtijdige signalering en hulp bij dreigende ontwikkelingsproblemen bij migrantenjeugd hebben wij ons georiënteerd op de vragen waar scholen op dit gebied mee kampen. Daarbij kwamen verschillende, nog veelal onbenutte mogelijkheden naar voren. In deze interactieve workshop gaan we deze mogelijkheden onderzoeken, gaan we verkennen wat werkers in het onderwijs en in de zorg kunnen doen om een alliantie met migrantenouders tot stand te brengen en hoe ze hierin kunnen samenwerken. We baseren ons hierbij op de huidige wetenschappelijke- en praktijkkennis op dit gebied.
2.6 DE SYNTHESEKLAS, 50% BESPARING, 100% SUCCES; INTEGRATIE VAN LEERLINGEN MET CLUSTER IV- INDICATIE IN HET REGULIERE ONDERWIJS. Rita Peeren, Cluster 4 school ‘de Ortolaan’ en Jac Verstegen Aloysiusstichting Leerlingen, afkomstig van De Ortolaan in Heythuysen (Cluster IV-onderwijs), krijgen in twee jaar tijd de mogelijkheid om via een cluster 4-mentor op scholengemeenschap St Ursula stapsgewijs te integreren binnen het reguliere VMBO en HAVO. Zo komen wij tegemoet aan de hulpvraag van de leerlingen. De kansen op diplomering zijn vergroot en de schooluitval verkleint. De deskundigheidsbevordering van docenten in het regulier onderwijs vindt versneld op pragmatische wijze plaats. Een voorbeeld van succesvolle samenwerking regulier onderwijs – cluster 4. De leerlingen worden 100% succesvolle leerlingen in het mbo. Kortom: Passend onderwijs in optima forma.
2.7 TRANSFORMATIE IN DE PRAKTIJK: “HET UTRECHTSE MODEL: STREVEN NAAR ROLVASTHEID EN ELKAAR AANSPREKEN”. Chaja Deen, Nederlands Jeugdinstituut en Frans Jordaan, SWV VO/VSO Sterk VO (Utrecht) Het SWV VO/VSO Utrecht en Vechtstreek trekt in de voorbereiding op passend onderwijs samen op met de gemeente Utrecht en Stichtse Vecht. De invoering van passend onderwijs hangt immers nauw samen met de decentralisatie van de jeugdzorg naar gemeenten. Het SWV heeft samen met de gemeente en de partners in het jeugddomein een visie op passend onderwijs en passende ondersteuning ontwikkeld en deze vertaald naar een eenvoudig model: een sterke basis op school, in het gezin en in de wijk, steun als dat nodig is en specialistische voorzieningen als het moet. Tijdens de workshop gaan het SWV en het Nederlands Jeugdinstituut (dat in dit proces een ondersteunende rol heeft) verder in op de volgende vragen: -
welke basis van samenwerking is er vanuit het onderwijs met de kernpartners; wat zijn de domeinen van de kernpartners en hoe geven zij invulling aan hun rol in het zorgteam van de school; wat houdt het in dat de kernpartners een achterveld hebben en hoe wordt de verbinding tussen achterveld en school gemaakt; hoe loopt ons visiedenken parallel aan de verdere gemeentelijke ontwikkeling met o.a. de buurtteams; welke meerwaarde ervaren wij op dit moment (mei 2013!) van het werken volgens deze visie.
Dilemma’s worden met de deelnemers bediscussieerd
2.8 LEERLING- EN ONDERWIJS ONDERSTEUNINGS ROUTES IN HET VO Koert Sauer, Koers VO en Willem van Gendt, VGConsultancy Koert Sauer van het Samenwerkingsverband Koers VO uit Rotterdam vertelt in deze presentatie hoe een groep directeuren van diverse typen VO scholen (van havo/vwo tot aan VSO) heeft gestoeid met de uitdaging om in Passend Onderwijs de leerling echt centraal te stellen. De scope is daarbij 'van eerste signalering van belemmeringen' tot aan het inzetten van 'extra' of 'zware' ondersteuning. Een ouderwetste roadmovie met bizarre verrassingen omgevormd tot een boeiende, gestructureerde visie en uitwerking waar leerlingen en scholen baat bij hebben.
2.9 DE FRIESE VOORLOPER: SCHOOL ALS WERKPLAATS ALS GOEDE SAMENWERKINGSVORM VAN ONDERWIJS EN ZORG. Corian Messing en Paul Nota, Nederlands Jeugdinstituut Op het Friesland College is School als Werkplaats gestart. Deze bijzondere vorm van samenwerking tussen zorg en onderwijs is vaak vergeleken met ‘een brug die wordt gebouwd terwijl je er op loopt’. De deelnemende (zorg) instellingen en het Friesland College hebben de uitvoerend werkers de vrije hand gegeven om samen met de docent-coaches een passende benadering in te vullen. Tegelijkertijd is deze vrijheid gekoppeld aan de wens tot een overdraagbare methodiekbeschrijving te komen, bruikbaar voor andere MBO-opleidingen. Dit vanuit de overtuiging dat School als Werkplaats een succesvolle benadering is, die ten eerste goed past bij de behoefte van cursisten, docenten en cursistbegeleiders in het MBO en ten tweede een mooie vorm is voor een gemeente om de nabije transitie jeugdzorg vorm te geven. Vandaar dat in een ander deel van het onderzoek een berekening is gemaakt van de kosten en baten. Inzet in SAW kost geld, maar levert school en samenleving veel op. In deze presentatie geeft Corian Messing inzicht in de werkzame methodische elementen en voorwaarden waaronder die tot stand komen. Paul Nota voert u in in de kosten-baten analyse. We verwachten met de deelnemers te kunnen praten over overdraagbare elementen in dit experiment voor hun eigen situatie".