01. Inkomende post

01. Inkomende post - 34987

' î 1 1'', .. ; ,. 1.,( . p . l ' ' f ' |? ,.|; k|j |i|. -è|ï,|j ||; ' .,-sE k'.|'-..'t'.ky|. '|E||'.t!'.'.. 'ï || . . . . |||||,. .||... .||..s..r|||.|-|., ||. .. ||| . ' . .'.' . || 2|). |-. -.|â:1.)||| |. . . |kq .|L|)--||, ||r | . ,.:||. |....| t|||k ||||8 '' |- . / |' j s-|' -|..-||.|. ''|: ..'|.. '- . ''' |d|''' .E. ..||......ï.. . .|,||r. ||ï,'; I || f ' . . . . . . , . . . | .|' || f |||||t .|) ' '|t . .. ' . ' ' . . ' ' . ' ' ' . . . . . ' . . . . , , . . . | . . , .|. .| |î . . . . ...|..|| ||| ||. .||l' ||... ' ' .. '' ' ' <||;|J 2 te f. ? 1 ë'. , , . . , . , t -jja.. ,j, ,|j , . . .. ., . , . . E. . .. . |' . . . . . .' .' .' .' .' .' .' .' .' . .' ,' , , .. .' ,' .' .' .' . . . ..(.....j Zoetwatervoorziening Oost-Nederlancl College van Btlrgemeester en Wethouders F'ostadres van de gemeente Bunschoten Spakenburg p/a provincie Overijssel Postbus 200 Postbus 10078 3750 GE BUNSCHOTEN 8000 GB Zwolle Telefoon 038 499 88 99 UW kenmerk Uw brief Ons kenmerk Datum 2014/0121739 30 a ril 2014 BI'Ia en Inlichtin en bi' Doorkiesnummer 1. Kaart regio Oost Dhr. R.B. Koops 06 50902679 2. Intentleverklaring Zoetwatewoorziening Oost-Nederland Onderwerp: Ondertekening intentieverklaring Zoetwatewoorzienlng Oost-Nederland Geacht college, Hierbij ontvangt u als beoogd partner in het project Zoetwate|oorzlening Oost-Nederlandls ter ondedekening de Intentleverklaring voor uitwerklng van het Uitvoerlngsprogramma Zoetwatewoorzlening Hoge Zandgronden (verder te noemen : Intentleverklaring). Het RBO Rljn-oost heeft deze intentieverklaring op 24 april jl. vastgesteld. Graag nodig ik u uit om deze intentleverklaring mede te ondeoekenen, Met de onde/ekening van deze verklaring spreken de 'waterpa|ners' In regio Oost naar elkaary naar de omgeving en naar het Rijk de intentie uit om te werken aan een kllmaatbestendige zoetwate|oorzienlng op de hoge zandgronden, Deze intentleverklaring betreft de effectuering van deze strategie In de uitvoerlngspraktijk van uw organisatie. In onze brlef van 15 januari 2014 (kenmerk: 2014/0012366) over de regionale consultatle voor het deelprogramma Zoetwater, hebben wîj u reeds ge'l'nformeerd over de (bestuurlljke) betrokkenheid van gemeenten bij het (ve|olgproces van) zoetwatewoorzlening Oost-Nederland. Deze brlef geeft een verdere uitleg over het gevoerde proces en de positle van de gemeenten daarin. Wat is het project Zoetwatervoorziening Oost-Nederland? Sinds 2010 werken de overheden in regio Rijn-oost samen aan het project Zoetwatewoorziening OostNederland (z/e kaart met projectgebied). De aanlelding voor het project komt voor ult het deelprogramma Zoetwater van het Deltaprogramma. Het project Zoetwate|oorziening Oost-Nederland Ievert hlel-voor de reglonale inbreng, De urgentie voor onze regio Iigt echter bij de huidlge droogte problematlek in onze reglo zelf, die al aanzienlijk is en naar verwachtlng zal toenemen als gevolg van de kllmaatverandering. 's Zomers wordt het warmer en droger. Beken en andere waterlopen zullen vaker droogvallen en grondwaterstanden kunnen gaan dalen. Langere en heviger perloden van droogte kunnen Ieiden tot economische schade voor scheepvaa|, Iandbouw en energievoorziening, Maar ook Iandschapsen natuu|aarden worden door toenemende droogte getroffen. 15 ooor samensmelting van stroomgebieden Rijn-oost en Rijn Midden (2013) Is het gebled MOost Nederland'' omvangrijker en reikt meer westwaarts dan de naam doet vermoeden, VERZONDEN HEI 2(11(

Scan nummer 1 van 1 - Scanpagina 1 van 7


Met warmere zomers neernt ook het risico op hittestress in bebotlwd stedelijk gebied toe door onvoldoende mogelijkheden tot koeling. Het wordt nlet alleen droger en warmer, ook zullen heftlge (regenlbuien in de zomer vaker gaan voorkomen. Die heftige buien kunnen julst weer meer wateroverlast geven. Nlet alleen vanwege hinder'/schade door water op straat, maar ook vanwege overstolen van relatief vuil ongezulverd water op oppewlaktewaterlophoping van vull in rioolstelsel als gevolg van de lange voorafgaande droogte). De combinatie van deze oversto|en met lage waterpeilen (waterteko|), hoge wateoemperaturen en beperkte doorspoellng van het ontvangende oppervlaktewater kan lelden tot zuurstofloosheid, stank, massale vissterfte, botulisme en algenbloei. Droogte moet niet beschouwd worden als probleem voor de verre toekomst. De klimaatverandering is een proces dat zich al enkele decennia aan het voltrekken is. In de afgelopen 10 jaar hebben we vijf droge zomers gehad. Voldoende redenen om het zoetwate|raagstuk nu actief aan te pakken. Om de huidige wate/eko/en het hoofd te kunnen bieden en om tljdlg In te kunnen spelen op effecten van de klimaatverandering hebben de partners in de regio Oost de afgelopen jaren via onderzoeken verschillende vragen beantwoord: wat zijn nu al knelpunten in de zoetwatewoorzlenlng, welke gevolgen zijn door kllmaatverandering te verwachten en welke maatregelen zijn nodig voor de komende IS jaar en de Iange termijn ( > 2030)? Wat hebben partijen in de regio Oost tot nu toe gedaan? De afgelopen jaren is door de partners in de regio Oost toegewerkt naar een Strategie en Ultvoerlngsprogramma voor de Hoge Zandgronden. De regio's Oost en Zuid (Brabant en Limburg) trekken samen op, Alle gemeenten in de reglo Oost zijn regelmatlg betrokken bij de totstandkommlng van de Strategie en Uitvoerlngsprogramma. Zo zijn In 2012 en 2013 verschillende regionale bestuurlljke debatten georgan|seerd, waarvoor alle gemeenten zijn ultgenodigd en een deel ook aanwezig was. Verder hebben twaalf van de 85 gemeenten in de reglo Oost direct zitting in het Regionaal Bestuurlijk Overleg (RBO) Rijn-oost, het orgaan dat het project Zoetwatewoorzlening Oost-Nederland aanstuurt. Het RBO Rijn-oost heeft op 11 oktober 2013 ingestemd met de strategie beschreven in het document ''ZOETWATERVOORZIENING HOGE ZANDGRONDEN, op weg naar een strategie en uitvoeringsprogramma voor de regio's Oost en Zuid: sparen, aanvoeren, accepteren/adapteren'' (versie 0.24), Daarna hebben de partijen in de reglo Oost en Zuid toegewerkt naar een reglonaal bod voor de ultvoering van maatregelen voor zoetwatewoorzlening in de periode 2016 - 2021 met een doorkijk naar de periode 2022 - 2028. Dit reglonale bod is ultgebracht aan het Iandelljk deelprogramma Zoetwater van het Deltaprogramma. Alle regionale overheden en relevante maatschappelijke organisatles zljn benaderd om een aandeel te leveren in dlt bod. In de periode december 2013 - februarl 2014 Is ambtelljk aan gemeenten gevraagd of men kon Instemmen met de ontwikkelde strategie en welke maatregelen eventueel ult begrotingen en meerjarenprogramma's bijdragen aan het doel van de zoetwatewoorziening. Dit om te komen tot een ondersteunlng van uit de gemeenten voor het regionaal bod. Dit traject heeft erln geresulteerd dat het RBO Rljn-oost op 14 februari jl. het reglonaal bod heeft vastgesteld. Dit bod, inclusief inbreng van verschlllende gemeenten uit de regio Oostp is ingebracht bij het Iandelijk deelprogramma Zoetwater. Er vindt nu overleg tussen het Deltaprogramma en de regio's plaats welke flnanciele bijdrage het Rijk kan leveren. Waarom een intentieverklaring? Het RBO Rijn-oost heeft na het vaststellen van het regionaal bod op 14 februarl jl. besloten om een intentleverklaring op te stellen, waarmee de inzet van de overheden en maatschappelijke organlsaties in de regio Oost wordt bekrachtigd. Partijen spreken zich allereerst uit voor het verankeren van de beleidsprlnicpes van ZON in de eigen plan- en besluitvorming. Daarnaast zeggen paoijen toe om het eigen aandeel In de uitvoerlng van het maatregelpakket, voor zover zijn een eigen aandeel In het regionaal bod hebben geleverd, te borgen. Voor gemeenten kan dat bijvoorbeeld in het GRP of vla andere (raadslbesluiten. Met de intentleverklaring worden verdere stappen gezet tot uitwerking van het Uitvoeringsprogramma Zoetwatewoorziening Hoge Zandgronden. 2



Positie van de genleenten De gemeenten in de regio Oost zijn vanaf het najaar 2013 intensief bij het project ZON betrokken geraakt, Op 11 oktober 2013 heeft het RBO ingestemd met de ontwikkelde strategie voor regio Oost. Naar aanleiding daarvan is een traject van ambtelijk overleg met de gemeenten gevoerd om deze meer informatle te geven en meer te betrekken bij het proces, Dit heeft geleid tot een expliciete vraag aan de gemeenten medio januari 2014 in hoeverre zij konden en wilden bljdragen aan het regionaal bod. Daarbij zljn drle niveaus van betrokkenlleid onderscheiden : 1. instemming met de strategie, 2, instemming met de strategle en een bijdrage aan het tlitvoerlngsprogramma op basis van het Iopende begrotingen en plannen (GRP's) en 3. ditzelfde met daarbij een extrô inspanning. Op deze vraagstelling is door de gemeenten ambtelljk breed gereageerd. Dat heeft geleid tot een substantlele bljdrage aan het regionaal bod, Maar ook tot reactles van sommige gemeenten dat zij er nog niet klaar voor waren om in het proces te stappen. Met de onde/ekening van de intentieverklarlng spreken gemeenten zich erover uit dat ze betrokken willen zljn blj het ve|olgproces van ZON. Dat wll zeggen dat zlj ten minste met de strategie kunnen instemmen (niveau 1). Een deel van de gemeenten heeft in het voo/raject al aangegeven dat zlj ook een bijdrage aan het uitvoeringsprogramma kunnen leveren op basis van lopende begrotlngen en plannen (GRP's). Met de ondedekening geven alleen die gemeenten te kennen dat zij zlch verbinden aan deze bijdrage aan het uitvoeringsprogramma (nlveau 2). Ondertekening van de intentieverklaring Het Is de bedoeling dat de intentieverklaring in het RBO Rijn-oost van 20 juni a.s. door alle partijen in de regio Oost bestuurlijk wordt onde/ekend. Niet alle gemeenten nemen direct deel In het RBO Rijn-oost. Dat Is de reden om alle gemeenten met deze brief afzonderlijk te vragen om uiterlijk 13 juni a.s. bijgevoegde intentieverklaring bestuurlljk te ondeëekenen. De gemeenten dle wel in het RBO zittlng hebben tekenen daadwerkelijk vanuit de wetenschap, dat de colleges van B&.W van de overlge gemeenten binnen reglo Oost ermee hebben Ingestemd. Daartoe zal aan het exemplaar van de Intentieverklaring, dat op 20 juni a.s. zal worden getekend, een lljst van gemeenten worden toegevoegd die de verklaring via deze schriftelijke ronde hebben ondedekend. U kunt de ondeoekende versle van de intentieverklaring sturen aan: Provincie Overijssel Eenheld Rulmte en Bereikbaarheld t.a.v. de heer R.B. Koops Postbus 10078 8000 GB ZWOLLE Wat gebeurt er na de ondeaekening? Na onde|ekening van de Intentieverklaring zal worden toegewerkt naar een gezamenlljk werkprogramma. Dit werkprogramma zal begln 2015 worden opgesteld. Met de onde/ekenlng van de Intentleverklaring spreken de alle partners in Rijn-oost de intentie uit om inhoud te geven aan het werkprogramma. We hopen dat een groot deel van de gemeenten In de regio Oost wll meewerken aan de toestandkomlng van het werkprogramma, zodat we gezamenlijk een robuust systeem voor zoetwate|oorzienlng realiseren en in stand houden. Voor vragen kunt u contact opnemen met de heer J. Kreling, projectlelder Zoetwatewoorziening OostNederland, via 038 499 7862 en |.krelinqt/overiissej,lhj. Met vriendelijke groeten, tUE, Boerman Voorzitter Reglonaal Bestuurlijk Overleg Rijn-oost



KAART - regio Oost, projectgebietl Zoetwatervoorzienilag Oost-Nederland



INTENTIEVERI


de instemming van het RBO Rijn-oost op 1 1 oktober 201 3 met (Ie ontwillkellle strategie voor de Hoge Zandg ro nden opge nonlen i n het qq.()-ç.gp!r,ùpç,g.(.!.1pë-Strate(Iie età-ç.ti.typ-çàljll.g.îplpgtq.mfpa |içlwalelvpo/zierlillo Hotle Zandflroll|.m d,d. 15-2-201 4 (hierna te noemen: UP); o het daarop gebaseerde reclionyé bod (hierna te noemen: Bod) inzake zoetwater dat pallijen op 17 februari 2014 hebben uitgebracht aan de Deltacommissaris, met bijlagen; voornoemde stukken bij partijen genoegzaam bekend, en in te zien op de website |.zoetwrcrorzieninqooslllederland.nl', o de samenhang van het uitvoeringsprogralnma Zoetwatewoorziening Hoge Zandgrollden met het ilnplelnenteren van het Deltaprogralnma Agrarisch Waterbeheer, het Meekoppelprogramma Water en Natuur en de uitvoering van de Iladerrichtlijn Water. Constaterende dat: p alle Partijen een verantwoordelijkheid hebben voor de optimale beschikbaarheid van zoetwater, een verantwoord gebruik daarvan, en de daaruit voodvloeiende noodzaak oln het watersysteekn in ons gebied minder gevoelig te maken voor extreme weersomstandigheden; @ het Bod een inzet vraagt van regionale overheden, maatschappelijke organisaties en gebruikers om hun aandeel bestuurlijk en organisatorisch te verankeren', . de noodzakelijke nalionale en regionale maatregelen en de financiering daarvan voorwerp zijn van besluitvorming op rijksniveau in het kader van de Deltabeslissing (advies van de Deltacommissaris aan de minister van I&M voorzien voorjaar 2014); Spreken de int|ntie uit: * de strategie en ambities verwoord in het genoemde Bod en UP op te nemen in hun beleids- en beheerplannen voor de periode 2016 - 2021 voor zover hiervan sprake is ëie toell'chting punt 0,. . het in de praktijk brengen van maatregelen actief binnen het eigen taakveld te bevorderen, daartoe de noodzakelijke (ook ruimtelijke) besluiten voor te bereiden dan wel te nemen en/of met positief advies aan besluitvormende organen voor te Ieggen; . de resewering van de benodigde middelen voor de periode 2016 - 2012 voor het eigen aandeel in het Bod in het kader van de besluitvorming over de reguliere plannen ter goedkeuring voor te Ieggen aan de relevante besturen, onder de voorwaarde dat adequate cofinanciering uit het Deltafonds onder acceptabele voo|aarden beschikbaar is (zie toelichting punt 2),. p in 2014 te staden met het beschrijven van het voorzieningenniveau om de rol en verantwoordelijkheid van de overheden en het risico en handelingsperspectief voor gabruikers duidelijk te maken (zie toelichting punt 32,. @ in 2015 een door betrokken partijen opgesteld werkprogramma te hebben ondedekend, waarmee het Bo-d gestand wordt gedaan, mede naar de mate waarin en de voo|aarden waaronder het Rijk de in dat Bod gevraagde financiële bijdragen heeft toegezegd (zie toelichting punt 4,)| . voor het realiseren van het werkprogramma de gewenste governance te verkennen.



T oelichting : 1. Doel van dit ptlnt is (vn de besttlurlil'ke overeelîstenîlning Inet de strategie en beoogde doelen vast te Ieggen. Het gaat om er om dat de strategie zo beleidsuitgangspunt wordt. Hier is nog geen sprake van inzet op maatregelen. De toevoeging 'voor zover hiervan sprake is' geeft aan dat niet alle palllen over een beleidsplan of belîeersplan beschikken om deze strategie verder in op te nemen. Daar waar ze er niet zkn, Içunnen ze dus ook niet opgenomen worden. In dit verband zln van betekenis: stroomgebiedbeheerplaïï|îen, omgevingsvisies, waterbelîeerplannen, watemotaà, bestelnmilîgsplalïlîen, enz aan overheidszlde en eventueel bedrs'fsilîvesteringsbesli|singen, beheerplannen en beleidsîîota's van koepelorganisaties aan kant van înarktpadle|î en 'ttaatschappellke organl'saties. 2. Bli het opstellen van het regionaal bod is door waterschappen, provindes, gemeenten, terreinbeherende organisaties, 'naatschappellke organisaties en de LTO geîhventariseerd |al het ûnandeel aandeel van ek van de partlen kan zln in het regionaal bod. Deze inventarisatie is ambteliik gestart en deels al bestuudljk besproken. Met 'het eigen aandeel' wordt dit geîhventariseerde bedrag bedoeld. Op basis van deze inventarisatie heeft het RBO op 14 februari 20 14 besloten om het regionaal bod uit te brengen, in de wetenschap dat de regio zln eigen aandeel kan bekostigen. Daarbl is het algemene voorbehoud gemaakt dat er nog besluitvorming moet plaatsvinden in de afzonderllke colleges en algemene besturen. De volgende stap is daarom dat partlen Wa deze intentieverklaring uitspreken, dit 'eigen aandeel' via de reguliere weg van plannen en begrotingen voor te Ieggen aan algemene besturen om zo de inzet ook Bas'l te Ieggen. 3. In het kader van het Deltaprogramma is binnen het deelprogramma Zoetwater het 'voorzieningenniveau' als instrument ontwikkeld. Het voorzieningennl'veau is een instrument waarmee de overheid (riik, provincie, waterschap) zln taken, inspannl'ngen en risico's op tekorten explidteed en afspraken maakt met sectoren, gedifferentieerd per regio en functie). Het gaat hierbii om oppe|lakte- en grondwater, kwantiteit en kwaliteit (indien van toepassing). Met het voorzieningenniveau ontstaat transparantie over hetgeen Riik regio en gebruikers van elkaar kunnen verwachten in normale en droge situaties. Rlk, provincies en waterschappen maken duidellk tot |aar hun verantwoordellkheden en inspanningen gaan en welke restrisico's daarbl horen. Dit biedt gebruikers de kans om hierop in te spelen, bt'voorbeeld met investeringen, innovatie of acceptatie. Duidellkhel'd over het voorzieningenniveau biedt, met andere woorden, handelingsperspectleî aan gebruikers. 4. Het beoogd werkprogramma is een meer concrete uitwerking van het opgestelde uitvoeringsprogramma (UP) waarin aangegeven wordt welke maatregelen worden tlitgevoerd, in welke gebieden, de rollen en verantwoordellkheden van partlen en de planning. Het materiaal, dat verzameld is voor het regionaal bod door waterschappen, provindes, gemeenten, terreinbeherende organisaties en LTO in de vorm van prioritake gebieden en projectenllsten, vormt een goede aanzet voor het opstellen van het werkprogramma.


01. Inkomende post

Recommend Documents