RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 3 september 2003 (16.09) (OR. fr)
12154/03
ENFOPOL 79 ENFOCUSTOM 32
NOTA van: aan: nr. vorig doc.: Betreft:
1.
de Belgische delegatie de Groep politiële samenwerking 12629/02 ENFOPOL 122, 6165/03 ENFOPOL 10 Aanbevelingen ter bestrijding van voertuigcriminaliteit - Uitvoering in België
Inleiding
Document 12629/02 ENFOPOL 122 van de Europese Commissie bevat een reeks aanbevelingen ter voorkoming en bestrijding van voertuigcriminaliteit op EU-niveau. In document 6165/03 ENFOPOL 10 van Europol zijn deze aanbevelingen opgenomen in een tabel, waarin per aanbeveling duidelijk wordt aangegeven wie verantwoordelijk is, wat de stand van zaken is en welke acties nog moeten worden ondernomen.
12154/03
roe/LAS/rv DG H II
1
NL
De Groep politiële samenwerking zou deze tabel op gezette tijden moeten bespreken en evalueren, teneinde met alle betrokkenen – de Europese Commissie, Europol en de lidstaten na te gaan welke vorderingen met betrekking tot die aanbevelingen zijn gemaakt en op welke gebieden er eventuele manco's en nieuwe actiemogelijkheden zijn. De Belgische delegatie is van oordeel dat thans alle aandacht moet uitgaan naar de effectieve uitvoering van de aanbevelingen en ziet voor de Groep politiële samenwerking een belangrijke monitoringtaak weggelegd.
Hieronder gaat voor elke aanbeveling een beknopt overzicht van de situatie per 1 september 2003 in België. De Belgische delegatie wil daarmee een constructieve bijdrage leveren tot het debat over de verbetering van de bestrijding van voertuigcriminaliteit.
2.
Aanbevelingen ter bestrijding van voertuigcriminaliteit – stand van zaken in België op 1 september 2003
2.1. Preventie van diefstal en verduistering van voertuigen
Toepassing van technische preventiemaatregelen
Aanbeveling 1.1.2 In België worden reeds nadiefstalsystemen gebruikt. Een en ander is wettelijk geregeld in het Koninklijk Besluit van 17 mei 2002 tot regeling van de methodes van bewakingscentrales die volgsystemen gebruiken. Met dit KB wordt een aantal richtsnoeren omgezet die in het kader van de CEN zijn uitgewerkt door een werkgroep van deskundigen inzake systemen voor het traceren van gestolen voertuigen.
Aanbeveling 1.1.4 In enkele Belgische steden en gemeenten zijn initiatieven ontwikkeld voor het graveren van autoruiten. Deze initiatieven zijn onlangs geëvalueerd binnen het Nationaal Overlegplatform Autocriminaliteit (NOA) doch blijken niet bijzonder doeltreffend te zijn.
12154/03
roe/LAS/rv DG H II
2
NL
Voorkomen van handel in voertuigdocumenten van wrakken
Aanbeveling 1.2.1 Als wrak ingedeelde voertuigen die voor de sloop bestemd zijn, worden door de Directie voor de Inschrijving van de Voertuigen (DIV) uit haar bestanden geschrapt, zodat deze niet langer kunnen worden ingeschreven. De particuliere sloop- en demontagebedrijven moeten de identificatiegegevens van de betrokken voertuigen aan de DIV mededelen.
Aanbevelingen 1.2.2 en 1.2.3 België is aangesloten bij EUCARIS. Zowel de DIV als de douane hebben toegang tot de databank.
Aanbeveling 1.2.4 De Cd-rom met de EUVID-databank is onder alle Belgische politiediensten verspreid.
Voertuigeigenaars beter bewust maken van de risico's
Aanbevelingen 1.3.1 en 1.3.2 Door middel van brochures, videofilm, stands op autosalons en andere bewustmakingsacties wordt getracht de burgers bewust te maken van het risico van autodiefstal en worden allerlei preventietips aangereikt.
Voorkomen van misbruik van blanco kentekenbewijzen
Aanbevelingen 1.4.1 en 1.4.2 De DIV heeft extra beveiligingsmaatregelen genomen om diefstal van blanco kentekenbewijzen te voorkomen. Voorts staan er sinds juli 2002 een extra veiligheidsnummer en een streepjescode op de kentekenbewijzen, waardoor deze veel moeilijker te vervalsen zijn en de politiediensten gestolen kentekenbewijzen kunnen signaleren.
12154/03
roe/LAS/rv DG H II
3
NL
2.2. Verhinderen dat gestolen voertuigen het EU-grondgebied verlaten
De douanecontrolediensten moeten toegang hebben tot alle databanken waarvan de relevantie vaststaat
Aanbeveling 2.1.1 De uitvoerende diensten van de douane hebben als enige nog geen toegang tot bovengenoemde databanken, met uitzondering van EUCARIS (via de DIV).
2.3. Handel in gestolen voertuigen beletten
Richtlijn 99/37 inzake de kentekenbewijzen van motorvoertuigen spoedig en volledig toepassen
Aanbeveling 3.1 De DIV zal vanaf 2004 overschakelen op een kleiner elektronisch formaat van het kentekenbewijs.
Alvorens tot inschrijving over te gaan, zouden de lidstaten via EUCARIS een controle moeten verrichten in het land van herkomst van het voertuig om de inschrijving van gestolen voertuigen en het gebruik van vervalste of verstreken documenten te voorkomen.
Aanbeveling 3.2 De DIV raadpleegt EUCARIS alvorens een voertuig in te schrijven. De DIV heeft ook toegang tot het SIS. Voordat het voertuig in het nationaal register wordt ingeschreven, wordt het SIS geraadpleegd.
12154/03
roe/LAS/rv DG H II
4
NL
2.4. Meer controles en effectievere wetshandhaving
Betere controles om gestolen voertuigen op te sporen / Betere informatie-uitwisseling over voertuigcriminaliteit in de EU om criminele netwerken doeltreffender te kunnen ontmantelen
Aanbevelingen 4.1 en 4.2 Eind 2002 zijn er een vijftigtal zogenoemde Full Integrated Police Actions (FIPA) op enkele "gevoelige" plaatsen georganiseerd.
In het najaar van 2003 zullen België (meer bepaald de havenpolitie van Antwerpen), Nederland en het Verenigd Koninkrijk, in samenwerking met Europol, in een aantal van hun havens een gezamenlijke controleoperatie opzetten.
België levert voorts een belangrijke bijdrage tot het Key Process-analysebestand van Europol en zal dat ook in de toekomst blijven doen.
2.5. Verbetering van de operationele bruikbaarheid van informatie over gestolen voertuigen
2.6. Gecoördineerde toepassing van de bovengenoemde maatregelen in elke lidstaat en op het niveau van de EU
Oprichting, in elke lidstaat, van een nationaal platform van de belangrijkste publieke en particuliere actoren in de strijd tegen voertuigcriminaliteit
Aanbeveling 6.1 Verschillende diensten zijn op verschillende niveaus bij de preventie en de bestrijding van voertuigcriminaliteit betrokken. De diverse betrokken actoren – zowel publieke als particuliere – werken nauw samen in het kader van het Nationaal Overlegplatform Autocriminaliteit (NOA). De volgende diensten maken deel uit van het NOA:
12154/03
roe/LAS/rv DG H II
5
NL
3.
-
de FOD Justitie;
-
de FOD Binnenlandse Zaken;
-
de gerechtelijke autoriteiten;
-
de federale en lokale politiediensten;
-
de douane;
-
het Vast Secretariaat voor het Preventiebeleid;
-
de Directie voor de Inschrijving van de Voertuigen (DIV);
-
de Belgische Beroepsvereniging der Verzekeringsondernemingen;
-
de Belgische Federatie van de Automobiel- en Tweewielerindustrie (FEBIAC);
-
de Groepering van erkende ondernemingen voor autokeuring en rijbewijs (GOCA);
-
de Belgische Confederatie van de Autohandel en –reparatie (FEDERAUTO);
-
de Belgische vereniging van auto-invoerders;
-
de Koninklijke Federatie der Garagehouders van België.
Besluit
De meeste aanbevelingen aan de lidstaten worden in België reeds toegepast. Het NOA ijvert thans voor een betere informatie-uitwisseling tussen de DIV, de douane en de politiediensten om ervoor te zorgen dat alle betrokkenen een optimale toegang hebben tot de bestaande databanken.
_______________
12154/03
roe/LAS/rv DG H II
6
NL