Studie- en beroepscoaching (SBC) Het studie- en beroepscoachingsprogramma ondersteunt studenten bij het opbouwen van zelfkennis en het optimaal inrichten en benutten van hun studie. Studie- en beroepscoaching (SBC) ................................................................................... 1 Programmaoverzicht SBC blok 2....................................................................................... 2 Workshop 1: Competenties & Timemanagement .............................................................. 3 Workshop 2: Motivatie & Swot........................................................................................... 9 Workshop 3: Samenwerken & ABC................................................................................. 17 Bijlagen: Eindopdracht: Functioneringsgesprek ............................................................................. 26 Eindopdracht: Studiedossier............................................................................................ 27 Eindopdracht: Halfjaarverslag.......................................................................................... 30 Studieregiepunten............................................................................................................ 31
Doelstelling en opdrachten Het doel van het vak SBC is dat je je bewust wordt van je eigen ontwikkeling, studiegewoonten en ambities. Daarnaast werk je aan beroepsvaardigheden die je als hbo-er nodig hebt om goed in de praktijk te kunnen functioneren. Bovendien wil de opleiding graag weten hoe je tegen de opleiding aankijkt en wat je ideeën zijn over interactieve media. Er zijn drie workshops van 100 minuten. Verder richt je je studiedossier in, maak je een halfjaarverslag en bereid je je voor op het functioneringsgesprek met je coach in januari. In dit gesprek evalueer je het eerste half jaar en trek je conclusies over het vervolg: zit je bij IAM op de goede plek? Waar ben je goed in? Wat heb je nog te leren?
Studie- en Beroepscoaching blok 2 - propedeuse Interactieve Media 2010-2011 – BW
-1-
Programmaoverzicht SBC blok 2 Activiteiten, oefeningen, deliverables en data
Workshop 1 – Competenties / Timemanagement Informatie: Overzicht blok 2 en overzicht SBC Opdracht: Evaluatie Blok 1 in Questback Opdracht: Tijdcirkels Informatie: IAM Competenties Huiswerk: Reflectie vakken blok 1 Workshop 2 – Motivatie / SWOT Bespreken: Welke competenties ben je al tegengekomen? Opdracht: Muurtje bouwen Informatie: Studiedossier Opdracht: Sterkte/zwakte analyse Huiswerk: Studieregiepunten in kaart brengen Workshop 3 – Samenwerken / ABC Informatie: Feedback geven en ontvangen Opdracht: Het knollenspel Opdracht: ABC-tje bespreken Informatie: Het functioneringsgesprek Huiswerk: Verslag afmaken Opleveren Halfjaarverslag Deadline: vrijdag 17 december voor 16.00 uur bij kamer 05A21
~na de kerstvakantie Week 1
Lesweek Week 2 en 3
Functioneringsgesprek Je voert het functioneringsgesprek volgens het gesprekkenrooster opgesteld de loop van het blok. Neem je agendapunten, laptop met studiedossier mee naar het gesprek.
Studie- en Beroepscoaching blok 2 - propedeuse Interactieve Media 2010-2011 – BW
-2-
Workshop 1: Competenties & Timemanagement Informatie: Opdracht: Opdracht: Informatie: Huiswerk:
Overzicht blok 2 en overzicht SBC Evaluatie Blok 1 in Questback Tijdcirkels IAM Competenties Reflectie vakken blok 1
Studie- en Beroepscoaching blok 2 - propedeuse Interactieve Media 2010-2011 – BW
-3-
Oefening: Timemanagement Druk druk druk … derruk druk druk druk druk Als je studeert is het belangrijk dat je je tijd goed plant. Om dat te kunnen moet je de tijd die je besteedt aan de verschillende onderdelen van je studie en aan de rest van je activiteiten, goed kunnen inschatten. Zo kun je ervoor zorgen dat je tijdig met bepaalde opdrachten begint, of met het leren van een tentamen.
Opdracht: Tijdscirkels 1. Geef in het eerste cirkeldiagram aan hoeveel tijd per week je denkt dat je aan elk van onderstaande activiteiten besteedt. 2. Geef in het tweede cirkeldiagram aan hoeveel tijd je aan elk van de activiteiten zou willen besteden. 3. Geef vervolgens de grootste verschillen tussen beide aan. 4. Houd in de loop van het blok je werkelijke tijdsbesteding bij en presenteer de resultaten en opmerkelijke verschillen in je persoonlijk ontwikkelplan. Activiteiten
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Slapen/verzorging Woon/studie/werk-verkeer College en werkgroepen Eten/boodschappen/huishouden Algemene ontwikkeling (boek, krant) Zelfstudie/huiswerk
7. Werk 8. Hobbies/Sport 9. Relatie/vrienden 10. Games/TV 11. Ongericht / onproductief 12. Overig ……………
tijdsduur: 20 minuten
Geschatte tijdsbesteding
Gewenste tijdsbesteding
(elk partje staat voor 8 uur – totaal 168 uur)
Studie- en Beroepscoaching blok 2 - propedeuse Interactieve Media 2010-2011 – BW
-4-
Extra oefening: Plannen Onderstaande oefening kun je doen als je moeite hebt met plannen. Nu je wat meer zicht hebt over je tijdsbesteding kun je gaan nadenken over hoe je die taken het beste over de dag, week of maand kunt verdelen. Hieronder zie je een kwadrant dat je kunt vullen met jouw taken. Wie zijn tijd niet goed beheert, blijft steken in het eerste kwadrant met dingen die hier-en-nu aandacht vragen: een mail die nú de deur uit moet, een plotseling ingelaste sporttraining of een ontevreden teamgenoot die je onmiddellijk te woord moet staan.
Belangrijk
De neiging is groot om aan 'spoedklussen' toe te geven. Heb je zo'n taak geklaard, dan levert dat namelijk een onmiddellijk gevoel van succes op. Wat vaak vergeten wordt, is jezelf de vraag te stellen of een activiteit écht zo spoedeisend is of dat het een excuus is om niet aan de slag te gaan met het échte werk.
Urgent I
Niet urgent II
Voorbeelden:
Voorbeelden:
deadlines
leren
spoedklussen
werkstuk maken
crises/problemen
planning administratie opruimen
III
IV
Voorbeelden:
Voorbeelden:
Niet belangrijk
sommige overleggen mailtjes
tijdverslinders als voortdurend checken van mail
telefoontjes
social talk
collega's die binnen lopen
uitstelgedrag ('eerst een kopje koffie ...')
De kunst is je tijd zó te organiseren dat het leeuwendeel van je werk zich afspeelt in het tweede kwadrant: daar bevindt zich namelijk het échte werk, bijvoorbeeld werken aan opdrachten voor school of werk. Uiteraard horen daar soms spoedklussen bij. Maar je houdt ze in toom door vooraf steeds te checken of een taak daadwerkelijk urgent is en of je hem per se zelf moet doen. Niet alle activiteiten in kwadrant II zijn even belangrijk. Sommige klussen hebben een stip-notering, bijvoorbeeld omdat belangrijk zijn voor de voortgang van je studie of werk. Andere werkzaamheden zijn weliswaar belangrijk maar niet belangrijk genoeg Studie- en Beroepscoaching blok 2 - propedeuse Interactieve Media 2010-2011 – BW
-5-
om er voortdurend mee bezig te zijn. Denk aan opruimen; onnodig om er voortdurend mee bezig te zijn. Het is effectiever om er een vast tijdstip voor te reserveren: een middag per week of een dag per maand. Stel prioriteiten. Wat doe je met de activiteiten die niet belangrijk zijn, de kwadranten III en IV? Zaken die niet belangrijk zijn maar wel urgent lijken, bekijk je kritisch. Is het écht nodig dat je bij dat spoedoverleg bent? Moet je die vraag van je medestudent écht vandaag beantwoorden? Kun je die vraag met 'ja' beantwoorden, dan kwalificeer je de klus als 'spoed'. Is dat niet het geval? Ga dan op zoek naar alternatieven, kan iemand anders die taak ook doen, of maak afspraken over wanneer je de taak wél kunt afmaken. Wat doet een drukbezet iemand met activiteiten die én niet belangrijk én niet urgent zijn? Juist: schrappen! Waarom zou je je tijd verdoen met zinloze zaken waar niemand op wacht? Het is natuurlijk niet erg als je zo nu en dan toegeeft aan de verleiding om te freewheelen, een mens heeft nu eenmaal niet de efficiency van een robot. Wees je er wel van bewust dát je het doet, dan kun je je activiteiten desgewenst bijstellen. (bron: www.leren.nl)
Studie- en Beroepscoaching blok 2 - propedeuse Interactieve Media 2010-2011 – BW
-6-
IAM Competenties Kennismaken met de IAM-competenties Een competentie is kennis, houding en vaardigheden integreren en toepassen in een beroepssituatie. Een competentie maak je jezelf niet in één dag eigen. Een competentie ontwikkel je in de loop van je studie steeds verder tot je uiteindelijk het niveau van de startende beroepsbeoefenaar bereikt. Je verwerft een competentie op tal van manieren. Door theoretische kennis, het werken in projecten, het schrijven van rapporten, het doen van stages etc.
Opdracht: IAM Competenties Hieronder zie je de competenties die bij onze opleiding horen en de beroepsrollen waarin je je die meestal zult toepassen. Competenties
1. 2. 3. 4. 5. 6.
Creerend en interactief denkvermogen Communicatief vermogen Omgevingsgerichtheid Productie en beheerbekwaam Methodisch en reflectief denken en handelen Multidisciplinair samenwerken en managementvaardigheden
Beroepsrollen
a. b. c. d. e.
Ontwerper Maker Onderzoeker Projectmanager Adviseur
Maak team van drie à vier studenten. Verdeel de competenties over de teams. Noem zoveel mogelijk kennis, houdingsaspecten of vaardigheden die volgens jullie passen bij de competentie. In welke vakken denk je dat de competentie aan bod komt? Zoek eventueel op het intranet naar de competenties of kijk in de blokmanual. tijdsduur: 20 minuten Na afloop presenteert elke groep kort waaruit de competentie volgens hen bestaat. tijdsduur: 10 minuten
Studie- en Beroepscoaching blok 2 - propedeuse Interactieve Media 2010-2011 – BW
-7-
Vakreflecties Terugblikken na elk blok Bij het functioneringsgesprek kijk je onder andere terug op je resultaten van het afgelopen half jaar. Om je hiermee te helpen neem je in je persoonlijk ontwikkelplan een onderdeel vakreflecties op.
Huiswerk: Vakreflecties Maak voor elk vak uit blok 1 een vakreflectie, door voor elk vak onderstaand schema in te vullen: 1. Omschrijf de kern van het vak in twee zinnen. 2. Geef aan welke onderdelen van het vak je beheerst en met welke onderdelen je moeite hebt (geef voorbeelden). 3. Geef je affiniteit voor het vak aan. Motiveer je antwoord. Let op dat je jezelf evalueert en niet de wijze waarop het vak gegeven wordt/is. Tegen de kerstvakantie maak je ook de reflecties op de vakken van blok 2. Neem de reflecties op in je halfjaarverslag.
Vakreflectie: User Centred Development
(verwachte) cijfer…..
Kern van het vak in twee zinnen
Deze onderdelen beheers ik
Met deze onderdelen heb ik moeite
Dit vind ik van het vak
Studie- en Beroepscoaching blok 2 - propedeuse Interactieve Media 2010-2011 – BW
-8-
Workshop 2: Motivatie & Swot Bespreken: Opdracht: Informatie: Opdracht: Huiswerk:
Welke competenties ben je al tegengekomen? Muurtje bouwen Studiedossier Sterkte/zwakte analyse Studieregiepunten in kaart brengen
Studie- en Beroepscoaching blok 2 - propedeuse Interactieve Media 2010-2011 – BW
-9-
Welke competenties ben je al tegengekomen? Bij het invullen van de vakreflecties heb je vast ontdekt dat je al aan bepaalde competenties hebt gewerkt. Waar was dat en bij welke competentie?
Opdracht: Competenties herkennen Beschrijf tenminste drie situaties waarin je aan een bepaalde competentie hebt gewerkt en deel die met je buurman/vrouw. tijdsduur: 10 minuten
Situatie 1
Situatie 2
Situatie 3
Situatie 4
Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010-2011 - BW - pag 10
Muurtje bouwen Studiehouding en motivatie Daar waar in het begin van de studie de meeste opdrachten nog vrij gedetailleerd worden uitgezet, zul je in de loop van de tijd merken dat er meer zelfstandigheid en zelfredzaamheid van je wordt verwacht. Zo krijg je bij het individuele project alleen nog een projectbriefing en moet je zelf terugkijken naar de eerdere projecten die je hebt gedaan om alle fasen met succes te doorlopen. Wat heb je nodig om als student goed de opleiding te kunnen doorlopen?
Opdracht: Muurtje bouwen 1. Maak groepen van 5 à 6 personen. 2. Elke groep krijgt een set van 12 bouwstenen. 3. Bestudeer de uitspraken, maak een keuze en plak ze op een flip-over vel. – – –
De meest basale/fundamentele kaartjes onderaan De tweede laag kaartjes laat uitspraken zien die van een tweede orde zijn, of die later gerealiseerd kunnen worden De derde en vierde laag is voor de meest abstract uitspraken
4. Bekijk de flappen van de andere groep(en) 5. Wat zijn de belangrijkste verschillen? 6. Bespreek de uitkomsten met de groep tijdsduur: 30 minuten
Studiedossier Maak een archief van je werk
Opdracht: Studiedossier Lees de tekst over het studiedossier op pagina 27. Bedenk wat jij moet doen om je studiedossier compleet te maken. Tijdsduur: 10 minuten
Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010-2011 - BW - pag 11
Persoonlijke SWOT SWOT betekent: Strength, Weakness, Opportunities, Threats. Met andere woorden: waar ligt je kracht, wat zijn je zwaktes, waar liggen kansen en wat vormt een bedreiging (in je omgeving)? In een SWOT maak je een analyse van sterke en zwakke punten. Binnen marketing wordt een SWOT toegepast om een bedrijf te analyseren. Maar je kunt een SWOT ook gebruiken om jezelf onder de loep te nemen. De functie van de SWOT is om in kaart te brengen aan welke punten je moet gaan werken. Je leert om aan andere studenten te vertellen waar je goed of juist niet goed in bent. Bij sterke en zwakke punten kun je denken aan je studievaardigheden (bv. Waar ben je al goed in?: Samenwerken, presenteren, programmeren?), je kennis van de vakgebieden (bv. Beheers je een tweede taal vloeiend? Heb je al een andere opleiding gevolgd?) En, wat beheers je minder goed? Kansen kunnen liggen in (bijzondere) studieactiviteiten, of je aan hobby’s gerelateerde activiteiten. Bedreigingen liggen vaak in privé omstandigheden, maar soms ook in de houding van andere studenten, bijbanen, hobby’s. Ook de inrichting en opzet van de studie kan een bedreiging voor je zijn.
Opdracht: Maak een SWOT-analyse Maak tweetallen Vul de vragen uit het schema op de volgende bladzijde in, en doe dat daarna voor een medestudent. Leg de beoordelingen van jezelf en van de ander over jou naast elkaar en stel de SWOT-matrix op. Stel vervolgens een lijstje op met 4 punten die extra aandacht nodig hebben in jouw ontwikkeling tot beroepsbeoefenaar. Dit zijn punten waaraan jij persoonlijk meer aandacht moet besteden om toch aan het eind van de studie startbekwaam te zijn. Doe dit in volgorde van belangrijkheid. tijdsduur: 30 minuten Je SWOT kun je gebruiken voor het definieren van je leerdoelen. Vervolgens kun je besluiten hoe je deze leerdoelen wilt bereiken, bijvoorbeeld in een persoonlijk studieregiepunt. Neem een analyse van je SWOT en de acties/leerdoelen of plannen voor studieregiepunten die je hieruit hebt gehaald op in je halfjaarverslag.
Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010-2011 - BW - pag 12
Vul hier je eigen SWOT in: Strenght/Sterktes
Weaknesses/Zwaktes Je zwakten
intern
Waar ben je zwak in?
Je sterkten Waar ben je goed in? Welke drie opleidingscompetenties zul jij waarschijnlijk probleemloos verwerven in de loop van je studie? Wat draagt bij aan jouw succes? Wat zijn je beste prestaties tot nu toe? Welke verklaringen heb jij voor je succes?
Opportunities/Kansen
Waar heb je veel moeite mee als het om jezelf gaat? Welke slechte ervaringen heb je opgedaan en in hoeverre verklaren die je zwakten? Wat zou je graag veel beter kunnen? Op welke manier worden je prestaties beïnvloed door je zwakten? Welke 3 competenties zullen voor jou moeilijk te behalen zijn voor de duur van je studie?
Threats/Bedreigingen
extern
Kansen voor je studie/loopbaan Welke trends/kansen/uitdagingen zie je op dit moment in het gekozen werkveld? Bedreigingen voor je studie/ loopbaan Welke bedreigingen ervaar je door je Wat doe jij op dit moment om deze kansen omgeving? te benutten? Welke doelen heb je gesteld ten aanzien van je studie/loopbaan?
Zie je bepaalde obstakels voor het verdere verloop van je studie/loopbaan?
Welke kansen zie je voor jou als gevolg Zijn er trends of bedreigingen in je studie van nieuwe technologie, ontwikkelingen in je of het werkveld te onderkennen, die een bedreiging voor jouw functioneren vormen? studie, het vakgebied, e.d.?
Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010-2011 - BW - pag 13
Laat hier een medestudent voor jou een SWOT invullen: Strenght/Sterktes
Weaknesses/Zwaktes Zwakten Waar is …. zwak in? Waar heeft ….. veel moeite mee als het om hem/haar zelf gaat?
Sterkten
intern
Waar is …. goed in? Welke drie opleidingscompetenties zal hij/zij waarschijnlijk probleemloos verwerven in de loop van de studie? Wat draagt bij aan zijn/haar succes? Wat zijn zijn/haar beste prestaties tot nu toe? Welke verklaringen kun jij geven voor zijn/haar succes?
Opportunities/Kansen
Welke slechte ervaringen heeft …. opgedaan en in hoeverre verklaren die zijn/haar zwakten? Wat denk je dat ….. graag veel beter zou willen kunnen? Op welke manier worden …..’s prestaties beïnvloed door zijn/haar zwakten? Welke 3 competenties zullen voor ….. moeilijk te behalen zijn voor de duur van je studie?
Threats/Bedreigingen
extern
Kansen voor de studie/loopbaan Welke trends/kansen/uitdagingen zijn er op dit moment in het gekozen werkveld?
Bedreigingen voor de studie/ loopbaan
Wat doet …. op dit moment om deze kansen te benutten?
Welke bedreigingen zijn er door de omgeving?
Welke doelen heeft ….. gesteld ten aanzien van zijn/haar studie/loopbaan?
Zie je bepaalde obstakels voor het verdere verloop van de studie/loopbaan?
Welke kansen zie je als gevolg van nieuwe technologie, ontwikkelingen in de studie, het vakgebied, e.d.?
Zijn er trends of bedreigingen in de studie of het werkveld te onderkennen, die een bedreiging kunnen vormen?
Welke vier aandachtspunten kun je uit je SWOT halen? 1. ……………………………………………………………………………………………… 2. ……………………………………………………………………………………………… 3. ……………………………………………………………………………………………… 4. ………………………………………………………………………………………………
Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010-2011 - BW - pag 14
Huiswerk: Van leerdoel naar studieregiepunten Leerdoelen formuleren concretiseren uitvoeren reflecteren Binnen de opleiding Interactieve Media ben je zelf verantwoordelijk voor je ontwikkeling. Om die eigen verantwoordelijkheid te stimuleren moet elke student in de propedeuse drie studiepunten verdienen door te werken aan persoonlijke leerdoelen (studieregiepunten). Voor een studieregiepunt stel je een plan op, voer je het plan uit en bekijk je na afloop of je doel bereikt is.
Opdracht: Studieregiepunten A. Stel plannen op voor de studieregiepunten die je nog moet behalen. B. Vertel wat je leerervaring was van de punt(en) die je reeds hebt behaald. A. Nog te behalen studieregiepunten 1. Lees de tekst over leerdoelen en studieregiepunten op pagina 31 door. 2. Bekijk de resultaten van je SWOT analyse. 3. Maak de onderwerpen waar je wat aan (zwakte verbeteren) of mee (sterkte versterken) wilt doen concreet en stel vervolgens een plan op. − Pak de onderwerpen één voor één aan. − Wees daarbij zo concreet mogelijk. − Denk goed na hoe je ondersteund wilt of kunt worden. Na afloop Leg in je halfjaarverslag de keuze voor je leerdoelen uit. Leg uit waarom je juist aan die ambities of zwakke punten gaat werken (benut je SWOT). Neem verder de plannen zelf en de eventuele voortgang en resultaten op.
Om aan leerdoelen te kunnen werken is het zaak om eerst de leerdoelen goed te doorgronden, wat is nu precies het verbeterpunt? Dit is geen gemakkelijke zaak omdat er vaak veel aspecten mee spelen. Je moet eerst goed kunnen benoemen waar de ‘zwakte’ of ‘ambitie’ om draait, dit proces heet concretiseren. Als je het leerdoel hebt geconcretiseerd komt de vraag aan de orde hoe je ambitie kunt bereiken of hoe je je probleem kunt oplossen. Voorbeeld: Leerdoel:
Leren presenteren
Concretiseren:
Ik wil de angst om te presenteren overwinnen. Omdat ik het eng vind om voor een groep mensen iets te zeggen ben ik bang dat ik ga stotteren, blozen, verkeerde dingen zeg of dat ik van alles vergeet. Juist daardoor gebeurt dat ook.
Oplossing:
Goed voorbereiden en vooraf oefenen in een veilige omgeving: − De presentatie uitschrijven. − Oefenen. − De belangrijkste trefwoorden op kaartjes schrijven. − Weer oefenen en daarbij de tijd bijhouden. − De techniek testen en ruim op tijd aanwezig zijn.
Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/2011 - BW - pag 15
− Vooraf bedenken hoe te handelen als er iets mis gaat (bijv. rustig even op de kaartjes kijken als ik de draad kwijt ben of denk iets te vergeten en dat dan ook vertellen tegen het publiek). − De presentatie geven voor het vak Marketing.
Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/2011 - BW - pag 16
Workshop 3: Samenwerken & ABC-tje Informatie: Opdracht: Opdracht: Informatie: Huiswerk:
Feedback geven en ontvangen Het knollenspel ABC-tje bespreken Het functioneringsgesprek Verslag afmaken
Studie en Beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/2011 - BW - pag 17
Feedback geven en ontvangen Feedback is een boodschap over het gedrag of de prestaties van een ander. Feedback is onmisbaar als je met anderen samenwerkt. Je moet zo nu en dan kunnen zeggen dat het werk van de ander niet in orde is, of juist heel erg goed is. Je stuurt elkaar bij door commentaar te geven. Wie feedback geeft, kan ook feedback terug verwachten. Dat is soms onprettig, maar je leert ermee leven, als iedereen zich aan de regels houdt.
Opdracht: Kritiek vs. feedback? Wat is het verschil tussen kritiek en feedback? − Maak groejes van 4 − Brainstorm over wat is het verschil tussen feedback en kritiek. − Probeer daarna de volgende vragen te beantwoorden aan de hand van een eenvoudig voorbeeld:
Iemand geeft een presentatie en staat voortdurend met zijn handen in zijn broekzakken. 1. 2. 3. 4. 5.
Welk gedrag zie je? Wat is het effect daarvan? Hoe beoordeel/interpreteer je dat gedrag Wat verwacht je in de toekomst? Wat zou er gezegd zijn als er alleen maar kritiek was geleverd?
Bespreek met de klas de uitkomsten en lees dan onderstaande tekst tijdsduur 20 minuten Feedback ontvangen Feedback kun je zien als een kado. Je kunt het aannemen, uitpakken en er je voordeel mee doen. Of je neemt het kado aan, bedankt de gever en legt het vervolgens in een kast om er nooit meer naar om te kijken. Je kunt feedback beter zien als een kans om iets te leren. Hoe? Door goed te luisteren, toelichting te vragen en vervolgens te bedenken wat je ermee gaat doen. Wie feedback krijgt, heeft de neiging in de verdediging te gaan. Dat is zinloos. Je hoeft je niet te verdedigen want als de ander op een goede manier feedback geeft, uit hij zijn gevoel met een ik-boodschap. Daar kun je niet over discussiëren, want jij kunt niet beïnvloeden hoe degene die jou feedback geeft zich door jouw gedrag moet voelen. Je kunt wél overwegen je gedrag te veranderen zodat jouw gedrag geen negatieve emoties oproept. Maar, je mag altijd de ruimte vragen om weinig met de feedback te doen. Gebruik een ik-boodschap Een ik-boodschap is: “Ik kan me niet concentreren als ik je hard hoor praten. ”Een jij-boodschap is: “Jij praat te hard.” Een jij-boodschap zegt: jij doet iets fout. Een ik-boodschap zegt: ik zou het graag anders zien. Kunnen we het daar over hebben? Een ik-boodschap nodigt je gesprekspartner uit om begrip op te brengen voor jouw kant van de zaak. Door een jijboodschap schiet de ander meteen in de verdediging, en gooit er in het ergste geval nog een ‘jij-bak’ overheen: “Jij bent een overgevoelig watje!” Kun je een feedbackzin bedenken die met ‘ik’ begint?
0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 18
Regels voor feedback geven: Feedbackregels 1.
waarneming/beschrijving van vertoond gedrag (ik zie)
Toepassing in correcte volgorde? Kun je precies beschrijven welk gedrag je heeft gestoord? Heb je dat zelf gezien? Beschrijf concrete situaties. Feedback waarin de woorden ‘altijd’ of ‘overal’ of ‘nooit’ in voorkomen, slaat de plank mis. Je moet het gedrag zélf gezien of gehoord moet hebben. Met feedback die je baseert op geklets, of eerlijke vertrouwelijke informatie, van anderen maak je meer kapot dan je lief is. Je beschadigt het vertrouwen van je bron. De andere kan het ontkennen en wil meteen weten wie dat dan gezegd heeft.
2.
4.
effect op jou/anderen/groep/waarnemer (ik ervaar)
Kun je het effect van het gedrag op jou beschrijven zonder beschuldigingen?
interpretatie /beoordeling van gedrag (ik denk, ik vind)
Kun je het gevolg van het gedrag op jou beschrijven, zonder beschuldigingen?
Laat je gevoel spreken. Dat gaat al veel makkelijker als je een ik-boodschap geeft. Het gaat er immers niet om wat die ander nu precies heeft gedaan of nagelaten, maar jij hebt problemen met de gevolgen ervan. Je kunt je niet concentreren, jij maakt je zorgen omdat de klant een kwartier moet wachten. Kortom, jij hebt iets nodig van de ander en dat moet je kunnen benoemen. Want die ander moet dat weten om empathie te kunnen voelen voor jou en je feedback.
Je kunt prima zeggen welke gedachten het gedrag van de ander bij jou oproept. Zo kan je collega zich in jouw gevoelens inleven. “Doordat je voor de derde keer te laat kwam, kreeg ik het gevoel dat je het project niet serieus neemt. Daardoor ga ik twijfelen of ik je wel bij het vervolg wil betrekken.” Maar hier kan je in doorschieten. Je hoeft er niet bij te zeggen: “Ben je te lui om je bed uit te komen?” “Denk je dat we dit jaar al genoeg omzet gemaakt hebben?” “Dacht je dat ik het ook wel alleen kon?” Dit zijn allemaal zinloze interpretaties waarmee je de sfeer verpest. De ander komt vanzelf wel met een verklaring. En misschien is het nog een goede ook.
5.
verwachting t.a.v. toekomstig gedrag (ik verwacht, ik wil)
Kun je duidelijk vragen wat je van de ander wilt? Je wilt graag dat de ander zijn gedrag verandert. Help hem daarbij door duidelijk te zeggen hoe je het dan wilt: "Ik zou het fijn vinden om samen naar zakelijke afspraken te gaan, zodat we vooraf een rolverdeling en gespreksstrategie kunnen afspreken. Dan ga ik met meer vertrouwen het gesprek in."
(bron: reader DNI, E&TI, 2003-2004 en www.carrieretijger.nl) 0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 19
Samenwerken Bij de studie IAM, maar ook in je latere werkzame leven, zul je veel moeten samenwerken. Of je nu in een team van designers of techneuten werkt of zelf projectleider bent, goed samenwerken is een belangrijke voorwaarde voor succes. Hoe geef jij inhoud aan “samenwerken”? Voor effectieve samenwerking moet er voldaan zijn aan 4 voorwaarden: duidelijke doelen, open communicatie, verantwoordelijkheidsbesef en een goede taak- en rolverdeling.
Opdracht: Speel het Knollenspel - Deel de klas op in twee groepen. Uit elke groep gaan 6 mensen het spel spelen, de rest observeert. Verdeel de observatievragen over de overige studenten. - Na afloop worden ieders ervaringen nabesproken. Tijdsduur: 40 minuten (bron: SOVA-groep)
Observatiepunten Knollenspel op principes van samenwerking • Is er sprake van een duidelijke taakverdeling? Zo ja, hoe dan? Zo nee, hoe gaat het dan in zijn werk?
• Wordt de informatie in het begin gerouleerd? Wordt met de juiste informatie op het juiste moment aangesloten?
• Is de werkwijze, de procedure voor iedereen even helder?
• Doet iedereen mee aan het besluitvormingsproces? Beschrijf wat je ziet…
• Wordt er naar elkaar geluisterd? Beschrijf wat je ziet…
• Zijn er conflicten tijdens de bespreking?
• Zo ja, hoe zijn die dan uitgewerkt?
0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 20
ABC-tje De kern van reflectie is dat je veel leert van het werken in de praktijk, van iets doen, van het oplossen van grote en kleine problemen. Problemen die je later oplost, worden altijd beïnvloed door problemen die je in een eerdere situatie oploste. Vooral bij problemen waarbij de oplossing niet direct voor de hand ligt, is het leereffect groot. Problemen waarbij je wat probeert, klooit en experimenteert. Denk aan het verhaal van de Nobelprijswinnaars die een enkele laag grafeen ontdekten. Daarnaast gebeurt het regelmatig dat je een voor de hand liggende oplossingen niet meer ziet omdat je er met je neus te dicht bovenop zit. Je zit jezelf dan in de weg. Bij het reflecteren blik je niet alleen terug op de manier waarop iets is gegaan, maar ook op de wijze waarop je zelf in het probleem stond, ofwel de invloed van het menselijke gedrag op het oplossen van problemen. Een ABC-tje is een goede manier om dat te leren.
Opdracht: ABC-tje Schrijf individueel een kenmerkende nieuwe ervaringen op. Doe dat aan de hand van de volgende drie vragen: A. Aan de hand: wat was er aan de hand (wat gebeurde er en hoe gebeurde het)? B. Belangrijk: wat was daar belangrijk aan (voor jezelf, voor je studie, voor het beroep)? C. Conclusie: welke conclusies trek je daaruit, welke voornemens heb je nu? Bespreek de situatie met een medestudent. tijdsduur: 30 minuten (bron: Wat gaan we doen?, de Bie en de Kleijn, 2001)
0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 21
QUIZZZZ time! Weet jij genoeg over je studie tot nu toe?
1. Wat is een BAS?
2. Welke onderdelen zijn verplicht om over te gaan naar het 2e jaar?
3. Wat moet je doen als je studievertraging denkt op te gaan lopen?
4. Wat is de 1 februariregeling? Hoe voorkom je dat je studiefinanciering wordt omgezet in een permanente lening? 5. Hoeveel punten kun je per blok behalen?
6. Welke 3 onderdelen bepalen het cijfers voor het fuctioneringsgesprek?
7. Tot wanneer kun je een studieregiepunt indienen ter beoordeling?
8. In welke week vindt het domeinproject plaats?
9. Wat moet je meenemen naar het functioneringsgesprek?
0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 22
Functioneringsgesprek Hoe verloopt het functioneringsgesprek?
Functioneringsgesprek Lees de tekst over het studiedossier op pagina 26. Noter in je agenda wanneer je wat moet doen om goed voorbereid naa het gesprek te gaan. Tijdsduur: 10 minuten
Huiswerk: Halfjaarverslag afmaken Maak je halfjaarverslag af en lever het in op vrijdag 17 december 2010 voor 16.00 uur in bij kamer 05A21.
Kaft -
Zoek een citaat dat iets vertelt over jou, of over de waarden waar jij voor staat. Schets op visuele wijze een bijpassende situatie die het citaat verklaart. Verwerk dit citaat en de schets op visuele wijze in het kaft voor je halfjaarverslag. Gebruik geen clip art. Zelf tekenen/ontwerpen mag wel.
Agenda Ter voorbereiding van het gesprek stel je een agenda op (neem deze mee naar het gesprek). Naast een aantal verplichte agendapunten ben je vrij om al je vragen te stellen of bepaalde onderwerpen aan bod te laten komen. De verplichte agendapunten zijn: 1. Studievoortgang 2. Leerdoelen/Studieregiepunten 3. “Schot voor de boeg” Je bent zelf verantwoordelijk voor het meenemen van je laptop tijdens het gesprek. Zorg dus dat je een werkende laptop hebt en maak back-ups van je werk.
0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 23
Bijlagen: - Manualtekst Functioneringsgesprek - Eindopdracht: Functioneringsgesprek - Eindopdracht: Studiedossier - Eindopdracht: Halfjaarverslag - Studieregiepunt
0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 24
Vak
Functioneringsgesprek
Studiejaar Periode(s) Aantal studiepunten Docenten
Propedeuse Blok 2 1 studiepunten Hein Bijvoet, Aranea Felëus, Eva Van den Eijnde, Walter Giannuzzi, Jos Kok, Sonja Rouwhorst, Sandra Toom en Brit Wijnmaalen
Leerdoelen − De student heeft zicht op en werkt actief aan zijn eigen studiegewoonten, ambities en ontwikkeling en verzamelt zelfstandig bewijslast van zijn ontwikkeling. − De student kan persoonlijke leerdoelen vaststellen en concretiseren. − De student kan zijn ontwikkeling en plannen toelichten in een gesprek. Plaats in het leerplan Studenten voeren in het propedeusejaar een aantal gesprekken met hun coach en vakdocenten van de opleiding. In deze gesprekken wordt de afgelopen periode geëvalueerd en worden plannen gemaakt en doelstellingen vastgelegd voor de komende periode. Deze gesprekken hangen samen met het persoonlijk ontwikkelplan van de student. In het eerste blok voert de student een kennismakingsgesprek, in blok 2 een functioneringsgesprek en het jaar wordt afgesloten met een eindejaarsgesprek. Werkwijze Het tweede gesprek is een functioneringsgesprek. Dit gesprek - met de coach - heeft als doel het eerste half jaar evalueren en conclusies trekken over het vervolg: doorgaan met de studie en het formuleren van voornemens of de studie staken en nadenken over een alternatief. Als voorbereiding op het gesprek neemt de student gedurende blok 2 deel aan een aantal werkgroepen. Voorafgaande aan het gesprek levert de student een halfjaarverslag op en verzamelt werk om te laten zien. Toetsing Aan het einde van blok 2 maakt de student een afspraak met zijn coach voor het functioneringsgesprek en voert het gesprek. Het gesprek wordt gevoerd aan de hand van het halfjaarverslag en het digitale verzamelde werk. De beoordeling inclusief feedback wordt tijdens het gesprek bekend gemaakt. Aanvulling of herkansing is mogelijk tot twee weken na afloop van blok 2. Over de aard van de aanvulling maakt de student afspraken met zijn coach. Een herkansing kan in overleg met de coach worden afgesproken. Criteria Halfjaarverslag: − Het halfjaarverslag is compleet, verzorgd, gestructureerd en geschreven in goed Nederlands. − De student beschrijft in het verslag een goed beeld van het verloop van het afgelopen half jaar en van zijn leerdoelen, affectie en ambitie voor het tweede half jaar van de propedeuse. − Het verslag is voorzien van een originele kaft, voorwoord, inleiding, inhoudsopgave en paginanummering. Studiedossier: − Het studiedossier is geordend, compleet en geeft een overzichtelijk beeld van het tot nu toe gemaakte werk van de student. Functioneringsgesprek: − De student geeft in het functioneringsgesprek een helder beeld van zijn ontwikkeling in het eerste half jaar van de propedeuse. − De student verwoordt in het functioneringsgesprek een goed beeld van zijn leerdoelen, affectie en ambitie voor het tweede half jaar van de propedeuse (en het verdere vervolg van de opleiding en carrière). 0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 25
Eindopdracht: Functioneringsgesprek Overzicht van je ontwikkeling en ambities Na de kennismaking in het eerste blok is het tweede gesprek halverwege het jaar een functioneringsgesprek. Dit gesprek heeft als doel het eerste half jaar te evalueren en je conclusies te laten trekken over het vervolg: doorgaan met de studie en het formuleren van voornemens of de studie staken en nadenken over een alternatief. Dit gesprek vindt plaats voor 1 februari i.v.m het feit dat als je wellicht wilt afhaken en je studiefinanciering niet in gevaar wilt brengen. Voor studenten die zich voor 1 februari uitschrijven blijft de tot dan toe ontvangen studiefinanciering een gift (als het hun eerste hbo studie is). Na 1 februari wordt de studiefinanciering bij staken van de studie omgezet in een lening.
Het functioneringsgesprek Bereid een functioneringsgesprek van ongeveer 20 minuten voor en voer het gesprek met je coach. De gesprekken vinden plaats in lesweek 8 en 9 (kalenderweek 2 en 3 van 2011). Je bent zelf verantwoordelijk voor het vastleggen van een afspraak in de laatste les. Ter voorbereiding van het gesprek stel je agendapunten op (neem deze mee naar het gesprek). Naast een aantal verplichte agendapunten ben je vrij om al je vragen te stellen of bepaalde onderwerpen aan bod te laten komen. De verplichte agendapunten zijn: 2. Studievoortgang 3. Leerdoelen/Studieregiepunten 4. Vooruitblik Naast de agenda dienen je studiedossier en halfjaarverslag als basis voor het gesprek. In je verslag neem je je reflectie en je plannen op. Je studiedossier bevat de bewijzen en onderbouwing van je reflectie en plannen. De kwaliteit van je voorbereiding en de wijze waarop je het gesprek voert zijn medebepalend voor de beoordeling in blok 2.
Toetsing: Voorafgaande aan het functioneringsgesprek levert de student een halfjaarverslag op. Aan het einde van blok 2 maakt de student een afspraak met zijn coach voor het functioneringsgesprek en voert het gesprek. Het gesprek wordt gevoerd aan de hand van het halfjaarverslag en het digitaal studiedossier. De beoordeling inclusief feedback wordt tijdens het gesprek bekend gemaakt. Het verslag, de presentatie van het studiedossier en het gesprek moeten met minimaal een voldoende worden beoordeeld. Aanvulling of herkansing is mogelijk tot twee weken na afloop van blok 2. Over de aard van de herkansing maakt de student afspraken met de coach.
0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 26
Eindopdracht: Studiedossier Overzicht van je ontwikkeling en ambities Binnen de opleiding Interactieve Media leg je een digitaal studiedossier aan als onderdeel van je persoonlijke ontwikkelplan.
Opdracht Houd een digitaal studiedossier bij.
Studiedossier Je digitale studiedossier is gericht op je studieloopbaan en bevat ‘documenten’ die je ontwikkeling en ambities zichtbaar maken en is de etalage waarin je je kwaliteiten en capaciteiten tentoonstelt. Je studiedossier neem je mee naar het functioneringgesprek in lesweek 8 of 9 (kalenderweek 2 of 3 2011). Zorg zelf voor een laptop. De inhoud en verzorging van je studiedossier wordt in het functioneringsgesprek in lesweek 8 of 9 (kalenderweek 2 of 3 2011) besproken.
Inhoud en vorm studiedossier Het digitale studiedossier kan gezien worden als een piramide van het werk van de student.
Deze piramide wordt van onderaf opgebouwd. Het studiedossier bevat de verzameling met het complete werk van de student. Uit deze complete verzameling kan een selectie worden gemaakt waarmee de ontwikkeling van de student wordt geïllustreerd. Daaruit kan vervolgens het beste werk worden geselecteerd om een showcase/portfolio samen te stellen. In blok 2 maak je een start met het structureel verzamelen van werk in het dossier, in blok 4 ga je aan de slag met de presentatie en structuur van je showcase/portfolio. Het is van belang om je dossier continu bij te houden.
0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 27
Het studiedossier bestaat voor een groot deel uit een verzameling beroepsproducten die in het kader van een project of vak zijn gemaakt. Andere beroepsproducten, zoals plannen, broncode, ontwerpdocumentatie, projectverslagen, onderzoeksrapporten, enzovoort, zijn net zo goed relevant voor je professionele ontwikkeling. De vormgeving van het studiedossier is functioneel. Het kan een eenvoudige mappenstructuur op je computer zijn, een worddocument met links naar de producten, een wordpressblog, of iets dergelijks. Zolang je studiedossier maar compleet en geordend is en alleen relevante informatie bevat. Maak het zo dat iemand anders zonder uitleg begrijpt wat hij waar kan vinden. Er horen dus niet vijf versies van één bestand in te zitten. Zorg dat je van alle vakken of projecten waaraan jij hebt meegewerkt de eindversie zelf bezit. Projecten vormen het grootste deel van de inhoud van het studiedossier. Alles wat op één of andere manier bijdraagt aan een professionele ontwikkeling (vakken, projecten, studieregiepunten) wordt hier ‘project’ genoemd. Je studiedossier speelt een belangrijke rol bij het functioneringsgesprek. Voor ieder project wordt het volgende beschreven: • Metadata o Naam van het project o Periode waarin het gemaakt werd o Studiefase o Vak/opdrachtgever o Type (groepsopdracht | individueel) o Rol(len) die jij had o Categorie o Tags • Opdracht en doelstellingen o Korte opdrachtomschrijving (in één zin) o Eigen doelstellingen • Proces en werkzaamheden o Samenwerkingsverbanden o Doorlopen stappen o Eventueel tussenproducten • Visuals ( één of meer beelden van het project ) • Producten (tekst ) Downloads en links naar alle deliverables/beroepsproducten, zoals ontwerpdocumentatie, projectverslagen, demo’s, eindproduct, et cetera. Een belangrijk criterium voor een goed studiedossier is dat het actueel en volledig is. Het is van belang dat het studiedossier regelmatig aangevuld wordt met nieuw gemaakt materiaal. Het studiedossier houd je gedurende je hele studie bij. De inhoud van je studiedossier speelt een belangrijke rol bij het functioneringsgesprek. Daarnaast gebruik je het voor het opstellen van je portfolio in blok 4, je persoonlijk ontwikkelplan en jaarverslag.
0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 28
Voorbeeld Stadsspelen Amsterdam www.stadsspelen-amsterdam.nl/mediafreaks looptijd: november 2009-april 2010 waarvoor: propededeuse Interactieve Media, Hva opdrachtgever: Gemeente Amsterdam type opdracht: teamproject mijn rol: 20% projectleider / 80% ontwikkelaar categorie: internetsite tags: overheid, nonprofit, gemeente, amterdam, internet, jongeren, scholen spelen, creatief, interactief, media Het doel van het project was om een manier te bedenken om jongeren met hun school bekend en enthousiast te maken voor de stadsspelen van Amsterdam. Wij wilden met ons team vooral een levendige site met veel interactie maken, zodat jongeren ook puur voor de lol op de site zouden komen. Ik wilde zelf vooral oefenen met de rol van projectleider, dat had ik nog nooit eerder gedaan. Ons team bestond uit een groep van vijf studenten waarin ik eerst de rol van projectleider had, maar tegen het einde van het project ging ik steeds meer bouwen, omdat ik dat het best kon. Toen nam iemand anders de rol van projectleider over. Doorlopen stappen: debriefing, brainstormen, concept, ontwerp prototype, testen, herontwerp, bouwen, testen, presenteren, oplevering met documentatie. Bijgevoegd: Visual 1 Visual 2 Visual 3 Debriefingsrapport Onderzoeksrapport Testrapport Documentatie voor de klant
Dummy Naast je studiedossier is het ook interessant om te weten op welke wijze je tot je producten/resultaten komt. Om je inspiratiebronnen, interesses, aanpak en proces vast te leggen heb je een dummy gekregen. Een dummy is naast een boekje om aantekeningen in te maken ook bedoeld als een ‘schetsboek’ waarin je schets, interessante ideeën opschrijft, intrigerende afbeeldingen plakt, kattebelletjes scribbelt, boeiende artikelen opneemt... →
Je hebt de eerste dummy van de opleiding gekregen. Je dummy geeft een beeld van je interesses en de wijze/aanpak waarop je tot ontwerpen/resultaten komt. Je bent verder vrij hoe je je dummy vult en vorm geeft. Als je wilt, kun je je dummy meenemen naar het gesprek het gesprek te ondersteunen
0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 29
Eindopdracht: Halfjaarverslag Studiegewoonten – Vakgebied IAM – Schot voor de boeg Je halfjaarverslag bestaat uit twee delen. In het eerste deel kijk je terug op je ontwikkeling in het eerste half jaar, het reflectie-deel. In het tweede deel presenteer je je persoonlijke doelen en plannen voor het tweede half jaar, het plannen-deel.
Opdracht Stel een halfjaarverslag op bestaande uit: Kaft: - Het kaft bestaat uit een beeldende weergaven van je toekomstbeeld / een citaat dat op jouw ontwikkeling van toepassing is Reflectie: - Per vak een overzicht van je ontwikkeling in het eerste halve jaar, je huidige niveau en je studieresultaten (zie oefening vakreflectie). - Je persoonlijk Swot, (zie oefeningen) met conclusie, je studiegewoonten (plannen, timemanagement, ABC-tje) - Samenvatting/conclusie eerste half jaar van maximaal 200 woorden. Plannen: - Je 3 leerdoelen/plannen voor de studieregiepunten van dit jaar inclusief toelichting, voortgang en resultaten (zie oefening leerdoelen). - Schot voor de boeg - jouw definitie van het vakgebied en jouw ideale toekomstbeeld van jouw rol binnen het vakgebied. Naast inhoudelijke kwaliteit zorg je dat je halfjaarverslag er professioneel uitziet (kaft, inleidingen, paginanummering, correct taalgebruik). Zet je naam, studentennummer en klas op de kaft van je halfjaarverslag. Omvang ongeveer 7 A4 en een kaft. Lever je persoonlijk ontwikkelplan uiterlijk vrijdag 17 december 2010 vóór 16.00 uur in bij kamer 05A21. De inhoud en verzorging van je persoonlijk ontwikkelplan worden in het functioneringsgesprek in lesweek 8 of 9 (kalenderweek 2 of 3 van 2011) besproken.
0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 30
Studieregiepunten Werken aan je eigen ontwikkeling De achtergrond van studenten Interactieve Media is zeer divers qua vooropleiding, leeftijd, voorkennis en werkervaring, waardoor ook de leerbehoefte divers is. In het propedeuseprogramma is daarom ruimte voor individuele ontwikkeling. Je moet in dit studiejaar drie studieregiepunten behalen – dit kun je uitspreiden over vier blokken. In blok 4 heb je er echter geen tijd voor, dus zorg dat je tegen blok 4 klaar bent – je hebt het dan al druk genoeg. →
Elke student moet in de propedeuse drie studieregiepunten verdienen door het behalen van persoonlijke leerdoelen. Je hebt in het eerste jaar de ruimte om aan drie zwakke en/of uitdagende punten te werken, welke van student tot student zullen verschillen. Eén SRP verdien je tijdens de Domein-projectweek, aan het begin van blok 3.
Doel van de studieregiepunten Het doel van de studieregiepunten is dat iedere student minstens 84 uur (3 studiepunten) actief is buiten het reguliere programma om - de opleiding biedt je vakken en een project. Daarnaast vinden wij het belangrijk dat je ook je eigen talenten ontwikkelt door iets bijzonders te doen of tijd investeert in onderdelen waarin je minder goed bent.
Context van de studieregiepunten De studieregiepunten kunnen met allerhande inspanningen verdiend worden. Zo kun je actief meedoen met de open- en bezoekersdagen voor geïnteresseerde studenten of meedoen met de Tools-introductie. Je kunt door docenten gevraagd worden om als student-assistent ingezet te worden. Maar je kunt ook een aantal interactieve media evenementen bezoeken of een vakbeurs en daarover een presentatie geven. Een aantal mogelijkheden: − Tools-introductie: Tools ‘R’ us − Extra eigen scholing − Student-assistentschap: − organisatie open dagen of meeloopdag − organisatie lezing, conferentie… − scholing medestudenten − ontwikkelen lesmateriaal − Externe activiteiten (organisatie/deelname lezing, symposium, tentoonstelling…) − Het volgen van een van de workshops tijdens de SRP-week in januari 2011
Plan van aanpak Als student ben je zelf verantwoordelijk voor het formuleren van leerdoelen, voor het opstellen van de plannen om die leerdoelen te bereiken en voor de uitvoering van die plannen. In de SBC bijeenkomsten word je ondersteund bij het opstellen van je leerdoelen en wordt de uitvoering gevolgd. Indien nodig kun je (vak)docenten om steun vragen bij het opstellen en behalen van je doelen. Voor het opstellen van je plannen kun je hulpmiddelen als STAR (Situatie, Taak, Actie, Resultaat) en SMART (Specific, Measurable, Achievable, Realistic, Time-bound) gebruiken. In ieder geval moet je de volgende aspecten opnemen: − Het leerdoel (wat ga je leren, wat wil je kunnen) − Te ondernemen acties − Het resultaat − Tijdsplanning en einddatum 0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 31
− Aantal uren dat je gaat besteden In je halfjaarverslag dat je halverwege het jaar opstelt, neem je je plannen en de voortgang op. Op het moment dat je een leerdoel behaald hebt, toon je bewijs hiervan aan je SBC docent / coach waarna deze de bijbehorende studiepunten uitschrijft.
Nota bene − Je moet je plannen door je coach laten goedkeuren vóór je met de uitvoering start. Goedkeuring, puntentoekenning en normering worden besproken in het propedeuse docententeam waarbij rekening gehouden wordt met de individuele kwaliteiten en ontwikkeling van de student. − In blok 2 en blok 4 heb je in SBC bijeenkomsten ruimte om je persoonlijke leerdoelen af te ronden; bijvoorbeeld door een gastles of presentatie te verzorgen of door een lezing/event te organiseren. Dit moet vooraf afgestemd worden met de docent.
Criteria 1. je activiteiten vloeien voort uit de leerdoelen die je hebt opgesteld, en besproken met je coach, in je halfjaarverslag. 2. je hebt het plan van aanpak goed laten keuren door je coach. Eventueel in samenspraak met een andere docent. 3. je kunt aantonen dat je minstens één maal feedback hebt gehaald bij een docent afhankelijk van het onderwerp. 4. je studievoortgang is aantoonbaar gebaat bij de te ondernemen activiteiten. 5. je eindproduct of presentatie is verzorgd, helder en to the point. 6. het plan beslaat minimaal 28 uur (1 studiepunt staat voor 28 uur) 7. je mag maximaal 2 studieregiepunten behalen op techniekgebied (tools, flash, en andere technische cursussen door de opleiding aangeboden) Alleen als aan alle criteria is voldaan worden studieregiepunten toegekend. De uiterste datum om de studieregiepunten in te behalen is in blok 4 op vrijdag 10 juni 2011.
Voorbeelden Onderstaand een aantal voorbeelden van leerdoelen. Je ziet dat leerdoelen betrekking kunnen hebben op alle aspecten van je ontwikkeling: persoonlijkheid, algemene ontwikkeling, technische vaardigheden…
Voorbeeld 1 (STAR methode) Situatie: Taak: Actie:
Resultaat:
Ik wil een groep mensen kunnen overtuigen van mijn ideeën. Het voorbereiden en houden van een presentatie. Leren om doelen van een presentatie vast te stellen, een presentatie op te bouwen, presentatiemateriaal te maken, proefpresentaties te houden en non-verbale communicatie effectief in te zetten. Ik ga dit in het eerste half jaar toepassen in het project. Een effectieve presentatie houden en feedback ontvangen en verwerken.
Voorbeeld 2 (Plan van aanpak) Ik vind het van belang dat ik meer weet van actuele onderwerpen die spelen binnen het vakgebied. Het komende studiejaar wil ik daar een start mee maken. Ik ga dit jaar minstens vier ‘IAM-boeken’ lezen en vier ‘IAM-events’ bezoeken (lezingen of tentoonstellingen van vakverenigingen). Van de boeken en events schrijf ik een recensie die ik opneem in mijn portfolio. Het streven per blok is één boek en één event.
0Studie- en beroepscoaching propedeuse Interactieve Media 2010/-2011 - pag 32