Dossier arbeidsongevallen:
de Belgische cijfers en verzekeraars doorgelicht 28 april 2012: Internationale Dag ter herdenking van de slachtoffers van arbeidsongevallen
Dossier arbeidsongevallen 28 april 2012 is de werelddag voor veilig en gezond werk. De vakbonden gedenken wereldwijd de slachtoffers van arbeidsongevallen.
Inhoud 1. De evolutie van het totaal aantal arbeidsongevallen 1.1 Algemeen 1.2 De ontbrekende openbare sector 1.3 Onderaangifte door werkgevers van lichte ongevallen 1.4 De kans op een arbeidsongeval voor arbeiders en bedienden 1.5 De provinciale verdeling van het aantal arbeidsongevallen voor arbeiders en bedienden 1.6 Dubbel zoveel kans op een dodelijk arbeidsongeval in KMO’s 2. De onderbemande Inspectiediensten voor welzijn op het werk 2.1 Het aantal inspecteurs 2.2 Gemiddeld 1 inspecteur voor 25.920 weernemers 2.3 Gemiddeld één inspectiebezoek om de 21 jaar 3. Geen sanctiebeleid voor overtredingen van wetgeving
3 3 3 4 4 5
5
7 7 8 9 10
4. Weigering van arbeidsongevallen: de ene verzekeraar is de andere niet 4.1 Grote verschillen tussen verzekeraars 4.2 Zeer verschillende weigeringsmotieven 4.3 Interims weer de pineut 4.4 Wetens willens slachtoffers weigeren 4.5 Hoedt u voor vragenlijsten 4.6 Conclusies
11 11 12 13 13 14 14
Kaderstukje 1: Wat er aan doen vanuit het comité of de vakbondsafvaardiging?
15
Kaderstukje 2: Wat wil het ACV? Een staalkaart van de merkwaardige verschillen tussen verzekeraars
In België herdenkt het ACV: de 164 slachtof fers van dodelijke arbeidsongevallen en de 19.449 slachtof fers met blijvende handicap.1 Twee werkdagen op drie sterft in België iemand door een dodelijk arbeidsongeval. Meer dan de helft daarvan, 94, op de arbeidsplaats zelf. Elke werkdag opnieuw worden 88 werknemers in België gehandicapt voor de rest van hun leven. Kille cijfers waar heel veel leed en verdriet achter schuilt. De cijfers verbazen echter niet wanneer je weet hoeveel inbreuken tegen de veiligheidswetgeving worden vastgesteld. Bij 51% van de 55.986 controles in 2010 werden overtredingen van de veiligheidswetgeving vastgesteld. Toch werd in 2010 voor slechts 309 inbreuken een strafrechtelijke vervolging ingesteld, een minnelijke schikking betaald of een administratieve boete opgelegd, op een totaal van 273.398 werkgevers. Het ACV herdenkt in het bijzonder2: • 46 doden op het werk in KMO’s zonder een Comité Preventie en Bescherming; • 6060 blijvend gehandicapten in KMO’s zonder een Comité Preventie en Bescherming; • 22 doden met minder dan één jaar anciënniteit in hun onderneming; • 43 doden met minder dan 5 jaar beroepservaring; • 20 doden jonger dan 30 jaar; • 5 dode en 754 blijvend gehandicapte uitzendkrachten; • 19 bouwvakkers, verongelukt op bouwwerven. Lang niet alle arbeidsongevallen zijn toeval. Veel arbeidsongevallen zijn te voorkomen. Daarom eist het ACV: • verplicht en degelijk sociaal overleg over veiligheid op het werk, ook in de KMO’s. De meer dan 35.000 ACV-kandidaten voor de Comités Preventie en Bescherming en de ACV-afgevaardigden zijn er klaar voor; • een betere toepassing van de veiligheidswetgeving via een versterkte inspectie: meer inspecteurs op het terrein; een lik-op-stukbeleid met strenge boetes voor werkgevers bij zware veiligheidsovertredingen; • burgerlijke aansprakelijkheid van werkgevers bij herhaalde zware arbeidsongevallen; • een betere veiligheidswetgeving voor uitzendarbeid met onder meer een verplichte opleiding op risicoposten, die in de praktijk effectief wordt toegepast; • strenger toezicht op onderaangifte van arbeidsongevallen; • sancties tegen commercieel geïnspireerde weigeringen van arbeidsongevallen door verzekeraars.
15 16 1. Arbeidsongevallen privésector 2010+ arbeidsongevallen openbare sector 2009 2. De meest recente cijfers van het Fonds voor Arbeidsongevallen: privésector – arbeidsplaats - 2010
2
|Dossi er a rbeidso ngeva llen: d e Belg isch e cijf er s en ver zekeraar s d oorgelich t | 28 a pr il 2 012 |
1.2. De ontbrekende openbare sector
15000
270000 250000
14000
230000 13000 210000 12000
190000
09 20
07 20
05 20
03 20
01 20
99 19
Ernstige Arbeidsongevallen: Dodelijke + Blijvende ongeschiktheid Aantal Arbeidsongevallen Linear(Ernstige Arbeidsongevallen: Dodelijke + Blijvende ongeschiktheid) Lineair (Aantal arbeidsongevallen)
1.1. Algemeen Opmerking: in wat volgt beperken we ons tot de arbeidsongevallen die plaatsvonden op de werkplek. De arbeidsongevallen van en naar het werk, de arbeidsweg, bespreken we hier niet. Als we de officiële statistiek van de laatste 25 jaar bekijken in de bovenstaande grafiek, blijkt dat het totaal aantal aangegeven arbeidsongevallen op de werkplek in de privésector systematisch daalt. Bij nader inzien is er echter iets heel vreemds aan de hand: die voortdurende daling gebeurt vrijwel exclusief voor lichte arbeidsongevallen, deze met tijdelijke ongeschiktheid. Ook het aantal dodelijke ongevallen loopt terug, maar in de duizenden aangegeven ongevallen met blijvende ongeschiktheid is er al die jaren helemaal geen daling. En dat klopt niet met wat je zou verwachten van toegenomen arbeidsveiligheid: dan zouden de zwaarste ongevallen nog sterker moeten dalen dan de lichte ongevallen.
We meten in de officiële statistieken echter enkel de aangegeven ongevallen. Als een werkgever ervoor kiest om lichte arbeidsongevallen zelf te regelen, scheelt dat in de kosten van de verzekeringspremie, bespaar je op paperassenwerk, scoor je beter voor bepaalde attesten, en dat eerste gewaarborgd loon moet je toch betalen. Zware ongevallen niet aangeven is dan weer niet aantrekkelijk: daarvoor lopen de kosten te hoog op. Die onderaangifte blijkt ook uit vaststellingen van het Fonds voor Arbeidsongevallen: twee ongevallen op drie worden niet aangegeven. De daling in het totaal aantal arbeidsongevallen heeft dus meer te maken met een dalende aangifte door werkgevers, dan met een stijging van de effectieve veiligheid op de werkvloer.
Het gaat hier enkel om arbeidsongevallen in de privésector. Ongevallen van statutaire ambtenaren in openbare diensten met inbegrip van risicovolle bedrijven als bijvoorbeeld bpost, de NMBS, het leger, openbare vuilnisophaaldiensten,… zijn hierbij niet inbegrepen. In 2009 ging het hier om 26 dodelijke arbeidsongevallen, waarvan 12 op de arbeidsplaats en 3233 arbeidsongevallen met een blijvend letsel, waarvan 2492 op de arbeidsplaats. Deze cijfers worden door het Fonds voor Arbeidsongevallen opgevraagd bij alle openbare besturen en apart gepubliceerd, maar die gegevensinzameling loopt heel traag. Zo waren eind maart 2012 nog steeds niet de globale gegevens van 2010 (!) beschikbaar. Om die reden werken we in dit dossier enkel met de arbeidsongevallen in de privésector.
Hoedt u dus voor Belgische statistieken over arbeidsongevallen waarbij naar het totaal aantal aangegeven ongevallen gekeken wordt. Kijk zeker ook, en niet in het minst, naar wat er gebeurt met de zware ongevallen.
| Do s s i e r a r b e id s o n gev a ll en: de Be lgische cijf e r s e n ve r ze ke r aar s d oorgelich t | 28 ap ril 2012 |
© Rob Stevens
97 19
95 19
19
19
19
19
19
93
150000
91
10000
89
170000
87
11000
Totaal aantal arbeidsongevallen
290000
85
Ernstige arbeidsongevallen
Aantal ongevallen op de werkplek 16000
Er zijn meer tekorten in de nationale Belgische cijfers over arbeidsongevallen. Dé basiscijfers voor België, die je ook terugvindt in internationale gegevens zijn deze die het Fonds voor Arbeidsongevallen inzamelt. Die cijfers zijn nochtans onvolledig.
1. De evolutie van het totaal aantal arbeidsongevallen
1. De evolutie van het totaal aantal arbeidsongevallen
3
Dossier arbeidsongevallen 1.3. Onderaangifte door werkgevers van lichte ongevallen Lichte arbeidsongevallen komen heel vaak niet in de statistieken terecht. Werkgevers vermijden zo rompslomp met administratie; voorkomen dat hun verzekeringspremie wordt aangepast; en kunnen bepaalde kwaliteitsnormen behalen of behouden die een laag ongevallenpercentage vereisen. Onderzoek van het Fonds voor Arbeidsongevallen (nota 6/99/87 en 06/07/189 aan het beheerscomité FAO) toonde aan dat het aantal niet aangegeven (lichte) arbeidsongevallen het totaal aantal officieel geregistreerde arbeidsongevallen ruimschoots overtreft. Het Fonds voor Arbeidsongevallen stelde in zijn verslag over dit onderzoek aan het beheerscomité: “Bijgevolg kan men
stellen dat er slechts maximum 32% van de ongevallen van de gecontroleerde werkgevers in de officiële schadestatistieken van het FAO geregistreerd worden”. Dat blijkt ten overvloede ook uit de vaststelling dat de trendmatige daling van het totaal aantal aangegeven arbeidsongevallen vrijwel exclusief te vinden is in de categorie van arbeidsongevallen zonder gevolg of met een tijdelijke arbeidsongeschiktheid. Dat cijfer daalde met 2/3 sinds 1980. Het aantal arbeidsongevallen met blijvende werkonbekwaamheid vertoont daarentegen reeds meer dan 20 jaar een stijgende lijn. Bij de zware arbeidsongevallen hebben werkgevers ook belang om die aan te geven omwille van de grote kosten. Het is ook moeilijker om die te verdoezelen.
1.4. De kans op een arbeidsongeval voor arbeiders en bedienden nEen krantenbericht over een arbeidso achriet verd en leed geval waar heel veel ter schuilt.
De nationale cijfers van het Fonds voor Arbeidsongevallen geven een totale evolutie
Bouwvakker bezwijkt na arbeidsongeval op werf Gasthuisberg
14 12 10 8 6 4 2 0 10
20
08
20
06
20
04
20
02
20
00
20
98
19
96
19
94 19
92 19
90 19
88
19
84
19
80
4
Daarom becijferden we de evolutie van de kans op een arbeidsongeval voor arbeiders en bedienden apart door hun ongevallencijfer telkens te vergelijken met het totaal aantal tewerkgestelde arbeiders en bedienden dat jaar. De wijze waarop de RSZ dat al die tijd telde, wijzigde al eens door de jaren. We telden daarom zo goed en zo kwaad als het kon met de RSZ-gegevens van de tewerkstelling op 30 juni in de privésector. Het resultaat zie je in onderstaande grafiek.
Evolutie van de kans op een zwaar arbeidsongeval bij arbeiders en bedienden
16
19
eek die Een 40-jarige arbeider uit Schaarb het ziewoensdagochtend op de wer f van sor op kenhuis Gasthuisberg een compres bezwezich kreeg is aan zijn verwondingen compresken. Bij het verplaat sen van de g van iepin verd sor naar een hoger gelegen het ging uw, opbo in g rkin lspa de personee n brak de mis. Om een nog onbekende rede aan een bevestiging waarmee het toestel 40-jarige kraan was vastgemaakt . De n onder de wer knemer kwam klem te zitte bezweek zware machine. Het slachtof fer schedelre zwa het aan r late enkele uren e parket trauma dat hij opliep. Het Leuvens om het aan tie spec idsin arbe stelde de Laat ste ongeval te onderzo eken . (Het ) 2012 -03Nieuws/SPK/2
weer van het aantal aangegeven arbeidsongevallen. Vrij logisch schommelt dit cijfer omhoog en omlaag op het ritme van de tewerkstellingscijfers. In crisisjaren met dalende tewerkstelling zullen ongevallencijfers uiteraard ook dalen. Een andere factor die het aantal arbeidsongevallen beïnvloedt is het verlies van industriële tewerkstelling en een stijgende tewerkstelling in dienstensectoren. Indien er jaar na jaar minder arbeiders zijn, en meer en meer bedienden daalt uiteraard het totaal aantal arbeidsongevallen. Maar tegelijk zegt dit heel weinig over de arbeidsveiligheid voor de resterende arbeiders en bedienden.
Frequentiegraad zware arbeidsongevallen per 1000 arbeiders Frequentiegraad zware arbeidsongevallen per 1000 bedienden
|Dossi er a rbeidso ngeva llen: d e Belg isch e cijf er s en ver zekeraar s d oorgelich t | 28 a pr il 2 012 |
Voor arbeiders is er volgens de meest recente cijfers van 2010 een hoger risico op arbeidsongevallen dan 30 jaar geleden: per 1000 arbeiders werden in 2010 9,13 zware arbeidsongevallen aangemeld, in 1980 waren er dat maar 7,22 per 1000
arbeiders. Voor de bedienden schommelde het cijfer wat op en af, maar zitten we nu terug boven het peil van 1980: 1,56 per 1000 bedienden in 2010 tegenover 1,46 per 1000 bedienden in 1986. De oorzaken zijn aanwijsbaar en blijken ook uit internationale gegevens: veel meer werknemers werken als interim of bij onderaannemers waar het vaak minder nauw wordt genomen met arbeidsveiligheid. En al helemaal niet met een voorafgaande veiligheidsopleiding. Ze komen vaak als vreemde onervaren werknemers op een heel druk moment in een onbekend bedrijf met een productiepiek. En waar niemand
tijd neemt voor een afdoende veiligheidsopleiding en instructies. De crisis heeft ook het werkritme in vele ondernemingen opgedreven, er wordt vaker alleen gewerkt en aan een hoog ritme. En op investeringen in arbeidsveiligheid wordt vaak bespaard of beknibbeld. Veel meer mensen dan vroeger werken ook in KMO’s. En daar is altijd al een hoger risico geweest op arbeidsongevallen. Zeker als er geen delegee is die wat toezicht kan houden op de minimale veiligheidsvoorschriften en de inspectie al helemaal niet toekomt aan een ernstig toezicht. Het resultaat zie je in de cijfers.
1.5. De provinciale verdeling van het aantal arbeidsongevallen voor arbeiders en bedienden Verdeling van de arbeidsongevallen volgens de provincie van de woonplaats en de gevolgen van het ongeval - 2010 Gevolg van het ongeval Gewest en provincie Zonder gevolg Tijdelijke ongeschiktheid Blijvende ongeschiktheid Dodelijk ongeval Brussels Gewest 11.211 11.434 2.136 13 Antwerpen 11.323 12.939 2.219 14 Limburg 3.880 5.575 935 8 Oost-Vlaanderen 7.639 7.840 1.396 18 Vlaams-Brabant 5.406 6.437 1.156 5 West-Vlaanderen 8.186 9.934 1.435 10 Vlaams gewest 36.434 42.725 7.141 55 Waals-Brabant 1.292 1.642 357 1 Henegouwen 5.698 6.741 1.313 4 Luik 4.931 5.888 1.300 5 Luxemburg 642 1.210 224 1 Namen 1.550 2.268 433 3 Waals Gewest 14.113 17.749 3.627 14 Onbekend 2.836 1.215 241 0 Totaal 64.594 73.123 13.145 82
Totaal 24.794 26.495 10.398 16.893 13.004 19.565 86.355 3.292 13.756 12.124 2.077 4.254 35.503 4.292 150.944
(Bron: Fonds voor Arbeidsongevallen, Statistisch verslag over de arbeidsongevallen van 2010)
1.6. Dubbel zoveel kans op een dodelijk arbeidsongeval in KMO’s In ondernemingen met minder dan 50 werknemers (en dus meestal zonder vakbondsvertegenwoordiging) doen zich meer ongevallen voor dan in grotere ondernemingen. Volgens de gegevens van het Fonds voor
Arbeidsongevallen deden zich in 2010 meer dodelijke arbeidsongevallen voor in KMO’s dan in grote ondernemingen: 37,8% van de dodelijke arbeidsongevallen gebeurden in KMO’s met 1 tot 19 werknemers. In KMO’s met 20 tot 50 werknemers ligt dat percentage op 18,3%. In totaal betekent dit dus dat 56,1% van alle dodelijke arbeidsongevallen in ons land in KMO’s gebeuren. Dit terwijl diezelfde groep van KMO’s ruwweg
| Do s s i e r a r b e id s o n gev a ll en: de Be lgische cijf e r s e n ve r ze ke r aar s d oorgelich t | 28 ap ril 2012 |
1 op 3 van alle werknemers telt (39,4%). KMO-werknemers hebben dus bijna dubbel zoveel kans op een dodelijk arbeidsongeval. Ook van alle ongevallen met een blijvende handicap vond 46,2% plaats in KMO’s met 1 tot 49 werknemers terwijl die 39,4% van de totale tewerkstelling vertegenwoordigen.
5
1. De evolutie van het totaal aantal arbeidsongevallen
Op basis van die berekening blijkt dan dat er helemaal geen sprake is van een daling van het aantal arbeidsongevallen per 1000 werknemers. In 1980 werden er per 1000 werknemers 4,75 ernstige arbeidsongevallen – dodelijke of met blijvende arbeidsongeschiktheid – aangegeven. In 2010 waren er 5,02 ernstige arbeidsongevallen per 1000 werknemers.
Dossier arbeidsongevallen
Aantal zware arbeidsongevallen Tewerkstelling (%) volgens RSZ Blijvende handicap % Dodelijke afloop % 1 tot 4 werknemers 1.310 10,0% 15 18,3% 9,9% 5 tot 9 werknemers 1.178 9,0% 10 12,2% 7,3% 10 tot 19 werknemers 1.367 10,4% 6 7,3% 8,5% 20 tot 49 werknemers 2.205 16,8% 15 18,3% 13,7% 50 tot 99 werknemers 1.433 10,9% 7 8,5% 9,1% 100 tot 199 werknemers 1.244 9,5% 6 7,3% 9,0% 200 tot 499 werknemers 1.266 9,6% 8 9,8% 11,5% 500 tot 999 werknemers 667 5,1% 6 7,3% 7,6% > 1000 werknemers 2.341 17,8% 9 11,0% 23,4% Onbekend 134 1,0% 0 0,0% 0,0% TOTAAL 13.145 100% 82 100% 100% Tabel: Aantal zware arbeidsongevallen met blijvende arbeidsongeschiktheid en dodelijke ongevallen in 2010 (bron: Fonds voor Arbeidsongevallen, Statistisch verslag over de arbeidsongevallen van 2010) Ondernemingsgrootte
Dodelijk ongeval door technisch falen Een 32-jarige arbeider uit Oudenaarde is gisteren omgekomen bij een arbeidsongeval bij DAF in Desteldonk. Het ongev al zou ontstaan zijn nadat het veiligheidssysteem van een vrachtwagen gefaald had. Dat heeft het parket gisteren bekend gemaakt. De cabine van de vrachtwagen stond opengeklapt. Een arbeider die aan de motor aan het werken was, liet de motor draaien. Hierdoor reed de vrachtwagen, die in achteruit gepar keerd stond, twee tot drie meter achteruit. Net omdat de cabine openstond zou een veiligheidssysteem het in beweging zetten verhinderen. De arbeider was aan de achterlichten bezig. Hij raakte gekneld en overleed. (Het Laatste Nieuws/JEW/2-03-2012)
werknemers gemiddeld 7 werknemers het slachtoffer van een dodelijk arbeidsongeval of liepen een blijvende handicap op! In de grotere ondernemingen is dit duidelijk minder, al worden ook daar elk jaar gemiddeld 5 werknemers op 1000 het slachtoffer van een zwaar arbeidsongeval.
© Michael de Lausnay
Een krantenbericht over een arbeidsongeval waar heel veel leed en verdriet achter schuilt.
Dat werknemers in KMO’s meer kans hebben op een zwaar arbeidsongeval blijkt ook wanneer we de cijfers van de zware arbeidsongevallen vergelijken met de tewerkstelling in VTE in grote en kleine ondernemingen. In ondernemingen met minder dan 100 werknemers hebben werknemers een grotere kans op een zwaar arbeidsongeval: in 2010 werden in deze groep op 1000
ACV-actievoerders hielden vorig jaar op de stoep van Assuralia, de beroepsvereniging van verzekeraars, een symbolische collecte voor de slachtoffers van een arbeidsongeval wiens dossier geweigerd werd door hun verzekeraar.
6
|Dossi er a rbeidso ngeva llen: d e Belg isch e cijf er s en ver zekeraar s d oorgelich t | 28 a pr il 2 012 |
Een krantenbericht over een arbeidso ngeval waar heel veel leed en verdriet achter schuilt.
Fruitarbeider verliest voet in snoeimachine
2. De onderbemande inspectiediensten voor welzijn op het werk 2.1. Het aantal inspecteurs Het schrijnend tekort aan personeel bij de Afdeling Toezicht Welzijn op het Werk (de vroegere medische en technische inspectie) blijkt andermaal uit de cijfers in het jaarverslag van 2010. In onderstaande tabel vind je een overzicht van het aantal inspecteurs in de centrale diensten en in de verschillende regionale directies. De aantallen zijn weergegeven in voltijdse equivalenten (VTE). Dit aantal is ten opzichte van 2009 met 2 VTE gedaald tot 155,1. In deze cijfers worden de personeelsleden van de afdeling toezicht op de chemische risico’s niet meegenomen. Het gaat hier over de Seveso-inspectie, die toezicht houdt op 375 bedrijven met een groot risico op zware ongevallen met gevaarlijke stoffen, en op het laboratorium voor industriële toxicologie. De Seveso-inspecteurs worden apart gefinancierd met een bijdrage van de Seveso-bedrijven.
Een arbeider is zijn voet verloren na een ongeval met een snoeimachine. De arbeider van Indische afkomst was dond erdagochtend alleen aan het wer k in een plantage in de Roosbeekstr aat om de fruitbomen te snoeien. Tijdens die wer ken sukkelde de arbeider met zijn linke rvoet in de snoeimachine. In het ziekenhuis werd nog geprobeerd het onderbeen te opereren. “Eer st leek de wonde nog wel mee te vallen, achteraf bleek dat de scha de aan het onderbeen onherstelbaar was.”, zegt de politie. (Het Laatste Nieuws/AVS/1 6-03-2012)
Personeelscapaciteit inspecteurs op 31.12.2010 in VTE Niv A
Niv B
Niv C/D
Totaal
10
0
0
10
West-Vlaanderen
7,8
3,8
3
14,6
Oost-Vlaanderen
5,5
4
2
11,5
9
5,8
4
18,8
Centrale diensten
Antwerpen
13,8
7
8
28,8
Brussel
7
5,6
3
15,6
Henegouwen
6
7
6
19
Namen - Luxemburg - Waals-Brabant
9
4
6
19
Luik
8
7,8
2
17,8
Totaal afdeling regionaal toezicht
66,1
45
34
145,1
Algemeen totaal
76,1
45
34
155,1
Limburg - Vlaams-Brabant
De inspecteurs van de inspectie Toezicht Welzijn op het werk moeten bij alle werkgevers van dit land toezien op de toepassing van de welzijnsreglementering. Hun taken en opdrachtenpakket is de laatste jaren alleen maar toegenomen. Het inspectiekader daarentegen is alleen maar afgenomen, ondanks talrijke politieke beloften van de opeenvolgende bevoegde ministers en staatssecretarissen. De negen opeenvolgende ministers hebben stuk voor stuk hun ambt verlaten met minder inspec-
teurs dan bij hun aantreden als minister. En sinds Miet Smet hebben we er heel wat de revue zien passeren: Laurette Onkelinx, Frank Vandenbroucke, Anissa Temsamani, Kathleen Van Brempt, Freya Vandenbossche, Peter Van Velthoven, Josly Piette en Joëlle Milquet. Ons referentiepunt is het roemruchte Federaal Actieplan voor de Reductie van Arbeidsongevallen (FARAO) van 2004. In dit actieplan werd de belofte gedaan om in 2004 alle vertrekkende inspec-
| Do s s i e r a r b e id s o n gev a ll en: de Be lgische cijf e r s e n ve r ze ke r aar s d oorgelich t | 28 ap ril 2012 |
© Michael de Lausnay
Bron: jaarverslag 2010, algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk (AD TWW), uitgezonderd Afdeling Toezicht op de chemische risico’s (Seveso-inspectie + Laboratorium voor industriële Toxicologie). Inspecteurs van niveau A en B zijn de vroegere arbeidsgeneesheren, burgerlijk en industriële ingenieurs. Inspecteurs van niveau C/D worden hoofdzakelijk ingezet op bouwwerven, groeven en graverijen.
7
Dossier arbeidsongevallen teurs te vervangen en om daar bovenop 14 inspecteurs niveau A aan te werven. Concreet betekende dit dat het aantal inspecteurs moest stijgen tot 177. In de onderstaande grafiek kan je zien dat deze regeringsbelofte nooit gehaald werd en dat bovendien het aantal inspecteurs gedaald is tot op een historisch dieptepunt van 155 inspecteurs in 2010.
•
•
Evolutie personeelsbestand AD TWW
•
180 175
aantal inspecteurs
2.2. Gemiddeld 1 inspecteur voor 25.920 werknemers 170 165 160
•
155
10 20
09 20
08 20
07 20
06 20
05 20
20
04
150
Aantal inspecteurs volgens de jaarverslagen van de administratie Regeringsbelofte uit het FARAO-plan van 2004
2.2 Gemiddeld 1 inspecteur voor 25.290 werknemers
© Michael de Lausnay
In 2006 kreeg de Belgische welzijnsinspectie een internationale audit van het SLIC, het Senior Labour Inspectors Committee, een officieel comité van welzijnsinspecteurs bij de Europese Commissie. Dit Comité maakt volgens beurtrol een audit van alle Europese inspectiediensten. Het officiële rapport van het auditcomité rekent België tot het op één na zwakste Europese land inzake bezetting van zijn inspectiediensten: België telde toen slechts één inspecteur welzijn op 23.000 werknemers en staat hiermee helemaal onderaan in het lijstje van de Europese lidstaten.
Elk aangegeven arbeidsongeval verbergt er twee andere.
8
•
est among the SLIC member states.” “The average among the SLIC member states is roughly 10.000 workers/inspector” “The annual reports of the inspectorate show that in reality penal sanctions are seldom applied and rarely followed up by the judicial authorities.” “Also administrative fines in second instance are hardly ever used in reality (14 cases in all of 2004).” “Administrative fines in this way also do not allow for on the spot fines for instance unwilling employers or direct risks for people at work.” “Belgian law and legal system do not give labour inspectors appropriate instruments to penalize.”
Enkele citaten uit de auditconclusies: • “The number of workers inspected by one inspector varies from 14.000 to 47.000 (Brussels).“ • “The average in Belgium is 23.000 workers/inspector. It is the second low-
Volgens het jaarverslag van de inspectie moest elke inspecteur in 2010 toezicht houden op het welzijn van 25.920 werknemers, nog 3000 meer dan tijdens de audit van het SLIC. De conclusie in het jaarverslag is dan ook duidelijk: “Ondanks de vele aanwervingen van nieuwe personeelsleden voor onze inspectiedienst tijdens de voorgaande jaren, blijft het objectief vooropgesteld door de Commissie in haar Communautaire strategie 2007-2012 (1 inspecteur per 10.000 werknemers) nog steeds veraf. Integendeel, in plaats van te verbeteren, gaan we verder achteruit. In het vooruitzicht van de volgende audit door het SLIC, verwacht uiterlijk eind 2012, betekent dit dat er ernstige aanwervingsinspanningen zullen moeten gebeuren om het beoogde resultaat te bereiken.” Ook de experts van de International Arbeidsorganisatie (IAO) bevelen aan dat industriële ontwikkelingslanden één inspecteur veiligheid en gezondheid per 10.000 werknemers zouden moeten voorzien. Dit vereist dus meer dan een verdubbeling van het aantal effectieven in België. Dat was ook de unanieme vraag van alle sociale partners in het NAR-advies 1683 van mei 2009.
|Dossi er a rbeidso ngeva llen: d e Belg isch e cijf er s en ver zekeraar s d oorgelich t | 28 a pr il 2 012 |
Eind 2009 telde de RSZ 273.398 privébedrijven en overheidsinstellingen met in totaal 3.761.016 werknemers. Het toezicht hierop moest in 2010 uitgevoerd worden door 145,1 ambtenaren (in VTE). De inspecteurs van de centrale diensten werden hier niet meegeteld omdat ze geen inspectiebezoeken doen. Elke ambtenaar staat daarmee in voor 1884 ondernemingen en voor het toezicht op de werksituatie van 25.920 werknemers. Zelfs al zou elke ambtenaar 4 bedrijfsbezoeken per dag doen (en nooit ziek zijn, nooit opleiding volgen, nooit arbeidsongevallen
onderzoeken, nooit verslagen maken,…) dan nog zou elke onderneming slechts om de 2 jaar bezocht kunnen worden. In de praktijk is dat heel wat minder. In 2010 realiseerde elke inspecteur gemiddeld 315 inspectiebezoeken. Aan dit tempo worden ondernemingen gemiddeld 1 keer om de 6 (5,94) jaar bezocht.
rust zijn: met de huidige personeelsbezetting moet hij tot 2033 slechts één bezoek van de inspectie verwachten. In de tabel hieronder wordt deze berekening gemaakt per regionale directie. Opnieuw werd gebruik gemaakt van het gemiddelde van 87 verschillende werkgevers die per inspecteur bezocht werden.
Maar het is nog erger dan dat. Een deel van de ondernemingen werd meerdere malen bezocht. Het jaarverslag meldt in 2010 inspectiebezoeken bij slechts 12.606 verschillende werkgevers (7653 ondernemingen en 4953 bouwwerven), ofwel gemiddeld 87 verschillende werkgevers per inspecteur. Zo komen we tot het onthutsende cijfer van gemiddeld 1 inspectiebezoek van elke onderneming om de 21,7 jaar! Een werkgever in België mag vrij ge-
Met dit soort omkadering van de inspectie scoort België internationaal op het niveau van de ontwikkelingslanden. De internationale conventies van de IAO die België mee ondertekende gaan uit van aanbevelingen om elke onderneming minstens één keer per jaar te bezoeken. Het is onmogelijk deze doelstelling zelfs maar te benaderen met het huidig aantal inspecteurs.
Aantal inspecteurs niveau A+B
Werkgevers
Werknemers
Aantal ondernemingen en instellingen per inspecteur
Een bedrijfsbezoek om de x jaar
West-Vlaanderen
14,6
34.842
402.151
2.388
27,45
Oost-Vlaanderen
11,5
34.996
457.307
3.043
34,98
Antwerpen
18,8
45.623
659.499
2.427
27,90
Limburg - Vlaams-Brabant
28,8
43.923
627.999
1.525
17,53
Brussel
15,6
34.428
620.875
2.207
25,37
Henegouwen
19
26.382
359.062
1.389
15,97
Namen - Luxemburg - Waals-Brabant
19
27.627
320.970
1.454
16,71
17,8
25.557
313.153
1.436
16,51
145,1
273.398
3.761.016
1.884
21,66
Regionale directie
Luik TOTAAL
© Rob Stevens
Bron: jaarverslag 2010, algemene directie Toezicht Welzijn op het Werk (AD TWW), uitgezonderd Afdeling Toezicht op de chemische risico’s (Seveso-inspectie + Laboratorium voor industriële Toxicologie)
| Do s s i e r a r b e id s o n gev a ll en: de Be lgische cijf e r s e n ve r ze ke r aar s d oorgelich t | 28 ap ril 2012 |
9
3. Gemiddeld één inspectiebezoek om de 7 jaar
2.3 Gemiddeld 1 inspectiebezoek om de 21 jaar
Dossier arbeidsongevallen 3. Geen sanctiebeleid voor overtredingen van wetgeving De wetgeving voorziet in de mogelijkheid van een strafrechtelijke vervolging of het uitschrijven van administratieve boetes. Probleem is dat er lange wachttijden zijn voor er uitspraken volgen vanuit de arbeidsrechtbanken, en dat er enkel administratieve boetes worden opgelegd als er geen strafvervolging wordt ingesteld door de arbeidsrechtbank. Tussen het opstellen van een pro-justitia en een definitieve uitspraak over het gegeven gevolg door hetzij de rechtbanken of de studiedienst van de FOD WASO (dienst administratieve geld-
boeten) verloopt dus een grote tijdspanne. De inspectiediensten moeten een ‘lik op stuk’-beleid kunnen voeren. Een lijst met zware overtredingen moet net als in het verkeer gekoppeld worden aan een efficiënt boetesysteem. Zo kunnen heel wat ziektes en ongevallen worden vermeden. De basisverplichting voor werkgevers in de wet welzijn is het maken van een risicoevaluatie in hun onderneming. Dat is de wettelijke basis voor het nemen van allerlei specifieke veiligheidsmaatregelen. Er is
echter een groot juridisch probleem met het sanctioneren van werkgevers die niet aan deze basisverplichting voldoen: de rechtspraak is van oordeel dat de omschrijving van deze verplichting in de wetgeving te weinig precies is. Bijgevolg worden vaststellingen van dergelijke overtredingen systematisch geseponeerd. En haakt ook de inspectie af om hierover nog proces-verbaal op te stellen: het leidt toch tot niets. Daarmee ontbreekt een basispijler in het handhavingsbeleid.
Een kranten bericht over ee geval waar heel veel leed n arbeidsonter schuilt. en verdriet a ch
Vijftiger kr van stellin itiek na val g
© Michael de Lausnay
Een 5 3-jar ige aannem er uit Lier d a g o chte n d ro n d is dins11 u u r Naamse st la n g s d e eenw eg in Heverlee hoge stellin va g gevallen . De man k n een zeven met w am zo’n er lager te gen de gro en werd nd terecht in levensb edreigend naar het zi e toestand ekenhuis af gevoerd. H stelde e e et p n d ar beidsinsp e skundige van de ar ket ectie aan o dien st m de omst den w aari andighe n het ar be idsongeval te onderzo gebeurde eke dat de werf n. De deskundige ste lde vast van een pri de no dige vé veil igheidsv woning niet aan deed. (Het Laatste Nie oors chriften voluws/SPK /2 2- 03-2012)
10
|Dossi er a rbeidso ngeva llen: d e Belg isch e cijf er s en ver zekeraar s d oorgelich t | 28 a pr il 2 012 |
-
Belgische werkgevers moeten zich verplicht aansluiten bij een erkende arbeidsongevallenverzekeraar. Alle arbeidsongevallen moeten binnen de 8 dagen aan de verzekering worden gemeld. De verzekering en niet de werkgever beslist over het aanvaarden van een arbeidsongeval. Wanneer ze een ongeval weigeren te erkennen, en weigeren te vergoeden, moeten de verzekeraars dat niet enkel schriftelijk melden aan het slachtoffer, ze moeten dat ook laten weten aan het Fonds voor Arbeidsongevallen. Dat houdt toezicht op de weigeringen en kan tussenkomen bij verzekeraars als een weigering niet terecht was. De afgelopen jaren merkt het Fonds voor Arbeidsongevallen een heel forse stijging van het aantal geweigerde arbeidsongevallen. In 1985 werd slechts 2,2% van alle aangiften geweigerd, in 2010 was dat al ruim 4 keer hoger en opgelopen tot een historisch recordcijfer van 9,8% van alle aangiften. Meer dan 19.000 aangiften van een arbeidsongeval werden het afgelopen jaar door een verzekeraar afgewezen, omdat het volgens hen geen arbeidsongeval was volgens de wettelijke normen.
zijn afwijzend standpunt en bleef de weigering behouden tenzij het slachtoffer de zaak voor de arbeidsrechtbank zou betwisten. In 26% van de gecontroleerde gevallen paste de verzekeraar zijn standpunt ‘spontaan’ aan ingevolge de tussenkomst van het Fonds. Controle loont dus voor de rechten van de slachtoffers, maar gebeurt slechts in een fractie van de dossiers. Toegepast op het totaal aantal geweigerde arbeidsongevallen van 2010 hebben naar het oordeel van de inspectiediensten van het Fonds 7115 slachtoffers van arbeidsongevallen ten onrechte een weigering gekregen van de verzekeraar om tussen te komen in de kosten van het arbeidsongeval. Er loopt dus aardig wat mis bij de verzekeringsmaatschappijen.
4.1 Grote verschillen tussen verzekeraars Er zijn heel grote verschillen tussen de verzekeringen met betrekking tot het weigeren van arbeidsongevallen. En dat leidt tot een stuitend ongelijke behandeling van slachtoffers van arbeidsongevallen naargelang de verzekering van hun werkgever. Marktleider AXA is al jaren nationaal kampioen in het weigeren van arbeidsongevallen: liefst 11,8% van alle aangiften van een arbeidsongeval worden door AXA geweigerd (dienstjaar 2010). Dit jaar geniet P&V-verzekeringen de twijfelachtige eer om het nationale record te vestigen met 12,8% weigeringen. P&V verdubbelde zijn aantal weigeringen sinds 2008: ongetwijfeld het gevolg van een zeer bewuste maar weinig sociale beleidscorrectie. Ook Mensura, Federale, Securex, Ethias, AG, Generali en Dexia weigeren meer dan 9% van de gevallen. Onderaan het klassement halen Mercator, KBC, Fidea en Vivium meer klantvriendelijke weigeringspercentages van om en bij de 5%.
Geweigerde arbeidsongevallen per verzekeraar (2006-2010) Het FAO onderzoekt als toezichthouder dossiers waarover klacht werd ingediend en onderzoekt daarnaast ook een eigen beperkte steekproef van weigeringen. Daarbij merken ze praktijken op die de verzekeringsondernemingen “niet steeds ten gronde kunnen verantwoorden”, of die eerder zijn ingegeven door een soort van commercieel geïnspireerd weigeringsbeleid. Het Fonds onderzocht een steekproef van 1200 geweigerde arbeidsongevallen en 278 dossiers waar één of andere klacht voor binnenkwam. In meer dan 1 op 3 van alle onderzochte gevallen (36,7%) was het Fonds van oordeel dat de verzekeraar te streng was. In driekwart van die betwiste gevallen behield de verzekeraar
Verzekeraar
2006
2007
2008
2009
2010
Mensura
5,8%
6,5%
8,3%
8,9%
9,3%
Federale
7,3%
8,7%
9,0%
8,5%
9,1%
P&V
6,3%
5,6%
4,5%
11,4%
12,8%
Securex
7,0%
5,4%
6,9%
8,5%
9,0%
Ethias
8,3%
8,7%
8,2%
10,0%
11,3%
AG
6,1%
7,4%
8,8%
8,4%
9,4%
Mercator
3,8%
3,4%
4,1%
4,1%
3,9%
Generali
7,9%
7,7%
10,6%
10,6%
10,0%
KBC
4,0%
4,1%
3,8%
4,1%
4,1%
ING
5,7%
6,8%
7,3%
7,0%
AXA
13,7%
12,6%
12,4%
11,8%
Fidea
4,0%
3,4%
3,4%
2,9%
5,7%
Dexia
6,8%
7,8%
7,6%
9,1%
9,2%
Vivium
4,9%
4,3%
5,0%
6,8%
5,8%
8,7%
9,2%
PV Verzekeringen Totaal
8,5%
-
| Do s s i e r a r b e id s o n gev a ll en: de Be lgische cijf e r s e n ve r ze ke r aar s d oorgelich t | 28 ap ril 2012 |
11,8%
15,7% 9,4%
9,8%
11
5. Weigering van arbeidsongevallen: de ene verzekeraar is de andere niet
4. Weigering van arbeidsongevallen: de ene verzekeraar is de andere niet
Dossier arbeidsongevallen Naargelang het soort ongevallen zijn er nog sterkere verschillen tussen verzekeraars. De Federale Verzekeringen weigerde liefst 24,8% van alle aangiften van arbeidsongevallen op de weg van en naar het werk: een kwart van alle aangiften! Ook Mensura (14,1%), AXA (13,3%), P&V (13,1%) Generali (12,9%) scoren meer dan 10%. Daarentegen weigerde Mercator amper 1,9%, KBC 4,8% en Fidea 5,2%. Wie een arbeidsongeval heeft op de weg van en naar het werk kan dus maar beter een werkgever hebben die zich verzekert bij Mercator, KBC of Fidea. De basisreflex bij de Federale is dus blijkbaar slachtoffers van arbeidsongevallen als fraudeurs en bedriegers te beschouwen, tenzij ze het tegendeel bewijzen. Wat ongevallen op de arbeidsplaats betreft zijn de verschillen eveneens erg groot, al ontbreekt daar gelukkig wel een problematische uitschieter zoals de Federale bij de arbeidswegongevallen. Drie verzekeringsmaatschappijen weigeren meer dan 10% van alle aangiften: P&V haalt
Een krantenbericht over een arbeidso ngeval waar heel veel leed en verdriet achter schuilt.
Man sterft bij arbeidsongeval De 52-jarige Carlos Musschoot uit SintLaureins kwam maandag om het leven bij een arbeidsongeval in de buur t van Chimay in de provincie Luik. Hij werkte al bijna dertig jaar voor de Maldegemse hout zagerij Verstringe. Maandag was hij met zijn baas aan het werk in het bos van Lom pret toen het noodlot toesloeg. Volgens de politie zou een collega van Carlos een manoeuv re hebben uitgevoerd met een tractor, waarbij de aanhangwagen losschoot en op het slachtoffer terecht kwam. Carlos Musschoot overleed ter plaatse aan zijn verw ondingen. (Het Nieuwsblad/MYE/18-01-2012)
12
14,8%, Ethias 11,8%, AXA 11,5%. Bij Mercator (4,3%), KBC (4,0%), Fidea (5,8%) en Vivium (5,4%) liggen de weigeringspercentages ruim de helft lager. Ook hier ben je als slachtoffer - en als werkgever - beter af met een verzekeraar als Mercator, KBC en Fidea. De Federale bakt het hier minder bruin dan bij de arbeidswegongevallen en scoort een gemodereerde 7,8% weigeringen.
4.2 Zeer verschillende weigeringsmotieven Het FAO graaft wat dieper naar deze verschillen en ging na met welke reden bepaalde verzekeringen hun weigeringen motiveren. Het meest gebruikte motief in de sector om een slachtoffer af te wijzen is dat er geen bewijs is van de aangevoerde feiten. Slachtoffers slaken dus best een luide gil als hen wat overkomt, zorgen best ook voor getuigen, fotomateriaal of bloedsporen… De slachtoffers moeten bewijzen dat hen een arbeidsongeval is overkomen, niet de verzekeraar dat er fraude is. En dat
maakt het moeilijk voor slachtoffers als er geen getuigen zijn die dat allemaal willen bevestigen. Heb je geen getuigen, dan beter niet bij de Federale en P&V Bij de Federale onderzocht het Fonds voor Arbeidsongevallen de weigeringen van arbeidswegongevallen van een jaar. Op de helft van deze weigeringen had het Fonds opmerkingen over de wijze waarop de verzekering handelde. Heel vaak weigert de Federale omdat het slachtoffer niet tijdig reageert op vragen van de verzekering op bijkomende inlichtingen. “Ongevallen op de weg zonder rechtstreekse getuigen werden vaak geweigerd wegens gebrek aan bewijs, ondanks het voorhanden zijn van feitelijke elementen die de verklaring van de getroffene ondersteunen.” noteert het Fonds over de Federale Verzekeringen. Die ongelijke behandeling van slachtoffers is stuitend wanneer de motieven tot weigering bekeken worden per verzekeraar. De Federale en P&V weigeren 6,7% van alle aangegeven arbeidsongevallen omdat er geen bewijs is (en ze dus fraude vermoeden). Bij KBC ligt dat percentage op 0,5%, dus dertien keer lager. Ook AXA en Mensura weigeren veel meer arbeidsongevallen dan gemiddeld. Door meer dan dubbel zoveel als gemiddeld arbeidsongevallen te weigeren omdat er geen getuigen waren of geen bewijzen halen de Federale en P&V een commercieel voordeel ten koste van slachtoffers. Betwistbaar letsel: beter niet bij Securex, Ethias en Generali Securex, Ethias en Generali houden blijkbaar meer van doktertje spelen. Toch als het erop aankomt om slachtoffers af te schepen. Strenge dokters dan wel, want Securex en Generali weigeren drie keer meer arbeidsongevallen omdat er geen bewijs is van een letsel dan het gemiddelde. AXA, de kampioen in weigeringen, maakt daar geen commerciële strategie van: bij AXA loop je 16 keer minder kans daarop
|Dossi er a rbeidso ngeva llen: d e Belg isch e cijf er s en ver zekeraar s d oorgelich t | 28 a pr il 2 012 |
AXA weigerde 1701 arbeidsongevallen om die reden, de helft meer dan de gemiddelde verzekeraar. Dexia is topscorer met dit weigeringsmotief en haalt meer dan het dubbele van de gemiddelde score. Generali scoort tussen beiden in.
4.3 Interims weer de pineut Uit eerder onderzoek van het FAO in 2008 bleek dat aan interims veel vaker (14%) dan aan andere werknemers (8,7%) de erkenning van een arbeidsongeval wordt geweigerd. Het gebrek aan bewijs komt ook omdat naar de mening van het FAO teveel dossiers worden geweigerd na een zeer summier onderzoek naar de ongevalsom-
Ook schoonmaakactiviteiten bleken in eerder onderzoek van het FAO erg hoog te scoren in weigeringen (14%), net als ongevallen bij kantoorwerk en commerciële werkzaamheden. Ongevallen die te maken hebben met tillen, dragen of opstaan scoorden in 2008 28% van de weigeringen en zijn dus weinig geliefd bij verzekeraars. Net als ongevallen ten gevolge van een verkeerde beweging (zoals het uitwringen van een dweil) of het zich plots omdraaien. De grote verschillen in gebruikte weigeringsmotieven zijn volgens het FAO “niet direct verklaarbaar door eventuele verschillen in verzekerde populaties en derhalve wellicht in overwegende mate toe te schrijven aan de weigeringspolitiek van de verzekeringsondernemingen“. Hoge weigeringspercentages vloeien vaak voort uit de strenge opstelling van bepaalde verzekeringsmaatschappijen die een zeer strikte interpretatie van de bewijsregels hanteren. Met zo een grote verschillen is er geen gelijke behandeling meer van slachtoffers stelt het Fonds.
mand op weg was naar zijn werkgever om zijn ziektebriefje af te geven (AG), of omdat iemand een omweg had gemaakt op de arbeidsweg voor kinderopvang bij de schoonouders (Federale). AG viel in 2009 op door arbeidsongevallen te weigeren die buiten de arbeidsactiviteit maar wel in ondergeschikt verband gebeurden of door systematisch wespensteken te weigeren (ook bij bagagepersoneel van luchthavens). AXA op zijn beurt valt dan weer op door zonder verder onderzoek schade te weigeren aan niet gedragen prothesen (brillen). AXA doet ook moeilijk over het erkennen van ongevallen ten gevolge van het afstappen van een verhoog (trapladder, trede vrachtwagen,...). Volgens AXA gaat het om een alledaagse beweging en niet om een plotse gebeurtenis zoals de wet arbeidsongevallen voorschrijft. Dat gaat in tegen constante cassatierechtspraak die stelt dat de normale uitoefening van een job de plotselinge gebeurtenis kan zijn die in de wet wordt gevraagd om het te hebben over een arbeidsongeval. Af en toe is er echter ook (lagere) rechtspraak die dat principe niet dwingend toepast. AXA en anderen speculeren daarop om zo een ongevallen te weigeren: een goeie kans dat het
4.4. Wetens willens slachtoffers weigeren Vrij stuitend zijn de gesignaleerde praktijken waarbij verzekeraars slachtoffers afwijzen om motieven en in situaties die in cassatierechtspraak wel degelijk aanvaard worden: zoals het weigeren van een arbeidswegongeval omdat iemand te vroeg (Ethias in twee dossiers) of later (AG) het werk heeft verlaten, of omdat zijn arbeidswegtraject begon vanuit de vaste verblijfplaats van zijn vriendin (AG), of omdat ie-
| Do s s i e r a r b e id s o n gev a ll en: de Be lgische cijf e r s e n ve r ze ke r aar s d oorgelich t | 28 ap ril 2012 |
13
5. Weigering van arbeidsongevallen: de ene verzekeraar is de andere niet
Twijfels over de plotse gebeurtenis: beter niet als je bij Dexia, AXA of Generali zit Een populair twistpunt bij rechtbanken over de erkenning van arbeidsongevallen is de vraag of er wel ‘een ongeval’ was: een plotse gebeurtenis die het letsel veroorzaakte. Als iemand een letsel opliep tijdens het werk doordat hij zich voorover boog of van een voertuig, een ladder of een trap was gestapt, zware lasten had getild, of zich oprichtte na het uitvoeren van een arbeidstaak werd dat door AXA aangegrepen om te betwisten dat het om een ongeval ging. Nochtans is er voldoende rechtspraak die dit soort van gebeurtenissen als een arbeidsongeval na een plotse gebeurtenis erkent. Door dit soort ongevallen te weigeren heeft het slachtoffer de keuze tussen afhaken, of doorgaan en een gerechtelijke procedure beginnen tegen een ter zake ervaren arbeidsongevallenverzekeraar, een marktleider met gespecialiseerde juristen in dat soort betwistingen. Wie dan niet kan terugvallen op een vakbond en een gestoffeerd dossier heeft, laat het er allicht bij. Waarna de kassa bij AXA weer eens rinkelt.
standigheden (vaak slechts een telefoontje) en de moeilijkheden van een interim om bewijselementen of getuigenverklaringen te verzamelen. Ook in dit onderzoek bleek AXA de kampioen. AXA weigerde liefst 19,98% van alle ongevalsaangiften door interims.
© Michael de Lausnay
afgewezen te worden dan bij Securex of Generali.
Dossier arbeidsongevallen slachtoffer het erbij laat (kassa kassa) en een zwakke kans dat een lagere rechtbank het standpunt van de verzekeraar volgt. In zes gevallen stootte het Fonds in 2009 bij zijn onderzoek op de weigering van verzekeraars om de schade aan een prothese (bril) te betalen omdat die niet werd gedragen of slecht gepositioneerd was op het moment van het ongeval. Het Hof van Cassatie heeft dat soort argumenten eerder al verworpen als niet relevant.
4.5 Hoedt u voor vragenlijsten Vanuit onze rechtskundige diensten werd al eerder gewezen op praktijken waarbij verzekeringsmaatschappijen een vriendelijke sociaal assistent langs sturen bij het slachtoffer en hem of haar helpen bij het invullen van een vragenlijst om de afhandeling van het ongeval te bespoedigen. Wee het slachtoffer dat daarbij te kennen geeft al eerder last gehad te hebben van een bepaalde kwetsuur: meteen al een reden tot weigeren. Het Fonds stipt ook vragenlijsten aan waarbij mensen die hun voet kwetsten bij het afdalen van een trap nadien allerlei vragen moesten beantwoorden. Bijvoorbeeld of ze een trede hadden gemist, of ze over een oneffenheid waren gevallen, of nog of de vloerbekleding in slechte staat was. Bevestigende antwoorden gaven aanleiding tot weigering. Maar ook wie verklaarde een trap te zijn afgegaan zonder een trede te missen, of positief aanstreepte dat “de verstuiking heel spontaan gebeurde” leverde argumenten aan voor een weigering. Nochtans moet er alweer volgens constante cassatierechtspraak geen abnormaal feit zijn, maar slechts een aanwijsbaar plots feit voor de erkenning van een arbeidsongeval.
4.6 Conclusies Voor de verzekeraars is het weigeren van arbeidsongevallen een lucratieve praktijk: als het slachtoffer afgescheept wordt en het daarbij laat, rinkelt de kassa bij de verzekeraar. Wel een premie incasseren, geen schade moeten betalen. De kassa rinkelde
14
19.384 keer in 2010. Het is vaak een beetje David tegen Goliath: een afgewezen slachtoffer moet het opnemen tegen de verzekeraar met al zijn ervaring, knowhow, kennis van wetgeving en rechtspraak en dure gespecialiseerde advocaten. Niet te verwonderen dat veel slachtoffers het erbij laten, niet de moeite doen om contact op te nemen met hun vakbond. Nochtans loont het de moeite om het er niet bij te la-
ten: in 10% van alle dossiers die door het FAO werden onderzocht (na klachten of na steekproef) herzag de verzekeraar zijn standpunt zonder dat het tot een rechtszaak moest komen. In nog 26% andere gevallen vond het Fonds dat de verzekeraar beter zijn houding zou herzien, maar weigerde de verzekeraar. Enkel wanneer het slachtoffer naar de arbeidsrechtbank gaat kan hij dan gelijk krijgen.
Een weigering uit het leven gegrepen 28 april 2011. Een groep ACV-militanten en ACV-beroepskrachten rijdt per fiets en in groep naar de minister, naar het Fonds voor Arbeidsongevallen en Assuralia. Om maatregelen te vragen tegen het oplopende aantal weigeringen van arbeidsongevallen. B, een ACV-beroepskracht komt in een tramspoor terecht en komt erg ongelukkig ten val. Tientallen mensen zijn getuigen, politie inbegrepen. In het ziekenhuis wordt een zware kneuzing van pols en knie en een hinderlijke bloeduitstorting vastgesteld met werkonbekwaamheid tot gevolg. Het arbeidsongeval wordt aangegeven. Met wat behelpen komt ze na enkele weken toch weer wat werken op kantoor en een vergadering bijwonen. Na enkele dagen - er zit een verlengd weekend tussen - komt ze bij de arbeidsgeneesheer. Die haar prompt weer naar huis stuurt en het onverantwoord vindt dat ze met dat letsel komt werken. Het letsel zou door te komen werken enkel maar verergeren. Rusten is de boodschap. Opnieuw weken ziekteverlof. Dexia weigert de periode na de eerste werkhervatting, vanaf 10 juni, te erkennen als arbeidsongeval. Dat laten ze pas weten met een brief op 28 november, vijf maanden later, met als enige motivatie “op basis van de medische gegevens waarover we beschikken”. Da’s alles. De arbeidsongeschiktheid blijft aanslepen. Er is een operatie nodig, zowel aan haar pols als aan haar knie. De dokters vinden het beter dat te spreiden in de tijd: eerst de pols, nadien de knie. Want je polsen heb je nodig om met krukken te lopen. Dexia vraagt haar langs te gaan bij een geneesheer een paar dagen vóór de operatie. Die dokter vindt een operatie voor mensen van haar leeftijd, een veulen van 60, overbodig. Pas nà de operatie laat Dexia weten dat ze niet tussenkomt in de kosten van die behandeling. De medische kosten stapelen zich op. De dokters stellen nog een tweede operatie in het vooruitzicht. Via het ACV wordt Dexia in gebreke gesteld. Een procedure via de rechtbank wordt gestart. Daar wordt beslist een deskundige aan te stellen. We zijn nu ruim een jaar later. Er is nog steeds geen uitspraak. Dexia komt niet tussen in de kosten. We zijn heel wat procedures en formaliteiten verder. Je moet als slachtoffer wel van veel doorzettingsvermogen getuigen om daarmee door te gaan. En liefst bij een vakbond aangesloten zijn die naar de rechtbank stapt. Minder mondige slachtoffers lieten het al lang afweten. En gingen allicht niet op eigen kosten bij een advocaat langs. Die het dan moet opnemen tegen een ervaren advocaat van de verzekeraar die dit soort zaken al tientallen keren heeft gevoerd. |Dossi er a rbeidso ngeva llen: d e Belg isch e cijf er s en ver zekeraar s d oorgelich t | 28 a pr il 2 012 |
5. Weigering van arbeidsongevallen: de ene verzekeraar is de andere niet
Wat er aan doen vanuit het comité of de vakbondsafvaardiging? Met het Comité Preventie en Bescherming op het werk (en met de vakbondsafvaardiging bij gebrek aan comité) beschik je over aardig wat bevoegdheden om toe te zien op wat een verzekeraar uitspookt met weigeringen van arbeidsongevallen in je onderneming of instelling. Artikel 3 van hoofdstuk IV van de codex geeft het comité een voorafgaande adviesbevoegdheid bij de keuze of verandering van arbeidsongevallenverzekeraar. En volgens artikel 14 moet het comité of de vakbondsafvaardiging van de werkgever alle informatie krijgen om met kennis van zaken advies te kunnen uitbrengen. Met de grote verschillen tussen verzekeraars inzake weigeringen van arbeidsongevallen loont het dus meer dan de moeite om na te vragen hoeveel en welke arbeidsongevallen in je onderneming werden geweigerd door de verzekering. Zeker als je verzekeraar P&V, Axa, Ethias, Generali of Mensura is: de top vijf in het weigeren van arbeidsongevallen. Of De Federale met zijn trieste eenzame record in het weigeren van arbeidswegongevallen. Ga na om welke motieven dat ongeval werd geweigerd en of het niet de moeite loont het slachtoffer te adviseren om in beroep te gaan, zeker als het een van de dubieus hoge weigeringsmotieven was. En misschien kan je je werkgever ook adviseren om die verzekeringsmaatschappij aan de kant te schuiven. En te kiezen voor een verzekeringsmaatschappij onderaan het klassement: eentje die geen maximale winst poogt te halen uit het afschepen van slachtoffers. Mercator, KBC en Fidea zijn daarbij de betere maatschappijen.
Wat wil het ACV? De huidige situatie inzake geweigerde arbeidsongevallen is uit de hand aan het lopen. Steeds vaker worden slachtoffers afgescheept door verzekeraars op grond van een weigeringsbeleid: daardoor komt de gelijke behandeling van slachtoffers in het gedrang. Het kan niet zijn dat we verder naar een situatie toegroeien waarbij steeds meer slachtoffers naar de rechtbank moeten om hun gelijk te krijgen. Van het Fonds Arbeidsongevallen verwacht het ACV dat het zijn toezicht en zijn tussenkomsten inzake geweigerde arbeidsongevallen opvoert. Nu worden een duizendtal gevallen per steekproef onderzocht. Dat moet sterk opgevoerd worden, in eerste instantie bij verzekeringsmaatschappijen met een verdacht afwijkende profilering inzake weigeringen. Het FAO dient ook strenger op te treden met administratieve boetes tegen verzekeringen die het toezicht belemmeren en niet voldoende gevolg geven aan de instructies van het FAO met betrekking tot weigeringen van arbeidsongevallen. Van de wetgever en de minister verwacht het ACV een versterking van de middelen die het Fonds voor Arbeidsongevallen tegen onwillige verzekeraars kan inzetten. Dat kan door een versterking van de inspectiediensten van het Fonds zoals vorig jaar al werd beloofd door de minister, maar niet werd uitgevoerd. Zodat alle geweigerde arbeidsongevallen kunnen worden geverifieerd door het Fonds. En vooral door te voorzien dat het Fonds de verzekeraars eenvoudig kan verplichten om bepaalde arbeidsongevallen te aanvaarden na ingebrekestelling. Waarna de verzekeraar dit nog altijd zou kunnen aanvechten bij de arbeidsrechtbank. Het zou alvast de last om een gerechtelijke procedure te beginnen naar de sterkste schouders verschuiven: van het slachtoffer naar de verzekeraar. De extra kosten van zo een controlemechanisme mogen wat ons betreft gefinancierd worden door een heffing op verzekeraars in functie van de geweigerde ongevallen: de vervuiler betaalt.
| Do s s i e r a r b e id s o n gev a ll en: de Be lgische cijf e r s e n ve r ze ke r aar s d oorgelich t | 28 ap ril 2012 |
15
Dossier arbeidsongevallen
Een staalkaart van de merkwaardige verschillen tussen verzekeraars In de dossiers van het Fonds voor Arbeidsongevallen (FAO) blijken er per verzekeraar markante verschillen inzake het weigeren van arbeidsongevallen. We presenteren de belangrijkste hiernaast per verzekeraar. Ook melden we voor elke verzekeraar wat de belangrijkste bemerkingen waren van het Fonds in het jaarverslag over de technische controle bij de verzekeraar. Daarbij gaat het bijvoorbeeld om typische klachten als fouten in de berekening van het basisloon waarop de vergoeding wordt berekend, niet systematische terugbetaling van reiskosten als het slachtoffer naar een adviserend geneesheer moet gaan, zwakke of laattijdige informatie aan slachtoffers.
DEXIA VERZEKERINGEN
© Michael de Lausnay
• scoort met 9,2% dicht onder het nationale gemiddelde van 9,8% inzake het weigeren van arbeidsongevallen; • weigert vooral wegens het ontbreken van bewijzen omdat ze tegenstrijdige elementen ziet die de ongevalsversie twijfelachtig maakt: bij Dexia is dat goed voor de helft van alle weigeringen, een nationale topscore. Gemiddeld worden elders slechts 2,3% van de ongevallen geweigerd om dit motief. Zit er een overijverige en achterdochtige amateurdetective op hun afdeling? Nazicht van het Fonds wees eerder op een foutieve codering van weigeringsbeslissingen;
16
• ook het weigeren van arbeidsongevallen omdat er volgens hen geen plotse gebeurtenis was is een vaak voorkomend motief: verbale agressie, het vallen van een trap (!), het tillen van lasten, het zich voorover buigen of het zich oprichten, het uitwringen van een dweil werden door Dexia niet aanvaard als plotse gebeurtenis om dit als een ongeval te kunnen aanvaarden; • de samenwerking met het Fonds bij controle op geweigerde dossiers liep vrij moeizaam; • verplaatsingen van slachtoffers naar raadsgeneesheren worden niet altijd systematisch en automatisch terugbetaald.
ACV-actievoerders bij Assuralia tijdens de actie op 28 april 2011. Assuralia erkent de verschillen in behandeling tussen de verzekeraars, maar verschuilt zich achter de vrijheid van de markt.
|Dossi er a rbeidso ngeva llen: d e Belg isch e cijf er s en ver zekeraar s d oorgelich t | 28 a pr il 2 012 |
• derde hoogste score (11,3%) in het weigeren van arbeidsongevallen; • komt in 2010 voor in de top twee van de meest frequente weigeraars van ongevallen op de arbeidsplaats (11,8% van alle aangiftes); • verhoogde de laatste twee jaar nogal uitgesproken zijn percentage weigeringen, allicht een bewuste beleidskeuze; • weigert arbeidsongevallen omdat ze een letsel bij agressie op rijdend personeel van het openbaar vervoer niet als een plotse gebeurtenis, ‘een ongeval’, beschouwen. Dat deden ze evenmin voor het op- of uitstappen van een voertuig, het zich voorover buigen, zich bruusk omdraaien of het uitwringen van een dweil. Ethias negeert bij die weigeringen cassatierechtspraak waarbij dit soort gebeurtenissen wel aanvaard wordt als plotse gebeurtenis om van een ongeval te kunnen spreken; • de samenwerking met het Fonds was vrij gebrekkig, onder meer door het niet tijdig toesturen van opgevraagde documenten. Een euvel dat ook in het verleden bij Ethias al voorkwam; • kreeg van het Fonds negatieve bemerkingen over het laattijdig betalen van eerste voorschotten of renten bij dodelijke arbeidsongevallen; • valt bij de inspecties door het Fonds arbeidsongevallen ook op door pas zeer laattijdig verbeteringen aan te brengen aan de berekening van het basisloon waarop de uitkeringen zijn gebaseerd; • verplaatsingen van slachtoffers naar raadsgeneesheren worden niet altijd systematisch en automatisch terugbetaald; • kreeg in 2010 bemerkingen van het Fonds omdat verwijlinteresten aan slachtoffers niet altijd systematisch werden betaald.
MENSURA • scoort met 9,3% geweigerde arbeidsongevallen dicht onder het nationale gemiddelde van 9,8%; • tweede hoogste score van alle verzekeraars in het weigeren van arbeidswegongevallen met 14,9% van alle aangegeven ongevallen; • in 35 van de 49 onderzochte dossiers vond het Fonds redenen om de weigering opnieuw te onderzoeken. Mensura erkende daarop 8 arbeidsongevallen. Volgens het Fonds werden onge-
vallen op de weg geweigerd terwijl er in het dossier voldoende elementen zaten om de verklaring van het slachtoffer te staven of om minstens nader onderzoek van de ongevalsfeiten te verrichten.
FEDERALE • weigert 24% van alle aangegeven arbeidswegongevallen, torent daarmee extreem hoog uit boven alle concurrentie; • scoort met 7,8% onder het nationale gemiddelde van 9,6% inzake weigering van arbeidsongevallen op de arbeidsplaats; • tal van weigeringen hebben te maken met het uitblijven van een tijdige reactie van het slachtoffer op een vraag tot inlichtingen; • weigert vaak arbeidswegongevallen zonder rechtstreekse getuigen, ook al zijn er volgens het Fonds feitelijke elementen die de verklaring van getroffenen ondersteunen; • het Fonds voor Arbeidsongevallen stelde vast dat de Federale voor de berekening van de uitkering aan slachtoffers ofwel de eindejaarspremie systematisch niet opnam in het basisloon of het basisloon verminderde met 2%; • verplaatsingen van slachtoffers naar raadsgeneesheren worden niet altijd systematisch en automatisch terugbetaald; • kreeg in 2010 bemerkingen van het Fonds over zijn beheer omdat het basisloon waarop de uitkeringen van slachtoffers berekend wordt niet systematisch alle premies en voordelen bevat waarop het slachtoffer recht heeft.
AXA • dé marktleider op de arbeidsongevallenmarkt. Helaas is AXA ook al jaren de trendsetter inzake het weigeren van arbeidsongevallen, met nationale recordscores in 2006, 2007, 2008 en 2009. Werd nipt voorbijgestoken door leerling-tovenaar P&V in 2010. Weigert 11,8% van alle aangegeven arbeidsongevallen bij zijn klanten als arbeidsongeval te vergoeden; • weigert beduidend meer dan andere verzekeraars ongevallen op de arbeidsplaats te erkennen als er geen getuigen zijn of bij gebrek aan ernstige nauwkeurige en overeenstemmende vermoedens. Bij 41% van alle weigeringen wordt dit motief ingeroepen; • werkte maar zeer moeizaam samen met het Fonds bij controle
| Do s s i e r a r b e id s o n gev a ll en: de Be lgische cijf e r s e n ve r ze ke r aar s d oorgelich t | 28 ap ril 2012 |
17
Een staalkaart van de merkwaardige verschillen tussen verzekeraars
ETHIAS
Dossier arbeidsongevallen
op weigeringen, toonde zich zeer weerbarstig om weigeringsbeslissingen op vraag van het Fonds terug te herzien; • Het Fonds noteerde betwistbare of onterechte weigeringen van arbeidsongevallen overkomen aan slachtoffers bij activiteiten georganiseerd door de werkgever buiten het werk. Net als voor ongevallen overkomen aan mensen die zich voorover bogen tijdens hun arbeidstaak, die zich oprichtten na het uitvoeren van een arbeidstaak, die zware lasten hadden getild, die van een voertuig of ladder waren gestapt; • AXA weigerde ook vaak ongevallen te erkennen omdat het slachtoffer niet reageerde op vragen van AXA om inlichtingen; • kreeg van het Fonds negatieve bemerkingen over het laattijdig betalen van eerste voorschotten of renten bij dodelijke arbeidsongevallen; • Het Fonds stelde vast dat AXA, behalve voor interims, bij de berekening van de uitkering aan slachtoffers de eindejaarspremie systematisch niet opneemt in het basisloon tenzij dit uitdrukkelijk wordt vermeld op de aangifte; • kreeg in 2010 bemerkingen van het Fonds over tekorten als het niet systematisch opnemen van eindejaarspremies in het basisloon waarop uitkeringen worden berekend en voor het niet altijd betalen van verplaatsingskosten van slachtoffers naar geneesheren.
VIVIUM • een lage klantvriendelijke score inzake weigeringen van arbeidsongevallen (5,4%); • kreeg van het Fonds negatieve bemerkingen over het laattijdig betalen van eerste voorschotten of renten bij dodelijke arbeidsongevallen; • verplaatsingen van slachtoffers naar raadsgeneesheren worden niet altijd systematisch en automatisch terugbetaald.
P&V • werd op twee jaar tijd van een van de minst weigerende verzekeraars nationaal landskampioen in het weigeren van arbeidsongevallen (12,8% van alle aangiften); • absolute nationale topscore (12,8%) in het weigeren van arbeidsongevallen op de arbeidsplaats, top vier met 13,1% bij het weigeren van arbeidswegongevallen; • het Fonds stelde vast dat de weigeringsbrieven aan de slachtoffers niet steeds een motivering van de beslissing bevatten; • weigert arbeidsongevallen omdat ze een letsel bij het uitstappen uit een voertuig niet als een plotse gebeurtenis, ‘een ongeval’, beschouwen. Dat deden ze evenmin voor een draai-
18
beweging bij het tillen van lasten of een plots letsel bij het uitwringen van een dweil. Dit hoewel het Fonds van oordeel was dat in die gevallen wel een plots feit kon worden aanvaard; • verplaatsingen van slachtoffers naar raadsgeneesheren worden niet altijd systematisch en automatisch terugbetaald.
AG • scoort met 9,4% dicht onder het nationaal gemiddelde inzake weigeren van arbeidsongevallen; • scoort het hoogst in het weigeren van letsels omdat die volgens haar niet het gevolg zijn van het ongeval; • moeizame samenwerking met het Fonds bij controle van weigeringen; • erg kort gemotiveerde weigeringsbrieven, vaak slechts een standaardcode in de brief aan de slachtoffers; • interimwerknemers die tewerkgesteld worden met contracten van korte duur maar met een vergelijkbaar aantal uren als voltijdsen werden in tegenstelling tot de instructies als deeltijdsen beschouwd en kregen slechts uitkeringen op deeltijdse basis na arbeidsongeval.
GENERALI • scoort nationaal in de top vier bij het weigeren van arbeidsongevallen; • verplaatsingen van slachtoffers naar raadsgeneesheren worden niet altijd systematisch en automatisch terugbetaald.
ngeval Een krantenbericht over een arbeidso schuilt. er acht riet verd waar heel veel leed en
Arbeider meer dan een uur geklemd in machine
ag zwaarge wond Een Poolse arbeider is vrijd in het bedr ijf Van al ngev idso arbe geraakt bij een se. De firma is Tem Riel in de Hoogkamerstraat in verwerking en g delin vere de in gespecialiseerd arbeider de m kwa van textiel. Omstreeks 17 uur eermasort een aan n erke dsw tijdens onderhou spor ttran een aan chine voor wol vast te zitten een nog man de rde sleu d tban band. De transpor een in te raak emd eind mee, waardoor hij gekl de of cht erzo ond dt wor Er . tweede machine en hrift orsc dsvo ghei machine voldeed aan de veili semen een aan is n wijte te val onge dan wel of het 7-02-2012) lijke fout. (Het Nieuwsblad/DBS/2
|Dossi er a rbeidso ngeva llen: d e Belg isch e cijf er s en ver zekeraar s d oorgelich t | 28 a pr il 2 012 |
elk jaar
*
een sterven 164 door arbeidsongeval werknemers
elke werkdag
88
worden
werknemers voor de rest gehandicapt van hun leven
hoe veilig is uw werk? * arbeidsongevallen privésector 2010 + openbare sector 2009
28 april 2012 Werelddag voor veilig en gezond werk Redactie: Herman Fonck – Eindredactie: Patrick Van Looveren en Donatienne Coppieters Vormgeving: Gevaert Graphics – Druk: Gevaert Printing – Verantwoordelijke uitgever: Dominique Leyon e-mail:
[email protected] – Website: www.acv-online.be
Dossier arbeidsongevallen
De pijnpunten ngevallen da-
al arbeidso De economische crisis doet het totaal aant û tewerkstelling en minder van len. Dit is echter vooral een gevolg van een lagere een veiligere werkomgeving.
egeven lichte ar-
de aang Merkwaardig genoeg dalen sinds jaren enkel û ernstige arbeidsongevallen de ). Bij theid beidsongevallen (tijdelijke ongeschik de (blijvende ongeschiktheid) is er helemaal geen dalen
trend.
nog gestegen
s 1980 De kans op een ernstig arbeidsongeval is sind û jks 9 ernstige arbeidsongevoor arbeiders. Per 1000 arbeiders worden er jaarli
mend werk in onderaanvallen aangegeven: het stijgende aantal interims, toene zich voelen. neming en het stijgend aantal KMO-werknemers laat arbeidsongevallen dan In KMO’s gebeuren nog steeds meer ernstige egenwoordigers. in grotere ondernemingen met vakbondsvert elk aangegeven arbeidsHet Fonds Arbeidsongevallen raamt dat voor egeven. ongeval er twee ongevallen niet worden aang
û
û
idsongevallen
meer arbe Verzekeraars weigeren sinds 1980 vier keer û elang de verzekeraar. naarg te erkennen: er zijn zeer ongelijke praktijken
grip van bpost,
inbe Ongevallen overkomen aan ambtenaren (met û e cijfers. onal nati NMBS, en leger) blijven jaren achterop in de
ische onderne-
t een Belg Inspectiediensten blijven onderbemand zoda û ectie mag verwachten. ming gemiddeld maar om de 21 jaar een insp
ationale Arbeidsraad om Vakbonden en werkgevers (!) vroegen samen in de N lik-op-stukbeleid met effeceen verdubbeling van het aantal inspecteurs en een tieve sancties. heidswetgeving een
de veilig in 2010 werd slechts voor 309 inbreuken tegen û schikking betaald of een adelijke minn een strafrechtelijk vervolging ingesteld,
privésector 138 dodelijke ministratieve boete opgelegd. Er waren in 2010 in de een blijvende handicap arbeidsongevallen en 16.216 slachtoffers met laats zelf). (respectievelijk 82 en 13.145 op de arbeidsp