RAAD VAN DE EUROPESE UNIE
Brussel, 16 juli 2001 (19.07) (OR. en) 10497/01
Interinstitutioneel dossier: 2000/0249 (COD)
LIMITE CODEC 683 SURE 43
INFORMATIEVE NOTA Betreft: voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 79/267/EEG van de Raad op het gebied van de solvabiliteitsmargevereisten voor levensverzekeringsondernemingen - resultaat van de eerste lezing van het Europees Parlement (Straatsburg, 2-5 juli 2000)
I.
INLEIDING
In de context van de nieuwe aanpak die gebaseerd is op een constructieve dialoog tussen het Europees Parlement en de Raad in het kader van de gemeenschappelijke verklaring over de wijze van uitvoering van de nieuwe medebeslissingsprocedure (artikel 251 van het EG-verdrag), zijn er voorafgaand aan de stemming in de plenaire vergadering over dit voorstel verscheidene informele contacten geweest tussen beide instellingen en de Commissie om bij de eerste lezing van het Europees Parlement overeenstemming te bereiken over een gemeenschappelijke tekst. De heer ETTL (PSE, AU), rapporteur, presenteerde namens de Economische en Monetaire Commissie zijn verslagen over het bovengenoemde voorstel en over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 73/239/EEG van de Raad op het gebied van de solvabiliteitsmargevereisten voor schadeverzekeringsondernemingen (het Parlement had tot een gecombineerde bespreking van beide voorstellen besloten). Hij herinnerde eraan dat beide maatregelen deel uitmaken van het door de Europese Raad van Lissabon ingestelde Actieplan Financiële diensten dat vóór 2005 moet worden uitgevoerd.
10497/01
teu/LAS/td DG F III
1
NL
De rapporteur wees erop dat door de vaststelling van de richtlijnen de bestaande bepalingen inzake solvabiliteitsmarges van 1973 en 1979 bij de tijd zullen worden gebracht en verbeterd. Hij memoreerde ook het doel van de voorstellen, namelijk te voorzien in een bufferfonds voor verzekeringsondernemingen waardoor zij het hoofd kunnen bieden aan onverwachte situaties. Wat de procedure betreft, bepleitte de rapporteur tenslotte een "fast track"-benadering voor de aanneming van beide richtlijnen, gelet op hun belang voor de consument en voor verzekeringsondernemingen. De heer Villiers (PPE-DE, UK), plaatsvervangend rapporteur voor advies van de Commissie juridische zaken en interne markt, onderstreepte dat hoewel het in beide gevallen een technische bijwerking betreft, de voorstellen toch van grote betekenis zijn. Bovendien moeten beide voorstellen worden gezien als onderdeel van het Actieplan Financiële diensten dat de consument veel voordelen zou kunnen brengen dankzij een verhoogde concurrentie en een grotere keuze voor de klant. Namens de Commissie verklaarde de heer Bolkestein dat zijn instelling alle voorgelegde amendementen kan aanvaarden. II.
STEMMING
Alle voorgelegde amendementen werden aangenomen. Zij stemmen overeen met wat was overeengekomen tijdens een aantal informele ontmoetingen tussen vertegenwoordigers van het Europees Parlement, de Commissie en het voorzitterschap van de Raad van de Europese Unie. De door het Europees Parlement aangenomen amendementen en wetgevingsresolutie staan in bijlage dezes. _______________
10497/01
teu/LAS/td DG F III
2
NL
(04.07.2001)
9. Solvabiliteitsmargevereisten voor levensverzekeringsondernemingen ***I Voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 79/267/EEG van de Raad op het gebied van de solvabiliteitsmargevereisten voor levensverzekeringsondernemingen (COM(2000) 617 – C5-0557/2000 – 2000/0249(COD)) Dit voorstel wordt als volgt gewijzigd: Door de Commissie voorgestelde tekst1
Amendementen van het Parlement
Amendement 1 OVERWEGING 7 BIS (NIEUW) (7 bis) Ter verbetering van de kwaliteit van de solvabiliteitsmarge dient de opname van toekomstige winsten in de beschikbare solvabiliteitsmarge te worden beperkt en aan voorwaarden te worden gebonden en in ieder geval na 2009 te worden beëindigd.
Amendement 2 OVERWEGING 9 (9) In specifieke gevallen waarin de rechten van de verzekeringnemers in het gedrang komen, moeten de bevoegde autoriteiten de mogelijkheid hebben in een voldoende vroeg stadium in te grijpen; wanneer de bevoegde autoriteiten evenwel van deze mogelijkheid gebruik maken, dienen zij, conform de beginselen van behoorlijk bestuur en eerbiediging van de procedurevoorschriften, de verzekeringsondernemingen in kennis te stellen van de redenen die aan hun optreden ten grondslag liggen.
1
(9) In specifieke gevallen waarin de rechten van de verzekeringnemers in het gedrang komen, moeten de bevoegde autoriteiten de mogelijkheid hebben in een voldoende vroeg stadium in te grijpen; wanneer de bevoegde autoriteiten evenwel van deze mogelijkheid gebruik maken, dienen zij, conform de beginselen van behoorlijk bestuur en eerbiediging van de procedurevoorschriften, de verzekeringsondernemingen in kennis te stellen van de redenen die aan hun optreden ten grondslag liggen. Zolang een dergelijke situatie bestaat, dient te worden belet dat de bevoegde autoriteit officieel verklaart dat de verzekeringsonderneming over een toereikende solvabiliteitsmarge beschikt.
PB C 96 E van 27.3.2001, blz. 123.
10497/01
teu/LAS/td DG F III
3
NL
Amendement 3 ARTIKEL 1, PUNT 1 Artikel 3, punt 2, eerste alinea, tweede streepje en tweede alinea (Richtlijn 79/267/EEG) - het jaarlijkse bedrag van de bijdragen, ontvangen uit hoofde van de door deze richtlijn bestreken werkzaamheden, niet meer dan 5 000 000 euro beloopt.
- het jaarlijkse bedrag van de bijdragen, ontvangen uit hoofde van de door deze richtlijn bestreken werkzaamheden, gedurende drie opeenvolgende jaren niet meer dan 5 000 000 EUR beloopt. Indien dit bedrag gedurende drie opeenvolgende jaren wordt overschreden, is deze richtlijn vanaf het vierde jaar van toepassing.
Na kennisgeving door de verzekeringsonderneming aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en met de instemming van deze bevoegde autoriteit valt deze onderneming evenwel onder deze richtlijn zodra zij voldoet aan het bepaalde in de artikelen 18, 19 en 20.
Het bepaalde in dit artikel belet evenwel niet dat een onderlinge verzekeringsmaatschappij uit hoofde van deze richtlijn een vergunning aanvraagt of haar vergunning behoudt.
Amendement 4 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 18, lid 1 (Richtlijn 79/267/EEG) 1. Iedere lidstaat verplicht elke verzekeringsonderneming waarvan het hoofdkantoor op zijn grondgebied is gevestigd, te allen tijde te beschikken over een voldoende beschikbare solvabiliteitsmarge met betrekking tot het geheel van haar werkzaamheden.
1. Iedere lidstaat verplicht elke verzekeringsonderneming waarvan het hoofdkantoor op zijn grondgebied is gevestigd, te allen tijde te beschikken over een voldoende beschikbare solvabiliteitsmarge met betrekking tot het geheel van haar werkzaamheden, die ten minste gelijk is aan hetgeen in deze richtlijn als vereiste is gesteld.
Amendement 5 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 18, lid 2, inleidende formule (Richtlijn 73/267/EEG) 2. De beschikbare solvabiliteitsmarge bestaat uit het vermogen van de verzekeringsonderneming dat niet dient ter dekking van enige voorzienbare verplichting, na aftrek van de onlichamelijke bestanddelen. Dit vermogen omvat met name:
2. De beschikbare solvabiliteitsmarge bestaat uit het vermogen van de verzekeringsonderneming dat niet dient ter dekking van enige voorzienbare verplichting, na aftrek van de onlichamelijke bestanddelen, waartoe behoren:
10497/01
teu/LAS/td DG F III
4
NL
Amendement 6 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 18, lid 2, letter c) (Richtlijn 79/267/EEG) (c) het behaalde financiële resultaat, na aftrek van de met betrekking tot het laatste boekjaar uit te keren dividenden.
(c) de overgebrachte winst of het overgebrachte verlies, na aftrek van de uit te keren dividenden.
Amendement 7 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 18, lid 3, inleidende formule (Richtlijn 79/267/EEG) 3. De beschikbare solvabiliteitsmarge kan bestaan uit:
3. De beschikbare solvabiliteitsmarge kan ook bestaan uit:
Amendement 8 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 18, lid 4, inleidende formule (Richtlijn 79/267/EEG) 4. Op een met bewijzen gestaafd verzoek van de onderneming aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en met de instemming van deze bevoegde autoriteit mag de solvabiliteitsmarge bestaan uit:
4. Op een met bewijzen gestaafd verzoek van de onderneming aan de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst en met de instemming van deze bevoegde autoriteit mag de beschikbare solvabiliteitsmarge ook bestaan uit:
Amendement 9 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 18, lid 4, letter a) (Richtlijn 79/267/EEG) a) een bedrag dat gelijk is aan 50% van de toekomstige winsten van de onderneming. Het bedrag van de toekomstige winsten wordt verkregen door de geschatte jaarwinst te vermenigvuldigen met een factor die de gemiddelde resterende looptijd van de overeenkomsten vertegenwoordigt. Deze factor mag ten hoogste 6 bedragen. De geschatte jaarwinst mag niet hoger zijn dan het rekenkundig gemiddelde van de winsten die de laatste vijf boekjaren zijn gemaakt op de in artikel 1, punt 1, bedoelde werkzaamheden.
a) tot 31 december 2009 een bedrag dat gelijk is aan 50% van de toekomstige winsten van de onderneming, maar niet hoger is dan 25% van de beschikbare solvabiliteitsmarge of van de vereiste solvabiliteitsmarge, naargelang welk bedrag het laagst is. Het bedrag van de toekomstige winsten wordt verkregen door de geschatte jaarwinst te vermenigvuldigen met een factor die de gemiddelde resterende looptijd van de overeenkomsten vertegenwoordigt. Deze factor mag ten hoogste 6 bedragen. De geschatte jaarwinst mag niet hoger zijn dan het rekenkundig gemiddelde van de winsten die de laatste vijf boekjaren zijn gemaakt op de in artikel 1, punt 1, bedoelde werkzaamheden.
10497/01
teu/LAS/td DG F III
5
NL
Amendement 10 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 18, lid 4, letter c) (Richtlijn 79/267/EEG) c) de stille reserves die voortvloeien uit een onderwaardering van de activa, voorzover deze reserves geen uitzonderlijk karakter hebben.
c) de stille nettoreserves die voortvloeien uit de waardering van de activa, voorzover deze nettoreserves geen uitzonderlijk karakter hebben.
Amendement 11 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 19, lid 1 (Richtlijn 79/267/EEG) 1. Onverminderd artikel 20, wordt de vereiste minimumsolvabiliteitsmarge bepaald als aangegeven in de leden 2 tot en met 7, al naargelang de uitgeoefende branches.
1. Onverminderd artikel 20, wordt de vereiste solvabiliteitsmarge bepaald als aangegeven in de leden 2 tot en met 7, al naargelang de uitgeoefende branches.
Amendement 12 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 19, lid 2, letter a) (Richtlijn 79/267/EEG) a) Eerste berekening:
a) Eerste berekening:
een component van 4% van de voorziening voor levensverzekering in het directe verzekeringsbedrijf zonder aftrek van de overdrachten uit hoofde van herverzekering alsmede voor de geaccepteerde herverzekeringen wordt vermenigvuldigd met het getal dat de voor het laatste boekjaar bestaande verhouding aangeeft tussen de voorziening voor levensverzekering onder aftrek van de overdrachten uit hoofde van herverzekering en het brutobedrag van de voorziening voor levensverzekering; dit verhoudingsgetal mag in geen geval lager zijn dan 85%;
een component van 4% van de wiskundige voorzieningen met betrekking tot het directe verzekeringsbedrijf en tot de geaccepteerde herverzekeringen zonder aftrek van de overdrachten uit hoofde van herverzekering wordt vermenigvuldigd met het getal dat de voor het laatste boekjaar bestaande verhouding aangeeft tussen de wiskundige voorzieningen onder aftrek van de overdrachten uit hoofde van herverzekering en het brutobedrag van de wiskundige voorzieningen; dit verhoudingsgetal mag in geen geval lager zijn dan 85%;
Amendement 13 ARTIKEL1, PUNT 2 Artikel 19, lid 3 (Richtlijn 79/267/EEG) 3. Voor de aanvullende verzekeringen bedoeld in artikel 1, punt 1, onder c), is de vereiste solvabiliteitsmarge gelijk aan de vereiste minimumsolvabiliteitsmarge voor schadeverzekeringsondernemingen zoals vastgesteld bij artikel 16 bis van Richtlijn 73/239/EEG, waarbij het bepaalde in artikel 17 van genoemde richtlijn niet van toepassing is.
3. Voor de aanvullende verzekeringen bedoeld in artikel 1, punt 1, onder c), is de vereiste solvabiliteitsmarge gelijk aan de vereiste solvabiliteitsmarge voor schadeverzekeringsondernemingen zoals vastgesteld bij artikel 16 bis van Richtlijn 73/239/EEG, waarbij het bepaalde in artikel 17 van genoemde richtlijn niet van toepassing is.
10497/01
teu/LAS/td DG F III
6
NL
Amendement 14 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 19, lid 4, letter a) (Richtlijn 79/267/EEG) (a) een component van 4% van de technische voorzieningen, berekend overeenkomstig lid 2, onder a), van dit artikel, plus
(a) een component van 4% van de wiskundige voorzieningen, berekend overeenkomstig lid 2, onder a), van dit artikel, plus
Amendement 15 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 19, lid 4, letter b) (Richtlijn 79/267/EEG) (b) de vereiste minimumsolvabiliteitsmarge voor schadeverzekeringsondernemingen zoals vastgesteld bij artikel 16 bis van Richtlijn 73/239/EEG, waarbij het bepaalde in artikel 17 van genoemde richtlijn niet van toepassing is. De vereiste minimumsolvabiliteitsmarge wordt tot een derde verminderd, indien: (i) de geheven premies volgens de verzekeringswiskundige methoden worden berekend aan de hand van ziektetafels;
(b) de vereiste solvabiliteitsmarge voor schadeverzekeringsondernemingen zoals vastgesteld bij artikel 16 bis van Richtlijn 73/239/EEG, waarbij het bepaalde in artikel 17 van genoemde richtlijn niet van toepassing is. De in artikel 16 bis, lid 6, onder b) van die richtlijn gestelde voorwaarde dat een ouderdomsvoorziening wordt gevormd, kan echter worden vervangen door een bepaling dat de activiteit in het kader van een groep wordt uitgeoefend.
(ii) een ouderdomsvoorziening wordt gevormd of de activiteit in het kader van een groep wordt uitgeoefend; (iii) een aanvullende premie wordt geheven om een passende veiligheidsmarge te vormen; (iv) de verzekeringsonderneming de overeenkomst uiterlijk voor het einde van het derde verzekeringsjaar kan opzeggen; (v) in de overeenkomst de mogelijkheid is vastgesteld om ook voor lopende overeenkomsten de premies te verhogen of de uitkeringen te verminderen. Amendement 16 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 19, lid 5 (Richtlijn 79/267/EEG) 5. Voor de kapitalisatieverrichtingen bedoeld in artikel 1, punt 2, onder b), is de vereiste solvabiliteitsmarge gelijk aan 4% van de technische voorzieningen, berekend overeenkomstig lid 2, onder a), van dit artikel.
5. Voor de kapitalisatieverrichtingen bedoeld in artikel 1, punt 2, onder b), is de vereiste solvabiliteitsmarge gelijk aan 4% van de wiskundige voorzieningen, berekend overeenkomstig lid 2, onder a), van dit artikel.
10497/01
teu/LAS/td DG F III
7
NL
Amendement 17 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 19, lid 7, letter c) (Richtlijn 79/267/EEG) c) voorzover de onderneming geen beleggingsrisico draagt en het bedrag ter dekking van de beheerslasten vast is voor een periode van minder dan vijf jaar, een bedrag dat gelijk is aan 25% van de desbetreffende vaste kosten in het voorgaande boekjaar;
c) voorzover de onderneming geen beleggingsrisico draagt en het bedrag ter dekking van de beheerslasten vast is voor een periode van minder dan vijf jaar, een bedrag dat gelijk is aan 25% van de nettobeheerskosten in verband met dergelijke verrichtingen in het voorgaande boekjaar;
Amendement 18 ARTIKEL 1, PUNT 2 Artikel 20, lid 1 (Richtlijn 79/267/EEG) 1. Het garantiefonds bestaat uit een derde deel van de in artikel 19 bedoelde vereiste minimumsolvabiliteitsmarge. Het wordt gevormd door de in artikel 18, leden 2, 3, en 4, onder c), vermelde bestanddelen.
1. Het garantiefonds bestaat uit een derde deel van de in artikel 19 bedoelde vereiste solvabiliteitsmarge. Het wordt gevormd door de in artikel 18, leden 2, 3, en - met goedkeuring van de bevoegde autoriteit van de lidstaat van herkomst - 4, onder c), vermelde bestanddelen.
Amendement 19 ARTIKEL 1, PUNT 3 Artikel 20 bis, lid 2 (Richtlijn 79/267/EEG) 2. De Commissie stelt het Europees Parlement en het Comité voor het verzekeringswezen jaarlijks in kennis van de actualisering, alsmede van de aangepaste bedragen.
2. De Commissie stelt het Europees Parlement en de Raad jaarlijks in kennis van de actualisering, alsmede van de aangepaste bedragen.
Amendement 20 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 24 bis, lid 1, inleidende formule (Richtlijn 79/267/EEG) 1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid hebben om van verzekeringsondernemingen waarbij naar hun oordeel de rechten van de verzekeringnemers in het gedrang komen, een financieel saneringsplan te verlangen. Dit financiële saneringsplan kan met betrekking tot de volgende drie boekjaren gegevens of bewijsstukken bevatten betreffende:
1. De lidstaten dragen er zorg voor dat de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid hebben om van verzekeringsondernemingen waarbij naar hun oordeel de rechten van de verzekeringnemers in het gedrang komen, een financieel saneringsplan te verlangen. Dit financiële saneringsplan moet ten minste met betrekking tot de volgende drie boekjaren gegevens of bewijsstukken bevatten betreffende:
10497/01
teu/LAS/td DG F III
8
NL
Amendement 21 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 24 bis, lid 2 (Richtlijn 79/267/EEG) 2. Wanneer de rechten van de verzekeringnemers in het gedrang komen, dragen de lidstaten er zorg voor dat de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid hebben om de verzekeringsondernemingen te verplichten een hogere vereiste solvabiliteitsmarge aan te houden dan die in de nationale wetgeving wordt voorgeschreven, teneinde te waarborgen dat de verzekeringsonderneming in staat is in de nabije toekomst aan de solvabiliteitsvereisten te voldoen. Bij de vaststelling van het niveau van deze hogere vereiste solvabiliteitsmarge wordt uitgegaan van het in lid 1 bedoelde financiële saneringsplan.
2. Wanneer de rechten van de verzekeringnemers door de verslechterende financiële positie van de onderneming in het gedrang komen, dragen de lidstaten er zorg voor dat de bevoegde autoriteiten de bevoegdheid hebben om de verzekeringsondernemingen te verplichten een hogere vereiste solvabiliteitsmarge aan te houden, teneinde te waarborgen dat de verzekeringsonderneming in staat is in de nabije toekomst aan de solvabiliteitsvereisten te voldoen. Bij de vaststelling van het niveau van deze hogere vereiste solvabiliteitsmarge wordt uitgegaan van het in lid 1 bedoelde financiële saneringsplan.
Amendement 22 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 24 bis, lid 4, letters a) en b) (Richtlijn 79/267/EEG) (a) de aard of de kwaliteit van de herverzekeringsprogramma’s sinds het laatste boekjaar sterk is veranderd,
(a) de aard of de kwaliteit van de herverzekeringsovereenkomsten sinds het laatste boekjaar sterk is veranderd,
(b) er nauwelijks of geen risico-overdracht plaatsvindt uit hoofde van het herverzekeringsprogramma."
(b) er nauwelijks of geen risico-overdracht plaatsvindt uit hoofde van de herverzekeringsovereenkomsten."
Amendement 23 ARTIKEL 1, PUNT 4 Artikel 24 bis, lid 4 bis (nieuw) (Richtlijn 79/267/EEG) 4 bis. Wanneer de bevoegde autoriteit op grond van lid 1 van een verzekeringsonderneming een financieel saneringsplan heeft verlangd, onthoudt deze autoriteit zich van de afgifte van een certificaat overeenkomstig artikel 10, lid 3, tweede alinea van deze richtlijn, artikel 14, lid 1, onder a) van Richtlijn 90/619/EEG en artikel 11, lid 2 van Richtlijn 92/96/EEG, zolang zij van mening is dat de rechten van de verzekeringnemers in de zin van lid 1 in het gedrang komen. 10497/01
teu/LAS/td DG F III
9
NL
Amendement 24 ARTIKEL 3, LID 4 4. Uiterlijk [drie jaar na de in lid 2 vermelde datum] legt de Commissie het Comité voor het verzekeringswezen een verslag over betreffende de wijze waarop deze richtlijn ten uitvoer is gelegd en, zo nodig, betreffende de noodzaak van verdere harmonisatie.
4. Uiterlijk [drie jaar na de in lid 2 vermelde datum] legt de Commissie het Europees Parlement en de Raad een verslag over betreffende de wijze waarop deze richtlijn ten uitvoer is gelegd en, zo nodig, betreffende de noodzaak van verdere harmonisatie. Uit dit verslag moet blijken hoe de lidstaten gebruik hebben gemaakt van de in deze richtlijn geboden mogelijkheden, en met name of als gevolg van de aan de nationale toezichthoudende autoriteiten verleende discretionaire bevoegdheid grote verschillen in toezicht op de interne markt zijn ontstaan.
10497/01
teu/LAS/td DG F III
10
NL
Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van richtlijn 79/267/EEG van de Raad op het gebied van de solvabiliteitsmargevereisten voor levensverzekeringsondernemingen (COM(2000) 617 – C5-0557/2000 – 2000/0249(COD)) (Medebeslissingsprocedure: eerste lezing) Het Europees Parlement, – gezien het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2000) 6171), – gelet op artikel 251, lid 2, artikel 47, lid 2 en artikel 55 van het EG-Verdrag, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C5-0557/2000), – gelet op artikel 67 van zijn Reglement, – gezien het verslag van de Economische en Monetaire Commissie en het advies van de Commissie juridische zaken en interne markt (A5-0211/2001), 1. hecht zijn goedkeuring aan het aldus gewijzigde Commissievoorstel; 2. verzoekt om hernieuwde voorlegging indien de Commissie voornemens is ingrijpende wijzigingen in dit voorstel aan te brengen of dit door een nieuwe tekst te vervangen; 3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.
_______________
1
PB C 96 E van 27.3.2001, blz, 123.
10497/01
teu/LAS/td DG F III
11
NL