Behoort bi' besluit vao Gedeputeerde Staten vanlimburg vaa QO«OSi
/r
Y^'^^^J
'
^ii bekendf,
^m
^|£
DfJ
- " ^ ^ e Griffier det Staten
% i R*
fi \ W X
TOELICHTING
'1
/ ^
INHOUDSOPGAVE INLEIDING
1
NADERE ONDERBOUWING
2
UITBREDDINGSRICHTING
3
GEBffiDSANALYSE 4.1. Huidige planologische regeling
3 3
4.2. Bestaande bedrijfssituatie
5
STEDEBOUWKUNDIGE OPZET
7
MHJEUASPECTEN 6.1. Geluidhinder vanwege industrielawaai 6.2. Wegverkeerslawaai 6.3. Bodemgesteldheid 6.4. Agrarische bedrijvigheid (stankcirkel) 6.5. Stedelijk Waterbeheer
11 11 11 12 12 12
EXPLOITATffi-OPZET
14
PLANBESCHRIJVING
14
RESULTATEN OVERLEG 9.1 Resultaten inspraak ex art 6a WRO 9.2 Resultaten overleg ex art 10 BRO 9.3 Overige aanpassingen door het gemeentebestuur
18 18 18 23
1 1.
INLEIDING Het bedrijventerrein Ittervoort mag zich verheugen in een voortdurende belangstelling voor de vestiging van bedrijven. Het huidige bedrijventerrein beslaat een oppervlakte van ca. 45 hectaren. De ontwikkeling van het bedrijventerrein is gestart in de 70-er jaren. Toen is een Ie fase-plan ontworpen, dat toereikend is geweest voor de opvang tot het einde van de 80er jaren. Het Ie fase-plan beslaat een oppervlakte van ca. 27 ha. In 1989 is een 2e fase-plan in procedure gebracht op grond waarvan nog eens 18 ha is gerealiseerd en volledig is uitgegeven. De gemeente heeft thans in het geheel geen uitgeefbare gronden meer ter beschikking. En dat, terwijl er dringende behoefte is aan uitbreiding met name voor een 2-tal uit Thorn afkomstige bedrijven die verplaatst moeten worden (houthandel Parren en paukenfabriek Adams). Laatstgenoemde bedrijven hebben gezamenlijk een behoefte aan ca. 4 ha netto terreinoppervlakte. Uitgaande van een lokale functie zou het bedrijventerrein Ittervoort operationele uitbreiding mogen voorzien voor slechts 3 ha. Het bedrijventerrein Ittervoort heeft echter een "bovenlokale" taak, in die zin dat met name de gemeente Thorn heeft verzocht de lokale taakstelling in deze over te hevelen naar de gemeente Hunsel (zie de desbetreffende als bijlage toegevoegde brief van B en W van de gemeente Thorn). Ook de gemeente Heel heeft ermee ingestemd dat extra taken kunnen worden toegekend aan het bedrijventerrein Ittervoort in verband met het eveneens ontbreken van voldoende ruimte voor lokaal gebonden bedrijven vanuit die gemeente. Inmiddels hebben 5 bedrijven uit de gemeente Heel en Thorn oen verzoek om een bouwkavel bij de gemeente Hunsel ingediend met een totale oppervlakte van 1,5 ha. Indien wordt uitgegaan van de directe behoefte van bovengenoemde uit Thorn afkomstige bedrijven (4 ha) vermeerderd met de ingevolge het streekplan aangegeven gebruikelijke areaal voor een lokaal verzorgend bedrijventerrein (3 ha), dan zou dat leiden tot een te reserveren ruimte met een omvang van ca. 7 ha. Echter om een stedebouwkundig goede afbouw te verkrijgen heeft het gemeentebestuur gekozen voor het voorliggende plan, waarin het netto bouwterrein een oppervlakte beslaat van totaal 10.5 ha.
2 2.
NADERE ONDERBOUWING Voor de hiervoor genoemde houthandel Parren is de spoedige realisering van de onderwerpelijke uitbreiding van het bedrijventerrein van groot belang. De Kamer van Koophandel voor Noord- en Midden Limburg heeft dit bedrijf onlangs onderzocht. De onderzoeksresultaten zijn vastgelegd in een rapport dat als bijlage bij deze toelichting is opgenomen. De conclusies van het rapport zijn de volgende. a. b. c. d. e. f. g.
Parren Hout BV is een bedrijf dat reeds vanaf 1903 in Thora is gevestigd. Het is een (groothandel in houtproducten. De klanten van houthandel Parren zijn voor ca. 50% bouwbedrijven uit de omliggende regio en voor 50% particulieren/doe-het-zelvers uit Thorn en de direct aangrenzende gemeenten. In de huidige situatie is het bedrijf midden in de woonkern van Thorn gevestigd. Dit geeft ernstige verkeerstechnische en milieuhygiënische problemen. Bovendien kampt het bedrijf met een groot ruimtegebrek. Indien deze problemen niet op korte termijn worden aangepakt zal de houthandel Parren zijn markt- en concurrentiepositie niet kunnen handhaven en zal de continuïteit van het bedrijf ernstig in gevaar komen. Bedrijfsverplaatsing is de enige oplossing. Mede wegens expansie is een terrein benodigd van ca 1.5 ha, waarvan ca. 50% zal worden bebouwd. Verplaatsing naar het bedrijventerrein Ittervoort is in beginsel de enige reële optie. Motieven: 1. Parren Hout BV blijft dan centraal binnen zijn markt/afzetgebied gehuisvest, met een uitstekende bereikbaarheid en vindbaarheid. Verplaatsing naar een regionaal bedrijfsterrein in Weert, Roermond of Echt zou betekenen dat Parren Hout BV buiten zijn "eigen" markt/afzetgebied komt te liggen en binnen markt/afzetgebieden die door de aldaar gevestigde houthandelbedrijven worden beheerst. Dat zal de concurrentiepositie, de omzet en dus de continuïteit/levensvatbaarheid van Parren Hout BV nadelig beïnvloeden. 2. Houthandel Parren is al bijna 100 jaar in Thorn gevestigd. Handhaving van de plaatselijke naamsbekendheid is gewenst. Bij een verplaatsing naar Ittervoort is dat mogelijk, maar bij een verplaatsing naar elders niet. 3. Houthandel Parren heeft al jaren gronden in eigendom in Ittervoort, grenzend aan het bestaande bedrijventerrein, waardoor de financiële randvoorwaarden voor een bedrijfsverplaatsing aanzienelijk gunstiger zijn. 4. De huidige werknemers komen uit de directe omgeving van Thorn. Bij een verplaatsing naar Ittervoort wordt dan ook een toename van de mobiliteit in de vorm van extra woon-werk-verkeer verkomen.
Voor nadere onderbouwing wordt verwezen naar het bijgevoegde rapport.
3
3.
UITBREIDINGSRICHTING In het kader van het bestemmingsplan voor het 2e fase gebied zijn destijds in 1989 op grond van toenmalige inzichten reeds contouren aangegeven voor een mogelijke verdere uitbreiding in de toekomst. Het gemeentebestuur dacht toen aan een uitbreiding in noordwestelijke richting. Inmiddels zijn de zienswijzen veranderd. Thans wordt gekozen voor een afbouw in de achting van de Napoleonsweg. Dat kon aldoor niet vanwege lange tijd geldende zwaardere eisen ten aanzien van de in acLt te nemen bebouwingsvrije afstand ten opzichte van deze weg (tenminste 100 meter). Die norm is sinds enkele jaren teruggebracht naar 50 meter. Dat betekent dat er interessante mogelijkheden zijn ontstaan voor een afbouw in de richting van de Napoleonsweg. Die afbouw is ook om andere redenen gewenst. In het aanvankelijk ontwerpplan van de 70-er jaren en ook nog bij de ontwikkeling van het 2e fase-gebied is geopteerd voor een bedrijventerrein dat - met het oog op het behoud van de landschappelijke openheid - zou worden ingepakt in een bufferzone van groen. Het gemeentebestuur houdt in principe ook vast aan dat idee, echter naar de zijde van de Napoleonsweg blijkt dat niet te werken en is het ook een onjuiste benaderingswijze. Aan die zijde is het logisch en verdient het ook de voorkeur om het bedrijventerrein zich te laten manifesteren met voorkanten van bedrijven die naar de weg zijn gekeerd (zicht lokaties). Dit eens te meer nu het bedrijventerrein dichter bij de Napoleonsweg komt te liggen. Samenvattend is er een overwegende voorkeur voor uitbreiding in de richting van de Napoleonsweg. Temeer omdat dan voorlopig nog geen uitspraak behoeft te worden gedaan voor uitbreiding in de richting van het open landschap aan andere zijden. Dat neemt niet weg dat het gemeentebestuur blijft opteren voor een verdere ontwikkeling in de toekomst in noord-westelijke richting. Eventueel met een mogelijke optie voor een verdere uitbreiding in oostelijke richting (als alternatief)
4.
GEBIEDSANALYSE
4.1. Huidige planologische regeling Voor het onderwerpelijk 3e-fase plan geldt ingevolge het rechtsgeldige bestemmingsplan "Algemeen Bestemmingsplan Hunsel" de bestemming: "Agrarisch gebied met landschappelijke openheid". Het bestaande bedrijventerrein is geregeld in de afzonderlijke bestemmingsplannen "Santfort Ie fase" en "Santfort 2e fase".
4
De bestemmingsregeling in relatie tot het bedrijventerrein Ittervoort is aangegeven in onderstaande uitsnede van het "Algemeen Bestemmingsplan Hunsel"
Afb. 1:
Gedeelte kaart Algemeen BestemmmingsDlan Hunsel f 1983) schaal 1:10.000
5
4.2. Bestaande bedrijfssituatie Onderstaande tabel geeft een overzicht van de bedrijven in het bestaande bedrijventerrein, voorzover deze vallen in de categorie 3 en 4. categorie 3
1 2 3 4 5 6
Adres Afrikastraat 1 Afrikastraat 3 Afrikastraat 10 Afrikastraat 18 Afrikastraat 20 Amerikastraat 2
Vergunninghouder Lima Heftruck H Forschelen Sperwer Zuid BV Meerco BEMAR RIPA-kozijnen
Bedrijf herstelinrichting constructiewerkpl groothandel werkplaats werkplaats werkplaats
9 10 11 12 13 14 15 16
Branskamp 3 Branskamp 4 Branskamp 6a Branskamp 8 Branskamp Branskamp 16 Platanenweg 4 Platanenweg 6
RM Etiketten Adams BV Breuer Groba BV Bakker BV PTT Dijkstra BV Geelen BV
vlakdrukkerij paukenfabriek dakbedekking machinefabriek transportbedrijf Straaltoren transportbedrijf transportbedrijf
18
Sleestraat 16
Jeurninck BV
drukkerij categorie 3
Adres Europastraat 6
Vergunninghouder Coolen TA
Bedrijf garage
Melding 29-05-1995 categorie 4
1 2 3 4
Adres Afrikastraat 2 Afrikastraat 24 Branskamp 7 Branskamp 12
Vergunninghouder Betoncentrale Ittervoort Rocofa Electrodraad BV BRBBV
Bedrijf betoncentrale diervoederproduktie electrodraad smeermiddelenbedrijf
De hierbovengenoemde categorie 3 en 4 bedrijven zijn gemarkeerd in de navolgende afbeelding. De niet gemarkeerde bedrijven vallen allen in de categorie 2. Uit de tabel en de afbeelding valt af te leiden, dat het aanbeveling verdient om binnen het voorliggende 3e-fase plan te kiezen voor de toelating van bedrijven die vallen binnen de categorieën 2, 3 en 4. Voor de categorie 4-bedrijven zal een beperkende zoneringsbepaling moeten worden opgenomen om te voorkomen dat een te dichte benadering van deze bedrijven zal plaatsvinden tot de nabijgelegen woonbebouwing van de kern Ittervoort en een eventuele afbouw daarvan.
;
7
STEDEBOUWKUNDIGE OPZET Voorop gesteld wordt dat dit plan een bijzonder karakter draagt, in die zin dat het hier gaat om een plan waarbij, zoals vermeld, sprake is van een eindafwerking langs de Napoleonsweg. Dat betekent, dat bijzondere zorg dient te worden besteed aan de inrichting en de wandbehandeling van het plan aan die zijde. Achtereenvolgens wordt hiernavolgend ingegaan op: a. de wegenstructuur b. de bebouwingsstructuur c. de groenstructuur d. de zonering e. toelating van bedrijfswoningen f. de gasleidingen. ad a. wegenstructuur De doelstelling om te kiezen voor voorkantsituaties langs de Napoleonsweg houdt vanzelf in dat er een parallelweg langs deze weg moet komen. Deze parallelweg vormt het uitgangspunt voor de wegenstructuur binnen het voorliggende plan. Haaks daarop kan grotendeels gebruik worden gemaakt van bestaande wegen zijnde de Sleestraat en de Amerikastraat. Alleen aan de oostzijde zal een extra dwarsverbinding moeten worden aangelegd. Bijkomend voordeel van de parallelweg langs de Napoleonsweg is dat er een vrij grote maat ontstaat ten opzichte van de achtererfgrenzen van de bestaande bedrijven. Dat komt de flexibiliteit zeer ten goede: naar wens kan ruimte worden geboden voor zowel kleinere als grotere bedrijven. Wel zal het in verband met de bereikbaarheid en de wenselijkheid om vooral goede vestigingsmogelijkheden te bieden voor kleinere bedrijven, het nodig zijn een extra ontsluitingsweg aan te leggen met name in het westelijk plangedeelte. ad b. bebouwingsstructuur en groenstructuur Het gaat hier om een in principe lokaal bedrijventerrein met dienovereenkomstige afmetingen en proporties, dat wil zeggen: overwegend meer kleinschalige bedrijven. De praktijk van de invulling van het Ie en 2e fasegebied wijst uit dat in de regel gevraagd wordt naar kavels in de orde van grootte van ca. 2000 - 3000 m2, bij een gemiddelde kaveldiepte van ca. 60 meter. Slechts in enkele gevallen is sprake geweest van de vraag naar grotere kavels in de orde van grootte van 1 tot 2 ha. Het gemeentebestuur wil dit patroon ook in het voorliggende 3e-fase plan voortzetten. In de toelichting van het 2e faseplan is uitvoerig ingegaan op de doelstelling om halverwege het bedrijventerrein Ittervoort representatieve wanden in een ruime groenbeplanting tot stand te brengen.
8
Zoals eerder is vermeld, is het de bedoeling om ook bij het voorliggende plan op soortgelijke wijze een parkachtige representatieve behandeling te geven, met name aan de wand langs de Napoleons weg. Dit parkachtige representatieve karakter kan worden bereikt door: 1.
te bevorderen dat representatieve bedrijven (al of niet met een los representatief bouwdeel, zoals showroom, kantoor e.d.) zich zoveel mogelijk aan deze wanden zullen vestigen;
2.
te bevorderen dat de voorerven van deze bedrijven zo aantrekkelijk mogelijk worden ingericht b.v. door tot een bepaalde afstand vanaf de weggrens geen hekken te plaatsen danwei parkeerterreinen in te pakken in het groen. Er zijn bepaalde terreingedeelten in de parkzone die niet kunnen worden uitgegeven aan de bedrijven. Voor de inrichting van die terreingedeelten zal de gemeente zorg dragen. Daarbij wordt met name gedoeld op de parkzone langs de Napoleonsweg. In deze zone heeft de gemeente ter weerszijden van de hoofdingang boompartijen aangeplant. Het verdient aanbeveling om in aansluiting daarop waterpartijen op te nemen in het plan. Dit water kan tevens een functie hebben als bergingsbassin met andere woorden een functie in ecologische en waterhuishoudkundige zin. Het is van belang een boeiend stedebouwkundig ritme en beeld in de bebouwing langs de Napoleonsweg tot stand te brengen. Dat ritme wordt bepaald door de optelsom en de verdeling van de beeldbepalende accenten. Onder beeldbepalende accenten wordt verstaan: bijzondere architectonische verschijningsvormen van representatieve bouwdelen van bedrijven, zoals showrooms, entree's, kantoren e.d. In het schetsontwerp van het plan is een impressie gegeven van het stedebouwkundig beeld dat bij dit bedrijventerrein beoogd wordt.
Naar aanleiding van een desbetreffende vraag van de rayonplanoloog wordt in verband met de parkzone langs de Napoleonsweg nog het volgende opgemerkt: De parkzone strekt zich uit over vrijwel de hele lengte van het bedrijventerrein. Alleen in de uiterste noordoosthoek van het plan is het groen langs de Napoleonsweg niet doorgetrokken. Dat is bewust gedaan om op één plaats in de wand van het bedrijventerrein een sterk accent naar voren te halen. Dat verhoogt de spanning en is bevorderlijk voor de aantrekkingskracht van het bedrijventerrein. Wel dient bijzondere zorg te worden besteed aan de architectonische verschijningsvorm van het op deze plaats geplande gebouw. Dat juist voor deze plaats is gekozen om een gebouw naar voren te laten komen, houdt mede verband met de ligging pal aan de Napoleonsbaan van het (bestaande van oudsher aanwezige) restaurant "De Carrefour".
9 ad d. zonering De bestaande bedrijven in het bedrijventerrein Ittervoort zijn overwegend van lichter kaliber. Het meest zware bedrijf in het bestaande bedrijventerrein behoort tot de categorie 4. In het Ie fasegebied van het bedrijventerrein Ittervoort is geen zonering ingebouwd. In het 2e fasegebied is het zo geregeld dat bij algemeen recht de categorieën 3 en 4 worden toegelaten en via vrijstelling ten hoogste de categorie 2. In het voorliggende plan is gekozen voor de volgende zonering. Het plangedeelte dat het dichtst in de richting van de kern Ittervoort is gelegen, is aangewezen voor een bestemming voor bedrijfsdoeleinden met vestigingsmogelijkheden voor bedrijven in de categorieën 2, 3 en via vrijstelling de categorie 1. Het overige plangedeelte voorziet in vestigingsmogelijkheden voor bedrijven in de categorie 2, 3 en 4, via vrijstelling de categorie 1. Tenslotte wordt in dit verband erop gewezen dat de vestiging van geluidhinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en Vergunningenbesluit milieubeheer niet is toegestaan. ad e. toelating van bedrijfswoningen Reeds in het kader van het 2e fase plan is gesproken over de vraag in hoeverre het gewenst c.q. noodzakelijk is om bedrijfswoningen toe te laten. Toen heeft het gemeentebestuur het standpunt ingenomen dat wonen bij het bedrijf in principe dient te worden weerhouden, aangezien dat wezenlijke belemmeringen met zich meebrengt voor voldoende vrije vestigingsmogelijkheden voor bedrijven. Immers zodra bedrijfswoningen worden toegelaten houdt dat onvermijdelijk in dat met name zwaardere bedrijven in hun bedrijfsuitoefening kunnen worden belemmerd. Het gemeentebestuur wil deze beperking niet en heeft dan ook besloten om ook in het kader van het voorliggende 3e fase-plan mogelijkheden voor de bouw van bedrijfswoningen in principe uit te sluiten. Wel is een vrijstellingsbevoegdheid ingebouwd om - voor een zeer beperkt gedeelte van het plangebied en bovendien geheel aan de rand van het plan grenzend aan de kern Ittervoort - eventueel te voorzien in een zodanige mogelijkheid. Aldus kan worden voorzien in een opvangmogelijkheid voor bedrijven die vanuit de kernen danwei het buitengebied verplaatst moeten worden vanwege ongewenste activiteiten. Een gedeelte van die rand is bovendien gelegen in de zone van de N 273, waar de geluidsbelasting boven de 50 dB(A) ligt. Dat betekent dat die vrijstelling aldaar alleen dan kan worden verleend indien tevens verhoogde grenswaarde is verkregen.
10 De P.C.G.P. heeft de opmerking gemaakt dat een vrijstellingsregeling voor de toelating van bedrijfswoningen te licht is en erop aangedrongen te kiezen voor de zwaardere procedure van een wijzigingsbevoegdheid. Het gemeentebestuur heeft daaraan gehoor gegeven. In het thans voorliggende ontwerpplan is de constructie van een vrijstellingsbevoegdheid vervallen en omgezet in een wijzigingsbevoegdheid. gasleidingen Aan de oostzijde van het plan liggen de tracé's van een tweetal zwa^e gasleidingen te weten een 36" leiding en een 42" leiding. Deze gasleidingen zijn op de plankaart aangeduid en er zijn desbetreffende bepalingen in de voorschriften opgenomen, zie artikel 3.05 en artikel 3.06 Daarbij is rekening gehouden met de richtlijnen voor gasleidingen, die zijn vervat in de circulaire van het Ministerie van VROM DGMH/B nr. 0104004 d.d. 26 november 1984. In deze circulaire wordt als uitgangspunt gesteld, dat het streven erop gericht dient te zijn bestemmingen welke voorzien in het regelmatig verblijf van personen in principe buiten de zogeheten toetsingsafstand te realiseren. Deze afstanden bedragen voor de gegeven leidingen: 115 meter voor de 36"leiding 130 meter voor de 42"leiding Voorts stelt de Gasunie dat afwijking daarvan slechts is toegestaan indien technische planologische en/of economische overwegingen hiertoe noodzaken. Indien de te verwachten bebouwing binnen de bestemming "Bedrijfsdoeleinden" beschouwd kan worden als "Bijzondere Objecten Categorie II" (d.w.z. objecten waar weinig mensen verblijven), is afwijking van de toetsingsafstanden toegestaan. De minimale bebouwingsafstand bedraagt dan 5 meter ter weerszijden van de leidingen. Nader overleg met de Gasunie heeft uitgewezen dat de binnen dit bedrijventerrein te realiseren bebouwing inderdaad als "Bijzondere Objecten Categorie II" kan worden beschouwd, indien verzekerd wordt dat de personeelsbezetting per bedrijf, niet hoger zal zijn dan 50 personen. Deze verzekering kan bij dit bedrijventerrein worden gegeven, aangezien het uitgangspunt van het plan gericht is op de werving van kleinere milieuvriendelijke bedrijven met een lage personeelsbezetting. Dat betekent dat in dit geval afwijking van de toetsingsafstanden is toegestaan en dat kan worden volstaan met de eis dat het verboden zal zijn bebouwing op te richten binnen een afstand van 5 meter ter weerszijden van de leiding. Tevens is het verboden binnen dezelfde zone bepaalde werken uit te voeren zoals onder meer het aanbrengen van diepwortelende beplantingen.
11 In het voorliggende aangepaste plan is de grenslijn aan de oostzijde zodanig teruggelegd dat bovengenoemde 5 meterzone ten opzichte van de dichtst bij het bedrijventerrein gelegen gasleiding geheel buiten de plangrens blijft. Op deze wijze is dus voldaan aan de eisen die gesteld worden door de leidingbeheerder. Niettemin heeft het gemeentebestuur besloten extra veiligheidsmaatregelen te nemen door bij de uitgifte van de gronden erop toe te zien dat in principe geen gebouwen zullen worden opgericht binnen een afstand van 45 meter van de 42"leiding, zijnde de bcbouwingsvrije afstand die (bij het kaliber van de gegeven zwaarste leiding) normaliter in acht wordt genomen t.o.v. "Bijzondere Objecten Categorie I", d.w.z. objecten waar veel mensen verblijven. De P.C.G.P. heeft wat dit laatste betreft (in principe niet bouwen binnen 45 meter uit het hart van de 42" gasleiding) de aanbeveling gedaan dit beleidsvoornemen ook juridisch vast te leggen in de voorschriften en op de plankaart. Het gemeentebestuur heeft daaraan gehoor gegeven (zie hiervoor onder "Resultaten van het overleg" hoofdstuk 9.2 sub 5). MILIEUASPECTEN Geluidhinder vanwege industrielawaai Aangezien de vestiging van geluidhinderlijke inrichtingen als bedoeld in artikel 2.4 van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer niet is toegestaan, is dat gedeelte van de Wet Geluidhinder niet van toepassing. Wegverkeerslawaai Het gaat bij dit plan om een bedrijventerrein, waarin in principe geen bedrijfswoningen zijn toegestaan. Alleen voor een beperkt plangedeelte aan de uiterste westzijde wordt de bouw van bedrijfswoningen wel mogelijk gemaakt via planwijziging. Dat betekent dat vanwege wegverkeerslawaai verantwoording dient te worden geboden ten aanzien van het hierboven genoemde westelijke plangedeelte. Het zijn de A2, de Rijksweg 773 en de Platanenweg die in dit verband van belang zijn. De zone van de A2 ligt op ruime afstand verwijderd van de hier bedoelde locatie. De invloed daarvan kan geheel buiten beschouwing blijven. Ook de zone van de Platanenweg valt juist buiten de hier bedoelde locatie, zodat ook daarvan in akoestische zin geen invloed wordt ondervonden. De zone van de Rijksweg 773 (Napoleonsweg) is wel van invloed. In verband daarmee is nader akoestisch onderzoek verricht. Het desbetreffende onderzoeksrapport is als bijlage opgenomen in deze toelichting. Het onderzoeksrapport geeft aan: de ligging van de 50dB(A) lijn; de gevelbelasting ter plaatse van een aantal potentiële bouwplaatsen. Tot de 50dB(A) lijn zijn, om akoestische redenen, geen beperkingen voor het verlenen van een vrijstelling voor de bouw van een bedrijfswoning. Vanaf de 50 dB(A) lijn is dat wel het geval. Dan zal verhoogde grenswaarde nodig zijn en, voorzover de 55 dB(A) lijn wordt overschreden, zullen tevens geluidwerende voorzieningen aan de woning aangebracht dienen te worden.
12 6.3. Bodemgesteldheid Ten behoeve van dit plan is bodemonderzoek verricht. Het desbetreffende onderzoeksrapport is separaat toegevoegd aan het plan. Uit de resultaten van dit bodemonderzoek blijkt dat er weliswaar sprake is van lichte verontreinigingen, maar dat de concentraties daarvan van een dusdanig geringe aard zijn dat deze geen belemmeringen of beperkingen hoeven te vormen voor de voorgenomen uitbreiding van het bedrijventerrein Ittervoort. 6.4. Agrarische bedrijvigheid (stankcirkel) In het kader van het 2e-fase plan is verantwoording geboden inzake de belangen van de betrokken in de nabijheid van het bedrijventerrein gevestigde agrarische bedrijven. Dat betreft een 2-tal veehouderijen die zijn gevestigd aan de Santforterstraat (zie bijlage). De huidige situatie is onveranderd ten opzichte van toen. Wel is het noodzakelijk geweest de grootte van de stankcirkels (destijds 2 x 100 m) af te stemmen op de huidige bedrijfssituatie. 6.5. Stedelijk Waterbeheer Zoals eerder is vermeld is het de bedoeling om in de parkzone langs de Napoleonsweg een aantal waterpartijen aan te leggen die tevens zullen worden gebruikt als bergingsbassins. Dat heeft alle zin, aangezien er een gescheiden rioolstelsel zal worden aangelegd als gevolg waarvan het regenwater afzonderlijk zal worden opgevangen. Om dat goed te laten functioneren is het nodig dat het hemelwater afkomstig van de dakvlakken doelmatig wordt afgevoerd. Op kavelniveau zullen daarvoor de nodige voorzieningen getroffen moeten worden. Het gemeentebestuur zal zich erop toeleggen om in verband met deze waterbeheerbelangen de nodige afspraken vast te leggen bij de gronduitgifte van de kavels.
14 7.
EXPLOITATIE-OPZET De exploitatie-berekening voor dit plan is als bijlage opgenomen in deze toelichting.
8.
PLANBESCHRIJVING In dit hoofdstuk wordt toelichting gegeven op de aangewezen bestemmingen en de daarop betrekking hebbende voorschriften. Bedrijven B (2-3)/Bedrijven (2-4) In het plan is onderscheid gemaakt in bovengenoemde twee bedrijfsbesternmingen. Bedrijven B (2-3) heeft betrekking op een klein plangedeelte in de onmiddellijke nabijheid van de woonbebouwing van de kern Ittervoort. Bedrijven B (2-4) heeft betrekking op het overgrote overige gedeelte van het plan. Voor beide bedrijfsbesternmingen gelden in vergaande mate dezelfde bestemmingsbepalingen. De hiernavolgende toelichting slaat dan ook op beide bestemmingen. Voorzover er verschillen zijn, komt dat in de tekst tot uitdrukking. categorie-indeling Binnen de bestemming Bedrijven B (2-3) zijn bedrijven toegelaten die vallen onder de categorie 2 en 3. Hier is maximaal categorie 3 toegelaten vanwege de ligging in de directe nabijheid van de woonbebouwing van de kern Ittervoort. Binnen de bestemming Bedrijven B (2-4) zijn bedrijven toegelaten die vallen onder de categorie 2, 3 en 4. De wat zwaardere categorieën binnen deze bestemming zijn aanvaardbaar vanwege de verdere afstand ten opzichte van de woonbebouwing van de kern Ittervoort. beschrijving in hoofdlijnen Voor beide bedrijfsbesternmingen geldt dezelfde beschrijving in hoofdlijnen. In de beschrijving in hoofdlijnen zijn de beleidsuitgangspunten vastgelegd die ten grondslag liggen aan het plan. Dat betreft: a. de bovenlokale functie en de bijzondere betekenis van het bedrijventerrein als verzamelterrein voor de opvang van te verplaatsen bedrijven uit de gemeente Hunsel en een aantal omliggende gemeenten in de regio; b. het overwegend kleinschalige karakter en de landelijke verschijningsvorm die beoogd worden; c. de opbouw van de interne ontsluiting; d. het streven om een representatief aanzien te verkrijgen in de wanden langs de Napoleonsweg en de Amerikastraat zowel qua bebouwing als qua inrichting; e. het streven om een parkachtige inrichting te realiseren met name in de zone langs de Napoleonsweg;
15 f.
de bedoeling om een goede verhouding tot stand te brengen tussen bebouwd en onbebouwd van de bedrijfspercelen (voldoende parkeer- en manoeuvreerruimte op eigen terrein).
bouwvoorschriften Vanwege de landelijke ligging van het bedrijventerrein en aangezien het hier gaat om een eindafwerking aan de zijde van de Napoleonsweg is gekozen voor een maximale goothoogte die zich beperkt tot 7 meter, voorzover betreft de bestemming bedrijfsdoeleinden B(2-3) en tot 8 meter voorzover betreft rie bestemming bedrijfsdoeleinden B(2-4). Aangezien de bebouwing ten minste 50 meter terugligt van de Napoleonsweg en omdat de zone tussen bebouwing en Napoleonsweg parkachtig wordt ingericht is voornoemde goothoogte een acceptabele maat. Op eigen terrein dient voldoende parkeer- en manoeuvreerruimte aanwezig te zijn. Omdat te bewerkstelligen is een maximaal bebouwingspercentage aangehouden van 70%, exclusief 5% groenvoorziening. De opgenomen bebouwingsafstanden tot de perceelsgrenzen zijn bepaald aan de hand van de brandveiligheidseisen in het Bouwbesluit. strijdig gebruik van gronden en bouwwerken Om een rommelig aanzien van de bedrijfspercelen te voorkomen, is bepaald dat geen opslag mag plaatsvinden tussen de weggrens en bouwgrens. Ook gebruik van gronden of bouwwerken voor horeca- of detailhandel wordt als strijdig beschouwd. detailhandel Het plangebied is primair bedoeld als bedrijventerrein, waar goederen worden geproduceerd en/of bewerkt, alsmede de groothandel. Detailhandel is, zoals vermeld, in principe uitgesloten. Via vrijstelling wordt een uitzondering gemaakt voor gedeeltelijke detailhandel, mits het betreft detailhandel in goederen die ter plaatse worden vervaardigd; de detailhandel niet als hoofdactiviteit kan worden aangemerkt; maximaal 10% van de totale bedrijfsvloeroppervlakte voor dat doel mag worden gebruikt, met een maximum van 500 m2 Tot voor kort was het gebruikelijk dat bij bestemmingsplannen voor bedrijfsterreinen tevens vrijstellingsmogelijkheden worden geboden voor gehele detailhandel voor bedrijven die moeilijk inpasbaar zijn in woonwijken en/of winkelcentra, zoals brandgevaarlijke, explosieve, milieuverstorende en omvangrijke goederen, te weten auto's, boten, caravans, landbouwwerktuigen, grote bouwmaterialen e.d.. De provincie heeft ten aanzien daarvan echter nadere standpunten ingenomen en vastgelegd in de nota "Beleidsnota detailhandel" d.d. 20 augustus 1996. In deze nota wordt voor lokale bedrijfsterreinen uiteengezet dat bovengenoemde vrijstellingsregeling aanleiding geeft tot onaanvaardbare ontwikkelingen en wordt benadrukt deze vrijstellingsregeling - althans voorzover het betreft lokale bedrijfsterreinen - te beperken tot uitsluitend de handel in auto's.
16 Vervolgens zijn binnen de bestemming Bedrijven B (2-4) en zeer ten dele binnen de bestemming Bedrijven B (2-3) nog een aantal vrijstellingsbevoegdheden opgenomen. Dat betreft: een vrijstellingsregeling die voorziet in mogelijkheden voor gedeeltelijk detailhandel. Dat betreft handel in ter plaatse vervaardigde danwei grotendeels bewerkte goederen; een vrijstellingsregeling die voorziet in mogelijkheden voor gehele detailhandel met dien verstande dat een zodanige vrijstelling uitsluitend wordt verleend voor handel in auto's (garagebedrijven); een vrijstellingsregeling die voorziet in de mogelijkheid voor de vestiging van categorie 1 bedrijven binnen de bestemmingen bedrijven B (2-3) en B (2-4). Dat kan nodig zijn b.v. in verband met de toelating van bronpompen of gasdrukregelstations; een vrijstellingregeling om binnen een tracé van leidingen te kunnen bouwen; een vrijstellingsregeling om de kavelgrootte te kunnen opvoeren tot max. 10.000 m2; een vrijstellingsregeling om de bouwgrens aan de wegzijde te kunnen overschrijden, met dien verstande dat deze regeling alleen wordt toegelaten voor entreepartijen; een vrijstellingsregeling om het maximale bebeouwingspercentage te kunnen opvoeren tot 85%; een vrijstellingsregeling voor de toelating van een grotere goothoogte tot een maximum van 10 meter; een vrijstellingsregeling om op kortere afstand danwei in de perceelsgrenzen te kunnen bouwen. Motorbrandstoffenverkooppunt B(o) Deze bestemming voorziet in de vestiging van een tankstation annex wasstraat voor zowel personenauto's als vrachtwagens. Binnen het bouwvlak is ruimte voor de gebouwen die daarvoor benodigd zijn, omvattende o.m.: tankstationgebouw; wasstraatgebouw voor personenauto's; wasstraatgebouw voor vrachtauto's. Het voorterrein aan de zijde van de Amerikastraat maakt deel uit van de parkzone en dient zoveel mogelijk parkachtig te worden ingericht met groenbeplanting overeenkomstig het in deze toelichting opgenomen inrichtingsplan. Echter verhardingen in verband met de bereikbaarheid van daarachter gelegen bedrijven (in- en uitritten) zijn toegestaan. Bij deze bestemming is een vrijstellingsregeling opgenomen die voorziet in de mogelijkheid om: binnen de contouren van het gebouwencomplex van het tankstation een horecagelegenheid te vestigen die special bedoeld is voor de verstrekking van lunches en warme maaltijden aan bezoekers van het bedrijventerrein. Deze gelegenheid is in principe niet bedoeld voor bezoekers van buitenaf (derden). Met andere woorden:
17
het mag dus niet gaan om een zelfstandige horecavestiging maar om een toegevoegde voorziening die horeca-service zal bieden aan bezoekers van het bedrijventerrein. Het tankstation zal LPG leveren. In verband daarmee dient een minimumafstand ten opzichte van omringende functies in acht te worden genomen. De integrale nota LPG d.d. 21 maart 1984 schrijft voor dat ten opzichte van incidentele woonbebouwing een afstand van minimaal 80 m en ten opzichte van "Bijzondere Objecten Categorie I" een afstand van minimaal 30 m in acht genomen dient te worden; in beide gevallen gerekend vanaf het vulpunt. Binnen een afstand van 80 m is woningbouw verboden, zodat eerst genoemde zware eis niet van toepassing is. Wel dient rekening te worden gehouden met de tweede eis van 30 m. Dat kan worden opgelost op eigen terrein. In de voorschriften is vastgesteld dat het LPG vulpunt uitsluitend mag worden aangelegd binnen het als op de plankaart als "LPG vulpunt toegestaan" aangeduide perceelsgedeelte. Wegverkeer Vw Deze bestemming heeft betrekking op de ontsluitingswegen binnen het plan. De inrichting van deze wegen dient te voldoen aan de profielen die op de plankaart zijn aangegeven. Groenvoorzieningen G Deze bestemming heeft betrekking op de parkzones langs de Napoleonsweg en ter weerszijden van de Amerikastraat. Deze zones dienen zoveel mogelijk parkachtig te worden ingericht met groenbeplanting overeenkomstig het in deze toelichting opgenomen inrichtingsplan Echter verhardingen in verband met de bereikbaarheid van daarachter gelegen bedrijven (in- en uitritten) zijn toegestaan. Algemene wijzigingsbevoegdheid In het plan is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen om het plan te kunnen wijzigen. Voorzover het betreft de bestemmingsgrens tussen de bestemming "Wegverkeer Vw" enerzijds en de bestemming "Bedrijven B (2-4)" anderzijds, wordt de mogelijkheid geboden om deze bestemmingsgrenzen tot een maximum van 20 meter ten opzichte van elkaar te laten verschuiven. Deze regeling is opgenomen in verband met de gewenste flexibiliteit.
18 RESULTATEN OVERLEG Dit hoofdstuk bevat de verslagen van de verschillende overlegfasen. Onder 9.1 worden de resultaten van de inspraak ex art. 6a WRO en onder 9.2 de resultaten van het overleg ex art. 10 BRO weergegeven. Resultaten inspraak ex art 6a WRO In het voortraject van dit plan is gelegenheid geboden voor inspraak. Echter nadien is het plan dusdanig ingrijpend gewijzigd dat het gemeentebestuur heeft besloten een hernieuwde inspraakgelegenheid te organiseren. Dat heeft plaatsgevonden in december 1999. Tevens is een inspraakbijeenkomst georganiseerd op 9 december 1999. Het verslag van de bijeenkomst is als bijlage opgenomen in deze toelichting. Tijdens de bijeenkomst zijn wel vragen gesteld echter die hebben geen aanleiding gegeven tot aanpassingen van het plan. Resultaten overleg ex art 10 BRO Het onderwerpelijke plan is d.d. 1 april 1998 behandeld in de Provinciale Commissie Gemeentelijke Plannen (P.C.G.P). De schriftelijke beoordeling van deze commissie is als bijlage opgenomen in deze toelichting. Hierna worden de opmerkingen van de P.C.G.P. puntsgewijs genoemd en telkens de standpunten van het gemeentebestuur vermeld. 1.
Convenant 3 gemeenten Heel, Hunsel en Thorn Opmerking De P.C.G.P. kan instemmen met de noemer " interlokaal" voor het onderwerpelijk bedrijventerrein, gehoord de motivatie dat dit bedrijventerrein bedoeld is voor de opvang van verplaatsers uit de kernen en het buitengebied van de drie deelnemende gemeenten Heel, Thorn en Hunsel. Echter de commissie beveelt dan wel aan om dat vast te leggen in een convenant. Tevens dringt de commissie erop aan om in het plan vast te leggen dat de kavelgrootte maximaal 3.000 m2 mag bedragen (en via vrijstelling maximaal 5.000 m2). Standpunt Onderkend wordt dat het sluiten van een convenant wenselijk is. Echter met betrekking tot dit plan geven de brieven van de gemeenten Thorn en Heel voldoende garantie voor de beoogde bezetting van de beschikbare gronden. Naar aanleiding van dit advies werd nog nader overleg gevoerd met de provinciale hoofdgroep R.G.V. en werd afgesproken dat de maten verruimd zouden worden tot 5000 m2 resp. 10.000 m2 en dat de twee bedrijven van Parren en Adams, welke reeds een groter oppervlak beslaan, nader op de kaart worden aangeduid en hiervoor het bestaande bedrijfsperceeloppervlak zijnde 20.000 m2 op de kaart wordt aangegeven.
19 Planopzet Opmerking De P.C.G.P. kan in principe instemmen met de gekozen uitbreidingsrichting. Echter de commissie is van mening dat er te weinig rekening wordt gehouden met de cultuurhistorische en landschappelijke waarde van de Napoleonsweg, met name aan de westzijde van het plan. Standpunt In het plan is in ruime mate rekening gehouden met de cultuurhistorische en landschappelijke waarde van de Napoleonsweg en wel op de volgende wijze: a. De bedrijfsbebouwing is op ruime afstand teruggelegd van de Napoleonsbaan. Als gevolg daarvan ontstaat een open ruimte over de volle lengte van het plan. b. Deze open ruimte zal parkachtig worden ingericht. c. Er is bewust gekozen voor de aanleg van een parallelweg over de volle lengte van het plan. Daardoor zullen vanaf de Napoleonsweg uitsluitend voorkanten van bedrijven in het zicht komen. Niettemin geeft het gemeentebestuur toe dat de groenzone ter plaatse van het westelijk deel van het plan (zoals dat is ingediend bij de P.C.G.P.) nogal smal is (ca. 7 m). Dat heeft ertoe geleid dat in het thans voorliggende plan ter plaatse van het westelijk deel is gekozen voor verbreding van de groenzone tot een maat van 15 m. Bedrij f swoningen Opmerking De P.C.G.P. merkt op dat in het plan via vrijstelling mogelijkheden worden geboden voor de bouw van bedrijfswoningen, ter weerszijden van de Sleestraat. De noordoostelijke kant van de Sleestraat is echter gelegen in een bedrijfsbestemming waar categorie 2, 3 en 4 bedrijven worden toegelaten. De commissie is van mening dat bij een categorie-4 bestemming bedrijfswoningen uitsluitend toelaatbaar zijn via een wijzigingsbevoegdheid. Standpunt Er wordt onderkend dat voor de toelating van bedrijfswoningen een vrijstellingsbevoegdheid in dit geval te licht is en dat - conform het voorstel van de commissie ware te kiezen voor een wijzigingsbevoegdheid. Omvang/art 11 constructie Opmerking Onder punt 4 spreekt de P.C.G.P. zich uit over de omvang van het plan. In het ontwerpplan is uitgegaan van een directe bouwtitel voor ca. 10.5 ha netto bouwterrein. De commissie is van oordeel dat dit te ruim is voor een lokaal bedrijventerrein. Voor een dergelijk terrein is het gebruikelijk maximaal ca 3 ha te reserveren voor de opvang van plaatselijk gebonden bedrijven.
20
In dit geval doet zich de bijzondere omstandigheid voor dat er extra ruimte van ca 4 ha benodigd is voor de verplaatsing van een tweetal plaatselijk gebonden grotere bedrijven. Ook daar heeft de P.C.G.P. begrip voor. Echter een directe bedrijfsbestemming met een omvang van 10.5 ha gaat voor de provincie te ver. De P.C.G.P. dringt er uitdrukkelijk op aan om voor een gedeelte van het nieuw geprojecteerde bedrijventerrein gebruik te maken van de zogenaamde art. 11 W.R.O. - constructie d.w.z. in globale zin bestemmen en in een later stadium nader uitwerken. Standpunt Het gemeentebestuur heeft zich nogmaals ernstig beraden over deze zaak. Het blijkt dat alleen al voor de beide bedrijven Parren en Adams nagenoeg 4 ha benodigd is. Daarbij komt dat inmiddels ook meerder andere reeds in het bestaande bedrijventerrein gevestigde bedrijven concrete aanvragen hebben ingediend voor uitbreiding in het onderwerpelijk nieuw bedrijfsterrein (totaal ter grootte van ca. 3 ha). Dat betekent dat totaal reeds een areaal van tenminste 7 ha op voorhand benodigd is. Afgezien daarvan heeft de gemeente onlangs opnieuw een peiling gemaakt van de aanvragen voor bedrijfsterrein afkomstig uit de directe omliggende regio. Dat overzicht is als bijlage 6 opgenomen in deze toelichting. Op grond van deze peiling is er op dit moment een behoefte in de orde van grootte van ca. 12 ha (de bedrijven die geen oppervlakte hebben opgegeven niet meegerekend. Dat betekent dat een areaal van 10.5 ha netto uitgeefbaar bedrijfstrerrein waarachtig niet te ruim bemeten is. De verwachting is eerder dat reeds spoedig voorbereidingen moeten worden getroffen voor extra uitbreiding anders dan het voorliggende plan. Het gemeentebestuur vindt het ondoelmatig om een artikel 11 W.R.O. constructie toe te passen. Temeer omdat de plaatskeuze-mogelijkheden voor nieuw te vestigen bedrijven daardoor onevenredig wordt beperkt. Daarnaast is het noodzakelijk ruimte te reserveren voor kleinere en doorstartende ondernemingen die nu hun bedrijf uitoefenen in de kernen Ittervoort en Haler en die zo spoedig mogelijk verplaatst dienen te worden naar het bedrijventerrein. Onder punt 4 voert de P.C.G.P. vervolgens nog een aantal meer ondergeschikte bedenkingen aan tegen de diverse bedrijfsbestemmingen. Dat betreft: a. de regeling in het plan dat bij de bestemming "Bedrijven 2-4" via vrijstelling mogelijkheden worden geboden voor de toelating van horeca. De commissie vindt die regeling te onduidelijk en merkt op dat dat inhoudt dat langs de gehele Amerikastraat meerdere vestigingen kunnen plaatsvinden. De commissie vraagt zich af of dit nu wel de bedoeling is van het plan; b. de regeling i.v.m. het geplande tankstation. De commissie adviseert i.v.m. de hindercirkel hierbij de verkoop van LPG uit te sluiten. c. de ontsluiting van het geplande tankstation. De commissie vraagt zich hoe dat tankstation zal worden ontsloten, aangezien de ervoor geprojecteerde
21
d.
bestemming "Groenvoorzieningen G" ontsluiting van het tankstation niet mogelijk maakt, aldus de commissie. de zonering: De commissie is van mening dat categorie 1 bedrijven in principe niet thuishoren op een bedrijventerrein. Om die reden heeft zij bezwaren tegen de bestemming "Bedrijven 1-3". De commissie adviseert die bestemming te wijzigen in "Bedrijven 2-3" en categorie 1 bedrijven alleen via vrijstelling toe te laten.
ad.a. (horeca) Er wordt onderkend dat een vrijstellingsregeling voor horeca, zoals die opgenomen was in het ontwerpplan, inderdaad te ruime vestigingsmogelijkheden bood. In feite is de enige bedoeling dat er in het plan een mogelijkheid wordt geboden voor de verschaffing van lunches en warme maaltijden aan bezoekers van het bedrijventerrein. Besloten is deze horeca-service uitsluitend mogelijk te maken indien: het wordt gekoppeld aan het tankstation; het geen zelfstandige vestiging mag zijn; uitsluitend bedoeld is voor bezoekers van het bedrijventerrein; de maximale vloeroppervlakte 300m2 mag zijn. In bovengenoemde zin zijn de voorschriften van het plan aangepast. ad.b. (LPG bij tankstation) De verkoop van LPG is nodig voor het tankstation. Besloten is dat te handhaven. ad.c. (ontsluiting tankstation) De voorschriften van de bestemming "Groenvoorziening G" zijn zodanig gewijzigd dat verhardingen ten behoeve van de bereikbaarheid van daarachter gelegen bedrijfspercelen worden toegelaten. Overigens is het tankstation in het voorliggende aangepaste plan niet aan de westzijde, maar aan de oostzijde van de Americastraat geprojecteerd. ad.d. (categorie 1 bedrijven) Besloten is - conform het voorstel van de commissie - de bestemming "Bedrijven 1-3" te wijzigen in "Bedrijven 2-3" en categorie 1 bedrijven alleen via vrijstelling toe te laten. Gasleiding Opmerking De P.C.G.P. constateert dat in de toelichting van het plan wordt gesteld dat het beleid erop gericht zal zijn om in een strook ter breedte van 45 meter uit het hart van de op de plankaart aangegeven 42 "gasleiding" geen bebouwing toe te laten. De commissie beveelt aan dit ook op de plankaart en in de voorschriften vast te leggen.
22
Standpunt Het gemeentebestuur heeft de regeling i.v.m. de gasleidingen opnieuw bekeken. De eis is dat binnen een afstand van 5 meter geen bebouwing mag worden opgericht ten opzichte van "Bijzondere Objecten Categorie II" bedrijven (d.w.z. objecten waar weinig mensen verblijven). Aan die eis is in het plan voldaan door de grens 5 meter uit het hart van de 42" leiding te leggen. In het bedrijventerrein Ittervoort zijn uitsluitend bedrijven gevestigd waar weinig mensen verblijven. De verwachting is dat dat ook in het alsnog te realiseren gedeelte van het bedrijventerrein het geval zal zijn. Indien er echter toch bedrijven zouden vestigen aan de oostrand die als "Bijzondere Objecten Categorie I" bedrijven aangemerkt dienen te worden (d.w.z. objecten waar veel mensen verblijven) dan geldt de zwaardere eis dat geen bebouwing mag worden opgericht binnen een afstand van 45 meter. In het plan is het zo geregeld dat in principe een bebouwingsvrije afstand van 45 meter in acht moet worden genomen; echter daaraan is een vrijstellingsregeling gekoppeld waarvan gebruik kan worden gemaakt wanneer aan de oostzijde van het plan inderdaad uitsluitend bedrijven zullen vestigen waar weinig mensen verblijven. Akoestisch onderzoek Opmerking In het akoestisch onderzoek behorende bij het plan is ervan uitgegaan dat de geluidsniveaukaart tijdig voor de vaststelling van het plan zal zijn vastgesteld. Om die reden is er geen onderzoek verricht m.b.t. wegen anders dan de Napoleonsweg. De commissie informeert hoe het daarmee staat. Standpunt De geluidsniveaukaart is inderdaad inmiddels vastgesteld; nader geluidsonderzoek is dus niet meer nodig. Economische uitvoerbaarheid Opmerking De P.C.G.P. zegt akkoord te gaan met de exploitatieopzet, maar een voorbehoud te maken ten aanzien van een aantal onderdelen. Dat betreft de renteberekening bij de verwervingskosten (ontbreekt nog) alsook de ontvangsten van bedrijven die al grond in eigendom hebben (is onduidelijk). Standpunt De ontbrekende gegevens zijn toegevoegd aan de exploitatieopzet.
23
9.3
Overige aanpassingen door het gemeentebestuur Los van de inspraakresultaten ex art. 6a W.R.O. en de resultaten van het overleg ex art. 10 B.R.O. heeft het gemeentebestuur nog een aantal overige aanpassingen in het plan aangebracht. Dat betreft: a. plaatskeuze tankstation In het aanvankelijke ontwerpplan is ten behoeve van het tankstation een locatie aangewezen aan de westzijde van de Amerikastraat ter grootte van ca. 2000 m2. De kandidaat die belangstelling heeft voor de exploitatie van dit tankstation heeft kenbaar gemaakt niet alleen een tankstation, maar tevens een wasstraat te willen bouwen. Een wasstraat zowel voor personenauto's als voor vrachtauto's. De ondernemer wil daarmee tevens vooruitlopen op eisen die in de nabije toekomst vanuit EEG-verband aan nieuw te bouwen tankstations langs rijkswegen zullen worden gesteld. Dit vraagt een oppervlakte van ca. 4000-5000 m2. Bovendien worden extra eisen gesteld aan de bereikbaarheid en de circulatie van voertuigen op het terrein. Dat alles is niet te realiseren aan de westzijde van de Amerikastraat. Temeer omdat de geplande nieuwbouw voor het houtbedrijf Parren dan in het gedrang komt. Het gemeentebestuur heeft besloten voor het tankstation een plaats te reserveren aan de oostzijde van de Amerikastraat zoals is aangegeven op het inrichtingsplan. De routing en de indeling van het terrein voldoet aan het programma van eisen. b.
uitbreiding ten behoeve van bestaande bedrijven Behalve de bedrijven Parren en Adams zijn er nog meerdere bedrijven (die thans reeds gevestigd zijn in het bestaande bedrijventerrein Ittervoort) die willen uitbreiden ter plaatse van het onderwerpelijk nieuw te ontwikkelen bedrijventerrein. Dat betreft: De betoncentrale oostelijk van de Amerikastraat; voor dit bedrijf is een spievormig terrein aansluitend aan het huidig bouwperceel (perceel nr. 200) gereserveerd. Het plan voorziet daarin (zie inrichtingsplan).' Van der Vaart B.V., op- en overslagbedrijf. Dit bedrijf, thans gevestigd aan de Branskamp op de perceelnummers 1149 en 1150 wil in achterwaartse richting uitbreiden tot aan de nieuw geprojecteerde ontsluitingsweg. Het plan voorziet daarin (zie inrichtingsplan) Huskens transportbedrijf. Dit bedrijf gevestigd aan de Platanenweg op het perceelnr. 1630 wil in achterwaartse richting uitbreiden. Het plan voorziet daarin (zie inrichtingsplan). B.R.B. Branskamp 12
c.
rotonde. Ter plaatse van de hoofdentree van het plan zal een rotonde worden aangelegd. In het aanvankelijke ontwerpplan was deze rotonde nog niet opgenomen. In het thans voorliggende plan is dat wel het geval. De geprojecteerde rotonde sluit aan op de uitgangspunten van de kadernota Duurzaam Veilig en de vormgeving voldoet aan de normen van CROW.
24
d.
versnelde verwerkelijking ex artikel 13 lid 1 WRO In het gebied gelegen ten noorden van de Rijksweg N273 (Napoleonsweg) tussen de Amerikastraat en de Sleestraat zijn nog enkele percelen niet in eigendom van de gemeente. Teneinde het plan te kunnen realiseren zullen deze gronden (eventueel) onteigend moeten worden. Teneinde niet te wachten met de onteigeningsprocedure tot het plan rechtskracht heeft wordt gebruikt gemaakt van artikel 13 WRO lid 1. Gebied: Hu-Up2 Projector.: 97205 Datum: januari '97 gew.: januari '98 gew: maart '99 gew: juni '99 gew. September '99 gew. november '99
•
BIJLAGEN
!
...
J
; l
1
BIJLAGE 1 Overeenkomsten met gemeenten Thorn en Heel
Gemeente Hunsel Gemeente Hunsel Postbus 2449 6013 ZC Hunsel
f /
Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Heel Postbus 5000 6097 ZG HEEL
Tel. (0475)565100 Fax. (0475)566445 L
Uw kenmerk
Uw brief van
Ons kenmerk
LR/B17.09.04
Hunsel,
- g APR. 19S6
onderwerp: bedrijventerrein Ittervoort
Hierbij brengen wij het volgende onder Uw aandacht. Zoals bij Uw college bekend is, leeft bij ons college de gedachte het te Ittervoort gelegen bedrijventerrein in zuidelijke richting (richting Napoleonsweg) uit te breiden met c a . 7 ha. Aanleiding daartoe is de snelle groei die het bedrijventerrein heeft doorgemaakt en de verzoeken van bedrijven uit de directe regio die thans niet kunnen worden gehonoreerd. Teneinde genoemde uitbreiding te kunnen realiseren is toestemming van de provincie vereist. Met medewerkers van het provinciaal bestuur is over een verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein reeds van gedachten gewisseld. Daarbij is gebleken dat Gedeputeerde Staten bij de besluitvorming onder andere in hun overweging zullen betrekken, dat Uw gemeente met de meermalen genoemde uitbreiding al dan niet heeft ingestemd. Voorwaarde van instemming is gebaseerd op het feit dat de lokatie te Ittervoort dan een bovenlocale funktie vervult.
< i
Wil de gemeente Hunsel een bovenlocale funktie ook voor de uitbreiding van het bedrijventerrein verkrijgen dan is dus Uw instemming en medewerking gewenst. Op grond van het bovenstaande verzoeken wij U ermee in te stemmen dat het bedrijventerrein Ittervoort een bovenlocale taakstelling mag vervullen (de regionale funktie is op grond van het Streekplan Noord- en Midden-Limburg als het ware verdwenen) en de toekomstige uitbreiding, mede ten behoeve van bedrijven uit Uw gemeente, groter mag bedragen dan 3 ha. In afwachting van een naar wij hopen positieve reactie tekent,
Hoogachtend, BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HUNSEL, De sekretaris, De burgemeester,
J.H.M.O Truijen
Bezoekadres: Kraakstraat 2, Hunsel
Postrekening 1034130 Rabobank Neeritter-lttervoorl Rekeningnr. 13.59.01.057
Bijlage(n):
Gemeente Hunsel
Gemeente Hunsel Postbus 2449 6013 ZG Hunsel
r Aan de colleges van burgemeester en wethouders van de gemeenten Thorn Postbus 3590 6017 ZH THORN
Tel. (0475)565100 Fax. (0475)566445 L
U w kenmerk
U w brief van
Ons kenmerk
Hunsel,
~ Q APR.
1996
LR/B17.09.04 Onderwerp: bedrijventerrein Ittervoort
Hierbij brengen wij het volgende onder Uw aandacht. Zoals bij Uw college bekend is, leeft bij ons college de gedachte het te Ittervoort gelegen bedrijventerrein in zuidelijke richting (richting Napoleonsweg) uit te breiden met c a . 7 ha. Aanleiding daartoe is de snelle groei die het bedrijventerrein heeft doorgemaakt en de verzoeken van bedrijven uit de directe regio die thans niet kunnen worden gehonoreerd. Teneinde genoemde uitbreiding te kunnen realiseren is toestemming van de provincie vereist. Met medewerkers van het provinciaal bestuur is over een verdere ontwikkeling van het bedrijventerrein reeds van gedachten gewisseld. Daarbij is gebleken dat Gedeputeerde Staten bij de besluitvorming onder andere in hun overweging zullen betrekken, dat Uw gemeente met de meermalen genoemde uitbreiding al dan niet heeft ingestemd. Voorwaarde van instemming is gebaseerd op het feit dat de lokatie te Ittervoort dan een bovenlocale funktie vervult. Wil de gemeente Hunsel een bovenlocale funktie ook voorde uitbreiding van het bedrijventerrein verkrijgen dan is dus Uw instemming en medewerking gewenst. Op grond van het bovenstaande verzoeken wij U ermee in te stemmen dat het bedrijventerrein Ittervoort een bovenlocale taakstelling mag vervullen (de regionale funktie is op grond van het Streekplan Noord- en Midden-Limburg als het ware verdwenen) en de toekomstige uitbreiding, mede ten behoeve van bedrijven uit Uw gemeente, groter mag bedragen dan 3 ha. In afwachting van een naar wij hopen positieve reactie tekent,
Hoogachtend, BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN HUNSEL, De sekretaris, De burgemeester,
J.J. Kremers '
Bezoekadres: Kraakstraat 2, Hunsel
Postrekening 1034130 Rabobank Neeritter-lltervoort Rekeningnr. 13.59.01.057
J.H.M.O. Truijen
Bijlage(n):
Gemeente Thorn Postbus 3590, 6017 ZH Thorn, Bankrek.nr.: 1510.01.022, Girorek.nr.: 1032800 Wijngaard 8. 6017 AG Thom, Telefoon (0475) 562555, Telefax (0475) 563500
Aan: Het college van, Burgemeester en Wethouders, Postbus 2449. 6013 ZG Hunsel
Ons kenmerk Uw brief van Uw kenmerk Onderwerp
AZ-MTV/96.508 9 april 1996 LR/B 17.09.04 Bedrijventerrein Ittervoort
Thorn, 15 mei 1996 Verzonden d.d.: 1 5 M E I 1996
Geacht college, In antwoord op uw schrijven d.d. 9 april 1996 waarin u onze gemeente om instemming en medewerking vraagt voor de uitbreiding van het bedrijventerrein Ittervoort kunnen wij u ^ berichten dat wij positief staan ten aanzien van een gezamenliikg,ontwikkeling en uitbreiding _j ƒ van dit bedrijventerrein met een bovenlokale taakstellmg te^euide tegemoéFte kunnêrTkömërT aan de grote vraag van bedrijven op deze lokatie.
Hoogachtend, Burgemeester en wethouders van Thorn, De locosecretaris, De burgemeester, mr M.T.F. Velraad. ^^AJVvmTder Lee.
Leges Bijlage(n) Afschrift aan
GEMEENTE HUNSEL INGFKOMFN
2 0 ME» 1836 NO.
gaö. B. en vV ^J^S^_L?
#<
GEMEENTE
HEEL
Class. nr.
Opm.
GEMEENTE HUNSEL INGFKDMFM
2 0 .UW 1938 Het kollege van Burgemeester en wethouders, Postbus 2449, 6013 ZG HUNSEL.
No. . -.«—.*.»**.,
vergaci. fl. en W. Nr.
d.d. Paraaf
U
Burg. Weth Wöth,:
Akkoord Bespreken
9 a p r i l 1996 LR/B17.09.04 sekr/ dhr. G.C.W.J. Saes 0475-579500 bedrijventerrein Ittervoort
Uw brief van Uw kenmerk Ons kenmerk Inlichtingen bij Doorkiesnummer Onderwerp Bijlagen Datum Verzenddatum
19 j u n i 1996
19 JUN11996 Geachte heer, mevrouw, Met verwijzing naar uw bovenaangehaalde brief, delen wij u mede, dat wij ermee kunnen instemmen, dat het bedrijventerrein Ittervoort een bovenlokale taakstelling mag vervullen en de toekomstige uitbreiding mede ten behoeve van bedrijven uit de gemeente Heel, groter mag bedragen dan 3 Ha. Wij attenderen er echter wel op, dat onze instemming geen nadelige gevolgen mag en kan hebben voor enkele kleinschalige plaatselijke industriële aktiviteiten, alsmede voor het bedrijventerreintje te Beegden, hetgeen momenteel vrijwel gereed is voor exploitatie. Wij verzoeken u onze standpunten in uw overwegingen naar de provincie toe mee te nemen. wethouders; De(burgemeester,
POSTBUS 5000.6097 ZG HEEL,BEZOEKADRES:RAA0HUISPLEIN1,HEEL TELEFOON 0475-579500.FAX 0475-571774 BANKRELATIE:N.V. B.N.G.REK.Nr.:28 50 03 445 GIRONr.v/d BANK;Nr1081
ü
I /
BIJLAGE 2 Stankcirkels agrarische bedrijven
i
.•-"**
cfcp^) ^fr/fó£ r.jotp £ /:>/iti
»i
' / •
• • i • i
» .
«
s
-,»
. s • j
i •
i i 11
i i , i
•! ;
!• • • • - - -
, •»<-
•
•
• •
i .1
>>*•
., r . . — . . j . . W ¥• r » *
'//*
•i
<~
.-
I
••• • « • -
—'
*':
/
^v
THORN
f' •
BIJLAGE 3 Rapport Kamer van Koophandel Noord- en Midden Limburg
VAN (OOPHANDELW OORD- EN MIDDEN-LIMBURG HOUTHANDEL PARREN THORN
Bedrijfskarakteristiek Parren Hout BV is opgericht in 1905 en sinds 1923 gevestigd op de huidige locatie in de kern van TaornParren Hout BV is een (gioot)handei Lu houtproducten. Hst bedrijf heeft een zeer breed productenpakket, dat, voorzover de huidige huisvestingssituatie dat toelaat, geheel volgens de wensen van de klant wordt geleverd. In dat kader beschikt Parren over diverse bewerkingsapparatuur. Feitelijk wordt ca. 70% van het hout in meer of mindere bewerkt voordat het aan de klant wordt geleverd. Voor aan aantal klanten maakt het bedrijf ook ejtportkisten. De klanten van Houthandel Parren zijn voor ca. 50% bouwbedrijven uit de omliggende regio en voor 50% particulieren/doe-uet-zelvarE uit Thorn en da direct aangrenzende gemeenten, c.e.a. iaclusief een gedeelte van het aangrenzende Belgische grondgebied. Parren Hout BV heeft op dit moment 10 medewerkers. Het huidige bedrijfsterrein heeft een omvang van ± 5200 m2, waarvan ± 3500 m2 bebouwd is.
Problematiek Houthandel Parren is midden in de woonkern gevestigd. Dit geeft aanleiding tot verkeerstechnische problemen (aan- en afvoer van producten, parkeren) en ook het gevaar voor een negatieve uitstraling op de woonomgeving is latent aanwezig (o.a. geluid- en stofoverlast). Het bedrijf beschikt niet meer over een (geldende) milieu vergunning. De oude Hinderwetvergunning is als gevolg van een brand In 1989 komen te vervallen, Sindsdien ia er sprake van een gedoogsituatie. Een nieuwe vergunning op grond van de Wet Milieubeheer zal, mede gelet op de zeer korte afstand tot de woonomgeving, tot grote problemen leiden. Bovendien kampt het bedrijf met een groot ruimtegebrek als gevolg van de groei van het bedryf ea een uitbreiding van het productenpakket in de loop der jaien. Een deel van de opslag van hout vindt thans plaats in de buitenlucht, hetgeen uiteraard de kwaliteit van het product zeker niet ten goede komt. Behalve esn direct gebrek aan opslagruimte voor de houtproducten, is door de gegroeide/ontstane inrichting en lay-out van het perceel de interne logistiek volstrekt ondoelmatig en onverantwoord geworden en is een efficiënte bedrijfsvoering absoluut onmogelijk. Voorts heeft het bedrijf met het oog op een hedendaags bedrijfsvoering dringend behoefte aan een showroom. Indien deze problemen niet op korte termijn worden aangepakt zal Houthandel Parren zijn markt- en concurrentiepositie niet kunnen handhaven en zal de continuïteit van het bedrijf ernstig in gevaar komen. Toekomst De hierboven geschetste problemen kunnen op de huidige vestigingslocatie niet worden opgelost
KAMER VAN ItaOPKAHDEL
EN FABRIEKEN VOOR WOCS0- EU .«10 OIN • i IM3'JJG
VAN KOOPHANDElW OORD- EN MIDDEN-LIMBURG JWOR
door een absoluut ruimtegebrek en de ligging in de woonomgeving. Een bedrijfcverplaatsing ia de enige oplossing, Gezien de huidige markt- en concurrentiepositie van Parren Hout BV BIJ de verwachte mogelijkheden om deze in de toekomst te versterken, onder meer door uitbreiding van de bedrijfsactiviteiten, zoals de productie van halffabrikaten voor de bouw, wordt een bedrijfsverplaatsing ook verantwoord geacht. Bovendien zal een bedrijfsverplaataing en het kunnen realiseren vaa de plannen wellicht leiden tot een uitbreiding van de werkgejegenneid met ca. 50%. Om de plannen te kunnen realiseren heeft het bedrijf behoefte aan een bedrijfsoppervlakte van ca. I Va ha, waarvan + 50% bebouwd zal gaan worden. Een verplaatsiug van Houthandel Parren naar het bedrijfsterrein Tttervoon lijkt het meest voor de hand te liggen e.q. is in beginsel de enige reële optie. De argumenten daarvoor zijn de volgende: * Parren Hout BV blijft centraal binnen zijn markWafeetgebied gehuisvest, met een uitstekende bereikbaarheid en vindbaarheid. Meer dan de helft van de omzet wordt gebaald uit Thorn en de direct omliggende gemeenten. Het bedrijf kan gezien de benodigde terreinomvang van ca. 1V4 ha misschien als grootschalig worden aangemerkt, maar de markt waarin het bedrijf opereert is (geografisch) relatief kleinschalig van omvang en versnipperd/verdeeld tussen de in de regio bestaande houthandelsbedrijven. Verplaatsing naar een regionaal bedrijfsterrein in Weert, Roermond of Echt zou betekenen dat Parren Hout BV buiten zijn "eigen" niarkt-Zafzetgebied komt te liggen en. binnen markt-/afzetgebieden die door de aldaar gevestigde houdiandelbedrijven worden beheerst, hetgeen de concurrentiepositie, de omzet en dus de continuïteit/levensvatbaarheid van Parren Hout BV negatief zal beïnvloeden. * Houthandel Parren is al bijna 100 jaar In Thorn gevestigd en staat dan ook bekend als "Parren Thorn". Gezien het belang van de naamsbekendheid in deze branche ie handhaving van deze "naam" ?eer gewenst. Bij een verplaatsing naar Ittervoort ia dat mogelijk, maar bij een verplaatsing naar elders niet. * Houthandel Parren heeft al geruime tijd gronden in Ittervoort, grenzend aan bet bestaande bedrijfsterrein in eigendom, waardoor de financiële randvoorwaarden voor een bedrijfsverplaat' sing aanzienlijk gunstiger zijn. * De huidige werknemers komen uit de directe omgaving van Thorn. Bij een verplaatsing naar Ittervoort wordt dan ook een toename van de mobiliteit in de vorm van extra woon-werk-verkeer voorkomen. Samenvattend: om het voortbestaan van Parrea Hout BV veilig te stellen c.q. te waarborgen is een bedrijfsverplaatslng een absolute voorwaarde, De branche waarin Houthandel Parren opereert en verdeling van de markWafzetgebieden daarbinnen in de regio Midden-Limburg noodzaakt tot een verplaatsing binnen het eigen rnarkt-Zafzetgebied van Parren Hout BV. Het bedrijfsterrein Ittervoort is daarin centraal gelegen.
HAMER
VAN
KOOPHAHQtL
BH fABBiextN
VODÜ
NOORU-
iN
M / | } 0 Ë N • (. ,'M BUil i
BIJLAGE 4 Akoestisch onderzoek
AKOESTISCH ONDERZOEK BEHORENDE BIJ HET BESTEMMINGSPLAN "BEDRIJVENTERREIN ITTERVOORT - 3e FASE -" VAN DE GEMEENTE HUNSEL
1.
Aanleiding De Wet geluidhinder schrijft voor dat bij de vaststelling of herziening van een bestemmingsplan dat geheel of gedeeltelijk betrekking heeft op gronden die tot een geluidszone behoren, grenswaarden terzake van de optredende geluidbelasting vanwege de betreffende (spoor)weg can woningen en andere geluidgevoelige objecten binnen de zone, in acht genomen moeten worden. Bij de voorbereiding van een vaststelling r.q. herziening van een dergelijk bestemmingsplan dient een onderzoek te worden ingesteld naar de geluidssituatie. De Wet geluidhinder bepaalt dat elke weg een geluidszone heeft. Dit geldt echter niet voor: woonerven en voor wegen waarvoor een maximum snelheid geldt van 30 km/uur; wegen waarvan op grond van een vastgestelde geluidsniveaukaart vaststaat dat de geluidbelasting op 10 meter uit de as van de meest nabij gelegen rijstrook 50 dB(A) of minder bedraagt. In het kader van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Ittervoort 3e fase" wordt op een drietal percelen, aan weerszijden van de Sleestraat (tussen de Platanenweg en de N273), middels vrijstelling de mogelijkgheid geboden voor de bouw van een bedrijfswoning. Binnen de geluidszone van de N273 (250 meter) dient extra aandacht besteed te worden aan de geluidssituatie. Volgens de, nog door de gemeenteraad vast te stellen Geluidsniveaukaart van de gemeente Kunsel ligt de 50 dB(A)-contour van de Napoleonsweg (N273) op een afstand van 106 meter uit de as van de meest nabij gelegen rijstrook. Deze weg is derhalve gezoneerd zoals beschreven in artikel 74 van de Wet geluidhinder. Voor de drie te projecteren bedrijfswoningen in voorliggende situatie is daarom een nader onderzoek naar de geluidssituatie noodzakelijk.
2.
Rekenmethode Voor de berekening is de Standaard Rekenmethode I uit het Reken- en Meetvoorschrift Verkeerslawaai toegepast. Deze kan worden gebruikt omdat aan de volgende voorwaarden is voldaan: min of meer rechte wegen; volledig geasfalteerd wegdek; geen sprong in de verkeerssamenstelling en uurintensiteiten; de gemiddelde snelheid is groter dan 35 km /uur; de afstand tot de weg is kleiner dan 1000 meter; er is sprake van een constante weghoogte; geen belangrijke hellingen in de weg.
2
3.
Intensiteit en uitgangspunten Voor de verkeersintensiteit is gebruik gemaakt van de gegevens welke gebruikt zijn bij het opstellen van de Concept-Geluidsniveaukaart (Haegens en Hoebens, juli 1997, bladnummer 10). Uitgegaan is van een intensiteit van 6652 mvt/etmaal in 2007 (inclusief een cumulatieve ophoging van 2% als gevolg van het nog steeds toenemend autogebruik). Voor de bepaling van de maatgevende verkeersintensiteit kan in stedelijk gebied bij wegen met een verkeersintensiteit < 10.000 mvt/etmaal worden uitgegaan van de dagsituatie l. De weg is echter gelegen in buitenstedelijk gebied, zodat uitgegaan dient te worden van de uurintensiteit (dag of nacht) welke de hoogste geluidsbelasting tot gevolg heeft. De maatgevende daguürintensiteit bedraagt 7,0% van de etmaalintensiteit, terwijl de maatgevende nachtuurintensiteit 1,0% van de etmaalintensiteit bedraagt. Door gebruikmaking van de volgende percentuele verdeling tussen lichte, middelzware en zware motorvoertuigen worden vervolgens de bijbehorende daguurintenisteiten verkregen (tabel 1). Lichte motorvoertuigen: Middelzware motorvoertuigen: Zware motorvoertuigen: Tabel 1:
95% 3% 2%
Verkeersgegevens Napoleonsweg N273 2007 (incl. autonome groei).
1•dag/nachtsituatie 6652
j ••-£••.>.-•
•••-.-.,-•••-
" • ' " " , "
1'
'
.
't
dag
nacht
dag
nacht
dag
nacht
dag
nacht
466
67
443
64
14
2
9
1
Bij de berekening van de geluidsbelasting is voor de drie waarneempunten gebruik gemaakt van de volgende uitgangspunten: Invoer kortste horizontale afstand (m) tussen waarneempunt en rooilijn: Hoogte van het wegdek: Hoogte van de waarnemer op het berekeningspunt: Snelheid (km/uur): wegdektype: Reflectiefactor: Afstand tot kruispunt met verkeerslichten 150 m of meer: geen correctie: Bodemfactor (verhoudingsgetal begroeiing): Vrije-veld-situatie (geen afscherming van voorliggende gebouwen) Uitsnede uit de plankaart met daarop weergegeven de bouwmogelijkheid
Uit: Besluit Reken- en Meetvoorschrift Verkeerslawaai
Wl 40 0 4.5 80 1 0 150
W2 43 0 4.5 80 1 0 150
W3 95 0 4.5 80 1 0 150
0,75
0,53 0,42
Situatietekeningen '->S
1!
V 1/
i
/./ //
li • i
1
il
// //
{
1
f
1
i /.'
1
^ //
Q ir^ a ^ p m
M—)(
Schaal 1 : 1000
hC
^czpr
CD
ir
Scfaia/1 ; 2000
4
4.
Berekeningen VOERTUIGCATEGORIE Dagsituatie
Motorrijwielen: Lichte motorvoertuigen: Middelzware motorvoertuigen: Zware motorvoertuigen:
Intensiteit mvt/uur
Snelheid km/uur
0 443 14 9
80 80 80 80
OMGEVINGSPARAMETERS soort wegverharding: afstand tot kruispunt: objectfractie: zichthoek: hoogte wegdek: waarneemhoogte: bodemfactor:
Wl 1 0 0 127° 0 4.5 0.75
W2 1 0 0 127° 0 4.5 0.53
W3 1 0 0 127° 0 4.5 0.42
40 56.3 56.3 53.3
43 56.8 56.8 53.8
95 52.4 52.4 49.4
BEREKENINGSRESULTATEN Afstand (m): geluidsniveau (dB(A)): etmaal waarde (dB(A): idem incl. aftrek art 103 Wgh (dB(A):
VOERTUIGCATEGORIE Nachtsituatie Motorrijwielen: Lichte motorvoertuigen: Middelzware motorvoertuigen: Zware motorvoertuigen:
Intensiteit mvt/uur
Snelhei km/uur
0 64 2 1
80 80 80 80
OMGEVINGSPARAMETERS soort wegverharding: afstand tot kruispunt: objectfractie: zichthoek: hoogte wegdek: waarneemhoogte: bodemfactor:
Wl 1 0 0 127° 0 4.5 0.75
W2 1 0 0 127° 0 4.5 0.53
W3 1 0 0 127° 0 4.5 0.42
40 47.7 57.7 54.7
43 48.2 58.2 55.2
95 43.8 53.8 50.8
BEREKENINGSRESULTATEN Afstand (m): geluidsniveau (dB(A)): etmaalwaarde (dB(A): idem incl. aftrek art 103 Wgh (dB(A):
Omdat de geluidsbelasting als gevolg van de nachtuurintensiteit op de drie waarneempunten hoger is dan de geluidsbelasting als gevolg van de daguurintensiteit, wordt de nachtuurintensiteit als maatgevende uur intensiteit gehanteerd.
5
Aftrek artikel 103 Wet geluidhinder Op grond van artikel 103 Wet geluidhinder mag voor wegen waar de representatief te achten snelheid (van lichte motorvoertuigen) minder dan 70 km/uur bedraagt 5 dB(A) worden afgetrokken. Voor wegen waar meer dan 70 km /uur gereden mag worden bedraagt de aftrek slechts 3 dB(A). De aftrek mag overigens alleen worden toegepast bij het toetsen van de gevelbelasting aan de normstelling en niet bij het bepalen van het binnenniveau. Maximaal toelaatbare geluidbelasting De voorkeursgrenswaarde, conform de Wet geluidhinder is in de beschouwde situatie 50 dB(A). De hoogst toelaatbare gevelbelasting (voor nog niet geprojecteerde woningen in buitenstedelijk gebied) bedraagt na ontheffing door Gedeputeerde Staten 55 dB(A), mits het binnenniveau in de geluidgevoelige ruimten de 35 dB(A) niet overschrijdt en mits de geprojekteerde woning niet binnen een zone van een autoweg of autosnelweg is gelegen. In eerste instantie wordt ervan uitgegaan dat de voorkeursgrenswaarde niet mag worden overschreden. Indien de voorkeursgrenswaarde wel maar de maximale ontheffingswaarde niet wordt overschreden, kunnen Gedeputeerde Staten op grond van artikel 83 Wet geluidhinder, onder bepaalde voorwaarden ontheffing verlenen voor een hoger toelaatbare geluidbelasting ter plaatse van de geluidgevoelige bebouwing mits voldaan wordt aan een aantal voorwaarden zoals genoemd in het "Besluit grenswaarden binnen zones langs wegen". Conclusie De bouwmogelijkheden liggen op respectievelijk 40, 43 en 95 meter uit de as van de Napoleonsweg N273. Tabel 2:
Resultaten berekeningen waameempunt 1 t/m 3
rn. pnt
Wgh
j Hoogst berekende gevelbelas*
Etm. LAeq
1
57.7 dB(A)
-3
54.7 dB(A)
2
58.2 dB(A)
-3
55.2 dB(A)
3
53.8 dB(A)
-3
50.8 dB(A)
De gevelbelasting bedraagt voor de waarneempunten 1 t/m 3 respectievelijk (afgerond) 55, 55 en 51 dB(A). Bij de berekeningen is echter uitgegaan van een vrije-veld-situatie (hetgeen voor de waarneempunten 1 en 2 ook van toepassing is). Voor waameempunt 3 geldt echter dat er afscherming zal plaatsvinden als gevolg van de (te realiseren) bedrijfsbebouwing tussen dit waameempunt en de Napoleonsweg N273. Derhalve dient voor dit waameempunt een zichthoekcorrectie te worden toegepast2. In de situatieschets op pagina 3 is de zichthoek weergegeven. Op basis van deze uitsnede van de plankaart Toegestaan bij een afscherming van 30° of meer, hetgeen een zichthoek van maximaal 127 30=97" betekent.
6 bedraagt de zichthoek maximaal 44°. Dit betekent een zichthoekcorrectie van tenminste: 10 x log (127/44) =10 x 0.27 = 2.7 dB(A). In deze berekening is geen rekening gehouden met eventuele reflectie van geluid tegen de gevels van de gebouwen die zorgen voor de afscherming. Om dit te compenseren is in tabel 3 de aftrek als gevolg van de zichthoekcorrectie slechts voor 50% berekend. Tabel 3:
Resultaat berekening waarneempunt 3, inclusief zichthoekcorrectie
De gevelbelasting bedraagt voor de waarneempunten 1 t/m 3 uiteindelijk derhalve respectievelijk (afgerond) 55, 55 en 49 dB(A), wat voor de waarneempunten 1 en 2 een overschrijding van de voorkeursgrenswaarde (50 dB(A)) betekent van 5 dB(A). Omdat de aanleg van een geluidwal, voor het reduceren van de geluidsbelasting, stedebouwkundig niet wenselijk is, en ook anderszins de geluidsbelasting niet teruggebracht kan worden, kan geconcludeerd worden dat een verzoek tot vaststelling van hogere grenswaarden noodzakelijk is om de woningen te kunnen realiseren.
datum: conc: proj:
januari 1998 FJ. 97205. G
PROVINCIAAL BESTUUR VAN LIMBURG Aanvraagformulier voor vaststelling van hogere grenswaarden als bedoeld in artikel 83 van de Wet Geluidhinder Plansituatie 1 In welk kader vindt het verzoek om vaststelling van hogere grenswaarden plaats? V
Bestemmingsplan
Naam van het plan: bestemmingsplan "Bedrijventerrein Ittervoort 3e fase" Stadium planprocedure: ontwerp
o
Artikel 79 WGH
Korte omschrijving van de situatie;
Artikel 19 WRO jo.artikel 50, lid 8 Woningwet*
Korte omschrijving van het object/de objecien waarop de aanvraag betrekking heeft:
Zie voor de eisen die aan aanvragen ingevolge artikel 19 WRO, jo.artikel 50, lid 8 Woningwet gesteld worden onze circulaire d.d 24 augustus 1982. no. BK 12830, Inzake Geluidszonering langs wegen in nieuwe situaties; Bij het indienen van een dergelijke aanvraag kan, doch behoeft niet, gebruik worden gemaakt van dit formuÜer.
2 Op hoeveel woningen** heeft het verzoek betrekking? Het verzoek heeft betrekking op 2 woningen. De waarneempunten staan aangegeven in tabel 2, terwijl de situering van de woningen is opgenomen in de situatieschetsen op pagina 3 van het bij dit verzoek behorende akoestisch onderzoek.
3 In welke categorie kan (kunnen) de woning(en), waarop het verzoek, betrekking heeft worden ingedeeld? o aanwezig
o in aanbouw
o geprojecteerd )(m voorbereiding zijnd bestemmingsplan voorziet in bouwmogelijkheid
4 Tot welke categorie behoort (behoren) de weg(en), binnen wiens (wier) zöne(s) de betreffende woning(en) is (zijn) gepland / gelegen? X aanwezig
naam van de weg(en): Napoleonsweg (Provinciale weg N273)
o te reconstrueren o in aanleg o geprojecteerd o in voorbereiding zijnd bestemmingsplan voorziet in aanleg 5 Is het gebied waar de betreffende woning(en) gelegen / gepland zijn te beschouwen als stedelijk gebied of als buitenstedelijk gebied? o stedelijk
)tf buitenstedelijk
of andere geluidgevoelige gebouwen
Grenswaarden 1 Welke redenen liggen aan het verzoek ten grondslag? (zie artikelen 2 t/m 11 en 14 onder lb van het Besluit Grenswaarden binnen zones langs wegen).*** Binnen het plangebied van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Ittervoort 3e fase" zijn binnen de geluidszone van de Napoleonsweg, geluidgevoelige objecten gepland. Zoals uit bijgevoegd akoestisch onderzoek (bijlage I) blijkt, is de geluidsbelasting hoger dan de wettelijke voorkeursgrenswaarde van 50 dB(A). De geplande woningen zijn volgens de Wet geluidhinder aan te merken als "nog niet geprojecteerde woningen buiten de bebouwde kom, die ter plaatse noodzakelijk zijn om redenen van grond- en of bedrijfsgebondenheid. Hiermee is voldaan aan het ontheffingscriterium zoals dit is opgenomen in artikel 2, lid 2a (2e) van het Besluit Grenswaarden binnen zön<;s langs wegen. 2 Welke is (zijn) voor de betreffende woning(en) de maximaal wettelijke toegestane grenswaarden? De wettelijke voorkeursgrenswaarde bedraagt 50 dB(A). De maximaal toegestane grenswaarde bedraagt 55 dB(A). 3 Welke is (zijn) de verzochte hogere grenswaarde(n)? (Hier per woning, woonblok en/of woonlaag, de verzochte waarde aangeven; bij een globaal plan dienen de waarden te worden aangegeven, die op diverse referentiepunten binnen het uit te werken gebied zijn berekend). De verzochte hogere grenswaarden bedragen afgerond: 55 dB(A) voor 2 bedrijfswoningen (waarneempunt 1 en 2) langs de Napoleonsweg (Provinciale weg N273); Het thans voorliggende verzoek is gebaseerd op de resultaten van het akoestisch onderzoek (Bijlage I bij dit verzoek) en de daarin opgenomen (pagina 3) situatieschets.
bijvoorbeeld: De toepassing van maatregelen aan de bron en in de overdrachtsfeer stuit op overwegende bezwaren van financiële aard (motiveren) en er is sprake van een stadsvernieuwingsplan (Artikel 2, 2e Lid, onder bl).
Maatregelen 1 Beschrijving van de maatregelen die aan de "bron" getroffen zullen worden om de geluidsbelasting van de betreffende woning(en) terug te dringen (met eventueel vermelding van de kosten). Indien bronbestrijdingsmaatregelen niet mogelijk zijn, dient zulks gemotiveerd te zijn aangegeven. De bron is het wegverkeer op de Napoleonsweg (Provinciale weg N273). In het bij dit verzoek behorende akoestisch onderzoek is reeds rekening gehouden met het geluidarmer worden van het wegverkeer (art. 103 Wgh). Gezien de functie van de Napoleonsweg (Provinciale weg N273) wordt het vooralsnog niet verantwoord geacht verkeersbeperkende maatregelen te treffen, zonder dat in een redelijk alternatief is voorzien.
2 Beschrijving van de te treffen overdrachtsmaatregelen met vermelding van de kosten. Indien het treffen van overdrachtsmaatregelen niet mogelijk is, dient zulks gemotiveerd te zijn aangegeven. (Zie artikel 14, onder ld van het besluit Grenswaarden binnen zones langs wegen). Het oprichten van geluidwallen, schermen of muurtjes, teneinde de geluidsbelasting terug te brengen tot een lagere waarde dan de verzochte hogere grenswaarden, is uit stedebouwkundig oogpunt niet wenselijk. 3.1 Beschrijving van de te treffen gevelmaatregelen met vermelding van de kosten. (Zie artikel 14, onder 1 e van het besluit Grenswaarden binnen zones langs wegen). Aan de gevels van de woningen dienen maatregelen te worden getroffen met betrekking tot geluidwering. De vereiste geluidwering bedraagt 23 dB(A). Bij nieuwbouw garanderen de gebruikte materialen reeds een geluidisolerende capaciteit tot en met 25 dB(A). Voor wat betreft de vereiste geluidwering van de gevels van 16 tot en met 30 dB(A), dienen slechts de niet met thermisch-isolerend glas uitgeruste, naar de weg toegekeerde geluidgevoelige ruimten - met name slaapkamers - van dit glas te worden voorzien. Bij geluidweringen van 25 tot en met 30 dBA) dient bovendien speciale aandacht te worden geschonken aan ventilatievoorzieningen.
In theorie kan volstaan worden met normale ventilatie-openingen aan de geluidsluwe zijde van de woning. In de meeste gevallen zullen echter geluidwerende ventilatievoorzieningen worden aangebracht (sus-kasten). De kosten van deze maatregelen zijn afhankelijk van de zwaarte van de te treffen voorzieningen per woning en het aantal te isoleren ruimtes en kunnen variëren tussen f. 900,- en f. 1800,- per woning/slaapkamer. 3.2 Beschrijving van de wijze waarop met het bepaalde in artikel 3, Ie lid van het Besluit Grenswaarden binnen zones langs wegen rekening is gehouden. Indien hiermee geen rekening is gehouden dient zulks gemotiveerd te zijn aangegeven. (Alleen invullen indien er sprake is van nog niet geprojecteerde woningen met een geluidbelasting > 55 dB(A)).
Burgemeester en Wethouders van de gemeente: HUNSEL de secretaris,
Bijlagen:
I II III
de burgemeester,
Akoestisch onderzoek Uitnodiging voor de inspraak tot vaststelling verzoek hogere grenswaarden Verslag van de inspraakprocedure betreffende het verzoek tot vaststelling hogere grenswaarden
I }
•
]
BIJLAGE 5 Exploitatie opzet
blad 1 van 3
GEMEENTE HUNSEL
Economische uitvoerbaarheid Bedrijventerrein Ittervoort 3e fase 1. Algemene uitgangspunten Voor het aantonen van de economische uitvoerbaarheid is een geheel nieuw, door de gemeente te ontwikkelen bedrijventerrein als uitgangspunt genomen, grenzend aan het reeds uitgevoerde exploitatiegebied "Bedrijventerrein Ittervoort" -Ie en 2e fase. Het exploitatiegebied (zie kaartbijlage) is per 1 januari 1999 voor 75% in eigendom bij de gemeente en voor 25% in particulier eigendom: het particulier eigendom is voor een deel in handen van ondernemingen die zich op zeer korte termijn wensen te vestigen op het bedrijventerrein. Voor zover noodzakelijk sluit de gemeente Hunsel een overeenkomst met de eigenaren, die zelf hun gronden voor bedrijfsverplaatsing- of vestiging willen ontwikkelen. Deze overeenkomst wordt gebaseerd op een te nemen bekostigingsbesluit en een per saldo budgetair- neutrale gemeentelijke exploitatie voor de gehele uitbreiding. Door de bijdragen van derden wordt het saldoverschil tussen de gemeentelijke plan- en infrastructurele kosten en de verkoop van de gemeentelijke eigendommen gedekt. Voor de aanleg van wegen is de bestaande Amerikastraat begrepen in de exploitatiebegroting, aangezien langs deze weg geen riolering ligt en de weg feitelijk deel uitmaakt van fase 3; de aansluiting van deze weg op de Napoleonsweg N273 is wel begrepen in de grondprijsberekening 2e fase en valt derhalve buiten de exploitatie 3e fase. De geplande rotonde kan voor 50% op fase 3 drukken. De doortrekking van de Afrikastraat valt gedeeltelijk buiten het bestemmingsplan 3e fase, maar binnen het exploitatiegebied omdat in de grondprijsberekening 2e fase deze doortrekking niet was opgenomen. 2. Uitgangspunten voor de technische berekening De berekening van de (globale) economische uitvoerbaarheid is gebaseerd op het verkavelingsplan, zoals opgenomen in de plantoelichting en voorts op de volgende gegevens. a. Totaal exploitatiegebied Uit te geven bedrijventerrein Wegen inclusief bermstroken Groenstroken en waterpartijen
14.37.06 ha. = 100% 10.79.61 ha. = 75,1 % 1.72.26 ha. = 12,0 % 1.85.19 ha. = 12,9 %
b. Specificatie wegen: totale lengte 1630 meter. Alle wegen worden berekend op een verhardingsbreedte van 8 meter inclusief molgoten. Lengte afzonderlijke wegvakken: Verlengde Amerikastraat Verlengde Afrikastraat Verlengde Sleestraat Lengte parallelweg N273 Lengte overige wegen c. Specificatie riolering: verbeterd gescheiden stelsel. De vuil- en regenwaterafvoer wordt niet verbonden met het stelsel in de 2e fase.
190 meter 180 meter 140 meter 750 meter 370 meter
(2)
Via vrij verval wordt het regenwater -HWA- geleid naar een parallelleiding langs de N273 en gebufferd in de omgeving van de verlengde Sleestraat, waarna de afvoer langs de N273 middels een persleiding samen met de DWA aansluit op het gemaal van het Zuiveringschap Limburg aan de westzijde van de Margarethastraat. Met de bedrijven wordt overeengekomen dat het regenwater vanaf de daken van bedrijfsgebouwen wordt geïnfiltreerd in de bodem. De vuilwaterafvoer -DWA- middels pvc-buizen rond 250 begint vanaf de Afrikastraat en Amerikastraat en wordt langs de Parallelweg gevoerd naar een nieuwe persleiding, welke vanaf de verlengde Sleestraat 600 meter evenwijdig aan de N273 onder de Margarethastraat voert naar het rioolgemaal. Voor de HWA wordt uitgegaan van betonbuizen met een diameter van 300 mm aan de noordoostzijde, via gemiddeld 700 mm centraal in het gebied tot 1000 mm (inclusief bufferruimte) over een lengte van 300 m. langs de parallelweg; daarna wordt de HWA gekoppeld aan de persleiding. De persleiding met een diameter van 700 mm behoeft extra kosten vanwege de duiker onder de Margarethastraat. Tenslotte wordt rekening gehouden met de kosten voor inspectieputten en 3 pompputten brandweer a 100.000,-. Straatverlichting wordt voorzien per 40 meter weglengte; een stelpost is opgenomen van ƒ 100.000,- voor eventueel benodigde verlegging van kabels langs het bestaande voetpad.
3. Uitgangspunten verwerving, rente en overige kosten a. b. c. d.
Reële, c.q. fictieve verwervingsprijs incl. inkomensschade: ƒ 17,50 /m2 Nader onderzoek bij verwerving staat voor kosten bodem- en sonderingsonderzoek. Looptijd planontwikkeling: 1998-2006 (bedrijfsontwikkeling 1998-2008). Rentefactor 8x7% over halve looptijd gemiddeld = 28% excl. aankoop en plankosten.
4. Resultaat economische uitvoerbaarheid Uit de raming (zie tabel) blijkt een sluitende exploitatie bij een gemiddelde verkoopprijs van ƒ 90,- per m2 bedrijfskavel excl. B.T.W. De verkoopprijs ligt beduidend hoger dan de verkoopprijs in de 2e fase vanwege de volgende verschillen: a. de gemiddelde grondverwervingsprijs was in 1990 nog ƒ 8,-/ m2; b. het percentage uitgeefbare grond binnen het exploitatiegebied is in de 2e fase hoger dan in de 3e fase: 78% tegenover 75%; c. de groenvoorzieningen zoals langs de Napoleonsweg (1,5 ha.) zijn omvangrijker en van een andere allure dan in fase 2; d. de vereisten van het Water- en Zuiveringsschap met betrekking tot de riolering zijn uit milieuen capaciteitsoogpunt hoger; er dient een persleiding aangelegd te worden buiten het plangebied; e. de wegenaanleg is veel duurder dan in fase 2, aangezien de omvang van de derde fase noodzaakt tot de voorziening in een rotonde op de Napoleonsweg en de parallelweg langs de N273 maar aan één zijde ontwikkeld kan worden. De kostprijs voor deze afbouw van het bedrijventerrein, waarin over een lengte van 900 meter langs de Napoleonsweg N273 zichtlokaties beschikbaar zijn, wordt marktconform geacht.
Hoebens BRO, november 1999
(3)
TABEL EXPLOITATffiRAMING 3e fase BEDRIJVENTERREIN ITTERVOORT
2.1 Verwerving 2.1.1 totaal te verwerven 2.1.2 nader onderzoek 2.1.3 subtotaal
kostprijs
eenh.prijs
rentefactor
143.706 m2
2.514.855,30.000,-
17,50
n.v.t.
2.514.855,30.000,2.544.855,-
1.28
664.896,-
1.28
1.926.170,-
1.28
1.583.488,-
1.28
260.749,-
1.28
893.907,-
2.2 Grondwerk 2.2.1 cunetten 2.2.2 egalisatie 2.2.3 openbaar groen 2.2.4 subtotaal
17.226 m2 54.000 m2 18.519 m2
2.3 Verharding 2.3.1 wegen/ molgoten 2.3.2 bermen/beplanting 2.3.3 lichtmasten 2.3.4 rotonde N273 2.3.5 subtotaal
13.040 m2 4.186 m2 41 stuks max.bijdrage
2.4 Riolering 2.4.1 DWA 0 250 pvc 2.4.2 HWA 0 300 beton 2.4.3 HWA 0 700 beton 2.4.4 HWA 0 1000 beton 2.4.5 inspectieputten 2.4.6 persleiding 0 700 2.4.7 stelpost duiker 2.4.8 subtotaal
1.630 m1 320 m1 1010 m1 300 m1 5 stuks 600 m' 25 m1
2.5 Groenaanleg 2.5.1 plantsoen / waterpartijen 2.5.2 aankleding groen 2.5.3 subtotaal
kostpr. incl. rente
lengte/ oppervlakte
172.260,162.000,185.190,519.450,-
10,3,10,-
1.043.200,83.720,77.900,300.000,1.504.820,-
80,20,1900,-
211.900,51.200,404.000,240.000,40.000,240.000,50.000,1.237.100,-
130,160,400,800,8000,400,-
18.519 m2
185.190,-
10,-
18.519 m2
18.520,203.710,-
1,-
2.6 Plankosten 658.365,40.000,698.365,-
2.6.1 civiel (19% 2.2-2.5)
2.6.2 procedure best.plan 2.6.3 subtotaal 2.7 Voorzieningen 2.7.1 verleggen kabels 2.7.2 gas/ elektriciteit 2.7.3 putten brandweer 2.7.4 subtotaal
stelpost stelpost 3 stuks
2.8 Bovenwijkse voorz.
107.960 m2
100.000,400.000,300.000,800.000,971.640,-
1 ton 800.000,971.640,-
9,00
9.645.705,-
2.9 TOTALE KOSTEN 2.9.1 Totaal uit te geven 2.9.2 Kostprijs per m2
107.960 m2 90,00
opbrengst
9.716.400,-
Alle bedragen zijn exclusief B.T.W. In de kostprijs per m2 is geen differentiatie aangebracht voor grotere/ kleine kavels, zichtlocaties en ruimtelijke beperkingen in verband met de oostelijke leidingenstrook. Deze differentiatie zal in de definitieve grondprijsberekening tot uitdrukking komen.
/ I
.1
<
BIJLAGE 6 kandidaten voor een bouwkavel op het bedrijventerrein Ittervoort per september 1999
Kandidaat
plaats van huidige vestiging
gewenste oppervlakte
Tonnaer Opleiding en Advisering BV
Thorn
± 1.500 m2
Paukenfabriek Adams bv
Thorn
± 2 ha
Iwepro Inbraakbeveiliging
Neeritter
niet bekend
Hugo Leeters Schilderwerken
Ittervoct
1.500 a 2.000 m2
Benelux Research Business BV
Ittervoort
±1 ha
Op- en overslagbedrijf van der Vaart BV
Ittervoort
± lha
Handelsonderneming P. Pollaert BV
Beegden
± 4.000 m2
Smeets hardhout
Roermond
± 3.000 m2
Handelsonderneming WESBI
Wessem
2.500 m2
Transportbedrijf Jac Kuijpers Holding BV
Stramproy
1.5 ha
Bakker Adams
Hunsel
niet bekend
F. Tullemans BV
Nederweert
5.000 m2
Proficom BV
Horn
1.200 m2
Coolen-Luyten installatiebedrijf
Haler
in overleg
Installatiebedrijf Manders BV
Horn
2.000-2.500 m2
Kurstjens V.O.F
Linne
onbekend
BoVeSaW V.O.F
Hunsel
± 3.000 m2
van Geleuken Kabelwerken BV
EU
5.000 m2
Stepco Automation services
Thorn
5.000 m2
Veldhuis Mooi cadeaupapier
Thorn
2.000 m2
Mepro
Wessem
1.8 ha
Breuer dakbedekkingen BV
Ittervoort
± 300 m2
Autoservice-bedrijf v/d Biesebos V.O.F.
Ittervoort
5.000 è 6.000 m2
Speessen V.O.F.
Thorn
± 4.000 m2
Ittervoorter Timmerwerken
Ittervoort
± 3.000 m2
BIJLAGE 7 Advies P.C.G.P.
our./secr. afd./proj./vrz. directeur
u i t . vorm
pz;
pcgp
gz
mede-par.
mede-pax.
M 1 N U U T - B R I E F - A L G . docnr.
024469/RGS
steller
i n i t i a t i e f Nee
c o 11.
Zaakrei.:
A f s c h r i f t : ( z i e onder minuut) Aanw. s e c r . Hoofdgroep Faxnr. Ons kenmerk Bijlage(n)
Aan Burgemeester en Wethouders van de gemeente Hunsel Postbus 2449 6013 ZG HUNSEL
Verzonden:
RGV/RG Behandeld : M. Huisman (043) 389 73 31 Doorkiesnr. : (043) 389 73 52 Uw kenmerk 1 Maastricht : 04 maart 1998
Onderwerp Advies ontwerp-bestemmingsplan Bedrijventerrein Ittervoort -3e fase-. Het bovenvermelde bestemmingsplan is behandeld op 1 april 1998, (vergaderronde 98/4). Als resultaat van de behandeling delen wij u het volgende mee. 1 Algemene beleidsaspecten In het voorliggende plan wordt er van uit gegeaan dat het terrein Ittervoort een interlokaal bedrijventerrein is. Het terrein dient dan voor de opvang van de verplaatsers uit de kernen en het buitengebied van de drie deelnemende gemeenten: Heel, Thorn en Hunsel. In principe kunhen wij vanuit de concentratiegedachte instemmen met een dergelijk interlokaal terrein. Er dient dan echter wel vast te staan dat in de deelnemende gemeenten verder geen terreinen worden ontwikkeld. De besteroethodeom dit vast te leggen is in een convenant tussen de gemeenten. ** U dient de afspraken over het bedrijventerrein vast te leggen. Interlokaal betekent dat de oppervlaktes waaraan in de verschillend gemeente behoefte bestaat gezamenlijk kunnen worden ondervangen op het interlokale terrein. Het dient uitdrukkelijk om lokale bedrijve te gaan, dus bedrijven afkomstig uit de kernen of het buitengebied van de betrokken gemeenten, met een kavelgrootte van maximaal 5000 m 2 (via vrijstelling). Dit kan zowel in het convenant als in het bestemmingsplan geregeld worden. ** Het lokale karakter van de toe te laten bedrijven dient vast te liggen.
24469/RGS - 2 -
2 Planopzet Met de door u gekozen uitbreidingsrichting kunnen we in principe instemmen. Wel zijn wij van mening dat er te weinig rekening word-t gehouden met de cultuurhistorische en landschappelijke waarden van de Napoleonsbaan. In het noordelijk deel van het plangebied houdt u enige afstand tot de Napoleonsbaan, in het zuidelijk deel echter is slechts in een zeer minieme groenstrook tussen de Napoleonsweg en het bedrijventerrein voorzien. De ontsluitingsweg van het bedrijventerrein loopt hier dicht langs de historische laanbeplanting van de Napoleonsbaan. Vanuit landschapplijk oogpunt adviseren wij u om hier meer afstand te nemen. Dit moet mogelijk zijn, zeker gezien het feit dat de door u voorgestane uitbreiding van 10,8 hectare aan de hoge kant lijkt. Wij adviseren u om voldoende ruimte tussen de Napoleonsbaan en het bedrijventerrein open te houden, zodat de landschappelijke- en cultuurhistorische waarden van de weg behouden kunnen worden. 3 Volkshuisvesting U geeft aan weerszijden van de Sleestraat de mogelijkheid tot het oprichten van bedrijfswoningen via een vrijstelling. Aan de noord-oost zijde van de Sleestraat is de onderliggende bestemming bedrijven (2-4). Wij zijn van mening dat bij deze categoriën bedrijfswoningen slechts via een wijzigingsbevoegdheid kunnen worden toegelaten. Waarbij naast de noodzaak ook de milieukundige aspecten aan bod komen. Wij adviseren u om de bedoelde vrijstellingsmogelijkheid te veranderen in een wijzigingsbevoegdheid. 4 (Detail)handel/bedrijven Uitgangspunt voor de uitbreiding van bedrijventerreinen dient de concrete vraag van verplaatsers uit buitengebied en kern te zijn. U geeft voor twee verplaatsers (Parren en Adams) uit Thorn een onderbouwing. Met betrekking tot verplaatsers uit de gemeente Hunsel gaat u direct uit van het maximum van 3 ha voor de planperiode. U komt daarbij op tesamen 6 hectare, dit rond u af naar een totaal van 10,5 hectare netto: "... om een stedebouwkundig goede afronding te krijgen". Een dergelijke onderbouwing van de directe behoefte is volstrekt onvoldoende. De onderbouwing van de directe behoefte van het bedrijventerein is onvoldoende.
24469/RGS - 3 -
Wij zijn ons er van bewust dat een exacte onderbouwing van de totale behoefte voor de komende 10 jaar moeilijk te geven zal zijn. Daarom adviseren wij u om gebruik te maken van de mogelijkheid om een deel van het terrein via een artikel 11 constructie te bestemmen. Daarmee kan op een flexibele manier worden ingespeeld op de toekomstige behoefte aan bedrijventerrein. Voor nadere informatie verwijzen wij u naar de handleiding gemeentelijke plannen/nota bouwstenen. Wij adviseren u om, voor de behoefte aan bedrijfsterrein voor de langere termijn (buiten de directe behoefte) gebruik te maken van de zogenaamde artikel 11 constructie. Adams en Parren Vanuit de gemeente Thorn zijn er twee bedrijven die ruimte vragen op het terrein: Het bedrijf Adams-paukenfabriek heeft zich al gevestigd op het terrein Ittervoort in de tijd dat dit nog de regionale status had. Het bedrijf kon er dan ook vanuitgaan dat uitbreiden tot "regionale grote" mogelijk zou zijn. Het is gezien deze gewekte verwachtingen daarom niet opportuun om uitbreiding van dit bedrijf tot de "lokale oppervlakte" te beperken. Voor het bedrijf Parren-houthandel geldt een andere uitgangssituatie. Het gaat hier om de nieuwvestiging van een bedrijf dat verplaatst wordt uit de kern van Thorn. Het bedrijf vraagt een bedrij f soppervlakte (1,5 - 2 ha) die beduidend groter is dan hetgeen gebruikelijk is op een lokaal terrein. Wij zijn in het algemeen van mening dat het karakter van een lokaal bedrijventerrein mede gewaarborgd kan worden door het opnemen van een maximale kavelmaat. Deze is ook in het streekplan Noord- en Midden Limburg genoemd. U geeft, onderbouwd door een rapportage van de Kamer van Koophandel, aan dat het bedrijf een lokale markt bediend (50% particulier/50% lokale aannemers). Wanneer het zich in Weert, Roermond of Echt zou vestigen zou het buiten haar eigen markt, en in de markt van een concurrent treden. Het bedrijf is dus niet als een "footlose" bedrijf te beschouwen, maar heeft een sterke lokale binding. Gezien de aard van het bedrijf, waarbij veel opslag van hout in de open lucht plaatsvindt en daarnaast sprake is van een gering "productiegedeelte", ligt vestiging op een stedelijk terrein ook niet voor de hand. Samengevat is het bedrijf dermate specifiek dat hoewel het bedijfsoppervlak te grootschalig is voor een lokaal terrein, het bedrijf geografisch op een kleinschalige markt opereert. Voor het overige geldt echter nog steeds dat het terrein Ittervoort een (inter-) lokaal bedrijventerrein is. U dient de segmentering van de bedrijven hierop aan te passen. In de voorschriften dient duidelijk te worden opgenomen dat het terrein bedoeld is voor verplaatsers uit de kern en het buitengebied van de betrokken gemeenten. Voor deze verplaatsers dient de kavelgrootte maximaal 3000 m2 te zijn (5000 m 2 met vrijstelling). Uitzondering is het bedrijf Parren.
)
24469/RGS - 4 -
*
U dient de "doelgroep" vast te leggen en de grootte van de bedrij fskavels voor de "verplaatsers". U staat aan de weerszijden van de Amerikastraat horeca toe, die: ".. gelieerd is aan het bedrijfsmatig karakter van het plan". Wij vinden deze omschrijving te onduidelijk, en merken op dat er zich nu langs de gehele Amerikastraat meerdere horecavestigingen kunnen vestigen. Dit kan niet de bedoeling zijn van het plan.
** Wij adviseren u om de horeca-activiteiten langs de Americastraat te beperken. *** In verband met de hindercirkel is het verstandig om de verkoop van LPG bij het "motorbrandstoffenverkooppunt" -Bo- uit te sluiten. Gezien de voorschriften die behoren bij de bestemming "Groenvoorziening" is ontsluiting over de Amerikastraat niet mogelijk, hoe de pomp dan wel ontsloten wordt is ons niet duidelijk. U heeft het terrein gezoneerd in twee gedeelten. Een zone voor bedrijven in de categorieën 1-3 en een deel voor bedrijven in de categorieën 2-4. Met betrekking tot de bedrijven in de categorie 1 zijn wij van mening dat deze niet zondermeer op een bedrijventerein thuis horen. Deze bedrijven passen over het algemeen goed in de woonomgeving. Alleen wanneer zij uit hun aard of grootte niet meer in de woonomgeving passen, kan vestiging op een bedrijventerrein worden overwogen. Wij adviseren u daarom om deze bedrijven via een vrijstelling te regelen, waarbij bovenstaande overwegingen als criterium worden opgenomen. **
Wij adviseren u om categorie 1 bedrijven alleen via vrijstelling toe te laten.
5
Milieuaspecten Aan de noord-oostzijde van het bedrijventerrein ligt een 42" gasleiding. In de toelichting besteed u aandacht aan de strook van 45 uit de leiding waarin geen bebouwing kan worden opgericht. Het ware beter om deze strook op op de plankaart op te nemen en in de voorschriften een bebouwingsvrije zone op te nemen.
**
Wij adviseren u om het plan conform het bovenstaande aan te passen. 6 Geluidhinder U heeft een akoestisch onderzoek uitgevoerd naar de toekomstige gevelbelastingen ten gevolge van de Rijksweg N273 (Napoleonsweg); hiermee wordt ingestemd. U geeft echter ook aan dat de andere wegen binnen en buiten het plangebied geen zone hebben waarvan de invloed tot in het plangebied reikt. U verwijst hiervoor naar de nog vast te stellen geluidsniveaukaart. Zolang de geluidsniveaukaart nog niet is 'vastgesteld heeft iedere weg, uitgezonderd woonerven en 30km/uur wegen die als zodanig zijn ingericht, een zone.
24469/RGS - 5 -
7 Economische uitvoerbaarheid Gezien het ontbreken van een renteberekening bij de de verwervingskosten en het ontbreken van duidelijkheid over de ontvangsten van bedrijven die al grond in eigendom hebben, wordt ten aanzien van de economische uitvoerbaarheid een voorbehoud gemaakt. 8 Voorschriften Een aantal opmerkingen over de voorschriften zijn door de hoofdgroep RGV vastgelegd in een bij dit advies gevoegde notitie.
Namens de Provinciale Commissie Gemeentelijke Plannen, voorzitter, secretaris,
De zwaarte van de gemaakte opmerkingen is onderscheiden in drie categorieën, aangeduid met één, twee of drie asterisken. Voor de betekenis daarvan wordt verwezen naar de brief van 28 april 1989, kenmerk BS 40889.
Notitie inzake de juridische aspecten van het voorontwerp-bestemmingsplan "Bedrijventerrein Ittervoort - 3e fase"" van de gemeente Hunsel. Artikel 2.01 en artikel 2.02 In lid 1, sub b dient de provinciale hoofdgroep Verkeer, Waterstaat en Milieu gewijzigd te worden in hoofdgroep milieu en water. Artikel 3.06 In lid 3 dient het woord "onevenredig" te vervallen.
r
BIJLAGE 8
Verslag inspraakbijeenkomst inzake het voorontwerp bestemmingsplan "Bedrijventerrein Ittervoort, 3e fase" d.d. 9 december 1999 om 17.00 uur in de raadszaal van het gemeentehuis. Aanwezig namens de gemeente: Burgemeester J.H.M.O. Truijen L.A.J. Rubens, Hoofd Afdeling Algemene Zaken R. de Wit, stedenbouwkundige E. Puts, verslag De burgemeester opent de bijeenkomst en heet alle aanwezigen welkom. Hij licht vervolgens het doel van deze bijeenkomst toe, te weten het vernemen van positieve en kritische geluiden aangaande het voorontwerp van het bestemmingsplan "Bedrijventerrein Ittervoort, 3e fase". De opmerkingen en suggesties, die de gemeente vanavond aangedragen krijgt, kunnen waar nodig of wenselijk worden opgenomen in het plan. Vervolgens geeft de burgemeester het woord aan de heer R. de Wit, stedenbouwkundige, die een toelichting zal geven op het ontstaan van het nieuwe bestemmingsplan. De heer R. de Wit vertelt iets over de ontstaansgeschiedenis van het bedrijventerrein in Ittervoort. Met name de openheid, de goede bereikbaarheid, de gunstige ligging, de kavelgrootte en natuurlijk de gunstige grondprijs maken dat het bedrijventerrein Ittervoort een zeer gewilde lokatie is voor ondernemers. In eerste instantie wilde de gemeente in noordwestelijke richting uitbreiden omdat de bebouwingsvrije afstand tussen Napoleonsweg en bedrijventerrein 100 meter diende te bedragen. Echter, Rijkswaterstaat heeft zich bereid getoond de regels m.b.t. de bebouwingsvrijezone te versoepelen van 100 meter onbebouwd naar 50 meter onbebouwd. De aanpassing van de bebouwingsvrijezone stelt de gemeente in de gelegenheid om uitbreiding ten zuiden van het bedrijventerrein te onderzoeken. Uit dit onderzoek bleek dat uitbreiding aan de zuidzijde het bedrijventerrein de mogelijkheid biedt om zich nadrukkelijk naar buiten te manifesteren. De nieuwbouwplannen van de bedrijven Parren en Adams spelen goed in op de blikvangende functie die hun bedrijven zullen vervullen. Het wordt een wand met allure zonder al te veel opsmuk. De echte "eyecatcher" moet het bedrijf naast de Carrefour worden. In het passeren van het bedrijventerrein moet dit bedrijf op je netvlies blijven hangen. De provincie heeft aangegeven in te kunnen stemmen met een bebouwingsafstand van minder dan 50 meter mits Rijkswaterstaat hiervoor expliciet toestemming geeft en mits een speciale vrijstellingsprocedure wordt gevolgd. De PTT-toren is een landmark waarmee de entree van het bedrijventerrein wordt aangegeven. De rotonde benadrukt de hoofdentree van het plan nog eens. De realisatie van een Parallelweg naast de Napoleonsweg geeft het bedrijventerrein als zichtlokatie een extra impuls. Bovendien is een extra ontsluitingsweg noodzakelijk om de bereikbaarheid van de bedrijven te waarborgen. De uit te geven kavels zijn max. 5000m2 groot. Echter, via een speciale vrijstellingsregeling is het mogelijk max. 10.000 m2 te verwerven. Voor de bedrijven Parren en Adams is een uitzondering gemaakt met circa 20.000 m2. Pagina 1 van 6
In de onbebouwde zone is gekozen voor een mix van groen en blauw (water). De waterpartijen dienen om de aantrekkelijkheid van het bedrijventerrein te verhogen maar ze vervullen ook de functie van opvangbekken voor hemelwater. De bedrijven dienen nu al rekening te houden met het gegeven dat het hemelwater zoveel mogelijk naar deze waterpartijen afgevoerd dient te worden. Er worden bedrijven toegelaten in de (milieu)categorieën 2, 3 en 4. Op de kavels die direct grenzen aan de kern Ittervoort worden max. categorie 3 bedrijven toegelaten. Het is niet toegestaan woningen op te richten bij de bedrijven. Echter, voor de bedrijven direct grenzend aan de kern Ittervoort, is een wijzigingsbevoegdheid opgenomen zodat daar wel een woning kan worden opgericht. Bij een wijzigingsbevoegdheid dient door de provincie expliciet toestemming gegeven te worden en dient rekening gehouden te worden met het wegverkeerslawaai van de Napoleonsweg (Wet geluidhinder). Tot slot dient rekening gehouden te worden met de aanwezigheid van een gasleiding. Daaromheen mag binnen een strook van 5 meter niet gebouwd worden. Indien veel mensen gaan verblijven in een gebouw nabij de gasleiding dan dient een afstand van 45 meter aangehouden te worden. De burgemeester bedankt de heer De Wit voor zijn heldere uiteenzetting en nodigt de aanwezigen uit om vragen te stellen danwei ideeën aan te dragen. Vraag (dhr. W. V.d. Biesebos): Wordt bij dé aanleg van de rotonde ook een ontsluiting richting Thorn gemaakt? Antwoord (burgemeester): Thorn wil waarschijnlijk aanhaken op de rotonde. Hierover bestaat echter nog geen 100% zekerheid. De aanleg van de rotonde vindt evenwel plaats op Hunsels grondgebied. Vraag (dhr. W. V.d. Biesebos): . Welke rooilijn wordt aangehouden? Antwoord (dhr. R. de Wit): Er wordt een rooilijn van 10 meter aangehouden. Hier mag niet gebouwd worden maar er mogen wel parkeerplaatsen aangelegd worden danwei andere voorzieningen die acceptabel zijn. Alleen aan de Amerikastraat wordt een restrictief beleid gevoerd m.b.t. de groenstrook; inritten naar de bedrijven zullen uiteraard wel worden toegelaten en eventueel parkeervoorzieningen. Via een speciale vrijstellingsprocedure kan de rooilijn doorbroken worden voor bijzondere voorzieningen. De bouwwerken mogen max. 8 meter hoog worden. Middels een vrijstellingsprocedure is het mogelijk tot max. 10 meter hoogte te gaan. Vraag (dhr. H. Adams): Worden persleidingen aangelegd voor het riool en de gasvoorzieningen en hoe zit het met de CAI? Hoe staat het met de gasdruk? Antwoord (dhr. L. Rubens): Er wordt een verbeterd gescheiden rioolstelsel aangelegd met een persleiding met een doorsnede van 700mm. Daarnaast wordt er naar gestreefd het water zoveel mogelijk in de bodem te infiltreren en eventeel te hergebruiken (E-water). Aan het al dan niet aanleggen van een CAI-leiding zal nog aandacht geschonken worden. Pagina 2 van 6
Het drukprobleem van de gasleiding zal met MEGA besproken worden. Vraag (dhr. H. Adams): Hoe hoog is de grondprijs? Antwoord (dhr. L. Rubens): De grondprijs is ƒ 90,00 m2 excl. BTW. Vraag (dhr. H. Adams): Hoe wordt de grond opgeleverd (peil van de weg)? Antwoord (dhr. L. Rubens): Dit is nog niet bekend. Exploitatie van het bedrijventerrein wordt uitbesteed aan de Grontmij omdat de gemeente met diverse projecten bezig is en de werkzaamheden anders te lang uitgesteld zouden worden. Vraag (dhr. J. v.d. Vaart): Kan gebouwd worden op de opgeleverde grond? Antwoord (burgemeester): Normaal wordt de grond opgeleverd op peil van de weg. Afgraven e.d. is voor rekening van de bouwer. De heer W. Smeets geeft een korte uiteenzetting over oud en nieuw maaiveld. De burgemeester dankt de heer Smeets hiervoor. De heer Rubens constateert dat over het bovenstaande nadere informatie opgenomen dient te worden in het plan. In januari 2000 start de Grontmij met de werkzaamheden. De kavelverkoop houdt de gemeente aan zich. Vraag (dhr. W. v.d. Biesebos): Is de grondprijs van ƒ 90,00 m2 (excl.) een vaste prijs of volgt een verrekening na inrichting van het plan? Antwoord (dhr. L. Rubens): Er volgt geen verrekening, behoudens ten aanzien van verschil in oppervlakte. Burgemeester: In de grondprijs is de aanleg van de rotonde gedeeltelijk opgenomen. Voor het restbedrag zal nog dekking gevonden moeten worden. Vraag (dhr. W. Smeets): De gemeente gaat een verbeterd gescheiden rioolstelsel aanleggen en het hemelwater dient afgevoerd te worden naar de opvangbekkens. Worden de waterpartijen ter hoogte van de bedrijven van Parren en Adams herhaald (i.v.m. de zeer grote dakvlakken die deze bedrijven hebben)? Antwoord (dhr. R. de Wit): Over de aan te leggen waterpartijen volgt overleg met het waterschap. Het is duidelijk dat de afvoer van het hemelwater goede zorg vraagt; er dient een deugdelijk systeem aangelegd te worden. Het maakt echter niet veel verschil of hemelwater over een afstand van 100 of 200 meter getransporteerd dient te worden. Pagina 3 van 6
Burgemeester: De buffer tussen Napoleonsweg en Parallelweg wil de gemeente zoveel mogelijk groen houden. Indien uit de praktijk blijkt dat het noodzakelijk is om de waterpartijen te verbreden of uit te breiden kan dat later alsnog uitgevoerd worden. Vraag (dhr. W. Smeets): Krijgt iedere kavel een aansluitpunt om het water naar het opvangbekken te transporteren? Antwoord (burgemeester): Ja. Vraag (dhr. J. v.d. Vaart): Komt er een parkeerverbod voor vrachtwagens? Antwoord (burgemeester): Wildparkeren zal niet worden toegestaan. De chauffeurs dienen zoveel mogelijk te parkeren op het terrein van het bedrijf waar ze komen laden of lossen. Vraag (dhr. L. Huskens): Mogen bij de realisatie van het nieuwe bestemmingsplan de bomen aan de Platanenweg gekapt worden? En, zo ja, mag dit dan op korte termijn (voor ze in bloei staan en vogels erin nestelen). Antwoord (burgemeester): De grond moet gebruikt kunnen worden door de bedrijven dus zal een kapvergunning verleend worden. Aan nieuwe groeninvulling dient de nodige aandacht geschonken te worden.
Procedure De heer Rubens geeft een korte toelichting over het verdere verloop van de procedure. De inspraakronde heeft plaats van 18-11-1999 t/m 15-12-1999. Indien het plan niet aangepast behoeft te worden (en uit de reacties van de aanwezigen proeft hij dat ze met het plan kunnen instemmen) wordt het ontwerp-plan van 24-12-1999 tot en met 20-01-2000 ter visie gelegd. Daarna wordt het plan op 15-02-2000 aan de gemeenteraad voorgelegd ter vaststelling. Na de vaststelling door de raad wordt het plan naar de provincie gestuurd ter goedkeuring. In januari 2000 zal de kavelindeling geconcretiseerd worden zodat na vaststelling van het plan de kavels snel uitgegeven kunnen worden. Ook de aanleg van infrastructuur over de eigendommen van Parren en Adams dient verder besproken te worden. Burgemeester: Alleen de mensen die al een bedrijf op het bedrijventerrein hebben of die afkomstig zijn uit de gemeenten Hunsel, Thorn en Heel komen in aanmerking voor een kavel op het industrieterrein. De provincie wil dat de gemeente de beschikbare kavels over een langere periode uitgeeft (fasering). De gemeente kan echter aantonen dat dit praktisch onuitvoerbaar is. Bovendien wachten verschillende bedrijven al een aantal jaren. Pagina 4 van 6
Vraag (de heer W. Smeets): De ter visie legging is van 24-12-1999 tot en met 20-01-2000. Parren en Adams kunnen een art. 19 procedure volgen en krijgen daarmee een voorrangsbehandeling. Als de provincie de verklaring van geen bezwaar voor Parren en Adams pas in juni afgeeft kunnen ze pas in juni beginnen te bouwen; moeten ze met de start van de bouw dan wachten tot juni? Antwoord (de heer L. Rubens): Ten behoeve van Parren en Adams is vorig jaar een voorbereidingsbesluit genomen. Een voorbereldingsbesluit is één jaar geldig. De procedure m.b.t. de bouwaanvraag van Parren is opgestart.Adams heeft niet tijdig een aanvraag om bouwvergunning ingediend. Vanaf 24-12-1999 maakt het geen verschil meer want na de terinzagelegging van een ontwerpplan kan opnieuw geanticipeerd worden. In theorie kan voor iedere ondernemer een verklaring van geen bezwaar worden aangevraagd. Burgemeester: We moeten er niet van uitgaan maar het is mogelijk dat bezwaren worden ingebracht tegen het bestemmingsplan. De planning kan hierdoor aanzienlijk vertraagd worden. Indien geen bezwaren worden ingebracht en de raad is akkoord met het plan dan kan geanticipeerd worden. Dan kan gestart worden met de bouwwerkzaamheden. Vraag (de heer W. Smeets): Dus de gemeente wacht de goedkeuring van de provincie (verklaring van geen bezwaar) niet af? Antwoord (burgemeester): Nee, wij doen er alles aan om de bouwwerkzaamheden zo snel mogelijk te laten starten. Verder is het voor de ondernemers interessant om te weten dat de artikel 19 WRQ procedure gewijzigd wordt. De wetswijziging gaat waarschijnlijk in op 1 april 2000. Door de wijziging is een snellere afwikkeling van anticipatieprocedures mogelijk. De heer L. Rubens: Het bouwplan van de heer Adams is behandeld door de adviescommissie van de provincie (PCGP) en daarmee is indirect het bestemmingsplan ook al een keer behandeld. Dit kan betekenen dat de goedkeuring van het bestemmingsplan sneller gegeven wordt. Vraag (de heer W. Smeets): Voor bedrijven is het belangrijk dat een leiding van de CAI op het bedrijventerrein wordt aangelegd. ISDN gaat helemaal verdwijnen en de CAI is bezig met de ontwikkeling van een snelle datacommunicatielijn. Antwoord (de heer L. Rubens): Dit is inmiddels weer achterhaald. De PTT heeft als tegenreactie een supersnelle datacommunicatielijn ontwikkeld. Burgemeester: We zullen attent moeten blijven maar kunnen nog niet vooruitlopen op de razendsnelle ontwikkelingen in de computerwereld. Vraag (de heer W. Adams): Hoe kan voorkomen worden dat in de toekomst tijdens een stortbui je bedrijf onder water komt te staan?
Pagina 5 van 6
Antwoord (burgemeester): Een stortbui kun je niet plannen. Het systeem is gericht op het zoveel mogelijk voorkomen van overlast. Helaas kunnen we overlast niet helemaal uitsluiten. In het gemeentelijk rioleringsplan is opgenomen dat binnen zes jaar een aantal overstortbekkens operationeel moeten zijn en hiermee zal een groot deel van de problemen opgelost zijn. Het nieuwe stelsel haakt niet aan op het bestaande stelsel. Voor de problemen met het bestaande stelsel dient naar een oplossing gezocht te worden. Vraag (de heer W. van de Biesebos): Is het overstortbekken bij de Koval in gebruik? Antwoord (burgemeester): Ja, dat is functioneel. Opmerking (de heer J. van der Vaart): De laatste 20 jaar is geen onderhoud gepleegd aan het rioolstelsel en dat wreekt zich nu. Reactie (burgemeester): Dat klopt, één van de problemen van kleinere gemeentes is dat het onderhoud er soms bij inschiet. Het is niet goed te praten maar helaas is het niet anders.
Nadat gebleken is dat de aanwezigen geen vragen meer hebben sluit de burgemeester te circa 18.15 uur de inspraakbijeenkomst en bedankt iedereen voor zijn aanwezigheid en inbreng. Hunsel, 16 december 1999 E. Puts, medewerkster ruimtelijke ordening
D:\DATA\WORD\B\Bestemmingsplannen\Bedrijventerrein\Bedrijventerrein Ittervoort, 3e fase\1999-12-09 Verslag inspraakbijeenkomst voorontwerp bp.doc\Pagina 6 van 6
I