1. Ledenwijzer zorg 1.1. Ik ben chronisch ziek, wat kan ik allemaal fiscaal aftrekken? Uit onderzoek door onder meer het instituut NIVEL en de Universiteit van Amsterdam, blijkt dat slechts 11% van de chronisch zieken en gehandicapten gebruik maakt van extra fiscale aftrekmogelijkheden, terwijl ruim een derde een besteedbaar maandinkomen heeft dat onder de € 1000 ligt. Dat betekent dat er veel geld blijft liggen uit onwetendheid of onkunde. Want extra kosten zoals eigen bijdragen voor behandelingen en medicijnen, thuiszorg, hulpmiddelen, aanpassingen, voeding of dieet, kleding en extra reiskosten, kunnen geheel of gedeeltelijk aftrekbaar zijn. Om hier meer bekendheid aan te geven, kan via de site van het Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) brochures worden gedownload met een opsomming van de belangrijkste aftrekposten: (http://home.szw.nl) of aanvragen op het gratis telefoon 0800 - 9051. Ook de CG-Raad geeft brochures uit met fiscale adviezen voor chronisch zieken en gehandicapten. U kunt de brochures bestellen bij de bestellijn, telefoon 030 - 291 66 50. Bestellen per mail kan ook:
[email protected].
ledenwijzer zorg
1.2. Wordt mijn alternatieve geneeskundige behandeling wel vergoed? Meer dan een miljoen mensen bezoeken jaarlijks een alternatief behandelaar in een van de ongeveer driehonderd verschillende alternatieve geneeswijzen die op de Nederlandse markt worden aangeboden. Uit een recent onderzoek van het Nederlands Instituut voor Onderzoek van de Gezondheidszorg (NIVEL) zijn de meeste mensen positief over hun behandeling. Vooral de tijd en de aandacht spreekt patiënten bijzonder aan. Nu is de verzamelnaam 'alternatieve geneeswijzen' een grote pot van zowel erkende behandelingen als therapieën waarvan het resultaat niet wetenschappelijk is bewezen. Manueel therapie; homeopathie; orthomoleculaire geneeskunde, acupunctuur; neuraal therapie; osteopathie; haptonomie; chiropraxie; kruidengeneeskunde; iriscopie; magnetiseren en gebedsgenezing, maar ook lachtherapie, aderlaten en aurahealing behoren tot de deze 'pot'. Juist vanwege die diversiteit, is het aan te raden om voorzichtig te zijn als u een alternatief behandelaar bezoekt. Waarop moet u letten? Controleer allereerst of de dekking van uw (aanvullende) verzekering voldoende is. Neem voordat u de behandeling start contact op met uw verzekeraar om te informeren of uw behandelaar is aangesloten bij de juiste beroepsvereniging en vraag gelijk zwart op wit toezegging voor de behandeling. Te veel mensen gaan ervan uit dat alles wel vergoed zal worden en komen achteraf van een koude kermis thuis. Vaak stelt een verzekeraar als eis dat de behandelaar 'erkend' moet zijn en aangesloten bij een (vaak niet met naam genoemde) beroepsvereniging.
ledenwijzer zorg
1.3. Hoe weet ik of mijn alternatieve behandelaar is aangesloten bij een beroepsvereniging? Gewoon vragen voordat u er heen gaat, is het snelst. Maar dat lost niet alles op. Want er zijn verschillende beroepsverenigingen, bovendien verschillen de eisen van de verzekeraar. Neem nu de homeopathie. De meeste zorgverzekeraars vergoeden homeopathische behandelingen en medicijnen. Maar hoe selecteert u nu een erkend behandelaar? Alleen al op het gebied van homeopathie zijn er drie verschillende (beroeps)verenigingen: de VHAN (vereniging van Homeopathische Artsen in Nederland), de NOKH (Nederlandse Organisatie van Klassiek Homeopaten) en de NVKH (Nederlandse Vereniging van Klassiek Homeopaten). Alleen de leden van de VHAN hebben een in de Wet BIG geregeld beroep. Het zijn reguliere artsen die (klassieke) homeopathie hebben gestudeerd. Daarnaast zijn er ook 'klassiek homeopaten'. De meeste van hen zijn geen arts. Als ze lid zijn van de NVKH of de NOKH hebben zij naast (klassieke) homeopathie wel medische kennis, maar niet op universitair niveau. Meer informatie: De consumentenbond (www.consumentenbond.nl, postbus 1000 2500 BA Den Haag, telefoon 070 445 45 45, doet af en toe onderzoek naar alternatieve geneeswijzen. Vereniging van Natuurgeneeskundige Therapeuten (VNT), telefoon 033-4726003, www.vnt-online.nl Nederlandse Vereniging van Antroposofische Artsen (NVAA), telefoon 0343533538, www.nvaa.nl Artsenvereniging tot Bevordering van de Natuurgeneeskunde (ABNG), telefoon 020-6440794, www.abng.nl LOPAG (Landelijk Overleg Patiënten Alternatieve Geneeswijzen) www.lopag.nl, Kapellenberglaan 2, 6891 AD Roosendaal Ombudsman Zorgverzekeringen, Postbus 93560,2509 AN Den Haag, telefoon 070- 333 89 99 Vereniging van Homeopathische Artsen in Nederland (VHAN), telefoon 0317426908, www.vhan.nl Nederlandse Organisatie van Klassiek Homeopaten (NOKH), telefoon 0172407844, www.nokh.nl Nederlandse Vereniging van Klassiek Homeopaten (NVKH), telefoon 0172499595, www.nvkh.nl Nederlandse Artsen Acupunctuur Vereniging (NAAV), telefoon 030-2474630, www.naav.nl Infolijn alternatieve geneeswijzen, telefoon 0592-353405. Op dit nummer hoort u tussen 9.00 en 21.00 uur welke vrijwilliger u te woord kan staan met info over artsen en beroepsorganisaties, www.infolijn-ag.nl
ledenwijzer zorg
1.4. Kom ik in aanmerking voor bijzondere bijstand? Bijzondere bijstand houdt in dat de gemeente mensen geld geeft voor bepaalde kosten die zij zelf niet kunnen betalen. Bijvoorbeeld medische kosten als de aanschaf van een bril of gebit, een speciaal dieet of extra stookkosten voor een reumapatiënt. Wie een inkomen heeft op of rond het minimum –een bijstandsuitkering, een AOW, al dan niet met aanvullend pensioen- kan in aanmerking komen voor bijzondere bijstand. Omdat de regels per gemeente verschillen, kunt u het beste bij de sociale dienst navragen welke regels er gelden. Het moet wel gaan om kosten die medisch gezien echt noodzakelijk zijn, die u niet zelf kunt bepalen en die niet via een andere regeling of via uw ziektekostenverzekering worden vergoed. De sociale dienst of de afdeling sociale zaken in uw gemeente bepaalt of dat het geval is. Bij Postbus 51, via het gratis informatienummer 0800-8051 kunt u op werkdagen tussen 9 ’s morgens en 9 uur ’s avonds meer informatie krijgen.
ledenwijzer zorg
1.5. Mijn partner is opgenomen in een AWBZ-instelling, wat gebeurt er nu met mijn AOW? Als één van de echtgenoten in een AWBZ-instelling is opgenomen is er sprake van een ongewilde scheiding. De Haagse rechtbank heeft hierover bepaald dat beide echtgenoten recht hebben op een ‘alleenstaande’ AOW (70% AOW). De uitkeringsinstantie, de Sociale Verzekeringsbank (www.svb.nl ) verhoogt de AOW niet uit eigen beweging en attendeert ook niet spontaan op de mogelijkheid. Als de verhoging van de AOW niet schriftelijk is aangevraagd op het moment dat de opname in het verpleeghuis heeft plaatsgevonden of duurzaam is geworden, maar pas later, kan verzocht worden om een verhoging met terugwerkende kracht. Vermeld dit in de aanvraag. De Sociale Verzekeringsbank kent de verhoging op verzoek toe met maximaal 12 maanden terugwerkende kracht. Als men recht heeft op verhoging met terugwerkende kracht en uit de SVB beschikking blijkt dat die niet is toegekend (de ingangsdatum is dan de maand van aanvraag), kunt u tot 6 weken na de datum van de beschikking d.m.v. een bezwaarschrift het recht op terugwerkende kracht alsnog inroepen. Wanneer er sprake is van een aanvullend pensioen bestaat de kans dat het pensioen wordt verlaagd als de AOW-uitkering wordt verhoogd. Dit hangt af van de regels die bij het betreffende pensioenfonds gelden. Het beste is hier vooraf duidelijkheid over te krijgen. Een AOW gerechtigde met een partner jonger dan 65 jaar ontvangt mogelijk >20% toeslag of een verhoging op het basisbedrag AOW. Dan heeft het aanvragen van 70% i.p.v. 50% pas zin vanaf het moment dat de partner 65 jaar wordt. Ontvangt de AOW gerechtigde met een partner jonger dan 65 jaar geen of weinig toeslag op het AOW basisbedrag, dan kan het beroep op duurzaam gescheiden leven voor de 65+ partner direct een verhoging van de AOW tot 70% opleveren. De verhoging van de AOW voor de andere partner komt uiteraard pas aan de orde als die 65 jaar wordt. Op dat moment kan ook voor die partner worden gevraagd om de hogere AOW.
ledenwijzer zorg
1.6. Heeft een hogere AOW gevolgen voor de eigen bijdrage AWBZ? De SVB waarschuwt er in de voorlichting voor dat de hogere AOW tot gevolg kan hebben dat de hoge i.p.v. de lage eigen bijdrage AWBZ verschuldigd is. Als het gescheiden leven los van de ongewilde opname in de AWBZ-instelling door één van beide of beide echtgenoten gewild is, is het logisch dat men ook voor de eigen bijdrage niet langer als gehuwd beschouwd wordt. Als het gescheiden leven als gevolg van de opname overigens ongewild is, heeft dat geen enkele verandering in de huwelijkse staat tot gevolg. Ondanks de protesten die hiertegen aangetekend zijn redeneert het Zorgkantoor dat een alleenstaande voor de AOW dan ook automatisch alleenstaande is voor de AWBZ Daarom wordt door het zorgkantoor de hogere eigen bijdrage AWBZ berekend. 11 echtparen hebben in april 2004 beroep aangetekend tegen de oplegging van de hoge in plaats van de lage eigen bijdrage aan verpleeghuisbewoners met een thuiswonende echtgenoot die aanspraak hebben gemaakt op de AOW voor alleenstaanden. Die aanspraak is 7 juli 2004 in hoger beroep afgewezen. Als de hoge AOW wordt genoten blijft de z.g hoge eigen AWBZ-bijdrage van kracht; de beroepen tegen de oplegging van de hoge eigen bijdrage zijn ongegrond verklaard. Als mensen enkel een AOW (en een klein pensioentje hebben) weegt het voordeel van 2 x 70% AOW in de regel op tegen de doorberekening van een hoge eigen bijdrage. 2 x 70% = 140% van het minimumloon. Bij meer dan 210% van het netto minimumloon (140% (2 x 70%) en aanvullend inkomen (70%)) is het advies om een goede afweging te maken voordat de hoge ‘alleenstaande’ AOW wordt aangevraagd. Bij meer dan 210% van het netto minimumloon moet betrokkene het risico afwegen: 1. Wat meer aan eigen bijdrage berekend dient te worden. 2. Belastingaftrek (buitengewone lasten) 3. Gevolgen evt. huurtoeslag 4. Gevolgen aanvullend pensioen 5. Zijn er mogelijk toch nog andere inkomstenbronnen.
ledenwijzer zorg
1.7. Wat is mijn eigen bijdrage thuiszorg? In Nederland maken jaarlijks zo'n 600.000 mensen gebruik van thuiszorg, ook wel ‘zorg zonder verblijf’ genoemd. Om voor thuiszorg in aanmerking te komen, heeft iemand eerst contact met een adviseur van het Centrum Indicatiestelling Zorg: CIZ, het voormalige RIO. Voor informatie: www.ciz.nl . Deze beoordeelt of, hoeveel en wat voor thuiszorg iemand nodig heeft. Op het moment dat het CAK-BZ (Centraal Administratiekantoor Bijzondere Zorgkosten) van de belastingdienst uw inkomensgegevens ontvangt, kan de definitieve eigen bijdrage worden vastgesteld. Het kan zijn dat uw definitieve eigen bijdrage hoger is dan uw voorlopige eigen bijdrage. Als dat zo is, moet u dat verschil bijbetalen en krijgt u een naheffing. De voorlopige eigen bijdrage is altijd de laagst mogelijke bijdrage en is ieder jaar verschillend. De eigen bijdrage voor de thuiszorg is in 2004 verhoogd. Om de thuiszorg toegankelijk te houden voor mensen met een laag inkomen en hoge zorgkosten, zijn er verschillende regelingen. Minima betalen minder. De hoogte van de eigen bijdrage die mensen voor thuiszorg moeten betalen hangt af van het inkomen. Iemand met een minimuminkomen hoeft minder te betalen dan iemand met een hoger inkomen. De laagste inkomens betalen niet meer dan het 'laagste maximum'. Op de website van het Centraal Administratie Kantoor Bijzondere Zorgkosten (www.cak-bz.nl) kunt u een idee krijgen van de hoogte van uw eigen bijdrage. U kunt ook bellen: 0800 - 1925 Bijzondere bijstand. Iemand met een minimum inkomen kan bijzondere bijstand aanvragen bij de gemeente. De gemeente beoordeelt of u (een deel van) de thuiszorgkosten terugkrijgt. Belastingaftrek. Komt u niet in aanmerking voor bijzondere bijstand? Dan kunt u de thuiszorgkosten wellicht aftrekken van de belasting. Dat kan met het T-biljet. Het CAK (en soms ook uw thuiszorgorganisatie) kan een ruwe schatting maken van het bedrag dat u terugkrijgt. Ook als u geen hoge ziektekosten hebt kan het invullen van een T-biljet lonen.
ledenwijzer zorg
1.8. Hoe kan ik de hoogte van de maximale periodebijdrage bepalen? Om de hoogte van de maximale periodebijdrage in 2005 te bepalen, kunt u de volgende berekening toepassen: 1. Neem 15 % (vast percentage) van uw verzamelinkomen en het verzamelinkomen van uw eventuele partner daarbij opgeteld, van het jaar 2003; 2. Deel de uitkomst van bovenstaande berekening door 13 (er zijn 13 periodes in een jaar); 3. Trek € 142,20 (dit is een standaardbedrag) af van het bedrag waar u bij 2 op uitkomt; 4. De uitkomst van bovenstaande berekening is uw maximale periodebijdrage. U betaalt per periode van vier weken nooit meer dan dit bedrag. Verder is uw maximale periodebijdrage nooit hoger dan € 536,80 of lager dan € 16,20. Nu weet u uw maximale periodebijdrage. Vervolgens rekent u uw zorgkosten uit. Tel hiervoor het aantal uren zorg bij elkaar op, dat u in een periode van vier weken ontvangt. Dit aantal vermenigvuldigt u met het uurtarief van € 11,80. De uitkomst van deze berekening noemen wij uw aandeel in de zorgkosten. Vervolgens vergelijkt u uw aandeel in de zorgkosten met uw maximale periodebijdrage. Dat geeft de volgende mogelijkheden: 1. Uw aandeel in de zorgkosten is lager dan uw maximale periodebijdrage. U betaalt dan uw aandeel in de zorgkosten. 2. Uw aandeel in de zorgkosten is hoger dan uw maximale periodebijdrage. U betaalt dan uw maximale periodebijdrage. U vergelijkt dus uw aandeel in de zorgkosten met uw maximale periodebijdrage en neemt hiervan het laagste bedrag. Dat is wat u per periode zult betalen. Krijgt u opeens minder uren zorg of is uw inkomen veranderd? Dan kunt u de berekening zelf opnieuw uitvoeren, maar u kunt ook gratis 0800 – 1925 bellen om de berekening voor u te laten doen. Ook kunt u via de website (www.cak-bz.nl ) uw eigen bijdrage berekenen.
ledenwijzer zorg
1.9. Zijn er ook voorbeelden van deze berekening? Uw verzamelinkomen in 2003 bedraagt € 14.500,-. Uw maximale periodebijdrage wordt dan: 1. 15 % van € 14.500,- = € 2.175,2. € 2.175,- gedeeld door 13 = € 167,31 per periode 3. € 167,31 minus € 142,20 = € 25,11. Uw maximale periodebijdrage bedraagt € 25,11. U ontvangt 3 uur zorg per week. In een periode van vier weken heeft u dan 4 x 3 = 12 uur zorg ontvangen. Het uurtarief is € 11,80. Uw aandeel in de zorgkosten bedraagt dan: 12 x € 11,80 = € 141,60. Uw aandeel in de zorgkosten is hoger dan uw maximale periodebijdrage. U betaalt per periode nooit méér dan uw maximale periodebijdrage. U betaalt dus € 25,11 per periode van vier weken. Voorbeeld 2 Uw verzamelinkomen in 2003 bedraagt € 35.684,-. Het verzamelinkomen van uw partner in 2003 bedraagt € 6.450,-. Uw gezamenlijk verzamelinkomen in 2003 bedraagt dan € 42.134,-. Uw maximale periodebijdrage wordt als volgt berekend: 1. 15 % van € 42.134,- = € 6.320,10; 2. € 6.320,- gedeeld door 13 = € 486,16 per periode; 3. € 486,16 minus € 142,20 = € 343,96. Uw maximale periodebijdrage bedraagt € 343,96. Uw partner ontvangt 5 uur zorg per week. In een periode van vier weken heeft uw partner dan 4 x 5 = 20 uur zorg ontvangen. Uw aandeel in de zorgkosten bedraagt: 20 x € 11,80 = € 236,-. Uw aandeel in de zorgkosten is lager dan uw maximale periodebijdrage van € 343,96. U betaalt dus uw aandeel in de zorgkosten, dat is € 236,- per periode. Voor meer informatie en aanvraag brochure 'Eigen bijdrageregeling zorg zonder verblijf’ www.cak-bz.nl of telefoon 070-3380000
Gratis informatienummer eigen bijdrage Zorg zonder Verblijf: 0800-1925 Als u gaat bellen, kunt u het beste uw inkomensgegevens (verzamelinkomen) bij de hand houden.
ledenwijzer zorg
1.10. Wat is mijn eigen bijdrage bij een verblijf in een AWBZ-instelling? Als u voor rekening van de AWBZ in een instelling verblijft en daar zorg ontvangt (bijv. verzorging, verpleging, begeleiding, behandeling) en u bent 18 jaar of ouder, dan bent u wettelijk verplicht mee te betalen aan de kosten van de zorg. Dat wordt de eigen bijdrage AWBZ genoemd. Er zijn twee bijdragen: De lage bijdrage (maximaal € 696,60 per maand in 2005); De hoge bijdrage (maximaal € 1.728,- per maand in 2005). Het eerste halfjaar betaalt u de lage bijdrage. Daarna hangt het van uw omstandigheden af of u de lage bijdrage blijft betalen of de hoge bijdrage moet gaan betalen. Op deze regel zijn drie uitzonderingen, namelijk: als u in een ziekenhuis bent opgenomen; als u in een instelling voor revalidatie bent opgenomen; als u met een psychiatrische aandoening in een instelling verblijft en daar behandeling of activerende begeleiding krijgt. In die gevallen bent u pas na één jaar een bijdrage verschuldigd. Afhankelijk van uw omstandigheden is dat dan de lage of de hoge bijdrage. Verblijft u voor uw revalidatie echter in een verpleeghuis, dan bent u wel direct een eigen bijdrage verschuldigd. Hoe hoog uw bijdrage exact zal zijn, is afhankelijk van de hoogte van uw verzamelinkomen van twee jaar eerder (het zogenoemde peiljaar). Het zorgkantoor in uw regio vraagt bij de Belastingdienst uw verzamelinkomen op, berekent uw bijdrage en stuurt u bericht over de ingangsdatum van de bijdrage, de hoogte van het bedrag en hoe de bijdrage wordt geïnd. Vragen over de berekening van uw bijdrage kunt u stellen aan het zorgkantoor in uw regio
ledenwijzer zorg
1.11. Hoeveel bedraagt de hoge en hoeveel bedraagt de lage bijdrage?
De lage bijdrage De lage bijdrage bedraagt 12,5% van uw verzamelinkomen over het peiljaar, met een minimum van € 132,60 en een maximum van € 696,60 per maand in 2005. De hoge bijdrage De hoge bijdrage in 2005 bedraagt per maand 8,5% van uw zogenoemde bijdrageplichtige inkomen. Dit bijdrageplichtige inkomen is uw verzamelinkomen min de volgende posten: 1. de verschuldigde belasting; 15% van uw inkomsten uit tegenwoordige arbeid; 2. uw premie zorgverzekering; 3. zak- en kleedgeld; 4. een 'bedrag volgens formule'. De laatste drie posten zijn afhankelijk van uw burgerlijke status, uw leeftijd, uw verzekeraar en of u een Wajong-uitkering ontvangt. In de brochure 'Uw eigen bijdrage bij verblijf in een AWBZ-instelling per 1 januari 2005' zijn de meest relevante bedragen vermeld. Daarin staat ook een rekenvoorbeeld van de hoge bijdrage. De brochure geeft verder antwoord op de vragen: in welke instellingen betaalt u de eigen bijdrage? vanaf welk moment en tot wanneer betaalt u de bijdrage? en hoe wordt de bijdrage geïnd? De piepgrenzen Als u - na betaling van de bijdrage - per maand gemiddeld minder overhoudt dan de zogenoemde 'piepgrens', dan kunt u uw zorgkantoor vragen de bijdrage te herzien op basis van het inkomen in het lopende jaar. De piepgrenzen zijn in 2005: voor ongehuwden: € 256,02 per maand, inclusief 1/12 deel van het vakantiegeld; en voor gehuwden: € 398,25 per maand, inclusief 1/12 deel van het vakantiegeld.
ledenwijzer zorg
1.12. Zijn mijn eigen bijdragen buitengewone uitgaven? Dat klopt. U kunt via de belastingaangifte 25% van uw eigen bijdrage aftrekken voor de buitengewone-uitgavenregeling. Bij de Belastingdienst kunt u hiervoor een Tformulier aanvragen. Voor meer informatie: de belastingtelefoon (0800) 0543 of het belastingkantoor waar u onder valt. Of het college voor zorgverzekeringen www.cvz.nl. Postbus 320, 1110 AH Diemen. Telefoon 020 797 8555.
ledenwijzer zorg
1.13. Wat valt onder de buitengewone uitgaven? Hieronder vallen onder andere ziektekosten. Deze kunt u bij het invullen van het belastingformulier als aftrekpost opgeven. Het gaat om de kosten die u maakt vanwege ziekte en invaliditeit, bevalling en kraamhulp, adoptie en ouderdom. U kunt hierbij denken aan bijvoorbeeld premies zorgverzekeringen: nominale premies en premies voor aanvullende verzekeringen, de eigen bijdrage voor de thuiszorg, hulpmiddelen, medicijnen en uitgaven voor een dieet, extra beddengoed of vervoer. Alleen kosten die u niet via een andere regeling of verzekering kunt terugkrijgen, kunt u via het aangiftebiljet opvoeren. De buitengewone uitgaven hebben niet alleen betrekking op uw eigen ziektekosten. Onder bijzondere ziektekosten vallen ook de kosten voor uw partner, kinderen onder de 27 jaar, inwonende ouders, broers of zussen die u verzorgt en ernstig gehandicapte personen van 27 jaar en ouder die bij u in huis wonen. U moet zelf uw buitengewone uitgaven melden bij de Belastingdienst. Dit doet u door een aangiftebiljet of een T-biljet in te vullen. Als u ieder jaar al een aangiftebiljet thuis ontvangt, kunt u dit gebruiken. Is dit niet het geval, dan moet u een T-formulier aanvragen bij de Belastingdienst (0800-0543). Dit formulier vult u in en stuurt u terug naar de Belastingdienst. Zorg ervoor dat u zoveel mogelijk ziektekostenrekeningen en andere bewijsmiddelen bewaart. Na behandeling van uw aangifte krijgt u vanzelf bericht op welk bedrag u recht heeft. Het is dus heel belangrijk om uw belastingformulier in te vullen, want op basis van uw informatie bekijkt de Belastingdienst of u geld terugkrijgt. Schrik niet van de blauwe envelop, want in uw geval kan het invullen van het belastingbiljet ertoe leiden dat u geld terugkrijgt: aangifte loont!
ledenwijzer zorg
1.14. Kom ik in aanmerking voor de TBU (Tegemoetkoming Buitengewone Uitgaven) regeling? De Tbu-regeling is gerelateerd aan de Wet inkomstenbelasting en is onderdeel van de buitengewone uitgavenregeling die al bestond. Echter: een bepaalde groep mensen met een laag inkomen (bijvoorbeeld chronisch zieken, gehandicapten en ouderen) kon hun aftrekposten niet volledig verzilveren omdat ze onvoldoende belasting en premie volksverzekeringen betaalden waardoor zij niet hun hele aftrekpost kunnen benutten. De TBU is geen fiscale regeling maar een subsidie. Dankzij de Tbu-regeling kunnen mensen met een laag inkomen hun aftrekposten door deze subsidie wel verzilveren.
ledenwijzer zorg
1.15. Ik vul nooit een aangiftebiljet of T-biljet in, want ik heb geen of een laag inkomen. Hoe weet ik of ik in aanmerking kom voor de tegemoetkoming? U kunt hier alleen achter komen door een aangiftebiljet of T-biljet in te vullen. De Belastingdienst (0800-0543) kan u voorrekenen of het voor u zin heeft om uw buitengewone uitgaven op te geven. U kunt op verschillende manieren hulp krijgen bij het invullen van uw T-formulier. U kunt gratis bellen met de Belastingtelefoon 0800-0543. Op internet kunt u informatie krijgen via www.belastingdienst.nl Ook kunt u contact opnemen met uw eigen Ouderenorganisatie als daar een belastinginvuller actief is of bellen met de servicetelefoon van de Unie KBO van 9.30 tot 12.30: 0900 821 21 83 (€ 0.10 per minuut).
ledenwijzer zorg
1.16. Wat moet ik zelf betalen aan medicijnkosten? Dit is afhankelijk van het medicijn dat u gebruikt. Op de site www.medicijnkosten.nl en www.apotheek.nl vindt u er alles over. Vanaf 2005 worden de zogenaamde zelfzorgmedicijnen (medicijnen die zonder recept verkrijgbaar zijn) weer vergoed bij chronisch gebruik. Uw huisarts of specialist moet dan aangeven dat u het zelfzorgmedicijn langer dan zes maanden nodig heeft. Met dit recept gaat u dan naar de apotheek of gespecialiseerde drogisterij. Alleen dan krijgt u uw medicijnen vergoed. Gebruikt u de medicijnen korter dan zes maanden, dan worden ze niet vergoed. Het ministerie van VWS heeft hierover een brochure uitgebracht met als titel: zelfzorggeneesmiddelen chronisch gebruik.
ledenwijzer zorg
1.17. Wat moet ik doen als mijn huisarts geen verwijzing geeft voor een specialist of andere zorgverlener? Voordat uw huisarts u verwijst, moet hij al het nodige zelf hebben geprobeerd. Maar u kunt wel bepaalde zaken afspreken: 1. Vraag aan uw huisarts binnen welke termijn u resultaat kunt verwachten of klachtenvrij bent. Probeer duidelijk te krijgen welke behandeling de huisarts in werking wil zetten als een eerste behandeling niet werkt. Mochten uw klachten na die termijn niet zijn verdwenen, spreek dan af dat u een verwijzing krijgt. 2. Lukt het ook op termijn niet om een afspraak te krijgen, bel dan met het Informatie- en klachtenbureau (IKG, www.klachtenopvangzorg.nl). Het algemeen nummer is 0900-2437070. Vervolgens wordt u doorverwezen naar het dichtstbijzijnde klachtenbureau. Misschien hebben zij nog tips voor de communicatie met uw huisarts. 3. In sommige handleidingen klachtrecht staat omschreven dat uw zorgverzekeraar voor een verwijzing kan zorgen. Dit is niet het geval. Zorgverzekeraars gaan niet op de stoel van een arts zitten. Wel kan uw zorgverzekeraar uitleg geven over (de vergoeding van) een second opinion. 4. Een second opinion van een andere huisarts is niet makkelijk te regelen omdat verzekerden op naam bij een huisarts ingeschreven staan. Huisartsen zijn niet snel geneigd een patiënt van een andere huisarts te zien. 5. Als uw huisarts samenwerkt in een huisartsenpraktijk kunt u proberen om een afspraak te maken bij een andere huisarts in die praktijk.
ledenwijzer zorg
1.18. Hoe kan ik mij zo goed mogelijk voorbereiden op de vragen die de huisarts kan stellen? Gaat u met klachten (bijvoorbeeld van pijn) naar de huisarts, zorg dan dat u antwoord kan geven op de volgende vragen: waar bevindt de pijn zich? Belemmert de pijn u bij activiteiten in het dagelijks leven? Is de pijn stekend, kloppend, zeurend, dof of anders? Wanneer treedt de pijn op? Wordt u gehinderd in uw bewegingen? Waardoor wordt de pijn erger of juist minder? Hoe lang bestaat de pijn al? Wat hebt u zelf geprobeerd om de pijn te verlichten? Hebt u deze pijn eerder gehad en wat is er toen aan gedaan? Hebt u andere aan de pijn gerelateerde klachten? Krijgt u medicijnen voorgeschreven, zorg dan dat u antwoord krijgt op de volgende vragen: Wat is het doel van de behandeling? Wanneer kan ik resultaat verwachten? Welke bijwerkingen kan ik verwachten? Kan ik het medicijn gebruiken bij mijn andere medicijnen? Op welke manier en in welke dosering moet ik het medicijn gebruiken? Zijn er andere mogelijkheden voor behandeling? Wanneer moet ik terugkomen voor een vervolggesprek en wanneer kan ik met het medicijn stoppen? zorg dat u beschikt over een medicijnoverzicht van de medicijnen die u gebruikt (beschikbaar via de apotheek) Bewaar altijd de bijsluiter Volg altijd het etiket Gebruikt u veel medicijnen dan is een doseerdoos, waarop u kunt zien wanneer u welk medicijn moet nemen en op welk tijdstip, handig. Bewaar medicijnen koel en droog Bewaar uw medicijnen in de originele verpakking Gebruik uw medicijnen niet meer na de uiterste gebruiksdatum Gebruikt u langdurig bepaalde medicijnen overleg dan regelmatig (zo een tot twee keer per jaar) samen met uw huisarts of u ermee doorgaat, overgaat op een andere dosering of medicatie of ermee stopt. Niet alle behandelingen en pijnstillers die u krijgt voorgeschreven, worden vergoed door uw zorgverzekeraar. Wilt u weten of u moet (bij)betalen vraag dit dan aan uw zorgverzekeraar. Als u moet (bij)betalen, kunt u met uw arts of apotheker overleggen of er een medicijn is met dezelfde werkzame stof dat wel wordt vergoed.
ledenwijzer zorg
1.19. Waar kan ik terecht voor meer informatie over patiëntenzaken? Voor mensen met chronische pijn: Stichting Pijn-Hoop, Honthorstlaan 39, 1816 TA Alkmaar. Telefoon 072 511 96 85; 0528 27 34 80 . www.pijn-hoop.nl Platform Pijn en Pijnbestrijding, vertegenwoordigt veel organisaties. Adres: Postbus 278, 2300 AG Leiden. Telefoon 071 518 18 95. www.pijnplatform.nl Nederlandse Patiënten en Consumenten Federatie: www.npcf.nl, Postbus 1539 3500 BM Utrecht. Telefoon 030-2970303 Infolijn alternatieve geneeswijzen telefoon 0592-353405. Op dit nummer hoort u tussen 9.00 en 21.00 uur welke vrijwilliger u te woord kan staan met info over artsen en beroepsorganisaties. www.infolijn-ag.nl Op www.meldpuntmedicijnen.nl kunt u opvallende ervaringen met medicijnen melden.
ledenwijzer zorg
1.20. Mag de apotheker een generiek (merkloos) geneesmiddel verstrekken als mijn huisarts of specialist een geneesmiddel op merknaam heeft voorgeschreven? Ja, als het farmacotherapeutisch verantwoord is, mag de apotheker een voorstel doen voor een vervangend middel. Voordat deze vervanging wordt uitgevoerd moet echter wel de instemming van de voorschrijver en de patiënt worden verkregen. Als de apotheker u niet kan overtuigen dat de vervanging geen achteruitgang van de kwaliteit van de farmacotherapie tot gevolg heeft, moet de apotheker uw wens honoreren. De instemming van de voorschrijver (arts) hoeft niet voor ieder recept afzonderlijk te worden verkregen. Als er lokaal of regionaal afspraken zijn gemaakt over de wijze van substitutie door de apotheek is de toestemming van de voorschrijver in feite reeds gekregen. Ten aanzien van een aantal medicijnen is een uitzondering gemaakt die mogen niet vervangen worden, dit geldt met name voor medicijnen die darmklachten bestrijden. Als u er met uw arts of apotheker niet uitkomt, kunt u een beroep doen op: Het informatie en klachtenbureau gezondheidszorg (IKG), zij nemen niet de klacht in behandeling maar kunnen wel ondersteuning bieden, www.ikg.nl Klachtenreglement van de apotheker Klachtencommissie openbare apotheek Postbus 30460 2500 GL DEN HAAG Inspectie voor de gezondheidszorg IGZ, www.igz.nl, hoofdinspectie, telefoon 0703407911
De site www.kiesbeter.nl staat vergelijkende informatie over zorgverzekeringen, ziekenhuizen en medicijnkosten. Vanaf 2006 wordt de lijn uitgebreid met een telefoonlijn en loketten. De site bevat gegevens over de medicijnen die worden vergoed, waar er wachtlijsten zijn en welke faciliteiten in welk ziekenhuis beschikbaar zijn.
ledenwijzer zorg
1.21. Ik ben al jarenlang mantelzorger. Zijn er organisaties waar ik ondersteuning kan krijgen? In Nederland zijn bijna 4 miljoen mantelzorgers, mensen die zorgen voor iemand die gehandicapt, langdurig ziek of (hoog)bejaard is. Zo’n 750.000 mantelzorgers zorgen langer dan 3 maanden voor iemand. De LOT, de Vereniging van Mantelzorgers, is een belangenvereniging voor en van mensen die voor een ander zorgen. Mantelzorgers lopen vaak tegen knelpunten en problemen op. De LOT biedt de mantelzorger hierbij ondersteuning en brengt deze vragen en knelpunten onder de aandacht van politici. Voor meer informatie www.eiz.nl, telefoon 030-2306557 Veel mantelzorgers zijn ouderen en veel gemeenten doen iets voor ouderen. Wat precies verschilt per gemeente. Vaak hebben de diensten verschillende namen. Stichting voor Gecoördineerd Ouderenwerk (SGO) bijvoorbeeld, of Stichting Welzijn Ouderen (SWO), Gecoördineerd Ouderenwerk (GO) en Stichting Dienstverlening aan Ouderen (SDO). De laatste jaren wordt de dienstverlening aan ouderen steeds meer per wijk georganiseerd. Dat gebeurt door zogenaamde wijkwelzijnsstichtingen. Ook aansluiting bij een ouderenbond is belangrijk. Ouderenbonden komen op voor de belangen van ouderen (belangenbehartiging), maar geven ook praktische hulp. Hoe zijn de ouderenbonden georganiseerd? De belangenbehartiging van de grootste ouderenorganisaties in Nederland wordt gecoördineerd door het CSO, het Coördinatieorgaan Samenwerkende Ouderenorganisaties (030 - 276 99 85, www.ouderenorganisaties.nl). Hier zijn de grootste ouderen bonden bij aangesloten, te weten: Unie van Katholieke Bonden van Ouderen (Unie KBO); ANBO, voor vijftigplussers; Protestants Christelijke Ouderen Bond (PCOB); Nederlandse Vereniging van Organisaties van Gepensioneerden (NVOG). Bij deze lidorganisaties zijn ruim 650.000 ouderen aangesloten. Van de ANBO, PCOB en Unie KBO kunt u vanaf uw vijftigste lid worden. Van de NVOG kunnen uitsluiten organisaties van gepensioneerden lid worden.
ledenwijzer zorg
1.22. Ik zorg al lange tijd voor mijn partner en ik zou er een paar dagen tussenuit willen. Hoe los ik dit op? De hulpbehoevende partner kan tijdelijk worden opgenomen in een verzorgingstehuis of een verpleeghuis. Een indicatiestelling door het CIZ, het voormalige RIO is daarvoor noodzakelijk. U kunt informeren bij de Stichting Thuisverzorging Gehandicapten in Houten telefoon 030-6590970 (bereikbaar van 9.00 tot 14.00 uur). De hulpbehoevende partner wordt in de thuissituatie ondersteund door vrijwilligers of stagiaires voor een periode van maximaal twee weken. De indicatiestelling wordt niet door het regionaal indicatieorgaan verricht, maar door de Stichting zelf. De zorgverzekeraar c.q zorgkantoren vergoeden in de meeste gevallen de zorg. De Stichting kampt wel met een gebrek aan medewerkers. Als derde oplossing kunt u contact opnemen met het lokale ouderenwerk of met de afdeling welzijn in die gemeenten waar geen gecoördineerd ouderenwerk is. Er bestaan soms lokale opvanginitiatieven waar gebruik van gemaakt kan worden.
ledenwijzer zorg
1.23. Wat moet ik doen als ik zorgbehoevend ben geworden en ik kies voor informele hulp? Als u zorgbehoevend bent geworden, en u kiest voor informele hulp via mantelzorgers of vrijwilligers, gaat het volgende spelen. Misschien kan uw partner of naaste u ondersteunen als u het niet meer zelf kunt. Als hiervan langdurig sprake is wordt dit mantelzorg genoemd. Daarnaast kennen we gebruikelijke zorg die door familieleden verleend wordt. Mantelzorgers kunnen informatie opvragen bij de Mantelzorglijn, 0900-2020496 (€ 0,10 p/m), bereikbaar op werkdagen van 9.00 tot 16.00 uur of kijk op www.mantelzorg.nl Als de mantelzorger overbelast dreigt te raken, zijn er de volgende mogelijkheden: Kijk in het Aanvullend Verzekeringspakket van uw zorgverzekeraar. Sommige zorgverzekeraars hebben in hun aanvullend pakket ondersteuning bij overbelasting mantelzorger opgenomen. Bovendien bestaan er mogelijkheden om voor de mantelzorger mogelijkheden om er even tussenuit te gaan. Belangenvereniging van Mantelzorger LOT/Xzorg organiseert de zogenaamde verwendagen. U hoeft dan niets te regelen, u heeft geen zorgtaken, geen huishoudelijke taken, u verblijft in een comfortabele accommodatie en het eten staat voor u klaar. Voor informatie over Zorg voor jezelf Dagen kijk op www.mantelzorg.nl of bel de mantelzorglijn. Informele hulp kan ook via vrijwilligers georganiseerd worden. Kijk in uw gemeentegids naar de vrijwilligersorganisaties, maar ook naar een organisatie als stichting welzijn ouderen. Stichting Welzijn Ouderen organiseert bijvoorbeeld maaltijdvoorziening en alarmering, maar bijvoorbeeld ook klussendiensten.
ledenwijzer zorg
1.24. Wat moet ik doen als ik zorgbehoevend ben geworden en ik kies voor formele hulp? U kunt overwegen om professionele hulp in te schakelen van bijvoorbeeld een thuiszorgorganisatie, maar misschien bent u ook geholpen door te verhuizen naar een aanleunwoning. Het kan natuurlijk ook zo zijn dat een hulpmiddel uitkomst biedt of als u geholpen bij de maaltijdvoorziening. Als u voor zorg thuis in aanmerking wilt komen, kunt u het beste contact opnemen het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), voorheen Regionaal Indicatieorgaan (RIO) bij u in de buurt. Dit centrum vormt de toegangspoort tot gesubsidieerde zorg. U betaalt te allen tijde een inkomensafhankelijke eigen bijdrage. Als u particuliere zorg zoekt, hoeft u geen contact met het CIZ op te nemen. De indicatieadviseur bekijkt u zorgvraag en bepaald of u voor professionele zorg in aanmerking komt. U bepaalt zelf of u voor een Persoonsgebonden Budget of zorg in natura (via een thuiszorgorganisatie) in aanmerking wilt komen. De voordelen van een PGB zijn: 1. u neemt het heft in handen 2. een vaste zorgverlener Een mogelijk nadeel is dat u zelf op zoek moet naar een zorgverlener en in eerste instantie te maken krijgt met veel papieren (zoals contracten) en partijen (zoals het Zorgkantoor). U kunt een PGB aanvragen voor huishoudelijke en persoonlijke verzorging, verpleging, begeleiding en tijdelijk verblijf. Meer informatie over het persoonsgebonden budget kunt u verkrijgen bij CIZ, Zorgkantoor en budgetoudervereniging Per Saldo www.pgb.nl, telefoonnummer 030-2314975. Als uw keuze valt op een PGB stuurt het CIZ het indicatiebesluit naar uw Zorgkantoor (gekoppeld aan de zorgverzekeraar) in uw regio. Vervolgens krijgt u van het Zorgkantoor te horen wat uw budget is en kunt u op zoek naar een zorgverlener. Deze kunt u simpelweg een advertentie zetten, maar ook een particulier thuiszorgbureau inschakelen. Tot slot kunt u op de site van www.pgb.nl de hulpgids raadplegen. In deze gids staan alle PGB-zorgverleners per provincie vermeld. Ook de servicetelefoon van de Unie KBO beschikt over deze gids, telefoonnummer 09008212183.
ledenwijzer zorg
1.25. Wat is de AWBZ? Het Centrum Indicatiestelling Zorg, CIZ beoordeelt of u in aanmerking komt voor AWBZ-zorg. AWBZ staat voor de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten en omvat de volgende functies: 1. huishoudelijke verzorging (bijvoorbeeld alphahulpverlening, hulp bij stofzuigen, ramen wassen etc.) 2. persoonlijke verzorging (bijv. hulp bij het aan- /uittrekken van elastische kousen, douchebeurt etc.) 3. verpleging (bijv. wondverzorging) 4. ondersteunende begeleiding (bijv. dagopvang in verzorgingshuis 5. activerende begeleiding (bijv. dagbehandeling in een verpleeghuis 6. behandeling 7. verblijf (bijv. in verzorgingshuis of verpleeghuis)
ledenwijzer zorg
1.26. Waar moet ik zijn voor een indicatiebesluit? U kunt contact opnemen met het Centrum Indicatiestelling Zorg, CIZ bij u in de buurt. Om achter het adres en telefoonnummer te komen kunt kijken op www.ciz.nl of neem contact op met de servicetelefoon van de Unie KBO, telefoonnummer 09008212183.
ledenwijzer zorg
1.27. Voor welke zorg kan ik bij de gemeente aankloppen? Als uw woning aangepast moet worden of als u in aanmerking wilt komen voor vervoersvoorziening kunt u contact opnemen met uw gemeente. Vaak krijgt u te maken met het Centrum Indicatiestelling Zorg, CIZ, maar dat is afhankelijk van de gemeente waar u woont. Vanuit de Wet Voorzieningen Gehandicapten regelt voorzieningen waarmee gehandicapten en ouderen zelfstandig kunnen blijven wonen en deelnemen aan het maatschappelijk leven. De Wet voorzieningen gehandicapten (Wvg) heeft als uitgangspunt dat ouderen en gehandicapten zo lang mogelijk zelfstandig blijven en kunnen deelnemen aan het sociale en maatschappelijke leven. Daartoe voorziet de Wvg in woonvoorzieningen, vervoersvoorzieningen en rolstoelen. Het soort voorzieningen dat verstrekt wordt en de hoogte van eventuele eigen bijdragen kunnen per gemeente verschillen. Voorzieningen uit de Wvg worden in het algemeen verstrekt als de voorziening: alleen voor de betrokkene zelf bedoeld is (dus niet gemeenschappelijk gebruikt wordt) langdurig noodzakelijk is (de handicap heeft een blijvend karakter) niet algemeen gebruikelijk is (aanpassingen aan de eisen van de tijd, zoals een centrale verwarming of een telefoonaansluiting komen niet in aanmerking)
ledenwijzer zorg
1.28. Ik heb een klacht over een zorgverlener, waar kan ik terecht? In Nederland is het moeilijk wegwijs worden in klachtenland. In het kader van klachtwet is omschreven dat de klachten in eerste instantie door de zorgverlener of zorgaanbieder zelf opgelost moeten worden. Iedere organisatie moet een klachtenreglement hebben. Vraag u eerst goed af wat u met de klachtuiting wilt bereiken. Doelen klager Onvrede en emoties niet serieus genomen Zorgverlener geeft fout toe/biedt excuses aan Herstel relatie/zorg voor cliënt zelf
Passende afhandeling van de klacht Zorgverlener, klachtenopvang of – bemiddeling Zorgverlener, klachtenopvang ofbemiddeling Zorgverlener, evt. via IKG of klachtenfunctionaris Gelijk krijgen van onpartijdige organisatie Klachtencommissie /tuchtcollege/ inspectie Algemene kwaliteitsverbetering Terugkoppeling actie na klacht door zorgaanbieder Schadevergoeding Aansprakelijkheidsstelling (directie en/of schadeverzekeraar) of rechter
ledenwijzer zorg
1.29. Ik heb een klacht over een verpleeghuis, waar kan ik terecht? De Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGZ) heeft begin 2005 het gratis telefoonnummer 0800-1205 voor klachten over verpleeghuizen beschikbaar gesteld. Daarnaast is er een website www.meldpunt-verpleeghuiszorg.nl voor klachten. Het meldpunt wordt bemand door medewerkers van de IGZ en van het ministerie van VWS. Op werkdagen kunnen bewoners, familieleden, artsen en vrijwilligers er terecht tussen 09.00 en 12.30 uur en tussen 13.30 en 17.00 uur. Schriftelijke klachten kunnen worden gericht aan: Inspectie voor de Gezondheidszorg, t.a.v. Meldpunt verpleeghuizen, Postbus 16119, 2500 BC Den Haag Op de website www.kiesmetzorg.nl kunt u een verpleeg- of zorgtehuis selecteren.
ledenwijzer zorg
1.30. Hoe weet ik of ik mijn zelfzorggeneesmiddel vergoed krijg? Sinds 1999 moest iedereen zelfzorggeneesmiddelen zelf betalen, behalve mensen die deze medicijnen langdurig gebruiken. Op 1 januari 2004 veranderde dit, voortaan moesten ook chronische gebruikers zelfzorggeneesmiddelen zelf betalen. Omdat dit sommige mensen veel geld kost, is per 1 januari 2005 tot vergoeding besloten voor enkele groepen chronische gebruikers voor bepaalde medicijnen. De meest actuele informatie hierover kunt u krijgen via www.medicijnkosten.nl en www.apotheek.nl . Geneesmiddelen die u niet vergoed krijgt, kunt u opvoeren als buitengewone uitgaven bij de belastingaangifte.
ledenwijzer zorg
1.31. Waar kan ik informatie krijgen over zorgverzekeringen? Afdelingen kunnen een informatiebijeenkomst over zorgverzekeringen organiseren. De ouderenorganisaties ANBO, PCOB en Unie KBO werken samen in het project De kunst van het kiezen en hebben kaderleden als voorlichters opgeleid. U kunt de bij de PCOB, telefoonnummer 038-4225588 de naam van een voorlichter bij u in de buurt krijgen. U betaalt als afdeling de reiskosten van de voorlichter, de zaal-, apparatuurkosten en koffie en thee. Vanaf december 2005 tot en met medio april 2006 kunt u contact opnemen met de advieslijn zorgverzekeringen van de Unie KBO, telefoonnummer 0900-8212183. Informatie is verder te vinden op de volgende sites: www.kiesbeter.nl www.denieuwezorgverzekering.nl De site en schriftelijke informatie van uw eigen zorgverzekeraar. Ook kunt u desgewenst schriftelijke informatie krijgen van de Unie KBO. Informatie over de zorg- en huurtoeslag kunt u opvragen bij: Postbus 51, gratis informatienummer 0800-8051 De belastingdienst, telefoonnummer 0800-0545.
ledenwijzer zorg
1.32 Wat houdt de nieuwe zorgverzekering precies in? Het onderscheid tussen particulier en ziekenfonds verdwijnt. Er komt een zorgverzekering voor iedereen voor noodzakelijke zorg het wettelijk vastgestelde basispakket: Het basispakket omvat de inhoud van de ziekenfondspolis in 2005. Dit is: zorg zoals huisartsen, medisch specialisten, klinisch specialisten en verloskundigen die bieden; mondzorg: < 18 jaar; prothese en specialistische zorg; paramedische zorg; farmaceutische zorg: niet de eerste 9 behandelingen; hulpmiddelen; opname in ziekenhuis; zittend ziekenvervoer: kent hardheidsclausule; ambulance vervoer. Daarnaast blijven aanvullende verzekeringen bestaan. U bent verplicht een aanvullende basisverzekering af te sluiten. Of u een aanvullende verzekering wilt beslist u zelf. Belangrijke data: 1 januari 2006 1 maart 2006
1 mei 2006
1 november 2006
Nieuwe zorgverzekeringswet gaat in, vanaf nu bent u verplicht een zorgverzekering af te sluiten U heeft tot 1 maart de tijd om het aanbod van uw huidige verzekeraar te accepteren of uw huidige zorgverzekering op te zeggen U heeft tot 1 mei de tijd om bij een andere verzekeraar een zorgverzekering af te sluiten, indien geen zorgverzekering kunt u een boete krijgen Mocht u willen veranderen van zorgverzekeraar, moet u dit voor 1 november aan uw zorgverzekeraar melden (opzeggen per 1 januari 2007)
Voor meer informatie: www.kiesbeter.nl, www.denieuwezorgverzekering.nl, www.independer.nl www.verzekeringssite.nl Productvergelijker van de consumentenbond, telefoon 070 - 445 45 46 Kiezen met Zorg, een informatielijn van de ouderenbonden tot maart 2006: KBO-leden: 073 - 690 42 58; ANBO-leden: 030 - 233 00 66; PCOB-leden: 038 - 422 21 00.
ledenwijzer zorg
1.33 Wat houdt een collectieve zorgverzekering in? Een collectieve verzekering is een verzekering die een groep mensen, leden van een vakbond, werknemers van een bedrijf of een ander collectief afsluit met een verzekeraar. Daarbij worden kortingen bedongen op de basispremie en de aanvullende verzekeringen Of uw verzekeraar ook collectieve verzekeringen aanbiedt kunt u bij de verzekeraar zelf vragen. Als er sprake is van een collectiviteit dan gaat dat altijd gepaard met een soort lidmaatschap van het collectief. U zult door betreffende organisatie geïnformeerd worden. Zo zijn er collectiviteitkortingen bij gemeenten, verenigingen (zoals ouderenbonden, ANWB, RABO bank, vakbonden, patiëntenverenigingen) De Unie KBO heeft voor de leden van de aangesloten KBO’s een collectieve verzekering afgesloten bij Zilveren Kruis Achmea onder de naam “Het Beter af 50 Plus Pakket”. In dit pakket zitten vele extra’s: Korting op basis én aanvullende verzekeringen; Korting op tandartsverzekering; Extra uitbreiding bij gebitsprotheses; Extra uitbreiding alternatieve geneeswijzen, therapieën en geneesmiddelen; Hospicevergoeding; 100 procent dekking spoedeisende zorg buitenland; Vergoeding eigen bijdrage bij medisch noodzakelijk ziekenvervoer; Vergoeding preventieve cursussen geheugentraining en “efficiënt en doelmatig huishouden”; Tegemoetkoming KBO-lidmaatschap voor een jaar (€ 17,50). Voor meer Informatie: Leden krijgen informatie hierover thuis. Wie zich wil aanmelden kan het aanmeldingsformulier invullen. Wie geen lid is kan een informatiepakket aanvragen bij Zilveren Kruis Achmea: 0900 8435. U kunt zich ook on-line aanmelden bij www.zilverenkruis.nl en daar uw premie berekenen. Houd daarbij dit (collectiviteitsnummer) bij de hand, u heeft dit nodig als u zich op de site aanmeldt. Het nummer is: 20 7000 837. Voor een vergelijking met andere verzekeringen kunt u terecht op www.denieuwezorgverzekering.nl
ledenwijzer zorg
1.34 Is het verstandig voor een eigen risico te kiezen of niet? In het nieuwe zorgverzekeringstelsel kunt u kiezen voor een eigen risico van € 0; € 100; € 200; € 300; € 400 of € 500. Naarmate u een hoger eigen risico kiest krijgt u meer korting op de premie, die u betaalt. Die keuze is uiteraard aan u zelf. Het hangt af of u verwacht gebruik te moeten maken van de huisarts, specialist of medicijnen gebruikt. Een algemene stelregel is dat als veel gebruik maakt van de zorg u beter geen hoog eigen risico moet nemen. U moet dan het eigen risico bij uw jaarpremie optellen. Het is dus van belang dat u voor uzelf nagaat of het premievoordeel opweegt tegen de voordelen van in de hoogte van de premie. Overigens, ook de huisarts geldt voor het eigen risico, maar niet voor de no-claim. Voor meer informatie: Zie website: www.denieuwezorgverzekering.nl
ledenwijzer zorg
1.35 Wat is het verschil tussen de no-claim en het eigen risico? De no-claim houdt in dat u maximaal € 255 na afloop van het verzekeringsjaar van uw zorgverzekeraar terug kunt krijgen als u geen beroep (claim) op vergoeding van uw zorgkosten in dat verzekeringsjaar bij uw zorgverzekeraar heeft gedaan. Doet u wel een beroep op vergoeding van uw zorgkosten, maar minder dan € 255, dan krijgt u het overgebleven no-claim bedrag na afloop van het verzekeringsjaar terug. Het eigen risico houdt in dat u eerst een bedrag voor eigen risico neemt en vervolgens krijgt u de kosten vergoed van de verzekering. U kunt zowel voor het basispakket als de aanvullende verzekering een eigen risico nemen. Belangrijk: het jaarlijkse inschrijfgeld voor uw huisarts valt niet onder uw eigen risico. In tegenstelling tot bij de no-claimteruggave vallen kosten van kraamzorg, verloskundige zorg en van het consult van een huisarts dus wel onder het eigen risico. No-claim gaat voor het eigen risico bij de verrekening.
ledenwijzer zorg
1.36 Wat is het verschil tussen een naturapolis en een restitutiepolis Bij een naturapolis ziet u geen rekeningen en gaat u naar de door de zorgverzekeraar gecontracteerde zorgverleners. Vaak is er wel een bepaling dat u, wanneer u gebruik maakt van niet gecontracteerde zorg, toch de rekening vergoed kunt krijgen via restitutie. U krijgt dan soms niet de volledige rekening vergoed. In de polis staan de precieze vergoedingen. Verzekeraars gaan vaak uit van een gemiddelde prijs en als de rekening hoger is moet u het restant zelf bijbetalen. De gecontracteerde zorgverleners zijn voorkeursaanbieders waarmee de zorgverzekeraar speciale prijs- en kwaliteitsafspraken gemaakt heeft. Niet alle zorgverzekeraars werken met voorkeursaanbieders. Vaak kunt u de voorkeursaanbieders op de site van uw zorgverzekeraar vinden. Bij een restitutiepolis ziet u wel de rekeningen van de zorgverlener en hoeft u niet perse naar een door de zorgverzekeraar gecontracteerde zorgverlener. U krijgt dan in beginsel alle kosten vergoed. Overigens bieden sommige zorgverzekeraars beiden aan. Voor meer informatie: www.verzekeringssite.nl
ledenwijzer zorg
1.37. Waar moet ik op letten bij de keuze van een zorgverzekeraar? Wij kunnen voor u de keuze van een zorgverzekeraar niet bepalen. We kunnen wel aangeven op welke factoren u kunt letten, zoals bijvoorbeeld de service, dekking aanvullende verzekering, en premiehoogte van een zorgverzekeraar. Vanaf 6 december is deze informatie beschikbaar op de site www.kiesbeter.nl. In januari 2006 komt bij VWS ook een overzicht uit. Nu is nog niet bekend waar dat gepubliceerd wordt. Ook in diverse kranten zullen de overzichten worden gepubliceerd. U moet in ieder geval letten op: De dekking b.v. wat zit er allemaal in het aanvullend pakket?, heeft de verzekeraar contracten in het hele land?; De prijs voor zowel de basisverzekering als de aanvullende verzekeringen. Er zijn verschillen in de prijzen, maar let u vooral op de dekking! Via collectiviteiten kunt u een algemene korting krijgen; De service b.v. hoe regelt men de verrekeningen? is er een opzegservice geregeld ? Is er een goede telefonische bereikbaarheid?; De soort polis: natura, restitutie of een mengvorm; Het gewenste eigen risico: geen eigen risico € 100, € 200, € 300, € 400 of € 500 eigen risico; Is alle zorg gecontracteerd; Kan ik gebruik maken van een collectiviteit. Dit kan flinke kortingen met zich meebrengen. Als oudere kunt u daarnaast letten op specifieke kwalen van u zelf. Bij voorbeeld: bent u diabetespatiënt? Dan is er misschien een speciale aangepaste verzekering voor u via een patiëntenvereniging. Voor ouderen zijn met name zaken als hulpmiddelen, zoals bril enz van belang, maar ook de vergoeding voor bijvoorbeeld de fysiotherapie; het zittend ziekenvervoer. De ene zorgverzekeraar is sterker in de vergoeding van alternatieve geneeswijzen dan de andere zorgverzekeraar.
ledenwijzer zorg
1.38 Aanvullende verzekeringen De zorgverzekeraars hebben aangegeven het eerste jaar geen drempels op te werpen voor de aanvullende verzekering Bij de keuze voor een aanvullende verzekering moet u rekening houden met uw beperkingen en vervolgens moet u kijken naar de vergoeding en dekking die de zorgverzekeraar geeft. Verder doen ouderen er handig aan te letten op: Medicijnverstrekking; Fysiotherapie; Brillen en lenzen vergoeding; Vergoeding hoorapparaten; Vergoeding (zittend) ziekenvervoer; Vergoeding ADL hulpmiddelen (b.v.elastische veters, handyman); Vergoeding eigen bijdragen thuiszorg; Vergoeding hospice zorg; Alternatieve geneeswijzen. Iedereen is verplicht een basisverzekering af te sluiten, ook mensen in een verpleeghuis. Ook dan kan een aanvullende verzekering zinnig zijn voor bijvoorbeeld een bril, zittend ziekenvervoer en ziekenvervoer. U kunt beter nu een aanvullende verzekering afsluiten, omdat alle verzekeraars nu iedereen zonder medische keuringen accepteren. Volgend jaar misschien niet meer. Dus sla nu uw slag! Voor meer informatie: www.kiesbeter.nl
ledenwijzer zorg
1. 39. Wat zijn de gevolgen voor mijn zorgverzekering als ik in het buitenland woon? Ziekenfondsverzekerd in 2005 Geëmigreerde Nederlanders met een pensioen of een uitkering die in 2005 via het ziekenfonds waren verzekerd gaan, net als hun landgenoten in Nederland, nominale premie (ongeveer € 1.050 per jaar min de ’buitenlandkorting’ van € 255 die in de plaats komt van de no-claimkorting die Nederlandse ingezetenen kunnen overhouden) en een inkomensafhankelijke premie (6,5 % van de AOW en 4,4 %van het pensioen over in totaal ten hoogste ongeveer € 30.015) betalen. Ze blijven ook AWBZ-premie betalen, al is die wat lager dan die voor Nederlandse ingezetenen (8,8 procent in plaats van 12,55 %). De uitkeringsinstantie draagt de premies af aan het College voor Zorgverzekeringen en aan de belastingdienst. Voor premieplichtige gezinsleden (dus van 18 jaar en ouder) worden de premies bij het ’gezinshoofd’ ingehouden. Nieuw is het recht op zorgtoeslag die u, als u daarvoor nog geen formulier heeft ontvangen, bij de Nederlandse belastingdienst kunt aanvragen. Wie in het buitenland woont blijft verder gewoon ingeschreven bij een verzekeraar in het woonland en krijgt zorg volgens de daar geldende regels. Wel vervalt de vergoeding voor AWBZ-zorg per 1 januari, tenzij al dit jaar van dergelijke zorg gebruik wordt gemaakt. In dat geval is er een overgangsregeling waarvoor u zich voor 1 mei volgend jaar bij het CVZ moet aanmelden. Particulier verzekerd in 2005 Voor Nederlandse emigranten met een pensioen of een uitkering die nu een particuliere (of publiekrechtelijke) verzekering hebben verandert er meer dan voor ziekenfondsverzekerden. Nu kunnen ze nog kiezen of ze in het woonland of in Nederland naar de dokter gaan met behulp van bijvoorbeeld een Nederlandse verzekering met buitenlanddekking. Dat is straks voorbij: u moet zich ook in het woonland bij een verzekeraar inschrijven (daarvoor heeft het CVZ formulieren). Gezinsleden moeten zich daar ook melden. U bent ook aangewezen op de zorg die de verzekeraar daar heeft gecontracteerd. Wilt u anders, dan moet u eerst toestemming van die verzekeraar hebben. Ook gaan de Sociale Verzekeringsbank en het pensioenfonds dezelfde premies inhouden (weliswaar met korting op de nominale premie) die in Nederland woonachtige verzekerden betalen, inclusief 8,8% AWBZ-premie waar dus zelden meer zorg tegenover staat. De Nederlandse uitkeringsinstanties houden die premies al in, inclusief die van uw gezinsleden. De AWBZ-vergoeding waarvoor u veelal vrijwillig verzekerd was, houdt op (behoudens in geval van de eerder genoemde overgangsregeling). U hebt recht op de zorg zoals die in het woonland wordt aangeboden. U doet er goed aan bij uw verzekeraar na te gaan met welke zorgverleners deze contracten heeft. Wilt u een behandeling in Nederland, dan is toestemming vereist van uw verzekeraar
ledenwijzer zorg
1.40. Andere situaties van mensen, die in het buitenland werken U woont over de grens, werkt in Nederland en ziekenfondsverzekerd in 2005? Als werkende bent u verplicht zich bij een Nederlandse verzekeraar voor zorg te verzekeren en heeft u recht op zorg in Nederland. Dat laatste geldt uitsluitend in spoedgevallen ook voor gezinsleden. Die kunnen zich niet in Nederland verzekeren en schrijven zich net als nu in bij een verzekeraar in het woonland. Ze hebben alleen recht op zorg in het woonland. Ook de grenswerker zelf moet zich inschrijven bij een verzekeraar in het woonland, anders loopt hij én zijn gezin de zorg in dat woonland mis. De grenswerker houdt ook recht op AWBZ-zorg, zijn gezinsleden niet, behoudens wanneer ze die nu al hebben en aanspraak maken op de overgangsregeling. Alle gezinsleden van 18 jaar en ouder zijn premies verschuldigd die het CVZ bij de grenswerker ophaalt (nominale premie mét € 255 buitenlandkorting plus over het inkomen 6,5 % premie die de werkgever compenseert en 8,8 % AWBZ-premie). Wat verandert er als u in 2005 particulier of publiekrechtelijk verzekerd was tegen ziektekosten, mogelijk via een zogeheten buitenlanddekking? Als grenswerker zelf valt u onder de Nederlandse sociale wetgeving. U bent dus verzekeringsplichtig in Nederland en heeft recht op zorg in Nederland. Daarnaast is inschrijven bij een verzekeraar in het woonland verplicht. Gezinsleden melden zich bij het CVZ en krijgen daar formulieren om zich bij een verzekeraar in het woonland te kunnen melden. Gezinsleden kunnen zich niet in Nederland verzekeren en hebben geen recht op zorg in Nederland, behalve in spoedgevallen. U betaalt voor uzelf en voor uw gezinsleden premie. Als u voor ten hoogste een jaar gedetacheerd bent in het buitenland. Dan blijft u verzekeringsplichtig in Nederland. U betaalt dezelfde premies als andere Nederlandse werknemers. De werkgever betaalt de inkomensafhankelijke premie terug en houdt ook de AWBZ-premie in. Via uw verzekeraar kunt u een Europese verzekeringskaart krijgen waarmee u recht hebt op noodzakelijke zorg. Ook uw gezinsleden moeten in Nederland een zorgverzekering afsluiten, waarbij achttienplussers ook de nominale premie moeten betalen. Als u langer gedetacheerd wordt heeft u, met een detacheringverklaring van de Sociale Verzekeringsbank, recht op zorg van het woonland, maar ook op zorg volgens de polis die met de Nederlandse verzekeraar is afgesloten. Anders dan bij grenswerkers hebben gezinsleden nu wél recht op zorg in Nederland via Agis. Voor meer informatie: http://www.cvz.nl of CVZ, telefoonnummer: 020 – 797 85 55. http://www.denieuwzorgverzekering.nl
ledenwijzer zorg
1.41 Hoe is de premie zorgverzekering opgebouwd en aan wie betaal ik nu premie? Nominale premie die per zorgverzekeraar verschillend is (deze betaalt u aan de zorgverzekeraar) Op www.kiesbeter.nl vindt u een overzicht. De inkomensafhankelijke premie. Deze bijdrage wordt ingehouden door de werkgever en/of uitkeringsinstantie en/of pensioenfonds. Die dragen deze af aan de Belastingdienst. Premies voor aanvullende verzekeringen (deze betaalt u rechtstreeks aan de zorgverzekeraar) De vraag naar de financiële gevolgen van het nieuwe zorgstelsel is moeilijk te beantwoorden omdat het afhankelijk is van uw inkomen. Het ministerie van VWS heeft een handige brochure opgesteld waarin aan de hand van voorbeelden een indicatie wordt gegeven over de kosten. De financiële gevolgen ondervindt u op twee manieren.U merkt het aan de kosten voor uw ziektekostenverzekering. U merkt het ook aan de verandering van uw netto-inkomen. Die verandering komt door de inhoudingen van belastingen en premies op uw bruto-inkomen. Voor meer informatie: VWS heeft een aparte brochures gemaakt over de financiële gevolgen voor verschillende inkomensgroepen. Deze zijn te bestellen via postbus 51, telefoonnummer: 0800 – 80 51.
ledenwijzer zorg
1.42 Wat is de inkomensafhankelijke premie? De inkomensafhankelijke premie wordt individueel geheven over al het inkomen uit box 1: loon, over pensioenuitkeringen, over winst uit onderneming, resultaat overige werkzaamheden en periodieke uitkeringen. De persoonlijke aftrekposten gelden niet. Dit noem je het bijdrage – inkomen. Percentage is 6,5% over de AOW en 4,4% over het aanvullend pensioen. Bij uitkeringen en loon voor 65 minners is het in beginsel 6,5% en bij prepensioen 4,4%. Inkomensafhankelijke premie betaal je tot en met 30.015 euro inkomen bruto per jaar. Deze premie wordt in veel gevallen door werkgevers en uitkeringsinstanties afgedragen aan de Belastingdienst. Is dit niet het geval dan betaal je het zelf aan de belastingdienst. Hiertoe ontvangen mensen een formulier van de belastingdienst. Voor 65-plussers wordt over het bruto AOW-inkomen een premie van 6,5% door de SVB afgedragen aan de Belastingdienst bij handhaving van de netto-netto koppeling. Dit betekent dat de inkomensafhankelijke premie over de bruto AOW op zich geen invloed heeft op de netto AOW. De netto AOW is gekoppeld aan het netto minimumloon. In het minimumloon is rekening gehouden met de inkomensafhankelijke premie en het minimumloon wordt daardoor hoger, daardoor wordt ook de netto AOW hoger. Over het bruto aanvullend pensioen bedraagt de premie 4,4%. De nominale premie wordt hoger dan in de bestaande situatie. Het kabinet heeft besloten dat ongeveer de helft van de premies nominaal zal zijn en de andere helft inkomensafhankelijk. In het ziekenfonds is circa 15% van de premie nominaal (naast het inkomensafhankelijke gedeelte dat de verzekerde betaalt). De nominale premie stijgt ten opzichte van het ziekenfonds, maar wordt mede gecompenseerd via de zorgtoeslag en fiscale maatregelen.
ledenwijzer zorg
1.43 Wat houdt de zorgtoeslag in? De zorgtoeslag is een financiële tegemoetkoming van de Belastingdienst om de zorgverzekering voor iedereen betaalbaar te houden. Of u zorgtoeslag ontvangt, en zo ja de hoogte ervan, is onder andere afhankelijk van: De hoogte van uw (toetsings)inkomen en dat van uw eventuele toeslagpartner; Uw leeftijd (kinderen tot 18 jaar hebben geen recht op zorgtoeslag). Afhankelijk van uw inkomen en gezinssituatie kunt u in aanmerking komen voor de zorgtoeslag. In september 2005 hebben degenen die vermoedelijk recht hebben op de zorgtoeslag een aanvraagformulier ontvangen. De Belastingdienst bepaalt op grond van uw (verzamel)inkomen en gezinssituatie uw eventuele recht en hoogte van de zorgtoeslag en keert deze toeslag op tijd uit; d.w.z. voordat u premie voor uw nieuwe zorgverzekering moet gaan betalen (in principe dus in december 2005). Zelfgemaakte kosten of de kosten van de aanvullende verzekeringen kunnen mogelijk voor een deel gecompenseerd worden via de belastingaangifte (fiscale buitengewone uitgavenaftrek of de "Tegemoetkomingregeling buitengewone uitgaven" van de Belastingdienst). Voor meer informatie: Kijk op www.toeslagen.nl of bel de Belastingtelefoon, telefoonnummer: 0800 – 05 43.
ledenwijzer zorg
1.43 Zijn er ook fiscale maatregelen als compensatie van de hogere nominale premie? Als alleenstaande ziekenfondsverzekerde betaalde u in 2005 gemiddeld een nominale ziekenfondspremie van ongeveer € 400. Daarnaast werd op uw loonstrookje een procentuele werknemerspremie van € 200 tot € 400 ingehouden. Op die manier betaalde u als ziekenfondsverzekerde gemiddeld € 600 tot € 800 zelf. In de nieuwe verzekering wordt uw nominale premie € 1000 -1100. Deze extra kosten worden deels gecompenseerd via een aantal fiscale maatregelen zoals lagere belastingtarieven over de eerste en tweede belastingschijf en een hogere algemene heffingskorting en alleenstaande ouderenkorting. Daarnaast kunt u, afhankelijk van inkomen en gezinssituatie, aanspraak maken op een zorgtoeslag. Voor zorgkosten die niet vergoed worden door uw verzekeraar kunt u bovendien mogelijk aanspraak maken op bijzondere bijstand door uw gemeente. Dit is afhankelijk van uw inkomen en de noodzakelijkheid van de kosten. Particulier verzekerden betaalden in 2005 naast een nominale premie ook de zogenoemde MOOZ-bijdrage en WTZ-omslagbijdrage. Particulier verzekerden ouder dan 65 betaalden alleen de MOOZ-bijdrage. Na invoering van de Zorgverzekeringswet betaalt iedere verzekerde van 18 jaar en ouder een nominale premie van 1000 tot 1100 euro.MOOZ en WTZ komen daarmee te vervallen. Zorgverzekeraars hebben in de toekomst de plicht om iedereen te accepteren en mogen de premie niet laten afhangen van bijvoorbeeld het gezondheidsrisico of de leeftijd van verzekerden. Daarmee zijn de huidige WTZ en MOOZ (en bijbehorende bijdragen) niet meer nodig. De bekende aftrekposten buitengewone uitgaven ziektekosten blijven aftrekbaar. Maar: in tegenstelling tot 2005 is over het belastingjaar 2006 de nominale ziektekostenpremie niet langer aftrekbaar. Daar staat tegenover dat de drempel om voor aftrek in aanmerking te komen wordt verlaagd naar 10,2% en dat het maximum voor de drempel vervalt. De inkomensafhankelijke premie blijft wel aftrekbaar.
ledenwijzer zorg
1. 45. Ik ben gepensioneerd, maar jonger dan 65 jaar en betaal in 2005 naast de werknemersziekenfondspremie momenteel ook een werkgeversdeel. Hoe is dat geregeld in de nieuwe Zorgverzekeringswet? Als u gepensioneerd bent en jonger dan 65 jaar betaalde u voor het ziekenfonds een nominale premie, een procentuele werknemerspremie en een procentuele werkgeverspremie. Nu betaalt u een nominale premie van € 1000 tot €1100, plus een inkomensafhankelijke bijdrage van 6,5%. Die inkomensafhankelijke bijdrage is iets lager dan het huidige werkgeversdeel van 6,75%. De huidige procentuele werknemerspremie van 1,45% komt te vervallen. Mogelijk komt u als gepensioneerde jonger dan 65 ook in aanmerking voor een zorgtoeslag en een fiscale compensatie. Dat is afhankelijk van uw gezinssituatie en uw (verzamel)inkomen op dat moment.
ledenwijzer zorg
1.46. Mijn werkgever betaalde in 2005 de helft van de totale ziektekosten. Welk deel moet deze in de nieuwe situatie betalen? Onder de nieuwe zorgverzekering betalen werkgevers 50% van de macropremielast, zij het op een andere wijze dan in 2005. In de nieuwe situatie wordt een inkomensafhankelijke bijdrage van 6,5% geheven bij verzekeringsplichtigen. Werkgevers zijn verplicht deze aan hun werknemers geheel te vergoeden. Voor het totaal gezien is dit vergelijkbaar met de huidige situatie waarin de werkgevers ook ongeveer 50% van de ziektekosten betalen. Het is de verwachting, dat de tegemoetkomingen van de voormalige werkgever in de ziektekosten en/of ziektekostenpremie, zoals bijvoorbeeld de ZVO regeling zullen vervallen en/of zullen worden afgebouwd, via bijvoorbeeld overgangsmaatregelen. Er wordt in het algemeen gesproken momenteel over onderhandeld door sociale partners, aangezien het arbeidsvoorwaarden betreft. Er zijn nagenoeg nog geen uitkomsten bekend.
ledenwijzer zorg
1. 47. Wordt de inkomensafhankelijke premie over het aanvullend pensioen vergoed door het pensioenfonds? Meestal zullen de kosten van de inkomensafhankelijke premie niet door het pensioenfonds worden vergoed. Ze zijn daartoe ook niet verplicht. Mogelijk zal in sommige pensioenregelingen worden opgenomen dat het pensioenfonds de kosten van de inkomensafhankelijke premie vergoedt. Deze vergoeding is dan belast. Er zijn tot op heden nog geen pensioenfondsen bekend die dit doen. U kunt daarover contact opnemen met uw pensioenfonds.
ledenwijzer zorg
1. 48 Wat is een zorgtoeslag? De zorgtoeslag is een tegemoetkoming van de overheid in de kosten van het nieuwe zorgstelsel. De hoogte van de toeslag is afhankelijk van het inkomen. Naast de zorgtoeslag bestaat een huurtoeslag en de kindertoeslag. De inkomensgrondslag voor deze regelingen zijn vastgelegd in de Algemene Wet Inkomensafhankelijke Regelingen. (AWIR) De hoogte van de zorgtoeslag verschilt per situatie en is mede afhankelijk van uw persoonlijke situatie en uw (verzamel)inkomen. Een eenpersoonshuishouden heeft recht op een zorgtoeslag van maximaal € 400 per jaar. Als er in een huishouden meerdere inkomens zijn, volgens de definitie van de Wet op de zorgtoeslag, dan bestaat recht op maximaal € 1150 per jaar. De Belastingdienst/Toeslagen bepaalt op basis van uw (verzamel)inkomen in 2006 en uw gezinssituatie (een- of meerpersoonshuishouden) de hoogte van de zorgtoeslag. De percentages voor de zorgtoeslag zijn wettelijk vastgelegd. In september 2005 kregen degenen die vermoedelijk recht hebben op de zorgtoeslag een aanvraagformulier van de Belastingdienst. Wanneer u dat formulier uiterlijk voor 1 november ingevuld teruggestuurd hebt bepaalt de Belastingdienst op grond van uw (verzamel)inkomen en gezinssituatie uw eventuele recht op en hoogte van de zorgtoeslag en keert deze toeslag op tijd uit; d.w.z. vóór dat u premie voor uw nieuwe zorgverzekering moet gaan betalen (in principe dus in december 2005). Als u geen toeslagformulier heeft ontvangen en denkt wel in aanmerking te komen kunt u het formulier opvragen bij de Belastingdienst. Als u het formulier na 1 november opstuurt bent u de toeslag niet kwijt; u krijgt uw eventuele toeslag alleen later uitgekeerd. Voor meer informatie: Voor de aanvraagprocedure en uitvoering van de regelingen kunt u terecht bij Belastingdienst/Toeslagen www.toeslagen.nl, telefoonnummer: 0800 – 235 83 57 Voor meer informatie over de Wet op de Zorgtoeslag kunt u terecht bij het ministerie van VWS of Postbus 51, telefoonnummer: 0800 - 80 51 of www.denieuwezorgverzekering.nl Voor meer informatie over de Wet op de Huurtoeslag kunt u terecht bij het ministerie van VROM www.minvrom.nl, telefoonnummer: 070 – 339 50 65 Voor meer informatie over de Wet op Kinderopvang kunt u terecht bij het ministerie van SZW www.minszw.nl, telefoonnummer: 0800 – 90 51.
ledenwijzer zorg
1. 49. Wanneer heb ik recht op een zorgtoeslag? Het toetsingsinkomen van de aanvrager van de toeslag is van belang en daarnaast het toetsingsinkomen van uw eventuele toeslagpartner. Een toeslagpartner is de partner die de aanvrager voor de toeslagregeling kan hebben. Voor veel mensen is de echtgenoot, of degene met wie men een geregistreerd partnerschap heeft, de toeslagpartner, maar dat hoeft niet. Ook een medebewoner kan bijvoorbeeld de toeslagpartner zijn. Om te bepalen wie de toeslagpartner is, kunt u het partnerschema raadplegen. Dit vindt u in de toelichting bij het aanvraagformulier dat u in september thuis krijgt. Het partnerschema is vanaf medio augustus ook te vinden op www.toeslagen.nl. De zorgtoeslag is afhankelijk van uw (verzamel)inkomen (van beide partners tezamen) en van uw gezinssituatie. Het kabinet stelt daarbij extra geld beschikbaar voor inkomensreparatie. Overigens bepaalt u deels zelf met de keuze van de zorgverzekering hoeveel premie u betaalt. Vraagt u huurtoeslag aan, dan moet u ook voor uw eventuele medebewoners het toetsingsinkomen opgeven op het aanvraagformulier Bent u een alleenstaande met een toetsingsinkomen onder € 25.000 bruto per jaar dan heeft u recht op een zorgtoeslag van maximaal € 420 per jaar. Voert u samen met anderen een huishouden en is uw toetsingsinkomen als huishouden maximaal € 40.000 bruto per jaar, dan heeft u recht op maximaal € 1200 zorgtoeslag per jaar. Voor de zorgtoeslag kan een huishouden maximaal uit twee personen bestaan. Dit betekent dat achter één voordeur meerdere zorgtoeslagen kunnen worden toegekend. Bijvoorbeeld ook aan een inwonend kind boven de 18.
ledenwijzer zorg
1. 50 Hoe krijg ik zorgtoeslag in het buitenland? Als u in het buitenland woont ontvangt u niet automatisch een aanvraagformulier voor de zorgtoeslag. Verwacht u recht te hebben op zorgtoeslag, neem dan zo snel mogelijk contact op met de belastingdienst/Toeslagen. Mensen die nu ziekenfonds verzekerd zijn zullen vaak voor een zorgtoeslag in aanmerking komen. Wanneer u het aanvraagformulier voor 1 november 2005 ingevuld terugstuurt, zorgt de Belastingdienst dat u vanaf eind december 2005 maandelijks uw zorgtoeslag krijgt uitbetaald; dat wil zeggen voor dat u premie voor uw nieuwe zorgverzekering of bijdrage aan het CVZ moet gaan betalen. Insturen na 1 november 2005 is ook mogelijk, maar dan ontvangt u de zorgtoeslag later. Overigens kunt u de zorgtoeslag ook ontvangen op een buitenlandse bankrekening. U moet voor de aanvraag dan wel een papieren formulier gebruiken. Indien u een Nederlandse bankrekening heeft kunt u het aanvraagformulier ook digitaal invullen op www.toeslagen.nl. U kunt het aanvraagformulier bestellen via de Belastingtelefoon buitenland. BelastingTelefoon Buitenland: Telefoonnummer +31 55 538 53 85. Openingstijden: van maandag tot en met donderdag van 08.00 - 20.00 uur en vrijdag van 08.00 - 17.00 uur.
ledenwijzer zorg
1. 51 Welke regels gelden voor mensen die gemoedsbezwaren hebben tegen het afsluiten van een ziektekostenverzekering? Als u op grond van uw levensovertuiging onoverkomelijke bezwaren hebt tegen het afsluiten van een (zorg)verzekering, dan kunt u zich aanmelden bij het districtskantoor van de Sociale verzekeringsbank (SVB). De SVB stuurt u een verklaring toe waarin staat dat u voor een of meer verzekeringswetten als gemoedsbezwaarde wordt beschouwd. Als gemoedsbezwaarde betaalt u geen verzekeringspremie. Om te voorkomen dat mensen zich om financiële redenen aanmelden als gemoedsbezwaarden, bent u wel een bijdragevervangende inkomsten- of loonbelasting verschuldigd. Het bedrag van de bijdragevervangende inkomsten- of loonbelasting is net zo hoog is als de premie van verzekerden met een vergelijkbaar inkomen. Hoeveel bijdragevervangende belasting u gaat betalen, is afhankelijk van uw situatie. Werkt u in loondienst, dan houdt uw werkgever de bijdragevervangende belasting in op uw loon. Deze bijdragevervangende belasting bedraagt 6,5 %. Uw werkgever vergoedt die belasting. Over die vergoeding draagt u loonbelasting af – net als over elke andere financiële vergoeding door de werkgever. Werkt u als zelfstandige, dan krijgt u een aanslag van de belasting. De bijdrage bedraagt in dat geval 4,4 % van uw inkomen. In 2006 draagt u over maximaal € 30.015 bijdragevervangende inkomsten- of loonbelasting af. Dat betekent maximaal € 1950,97 als u een werkgever heeft (6,5 %) en maximaal € 1320,66 als u zelfstandig werkt (4,4 %). De Belastingdienst draagt de bijdragevervangende inkomsten- of loonbelasting af aan het College voor zorgverzekeringen (CVZ). Het CVZ zet de bedragen op een rekening op naam. Hebt u gezinsleden die ook gemoedsbezwaren tegen de zorgverzekering hebben, dan opent het CVZ een gezamenlijke rekening. Maakt u zorgkosten, dan kunt u een beroep doen op dit saldo. Over het saldo van deze rekening vergoedt het CVZ geen rente.
ledenwijzer zorg
1.52. Heb ik als gewetensbezwaarde recht op vergoeding van ziektekosten? U hebt recht op dezelfde vergoeding voor kosten van zorg als verzekerden. Deze vergoeding en andere diensten zijn vastgelegd in de Zorgverzekeringswet en uitgewerkt in de zorgverzekeringspolis van de zorgverzekeraar. Bent u achttien jaar of ouder, dan moet u voor de vergoeding een drempelbedrag in een kalenderjaar overschrijden. Voor 2006 is dat bedrag € 164. Wilt u een vergoeding voor kosten van zorg aanvragen? Stuur dan altijd de Originele nota’s op naar het CVZ. Vermeld bij elk verzoek uw naam, adres, woonplaats, geboortedatum, sofi-nummer en rekeningnummer waarop het CVZ de vergoeding kan storten. U kunt een verzoek voor een vergoeding indienen tot 31 december in het jaar volgend op het jaar waarin de zorg of diensten is verleend. Inkomensgegevens overleggen Als u een beroep doet op het saldo dat op uw spaarrekening staat, moet u het CVZ informeren over de hoogte van de bijdragevervangende inkomstenbelasting die u hebt betaald. Dat kunt u doen door een loonstrookje of een voorlopige aanslag van de Belastingdienst te overleggen. U hebt geen recht op zorgtoeslag. De zorgtoeslag dient als inkomenscompensatie voor de premie die verzekerden voor de zorgverzekering verschuldigd zijn aan hun zorgverzekeraar. U betaalt deze premie niet. Voor meer informatie: Voor vragen over de erkenning als gemoedsbezwaarde kunt u terecht op www.svb.nl Voor vragen over vaststelling van de bijdragevervangende inkomsten- of loonbelasting kunt u terecht bij www.belastingdienst.nl Voor vragen over de vergoeding van zorgkosten kunt u terecht bij Postbus 51, telefoonnummer: 0800 – 80 51 of e-mail
[email protected].
ledenwijzer zorg
1.53 Overzicht beschikbare websites en telefoonnummers in verband met zorgverzekeringen. Websites: www.denieuwezorgverzekering.nl www.kiesbeter.nl Op deze site staat vergelijkende informatie vanaf 6 december www.postbus51.nl algemene informatie via het thema gezondheid en zorg en vervolgens zorgverzekering in 2006 www.belastingdienst.nl Onder het kopje toeslagen staat informatie over de zorgtoeslag www.zorgverzekeraars.nl www.toeslagen.nl www.zorgverzekeringssite.nl
Telefoonnummers: Postbus 51: 0800 – 80 51 Belastingtelefoon: 0800-0543 CVZ: 020 – 797 85 55 Consumentenbond Advieslijn Zorgverzekeringen: 070 – 445 45 46
ledenwijzer zorg