Directeur Adres Plaats Telefoon Website

Schoolgids 2015-2016

Directeur Rolf Hulsebos Adres F. Gasaustraat 22 Plaats Schiermonnikoog Telefoon 0519 531387 E-Mail [email protected] Website www.yndemande.nl

Schoolgids 2015-2016 samenwerkingsschool “Yn de mande” Schiermonnikoog

Welkom! Voor u ligt de schoolgids van samenwerkingsschool Yn de mande op Schiermonnikoog. De school is in 2009 is voortgekomen uit de christelijke basisschool Ds Hasper en de openbare basisschool Martha Karst. De school valt onder de Stichting Samenwerkingsschool Yn de mande. Als team, MR en bestuur van Samenwerkingsschool Yn de mande bieden wij u deze schoolgids aan. Wij informeren u in deze schoolgids over onze manier van werken en hoe wij vorm geven aan goed onderwijs. Onze onderwijskundige ontwikkelingen koppelen we aan de missie en visie van de school. Hierbij kijken we als team met elkaar naar wat een groep en individuele leerling nodig hebben. Daarnaast leest u over de rol die ouders op school kunnen spelen, over regels en afspraken en tal van andere praktische zaken. Mocht u vragen of opmerkingen hebben, dan bent u van harte welkom om de school binnen te komen en in gesprek te gaan met de meester of juf van uw zoon of dochter. Daarnaast staat de deur van de directiekamer open om binnen te komen!. Daar waar u 'ouders' leest, bedoelen we tevens verzorgers van onze leerlingen. Rolf Hulsebos, Algemeen directeur SWS ‘Yn de mande’ Schiermonnikoog

1


Stichting Samenwerkingsschool Yn de mande. Onze school valt sinds 28 december 2012 onder de Stichting Samenwerkingsschool Yn de mande. Het bestuur van de stichting bestaat uit 4 personen (2 benoemd door de gemeenteraad vanuit de openbare poot, 2 benoemd door de Vereniging PCBO vanuit de christelijke poot). De bestuursleden hebben voor een periode van vier jaar zitting in het bestuur. Ze zijn volgens een rooster aftredend. De Stichting stelt zich in ieder geval ten doel het in standhouden in de gemeente Schiermonnikoog van een samenwerkingsschool, zoals bedoeld in artikel 17d van de wet, waarbinnen openbaar en protestants christelijk onderwijs wordt gegeven én wordt samengewerkt. De school is toegankelijk voor alle leerlingen zonder onderscheid naar godsdienst of levensovertuiging. De scheiding tussen bestuur en intern toezicht, zoals voorgeschreven in artikel 17a van de wet, vindt op functionele wijze plaats. Dat houdt in dat het bestuur zich richt op het uitoefenen van de functie van het intern toezicht. De feitelijke uitoefening van de functie van het bestuur, op basis van mandaat, is belegd bij de directeur van de school. De verdeling van de taken en verantwoordelijkheden zijn vastgelegd in het managementstatuut. De statuten van de Stichting Samenwerkingsschool Yn de mande zijn op school verkrijgbaar en staan op de website van de school. De gemeenteraad en de Vereniging Protestants Christelijk Basisonderwijs Schiermonnikoog houden ( extern) toezicht op de Stichting, zoals aangegeven in de wet en de statuten. Onze Samenwerkingsschool is bij wet een Algemeen toegankelijke school. Wat is nu het wezenlijke van een Algemeen toegankelijke school? Algemeen toegankelijk onderwijs is in beginsel voor ieder kind bereikbaar en beschikbaar. Het motto van Algemeen toegankelijk onderwijs is dan ook:

Algemeen toegankelijk onderwijs kent geen drempels. Elke ouder kan zijn of haar kind op onze school onderwijs laten volgen, ongeacht godsdienst of levensbeschouwing. Een samenwerkingsschool wil zoveel mogelijk leerlingen in al hun verscheidenheid goed onderwijs bieden. Dat betekent dat onze school recht wil doen aan de verschillen tussen onze leerlingen. Het betekent dat in onze school met elkaar gewerkt wordt aan het beeld, de sfeer en het karakter van de school. Op onze school volgen alle leerlingen godsdienstig vormend onderwijs (GVO). Een Protestants Christelijk vakleerkracht geeft eens per week GVO-les aan leerlingen van alle groepen. Tijdens deze lessen wordt aandacht besteedt aan alle wereldgodsdiensten. Daarnaast wordt aandacht besteed aan de Christelijke vieringen, zoals Kerstmis en Pasen.

2


Ouders die het Christelijk onderwijs willen ondersteunen kunnen lid worden van de vereniging VPCBO. De statuten van de VPCBO zijn op school verkrijgbaar. In onze ogen is de school ook een ontmoetingsplaats waar kennismaking en respect voor andere opvattingen, denkbeelden en culturen van wezenlijk belang zijn. Er wordt actief ingegaan op verschillen om ervan te leren en ieder in zijn of haar waarde te laten. Er is spraken van erkende ongelijkheid. De dialoog staat daarbij centraal. De naam van de school De naam “Yn de mande” (eigenlijk uit te spreken als “Yn è mande”) komt voor in de taal van Schiermonnikoog en betekent ‘Samen met elkaar’. Het beeldje aan de Burg. v.d. Bergstraat staat symbool voor die samenwerking en is ook verwerkt in het logo van de school. De schoolomgeving De school zit samen met de peuterspeelzaal in één gebouw, in een rustige omgeving, net buiten het centrum van het dorp. De school heeft de beschikking over 5 lokalen, een activiteitenruimte, een speellokaal en een bibliotheek. Verder is er een personeelskamer, een kantoor voor de intern begeleider en een directiekamer. Naast de school staat het gymlokaal. Rondom de school staan prachtige speeltoestellen voor de kinderen. Er ligt ook een voetbalveldje naast de school. Op maandag, woensdag en vrijdag mogen de kinderen van de groepen 6/7/8 daar in de pauze voetballen en op de dinsdag en donderdag de kinderen van de groepen 3/4/5. In de pauzes is er toezicht door de leerkrachten. Voor en na schooltijd is spelen rondom de school op eigen risico. Sinds het schooljaar 2014-2015 hebben we op school diverse pleinspellen met instructiekaarten beschikbaar voor in de pauze. Uitgangspunten, visie en missie van de samenwerkingsschool  Het centrale uitgangspunt van de samenwerkingsschool is de principiële gelijkwaardigheid van en respect voor de godsdienstige of levensbeschouwelijke achtergrond van ouders, leerlingen en personeelsleden.  De school baseert haar activiteiten op normen en waarden die voortkomen uit het christendom en andere erkende levensbeschouwelijke en maatschappelijke overtuigingen. Hiermee wordt beoogd een zinvolle en constructieve verbinding aan te brengen tussen verleden, heden en toekomst van het basisonderwijs op Schiermonnikoog.  De gelijkwaardigheid en het respect komen tot uiting in de omgang met elkaar, het pedagogisch handelen van leerkrachten en het onderwijskundig programma van de school.  Onder ‘identiteit’ wordt het inspirerende en bindende element verstaan tussen overtuiging en handelen; het uit zich door het respectvol omgaan met elkaar, het pedagogisch handelen en het onderwijs.  Op school wordt les gegeven door personeel, dat de uitgangspunten van de samenwerkingsschool onderschrijft en ook uitdraagt. Van nieuw te benoemen personeel wordt dit ook verwacht.  Inspraak en betrokkenheid van ouders wordt serieus genomen o.a. via de medezeggenschapsraad, de identiteitscommissie en de activiteitencommissie.  Kernwaarden zijn: respect, vertrouwen, openheid, gelijkwaardigheid en wederzijds begrip.  Draagvlak voor en herkenbaarheid van deze kernwaarden zijn noodzakelijke voorwaarden om er voor te zorgen dat ze in de praktijk werken.

3


 

 

       

De school gaat uit van het unieke van elk kind en houdt daarom nadrukkelijk rekening met de verschillen en mogelijkheden van de kinderen. Zij streeft naar adaptief onderwijs waarin aandacht is voor vrijheid, zelfstandigheid en samenwerking Naast aandacht voor het unieke van elk kind, willen we kinderen leren waarderen o rekening met elkaar te houden o samen te werken o respect te hebben voor elkaar o dat er verschillen zijn We streven naar een harmonische en evenwichtige ontwikkeling van “hoofd, hart en handen” We willen het kind een veilige en liefdevolle omgeving bieden waarin het kind gestimuleerd wordt zichzelf te ontplooien en waarin het onbekommerd zijn of haar plaats te midden van andere kinderen kan innemen en zichzelf kan zijn om een positief zelfbeeld te kunnen ontwikkelen Het bijbrengen van noodzakelijke kennis en vaardigheden en het ontwikkelen van een kritische zin In het onderwijsaanbod wordt nadrukkelijk rekening gehouden met de verschillende achtergronden qua godsdienst en levensbeschouwing. De school leert de leerlingen deze verschillen te waarderen Het kind te leren de maatschappij en de medemens open tegemoet te treden, zonder last van vooroordelen Het kind voorbereiden op een plek in de maatschappij. Het kind te leren dat een mens er ook moet zijn voor de ander, dichtbij en veraf Het kind leren respect voor de aarde te hebben en dat we die moeten bewaren voor latere generaties Opvoeden vindt plaats in een wisselwerking tussen school en ouders, daarom worden ouders actief betrokken bij de school Ouders en leerkrachten vervullen een belangrijke voorbeeldfunctie voor de leerlingen Vieringen zijn hoogtepunten in een schoolleven en hebben een grote vormende waarde; de gehele schoolgemeenschap wordt hier zoveel mogelijk bij betrokken

Omgaan met levensbeschouwing Omgaan met levensbeschouwing vraagt om een breed draagvlak. De school heeft een identiteitscommissie, bestaande uit ouders en personeelsleden van de beide richtingen (openbaar en christelijk). De commissie doet haar werkzaamheden op basis van een reglement( opgesteld in 2009). Samen met de formele taak van de MR in dezen draagt zij zorg voor een groot draagvlak met betrekking tot de ontwikkeling, evaluatie en besluitvorming. De opdracht van deze groep is de directie en de teams te adviseren over levensbeschouwelijke zaken. In 2012 is onder begeleiding van een externe samen met het bestuur, de identiteitscommissie, de MR, de directie, het team en de ouders de identiteitsontwikkeling van Samenwerkingsschool Yn de mande opnieuw onder de loep genomen. Daarbij zijn ook de taak en de verantwoordelijkheid van de id-commissie opnieuw aan de orde gekomen. Uitkomst van de bijeenkomsten in 2012 over de ontwikkeling van de identiteit van de Samenwerkingsschool: Kernwaarden als kader voor het samenwerken in de praktijk: Respect Vertrouwen Openheid Gelijkwaardigheid Wederzijds begrip

4


Twee belangrijke leidende principes en richtinggevende gedachten. Ruimte creëren voor de individuele beleving van de christelijke en openbare identiteit op: Fysiek niveau Mentaal niveau Gevoelsniveau Verbindingen realiseren voor de gemeenschappelijke beleving van de samenwerkingsgedachte op: Fysiek niveau Mentaal niveau Gevoelsniveau Uitgangspunten. Samen leren, samen werken en samen beleven. Elkaar helpen om samen sterker te worden (‘Wat kan ik voor jou / wat kun jij voor mij betekenen?’) Ontmoeting: kind- ouder-school, (waarbij je je kwetsbaar mag opstellen) Identiteitsontwikkeling als een continu proces. Een reflectief leerproces, waarin leren van en met elkaar centraal staat. Cyclisch van aard. Taken en verantwoordelijkheden van de id-commissie: De id-commissie heeft een adviserende taak naar directie, MR en bestuur. Bij alle activiteiten wordt uitgegaan van de uitgangspunten, principes, kernwaarden en inzichten die we samen met de ouders in december hebben open vastgesteld. Deze worden gebruikt als referentie, sturing en kader bij alle activiteiten die te maken hebben met de levensbeschouwelijke identiteit van de school. Door reflectie vooraf, reflectie tijdens en reflectie achteraf. Als spiegel voor de kwaliteit, continuïteit en samenhang. Levenbeschouwelijke identiteit van de school: Volgens de wet op samenwerkingsscholen dient de school aan te geven hoe uitgangspunten van openbaar onderwijs in de samenwerkingsschool worden gewaarborgd. De uitgangspunten van openbaar onderwijs in samenwerkingsschool Yn de mande worden als volgt gewaarborgd: • De school kent een open toelatingsbeleid van leerlingen. • De school kent een open benoemingsbeleid van leerkrachten. • De school handelt vanuit actieve pluriformiteit: er wordt aandacht besteed aan de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid • Onze school is levensbeschouwelijk neutraal: er is geen dominantie van één specifieke levensbeschouwelijke oriëntatie. De levensbeschouwelijke identiteit van de school komt op initiatief van de school ter sprake tijdens een kennismakingsgesprek met ouders. De levensbeschouwelijke identiteit van de school wordt tijdens bijeenkomsten van het team en directie op school besproken.

5


Levensbeschouwelijk onderwijs. Volgens de wet op samenwerkingsscholen dient de school aan te geven hoe levensbeschouwelijk onderwijs volgens de uitgangspunten van het openbaar onderwijs in de samenwerkingsschool wordt gewaarborgd. Yn de mande gaat volgens deze uitgangspunten op de volgende wijze om met levensbeschouwelijk onderwijs. • Onderwijs in Geestelijke stromingen: aandacht voor de godsdienstige, levensbeschouwelijke en maatschappelijke waarden zoals die leven in de Nederlandse samenleving en met onderkenning van de betekenis van de verscheidenheid van die waarden (uit: Wet Primair onderwijs) • Het aanbieden en (laten) verzorgen van Godsdienstig Vormingsonderwijs (GVO). Het levensbeschouwelijk onderwijs wordt op Yn de mande als volgt georganiseerd: • Leerlingen volgen lessen GVO die worden verzorgd door vakleerkrachten. • Er worden gezamenlijke lessen levensbeschouwing en Geestelijke stromingen gegeven door de groepsleerkracht zonder onderscheid in levensbeschouwelijke achtergrond, als onderdeel van de lessen Wereldoriëntatie en actief Burgerschap. Vieringen die in de onderwijspraktijk van Yn de mande kunnen voorkomen: • Verjaardag leerlingen • Verjaardag leerkrachten • Opening / Afsluiting schooljaar Opening / Afsluiting projecten (o.a. kinderboekenweek) • Afscheid groep 8 • Sinterklaas • Klozum • Kerst • Pasen • Kallemooi/ Pinksterfeest Dodenherdenking 4 mei Bevrijdingsdag 11 juni Samenwerkingsschool Yn de mande waarborgt levensbeschouwelijk onderwijs volgens de uitgangspunten van openbaar onderwijs door deze te bespreken in de identiteitscommissie. De organisatie van ons onderwijs We hebben ons onderwijs zo ingericht dat de kinderen uitgedaagd worden nieuwsgierig te blijven en succes te ervaren. We spelen in op de verschillende mogelijkheden, behoeften, begaafdheden en achtergronden van de kinderen. In de aanbieding van de leerstof gaan we uit van deze verschillen. Convergente differentiatie: Op onze school geven we les volgens de convergente differentiatie. Convergente differentiatie is een vorm van differentiëren( omgaan met verschillen). Er zijn twee differentiatievormen: convergente en divergente differentiatie. Bij convergente differentiatie is er een minimumdoel voor de hele groep. De klas is in drie niveaus verdeeld: een minimumniveau, een basisniveau en een hoger niveau. Alle leerlingen doen mee aan de klassikale instructie. Daarna gaan de kinderen de leerstof zelfstandig verwerken, zodat de leerkracht tijd heeft om verlengde instructie te geven. Voor de meer- en hoogbegaafde kinderen is er verdiepingsstof.

6


Convergente differentiatie heeft hoge verwachtingen van zorgleerlingen. Zij worden niet bij voorbaat opgegeven of op een eigen leerlijn gezet. Het nadeel van een eigen leerlijn is dat de instructietijd voor de zorgleerlingen relatief kort is, terwijl convergente differentiatie de instructietijd voor deze leerlingen juist verlengt. De kerndoelen geven aan wat we willen aanbieden. De referentieniveaus geven aan wat we willen bereiken. In het basisonderwijs wordt het referentieniveau 1F ( fundamenteel niveau) en 1S( streefniveau) vastgelegd. De mate waarin ieder kind de referentieniveaus bereikt, verschilt. Advies vervolgonderwijs: De Plaatsingswijzer Het Primair en Voortgezet Onderwijs in Friesland hebben samen besloten om de advisering door de basisschool naar het vervolgonderwijs te baseren op de meerjarige ontwikkeling van de leerling, zoals die zichtbaar wordt in het leerlingvolgsysteem van de school. Bij de Plaatsingswijzer staan de gegevens uit het leerlingvolgsysteem vanaf groep 6 centraal. Er wordt gekeken naar de ontwikkeling van de leerling bij begrijpend lezen rekenen en wiskunde technisch lezen spelling De eerste twee onderdelen tellen hierbij het zwaarst. De school geeft het advies voor het voortgezet onderwijs op basis van de plaatsingswijzer en kind-eigenschappen. We richten ons bij de verwijzing op de totale ontwikkeling van het kind: verstandelijk, sociaal, emotioneel, muzisch, creatief en lichamelijk. De eindtoets basisonderwijs wordt gebruikt ter bevestiging van het advies. Het betreft slechts een momentopname en zal indien er lager gescoord wordt dan het advies geen invloed hebben. Daarentegen kan het advies wel naar boven aangepast worden indien de uitslag van de eindtoets hoger is dan het besproken advies. Voor sommige profielen is het nodig, dat de basisschool naast een overdrachtsdossier extra informatie aanlevert. Taken en samenstelling van het team Door een duidelijke taakverdeling binnen het team proberen we het onderwijs zo goed mogelijk te laten verlopen: Directie: verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en de organisatie binnen de school en de contacten naar buiten toe. De directeur is gemandateerd bestuurder van de school. Groepsleerkrachten:

verantwoordelijk voor hun groep, contacten met ouders.

Interne begeleider:

verantwoordelijk voor de coördinatie, begeleiding en uitvoering van de zorg voor de leerlingen (zie hoofdstuk 4) en het leerlingvolgsysteem

Onderwijsassistent:

Verantwoordelijk voor de ondersteuning van zorgleerlingen binnen en/of buiten de groep onder eindverantwoording van de groepsleerkracht of de intern begeleider

Vakleerkracht:

verantwoordelijk voor bewegingsonderwijs, muziek of GVO

7


ICT-er (leerkracht)

computercoördinator, houdt o.a. computergebied bij en beheert het

de

ontwikkelingen

op

Uiteraard is voor het goed kunnen uitvoeren van deze verantwoordelijkheden onderling contact en samenwerking van groot belang. Ook voor het team zijn er in het onderwijs veranderingen, zowel op organisatorisch als op onderwijsinhoudelijk gebied. Om hiervan goed op de hoogte te blijven, worden er individueel of als team regelmatig cursussen en functiebijeenkomsten gevolgd. Vergaderingen, scholing, gesprekkencyclus, taakbeleid e.a. zijn vastgelegd in de jaarplanning. Deze jaarplanning wordt jaarlijks in juni met het team vastgesteld en ter instemming aangeboden aan de MR. Vak- en vormingsgebieden Wat staat er op het lesrooster van onze school? Hieronder volgt een overzicht van de vakken die bij ons op school worden gegeven en hoe wij in grote lijnen het vak “handen en voeten” geven. - Godsdienstige vorming / levensbeschouwing . Op onze school wordt er alleen protestants-christelijke GVO op school worden gegeven. Via een subsidie van het rijk is hiervoor een aparte vakleerkracht aangesteld. Tijdens de lessen GVO wordt ook aandacht besteed aan de andere wereldgodsdiensten. - Werken met ontwikkelingsmateriaal Met het ontwikkelingsmateriaal uit de kasten leren de kinderen spelenderwijs. In groep 2 worden hier gerichte opdrachten bij gegeven. Ook de grote sortering constructie-, spelen bouwmaterialen, de huishoek, water/zandtafel, knutselhoek, taalhoek, rekenhoek, krijtbord, digibord, computer en leeshoek horen hierbij en helpen bij het stimuleren van de ontwikkeling. De fijne/grove motoriek, de begrippen, het samenspelen, de sociaal-emotionele ontwikkeling en de lees- en taal ontwikkeling komen zo spelenderwijs aan bod. - Taalontwikkeling Er is veel aandacht voor de taalontwikkeling omdat dit de basis is van veel ander leren. Door middel van praten, voorlezen, luisteren, opzegversjes, rollenspelen e.d. wordt de woordenschat uitgebreid. We gebruiken o.a. de aanpak “Kleuterplein” en werken thematisch volgens de Basisontwikkeling van Frea Janssen-Vos (ontwikkelingsgericht onderwijs). - Taalonderwijs Het lezen en het mondeling en schriftelijk kunnen uitdrukken van gedachten, bedoelingen en gevoelens in de Nederlandse taal vinden we belangrijk. Ook het inzicht krijgen in woorden, zinnen en teksten zodat ze dat kunnen toepassen in eigen situaties zijn belangrijke aandachtspunten. We hanteren hierbij de methode Taal-Actief . - Schrijven Hoewel het schrijven steeds meer een ondergeschikte rol krijgt door het gebruik van computers, staat schrijven bij ons op school nog volop in de belangstelling. We gebruiken hierbij de methode “Pennenstreken”. Deze methode sluit goed aan bij de methode ‘Veilig leren lezen’ in groep 3.

8


- Spellen Het correct leren spellen, de betekenis van de woorden leren, deze woorden toepassen in schriftelijk en mondeling taalgebruik is het uitgangspunt voor de spelling. De methode die we gebruiken heet Staal Spelling. Deze methode kenmerkt zich door een intensieve instructie en verwerking. Naast de spelling richt deze methode zich ook op het woordbenoemen en de zinsontleding. - Technisch lezen Door het lezen verwerven de kinderen een schat aan kennis en informatie. Wij stimuleren en begeleiden het leesproces met de methode “Veilig Leren Lezen” voor groep 3 en vanaf groep 3 met “Estafette lezen” . - Begrijpend /studerend lezen Om in te spelen op de toekomst en met het oog op het vervolgonderwijs willen we de leerlingen leren hóe een tekst te “verwerken” (bijvoorbeeld hoofd- en bijzaken te onderscheiden, maken van een samenvatting, werkstuk enz.). Wij gebruiken de methode "Lezen in Beeld". Vanzelfsprekend oefenen we de geleerde strategieën bij de andere vak- en vormingsgebieden. Via het bijbehorende computerprogramma komt ook de uitbreiding van de woordenschat aan bod. - Leesbeleving Lezen met plezier. Dát willen we de leerlingen laten ervaren door middel van bijvoorbeeld voorlezen, boekbesprekingen en bibliotheekbezoeken. Bovendien hebben we elk jaar een project rondom de kinderboekenweek. Voor de nationale voorleeswedstrijd wordt jaarlijks een schoolkampioen gekozen die onze school op provinciaal en eventueel landelijk niveau vetegenwoordigd. In onze schoolbibliotheek zijn leesboeken op niveau voor alle lezers; zwakkere, sterkere en dyslectische. Als school zijn we ook lid van de openbare bibliotheek. Zo kunnen de kinderen uit een nog groter assortiment lees- en informatieboeken lenen. - Engels De groepen 7 en 8 krijgen Engelse les. Het gaat op een speelse manier met o.a. naspreek oefeningen, liedjes en het leren van eenvoudige gesprekjes. We werken met de methode “ Take it easy”. - Rekenen/wiskunde Van het werken met ontwikkelingsmateriaal bij de kleuters tot het leren oplossen van rekenkundige opgaven in de bovenbouw. De methode die we gebruiken is de nieuwste versie van “Pluspunt”. De digitale oefenlessen die bij de methode horen maken een vast onderdeel uit van de weektaak. Voor de kinderen die moeite hebben met de lesstof zetten we de oefensoftware gericht in. Daarbij kunnen we ook gebruik maken van de remediërende methode ‘Maatwerk’. - Wereldoriëntatie In de kleutergroep wordt gewerkt aan de hand van thema’s (seizoenen, feesten e.d.). Op een speelse manier ontdekken en leren de kinderen hoe de wereld om hen heen in elkaar zit. Vanuit de eigen leefwereld/-omgeving hun wereld vergroten, kennis en inzicht van die wereld leren kennen en zoveel mogelijk al doende ontdekken vinden wij belangrijk. Van groep 1 tot en met groep 8 is er aandacht voor natuur en biologie, aardrijkskunde, geschiedenis, maatschappelijke verhoudingen, met daaronder staatsinrichting en geestelijke stromingen.

9


De methodes “Topondernemers” en "Veilig de wereld in"( groep 3) helpen de kinderen en de leerkracht hierbij. De methodes gaan uit van samenwerkend leren en vragen een onderzoekende houding van de kinderen. - Sociale redzaamheid en bevordering gezond gedrag Wij vinden het belangrijk dat een kind zich weerbaar kan opstellen en zelfstandig kan functioneren in de wereld waarin het leeft. Daartoe geven wij het kind handreikingen. Tijdens de kring kan een gedragsregel of emotie centraal gesteld worden voor een week.. Zo willen wij de kinderen leren dat zijzelf verantwoordelijk zijn voor bepaalde gedragingen. We gebruiken de onderwerpen uit de methode ‘Goed gedaan’ voor een doorgaande leerlijn sociaal emotionele vorming. Ook het gedrag in het verkeer valt hieronder. Als ondersteuning hierbij gebruiken we de Verkeerskranten van Veilig Verkeer Nederland. De zorg voor de eigen gezondheid krijgt de nodige aandacht tijdens de biologielessen. - Beeldende vorming: de expressie vakken Van groep 1 t/m groep 8 is hier aandacht voor. In de kleuterbouw met name gericht op de ontwikkeling van de fijne motoriek. In de groepen 3 t/m 8 ligt geven we les in de leerlijnen van de diverse technieken en materialen. De nadruk ligt hierbij op de creativiteit en de vrije expressie. In de groepen 7 en 8 wordt in grote lijnen ook aandacht besteed aan kunstgeschiedenis. Vanuit de kunst- en cultuureducatie worden meerdere malen per schooljaar workshops gevolgd van Keunstwurk en/of KEK. - Muzikale vorming Op onze school heeft Opus 3 een speciaal muzieklokaal ingericht waar we de beschikking hebben over een zeer uitgebreid assortiment aan instrumenten. Het plezier in luisteren naar muziek, het zelf maken van muziek en het bewegen op muziek staat bij ons voorop. Een dag per week komt een vakleerkracht van "Opus 3" en geeft muziek aan de groepen 1 t/m 8. Naast de gewone muzieklessen krijgen de kinderen meerder malen per jaar workshops in het kader van de kunst- en cultuureducatie. Zo krijgen de kinderen in hun schoolloopbaan les in o.a. drums, djembee, gitaar en/of koperblaasinstrumenten. Ook is er in diverse workshops aandacht voor het bewegen op muziek. - Bewegingsonderwijs Bewegen is gezond. Naast het buiten spelen, krijgen alle kinderen twee maal per week gymles van een vakleerkracht welke in dienst is van Sport Fryslan. Er wordt les gegeven met behulp van de methode ‘Basislessen voor Bewegingsonderwijs’. Vaardigheid is belangrijk, maar plezier en sportief gedrag staan voorop . Jaarlijks doen we als school mee aan de Koningsspelen. - Actief Burgerschap en sociale integratie. Een onderdeel, dat verweven is in ons hele onderwijs. Dit “vak” krijgt vooral aandacht in kringgesprekken, waarin democratisch bewustzijn spelenderwijs aan de orde komt en verder bij wereld oriënterende vakken binnen de methode ‘Topondernemers’. Natuurlijk zullen, naarmate het kind de bovenbouw nadert de onderwerpen hierover duidelijker worden. Denkt u bijv. in dit verband ook aan Prinsjesdag en de verschillende verkiezingen en aandacht voor de verschillende levensbeschouwingen en godsdiensten. De wijze waarop op onze school actief burgerschap wordt onderwezen staat beschreven in een document, dat op de website van de school te lezen is en/of op school is in te zien.

10


Computer in de klas In alle groepen staan computers. Mede dankzij een gift van de Rotary konden we in het schooljaar 2014-2015 het aantal computers uitbreiden. Naast de computers gebruiken we in de groepen 6 tot en met 8 ook Windows-tablets. De computers worden worden met name ingezet voor de oefensoftware van onze taal, spelling en rekenmethode, maar worden natuurlijk ook ingezet als naslagwerk en ter oriëntatie. Educatie in mediawijsheid en aandacht voor cyberpesten en andere gevaren zijn uiteraard vanzelfsprekend. Onze visie op ICT-onderwijs en de uitwerking daarvan staat beschreven in het ICTbeleidsplan welke op school ter inzage is. Klokurentabel

Activiteiten / Vak - en Vormingsgebieden Yn de mande

Activiteiten lichamelijke oefening Nederlandse taal (totaal) o.a. - begrijpend –stud. lezen aanvankelijk lezen - voortgezet lezen voorlezen spelling - mondelinge /schr. Taal

Groepen 2 3 4 1½ 5 10

1 4 5

4 1½ 10

5 1½ 11 ½ 1¼

6 1½ 11 ½ 1¼

7 1½ 10 ¾ 1¼

8 1½ 10 ¾ 1¼

4 1¼ 1½ 3½

4 1¼ 1½ 3½

4 1¼ 1½ 3½

3¼ 1¼ 1½ 3½

3¼ 1¼ 1½ 3½

½ 1 5

1 5

¾ 5½

¾ 5½

2½

2½

3

3

5½ ½ 4

5½ ½ 4

1 2½ 1¾ ¾ ½

1 2½ 1¾ ¾ ½

1 2½ 1¾ ¾ ½

1 2½ 1¾ ¾ ½

1 2½ 1¾ ¾ ½

1 2½ 1¾ ¾ ½

8 1¼ 1

( voorbereidend) schrijven 1 rekenen en wiskunde 3 Engelse taal wereldoriëntatie- totaal o.a. aardrijkskunde geschiedenis - natuuronderwijs - Levensbeschouwing/GVO 1 expressie /activiteiten (totaal) 1 o.a. - tekenen /handvaardigheid - muziek/drama 1 bevordering sociale redzaamheid / 1¾ gedrag en verkeer o.a. - bevordering gezond gedrag - verkeer Onderbouw: werken in hoeken 5½ pauze 22 ¼ totaal

1 3

1 1 1 1¾

5½ 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ 1¼ 22 ¼ 24 ¼ 24 ¼ 26 ½ 26 ½ 26 ½ 26 ½

11


De onderbouw. In de kleuterklas werken we vanuit de kring. We beginnen ‘s morgens in de kring en hier keren we steeds weer naar terug. In de kring leren de kinderen naar elkaar te luisteren, met elkaar te praten en vragen te stellen. We vertellen verhalen en zingen liedjes. Ook het fruit eten, voorlezen en vertellen gebeurt in de kring. Elke morgen staat de werkles centraal. Rond de klok van 10 uur staat het fruit eten op het programma. Bij de jongste kleuters ligt de eerste tijd de nadruk op het wennen aan het naar school gaan. Er is veel aandacht voor gewoontevorming en regelmaat. De kinderen leren spelenderwijs. Bij de oudste kleuters heeft de groepsleerkracht een meer sturende rol. Er worden op een speelse manier activiteiten aangeboden die de ontwikkeling stimuleren en die voorbereiden op het leren lezen, rekenen en schrijven in groep 3. Er wordt gewerkt vanuit (actuele) thema’s aan een beredeneerd aanbod. Hierin komen de verschillende vakgebieden aan de orde. En uiteraard gaan we daarom zoveel mogelijk in groepsverband op stap om de kinderen het geleerde " in praktijk" te laten zien en beleven of we nodigen een gastspreker uit. Het ontwikkelingsmateriaal uit de kasten wordt veel gebruikt. Er wordt tevens gebruik gemaakt van de speelhoeken zoals de themahoek en bouwhoek. Ook is er elke dag aandacht voor bewegingsonderwijs, dat bestaat uit kleutergym, spellessen, vrij spelen of buiten spelen. Tijdens de muzikale vorming leren de kinderen o.a. liedjes en ze bespelen instrumenten. Het positief omgaan met elkaar en het saamhorigheidsgevoel in de kleutergroepen vormen de basis voor de verdere tijd op de basisschool. Onze school en de wet 4 jaar: wanneer uw kind vier jaar wordt mag het naar school. U kunt uw kind al een jaar van te voren aanmelden. In de laatste weken voor de vierde verjaardag mag uw kind 5 dagdelen in overleg met de juf op school komen wennen. 5 jaar: de echte leerplicht begint op de eerste dag van de maand, die volgt op de maand dat uw kind vijf jaar is geworden. Soms is een volledige schoolweek te lang voor jonge leerlingen. Daarom biedt de leerplicht een mogelijkheid tot vrijstelling. Ouders van een vijfjarige leerling mogen, in goed overleg met de directie, hun kind maximaal vijf uur per week thuishouden. Mocht dit niet genoeg blijken te zijn, dan mag de directie daar nog vijf extra uren vrijstelling bovenop doen. De mogelijkheid voor vrijstelling is uitsluitend bedoeld om overbelasting van de leerling te voorkomen. 6 jaar: zodra uw kind zes jaar is, geldt de overgangsregeling niet meer. Zesjarige leerlingen moeten allemaal het volledige onderwijsprogramma volgen. De middenbouw/bovenbouw We beginnen ‘s morgens met de basisvaardigheden: rekenen, taal, spelling. Om tien uur mogen de kinderen hun "pauzehap" eten en drinken, terwijl de leerkracht de leerlingen voorleest en ze laat kennismaken met kinderboeken, verhalen en kindergedichten (zie leerlijn leesbevordering) . Na de pauze staan veelal lezen, schrijven en zelfstandig werken op het rooster. Ook werken we met dagen weektaken. Die geven de leerkracht de ruimte verlengde instructie te geven aan leerlingen die dat nodig hebben. ‘s Middags staan vnl. gymnastiek, wereldoriëntatie, muziek, beeldende vorming, sociale redzaamheid, GVO e.d. op het programma. Natuurlijk is er ook tijd om aandacht te geven aan dingen die voor de kinderen belangrijk zijn: voor bijv. een verjaardag, feestdagen, een excursie, een evenement op het eiland, maar ook voor gebeurtenissen zoals een geboorte of sterfgeval.

12


Vanuit onze gemeenschappelijke identiteit proberen we het positief omgaan met elkaar te bevorderen.

Wij voldoen aan de wettelijk verplichte uren. Op onze school ziet dat er als volgt uit: - de leerlingen van groep 1 t/m 4: 880 uur - de leerlingen van groep 5 t/m 8: 1000 uur Een belangrijke factor bij het verbeteren van de resultaten van de leerlingen is dat leerlingen genoeg tijd krijgen om zich de leerstof eigen te maken. Dit geldt voor vakken als rekenen, lezen, taal en ook voor de creatieve vakken en wereldoriëntatie. De bel gaat 's ochtend en 's middags 5 minuten voor aanvang van de lessen. Dus om 8.25 uur en 13.10 uur. Wij willen de lessen graag meteen om 8.30 uur en om 13. 15 uur starten. De pauzes duren, volgens de landelijke richtlijn, 15 minuten. Wij vragen van u om op tijd uw kind te brengen of naar school te sturen, zodat om 8.30 uur en om 13.15 uur met de lessen kan worden begonnen. Bij ziekte van een leerkracht zal de school zich tot het uiterste inspannen een vervanger te vinden. In het uiterste noodgeval kan het voorkomen dat een groep naar huis moet omdat er geen vervanging was. We zullen u daarvan meteen op de hoogte brengen en zo nodig zorgen voor opvang in school als dat thuis niet mogelijk is. Samenwerking We hebben samenwerking met o.a.: - andere Waddeneilanden: directie, interne begeleiders - onderwijsbegeleidingsdienst (CEDIN) - BAS+ , Seminarium van Orthopedagogiek - de gemeentelijke onderwijscommissie, plaatselijke scholen, zorgteam - de bibliotheek, het bezoekerscentrum - de politie, de brandweer, Stichting Welzijn Schiermonnikoog, gemeente, e.d. - muziekschool Opus 3 Vieringen en bijzondere activiteiten Elk jaar zijn er vieringen en bijzondere activiteiten waaraan we aandacht besteden of meedoen. Dit doen we óf in de groep óf met de hele school. Vieringen: Jarig? Feest! Als uw kind jarig is wordt daar ook in de groep aandacht aan besteed. `s Morgens mag uw kind op de verjaardagsstoel in de gang plaatsnemen zodat iedereen een hand kan geven. Er wordt voor hem/haar gezongen en uw kind mag trakteren. Verjaardag leerkrachten: Het ene jaar vieren we dit in de eigen klas en het andere jaar maken we er een gezamenlijke feestdag van voor de hele school. Sinterklaas: In december komt Sint met zijn Pieten op school, over het hoe en wat wordt u t.z.t. geïnformeerd. Kerstfeest: Voordat de kerstvakantie begint, vieren alle groepen samen kerstfeest . Pasen: Op de donderdag voor Pasen houden wij een gezamenlijke paasmaaltijd in school. Afscheid groep 8: In de laatste schoolweek nemen we op een feestelijke avond afscheid van groep 8.

13


14


Bijzondere activiteiten: 

Koningsdag / Sportdag een jaarlijkse sportieve happening voor de groepen 1 t/m 8, georganiseerd door de vakleerkracht bewegingsonderwijs.



Projecten Eén of twee keer per jaar werken we in alle groepen aan een zelfde thema. Een vast onderdeel is de Kinderboekenweek.



Schoolreisjes groep 1/2: een feestelijke dag op het eiland met allerlei leuke activiteiten. groep 3/4 : afwisselend een dag gezellig met z’n allen naar de wal om een dierentuin, attractiepark o.i.d. te bezoeken of een dag op het eiland. groep 5/6 : een dagje naar de wal of misschien een nachtje op het eiland? groep 7/8 : schoolkamp van 3 dagen



Excursies Excursies zijn een zinvolle aanvulling van het lesprogramma. Deze worden veelal onder begeleiding van Natuurmonumenten gedaan en staan met name in het teken van heemkunde en/of biologie.

De zorg voor onze leerlingen Het volgen van de ontwikkeling Onze school beschouwt het als haar opdracht de ontwikkeling van kinderen te begeleiden en te stimuleren. Wij bieden ieder kind dezelfde basisstof aan. Daarnaast krijgen kinderen, die cognitief sneller informatie opnemen, verrijkingsstof. Soms verloopt de ontwikkeling van kinderen niet altijd zo voorspoedig. Wij houden rekening met verschillen in aanleg en tempo en zijn dus voorbereid op kinderen die extra zorg nodig hebben. Met extra begeleiding wordt getracht achterstanden te bestrijden of nog beter: te voorkomen. De ontwikkeling van de leerling wordt gevolgd door middel van een leerlingvolgsysteem. De school verkrijgt op deze manier inzicht in de ontwikkeling van de individuele leerling, de groep en de gehele school. Het gaat hier om methodeonafhankelijke toetsen. De uitslagen van deze toetsen worden in teamverband besproken. Het gehele team acht zich namelijk verantwoordelijk voor de ontwikkeling van de kinderen bij ons op school. Ook geeft het de groepsleerkracht en het team inzicht om te beoordelen of de leerstof goed is verwerkt en of er veranderingen nodig zijn in de manier en het tempo van lesgeven. Deze en alle andere gegevens die van belang zijn, worden bewaard in het leerlingendossier. De ouders/verzorgers mogen van de school verwachten dat we alles in het werk stellen om hun kind zo goed mogelijk te begeleiden in zijn/haar ontwikkeling. Als instrument om bepaalde ontwikkelingen van kinderen te volgen gebruiken we: - de observaties van de leerkracht - de beoordeling van de resultaten door de leerkracht - gesprekken met ouders en kind - methodeafhankelijke toetsen (behorende bij de methode) - Viseon, voor de sociaal emotionele ontwikkeling (onderdeel van Cito). - methodeonafhankelijke toetsen (Cito-leerlingvolgsysteem) De methodeonafhankelijke toetsen worden weergegeven op een toetskalender. Deze geeft aan wanneer een toets in een bepaalde groep dient te worden afgenomen. De toetsen zijn objectief en landelijk genormeerd.

15


Op grond van genoemde instrumenten wordt in de “leerlingenbespreking” bepaald of een kind zich voldoende ontwikkelt om over te gaan naar een volgende groep. Het beleid van de school is vastgelegd in het “overgangsprotocol groep 1 t/m 4. Dit protocol ligt op school ter inzage. De resultaten van diverse toetsen worden ingevoerd in het leerling-administratie programma van Cito. Op deze wijze brengen wij de ontwikkelingen van de leerlingen vanaf groep 1 tot en met groep 8 in kaart. We spreken dan ook van een leerlingvolgsysteem. Toetskalender voor groep 1 tot en met 8 B= begintoets, wordt afgenomen in oktober M= midden toets, wordt afgenomen in januari/februari( Viseon in oktober/ november) E= einde jaar toets, wordt afgenomen in mei/juni( Viseon in april) De cijfers geven aan in welke groep de toets wordt afgenomen. Voorbeeld: M5 is de midden toets van groep 5; E7 is de eindejaartoets van groep 7. sept. okt. LOVS Rekenen kleuters

no v.

dec

voor

jan.

feb maart .

LOVS Wiskunde

mei

M1M2

juni E1-E2

LOVS Taal voorkleuters Viseon

april

E1-E2 M3-M8

E3-E8

Rekenen-

M3M8

E3-E7

LOVS DMT en AVI

M3M8

E3-E7

LOVS Begrijpend lezen

M5M8

LOVS Spelling

M3M8

E3-E7

LOVS Woordenschat

M3M8

E3-E7

Eindtoets Basisonderwijs

E8 sept. okt

nov dec

jan.

feb maart

april

mei

juni

Overdracht vanuit peuterspeelzaal Voordat uw kind bij ons op school komt, krijgen we gegevens over uw kind van de leidsters van de peuterspeelzaal. Er vindt een mondelinge overdracht plaats tussen de peuterspeelzaalleidster, de leerkracht van groep 1 en 2 en de intern begeleider aan de hand van de schriftelijke gegevens. De gegevens gaan ook over de sociaal-emotionele ontwikkeling van uw kind. Deze gegevens zijn belangrijk voor ons; we kunnen zo inspelen op de behoeften van uw kind. De samenwerking tussen de peuterspeelzaal en de basisschool is van groot belang voor de doorgaande lijn in de ontwikkeling van de kinderen. Een jaar overdoen en aangepaste programma’s Af en toe komen we tot de conclusie dat alle extra inzet onvoldoende effect heeft. Soms nemen we dan in overleg met de ouders het besluit om een kind een jaar over te laten doen.

16


Dit gebeurt vooral als een kind op alle gebieden, ook lichamelijk en emotioneel, achterblijft. Een jaar over doen gebeurt bij ons op school voornamelijk in de onderbouw en de middenbouw. We willen zorgen dat het kind voldoende basisvaardigheden heeft opgedaan om verder te kunnen. Het komt voor dat een kind voor een bepaald vak met een aangepast programma gaat werken. Als ondanks alle extra hulp de ontwikkeling blijft achterlopen, kan het schoolteam overwegen de doelen aan te passen (minimumdoelen). Deze afweging vindt plaats aan de hand van een procedure die is opgenomen in ons zorgprofiel. Deze beslissing wordt natuurlijk ruim van tevoren met de ouders/verzorgers besproken. Het beleid van de school is vastgelegd in het “overgangsprotocol groep 1 t/m 4”. Dit protocol ligt op school ter inzage. Visie Samenwerkingsschool Yn de mande en Passend onderwijs Uitgangspunten SWS Yn de mande gaat er van uit dat de leraar een professional is, die zijn voornemens bij zorgactiviteiten planmatig beschrijft en zijn handelen achteraf schriftelijk kan verantwoorden. Belangrijke voorwaarden van een effectieve en efficiënte uitvoering van het zorgbeleid zijn een goede samenwerking alsmede een heldere communicatie tussen de direct betrokkenen (leerling, ouders en collega’s op school). Yn de mande beleid schoolondersteuningsprofielen (SOP) Voor SWS Yn de mande gelden de volgende richtlijnen op het gebied van Zorg en begeleiding: 1. De school kan zo nodig preventieve, proactieve en curatieve ondersteuning verlenen aan leerlingen. 2. De school hanteert voor haar ondersteuningsbeleid de eisen die het toezichtkader van de onderwijsinspectie stelt aan Zorg en begeleiding. 3. Het onderwijsondersteunend en onderwijsgevend personeel voldoet aan de professionele eisen zoals vastgelegd in het Besluit bekwaamheidseisen (2005). SWS Yn de mande voldoet in ieder geval aan de eisen die gesteld zijn voor de zogenoemde basisondersteuning van leerlingen. Dit houdt in:  Leraren werken volgens de afspraken beschreven in het Zorgplan van WSNS (SWAP) en het Handboek Ondersteuning Yn de mande.  Leraren werken zo nodig met inzet van de expertise van andere scholen of de onderwijsbegeleidingsdienst CEDIN.  Leraren werken samen met de ketenpartners.  Leraren bieden ook zonder indicatiestelling curatieve ondersteuning aan leerlingen.  De zorg wordt planmatig uitgevoerd.

17


Definitie ‘zorgleerling’  Een leerling met specifieke onderwijsbehoeften noemden we een bij SWS Yn de mande meestal een ‘zorgleerling’ In de wet Passend onderwijs is het woord ‘zorg’ geheel verdwenen. In plaats daarvan wordt over ‘ondersteuning’ gesproken. Kortom: de ‘zorgleerling’ is een leerlingen die specifieke ondersteuning in het onderwijs nodig heeft. Een zorgleerling is bij SWS Yn de mande een leerling niet mee kan komen met de lesstof, een leerling die extra instructie nodig heeft, maar ook een die meer uitdaging nodig heeft en daardoor aangewezen is op een specifiek op zijn/haar taak gerichte instructie.  Naast zorgleerlingen op leergebied hebben we ook zorgleerlingen op basis van gedrag of sociaal-emotionele ontwikkeling. Deze kinderen hebben veelal een andere benadering nodig dan de gemiddelde leerling. We houden rekening met alle vormen van verschillen tussen de leerlingen. De leraar gaat bij het bepalen van de onderwijsbehoefte van een zorgleerling uit van de volgende signalen:  Schoolvorderingen van de leerling.  Specifieke zorg- of begeleidingsvraag van de leerling. Schoolvorderingen Leerlingen die een specifieke onderwijsbehoefte hebben, krijgen extra ondersteuning van de leraar. Op basis van de informatie uit het gebruikte leerlingvolgsysteem bepaalt de school of de leerling extra begeleiding of specifieke zorg nodig heeft. Leerlingen die in hun ontwikkeling een achterstand van een half jaar of meer hebben opgelopen, zijn potentiële zorgleerlingen (lage IV en V score bij de Cito-toetsen). In een analyse gaat de leraar na of - en zo nodig waarom - de ontwikkeling van de leerling stagneert. Soms is er echter geen sprake van een achterstand van een half jaar of meer, maar wel van een stagnatie. Hierbij kan men denken aan een tijdelijke terugval in resultaten, stagnatie door leesproblemen of dyslexie. De leraar moet ook zeer alert zijn bij stagnaties van leerlingen - met name bij meer- en hoogbegaafde leerlingen (terugval van I naar III score) alsmede de specifieke onderwijsbehoeften van deze leerlingen. Uitval of stagnatie kan worden vastgesteld met behulp van de volgende instrumenten:  Alle toetsen van het leerlingvolgsysteem( methodegebonden en niet-methodegebonden toetsen)  Een observatiesysteem.  VISEON (leerlingvolgsystemen op het gebied van de sociaal emotionele ontwikkeling) Extra ondersteuning voor leraren Scholen geven steun aan leerlingen die daar, op grond van hun specifieke eigenschappen, om vragen. Deze steun kan de school veelal zelf regelen en leveren, omdat het past binnen de kaders van het eigen schoolondersteuningsprofiel (SOP). De directeur van de school heeft hierin de verantwoordelijkheid. Maar soms is de ondersteuning vanuit de eigen school niet genoeg en heeft een leraar behoefte aan hulp bij het bieden van de juiste onderwijsondersteuning aan een leerling. Dan kan hulp en expertise ingeroepen worden. Deze hulp en ondersteuning is bijvoorbeeld: 1. Ondersteuning voor de leraar door de intern begeleider/coach; 2. Gelegenheid tot scholing (POP); 3. Praktische ondersteuning (evt. onderwijsassistent, klassenassistent); 4. Consultatie door de orthopedagoog van de schoolbegeleidingsdienst.

18


Extra ondersteuning voor leerlingen Deze wordt georganiseerd in onderwijs en/of zorgarrangementen. Er is dan een multidisciplinaire en integrale beoordeling van de onderwijs- en zorgbehoeften van het kind, het gezin en de school noodzakelijk in het ‘ ZAT’ (zorgadviesteam op bovenschools niveau van het Centrum voor Jeugd en Gezin). In de praktijk zijn er drie groepen leerlingen die voor specifieke ondersteuning (meer dan in het basisprofiel beschikbaar is) in aanmerking komen:   

Leerlingen met ernstige leer- en/of gedragsproblemen. Leerlingen met beperkingen (belemmering of handicap) of stoornissen. Leerlingen met (andere dan hierboven vermelde) specifieke onderwijsbehoeften.

Kenmerk van een stoornis en beperking is, dat deze onomkeerbaar en daarmee – in ieder geval door het onderwijs – niet te verhelpen is. Maar leraren kunnen er wel rekening mee houden (bijvoorbeeld met een medische, pedagogische of didactische aanwijzing). Zolang een stoornis of beperking de dagelijkse gang van zaken in de klas of de veiligheid van andere leerlingen niet in gevaar brengt, kan de leerling op de eigen school blijven. Anders volgt na begeleiding en/of corrigerende activiteiten, mogelijk schorsing of verwijdering. Vooralsnog gaat SWS Yn de mande er vanuit dat de meeste leerlingen met een beperking of een stoornis op de eigen school kunnen blijven. Voor een aantal leerlingen is een alternatieve aanpak, specifieke zorg of extra tijd nodig om de gestelde doelen te halen. Handelingsgericht werken – uitgaan van het kind en wat hij/zij nodig heeft We werken volgens het principe van handelingsgericht werken. Binnen dit principe wordt gekeken naar de belemmerende en stimulerende factoren die per vakgebied bij het kind horen. Door een grondige analyse van de toetsen brengen we in kaart waar een kind moeite mee heeft. Aan de hand van de kindfactoren bepalen we welke handelingswijze het beste bij het kind zal passen. De analyse van de toetsen wordt vastgelegd in het didactisch groepsoverzicht. Samen met de kindkenmerken dient dit als basis voor de groepsplannen. De aanpak en doelen staan beschreven in de groepsplannen. In principe werken we niet meer met handelingsplannen omdat deze in het groepsplan worden verwerkt. De aanpak van de extra zorg en begeleiding, die is beschreven in het groepsplan, wordt ingepland in het weekoverzicht in de groepsmap, de zogenaamde zorgzuil. In deze zorgzuil houdt de leerkracht per dag bij of de zorg gegeven is en wat het effect is geweest. Na de toetsen van het LOVS worden de doelen van het groepsplan geëvalueerd. Er wordt een nieuw didactisch groepsoverzicht opgesteld. Op basis van de evaluaties en analyses wordt een nieuw groepsplan met nieuwe doelen en aanpak opgesteld voor de volgende periode. Het hadelingsgericht werken is hiermee een cyclisch proces. Incidenteel lukt het een leerling niet om de gestelde doelen (kerndoelen) van de basisschool te halen. Voor die leerlingen wordt – na gedegen onderzoek - een (verplichte) eigen leerlijn ontwikkeld. Variatie in zorg en begeleiding SWS Yn de mande onderscheidt drie vormen van zorg in de basiszorg: Preventieve zorg, proactieve zorg en curatieve zorg Preventieve zorg (in ontwikkeling)  Leraren richten hun onderwijs zodanig in, dat zij hun onderwijs afstemmen op hun leerlingen, met als doel het leerproces effectiever te laten verlopen. Een leerling moet de lessen kunnen volgen. Het mag niet voor komen dat een les veel te moeilijk voor een leerling is, of dat de leerlingen zich vervelen omdat de aangeboden stof veel te

19


gemakkelijk is. Scholen werken vaak met verschillende niveaugroepen. Het aanbod wordt bij Yn de mande beschreven in didactische of pedagogische groepsplannen (DGP en PGP). De didactische en/of pedagogische varianten in leerroutes zijn opgenomen in de planningsmap. Passend onderwijs houdt in dat het onderwijs, zoveel als mogelijk, afgestemd is op de verschillende leer- en ontwikkelingsmogelijkheden van de leerlingen. De leraar sluit aan bij de onderwijsbehoeften van de leerlingen. De leraar maakt daarbij gebruik van uiteenlopende materialen (o.a. groepsoverzichten) in instructieroutes (o.a. Effectieve Instructie). Deze preventieve zorg heeft duidelijke raakvlakken met:  Handelingsgericht werken (HGW)  Opbrengst gericht werken (OGW)  1-zorgroute  Proactieve zorg en proactief handelen (verplicht) De leraar toont in zijn dag- of weekplanning aan dat hij het onderwijsaanbod afstemt op de specifieke onderwijsbehoeften en hulpvragen van de leerlingen. In de planningsmap is aangegeven welke leerlingen, op welk moment van de dag of week, specifieke ondersteuning krijgen. Deze planning kan geregistreerd worden in de zogenoemde ‘zorgzuil’. Zo mogelijk worden de activiteiten kort en bondig geëvalueerd (alleen steekwoorden opnemen in de zorgzuil). Dit onderdeel wordt ook wel eens proactief handelen genoemd. Curatieve zorg (verplicht) De curatieve zorg van de school is primair gericht op het wegwerken van achterstanden bij leerlingen en het aanpakken van problemen die zich voordoen. Het gaat hier ook om het corrigeren van wat fout is gegaan, of niet volgens wens is verlopen in de aanpak of opvang van leerlingen met sociaal-emotionele problemen. Leerlingen met een achterstand van een half jaar of meer worden gedefinieerd als zorgleerling, tenzij de school kan aantonen dat de ontwikkeling van de leerling volgens verwachting is. De curatieve zorg staat planmatig beschreven in de zorgmap. Voorlopige begrippen bij de zorg/ondersteuning van Passend onderwijs  Basiszorg: is tenminste gelijk aan de basiskwaliteit waarop het toezicht van de inspectie is geënt.  Breedtezorg: alle hulp van buitenaf die scholen bij hun zorgtaken gebruiken. De scholen blijven verantwoordelijk voor de kwaliteit van het onderwijs en de zorg aan de leerling (ZAT, AB e.d.)  Dieptezorg: speciaal basisonderwijs( sbo), speciaal onderwijs( so), Permanente Commissie Leerlingenzorg e.d. Voor een uitgebreide beschrijving van de Ondersteuning van leerlingen op onze school verwijzen wij naar het Handboek ondersteuning dat de leerkrachten hanteren en op school is in te zien. Wij vertellen u er graag meer over. Externe deskundige Consultatiegesprekken: Een aantal keer per jaar komt er iemand van de schoolbegeleidingsdienst op school om met ons leerlingen te bespreken. Deze leerlingen worden door de teamleden ingebracht. Dit kan zijn naar aanleiding van toetsresultaten, maar ook vanwege de sociaal emotionele ontwikkeling. Voordat wij uw kind hiervoor aanmelden, hebben wij uw toestemming nodig. U wordt dan gevraagd het toestemmingsformulier te ondertekenen. Werkwijze psychologisch onderzoek: De onderwijsbegeleidingsdienst Cedin voert op onze school regelmatig psychologische onderzoeken uit. De school vult een onderwijskundig rapport in en de ouders een

20


toestemmingsverklaring. Het psychologisch onderzoek wordt afgenomen bij ons op school en de bevindingen worden eerst met de ouders besproken en daarna (aansluitend) met de leerkrachten. De ouders/verzorgers hebben als eerste recht op deze privacygevoelige informatie. De adviezen worden besproken met de leerkrachten van de school. Toestemmingsformulier ouders: Het toestemmingsformulier, dat de ouders/verzorgers invullen en ondertekenen voor een psychologisch onderzoek, moet aan een aantal voorwaarden voldoen. Zo moeten ouders of verzorgers er toestemming voor geven dat de persoonsgegevens van hun kind in het bestand van Cedin terecht komen en moeten ook beide ouders het toestemmingsformulier tekenen. Onderwijs aan zieke leerlingen Als ouder mag je van de leerkrachten vragen, dat die zich voor uw zieke kind inzetten en ervoor zorgen dat het onderwijsproces niet te veel wordt verstoord. Hiertoe kan de school bij langdurige ziekte van een leerling ondersteuning aanvragen bij de coördinator voor zieke leerlingen van de schoolbegeleidingsdienst CEDIN Fryslân. Dit kan alleen als een kind thuis is of voor enkele weken opgenomen is in een (regulier) ziekenhuis. Een academisch ziekenhuis (b.v. in Groningen) heeft een eigen speciale educatieve voorziening. Consulenten van de schoolbegeleidingsdienst hebben contact met de school van het zieke kind (de thuisschool) en geven informatie aan de leerkrachten over de gevolgen die ziektes kunnen hebben voor de vorderingen op school en over de omgang met een zieke leerling in de klas en op school. Zij voeren wanneer dit nodig is gesprekken met de klasgenoten of adviseren over de middelen die gebruikt kunnen worden om toch het onderwijsprogramma uit te kunnen voeren. Voor meer informatie kunt u terecht bij de interne begeleider van onze school of de coördinator voor langdurig zieke kinderen bij CEDIN Fryslân (zie ook: www.cedin.nl of op de website van de stichting “ziek zijn en onderwijs”: www.ziezon.nl) Onderwijskundig rapport Indien een leerling onze school verlaat, wordt er door de school een onderwijskundig rapport samengesteld. Dit met het doel de vervolgschool van die informatie te voorzien die belangrijk is om de overgang zo goed mogelijk te laten verlopen. In de eerste plaats is daarvoor de groepsleerkracht verantwoordelijk die op grond van o.a. het leerlingvolgsysteem het rapport samenstelt, maar ook extra inbreng van collega’s en de interne begeleider is mogelijk. De ouders krijgen een kopie van het onderwijskundig rapport. Bij het verlaten van de school aan het eind van groep 8 wordt tevens een eindtoets afgenomen. Bij het advies om te komen tot een schoolkeus worden verder de gegevens uit het leerlingvolgsysteem gebruikt. Versnelling In principe is er bij ons op school geen mogelijkheid tot versnelling. In plaats van een jaargroep over te slaan zetten wij in op het uitdagen van de leerling binnen zijn eigen jaargroep. Het betreft een verdieping van de leerlijn die de groep volgt en/of een individuele leerlijn levelwerk. Door op deze wijze de kinderen uit te dagen kunnen de kinderen zich tussen hun leeftijdgenootjes op eigen niveau ontwikkelen. Hiermee voorkomen we dat kinderen cognitief wel klaar zijn voor het voortgezet onderwijs, maar sociaal-emotioneel nog te jong zijn. Zorgplan WSNS. Bij WSNS (Weer Samen Naar School) vormen ( op Waddenniveau) 12 basisscholen een samenwerkingsverband (swv). De bedoeling daarvan is, de titel zegt het al, dat kinderen zo lang mogelijk op de “gewone” basisschool blijven. De basisscholen kunnen een beroep doen op de kennis en ervaring van de school voor speciaal onderwijs. Wanneer een leerling toch beter op zijn plaats is in het speciaal onderwijs is daar een procedure voor opgesteld in het Zorgplan.

21


Een Zorgplan is de beschrijving van de zorg binnen een Samenwerkingsverband. De basisscholen van Schiermonnikoog, Ameland, Terschelling en Vlieland vormen het swv “De Friese Waddeneilanden”/ SWAP. De eilanden krijgen extra geld, bovenop de lumpsum, om meer aandacht te kunnen geven aan leerlingen die - als ze aan de wal zouden wonen waarschijnlijk naar het speciaal onderwijs zouden worden doorverwezen. Met het inzetten van de toegekende extra gelden (bovenop de lumpsum, alleen voor de Waddeneilanden) en het participeren in het swv (door o.a. overleg van de directeuren, interne begeleiders) willen wij onze kinderen die extra zorg nodig hebben op onze school tot hun recht laten komen. Ook moeten wij voldoen aan de zorgplicht. De kwaliteit van ons onderwijs en de inspectie De Inspectie van het Onderwijs heeft in juni 2014 een onderzoek uitgevoerd op samenwerkingsschool Yn de Mande. Daarbij is vastgesteld dat de kwaliteit van het onderwijs op onze school van “zwak” naar “basis” is beoordeeld. Het volledige rapport van het vindt u op de website van de inspectie www.onderwijsinspectie.nl. Professionalisering team Nog belangrijker dan de methoden die een school gebruikt zijn de mensen die er werken. Aan hen heeft u uw kind toevertrouwd. Zij zorgen ervoor dat de materialen en de lesboeken zinvol gebruikt worden en er afwisseling zit in de werkvormen. De maatschappij verandert voortdurend en dus ook het onderwijs. Daarom moet ook een leerkracht regelmatig na-/bijscholen. De teamleden werken niet op eigen houtje, maar besteden veel tijd aan samenwerking en overleg. We werken met het BAS+ project onder begeleiding van Koene Dol van het Seminarium van Orthopedagogiek. Voor de Zorg en Begeleiding hebben we een ervaren intern begeleider die het team begeleidt bij het geven van passend onderwijs in de groepen en aan de individuele leerling. Hiermee willen wij ons onderwijs nog beter op poten zetten en toe werken naar een duidelijke structuur door de school heen. De leerkracht vaardigheden worden nog verder bijgeschoold en aangescherpt. Toelating, aanmelding en plaatsing leerlingen. Voor samenwerkingsschool Yn de mande is een procedure afgesproken rond de aanmelding, inschrijving en toelating van de leerlingen. Zodra een kind 3 jaar is kan hij/zij worden ingeschreven op onze school. U kunt bij de directeur een inschrijfformulier, een intakeformulier en een samenvatting van de toelatingsprocedure halen. Deze zijn ook te downloaden vanaf de website. Na inlevering van het inschrijfformulier en intake-formulier ontvangt u in beginsel binnen 8 weken een schriftelijk “besluit tot toelating”. Wij vinden het belangrijk dat al onze leerlingen vanaf de eerste schooldag een goede start kunnen maken. Daarom hechten wij eraan dat we zowel van de ouders – via het intakeformulier - maar ook van andere instellingen, zoals de peuterspeelzaal, het consultatiebureau, kinderopvang of een eerder bezochte school informatie ontvangen over uw kind. Alleen zo zijn wij in staat om goed aan te sluiten bij dat wat uw kind nodig heeft. Bij inschrijving geeft u toestemming voor het opvragen van deze informatie. We gaan er vanuit dat in beginsel alle kinderen bij ons op school kunnen worden toegelaten. Toch kan het voor komen dat, op basis van de verkregen informatie over de specifieke onderwijsbehoeften van de leerling in relatie tot onze eigen schoolse mogelijkheden, er twijfels rijzen of wij wel op een voldoende verantwoorde wijze goed onderwijs kunnen bieden. In zo’n

22


geval treden wij in overleg met u. Samen zullen we vervolgens zoeken naar oplossingen eventueel met externe ondersteuning en hulp. Belangrijke factoren die o.a. een rol spelen bij onze afweging zijn:  het aantal kinderen met specifieke onderwijsbehoeften reeds aanwezig in de groep  de beïnvloeding van de rust en de veiligheid in de groep en de school;  de beïnvloeding van het leerproces van andere kinderen;  evenwicht in vraag naar verzorging, behandeling en onderwijs;  de deskundigheid en ervaring van het personeel;  de continuïteit binnen het team;  de organisatie / differentiatiecapaciteit van de groep en de school;  het gebouw- en de materiële situatie van de school. In zeer uitzonderlijke gevallen kan het voor komen dat wij het desondanks toch niet verantwoord achten om een leerling onderwijs op onze school te laten volgen, daar onzes inziens er een te groot gat zit tussen dat wat het kind nodig heeft aan goede begeleiding en ondersteuning én dat wat wij denken te kunnen bieden (ook met eventuele externe hulp en ondersteuning). De leerling zal dan niet worden toegelaten. De directeur van Yn de mande zal u vervolgens – indien u dat wenst - ondersteunen bij het zoeken naar goed passend onderwijs voor uw kind. Dit kan zijn op een andere basisschool, dan wel een school voor speciaal basisonderwijs of een school voor speciaal onderwijs. Protocol schorsing en verwijdering van leerlingen Dit protocol treedt in werking als er sprake is van ernstig ongewenst gedrag door een leerling, waarbij psychisch en of lichamelijk letsel aan derden is toegebracht. Op school en op de website van de school kunt u het protocol inzien. Samenwerking school en ouders. Een goed contact tussen school en thuis is van wezenlijk belang. Wij informeren u over alle belangrijke gebeurtenissen op school, over algemene schoolzaken, maar ook over het wel en wee van uw kind. Wij stellen het op prijs als u ons van belangrijke gebeurtenissen thuis op de hoogte houdt. Een goede samenwerking tussen school en thuis bevordert het welbevinden van uw kind, dat staat vast. Ook doen we als school een beroep op ouders om aan allerlei activiteiten deel te nemen en mee te helpen met de organisatie. Wettelijk is het zo geregeld dat er twee ouders samen met twee leerkrachten de medezeggenschapsraad vormen. De onderwijsgids van het ministerie van O C en W, met informatie over rechten, plichten en mogelijkheden binnen het onderwijs, is verkrijgbaar op school. Schoolgids / Informatiekalender Aan het begin van het schooljaar geven wij de informatiekalender uit met daarin alle wetenswaardigheden van de school voor dat schooljaar. De schoolgids, met meer structurelere informatie, is te vinden op de website van de school onder de knop Documenten. Website / Nieuwsbrief / E-mail Maandelijke brengt de school een nieuwsbrief uit, u krijgt hiervan per email bericht. U dient zich daarvoor aan te melden op de website van de school: www.yndemande.nl. Briefjes/Brieven worden u per mail toegezonden. Als school gaan we er vanuit dat u de kalender gebruikt en de nieuwsbrief leest. In principe geven we daarom geen losse briefjes meer mee naar huis. De meeste brieven worden ook geplaatst op de website bij de nieuwsbrieven. Op onze website vindt u nog meer informatie over de school, zoals de schoolgids, borgingsdocumenten van het BAS+ project, foto’s, etc.

23


Telefonisch contact Als er iets bijzonders met een kind is gebeurd op school kan het voor komen dat de leerkracht telefonisch contact met u (ouders/verzorgers) opneemt. Omgekeerd kunnen ook de ouders de leerkrachten bellen als ze vragen over hun kind of de gang van zaken op school hebben of uitleg over bepaalde gebeurtenissen of regels wensen. Ook ziekmeldingen ontvangen we graag tussen 8.00 en 8.25 uur. Contacten met ouders Jaarlijks organiseren wij diverse avonden voor u. Soms voor alle ouders, soms voor een deel van de ouders. We noemen een aantal: * tien minutengesprek Twee maal per jaar (januari en juni) wordt u uitgenodigd de vorderingen van uw kind te bespreken met de groepsleerkracht in een tien minuten gesprek. Is de geplande tijd van het oudergesprek niet voldoende, omdat er over uw kind meer te bespreken is, dan kan er een vervolgafspraak worden gemaakt. In juni/juli zijn de gesprekken facultatief. Dat wil zeggen dat of de leraar kan besluiten tot een afspraak of dat de ouders zelf aangeven met de leerkracht van gedachten te willen wisselen. * huisbezoek In groep 1 staat het huisbezoek in het teken van kennismaking. In de loop van de andere schooljaren beperken we het huisbezoek tot die kinderen, waarvan het team het nodig vindt even “langs te gaan”. * bijwonen van een les Jaarlijks organiseert de school een open dag, waarop ouders de school “in bedrijf” kunnen meemaken. * ouderavonden rond een (onderwijskundig) thema * ledenvergadering van de vereniging PCBO Minimaal 1x per jaar waarin de actuele zaken worden besproken. Soms wordt de ledenvergadering gecombineerd met een thema-avond/ouderavond. * afscheidsavond Voor groep 8 aan het eind van het jaar, waarin we met de hele school afscheid nemen van de leerlingen van groep acht. Iedereen is op deze avond welkom. * spreekuur Niet georganiseerd, maar u bent voor en na schooltijd altijd welkom in school. Wilt u een gesprek met de groepsleerkracht of de directeur, dan kunt u even een afspraak maken. * directie op het plein Op maandag, dinsdag, donderdag en vrijdag staat de directeur op het plein. De medezeggenschapsraad (MR) De MR is de plek waar teamleden en ouders samen nadenken over de meer fundamentele vraagstukken binnen de school. Het is een relatief kleine geleding. De leden leggen, los van persoonlijke motieven en belangen, vraagstukken onder de loep die hen door het schoolbestuur worden voorgelegd. Dit is de adviesplicht van de MR. Ook ongevraagd kan de MR een advies aan het bestuur uitbrengen, een advies waarvan het bestuur kennis moet nemen en waarop het moet reageren. Dit is het adviesrecht van de MR. De medezeggenschapsraad geeft adviezen over onderwerpen zoals de vakantieregeling, sollicitatieprocedures, e.d. In het algemeen gaat het om beleidsvraagstukken over kwaliteit, communicatie, organisatie en uitstraling. Ook heeft de raad instemmingsrecht over een aantal zaken. De MR bestaat uit 2 ouders en 2 leerkrachten vanuit de verschillende bloedgroepen. Per 1 januari 2007 is de Wet medezeggenschap op scholen in werking (WMS) getreden. Het nieuwe reglement kunt u op school opvragen.

24


Ouderhulp Ouders zijn op vele manieren actief in de school. Een moderne basisschool kan niet zonder. Het bestuur en de medezeggenschapsraad spelen een belangrijke rol in de school. Maar ook andere ouders zijn actief bij veel activiteiten onder en na schooltijd. Een paar voorbeelden: * hulp bij het indelen en opzetten van de schoolbibliotheek (biebcommissie) * hulp bij de sportdag, schoolreisjes * het begeleiden van groepjes kinderen bij een excursie * hulp bij ouderavonden etc. (activiteitencommissie) * hulp bij het schoonmaken van kleutermaterialen * hulp bij de keuzecursussen op vrijdagmiddag * hulp bij het inrichten van de school * hulp bij lezen/rekenen/crea/e.a. Ouderbijdrage Het Nederlandse basisonderwijs, voor zover bekostigd door de overheid, is gratis. Scholen bieden onderwijs aan dat moet voldoen aan bepaalde wet- en regelgeving, maar deze laten de richting en de inrichting vrij. Dat is onze vrijheid van onderwijs: ouders kunnen zelf de school voor hun kinderen kiezen, zodat zij onderwijs krijgen dat tegemoet komt aan de wensen en overtuigingen van hun ouders. Dat neemt niet weg dat scholen een – vrijwillige – ouderbijdrage mogen vragen voor aanvullende activiteiten en festiviteiten. Het moet daarbij altijd gaan om dingen die ofwel niet essentieel zijn voor het onderwijs, zoals schoolreisjes, ofwel openstaan voor alle leerlingen, ongeacht of de ouders de bijdrage betalen of niet. Voor de vaststelling van de hoogte en de bestemming van de (vrijwillige) ouderbijdrage door het bevoegd gezag van de school, is de voorafgaande instemming nodig van de oudergeleding van de medezeggenschapraad. Met het stichtingsbestuur zullen hier afspraken over gemaakt worden. U wordt hiervan zo spoedig mogelijk op de hoogte gebracht. Klachtenprocedure Ouders, leerlingen en personeel kunnen klachten hebben over gedragingen, beslissingen (of het uitblijven daarvan) van een schoolbestuur, directie, personeelsleden, leerlingen, ouders. Klachten kunnen betrekking hebben op begeleiding en beoordeling van leerlingen, discriminerend gedrag, agressie, geweld en pesten. In de klachtenregeling is vastgelegd hoe scholen op dergelijke klachten moeten reageren. Voordat u een klacht bij de klachtencommissie indient moet u eerst de volgende procedure doorlopen: 1. Veruit de meeste klachten ten aanzien van de dagelijkse gang van zaken in de school zullen in onderling overleg tussen ouders, leerlingen, personeel en directie op een passende wijze worden afgehandeld. U moet dan ook eerst uw klacht met de leerkracht bespreken. 2. Heeft de vorige stap niet tot een bevredigende oplossing van uw klacht geleid, dan kunt u terecht bij de directie van de school. 3. Indien stap twee eveneens niet leidt tot een bevredigende oplossing, of is de directie deel van de klacht en heeft stap 1 geen oplossing gebracht, dan dient men contact op te nemen met het bestuur. 4. Indien ook daarna de reactie van het bestuur niet leidt tot het wegnemen van uw klacht, dan kunt u tenslotte de klacht voorleggen aan de Stichting Onderwijsgeschillen, waarbij onze school is aangesloten. Voor informatie of contact zie hoofdstuk 9 van deze schoolgids (namen, adressen en telefoonnummers).

25


Mocht u onverhoopt klachten hebben over het onderwijs, zoals dat aan uw kind wordt gegeven, dan kunt u zich, als de klachten bij de desbetreffende leerkracht niet naar tevredenheid zijn verholpen, uw klachten bespreken met de directeur. Deze zal met u de klachten bespreken en u eventueel verwijzen naar het bestuur. Daar kunt u zich ook vervoegen als de klachten de directeur betreft. De interne contactpersoon- externe vertrouwenspersoon. Veel scholen kennen een interne contactpersoon. Zijn of haar taak is om u informatie te geven over de klachtenregeling; hoe de regeling werkt en welke stappen u kunt of moet zetten als u tegen een probleem aanloopt. De contactpersoon verwijst u door. Hij of zij bemiddelt niet. Dat doorverwijzen kan zijn naar de vertrouwenspersoon of naar de onafhankelijke geschillencommissie waarbij de school is aangesloten. Natuurlijk zijn we ook een luisterend oor als u daar behoefte aan heeft. U kunt een officiële klacht indienen volgens de regels van dit reglement. De officiële klachtenregeling kunt u op school inzien of opvragen, desgewenst via de intern contactpersoon, mevr. L. van der Zwaag. Ook klachten binnen de school over seksuele intimidatie kunnen worden gemeld bij de intern contactpersoon. Het is niet de bedoeling dat zij een eventuele klacht van leerling, ouder of onderwijsgevende, zelf gaat behandelen. Zij zal de weg wijzen - en eventueel begeleiden - naar de externe vertrouwenspersoon die daarvoor is aangewezen. Met de G.G.D. Fryslan is hiervoor een contract opgesteld. Voor onze school is dat mevrouw Marianne Kokshoorn(zie namen en adressen). De meldingsregeling “Machtsmisbruik binnen het onderwijs” is te vinden op de website van GGD Fryslan: www.ggdfryslan.nl (zie ook namen en adressen). Zorg-Advies-Team (ZAT) Sommige kinderen hebben op school meer ondersteuning nodig. Dit kunnen leerlingen zijn met gedrag-, ontwikkeling- of leerproblemen, maar ook leerlingen die het thuis minder goed hebben en daardoor problemen hebben. Om alle leerlingen, ook de leerlingen die extra ondersteuning nodig hebben, de beste zorg te kunnen bieden, is samenwerking tussen onderwijs en jeugdzorg nodig. Kinderen brengen immers veel uren door op school. Op school wordt vaak het eerst vastgesteld dat er extra zorg of hulp nodig is. Korte lijnen tussen scholen en professionals uit de jeugdhulpverlening zijn dan belangrijk. Zo kan er snel passende hulp worden geboden. Door snel goede hulp te bieden, kan ook worden voorkomen dat jongeren met problemen voortijdig de school verlaten. Scholen en jeugdzorg werken steeds meer en beter samen in Zorg- en Adviesteams (ZAT’s). Dit zijn teams waarin scholen en professionals uit de jeugdhulpverlening samenkomen en bespreken welke aanpak het meest geschikt is voor leerlingen met problemen. De ZAT’s beoordelen signalen van school snel en vakkundig. Zij schakelen zo snel mogelijk de juiste hulp en ondersteuning in voor het kind of de jongere, zijn ouders en docenten. Het kabinet streeft ernaar dat elke school in het primair onderwijs, maar ook in het voortgezet onderwijs en het middelbaar beroepsonderwijs toegang heeft tot een goedwerkend ZAT. In het zorgteam op Schiermonnikoog zit een vertegenwoordiger van de politie, het maatschappelijk werk, één leerkracht/intern begeleider van onze school, de zorgcoördinator van het vmbo, Stichting Welzijn Schiermonnikoog, de GGD en af en toe de huisarts. Inspectie Aan onze school is een contacten een vertrouwensinspecteur toegewezen. (zie namen en adressen hoofdstuk 9). Jaarlijks legt de school verantwoording van haar kwaliteiten en opbrengsten af aan de inspectie. Op de website www.onderwijsinspectie.nl kunt u hierover veel informatie vinden.

26


Schoolongevallenverzekering De school heeft een schoolongevallenverzekering. Uw kind is tijdens schooluren en andere activiteiten in schoolverband, verzekerd en wel gedurende de tijd dat zij onder toezicht staat van de leerkracht en/of hulpkrachten. Ook één uur voor en één uur na deze activiteiten biedt de verzekering dekking, of zoveel langer als het rechtstreeks komen naar en gaan van genoemde schoolactiviteiten vergt. Overigens moet u beseffen, dat het hier vrijwel altijd gaat om een aanvullende verzekering en dat in veruit de meeste situaties uw eigen verzekering de schade dekt. Schoolarts Eén keer per jaar bezoekt de schoolarts onze school. Voor onderzoek wordt altijd uw toestemming gevraagd. U wordt als ouders/verzorgers uitgenodigd hierbij aanwezig te zijn. In andere gevallen, bijvoorbeeld controles, is uw aanwezigheid niet altijd noodzakelijk, maar krijgt u wel schriftelijk bericht van de uitslag. Abonnementen Aan het begin van het schooljaar liggen op school vaak folders waarmee u zich kunt abonneren op een maandblad zoals Okki of Taptoe of zich in te schrijven voor de Lijsterboekenserie. Dit is allemaal vrijblijvend en u bent tot niets verplicht. Schoolafspraken en schoolregels Eten en drinken Voor in de pauze is er gelegenheid voor de kinderen om even iets te eten en/of drinken. Wilt u uw kind(eren) geen koolzuurhoudende limonade of snoep meegeven? De pauze is niet bedoeld voor het nuttigen van producten als chips, chocola, candybars, e.d. Tevens willen wij u erop wijzen dat het om een tussendoortje gaat. Kinderen met een dieet/allergie Wilt u de school informeren als uw kind een dieet volgt of een allergie heeft? Op de fiets naar school Wilt u erop toezien uw kind zoveel mogelijk lopend naar school te laten gaan? Uiteraard geldt dit vooral voor die kinderen, die om de school wonen. Voor de fietsers geldt: de kinderen van de groepen 1 t/m 4 fietsen via de W. Dijkstraat naar school en zetten hun fiets dus in het fietsenhok bij de gymzaal. Voor de kinderen van de groepen 5 t/m 8 geldt het andere fietsenhok. Dit geldt voor alle rijdend materiaal zoals skelters, steppen, etc., Op het plein en op het voetbalveld wordt niet gefietst, gestept of met de skelter gereden. Trakteren Met het oog op de gezondheid van de gebitten van de kinderen is ons advies uw kind niet op snoep te laten trakteren. In verband met gevaar bij spelen/vallen is trakteren op lolly`s niet handig omdat de kinderen dan niet buiten kunnen spelen. Uitnodigen feestjes Met het oog op teleurgestelde/verdrietige kinderen mogen de uitnodigingen voor feestjes niet op school(plein) worden uitgedeeld. Bezoek tandarts of dokter Als uw kind tijdens de les naar de tandarts of dokter moet, wilt u dit dan met de leerkracht overleggen? U dient uw kind van school te halen.

27


Kledingcode School heeft in samenwerking met de ouders besloten het volgende kledingadvies uit te brengen: - in de klas hoofddeksels af (uitzonderingsgevallen in overleg) - geen blote buiken - geen zichtbaar ondergoed - geen vloekwoorden/doodshoofden/schuttingtaal op kleding Deze regels gelden zowel voor de leerling als de leerkracht. Wij hopen als school dat u zich aan deze code wilt houden. Mobieltjes Het is niet toegestaan dat leerlingen hun mobiele telefoon mee naar school nemen. Mochten de leerlingen onverhoopt moeten bellen, dan kan dit via de schooltelefoon. Zindelijkheid Wij gaan ervan uit dat leerlingen zindelijk zijn als ze bij ons aan hun schoolloopbaan beginnen. Is dat niet het geval dan vragen we de ouders om ons in de klas daarbij te helpen. Mocht dat niet mogelijk zijn, dan behoudt de school het recht de leerling vooralsnog niet toe te laten. Vulpennen en stabilo`s De kinderen in groep 4 t/m 8 schrijven met een Stabilo- pen. Deze pen moeten goed bewaard blijven (vandaar dat elk kind ook over een etui beschikt). Bij zoekraken of kapot raken dienen de ouders via school een nieuwe Stabilo-pen te kopen (De Stabilo- pen kost 8 euro). Gymkleding Tijdens het sporten in de sporthal is het belangrijk dat de kinderen goede binnen sportschoenen dragen (geen ballet/turnschoentjes). De groepen 1 en 2 dienen gymschoenen mee te nemen die ze zelf aan en uit kunnen trekken. Wij vinden het ook belangrijk dat de leerlingen hun sokken aan kunnen trekken. Er is geen speciale gymnastiekkleding voorgeschreven. Een gemakkelijk zittend sportbroekje en shirt of gymnastiekpak is uitstekend. Deze kleding mag daarna niet in de klas gedragen worden. In de groepen 1 en 2 blijven de gymschoenen op school omdat er dagelijks bewegingsonderwijs gegeven wordt. Tijdens de gymlessen moeten de kinderen sieraden, horloges en dergelijke afdoen. Beter nog is sieraden thuis laten. De gymschoenen mogen niet voorzien zijn van zwarte zolen. De kleding moet in een tas om te voorkomen dat eventuele luizen overlopen. Luizen Regelmatig komt het voor dat we geplaagd worden door luizen. Na elke vakantie of melding van thuis dat bij een kind luizen zijn geconstateerd, komen er een aantal moeders alle kinderen en het team controleren. Wanneer er bij uw kind luis gevonden wordt, dan neemt de leerkracht contact met u daarover op. Wilt u ook thuis uw kind regelmatig controleren en contact opnemen met de school wanneer uw kind luizen heeft? We hebben het gebruik van luizencapes afgeschaft omdat uit onderzoek is gebleken dat luizencapes niet bijdragen aan het voorkómen dat de luizen overlopen naar de jassen van andere kinderen.( advies GGD). Alleen vaak kammen met een speciale luizenkam helpt om luizen te bestrijden.

28


Verlof vragen In bijzondere omstandigheden kan verlof worden verleend. Een belangrijke factor bij het verbeteren van de resultaten van de leerlingen is dat leerlingen genoeg tijd krijgen om zich de leerstof eigen te maken. Dit geldt voor vakken als rekenen, lezen, taal en ook voor de creatieve vakken en wereldoriëntatie. De kritiek van de inspectie bij het laatste kwaliteitsonderzoek van onze school is: Er wordt erg veel verlof gevraagd door ouders van onze school, meer dan wettelijk is toegestaan. Bovendien missen de kinderen veel lestijd en veel instructie als er regelmatig verlof wordt aangevraagd. De directie hanteert de leerplichtwet strikt met betrekking tot verlofaanvragen. Hier hebben wij wel uw medewerking bij nodig. Wat betekent dit voor u: Het verzoek om uw verlofaanvragen tot het minimum te beperken en bezoeken aan tandarts, etc. zoveel mogelijk op vrije middagen en in de vakanties te plannen. De directie houdt zich bij het beoordelen of verlof geoorloofd is, aan wat de leerplichtwet zegt. Als u nog niet in het bezit bent van de brochure Leerplicht kunt u deze downloaden van de website van onze school: www.yndemande.nl. U kunt een verlofformulier downloaden op onze website of aanvragen bij de directie en/of groepsleerkracht. Verlofregeling in het kort: De directeur mag extra verlof geven voor een jubileum, trouwdag, bezoek specialist o.i.d. tot maximaal 10 dagen per jaar. Voor het verlenen van verlof moet u een aanvraagformulier invullen. Op het aanvraagformulier staat duidelijk omschreven waarvoor u verlof kunt krijgen. De aanvraag voor een vakantie buiten de schoolvakantie dient minimaal 8 weken voor bedoelde datum ingediend te zijn. Op Schiermonnikoog hebben we, om tegemoet te komen aan de gezinnen die vanwege hun werk zelf niet in de landelijke vakanties op vakantie kunnen, een extra vakantieweek in november. Deze gezinnen wordt dan ook dringend verzocht om van deze extra week gebruik te maken bij het plannen van hun gezinsvakantie. De directeur is verantwoordelijk voor een goede voortgang van het onderwijsleerproces van de kinderen. Op het voortgezet onderwijs hebben de kinderen geen week vakantie. In overleg met de ambtenaar van leerplicht en de Inspecteur Boelensschool wordt alleen verlof toegekend in de week voorafgaand aan, de week zelf of aansluitend op deze vakantie. De verlofregeling staat duidelijk op de website omschreven. De aanvraag voor overig verlof dient minimaal 2 dagen voor bedoelde datum ingediend te zijn. Iedere aanvraag wordt afzonderlijk bekeken en beoordeeld. In bepaalde gevallen moet een bewijs of verklaring meegeleverd worden. Er wordt een afwezigheidsregistratie bijgehouden. De leerplichtambtenaren van alle Waddeneilanden zullen strikt toezien op de naleving van de verlofregeling. Tenslotte Overal waar gewerkt wordt zijn wel eens misverstanden en worden af en toe fouten gemaakt. Dat is op onze school niet anders. U bent altijd welkom om dergelijke punten te bespreken. Samen streven we naar een goede oplossing en komen we er niet uit dan bespreken we wie ingeschakeld moet worden om het probleem wel op te lossen. Vriendelijke groeten namens het team van SWS ‘Yn de Mande’, Rolf Hulsebos, algemeen directeur

29

Directeur Adres Plaats Telefoon Website

Recommend Documents