Inkomende Post Griffier - 215
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
~IZICEV[l.4TERHOU$~GI~PERS ~ ~r~~~~~~~k ~~~~ ~~~ ~~~~~~~~~r~r~ ~~~ ~~~~~~r~c~~~~r~~~~~~~~ ~~~~~~~~~~~ ~~~~~r~~c~~~ Eindrapportage (reacties bewonersorganisties voorbehouden) Drs. Mohammed Essafi MA Brendy Boogaard MSc Pauline Mbundu MSc
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 2 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
1 ACHTERGROND EN AANLEIDING ....:..............................:...................................................... 3 2 ONDERZOEKSAANPAK EN VERANTWOORDING................................................................. 4 2.1 NORMENKADER......................................................................................................................4 2.2 DOCUMENTENSTUDIE ............................................................................................................. 4 2.3 PRAKTIJKONDERZOEK.............................................................................................................4 3 ONDERZOEKSRESULTATEN .................................................................................................. 7 3.1 RELATIE DEELGEMEENTE - BEWONERSORGANISATIES EN DEELGEMEENTE - BEWONERS............ 7 3.1.1 Relevante ontwikkelingen in relatie deelgemeente -bewonersorganisaties............... 8 3. i.2 Kaders van de deelgemeente Feijenoord..........................,.......................................... 9 3.1.3 Bewonersorganisaties als eerste aanspreekpunt voor de deelgemeente..................:. 9 3.1.4 Doelstellingen en verantwoording van bewonersorganisaties...................................i0 3.2 RELATIE BEWONERSORGANISATIES - BEWONERS..............:....................................................11 3:2.1 Bekendheid van bewonersorganisaties onder bewoners...........................................12 3.2.2 Gebruik van de bewonersorganisaties door bewoners ..............................................12 3.2.3 Draagvlak van de bewonersorganisaties onder bewoners.........................................i4 3.2.4 Relevante ontwikkelingen in de relatie bewonersorganisaties - bewoners ...............14 4 CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ....................................................................................16 4.1 CONCLUSIES..........:.............................................................................................................16 4.2 AANBEVELINGEN ........:.........................................................................................................20 BIJLAGEN ..........................,............................................................................................................25 A NORMENKADER ........,.................................................................,..........................................26 B 5 O S VOOR BEWONERSPARTICIPATIE..............................................................................28 C ENQUÊTEVRAGEN BEWONERS .................:...................................................:.....................29 D INTERVIEWVRAGEN BEWONERS ........................................................................................31 E GERAADPLEEGDE DOCUMENTEN EN GESPREKSPARTNERS .......................................32 DOCUMENTEN.................................................................................................................................32 GESPREKSPARTNERS........................:.............................................................................................32 DIGITALE BRONNEN..............................................,..........................................................................33 F ENQUÊTERESULTATEN.........................................................................................................35 Inhoud 2
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 3 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
~~~~rg~~~~ ~~ ~~~~~~ ~~ De gemeente Rotterdam streeft naar een burger-nabij-bestuur, een directe interactie en dialoog tussen burgers en bestuur. Ook de deelgemeente Feijenoord beschouwt bewonersparticipatie als een essentieel onderdeel voor een modern bestuur. Als belangenbehartiger voor de bewoners zijn bewonersorganisaties het eerste aanspreekpunt voor het dagelijks bestuur van de deelgemeente Feijenoord. In de deelgemeente Feijenoord zijn zeven erkende bewonersorganisaties actief die allen ten doel hebben de participatie van wijkbewoners te bevorderen en een actieve betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid van alle wijkbewoners bij hun woon- en leefomgeving te stimuleren. De zeven bewonersorganisaties zijn: Bewonersorganisatie Afrikaanderwijk (hierna: BOA) Bewonersorganisatie Bloemhof (hierna: BOB) Bewonersorganisatie Feijenoord/Kop van Zuid (hierna: BOF) Bewonersorganisatie Hillesluis (hierna: BOH) Katendrechtse bewonersorganisatie (hierna: KBO) Bewonersvereniging Noordereiland (hierna: BVN) Bewonersorganisatie Vreewijk (hierna BOV) De deelraadsfractie PvdA Feijenoord heeft op 23 april 2009 met een motie aangegeven behoefte te hebben aan meer inzicht in het functioneren van de bewonersorganisaties in Feijenoord. Deze organisaties ontvangen structurele gelden van de lokaie overheid. Dat gebeurt op de eerste plaats op basis van de doelstellingen van de bewonersorganisatie zoals geformuleerd in het jaarlijkse werkplan. Vervolgens vinden er op basis van de subsidiebeschikking activiteiten plaats. Deze activiteiten leiden tot een zekere `output' en uiteindelijk tot een maatschappelijk effect (`outcome'). De deelraad heeft geconstateerd dat de verwachtingen van veel bewoners ten aanzien van de vertegenwoordiging door bewonersorganisaties zijn veranderd. Ook is geconstateerd dat de taak die bewonersorganisaties met betrekking tot de gestelde participatiedoelstellingen hebben, al dan niet door alle bewonersorganisaties, niet efficiënt en effectief wordt uitgevoerd. Graadmeter hierbij is onder andere de zeer lage opkomst tijdens participatiebijeenkomsten en/of het bereiken van steeds dezelfde bewoners. De deelgemeentes en gemeente Rotterdam hebben tot doel om met alle wijkbewoners te participeren wanneer het wijkzaken betreft die alle bewoners aangaat. Op dit moment is er onvoldoende draagvlak onder de verschillende doelgroepen in de wijken om volwaardige participatie te kunnen bevorderen. Dít heeft directe aanleiding gegeven om te onderzoeken hoe de bewonersorganisatie functioneren om zo te achterhalen waarom zij hun taakstelling niet kunnen realiseren. Achtergrond en aanleiding
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 4 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
De centrale onderzoeksvraag voor het onderzoek naar het functioneren van de bewonersorganisaties is als volgt geformuleerd: ~r~ ~ra~~~~rr~ ~~~~~r~ ~~~~~a~~~~~~~~r~i~~t~f~s ï~ ~e 1~~~~'í~~ ~rrsrrr~ ~r~~ ~ ï~tr~err c~~ l~~í~~~~ ~~r~~r~~~~ír~~~ Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van de volgende hoofdstappen: Stap 1: Voorbereiding en startbijeenkomst Stap 2: Opstellen normenkader Stap 3: Documentstudie Stap 4: Praktijkonderzoek Stap 5: Opstellen rapportage Dit hoofdstuk zal de onderzoeksaanpak nader toelichten en verantwoorden. ~ï Om de centrale onderzoeksvraag objectief te kunnen beantwoorden is een normenkader (zie Bijlage A) opgesteld. In het normenkader is de centrale onderzoeksvraag geoperationaliseerd in zeven deelvragen met meerdere normen per deelvraag die de ideale situatie weergeven. Het normenkader is opgesteld op basis van de documenten die zijn aangeleverd door de deelgemeente Feijenoord (zie Bijlage D). Voor de start van het praktijkonderzoek is het normenkader afgestemd met de opdrachtgever vanuit de deelgemeente Feijenoord. ~ ~~~~~~~~t~~~~ i~ Voorafgaand aan het opstellen van het normenkader zijn documenten bestudeerd met betrekking tot de formele vereisten (kaders) die de gemeente Rotterdam en de deelgemeente Feijenoord stellen aan bewonersorganisaties. Tevens zijn documenten van bewonersorganisaties bestudeerd, zoals oprichtingsstatuten, werkplannen, verantwoording werkplannen, wijkkranten, etc. Tot slot zijn aanvullende documenten geraadpleegd over de bevolkingssamenstelling in de wijken: ~~~~~~j~~~~~~~~~~ Het praktijkonderzoek betrof een combinatie van kwantitatief en kwalitatief onderzoek en bestond uit: = Enquétes onder bewoners in de zeven wijken (totaal 113; minimaaf 15 per wijk) Interviews met bewoners in de zeven wijken (totaal 158; minimaal 20 per wijk) Interviews met de voorzitters van zes bewonersorganisaties in de deelgemeente Feijenoord (Katendrechtse bewonersorganisatie (KBO) heeft geweigerd mee te werken aan een interview) Interviews met bestuurder, raadslid die de motie heeft ingediend en ambtelijk betrokkenen vanuit de deelgemeente Feijenoord. Onderzoeksaanpak en verantwoording 4
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 5 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
Het praktijkonderzoek. is uitgevoerd in juli 2009. Ondanks deze zomermaand waarin veel bewoners op vakantie zijn, hebben wij getracht een representatieve afspiegeling van bewoners in de wijken te bereiken. Hiervoor hebben wij gebruik gemaakt van ons participatíemodel met 5 belangrijke uitgangspunten, de zogenoemde 5 O's voor bewonersparticipatie (zie bijlage B). We zijn bewust naar de bewoners toegegaan en hebben hen geïnterviewd op straat in hun eigen wijk (bijvoorbeeld bij een supermarkt, park, winkelstraat, zwembad, speelterrein voor kinderen, etc.). De enquêtevragen en interviewvragen zijn opgenomen in respectievelijk Bijlage C en D). ~r~~~êtes Het doel van de enquêtes was om bekendheid, gebruik en tevredenheid m.b.t. bewonersorganisaties te `meten' door bewoners meerkeuzevragen voor te leggen. Voor de enquêtes was het uitgangspunt om 15 enquêtes per wijk af te nemen en daarmee een totaal van 105. In werkelijkheid zijn er 113 enquêtes afgenomen met een minimum van 15 per wijk. Voor de representativiteit van het bewonersonderzoek hebben we de digitale buurtinformatie over de deelgemeente Feijenoord' als richtlijn gehanteerd. We hebben daarbij rekening gehouden met geslacht, etniciteit en leeftijd. Op basis van onze ervaring hebben we de verschillende bewonersgroepen ook gericht kunnen benaderen. Bij de enquêtes hebben we de respondenten expliciet gevraagd hun geslacht, etniciteit en leeftijdscategorie in te vullen. Het resultaat daanran is in onderstaande tabellen weergegeven met een vergelijking tussen de samenstelling van onze enquêterespondenten en de werkelijke bevolkingssamenstelling in de deelgemeente Feijenoord volgens de buurtinformatie. Op basis van de enquêtes hebben we kwantitatieve analyses kunnen uitvoeren per wijk en eventuele opvallende verschillen op basis van geslacht, leeftijd en etniciteit cijfermatig kunnen bestuderen. ' Zie: http://rotterdam.buurtmonitor.nl! Onderzoeksaanpak en verantwoording á~l~~t ~: F~~~~t~~~~~~~~~~~~~ ~r~t~cr~f~~ cz~tc~~~ ~~~~~~ra~~~ ~~~ fte~ ~~~~~~ '~~~l~~~t~'
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 6 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
.,. _ .~~~~ s s ~_'~.:. ~,~PP ~ ~ . x ~=íá e, i ~was~ ' Nederlands 48,7 % 35,0 % Turks ~_.._ _ ~ í ~ 14,2 %~.__ ~ _._.~_ ~ _..~__ 19,0 % ~____ ~__ Marokkaans _._.... 12,4.~/_~ ;.ö,0 % ........ ~ Surinaams ~ 10,6 % ~~ ~ 11,0 % Antilliaans 1,8 % ~ 4,0 %~~~~ Kaapverdiaans ~~-..._...............~._ ~_ 8'8 %...._....._.._.~~ .._ __._....._. 2,0 % _._ , Overige rnet-westerse allochtoon 3,5 % 9,0 % ~ ~ ___~ . ~ ~ ~ __. _ _.___. ______ Overige westerse allochtoon ~ 0,0 % ~~ 8,0 % i'~~~Ï ~ ~c:Y~?r>~,~~r~~;°~~gfv~~~~ï ~~ae~~z~~~wa ~r~ct~>r d3~a~rfrr~~~~ L~~; ~a~~ ~s~~~=~.~~ '~ai~í~í~~~~, . ~ 15 t/m 19 jaar 8,9 % 7,1 % 20 t!m 34 jaar m~~-~---_ 28,6 % w..~ _,_...,._~ ~~._ ____. 22,4 % ` 35 t/m 54 jaar ~ 33 %~ ~ m~ 29 % ~ 55 t/m 64 jaar ti 14,3.% 1_ö;8 % ...... ` ~~ m 79 jaar~a~ ...... .é 14,3 % .. , ^ ~ . .... ~^ . g % __ ~ 80 jaar en ouder 0,9 % 2,5 % ~c?~7~~ áá: ~>~'t)r~~~;l~r~.:~?Í~Pç~r~ '~té~dÍ~'L`~' i (7~t%~'6 Îâ~'nlftslli~'7'r· s~,~`.' ~I~'~ riSJ?~;~'~ ~~g~ ;'~I~(~ `~~~ _. IYI~~Y~Î~~~ In elke wijk zijn we allereerst bewust begonnen met het afnemen van de enquêtes om een eerste beeld te kunnen vormen. Vervolgens hebben we de interviews afgenomen met bewoners in de wijk om een kwalitatieve verdiepingsslag te bereiken. Voor de interviews was 20 interviews per wijk en een totaal van 140 interviews het uitgangspunt. In werkelijkheid zijn er 158 interviews afgenomen met een minimum van 20 per wijk. Bij de interviews hebben we er bewust voor gekozen de respondenten niet expliciet te vragen naar hun persoonsgegevens, omdat we met hen een inhoudelijk verdiepend gesprek wilden aangaan en daarbij vooral hun beelden en enraringen met betrekking tot bewonersorganisaties aan bod wilden laten komen. Op basis van onze ervaring weten we dat het stellen van vragen over, al dan niet gevoelige, persoonskenmerken een goed verdiepend gesprek kunnen belemmeren. De buurtinformatie op basis van de aspecten geslacht, etniciteit en leeftijd zijn overigens wel voor de interviews als richtlijn gehanteerd bij het benaderen van bewoners. Bij zowel de enquêtes als de interviews hebben we tevens rekening gehouden met de verschillen in bevolkingssamenstelling tussen de zeven wijken. We hebben bijvoorbeeld in Vreewijk en op Noordereiland relatief meer respondenten met een Nederlandse afkomst bereikt, terwijl in andere wijken relatief meer respondenten met een niet-westerse afkomst zijn bevraagd. Onderzoeksaanpak en verantwoording
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 7 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
Î~~~~~~~~~~~~~~~~~~t~ Dit hoofdstuk presenteert de bevindingen aan de hand van de zogenoemde `driehoek voor bewonersparticipatie'. Het succes van bewonersparticipatie bestaat bij gratie van een goede samenwerking en een vruchtbare interactie tussen de belangrijkste actoren in de wijk. Het gaat erom dat de drie centrale actoren - gemeente, lokale partners en bewoners - elkaar weten te vinden en zich gezamenlijk inspannen om de krachten te kunnen bundelen voor de woon- en leefomgeving van bewoners in de wijken. Dit onderzoek voor de deelgemeente Feijenoord is primair gericht op één lokale partner in de wijken, namelijk de bewonersorganisaties als belangenbehartiger voor de bewoners en als eerste aanspreekpunt voor de deelgemeente. Aan de hand van de interacties tussen de drie actoren in de driehoek zullen de bevindingen in dit hoofdstuk worden gepresenteerd. De gehanteerde deelvragen en normen uit het normenkader zullen worden behandeld bij de relatie tussen actoren waarop ze betrekking hebben. ~ï~~~;~~~ g ~ ~'~r=~i~á.~~~ ~~~r~ L~~~~r~~r~~a~a~~~i~~~~~, ~~~~~ g~~t~f iz~e~~ _~ c~~c~~r~t~~i~ c~~r~F~r.~r~~~ ~s1 ~~~~~i~ ~~~I ~~~~~~~ ~ ~~~t~r~~r~ r ~~~~~~j~~ ~r~ Aangezien bewonersorganisaties als belangenbehartiger voor de bewoners een eerste aanspreekpunt zijn voor de deelgemeente Feijenoord, behandelen we in deze paragraaf zowel de relatie deelgemeente - bewonersorganisaties als de retatie deelgemeente - bewoners. Deelvraag 5 en 6 met bijbehorende normen uit het normenkader hebben betrekking op deze relaties. Onderzoeksresultaten
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 8 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
~if~Íi$dá ~.' Î~~~r~~Í~ C~~~'~~~.'l~'ï~~ t~~~ °°° Î~~i~fli?~P~L?it~r`ztîlác'i~Í~?:5 ~!" :~~;f~'l~(,'~'?~?~~?~~~ - ~~~d~fT~.'.~ 3.~.1 ~~i~var~t~ or~twikkeiir~~~~ ïr~ r~la~ie deel~e~t~er~te -- ~e~o~~r~~rg~r~isatia~ Allereerst zal beknopt aandacht worden besteed aan de recente ontwikkelingen die van invloed zijn op de relatie tussen de deelgemeente, bewonersorganisaties en andere lokale partners (zoals opbouwwerk en organisaties van bewoners). Als gevolg van deze ontwikkelingen zit de relatie momenteel in een overgangsfase. Per 1 januari 2009 is het opbouwwerk overgegaan van de Stichting Bewonersondersteuning Feijenoord (BDF) naar Stichting Onderneming Opbouwwerk Rotterdam (hierna: SONOR): In het kader hiervan zijn er tevens wijzigingen doorgevoerd in het beleidskader voor bewonersondersteuning en is er door de deelgemeente Feijenoord bezuinigd op het budget voor het opbouwwerk. SONOR heeft de opdracht gekregen om de hulpvragen van alle organisaties in de wijken te inventariseren, waaronder ook de hulpvragen van de bewonersorganisaties die zijn verwoord in de jaarlijkse werkplannen van de organisaties. Het opbouwwerk heeft als taak om deze hulpvragen op relevantie en realistisch gehalte te beoordelen en op basis daarvan het budget (in uren) te prioriteren over de verschillende organisaties in de wijk, waaronder de bewonersorganisaties. Uit de interviews blijkt dat de taken van opbouwwerk en bewonersorganisaties sterker van elkaar worden gescheiden dan voorheen. Als gevolg daarvan dienen bewonersorganisaties een aantal taken zelf te gaan uitvoeren die voorheen door het opbouwwerk werden uitgevoerd. Bovendien is de structurele subsidie voor bewonersorganisaties in 2009 verlaagd met € 60.000. Daar tegenover staat een toevoeging van een budget van € 60.000 voor bewonersinitiatieven, waar de bewonersorganisaties een (subsidie)beroep op kunnen doen. Dit houdt in dat bewonersorganisaties voor het uitvoeren van activiteiten separate subsidies dienen aan te vragen. Op deze wijze is er een duidelijkere scheiding aangebracht tussen structurele subsidie en Onderzoeksresultaten 8
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 9 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
activiteiten in de wijk. Bewonersorganisaties zijn meer dan voorheen gedwongen de besteding van subsidiegelden voor activiteiten te verantwoorden. Tot slot heeft de deelgemeente Feijenoord een participatienota opgesteld die na het zomerreces zal worden vastgesteld. Deze participatienota zal als belangrijk beleidskader dienen voor de participatietrajecten die de deelgemeente Feijenoord inzet voor interactieve beleidsvorming. Ook de rol van de bewonersorganisaties wordt hierin besproken. De basis voor de participatienota is gelegen in eerdere afspraken die binnen de deelgemeente zijn Vastgelegd, zoals het Traktaat van Thurlede en de Gulden Regels waarin de erkenning van de positie van bewonersorganisaties en een betere samenwerking met de deelgemeente centraal staan. Bovendien wordt een nieuwe overlegstructuur opgezet in de vorm van buurtplatforms. Deelnemers van het buurtplatform zijn ven:egenwoordigers uit de wijk van al)erlei groepen mensen of belangenorganisaties, waaronder ook de bewonersorganisaties: De platforms zijn bedoeld om gezamenlijk thema's te bespreken en agenda's voor de verdere aanpak te bepalen. ~x~m~ ~~de~~ ~~n ~~ de~l~~~t~~~te F~#j~n~or~ Uit de documentenstudie blijkt dat de kaders die de deelgemeente Feijenoord stelt aan de bewonersorganisaties over hun rol; functie en subsidiabele taken met achterliggende visie versnipperd zijn vastgelegd over meerdere, al dan niet gedateerde, documenten. Desondanks blijkt uit de verschillende documenten de kerntaak van bewonersorganisaties. In de nog vast te stellen participatienota wordt het als volgt verwoord. "Bewonersorganisaties zijn er primair om de participatie van wijkbewoners te bevorderen en een actieve betrokkenheid en medeverantwoordelijkheid van alle wijkbewoners bij hun woon- en leefomgeving te stimuleren". Uit de interviews met bewonersorganisaties blijkt echter dat geen eenduidig beeld bestaat over wat er concreet met participatie wordt bedoeld. Bij participatie is er altijd sprake van een subject (een persoon of groep die deelneemt) en een object (datgene waaraan men deelneemt). Wat betreft het subject wordt in meerdere documenten aangegeven dat van bewonersorganisaties wordt verwacht dat zij een brug kunnen slaan naar alle bewoners in de wijk, zowel bewoners die zich natuurlijkerwijs voelen aangetrokken door de bewonersorganisatie maar ook bewoners die zich niet vanzelfsprekend tot de organisatie wenden. Het object waarop de participatie betrekking heeft is echter niet expliciet gemaakt in de verschillende documenten. Participatie kan betrekking hebben op deelname bij politieke besluitvorming (zoals centraal staat in de participatienota), maar ook maatschappelijke participatie kan met betrekking tot bewonersorganisaties van belang zijn. Daarbij valt te denken aan het bevorderen van deelname van verschillende groepen bewoners in de wijk aan sociaal-culturele activiteiten, al dan niet georganiseerd door de bewonersorganisatie zelf. Kortom, uit de interviews met de bewonersorganisaties blijkt dat ze onderling erg verschillen in hun opvatting van het begrip participatie en in hun fysieke en /of sociale focus. ~~~~r~~r~~ar~~~isaties ~1~ ~~r~ï~ a~~~~g~ek~~~t ~rr~~, ~~ ~e~l~~r~~~r~t~ Uit de verschillende documenten blíjkt dat bewonersorganisaties als belangenbehartíger voor de Onderzoeksresultaten
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 10 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
bewoners in de wijk het eerste aanspreekpunt zijn voor het dagelijks bestuur van de deelgemeente Feijenoord. Ze diener daarvoor op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen in de wijk en als verzamelpunt te fungeren om signalen uit de wijk op te vangen. Uit de enquêtes blijkt echter dat bewoners zelf weinig gebruik maken van de bewonersorganisatie om signalen en ontwikkelingen uit de wijk door te geven: Slechts 4,4% van de respondenten (n =113) geeft aan dat zij hiervoor gebruik maakt van de bewonersorganisatie. Uit de interviews met bewoners blijkt vervolgens dat bewoners over het algemeen wel van mening zijn dat de bewonersorganisatie in hun wijk op de hoogte is van de laatste ontwikkelingen. Ze iezen deze in de wijkkrant die de bewonersorganisaties regelmatig uitgeven. Een tweede vereiste voor een goede uitoefening van de taak als eerste aanspreekpunt voor het dagelijks bestuur betreft het tijdig organiseren van samenwerking, afstemming en communicatie met betrokken bewoners en andere partijen. In de interviews met de deelgemeente is aangegeven dat in het begin van het proces in een startnotitie wordt vastgelegd hoe het draagvlak voor de te ontwikkelen plannen gemeten zal worden. Er zou met de bewonersorganisaties overlegd worden over het bereiken van bewoners en het eventueel (aanvullend) inzetten van andere kanalen om bewoners te bereiken. Wij hebben echter geen concrete prestatieafspraken aangetroffen tussen de deelgemeente en de bewonersorganisaties, zoals het aantal te bereiken bewoners gespecificeerd naar specifíeke doelgroepen. De bewonersorganisaties hebben tijdens de interviews bovendien aangegeven dat zij niet tijdig of helemaal niet worden betrokken door de deelgemeente bij participatietrajecten. Ze geven aan dat de deelgemeente steeds vaker alternatieve trajecten inzet, waarbij zij als bewonersorganisatie niet worden betrokken. Ze geven hiervan diverse voorbeelden. Uit de enquêtes met de bewoners blijkt tevens dat slechts 2,7% van de respondenten (n = 113) gebruik maakt van de bewonersorganisaties om mee te denken over beleid van de deelgemeente. ~.~.~ ~~el~tellir~~~r~ ~r~ ~~r~r~~o~r~i~g var~ ~e~~r~~r~~~~anisaties Bewonersorganisaties stellen jaarlijks een werkplan op met daarin een overzicht van activiteiten en projecten met een omschrijving van de activiteit en het beoogd resultaatldoel. Dit overzicht dient aan het einde van het jaar als basis voor het inhoudelijk jaanrerslag dat samen met het financieel jaarverslag en de accountantsverklaring moet worden ingediend voor de vaststelling van de structurele subsidie. Bewonersorganisaties worden door de deelgemeente verzocht op basis van de beoogde resultaten/doelen te verantwoorden of de doelen zijn behaald en of het heeft geleid tot het gewenste resultaat. Tevens worden ze verzocht om bij activiteiten/projecten die niet zijn gerealiseerd aan te geven wat daarvoor de oorzaak is en welke acties/maatregelen er genomen worden om alsnog tot realisatie te komen. Uit de documentenstudie en de interviews met zowel de deelgemeente als de bewonersorganisaties blijkt dat de bewonersorganisaties niet beschikken over een recent visiedocument voor de lange termijn met daarin de strategie en SMART geformuleerde doelen. Bewonersorganisaties verwijzen voor hun rol, taken en doelstellingen naar de oprichtingsakte en hun jaarlijkse werkplannen. In deze werkplannen zijn echter geen SMART doelstellingen Onderzoeksresultaten 10
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 11 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
geformuleerd. Als gevolg hiervan zijn de resultaten van de bewonersorganisaties niet meetbaar in termen van bijvoorbeeld het aantal behandelde hulpvragen, het aantal g~~ïnventariseerde klachten/signalen, de participatie van bewoners (gespecificeerd naar doelgroep) bij activiteiten en/of bewonersbijeenkomsten. Een aantal bewonersorganisaties heeft overigens tijdens de interviews aangegeven over gegevens als participatiegraad te beschikken, maar deze niet te rapporteren naar de deelgemeente. Ze geven aan dat de deelgemeente hen niet verzoekt deze gegevens te verstrekken. In de verantwoording van bewonersorganisaties wordt slechts aangegeven of de activiteiten/projecten zijn uitgevoerd, maar niet welk maatschappelijk effect daarmee is bereikt. Op basis van deze beperkte verantwoording dient de deelgemeente de structurele subsidie vast te stellen. Tijdens de interviews hebben bewonersorganisaties aangegeven dat hun (structurele) subsidieverzoeken door de deelgemeente altijd worden gehonoreerd. . Wat de separate subsidies voor het uitvoeren van activiteiten betreft, geven de bewonersorganisaties aan dat zij worden beperkt door de lange doorlooptijd van subsidieaanvragen. Met name bij actuele ontwikkelingen in de wijk is de doorlooptijd van een subsidieaanvraag te lang om nog goed in te kunnen spelen op de ontwikkelingen. Het feit dat elke subsidieaanvraag (ongeacht het bedrag) dient te worden vastgesteld door het bestuur wordt als een belemmerende factor gezien in het kader van de doorlooptijd. ~~~~~~ ~~Wt~~~~~~~~~t~i~~~~~~ ~ ~~~~~~~~ In deze paragraaf worden de bevindingen gepresenteerd die betrekking hebben op de relatie tussen de bewonersorganisaties en de bewoners. De deelvragen 1, 2, 3, 4 en 7 met bijbehorende normen uit het normenkader hebben betrekking op deze relatie. Onderzoeksresultaten 11 ~tg~azr~, ~~~~tó=~ ~~~~~?~rs~r~~ E,`~~,~~~ .~ ~~~_.~_=-:~:ïM
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 12 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
~.2.1 Beker~dE~e#d var~ bewor~ersc~r~~r~lsati~s ond~r be~~~ers In de enquête is de bewoners gevraagd of ze een of meerdere bewonersorgar~saties in de deelgemeente Feijenoord kennen. Van het totaal aantal respondenten (n=11;~) geeft 23,9% aan geen bewonersorganisatie te kennen. De ovérige respondenten (76,1%) zijn bekend met een of meerdere bewonersorganisaties. Wat betreft verschillen tussen de bekendheid naar afkomst van de respondent valt op dat BOA en BOB relatief beter bekend zijn onder respondenten met een niet-westerse afkomst dan onder respondenten met een Nedertandse afkomst. Wat de verschillen per wijken betreft, blijk dat de bewonersorganisaties Afrikaanderwijk (BOAJ met 94,1% relatief het meest bekend is onder de bewoners uit de eigen wijk. De Katendrechtse bewonersorganisatie (KBO) en de bewonersorganisatie Hillestuis (BOH) zijn daarentegen met respectievelijk 43,8% en 50% relatief het minst bekend onder de bewoners uit de eigen wijk. Uit de interviews met de bewoners komt echter naar voren dat bewoners die aangeven de bewonersorganisatie in de wijk te kennen tegelijkertijd onbekend kunnen zijn met de rol en taken van de bewonersorganisatie. Ze kennen de bewonersorganisatie van naam; maar weten echter niet te duiden waarvoor de organisatie dient. Slechts 56% van de geïnterviewden (n =158) geeft aan te weten wat de bewonersorganisaties doen. Uit de interviews blijkt tevens dat bij veel bewoners het beeld leeft dat bewonersorganisaties er zijn voor bewoners met vragen, klachten en problemen. Als gevolg híervan worden bewonersorganisaties vaak geassocieerd met hulpbehoevende bewoners, bijvoorbeeld voor het invullen van formulieren. Veel bewoners gaven tijdens de interviews aan geen gebruik te maken van de bewonersorganisatie 'omdat zij alles zelf kunnen/doen'. Inspraak of participatie bij politieke besluítvorming door middel van een bewonersorganisatíe is zelden genoemd tijdens de interviews met bewoners. Op de vraag waar de bewoners de bewonersorganisatie van kennen, antwoordt 51 % van het totaal aantal respondenten dat ze de organisatie kennen van de wijkkrant. Wel zijn er verschillen in de bekendheid van de wijkkrant tussen wijken. De wijkkrant van de BOA is met 71 % relatief goed bekend onder de bewoners in de Afrikaanderwijk. De wijkkrant van de BOH is met 21 % relatief minder bekend onder de bewoners in hun wijk. Uit de interviews met bewoners komt overigens naar voren dat bewoners de wijkkrant over het algemeen kennen en waarderen, maar niet altijd weten te duiden dat deze wijkkrant afkomstig is van de bewonersorganisatie in hun wijk. Een kwart van alle respondenten (25,7%) is vervolgens bekend met de wijkwinkel (wijkinformatiepunt) van de bewonersorganisaties. De wijkwinkel van de bewonersvereniging Noordereiland (BVN) is relatief goed bekend met 66,7% onder de bewoners uit de wijk, terwijl de wijkwinkels van de KBO en de BOH retatief minder bekend zijn met respectievelijk 6,3% en 7,1% onder de bewoners in de eigen wijk. Slechts 5,3% van het totaal aantal respondenten (n = 113) kent de bewonersorganisatie van bewonersbijeenkomsten. á.~.~ ~ebr~ï~ ~~r~ ri~ ~~~or~~rsor~ar~i~~~i~s ~~~r be~x~cr~e~-s Terwijl 23,9% van het totaal aantal respondenten in de enquête aangeeft niet bekend te zijn met een bewonersorganisatie, is het gebruik van bewonersorganisaties door bewoners aanzienlijk lager. Op de vraag waarvoor de bewoner gebruik maakt van de bewonersorganisatie geeft 66% Onderzoeksresultaten 12
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 13 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
van alle respondenten (n = 113) aan geen gebruik te maken van een bewonersorganisatie. Zoals hierboven al gerapporteerd is het gebruik van de bFwonersorganisaties voor 'signalen en ontwikkelingen uit de wijk' (4,4%) en voor het `meedenken over beleid van de deelgemeente' (2,7%) erg laag. In de wijk Noordereiland maken bewoners hier overigens relatief meer gebruik van met respectievelijk 20% en 13,3%. In de wijken Vreewijk en Afrikaanderwijk maken bewoners relatief meer gebruik van de bewonersorganisatie in hun wijk voor `vragen' en `klachten' dan bewoners in de andere wijken. Bewoners in de Afrikaanderwijk maken bovendien opvallend vaker gebruik van de BOA voor het `invullen van formulieren' (47,1% t.o.v. het gemiddelde van 11,5% onder het totaal aantal respondenten): Tevens is er een verschil in het gebruik van de bewonersorganisatie tussen respondenten met een Nederlandse afkomst en respondenten met een niet-westerse afkomst. Respondenten met een Nederlandse afkomst maken relatief meer gebruik van de bewonersorganisatie voor `signalen en ontwikkelingen uit de wijk' en `meedenken over beleid van de deelgemeente'. Respondenten met een niet-westerse afkomst maken relatief meer gebruik van de bewonersorganisatie voor het `invullen van formulieren'. Wat de activiteiten van bewonersorganisaties betreft geeft 40,7% van het totaal aantal respondenten (n = 113) aan bekend te zijn met activiteiten van de bewonersorganisatie. In de wijk Hillesluis zijn bewoners relatief onbekend met de activiteiten van de BOH (21,4%). Wat betreft de verschillen in afkomst tussen respondenten valt op dat respondenten met een Marokkaanse afkomst relatief minder bekend zijn met de activiteiten van de bewonersorganisatie, namelijk slechts 7,1%. Vervolgens geeft slechts 17,7% van het totaal aantal respondenten aan activiteiten van de bewonersorganisatie ook daadwerkelijk te bezoeken. In de wijken Bloemhof (26,7%), Noordereiland (26,7%) en Afrikaanderwijk (35,3%) is het gebruik relatief hoger. Tijdens de interviews gaven de bewoners meerdere malen aan dat de (beperkte) deelname aan activiteiten niet alleen te wijten is aan bewonersorganisaties, maar dat de bewoners zelf ook steeds minder tijd en behoefte hebben om deel te nemen de activiteiten van bewonersorganisaties. Op de vraag of men tevreden is over de manier waarop de bewonersorganisatie bewoners benadert antwoordt 43,2% van het totaal aantal respondenten dat zij tevreden is en 12,6% dat zij niet tevreden is. In de Afrikaanderwijk zijn bewoners met 82,4% relatief zeer tevreden over de manier van benaderen door BOA, terwijl op Noordereiland 46,7% van de bewoners aangeeft ontevreden te zijn over de manier van benaderen door BVN. Uit de interviews met zowel de bewonersorganisaties als de bewoners in de wijken blijkt dat de bewonersorganisaties onderling erg verschillen in het benaderen van bewoners en het stimuleren van participatie onder bewoners. De verschillen hebben vooral betrekking op een proactieve of reactieve instelling door bewonersorganisaties naar bewoners en andere organisaties in de wijk. Uit opmerkingen als "als ze willen, kunnen ze komen" (bewonersorganisatie) of "als je wilt, kan je aansluiten", "ze blijven altijd in hun kantoor zitten" en "ze zijn niet uitnodigend° (bewoners) blijkt dat een aantal bewonersorganisaties een reactieve houding aannemen naar de bewoners en andere organisaties in de wijk. Opvallend was dat veel bewoners tijdens de interviews als verbeterpunt aangaven dat bewonersorganisaties hen meer proactief en persoonlijk zouden kunnen benaderen. Overigens Onderzoeksresultaten 13
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 14 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
kunnen een aantal bewonersorganisaties hier als best practice dienen, zoals de BOA die bewoners benadert met tenten i~n de straten om hun mening te vragen over de wijk. 3,~d~ ~raagvtak ~ar~ tie be~ror~ersorg~~i~~tt~~ ~s~~~r ~~~or~ers Tijdens de interviews is de bewoners gevraagd of zij zich vertegenwoordigd voelen door de bewonersorganisatie in hun wijk. Van het totaal aantal geïnterviewden (n=158) heeft een ruime meerderheid (62%) aangegeven zich niet vertegenwoordigd te voelen door de bewonersorganisatie. Bovendien gaf een vergelijkbaar aantal bewoners aan dat zij niet het idee hebben dat de bewonersorganisaties de belangen van alle groepen in de wijk behartigen. Bij een aantal bewonersorganisaties zijn een aantal terugkerende opmerkingen van bewoners opvallend. Zo worden de BVN en BOV een aantal keren door de eigen bewoners geassocieerd met `senioren', `een select traditioneel clubje van 50plussers' en `blanke ouderen'. Bij de KBO vallen opmerkingen op als `ze handelen uit eigen belang', `KBO is vriendjespolitiek' en `eerder tegenwerken dan meewerken'. In de enquête is de bewoners tevens gevraagd of zij tevreden zijn met de manier waarop de bewonersorganisatie omgaat met hun vragen, klachten en signalen. In de Afrikaanderwijk (58,8%) en Bloemhof (33,3%) is de tevredenheid relatief hoog t.o.v. het gemiddelde van 23% onder de bewoners in atle wijken. Een aantal terugkerende verbeterpunten die bewoners tijdens de interviews hebben aangegeven betreft het beter inventariseren van de behoeften van de verschillende groepen in de wijk (vooral ouderen/jongeren komt vaak terug). Ook een goed klachtensysteem waarin klachten worden geregistreerd zodat gericht actie ondernomen kan worden door de bewonersorganísatie ontbreekt volgens bewoners. Tot slot missen de bewoners een terugkoppeling van behaalde resultaten door de bewonersorganisaties. Ze geven aan dat `er niet naar hun wordt geluisterd', 'er geen resultaten worden geboekt', 'je er nooit meer wat van hoort'. Tot slot is de geïnterviewden gevraagd of zij zelf op enige wijze actief zijn in de wijk. Ruim een kwart van de geïnterviewde bewoners (26%) geeft aan actief te zijn in de wijk. De wijze waarop ze actief zijn is divers; kerklmoskee, burenhulp, jongerenwerk, hobby en sportclubs. Van de geïnterviewden die aangeven niet actief te zijn in de wijk geeft het merendeel aan het door studie, werk en/of kinderen te druk te hebben. ~.~.~ ~~i~~r~r~t~ ~a~t~ikk~ür~~~~ i~a de rei~tie ~~~~~~~r~orgar~is~fii~~ ~ b~~orrers De bewonersorganisatie Hillesluis (BOH) houdt per 1 januari 2010 op te bestaan. Het bestuur heeft haar taken neergelegd en er zijn geen nieuwe bestuursleden bereid gevonden om de taken over te nemen. De bestuursleden van de bewonersorganisatie hebben tijdens het intefview aangegeven dat de bewonersorganisatie Hillesluis in haar huidige vorm niet meer werkt. De redenen daarvoor zijn hieronder weergegeven. Onderzoeksresultaten 14
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 15 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
Er is een vacuüm ontstaan tussen de bewonersorganisatie en de achterban/bewoners. Hierdoor kan de bewonersorganisatie ook haar taak als eerste aansr~reekpunt voor het dagelijks bestuur van de deelgemeente Feijenoord niet meer naar behoren uítvoeren. Bewoners organiseren zich steeds meer in alternatieve organisaties van bewoners die ook als participatiemechanismen fungeren. Voorheen was de bewonersorganisatie de spin in het web in de wijk, maar dat is de afgelopen jaren veranderd. De taken van de bewonersorganisatie zijn verschoven van het zelf organiseren van activiteiten naar het administratief faciliteren en het beheren van de budgetten van andere projecten, zoals `Mensen maken de stad'. Er is een verschuiving in de oriéntatie van vrijwilligers merkbaar. Bewoners zijn minder blijvend betrokken, maar steeds meer tijdelijk bíj thema's die hen aangaan. Tijdens de interviews met de bewonersorganisaties is ook het belang van een divers samengesteld bestuur als afspiegeting van de wijk besproken. Er is naar voren gekomen dat het bereiken van alle groepen in de wijk voorop dient te staan, ongeacht de afkomst van de bestuursleden en vrijwilligers. Bewonersorganisaties erkennen echter dat een divers samengesteld bestuur daarbij stimulerend kan werken. Meerdere bewonersorganisaties hebben tijdens de interviews aangegeven dat ze streven naar `verjonging' en `verkleuring' van het bestuur en de vrijwilligers in de bewonersorganisaties. Ze proberen jonge en/of mensen met een andere afkomst dan de Nederlandse aan te trekken, maar ervaren dit als een lastige taak. In de trendstudie naar vrijwilligerswerk dat is uitgevoerd door het Centrum voor Onderzoek en Statistiek in opdracht van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Rotterdam (januari, 2006) wordt geconcludeerd dat er in Rotterdam een toename is van het aanta) jongeren en allochtonen dat deelneemt aan vrijwilligerswerk. Het ligt echter voor de hand dat zij zich op andere terreinen met vrijwilligerswerk bezighouden, zoals op het terrein van sport, onderwijs; zorg, etc. Tevens zouden allochtonen verhoudingsgewijs vaker vrijwilligerswerk doen bij religieuze instellingen, zo stelt het rapport. Onderzoeksresultaten 15
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 16 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
Ot~~~~ï~~~~ ~~ ~~~t~~~~~(~~~I~ In dit hoofdstuk zullen eerst op basis van de bevindingen de conclusies worden geformuleerd. Tot slot zullen een aantal aanbevelingen ter verbetering worden uitgewerkt. ~x"~ ~~~~It~~~~~ De conclusies zullen worden geformuleerd in de vorm van een beknopte beantwoording van de deelvragen uit het normenkader, met voorafgaand enkele algemene conclusies. Uit het onderzoek ís gebleken dat er geen eenduidig beeld bestaat over wat er met het begrip 'participatie' wordt bedoeld. Het is duidelijk dat het gaat om de deelname van alle bewoners in de wijk, maar het is onduidelijk waarop de deelname betrekking heeft. De participatie die bewonersorganisaties moeten bevorderen in de wijk kan betrekking hebben op participatie bij politieke besluitvorming en/of op maatschappelijke participatie. Bewonersorganisaties verschillen onderling erg in hun opvatting van het begrip `participatie' en in hun fysieke en/of sociale focus. Bovendien kunnen wij op basis van zowel de enquêtes als de interviews concluderen dat de bewonersorganisaties onderling erg verschillen in hun functioneren. De verschillen zitten vooral ook in een proactieve of reactieve instelling door bewonersorganisaties naar zowel bewoners als andere organisaties. ~~~i~~~~~ ~: ir° i~ra~~i~~~~ ~~~~~r ~s~ ~~.~c~~r~c~°~~~:;~~~í~~ i~ ~~ r~~r~ï~~~~~,~:~~~~~ ~eïjorc~~r~ ;~~;~~~:r?;á~a ~~~~~rt~iY~~:e~ ~~ïi~~~~i~~ï~ ura~rr~l.~ ~~~2~iti~ ~~t~~~ .r~ ~~~tuarl~r~ i~ ;~~ ~v"~~~ 't,"~ r;,á ~(ë~~~i?~~~a'~"f ~i~S? ~~'~tiái~~'L~a ~~,'9t~i'~ i??'e,%~ ü`~ ~~~zJ~ß`~~'~i3Í'L:ezi7S`by'~~1~'sFï ~ttär~ `ä~'~~~4; !'i7~?t' $~c ~i~ ~-~;=~°;j~ k~~r~~r~: ~~ ~á:~f~~ijl~ ~~ rr~i ~r~ ~~: :r~~~ca~~=;j~~ ~~~~~r~ ~~~r: ~e:~~r;r;~r~~e~~~~i~~~i~~ :~ ~.i~,:~F;~~~~~ Van het totaal aantal enquêterespondenten (n=113) is 76,1% bekend met één of meerdere bewonersorganisaties. BOA en BOB zijn relatief beter bekend onder respondenten met een nietwesterse afkomst dan onder respondenten met een Nederlandse afkomst. Wat de verschillen per wijken betreft, blijkt dat de bewonersorganisaties Afrikaanderwijk (BOA) met 94,1 % relatief het meest bekend is onder de bewoners uit de eigen wijk. De Katendrechtse bewonersorganisatie (KBO) en de bewonersorganisatie Hillesluis (BOH) zijn met respectievelijk 43,8% en 50% relatief het minst bekend onder de bewoners uit de eigen wijk. Uit de interviews met de bewoners komt echter naar voren dat bewoners die aangeven de bewonersorganisatie in de wijk te kennen tegelijkertijd onbekend kunnen zijn met de rol en taken van de bewonersorganisatie. Ze kennen de bewonersorganisatie van naam, maar weten echter niet te duiden waarvoor de organisatie dient. Vervolgens is 40,7% bekend met activiteiten van de bewonersorganisatie in hun wijk. Slechts 17,7% van het totaal aantal enquêterespondenten geeft aan activiteiten van de bewonersorganisatie ook daadwerkelijk te bezoeken. In de wijken Afrikaanderwijk (35,3%), Conclusies en aanbevelingen 16
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 17 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
Bloemhof (26,7%) en Noordereiland (26,7%) is de deelname aan activiteiten onder de bewoners relatief hoger. ;' Deelvra~~ ~~ ~~I~~~r~ ~~;~~ar~~r~ ~i~ r~i ~r~ de .~~~;~~ °~r~~ ~~ ~~~~~r~~r~~r~~~~ï~~ái~~ ~~ ~e~c~~r~~r~ ¢ ~~~lo ~~~~ ~e ç~e~~t~r~=~~d~~r (r~=`i~~f ~e~~ a~r~ ~e vue~~r~ ~a~t d~ ~~~uc~,~~~:~r°~ç~r~i~~t?~~ ~~~r~. ~`~~~~s ~ïir~ ~~ ~~~ic~~r~ :~~~ ~e~~~r~~~~ ~~er ~~ ':~r~ti~ ~r~ t~~~~ _~~~ ~~~~~r~~r~~~~~~i~~~í~~ ~a~~ù ~~r~~i~~is~a Bij veel bewoners leeft het beeld dat bewonersorganisaties er zijn voor bewoners met vragen, klachten en problemen. Als gevolg hiervan worden bewonersorganisaties vaak geassocieerd met hulpbehoevende bewoners, bijvoorbeeld voor het invullen van formulieren. Inspraak of participatie bij politieke besluitvorming door middel van een bewonersorganisatie is zelden genoemd tijdens de interviews met bewoners. Deei~r~°~~~ ~: ~~ ~reïl~~ ~~ij~~ ~~;~$k~r=, ~~ ~~=~~~rY~r~~r~~f ~~~i~~ : M ~~~=~a~~°°er~ ;~ ~~ ~~ï~~'? C~ ~~~ta~r~~r~rr~~r~i~~~ï~~ lae~~i~~r: t~~: ~~:e~~~~~., ". =.;r ~ïxtw~~~~ ~~rMrrt~Ar~i~a~í~~í~~~:l~~. ~r~~ze ~-i~~~~r~~; ~~~ijk~ai~l~~l ~r~ ~~t~~~~r~r~~ije~~:~w~:~~;~ . f~:r~~ll~r~~~ ~~~r~~j ~~ ~~° ~~° ~~~r~i~ ;~i~ t~~~~~r~~r~~iJ~~:~l~~rrr~~~r~ ~~~~r~~ i~. >~~r~~r ~~~~° ~~~y ~~~~~ äe ~r~~~~~~re~~~~;~~~~~re ~r~=~ ~ ~'._ ~~r~ ~~~~ ~~~~~~ík t~ ~~i~~r~ ~r~.n ~~~ é2~;~~r~~r:~~~~r ~i~~~·~;. De bewonersorganisaties kunnen de bewoners in de wijk bereiken middels hun wijkwinkel/wijkinformatiepunt; wijkkrant of bewonersbijeenkomsten/activiteiten. Uit het onderzoek blijkt dat de wijkkrant bij 51 % van het totaal aantal respondenten (n=113) bekend is. De wijkkrant van de BOA is met 71 % relatief het meest bekend onder de bewoners in de Afrikaanderwijk. In Hillesluis is de wijkkrant van de BOH met 21 % relatief het minst bekend onder de bewoners. Uit de interviews met bewoners komt overigens naar voren dat bewoners de wijkkrant over het algemeen kennen en waarderen, maar niet altijd weten te duiden dat deze wijkkrant afkomstig is van de bewonersorganisatie in hun wijk. Een kwart van alle respondenten (25,7%) is vervolgens bekend met de wijkwinkel (wijkinformatiepunt) van de bewonersorganisaties. De wijkwinkel van de bewonersvereniging Noordereiland (BVN) is relatief het rneest bekend met 66,7% onder de bewoners uit de eigen wijk, terwijl de wijkwinkels van de KBO en de BOH relatief minder bekend zijn met respectievelijk 6,3% en 7,1% onder de bewoners in de eigen wijk. Slechts 5,3% van het totaal aantal respondenten (n=113) kent de bewonersorganisatie van bewonersbijeenkomsten. Op de vraag waarvoor de bewoner gebruik maakt van de bewonersorganisatie geeft 66% van alle enquëterespondenten (n=113) aan geen gebruik te maken van een bewonersorganisatie. Het gebruik van de bewonersorganisaties voor'signalen en ontwikkelingen uit de wijk' (4,4%) en voor Conclusies en aanbevelingen 17
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 18 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
het `meedenken over beleid van de deelgemeente' (2,7%) is onder het totaal aantal enquêterespondenten opvallend laag. In de wijk Noordereiland maken bewoners hier overigens relatief meer gebruík van met respectievelijk 20% en 13,3%. Bewoners in de Afrikaanderwijk maken opvallend vaker gebruik van de BOA voor het 'invullen van formulieren' (47,1 % t.o.v. het gemiddelde van 11,5% onder het totaal aantal respondenten). Tevens is er een verschil in het gebruik van de bewonersorganisatie tussen respondenten met een Nederlandse afkomst en respondenten met een niet-westerse afkomst. Respondenten met een Nederlandse afkomst maken relatief meer gebruik van de bewonersorganisatie voor `signalen en ontwikkelingen uit de wijk' en `meedenken over beleid van de deelgemeente'. Respondenten met een niet-westerse afkomst maken relatief meer gebruik van de bewonersorganisatie voor het `invullen van formulieren'. ~~~l~r~~g ~: ir~ ~c~~~r~rre ~~ets~~rî ~~ la~;~~~r~~r~c~r~~r~$~~ti~~ ir~ ci~ c~~~le~~rr~~er~~~ Fci~~r~~~rcí vc~i~~~r~e~~ c~r~a ~I~it ~r~ï~~rsiá~it v~c~rr~~ r~~~~elcá) ~ar~ ~~ I~~x~~or~cr > ir~ ~~ ~íj~`~ ái~,~ ~~r~ ~~~ t~~~~i a~~~~i ~e~r~tervíe~s~~r~ i,r~=1 ~~~ ~~~fi~ ~~r~ ~i~h r~i~~ ver~~~~r~~r~~orc~i~~ ~~ ~~~i~;r~ d~rsr ~~rr ~~~~c~r~~r~~r~~~ï~~~i~. ~e iez~r~~~r~~~i~ oir~r d~ rr~~.r;ier ~~~ar~~~ r~~ ~e~~~.~r~~rscar~~r~i~~~i~ ~rrr~a~1 r~~~ ~~rra~e~~r` ~i~~ht~r~ ~r~ ~i~r~aier~ ~rsr~~ r~ras~r ~i~ ~~n~aa~`~~r~ ir~ r3~ ~~~ci~i~~~ ~ríj~~r~ ~a~r~~~iii~r~r~ ~~=~~~rd~~rr~. Uit het onderzoek blijkt verder dat een ruime meerderheid bewoners aangeeft dat zij niet het ídee hebben dat de bewonersorganisaties de belangen van alle groepen in de wijk behartigen. Vervolgens is de bewoners gevraagd of zij tevreden zijn met de manier waarop de bewonersorganisatie omgaat met hun vragen, klachten en signalen. In de wijken Bloemhof (33,3%) en Afrikaanderwijk (58,8%) is de tevredenheid relatief hoog t.o.v. het gemiddelde van 23% onder de bewoners in alle wijken. Een aantal terugkerende verbeterpunten die bewoners tijdens de interviews hebben aangegeven betreft het beter inventariseren van de behoeften van de verschillende groepen in de wijk, een goed klachtensysteem en het terugkoppelen van resultaten aan bewoners zodat zij zich gehoord en serieus genomen voelen. ~~~lv~~~~ ~: L~~a ~~~lk~ ~íy~ ~rr~~~r~rt ~~~rr~r~~r~r~r~~r~i~~~i~~ rl~ ~~~~~i~ ~~rt i~~ a~r~r~~r~ ïr~ ~r~srt ~ri~~ ~~ ~~~c~rd~r~rí'? ~~~rt~r~~r~~rc~~r~i~~tí~,~ ~~~r~~~íli~r~ ïr~ ci~ ~ij~~ ~r~~ro~ z~ ~~rti~i~~~i~ ir~ c~~ ~~F~s~ ~~~t~r~~r~r~ ~ :~:~ ~~r~~f;il ~~ :r,~~ ~€~rr~~ ir~ ~~r~ ~rr~~c~i~~~ ~~ r~~~~ï~~e ~c~~acür~~ r~~~r ~~~rs~r,~r~ ir~ r~~ ~~£íj~. ~~ ~~~~~r~~r~~rc~~r~i~~~i~~ ~~~~~n ~~~ ~~r; c~~~ ~ïj ~i~ ~~r~v~ ~~r~~~r~~~~°rar~~ v~c~r ~~~ ~~~~líj~~ b~w~~=~r ir~ ~~s~~r~~~ r~~~t~ ~~trcs~~~r~ ~~r~rd~r~ ï~ïj ~~r~it~í~~~í~tr~a;~~~~r~ ~~r~ ~i~ ~~~IC~~rr~~~r~~~. Uit opmerkingen als "als ze willen, kunnen ze komen" (bewonersorganisatie) of "als je wüt, kan je aansluiten", "ze blijven altijd in hun kantoor zitten" en "ze zijn niet uitnodigend" (bewoners) blijkt dat Conclusies en aanbevelingen 18
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 19 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
een aantal bewonersorganisaties een reactieve houding aannemen naar de bewoners en andere organisaties in de wij!c. Opvallend was dat veel bewoners tijdens de interviews als verbeterpunt aangaven dat bewonersorganisaties hen meer proactief en persoonlijk zouden kunnen benaderen. Als eerste aanspreekpunt voor de deelgemeente dienen bewonersorganisaties op de hoogte te zijn van de ontwikkelingen in de wijk en als verzamelpunt te fungeren om signalen uit de wijk op te vangen. Terwijl uit de enquêtes blijkt dat bewoners zelf weinig gebruik maken van de bewonersorganisatie om signalen en ontwikkelingen uit de wijk door te geven (4,4%), geven de bewoners tijdens de interviews aan dat zij over het algemeen wel van mening zijn dat bewonersorganisaties op de hoogte zijn van de laatste ontwikkelingen in de wijk. Ze lezen deze in de wijkkrant die de bewonersorganisaties regelmatig uitgeven. Een tweede vereiste voor een goede uitoefening van de taak als eerste aanspreekpunt voor het dagelijks bestuur betreft het tijdig organiseren van samenwerking, afstemming en communicatie met betrokken bewoners en andere partijen. De bewonersorganisaties hebben tijdens de interviews aangegeven dat zij niet tijdig of helemaal niet worden betrokken door de deelgemeente bij participatietrajecten. Ze geven aan dat de deelgemeente steeds vaker alternatieve trajecten inzet, waarbij zij als bewonersorganisatie niet worden betrokken. D~elvr~ag ~~ ~~~~:~°~~r~ ç ~~~~i~~ r~~~á~r~ ~~~ar ~~ ~a~v~~~~r~c~r~ar~í~~~i~~ ~~l~a~i~ ~r~ l~c~~ ~ac~~dt dit ~~rr~~~~=~~r~i l ~~~~~~~~rs~~~~;r,~~~i~s ~:,rs~ f ~~r~r~ c~~~~~ ~~r~F~~i ~a~i~t~ll;~r,~~ç~ ~v~~ ~~~t~~r~ ~r~~~atïe~ ~r~ w? ~tâ~~il~ ü~~~?'~~,~?" >,3~~:'s~~îxl~ í~ tJii"t CÎ~; i"~~i,~~~~á~~;s°t ~~ ïïï~'~~.'C~ ~,'ii't~ i~~~£~((é~~~r1 Tussen de deelgemeente en de bewonersorganisaties worden geen concrete prestatieafspraken gemaakt, zoals het aantal te bereiken bewoners gespecificeerd naar doelgroepen in het kader van participatie. Zowel de deelgemeente als de bewonersorganisaties sturen niet aan op SMART doelstellingen op basis waarvan meetbare resultaten kunnen worden verantwoord. In de verantwoording van bewonersorganisaties wordt slechts aangegeven of de activiteiten/projecten zijn uitgevoerd, maar niet wel maatschappelijk eftect daarmee is bereikt. Op basis van deze beperkte verantwoording worden de structurele subsidies vastgesteld door de deelgemeente. Een aantal bewonersorganisaties heeft tijdens de interviews aangegeven over gegevens als participatiegraad te beschikken, maar deze niet te rapporteren naar de deelgemeente. Ze geven aan dat de deelgemeente hen niet verzoekt deze gegevens te verstrekken. Wat de separate subsidies voor het uitvoeren van activiteiten betreft, blijkt uit de interviews dat bewonersorganisaties worden beperkt door de lange doorlooptijd van subsidieaanvragen. Het feit dat elke subsidieaanvraag (ongeacht het bedrag) dient te worden vastgesteld door het bestuur wordt als belemmerende factor gezien in het kader van doorlooptijd. Conclusies en aanbevelingen 19
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 20 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
~~~~"~`~~~~ ~: ~~ ~?% ."s~ ~~~~ ~i%C)~ "~~~i~%~~~~Ïil~ c~'. t z~r^~;"~.'~`sïi Vráil iÎL~ ~~'°zts:<á~F.a~t~~~à~~C3~~~P'íiiC~ ~á~i' :~~ ~~~.~r~ar~~r~c~rç~~r~i~~~ï~~ ~i~~~ir~~ ~~~c~r~~r~ ír, ~~ ~~~ï~~r~:~~r~~~ ~~ii~~ac~~~ ~~ ~~~ï~ ~r~r~ ~~aven~~~~~~íc~ ~~~1~~~~c;u~í£~~ is~~, ~;~ ~~ar~~r~ ~~ûf~;~~r~~i~r~~~r~ ~#~~ ~~ r~irr£t~ i~ ~r~:~~r ~~r~~2~ri~~` ~í~ ~~~~í~~~r~ ~ie~~~r~·~ ~a~~ ~:~~~z~r~ç~~~~~ ~.~ ~~r°=~~~~tir:~~~s. Op basis van de voorgaande deelconclusies geven we hieronder antwoord op de centrale onderzoeksvraag: ~r~ ~rc~~~~rr~ ~~~~~r~ ~~~ar~r:~=~~r~~~<,~~~~~~ _~ ~`~ ~~~~`f,~r~ ~~arrr~ ~~~~ Yí~~~~r~ e~~ ~;~t~;~~ ~~r~~rrl~~Fr~~~ Door het ontbreken van een heldere gezamenlijke definitíe van participatie alsmede het ontbreken van SMART prestatieafspraken kan de deelgemeente niet goed sturen op participatiebevordering door bewonersorganisaties. Wat betreft de participatiebevordering worden bewonersorganisaties enerzijds in beperkte mate betrokken bij participatietrajecten van de deelgemeente en anderzijds zijn de organisaties bij bewoners niet altijd bekend als eerste aanspreekpunt voor de deelgemeente op het terrein van participatie. Uit het onderzoek blijkt dat bewoners de bewonersorganisaties kennen, maar dat in de praktijk blijkt dat zij feitelijk niet bekend zijn met hun inhoudelijke rollen en taken of een eenzijdig beeld hebben daarover. Een belangrijk deel van de bewoners geeft aan geen gebruik te maken van een bewonersorganisatie. Wat betreft het draagvlak blijkt dat een aanzienlijk deel van de bewoners zich niet vertegenwoordigd voelen door een bewonersorganisatie. Tevens leeft het beeld dat de organisaties niet de belangen van alle groepen bewoners in de wijk behartigen. Gelet op het bovenstaande alsmede eerder beschreven recente ontwikkelingen op het terrein van bewonersparticipatie en de organisaties en structuren díe daarmee van doen hebben, concluderen wij dat de huidige invulling en werkwijze van de bewonersorganisaties heroverwogen en opnieuw gedefinieerd dient te worden. Dit alles met als doel om de lokale structuren in de wijk op elkaar aan te laten sluiten, zodat dubbele functies en taken voorkomen kunnen worden en participatie optimaal vormgegeven kan worden. ~r~~~~~I~~ ~t~ In deze subparagraaf zullen we een concreet advies formuleren voor de deelgemeente Feijenoord. Op basis van de conclusies adviseren wij de deelgemeente de volgende zaken gefaseerd uit te voeren. ~, ~o~~~~t~~~r~~ v~r~ ~~t ~~I~ ~~~ici~~~~~ Uit het onderzoek is gebleken dat er geen eenduidig beeld bestaat over het begrip participatie bij zowel deelgemeente als bewonersorganisaties. Wij adviseren om het begrip `participatie' Conclusies en aanbevelingen 20
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 21 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
gezamenlijk met de bewonersorganisaties nader te concretiseren. De participatienota kan daarbij als basis worden gehanteerd en dient vervolgens verder uitgewerkt te worden naar de verschillende vormen van participatie (participatie bij politieke besluitvorming; maatschappelijke participatie, etc.). Ook andere documenten wáarin een bepaalde vorm van participatie al nader is gedefinieerd, zoals in het subsidiekader voor vrijwilligersorganisaties en bewonersinitiatieven kunnen daarvoor als input dienen. ~. Defiirtiër~~ var~ r~ller~ ~~rx t~~ate ~artrae~°s v~~r °verschilte~ade vormer~ v~r~ participatie Op basis van de uitwerking van de verschillende vormen van participatie dienen de rollen van de lokale partners in de wijken gedefinieerd te worden voor elke vorm van participatie. Het is van belang dat de deelgemeente per participatievorm nadenkt en vervolgens vastlegt welke lokale partners kunnen worden ingezet. Daarbij valt te denken aan bewonersorganisaties, vrijwilligersorganisaties, woningcorporaties, huurdersverenigingen, zorg- en welzijnsorganisaties etc. ~. ~~~r~d~~i~i~rez~ ~~~~tfi~k~ roï ers t~akst~tti~~g vaa~ b~~r~lr~ers~rg~r~l~~ti~s Wij adviseren om de rol en taakstelling van bewonersorganisaties te herdefiniëren, mede in relatie tot andere lokale organisaties (van bewoners) die actief zijn op het terrein van participatie in de wijk, bestaande en nieuwe overlegstructuren (zoats buurtplaiforms) en de relevante lokale ontwikkelingen (nieuwe organisaties voor opbouwwerk, scheiding van structurele- en projectsubsidie, participatienota, het ophouden te bestaan van de BOH, etc.). De herdefiniëring houdt in dat de kerntaken van de bewonersorganisatie heroverwogen, aangescherpt en wellicht ook aangepast worden. Op basis van het onderzoek is met name het fungeren van bewonersorganisaties als eerste aanspreekpunt een belangrijk discussiepunt gebleken. Van oudsher is deze taak als zodanig ingevuld en uit het onderzoek is naar voren gekomen dat actuele ontwikkelingen maar ook vooral focus, bereik, beschikbare vrijwilligers van bewonersorganisaties niet toereikend zijn om de brede taak van eerste aanspreekpunt goed te kunnen vervullen. Wij achten het om deze reden van belang hier nadrukkelijk aandacht aan te besteden en expliciet te maken wat wel en niet onder het zijn van een `eerste aanspreekpunt' verstaan wordt. Verder dient nog aandacht te worden besteed aan taken van bewonersorganisaties als het faciliteren van bewoners(initiatieven) en andere organisatie in de wijk, belangenbehartiging van de bewoners in de wijk, activiteiten voor bewoners in de wijk, etc. ~.. ~3~~r(~~~r~ ~~r~ ~~r~ ~~r~~t~lr~ig pr~ces Om bovenstaande drie aanbevelingen te realiseren is het cruciaal om gestructureerd en gezamenlijk de juiste stappen te doorlopen. Met name als het gaat om het herdefiniëren van begrippen, rollen en taakstellingen is een zorgvuldig proces en implementatie noodzakelijk. Dit met als doel om vanaf het begin draagvlak en mede-eigenaarschap te creëren bij de diverse lokale partners. Concreet denken wij aan het volgende: Het organiseren van een aantal ~r~l~~t,~d~i~k~ ~~r~~ïr~~t~~~~~~~1~~ over de volgende begrippen/thema's: Conclusies en aanbevelingen 21
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 22 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
- Definitie van participatie en de verschillende vormen hiervan - Lokale partners in te zetten per participatieeorm (wie zijn relevant, welk bereik hebben ze; wat is de `organisatiegraad', etc.) Voor de bovenstaande inhoudelijke brainstormsessies dienen uiteenlopende lokale partners uitgenodigd te worden die actief zijn op het terrein van participatie. Op deze manier kunnen zij vanuit hun eigen visie en deskundigheid meedenken over het invullen van participatie in de deelgemeente Feijenoord. Desgewenst is het ook mogelijk om goede ervaringen uit andere deelgemeenten hierin mee te nemen. Naast het organiseren van inhoudelijke sessies adviseren wij ook om ~~~c~~í~~~ ~~~~~~,~ te organiseren ~~c~r ~~~~~~~r~:~, ~~~rt~~~~~~~~. Hierin dient aandacht te zijn voor het herdefiniëren van hun rol en taakstelling. Door de bewonersorganisaties hierin mee te nemen kan er nagedacht worden over een reële invulling van hun taken gelet op de veranderende context waarin zij opereren. ~. ~~~~idi~r~l~ïi~ ~~s~en de~ig~meente ~~ijcr~oord ~r~ ~~w~r~~rsor~~~isaties prof~~~i~r~aliserer~ Nadat het begrip participatie in haar verschillende vormen is geconcretiseerd en de rol en taakstelling van de bewonersorganisatie helder zijn gedefinieerd, is duidelijk wat de bewonersorganisaties dienen te doen. Vervolgens komt de hoe-vraag aan de orde, namelijk hoe kan de deelgemeente erop toezien (sturen) dat de bewonersorganisaties daadwerkelijk aan hun taakstelling voldoen? Wij adviseren om de subsidierelatie tussen de deelgemeente Feijenoord en bewonersorganisaties verder te professionaliseren, volgens onderstaand model dat alle aspecten van een professionele subsidierelatie als procescyclus weergeeft. Conclusies en aanbevelingen 22
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 23 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
~`ï~c~~ar ~: ~~r~~~~ ~~r~ ~~~ ~~r~~~~~l~~sl~ ~~f~~~cá~~r~~~~l~ Hieronder worden de stappen/aspecten in het proces nader toegelicht. 1. Er díent een helcier subsidiekader te worden opgesteld specifiek voor bewonersorganisaties, zoals dat momenteel al beschikbaar is voor vrijwitligersorganisaties en bewonersinitiatieven. 2. Deelgemeente Feijenoord en de bewonersorganisaties moeten SMART prestatieafspraken maken en vastleggen aan de hand van één format voor de werkplannen, waardoor het functioneren van bewonersorganisaties eenduidig beoordeeld en onderling vergeleken kan worden door de deelgemeente. De SMART afspraken moeten betrekking hebben op: a. Visie van de bewonersorganisaties voor de lange termijn (regelmatig actualiseren). b. Rol en functie van bewonersorganisaties. c. Subsidiabele taken van bewonersorganisaties. d. Activiteiten uit te voeren of te faciliteren door bewonersorganisaties. Hierbij kan gefocust te worden op de samenstelling van de wijk en de specifieke vraagstukken/problemen die in de wijk spelen. e. Output en outcome (maatschappelijk efPect). 3. Een zakelijke verantwoording door de bewonersorganisaties kan op basis van heldere en meetbare prestatieafspraken die zijn vastgelegd in het werkplan. De verantwoording van de bewonersorganisaties moet op basis van de gemaakte afspraken inzicht kunnen geven in de bekendheid, het bereik, het gebruik van de bewonersorganisaties onder de bewoners in hun wijk. 4. Op basis van de verantwoording kan de deelgemeente Feijenoord eenduidig beoordelen (in het kader van de subsidievaststelling) en ook onderlinge resultaten van bewonersorganisaties met elkaar vergelijken. 5. Wij adviseren om na alle voorgaande stappen in het proces het functioneren van de bewonersorganisaties te evalueren en daarbij te bepalen of er sprake is van verbetering van het functioneren, mede ook in onderlinge relatie en hun meerwaarde in relatie tot andere organisaties (van bewoners) die actief zijn op het terrein van participatie in de wijk. ~. ~om~~~l~~~i~~tr~t~~i~ ~~~r b~~~r~~rs I~~~t~ar~ Als de rol en taakstelling van bewonersorganisaties helder zijn gedefinieerd is het vervolgens van belang dat deze ook duidelijk gecommuniceerd worden naar de bewoners in de wijk. Wij adviseren dat de deelgemeente gezamenlijk met de bewonersorganisaties een communicatiestrategie bepaalt en deze proactief inzet. Door middel van de communicatiestrategie moet voor bewoners duidelijk worden wat ze van de bewonersorganisatie kunnen verwachten en waarvoor ze bij deze organisatie terecht kunnen. Uit het onderzoek is namelijk gebleken dat de bewoners de organisaties vaak wel kennen van naam, maar vervolgens niet weten wat de rol en taakstelling van de organisaties betreft. De communicatieboodschap dient ook de rol van de bewonersorganisatie in relatie tot andere organisaties (van bewoners) in de wijk duidelijk te maken, zowel voor de bewoners als voor de andere lokale organisaties. Dit alles met als doel om dubbele functies en taken te voorkomen en de lokale structuren in de wijk op elkaar aan te laten sluiten, zodat en participatie optimaal vormgegeven kan worden. Alleen met een goed functionerende driehoek van Conclusies en aanbevelingen 23
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 24 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
gemeente, lokale partners en bewoners kan bewonersparticipatie slagen. ~, ~ast~°even ~ra~ div~r~ï~~it ~i~ be~or~~rs~~ga~i~~~ïe~ Uit de trendstudie naar vrijwilligerswerk in Rofterdam (2006) blijkt dat er een toename is van het aantal jongeren en allochtonen dat deelneemt aan vrijwilligerswerk. Tegelijkertijd is uit het onderzoek gebleken dat bewonersorganisaties `verjonging' en `verkleuring' van het bestuur en de vrijwilligers in de bewonersorganisaties moeilijk kunnen realiseren. Wij vinden het belangrijk dat organisaties zoveel mogelijk een afspiegeling van hun omgeving en doelgroep(en) zijn, in het bijzonder organisaties die belangenbehartiging van alle bewoners in de wijk als taak hebben. Wij adviseren om diversiteit op meerdere aspecten, zoals leeftijd en etniciteit, na te (blijven) streven in de besturen en de vrijwilligers van bewonersorganisaties. Dat versterkt hun functioneren en vergroot de impact van hun activiteiten. Dit is immers de kracht van diversiteit. De deelgemeente kan in het kader van het herdefiniëren van hun rol en taakstelling, en met name het expliciet maken van hun taak als eerste aanspreekpunt (zoals besproken in de derde aanbeveling), diversiteit bij bewonersorganisaties stimuleren door bepaalde randvoorwaarden met betrekking tot diversiteit op te nemen en deze als vereisten te stellen aan bewonersorganisaties. Conclusies en aanbevelingen 24
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 25 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
. ~.~& ~'~t s~ ~ ~°<s~ ` & a.~ ~ Bijlagen 26
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 26 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
Bijlagen 27
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 27 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
g~ Ÿ~á~ï$ é~ ,.;~ ~~~~~~~~äI~â~ ~~ó~r '8 _, _. ' .:. â Operationaliserend: Differentiatie doelgroepen:· ^ Inzicht in uiteenlopende · Autochtonen/Migrantenknelpunten in bewonersparticipatie : · Ouderen/Jongeren/Oudersen betrokkenheid per doelgroep · MannenNrouwen· Afzonderlijke doelgroepen voelen · Hoog/Laag opgeleidenzich gehoord/serieus genomen ; t eachend T ~· Naar de doelgroep toe, dus niet· Natuurlijke omgeving/sfeer uitnodigen in raadszaal/stadhuis· Doelgroepen voelen zích thuis in eigen setting · i<walitatief betere informatie, doordat men door de ongedwongen sfeer meer ~ ~~ ~~ ~ ~authentiek en open is ~ ~ Onorthódöx· penk buiten de gebaande paden ~· Idem. en betrek alle doelgroepen· Inzicht in diverse ;· Jongeren bezoeken op locatiesprobleembelevingen en gewenste waar zij hun vrije tijd bestedenoplossingsrichtingen (diverse · Moskeeën bezoeken om ouderereferentiekaders) ;allochtone mannen te bereiken Oplossingsgericht· - Constructieve insteek: wat zou je· Betrokkenheid creëren jveranderd willen hebben in je wijk· Gedeelde verantwoordelijkheid ~en wat is je eigen rol daarin? rbruggend· Gezamenlijke betrokkenheid· Besef van: `wijk is van ons creëren bij verschillende groepenallemaal', zodat alle doelgroepen wijkbewonerszich betrokken voelen bij de wijk en de schouders eronder willen zetten. Dat schept een band ______ ~ .... ~~ ~"w___..........._..... . tussen bewoners. Bijlagen 28
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 28 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 29 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
~~t~c~~~~ ~r~~~s~ 1. 2. 3. 4. Welke van de volgende bewonersorganisaties kent u? Waar kent u deze organisatie van? Waarvoor maakt u gebruik van de bewonersorganisatie? Bent u tevreden over de manier waarop de bewonersorganisatie u benadert? 5. Bent u bekend met de activiteiten ; (bijvoorbeeld bewonersavonden) van de bewonersorganisatie? g, Bezoekt u de activiteiten van de ', bewonersorganisatie? ~. ! Bent u tevreden over de manier waarop de ' bewonersorganisatie omgaat met uw vragen, klachten, meningen en signalen? ~mBewoners Organisatie Afnkaanderwijk (BOA) ""~~. 0 Bewonersorganisatie Bloemhof (BOB) 0 Bewonersorganisatie Feijenoord/Kop van Zuid (BOF) ~ Bewonersorganisatíe Hillesluis (BOH) ~ Bewonersorganisatie Vreewijk (BOV) ~ Bewonersvereniging Noordereiland (BVN) ~ Katendrechtse Bewonersorganisatie (KBO) ~ Geen 0 Wijkwinkel/Inloopwinkel 0 Wijkkrant ~ Bewonersbijeenkomsten ~ Website ~ Anders, namelijk.................. LJ Vragen ~ Klachten 0 Signalen/ontwikkelingen uit de wijk ~ Invullen van formulieren ~ Meedenken over het beleid van de deelgemeente ~ Anders, namelijk.................. 0 Ja ~ Nee 0 Weet niet/Niet van toepassing ~ Ja ~ Nee ~ Niet van toepassing 0 Ja . ~ Nee 0 Niet van toepassing D~Ja . ~.. .. ~ Nee 0 Weet niet/Niet van toepassing Bijlagen 30
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 30 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
1. Bent u actief in uw wijk? a. Zo ja, hoe? Bent u bijvoorbeeld bij een vrijwilligersorganisatie aangesloten? b. Zo nee, waarom niet? 2. Kent u de bewonersorganisatie in uw wijk? 3. Wat verwacht u van de bewonersorganisatie in uw wijk? 4. Kunt u een aantaf activiteiten (bijvoorbeeld bewonersbijeenkomsten) opnoemen die de bewonersorganisatie in uw wijk heeft georganiseerd? Heeft u deze bezocht? 5. Sluiten de activiteiten aan bij uw behoeften? 6. Weet u waarvoor de bewonersorganisatie is en wat ze doet (en waarvoor u daar terecht kunt)? 7. Maakt u gebruik van de bewonersorganisatie? a. Zo ja, waarvoor? b. Zo nee, waarom niet? 8. Weet u hoe de bewonersorganisatie alle bewoners in de wijk probeert te bereiken (bijvoorbeeld wijkkrant, website, wijkwinkel)? En bent u daar tevreden over? 9. Voelt u zich vertegenwoordigd door de bewonersorganisatie (bij participatieprocessen)? 10. Heeft u het idee dat de bewonersorganisatie alle groepen bewoners in de wijk vertegenwoordigd? 11. In hoeverre stimuleert de bewonersorganisatie dat alle bewoners meedoen en actief zijn in de wijk? 12. Heeft u het idee dat de bewonersorganisatie op de hoogte is van alle ontwikkelingen in de wijk (en dit kan terugkoppelen aan de deelgemeente)? 13. Wat vindt u goed aan de bewonersorganisatie? 14. Wat zou de bewonersorganisatie kunnen verbeteren? Bijlagen 31
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 31 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
~~~~r~ ~r~ ~~~ r~~~~~~r~~~~ Relevante trends voor het vrijwilligerswerk in 2020, Centrum voor Onderzoek en Statistiek, in opdracht van Sociale Zaken en Werkgelegenheid Rotterdam; januari 2006 Handboek subsidies van de deelgemeente Feijenoord; datum onbekend Werkplannen van de bewonersorganisaties in de deelgemeente Feijenoord; 2008 = Oprichtingsstatuten van bewonersorganisaties in de deelgemeente Feijenoord Overzicht activiteiten en projecten van bewonersorganisaties in de deelgemeente Feijenoord; 2008 = Wijkkranten van de bewonersorganisaties in de deelgemeente Feijenoord; 2009 Subsidiebeschikkingen voor de bewonersorganisaties in de deelgemeente Feijenoord; april 2009 Beleidskader bewonersondersteuning, deelgemeente Feijenoord; maart 2009 Participatienota; 2 juli 2009 ~8~~~~~~~~~~~~ ;r~2~r~~: ~~~~~9;~i~á~~~ Dhr. F. Achbar - Deelraadslid deelgemeente Feijenoord Dhr. F. Hoeksema - Beleidsadviseur deelgemeente Feijenoord Mw. A. Kailola - Financieel adviseur deelgemeente Feijenoord Dhr. R. Kronenberg - Wethouder deelgemeente Feijenoord ~~~~rîi~ ~~~k~~trw,ïr~s~~~ = Dhr. Bornet en mw. Weeda - Bewonersorganisatie Hillesluis (BOH) Dhr. Haast en Dhr. Kluth - Bewonersorganisatie Afrikaanderwijk (BOA) Dhr. Henderson - Bewonersorganisatie Vreewijk (BOV) Dhr. Hordijk en mw. Beike - Bewonersorganisatie Bloemhoef (BOB) Mw. Verhoeff - Bewonersverening Noordereiland (BVN) Dhr. Visser - Bewonersorganisatie Feijenoord/Kop van Zuid (BOF) Bijlagen 32
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 32 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
Bijlagen 33
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 33 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
~, ~ , , Y'` p~·a, ~ - a :.. k ,. ; ga 9 a 7 ` 6' 3 3 1 '0 ~ 66' ~ 7' 1 25,7 r 6,3 33,3 ~ 41,2 i Wijkwinkel/Inloopwinkel= ; ! ; _ , È ' È ...._ ~. _..____.. _._...._.__..._..._........._~ Wi kk t_._ _ _ ~ __ _..._ _._ ~.._.._... a ~.__.~ .__.............___._.€ . . _.....,.. _ _...._ ~ . __ . _ ~ _ _.__..___._._ _._.. ~ __..>_. ___ ~.. ~_.__ _.._.__._. _ ~ ._ _ , __ _..._.. _ ~ ~. , É i 51,3 ' 43,8 60 0 i 70 6 ~ 21 4 , 3 56 ; 66~ ~ ' ~~~~42 9 i j ran~ ' ~ ~ _ __ . _ _. .. ~ Bewonersbijeenkomsten i'._..__... , . .. _..... ....._ __..... ~. __._____ ...._,., . ... _ _.._._... _.._ ...__. ___.~______~.___ _~_ ..... _._ _..._ ~ ._ ~T 5~3..... 12a5..... O 0....... i ..... 0~0 ........ 12 5 4~$ 6 7 ...... .. O 0 , ..... , ... . 4'$ 2'7 O'0 ~ 0'0 i 7 1 6,7 0,0 i 0,0 Webs ~te ie= °~ ` ... . . ` 46 9 56,3 ~ 20,0 ~ 35,3 ~ 62 5 57 1 ( 26 7 64,3 ' ! Anders nl._ ~ .........: _ i ......... ~ . ... i ... ...... ~ i Bijlagen35
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 34 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
~ Vragen ~15 943,8 €13 329,46,39 56,7 ~7,1 ; _ ___ _......,.....,. ____~_~.~._ ._.___. ~ . ~ Klachten ~ __v..._. ._. 15,9` ~,. 37,5 6,7 ....... _______..._..___ . 41,2 _,_.__._._~,..._..H_.._. _.. 6,3 i . __..._.,. _. 0,0> ~,, .,., .._. . . ...€ 13,3 ~_ , z 7,1 i ' f Signalenlontwikkelingen uit de wijke 4,4_ 6,3 ( ` 0,0_.. € 5,9...... _.,,.. _ ...... 0,0 0,0, 20,0 ~ [ 0,0 ( . ;. ~ Invullenvanformulieren~ 11,5f ........ 6,3 j 6,7 47,1.... 0,0............. ... .. 4,8 ~... . 6,7 ~.... 7,1 .,. . .......,.. " , , " _ .,.,_ . ...,_.,.._ ._...._ = Meedenken over het beleid van de_ ..... "._..,..,.. , 2,7_I ..,.... ,........,._._ , 6,3 0,0_ ., _._ .... , ._ ~ 0,0_ __. ... "", "_,, . . 0,0", , , . ., , , E p 0,0 ......_..... . E 13 3 ~ ..... ........,.. ... 0,0 ~ deelgemeente ~ i_",_,_" ~ ~ _ _,. _" .. _ _ _ _ ( Anders ni. ~ _,_, 76 1 __W W__ _ ~ " ~ 50 0€ ~86 7 . __,__,_ ~ ~ ~ 41 2 .. _ _._ 3 . " É 87,5 ""··,··,. 90,5~ m . 86,7 ~~ T ' 85 7 , ( > __._ ._ _ _ __ ..,.-._ .. ._ _... ..__, .. .~..._, ......... ~. _..., ...._ .., ~_ _ .._. _. _~ _ __..____._.___.__._,~. ,... : Ja ~ 40,7 50 0 ~ 40 0 ~ ^ 47,1~ ~ vy 50,ONy ^N ~28ÿ6~ 53,3 21,4 (W~ a,__~.,..~,._""_,_,__"___"", _.,___,.,___", ___ _ ..."""" ~ _ __ ~ _ ~ ~,_, ._~__~ _ ~ ~ _.~ , _,.__.._ _ . . , ~ ~____ t _"_·. .~ € ~. _ _ _ _ _ Nee 33,6 37,5 40,0 ~ 41,2 ~ 6,3 ~ 33,3 46,7 j 28;6 ~ _ _ _~ _, .... ~. ~_W___._ _._ "__ ~ .~ __.__~.,.,._._~ _ _""~___ _ ~ _ _ . _ weet nïet / Niet van toepassingT~~~ ~ 25,7 12,5 ; 20,0 ~~ ~ 11,8 ~~~~43,8 ~ 38,1 0,0^T~4~ M~ 50,0 Bijlagen 36
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 35 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
Bijlagen 37
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 36 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
~~~~~~~~~r~~~~~i~~~~~ ~a~~° ~f~~rz~~t ~: - ~ü ,. ~ -''I~yfie~á@ 4 ; m .* E:.~~F!; Bijlagen 39
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 37 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
Bijlagen 40
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 38 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
Bijlagen 41
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 39 van 40
Inkomende Post Griffier - 215
m m
Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 40 van 40