Beslissing van de derde beslisser Belgische Staat / Domain Services Rotterdam B.V. Zaak nr. 44040 Cepina: belgie.be
I.
Partijen Klager:
De Belgische Staat, vertegenwoordigd door haar Eerste Minister, Guy Verhofstadt, Kanselarij van de Eerste Minister, Wetstraat 16, 1000 Brussel, Vertegenwoordigd door Mrs. Geert Glas en Stijn Debaene, advocaten te België, 1150 Brussel, Tervurenlaan 268A.
Titularis:
Domain Services Rotterdam B.V., Nederland, Postbus 2612, 3000 CP Rotterdam, vertegenwoordigd door Mr. A.S. Oegema, advocaat te Nederland, 1017 BZ Amsterdam, Herengracht 444.
II.
Domeinnaam: belgie.be Geregistreerd op: 12 december 2000
III.
Procedurele voorgaanden
1.
Op 9 oktober 2003 heeft Klager de klacht ingediend (hierna: “de Klacht”), houdende vordering tot overdracht van de domeinnaam belgie.be (hierna “de Domeinnaam”) door Titularis. Titularis diende haar antwoord in op 10 november 2003. Derde Beslisser werd op 20 november 2003 aangeduid om het geschil te beslechten. De debatten werden gesloten op 27 november 2003.
2.
De Partijen verklaren dat hun geschil niet aanhangig gemaakt werd bij de rechtbanken.
1
IV.
De feiten
1.
Titularis zet uiteen dat zij zich in de meest brede zin bezig houdt met de toepassing van de informatietechnologie, in het bijzonder e-commerce en Internet. Zij construeert websites zowel voor zichzelf als voor derden. Haar dienstenpakket begrijpt de registratie en de exploitatie van domeinnamen. In het kader van deze handelsactiviteit, heeft Titularis, op 12 december 2000, naar aanleiding van de toen gewijzigde registratieprocedure de Domeinnaam geregistreerd.
2.
Hoewel Klager aldus niet tot dergelijke registratie was overgegaan, gaf zij vanaf begin 2001 aan DNS BE, en later ook aan Titularis, haar wens te kennen over de Domeinnaam te kunnen beschikken. Klager vestigde vanaf toen de aandacht op het belang van dit gebruik in het kader van haar e-government project.
3.
Er werden tussen de Partijen gesprekken gevoerd met het oog op de overdracht van de Domeinnaam door Titularis aan Klager. Klager kon zich niet akkoord verklaren met de daartoe door Titularis gevraagde compensatie en diende tenslotte de Klacht in.
V.
Argumentatie en bewijsvoering door de Partijen
1.
Wat Klager dient aan te tonen Overeenkomstig artikel 10, b, 1 van de Algemene Voorwaarden voor domeinnaamregistratie binnen het “.be”-domein beheerd door DNS BE moet Klager aantonen dat: de domeinnaam van Titularis identiek is aan of overeenstemt zodanig dat hij verwarring kan scheppen met een merk, een handelsnaam, een maatschappelijke benaming of vennootschapsnaam, een geografische aanduiding, een benaming van oorsprong, een herkomstaanduiding, een persoonsnaam of een benaming van een geografische entiteit waarop Klager rechten kan doen gelden; en Titularis geen rechten of legitieme belangen kan laten gelden voor de domeinnaam; en de domeinnaam van Titularis te kwader trouw geregistreerd is of te kwader trouw gebruikt wordt.
2
2.
Argumentatie en bewijsvoering van Klager
2.1.
Klager oordeelt dat de combinatie van de staatsnaam België en de .be ccTLD in de geest van de internetgebruiker normaal een domeinnaam is die door Klager exclusief gebruikt wordt voor informatiedoeleinden, derhalve in het algemeen belang. Aldus wordt volgens Klager de internetgebruiker die op zoek is naar Klagers website en bij Titularis terechtkomt, in verwarring gebracht, temeer daar Titularis op haar website geen melding maakt van het feit dat de betrokken website niet de Belgische Staat betreft. Klager oordeelt rechten te hebben op de naam “België” als naam van de geografische entiteit waarop Klager haar soevereiniteit uitoefent. Klager wijst erop dat de “rechten” die door artikel 10, b, 1 van de Algemene Voorwaarden voor domeinregistratie binnen het “.be”-domein beheerd door DNS BE worden beschermd, niet noodzakelijk rechten van merkenrechtelijke aard hoeven te zijn (in tegenstelling tot wat betreft de gTLD’s in toepassing van de UDRP-procedure (Uniform Domain Name Dispute Resolution Policy) waarbij Klager echter verwijst naar mogelijke toekomstige algemene bescherming van staatsnamen, ook onder de UDRP, als eerder reeds gesuggereerd door de Wereldorganisatie voor Intellectuele Eigendom (WIPO). Klager verwijst naar buitenlandse rechtspraak waarbij het bestaan van rechten van een Staat op haar staatsnaam werd erkend. Verwijzing wordt ook gemaakt naar artikel 1 van de Belgische Grondwet dat de geografische entiteit waarover Klager haar soevereiniteit uitoefent als “België” benoemt.
2.2.
Volgens Klager kan Titularis geen rechten of legitieme belangen op de Domeinnaam laten gelden. De kernactiviteit van Titularis zou volgens Klager het registreren van domeinnamen zijn, om die daarna te verkopen of verhuren, zodat Titularis ook de Domeinnaam uitsluitend geregistreerd zou hebben om hem daarna aan Klager te kunnen verkopen, wat niet een legitiem belang kan zijn. Het feit dat Titularis via de betrokken website de internetgebruiker eerst aantrekt en dan met links afleidt naar andere websites om er zo commercieel voordeel uit te halen, door Klager als kwade trouw bestempeld, zou bevestigen dat Titularis geen rechten of legitieme belangen op de Domein-naam kan laten gelden.
3
2.3.
Titularis heeft volgens Klager de Domeinnaam te kwader trouw geregistreerd, namelijk hoofdzakelijk om hem te verkopen, verhuren of om op een andere wijze over te dragen aan Klager, en dit voor een prijs die de kosten verbonden aan de verwerving van de domeinnaam overschrijdt. Dit zou gebleken zijn uit de gesprekken door de Partijen gevoerd naar aanleiding van hunpoging tot minnelijke regeling. Klager oordeelt dat Titularis de Domeinnaam niet alleen te kwader trouw registreerde maar deze ook te kwader trouw gebruikt, namelijk door bewust met het oog op commercieel voordeel de internetgebruikers naar haar website te lokken, steunend op de gecreëerde verwarring.
3.
Argumentatie van Titularis
3.1.
Volgens Titularis werd de Domeinnaam sinds de gewijzigde registratieprocedure van kracht sinds 12 december 2000 “geliberaliseerd” of met andere woorden voor vrije registratie opengesteld. De Domeinnaam zou vanaf dat ogenblik niet langer aan Klager voorbehouden zijn, of hij zou zoals Titularis het uitdrukt niet langer “geblokkeerd” zijn. Titularis antwoordt niet op het argument van Klager volgens hetwelk het gebruik van de Domeinnaam door Titularis verwarring schept met de geografische aanduiding “België” waarop Klager rechten inroept. Titularis beperkt zich ertoe de niet-registratie van de Domeinnaam door Klager als een nalatigheid van Klager te bestempelen, waardoor Klager elk recht op de Domeinnaam zou hebben verloren.
3.2.
Titularis roept rechten en legitieme belangen op de Domeinnaam in op grond van het feit dat de “liberalisatie” die op 12 december 2000 intrad, de Domeinnaam vrij beschikbaar zou hebben gesteld, waarbij de rechtszekerheid en het legitiem vertrouwen in de regelgeving zouden vereisen dat Titularis erop kan rekenen dat haar registratie het nodige effect sorteert. Titularis oordeelt dat zij de Domeinnaam volgens de wet en de toepasselijke regels heeft registreerd, zodat zij er legitiem moet kunnen op vertrouwen dat haar registratie haar de normaal voorziene bescherming en voordelen biedt. De rechtszekerheid zou vragen dat Titularis op de toekenning vanregistratie kan vertrouwen en de rechten die eruit voortvloeien behouden.
3.3.
Titularis voert aan de Domeinnaam te goeder trouw te hebben geregistreerd, vermits het een registratie betrof van een vrij beschikbare domeinnaam op een openbare inschrijving van het daartoe ingestelde instituut DNS BE. Titularis meent de Domeinnaam voorts te goeder trouw te gebruiken. Zij heeft de Domeinnaam nooit aan derden te koop aangeboden. Vermits Titularis de exploitatierechten op de Domeinnaam geldig heeft verkregen, is het voorstel tot betaling voor overdracht dat zij aan Klager deed enkel een legitieme uitoefening van haar rechten. Ook het gebruik op de betrokken website van
4
links die doorverwijzen naar andere websites is volgens Titularis normaal geoorloofd commercieel gebruik. VI.
Wat betreft de toepasselijke voorwaarden en regelgeving
1.
Toepasselijke voorwaarden
1.1.
De domeinnaamregistratie binnen het .be-domein wordt beheerst door de algemene voorwaarden voor domeinnaamregistratie binnen het .be-domein beheerd door DNS BE, als door DNS BE van tijd tot tijd gewijzigd (hierna “de Voorwaarden”). DNS BE verwijst ook naar de Voorwaarden als “de algemene Voorwaarden voor Eindgebruikers” (cf. huidige versie 3.0, 15 september 2002). Een aanvrager van een domeinnaamregistratie wordt ervan ingelicht dat hij de betrokken licentie van DNS BE slechts verkrijgt onder toepassing van de Voorwaarden, dewelke hij dus dient te aanvaarden. In geval van wijziging blijven de Voorwaarden, in hun gewijzigde vorm, op de aanvrager (in de Voorwaarden “licentienemer” genoemd) vantoepassing. Alle versies van de Voorwaarden vermeldden inderdaad (artikel9, a)): “de procedureregels voor domeinnaamregistratie zijn onderhevig aan evolutie”. DNS BE maakt de gewijzigde voorwaarden aan de eindgebruikers kenbaar via haar website (artikel 9, b) van de Voorwaarden). De gewijzigde Voorwaarden worden dus geacht gekend te zijn door de licentienemers. Een licentie van domeinnaam is overigens slechts geldig voor één jaar (artikel 3, b) van de Voorwaarden). Het behoort de licentienemer bij elke hernieuwing de geldende voorwaarden te onderzoeken. In het geval waarin men de Voorwaarden niet kan aanvaarden, behoort het van verdere registratie of licentie van de betrokken naam binnen het .be-domein af te zien.
1.2.
Op het ogenblik van de aanvraag tot registratie van de Domeinnaam door Titularis, op 12 december 2000, gold versie 1.1 van de Voorwaarden, dd. 7 december 2000.
5
Artikel 10, b), 1 van deze versie van de Voorwaarden (onder het hoofdstuk “Beleidslijnen voor de geschillenregeling” voorzag dat in het kader van de geschillenregeling, zoals in overeenstemming met het reglement voor huidige procedure, de Klager diende te bewijzen dat: “(1) de Domeinnaam van [de Titularis] identiek is aan of overeenstemt met een gedeponeerd Benelux- of Gemeenschapsmerk waarop de klager rechten kan laten gelden indien daardoor de verwarring kan ontstaan (...)” De andere twee elementen die dienden bewezen om een verplichting tot overdracht te staven, waren identiek aan deze vermeld in huidige versie van de Voorwaarden (zie hiervoor, III. 1). Op 26 oktober 2001, op het ogenblik waarop het geschil tussen de Partijen reeds was ontstaan, werd versie 1.1 van de Voorwaarden vervangen door versie 2.0. Artikel 10 van deze versie verruimde de mogelijkheden voor de Klager om overdracht te vorderen via de betrokken geschillenprocedure, en deze verruimde mogelijkheid is heden nog steeds voorzien. Heden kan de overdracht of doorhaling gevorderd worden als aan de drie cumulatieve voorwaarden (zie hierboven, III.1) voldaan is, waarvan de eerste als vermeld is dat: “de domeinnaam van de Titularis identiek is aan of overeenstemt zodanig dat hij verwarring kan scheppen met een merk, een handelsnaam, een maatschappelijke benaming of vennootschapsnaam, een geografische aanduiding, een benaming van oorsprong, een herkomstaanduiding, een persoonsnaam of een benaming van een geografische entiteit waarop de klager rechten kan doen gelden.” Deze uitbreiding werd in de pers als volgt aangekondigd: “Alternatieve geschillenregeling voor .BE domeinnamen wordt gevoelig uitgebreid – België zorgt voor primeur binnen de gemeenschap van Top Level Domeinen”(DNS.BE-persbericht van 30 oktober 2001): “DNS pakt uit met een nieuwe versie van de algemene voorwaarden voor domeinnaamregistratie. Deze voorwaarden zijn van toepassing voor iedereen die houder is van een .BE domeinnaam. De belangrijkste wijziging betreft de uitbreiding van de bestaande alternatieve geschillenbeslechtingsprocedure. Bij sommige juridische conflicten omtrent .BE domeinnamen hoefde men reeds niet noodzakelijk beroep te doen op de gewone rechtscolleges. DNS BE heeft bij de liberalisering eind vorig jaar voorzien in een alternatieve procedure voor de regeling van
6
domeinnaamgeschillen. (...) was het tot nog toe ook voor het .be domein enkel mogelijk op deze procedure een beroep te doen indien het conflict handelde over een merknaam. Binnenkort zal het voor een gedupeerde dus ook mogelijk zijn om gebruik te maken van deze procedure in tal van andere gevallen. Voorzien zijn onder meer: conflicten over persoonsnamen, handels- en vennootschapsnamen, geografische omschrijvingen en andere. Deze uitbreiding is een primeur van formaat. Alhoewel ook op internationaal vlak wordt gewerkt aan een uitbreiding, is België het eerste land dat voor zijn nationaal Top Level Domein een zo ruim dekkende alternatieve geschillenregeling heeft uitgewerkt. (...)” Op heden laten dus de Voorwaarden toe een overdracht of doorhaling van domeinnaam te vorderen als aan de drie voorwaarden vermeld in huidige versie van Artikel 10, b), 1 van de Voorwaarden voldaan is, waarbij de rechten die de Klager op de litigieuze naam laat gelden niet noodzakelijk meer van merkenrechtelijke aard dienen te zijn. In zijn huidige versie beschermt het Artikel 10, b), 1 van de Voorwaarden de geografische aanduidingen en de benamingen van geografische entiteiten. 2.
Bijkomende regelgeving Inmiddels werd ook de wet van 26 juni 2003 betreffende het wederrechtelijk registreren van domeinnamen (hierna “de Wet van 26 juni 2003”)van kracht (B.S. 9 september 2003). Luidens artikel 4, §2 van deze wet, die een bijzondere vordering tot staking regelt, wordt beschouwd als wederrechtelijk registreren van een domeinnaam: “het, zonder enig recht of legitiem belang jegens die domeinnaam, en met het doel een derde te schaden of er een ongerechtvaardigd voordeel uit te halen, laten registreren door een officieel erkende instantie gemachtigd voor registratie, al dan niet via een tussenpersoon van een domeinnaam, die ofwel identiek is aan, of die zodanig overeenstemt dat hij verwarring kan scheppen met, onder meer, een merk, een geografische aanduiding of een benaming van oorsprong, een handelsnaam, een origineel werk, een naam van een vennootschap of van een vereniging, een geslachtsnaam of de naam van een geografische entiteit, die aan iemand anders toebehoort.”
7
Tijdens de voorbereidende werkzaamheden van deze wet werd overwogen (Parl. St. Kamer 2002-03, 1069/005, 4): “II. Actuele juridische situatie De registratie van .be domeinnamen wordt georganiseerd door de VZW.DNS.BE. Registratie van een .be domeinnaam kan dienvolgens alleen gebeuren na voorafgaande aanvaarding van de Algemene Voorwaarden van DNS.BE. Vooraleer na te gaan of een wetsontwerp betreffende cybersquatting wel zin heeft, is het goed de inhoud van deze Algemene Voorwaarden na te gaan: (i)
Registratievoorwaarden
Er wordt vooraf geen controle uitgevoerd op de rechtmatigheid van de domeinnaamregistratie, zoals bv. wel het geval is bij de registratie van een handelsmerk. Domeinnamen worden eenvoudigweg geregistreerd op basis van een first come – first serve principe. Volgens arikel 8 van de Algemene Voorwaarden garandeert de licentienemer wel dat het registreren van de domeinnaam geen rechten van derden schendt of op enige wijze afbreuk aan de rechten van derden doet. Deze bepaling benadert zeer sterk de intenties van de opstellers van het wetsontwerp.” En voorts (Parl. St. Senaat 2002-03, 2-1519/2, 2): “De doelstelling van het wetsontwerp is de wederrechtelijke registratie van domeinnamen te sanctioneren, zowel op commercieel als op burgerrechtelijk vlak. Daartoe voorziet de wet in een specifieke vordering tot staking, waardoor iedereen die het slachtoffer wordt van een cybersquatter de domeinnaam waarop hij aanspraak mag maken, kan terugkrijgen. Het eerste belangrijke aspect van het wetsontwerp is dat iedere «natuurlijke» houder van een domeinnaam (zowel handelaars als niet-handelaars) erdoor beschermd wordt. De vordering tot staking wordt immers niet alleen ingesteld wanneer schade wordt toegebracht aan een merk of een handelsnaam, in de praktijk het vaakst voorkomend, maar ook wanneer schade wordt toegebracht aan een geslachtsnaam, een naam van een vereniging, een naam van een stad, een politieke partij, enz. De minister geeft twee voorbeelden: de domeinnaam «Belgique.be» werd geregistreerd door een Nederlander, die weigert hem over te dragen en in augustus 2001 registreerde een jonge informaticaconsultant de namen van ongeveer 200 Belgische politici «omdat hij wilde voorkomen dat zij in verkeerde handen zouden vallen». Deze zaak kon gelukkig in der minne geregeld worden, maar dat is lang niet altijd het geval.”
8
Volgens de voorbereidende werkzaamheden voorziet deze wet in de invulling van “een leemte” (St. Senaat 2002-03, 2-1519/2, 5): “(…) overtredingen inzake de familienaam of de naam van een aardrijkskundige entiteit kunnen met een snelle en doeltreffende vordering worden behandeld. Zo zal de registratie van de domeinnaam “België.be” eventueel aanleiding kunnen geven tot een vordering tot staking, wat thans nauwelijks mogelijk is.” Het betreft een wet die een bijzondere procedure in het leven roept en deze procedure regelt; zij kan geen ander effect sorteren dan dit beoogde doel. Doch de wetgever had daarbij vooral een uitdrukkelijke bedoeling o.m. geografische aanduidingen en namen van geografische entiteiten bijkomende bescherming te bieden, waarbij bovendien in de voorbereidende werkzaamheden uitdrukkelijk naar de Domeinnaam werd verwezen. VII.
Beoordeling
1.
Wat betreft de eerste voorwaarde: is de domeinnaam identiek aan of stemt hij overeen met (...) een geografische aanduiding (...) of een benaming van een geografische entiteit waarop de Klager rechten kan doen gelden?
1.1.
Interpretatie Artikel 10, b), 1 van de huidige versie van de Voorwaarden heeft duidelijk een ruime bescherming aan de geografische aanduiding willen geven. Geenszins wordt het bewijs van merkrechten of andere intellectuele eigendomsrechten opgelegd. Het volstaat dat de betrokken domeinnaam identiek is aan of verwarring kan creëren met “de geografische aanduiding”, voor zover de bescherming wordt ingeroepen door een “natuurlijke houder” (cf. de voorbereidende werkzaamheden van de Wet van 26 juni 2003), of zoals artikel 4 van de Wet van 26 juni 2003 het uitdrukt: “(...) de naam van een geografische entiteit, die aan iemand anders toebehoort”.
1.2.
Toepassing “België” duidt de federale staat aan, en het grondgebied waarover Klager haar soevereiniteit uitoefent (cf. artikel 1 van de Grondwet). Het betreft ontegensprekelijk een “benaming van een geografische entiteit” alsook een “geografische aanduiding”. Deze aanduiding, de naam van Klager, is duidelijk begrepen in de benamingen die DNS BE met haar wijziging van de Voorwaarden op 26 oktober 2001 uitdrukkelijk bijkomende bescherming heeft willen verlenen. De “natuurlijke houder” van een naam kan als rechthebbende worden beschouwd die tegen wederrechtelijke domeinnaamregistratie moet kunnen worden beschermd. (cf. Parl. St. Senaat 2003-03, 2-1519/2,2, ter
9
voorbereiding van de wet van 26 juni 2003 betreffende het wederrechtelijk registreren van domeinnamen). Klager is de natuurlijke houder van de geografische aanduiding “België”, of zoals Titularis het zelf heeft gesteld “de meest logische eigenaar”, zodat Klager geldig bescherming van deze aanduiding kan vorderen, of met andere woorden op deze aanduiding rechten kan doen gelden. Een bescherming van deze geografische aanduiding lijkt overigens ook verantwoord in het licht van het algemeen belang aangezien de internetgebruiker onder de Domeinnaam verwacht geïnformeerd te worden over vormen van openbare dienstverlening, of een openbare dienstverlening als dusdanig verwacht. Aangezien Klager de natuurlijke houder is van de aanduiding “België”, verwacht de internetgebruiker van de dienstverlening in het kader van het e-government-project van Klager te kunnen genieten via de website met de Domeinnaam. Terecht meent Klager dat heden het gebruik van de Domeinnaam door Titularis tot verwarring leidt, temeer daar Titularis op haar webpagina de internetgebruiker niet uitlegt dat de betrokken website geen informatie van of ten behoeve van Klager verleent. Aan de eerste voorwaarde in het kader van artikel 10, b), 1) is dus voldaan: de Domeinnaam is identiek, minstens zodanig overeenstemmend dat hij verwarring kan scheppen, met de geografische aanduiding van Klager. 2.
Wat betreft de tweede voorwaarde: kan Titularis rechten of legitieme belangen voor de Domeinnaam laten gelden?
2.1.
Titularis heeft in het kader van haar handelsactiviteit op 12 december 2000 de Domeinnaam die toen volgens haar werd “vrijgegeven”, laten registreren. Klager heeft die voorzorg niet genomen, minstens niet tijdig, zodat Titularis als eerste aanvrager meent de rechtmatige houder van de Domeinnaam te zijn. DNS BE heeft de registratie van de Domeinnaam toegestaan en geen enkele Belgische wetsbepaling verbood de registratie ervan. Klager die volgens Titularis nalatig is geweest, zou slecht geplaatst zijn om nadien zonder aangepaste vergoeding, de overdracht te eisen.
2.2.
Hoewel een aanvrager van een registratie bij de aanvraag moet verklaren dat “het registreren van de domeinnaam geen rechten van derden schendt of op enige wijze afbreuk aan de rechten van derden doet” (artikel 8, a), 2 van de Voorwaarden), zal DNS BE geenszins de waarachtigheid hiervan onderzoeken. Om de rechten van de betrokken derden te beschermen werd precies in de bijzondere geschillenregelingsprocedure inzake domeinnamen voorzien.
10
DNS BE zal alleen om technische redenen domeinnamen niet aanvaarden voor registratie: “■
Reeds geregistreerde namen ("first come, first served" regel) of namen die "on hold" staan. (...) Namen die bestaan uit andere karakters dan "a-z", "A-Z", "0-9" en "-", of die beginnen of eindigen met "-" (zoals aanbevolen in RFC 1035, gepubliceerd op de website van DNS BE). Namen van minder dan twee (2) karakters of meer dan drieënzestig (63) karakters. Namen met "-" op de derde en vierde positie (...)”
(Artikel 2 van de Voorwaarden). Een aanvaarding van registratie door DNS BE ontlast bijgevolg de Titularis op generlei wijze van zijn verantwoordelijkheid om erop toe te zien dat zijn registratie en verder gebruik, de rechten van derden eerbiedigen. 2.3.
De wijziging van de Voorwaarden op 26 oktober 2001 onderlijnt dat geografische aanduidingen of benamingen van geografische entiteiten geenszins op 12 december 2000 noodzakelijk “vrij beschikbaar” werden gemaakt. Hoewel geografische aanduidingen en benamingen van geografische entiteiten inderdaad registreerbaar waren op 12 december 2000, betekent dit niet dat registratie noodzakelijk door om het even wie kon worden aangevraagd. De wijzigingen van de Voorwaarden en de bijzondere bescherming die de wetgever heeft menen te moeten invoeren met de wet van 26 juni 2003 via stakingsvordering, bevestigen dat geografische aanduidingen aan hun “natuurlijke houder” moeten verbonden worden, en dus niet algemeen beschikbaar zijn. Hoewel de Voorwaarden op het ogenblik van registratie door Titularis niet uitdrukkelijk melding maakten van een bescherming van geografische aanduidingen of benamingen van geografische entiteiten, en deze bijzondere bescherming slechts achteraf in de Voorwaarden werd ingevoerd, was dit een bevestiging van een reeds ervoor bestaande behoefte aan bescherming, gegrond op een rechtmatig belang. Een registratie van domeinnamen van dergelijke geografische aanduidingen, kon dus ook vóór deze wijzigingen, wel degelijk “de rechten van derden schenden” zeker als de registratie verwarringstichtend kon zijn, en schade kon veroorzaken die buiten verhouding staat tot de voordelen van het gebruik door de aanvrager.
11
Klager kon zich weliswaar vóór de wijziging van de Voorwaarden niet beroepen op de bijzondere geschillenprocedure om de overdracht of doorhaling te eisen, noch kon zij zich beroepen op de stakingsvordering als heden voorzien in de Wet van 26 juni 2003. Dit betekent echter geenszins dat Klager geen rechten op de Domeinnaam kon doen gelden, die ze overigens bij de rechtbanken in het kader van de normaal voorhanden zijnde procedures had kunnen inroepen. Het feit van eerste aanvrager tot registratie te zijn, verleent Titularis niet een recht op gebruik als blijkt dat het gebruik rechtmatige belangen of rechten van een “natuurlijke houder” schaadt. Zelfs indien de registratie het door Titularis ingeroepen voorrangsrecht zou hebben gecreëerd, quod non, dan nog dient vastgesteld dat het voordeel dat de Titularis uit het gebruik haalt, buiten verhouding is tot het nadeel of de schade gecreëerd voor Klager als “natuurlijke houder”. Dit zou dus als misbruik kunnen worden aanzien. Titularis doet anderzijds, buiten een recht als “eerste aanvrager” van registratie geen andere rechten of legitieme belangen op de domeinnaam gelden. 3.
Wat betreft de derde voorwaarde: heeft de Titularis de Domeinnaam te kwader trouw geregistreerd of wordt de Domeinnaam te kwader trouw gebruikt? Titularis meldt dat de registratie op 12 december 2000 van de Domeinnaam perfect normaal was in het kader van de “liberalisatie”, vermits de registratie en de exploitatie van Domeinnamen tot haar normale handelsactiviteit en statutair doel behoren. Titularis ging ervan uit dat de ingevoerde wijzigingen met betrekking tot de registratie van domeinnamen een volledige beschikbaarheid van de domeinnaam, en een loutere toepassing van het “first come, first served”principe meebrachten. Er kan worden verondersteld dat Titularis als professioneel uitbater van websites een bijzondere aandacht zou besteden aan de mogelijke nadelige gevolgen voor derden van eender welke van haar domeinnaamregistraties. Terzake had zij moeten weten dat, vooral in een tijd waarin internet een alsmaar grotere rol speelt, ook in de communicatie tussen de burger en de Staat, een domeinnaam die naar een geografische aanduiding verwijst, precies vanwege de quasi-automatische link in de hoofden van de burgers tussen de politiek-geografische eenheid en haar bestuurders/instellingen, werkelijk een vorm van “essentiële faciliteit” is waarover de betrokken geografische entiteit noodzakelijk moet beschikken om haar openbare diensttaak te kunnen vervullen.
12
Wellicht had Titularis kunnen verwachten dat de Domeinnaam voor Klager op een bepaald ogenblik onmisbaar zou worden, vooral omdat een geografischpolitieke entiteit er belang bij heeft, zelfs de plicht heeft, de “virtuele toegangswegen” tot haar instellingen zo transparant en duidelijk mogelijk te houden. Het feit dat Titularis als voorzichtig domeinnaam-uitbater hiermee rekening had moeten houden, bewijst echter nog niet dat zij te kwader trouw de Domeinnaam heeft geregistreerd. Evenwel geeft Titularis zelf toe dat zij internetgebruikers met de Domeinnaam capteert en via links doorverwijst naar andere commerciële websites waarin zij belangen heeft, en die geen enkel verband houden met enige informatie die met de Belgische Staat verband houdt. Zoals Klager terecht opmerkt, wordt op de website van Titularis geen informatie verstrekt die aan de internetgebruiker aanduidt waar hij best wel terecht kan om de eventueel op natuurlijke wijze gezochte informatie van Klager terug te vinden. Het feit dat Klager geenszins aan Titularis kon toestaan Klagers website te creëren en uit te baten, en dit in het licht van openbare aanbestedingswetgeving en het algemeen beginsel van non-discriminatie, doet geen afbreuk aan de mogelijkheid om desondanks bij de aanwending van de Domeinnaam duidelijk toe te lichten dat de gebruiker niet op een website van de Belgische Staat terecht kwam, en ook naar welke website hij zich dan wel moet wenden. De Domeinnaam wordt aldus door Titularis gebruikt “om met het oog op het behalen van een commercieel voordeel internetgebruikers naar een website van [Titularis] te lokken steunend op de verwarring die omtrent de (betrokken) geografische aanduiding (...) of benaming van geografische entiteit waarvan [Klager] houder is, kan ontstaan nopens de oorsprong, sponsoring, verbondenheid of goedkeuring van de website (...)” (artikel 10.2 van de Voorwaarden). Titularis heeft geen enkele vorm van natuurlijke band met de naam “België”, geen enkele activiteit die enig verband zou houden met deze geografische entiteit, en de Domeinnaam lijkt als hoofdzakelijk, zoniet enig, doel te hebben de overdracht aan de Belgische Staat tegen vergoeding. Gezien het belang van de Domeinnaam voor Klager, voornamelijk in het kader van haar e-government project, dat Titularis inmiddels wel kent, dient vastgesteld dat het verder gebruik van de Domeinnaam door Klager op dit ogenblik niet meer met de regels der goede trouw overeenstemt. Wij oordelen derhalve dat ook aan de derde voorwaarde van artikel 10, b, 1 is voldaan.
13
VIII. Wat betreft de vordering van Titularis Titularis vordert subsidiair compensatie ten bedrage van 35.000 Eur indien overdracht wordt bevolen: De enige maatregelen die kunnen worden bekomen van de derde beslisser in de geschillenregeling zijn evenwel de doorhaling van de domeinnaamregistratie of de overdracht van de domeinnaamregistratie naar de klager (artikel 10, e) van de Voorwaarden). Op de vraag van Titularis kunnen wij dan ook niet ingaan. IX.
Beslissing Dienvolgens, beslissen wij overeenkomstig artikel 10, e van de Algemene Voorwaarden voor domeinnaamregistratie binnen het .be-domein beheerd door DNS BE tot de overdracht van de domeinnaamregistratie voor de domeinnaam belgie.be naar Klager. Op de vraag van Titularis tot compensatie kan niet worden ingegaan.
Brussel, 11 december 2003
Cathérine Erkelens Derde Beslisser
14