Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
2 7 j a nua r i 2 0 10 | nr 5 | 2 1s t e j a a r g a ng | w w w. k ul e u v e n . be / c k /
t i jdschrif t va n de k .u.l eu v en
Themanummer Campus Kortrijk
“Ik wil het verschil maken” le ven na kortrijk en leuven: journalist els de temmerman [14]
(© Rob Stevens)
Creatief met Kortrijk
In december werd in het Innovatie- en Incubatiecentrum Kortrijk (IICK), op de Campus Kortrijk, CREALAB geopend, een unieke creativiteitsruimte die ‘mind expanding’ en ‘out of the box thinking’ stimuleert. Maak uitgebreider kennis met het initiatief op p. 6. Ook Campuskrant gaat ‘out of the box’ en wijdt dit nummer grotendeels aan de Campus Kortrijk. Rector Mark Waer en campusrector Jan Beirlant geven hun visie op de toekomst van de campus, en u leest meer over het studentenleven, onderzoek, onderwijs en internationalisering aan de KULAK. Vaste rubrieken als Aangesproken Wild en De Passie krijgen ook een Kortrijkse invulling. Bekende oud-studenten als Vincent Van Quickenborne en Anne Provoost blikken terug op hun jaren in Kortrijk.
Doorstroomoptie schuift studiekeuze twee jaar op De K.U.Leuven biedt drie nieuwe doorstroomopties aan: communicatiewetenschappen binnen taal- en letterkunde, en politieke wetenschappen binnen geschiedenis en rechten. Ze worden vooral een troef voor Campus Kortrijk, waar het aanbod uitbreidt met vakken uit de Faculteit Sociale Wetenschappen. Jaak Poot “Het is geen nieuw idee. Campus Kortrijk kent al doorstroomopties waar studenten een opleiding wiskunde of fysica combineren met ingenieurswetenschappen, chemie met farmacie of bio-ingenieur, TEW met handelsingenieur en biologie met biochemie of bio-ingenieur”, zegt campusrector Jan Beirlant. Decaan Paul Van Orshoven van de rechtsfaculteit vult aan: “Wij werken al verschillende jaren met minors voor economie en overheidsmanagement. Met succes! We bereiken er elk jaar tussen de 50 en 100 studenten mee.” Het studiepakket bestaat de twee eerste jaren uit 45 studie-
voluit voor de doorstroomoptie binnen rechten. Paul Van Orshoven: “We gebruiken daarvoor de keuzevakkenruimte en we ruilen enkele algemene vakken zoals juridisch schrijven en logica in voor de minor. Het derde jaar rechten is heel sterk gericht op rechtsvakken en komt niet in aanmerking voor een ruiloperatie. Maar dat past perfect in het minor-verhaal waar de student vanaf het derde jaar zijn definitieve pad inslaat.” Studenten met een interesse in geschiedenis én politiek, krijgen vanaf volgend academiejaar op dezelfde manier de kans om zich te verdiepen in geschiedenis en tegelijk de overstap naar politieLogische combinaties ke wetenschappen volledig open Zowel Leuven als Kortrijk gaan te houden. pagina 4
punten voor de major en 15 voor de minor. In het derde jaar kiest de student voor de definitieve richting. “De charme ligt erin dat studenten pas na twee jaar definitief kiezen”, zegt decaan Van Orshoven. “Voor ons is de combinatie met politieke wetenschappen niet echt nieuw. Net zoals vele collega’s combineerde ikzelf de kandidaturen rechten en politieke wetenschappen. Vroeger kon dat perfect: je legde één pakket examens af in juni en het andere in september. Met het nieuwe systeem van semesterproeven, is het pakket in januari onhaalbaar zwaar. Deze optie biedt een nieuwe weg.”
Verschijningsdata Campuskrant 2009-2010
Wetenschap baart kunst e xpo ‘par allellepipeda’ brengt kunst en onderzoek samen [3]
Van de Zweetkelder tot ‘t Ver Diep de habitat van de kortrijkse student [9]
Kortrijk languit onderwijs, onderzoek en internationalisering aan de KULAK [10-11-12]
Viva bama? vijf jaar na de invoering van het bamasysteem: een kijkje bij criminologie [18]
“Ieder optreden is een feestje” kortrijkse campusbib-mede werker en dolfijntjes-gitarist marc Holvoe t [20]
nr. 6 – 24 feb 2010 Nr. 7 – 24 ma a 2010 Nr. 8 – 28 apr 2010
nr. 9 – 26 mei 2010
nr. 10 – 23 jun 2010
2 Nieuws colofon Campuskrant Maandelijks tijdschrift van de K.U.Leuven
campuskrant
Programma Patroonsfeest 2010
Niet-virale gentechnologie VIB-onderzoekers verbonden aan de K.U.Leuven hebben in samenwerking met het Max Delbrück Centrum (Berlijn) aangetoond dat het mogelijk is om genen op een efficiënte manier in verschillende stamcellen, ook die van het immuunsysteem, in te brengen met een niet-virale vector. De revolutionaire technologie biedt belangrijke perspectieven voor toepassingen zoals celtherapie. Het onderzoek leverde een publicatie op in Nature Genetics en de ‘Sleeping Beauty Transposase’ werd verkozen tot molecule van het jaar. http://www.vib.be
Redactie Ine Van Houdenhove (hoofdredacteur), Ludo Meyvis, Reiner Van Hove, Wouter Verbeylen
Redactieadres Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven 016 32 40 18,
[email protected]
Adreswijzigingen Alumni Lovanienses Naamsestraat 63 - bus 5601 3000 Leuven
[email protected]
Losse medewerkers
Wereldprimeur
Tine Bergen, Ines Minten, Jaak Poot, Rob Stevens, Katrien Steyaert, Benedict Vanclooster, Els Vandeborght, Tim Vuylsteke
Grafisch ontwerp Catapult, Antwerpen (© Rob Stevens)
Lay-out en zetwerk Wouter Verbeylen
Fotografie Rob Stevens, Patrick Holderbeke, Donald Samyn
Cartoons Joris Snaet
Reclameregie Wouter Verbeylen T 016 32 41 46 Wouter.Verbeylen@dcom. kuleuven.be
Oplage 42.000 ex.
Op 2 februari reikt de rector, in aan- • De gebroeders Jean-Pierre en wezigheid van HKH Prinses Astrid, Luc Dardenne, cineasten het eredoctoraat uit aan: • Professor Giacomo Rizzolatti, Professor of Human Physiology, Università degli studi di Parma • Mrs. Radhika Coomaraswamy, Special Representative of the • Professor Vittorio Gallese, Secretary-General for Children and Professor of Human Physiology, Armed Conflict, United Nations Università degli studi di Parma • Professor Christopher Colclough, Commonwealth Professor of Education and Development and Director University of Cambridge
http://www.kuleuven.be/ patroonsfeest/2010
Drukwerk Eco Print Center, Lokeren
Joris steekt de draak Verantwoordelijke uitgever Ronny Vandenbroele Oude Markt 13 - bus 5005 3000 Leuven
Programma
9u, ontvangst van de professoren en prominenten, Jubileumzaal van de Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven 9u45, stoet van de togati en prominenten; ontvangst van de genodigden in de Sint-Pieterskerk 10u, Eucharistieviering in de SintPieterskerk 11u30, uitreiking van de eredoctoraten, Promotiezaal, Universiteitshal Muzikale omlijsting: Trio Portici, Musicians in residence 13u, receptie in de Jubileumzaal
Een team onder leiding van professor Pierre Delaere heeft voor de eerste keer een luchtpijptransplantatie met volledig herstel van bloedvoorziening uitgevoerd. De wereldprimeur werd voorgesteld in The New England Journal of Medicine. www.kuleuven.be/cltr.
Carmeliet gelauwerd Voor zijn baanbrekend onderzoek naar hart- en vaatziekten en trombose heeft professor Peter Carmeliet van het Vlaams Instituut voor Biotechnologie (VIB) en de K.U.Leuven de prestigieuze Ernst Jung Medical Award ontvangen, één van de hoogste Europese prijzen voor baanbrekend biomedisch onderzoek. De Ernst Jung Stiftung, die de prijs uitreikt, was vooral gecharmeerd door het feit dat Carmeliet erin slaagt de koppeling te maken tussen fundamenteel wetenschappelijk onderzoek en de concrete behandeling van ziekten. Aan de erkenning hangt een geldprijs van 150.000 euro vast, die hoofdzakelijk gebruikt dient te worden voor het voortzetten van wetenschappelijk onderzoek.
Visitatie geografie
Copyright artikels Artikels kunnen overgenomen worden mits toestemming. Het volgende nummer verschijnt op 24 februari. Suggesties voor artikels zijn welkom op het redactieadres. Campuskrant op Internet: www.kuleuven.be/ck/
De visitatiecommissie is tevreden over het niveau en de oriëntatie van de Vlaamse geografie- en geomaticaopleidingen. Onder meer de interuniversitaire samenwerking op masterniveau tussen de K.U.Leuven en de VUB werd als erg positief beoordeeld. De commissie noemde de verbetering van de materiële faciliteiten aan de K.U.Leuven een internationaal voorbeeld.
Erratum Vijf jaar bama in opleiding criminologie: lees het artikel op pagina 18.
De foto op pagina 16 van Campuskrant nr. 4 was niet van Rob Stevens, maar wel van Veto-fotograaf Mathias Vanden Borre.
27 januari 2010
Nieuws 3
‘Parallellepipeda’: kunst en wetenschap werken samen Een intensieve dialoog tussen kunstenaars en wetenschappers: een vanzelfsprekend uitgangspunt voor een tentoonstellingsproject is het niet. Sommige van de deelnemende professoren stonden er in het begin dan ook wat sceptisch tegenover. Maar uiteindelijk leverde de kruisbestuiving veel meer op dan wederzijds respect. De resultaten van de gemeenschappelijke onderzoekstrajecten kun je vanaf 29 januari bekijken in M (Museum Leuven). Ines Minten Kunstenaars Anne-Mie Van Kerckhoven, Ruth Loos, Wendy Morris, Carl Van Eyndhoven, Ronny Delrue, Nick Ervinck en Koen Vanmechelen en professoren Géry d’Ydewalle, Johan Wagemans (Laboratorium voor Experimentele Psychologie), Koen Van Laere (Nucleaire Geneeskunde), Pierre Delaere (Experimentele Oto-rinolaryngologie) en Jean-Jacques Cassiman (Menselijke Erfelijkheid) zetten de deuren van hun laboratoria en ateliers voor elkaar open. Het project heeft drie jaar voorbereidingstijd nodig gehad. “In eerste instantie is Kristel Eggermont van Kunst in huis Leuven met het idee op de proppen gekomen. Samen met een werkgroep werd met name het eerste samenwerkingsverband rond psychologie opgezet. Daarna hebben ze mij aange-
sproken om het project verder te begeleiden”, vertelt curator Edith Doove. Zij is altijd al geïnteresseerd geweest in transdisciplinaire samenwerking vanuit de kunsten. “Ondertussen werk ik zelf ook voor het Instituut voor Onderzoek in de Kunsten binnen de Associatie Leuven. Dat heeft mijn fascinatie voor de combinatie kunst en wetenschap alleen nog versterkt.” Een dialoog op gang brengen tussen de wereld van de wetenschappen en die van de kunsten is geen sinecure. “Vooral de professoren hadden bij het begin nogal wat reserves. Later, toen ze merkten dat er wel degelijk resultaten geboekt werden, hebben ze hun afwachtende houding laten varen. Ik denk dat het voor beide partijen erg vruchtbaar is geweest om te zien dat er nog andere soorten kennis bestaan dan die waar ze zelf doorgaans mee bezig zijn.
De methodes zijn misschien an- min te statisch uitvallen, vindt de ders, maar je vindt daadwerkelijk curator. “Daarom zullen we een paar van de onderzoeken laten overlappingen tussen de twee.” doorlopen, in de vorm van proefMachine opstellingen of enquêtes waar de Hoe presenteer je de resultaten bezoekers aan kunnen deelnevan zo’n complex project aan een men. Een expositie mag niet stilpubliek? Ook die vraag vindt geen vallen bij de opening. Het is een eenvoudig antwoord. “Je moet na- machine die je in gang zet en die tuurlijk rekening houden met de doorloopt tot de laatste dag.” bezoekers die de tentoonstelling Natuurlijk is het geen toeval dat zal trekken”, legt Edith Doove uit. zo’n kruisbestuivingproject net “De tentoonstelling moet toegan- in Leuven begint te kiemen. Edith kelijk genoeg zijn om een breed Doove: “De link tussen kunst en publiek aan te spreken. Aan de wetenschappen wordt er al eeuandere kant zal Parallellepipeda wen gemaakt. Parallellepipeda is ongetwijfeld ook specialisten aan- een ideale manier om dat nog een trekken. Dus mag je ook niet zo keer in de aandacht te brengen, low-key te werk gaan dat je zulke maar dan in een hedendaagse personen beledigt. Het is een de- context.” Ondertussen lopen er licate evenwichtsoefening die we gesprekken met andere deparniet alleen in de zalen, maar ook in tementen om te bekijken of het de catalogus en de rest van de com- project in de toekomst een vermunicatie moeten doortrekken.” volg kan krijgen. De tentoonstelling mag even- http://www.mleuven.be
Nick Ervinck en Pierre Delaere
“We hebben een even grote passie voor ons werk” Een doorgedreven belangstelling voor visuele aspecten en precisiewerk. Dat was de link die professor Pierre Delaere (Experimentele Oto-rino-laryngologie) en beeldend kunstenaar Nick Ervinck vanaf de eerste ontmoeting konden leggen tussen hun respectievelijke onderzoeksdomeinen. “De communicatie tussen ons verliep vlot en prettig. We hadden vanaf het begin een prima verstandhouding”, vertelt Pierre Delaere. “Ik apprecieer zijn werk heel erg en omgekeerd geldt hetzelfde, wat de samenwerking ongetwijfeld nog vergemakkelijkt heeft.” Pierre Delaere en zijn team hebben twee jaar geleden de eerste luchtpijptransplantatie ter wereld uitgevoerd. Op dat onderzoek hebben Nick Ervinck en hij hun samenwerking geënt. “Dé cruciale factor in mijn onderzoek is de bloedtoevoer naar het luchtpijptransplant”, legt Pierre Delaere uit. “De kleine bloedvaatjes moeten de kans krijgen om uit te groeien en de grotere moeten kunnen herstellen. Dat is extreem belangrijk. Het is voor mij dan ook erg boeiend om te zien hoe Nick die bloedvatenwereld op een heel eigen manier heeft geïnterpreteerd. In de medische wereld zijn bloedvatennetwerken synoniem met leven. Die vitali-
teit vind ik ten volle terug in zijn kunstwerken.” Nick Ervinck: “Helemaal in het begin hebben we boeken over ons werk uitgewisseld. Wetenschappelijke boeken, met name over anatomie, hebben me altijd gefascineerd. Ik ben dus in eerste instantie vertrokken van de gedetailleerde tekeningen die Pierre Delaere laat maken bij zijn onderzoek. Ik merkte al snel dat hij op een even gepassioneerde manier met zijn werk bezig is als ikzelf. Voor mij was het dan ook een ongelooflijke ervaring om van hem privélessen te krijgen. Als je hem erover hoort vertellen, lijkt zijn onderzoek recht uit de science fiction te komen. Hij heeft namelijk een techniek ontwikkeld waarbij hij een luchtpijp inplant in de arm, waar de bloedvaatjes moeten groeien tot ze groot genoeg zijn om correct te functioneren. De patiënt loopt dus effectief negen maanden – heel symbolisch – met een gigantische bult op zijn arm en krijgt daarna zijn definitieve operatie. Vroeger waren mensen met een ernstige vernauwing van de luchtpijp zwaar verminkt. Nu is er dus een oplossing voor hen. Met mijn computersoftware heb ik de anatomische tekeningen aangepast, gemuteerd en vervormd. Op basis daarvan heb ik dan weer mijn
Geciteerd Chocolate Capital Knack, 13.1.2010
Door de sputterende economie kende het toerisme vorig jaar een wereldwijde terugval. Vlaanderen presteert daarbij opvallend slechter dan zijn buren. Jeroen Bryon, coördinator van het Steunpunt Toerisme en Recreatie: “Het belangrijkste probleem is dat onze trekpleisters zelden een unique selling proposition hebben. Steden, en zeker de regio’s, onderscheiden zich te weinig van elkaar. Dat Antwerpen zich als modehoofdstad profileert, is een goede zaak. Maar als België het chocoladeland bij uitstek is, waarom heeft dan nog geen enkele stad zich de titel van wereldchocoladehoofdstad aangemeten? Dat begrijp ik niet, want zo kun je ongetwijfeld erg veel toeristen lokken.”
Deeltijds tv-kijken Het Nieuwsblad, 13.1.2010
Volgens media-expert Jan Van den Bulck onderschat bijna iedereen zijn tv-gedrag. “Iedereen denkt dat het best wel meevalt, maar tel toch maar eens de uren op dat jij televisie kijkt. Dat is behoorlijk veel. Tv kijken is voor de doorsnee Vlaming een deeltijdse job. We spenderen gemiddeld 20 uur per week voor de buis. Er zijn een paar programma’s waar we bewust naar kijken. Bijvoorbeeld Het journaal en De slimste mens ter wereld. Maar we beseffen niet dat we ondertussen toch blijven kijken naar de programma’s die daartussen staan geprogrammeerd.” Tv-kijken is net als alcohol. “Vraag aan mensen hoeveel ze hebben gedronken en dan zeggen ze twee pintjes. Terwijl ze hun aperitief vergeten zijn en nog twee andere pintjes.”
Fileratten en kassasluipers Het Laatste Nieuws, 20.1.2010
Pierre Delaere (l.) en Nick Ervinck
sculptuur gecreëerd.” “Nick Ervinck werkt zijn verschillende werelden, dus zowel de virtuele werkelijkheid op zijn computer als de fysieke sculpturendie hij creëert, met een heel herkenbare toewijding en zin voor perfectie af. Dat trok me in zijn manier van werken aan”, zegt
(© Rob Stevens)
Pierre Delaere. “Ik vind het ook aangenaam dat ik dankzij deze tentoonstelling met een breder publiek over mijn onderzoek kan communiceren. Zo kreeg ik de mogelijkheid om ook eens buiten de medische wereld te treden.” pagina 6
Wat is een filerat? Een bestuurder die over op- en afritten, parkeerplaatsen en pompstations scheurt om zo een stukje van de file te omzeilen. In Nederland hebben ze een vernuftig camerasysteem bedacht om dit ‘ongedierte van de snelweg’ voorgoed te verdelgen. Vlaams minister van Mobiliteit Hilde Crevits (CD&V) heeft er wel oren naar. (…) Het registratiesysteem is volgens verkeersdeskundigen echter veel te duur en daarenboven vrij nutteloos. “De ‘ratten’ hebben amper een impact op de files”, zegt specialist Chris Tampère (K.U.Leuven). “Het is erg ongewenst gedrag dat mensen ergert, maar niet méér dan dat. Achter het stuur durven sommigen blijkbaar wél wat ze aan de supermarktkassa niet durven: ongegeneerd voorsteken. De ‘kassasluipers’ riskeren overigens niets, behalve een boze blik.” “Er zijn urgentere problemen. We zouden beter meer middelen in ons verkeersmanagement investeren: zorg voor een betere doorstroom bij de gekende knelpunten. Toevallig heb je daar net dezelfde apparatuur voor nodig: een camera om de zaken op te volgen en wat lichten om te bepalen wie we wanneer doorlaten. Pas zo doe je écht iets aan de files. Maak dus geen miljoenen vrij voor een ergernis, maar gebruik ze om de bron van het kwaad te bestrijden.”
4 Nieuws
campuskrant
Junior College kent geslaagde start Vlak na de kerstvakantie konden derdegraadsscholieren al eens komen proeven van wat de universiteit zoal te bieden heeft. In dit geval was dat het college ‘Wiskunde achter Google’ aan de K.U.Leuven Campus Kortrijk, waar de pilootaflevering van het Junior College plaatsvond. Drie West-Vlaamse scholen stuurden leerlingen om te komen luisteren naar professor Stefaan Vaes, die aan de hand van diverse animaties de link tussen wiskunde en het dagelijks leven trachtte bloot te leggen. Dat is dan ook het doel van het Junior College: jongeren opnieuw warm maken voor wetenschappen aan de hand van een boeiende lessenreeks – om de dalende interesse een halt toe te roepen – en zo gelijk een brug te slaan tussen secundaire school en universiteit. Na het college blijkt dat alleszins al gelukt: de leerlingen van de Pleinschool uit Kortrijk zijn tevreden: “het was heel uitgebreid”, “interessant”, “die anderhalf uur vlogen voorbij”, “tof, zo geanimeerd” waren de lofuitingen. Een geslaagde pilootversie dus. (rs) Lees ook het artikel in Campuskrant van 18 november: http:// dagkrant.kuleuven.be/?q=node/7146
(© Rob Stevens)
Betere gezondheidszorg in grensregio door samenwerking Kortrijk-Rijsel De K.U.Leuven – Campus Kortrijk en het AZ Groeninge hebben een samenwerkingsovereenkomst gesloten met het Rijselse Centre Hospitalier Régional Universitaire (CHRU) en de universiteit Lille 2. Die moet resulteren in een betere gezondheidszorg voor de bewoners van de grensstreek en in gezamenlijke onderzoeks- en onderwijsprojecten. Reiner Van Hove Het AZ Groeninge, het enige algemene ziekenhuis van Kortrijk, telt 1.100 bedden en meer dan 2.400 personeelsleden waaronder 200 ziekenhuisartsen. Het ziekenhuis werkt op verschillende domeinen samen met de K.U.Leuven – Campus Kortrijk en UZ Leuven, en maakt ook deel uit van het Vlaams Ziekenhuisnetwerk K.U.Leuven. Het nieuwe partnerschap met het CHRU en de Faculté de Médecine van Lille 2 Droit et Santé betekent in de eerste plaats een stap vooruit in de grensoverschrijdende
gezondheidszorg. “Dankzij de samenwerking treden we toe tot de Georganiseerde Toegangszone tot Grensoverschrijdende Zorgverstrekking (GTGZ)”, zegt dr. Serge Vanderschueren, medisch directeur van het AZ Groeninge. “Dat betekent dat patiënten uit de Eurometropool Kortrijk-Rijsel-Doornik voortaan zonder administratieve hinderpalen voor raadpleging of hospitalisatie terecht kunnen in ziekenhuizen aan de overkant van de grens. Tot voor kort moesten ze daarvoor eerst de toestemming van hun ziekenfonds vra-
gen. De toetreding tot de GTGZ is dus goed nieuws voor mensen die vlakbij de grens wonen en nu dichterbij medische zorg kunnen krijgen.” Het CHRU is met 12.600 werknemers de grootste werkgever van de regio. In 2008 werden er 232 Belgische patiënten gehospitaliseerd en kwamen er 523 Belgische patiënten op raadpleging. Vanderschueren: “Omgekeerd ontvingen we in het AZ Groeninge tot nu toe jaarlijks enkele tientallen Noord-Franse patiënten. Nu de administratieve drempels weggenomen zijn, verwachten we
uiteraard dat het aantal buitenlandse bezoekers in beide ziekenhuizen gaat stijgen. ” De partners gaan ook gezamenlijke onderzoeks- en onderwijsprojecten opzetten. Vanderschueren: “In het domein van de medische beeldvorming is er bijvoorbeeld al een concreet partnerschap tussen de medische equipes van Kortrijk en Rijsel. Ook op andere gebieden – zoals nucleaire geneeskunde – willen we expertise uitwisselen. Op die manier willen we ook de academische reputatie van ons ziekenhuis versterken. Met de
KULAK hebben we daarnaast een programma opgestart om ons personeel via e-learning een opleiding medisch Frans aan te bieden.” Het zijn trouwens spannende tijden voor het AZ Groeninge: in april neemt het ziekenhuis een eerste gebouw van een nieuwe site in gebruik. Vanderschueren: “Op termijn zullen onze vier campussen daar ondergebracht worden. De nieuwe site ligt aan de Kennedylaan, op een steenworp van de KULAK, dus onze symbiose kan er alleen maar sterker op worden.”
Doorstroomoptie schuift studiekeuze twee jaar op pagina 1 In Taal- en Letterkunde komt er een doorstroomoptie communicatiewetenschappen. “De twee vakgebieden liggen inhoudelijk voldoende dicht bij elkaar voor een zinvolle combinatie”, zegt professor Piet Desmet, voorzitter Letteren in Kortrijk. “De combinatie is een perfecte keuze voor studenten die geen puur taal- en letterkundeprofiel hebben, maar
legt”, zegt campusrector Jan Beirlant. “Onze ervaringen daarmee zijn heel positief. Na de invoering van de doorstroomopties is het aantal studenten in de wetenschappen op twee jaar tijd verdubbeld. De doorstroming naar Bologna het derde jaar in Leuven loopt “Het zijn aanpassingen die per- prima. Nu bieden we studenten fect passen in de flexibilisering ook de kans om zich in Kortrijk die het Bolognadecreet ons op- twee jaar voor te bereiden op stu-
zich vooral interesseren voor de communicatieaspecten van taal”, vult decaan Luk Draye aan. “Ideaal bijvoorbeeld voor studenten met een interesse in journalistiek.”
dies in het domein van de sociale wetenschappen. En ik blijf dromen. Waarom zou er geen minor communicatie kunnen voor studenten wetenschappen? Of een minor cultuur binnen Letteren, met doorstroommogelijkheden naar kunstrichtingen binnen de hogescholen van onze associatie? Het is echt een concept met unieke perspectieven.”
Decaan Van Orshoven besluit: “Onze studenten zijn heel gelukkig met die evolutie. Het vergroot hun mogelijkheden en verbreedt hun horizon. Zelf wilde ik vroeger nog verder gaan: een algemene bachelor in gedrags- en humane wetenschappen van twee jaar. Vanaf het derde jaar specialiseert de student zich dan in één vakgebied.”
27 januari 2010
Nieuws 5
Nieuwe elektroconvulsietherapie doeltreffend in behandeling depressie Wanneer elektroconvulsietherapie – beter bekend als ‘elektroshocks – gebruik maakt van een elektrische prikkel met een ultrakorte pulsstroom is de behandeling nog altijd efficiënt tegen depressie en zijn er beduidend minder cognitieve bijwerkingen. Tine Bergen Dat concludeert psychiater Pascal Sienaert in zijn doctoraatsonderzoek: “Bij elektroconvulsietherapie (ECT) wordt bij een patiënt een veralgemeende convulsie of stuip uitgelokt, door middel van een elektrische prikkel die via twee elektroden op het hoofd wordt toegediend,” legt Pascal Sienaert uit. “Het oorspronkelijke idee kwam van de Hongaarse psychiater Von Meduna. Hij ging ervan uit dat convulsies niet samengaan met psychotische symptomen. Dus, redeneerde hij, als ik bij een psychotische patiënt convulsies kan uitlokken, kan ik die psychose genezen.” “ECT is nu de oudste nog in gebruik zijnde biologische behandeling in de psychiatrie. Het geeft goede resultaten bij ernstige depressies, psychosen en bipolaire stoornissen, drie grote ziektebeelden in de psychiatrie. De
behandeling gebeurt onder volledige narcose. De stimulus zelf, die bestaat uit een opeenvolging van heel korte elektrische pulsen, duurt acht seconden en vervolgens is er de convulsie of ontlading, die tussen de 30 en de 120 seconden duurt. Daarna wordt de patiënt terug wakker. De hele procedure neemt dus maar een paar minuten in beslag.” “Door de jaren is de behandeling op twee punten sterk gewijzigd. De belangrijkste wijziging is de verandering van het type elektrische stroom die wordt gebruikt. Vroeger werd er een sinusoïdale stroom gebruikt. Vandaag is dat een korte pulsstroom, waardoor het mogelijk is met minder energie toch een convulsie uit te lokken. Die overgang van een sinusstroom naar een opeenvolging van heel korte pulsen om de convulsie op te wekken zorgde ervoor dat de cognitieve bijwerkingen sterk verminderden.”
“Een tweede verandering is de positie van de twee elektroden die worden gebruikt. Klassiek worden die allebei op de slaap geplaatst. Maar ondertussen hebben we geleerd dat bijwerkingen afhankelijk zijn van de plaatsing van de elektroden. Ze kunnen ook bifrontaal op het voorhoofd worden geplaatst of unilateraal: dan staat er een elektrode op de slaap en een op de kruin.”
Kortere puls “In dit onderzoek hebben we gewerkt met de bifrontale en unilaterale posities en we hebben gebruik gemaakt van een kortere pulsstroom dan gebruikelijk: ultrakorte pulsen van 0,3 milliseconde. Bedoeling was om te kijken of die kortere puls ook minder cognitieve bijwerkingen met zich meebracht, zonder dat de behandeling aan efficiëntie inboette.” “ECT krijgt immers vooral aandacht vanwege de cognitieve bij-
voor minder cognitieve bijwerkingen zorgt. Zowel de aandacht, het werkgeheugen, het korte termijngeheugen als het lange termijngeheugen bleven onaangetast. De behandeling had ook een duidelijk effect, bij alle patiënten werd een antidepressieve werking vastgesteld. Maar we weten nog niet zeker of deze behandeling even efficiënt is als de klassieke ECT. Mogelijk zijn er meer behandelingen nodig als er een ultrakorte puls gebruikt wordt.” “Dan stelt zich de vraag of het voordeel van de verminderde cognitieve bijwerkingen opweegt tegen de ietwat lagere of tragere antidepressieve werkzaamheid. Daarvoor is meer onderzoek nodig. Onze dienst aan het UPCK.U.Leuven Campus Kortenberg werkt nu dan ook mee aan een onderzoek in Den Haag dat de efResultaat ficiëntie van een ultrakorte puls “Het onderzoek heeft aangetoond vergelijkt met die van een langere dat de ultrakorte puls inderdaad puls.”
werkingen die de behandeling heeft. De patiënt onthoudt moeilijker nieuwe dingen tijdens de kuur en kan ook gaten in zijn geheugen hebben, de zogenaamde retrograde amnesie die lang kan aanblijven. Dat geheugenverlies schrikt enorm af en het mag uiteraard niet geminimaliseerd worden. Maar in de praktijk verdwijnen geheugenklachten vrij snel na het stoppen van de behandeling en de geheugenklachten die blijven en een impact hebben op het functioneren van de patiënt zijn uitzonderlijk. De geheugenklachten die de patiënten hebben, zowel voor als na de behandeling, hangen trouwens vooral samen met de mate van depressie. Dat er een duidelijk verband is tussen geheugenklachten en depressie, is bewezen.”
Fascinerende expo over Leuven en strips
Chouette! Voici Louvain! Nero die zich in het album Het rattenkasteel inschrijft aan de Leuvense universiteit, Kuifje die na spannende avonturen in de Sovjet-Unie terugspoort naar Brussel en bij doorkomst in Leuven tegen Bobbie zegt: “Chouette! Voici Louvain!”: Leuven en strips, ze weten elkaar te vinden. Els Vandeborght Dat is ook het geval op de tentoonstelling Leuven in strips, strips in Leuven. Nog tot 6 februari – gratis – te bezoeken in de Centrale Bibliotheek. Je komt op de tentoonstelling niet alleen oudere stripplaten tegen, zoals van Marc Sleen en Hergé. Er is ook werk van hedendaagse striptekenaars en cartoonisten te zien. Van Joris Snaet bijvoorbeeld. “Ik ben in Leuven geboren, ik ben al vijftien jaar lang de huiscartoonist van de Campuskrant en meer dan eens duiken er Leuvense gebouwen op in mijn werk – niet onlogisch, want ik ben behalve graficus ook architectuurhistoricus.” Joris Snaet hoort dus helemaal thuis op deze tentoonstelling, waarin werk getoond wordt dat op de een of andere manier gelinkt is aan de stad. Naast strips en pentekeningen ook affiches, bierkaartjes, studentenbladen, zelfs
een doctoraat waarin Suske en Wiske de hoofdrol spelen. De man achter de tentoonstelling heet Jozef Peeters, stripliefhebber en stichtend lid van Brabant Strip. “Ik wou wel eens weten hoe dikwijls Leuven in het beeldverhaal voorkomt. Na onderzoek bleek dat vaker het geval te zijn dan gedacht, toch in zo’n dertig verhalen. Toen begon ik uit te zoeken of de getekende gebouwen en stadsgezichten de werkelijkheid afbeelden. Daarbij heb ik enkele interessante ontdekkingen gedaan. Zo komt er in een strip – het verhaal speelt speelt zich af in 1928 – het huidige bibliotheekgebouw voor, en enkele vakjes later gaat de hoofdpersoon de pronkzaal binnen van de oude bibliotheek in de Naamsestraat, die in 1914 in de vlammen was opgegaan. In een ander stripverhaal duikt dan weer in een volledig Leuvens stadsgezicht de Lakenhalle van Diest op.”
(© Rob Stevens)
Geen blinde vlek Jozef Peeters trok voor zijn opzoekingswerk vaak naar zijn vroegere werkplek, de Universiteitsbibliotheek. Vanuit de contacten met de medewerkers van het archief groeide het idee om een brede tentoonstelling over Leuven en de strip op te zetten. Aan materiaal geen gebrek. “Er wonen hier nogal wat striptekenaars en cartoonisten, verschillende gevestig-
de namen hebben gedebuteerd in Campuskrant, Veto en kringbladen, er zijn een paar uitstekende stripspeciaalzaken en regelmatig lopen er interessante exposities over het beeldverhaal. Leuven mag dan niet zo’n prominente stripstad zijn als Brussel, we zijn zeker geen blinde vlek in het striplandschap.” Deze tentoonstelling bewijst het overduidelijk. Leuven in strips, strips in Leuven,
nog tot 6 februari, maandag tot donderdag: 9-20u; vrijdag: 9-17u; zaterdag: 10-13u; zondag: gesloten. De toegang is gratis. Bij de tentoonstelling hoort een rijk geïllustreerde en goed gedocumenteerde catalogus, samengesteld door Jozef Peeters. De tentoonstelling is een realisatie van Brabant Strip (http:// www.brabantstrip.be) en de Universiteitsbibliotheek.
6 Nieuws
campuskrant
CREALAB doorbreekt hokjesdenken In december werd in het Innovatie- en Incubatiecentrum Kortrijk (IICK), op de Campus Kortrijk, CREALAB geopend, een “unieke creativiteitsruimte”. Waarin, bijvoorbeeld, geen enkele muur recht is. En daar is een goede reden voor. Tim Vuylsyteke Professor Nico Vandaele gaf als gedelegeerd bestuurder van het IICK samen met projectverantwoordelijke Kim Smets het concept vorm: “CREALAB is een to-
taalconcept van omgaan met en kanaliseren van creativiteit. Sommigen hebben het over ‘brainstorming’, maar ons project is breder dan dat. Het steunt op drie pijlers: space, inspiration en people.”
“De ‘space’ is de ruimte zelf, die heel dynamisch is – er is, bijvoorbeeld, geen enkele rechte muur – en ‘mind expanding’ en ‘out of the box thinking’ stimuleert. De zaal kan bovendien gemakkelijk en snel opgedeeld worden in kleinere compartimenten en is voorzien van alle moderne technische snufjes die nodig zijn voor de elektronische captatie van ideeën. We hebben ook gezorgd voor een lounge en cateringfaciliteiten. ‘Inspiration’ is dan het brainstormen onder begeleiding met de mogelijkheid tot een opvolgtraject, en met ‘people’ bedoelen we het partnernetwerk:
iedereen die ook maar iets met CREALAB te maken heeft.” “We denken dat CREALAB uniek is in Vlaanderen. We zien het dan ook als een pilootproject, dat waarschijnlijk snel navolging zal krijgen. We mikken vooral op bedrijven, die onze infrastructuur en mensen kunnen huren om nieuwe producten en diensten te bedenken, hun strategie te stroomlijnen of zelfs om simpelweg een event te organiseren. Maar ook andere organisaties kunnen bij ons terecht. Zo behoren Flanders InShape, de KULAK en het Innovatiecentrum tot onze vaste gebruikers. Daar-
naast wordt er ook onderzoek gedaan, bijvoorbeeld naar de invloed van de omgevingstemperatuur, licht en geluid op creatief vermogen.” “CREALAB werd gerealiseerd door het IICK en het Innovatiecentrum West-Vlaanderen in het kader van een brugproject van het Departement Economie. Dat project loopt nog twee jaar, maar het is uiteraard de bedoeling om ook daarna nog door te gaan, zowel met het onderzoek – er komen sowieso een aantal opvolgprojecten – als met de eigenlijke uitbating van de ruimte.” http://www.crealab.be
pagina 3
Koen Vanmechelen en Jean-Jacques Cassiman
“Parallellepipeda is nog maar het startschot van ons project” Toen Edith Doove aan Koen Vanmechelen vroeg of hij in het Parallellepipeda-project wou stappen, was het antwoord simpel: “Ofwel met professor Cassiman ofwel niet.” Hun interessevelden klikken dan ook bijzonder duidelijk in elkaar. Samen hebben ze een jarenproject opgesteld dat de genetische code van de gekruiste kippen uit het Cosmopolitan Chicken-project van Koen Vanmechelen wil ontrafelen en bestuderen. Ines Minten
Jean-Jacques Cassiman (l.) en Koen Vanmechelen
(© Rob Stevens)
“We zijn vertrokken vanuit wederzijds respect”, zegt Jean-Jacques Cassiman. “We hebben elk onze eigen expertise en komen niet op elkaars domein, maar proberen wel te begrijpen waar de ander mee bezig is en laten elkaar vrij om met hetzelfde materiaal een eigen onderzoek te voeren.” Al vanaf de eerste ontmoeting bleek echter dat het gemeenschappelijke project dat ze wilden ontwikkelen niet in een zucht geklaard zou zijn. “We wilden allebei iets duurzaams opstarten rond genetica”, vertelt Koen Vanmechelen. “We wilden geen flauwekul verkopen, maar een degelijk onderzoek voeren naar het genoom van de kippen die ik gekruist heb. Als we dat volledig wetenschappelijk onderbouwd doen, kunnen we er conclusies uit trekken die niet alleen voor de filosofie van mijn kunstwerk relevant zijn, maar ook voor het onderzoek naar menselijke erfelijkheid. Als je dat allemaal op een rij zet, spreek je al snel over enorme budgetten en behoorlijk wat tijd.” Parallellepipeda is voor dit onderzoeksduo dus nog maar het
Cassiman en Vanmechelen hun resultaten dus nog niet tonen. Daarvoor is het nog veel te vroeg. Wel kun je er de installatie ‘De gouden spoor’ zien, die eveneens tot stand is gekomen dankzij een samenwerking tussen kunst en wetenschap. Een haan die zijn enige spoor was kwijtgespeeld, kreeg van Koen Vanmechelen een prothese van puur goud. “De haan staat symbool voor de sociale ladder”, zegt hij. “Zonder spoor betekende de haan niets meer in de hiërarchie. Dankzij de prothese is zijn waardigheid hersteld.” Koen Vanmechelen werkt al meer dan tien jaar met uiteenlopende wetenschappers, filosofen en sociologen van universiteiten in binnen- en buitenland samen. “Kunst en wetenschap zijn altijd al hand in hand gegaan. Ik ben in mijn werk constant op zoek naar het andere. En ik ben ervan overtuigd dat juist de ontmoeting verandering teweegbrengt. Als je dat gegeven filosofisch ontrafelt, kun je besluiten dat autonomie in de kunst niet bestaat. Je bent alleen autonoom omdat je omgeving je Prothese ontvangt en je de energie geeft Op de tentoonstelling kunnen om verder te gaan.”
startschot. Ze zijn op zoek gegaan naar extra sponsoring om hun plannen te financieren en hebben op dit moment de eerste fase van het onderzoek achter de rug. JeanJacques Cassiman: “We hebben bloedstalen genomen van alle kippen, maar we moeten die gegevens nog in detail analyseren. Daaruit zullen we kunnen afleiden hoe genetisch divers de gekruiste kippen precies zijn. Voor ons is het interessant om er conclusies voor de menselijke erfelijkheid aan vast te knopen. De kip is daar namelijk een goed model voor.” Dezelfde analyses zal Koen Vanmechelen gebruiken om zijn eigen onderzoek te staven. “Mijn werk draait om diversiteit”, zegt hij. “Als dit project morgen aantoont dat al mijn kippen ondanks het kruisen van verschillende soorten, toch nog een identiek genoom hebben, dan verkrijg je een krachtig statement, ook over de mens. Het zou voor mij een extra, duidelijk zichtbaar bewijs zijn dat er helemaal geen verschillende mensenrassen zijn.”
Hersenonderzoek en oogbewegingen
“Het was enorm verrijkend,“ zegt kunstenares Anne-Mie Van Kerckhoven (links op de foto) over haar samenwerking met Leuvense wetenschappers. Hoe haar werk in dialoog ging met het beeldvormend hersenonderzoek van professor Koen Van Laere (Nucleaire Geneeskunde) en de oogbewegingsstudies van professor Johan Wagemans (Experimentele Psychologie, rechts op de foto) leest u in een extra artikel op de Dagkrant: http://www. (© Rob Stevens) dagkrant.kuleuven.be
Inspirerend? Ben je jonger dan 25 en wil je met een onbekende partner een kunstwerk creëren met wetenschappelijke inslag, dat nadien in M wordt tentoongesteld? Schrijf je in via
[email protected]. Het project start op 16/2. http://www.facebook.com/sMart en http://www.mleuven.be
27 januari 2010
Diversiteit 7
Kritische kijk op gelijkheid en verschil Met een seminariereeks rond feministische theorie wil LUCIDE doctoraatstudenten een theoretische basis geven voor onderzoek naar verschil. Dit eerste jaar wordt er vooral gekeken naar de concepten die bij onderzoek gebruikt worden en hoe machtsverhoudingen die mee construeren. Tine Bergen “Met het centrum LUCIDE – Leuven University Centre for Interdisciplinary Research on Difference and Equality – bieden we een platform voor interdisciplinair onderzoek rond verschil. Vorig jaar stelden we vast dat er nood is aan meer theorievorming daarrond, over de disciplines heen. Met deze seminariereeks rond feministische theorie, hoofdzakelijk gericht op doctoraatstudenten, willen we daaraan tegemoet komen,” kadert professor Maddy Janssens, voorzitter van LUCIDE, het initiatief. “Feministische theorie gaat uiteindelijk om een fundamenteel andere manier van kijken naar de wereld,” verduidelijkt professor Sarah Bracke, die de seminaries organiseert. “De wetenschap staat immers niet buiten de samenleving. Effecten van machtsongelijkheid zoals racisme en seksisme spelen ook een rol bij het uitvoeren van de wetenschap zelf. Bij empirisch onderzoek is er nog steeds onderzoek dat geen of weinig aandacht schenkt aan de samenstelling van de bevraagde groep. Dit gaat dan niet alleen over gender, maar even goed over andere vormen van machtsongelijkheid zoals klasse en gender, etniciteit en gender ... Vervolgens worden de bevindingen van zo’n onderzoek wel veralgemeend naar de hele bevolking.” “Aan de andere kant is er ook het conceptuele. Hoe kijk je naar de samenleving, wat zijn relevante categorieën en hoe baken je ze af? Het verschil tussen publiek en privé, om er maar een te noemen, is geen natuurlijk onderscheid. Het is historisch en sociaal geconstrueerd. Wat publiek is en wat privé verschuift en dat onderscheid is ook heel erg gegenderd. Wat vrouwen doen wordt veel vaker als privé gezien. Het zelfde met de vraag wat we als werk beschouwen. Dat gaat nog altijd vaker om taken die mannen uitoefenen.”
Epistemologie “We willen in een eerste stap dus kritisch kijken naar de concepten die we gebruiken. Hoe zijn ze gegenderd, hoe spelen de machtsverhoudingen mee in de constructie van onze concepten? Concreet vindt er maandelijks een reading seminar plaats dat ik begeleid. Daarnaast zijn er drie bezoeken van gastprofessoren voorzien doorheen het academiejaar. Zij geven een publieke lezing en de volgende dag is er een seminarie met vragen van de studenten. De reading seminars dienen vooral om de komst van de gastprofessor goed voor te bereiden. In december hebben we bezoek gehad van Rosi Braidotti, dus hebben we in de voorafgaande seminaries gekeken hoe haar werk over de jaren geëvolueerd is. Hoe ze in het
begin sterk de focus legde op het verschil man-vrouw, terwijl ze nu ook focust op andere verschillen. In het tweede semester zijn er bezoeken van Judith Butler en Joan Scott gepland.” “Dit eerste jaar kijken we vooral naar de feministische epistemologie,” pikt professor Janssens in. “Volgend jaar willen we ons toespitsen op de methodologie. Hoe kan je de concepten en ideeën ook concreet in de praktijk brengen. Een van mijn doctoraatsstudenten onderzoekt bijvoorbeeld de subtiele discriminatie van allochtone professionals. De literatuur daarrond focust zich vooral op de persoon die discrimineert. Feministische theorie verschuift die focus naar de persoon die de discriminatie ervaart. Nu blijkt dat zo’n professional het krijgen van een compliment ervaart als discriminatie. Als je dan gaat kijken naar de machtsverhoudingen, blijkt dat de professional zich de uitzondering van zijn groep voelt. Een compliment krijgen is in die optiek de bevestiging van het stereotype dat allochtonen geen bijdrage kunnen geven. Maar dat zie je pas als je zo’n compliment gaat bekijken in termen van de machtsverhoudingen. Anders denk je: er wordt een compliment gegeven en nu is het nog niet goed.”
Onderliggende taal “We hadden maar tien dagen om de reeks aan te kondigen tussen de officiële erkenning vanuit de Doctoral School for Humanities and Social Sciences en het begin van het academiejaar, maar er hebben zich toch meer dan veertig studenten ingeschreven. Dat hadden we niet verwacht,” vertelt professor Bracke. “Dat bevestigt dat er echt wel nood is aan dit soort seminaries. De Doctoral School vond de reeks trouwens een voorbeeld van best practice. Het is een heel gemengde groep, niet alleen wat disciplines betreft maar ook als je kijkt naar generaties en niveaus. Hoewel de reeks bedoeld is voor doctoraatsstudenten zitten er ook postdocs, docenten en enkele masterstudenten tussen. De groep vertoont ook een goede mix van beide geslachten en verschillende etnische achtergronden.” “De seminaries geven de kans om te leren samenwerken ondanks al die verschillen, om een soort onderliggende taal te zoeken waarin je elkaar kan begrijpen zonder allemaal hetzelfde beginnen te denken,” nuanceert professor Janssens. “Zodat je een zinvolle wetenschappelijke discussie kan voeren zonder gelijk te zeggen dat wat de ander zegt niet wetenschappelijk is of niet relevant. We proberen een praktijk te ontwikkelen waarin we samen kennis produceren.”
“Discussiëren zonder te vechten” Professor Rosi Braidotti gaf in december het eerste gastcollege feministische theorie. Zij bekeek daarin het denken over feminisme door de jaren heen: “We kijken ondertussen terug op zo’n zestig jaar feminisme. Feministische theorie heeft dus zijn eigen geschiedenis waarin specifieke problemen aan bod komen die vandaag nog altijd heel actueel zijn. Secularisme speelt bijvoorbeeld een grote rol in hoe vrouwen hun eigen beslissingen gingen nemen, los van de kerk. Discussies die vandaag gevoerd worden over vrouwen en de islam zijn hier zeker aan te linken.” “Feministische theorie maakt dat we tijd kunnen winnen door vandaag onze lessen te trekken uit hoe gelijkaardige problemen in het verleden zijn aangepakt. De voornaamste universiteiten zoals Stanford, Harvard en The London School of Economics
hebben allemaal grote programma’s rond genderstudies. Als we daar nu geen aandacht aan besteden, kunnen we nooit vooruit gaan. Ik ben dan ook heel blij dat de K.U.Leuven als eerste in België met dit programma is begonnen.”
Gelijkheid “Ik heb in mijn gastcollege vooral gekeken naar de evolutie van het begrip feminisme. Daarbij heb ik heel veel denkers aangehaald die niet altijd meteen met feminisme worden verbonden zoals Foucault, Woolf … Een van de punten die ik heb beklemtoond, is dat we moeten loskomen van het idee dat gelijkheid ook betekent dat we dezelfde culturele opvattingen hebben. Seksuele vrijheid is in het westen bijvoorbeeld heel belangrijk. Maar tegelijkertijd heb je in Azië een boeddhistische feministische beweging die het veel belangrij-
ker vindt dat vrouwen in harmonie met de gemeenschap leven.” “Wat ik zorgwekkend vind, is dat feminisme vandaag vaak net gebruikt wordt als een vorm van nationalisme. Het idee van ‘Wij zijn juist en jullie zijn fout’. Als we onze havens, onze bedrijven en onze grenzen openzetten voor de wereld, moeten we ook onze geesten openen. Universiteiten hebben hier een belangrijke taak.” “Het is nodig dat we verschil theoretiseren, zodat we erover kunnen discussiëren zonder erover te gaan vechten. Die mogelijkheid is er ook. Ik was erg onder de indruk van het enthousiasme en de honger naar kennis van de Leuvense studenten. Leuven heeft een geschiedenis van kritische reflectie en huisvest heel wat internationale studenten. Ik denk dan ook dat deze seminariereeks een belangrijke eerste stap is.” (tb)
8 Interview
campuskrant
Rector en campusrector over de toekomst van Kortrijk
ook zij studeerden in kortrijk
Rector Mark Waer en KULAK-campusrector Jan Beirlant vullen elkaar moeiteloos aan in hun visie op de toekomst van de Kortrijkse campus. Want dat is het sleutelwoord: de KULAK hééft een eigen toekomst, een eigen identiteit, eigen mogelijkheden, verschillend van het verleden. Ludo Meyvis “Je mag Kortrijk nog wel een opstapcampus noemen, maar daarmee heb je maar een klein deel van het hele profiel. De universiteit verandert snel, en het is dus logisch dat ook de KULAK een duidelijk nieuw en eigen karakter krijgt, een proces dat trouwens al loopt.” “Studenten kiezen meer dan vroeger voor universitaire studies in de eigen regio, zeker tijdens de bachelor-jaren. Dus is het voor de Leuvense universiteit zinvol om een bruggenhoofd in West-Vlaanderen te hebben. Maar de tijd dat Kortrijk alleen maar diende om studenten door te sluizen naar Leuven, is voorbij. Begrijp me goed: die doorstroming blijft Leuven natuurlijk sterk waarderen, maar ze is lang niet het enige punt op de agenda. De KULAK is ook voortrekker in heel wat andere ontwikkelingen.” “Neem bijvoorbeeld de internationalisering, waar àlle universiteiten zich in hun beleid op richten. Welnu, in Kortrijk is internationale openheid alleen al door de ligging een evidentie. De nabijheid van Rijsel en Wallonië vergemakkelijkt contact met de francofone wereld. Wederzijdse uitwisseling van studenten en docenten is een realiteit. Ook met de Angelsaksische wereld willen we de contacten verder uitbouwen. Misschien is de Campus Kortrijk zelf nog geen handelsmerk om mee door te dringen tot in de hoogste regionen van de Britse universitaire wereld, maar daar kan de link met Leuven dan weer heel wat deuren openen. En in Engeland zijn er veel interessante deuren.” “We bevorderen de internationale oriëntatie heel actief. Voorlopig is het nog een verre droom, maar we sluiten niet uit dat er een moment komt waarop élke student die dat wil de gelegenheid krijgt om een semester in het buitenland te studeren.”
Collegegeest “Een heel andere ontwikkeling kan je samenvatten als verbreding van de bachelor-opleiding. Er is de verbreding in de tijd, door van twee naar drie jaar over te stappen, voor alle bachelors. Daar wordt aan gewerkt, maar het heeft natuurlijk heel wat financiële en politieke consequenties. Je kunt echter ook op een andere manier verbreden. In vergelijking met de geacademiseerde opleidingen in de hogescholen moet een universiteitsbachelor zijn eigen karakter blijven houden. Wanneer de academiseringsoperatie over enkele jaren voltooid zal zijn, mag dat er niét toe leiden dat het verschil tussen universiteit en hogeschool vervaagt. Onze bachelors moeten daarom een brede inhoud houden of krijgen, passend in wat van een universitaire bachelor verwacht mag worden, een ruime horizon, ruimer dan het
Trui Moerkerke (45), communicatiewetenschapper en hoofdredacteur Knack Weekend
“Een lift van de rector”
KULAK-campusrector Jan Beirlant en rector Mark Waer.
eigen specifieke vakgebied.” “In Kortrijk werken we daarom met het major-minor-systeem, waardoor je tegelijk goed voorbereid wordt op de gespecialiseerde opleiding van de masters, maar ook een heel brede vorming krijgt. De eerste voorbeelden hiervan werden al gerealiseerd (zie ook pagina 1 – red.). We streven ernaar dat een degelijke voorbereiding op de masters gebeurt in de major, terwijl het minor-luik er tegelijk voor zorgt dat je een heel brede invulling aan je bachelordiploma kunt geven. Een major wetenschappen gecombineerd met een minor onderwijskunde of economie moet dan perfect mogelijk zijn, om maar een willekeurig voorbeeld te geven. Het is duidelijk dat interdisciplinariteit hier ook erg goed in past, een invalshoek die in Kortrijk bewust zeer veel aandacht krijgt.” “Typisch voor Kortrijk is verder de groei naar een systeem dat aan de Britse colleges doet denken. Eigenlijk is de KULAK daar al sterk mee verwant. Denk maar aan de geringe afstand tussen docenten en studenten, aan de lage drempel voor interdisciplinaire contacten, aan het feit dat veel studenten op of vlakbij de campus wonen, enzovoort. Je merkt die groepsgeest ook aan heel tastbare zaken. Ik denk bijvoorbeeld aan evenementen die voor de hele campus tegelijk georganiseerd worden, zoals het Kerstbal of de one and only KULAK-doop, of lezingen die door één faculteit georganiseerd worden, maar die ook veel publiek uit andere faculteiten aantrekken, enzovoort. Je creëert op die manier een sfeer van samenhorigheid, wat dan weer zeer bevorderlijk is voor de groei van een herkenbare identiteit, een wij-gevoel. Dat blijft trouwens bestaan wanneer de Kortrijkzanen naar Leuven komen voor het vervolg van hun opleiding.” “De college-geest is niet alleen iets voor studenten. Ook voor het personeel schept dat een erg aantrekkelijke omgeving, en een duidelijk verschil met Leuven. Terwijl
je in Leuven deel uitmaakt van een grote onderzoeksgroep, maar bij wijze van spreken niet weet wie er huist op de verdieping boven je, is dat in Kortrijk natuurlijk heel wat kleinschaliger. Dat maakt het bijna evident dat je gaat aankloppen bij de buren, en op die manier een erg verrijkend intellectueel klimaat tot stand brengt.”
Mislukking “We willen van de KULAK een helder pedagogisch project maken, met een duidelijke plaats in het nieuwe onderwijslandschap, zoals dat vorm krijgt in het academiseringsproces. Studeren aan de KULAK moet een duidelijk universitaire invulling hebben. Dat betekent bijvoorbeeld dat het onderwijs een expliciete link met het onderzoek moet hebben. De kleinschaligheid van de KULAK, en het feit dat onderzoek een snel in belang toenemende component van het KULAK-profiel is, bevorderen die link tussen onderzoek en onderwijs.” “Een ander onderdeel van het pedagogisch project is een betere omgang met het nog altijd grote aantal ‘mislukkingen’ in het begin van de universitaire studies – al is het Kortrijkse slaagpercentage significant hoger dan dat van de stadscampussen. Het is gewoon niet goéd dat vijftig procent of meer na het eerste jaar zakt. Uiteraard is het onzin om daar een etiket als ‘mislukking’ of ‘gebrek aan talent’ voor te gebruiken. In veel gevallen heeft het daar niks mee te maken. Veel beginnende studenten zijn in hun eerste jaar nog erg op zoek naar een juiste studiekeuze, ze kiezen verkeerd, of ze veranderen tijdens het eerste jaar van inzicht. In de KULAK willen we dat keuzeproces goed begeleiden, via goede informatie. Ook de verbreding van de bachelorsopleiding speelt hier mee: als je tussentijds je richting wil bijsturen, is dat natuurlijk eenvoudiger als je een meer generieke opleiding volgt en over een wat ruimere bagage beschikt dan alleen maar de voorbereidende
(© Rob Stevens)
opleidingsonderdelen van de beoogde master.” “De KULAK heeft een eigen karakter. Het is geen grote campus, maar klein betekent niet dat er geen mogelijkheden zouden zijn, integendeel. De kleinschaligheid zoù een nadeel kunnen zijn, maar ze maakt meteen ook ruimte voor multidisciplinariteit: je ziét je buren gewoon, je ontmoet ze dagelijks. Ook de ligging zoù een nadeel kunnen zijn, maar die speelt dan ongetwijfeld weer een positieve rol voor internationale openheid.”
Toekomst “Openheid naar de buitenwereld is onmisbaar voor een moderne universiteit. In Kortrijk is die heel voelbaar, bijvoorbeeld door onze contacten met de hogescholen uit de omgeving. De twee WestVlaamse hogescholen die lid zijn van de Associatie zoeken trouwens heel actieve samenwerking met de KULAK. En openheid naar de buitenwereld impliceert natuurlijk ook een sterke band met het bedrijfsleven, bijvoorbeeld in de context van onderzoeksstages.” “Kortrijk is een sterke entiteit, met zeer veel toekomstkansen. Maar de échte kracht van Kortrijk komt pas tot uiting door zijn volledige inbedding in het geheel van de K.U.Leuven. Het is volledig in het voordeel van de K.U.Leuven om de KULAK alle kansen te geven. We volgen de ontwikkelingen met heel veel belangstelling, niet om Kortrijk vanuit Leuven te ‘runnen’, maar in het kader van een beheersovereenkomst waarbij de campus zelf uitwerkt hoe de strategische beleidslijnen geïmplementeerd zullen worden.” “Kortrijk is fascinerend. De dynamiek van de KULAK geeft wellicht een goede illustratie van de mooie toekomst die een relatief kleine campus te wachten staat via de hechte verwevenheid met de K.U.Leuven, een illustratie waar de andere leden van de Associatie elementen voor hun eigen toekomst uit kunnen afleiden. Die toekomst oogt veelbelovend.”
“Op mijn achttiende leek de KULAK mij minder bedreigend dan Leuven. Ik woonde zelf redelijk in de buurt, in Wevelgem, maar ik ben wel meteen op kot gegaan in Kortrijk, in de stad. Thuis blijven wonen was geen optie (lacht). Dat was trouwens een geweldig plezante tijd.” “Ik nam altijd de bus van de campus naar de stad, en af en toe stopte monseigneur Maertens, de toenmalige rector van de KULAK, met zijn auto om mij een lift te geven. Onderweg in de auto ontsponnen zich dan discussies over alles en nog wat. Zoiets zie ik nog niet meteen gebeuren in Leuven.” “Als preses politiek heb ik eens een debat georganiseerd met de politieke zwaargewichten van toen – Karel Van Miert, Hugo Schiltz enzo. Op de avond van het debat was het zwaar winterweer, met hevige sneeuwval, en moderator Frans Verleyen liet weten dat hij er niet meer zou geraken. Geen paniek: de bibliothecaris, Eric Defoort (later politicus voor VU en hoogleraar geschiedenis – red.) nam het van hem over. Dat is het voordeel van zo’n kleine universiteit: je kent bijna iedereen, en je kan bij iedereen terecht.” “Later in Leuven schreef ik, als ancien van de KULAK, voor Veto eens een bijdrage over Kortrijk. Heel braaf allemaal, maar de redactie had er een smalend sausje over gegoten, met West-Vlaamse onderschriften bij de foto’s enzo. Plots stond ik in Kortrijk bekend als nestbevuiler. En het was niet eens mijn idee!” (wv)
Renaat Landuyt (50), advocaat en kamerlid voor SP.A
“Mijn mooiste herinnering: mijn vrouw” “Ik was de enige uit een katholiek middenstandsgezin met vijf kinderen die naar de universiteit ging, en zoals het een goede katholiek toen betaamde, was Gent geen optie. Leuven leek op dat moment nog ver: we woonden in Zillebeke bij Ieper, en ik liep al school
pagina 9
27 januari 2010
Kortrijk studenten 9
Op zoek naar student K Clichés over de Kortrijkse campus en zijn studenten zijn er genoeg: ze hebben veel contact over de faculteitsgrenzen heen, ze presteren beter dan hun Leuvense collega’s, ze zijn zo verknocht aan hun universiteit dat ze het KULAK-domein nauwelijks verlaten en hun proffen zijn geweldig bereikbaar. Het klinkt als de academische hemel op aarde, maar is het ook allemaal wáár? Niemand die daar een beter antwoord op kan geven dan de Kortrijkse student zelf. Op naar de Sabbelaan dus! Tim Vuylsteke We beginnen onze zoektocht naar de gemiddelde Kortrijkse student – laten we hem voor het gemak student K noemen – in de centrale hal van het A-gebouw, naar het schijnt de place to be tijdens springuren en pauzes. De eerste student die we tegen het lijf lopen is Tom Willaert (taal- en letterkunde). We lanceren meteen een van onze gemeenplaatsen. “Het klopt dat de meeste studenten weinig in het centrum komen – al geldt dat voor mij dan weer niet, want ik woon hier in de buurt. Daartegenover staat dat we hier op de campus alles vinden wat we nodig hebben, en dat hier heel veel activiteiten georganiseerd worden.” Eén cliché lijkt al bevestigd, maar een onderzoek gebaseerd op één waarneming is natuurlijk waardeloos. Gelukkig vinden we even verder een hele groep TEWstudenten, die net een moeilijk examen achter de rug hebben. Thomas Hiltrop: “Er valt hier inderdaad heel wat te beleven: de Cantor, fuiven in de Zweetkelder, speciale weken per studierichting, cantussen…” Zweetkelder, Cantor… voor een KULAK-leek is dat Latijn. Gelukkig is ook preses Alexander Appelmans (geschiedenis en rechten) aanwezig op de campus. “De Zweetkelder is de fuifzaal onder het StuHu of studentenhuis, waar ook studentenrestaurant de Alma gevestigd is. En ook de Cantor bevindt zich in datzelfde gebouw; het is ons eigen café, dat door het presidium wordt uitgebaat. De laatste jaren heeft het aan populariteit gewonnen en vandaag is het synoniem met de KULAK.”
ook zij... pagina 8
in het Don Boscocollege in Kortrijk. Ik ben wel op kot gegaan toen ik aan KULAK ging studeren.” “Ik kon op dat moment natuurlijk niet vergelijken, maar de KULAK leek overzichtelijker, minder anoniem dan ‘de grote universiteit’. Het leek sterk op een school, maar dan natuurlijk met veel meer vrijheid. We kregen meestal les in kleine groepen, en met de proffen waren de contacten zoals met leraren. Ik ben er ook van overtuigd dat een aantal studenten daardoor niet afhaakten.” “Ik discussieerde graag – toen ook al – en dat was aangenamer in kleine groepen. Niet dat ik anders mijn mond hield. Voor één vak zaten we met alle richtingen samen in de grote aula en daar heb ik mijn toenmalig lief ontmoet. Zij was mij opgevallen door haar uiterlijk, en ik was haar opgevallen door mijn manier van noteren: ik was die langharige die toch heel secuur nota’s nam. Samen waren we fans van Luc Huyse, met zijn sociologie zagen we de dingen beter. Zij herinnert me nog dagelijks aan die tijd, ze is nu mijn echtgenote.” (wv)
(© Rob Stevens)
staat uit acht blokken met telkens twaalf kamers. Dat is heel gezellig – we vormen een goede groep!” ‘De peda’ is, naast de compacte structuur van de campus – je wandelt van Geneeskunde naar Letteren zonder één keer buiten te komen, aldus de preses – een van de voornaamste triggers voor veelvuldig contact tussen de verschillende subfaculteiten. “Dat klopt”, zegt Kimberly’s collega Elisa Walbrou. “Maar ook de kennismakingsdagen voor eerstejaars in Anseremme dragen daartoe bij. Anseremme was niet alleen leuk, ik leerde er ook heel veel mensen kennen van andere richtingen.” Anseremme, een naam die Bal met prof Blokken bij paters klinkt als een klok voor student “Maar we hebben uiteraard meer Preses Appelmans haalde het al K. We vragen Guido Cooman, bete bieden aan onze medestuden- even aan: je kunt ook wonen op zieler van de Universitaire Paroten dan een café en een fuifzaal. de campus. De KULAK heeft drie chie – zijn kantoor bevindt zich Net voor de kerstvakantie is er ons Kerstbal, mét diner, waarbij elke tafel met studenten ook een prof uitnodigt. Verder gaan we straks, na de examens, opnieuw op skireis. Dit jaar overschrijden we de kaap van de tweehonderd deelnemers.” “Wat ik ook zeker moet vermelden, vooral omdat het concept al heel lang bestaat, zijn de 24 uur. Elk jaar doen de KULAK-studenten 24 uur lang ‘iets’ voor een goed doel. Dat gaat van springen en zingen tot swingen en racen. Vorig jaar heette de actie ‘Kulak studentenresidenties: de Groene toch vlakbij – hoe dat komt. “Een Paintballt’. In het voorjaar heb- Mote voor eerstejaars, het Studen- van de redenen zal wel de lange ben we daarnaast ook de KULAK tendorp voor ouderejaars, en de traditie zijn: we trokken dit acaProms, waarop iedereen zijn of gloednieuwe residentie Corona. demiejaar al voor de 45ste keer haar talent kan laten zien aan In het StuHu zijn er dan weer vier naar het dorpje aan de monding de rest van de campus, en het studio’s beschikbaar, die bij voor- van de Lesse. In augustus en sepKULAK-toneel. En dan vergeet ik keur verhuurd worden aan presidi- tember organiseren we er elk jaar wellicht nog heel wat andere cul- umleden. TEW-studente Kimberly drie à vier sessies van vijf dagen, turele, politieke en sportieve acti- Vande Maele koos voor de Groene waarvoor telkens ruim veertig Mote: “Die residentie ligt het eerstejaars zich inschrijven. Die viteiten.” “Dat de meeste studenten op de dichtst bij de lesgebouwen. Ze be- worden dan aangevuld met een campus blijven? Dat is logisch als je bedenkt dat je hier kunt studeren, wonen, eten, drinken en fuiven. Anderzijds doen we met ons presidium wel moeite om de KULAK vaker de stad in te krijgen, en ook enkele culturele activiteiten vinden in het centrum plaats. Maar het is een feit dat Kortrijk als stad minder studentikoos is dan Leuven. Leuven ís de universiteit, en omgekeerd. Hier speelt dat minder, maar wij hebben dus wel onze campus!” Conclusie na dit korte onderhoud met de first student van de KULAK: student K brengt inderdaad heel veel tijd door op de campus, en gelijk heeft hij!
“Dat de meeste studenten op de campus blijven is logisch als je bedenkt dat je hier kunt studeren, wonen, eten, drinken en fuiven.”
twaalftal ouderejaars uit verschillende richtingen. Eén op vier nieuwe studenten kent zo al heel wat mensen nog voor het academiejaar begonnen is, en krijgt bovendien een heleboel nuttige info over zijn studierichting en het studentenleven.” Anseremme is lang niet de enige activiteit met een sociale inslag. “De studentenparochie staat ook in voor de wekelijkse broodmaaltijd – heel gezellig én voor het goede doel –, de Wereldwinkel, een jaarlijkse kerstwandeling, sociale activiteiten… Enkele jaren geleden introduceerden we de Abdijblokdagen op het einde van het semester: twaalf studenten die samen enkele dagen studeren bij de paters. Ten slotte is er ’t Ver Diep, een stille ruimte die altijd open is en waar steeds wat achtergrondmuziek speelt. Ik merk dat sommige studenten er graag gebruik van maken.”
Tweesnijdend zwaard Ons verblijf op de Campus Kortrijk zit er bijna op, maar één cliché willen we toch nog even verifiëren. Er wordt altijd gezegd dat door de kleinschaligheid van de KULAK het contact tussen personeel en studenten veel nauwer is dan op de gemiddelde stadscampus. Tom Willaert: “Je wordt hier in elk geval zeer goed begeleid, ook en vooral door de assistenten, en met zulke grote pakken moeilijke leerstof is dat echt wel nuttig.” Preses Appelmans gaat akkoord: “De begeleiding is inderdaad nergens beter dan hier, maar eigenlijk is dat een mes dat aan twee kanten snijdt. In een groep van twintig valt het immers sneller op als je er niet bent. Hoewel je nog altijd zelf beslist wat je doet of laat natuurlijk.”
Jan Vanhevel (61), CEO bij KBC
“Een entrepreneurial spirit” “In 1966 was de KULAK pas opgestart en maakte in de colleges grote ‘reclame’. Het was een ‘tussenstop’ tussen de middelbare school en de ‘zeer grote’ universiteit van Leuven. Het was ook een universiteit met een modern concept van lesgeven. De KULAK was een kleine campus, maar met zeer gemotiveerde – meestal jonge – profs die iets wilden bewijzen. Er heerste een soort ‘entrepreneurial spirit’, want alles moest nog opgebouwd worden en iedereen werkte samen: professoren, studentenverenigingen, universitaire parochie, enzovoort. Er was ook veel contact met lokale industrie en lokale politici.” “En niet onbelangrijk: bijna niemand die uit Kortrijk kwam, buisde daarna in Leuven; de KULAK leverde dus ook kwalitatief onderwijs. De KULAK heeft ook een enorme bijdrage geleverd tot de democratisering van het universitair onderwijs omdat de toegang tot de universiteit sterk vergemakkelijkt werd: kortbij, goedkoop en op mensenmaat.” “Het studentenleven was nog ‘in opbouw’, het was zeer gediversifieerd maar braaf in vergelijking met Leuven: brave cantussen, deftige fuiven, veel sport, veel (Vlaamse) politieke debatten, de betogingen voor Leuven Vlaams in ‘67 … Drie zaken zijn me bijgebleven uit mijn Kortrijkse jaren: de kritische maatschappelijke debatten over de ‘grote thema’s’, de open en geëngageerde discussies met professoren en assistenten, en de dynamische werking van de universitaire parochie. Ik heb er enkele vrienden voor het leven aan overgehouden.”
pagina 10
10 Kortrijk onderwijs
campuskrant
“Slaagcijfers liggen in Kortrijk tot vijftien procent hoger”
ook zij... pagina 9
Studeren op een kleinschalige campus zoals de Campus Kortijk biedt een aantal onmiskenbare voordelen: directe en veelvuldige onderwijscontacten tussen student en docent, grote keuzevrijheid met dubbele doorstroomopties, en kennismaking met de praktijk via extra stageaanbod. Jaak Poot “Wij maximaliseren de voordelen van onze kleinschaligheid voor een optimale begeleiding van het studietraject”, zegt studentendecaan Paul Trio. “Kleine groepen betekent: meer tijd en oog voor vragen van studenten, voor hun individuele problemen. Onze infrastructuur ondersteunt die optie: aan de ene kant van de gang heb je de auditoria, daartegenover hebben de docenten hun stek. Studenten en docenten lopen elkaar zo voortdurend tegen het lijf en dat verlaagt de drempel. De student zal gemakkelijker een docent in de gang aanspreken of even gaan aankloppen als hij met een vraag zit. De docent spreekt een student aan als die er bedrukt bijloopt.” “In die kleine groepen ga je ook vrijwel altijd naar de les, want anders val je op”, herinnert Karel Belaen, inmiddels eerste master ingenieurswetenschappen in Leuven zich. “Op die manier biedt Campus Kortrijk je een uitstekende overgang van het gecontroleerde en gestuurde leren in het middelbaar naar de bijna absolute vrijheid aan de universiteit.” “Ik geef les in Leuven en in Kortrijk”, zegt professor Paul Igodt, voorzitter Wetenschap & Technologie Campus Kortrijk. “Wel, in Kortrijk heb je geen toeristen die wat komen rondneuzen. Wie zich hier inschrijft, maakt een bewuste keuze, die komt écht om te studeren. Wij moeten daar niets speciaals voor doen, dat is de sociale functie van een kleine campus: de studenten zorgen voor elkaar en de docenten vullen dat spontaan aan, omdat ze zien wat er gebeurt.” Volgens Paul Trio verklaart dat mee de hoge slaagcijfers in het eerste jaar (60 procent) – die liggen voor de meeste richtingen tien tot vijftien procent hoger dan in grote campussen: “In het middelbaar onderwijs loopt alles vanzelf: je weet perfect wat de leraren van je verwachten, je wordt gestuurd en op de voet gevolgd. Een eerstejaarsstudent aan de universiteit moet leren omgaan met de factor onzekerheid: hij krijgt geen directe antwoorden, moet zelf zoeken hoe hij de zaken aanpakt en structureert. Wij helpen hem daarbij.” Jeroen Deforche zit nu in zijn derde jaar geschiedenis in Leuven: “Dat eerste jaar had ik extra hulp echt nodig. Ik kreeg allerlei taken met heel beperkte informatie. Zonder extra uitleg van het monitoraat was ik wellicht onderuit gegaan.” “Het monitoraat is niet verplicht, maar bijna iedereen volgt het wel”, vertelt Lorenzo Parmentier van de Dienst Studieadvies. “De docent geeft zijn theorie. In kleine groepjes gaan de studenten daarop door
Anne Provoost (45), germaniste en auteur
“Ik zal altijd kiezen voor kleinschaligheid”
(© Rob Stevens)
met een monitor. Die verduidelijkt de theorie, toont de rode draad in de cursus, geeft extra voorbeelden, reikt handvatten aan om de leerstof te structureren. Een student moet leren niet uit het hoofd te leren, maar te vergelijken, af te leiden, nieuwe verbanden te leggen, toe te passen. Zo groeit hij naar de doelstelling: zelfstandig kritisch wetenschappelijk onderzoek uitvoeren.” “Ik wilde als achttienjarige niet naar Gent of Leuven”, vertelt Ellen Vanassche, nu eerste master bio-ingenieur in Leuven. “Dat was zo groot. Ik was bang er verloren te lopen. In het begin had ik wat studieproblemen en dan sprak ik daarover met een assistent of ik maakte een afspraak op het monitoraat. Nog een voordeel voor mij van die kleinschaligheid: in Kortrijk heb je veel meer mondelinge examens dan in Leuven – precies omdat de groepen kleiner zijn. Op een mondeling zie je vaak aan het gezicht van de docent of je fout zit, en kun je jezelf nog verbeteren. Of hij geeft een hint.”
Doorstroomopties Campus Kortrijk heeft niet alle opleidingen. Doorstroomopties zorgen ervoor dat ook studenten die kiezen voor beroepen als (bio-)ingenieur, apotheker of handelsingenieur, hun studies in Kortrijk op de rails kunnen zetten. Vanaf 2010 komen daar ook doorstroomopties naar politieke en communicatiewetenschappen bij. Professor Paul Igodt stuurt al tien jaar mee de doorstroomopties voor ingenieur en bio-ingenieur aan. “Dertig studenten volgen in het eerste jaar de doorstroomoptie voor ingenieur en twintig voor bio-ingenieur, dat is ongeveer de helft van alle studenten in het eer-
ste jaar wetenschappen-wiskunde. Bijna honderd procent van die studenten slaagt als ze doorstromen naar Leuven.” “Ze kiezen hier voor een ‘minor’ van vijftien van de zestig studiepunten, die hen voorbereidt op de ingenieursstudies. Daarbij volgen we zo veel mogelijk hetzelfde programma als in Leuven. Ingenieursstudenten krijgen hier net zoals daar een practicum probleemoplossing en gaan met hun Leuvense collega’s in competitie over hun resultaten. De bio-ingenieurs krijgen een practicum waaraan de Leuvense faculteit meewerkt.” “Je komt echt op hetzelfde niveau aan in Leuven. Eén weekje inlopen en je kent je weg hier”, getuigt Anneleen Vens, nu eerste master ingenieurswetenschappen in Leuven. “Zelf koos ik voor Kortrijk omdat ik geen nummer wilde zijn aan een grote instelling. En ik leerde de andere voordelen waarderen, zoals les krijgen in kleine aula’s. Het resultaat? Je hebt direct contact met de prof, meer zelfs dan nu in de eerste master hier. In Leuven kennen ingenieursstudenten alleen andere ingenieursstudenten. Ik heb contacten in alle faculteiten, en die lopen nu in Leuven nog door. Dat is ook inhoudelijk erg verrijkend – en alle Kortrijkzanen delen dat gevoel. Nee echt, ik zou zeker niet twijfelen: start in Kortrijk!”
Extra stage “Vroeger liep je drie jaren kandidatuur geneeskunde, maar had je nog geen patiënt gezien”, vertelt professor Geert Callewaert, voorzitter Biomedische Wetenschappen Campus Kortrijk. “Nu hebben studenten in de bachelor al een huisarts-, verpleeg- en patiëntenzorgstage en ze oefenen in het vaar-
digheidscentrum. Wij vinden ook dat nog onvoldoende. Daarom organiseren we rond elk groot thema van de bacheloropleiding een kijkstage. In groepjes van zes of zeven volgen de studenten een specialist van AZ Groeninge een halve dag op de afdeling. Ze zijn aanwezig bij consultaties, kijken hoe de arts een katheter steekt of een patiënt aansluit op de nierdialyse, hoe hij een echografie uitvoert of een ECG afneemt. Iedere student loopt zo vier stages verspreid over het tweede en derde bachelorjaar.” “Zelf nodig ik regelmatig een gespecialiseerde ziekenhuisarts uit voor een gastcollege. Die komt dan bijvoorbeeld twee uur praten over diabetespatiënten en legt de link tussen de theorie die ze van mij krijgen, en de dagelijkse ziekenhuispraktijk. Ik trek ook elk jaar met een twintigtal tweedejaarsstudenten voor drie weken naar de Filippijnen, een unieke kennismaking met gezondheidszorg in een ontwikkelingsland.” Professor Zeger Debyser biedt studenten in geneeskunde en biomedische wetenschappen de kans stage te lopen in een onderzoekslaboratorium. “Dat kun je niet organiseren voor grote groepen studenten, maar in Kortrijk lukt dat wel. Wie het eerste jaar in de eerste zit slaagt, kan in de vakantie vrijwillig vier weken stage lopen in een labo. Eerst kijken en daarna zelf aan de slag. Onderzoek is een talent, een roeping. Alleen als je het probeert, kun je weten of het jou ligt. Al tien jaar kiest een tiental studenten voor die extra optie. De helft daarvan heeft de microbe meteen te pakken en loopt in zijn tweede jaar nog eens stage. Vorig jaar kon ik zelfs plaatsen aanbieden in Rijsel, meteen ook heel nuttig voor hun talenkennis!”
“Ik groeide op in de Westhoek, maar ik had toen zeker niet het gevoel dat Kortrijk dicht bij huis was. In vergelijking met Woesten, toen een dorp met 1.400 inwoners, voelde Kortrijk als een grote stad. Ik kon er voor het eerst naar het theater, een alternatieve bioscoop – de Limelight – en cafés waar mensen zelfgeschreven gedichten voorlazen. Mijn hartsvriendin, met wie ik op het internaat een kamer had gedeeld en boeken en toneelstukken schreef, was een jaar eerder naar de KULAK vertrokken. Ik wist dat we samen naar een gemeenschapshuis zouden trekken.” “De allereerste die ik aansprak toen ik als groentje aankwam, is nu nog mijn echtgenoot (essayist en actievoerder Manu Claeys – red.). Ik vroeg hem: ‘Ben jij een bisser?’ omdat hij de indruk gaf al goed te weten hoe het een en ander werkte. Die ontmoeting torent er bovenuit maar ik bewaar ook goede herinneringen aan de activiteiten van de parochie. Het ging er volstrekt areligieus aan toe, eerder links-progressief. Een drinker was ik niet. Mijn zwaarste wapenfeit ooit was die ene fles wijn die ik met Manu opdronk om onze eerste kus te durven geven.” “Heel sterk aan de KULAK was de man-tot-manverhouding. Leraren keken hun studenten in de ogen en beoordeelden ze niet alleen op basis van twintig minuten op het einde van het jaar. Ik zal in mijn leven altijd kiezen voor kleinschaligheid.” (ks)
STeffi Vallaeys (22), studente in Leuven en KULAK-preses 2006-2007
“Het échte studentenleven” “Al vóór ik ging studeren, nam ik deel aan de studentenactiviteiten aan de KULAK samen met mijn oudere zus, die er studeerde. Mijn keuze voor Kortrijk was dus snel gemaakt. Leuven klinkt voor een 18-jarige WestVlaamse ook héél ver. Ik ben meteen op kot gegaan, op de Groene Mote,
pagina 11
27 januari 2010
Kortrijk internationaal 11
Een campus met veel buitenland Internationalisering is een speerpunt voor veel onderwijsinstellingen, maar weinig universiteiten hebben een buitenland op een steenworp liggen. De Campus Kortrijk maakt dankbaar gebruik van haar geografische positie om samen te werken met de Rijselse universiteiten, en aarzelt niet om ook verder over de grenzen te kijken. Reiner Van Hove De band met Rijsel krijgt ondermeer concrete vorm in projecten binnen Interreg, een Europees programma dat grensoverschrijdende samenwerking wil stimuleren. Zo hebben de Subfaculteit Rechtsgeleerheid en de Université Lille 2 Droit et Santé eind vorig jaar een project opgestart met de Kamer van Koophandel West-Vlaanderen en de Chambre de Commerce Franco-Belge du Nord de la France. “Samen willen we de problemen in kaart brengen die bedrijven in de regio ondervinden als ze hun producten over de grens willen verdelen”, vertelt professor Evelyne Terryn. “Daarvoor kunnen ze werken met verschillende soorten tussenpersonen – handelsagenten, concessiehouders… – die uiteenlopende juridische statuten hebben. Het probleem is dat de regelgeving in België en Frankrijk op nogal wat punten verschilt. Die ingewikkelde situatie werkt ontmoedigend voor de bedrijven.” “Vertrekkend van concrete vragen uit de bedrijfswereld willen we antwoorden formuleren op een website, die verder steekkaarten over de verschillende statuten en een databank van relevante rechtspraak zal aanbieden. Twee doctorandi – één in Kortrijk, één in Rijsel – zullen ook concrete voorstellen uitwerken voor een betere wetgeving.” De Subfaculteit Letteren heeft al langer Interreg-projecten lopen. Professor Piet Desmet: “Samen met Université Charles-de-Gaulle Lille 3 en enkele regionale tvzenders hebben we de elektronische leeromgeving Franel (www. franel.eu) ontwikkeld, waarmee Franstaligen Nederlands kunnen leren, en omgekeerd. In een tweede fase hebben we de Université de Mons bij het initiatief betrokken. Uit het project is ook een uitwisselingsprogramma ontstaan: onze studenten eerste en tweede bachelor Frans vormen tandems met studenten Nederlands uit respectievelijk Mons en Lille. Tijdens het jaar houden ze contact per e-mail en we organiseren ook ontmoetingsdagen. Het is een ideale manier om hun spreek- en schrijfvaardigheid continu aan te scherpen. Intussen hebben we ook twee doctoraten in voorbereiding waarbij een co-tutelle met Lille 3 is voorzien: de doctorandus promoveert tegelijkertijd in Vlaanderen en in Frankrijk.” De Subfaculteit Economie en Bedrijfswetenschappen heeft dan weer een uitwisselingsproject lopen met het Institut d’Economie Scientifique et de Gestion (IESEG) van de Université Catholique de Lille. De Kortrijkse studenten volgen in Rijsel een keuzevak, hun Franse collega’s krijgen een introductie tot Vlaanderen en Nederland via gastcolleges en bedrijfsbezoeken. En er zijn ook stagemogelijkheden in NoordFrankrijk: studenten economie en rechten kunnen tijdens korte
‘stages de découverte’ nader ken- leerstoel gaf ze vorig semester het nis maken met een Frans bedrijf. vak ‘Introduction to Common Law’. “Ik was in de wolken toen Welbespraakt ik hoorde dat de leerstoel aan mij De studenten leggen soms ook was toegekend”, zegt Worthinggrotere afstanden af dan de 25 ton. “Het is een enorme eer, en des kilometer die Kortrijk en Rijsel te opwinderder omdat ik eerder al scheiden. Zo krijgen de studen- positieve ervaringen had gehad in ten economie, rechten en lette- Kortrijk. Drie jaar geleden gaf ik ren om de twee jaar de kans om hier als gastprofessor al hetzelfde enkele belangrijke instellingen vak. Toen viel me op hoe gastvrij, in de VS te bezoeken. De studen- slim en welbespraakt de studenten geneeskunde zoeken het dan ten waren. Ik had gevreesd dat ze weer in het oosten: “Sinds 2006 wat terughoudend zouden zijn trekken we in de Paasvakantie tegenover een buitenstaander, met twintig studenten naar de Fi- maar ze gingen meteen discuslippijnen,” vertelt professor Geert sies aan. Dat is een groot voordeel Callewaert, hoofd van de Subfa- van een kleine campus: in kleine culteit Geneeskunde. “Het is een groepen leren studenten beter om keuzevak binnen de onderwijslijn argumenten te formuleren en hun ‘Mens, Milieu en Maatschappij’. standpunten te verdedigen. Dat is De eerste week brengen we door van onschatbare waarde.” in Baguio, een vrij grote stad in de “Ik ben hier uitgenodigd omdat bergprovincie, waar de studenten de Kortrijkse rechtsfaculteit zijn stage lopen in een ziekenhuis en studenten wil laten kennismaken les krijgen over endemische ziek- met andere rechtssystemen. Dat ten als malaria en knokkelkoorts. vind ik een prima uitgangspunt: In de tweede week verkennen we daardoor gaan ze ook hun eigen de omliggende landelijke gebie- rechtsstelsel met andere ogen den om te kijken hoe de gezond- bekijken. In Londen verwijzen heidszorg daar aangepakt wordt. we kort naar de situatie in andere De studiereis eindigt in Manilla, landen tijdens de lessen, maar waar we onder andere het me- een plaatselijke expert uitnodilaatsendorp Tala bezoeken. Onze gen biedt absoluut een meerstudenten zijn bijzonder positief waarde.” Dat doet de Campus over het initiatief en sommigen Kortrijk overigens ook voor het keren later nog terug: als uitloper vak ‘Introduction au droit franvan dit project kunnen zesdejaars çais’, dat gedoceerd wordt door geneeskunde drie maanden stage professor Pierre-Yves Verkindt lopen in Baguio.” van de Sorbonne. Ook de Kortrijkse professoren en onderzoekers steken geregeld de Familie grenzen over, voor een verblijf aan Met de buitenlandse BAP’ers van een onderwijsinstelling in het bui- de Campus Kortrijk zou je een ontenland – van Harvard tot Burundi. derlinge voetbalwedstrijd kunnen Omgekeerd ontvangt Kort-rijk ook organiseren: ze zijn met meer dan internationale gastprofessoren en twintig. Paco Bonachela Capdesprekers. Eén van hen is professor vila uit Almería, Spanje doctoreert Sarah Worthington van de London aan de Subfaculteit WetenschapSchool of Economics, expert in com- pen: “Ik ben in 2006 naar Kortrijk mercial equity en personal property gekomen op aanraden van mijn law. Als houder van de Francqui- thesisbegeleider in Granada, waar
ik biochemie en computerwetenschappen studeerde. Hij kende mijn huidige promotor, professor Patrick De Causmaecker, en sprak heel positief over hem. Voor mij was het ook belangrijk dat ik hier aan de slag kon binnen een Europees Marie Curie-project – daardoor kan ik ook samenwerken met mensen uit Polen, Italië en het Verenigd Koninkrijk. Ik doe onderzoek binnen de bioinformatica: ik gebruik machine learning techniques om genen te identificeren en te clusteren. Het is een multidisciplinair project en het voordeel van een kleine campus is dat ik collega’s uit andere vakgebieden makkelijk persoonlijk kan ontmoeten, in de koffiekamer bijvoorbeeld. Ik werk nog enkele maanden aan dit doctoraat. Waarschijnlijk bestaat er daarna de mogelijkheid om nog een jaar of twee te blijven. Dat ga ik zeker overwegen.” Trevor Kadengye uit Oeganda begon eind vorig jaar aan een doctoraatsonderzoek op de Subfaculteit Psychologie en Pedagogische Wetenschappen: “In 2007 ben ik naar België gekomen om in Hasselt een master statistiek te volgen. Dat was in september, dus het weer was wel een behoorlijke schok. Maar voor de rest voelde ik me hier snel thuis: de mensen zijn gastvrij en behulpzaam. Over de K.U.Leuven had ik al veel goeds gelezen – het is een beroemde universiteit met een rijke geschiedenis. Dus toen ik hoorde dat er een mogelijkheid was om een doctoraat te doen op de Campus Kortrijk heb ik niet getwijfeld. Mijn doctoraat draait rond statistisch en methodologisch onderzoek in de onderwijskunde. De rust die deze campus biedt, vind ik ideaal voor een onderzoeker. En de collega’s zijn heel vriendelijk – we vormen bijna een familie.”
ook zij... pagina 10
eerst op een peda, daarna in het studentendorp. Dat is toch de leukste manier om het studentenleven mee te pikken, anders was de optie Leuven of Gent misschien eerder aan de orde geweest (lacht).” “Ik heb Frans-Spaans gestudeerd. Voor een talenstudie is de kleinschaligheid van KULAK een voordeel: het is bijzonder handig als je in kleine groepjes kan werken, en als je in nauw contact met je proffen staat.” “Nog een voordeel van een kleine campus: je komt sneller mensen uit andere studierichtingen tegen. Ook in de studentenvereniging zijn alle faculteiten vertegenwoordigd. Eenmaal in Leuven leerde ik via die mensen ook weer studenten uit andere richtingen kennen. Bij studenten die altijd in Leuven zaten, merk ik dat veel minder: als ik jaargenoten vertel dat ik naar Doc’s Bar ga, dan reageren ze vaak: ‘Maar jij studeert toch geen geneeskunde?’” “Ik hou vooral van het échte studentenleven, alles wat door en voor studenten georganiseerd wordt: de fakbars, de fuiven van studentenclubs, enzovoort. Dat had je in Kortrijk, en in Leuven vind ik dat ook terug. In Gent leeft dat toch veel minder…” (wv)
Professor Catherine Verfaillie (52), stamcelonderzoeker
“Nauw contact” “Eerlijk gezegd: Kortrijk was in 1975 vooral een praktische keuze. Ik was in september in Leuven aan het Sportkot begonnen (Verfaillie was als nationaal juniorenkampioen een veelbelovend vijfkamper – red.), maar door een onherstelbare knieblessure kwam daar in december abrupt een einde aan. Ik ging terug bij mijn ouders wonen in Kortrijk en startte een studie geneeskunde aan de KULAK.” “Kortrijk was compacter dan Leuven. In de Faculteit Geneeskunde zaten we niet echt met een kleine groep studenten, we waren met tweehonderd, maar dat was toch een stuk minder dan de zeshonderd in Leuven. We stonden in nauw contact met de docenten, we babbelden er gewoon mee. Het zal ook wel meegespeeld hebben dat ik toen als student-onderzoeker aan de slag kon – ik weet zelfs niet of dat in Leuven bestond.” “Uiteraard heb ik ook van het studentenleven genoten. Het waren natuurlijk andere tijden, alles was nog strenger, en ik zat zelf niet op kot, maar dat hield ons niet tegen om regelmatig bij iemand op kot af te spreken.” “Het contact met mijn studiegenoten van toen is achteraf verwaterd toen ik naar de Verenigde Staten trok, maar sinds ik terug ben heb ik weer regelmatig contact met een aantal van hen.” (wv)
pagina 15
12 Kortrijk onderzoek
campuskrant
Vorsen in Kortrijk
Lang, lang geleden was wetenschappelijk onderzoek in Kortrijk zo goed als onbekend. Kortrijk was een kandidaturencampus, en daarmee was de kous ongeveer af. Dat is veranderd. We zochten enkele vorsers op, en vroegen hen waarom een mens naar Kortrijk zou willen gaan om aan onderzoek te doen. De meesten keken wat bevreemd op: Moh vent toh, wat een vráág… Ludo Meyvis
liseren. In Kortrijk, met zijn haast evidente multidisciplinariteit, Piet Desmet is gewoon hoogleraar is dat wél gelukt, en daar zijn we Franse taalkunde en Franse di- best trots op.” dactiek. Zijn onderzoek is vooral gericht op computerondersteund 10-10-10 taalleren. “Toen ik hier pas neer- Ook Hans Deckmyn, gewoon gestreken was, werd onderzoek hoogleraar Wetenschappen, voelt meer getolereerd dan aangemoe- zich helemaal thuis in Kortrijk. “Ik digd of begeleid. Voor de onder- heb jarenlang onderzoek gedaan zoekers in de ‘life sciences’ was in Leuven, bij de grote specialisten er wel het IRC (Interdisciplinair van de trombose-research. Toen Researchcentrum), dat via het ik in 1992 vertelde dat ik naar Koruitbouwen van een gemeenschap- trijk wilde, werd mijn move nogal pelijke onderzoeksinfrastructuur meewarig bekeken. Wat ging ik tot mooie resultaten is gekomen. dáár in godsnaam doen? Het was Daarnaast had je enkele sterke natuurlijk ook wel een groot verindividuele onderzoekers. Maar schil, zowel in negatieve als in postructureel was onderzoek niet sitieve zin. Een probleem dat in ingebed in het Kortrijkse profiel. Leuven niet bestond, was de techEnkele jaren geleden is dat in- nische onderbouw. Als je op Gastgrijpend veranderd. De groei van huisberg zelf geen apparaat had de Associatie heeft daar wellicht om iets te onderzoeken, klopte je sterk in meegespeeld. Voor de ho- maar aan bij de buren. Altijd was gescholen uit de buurt is samen- er wel érgens een technische opwerking met onze campus zeker lossing of een deskundige in een een piste, maar om ook een rol te of ander deelgebied van je onderspelen in de academisering en om zoeksdomein beschikbaar. Dat ook onze identiteit als universi- was in de eerste jaren in Kortrijk taire campus te affirmeren, moest zeker niet zo. Door de snelle groei het Kortrijkse onderzoek stevig van de elektronische bereikbaarverankerd worden op de campus. heid is dat probleem minder chronisch geworden.” Dat is intussen ook gebeurd.” “Het onderzoek wordt gedragen “Een tweede probleem was dat door negen onderzoeksploegen. we in Kortrijk geen eigen masterVrijwel iedereen daarin is ook lid studenten hadden. Die vormen van een Leuvense onderzoeks- natuurlijk de basis voor het latere eenheid, zodat de inherente doctoraatswerk, de motor van alle kleinschaligheid die je hier hebt, onderzoek. Daar is intussen gronooit het contact verliest met de tendeels aan verholpen doordat grootschaligheid van Leuven. veel Westvlamingen, afgestudeerd Niet onbelangrijk is het interdis- aan diverse universiteiten, terugciplinair karakter van zowat alle gekeerd zijn naar hun roots, en natuurlijk ook doordat we nu wél onderzoek dat hier gebeurt.” “De aandacht voor onderzoek onderdak kunnen bieden aan masleidt ertoe dat Kortrijk ook meer terstudenten voor hun eindwerk.” en meer een finaliteit is. Vroeger “Je zit hier veel dichter bij elkon je je in Kortrijk ‘parkeren’, kaar, en tegelijk heerst er een kliof je beschouwde het als een op- maat van veel grotere openheid stapje naar ‘ander en beter’. Dat dan in Leuven. Je kunt bij wijze is niet meer zo, en daardoor wordt van spreken je hele leven in je onKortrijk meer en meer een aan- derzoeksgroep op Gasthuisberg trekkelijke omgeving voor je hele doorbrengen zonder ooit menonderzoeksloopbaan. Doorstro- sen van buiten Geneeskunde te ming van personeel is belangrijk, ontmoeten. Dat is aan de KULAK maar als je alléén maar over door- ondenkbaar. Onze kleinschaligstromers beschikt, kan je natuur- heid heeft ook gevolgen op techlijk nooit een stevig fundament nisch vlak. Als mijn verwarming leggen. Intussen zijn er heel wat het niet doet, stap ik gewoon mensen aan de KULAK die het even binnen bij de technicus, en onderzoek kunnen trekken. Daar- hij wandelt mee terug naar mijn door heeft het zin om als jonge on- labo. In Leuven pak je zo’n proderzoeker naar Kortrijk te willen bleem aan door eerst formulier komen: onderzoek kan nu op de 23bis in te vullen.” “De academische staf van de campus verankerd worden.” “Natuurlijk blijven we zeer nauw KULAK is voelbaar verjongd. Zocontact onderhouden met Leu- wat iedereen is gedrild in de onven, maar we staan er ook zélf. derzoekscultuur, en ze willen ook Itec, het centrum dat ik zelf met onderzoek doen. De relatieve bedrie andere residerende onder- perkingen qua uitrusting worden zoekers leid en waarin we onder- aangepakt. Ik hoop dat de eerste zoek doen naar domeinspecifie- spadesteek voor het nieuwe onke educatieve technologie, heeft derzoekslabo op 10-10-10, bij intussen zowat 25 medewerkers, voorkeur om tien uur, de aanzet vrijwel allemaal extern gefinan- is naar de beloofde verdubbeling cierd. Met Itec zijn we intussen van de onderzoeksoppervlakte.” ook actief binnen het IBBT, het Instituut voor Breedband-Tech- Interdisciplinariteit nologie. Als ik in Leuven gebleven Imogen Foubert werkt nog maar was, zou het vanuit de Letterenfa- drie jaar in Kortrijk, en was voorculteit zo goed als ondenkbaar dien actief aan de UGent. Het geweest zijn om de nodige inter- grootste deel van haar onderzoek disciplinaire samenwerking te is gericht op vetten uit micro-alvinden om zo’n inbedding te rea- gen, met mogelijke toepassingen
in de voedingsindustrie. Ook zij vindt de overstap naar Kortrijk bijzonder positief. “In Gent zat ik als postdoc in één vakgroep, en mijn professionele wereld was nauwelijks ruimer dan wat zich binnen die groep afspeelde. In Kortrijk is iedereen met heel verscheiden disciplines bezig, en dat leidt tot erg vruchtbare interdisciplinaire contacten. Dat ik me momenteel met vetten uit algen bezighoud, heeft bijvoorbeeld alles te maken met mijn KULAK-buurman, die ‘toevallig’ algenbioloog is.” “Onderzoek aan de KULAK houdt natuurlijk ook wel wat nadelen in: als je de enige bent binnen je vakgebied, heb je geen feedback, weinig gelegenheid tot overleg enzovoort. Maar daar kan je zelf desgewenst heel wat in bijsturen. Leuven is, zeker met de huidige informaticamogelijkheden, niet zo ver weg. Een reëler probleem vind ik in bepaalde tekorten qua uitrusting: als je onderzoeksveld wat andere noden heeft dan het reeds bestaande onderzoek in het IRC, heb je geen uitgebreid arsenaal aan toestellen. Nu, dat neemt
niet weg dat ik onverdeeld positief ben over Kortrijk en over mijn overstap. Voor mij is deze campus een gedroomde omgeving voor mijn verdere loopbaan.” De vlotte samenwerking met andere onderzoekers trekt ook Ellen Decaestecker aan. Zij is docent, gespecialiseerd in aquatische biologie. “In Leuven blijf je toch meer binnen je eigen vakgebied. Je kùnt er natuurlijk wel op zoek gaan naar interdisciplinair contact, maar in de praktijk gebeurt dat gewoon minder, omdat je eigen onderzoeksgroep al een resem contacten oplevert. Ik zou er niets op tegen hebben om mijn carrière in Kortrijk uit te bouwen, zeker als we ondersteund worden met nieuwe gebouwen en nieuwe onderzoekstechnologie. Je weet nooit wat de toekomst brengt, maar ik voel me heel goed hier. Wanneer ik aan buitenlandse gesprekspartners moet uitleggen waar ik werk, zeg ik altijd dat ik werk in Kortrijk, maar ik voeg er wel bij dat dat een satellietcampus van Leuven is. Die link blijft immers erg belangrijk, omdat het de eventuele Kortrijkse
problemen van schaalgrootte opvangt, en omdat het je toegang geeft tot bepaalde onderzoeksfaciliteiten waarover de KULAK niet beschikt.” Melanie Gerard doctoreerde in de biochemie en doet onderzoek rond de ziekte van Parkinson. “In Leuven wordt er op grootschaliger manier onderzoek naar Parkinson gedaan dan in Kortrijk. Dat geeft voordelen, maar potentieel ook nadelen. Het schaalverschil dat ik natuurlijk wel voel, werkt voor mij in elk geval niet remmend. Ik kom trouwens nog veel in Leuven, maar we werken ook samen met Antwerpen en Rijsel, wat een en ander natuurlijk ruimschoots compenseert. Op je eentje werken zou inderdaad niet gezond zijn, zéker niet rond een zo groot onderzoeksdomein als de ziekte van Parkinson.” “De combinatie onderzoek-onderwijs, die hier als bijna vanzelfsprekend wordt beschouwd, vind ik ook een heel positieve factor. Zo kom je met twee boeiende werelden in contact die elkaar kunnen aanvullen.”
(© Rob Stevens)
VICERECTOR PETER MARYNEN:
“Samenwerking maakt KULAK sterk” “De verwevenheid van het Leuvense en het Kortrijkse onderzoek is een sleutelfactor. Beide voeren een gemeenschappelijke algemene onderzoeksstrategie”, zegt vicerector Onderzoeksbeleid Peter Marynen. “Door samen te werken, maak je ook een verstandige besteding van de altijd weer schaarse onderzoeksmiddelen mogelijk. Dat voorkomt bijvoorbeeld dat je dure apparatuur op te veel plaatsen zou moeten onderbrengen. De KULAK heeft zijn specifieke eigenschappen die van belang zijn bij het concretiseren van de onderzoeksstrategie en die een echte meerwaarde vormen. In de Kort-
rijkse onderzoeksstrategie is samenwerking dus het kernbegrip. Door die samenwerking voorkom je ook dat de schaalgrootte een probleem zou worden. Er is de samenwerking met Leuven, maar alleen al om geografische redenen is ook Rijsel natuurlijk een logische partner.” “Ook intern is krachtenbundeling erg aangewezen. Interdisciplinaire contacten, waar de campus zo sterk in is, kan ik dan ook alleen maar aanmoedigen. En natuurlijk zijn er ook de dwarsverbanden met de hogescholen, bijvoorbeeld in Associatieverband, of met de bedrijfswereld, onontbeerlijk als partner in het
meer toepassingsgericht onderzoek.” “Een specifiek eigen mogelijkheid zie ik in ‘experimenten’ om de betrokkenheid van bachelorstudenten bij het onderzoek te vergroten en om de band tussen onderzoek en onderwijs te optimaliseren. Op dat vlak vermoed ik dat Kortrijk heel interessante ervaringen zal weten te realiseren.” “De KULAK heeft een eigen profiel, die het tot een waardevolle partner in elk netwerk maakt. Door een verstandige uitbouw van zijn onderzoekscapaciteit kan die waarde alleen maar groeien.”
27 januari 2010
Personeel 13
De passie Een sterrenkundige die handtekeningen van sterren verzamelt? Een poetsvrouw die aan modderworstelen doet? Een waterbouwkundige die familiefeestjes opluistert met een vuurspuwersact? Een godgeleerde die drumt bij een satanische rockband? In deze rubriek plukken wij de passievruchten van personeelsleden en laten u ervan proeven.
“ Binnenkort is iedereen huisfotograaf” Tim Vuylsteke Donald Samyn (61) was tot Nieuwjaar als elektronicus verbonden aan de Subfaculteit Geneeskunde van Campus Kortrijk. Tien jaar lang was hij de officieuze huisfotograaf van de KULAK.
“Het woord ‘huisfotograaf’ gebruik ik liever niet, want die functie bestaat niet meer op de campus. Vroeger was Piet Hellin de officiële KULAK-fotograaf, wat betekende dat hij letterlijk alle foto’s nam, zelfs die van de lijkschouwingen. Toen hij tien jaar geleden
met pensioen ging, werd er echter geen opvolger aangeduid. Ik kwam in zijn plaats, maar kon niet op alle vragen ingaan. Enkel als ik het gecombineerd kreeg met mijn werk, kon ik ja zeggen. Bij speciale gelegenheden kwam er trouwens iemand van Leuven.” “Al meer dan dertig jaar ben ik amateurfotograaf. In die periode is er veel veranderd. Toen ik begon, maakte ik dia’s van vissen en planten – ik was toen secretaris van een aquariumclub. Later schakelde ik over naar foto’s, die ik zelf ontwikkelde in mijn donkere kamer op zolder. Die laatste gebruik ik nu niet meer: sinds een paar jaar is de kwaliteit van digitale prints even goed.” “Het liefst maak ik architectuurfoto’s, maar daarnaast doe ik ook aan portretfotografie – meestal gaat het dan om fotoshoots met modellen op een buitenlocatie. Ik kies bijna altijd voor zwartwit. Het is trouwens iemand op de campus die me erop attent maakte dat zwart-witfotografie iets kunstzinniger is. Bovendien waren kleurenfoto’s vroeger duurder, en je kon ze ook niet zelf ontwikkelen.”
Kunst In KULAK Zijn er ooit al foto’s van Donald gepubliceerd? “Ze zijn nooit gebruikt in KULAK-folders of zo, als je dat bedoelt. Er zijn er wel al opgedoken in presentaties, en in het IRC (het Interdisciplinair Research Centrum, dat ingebed is in de Campus Kortrijk – red.) was ik verantwoordelijk voor de fotogang, een Foto boven: twee sinten op bezoek. Foto onder: een blokkende geneeskundestudent. (© Donald Samyn)
Onze fotograaf Rob Stevens begeeft zich in de jungle van het studentenleven en spreekt een wildvreemde aan. AANGESPROKEN WILD! Roken is verderfelijk en Leve De Rookwet!, maar soms kom je, op zoek naar een beetje vuur, nog wel eens in een aardig gesprek terecht. Zo geschiedt aan de ingang van Blok A ter Campus Kortrijk. Vuurgever van dienst is Dries Schouteten, die even verpoost na een middag naarstig blokwerk en zowaar een dubbelspion blijkt: “Ik studeer eigenlijk in Leuven, maar door de sneeuwellende raakte ik daar niet, dus neem ik mijn toevlucht tot de campusbibliotheek. Ik zit in mijn vijfde jaar rechten, en moet het tweede semester ook nog een thesis maken, dus werk genoeg.” Uiteraard dringt de vraag zich op:
“Het verschil tussen Leuven en Kortrijk? Hier heerst er toch wel een gezelligere sfeer. Iedereen kent iedereen zowat bij naam, zelfs de assistenten en proffen, het is meer een grote familie. In leuven is het uitgaansleven natuurlijk weer een stuk – euhm – interessanter (lacht). Ik werk nu trouwens ook in het HDR, de facbar van de Rechtenfaculteit. Hierna ga ik er misschien nog een jaartje management bijdoen. Advocaat worden wil ik niet, liever iets als bemiddelaar tussen vakbond en firma binnen een bedrijf. Dat sluit ook aan bij mijn richting, sociaal- en privaatrecht.” Dan mag hij terug de sneeuwvrije warmte induiken.
Donald Samyn
gang van 15 meter waarin tien kaders hangen met foto’s gemaakt door personeelsleden. De foto’s worden één of twee keer per jaar vervangen. Komend voorjaar, ten slotte, werk ik mee aan Kunst In KULAK, kortweg KIK!, een nieuw initiatief met onder meer een fototentoonstelling in de Spina – de ‘ruggengraat’ tussen de hoofdgebouwen van de campus.” Is deze pas gepensioneerde bang voor het zwart-witte gat? “Helemaal niet. Ik blijf, onder meer als lid van een fotografieclub, foto’s
(© Rob Stevens)
nemen, en daarnaast heb ik ook heel wat andere hobby’s: fietsen, wandelen, mijn moestuin, noem maar op. Of ik op de campus een leegte achterlaat? Dat denk ik niet. In dit digitale tijdperk is binnenkort iedereen huisfotograaf – dan is zo’n functie zeker niet meer nodig. Anderzijds staan we vandaag misschien wat te weinig stil bij het belang van goede foto’s op lange termijn. Iedereen, ook een universiteit, hecht op een bepaald moment waarde aan beelden van vroeger!”
14 Leven na Leuven
campuskrant
germanist en journalist
Els De Temmerman Eens was ze een schuchtere nonnenleerling, nu de hoofdredactrice van een van Afrika’s grootste kranten. Els De Temmerman (47) heeft veel te danken aan haar studententijd, toen de wereld voor haar openging. Met een van haar studiegenoten gaat ze nu zelfs een nieuwe krant starten, ‘de beste van Afrika’.
“Ik wil menselijk leed verlichten” Katrien Steyaert Els De Temmerman werkt op weekdagen vijftien uur, in het weekend ‘slechts’ zeven. Het is dan ook een half wonder dat ze tijd vindt voor een e-mailinterview vanuit Oeganda. Daar leidt ze The New Vision, ‘s lands belangrijkste krant. “Ik had nooit gedacht dat ik aan het hoofd zou komen van de grootste krant van een Afrikaans land, plus vijf radiostations en één televisiestation (die ook deel uitmaken van het bedrijf ‘The New Vision Printing & Publishing Company Limited’ - red.). Had iemand het mij aan de KULAK voorspeld, ik had gezegd dat hij droomde.” In 1980 begint ze haar kandidaturen Germaanse in Kortrijk. “Dat het dichter bij huis (Oudenaarde – red.) was, is niet de enige reden. De KULAK begeleidt je beter. Totaal aan je lot overgelaten worden als achttienjarige kan nefast zijn. Ik weet niet of ik op die leeftijd mijn universitair diploma had gehaald in Leuven of Gent. De verleiding om je in allerlei buitenschoolse activiteiten te storten is te groot. Hilde Devreeuw, destijds mijn boezemvriendin, koos ook voor Germaanse. We wisten dat als we in dezelfde stad en aan dezelfde faculteit zouden zitten er van studeren niet veel zou terechtkomen. Zij ging naar Gent, ik naar Kortrijk.” Daar vindt ze onderdak in ‘de maagdenburcht’, een peda die jonge meisjes moest beschermen tegen opdringerige aanbidders. “Maar in onze vleugel was er een venster waardoor jongens ’s nachts binnenslopen. Ginette, de peda-verantwoordelijke, was als een moeder voor ons. Tijdens de examens zaten we eens allemaal te huilen aan de keukentafel; we geloofden dat we er niets van zouden bakken. Ik klaagde het luidst maar haalde later als enige eerste zit. Niet goed voor mijn populariteit...”
Van punk tot Taiwan Dat De Temmerman ondertussen bijna twintig jaar in Afrika woont en werkt, schrijft ze deels toe aan haar studententijd. “Ik zou niet geworden zijn wat ik ben als ik niet in Leuven had geleefd. Ik liet mijn schuchtere, angstige jeugd achter me en brak uit de muren van ‘het kloosterke’, mijn middelbare nonnenschool en absorbeerde als een spons wat de wereld te bieden had. Met mijn kotgenoten bekeek en besprak ik elke avond het nieuws over de Koude Oorlog, Mao, de apartheid, ... maar de verhalen van mijn Afrikaanse vrienden boeiden me het meest.” “Via een blanke Zuid-Afrikaan die tegen de apartheid ijverde, schaarde ik me achter de boycot tegen Zuid-Afrikaanse appelen en mobiliseerde mensen voor het grote Free Nelson Mandelaconcert. Ik liep mee in anti-raketbetogingen, bracht opgepakte vrienden warme koffie in de rijkswachtkazerne, verkocht kaarsen voor Amnesty International en sliep twee keer per week in het Oikondehuis, waar probleemjongeren een tweede kans kregen. Sommige van die zware punkers werden mijn vrienden.” Een avontuurlijke eerste job volgt: docente Engels aan de Feng Cha University in Taiwan. “Ik was 22 en mijn eerste vlucht bracht me meteen naar het andere eind van de wereld. Het werden twee geweldige jaren. In de vakanties trok ik met de rugzak heel Azië door en liet ik mijn kinderangsten definitief achter me.”
De geur van lijken Knack publiceert haar Aziatische notities niet wegens ‘te lange en omslachtige zinnen’, maar een jaar later, in 1988, wordt ze hulpverleenster in Soedan. Haar dagboek verschijnt in Humo en helpt haar aan een job bij Het Volk en daarna Wereldwijd. In 1992 vestigt ze zich als freelance journalist in
(© ingezonden)
Kenia en wordt de Afrika-correspondente voor De Volkskrant en VRT. Enkele jaren later ook voor De Morgen en VTM. Ze kent harde momenten. “De hongersnood in Zuid-Soedan in 1988, de anarchie
loze uren had gesleten, werd ik overvallen door nostalgie naar een wereld die goed en eerlijk was. Het extreme geweld en de overlevingsstrijd waar ik getuige van geweest ben, hebben me
wond, ziek, overdekt met schurft, vol schuldgevoelens en zelfhaat – maar bloeiden stilaan terug open, werden weer kind. Zelfs mijn job als hoofdredacteur geeft me niet zo veel voldoening.” Sinds 2006 is het opvangcentrum van de vzw omgevormd tot een middelbare school voor slachtoffers. “Dit jaar hebben we de school, die twee jaar onder het beheer stond van het bisdom van Lira, terug in handen genomen. We betalen nog altijd het schoolgeld van meer dan drieduizend ex-kindsoldaten in Noord-Oeganda, vijfendertig van hen studeren aan de universiteit. We hebben onze activiteiten uitgebreid naar Zuid-Soedan, waar Kony nu kinderen ontvoert. De universiteiten van Leuven, Gent en Brussel verwerken nu onze duizenden dossiers van de kindsoldaten. Het wiser and sadder gemaakt.” Het doel is een internationaal ondertaant haar ambitie niet. “Geld of zoekscentrum op te richten.” roem zeggen me niets. Ik wil het verschil maken, menselijk leed Cassia Lodge verlichten.” Het Afrikaans opti- Sinds eind 2006 leidt De Temmisme is de sleutel. “Als ik tegen merman The New Vision, de bemijn redacteurs zeg: ‘Ik snap niet langrijkste Oegandese krant met dat jullie zo goedgezind blijven’, 350.000 lezers. “Nog eens 500.000 moeten ze verschrikkelijk lachen. mensen lezen onze vier kranten Hun levensvreugde is een con- in lokale talen en tweehonderd radiostations nemen letterlijk onze stante les in relativering.” Met haar vzw Kindsoldaten (op- verhalen over. We bepalen vaak gericht in 2000 – red.) schrijft ze de parlementaire agenda, bijvoorpositieve geschiedenis. “We heb- beeld door corruptieschandalen ben meer dan zevenduizend ex- uit te brengen. Ons verhaal over kindsoldaten begeleid in Noord- grootschalig gesjoemel met uitOeganda. We herenigden ze met gaven voor een top van het Britse hun ouders, stuurden ze terug Gemenebest, die 100 miljoen naar school of hielpen ze een euro heeft gekost, beheerst hier handeltje opstarten. Ze waren teruggekeerd van het strijdveld – ge pagina 15
“Enkele jaren geleden gaf ik een lezing aan de KULAK. In de aula, waar ik destijds talloze uren had gesleten, werd ik overvallen door nostalgie naar een wereld die goed en eerlijk was.” in Somalië na 1991 en de genocide in Rwanda in 1994 waren fysiek en mentaal het moeilijkst. Ze vielen samen met persoonlijke drama’s. Onbekenden zien gedood worden is erg maar de tragedie wordt ondraaglijk als dierbaren worden vermoord. De prijs die de Oegandese rebellenleider Joseph Kony in 2002 op mijn hoofd zette (omdat ze kindsoldaten hielp – red.) was in zekere zin minder traumatiserend. Vooral de Rwandese gruwelen blijven onverteerbaar. Telkens als ik naar Kigali reis, word ik nog overweldigd door de geur van lijken.” “Enkele jaren geleden gaf ik aan de KULAK voor tweeduizend toehoorders een lezing over de vicieuze cirkels van Afrika. In de aula, waar ik als jong meisje tal-
27 januari 2010
pagina 14 al maanden het nieuws. Ik geloof heilig in ‘exposure’, het publiek maken van misdaden. Dankzij de invloed van de krant kan ik ook aandacht vragen voor mijn drie hoofdthema’s: het schrijnend misbruik van de zwaksten in de samenleving, de corruptie en diefstal van overheidscenten en het respect voor het milieu.” Het nieuws wordt gemaakt door zeshonderd journalisten, waarvan tachtig procent jonger is dan dertig. “Mijn mensen zitten vol energie maar hebben geen enkele ervaring. Vrije pers is hier een relatief nieuw fenomeen. De toegang tot informatie, stijgende corruptie en manipulatie bemoeilijken het werk. Drie fulltime advocaten checken voor ons of de binnenkomende rapporten echt zijn of niet, en behoeden ons voor rechtzaken.” “In 2008 nam ik even ontslag als hoofdredacteur omdat de inhoud van de voorpagina mij werd opgelegd. Na zes maanden riep de raad van bestuur me terug, met nieuwe garanties. Behalve instructies over de anti-homowet hebben ze zich niet meer gemengd. De krant is geprivatiseerd, beursgenoteerd en nog slechts voor 52 procent in handen van de regering. Dat geeft mij tamelijk veel redactionele onafhankelijkheid. Ik word wel geïntimideerd en bedreigd over de corruptieschandalen maar als buitenlander ben ik een betere buffer.” “Ik besef dat ik dit soort leven niet lang kan volhouden, maar zolang ik het doe, wil ik het goed doen”, besluit ze. “Als er tijd is voor ontspanning werk ik aan de boekhouding van de vzw of ga ik zwemmen.” De Temmerman woont in Kampala, samen met Johan Van Hecke, met wie ze in 1996 een opgemerkte relatie begon (Van Hecke nam ontslag als CVP-voorzitter – red.). “Johan runt Cassia Lodge, dat we met onze spaarcenten en steun van vrienden en familie hebben gebouwd. We hebben een adembenemend uitzicht over het Victoriameer en Kampala. Op het terras van het restaurant kijk ik naar de rest van de mensheid en verzoen me telkens weer met Oeganda.” Maar haar horizonten reiken verder. “Ik kan er nog niet veel over verklappen maar mijn ultieme droom is om een eigen krant op te starten in Afrika. De plannen zijn vergevorderd. De drijfveer is Luka Biong Deng, een Leuvense studiegenoot die ik pas een jaar geleden terugvond. Hij is nu de rechterhand van de president in Zuid-Soedan en een van de machtigste mannen van het land. We gaan samen de beste krant van Afrika maken!” www.childsoldiers.net
Alumni 15
Nieuwe opleiding is noodzaak in ‘risk society’
ook zij... pagina 11
Wie op lokaal niveau verantwoordelijkheid draagt voor de voorbereiding of uitvoering van het veiligheidsbeleid, kan zich dit voorjaar bijscholen via een nieuwe opleiding permanente vorming. Benedict Vanclooster De kiem voor de opleiding ‘Lokaal integraal veiligheidsbeleid: van visie tot plan’ werd gelegd door Stef Christiaensen, adviseur integraal veiligheidsbeleid van de Stad Mechelen. Christiaensen heeft een studieverleden aan de K.U.Leuven, waar hij een doctoraat in de criminologie behaalde. Zijn professionele ervaring op het terrein leerde hem dat er bij de lokale beleidsactoren een grote behoefte bestaat aan vorming inzake integrale veiligheid. “Op Stefs aangeven hebben we vervolgens onze beproefde formule toegepast”, zegt professor Wim Malfait, directeur van de Dienst Postacademische Vorming in Kortrijk, die de nieuwe opleiding organiseert in samenwerking met het Leuvens Instituut voor Criminologie en het Expertisecentrum Maatschappelijke Veiligheid (KATHO). “We hebben een werkgroep samengebracht van academici en deskundigen uit de praktijk om te garanderen dat de opleiding zowel academisch gefundeerd als voldoende praktijkgericht zal zijn.” De opleiding wordt met behulp van videoconferentie zowel in Kortrijk als Leuven aangeboden en bestaat uit zes namiddagsessies telkens op een donderdag in maart en april. Ze vertrekt vanuit een theoretisch kader en mondt uit in een praktijkoefening. “Bedoeling is dat de deelnemers een visie op veiligheid ontwikkelen en van daaruit komen tot de ontwikkeling van een lokaal integraal veiligheidsbeleid en bijhorend veiligheidsplan”, legt Malfait uit.
ze noemt. Veiligheid is op alle niveaus een snelgroeiende bekommernis: mensen willen veiligheid op straat, veilig voedsel, zich beveiligen tegen de Mexicaanse griep... Het is anderzijds een thema dat de nodige relativering vereist en niet tot paniek mag leiden.” Deklerck pleit bij de beleidsverantwoordelijken voor ruimdenkendheid. “Het begrip ‘integraal’ in de titel van de opleiding verwijst daar ook naar. Een integrale veiligheidsaanpak impliceert dat de overheid niet alleen repressief gaat optreden als het te laat is, maar ook preventief het algemeen welzijn beoogt. Infrastructuurwerken, politiepatrouilles en vlotte communicatie zullen er bijvoorbeeld voor zorgen dat mensen zich minder fixeren op hun onveiligheidsgevoelens.” Behalve inhoudelijke kennis wil de opleiding dan ook managementvaardigheden aanleren. “Veiligheidsbeleid is niet iets wat een burgemeester, politiezonechef, preventieambtenaar of wie dan ook zomaar op zijn
naamkaartje toevoegt. Wie in zo’n functie terechtkomt, dient alle betrokken partijen te kunnen inschatten en zijn/haar dienst op een geïntegreerde manier te laten samenwerken met de diverse veiligheidsorganisaties op alle echelons”, zegt Deklerck. Daarom wil de opleiding ook bewust justitiele actoren betrekken. Zo hebben sinds kort ook de procureurs des Konings de opdracht om voor hun arrondissement een beleidsplan op te stellen. De deelnemers – in aantal beperkt tot vijftig: de ene helft in Kortrijk, de andere in Leuven – krijgen de kans om een evaluatie af te leggen en, in geval van een positieve beoordeling, een getuigschrift van permanente vorming te verwerven. “Ze krijgen de opdracht om in een werkje een eerste aanzet te geven tot een lokaal integraal veiligheidsplan”, zegt Malfait. “Deze opdracht zal een nuttige basis vormen waar ze in hun beroepspraktijk verder op kunnen bouwen.” http://www.kuleuven-kortrijk.be/ nl/PAV/Opleidingsaanbod/ Opleiding/?code=1622
Risk society “Aan de ene kant willen we inzichten bijbrengen rond het thema veiligheid”, vervolgt professor Johan Deklerck (Leuvens Instituut voor Criminologie), academisch verantwoordelijke voor de opleiding. “De algemene inleidingen in de eerste sessie reiken de cursisten een helikopterperspectief aan. In een paar decennia tijd zijn we geëvolueerd van een maatschappij waarin welvaart het dominante thema was, naar een postmoderne onzekerheidssamenleving. Een risk society, zoals Ulrich Beck
Vincent Van Quickenborne (36), jurist en minister voor Open VLD
“Pannenkoeken, bier en liberalisme” “Na zes jaar op internaat in Gent wilde ik afwisseling. De keuze viel snel op Kortrijk, waar ik nu nog altijd woon. Al tijdens de humaniora was ik maatschappelijk actief en had ik de zin voor politiek te pakken gekregen. Studies rechten leken me mooi om dat verder uit te bouwen. Ook de kunst van het spreken interesseerde me.” “Ik moest niet zo hard studeren en moet bekennen dat ik vaak op café zat. Als student moet je kiezen uit drie dingen: studeren, uitgaan en een lief hebben. Ik had af en toe een korte relatie maar heb toch vooral van het leven genoten. Soms denk ik met nostalgie terug aan waar we uithingen, of de lyrische discussies over ‘het zijn van de zijnden’. Ik zou zeggen: ‘Studenten, profiteer er maximaal van!’” “In tweede kan was ik jaarpreses en richtte ik samen met enkele goede vrienden het Liberaal Vlaamse Studentenverbond op. Daar werd argwanend naar gekeken, zeker vanuit katholieke hoek. Al snel telden we dubbel zo veel leden als de christendemocraten; sommigen maakten zelfs de overstap. Naar onze lezing van Verhofstadt kwam de helft van de KULAK-studenten luisteren. Maar ook de activiteit ‘pannenkoeken, bier en liberalisme’ was memorabel. We discussieerden over de schoolplicht, maar vraag me niet hoe die avond afgelopen is.” “We kregen les van uitstekende proffen als wijlen baron Suetens, Van Orshoven en Vanderstraeten. Er was ruimte voor one-to-onegesprekken. Zelfs ‘s avonds waren de proffen bereikbaar. Je moest dom zijn om daar geen gebruik van te maken. De KULAK benadert sterk het Amerikaanse universiteitsmodel met kleine studentengroepen en gemotiveerde proffen. Door de kleinschaligheid val je sneller op je poten dan in Leuven, waar het er anoniemer aan toegaat.” (ks)
Een slim brein weet waar het moet zijn. K.U.Leuven masters. Infobeurs Wanaba?! op 3 maart 2010. w w w.k uleu ve n.be kul18612_banner 256x55mm.indd 1
26/01/10 12:53
16 Alumni Agenda Alumni VILv Forumavonden: 19 februari, Hoe plan ik mijn carrière?; 30 maart, Passiefhuizen: de woningen van de toekomst?, gevolgd door receptie, 19u30 (broodjes vanaf 18u45), Auditorium Thermotechnisch Instituut, Kasteelpark Arenberg 41, Heverlee • Info:
[email protected], (t) 016 32 13 94 • http://www.vtk.be/alumni/ activiteiten/forumavonden/ VRG-Alumni Uitreiking Prijs van de VRGAlumni 2010. De laudatio wordt uitgesproken door professor Stephan Parmentier. • 5 maart, Universiteitshal, Naamsestraat 22, Leuven • Info:
[email protected]. be, (t) 016 499 497 • http://www.vrgalumni.be/ alumniprijs/ Nos iungit Academia Mis voor de overleden leden, gevolgd door maaltijd, 7 februari, 11u30, Sint-Jozefskerk, Boogaardenstraat 72, 3000 Leuven. Voor 1 februari inschrijven via (t) 016 25 42 80 en 35 euro (all-in) overschrijven op 310-0270846-11 (vermelding ‘NIA-etentje’). Causerie door prof.em. Urbain Vermeulen: ‘De Islam: actualiteit in historisch perspectief’, 26 februari, 20u30, Clublokaal, Koning Leopold I-straat 18, 3000 Leuven. • Info: Anne-Marie.Wollants@ telenet.be, (t) 016 25 11 64 • URL: http://www.niaclub.be Kern Brussel Bezoek aan het Vlaams parlement met uiteenzetting van prof. Paul Van Orshoven en voorzitter Jan Peumans over de Vlaamse resoluties van 1999 in het kader van de huidige onderhandelingen tussen de gemeenschappen. • Inschrijven voor 15 februari. 8 euro voor alumnileden (2009 of 2010) en 15 euro voor niet-leden op 000-0136526-47. • 22 februari,18u30, Vlaams Parlement Hertogsstraat 6 (hoofdingang • Info:
[email protected]. be, (t) 016 32 40 02, (f) 016 32 41 90 LAPP Afterwork: Party. Gratis voor leden en laatstejaarsstudenten Psychologie en Pedagogische Wetenschappen. Niet-leden betalen 7 euro. Iedereen ontvangt bij aankomst een glaasje cava. • 25 februari, 19u-23u, Musicafé, Muntstraat 5, 3000 Leuven. Galabal Pedagogische Wetenschappen. LAPP biedt haar leden de mogelijkheid om het jaarlijkse galabal van de Pedagogische Kring bij te wonen. • 18 maart 2010 om 21u, Musicafé, Muntstraat 5, 3000 Leuven Galabal Psychologie. LAPP biedt haar leden de mogelijkheid om het jaarlijkse galabal van de Psychologische Kring bij te wonen. • 19 maart, 21u, Gravenhof, Alsembergsesteenweg 676, 1653 Dworp • Info:
[email protected], (t) 0496 62 60 60 • http://ppw.kuleuven.be/lapp/ agenda
campuskrant
[14] in de ban van de kring
“Wij brengen Leuven naar West-Vlaanderen” De Leuvense Alumni Zuid-West-Vlaanderen (LAZW) beginnen aan hun vijfde werkingsjaar. Benedict Vanclooster West-Vlaanderen telt twee regionale alumnikringen van de K.U.Leuven: één voor de afgestudeerden die wonen en/of werken in het noorden van de provincie en één die de alumni in ZuidWest-Vlaanderen bedient. De grens is getrokken ter hoogte van Torhout. De LAZW worden voorgezeten door Luc Devoldere, classicus en afgevaardigd bestuurder van de culturele stichting Ons Erfdeel vzw. “Van oudsher trokken vele West-Vlaamse jongeren naar Leuven voor hun universitaire studies. De Campus Kortrijk biedt hen een nabije opstapmogelijkheid. De regionale kringen bieden de Leuvense alumni kansen om zich in eigen streek over alle studiedomeinen heen onder elkaar én met de Alma Mater verbonden te voelen. Alumni dragen immers hun universiteit uit en zijn er de ware ambassadeurs van.” De werking van de LAZW is gealigneerd op het reeds langer beproefde succesmodel van Domus Lovaniensis Brugensis, de vereniging in Noord-West-Vlaanderen, zo legt Paul Thurman uit, verantwoordelijke voor externe relaties aan de Campus Kortrijk en bestuurslid in beide kringen. “De activiteiten worden volgens hetzelfde ritme georganiseerd. In het voorjaar staat een concert op het programma, in het najaar een lezing door een Leuvense professor. In het noorden vinden alle activiteiten plaats in of rond Brugge. In het zuiden is de Campus Kortrijk de vaste locatie voor de najaarslezing, voor het concert daarentegen wordt geroteerd tussen verschillende steden. De alumni wonen in het zuiden immers meer verspreid.”
Koken kost geld Het bestuur van de LAZW kan geslaagde participatiecijfers voorleggen. “Sowieso maken we voor elke activiteit een selectie uit onze databank, afhankelijk van het onderwerp van de lezing of de locatie van het concert”, zegt Thurman. “Zo proberen we zoveel mogelijk een numerus clausus te vermij-
den.” In Zuid-West-Vlaanderen wonen ongeveer 12.800 alumni van de K.U.Leuven. Thurman: “We willen iedereen de kans bieden eens deel te nemen aan een activiteit. Zelfs wie geen lidgeld betaalt aan de koepelvereniging Alumni Lovanienses, is welkom. Leuven is in afstand ver voor West-Vlamingen. Daarom is ons uitgangspunt: laat ons Leuven naar West-Vlaanderen brengen. Wellicht draagt dat op termijn bij tot de ledenwerving van Alumni Lovanienses in de kustprovincie.” Beide West-Vlaamse alumnikringen richten zich tot alle voormalige studenten uit alle faculteiten van de K.U.Leuven, wat zich uit in de samenstelling van de besturen. In het noorden is de voorzitter en ingenieur Joachim Coens actief in de economische sector. Ondervoorzitter is germanist Patrick Deruwe, actief in de onderwijssector. In het zuiden is voorzitter Devoldere bedrijvig in de culturele sector en ondervoor-
zitter Pol Huysentruyt is een handelsingenieur uit de bedrijfssfeer. “De brede en gediversifieerde doelgroep én de informele werkwijze van deze regionale alumnikring verhogen de aantrekkelijkheid ervan”, stelt Devoldere. Maar alles heeft een keerzijde. “Koken kost nu eenmaal geld”, vervolgt hij. “LAZW beschikt niet over eigen financiële middelen en draait gedeeltelijk op ondersteuning vanuit Alumni Lovanienses. Er is uiteraard de hoop dat het nieuwe beleid van de Leuvense Alma Mater verder een helpende hand zal reiken.” Devoldere vindt het belangrijk dat de K.U.Leuven haar vele alumni in Zuid-West-Vlaanderen blijft aanspreken. “Zij kunnen de naam van de K.U.Leuven in de periferie laten resoneren. Onderschat nooit de periferie. Ze opereert vaak bewuster dan het centrum.” http://alum.kuleuven.be/ lazw.html
Leest u Campuskrant liever online? neem een digitaal abonnement op http://www.kuleuven.be/ck/digitaalal.html
Reizen met Alumni Oost-Pruisen Van vrijdag 18 juni tot zondag 27 juni 2010 organiseert Alumni Lovanienses een cultuurhistorische reis naar Oost-Pruisen. We bezoeken de Poolse steden Gdansk, Marienburg, Elbing, Olsztyn, Mikolajki, Gizycko, Ketrzyn en Lidzbark Warminski. Ook bezoeken we het kasteel van Mohrungen en de abdij van Wojnowo (Eckertsdorf). In de oblast Kalinningrad plannen we, naast een bezoek aan de stad zelf, een excursie aan onder meer Gvardeysk (Tapiau), Sovjetsk (Tilsit), Ragnit, Zelenogradski (Cranz) en Rybatschi (Rossitten). In Litouwen bezoeken we Klaipeda (Memel). Begeleiding door Erik Gobin en lokale gids. • De richtprijs bedraagt 1.995 euro per persoon (min. 25 personen – supplement éénpersoonskamer 299 euro – aantal beperkt). • http://alum.kuleuven.be/reizen/ Oost-Pruisen.html Napels en omgeving Van 18 tot 24 oktober organiseert Alumni Lovanienses een prachtige cultuur-historische reis naar Napels en omgeving. In Napels brengen we een bezoek aan het historische centrum met het Plebiscitoplein, het San Carlo theater (bezoek buitenzijde), het Maschio Angionino, het Koninklijk Paleis (bezoek buitenzijde), de historische wijk ‘Spaccanapoli’, het San Chiara-klooster, de kerken van Gesù Nuovo en San Lorenzo, de Cappella San Severo en de kathedraal. We bezoeken de sites van Pompeï en Herculaneum. Verder voorzien we een vrije dag in Napels of Capri en een excursie naar Paestum en Velia, de Amalfitaanse kust en Pozzuoli. Begeleiding door Erik Gobin en lokale gids. • De richtprijs bedraagt 1.390 euro per persoon (min. 25 personen – supplement van 299 euro voor éénpersoonskamer, aantal beperkt) – bij 21 personen is de richtprijs 1.410 euro. We overnachten in een viersterrenhotel. • http://alum.kuleuven.be/reizen/ Napels.html Inschrijven voor deze reizen kan via Avatours nv, (t) 056 21 50 00,
[email protected]
Verschijnt maandelijks, uitgez. juli en aug.
Tijdschrift - toelating gesloten verpakking
Afgiftekantoor 2099 Antwerpen X
2099 Antwerpen X n° BC 6379
erkenning: p303221
PB-nr. B-4883
16 DE C E MBE R 2 0 0 9 | NR 4 | 2 1S T E J A A R G A NG | W W W. K UL E U V E N .BE / C K /
T I JDSCHRIF T VA N DE K .U.L EU V EN
“Ik ken nog al mijn examencijfers” LE VEN NA LEUVEN: GABRIEL FEHERVARI, JURIST EN CEO ALFACAM GROUP [14]
Impact echtscheiding op jongeren ONDERZOEK: ADOLESCENTEN EN GEZINNEN [6] Cineasten Jean-Pierre en Luc Dardenne.
(© Christine Plénus)
GEBROEDERS DARDENNE ONTVANGEN EREDOCTORAAT
Eredoctoraten in het teken van het kind
Banaan in een glaasje
Onze universiteit kent ieder jaar het eredoctoraat toe aan personen met bijzondere verdiensten op wetenschappelijk, maatschappelijk of cultureel vlak. Op 2 februari 2010 mogen zes vooraanstaande personen de titel van doctor honoris causa van de K.U.Leuven in ontvangst nemen. De Academische Raad koos voor het thema: ‘Het kind’.
Uit de muur of à la carte?
Radhika Coomaraswamy (Sri Lanka) is momenteel Speciaal Vertegenwoordiger van de VN Secretaris-Generaal voor Kinderen in Gewapende Conflicten, met rang van Vice-Secretaris-Generaal van de Verenigde Naties. Zij staat bekend als voorvechtster van de mensenrechten, in het bijzonder de rechten van kinderen en vrouwen in conflictsituaties. Haar persoonlijke actie heeft bij de leden van de VN-veiligheidsraad ook geleid tot een verregaande bewustwording van de problematiek van seksueel geweld als oorlogswapen. De K.U.Leuven reikt haar een eredoctoraat uit als bijzondere blijk van waardering en erkenning voor de belangrijke rol die zij in eigen land en internationaal speelt in de verdediging van de rechten van vrouwen en kinderen. Professor Christopher Colclough (Cambridge) gaat in zijn werk op zoek naar de noden van
de maatschappij en haar economie en probeert dan politieke maatregelen met betrekking tot onderwijs te formuleren. Enerzijds benadert hij het onderwijs vanuit het perspectief van economische vooruitgang, wat de algemene vooruitgang van het land ten goede zou moeten komen. Anderzijds stelt hij het kind centraal door op zoek te gaan naar systemen waarbij elk kind van onderwijs kan genieten en later ook zijn plaats kan vinden in het economisch systeem. De K.U.Leuven reikt hem een eredoctoraat uit voor de grote wetenschappelijke en maatschappelijke relevantie van zijn onderzoek. Cineasten Jean-Pierre en Luc Dardenne ontvangen hun eredoctoraat omdat hun films op een zeer sterke en onontkoombare manier ‘de werkelijkheid van het kind’ tonen. Niet enkel in de betekenis van de wording
VERSCHIJNINGSDATA CAMPUSKRANT 2009-2010
en vorming van het kind maar ook ‘de werkelijkheid van het steeds opnieuw kunnen beginnen’. Hun films zijn realistisch en hard, maar in wezen ook optimistisch en uitgesproken humanistisch, een cinema van hoop op menselijkheid. Professor Giacomo Rizzolatti en professor Vittorio Gallese zijn beiden hoogleraar in de fysiologie aan de universiteit van Parma. Zij zijn de ontdekkers van het spiegelneuronensysteem (MNS) en toonden het cruciaal belang ervan aan voor de neurocognitieve en sociale ontwikkeling van de mens. Waar de wetenschap vroeger een strakke scheiding maakte tussen neuronen met een motorische functie en neuronen met een waarnemingsfunctie, bewijst hun werk dat er een categorie neuronen bestaat die beide functies integreert. Interviews met de eredoctores vindt u op pagina’s 2, 3 en 4.
NR. 5 – 27 JAN 2010
NR. 6 – 24 FEB 2010
NIEUWE LEUVENSE LIKEUR MUSA LOVA STEUNT ONT WIKKELINGSPROJECTEN [7]
HOE EET DE LEUVENSE STUDENT? [8]
“De serene sfeer is weergekeerd” INTERVIEW MET RECTOR MARK WAER [11]
Kan je een lawine ‘oproepen’? RECHTGEZET [19]
Stoepkrijtactie voor mobiele schooltjes ALUMNUS ARNOUD R ASKIN [20]
NR. 7 – 24 MA A 2010
NR. 8 – 28 APR 2010
NR. 9 – 26 MEI 2010
27 januari 2010
Universiteitsfonds 17
Fonds steunt buitenlandse wetenschapsstudenten Vanaf volgend academiejaar kan het kruim van de buitenlandse studenten een beurs aanvragen om een masteropleiding aan de Faculteit Wetenschappen te volgen. Benedict Vanclooster
voor een van onze Engelstalige masteropleidingen”, vervolgt Lievens. “Sinds een paar jaar hebben we binnen alle wetenschapsdisciplines een Engelstalig equivalent voor onze Nederlandstalige opleidingen.” Over de jaren heen zal gestreefd worden naar een evenredige verdeling van het aantal
De beurzen worden bekostigd vanuit het pas opgerichte Science@Leuven Fund, dat genoemd is naar de overkoepelende alumnivereniging voor Leuvense wetenschapsstudenten. “De vijf deelverenigingen, die de verschillende wetenschapsdisciplines bestrijken, hebben samen met de faculteit, de departementen wetenschappen en de overkoepelende studentenvereniging Scientica hun schouders onder het fonds gezet en samen met Leuvens Universiteitsfonds het startkapitaal bijeengebracht”, zegt professor Peter Lievens, decaan van de Faculteit Wetenschappen. Het fonds zal volgend academiejaar één of mogelijk twee beurzen ter beschikking stellen. Wanneer de werking op kruissnelheid komt, zal dat aantal gaandeweg opgedreven worden. “De beurzen beursstudenten over de verschilzijn bedoeld voor getalenteerde lende masteropleidingen. en gemotiveerde buitenlandse De geestelijke vaders van het studenten die zich inschrijven fonds zijn professor Jan Beirlant,
voormalig decaan van de Faculteit Wetenschappen en huidig vicerector aan de Campus Kortrijk, Pol Bamelis, voormalig alumnivoorzitter van Science@Leuven en Joris Winderickx, hoofd internationalisering van de Faculteit Wetenschappen. “Zij stelden vast dat buitenlandse studen-
“Buitenlandse studenten houden bij hun eerste screening van de universiteiten waar ze willen studeren, wel degelijk rekening met de mogelijkheid om een beurs te verkrijgen.” ten bij hun eerste screening van de universiteiten waar ze willen studeren, wel degelijk rekening houden met de mogelijkheid
om een beurs te verkrijgen”, zegt Lievens. “Vooral voor de betere studenten werkt een beurssysteem wervend.”
Niveau opkrikken Het fonds heeft zijn vizier gericht op de toplaag van de wetenschapsstudenten uit het buitenland. De kandidaten voor een masterbeurs worden aan een selectieprocedure onderworpen. “Een comité van vertegenwoordigers uit alle opleidingen zal de studenten op basis van hun resultaten rangschikken over de verschillende wetenschapsdisciplines heen. De kandidaten moeten ook aanbevelingsbrieven kunnen voorleggen van buitenlandse professoren, die hun capaciteiten goed kennen. Uiteindelijk wordt een elektronisch interview afgenomen, dat peilt naar hun motivatie om in Leuven te komen studeren”, legt Lievens uit. De Faculteit Wetenschappen telt momenteel alles bij elkaar een negentigtal buitenlandse studen-
Spina verbindt alle mensen op de campus Vorig jaar werd op de Kortrijkse campus de vernieuwde Spina ingehuldigd, een zwevende gang die alle gebouwen van de KULAK verbindt. Het project kon worden gerealiseerd mede dankzij de steun van meer dan zeventig sponsors. Tim Vuylsteke Oud-campusrector Piet Vanden Abeele: “Spina betekent ruggengraat, en dat is ook wat die gang is: de ruggengraat van de campus, waaraan de gebouwen vasthangen. Het idee bestond al langer. In de jaren 70 is de Spina uitgetekend, maar tot voor kort was hij maar voor de helft gerealiseerd. Toen ik ruim acht jaar geleden campusrector werd in Kortrijk, viel de cohesie tussen de verschillende subfaculteiten me meteen op. Alleen was de subfaculteit Geneeskunde niet fysiek verbonden met de rest van de campus, en al snel rijpte het idee om daaraan iets te doen.” “Het doortrekken van de ruggengraat – en daarmee samenhangend, de realisatie van een nieuw gebouw voor de Humane Wetenschappen en een uitbreiding voor de Biomedische Wetenschappen – werd goedgekeurd door het toenmalige bestuur. Er was echter een voorwaarde: een deel van het budget moest uit sponsoring komen.” “We zijn er uiteindelijk in geslaagd 25 procent van de oorspronkelijke kostprijs van de
Spina zelf bijeen te krijgen. De grootste sponsor was de Kamer van Koophandel. Daarnaast namen ook de pas overleden politicus en bedrijfsleider Pierre Lano en Universiteit Derde Leeftijd een aanzienlijk bedrag voor hun rekening. Een zeventigtal individuele sponsors, ten slotte, vervolledigde de som.” “Het allerbelangrijkste is dat we met de Spina het handelsmerk van de campus, namelijk dat alle disciplines met elkaar praten, nog beter in de verf zetten. Verder is het opvallend dat, toen het nieuwe gebouw werd voorgesteld, er een even grote som was verzameld voor nieuw onderzoek als voor de gebouwen, én dat we, door het aantrekken van een heel aantal jonge onderzoekers, eigenlijk alweer aan uitbreiding toe zijn: de capaciteit van het nieuwe gebouw is al volledig benut!” Jo Libeer, algemeen directeur van Voka en tot voor kort directeur Voka West-Vlaanderen: “De aanwezigheid van een universitaire campus in Kortrijk is een belangrijke strategische hefboom voor de ondernemingen in West-Vlaanderen op het gebied van kennisintensivering.
Aan de kennis zelf kunnen we uiteraard niets doen, maar we kunnen ze wél in de muren steken. Daarnaast werken we door onze
steun ook mee aan het bereiken van een van de basisdoelstellingen van de Campus Kortrijk: het bevorderen van de interdiscipli-
De studentenvereniging van KULAK rijdt de pas voltooide Spina in.
ten. “Door de betere buitenlandse studenten te rekruteren kunnen we het niveau van onze masteropleidingen verder opkrikken”, zegt Lievens. “Onze groep doctoraatsstudenten kleurt nu al heel internationaal, wat het onderzoek alleen maar omhoog tilt.” Het Science@Leuven Fund richt zich voor het verwerven van bijdragen zowel tot bedrijven als privépersonen. Voor één jaar bedraagt zo’n studiebeurs achtduizend euro. “Een bedrag dat voldoende is om als student een jaar in Leuven te leven”, aldus Lievens. Particulieren of bedrijven die een beurs voor twee opeenvolgende jaren financieren, kunnen er hun naam aan verlenen. Zij worden ook uitgenodigd om de bursaal persoonlijk de beurs te overhandigen. Wie minstens achthonderd euro schenkt, kan een vermelding krijgen in de publicaties en op de evenementen die de Faculteit Wetenschappen organiseert. http://wet.kuleuven.be/ scienceatleuvenfund
Kort nieuws Universiteitfonds Op 6 januari werd aan de Faculteit Geneeskunde de Emil von Behring Chair in Neuromuscular and Neurodegenerative Disorders ingehuldigd (titularis: prof. Wim Robberecht; schenker CSL Behring nv). nariteit. Hier is het dat studenten geneeskunde ook praten met hun collega’s van letteren en onderwijskunde.”
(© Patrick Holderbeke)
18 Onderwijs
campuskrant
Vijf jaar bachelor-master Het bachelor-mastersysteem is een eerste maal volledig doorlopen in alle opleidingen. Wat betekende de hervorming concreet voor praktijkassistent, docent en programmadirecteur? Studeert de nieuwe generatie studenten af met de bagage die ze hen met het nieuwe programma wilden meegeven? We gingen het na bij de opleiding criminologische wetenschappen. Jaak Poot
Master beter gewapend dan licentiaat “Wie nu afstudeert als master in de criminologie stapt sterker gewapend het beroepsleven in dan de vroegere licentiaat”, zeggen Dirk Van Daele en Bart Vangeebergen van de Afdeling Strafrecht en Criminologie. “Ze hebben intensiever getraind op onderzoeksvaardigheden en leerden beleidsgerichter en internationaler denken.” “Toen we in 2001 aan de hervorming naar de bachelor-masterstructuur begonnen, deden we dat met een groep professoren, van wie een aantal recent was aangesteld”, zegt professor en programmadirecteur Criminologische Wetenschappen Dirk Van Daele. “We wilden de omschakeling gebruiken om de opleiding meteen grondig aan te pakken. De eerste vraag waarover we lang discussieerden: kunnen we de vier jaren van de bestaande licentiaatsopleiding niet samenballen in de drie bachelorjaren? Dat deden we ook. We schrapten eerst en vooral de taalvakken, omdat we vonden dat we talenkennis konden overlaten aan het persoonlijke initiatief van de studenten. De stage hebben we van vier naar twee maanden herleid en we knipten in niet-essentiële aspecten en overlap tussen vakken.” “Dat gaf ons de vrijheid om het programma voor de master van nul af op te bouwen. Vijftien punten gaan per definitie naar de meesterproef. Voor de invulling van de overige 45 punten creëerden we een keuzevrijheid voor de student tussen drie pijlers: criminaliteit en onveiligheid; rechtshandhaving; persoons- en gemeenschapsgerichte criminologie. Elke pijler heeft drie vakken waarvan de student er twee verplicht moet volgen, het derde kan hij vrij kiezen. In het kader van de internationalisering wordt een aantal vakken alleen in het Engels onderwezen.”
Wat moeten de studenten kennen na de opleiding? Wanneer is die succesvol? Onze bachelor is sterk onderzoeksgericht en dat reflecteert zich ook in de begintermen voor de master – natuurlijk met repercussies voor de toelating van instromers. Heel wat buitenlandse studenten moeten een voorbereidingsprogramma volgen voor ze in onze master kunnen instappen, omdat ze te weinig getraind zijn in onderzoeksvaardigheden.” “We sleutelden ook grondig aan de werkvormen”, vult assistent Bart Vangeebergen aan. “We creëerden er niet direct nieuwe, maar maakten ze veel interactiever – in het voordeel
leggen hun onderzoeksvragen voor en de studenten beoordelen elkaar onder onze supervisie. Dat biedt een onverwachte extra meevaller: studenten zien dat sommige collega’s al veel verder staan en realiseren zich in een vroeger stadium dat het hoog tijd wordt dat ze in gang schieten.” Het docententeam hield bij de aanpassingen sterk rekening met opmerkingen van de visitatiecommissie: meer interactieve werkvormen, meer duidelijkheid en eenvormige aanpak van het begeleid zelfstandig studeren. Dirk Van Daele: “Het visitatierapport vond ook dat we studenten al in het derde jaar de
“De oude valkuil dat studenten te laat op gang komen, is niet verdwenen”
van studenten en assistenten die ze begeleiden. Een duidelijk voorbeeld zijn de werkcolleges rond de bachelorstage. Die hebben we sterk onderzoeksgericht gemaakt met een opdracht in de vorm van een ‘mini-thesis’. Via seminaries begeleiden we dat proces inhoudelijk.” “Die aanpak trekken we door naar de meesterproef. In plaats van de pure één-één-begeleiMini-thesis ding tussen professor en stu“Voor elk vak én voor het geheel dent, kozen we voor twee semivan de opleiding schreven we naries, een inhoudelijk en een ook begin- en eindtermen uit. methodologisch. De studenten
kans moesten geven om het onderwerp van hun meesterproef vast te leggen. Ze wilden ook dat er naast een keuze uit een lijst, mogelijkheid was voor studenten om zelf een onderwerp voor te stellen. Dat doen we nu, op voorwaarde dat het onderwerp aansluit bij de expertise van een staflid.”
Pluspunten en valkuilen De internationale mobiliteit blijft een knelpunt. Uitwisselbaarheid vereist dat buitenlandse studenten vakken
in het Engels kunnen volgen, maar daarvoor is de taalwetgeving in de bachelorjaren een struikelblok. Studenten kunnen wel stage in het buitenland lopen. Dat valt dan wel buiten de Erasmusuitwisselingen. In het masterjaar is een eventuele Erasmusuitwisseling voor Leuvense studenten beperkt tot één semester. “De hervorming brengt duidelijk een aantal voordelen mee”, zegt Bart Vangeebergen. “Assistenten leren zelf heel veel uit de interactieve, collectieve werkvormen met kleine groepen. Dat is ook uitdagender. Studenten leren zich kritisch opstellen tegenover elkaar en ervaren veel sterker dat er niet één, maar veel wegen zijn om een doel te bereiken. Dat vind ik de grootste meerwaarde.” “De oude valkuil dat studenten te laat op gang komen, is niet verdwenen. En het creditsysteem zorgt voor een nieuwe valkuil: vroeger kon een student niet overstappen naar het volgende jaar als hij voor een vak niet slaagde. Nu kan hij tot aan de valreep voor een vak blijven struikelen. Een groot pluspunt is wel dat we nu al bij de wetenschappelijke opdracht rond de stage, de onderzoeksvaardigheden van studenten kunnen evalueren. Eventueel laten we ze hun opdracht opnieuw maken. Vroeger ontdekten we een gebrek aan onderzoeksvaardigheden pas in de licentie en dan zaten we met de vraag: kun je die student daar na vier jaar nog voor tegenhouden?” Voor ondersteuning bij de kwaliteitsontwikkeling van je opleiding:
[email protected]
“Je vloekt wat vaker” Ellen D’Herde behaalde eerst het licentiaatsdiploma criminologie en startte daarna een verkorte bachelor rechten: “Ik voelde meteen de evolutie: véél meer persoonlijk werk. Je vloekt dus wat vaker, maar aan het einde sta je wel verder.” Wie een tweede academische opleiding aan zijn eerste breide, kan de veranderingen die de bachelor-masterstructuur meebracht perfect evalueren. Ellen D’herde doorliep in het oude regime twee kandidaats- en twee licentiaatsjaren criminologie. “Tijdens die opleiding realiseerde ik me dat ik mijn beroepsmogelijkheden aanzienlijk vergrootte als ik ook een diploma rechten behaalde. Dus schreef ik me in voor een verkorte tweejarige bacheloropleiding.” “Dat er een nieuw tijdperk was aangetreden, werd me meteen duidelijk. Ik kreeg minder voorgekauwde theorie, meer werkcolleges. En die zijn nu wel echt heel wat beter georganiseerd. Als student heb je met eenzelfde leerstofhoeveelheid pakken meer persoonlijk werk. Ik zie aan de bachelorjaren vooral twee grote voordelen: door het persoonlijk werk beheers je de inhouden beter en je hebt meteen een diploma waarmee je aan de slag kunt als je wilt. Terwijl je met alleen een kandidatuur echt geen kant op kon.” “De keuzemogelijkheden zijn ook veel groter. Je kunt bijna zelf je lessenpakket samenstellen. Daar is wel een keerzijde aan: als je veel vakken in één jaar opneemt, zit je bijna zeker met een tweede zittijd. Want organisatorisch helpen ze je niet als examens elkaar overlappen. Bovendien heb je in de bachelorjaren veel clustervakken, dus grote hoeveelheden leerstof voor elk examen. Dan moet je kiezen en uitstellen. Nee, ik weet echt niet of die grote vrijheid zo positief is voor veel studenten. Ik merk trouwens dat de meesten hun studie afwerken volgens het klassieke traject.” In haar situatie zou Ellen natuurlijk wel baat hebben gehad bij de schakelprogramma’s. “In onze eerste master rechten zit een studente die na drie jaar criminologie overschakelde via een schakelprogramma. Dat zou nu ook mijn keuze geweest zijn.”
Open lesweek Kiezen? Aanscherpen? Doorbijten?
Wil je weten hoe een les aan de universiteit verloopt? Kom dan langs tijdens de krokusvakantie (15 - 19 februari 2010)! Inschrijven kan op www.kuleuven.be/openlesweek
27 januari 2010
doctoraten Wetenschappen 22 september - Christophe Smet The Hermite-Padé approximation technique for proving irrationality of certain numbers 23 september - Kelly Verheyen Anosov diffeomorphisms on infra-nilmanifolds modeled on a free nilpotent Lie group 24 september - Hamdy Ahmed El Desouky Metallogenesis of stratiform copper deposits in the Lufilian orogen, Democratic Republic Congo 24 september - Toon Smets Effectiveness of biological geotextiles in controlling runoff and soil erosion at a range of spatial scales 28 september - Tamuka Nhiwatiwa The ecology of temporary pools in the southeastern lowveld of Zimbabwe 28 september - Maxwell Barson Diversity and ecology of fishes and their helminth parasites in a subtropical river system (Save-Runde River, Zimbabwe) 2 oktober - Pieter Somers Electron spin resonance probing of point defects at and near alternative semiconductor/oxide interfaces 2 oktober - Bram Vanschoenwinkel Dispersal, metapopulation- and metacommunity dynamics in a rock pool model system 6 oktober - Haili Hu Backtracking the evolution of subdwarf B stars with asteroseismology 8 oktober - Maja Vuckovic An observational study of selected V361 Hya stars: EK Piscium, NY Virginis and EO Ceti 9 oktober - Dirk Lauwaet The influence of land use changes on precipitation in the Sahel 12 oktober - Gilles Mertens Karakterisatie van historische mortels en mineralogische studie van de fysico-chemische reacties op het puzzolaan- kalkbindmiddel contactoppervlak 20 oktober - Karin Voordeckers Involvement of the yeast PDK1 orthologs Pkh1-3 in nutrient-induced signaling 20 oktober - Tiny Deschrijver Synthesis of mimetics of the Ab82D6A3 : A new class of antithrombotics
Ingenieurswetenschappen 21 september - Björn Bringmann Mining Patterns in Structured Data 23 september - Fabian Guiza Grandas Predictive Data Mining in Intensive Care 24 september - Pieter Crombez Fully Reconfigurable Analog Baseband Circuits for Multimode Radios 25 september - Elia Boonen Morphology Development of Immiscible Polymer Blends in Complex Flow Fields 28 september - Els Nagels Columnar to Equiaxed Transition during Univariant Solidification 28 september - Steven Van Vooren Data Mining for Molecular Karyotyping: Linked Analysis of Array-CGH Data and Biomedical Text 29 september - Frederik Ceyssens Micromachining in Polymers and Glass: Process Development and Applications 29 september - Robby Goetschalckx The Use of Domain Knowledge in Reinforcement Learning 30 september - Ziyang Wang Miniaturized Thermoelectric Generator for Human Body Applications 1 oktober - Valérie Depauw Transferable Monocrystalline Thin Films by Annealing of Macroporous
Ad Valvas 19 Silicon: Potential for Solar Cell Applications 2 oktober - Chengxun Liu Cell Manipulation and Analysis by Magnetofluidics 8 oktober - Hubregt Visser Approximate Antenna Analysis for CAD
Bio-ingenieurswetenschappen 22 september - Po-Yi Chou Modelling Water Exchange in the Hyporheic Zone between River and Aquifer by laboratory experiment and numerical simulations 23 september - Isabelle Verbaeys Influence of PEGylated cholecystokinin, meal feeding ang ghrelin on the energy balance in rats 23 september - Daan Saison Aged beer flavour: Role of carbonyl compounds and the impact of yeast reducing activity 28 september - Philippe Verlinde Folate stability and bioavailability. Towards optimizing the governing factors for (6S)5-methyl-5,6,7,8-tetrahydrofolic acid and dietary folates 7 oktober - Bruno De Vos Uncertainties of forest soil carbon stock assessment in Flanders 13 oktober - Valerie Van Craeyveld Production and functional characterisation of arabinoxylan-oligosaccharides from wheat (Triticum aestivum L.) bran and psyllium (Plantago ovata Forsk) seed husk 16 oktober - Ilse Fraeye Influence of exogenous pectinmethylesterase and processing on structural and functional properties of pectin: Insight in texture evolution of processed strawberries
Geneeskunde 23 september - Bruno Bergmans A Physiological Study of the Amyloid Precursor Protein - A Stem Cell Based Approach 23 september - Patrizia Fraccascia Thiamine dependence of peroxisomal metabolism in mammals 24 september - Kristien Smans The development of dose optimisation strategies for x-ray examinations of newborns 25 september - Joachim Schulz Functional Analysis Of Drosophila Syndecan 25 september - Greet Hermans Peripheral and respiratory muscle weakness in ICU: causes and consequences 28 september - Cleophas Mutinda Kyama Endometriosis: New insight in pathogenesis and search for biomarkers 1 oktober - Birgitte Schoenmakers Supporting family caregivers of dementia patients: from idea to evidence 2 oktober - Vanessa Coremans Role of survivin in neural development and neural function 6 oktober - Gert Scheerder The care of depression and suicide: attitudes, skills, and current practices of community and health professionals 7 oktober - Shengqiao Li Role of T-cell independent B cells and Natural Killer Cells in Concordant Xenograft Rejection or Tolerance
Farmaceutische Wetenschappen 23 september - Alexandre Carvalho Use of capillary electrophoresis in combination with mass spectrometry, spectrophotometry or capacitively coupled contactless conductivity detection in the analysis of drug substances 29 september - Ekaterina Baranova Structural studies of human small heatshock proteins and their complexes
benoemd of onderscheiden De Royal Astronomical Society heeft professor Conny Aerts, verbonden aan het Instituut voor Sterrenkunde van de Faculteit Wetenschappen, bekroond met één van drie Honorary Fellowships in de sterrenkunde, “for her work in asteroseismology and her many achievements in the coordination of international research programmes”. De uitreiking vindt plaats op 15 april te Glasgow, Schotland. Professor Erik Aerts, verbonden aan de Onderzoekseenheid Geschiedenis van de Nieuwe Tijd, werd benoemd tot lid van het Uitvoerend Comité van het Istituto Internazionale di Storia economica ‘F. Datini’ te Prato, Italië. De tweejaarlijkse internationale Stoutenbeek Award werd toegekend aan doctor Michaël Casaer, doctor Greet Hermans, professor Alexander Wilmer en professor Greet Van den Berghe voor het onderzoeksprotocol EPaNIC trial. De bekroonde studie – voluit ‘Impact of early parenteral nutrition completing enteral nutrition in adult critically ill patients’ - onderzoekt bij 4.640 patiënten het effect van vroege intraveneuze voeding op afhankelijkheid van intensieve zorgen, verworven spierzwakte en cellulair biochemische processen. Kristof Eeckloo, verbonden aan het Centrum voor Ziekenhuis- en Verplegingswetenschap, is laureaat van de driejaarlijkse ARCO-prijs voor wetenschappelijk onderzoek over de non-profit sector en de sociale economie. Hij krijgt de prijs voor zijn doctoraatsproefschrift ’Hospital Governance in Vlaanderen’. Doctor Pieter Martens, verbonden aan het Departement Architectuur, Stedenbouw en Ruimtelijke Ordening, ontving op 12 december de Prijs Erik Duverger van de Koninklijke Vlaamse Academie van België voor Wetenschappen en Kunsten voor zijn proefschrift ‘Militaire architectuur en vestingoorlog in de Nederlanden tijdens het regentschap van Maria van Hongarije (1531-1555). De ontwikkeling van de gebastioneerde vestingbouw’. Deze prijs, ter waarde van 5.000 euro, wordt tweejaarlijks uitgereikt ter bekroning van een belangrijk oorspronkelijk kunsthistorisch of historisch werk dat handelt over de Nederlanden tot het jaar 1900 en dat in grote mate steunt op archivalische bronnen. Professor Koenraad Van Balen, verantwoordelijke voor het Centrum voor Monumentenzorg, werd benoemd tot erelid van ISCARSAH, het International Scientific Committee for the Analysis, Restoration of Structures of the Architectural Heritage, een wetenschappelijk comité van ICOMOS, de niet-gouvernementele organisatie die de UNESCO bijstaat in de nominatie en het beheer van het werelderfgoed. Van Balen wordt geëerd voor zijn jarenlange inzet voor de organisatie en voor zijn bijdrage als stichtend lid en als eerste secretaris-generaal.
RECHTgezet Kunnen je ogen blijven staan als je lange tijd scheel kijkt? Reiner Van Hove “Mijn broer keek scheel, de klokken luidden en toen bleven zijn ogen naar elkaar gericht staan alsof er iets razend interessants gebeurde op het puntje van zijn neus.” Die verontrustende zin lazen we onlangs in Ivo Victoria’s romandebuut Hoe ik nimmer de Ronde van Frankrijk voor min-twaalfjarigen won (en dat het me spijt). Aan de paralyserende kracht van klokken hechten we weinig geloof, maar dat onze ogen in staking gaan als we te lang met hen sollen: we zouden er niet van, eh, opkijken. Snel dat boek weggelegd dus, en koers gezet naar de Afdeling Oogziekten van de UZ Leuven. Daar legt professor Ingele Casteels ons eerst uit wat scheelzien precies is: “Als we gewoon rondkijken, maken onze ogen geconjugeerde bewegingen. Stel dat we naar rechts willen kijken, dan krijgen de oogspier aan de buitenkant van het rechteroog en de spier aan de binnenkant van het linkeroog het commando om samen te trekken. Daardoor gaan beide ogen synchroon bewegen. Maar als we een voorwerp dicht bij onze ogen willen bekijken, gaan we de spieren aan de binnenkant van beide ogen samentrekken. Dat zou je een lichte vorm van scheelzien kunnen noemen. Die oogbeweging maak je meestal onbewust – als je leest bijvoorbeeld – maar het kan ook bewust. Als je dat laatste in extreme mate doet, ga je intentioneel scheel kijken.” Maar dat houden we nooit lang vol, zegt Casteels: “Onze hersenen, die de oogspieren besturen, willen
uit beide ogen hetzelfde beeld krijgen. Die ‘fusiedwang’ is heel groot en kan je niet zomaar doorbreken. Je kunt wel even scheel kijken, maar dit blijven volhouden is niet aangenaam: je hebt een dubbel beeld en je oogspieren zullen snel vermoeid aanvoelen. Echt kwaad kan het niet: je ogen zullen heus niet blijven staan. De volksmond zegt ook dat je oren gaan fluiten als mensen over jou praten – wel, dit is een fabeltje van hetzelfde kaliber. Ik krijg er ook weinig vragen over in mijn praktijk. Kinderen hebben wel eens periodes waarin ze scheelzien om de aandacht van hun omgeving te trekken of om hun vriendjes te amuseren. Maar die fases duren nooit lang, zeker niet als je het negeert.” Dat ligt natuurlijk anders als het gaat om een spontaan opgetreden scheelzien of strabisme. Casteels: “Als er na een volledig onderzoek geen organische oorzaak duidelijk is – die vorm wordt primair strabisme genoemd en komt vooral bij kinderen voor – kunnen we de aandoening soms behandelen door een bril voor te schrijven en/of door het goede oog af te plakken als het straberende oog lui is. Meestal volgt er dan later nog een esthetische correctie door middel van een oogspieroperatie. Bij zogenaamd secundair strabisme is er wel een organische afwijking aan het oog – cataract bijvoorbeeld – of is het scheelzien het gevolg van een oogspierverlamming. In het laatste geval kan er soms een spontaan herstel plaatsvinden, maar bij blijvende problemen is ook hier een chirurgische ingreep nodig.”
[conclusie] Gelukkig speelt fusiedwang ook in het kijkbedrijf.
20 Buitenkant
campuskrant
(© Rob Stevens)
Blokvorming? Negenproef?
Negen studenten van de Kortrijkse residentie Studentendorp onderbreken hun noeste blokactiviteiten om te poseren voor onze fotograaf. Het dorp bestaat uit negen huizen met elk acht kamers, gegroepeerd rond een plein. Een uitgebreid artikel over het studentenleven aan de Campus Kortrijk vindt u op pagina 9.
“Elke keer moet de zaal plat” Marc Holvoet (48), verantwoordelijke acquisitie in de Campusbibliotheek in Kortrijk, maakt geregeld podia onveilig met De Dolfijntjes. Tim Vuylsteke “‘Acquisitie’ betekent dat ik zorg voor de aankoop van boeken en de budgetten beheer. AP-leden die verantwoordelijk zijn voor hun vakgebied, doen suggesties, en ik check of er nog voldoende geld is. Mijn werk is zeer aangenaam door de rustige sfeer en de toffe collega’s. Ik ben dan ook nog geen enkele dag tegen mijn zin naar de KULAK gereden. Het is ook fijn dat mijn job perfect te combineren is met mijn gezin en mijn muzikale activiteiten.” “Ik speel gitaar en banjo bij De Dolfijntjes, het collectief rond acteurs en muzikanten Wim Opbrouck en Wim Willaert. Vroeger speelden we vooral covers, of beter potpourri’s van bestaande nummers en nieuwe teksten. In 2008 hebben we een eerste cd met eigen liedjes uitgebracht, waarmee we datzelfde jaar ook op Folk Dranouter stonden. Ieder optreden met De Dolfijntjes bouwen we een feestje, met de medewerking van het publiek. Elke keer moét de zaal plat, moét er meegezongen, -gebruld en ge-
danst worden. En met onze twee front-Wimmen, allebei topentertainers, lukt dat wonderwel. De nadruk ligt op sfeer en ambiance, en het publiek lijkt dat wel te smaken.” “Ik kom uit een muzikaal gezin, waarin een volledige cyclus in de muziekschool vanzelfsprekend was. De gitaar werd mijn instrument. Mijn eerste podiumervaring dateert van een Ontdek de ster-wedstrijd op mijn middelbare school in Harelbeke. Ik had op mijn gitaar twee akkoorden leren spelen, bracht een nummer van Boudewijn de Groot, en… won! Ik had de smaak te pakken en ging mijn gitaar steeds meer gebruiken als begeleidingsinstrument. Met onder meer Luc Byttebier en Dick Vanhoegaerden – die nu ook deel uitmaken van De Dolfijntjes – heb ik vanaf mijn veertiende in heel wat groepjes gespeeld.” “Wim Opbrouck, die wat jonger is dan wij, hebben we pas later leren kennen, tijdens een jeugdmusical in Harelbeke. Hij viel ons op, en het duurde niet lang of we hadden hem gevraagd of hij wilde komen zingen bij onze
toenmalige groep, Sorry pa. De eigenlijke Dolfijntjes zijn pas later opgericht, nadat Wim Opbrouck Wim Willaert had leren kennen op de Studio Herman Teirlinck. Al moet ik eigenlijk zeggen dat we zijn ontstaan, en niet opgericht. Aanvankelijk was het immers de bedoeling dat we slechts één keer zouden optreden, op een feestje dat Luc Byttebier gaf voor al zijn vrienden nadat hij klaar was met zijn verbouwingen. Maar nog diezelfde avond hadden we een uitnodiging op zak om ook elders te spelen.” “In de loop der jaren zijn er nog een aantal blazers en percussionisten aan de groep toegevoegd. Er is een periode geweest dat we redelijk intensief met De Dolfijntjes bezig waren, maar de laatste jaren werken we – vooral vanwege de drukke acteercarrières van onze Wimmen – in projecten, waarbij we slechts enkele weken per jaar repeteren en optreden. Misschien is dat trouwens wel de reden waarom ons verhaal blijft duren, want na een periode zonder Dolfijntjes hebben we er steeds weer enorm veel zin in.”
Marc Holvoet, ‘Dolfijntje’.
(© Rob Stevens)