Melden arbeidsongevallen

2 Melden arbeidsongevallen Tafel van Elf sessie met rederijen

Datum

23 juni 2009

Melden arbeidsongevallen Tafel van Elf sessie met rederijen

Datum

23 juni 2009

Melden arbeidsongevallen | 23 juni 2009

Colofon

Uitgegeven door Informatie Telefoon

N. Dofferhoff en P. Harts R. Simons 070 456 4627

Uitgevoerd door

N. Dofferhoff, P. Harts, C. Rotteveel en M. Vlag

Datum

23 juni 2009

Pagina 4 van 17


Inhoud

1

Achtergrond 6

2

Aanleiding 7

3

Methodiek 8

4

Resultaten 9

5

Vervolg 11

Bijlage A.1 A.2 A.3

A Resultaten Tafel van Elf sessie 12 Toets 12 Nalevingsschatting 15 Interventies vaststellen 16

Pagina 5 van 17


1

Achtergrond

De Arbowet is sinds 1 januari 1992 ook van toepassing op koopvaardijschepen, vissersvaartuigen en zeegaand aannemers- en baggermaterieel. Vanaf die datum wordt het toezicht op de naleving uitgevoerd door de Inspectie Verkeer en Waterstaat (IVW). Dit toezicht werd uitgevoerd als onderdeel van reguliere inspecties die destijds nog zeer frequent werden uitgevoerd op Nederlandse schepen. Begin 2000 is een begin gemaakt met projectmatige arbo inspecties op Nederlandse schepen. Reden hiervoor is de delegatie van taken naar erkende organisaties, waardoor het aantal reguliere inspecties aan boord door IVW zou gaan afnemen en daarmee ook het toezicht op de naleving van de Arbowet. In de daarop volgende jaren is aan boord gecontroleerd op de naleving van de Arbowet, meestal in combinatie met een bemanningscontrole en andere Vlaggenstaat inspecties. Controle op de naleving van de Arbowet betrof het arbobeleid aan boord evenals specifieke inspectiepunten die meer technisch van aard waren. Het melden van arbeidsongevallen aan de toezichthouder was een van de punten waar aandacht aan werd besteed.

Pagina 6 van 17


2

Aanleiding

In mei 2007 heeft Unit Vlaggenstaat een Plan van aanpak gepresenteerd waarbij de verplichting tot het melden van arbeidsongevallen als apart inspectiepunt stond vermeld. De reden hiervan was dat al jaren bekend is dat meldingsplichtige arbeidsongevallen aan boord niet altijd consequent worden doorgemeld aan de toezichthouder (dus aan IVW TE Zeevaart) en dat de toezichthouder hierop expliciet de aandacht wilde vestigen. Tijdens de inspectiebezoeken aan boord wordt het onderwerp arbeidsongevallen besproken en wordt de vraag gesteld of arbeidsongevallen de afgelopen periode zijn voorgevallen en of ze zijn doorgemeld aan de toezichthouder. Er werd daarnaast uitleg gegeven dat het hierbij gaat om voor de Arbowet meldingsplichtige arbeidsongevallen, met andere woorden dat niet elk arbeidsongeval moet worden gemeld maar alleen de meldingsplichtige. Bij IVW is bekend dat niet alle arbeidsongevallen worden gemeld bij IVW. Dit volgt uit vergelijking tussen cijfers van verzekeringsmaatschappijen, belanghebbende organisaties met het aantal meldingen bij de toezichthouder IVW. Tot nu toe is aan boord vrijwel geen structureel onderzoek uitgevoerd naar het percentage van daadwerkelijk gemelde meldingsplichtige arbeidsongevallen. Een dergelijk onderzoek kan worden uitgevoerd door de scheepsdagboeken te vergelijken met de ontvangen meldingen. Hoewel op basis van de Arbowet een bestuurlijke boete kan worden gegeven voor niet melden, is hiertoe nooit overgegaan. Het melden van in ieder geval meldingsplichtige ongevallen is van groot belang, omdat uit het analyseren van deze meldingen een beeld kan worden verkregen van de potentieel gevaarlijke plaatsen aan boord en hoe frequent bepaalde ongevallen voorkomen. Een dergelijke analyse kan alleen objectief gebeuren als alle of in ieder geval bijna alle meldingsplichtige ongevallen aan boord worden gemeld aan de toezichthouder. Aan de hand van de analyse van deze ongevallen kan door IVW de aandacht worden gevestigd op gevaarlijke situaties aan boord. Denk hierbij aan elektrisch lassen, waarbij een aantal jaren geleden aan boord van Nederlandse zeeschepen tenminste 3 personen ernstig gewond of overleden zijn ten gevolge van ondeugdelijke en voor de scheepvaart gevaarlijke elektrisch lasapparaten. Als reactie van IVW is in 2001 een Bekendmaking aan de Scheepvaart verschenen betreffende elektrisch lassen. Om meer zicht te krijgen in de reden waarom arbeidsongevallen niet worden gemeld aan IVW is er in de periode juni 2007 t/m februari 2008 een enquête uitgevoerd. Deze vragenlijsten zijn aan boord van 58 schepen ingevuld. De resultaten zijn geanalyseerd en gepubliceerd in de tussenrapportage “ARBO Zeevaart 2007/2008 d.d. 7 oktober 2008. Uit deze enquêtes is naar voren gekomen dat de kapitein wel de arbeidsongevallen meld aan het kantoor van de rederij. In een onbekend aantal gevallen en om onbekende reden, geeft het kantoor deze melding dan niet door aan IVW. Daarom is er een Tafel van elf sessie uitgevoerd met vertegenwoordigers van de reders op kantoor.

Pagina 7 van 17


3

Methodiek

In 1994 heeft het Ministerie van Justitie een studie verricht naar de mogelijkheid van een periodieke monitoring van de mate van naleving van regelgeving. Tijdens dat project is de Tafel van elf tot stand gekomen. De Tafel van elf is een op de gedragswetenschappen gebaseerd model, opgebouwd uit elf dimensies. Met elkaar zijn deze dimensies bepalend voor de mate van naleving van regelgeving. De dimensies geven criteria waarmee conceptwetgeving beoordeeld kan worden op handhaafbaarheid en bestaande wetgeving kan worden geëvalueerd. De Tafel van elf is inmiddels een bekend begrip bij beleidsontwikkelaars, wetgevingsjuristen, toezichthouders en handhavers binnen de Nederlandse overheid. Het Expertisecentrum Rechtshandhaving van het Ministerie van Justitie coördineert het gebruik en de ontwikkeling van de Tafel van elf binnen de Nederlandse overheid. De Tafel van elf (T11) is een van de instrumenten die binnen het toezicht van de inspectie een belangrijke bijdrage kan leveren om tot een afgewogen keuze te komen bij het bepalen van een interventiestrategie. Bij een interventiestrategie is het belangrijk te weten wat de reden van (niet) naleven van regelgeving is. Voor de nalevingmeting kan de Tafel van elf verklaren en onderbouwen waarom regelgeving niet wordt nageleefd. De elf dimensies zijn verdeeld in twee categorieën; 5 onderdelen die ingaan op spontane naleving en 6 onderdelen die ingaan op handhaving. In alle elf onderdelen zitten aanknopingspunten voor de overheid om te sturen op gewenst naleefgedrag. Één van de mogelijkheden om de Tafel van elf te gebruiken is in een workshopbijeenkomst. Hierin beantwoorden de deelnemers in groepjes van twee of drie, de Tafel van elf-vragen uit de toets. In de toets komen vragen terug met betrekking tot alle elf dimensies. De deelnemers kennen de doelgroep en ‘kruipen in de huid’ van de doelgroep die de regelgeving niet naleeft. De deelnemers delen hun visie met elkaar door middel van discussie. Door het delen van de visie over de doelgroep wordt een inschatting gemaakt van de motieven van niet naleven.

Pagina 8 van 17


4

Resultaten

De Tafel van Elf sessie over het onderwerp melden arbeidsongevallen, vond plaats op 24 maart 2009. Hieraan namen vertegenwoordigers van rederijen en belangenorganisaties deel en medewerkers van TeZ die betrokken zijn bij de naleving van de arbowetgeving en bij het onderzoeken van arbeidsongevallen. De Tafel van Elf bestaat uit het invullen van de toets en het maken van de nalevingsschatting door de deelnemers. Vervolgens vindt er een brainstorm plaats met als doel nieuwe interventies te bespreken. Dit hoofdstuk geeft een samenvatting van de resultaten van deze dag. Uitgebreidere uitkomsten zijn opgenomen in de bijlage bij dit rapport. De Arbowet is onder andere gericht op veilig werken. De Arbowet eist melding van ernstige arbeidsongevallen waarbij doden te betreuren zijn of waarbij sprake is van blijvend letsel of ziekenhuisopname. Om te zorgen dat alle arbeidsongevallen worden gemeld, is kennis van het meldingsgedrag en de motieven van melden of niet-melden van belang. In de casus is gekozen voor de doelgroep ‘rederij die een melding van een arbeidsongeval binnenkrijgen van hun schip die onder Nederlandse vlag vaart’. Het invullen van de toets is erop gericht om de motieven van niet naleven te achterhalen. De motieven zijn onder te verdelen in motieven die overtredingsbevorderend zijn en motieven die nalevingsbevorderend zijn, de zogeheten dimensies van spontane naleving respectievelijk handhavingsdimensies. Uit deze toets komen de volgende dimensies naar voren hetzij omdat ze sterk overtredingsbevorderend zijn, hetzij omdat ze zwak nalevingsbevorderend zijn: • De bekendheid met en duidelijkheid van deze weten regelgeving bij de doelgroep. • De voor- en nadelen die uit overtreden of naleven van deze regel volgen, uitgedrukt in tijd, geld en moeite. • De door de doelgroep ingeschatte kans op een sanctie indien na controle een overtreding is geconstateerd. • De hoogte en soort van de aan de overtreding gekoppelde sanctie en bijkomende nadelen van sanctieoplegging. De nalevingsschatting die op het invullen van de toets volgt, vraagt de deelnemers een schatting te maken van het nalevinggedrag van 100 fictieve rederijen. Ten aanzien van de meldingsplicht schatten de deelnemers dat er 70% handhavingsafgeschrikten zijn, 17% bewuste overtreders, 10% spontane nalevers en 3% onbewuste overtreders. De hiervoor genoemde dimensies die uit de toets naar voren kwamen zijn vervolgens beoordeeld op haalbaarheid en effectiviteit voor de groep handhavingsafgeschrikte. Het interessants zijn de interventies die scoorde op een grote haalbaarheid en een hoge effectiviteit. De meest effectieve en meest haalbare interventies per genoemde dimensie staan hieronder. Achter de interventie is, waar nodig, kort een omschrijving van de interventie opgenomen.

Pagina 9 van 17


Interventie onduidelijkheid • IVW als aanspreekpunt/ kenniscentrum; onder andere meer toelichting geven bij gecompliceerde regelgeving, als voorbeeld werd de belastingaangifte genoemd. • Voorlichtingscampagne • Website verduidelijken/ aanpassen inclusief toegankelijker meldproces; het meldingsformulier is niet altijd eenvoudig te vinden, voorstel om net als bij de luchtvaart op de homepage van de Inspectie een directe link te maken naar de pagina of het formulier. • Centraal melden; ieder incident wordt gemeld bij een onafhankelijke instantie, hieruit komt de informatie waar het incident (verder) gemeld moet worden. Interventie kosten-baten • Feedback resultaten; terugkoppelen resultaten van ongevallen onderzoek Interventie controlekans • Intelligente systemen; het effectieve gebruik van inspectie- en auditresultaten. Daarbij werd ook genoemd het gebruik maken van kansberekeningsmethoden zoals de Douane gebruikt. Interventie sanctiekans • Controle intensiveren

Pagina 10 van 17


5

Vervolg

De meest effectieve en meest haalbare interventies, zijn: 1. 2. 3. 4. 5.

Feedback resultaten (Interventie kosten-baten) IVW als aanspreekpunt/ kenniscentrum (Interventie onduidelijkheid) Intelligente systemen (Interventie controlekans) Voorlichtingscampagne (Interventie onduidelijkheid) Website verduidelijken/ aanpassen inclusief toegankelijker meldproces (Interventie onduidelijkheid) 6. Centraal melden (Interventie onduidelijkheid) 7. Controle intensiveren (Interventie sanctiekans) Achter de interventie is tussen haakjes de bijbehorende dimensie gegeven.

De indeling van de interventies in handhavingsstijl in voorlichtend, melden, stimuleren of opleiden geeft aan dat de tendens heel sterk neigt naar een ‘zachte’ manier van handhaven ondanks de grote groep handhavingsafgeschrikten. Dit volgt ook uit het feit dat het voornamelijk interventies zijn, gericht op het verkleinen van de onduidelijkheid van de regels. Bij het opstellen van het Plan van aanpak Arbo Zeevaart 2010 worden deze interventies meegenomen en waar nodig uitgewerkt.

Pagina 11 van 17


Bijlage

A

Resultaten Tafel van Elf sessie

A.1

Toets Het invullen van de toets gebeurde in 4 groepen van twee personen en 1 groep van drie personen. De deelnemers konden waar zij dat nodig achten een toelichting op hun antwoorden invullen. Deze commentaren zijn soms door de deelnemers tijdens de sessie gebruikt om hun antwoorden te onderbouwen. Het invullen van de toets resulteerde bij de groepen in de volgende grafische voorstellingen (figuur 1 en 2). De verbindingslijnen in de afbeeldingen hebben geen betekenis en kunnen genegeerd worden.

Figuur 1 Resultaten toets groep A, B en C

Pagina 12 van 17


Figuur 2 Resultaten toets groep D en E

De scores in het rood zijn overtredingsbevorderend en die in het groen nalevingsbevorderend. In principe richten interventies zich op die aspecten die in het rood scoren. Tussen de scores van beide groepen zijn bij een aantal vragen duidelijke verschillen aanwezig. Deze vragen zijn plenair toegelicht door de desbetreffende groepen. Hieronder volgen de resultaten van de besproken vragen.

Dimensies spontane naleving Vraag T1: De bekendheid met en duidelijkheid van deze weten regelgeving bij de doelgroep. Het verschil in beantwoorden van deze vraag bleek vooral te liggen in de omvang van de regel die werd meegenomen. De groep die aangaf dat de regel onduidelijk en onbekend was dacht hierbij aan de regel dat moet worden gemeld én aan hoe moet worden gemeld en aan wie. Terwijl andere groepen alleen uitgingen van de regel dat moet worden gemeld. Het hoe en wie melden leidt dus tot de onduidelijkheid. Daarnaast werd ook aangegeven dat het soms onduidelijk is, welke schepen/materieel onder de meldingsregel vallen. Vraag T2: De voor- en nadelen die uit overtreden of naleven van deze regel volgen, uitgedrukt in tijd, geld en moeite. Bij het bespreken van de kosten-baten van naleving kwam vooral naar voren dat de rederij geen voordelen ziet in het invullen van het IVW formulier. Als nadeel werd aangegeven dat er na een melding door IVW vervolg vragen worden gesteld.

Pagina 13 van 17


Wat bij alle groepen wel naar voren kwam, is dat het imago als zwak overtredingsbevorderend werd gezien. Het imago van de rederij wordt dus belangrijk gevonden. Bij het maken van interventies kan hier rekening mee worden gehouden, denk bijvoorbeeld aan naming en shaming.

Vraag T3: De mate waarin het beleid en deze regelgeving acceptabel worden gevonden door de doelgroep. De acceptatie van het beleidsdoel, het voorkomen van arbeidsongevallen, wordt door alle groepen als zwak overtredingsbevorderend gezien. De acceptatie van de uitwerking van het beleidsdoel wordt door sommige groepen als sterk of in ieder minder zwak overtredingsbevorderend gezien. De reden die hiervoor werd gegeven, is dat het met name het meldingsformulier het knelpunt is. De informatie moet namelijk worden overgetypt in het IVW formulier. Daarnaast wordt ook de vraag gesteld of alle informatie op het formulier wel nodig is.

Handhavingsdimensies Vraag T6: De door de doelgroep ingeschatte kans dat een overtreding die is geconstateerd door anderen dan de overheid wordt gemeld aan een handhavingsinstantie. Bij het bespreken van de dimensie informele meldingskans bleek het verschil of dit zwak of sterk nalevingsbevorderend was, vooral voort te komen uit het type ongeval waar de groep vanuit is gegaan. Zo zijn enkele groepen ook uitgegaan van de lichte ongevallen, die bijvoorbeeld alleen leiden tot ziekenhuisopname. Andere groepen hebben alleen de zware ongevallen in het achterhoofd gehouden. De hele groep was het er wel over eens dat bij zware ongevallen de informele meldingskans wel sterk nalevingsbevorderend is, maar dat dit niet geldt voor de lichtere ongevallen. Vraag T7: De door de doelgroep ingeschatte kans dat men door de overheid gecontroleerd wordt op het begaan van een overtreding. Met name de fysieke controlekans achtte de hele groep zwak nalevingsbevorderend. Er werd aangegeven dat de kans dat de Inspectie fysiek komt controleren zeer klein is. Dit werd ook aangegeven voor de administratieve controlekans, alleen werd de controlekans wel iets groter ingeschat. Vraag 11: De hoogte en soort van de aan de overtreding gekoppelde sanctie en bijkomende nadelen van sanctieoplegging. Soortgelijk beeld als bij de controlekans kwam terug bij de sanctiekans. De kans dat een rederij bij overtreding van de regel aan sanctie kreeg werd als zwak nalevingsbevorderend gezien. Bij sommige groepen was er zelfs onduidelijkheid welke sanctie er opgelegd kan worden.

Conclusie Na de discussie zijn de volgende scores samengesteld (figuur 3).

Pagina 14 van 17


Figuur 3 Resultaten toets na plenaire discussie

A.2

Nalevingsschatting De nalevingsschatting die op het invullen van de toets volgt, vraagt de deelnemers een schatting te maken van het nalevinggedrag van 100 fictieve rederijen. Resultaat van een nalevingsschatting is dat de 100 rederijen ingedeeld kunnen worden in de volgende 5 groepen: o o o

o

o

onbewuste overtreders: degenen die de regels overtreden omdat ze de regels niet goed kennen, bewuste overtreders: de mensen die willens en wetens overtreden en daarbij bewust het risico nemen gepakt te worden, handhavingafgeschrikten: de mensen die de regels kennen en die zouden willen overtreden maar met het oog op de handhavingsactiviteiten besluiten dat (toch maar) niet te doen, spontane nalevers: degenen die de regels kennen en uit zichzelf zouden naleven, zelfs in het (theoretische) geval dat er geen enkele vorm van handhaving zou zijn en onbewuste nalevers: degenen die de regels niet goed kennen en dan zonder het te beseffen naleven (bijvoorbeeld omdat ze iemand anders nadoen, zoals in het verkeer).

De nalevingsschatting is plenair uitgevoerd. Figuur 4 geeft de resultaten van deze nalevingsschatting.

Pagina 15 van 17


Figuur 4 Resultaten nalevingsschatting

Ten aanzien van de meldingsplicht schatten de deelnemers dat er 70% handhavingsafgeschrikten zijn, 17% bewuste overtreders, 10% spontane nalevers en 3% onbewuste overtreders. De andere categorieën kwamen in de schatting niet terug.

A.3

Interventies vaststellen Met behulp van een brainstorm zijn voorstellen voor nieuwe interventies bedacht, die nadien zijn ingedeeld op handhavingsstijl, haalbaarheid en effectiviteit. De negatief geformuleerde antwoorden van de toets worden positief geformuleerd om een passende interventie te bedenken die dus leidt tot naleving. Bijvoorbeeld uit de toets vraag 1b blijkt dat de onduidelijkheid van de regelgeving sterk overtredingsbevorderend is. Positief geformuleerd: Hoe kan je er voor zorgen dat de onduidelijkheid verkleind wordt waardoor de regel beter wordt nageleefd. Op basis van de resultaten uit de toets zijn de volgende “Hoe Kan Je” vragen opgesteld voor de handhavingsafgeschrikten Hoe Kan Je ……. : 1. Onduidelijkheid verkleinen (T1b) 2. Kosten/baten naleving vergroten (T2a) 3.Controlekans vergroten (T10) 4. Sanctiekans vergroten (T11) Per Hoe kan je vraag werden er zoveel mogelijk interventies bedacht middels brainstormen. De bedachte interventies (per HKJ vraag) werden vervolgens geclusterd per soort, bijvoorbeeld alle interventies die te maken hebben met voorlichting. Daarna werden deze (groepen) van interventies ingedeeld naar haalbaarheid en effectiviteit (zie figuur 5).

Pagina 16 van 17


Indeling interventies naar haalbaarheid en effectiviteit

effect

Figuur 5

haalbaarheid

Doel is die interventies te selecteren die in het groene vak thuishoren. De interventies die in dit vak geplaatst kunnen worden, combineren een hoge effectiviteit met een grote haalbaarheid. De tweede belangrijke groep wordt gevormd door de interventies in het gele vak; zij combineren een hoge haalbaarheid met een iets mindere effectiviteit. Interventies met een lage haalbaarheid zijn geplaatst in de rode of blauwe vakken. De haalbaarheid is laag, ook al kan de effectiviteit hoog zijn. In de volgende tabellen is per “Hoe Kan Je” vraag de interventies volgens dit kleurenschema weergegeven. Per interventie is aangegeven hoe vaak een stem en met welke kleur werd uitgebracht. Waar relevant zijn verduidelijkingen op de uitkomsten na de tabel gegeven. Tabel 1 Interventies: Hoe kan je de onduidelijkheid verkleinen

Interventie onduidelijkheid verkleinen Voorlichtingscampagne Website verduidelijken/aanpassen Opleiding zeevaartschool Centraal melden IVW als aanspreekpunt/kenniscentrum

score

Bij de interventie centraal melden was het idee, dat ieder incident wordt gemeld bij een onafhankelijke instantie. Hiervan komt dan de terugkoppeling waar een bepaald incident (verder) gemeld moet worden. Bij de website werd aangegeven dat het vinden van het meldingsformulier niet altijd eenvoudig is. Er werd voorgesteld om net als bij de luchtvaart op de homepage van de Inspectie een directe link te maken naar de pagina of het formulier. Bij de cluster IVW als aanspreekpunt/kenniscentrum is de interventie genoemd om meer toelichting te geven bij gecompliceerde regelgeving, als voorbeeld werd de belastingaangifte gegeven. Verder is onder meer genoemd IVW als consultant naar de reder toe.

Pagina 17 van 17


Tabel 2 Interventies: Hoe kan je de kosten-baten vergroten

Interventie kosten-baten naleving vergroten Scheiding lering en sanctie Belonen Afschrikking Meldproces verbeteren Feedback resultaten Minder inspecties Voorlichting

score

Bij de interventie scheiding lering en sanctie werd het voorstel gedaan om safety flyers te maken zoals bijvoorbeeld de MAIB in de United Kingdom doet. Daarnaast werd aangegeven dat IVW het voorportaal is van de tuchtrechtspraak en dat na een melding een sanctie dus wel volgt. Een striktere scheiding, zodat kan worden gemeld, maar er geen sanctie volgt, zou volgens de deelnemers leiden tot meer meldingen Het ging bij deze interventie ook om de rederijen te coachen dat zij goede en volledige rapportage aan te leveren aan IVW. Verder werd aangegeven dat als er feedback werd gegeven door middel van terugkoppelen van resultaten dit ook positief kan bijdragen aan de meldingsplicht. De afschrikking scoorde laag effect en lage haalbaarheid. Een verklaring hiervoor kan liggen in het feit dat bij het scoren de deelnemers, van vooral het bedrijfsleven, zijn uitgegaan van interventies die spontane naleving bevorderde. Dit is een ander uitgangspunt dan bij het vaststellen van de interventies waarbij uitgegaan wordt van de grote groep handhavingsafgeschrikten (70%) (zie figuur 4).

Tabel 3 Interventies: Hoe kan je de controlekans vergroten

Interventie controlekans vergroten Aankondiging inspectie Informatie hoe te rapporteren op website Extra inzet Anoniem melden Relatie RO’s versus IVW Intelligente systemen PSC ook kijken naar ongevalsrapporten

score

Bij aankondiging inspectie ging het er vooral om de controlekans zichtbaar te maken. Er wordt aangegeven om de handhaving te kondigden in het inspectieprogramma en via brieven aan de rederijen. Bij extra inzet ging het om het daadwerkelijk fysiek meer controles uitvoeren door de Inspectie, aan boord en op kantoor. Bij relatie RO’s versus IVW werd ook de interventie voorgesteld om de RO’s de specifieke opdracht mee te geven om tijdens ISM audits altijd de arbo-ongevallen mee te nemen.

Pagina 18 van 18


Bij intelligente systemen ging het om het effectieve gebruik van inspectie- en auditresultaten. Daarbij werd ook genoemd het gebruik maken van kansberekeningsmethoden zoals de Douane gebruikt.

Tabel 4 Interventies: Hoe kan je de sanctiekans vergroten

Interventie sanctiekans vergroten Onderzoek naar niet naleven Voorlichting sanctie Controle intensiveren Afstemming sanctiebeleid

score

Bij de cluster onderzoek naar niet naleven, werden interventies genoemd als het koppelen van bestanden met verzuimregistratie en ziektewet, het melden door de rederij van niet voorziene bemanningswissels en de verplichting tot afgifte/leveren van verzekeringsclaims. Bij de voorlichting sanctie ging het vooral om meer inzicht te krijgen wat de mogelijk sanctie is bij niet-naleving van de meldingsplicht. Bij de afstemming van het sanctiebeleid, ging het vooral om te zorgen dat de kader voor de inspecteur helder is wanneer wel een sanctie volgt en wanneer niet.

Pagina 19 van 19

Melden arbeidsongevallen

Recommend Documents