Dorpsschool met pit!
adres: Krommeniedijk 13 1562 GH Krommenie telefoon: 075 - 62 11 463 fax: 075 - 64 01 816 e-mail:
[email protected] website: www.overhaal.nl brin-nummer:
18TQ
INHOUDSPGAVE 1. Wat staat er in de schoolgids?
4
2. Profiel van de school
5
3. Bestuur en Algemene Directie
7
4. Het team
8
5. Contacten met ouders
9
6. Wij zijn een veilige school
16
7. Hoe werken we op school?
17
8. Wanneer moet uw kind naar school?
21
9. Uw kind is onze zorg
24
10. De resultaten van het onderwijs
28
11. Extra activiteiten voor leerlingen
32
12. Wanneer uw kind bij ons op school komt
33
13. Wanneer uw kind onze school verlaat
36
14. Heeft u klachten over de school?
38
15. Belangrijke adressen en telefoonnummers
39
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
1-3
1
Wat staat er in de schoolgids?
Voor U ligt de schoolgids van de openbare basisschool De Overhaal. Deze schoolgids is bedoeld voor ouders van kinderen, die op onze school zitten, maar wij willen hiermee óók ouders/verzorgers die (nog) geen kinderen op De Overhaal hebben zo goed mogelijk informeren. Wij gaan ervan uit, dat U na het lezen van deze gids een goed beeld van onze school heeft gekregen. Heeft U nog vragen? In een persoonlijk gesprek en tijdens een rondleiding door onze school informeren wij U graag verder. Ook horen wij graag Uw reactie op de inhoud van onze schoolgids. Mist U informatie, was iets niet duidelijk, laat het ons weten. Namens het team, vriendelijke groet, Paul van Duin. Directeur van o.b.s. De Overhaal
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
1-4
2
Profiel van de school
2.1 Wat zijn we voor school? De Overhaal is een openbare school voor basisonderwijs. Het openbare karakter wil zeggen dat de school voor iedereen toegankelijk is, ongeacht iemands levensbeschouwelijke en/of sociaal-culturele achtergrond. De Overhaal is een dorpsschool. Onze school neemt binnen de gemeenschap van Krommeniedijk een belangrijke plaats in. Kenmerkend hiervoor is de samenwerking met bv. de speeltuinvereniging, de ijsclub en het buurthuis. Ook de inzet van ouders op allerlei terreinen in het belang van de school en de kinderen, is typerend voor het saamhorigheidsgevoel. . De school heeft op dit moment ruim honderd kinderen die zijn verdeeld over vier lokalen. De kinderen komen uit de directe omgeving van de school. Dat kenmerkt ook de sfeer die heerst in de school. Iedereen kent elkaar erg goed. Ook van ‘buiten’ de school. Door de combinatiegroepen zitten kinderen van diverse leeftijden bij elkaar in één groep. 2.2 Wat willen we als school? De school is primair opgericht om te leren en heeft voor alle vakgebieden duidelijke einddoelen. Het is dan ook de taak van de school te bewerkstelligen dat deze doelen worden bereikt, zodat aansluiting bij de juiste vorm van voortgezet onderwijs voor iedere leerling mogelijk is. Wij realiseren ons dat kinderen verschillen en dus ook verschillende mogelijkheden hebben. Daar willen en zullen we rekening mee moeten houden. Zowel met de kinderen die wat meer aankunnen, als met de kinderen die wat minder aankunnen. We sluiten zo veel aan bij de vaardigheden van ieder kind, zowel cognitief (lerend) als sociaal-emotioneel (rekening houden met elkaar). We proberen alle talenten die een kind heeft aan te boren en de kinderen aan te sporen die te ontwikkelen. Om dát te bereiken, is het noodzakelijk dat de leerkrachten duidelijk zicht hebben op de vorderingen en mogelijkheden van alle kinderen. Het bezig zijn met iets, is net zo belangrijk als het directe resultaat. Hierbij zijn begrippen als "samenwerken" en "zelfstandig werken" voor ons vanzelfsprekend. Onze school is ook meer dan een leerbedrijf. Het is een kleine samenleving waar, net als in de “echte” samenleving, in harmonie met elkaar moet worden geleefd. Dus maken wij afspraken over hoe wij met elkaar omgaan en brengen dat dan ook in praktijk. Wij doen dit via de methodiek van de Vreedzame School. Hierbij staat het oplossen van conflicten zonder geweld centraal. De kinderen wordt geleerd in die situaties te onderhandelen om zo tot een oplossing te komen. Begrip, verantwoordelijkheid en respect voor elkaar zijn daarbij de fundamenten. Wil een kind optimaal presteren is het van groot belang dat het goed in zijn vel zit in een veilige omgeving
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
2-5
Onze school staat niet apart, school zijn wij samen. Kinderen, leerkrachten en ouders. Elke groepering moet de andere groepen kunnen verstaan en die drie moeten samen een eenheid vormen.
We hebben onze missie en visie als volgt geformuleerd: Missie De Overhaal is een kleinschalige dorpsschool. Ook de centrale positie van de school binnen Krommeniedijk maakt ons uniek. Iedereen kent elkaar. Wij zien het als onze taak deze dorpse saamhorigheid te borgen, maar evenzo in ons onderwijs ‘de blik naar buiten te richten’. Wij doen dit door - de kinderen te leren zich een plaats te verwerven in de maatschappij door ze (zelf)kennis en respect voor zichzelf en de ander mee te geven. - kwalitatief goed onderwijs te geven aan de hand van methodes, differentiatie hierin en rekening te houden met de belangstelling van de kinderen. - te streven naar onderwijs op maat, waarbij we rekening houden met en inspelen op de verschillen tussen kinderen. Dit zowel op cognitief als sociaal-emotioneel gebied. - de ouders te betrekken bij de ontwikkeling van hun kind en de veranderingen binnen het onderwijs. - met elkaar – kinderen, ouders en team – een enthousiaste sfeer te creëren, waardoor iedereen met plezier naar school komt. - veiligheid niet als streven te hebben, maar als uitgangspunt. - ons motto uit te dragen: De Overhaal, de dorpsschool met pit! Visie Om onze missie waar te kunnen maken, richt het onderwijs op De Overhaal zich op: De maatschappij Onze kinderen groeien op in een zich snel ontwikkelende, complexe wereld. Wij willen de kinderen hierbinnen kaders mee geven om zich in deze maatschappij thuis te voelen en ook actief deel te kunnen nemen. Deze kaders omvatten zowel de sociaal-emotionele, cognitieve, creatieve als culturele ontwikkeling. Inspelen op veranderingen De verwachtingen, die de maatschappij van het onderwijs heeft, worden steeds hoger. De scheidslijn tussen onderwijs en opvoeding wordt steeds dunner. De samenwerking tussen ouders, instanties en team wordt hierin steeds belangrijker Om adequaat op deze veranderingen in het onderwijs te reageren zal het team van De Overhaal zich dan ook via (na)scholing blijven ontwikkelen. Voor ons een voorwaarde om zo constante kwaliteit te kunnen garanderen.
Kwaliteit en resultaat Onze kinderen kunnen veel. Hierdoor kunnen wij ook veel van onze kinderen vragen. Uitgangspunt is hierbij elk kind uit te dagen het maximale te halen uit zijn of haar mogelijkheden. Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
2-6
Zorg Ons zorgbeleid richt zich dan ook op deze maximale ontplooiing. Zowel voor het kind dat minder, als voor het kind dat meer dan het gemiddelde kind aan kan. Zelfstandigheid en zelfverantwoordelijkheid Door de kinderen al van af groep 1 zelfstandigheid structureel aan te leren, ontwikkelen de kinderen ook zelfverantwoordelijkheid. Dit komt niet alleen hun eigen ontwikkeling ten goede, maar geeft tevens de leerkracht de gelegenheid haar/zijn aandacht te richten op de leerlingen, die extra aandacht nodig hebben. Doelen/acties Vanzelfsprekend dient het bovenstaande te leiden tot concrete doelen en acties. Hiervoor verwijzen wij dan ook naar onze Jaarplannen voor de acties op korte termijn en naar de Meerjarenplannen voor de lange termijnplanning.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
2-7
3
Bestuur en Algemene Directie
De Overhaal valt onder het bestuur van de Stichting Zaan Primair. Dit stichtingsbestuur bestaat uit acht personen en wordt benoemd door de Gemeenteraad. De leden van de commissie zijn benoemd op basis van het bezitten van een of meer vaardigheden op het gebied van bestuurlijk, financieel, juridisch, personeel - organisatorisch, en onderwijskundig terrein. De bestuurscommissie draagt de bestuurlijke verantwoordelijkheid voor alle openbare basisscholen en speciale (basis)scholen in Zaanstad en bestuurt op hoofdlijnen. De bestuurscommissie heeft de verantwoordelijkheid voor de gang van zaken binnen Zaan Primair gemandateerd aan de Voorzitter van de raad van Toezicht. Deze heeft de algehele leiding over de organisatie en geeft leiding aan de schooldirecties. De voorzitter wordt bijgestaan door twee clusterdirecteuren, die op hun beurt leiding geven aan de directeuren van een cluster. Het stafbureau voert beleidsvoorbereidende en beleidsuitvoerende taken uit op het gebied van onderwijskundige zaken, personeelszaken, financiën, ICT, huisvesting en beheer.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
3-8
4
Het team
Ervaring en enthousiasme Het team bestaat uit acht leerkrachten. Binnen het team is er natuurlijk een taakverdeling. Zo onderscheiden we, behalve de directeur en groepsleerkrachten, teamleden met speciale taken. Dit is de interne begeleider (I.B.-er), de onderwijsassistente, de vakleerkracht gymnastiek, de preventiemedewerker en het ondersteunend personeel. Méér dan lesgeven Voor de leerkrachten bestaat het werk niet alleen uit lesgeven. Allerlei activiteiten, zoals deelname aan de medezeggenschapsraad, ouderwerkgroepen, oudercontacten, thema- en klassenavonden, projecten en het coördineren van bijv. de sportactiviteiten en het inspelen op de actualiteit horen tevens tot het werkgebied van onze leerkrachten. Deze taken hebben we evenredig verdeeld over het hele team. Zieke leerkracht Ook bij ons komt het ook wel eens voor, dat één van de leerkrachten ziek is. Het beleid tijdens ziekte van de leerkracht over de opvang van de groep is als volgt: - alle kinderen worden altijd de eerste ziektedag van de leerkracht op school opgevangen. Dit gebeurt door leerkrachten zonder groepstaken, de directeur of de IB-er bij toerbeurt of opsplitsing in andere groepen. - De volgende dag worden er, na de ouders geïnformeerd te hebben, kinderen naar huis gestuurd. Voor kinderen van werkende ouders is er altijd opvang op school. Bovenstaande maatregel is in de MR besproken. Overleg Regelmatig overleg hoort bij de taken van een team. Wij kennen op onze school de teamvergadering, zowel organisatorisch als onderwijskundig en de leerling-bespreking. Daarnaast is er nog een regelmatig overleg tussen de teamleden met speciale taken en de directeur of de andere teamleden. Nascholing Een laatste, maar zeker niet de minste, taak voor het team is de nascholing. Dit gebeurt zowel individueel, bijv. op computer- en zorggebied, als collectief. Zo is op dit moment het hele team bezig met het ontwikkelen van de thema’s De Vreedzame School, taal en meerbegaafdheid.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
4-9
5
Contacten met ouders
5.1 Hoe wordt u geïnformeerd over ons onderwijs? Onze school wil de ouders zo goed mogelijk informeren over wat er in de school gebeurt en vindt de betrokkenheid van ouders zeer belangrijk. Ouders en school hebben elkaar bij de begeleiding op cognitief en sociaal-emotioneel gebied van de kinderen hard nodig. Het gevoel samen verantwoordelijk te zijn en elkaar te helpen en aan te vullen is van groot belang! Ouders hebben hun eigen inbreng als het om hun kinderen gaat. Zij krijgen binnen de schoolorganisatie de kans actief mee te denken en mee te doen. Buiten de dagelijkse contacten zijn er nog veel meer mogelijkheden om het contact tussen school en ouders zo zinvol en inhoudsvol mogelijk te maken. -Informatieavond Aan het begin van elk schooljaar wordt er een informatieavond georganiseerd. Doel van deze avond is dat de leerkracht het jaarprogramma uitlegt, met name die vakken die voor de betreffende groep nieuw zijn. De klassen en schoolregels komen aan de orde en u kunt kennismaken en/of het contact uitbreiden met de leerkracht en de andere ouders. - De nieuwsbrief Naast deze schoolgids verschijnt er nog een aantal publicaties. Zo is er elke twee weken de, ook digitale, nieuwsbrief, Het O-Verhaal genaamd. Hiermee informeren wij de ouders over de activiteiten op school. - Basisschoolnet Dit intranet voor onze school maakt de communicatie tussen de school en de ouders snel en accuraat. Hierdoor blijven de ouders op de hoogte van de actuele gebeurtenissen in de klas van hun kind(eren). - De website Wij beschikken over een eigen website. Via het adres www.overhaal.nl kunt u surfen naar onze site. U vindt hier informatie over onder andere: onze school, nieuws en een kalender met activiteiten van de maand. Ouders die bezwaar hebben tegen plaatsing van foto’s waarop hun kind(eren) staan, kunnen dit kenbaar maken bij de schoolleiding. In het onderschrift bij de foto’s worden namen van de kinderen die op de foto staan niet vermeld.
5.2 Informatie over de vorderingen van uw kind Alvorens hierop in te gaan, leggen wij u eerst de indeling uit in groep 0 en 1. Indeling van de kinderen voor groep 0 en 1. Groep 0: Een kind dat na 31 december vier jaar wordt. In de praktijk worden zij aangesproken als leerlingen uit groep 1, maar voor de indeling gelden zij als groep 0. Na de zomervakantie gaan zij door naar groep 1. Groep 1: Een kind dat vier wordt in de zomervakantie of in ieder geval voor 31 december.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
5-10
De rapportage in groep 1-2 Rondom het moment dat een kind op school komt, wordt het intakegesprek tussen de ouders/verzorgers en de school gehouden. Hierin worden de relevante zaken op het gebied van de ontwikkeling van het kind besproken en vastgelegd. In groep 1 worden de ouders uitgenodigd voor een gesprek in januari/februari, maar ontvangen dan geen schriftelijk verslag. Mocht er aanleiding toe zijn, dan kan er in de tussentijd nog een extra gesprek plaatsvinden. Na ongeveer vier maanden nodigen wij de ouders uit voor een gesprek en worden de gegevens uit het intakegesprek naast de Pravoolijst gelegd. De Pravoolijst is een onderdeel van het leerlingvolgsysteem dat wij op De Overhaal gebruiken. Het bestaat uit drie fasen. De diverse fasen zijn onderverdeeld in: gedrag, taalvaardigheid, ruimtelijk inzicht, motoriek, sociaalemotionele ontwikkeling en zintuiglijk waarnemen. Fase 1: Bij een jongste kleuter die drie maanden op school zit, wordt de Pravoolijst eerste fase ingevuld. Fase 2: Deze fase wordt ingevuld als een kleuter vijf jaar is. Fase 3: Deze fase wordt ingevuld aan het einde van groep 2. In deze fase wordt gekeken of het kind voldoet aan de voorwaarden die gesteld worden voor de overgang naar groep 3. Tevens wordt een plakboek aangelegd dat de “kleuterperiode” beslaat, dat u eind groep 2 ontvangt tezamen met het rapport van groep 2. Hierin houden wij de ontwikkeling van een kind bij met karakteristieke werkjes op dit gebied. Aan het eind van groep 2 stellen we ons de vraag of de doorgaande ontwikkeling van een kind is gebaat bij een overgang naar groep 3. Bij de meeste kinderen is dit het geval. Soms echter zijn kinderen in groep 2 nog zo gericht op spelen en open onderwijssituaties dat de overgang naar groep 3 te abrupt is en geen doorgaande ontwikkeling kan garanderen. Soms ook is er sprake van specifieke ontwikkelingsproblemen of ontwikkelingsstoornissen. De overgangsbeslissing van groep 2 naar groep 3 gebeurt zeer overwogen. Wij observeren de leerlingen systematisch en maken hiervoor gebruik van een leerlingvolgsysteem dat onder andere bestaat uit: Pravoo voor groep 1/2 en Cito vanaf groep 2 t/m 8. Indien wij twijfel hebben over de overgang van een kind naar groep 3, dan volgen wij het protocol ‘Verlenging groep 2’. Doel van dit protocol is het besluit over kleuterverlenging eenduidig, transparant, systematisch en adequaat te laten plaatsvinden. Er wordt beschreven vanuit welke visie wordt besloten tot verlenging van groep 2 over te gaan. Tevens staan in chronologische volgorde de acties vermeld, die aan het besluit vooraf gaan. Het besluit blijft overigens te allen tijde de verantwoordelijkheid van de school. Dit protocol ligt op school ter inzage. De rapportage in groep 3 t/m 8 In deze groepen verschijnt twee keer per jaar een rapport. Het eerste rapport komt in januari en het tweede in juli. Aan het rapport zijn oudergesprekken (10 minuten gesprekken) gekoppeld. In de periode tussen september en december kunnen er wel gesprekken worden gevoerd indien hiertoe noodzaak is, dan wel behoefte bestaat bij ouders en/of leerkrachten.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
5-11
De advisering met betrekking tot het Voortgezet Onderwijs In 2015 gaan onze leerlingen in groep 8 voor het eerst deelnemen aan de landelijke eindtoets CITO. Deze wordt in april afgenomen. Hiermee komt een einde aan de jarenlange POVO-procedure, waarbinnen het advies van de basisschool mede was gebaseerd op een intelligentie- en sociaal-emotioneelonderzoek, de NIO en de SAQI. Deze procedure wordt op dit moment aangepast aan de nieuwe situatie, waarin het advies van de school is gebaseerd op het eigen leerlingvolgsysteem. De eindtoets speelt binnen dit advies geen rol. 5.3 Als u wilt helpen op school De school heeft ook een Ouderraad (OR). Deze is gekozen door de ouders en heeft de volgende taken: * Het onderhouden en bevorderen van de belangstelling en betrokkenheid van de ouders bij de school. * Het steunen van de school bij de taken waar dat mogelijk is met als doel de kinderen een fijne schooltijd te bezorgen. Dit in nauw overleg en samenwerking met het team. Op De Overhaal zijn wij erg blij met het feit dat een grote groep ouders helpt binnen de school. Dat gebeurt op allerlei manieren. U kunt hierbij denken aan: * Hulp bij onderwijs en lessen als leesmoeder/vader, bij handvaardigheid lessen, achter de computer of kopieerwerk. * Hulp bij de organisatie van activiteiten zoals: feesten, vervoer, overblijven, sportevenementen en schoolreisjes. Bij ons op school kan de Ouderraad u informeren over wat er zoal is te doen in een schooljaar. Er zijn diverse werkgroepen binnen de school waar u aan deel kunt nemen. Als een werkgroep extra hulp nodig heeft, leest u dat in de nieuwsbrief. Voor de hulp bij onderwijs en lessen zullen de leerkrachten een beroep op u doen via de nieuwsbrief of u persoonlijk benaderen. 5.4 U kunt meepraten en meebeslissen De medezeggenschap voor onze organisatie centraal geregeld. Elke school heeft een medezeggenschapsreglement dat gebaseerd is op wettelijke uitgangspunten. De medezeggenschapsraad heeft formele bevoegdheden. De directeur zal zich als vertegenwoordiger van het bevoegd gezag bij besluitvormende processen wenden tot de MR, die m.b.t tot deze zaken een advies- of instemmingsrecht heeft. De MR bestaat uit een personeels- en een oudergeleding. Voor elk lid geldt een zittingsperiode van 3 jaar. De oudergeleding wordt rechtstreeks door de ouders gekozen. De directeur kan volgens het reglement geen lid zijn van de MR, maar woont alle vergaderingen bij als vertegenwoordiger van het bevoegd gezag. In de MR-vergaderingen komen o.a. aan de orde: de personele formatie, de klassenorganisatie, het budget, het schoolplan, projecten, de staat van gebouwen en pleinen, enz. Men houdt zich bezig met het beleid van de school in algemene zin. De vergaderingen zijn openbaar. Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
5-12
De taken en bevoegdheden van de Medezeggenschapsraad zijn wettelijk vastgesteld en nader uitgewerkt door het schoolbestuur in een reglement. De bevoegdheden van de Medezeggenschapsraad. * Initiatiefbevoegdheid: De Medezeggenschapsraad kan over alle zaken die met de school te maken hebben, met de directie praten. De Medezeggenschapsraad kan ook het initiatief nemen en met voorstellen komen. * Instemmingbevoegdheid: De directie moet toestemming vragen aan de Medezeggenschapsraad voor regelingen die b.v. te maken hebben met het schoolplan, de schoolgids en de manier waarop ouders worden betrokken bij de hulp aan school. De ouders van de Medezeggenschapsraad hebben instemmingsrecht over bijvoorbeeld de verhoging van de vrijwillige ouderbijdrage of sponsoring op school. * Adviesbevoegdheid: De Medezeggenschapsraad moet advies worden gevraagd in zaken als, de begroting van de school, aanstelling van de directie en leerkrachten, samenwerking met een andere school of de onderwijsbegeleidingsdienst. Wat de medezeggenschapsraad is op schoolniveau, is de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad (GMR) zaken op centraal niveau. Beleidsvoornemens die van toepassing zijn op alle scholen worden vanuit de Algemene directie voorgelegd aan de GMR ter advisering of instemming. De leden van de gemeenschappelijke medezeggenschapsraad worden rechtstreeks gekozen uit en door de leden van de afzonderlijke medezeggenschapsraden. Een GMR-lid moet dus ook MR-lid zijn. De GMR heeft evenals elke medezeggenschapsraad een personeelsgeleding en een oudergeleding. 5.5 Ouderbijdrage en sponsoring Ouderbijdrage De bekostiging van feesten en activiteiten als excursies en projecten kunnen niet vanuit het gewone schoolbudget betaald worden. Wij vragen van de ouders een vrijwillige bijdrage t.b.v. het ouderfonds waaruit het bovenstaande bekostigd kan worden. De hoogte van de ouderbijdrage en de bestemming worden vastgesteld door de oudercommissie/ de MR en wordt vermeld in de Jaarkalender. De penningmeester van de MR/oudercommissie legt ieder schooljaar verantwoording af over het gevoerde financiële beleid In groep 7/8 gaan de kinderen aan het begin van het schooljaar op een meerdaagse schoolreis naar Terschelling. Hiervoor vragen wij u een extra bijdrage van de ouders van kinderen uit deze groepen. Sponsoring Ook via sponsoring kan extra geld worden verkregen; hierbij geldt dat de sponsor geen invloed kan hebben op het onderwijs en dat de MR hierover meebeslist. Bij sponsoring gaat het om geld, goederen of diensten die een sponsor verstrekt aan een schoolbestuur, directie, leraren, niet-onderwijzend personeel of leerlingen, waarvoor de sponsor een tegenprestatie verlangt waarmee de leerlingen of hun ouders in schoolverband worden geconfronteerd. Schenkingen Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
5-13
vallen dus niet onder het begrip sponsoring. Bij sponsoring kan bijvoorbeeld worden gedacht aan:
Gesponsorde materialen Advertenties in de schoolkrant Uitdelen van producten Sponsoren van activiteiten Sponsoren van gebouw/ inrichting/ computerapparatuur Het schoolbestuur is te allen tijde verantwoordelijk voor hetgeen binnen het verband van de schoolorganisatie plaatsvindt. Het gaat niet alleen om tegenprestaties die gedurende schooltijd worden geleverd, het kan ook gaan om tegenprestaties die moeten worden geleverd tijdens buitenschoolse activiteiten die onder verantwoordelijkheid van het schoolbestuur vallen. Belangrijke uitgangspunten zijn:
Sponsoring moet verenigbaar zijn met de pedagogische en onderwijskundige taak en doelstelling van de school. Er mag geen schade worden berokkend aan de geestelijke en/of lichamelijke gesteldheid van leerlingen. Sponsoring moet in overeenstemming zijn met de goede smaak en het fatsoen.
Sponsoring mag niet de objectiviteit, de geloofwaardigheid, de betrouwbaarheid en de onafhankelijkheid van het onderwijs, de scholen en de daarbij betrokkenen in gevaar brengen. Sponsoring mag niet de onderwijsinhoud en/of de continuïteit van het onderwijs beïnvloeden, dan wel in strijd zijn met het onderwijsaanbod en de kwalitatieve eisen die de school aan het onderwijs stelt. Het primaire onderwijsproces mag niet afhankelijk zijn van sponsormiddelen.
Er zijn situaties waarin het betwistbaar is of de school de tegenprestatie moet leveren die de sponsor verlangt. Bij sponsoring met het oog op de bouw, inrichting en exploitatie van de school mag in geen geval bemoeienis van de sponsor ontstaan met de onderwijsinhoud of de organisatie van het onderwijs of met de bouw, inrichting en exploitatie zelf. Verder moet worden voorkomen dat de school in een afhankelijke positie terechtkomt: de continuïteit van het onderwijs mag niet in gevaar komen doordat op enig moment sponsormiddelen wegvallen. In lesmaterialen en leermiddelen mag geen (impliciete of expliciete) reclame voorkomen. Ook mag er geen sprake zijn van onvolledige of subjectieve informatie. Bij de aanschaf van computerapparatuur mag geen sprake zijn van een verplichte afname van software bij de sponsor of van een verbod op het gebruik van software van een ander bedrijf dan dat van de sponsor. Reclame die is gericht op leerlingen mag niet stimuleren tot ongezonde en/of gevaarlijke activiteiten en mag de leerlingen niet aanSchoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
5-14
moedigen om ouders te stimuleren producten of diensten van de sponsor af te nemen. Sponsoring van cateringactiviteiten mag niet van invloed zijn op de tijdsindeling van de school(bijvoorbeeld het onnodig verlengen van de pauze ter verhoging van de consumptie). Sponsoring mag niet misleidend zijn of appelleren aan gevoelens van angst of bijgelovigheid. De sponsor mag geen voordeel trekken uit onkunde of goedgelovigheid van leerlingen. Leerprestaties mogen niet worden beloond met sponsorproducten. Bovendien moet er rekening gehouden worden met het bevattingsvermogen en verwachtingspatroon van leerlingen. 5.6 Verzekering Voor alle openbare scholen is een collectieve ongevallen en W.A. verzekering afgesloten. Deze verzekeringen geven een secundaire dekking. Ze zijn dan ook afgesloten voor het geval de verzekering van de ouders onvoldoende dekking geeft De WA verzekering dekt schade aan derden tijdens schooltijd. De ongevallenverzekering dekt het risico op ongevallen tijdens het rechtstreeks van huis naar school gaan en omgekeerd, tijdens het verblijf op school en bij activiteiten buiten de school die in schoolverband en onder toezicht plaatsvinden.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
5-15
6
Wij zijn een veilige school
6.1 Veiligheidsbeleid Het veiligheidsbeleid van onze school is vastgelegd in het ARBO en veiligheidsbeleidsplan. In dit plan staat de ontwikkeling van het veiligheidsbeleid voor de komende jaren beschreven. Actiepunten op het gebeid van veiligheid worden in ons Jaar Ontwikkel Plan opgenomen. Op onze school is een leerkracht belast met de taken van preventiemedewerker. Deze medewerker coördineert de bedrijfshulpverlening binnen de school en draagt zorg voor coördinatie en uitvoering van het veiligheidsbeleid op de school. Ook is hij belast met de registratie en evaluatie van ongelukken, bijna ongelukken en onveilige situaties. Op onze school is ook een aantal leerkrachten opgeleid als bedrijfshulpverleners. Zij volgen jaarlijks een opleiding om bij te blijven met de nieuwste ontwikkelingen op dit gebied. Zij zijn tevens verantwoordelijk voor het bijstellen en regelmatig oefenen van het ontruimingsplan binnen onze de school. Fietsenstalling Bij onze school is maar een beperkte ruimte voor het stallen van fietsen. Wij vragen u hiermee rekening te houden. Wanneer u op loopafstand van de school woont, wilt u dan uw kind(eren) niet op de fiets naar school laten komen. Als grens hebben wij het brandweerhuisje aan de Krommeniedijk en de doorgang vanaf de Uitweg naar plan Willis. Dieren in de school Het is i.v.m. aandoeningen als cara niet toegestaan dieren in de school te houden, m.u.v. vissen, schildpadden e.d. Roken Het is niet toegestaan om binnen het schoolgebouw te roken. Ook voor de school wordt tussen 08.15 uur en 15.45 uur niet gerookt. Regels en afspraken In alle lokalen en op het prikbord bij ingang hangt een affiche met daarop de regels en afspraken waar wij ons op onze school aan houden. Aan het begin van ieder schooljaar worden deze regels en afspraken met de kinderen besproken. 6.2 De omgeving van onze school Onze school ligt aan de Krommeniedijk. Het is een doorgaande weg waar regelmatig verkeer passeert. Het is ook een smalle weg. Parkeren in de nabije omgeving van de school komt de veiligheid niet ten goede. Daarom vragen wij de ouders die niet op loopafstand van de school wonen, om zoveel als mogelijk per fiets of te voet de kinderen te brengen en te halen. Mocht u toch genoodzaakt zijn met de auto te komen, parkeer uw auto dan niet in de directe omgeving van de school.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
6-16
7
Hoe werken we op school?
7.1 Welke vakken en activiteiten zijn er? Om te voldoen aan alle door de overheid vastgestelde kerndoelen per vak, besteedt onze school aan ieder vak ruim aandacht. Op school geven we soms de vakken gescheiden, maar we werken ook in thema’s waarbij de verschillende vakgebieden elkaar overlappen. Om de doelstellingen van onze school te bereiken hanteren we de volgende methodes: Vak Aanvankelijk lezen Begrijpend lezen Rekenen Taal en Spelling Aardrijkskunde Geschiedenis Biologie/natuur/ techniek Schrijven Engels Verkeer Expressie
Methode Veilig Leren Lezen
Groep 3
Nieuwsbegrip en Nieuwsbegrip XL
4 t/m 8
Wereld in Getallen Taal in beeld en Spelling in beeld Meander Brandaan Naut incl. geïntegreerde technieklessen Handschrift Just do it! De Verkeerskrant Teken- en Handvaardigheid
1 4 5 5 4
t/m t/m t/m t/m t/m
8 8 8 8 8
1 t/m 8 6 t/m 8 5 t/m 8
7.2 Het GIP-model Op school hanteren we een model dat de leerkracht ondersteunt om op een effectieve wijze les te geven. De naam GIP staat voor “van groepsgericht naar individueel gericht pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht” Het GIP-model is niet alleen van belang voor de klassensituatie, maar ook voor het werken binnen de hele school. Elke school ontwikkelt binnen het model een eigen schoollijn voor gedifferentieerd werken. Dit maakt het belangrijk dat collega’s veel ervaringen uitwisselen over de werkwijzen en elkaar waar mogelijk visiteren en feedback geven. Klassenbezoeken en de daaruit voortvloeiende aandachtsgebieden kan de leerkracht gebruiken voor de eigen professionele ontwikkeling. Het GIP-model vereist dat er klassenconsultatie plaatsvindt. Het is daarom noodzakelijk dat de school beschikt over een systeem van interne begeleiding dat verder gaat dan leerlingenzorg en ook gericht is op coaching en begeleiding van leerkrachten. In de schoolorganisatie zal collegiale visitatie vanuit een vrijwillige context uitgroeien naar een wat meer gestructureerde vorm. Hierbij wordt dan uitgegaan van een door de bezochte en/of bezoekende collega geformuleerde hulpvraag en/of kan er van een “kijkwijzer” gebruik worden gemaakt. Ook de middels een hulpvraag gestuurde collegiale consultatie met collegae vanuit andere scholen, behoort tot de mogelijkheden en verdient ondersteuning. Minimaal 1 keer per jaar houdt de directeur een klassenbezoek Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
7-17
met kijkwijzer rondom GIP en wordt deze ervaring meegenomen in het gesprek als onderdeel van de gesprekkencyclus. Tijdens dit gesprek wordt in kaart gebracht welke ontwikkeldoelen c.q. competenties de komende periode centraal zullen staan. De wijze van werken en communiceren op school, volgens uniforme gemaakte afspraken, streeft ernaar steeds meer te komen tot helder geformuleerde doelen rondom klassenmanagement en GIP. Het gevolg is dat er steeds meer duidelijkheid ontstaat over de manier van werken in iedere groep en in de school in zijn totaliteit en dat een doorgaande lijn van groep 1 t/m 8 gewaarborgd wordt en blijft. Binnen De Overhaal gelden de onderstaande afspraken rondom klassenmanagement en het werken middels het GIP-model: Organisatie: • De positief gestelde regels voor Zelfstandig Werken (ZW) zijn bekend bij leerkrachten en leerlingen. De afspraken tijdens ZW zijn: - Ik laat merken dat ik zachtjes kan werken - Kom ik er zelf niet uit, dan vraag ik hulp - Bij het rode teken wacht ik - Tijdens instructie blijf ik zitten • Het aantal regels is beperkt. Het aantal regels zou onbeperkt uitgebreid kunnen worden, maar zijn in onze ogen allemaal op te hangen aan bovenstaande vier. Het teken van uitgestelde aandacht is per leerjaar zelf te bepalen, maar behoort overwegend in de rode kleur te zijn. • De regels hangen duidelijk zichtbaar in de klas en worden regelmatig met de kinderen besproken. • ZW regels gelden voornamelijk voor het ochtendprogramma (ZW wordt voornamelijk in de ochtend aangeboden en gehanteerd). • In iedere groep is een instructietafel aanwezig en deze wordt ook als zodanig gebruikt. • Tijdens het ZW maakt de leerkracht gebruik van een startronde*, hulpronde* en eindronde*. Het lopen van een ronde gebeurt volgens een vaste route om zodoende rust en voorspelbaarheid te garanderen. • Leerlingen maken tijdens het ZW moment gebruik van een rood/groene hulpvraagkaart. Ligt de rode zijde boven dan vraagt de leerling hulp aan de leerkracht, die daar tijdens de hulpronde aandacht aan kan schenken. • Kinderen weten wat ze moeten doen als ze klaar zijn. In alle groepen is het duidelijk wat kinderen kunnen of moeten doen als ze klaar zijn met het opgegeven werk of als ze niet verder kunnen omdat ze vragen hebben. Hierbij is het regel dat de kinderen zich met cognitieve opdrachten (meerwerk) bezighouden en niet met (computer) spelletjes en/of andere “leuke dingen” Hierbij is de algemene ruimte bedoeld als extra leerruimte en er dient hier om die reden dan ook rust te heersen. Spelen en werken gebeurt in het algemeen zo veel mogelijk in de lokalen. • Uitdagende en stimulerende leer- en werkomgeving. Leerkrachten sluiten hun onderwijs zoveel mogelijk aan bij de leef- en leerervaringen van de leerling(en). Hiertoe staan middelen vanuit school tot hun beschikking, maar ook middelen vanuit de ICT of door externen aangeboden excursies en/of materialen.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
7-18
• De lokalen zijn zo ingericht dat deze recht doen aan de belevingswereld van de kinderen, op de leeftijd toegespitst zijn , actueel zijn en een goede basis vormen om rustig en volgens de geldende GIP afspraken te kunnen werken. • Er is een WC regeling. Deze houdt in dat er per groep niet meer dan 1 meisje en 1 jongen tegelijkertijd van het toilet gebruik kunnen maken. Zelfstandig plannen van het eigen gedrag • Het dagrooster staat op het bord en wordt door de leerkracht besproken. In de groepen 1, 2 en 3 kan hierbij gebruik worden gemaakt van de (gefotografeerde) dagritme kaarten. • Op het bord of in de dag/weektaak staan de taken voor de verschillende vakken vermeld. • Kinderen met een individueel programma hebben een eigen dag- of weektaak waarop het werk staat vermeld • Corrigeren gebeurt, waar mogelijk, door de leerlingen zelf en zo veel mogelijk aan dé nakijktafel met een groene pen. De leerkracht bewaakt het door de leerlingen zelf nagekeken werk. Zodra de leerkracht nakijkt doet deze dat met een rode pen. Op de nakijktafel liggen de nakijkboekjes en pennen. Correcties en /of opmerkingen over het werk kunnen ook tijdens de diverse rondes al aan kinderen worden gegeven. • Het nakijken door de leerkracht van het door kinderen gemaakte werk heeft alleen waarde als er ook een vervolg, vanuit de leerkracht gestimuleerd, aan gegeven wordt. • Het werken aan dag- of weektaak wordt voornamelijk in het ochtendprogramma opgenomen . • De leerkracht heeft het lokaal en de materialen zodanig ingericht en georganiseerd dat leerkracht en leerlingen de gemaakte afspraken rondom het ZW kunnen naleven. Instructie • De doelstelling van de les is bij leerlingen bekend en is zo mogelijk zichtbaar voor iedereen • Voor en/of na instructie wordt gegeven aan de instructietafel. Hiervoor kan het eerste half uur van de ochtend (leesmoment alle kinderen) zonodig worden gebruikt. • De tijdens de hulpronde benodigd geachte instructie wordt aan de instructietafel aan een individuele leerling of groepje leerlingen gegeven. • De opstelling van de instructietafel is bewust gekozen. Hierbij is rekening gehouden met mogelijk bordgebruik als instructie middel en het overzicht over de groep. • Zo nodig wordt het werk van de vorige dag met de groep of met een individueel kind als onderdeel van het ZW opgenomen en besproken. Emotionele ontwikkeling • De leerkracht kijkt iedere dag met de leerlingen even terug op de dag of dagdeel (evalueert). • De leerkracht stelt zich open voor de kinderen en is betrokken (attitude). • De houding van de leerkracht in de klas is empatisch. • Er wordt gecorrigeerd op de regel en niet op de persoon • De leerkracht geeft verbale en non-verbale ondersteuning, correcties en feedback op een positieve manier. Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
7-19
• Het gedrag en de werkresultaten worden systematisch met de leerlingen besproken. Dit kan in algemene zin tijdens de dag of dagdeel evaluatie, maar zeker ook met individuele (zorg)leerlingen. Hierdoor zal de motivatie van het kind en de betrokkenheid op zijn/haar werk zeker gestimuleerd worden. Toelichting * Startronde: Na de instructie worden de kinderen op weg geholpen. Er wordt geen hulp verleend. Het is een kort rondje volgens een vaste route. Hulpronde: Alle kinderen die aandacht nodig hebben krijgen daarin aandacht. Controle of afsluitronde: Controle van de vorderingen om vervolgafspraken te (kunnen) maken. In het kader van de voorspelbaarheid worden bovenstaande rondes volgens een vaste route gelopen. Hierbij kan het startpunt in de route verschillen. Tussen de rondes is er n.a.v. de hulpronde gelegenheid om kinderen individuele of groepshulp te geven aan de instructietafel. 7.3 Welke groepen? Onze school telt acht groepen. Deze groepen zijn verdeeld over vier lokalen. De indeling is als volgt: groep 1-2 groep 3-4 groep 5-6 groep 7-8.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
7-20
8
Wanneer moet uw kind naar school?
8.1 Wat zijn onze schooltijden? De schooltijden zijn voor alle Op maandag, dinsdag en donderdag 8.30-12.00 uur en ’s middags van Woensdag en vrijdag is er alleen 8.30- 12.15 uur.
groepen gelijk: ’s morgens van: 13.15-15.30 uur. ’s morgens les:
Het wettelijke minimum aantal uren onderwijs voor de leerjaren 1 t/m 8 dient 7520 uur te bedragen. Dit betekent per schooljaar in ieder geval 940 uur. Door de aanpassing van de schooltijden voldoet De Overhaal ruimschoots aan deze minimum eis. Elke ochtend is er een pauze. De kinderen van groep 1/2 brengen die in de kring door en gaan daarna naar buiten. De pauze voor de kinderen van groep 3 t/m 6 is van 10.15 uur t/m 10.30 uur. De kinderen van groep 7 en 8 gaan van 10.30 t/m 10.45 uur naar buiten. ’s Middags gaan alleen de kinderen van groep 1/2 nog even naar buiten. 8.2 Tussenschoolse opvang (T.S.O.) Elke school is verplicht ruimte beschikbaar te stellen voor het overblijven. Het overblijven valt onder de verantwoordelijkheid van de ouders. Met ingang van het schooljaar 2005-2006 valt deze onder de verantwoordelijkheid van het schoolbestuur. Kinderen kunnen op maandag, dinsdag en donderdag gebruik maken van de tussenschoolse opvang. De organisatie hiervan berust bij betaalde vrijwilligers. Zij zorgen ervoor dat de kinderen die overblijven samen eten en zien erop toe dat de tijd die overblijft op een verantwoorde wijze in de school of op het schoolplein wordt doorgebracht. Om een huiskamersfeer te creëren eten we aan een gedekte tafel. Brood wordt door de kinderen zelf meegenomen. Het drinken wordt door de organisatie verzorgd. Om gebruik te kunnen maken van structurele tussenschoolse opvang dient u een inschrijfformulier in te vullen. Naschoolse opvang Per 1 augustus 2007 biedt de school ook de wettelijke verplichte voor- en na schoolse opvang aan. De school is hiervoor een samenwerkingsverband aan gegaan met de kinderopvangorganisatie Freekids. De voorschoolse opvang vindt plaats in een bij deze organisatie aangesloten gastoudergezin, terwijl de kinderen voor de naschoolse opvang per taxi naar de locatie van Freekids en/ of ’t Swaentje worden gebracht De adresgegevens vindt u in de jaarkalender. Aanmelding is mogelijk via de school of via de website van Freekids.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
8-21
8.3 Wanneer hebben we vakantie? In de schoolkalender worden de vakanties vermeld.
8.4 Margedagen Naast de vakanties hebben de kinderen een aantal (mid)dagen vrij, waarop het team een cursus volgt en/of een vergadering houdt. Ook deze dagen worden in de schoolkalender aangegeven.
8.5 Schoolverzuim Er bestaat leerplicht, dus is schoolverzuim alleen toe gestaan als er sprake is van ziekte, of bijzondere omstandigheden. Ongeoorloofd schoolverzuim wordt gemeld bij de afdeling leerplicht van de gemeente Zaanstad en kan bij gebleken onrechtmatig handelen van de ouder(s) leiden tot hoge boetes. Buitengewoon verlof Een aanvraag buitengewoon verlof dient altijd tijdig te worden aangevraagd bij de directeur van de school. Hij is wettelijk verplicht ongeoorloofd schoolverzuim te melden bij de leerplichtambtenaar als strafbaar feit. Houdt u er daarom s.v.p. rekening mee dat uitsluitend onder de volgende voorwaarden toestemming kan worden verleend: IN VERBAND MET EXTRA VAKANTIEVERLOF Een verzoek om vakantieverlof dient minimaal een maand van tevoren bij de directeur te worden aangevraagd. Verlof kan alléén worden verleend als het wegens de specifieke aard van het beroep van één der ouders slechts mogelijk is buiten de schoolvakanties op vakantie te gaan en de ouder dit kan aantonen via een werkgeversverklaring. Extra vakantieverlof mag slechts één keer per schooljaar worden verleend. Belangrijk: vakantieverlof in de twee lesweken voor en na de zomervakantie is wettelijk geheel verboden! Er wordt geen verlof verleend voor carnaval, wintersport, verjaardagen e.d. IN VERBAND MET FAMILIEOMSTANDIGHEDEN Ernstige ziekte van ouders of bloedverwanten t/m de 3e graad: duur van het verlof in overleg. Overlijden van bloed- of aanverwanten in de eerste, tweede of derde graad: 4, 2 of 1 dag(en). Het bijwonen van het huwelijk van bloedverwanten t/m de 3e graad: 1 of ten hoogste 2 dagen. 25-, 40- en 50-jarig ambtsjubileum en het 12½-, 25-, 40-, 50- en 60jarig huwelijksjubileum van ouders of grootouders: 1 dag. IN VERBAND MET FORMELE OMSTANDIGHEDEN Voor verhuizing binnen de gemeente: ten hoogste één dag. Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
8-22
Hierbij gaat het om het moeten voldoen aan een wettelijke of godsdienstige verplichting, verhuizing of andere naar het oordeel van de directeur belangrijke redenen, maar geen vakantieverlof. Aantal dagen in overleg met de directeur, maar maximaal 10 dagen per jaar. IN VERBAND MET LANGDURIGE GEWICHTIGE OMSTANDIGHEDEN Soms zijn er gewichtige omstandigheden die een buitengewoon verlof van meer dan 10 schooldagen per jaar noodzakelijk maken. In dat geval is de directeur niet bevoegd de aanvraag te honoreren. Een dergelijk verzoek dient minimaal 1 maand van tevoren via de directeur bij de leerplichtambtenaar van de woongemeente te worden neergelegd.
8.6 Ziek- en afwezigheidmelding Als uw kind in geval van ziekte, een bezoek aan de dokter of iets dergelijks niet op school komt, meldt u dit dan voor 8.30 uur bij de school. Alle verzuim wordt door de school geregistreerd. De school moet onacceptabel verzuim melden bij de ambtenaar Leerplichtzaken van de gemeente. Wanneer de kinderen om wat voor reden niet kunnen gymmen of zwemmen dienen zij een briefje van de ouders/verzorgers mee te nemen.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
8-23
9
Uw kind is onze zorg
9.1 We houden de vorderingen bij De Overhaal heeft een organisatie waarbij het leerstofjaarklassensysteem gehanteerd wordt. Dat wil zeggen dat leerlingen van dezelfde leeftijd bij elkaar zitten en de leerstof die bij dat schooljaar hoort, in principe, gelijktijdig aangeboden krijgen. Maar leerlingen van dezelfde leeftijd zijn niet allemaal gelijk. Er zijn verschillen tussen leerlingen, soms zelfs erg grote verschillen. Om recht te doen aan de individuele verschillen moeten er optimale condities zijn om tot een goed onderwijsleerproces te komen. Dat betekent in de praktijk: dat het onderwijs inhoudelijk tegemoet moet komen aan de verschillen die er zijn bij de kinderen en dat er voldoende variatie in leermiddelen moet zijn. dat de didactische werkvormen worden afgestemd op de verschillende mogelijkheden en behoeften van de kinderen. dat de klassenorganisatie zo moet zijn dat de leertijd is afgestemd op de verschillende mogelijkheden en behoeften van de kinderen. Uitgangspunt is dat de groepsleerkracht op groepsniveau weet om te gaan met de verschillen die er zijn. De groepsleerkracht is immers de eerstverantwoordelijke voor zijn/haar leerlingen maar staat hierin zeker niet alleen. Het is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van het team, waarbij de Interne Begeleider een centrale rol inneemt. Om de ontwikkeling en vorderingen van uw kind tijdens zijn/haar schooltijd nauwkeurig te kunnen volgen, maken we gebruik van een leerlingvolgsysteem (LVS). Dit is een dossier van het kind gedurende de schoolperiode. Vanaf groep 1 worden de kinderen op bepaalde tijdstippen geobserveerd en/of getoetst. De volgende middelen worden op onze school gebruikt om dit in kaart te brengen. In groep 1-2 het registratiemodel van het “Pravoo”. Door middel van het invullen van vragen krijgen we meer inzicht in: kringgedrag, werkgedrag, spelgedrag, taal, motoriek, ruimtelijk inzicht en zintuiglijk inzicht. In groep 2 komt daar de toets ordenen van Cito bij. In groep 3 toetsen we de spelling, het lezen en het rekenen. Dit doen we aan de hand van toetsen in de methoden en met behulp van het CITO. Verder gebruiken we de volgende toetsen: - AVI leestoetsen en Drie Minuten Toets (DMT) voor de technische leesvaardigheid; - Spelling van CITO; - Taaltoetsen van de methoden “Taal in Beeld”; - Rekentoetsen van de methoden “De wereld in getallen” en van het CITO; - Begrijpend lezen van het CITO; - Woordenschattoetsen van het CITO; - Sociaal-emotionele toetsen voor groep 1 t/m 8 van SCOL;
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
9-24
Afgezien van deze toetsen, beoordelen de leerkrachten dagelijks het werk van de kinderen. Dat wordt gedaan door observaties, het nakijken van het werk en de groepsevaluaties. Tijdens de leerlingenbespreking worden de vorderingen van de verschillende leerlingen uit de groepen besproken. De Intern Begeleider (IB’er) administreert welke kinderen welke kinderen extra ondersteuning behoeven . Van deze leerlingen legt de IB’er een dossier aan. In de paragraaf over “De ondersteuning binnen onze school” leest u hier meer over. 9.2 Wat registreren en beoordelen we? Het leerlingvolgsysteem Door middel van het leerlingvolgsysteem houden we de ontwikkeling van uw kind bij. Door observaties en toetsen brengen wij deze voor ieder kind in kaart. Deze gegevens worden bewaard in het zgn. leerling-dossier Op alle openbare basisscholen worden in groep 3 t/m 8 de volgende toetsen afgenomen: rekenen en wiskunde, begrijpend lezen, technisch lezen en spelling. 9.3 Wat doen we als uw kind extra ondersteuning nodig heeft? Extra hulp Als uw kind problemen heeft op school nemen wij contact met u op. In een gesprek zullen wij met u een zogeheten handelingsplan bespreken dat is opgesteld door de leerkracht en de interne begeleider. Gedurende een bepaalde periode wordt volgens dit plan extra ondersteuning gegeven. Na deze periode wordt gekeken of de beoogde effecten gerealiseerd zijn. Interne begeleider (IB-er) De intern begeleider is een leerkracht, die zich gespecialiseerd heeft in het bieden van hulp aan kinderen met leer- en gedragsproblemen. Met haar bespreekt zowel de leerkracht als de ouder een plan om de moeilijkheden op te lossen. Soms is het nodig een test af te nemen om precies te weten te komen, waar het aan schort. Hiervoor zal uw toestemming gevraagd worden, indien dit door iemand van buiten de school wordt gedaan. Ondersteuningteams Kinderen, die problemen blijven houden, worden eerst besproken in het smal ondersteuningsteam(voorheen: KZT) van de school. Dit team komt zo’n 6 x per jaar bijeen en bestaat uit de leerkrachten en de IB-ster. Mochten de hier geformuleerde adviezen voor de handelingsplannen niet aanslaan, kan een verwijzing volgen naar het brede ondersteuningsteam (voorheen: GZT). In dit team zitten de interne begeleider, de directie, de jeugdverpleegkundige van Centrum Jong, onze schoolondersteuner vanuit het Samenwerkingsverband en ( op afroep) een maatschappelijk werkster en/of de schoolarts. Er kan dan advies worden gegeven voor een verder onderzoek of speciale ondersteuning. Omdat er deskundigen van buiten de school bij betrokken zijn, is toestemming van ouders voor bespreking van een leerling in dit ondersteuningsteam noodzakelijk. Ook de ouders van de betrokken leerlingen worden bij dit overleg uitgenodigd.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
9-25
9.4 Uw kind heeft speciale ondersteuning nodig: Het Ondersteuningsplan We proberen kinderen die, om welke reden dan ook extra hulp nodig hebben, zoveel mogelijk binnen onze basisschool op te vangen. De wet Passend Onderwijs – ingangsdatum 1 augustus 2014 - heeft als doel dat reguliere basisscholen in toenemende mate in staat zijn om zelf adequaat met verschillen tussen kinderen om te gaan. En daarmee o.a. het aantal leerlingen binnen het speciaal basisonderwijs te stabiliseren en zo mogelijk te verminderen. Dit betekent dat binnen dit project een werkbare, effectieve aanpak van leerlingen met speciale leer- en opvoedingsbehoeften tot stand is gebracht om zoveel mogelijk leerlingen de kans te geven een schoolloopbaan in het reguliere onderwijs te kunnen voltooien. Op dit moment is het samenwerkingsverband bezig de laatste puntjes op de i te zetten met betrekking tot de uitwerking van de nieuwe wet. De protocollen en de daaruit voortvloeiende activiteiten, die in het kader van "Passend Onderwijs" gaan plaatsvinden, worden zo spoedig mogelijk beschreven in het op school aanwezige Ondersteuningsplan en het dit jaar verder te ontwikkelen School Ondersteuningsprofiel. Kort samengevat richt dit zich nu nog op: Het instellen en professionaliseren van de taak van de interne begeleider (IB-er) De aanwezigheid van een ortotheek, waar speciale leermiddelen voor handen zijn Het consulteren van collega’s in het speciaal onderwijs en basisonderwijs. Het uitwisselen van ervaringen en werkwijzen tussen basisonderwijs en speciaal onderwijs. Het leren omgaan met leer- en gedragsproblemen. Het begeleiden van zorgleerlingen door een buitenschoolse instelling, zoals een school voor speciaal onderwijs. (Preventieve Ambulante Begeleiding) Het deelnemen van de IB-er aan een netwerk voor interne begeleiders Het gebruik van een standaard schriftelijke aanmelding voor verwijzingsaanvragen (het onderwijskundig rapport) naar de Permanente Commissie Leerlingenzorg Zaanstad. Het beoordelen van de verwijzing naar het speciaal onderwijs op haalbaarheid en het geven van adviezen door een Permanente Commissie Leerlingenzorg Zaanstad. 9.5 Meerbegaafde leerlingen Op onze school creëren we extra begeleiding voor meerbegaafde leerlingen. Deze leerlingen krijgen één dag per week aparte lessen, speciaal gericht op de mogelijkheden en belangstellingswereld van deze kinderen. Hierin krijgen zij opdrachten, waar zij ook de overige dagen zelfstandig mee aan de gang kunnen. Wij noemen dit onze ‘plusklas’.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
9-26
9.6 Gezondheidsonderzoek Door de afdeling Jeugdgezondheidszorg van de GGD zullen in dit schooljaar de leerlingen uit de groepen 1/2 uitgenodigd worden voor een preventief gezondheidsonderzoek door jeugdarts en assistente. Mocht u zich zorgen maken over de ontwikkeling van uw kind, dan kunt u contact opnemen met de GGD. Het telefoonnummer vindt u achter in deze gids.
9.7 Logopedie Alle kinderen worden in de kleuterafdeling door een logopediste onderzocht op spraakproblemen. Kinderen kunnen problemen hebben door het verkeerd uitspreken van bepaalde letters, stotteren of een verkeerde ademhalingstechniek. Samen met de ouders wordt besproken hoe en wanneer het beste hulp kan worden gegeven.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
9-27
10 De resultaten van ons onderwijs
10.1 Toetsen en testen Eén van de hoofdgedachten van het basisonderwijs is door het onderwijs de grondslag te leggen voor het volgen van aansluitend Voortgezet Onderwijs. Hierin zijn wij afhankelijk van een aantal zaken. Wat zijn de mogelijkheden van het kind en wat kunnen wij binnen ons onderwijs dit kind bieden? Door toetsing en observaties verkrijgen wij inzicht in de mogelijkheden van ieder kind. De gegevens worden vastgelegd in een leerlingvolgsysteem. Na elke toets periode bespreken wij de gegevens in het team. Ook de leerkracht zelf houdt nauwkeurig de vorderingen bij van ieder kind door de correctie van methodegebonden toetsen en correctiewerk. Op de volgende manieren komen wij aan de resultaten van ons onderwijs: Methode afhankelijke toetsen Methode onafhankelijke toetsen Leerlingvolgsysteem Leerlingenbespreking Observaties Dagelijkse correcties Schoolvragenlijst (SVL) NIO (Nederlandse Intelligentietest voor Onderwijsniveau) De gegevens van de toetsen worden bestudeerd door de leerkracht samen met de IB’er. Zorgwekkende uitslagen worden vertaald in een individuele aanpak. 10.2 Opbrengsten Wij vinden het belangrijk om de effecten van ons onderwijs in kwalitatieve zin te bekijken. Naast de regelmatige observaties van het werk van de kinderen vormen wij ons ook middels de afname van toetsen een beeld van het niveau van elke leerling en van ons onderwijs in ruimere zin. De bovengenoemde gegevens worden besproken in een halfjaarlijks overleg tussen de intern begeleider en de groepsleerkracht, de leerling-bespreking. De interne begeleider bespreekt daarna met de directie waar eventuele geconstateerde knelpunten, die kunnen leiden tot acties om deze knelpunten op te lossen. De scholen van voortgezet onderwijs houden ons op de hoogte van de vorderingen van onze oud-leerlingen door het toesturen van rapportcijfers. Tevens komt de mentor van de brugklassen enkele maanden na de zomervakantie met ons doorspreken hoe onze oud-leerlingen presteren. Deze informatie geeft ons een beeld in hoeverre het niveau van onze leerlingen aansluit op dat van het voortgezet onderwijs.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
10-28
10.3 Kwaliteitszorg We vinden het belangrijk om de effecten van ons onderwijs in kwalitatieve zin te bekijken. De zorg voor kwalitatief goed onderwijs ligt ons na aan het hart. Daarvoor is het nodig dat we als school regelmatig ons handelen en onze prestaties evalueren en op grond daarvan verbeteringen proberen aan te brengen. Naast de regelmatige observaties van het werk van de kinderen vormen wij ons ook middels de afname van toetsen een beeld van het niveau van elke leerling en van ons onderwijs in ruimere zin. De bovengenoemde gegevens worden besproken in een halfjaarlijks overleg tussen de intern begeleider en de groepsleerkracht en zo nodig worden er individuele- of groepsplannen opgesteld. De toetsresultaten worden ook gebruikt om de prestaties van een hele groep te bekijken. Wij stellen onszelf dan vragen als: “hoe scoren onze kinderen op dit onderdeel, ten opzichte van andere scholen in het land en hoe kunnen we onze prestaties verder verbeteren?” Ook vinden we het belangrijk om te weten hoe anderen tegen onze school aankijken. Daarom houden we geregeld tevredenheidonderzoeken onder ouders en leerlingen en uit de resultaten van deze onderzoeken, formuleren we verbeterdoelen voor onze school. De inspectie speelt in het kader van schooltoezicht ook een rol door regelmatig de school te bezoeken en een oordeel uit te spreken over een aantal aspecten van de school. De geconstateerde verbeterpunten nemen wij vervolgens als actiepunten op in onze ontwikkelplannen. De opbrengsten en resultaten van de leerprestaties onze kinderen verantwoorden wij elk jaar in het jaarverslag. De scholen van voortgezet onderwijs houden ons op de hoogte van de vorderingen van onze oud-leerlingen door het toesturen van rapportcijfers. Tevens komt de mentor van de brugklassen enkele maanden na de zomervakantie met ons doorspreken hoe onze oud-leerlingen presteren. Deze informatie geeft ons een beeld in hoeverre het niveau van onze leerlingen aansluit op dat van het voortgezet onderwijs. Kwaliteitszorg gaat over alle activiteiten die de school onderneemt om de kwaliteit van haar functioneren te bevorderen. De school voldoet volgens de onderwijsinspectie aan kwaliteitszorg als de volgende indicatoren gerealiseerd zijn: 1. De school heeft inzicht in de onderwijsbehoeften van haar leerlingenpopulatie. 2. De school evalueert jaarlijks de resultaten van de leerlingen. 3. De school; evalueert regelmatig het onderwijsleerproces. 4. De school werkt planmatig aan verbeteractiviteiten. 5. De school borgt de kwaliteit van het onderwijsleerproces. 6. De school verantwoordt zich aan belanghebbenden over de gerealiseerde Onderwijskwaliteit
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
10-29
Verbetercyclus Deze indicatoren komen aan de orde als de zgn. PDCA cyclus systematisch wordt gebruikt: PLAN kwaliteit bepalen: missie/visie en daarvan afgeleide doelen. DO plannen van en uitvoeren van afgesproken kwaliteit: toepassen in de praktijk: doen wat we zeggen? CHECK kwaliteit meten, evalueren en beoordelen. Intern doen we dat door zelfevaluatie, extern laten we ons beoordelen door de onderwijsinspectie, een externe audit of een collegiale visitatie. De vraag is: Doen we wat we afgesproken hebben? ACT kwaliteit verbeteren: wat moet er (nog) verbeterd worden: opstellen van een verbeterplan. Kwaliteit borgen: vastleggen en vasthouden van kwaliteit. Op schoolniveau PLAN * Opstellen eigen Jaarplan voor onderwijsverbetering, met meetbare doelen per leerjaar en per vakgebied. (Indicator 4 onderwijsinspectie) * De school heeft voor de vakgebieden lezen, begrijpend lezen, rekenen en spellen ambitieuze leerdoelen (vaardigheidsscores) per jaargroep vastgesteld * Opstellen van een begroting om het Jaarplan te realiseren. DO * Uitvoeren van het school Jaarplan en bijbehorende plannen, zoals ondersteunings- en scholingsplan. * Directie verzamelt informatie over huidige leerling populatie en toekomstige instroom om een goed inzicht te hebben in onderwijsbehoeften van de leerlingen (indicator 1) * Registreren van toets gegevens in ESIS leerlingvolgsysteem * Directeuren, Intern Begeleiders en leerkrachten analyseren voor de vakgebieden taal, lezen en rekenen, minimaal 2 keer per jaar de leeropbrengsten op leerling-, groeps- en schoolniveau. (indicator 2) * Verbreden leerling-besprekingen: naast leerling-resultaten bespreken IB’ers twee keer per jaar de groepsresultaten met leerkrachten. * Elke twee jaar wordt een tevredenheidsonderzoek gehouden onder leerlingen uit de groepen 6 t/m 8, alle ouders en personeel. * De school houdt de gemaakte afspraken bij (indicator 5) CHECK * Analyseren en interpreteren van leerling- en groepsresultaten in het licht van gestelde doelen. * Eens per jaar (derde pinksterdag) is er op elke school een evaluatie dag waar het Jaarplan van lopend schooljaar wordt geëvalueerd. Tevens worden hier de leeropbrengsten besproken en vertaald naar beleidsvoornemens voor het nieuwe jaar. Uitkomsten van het tevredenheidsonderzoek worden besproken en vertaald naar beleidsvoornemens (Indicator 3) ACT * Gesprekken met directeuren over mogelijke interventies naar aanleiding van opbrengsten. * Borgen van resultaten en uitkomsten in jaarverslag. (Indicator 6) Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
10-30
Op groepsniveau PLAN * Opstellen groepsplan voor onderwijsvernieuwing, met meetbare doelen per vakgebied. DO * Uitvoeren van afspraken voortkomend uit het Jaarplan en bijbehorende plannen, zoals ondersteuningsplan. * Registreren en analyseren van de gegevens. * Verbreden leerlingbespreking: naast leerling-resultaten bespreken leerkrachten de groepsresultaten met de IB. CHECK * Analyseren en interpreteren van leerling- en groepsresultaten in het licht van gestelde doelen. * De leerkracht voert het groepsplan uit en bespreekt de voortgang regelmatig met de IB. * Jaarlijkse teamevaluatie op alle scholen, waarin onderwijsresultaten belangrijk onderdeel zijn. ACT * Gesprekken met IB en/of vakspecialisten over mogelijke interventies naar aanleiding van opbrengsten. * Borgen van resultaten en uitkomsten in groepsplan. * Bijstellen groepsplan.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
10-31
11 Extra activiteiten voor leerlingen
Kinderpostzegelactie voor groep 7/8. Meerdaags schoolreisje voor groep 7/8. Cultureel programma van Fluxus. Theaterbezoeken voor groep 1 t/m 8. Bibliotheekbezoek groep 3/4 en 7/8. Kinderboekenweek. Projecten die door de leerkrachten binnen hun groep worden begeleid. St. Maarten. Sinterklaasfeest. Kerstmaaltijd. Bezoek aan de boer voor alle groepen. Kennismakingsochtend voortgezet onderwijs Paasbrunch. Sportdag en andere sportactiviteiten. Verkeersexamen in groep 7/8 Jeugd EHBO cursus groep 7/8. Musical van groep 7/8 in het dorpshuis. Schoolreisje voor de groepen 1 t/m 6 Naschoolse activiteiten op sportief en cultureel gebied
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
11-32
12
Wanneer uw kind bij ons op school komt
12.1 Als uw kind vier jaar wordt Uw kind mag naar school vanaf de dag dat het 4 jaar is. Voor die tijd mag het 5 dagdelen komen “wennen”. Meestal is dat (in overleg met de leerkracht) een ochtend in de week. De school bepaalt in welke klas uw kind wordt geplaatst. Dit geldt ook voor de volgende leerjaren. Toelatingsbeleid van de openbare scholen: In mei 1998 heeft het bevoegd gezag van onze school, de Bestuurscommissie Zaan Primair in Zaanstad, een reglement vastgesteld dat de toelating tot de scholen regelt. De overwegingen die tot invoering van dit reglement hebben geleid zijn: o
o o
o
Dat onbeperkte toelating van leerlingen tot de openbare basisscholen in de gemeente kan leiden tot onaanvaardbare gevolgen uit onderwijskundig, financieel en school organisatorisch oogpunt. Dat het tot de taak van de bestuurscommissie van Zaan Primair behoort om deze onaanvaardbare gevolgen te voorkomen. Dat het daarom noodzakelijk is het leerlingenbestand van de openbare basisscholen zoveel mogelijk af te stemmen op de capaciteit van de onderwijshuisvesting en slechts over te gaan tot uitbreiding van deze capaciteit indien de groei van de bevolking daartoe dwingt, opdat een doelmatige spreiding van de leerlingen over de openbare basisscholen in de gemeente Zaanstad wordt gerealiseerd. Dat anderzijds de schoolkeuze voor de ouders zo weinig mogelijk dient te worden beperkt.
Het kan dus voorkomen dat uw kind bij aanmelding in verband met ruimtegebrek op een wachtlijst wordt geplaatst. De directie van de school zal in dit geval al het mogelijke doen om ruimte te verwerven, indien nodig ook op een andere openbare school binnen dit bestuur, zodat uw kind toch geplaatst kan worden. Aanmelding 3 jarigen Leerlingen moeten voorafgaande aan het schooljaar dat zij 4 jaar worden, vóór 15 maart ingeschreven worden. De volledige tekst van het reglement ligt op de school ter inzage. Tevens kunt u deze op de website van Zaan Primair vinden.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
12-33
12.2 Overgang naar een hogere groep Van groep 2 naar groep 3 In de loop van groep 2 stellen we ons de vraag of de doorgaande ontwikkeling van een kind gebaat is bij een overgang naar groep 3. Bij de meeste kinderen is dit het geval. Soms echter zijn kinderen in groep 2 nog zo gericht op spelen en open onderwijssituaties dat de overgang naar groep 3 te abrupt is en geen doorgaande ontwikkeling kan garanderen. Soms ook is er sprake van specifieke ontwikkelingsproblemen of ontwikkelingsstoornissen. We nemen de overgangsbeslissing van groep 2 naar groep 3 zeer overwogen. We observeren de leerlingen systematisch en maken hiervoor gebruik van de gegevens uit ons leerlingvolgsysteem. Indien we twijfel hebben over de overgang van een kind naar groep 3, dan volgen wij het eerder genoemde protocol ‘Verlenging groep 2’. Overgang na groep 3 Ook na groep 3 wordt jaarlijks zorgvuldig bekeken of een kind gebaat is bij de overgang naar een hogere groep. In geval van twijfel hierover zal dit aan de hand van de gegevens uit het leerlingvolgsysteem en eventuele andere onderzoeken tijdig met de ouders/verzorgers worden besproken. In alle gevallen besluit de school uiteindelijk in welke groep het kind geplaatst zal worden. De school blijft er verantwoordelijk voor dat het kind op zijn/haar niveau begeleid zal worden, zodat de doorgaande ontwikkeling van het kind gewaarborgd blijft. 12.3 Na een verhuizing Indien ouders na een verhuizing in ons gebied komen wonen, kunnen ze ingeschreven worden, als van de vorige school een uitschrijfbewijs overlegd kan worden. Die school zal, na een bericht van ons, een onderwijskundig rapport opsturen met informatie over de tot dan toe aangeboden leerstof en de schoolvorderingen. Als uw kind onze school verlaat krijgt het een onderwijskundig rapport mee. 12.4 Toelating leerlingen De basisscholen in Zaanstad hebben afgesproken om in de loop van een schooljaar geen leerlingen van elkaar over te nemen. Dit is om de continuïteit van het leerproces en het klimaat in een klas te garanderen. Uitzonderingen hierop zijn een verhuizing en medische indicatie. Van basisschool wisselen kan wel per zomervakantie. Het openbaar onderwijs mag een kind niet weigeren. Wel kan het bestuur als daar een belangrijke reden voor is, een andere basisschool aanwijzen. De toelating van geestelijk en lichamelijk gehandicapte leerlingen wordt behandeld door het zorgteam. De ouders dienen in dat geval alle gegevens over de ontwikkeling en onderzoeken van hun kind beschikbaar te stellen. (zie hoofdstuk 9.3)
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
12-34
12.5 Kan uw kind van school worden verwijderd? Uw kind kan bij hoge uitzondering van onze school verwijderd worden. Verwijdering vindt plaats als uw kind niet meer in staat is om volgens de gangbare regels het leerproces te volgen. Als leerlingen tijdelijk van school worden gestuurd, is er sprake van “schorsing". Als dit definitief is, wordt gesproken over "verwijdering". In geval van schorsing: De leerling kan door de directie, nadat de leerkracht en de ouders/verzorgers zijn gehoord, de toegang tot de school worden ontzegd voor ten hoogste drie dagen. Na overleg met de Voorzitter van de Raad van Toezicht deelt de directeur de beslissing schriftelijk mee aan de ouders/verzorgers. De ouders/verzorgers kunnen tegen deze beslissing van de directie binnen 3 x 24 uur in beroep gaan bij het bevoegd gezag. Wanneer sprake is van verwijdering: De beslissing over verwijdering wordt genomen door de Voorzitter van de raad van toezicht. Voordat wordt besloten tot verwijdering overlegt de voorzitter met de directie van de school. De voorzitter hoort de ouders/verzorgers en informeert hen over de redenen van de maatregel. Tot verwijdering wordt bij hoge uitzondering besloten, bijvoorbeeld als een kind zich ernstig misdraagt of als ouders weigeren om toestemming te geven voor onderzoeken bij ernstige leer- en/of gedragsproblemen, waardoor de school de verantwoording voor de verdere ontwikkeling van het kind niet meer kan dragen. Definitieve verwijdering van een leerling vindt alleen plaats nadat de directie van de school een andere school (basisschool of school voor speciaal onderwijs) heeft gevonden. De Algemene directie is verplicht om in acht weken aantoonbaar gezocht te hebben naar een andere school voor primair onderwijs. Als dit zonder succes is kan de voorzitter alsnog tot verwijdering overgaan. De ouders/ verzorgers kunnen schriftelijk bezwaar aantekenen tegen het besluit tot verwijdering. Zie verder hoofdstuk 15. Voor meer informatie verwijzen wij naar de procedure “toelating, schorsing en verwijdering”. Deze is op school ter inzage aanwezig.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
12-35
13
Wanneer uw kind onze school verlaat
13.1 Gaat u verhuizen? Als u gaat verhuizen en uw kind gaat naar een andere school, meld dit dan bijtijds bij de leerkracht. U kunt alleen op een andere school worden ingeschreven, als u van onze school een bewijs van uitschrijving hebt gekregen. Wij zorgen voor de verdere informatie naar de nieuwe school via het onderwijs -kundig rapport. 13.2 Naar het voortgezet onderwijs, wat dan….. Welke vorm van voortgezet onderwijs is na de basisschool voor uw kind het meest geschikt? Volgens een zorgvuldige procedure, die voor alle scholen in Zaanstad geldt, komt in overleg met de ouders de schooladvisering tot stand. Het ontwikkelingsniveau en leerprestaties zijn belangrijk, maar niet van doorslaggevende aard voor de keuze van voortgezet onderwijs. Zeker zo belangrijk is de persoonlijkheidsstructuur, de inzet, het doorzettings- en concentratievermogen. Anders gezegd, het gaat er bij de schoolkeuze van uw zoon of dochter om naar capaciteiten en aanleg de beste studiemogelijkheden te bieden. Door de wettelijke invoering van de Cito-eindtoets in 2015 verandert komend jaar de genoemde procedure. Zo wordt er geen capaciteitenonderzoek meer afgenomen. Ook de sociaal-emotionele toets is uit de procedure verdwenen. Het leerlingvolgsysteem van de school, ook sociaal-emotioneel, wordt leidend in het schooladvies. Deze ingrijpende veranderingen hebben ook gevolgen voor de jarenlang gevolgde zgn. POVO afspraken. POVO is de naam van het samenwerkingsverband van alle basis- en voortgezet onderwijsscholen in Zaanstreek en Waterland. Daar wordt momenteel hard gewerkt om een sluitende nieuwe procedure vast te stellen. Zodra deze bekend is, wordt u daarvan op de hoogte gesteld en wordt deze procedure in onze schoolgids vermeld. Uiteraard worden de ouders/verzorgers van onze groep 8 kinderen hier als eersten van op de hoogte gesteld.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
13-36
14 Heeft u klachten over onze school? Overal gaan wel eens dingen mis of ontstaan misverstanden. Dat kan bij ons op school ook gebeuren. Mocht u het op bepaalde punten niet eens zijn met ons of klachten hebben over de gang van zaken op school, meldt u dat dan in eerste instantie bij de groepsleerkracht van uw zoon of dochter. Samen zoeken we dan naar een goede oplossing. Mocht dit niet lukken dan kunt u natuurlijk altijd contact opnemen met de directeur of zelfs met het schoolbestuur (die u door kunt verwijzen naar één van de externe vertrouwenspersonen) als ook het gesprek met de directeur niet naar uw tevredenheid verlopen is. Mocht u om welke reden dan ook niet naar de school of het bestuur willen stappen, dan kunt u zich wenden tot de contactpersoon van onze school. Alle scholen beschikken over ten minste één contactpersoon. Het zijn meestal ouders van kinderen. Zij zullen uw klacht volgens de afgesproken procedure behandelen. In de kalender van onze school vindt u de gegevens van de vertrouwenspersoon. Zaan Primair heeft een eigen klachtenregeling. Deze regeling ligt op school ter inzage. Hierin vindt u een beschrijving van de procedure die men moet volgen bij het indienen van een klacht.
Schoolgids obs De Overhaal
2014 -2015
14-37
15 Belangrijke adressen en telefoonnummers NAAM
ADRES
TEL.NR
E-MAIL/ HOMEPAGE
Obs De Overhaal
Krommeniedijk 13 1562 GH Krommenie
075 – 62 11 463
[email protected] www.overhaal.nl
Directeur Paul van Duin
Jan Jacoblaan 19 1861 LJ Bergen
072 - 5896955
[email protected]
Bestuurscommissie Zaan Primair
Ds M.L. Kingweg 206 1504 DG Zaandam
075-6504888
Voorzitter Raad van Toezicht Niko Persoon
Ds M.L. Kingweg 206 1504 DG Zaandam
075 – 65 04 888
www.zaanprimair.nl
Schoolbegeleidingsdienst Zaanstreek – Waterlandlaan 79 Waterland (“SBD”), 1440 AP Purmerend
0299-783400
Samenwerkingsverband 2701
Ds M.L. Kingweg 206 1504 DG Zaandam
075-6704012
Bureau Jeugdzorg, voor adviezen en begeleiding bij opvoedings- en gedragsproblemen.
Westzijde 33/37 1506 EB Zaandam
Schoolartsendienst Centrum Jong Krommenie Rijksinspectie Meldpunt vertrouwensinspecteurs seksuele intimidatie en gedragsproblemen Leerplichtzaken Gebouw GGD: Afd. Jeugdgezondheidsdienst Logopedist voor kinderen met spraak-, taal-, stem- en/of gehoorstoornissen Vertrouwenspersonen Zaan Primair klachtenregeling A.Kessel Landelijke klachtencommissie openbaar onderwijs
Schoolgids obs De Overhaal
secretariaat @zaanprimair.nl
[email protected]
0900 – 20 03 004
075 – 6472316 Albert Schweitzerlaan 2 1561 GE Krommenie Postbus 51
075 – 6472316
www.centrumjong.nl
0800- 8051 0900 – 1113111
Postbus 2000 1500 GA Zaandam Vurehout 2 1507 EC Zaandam
Postbus 85191 3508 AD Utrecht
2014 -2015
075-6816398 0900-2003004
0251-317605 030-2809590
[email protected] www.onderwijsgeschillen.nl
15-38