RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 7 september 2000 (18.09) (OR. fr) 9630/2/00 REV 2 LIMITE ENFOCUSTOM 30
NOTA van: aan: nr. vorig doc.: Betreft:
het Comité van artikel 36 het Comité van permanente vertegenwoordigers / de Raad 9630/1/00 ENFOCUSTOM 30 REV 1, 10956/00 ENFOCUSTOM 35 Bestrijding van het witwassen van geld - Eindverslag van de operatie ter controle van het grensoverschrijdend verkeer van contanten ("MONEYPENNY-project")
INLEIDENDE NOTA
Sinds meerdere jaren wordt zowel internationaal als in de Europese Unie veel overleg gevoerd voor de bestrijding van de verschillende vormen van economische en financiële criminaliteit. In die besprekingen in diverse fora (VN, FATF, G8) is inmiddels geconcludeerd dat de staten er belang bij hebben de maatregelen voor toezicht op het bankwezen en de andere bij het internationale kapitaalverkeer betrokken juridische beroepen aan te vullen met maatregelen voor toezicht op en controle van contanten.
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
1
NL
In dat kader past de op 9 maart 1999 door de Groep Douanesamenwerking goedgekeurde operatie Moneypenny voor controle van grensoverschrijdende geldstromen, waarvan de resultaten worden gepresenteerd in bijgevoegd verslag. Op grond van observatie van de grensoverschrijdende geldstromen over zes maanden (september 1999 t/m februari 2000) wordt in dit verslag: -
duidelijk gemaakt dat de lidstaten er belang bij hebben dat sommige van hen controles uitvoeren, hetzij in de vorm van een aangifte, hetzij door gerichte controles, waardoor fraudegevallen van uiteenlopende aard - op douane- of belastinggebied, dan wel fraude in verband met al dan niet georganiseerde criminaliteit - aan het licht kunnen worden gebracht;
-
geconcludeerd dat die controles moeten worden uitgebreid tot de staten die thans niet over zo'n instrument beschikken.
Wegens het aldus geconstateerde belang van een eerste niveau van controle op het grensoverschrijdend contantenverkeer en gezien de conclusies van het aan de Groep Douanesamenwerking voorgelegde verslag, dient de Europese Unie te onderzoeken hoe in alle lidstaten van de Europese Unie een regeling kan worden toegepast voor de controle op het grensoverschrijdend verkeer van geld, eigendomsbewijzen of waardepapieren, ongeacht de valuta waarin ze zijn uitgedrukt. Die controleregeling dient ook op de geldstromen binnen de Gemeenschap te worden toegepast, en moet daarnaast de bevoegde autoriteiten in staat stellen de bij die controles verzamelde informatie uit te wisselen.
___________________
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
2
NL
VERSLAG INLEIDING De Groep Douanesamenwerking is op 8 maart 1999 overeengekomen een gemeenschappelijk project ter controle van het grensoverschrijdend verkeer van contanten ("MONEYPENNY-project") uit te voeren. Het project werd gefinancierd in het kader van het FALCONE-programma en had de volgende doelstellingen: -
vaststellen hoeveel contanten, effecten of waardepapieren de binnen- en buitengrenzen van de Europese Unie fysiek overschrijden;
-
aangeven hoe de strijd tegen witwaspraktijken bij grensoverschrijdend verkeer van contanten kan worden aangescherpt, met het oog op een eventuele herziening van bestaande rechtsinstrumenten, c.q. de opstelling van nieuwe teksten;
-
verbetering en versterking van de samenwerking van de douanediensten bij de bestrijding van het witwassen van geld.
Het project liep van 1 september 1999 tot en met 29 februari 2000. Hierbij gaat een eindverslag met de resultaten.
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
3
NL
Eindverslag 1.
Wettelijke regelingen betreffende de controle van het grensoverschrijdend verkeer van contanten in de lidstaten van de Europese Unie De juridische mogelijkheden van de EU-lidstaten om in het kader van het grensoverschrijdend verkeer controles op contanten te verrichten, kunnen grosso modo in drie categorieën worden onderverdeeld: -
Landen met een algemene aangifteplicht
In vijf EU-lidstaten (Italië, Frankrijk, Portugal, Spanje en Griekenland) is er een algemene aangifteplicht voor betaalmiddelen die over de grens worden gebracht. In principe houdt zulks in dat vóór de beoogde grensoverschrijding bepaalde aangifteformulieren moeten worden overgelegd aan de bevoegde diensten. De waarde van de betaalmiddelen moet worden aangegeven vanaf 7622 euro (Frankrijk) à 12.470 euro (Portugal). Zo moet in Frankrijk sedert 1 januari 1990 - toen het kapitaalverkeer tussen Frankrijk en het buitenland werd geliberaliseerd - het overbrengen van contanten, effecten of waardepapieren door natuurlijke personen naar of uit het buitenland bij de douane worden aangegeven, wanneer het om ten minste 50.000 FRF gaat (artikel 464 van het Franse douanewetboek). Deze verplichting is een van de maatregelen ter bestrijding van belastingfraude en witwaspraktijken. Niet-naleving van deze verplichting vormt een delict dat wordt bestraft met de inbeslagname van het betrokken bedrag, en met een boete die ten minste één vierde van de waarde van de in beslag genomen gelden beloopt en ten hoogste gelijk is aan het bedrag waarop de overtreding betrekking heeft (artikel 465 van het Franse douanewetboek). De aangifte wordt gedaan op het moment dat de reiziger de grens tussen Frankrijk en een nietEU-land overschrijdt. De aangifte kan ook vooraf via de post worden gedaan, wanneer de betrokkene binnen de Europese Unie reist.
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
4
NL
Alleen in Frankrijk, Spanje en Italië echter worden dergelijke aangiftes ter controle van mogelijke witwaspraktijken gebruikt. In Portugal worden de aangiftes op gezette tijden doorgestuurd naar de gerechtelijke politie, die deze in haar databank invoert. In Griekenland dienen de aangiftes hoofdzakelijk voor statistische registratie van het grensoverschrijdend deviezenverkeer. -
Landen waarin betaalmiddelen alleen moeten worden aangegeven indien de bevoegde ambtenaren ernaar vragen
In één lidstaat (Duitsland) moeten contanten en soortgelijke betaalmiddelen vanaf een totale waarde van 30.000 DEM (= 15.339 euro) worden aangegeven indien de ambtenaren van de douane of van de federale grenspolitie een aangifte verlangen. Bij deze controle op contanten moeten de betrokkenen tevens de herkomst, de rechthebbende en het beoogde gebruik opgeven. De ambtenaren beschikken over de nodige rechten (bv. staandehoudings- en doorzoekingsrecht) om hun taken uit te voeren. Worden meegevoerde betaalmiddelen niet of slechts ten dele aangegeven, dan kan, als er sprake is van opzet, een geldboete tot de helft of, als er sprake is van nalatigheid, een geldboete tot een kwart van het bedrag of van de waarde van de niet aangegeven betaalmiddelen worden opgelegd, zelfs als er geen indicaties van witwaspraktijken zijn. In bijzonder ernstige gevallen (bv. wanneer een vuurwapen wordt meegevoerd) kan het strafbaar feit worden bestraft met een geldboete die gelijk is aan het volledige bedrag. Indien er witwasindicaties zijn, mogen de douanefunctionarissen de betaalmiddelen voor de duur van ten hoogste drie werkdagen nadat ze ontdekt zijn in bewaring nemen om de herkomst en het beoogde gebruik na te gaan. De plaatselijk bevoegde rechter (Amtsgericht) kan de duur van de inbewaringneming in deze procedure verlengen tot één maand.
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
5
NL
Indien in het kader van een controle op contanten feiten moeten worden onderzocht, wordt dit overgelaten aan gemeenschappelijke financiële rechercheteams douane/politie, c.q. de douanerecherche. Voorzover daaruit indicaties voor een strafrechtelijke procedure blijken, neemt het gemeenschappelijke financiële rechercheteam, c.q. de douanerecherche in de regel het verdere onderzoek over. -
Landen zonder rechten en bevoegdheden inzake de uitvoering van controles op contanten of zonder aangifteplicht
In de meeste EU-lidstaten (zie bijlage 1) is het tot dusver niet verplicht om over de grens gebrachte geldbedragen, effecten of waardepapieren aan te geven en ontbreken de bevoegdheden om controles op het grensoverschrijdend verkeer van contanten uit te voeren. In deze landen kunnen contanten, effecten of waardepapieren slechts worden geverifieerd in het kader van de gewone controles van het goederen- en personenverkeer. Indien tijdens zulke controles betaalmiddelen worden ontdekt, mag de douane, bv. in Oostenrijk, onder bepaalde voorwaarden de betaalmiddelen in beslag nemen en andere maatregelen treffen ter fine van de rechtelijke strafprocudure, als er indicaties van witwaspraktijken zijn. Ook de douaneautoriteiten van Finland hebben bij douanecontroles het recht de door personen meegebrachte bedragen te controleren om een eventuele witwasoperatie aan het licht te brengen. In Ierland kunnen meegevoerde contanten alleen in beslag worden genomen indien voldoende redenen bestaan om aan te nemen dat de contanten de opbrengst zijn van drugshandel of daarvoor bestemd zijn. Inbeslagneming is echter pas mogelijk vanaf een bedrag van 5000 IEP, en alleen in contanten.
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
6
NL
In het Verenigd Koninkrijk was de wetgeving betreffende het inbeslagnemen van drugsgeld sedert 1990 gebaseerd op de Criminal Justice (international cooperation) Act van dat jaar. Die regeling is nu vervangen door de Drug Trafficking Act van 1994 waarin wordt bepaald dat in of uit het Verenigd Koninkrijk gebrachte contanten door de douanebeambten in beslag of in bewaring kunnen worden genomen. Het betreft hier een burgerlijke rechtsvordering in verband met contanten en geen strafvordering tegen de persoon. De desbetreffende bepalingen staan in de artikelen 42 tot en met 48 van de wet. Concrete toepassing van de bepalingen van bovengenoemde wet houdt in dat de douane- of politiefunctionarissen alle bedragen van meer dan 10.000 GBP (of het equivalent in buitenlandse valuta's) die in of uit het Verenigd Koninkrijk worden gebracht, in beslag of in bewaring kunnen nemen. Voorwaarde is wel dat de douanebeambte vermoedt dat het geld de opbrengst van drugshandel is of voor drugshandel kan worden gebruikt. Deze regeling geldt niet voor andere betaalmiddelen zoals cheques, reischeques, bankwissels of kredietbrieven. De op basis van de wet in beslag genomen contanten kunnen slechts met machtiging van een rechter langer dan 48 uur in bewaring genomen worden. Deze moet er zeker van zijn dat de vermoedens van de douanebeambte gegrond zijn. Ook moet hij de zekerheid hebben dat verdere bewaring van de gelden gerechtvaardigd is om de oorsprong ervan te achterhalen. Indien de rechter van oordeel is dat aan al die voorwaarden is voldaan, kan hij machtiging verlenen om de contanten in bewaring te houden voor een termijn van drie maanden die eveneens met zijn toestemming telkens met drie maanden kan worden verlengd (tot maximaal twee jaar). Het openbaar ministerie kan op elk moment de confiscatie van de contanten vorderen, als het ten genoegen van de rechter kan aantonen dat de vermoedens gegrond waren. Ook de houder van de gelden kan zich tot de rechter wenden om teruggave te eisen. Tijdens de bewaringsperiode staat het geld op een rentedragende rekening. De rente wordt bij het in bewaring genomen bedrag gevoegd (zowel bij confiscatie als bij teruggave).
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
7
NL
In andere lidstaten (Denemarken en Finland) worden toevallig ontdekte grote bedragen contantgeld of andere vermogenswaarden alleen geregistreerd en te zijner tijd aan de politie gemeld.
2.
Analyseresultaten
2.1. Aantal transporten en waarde van de betaalmiddelen In het kader van dit project hebben de EU-lidstaten in de periode van 1 september 1999 tot en met 29 februari 2000 in totaal 20.710 grensoverschrijdende transporten van betaalmiddelen (contanten, effecten of waardepapieren zoals cheques, edelstenen en edelmetalen) statistisch geregistreerd. De totale waarde van de geregistreerde betaalmiddelen beloopt ongeveer 1,6 miljard euro 1. Het aandeel contanten in het totale aantal aangegeven betaalmiddelen bedraagt ongeveer 1,35 miljard euro (= 83,5%). De met contanten gelijkgestelde betaalmiddelen, voornamelijk cheques en effecten, vertegenwoordigen een totale waarde van omgerekend ongeveer 265 miljoen euro, hetgeen 16,5% van de totale waarde is. Wat de gemelde controles op contanten betreft, werden meestal (15.419 gevallen, oftewel 74,5%) betaalmiddelen voor een waarde tussen 7622 2 en 49.999 euro door de betrokkenen aangegeven, c.q. door de controlerende ambtenaren aangetroffen.
1 2
In bijlage 2 staat een tabel met de door de lidstaten verstrekte cijfergegevens. Wat het aantal gevallen (15.419) betreft, dient ermee rekening te worden gehouden dat aangetroffen contanten in principe pas vanaf een waarde van 15.000 euro moesten worden gemeld. Omdat een lidstaat evenwel kleinere waarden heeft gemeld, is ook met deze (2760) gevallen rekening gehouden, want anders zou geen algemene evaluatie mogelijk zijn geweest. Men dient ervan uit te gaan dat het aantal gemelde controles op contanten in de categorie 7622 tot 49.999 euro duidelijk hoger zou zijn geweest, indien ook de overige lidstaten reeds vanaf een waarde van 7622 euro alle aangetroffen contanten hadden gemeld.
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
8
NL
2000
9630/2/00 REV 2 347 138 286
375.000 tot 499.999 euro
méér dan 500.000 euro
0 218
250.000 tot 374.999 euro
472
200.000 tot 249.999 euro
150.000 tot 199.999 euro
4000
100.000 tot 149.999 euro
16000
50.000 tot 99.999 euro
7622 tot 49.999 euro
Aantal transporten van contanten, ingedeeld naar bedrag in euro
15419
14000
12000
10000
8000
6000
2877 953
DG H II
sme/PM/cs
NL
9
2.2. Wijze van vervoer Contanten, effecten of waardepapieren werden meestal door de lucht vervoerd (63,3%). Daarnaast is slechts in beperkte mate vervoer van contanten over land (12,4%), over water (11,9%) en per spoor (2,2%) geconstateerd. In 10,2% van de geconstateerde gevallen werden de contanten op een andere manier vervoerd (bv. per post).
Wijze van vervoer Lucht
13103
2579
Land
2464
Water 449
Spoor
2115
Andere 0
1000 2000 3000 4000 5000 6000 7000 8000 9000 10000
Bij het gemelde vervoer van contanten, effecten of waardepapieren gaat het in 15.274 gevallen om invoer, in 4913 gevallen om uitvoer 1 en in 523 gevallen om doorvoer.
Aandeel invoer/uitvoer/doorvoer
23,7% 2,5% Invoer Uitvoer Doorvoer
73,8%
1
"Uitvoer" en "invoer" hebben betrekking op het verkeer met derde landen en het intracommunautair verkeer.
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
10
NL
2.3. Informatie over de landen van herkomst De contanten, effecten of waardepapieren konden tot in 139 verschillende landen van herkomst (het land waar de reis begon) worden getraceerd. Onderstaande grafiek geeft een overzicht van het aantal gevallen waarin een EU-lidstaat als land van herkomst van de contanten of soortgelijke betaalmiddelen werd gemeld.
Aantal transporten volgens land van herkomst 865 Duitsland Spanje
772
Frankrijk
706
Italië
581
Verenigd Koninkrijk
355
Griekenland
352
België
142
Nederland
84
Luxemburg
77
Oostenrijk
55
Zweden
44
Portugal
36
Finland
27
Ierland
17
Denemarken
11 10
9630/2/00 REV 2
100
DG H II
1000
sme/PM/cs
11
NL
Van de derde landen waren Algerije (in 2473 gevallen), Albanië (in 1338 gevallen), Egypte (in 706 gevallen) en Zwitserland (in 587 gevallen) het vaakst land van herkomst. In totaal gaf de evaluatie aan dat voor ongeveer 980 miljoen euro het land van herkomst een derde land was. In totaal kon voor ongeveer 181,3 miljoen euro in contanten, effecten of waardepapieren een EU-lidstaat als land van herkomst worden aangewezen 1. 2.4. Informatie over de landen van bestemming In totaal zijn 118 landen van bestemming (het land waar het reisdoel ligt) gemeld. In geval van vervoer van betaalmiddelen naar derde landen, ging het in de eerste plaats om vervoer naar Mali (in 1768 gevallen), Senegal (in 347 gevallen) en Zwitserland (in 194 gevallen). Voor ongeveer 843.8 miljoen euro werden de lidstaten van de Europese Unie als landen van bestemming opgegeven 2.
1
2
De som van het aantal transporten van betaalmiddelen volgens land van herkomst levert niet het totaal van ongeveer 1,6 miljard euro op, omdat niet altijd een land van herkomst kon worden opgespoord. Het kennelijke verschil tussen het totaal volgens land van herkomst en de totale waarde van het aangegeven verkeer van contanten (ongeveer 1,6 miljard euro) valt niet te verklaren, omdat de geëvalueerde informatie niet altijd alle nodige gegevens bevatte. De som van het aantal transporten van betaalmiddelen volgens land van bestemming levert niet het totaal van ongeveer 1,6 miljard euro op, omdat niet altijd een land van bestemming kon worden opgespoord. Het kennelijke verschil tussen het totaal volgens land van herkomst en de totale waarde van het aangegeven verkeer van contanten (ongeveer 1,6 miljard euro) valt niet te verklaren, omdat de geëvalueerde informatie niet altijd alle nodige gegevens bevatte.
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
12
NL
Aantal transporten volgens land van bestemming Italië
3853 2644
Spanje 1025
Duitsland Frankrijk
612
Verenigd Koninkrijk
242
Nederland
175 131
België 70
Portugal Finland
50
Oostenrijk
20
Griekenland
14
Luxemburg
11
Zweden
9
Ierland
7
Denemarken
6 1
9630/2/00 REV 2
10
100
DG H II
1000
10000
sme/PM/cs
13
NL
2.5. Geheime bergplaatsen en bewaarplaatsen De betaalmiddelen werden doorgaans niet in speciaal daarvoor ingerichte bergplaatsen verstopt, maar hoofdzakelijk in de gewone bagage, in kledingstukken of op het lichaam vervoerd. Slechts in 30 gevallen is geconstateerd dat de contanten, effecten of waardepapieren in speciaal daartoe gemaakte bergplaatsen waren verborgen. Zo is in Duitsland geconstateerd dat contanten of waardepapieren bijvoorbeeld achter een dubbele wand in de kofferruimte of in een holle ruimte in het dak van het voertuig waren verborgen. De andere lidstaten hebben geen informatie over dit soort berg- en bewaarplaatsen verstrekt.
Bewaarplaats van de betaalmiddelen 6665
7000
6000
5000
4000
3000
3978
3908
2680 1981
1810
2000
1000
596 93
30
0
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
14
NL
2.6. Betrokkenen In totaal waren 21.469 1 personen bij het grensoverschrijdend transport van contanten, effecten of waardepapieren betrokken (zie onderstaand overzicht):
Nationaliteit van de gecontroleerde vervoerders overige
4406
Turkije
256
Zwitserland
258
Libanon
270
Libië
283
Maleisië
288
Mauretanië
302
Tunesië
341
Nigeria
383
Griekenland
383
Marokko
420
Senegal
517
Benin
526
Groot-Brittannië
542
Spanje
644
Egypte
748
Italië
931
Frankrijk
1137
Albanië
1342
Duitsland
1414
Mali
2070
Algerije
2515 0
1
250
500
750
1000
1250
1500
1750
2000
2250
2500
In het kader van de algemene typologie zijn 21.469 betrokken personen gemeld, terwijl de som van de meldingen in het kader van de algemene landentypologie 19.986 personen (nationaliteit van de gecontroleerde vervoerders) opleverde. Het kennelijke verschil kan niet worden verklaard, omdat de geëvalueerde meldingen niet altijd alle nodige gegevens bevatten.
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
15
NL
2.7. Onderzoek Van de 20.710 geregistreerde controles werd in 141 gevallen een onderzoek ingesteld. Of het in casu om een strafrechtelijk onderzoek gaat, valt niet op te maken uit de meldingen van de lidstaten. Over het resultaat van deze onderzoeken is tot dusver geen informatie beschikbaar. Twee lidstaten hebben nog geen gegevens verstrekt over onderzoeken. Voor Frankrijk weet men echter dat de onderzoeken, in de tien jaar dat er controles worden uitgevoerd, de volgende vaststellingen hebben opgeleverd: -
de door justitie behandelde gevallen van witwaspraktijken hielden meestal verband met de controle van de aangifteplicht voor contanten, effecten of waardepapieren;
-
op gezette tijden werden contanten aangetroffen bij personen van wie bekend was dat zij in drugs handelden of banden hadden met drughandelaars;
-
er werden niet-gedeclareerde contanten samen met documenten of andere bewijsstukken aangetroffen die in verband konden worden gebracht met verschillende, meestal belasting- of douanedelicten: illegale handel in sigaretten, namaak, prostitutie, zwartwerk, clandestiene immigratie, enz.
3.
Evaluatie en conclusies betreffende het MONEYPENNY-project
3.1. De controle op het grensoverschrijdend verkeer van contanten is in de lidstaten van de Europese Unie wettelijk zeer verschillend geregeld (zie bijlage 1). Terwijl de douanediensten in een aantal lidstaten (met name Frankrijk, Italië en Duitsland) over zeer vérgaande taken en bevoegdheden op het gebied van toezicht en controle op het grensoverschrijdend verkeer van contanten beschikken, bestaan in sommige lidstaten geen bepalingen om de in het kader van algemene douanecontroles verkregen informatie over belangrijke sommen contanten door te spelen aan de autoriteiten die met de bestrijding van het witwassen van geld zijn belast.
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
16
NL
3.2. Dankzij het "MONEYPENNY-project" kon worden vastgesteld wat de omvang is van het verkeer van contanten, effecten of waardepapieren over de buiten- en binnengrenzen van de EU. Er moet in dit verband rekening mee worden gehouden dat de door de lidstaten verstrekte informatie niet van dien aard is dat uitsluitsel kan worden gegeven over de totale omvang van de fysiek over de grenzen van de lidstaten gebrachte betaalmiddelen. Vermeldenswaardig is dat in de lidstaten met een wettelijke regeling inzake controles op contanten (bijvoorbeeld Duitsland) het aantal geconstateerde transporten van contanten duidelijk groter is dan in de lidstaten waar vergelijkbare regelingen tot dusver niet zijn ingevoerd. 3.3. Bij 989 (= 4,8%) van het totale aantal gemelde controles op contanten was voor méér dan 200.000 euro aan betaalmiddelen over de binnen- en buitengrenzen van de EU-lidstaten gebracht. Dit wil zeggen dat ook een niet onaanzienlijk bedrag aan contanten fysiek over de binnen- en de buitengrenzen van de EU-lidstaten wordt gebracht. Het valt niet uit te sluiten dat aldus in bepaalde gevallen ook de door de banken getroffen veiligheidsmaatregelen ter voorkoming van het witwassen van geld worden omzeild. Er zou derhalve kunnen worden overwogen om het latente witwasrisico dat aan het fysiek vervoeren van contanten, effecten of waardepapieren verbonden is, te beperken door in alle EU-lidstaten controles in te voeren. 3.4. Het grote aantal meldingen van transporten van contanten door de lucht vindt wellicht zijn verklaring in het feit dat vaststellingen van contantenverkeer overwegend op internationale luchthavens hebben plaatsgevonden. 3.5. Ongeveer tweederde van het transport van contanten werd bij de invoer (over de binnen- en buitengrenzen van de lidstaten) geconstateerd. Een verklaring hiervoor kan zijn dat de lidstaten zich vooral op de controle bij invoer concentreren.
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
17
NL
3.6. Opmerkelijk is het grote aantal gevallen waarin Algerije het land van herkomst van de contanten is, alsook het grote aantal Algerijnen dat op contanten wordt gecontroleerd; dit is met name toe te schrijven aan het intensieve handelsverkeer tussen Frankrijk en Algerije. 3.7. Het aantal onderzoeksprocedures dat naar aanleiding van vastgesteld verkeer van contanten is geopend, moet worden gezien tegen de achtergrond van de verschillen tussen de EU-lidstaten op het gebied van aangifteplicht en controlebevoegdheden. Oorzaak is wellicht, dat de meeste lidstaten niet over voldoende rechtsinstrumenten beschikken om toe te zien op het grensoverschrijdend verkeer van contanten, en dat de meeste douanediensten van de EU-lidstaten tot dusver niet bevoegd zijn om het internationaal georganiseerde witwassen van geld te voorkomen en te bestrijden.
4.
Verdere actie
4.1. Aanbeveling 22 van de FATF luidt als volgt: "De landen dienen in overweging te nemen, haalbare maatregelen ter opsporing van of controle op het fysiek over de grenzen brengen van contanten en verhandelbare waardepapieren aan toonder uit te voeren, mits strikt gewaarborgd is dat de informatie alleen voor het beoogde doel wordt gebruikt en dat het vrije kapitaalverkeer niet wordt belemmerd.". De FATF heeft deze aanbeveling als volgt toegelicht: "(a) Teneinde de opsporing van en controle op transacties in contanten te vergemakkelijken, zonder het vrije kapitaalverkeer te belemmeren, zouden de landen kunnen nagaan of het haalbaar is aan elke grensoverschrijdende overdracht boven een bepaalde drempelwaarde eisen te stellen inzake controle, administratief toezicht, aangifte of registratie.
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
18
NL
(b) Indien een land een ongebruikelijke internationale verzending van geld, geldinstrumenten, edelmetalen, edelstenen, enz. ontdekt, dient het in overweging te nemen om, waar van toepassing, de douanedienst of andere bevoegde autoriteiten van de landen van herkomst en/of bestemming van deze verzending daarvan in kennis te stellen, en met deze landen samen te werken teneinde de oorsprong, de bestemming en het doel van deze verzending te achterhalen en passende maatregelen te nemen.". 4.2. De resultaten van operatie "MONEYPENNY" tonen duidelijk de omvang aan van het grensoverschrijdend verkeer van contanten, effecten of waardepapieren. Het lijkt bijgevolg logisch en ten zeerste gewenst om Aanbeveling 22 van de FATF om te zetten in een communautair rechtsinstrument met bestuursrechtelijke maatregelen, teneinde over nauwkeuriger informatie te kunnen beschikken en beter gewapend te zijn voor de bestrijding van internationaal georganiseerde witwaspraktijken. 4.3. Vooral de volgende voorstellen kunnen in aanmerking worden genomen wanneer men op het niveau van de Europese Unie tot de nodige maatregelen besluit: 1.
reglementering van de aangifteverplichting (ongeacht in welke vorm) voor personen die contanten en/of andere betaalmiddelen over de grens brengen;
2.
mogelijkheid van staandehouding, identiteitscontrole, alsmede informatie-inwinning over de herkomst, de bestemming en de rechthebbende van de betaalmiddelen;
3.
alle douanediensten de controlebevoegdheden geven waarover sommige van deze diensten reeds beschikken (recht om personen bij grensoverschrijding te controleren, te ondervragen en te fouilleren) voor het toezicht op en de controle van het grensoverschrijdend goederen- en personenverkeer ter uitvoering van maatregelen inzake toezicht op het grensoverschrijdend verkeer van contanten, effecten of waardepapieren;
4.
wat betreft het toezicht op het grensoverschrijdend verkeer, reglementering van het recht om contanten en soortgelijke betaalmiddelen in het kader van een administratieve procedure tijdelijk in beslag te nemen;
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
19
NL
5.
vaststelling van een sanctieregeling voor gevallen waarin meegebrachte contanten, ondanks de aangifteplicht, niet worden gedeclareerd;
6.
reglementering van de doorgifte van gegevens aan de nationale autoriteiten die bevoegd zijn voor de vervolging van witwaspraktijken. Onder voorbehoud van juridische bestudering, zouden controles kunnen worden ingevoerd op contanten in de EU door middel van een rechtsinstrument, temeer daar deze rechten en plichten een efficiënte aanvulling zijn van de bestaande maatregelen. Dit rechtsinstrument zal in ieder geval de intracommunautaire controles die thans worden verricht door lidstaten die over een wetgeving op dat vlak beschikken, onverlet moeten laten.
4.4. Ter wille van de effectiviteit van de maatregelen is een nauwe en snelle administratieve samenwerking ten aanzien van de aangifteplicht van groot belang. Dankzij het douaneinformatiesysteem beschikken de douanediensten over een doeltreffend samenwerkingsinstrument. De wijze waarop wordt samengewerkt moet gebaseerd zijn op het vigerende samenwerkingsinstrumentarium, meer bepaald Verordening nr. 515/97 en de Napels-II Overeenkomst.
_______________
9630/2/00 REV 2
DG H II
sme/PM/cs
20
NL
BIJLAGE 1 Land
1. Aangifteplicht
Ontdekking enkel in het kader van een reguliere douanecontrole In het kader van controle op het transport van contanten X
Altijd Oostenrijk België
X
Denemarken
X
Frankrijk
vanaf 50.000 FRF (= 7.622 euro)
Finland
X
Duitsland GrootBrittannië Griekenland
vanaf 30.000 DEM (= 15.339 euro) X vanaf 10.000 euro
Ierland Italië
X vanaf 20.000.000 ITL (= 10.300 euro)
Luxemburg
X
Nederland
X
Portugal Spanje
vanaf 2.500.000 PTE (= 12.470 euro) vanaf 2.000.000 ESP (= 12.020 euro)
Zweden
X
_______________
9630/2/00 REV 2 BIJLAGE 1
DG H II
sme/PM/cs
21
NL
BIJLAGE 2 Tabel van de door de lidstaten van de Europese Unie in het kader van het "MONEYPENNY-project" vastgestelde transporten van contanten
Land
Totale waarde van de
Totale waarde
Aantal grensover- Aantal onderzoeken
grensoverschrijdende
van de contanten schrijdende
transporten in euro
in euro
transporten
Oostenrijk
7.614.548
7.534.041
36
6
België
4.089.291
4.066.984
69
0
Denemarken
782.914
111.774
4
0
Frankrijk
465.611.956
387.707.575
8.988
105
Finland
7.424.394
7.340.144
57
4
Duitsland
71.920.793
55.526.576
1.243
18
Groot-
7.560.605
7.543.854
139
geen informatie
Griekenland
29.702.259
29.702.259
817
0
Ierland
230.014
128.435
4
2
Italië
624.762.680
459.451.046
5.351
geen informatie
Nederland
18.225.883
16.979.483
116
0
Portugal
199.007.181
197.732.591
50
0
Spanje
172.788.870
171.065.277
3.832
6
Zweden
114.888
114.888
4
0
Totaal
1.609.836.276
1.345.004.927
20.710
141
Brittannië
Luxemburg
9630/2/00 REV 2 BIJLAGE 2
DG H II
sme/PM/cs
22
NL
Opmerkingen: 1.
Luxemburg heeft laten weten dat bij de reguliere douanecontroles geen grensoverschrijdend verkeer van betaalmiddelen met een waarde van méér dan 15.000 euro is geconstateerd.
2.
De door Frankrijk opgegeven transporten van betaalmiddelen betreffen transporten vanaf een waarde van 7.622 euro, omdat het Franse recht in een aangifteplicht voor reizigers vanaf een waarde van 50.000 FRF voorziet. In totaal zijn in Frankrijk 2.760 transporten met een waarde van 7.622 tot 14.999 euro geconstateerd.
3.
De hierboven voor Oostenrijk verstrekte gegevens over transporten van betaalmiddelen wijken af van de gegevens die op 14 april 2000 zijn verstrekt aan de Groep douanesamenwerking, omdat Oostenrijk daarbij ook rekening had gehouden met officiële bancaire transacties van contanten. Deze transporten (ongeveer 300) vertegenwoordigen een totale waarde van ongeveer 560 miljoen euro.
_______________
9630/2/00 REV 2 BIJLAGE 2
DG H II
sme/PM/cs
23
NL