Doelgroepanalyse participatiebudget Arnhem
Opdrachtgever:
Gemeente Arnhem
Datum:
22 april 2009
Auteur:
Policy Productions
policyproductions - postbus 6030 - 2001 ha haarlem - 023 750 5150
Inhoudsopgave 1
2
3
4
Inleiding....................................................................................................1 1.1 Aanleiding .......................................................................................1 1.2 Vraagstelling en onderzoeksaanpak...............................................1 1.3 Opzet rapportage ............................................................................2 Burgers met een participatieplicht ............................................................3 2.1 Inleiding...........................................................................................3 2.2 WWB-ers.........................................................................................3 2.3 Inburgeringsplichtigen.....................................................................5 2.4 Inburgeringsplichtigen met een WWB-uitkering (samenlopers) ......6 2.5 Conclusies burgers met een participatieplicht ................................6 2.6 Behoeften van de WWB- en inburgeringsplichtigen .......................7 Doelgroepen die geen plicht hebben om te participeren........................14 3.1 Inburgeringsbehoeftigen ...............................................................14 3.2 Burgers zonder startkwalificatie ....................................................14 3.3 Laaggeletterden en analfabeten ...................................................15 3.4 NUG-gers (niet uitkeringsgerechtigden) .......................................15 3.5 UWV doelgroepen.........................................................................16 Conclusies doelgroepanalyse ................................................................18
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
1
Inleiding
1.1 Aanleiding De gemeente Arnhem is één van de 23 gemeenten die deelneemt aan het voorbereidingstraject voor de invoering van het Participatiebudget. In het Participatiebudget wordt het geld uit het W-deel van de WWB en de middelen uit de Wet Inburgering en de Wet Educatie Beroepsonderwijs samengevoegd. Vanaf 1 januari 2009 krijgen alle gemeenten het geld uit de drie regelingen als één totaalbedrag en het bedrag mag in principe voor iedere burger vanaf 18 jaar worden ingezet. Gemeenten krijgen hierdoor in principe 1 meer keuzevrijheid om te beslissen aan welke doelgroepen ze dit geld willen uitgeven en welke instrumenten ze willen inzetten. Om straks een goed onderbouwde keuze te kunnen maken is het van belang de (potentiële) doelgroepen van het participatiebudget goed in kaart te brengen. De gemeente Arnhem heeft Policy Productions daarom gevraagd een doelgroep- en instrument-analyse uit te voeren. Deze analyse dient als input voor de visienota en als onderbouwing voor de te maken keuzes en inzet van middelen uit het Participatiebudget.
1.2 Vraagstelling en onderzoeksaanpak De doelgroepanalyse moet antwoord geven op de volgende vragen van de gemeente Arnhem: 1. in kaart brengen van de omvang en behoeften van de doelgroepen binnen het huidige beleid, de overlap tussen de groepen en de witte vlekken 2. analyse van de huidige doelgroepen in relatie tot participatievisie en participatiedoelstellingen 3. aanbevelingen doen voor strategische beleidskeuzes 4. formuleren van bijbehorende klantprofielen. Om de vraagstelling te beantwoorden hebben wij de volgende stappen doorlopen: 1. analyse van landelijke en lokale data over de doelgroepen van het participatie beleid 2. analyse van het door gemeente Arnhem ingezette instrumenten 3. gesprekken consulenten/beleidsmedewerkers 4. workshops doelgroepen jongeren en allochtone vrouwen
1
deze keuzevrijheid wordt wel beïnvloed door de financiële prikkels die er in het participatiebudget zijn ingebouwd: een prikkel op de uitstroom naar werk door de budgettering van het I-deel en een prikkel op de realisatie van educatie- en inburgeringsdoelstellingen door de outputverdeelmaatstaven voor educatie en inburgering.
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
1
1.3 Opzet rapportage Op basis van de doelgroep- en instrumentanalyse hebben wij een onderscheid gemaakt tussen burgers met een participatieplicht en burgers zonder participatieplicht. In hoofdstuk 2 bespreken we de omvang, kenmerken en behoeften van de burgers met een participatieplicht. In hoofdstuk 4 gaan we in op de burgers zonder participatieplicht. Tenslotte vatten we in hoofdstuk 5 de belangrijkste conclusies samen.
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
2
2
Burgers met een participatieplicht
2.1 Inleiding Burgers die onder de regeling van het participatiebudget vallen kunnen als volgt worden ingedeeld: 1. Burgers die een wettelijke plicht hebben te participeren en (meer) moeten participeren 2. Burgers die geen wettelijke plicht hebben te participeren en (meer) willen participeren De plicht om te participeren kan voortkomen uit de Wet Werk en Bijstand (WWB) en uit de Wet Inburgering (WI). Binnen de WWB hebben mensen de plicht zich in ruil voor de uitkering in te zetten voor werk, re-integratie of activering. Mensen kunnen wel (tijdelijk) worden vrijgesteld van deze plicht en de gemeente kan ervoor kiezen mensen (tijdelijk) niet aan te spreken op hun plicht. Tegelijkertijd is de gemeente verplicht mensen die in de WWB zitten te ondersteunen bij arbeidsinschakeling. Bovendien moedigt de financiële prikkel binnen de WWB gemeenten aan mensen (langdurig) uit te laten stromen. Gemeenten hebben keuzevrijheid bij de inzet van hun budget. Mensen die vanuit de WI zijn bestempeld als inburgeringsplichtig zijn verplicht binnen drie jaar het inburgeringsexamen te halen. Ook van deze plicht kunnen mensen worden ontheven. De gemeente heeft vanuit de wet geen plicht burgers, met uitzondering van enkele specifieke groepen, te ondersteunen bij het inburgeren. De taakstelling die het Rijk met gemeenten heeft afgesproken en de outputverdeelmaatstaven in het participatiebudget werken voor gemeenten echter als prikkel om inburgeraars een inburgeringsaanbod te doen . Voor de groep die geen wettelijke plicht heeft te participeren maar wel (meer) wil participeren, heeft de gemeente, vanuit de wet gezien, ook geen ondersteuningsplicht. Binnen deze groep heeft de gemeente beleidsvrijheid eigen accenten te leggen en prioriteiten te stellen. Gemeenten zullen daarbij bepaalde groepen actief willen benaderen om gebruik te maken van hun participatieaanbod terwijl andere groepen een passief aanbod krijgen.
2.2 WWB-ers In totaal telt Arnhem ongeveer 5600 WWB klanten. Van deze groep zijn er 290 jonger dan 27 jaar. Zij krijgen vanaf medio 2009 een leerwerkplicht. Uit een vergelijking met de steden Apeldoorn, Breda, Zwolle, Den Bosch en Alkmaar blijkt dat die groep jongeren tussen 18 en 24 jaar in de bijstand de afgelopen drie jaar in Arnhem weliswaar het snelst is gekrompen, maar wel nog steeds het grootst is.
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
3
Tabel 1. trendmatige ontwikkeling aantal jongeren met een Wwb-uitkering tussen 18-24 jaar
Stad 1. Arnhem 2. Breda 3. Zwolle 4. Apeldoorn 5. Den Bosch 6. Alkmaar
2008 175 170 120 120 100 60
2007 220 180 190 130 130 70
2006 340 250 130 160 170 90
Bron: CBS
De groep klanten die boven de 65 jaar is (dit zijn er ongeveer 460) heeft geen reintegratie of arbeidsverplichting. Daarnaast zijn op dit moment alle WWB klanten ingedeeld, op basis van de inschatting van hun consulent, naar welke dienstverlening zij nodig hebben (deze indeling en het beleid dat daaraan gekoppeld is wordt overigens op korte termijn aangepast). De indeling ziet er nu als volgt uit: Tabel 2. Omschrijving categorieën WWB
Categorie A Aan het werk
B
Baangerichte ondersteuning
C
Cliëntgerichte ondersteuning
Omschrijving Extra inzet vanuit het CWI en de gemeente op klanten die behoren tot de categorie direct bemiddelbaren. Zij bezitten genoeg potentieel richting arbeidsmarkt en hebben geen noodzakelijke reïntegratie-ondersteuning nodig Wie niet direct bemiddelbaar is, krijgt via de gemeente meteen baangerichte ondersteuning om de positie op de arbeidsmarkt te versterken. B1 is korte afstand tot de arbeidsmarkt, B2 langere afstand tot de arbeidsmarkt waarbij potentieel aanwezig is maar de randvoorwaarden nog niet optimaal zijn. Wie zelfs met hulp niet aan de slag komt, krijgt cliëntgerichte ondersteuning. Het accent ligt op (aanvullende) inkomensondersteuning via de bijstandsuitkering en bijzondere bijstand en op het bevorderen van sociale redzaamheid. C1 is lange afstand tot de arbeidsmarkt, C2 is zeer grote afstand tot de arbeidsmarkt, ofwel zorgklanten. Zij krijgen geen re-integratietraject aangeboden.
Binnen de groepen B en C wordt nog onderscheid gemaakt tussen een groep 1 en 2. Bij deze indeling gaat het er niet zozeer om welke groep verplicht kan worden, maar meer van welke groep met ondersteuning iets verwacht kan worden. Arnhem heeft ervoor gekozen ondersteuning vanuit de gemeente vooral in te zetten op klanten die het meest kansrijk zijn om binnen een relatief korte periode aan het werk te komen of van wie de sociale redzaamheid kan verbeteren. Klanten die vrijwel geen kans hebben op uitstroom naar werk of op of verbeterde sociale redzaamheid worden ‘met rust gelaten’.
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
4
De omvang van de verschillende categorieën is op dit moment als volgt: Tabel 3. Omvang WWB-categorieën
route A B B1 B2 C C1 C2
aantal 130 1830 670 1160 3500 1850 1650
In de C-categorie is intensief contact met de groep C1 (waarvan wordt verwacht met ondersteuning in de vorm van bijvoorbeeld schuldhulpverlening of een zorgtraject de sociale redzaamheid te vergroten) en nauwelijks contact met klanten in C2 (waarvan de verwachting is dat zij hun sociale redzaamheid ook met behulp van ondersteuning niet zullen verbeteren). Je zou kunnen zeggen dat van deze groep geen actie wordt verwacht als tegenprestatie voor hun uitkering en dat zij daarom geen verplichting hebben binnen de WWB. Zoals in bovenstaande tabel kan worden afgelezen is de omvang van deze groep 1650. De groep C2 is niet per definitie een groep met ontheffing van de arbeidsplicht. Ontheffing komt voor bij mensen die bijvoorbeeld (terminaal) ziek zijn of ernstig psychiatrisch patiënt. Sinds kort is ook leeftijd (boven de 57,5 jaar) een grond om iemand te ontheffen. Slechts ongeveer 3% van de klanten wordt actief ontheven van de arbeidsplicht (ongeveer 175 klanten). Consulenten kiezen er niet snel voor om iemand te ontheffen van de arbeidsplicht, omdat het mensen uit kan sluiten van bepaalde soorten van dienstverlening.
2.3 Inburgeringsplichtigen Burgers zijn inburgeringsplichtig wanneer ze geen Nederlandse nationaliteit hebben en er geen officieel document is waaruit blijkt dat mensen een bepaald taalniveau hebben (diploma’s). Voor het bepalen van de omvang van de groep inburgeringsplichtigen baseert de gemeente zich op het Bestand Potentieel Inburgeringsplichtigen (BPI), dat door het ministerie is verstrekt. Dit bestand geldt als werkbestand; iedere burger op de lijst wordt apart opgeroepen om te bekijken of hij daadwerkelijk een inburgeringsplicht heeft en of hem een aanbod gedaan moet/kan worden. Gemeenten kunnen een vrijstelling verlenen wanneer er aanwijzingen zijn dat iemand wel het gevraagde niveau heeft. Door middel van een vrijstellingstoets of door iemand direct door te leiden naar het inburgeringsexamen vervalt dan de inburgeringsplicht. Het blijkt dat 45 tot 50% van de lijst daadwerkelijk inburgeringsplichtig is (netto aantal). Het bestand bestond bij de start op 1 januari 2007 uit 3500 Arnhemmers (bruto aantal). Het bruto bestand is inmiddels teruggebracht naar 2300. Van de 2300 zitten nu 1200 mensen in caseload bij de consulenten van de afdeling inburgering. Met het rijk is afgesproken dat in drie jaar (2007 t/m 2009) 1980 inburgeringstrajecten gestart worden, ofwel 660 trajecten per jaar. Dit kunnen
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
5
overigens zowel inburgeringsplichtigen als inburgeringsbehoeftigen zijn. Tot en met 2008 zijn ongeveer 780 inburgeringstrajecten gestart. De groep die in caseload zit maar niet start met een traject, komt in ‘handhaving’. Redenen waarom mensen niet starten aan een inburgeringstraject zijn bijvoorbeeld omdat zij al een opleiding doen waarvan het diploma vrijstelling geeft, omdat zij het inburgeren en het examen zelf willen regelen of omdat zij nog niet in staat zijn om al aan het inburgeren te beginnen en het uitstellen (ongeveer 10%). Er zijn nu nog ongeveer 1100 mensen die vanuit BPI staan geregistreerd als inburgeringsplichtig en die nog niet in caseload zitten. Aangezien de ervaring leert dat ongeveer de helft van het bestand ook daadwerkelijk inburgeringsplichtig is, is de verwachting dat van deze groep nog ongeveer 550 mensen aan een inburgeringstraject zullen starten.
2.4 Inburgeringsplichtigen met een WWB-uitkering (samenlopers) Het aantal inburgeringsplichtigen met een WWB-uitkering is goed in beeld. Het zijn er 350, waarvan 250 nu een inburgeringtraject volgen. De afspraak is dat deze groep naast taal ook naar activering of werk wordt geleid. De verantwoordelijkheid voor deze samenlopers (wwb- en inburgeringsplicht) is verdeeld over de twee betrokken afdelingen. Daarbij krijgt taal vaak de meeste nadruk; het inburgeren gaat voor op re-integratie. In de praktijk zorgt dit voor problemen. Ten eerste is het vaak een te grote belasting voor mensen om naast een taaltraject ook een re-integratietraject te volgen (het inburgeringstraject beslaat 20 uur per week). Ten tweede zijn de verschillende instrumenten (zowel inburgering als re-integratie) niet flexibel in te zetten. Hierdoor kan geen maatwerk worden geleverd en wordt het voor mensen soms praktisch onmogelijk om naast de inburgering ook aan re-integratie te werken of een baan te hebben.
2.5 Conclusies burgers met een participatieplicht Van de in totaal ongeveer 5600 WWB-ers in Arnhem, zijn er 3450 mensen die door de gemeente Arnhem vanuit de WWB geactiveerd worden om te participeren. Van de in totaal 2300 inburgeringsplichtigen in Arnhem volgen 780 mensen een inburgeringstraject en krijgen naar verwachting nog minimaal 550 een traject Er zijn in totaal 350 mensen die zowel een inburgeringsplicht hebben, als een activeringsplicht vanuit de WWB.
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
6
Figuur 1. Doelgroepen die verplicht (kunnen) worden te participeren
2.6 Behoeften van de WWB- en inburgeringsplichtigen Instrumenten voor WWB-ers De instrumenten die ingezet worden voor WWB-ers geven een beeld van de behoeften. De volgende re-integratie-instrumenten worden komend jaar ingezet voor de groep WWB-ers.
Tabel 4. Inzet re-integratie-instrumenten
Nieuwe instroom, met zicht op werk Arbeidstrainingscentrum (ATC) locaties Noord (Presikhaaf) en Zuid (Fourstar)
Opstapbaan
Specifieke doelgroep Alle nieuw instromende bijstandsgerechtigden die een serieuze partij zijn voor de arbeidsmarkt krijgen de gelegenheid hun werknemersvaardigheden te laten zien en verder te ontwikkelen. Op termijn ook voor zittend bestand Voor werkzoekenden die door ATC en Matchingsteam zijn aangemerkt als reële kanshebbers op regulier betaald werk, maar voor wie het nog even niet lukt om die baan ook daadwerkelijk te vinden, door bijv een tekort aan specifieke werkervaring.
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
Aant traject p/j 2 x 500
2 x 100 300
7
Inburgeraars
Specifieke doelgroep
Inburgeringsvoorziening Onderwijs, Gezondheid en Opvoeden (OGO), locaties Noord (Capabel) en Zuid (Stavoor)
Inburgeraars met een WWB of UWVuitkering en nietuitkeringsgerechtigden die de Nederlandse taal nog onvoldoende beheersen Speciaal: Opvoeders met kinderen in de leeftijd van 0 tot 16 jaar en Mannen en vrouwen die niet sociaal redzaam zijn*** Inburgeraars woonachtig in Arnhem Noord met een WWB of UWV-uitkering en niet- uitkeringsgerechtigden die de Nederlandse taal nog onvoldoende beheersen*** Nieuwkomers Asiel (bepaalde- en onbepaalde tijd) met WI-plicht die zich in de gemeente Arnhem vestigen. Niet-gealfabetiseerde inburgeringsplichtigen
Inburgeringsvoorziening Werk, locaties Noord (Rijn IJssel) en Zuid (Agens) ‘coaching vestiging’ (Stavoor) Alfabetiseringstraject inburgeringsplichtigen (Rijn IJssel) Taalkoppels (Vluchtelingenwerk, Rijnstad, Vrijwilligerscentrale) Jongeren Werktraining (Pactum)
Basisdienstverlening (loopbaanbegeleiding) (SVMG) Overig Overbruggingsbaan voor WSW-wachtlijstklanten
Radar
2 3
Aant traject p/j 415 2
415
Maximaal 20 150 3
Inburgeraars
150
Specifieke doelgroep
Aant traject p/j 10
jongeren van 18 tot 30 jaar zonder startkwalificatie en niet direct bemiddelbaar gaan direct aan het werk in het leer-werkbedrijf op locatie Arnhem-Zuid richt zich op jongeren die zonder startkwalificatie het onderwijs verlaten of van plan zijn te verlaten. Specifieke doelgroep Overbruggingsbanen zijn voor Arnhemse WWB-klanten met een WSW-indicatie die op de wachtlijst staan bij Presikhaaf voor een WSWdienstverband. Cliënten met (vermeende) psychiatrische of psychische problematiek in combinatie met diverse andere sociale (economische) problematieken die hiervan het gevolg zijn of hiermee samenhangen. Cliënten waarvan onduidelijkheid is wat het maximaal haalbare doelperspectief
onbekend
Aant traject p/j 90
20
In praktijk blijkt ruim 80% naar profiel werk te gaan, en minder dan 20% naar profiel OGO. Via de WEB worden zijn eens 64 alfabetiseringstrajecten ingekocht voor inburgeraars. Inschatting is
dat er nog 50-100 plaatsen extra nodig zijn.
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
8
Career and Kids workshops Ergocontrol-BWR laagdrempelig bewegingsprogramma
(arbeidstoeleiding, sociale activering, zorg) is. Alleenstaande ouders klanten voor wie dit een eerste stap is in hun reïntegratie
30 Vijf groepen van maximaal 10 klanten per groep
De instrumenten worden ingezet voor specifieke doelgroepen. Uit het aantal beschikbare trajecten per jaar kunnen we de ingeschatte omvang van deze groepen afleiden. Tabel 5. Doelgroepen in de WWB, afgeleid van de inzet van instrumenten
Doelgroep Nieuwe instroom, met zicht op werk Inburgeraars (totaal) -vrijwillige inburgeraars - onderwijs, gezondheid en opvoeden - inburgeraars werk Wat is het verschil in doelgroep? -nieuwkomers asiel met inburgeringsplicht -niet-gealfabetiseerde inburgeringsplichtigen Jongeren <30 zonder startkwalificatie WWB-ers op de wachtlijst voor de WSW Cliënten met (vermeende) psychiatrische of psychische problematiek waarvan onduidelijkheid is wat het maximaal haalbare doelperspectief (arbeidstoeleiding, sociale activering, zorg) is Alleenstaande ouders Cliënten die door beweging geactiveerd kunnen worden
Omvang 1000* Minstens 600 200 minstens 200 200 20 200 minstens 10 90 20
30 maximaal 50
*de 300 opstapbanen tellen we hier niet in mee, want die worden ingezet voor mensen die ook in het ATC zijn geweest
Wat opvalt is het grote aantal inburgeringstrajecten ten opzichte van de beperkte omvang van de groep ‘samenlopers’ (WWB- en WI-plichtigen). We hebben gezien dat de omvang van die groep in totaal 350 is, maar daarvan zijn 250 mensen al met een traject gestart. Dat betekent dat men uitgaat dat een grote groep inburgeringsbehoeftigen binnen de WWB zal starten met een traject. Er zijn nog 100 inburgeringsplichtigen WWB-ers in BPI dus kunnen we uitgaan van een groep van minstens 500 inburgeringsbehoeftigen binnen de WWB. WWBConsulenten geven overigens aan dat de omvang van de groep inburgeringsbehoeftigen binnen de WWB lastig is in te schatten. De gemeente heeft niet goed in beeld wat het taalniveau van de (allochtone) WWB-ers is. De consulenten geven aan dat het slechts sporadisch voor komt dat WWB-ers zichzelf melden voor een inburgerings- of taaltraject. De mensen die een diagnose hebben gehad in 2008 bleken als volgt te zijn verdeeld:
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
9
32% WWB-uitkering 66% NUG (dit is inclusief de werkenden) 2% UWV-uitkering Een groep die niet in het overzicht wordt genoemd is de groep die vanuit de WWB er aan werkt zelfstandig ondernemer te worden. Op dit moment hebben ongeveer 60 mensen een pre-start WWB-uitkering en 65 mensen een lening in het kader van de BBZ. Daarbij moet rekening gehouden worden met het feit dat een aantal mensen er uiteindelijk niet in zal slagen hun onderneming op te bouwen. Voor zover we nu kunnen nagaan worden Educatiemiddelen vrijwel niet ingezet voor WWB-ers. Instrumenten voor Inburgeraars Vanaf de tweede helft van 2009 worden er twee profielen toegevoegd aan de tot nu toe gebruikte profielen Werk en OGO. De inschatting van de verdeling over de vier profielen ziet er als volgt uit: Tabel 6. Inzet inburgeringstrajecten
Instrument Inburgering met werk
inburgering met (voorbereiden) ondernemerschap inburgering met opvoeding, gezondheid, onderwijs inburgering met maatschappelijke participatie Totaal
Doelgroep Inburgeraars met (zicht op) werk Inburgeraars die ondernemer zijn/worden Opvoeders met kinderen van 0-16 jaar Mensen die sociaal niet zelf-redzaam zijn
Aant traject p/j 625
25
120
30
800
Vanuit Educatiemiddelen worden de volgende instrumenten ingezet voor inburgeraars:
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
10
Tabel 7. Inzet educatie-instrumenten voor inburgeraars
Instrument
Doelgroep
Aant traject p/j 64 4
NT2 Alfa
niet-gealfabetiseerde allochtonen, zowel inburgeringsplichtig als nietinburgeringsplichtig
Nt2 inhaalcursus A1-A2
inburgeringsbehoeftigen die het inburgeringstraject reeds hebben doorlopen en aantoonbaar hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen maar daarvoor niet zijn geslaagd allochtonen die het inburgeringsexamen hebben gehaald of die op grond van voldoende kennis van de Nederlandse taal niet meer het inburgeringtraject hoeven te doorlopen
NT2 Staatsexamen
20
12
Opleidingsbehoefte WWB-ers Consulenten van zowel de WWB als de WI registeren niet of iemand al dan niet in het bezit is van een startkwalificatie. Voor de WWB groep kan wel het opleidingsniveau uit het bestand worden gehaald. We hebben de opleidingsgegevens voor de gehele WWB-groep onder 65 jaar. Hieruit kunnen we concluderen dat ongeveer minimaal 3900 en maximaal 4800 WWB-ers onder 65 jaar geen startkwalificatie hebben. Dat is respectievelijk 76 en 95% (zie tabel 7). Tabel 8. Opleidingsniveau van het WWB bestand tbv startkwalificatie
opleidingsniveau onbekend nvt geen basisopleiding basisniveau lbo/mavo mbo/havo/vwo hbo wo totaal
Aantal (%) 349 (7) 42 (1) 325 (6) 2230 (44) 1333 (26) 552 (11) 212 (4) 46 (1) 5089 (100%)
minmaal
325 2230 1333
3888 (76%)
maximaal 549 42 325 2230 1333 552
4831 (95%)
Wanneer we ervan uitgaan dat de mensen die in categorie C2 zitten (1650 mensen) veelal niet in het bezit is van een startkwalificatie, kunnen we concluderen dat van de groep WWB-ers met plicht minimaal 2250 en maximaal 3150 mensen geen startkwalificatie heeft.
4
Via de WWB zijn nog eens 150 alfabetiseringstrajecten ingekocht voor inburgeraars. Inschatting is
dat er nog 50-100 plaatsen extra nodig zijn.
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
11
Opleidingsniveau inburgeraars Voor de groep inburgeraars is het niet mogelijk het opleidingsniveau uit het bestand te halen. Daarom hebben we alle consulenten gevraagd binnen hun caseload aan te geven hoe hoog het opleidingsniveau is. Deze methode geeft in ieder geval een indicatie van het opleidingsniveau van de inburgeraars. Dit geeft het beeld dat minmaal 660 en maximaal 890 inburgeraars in caseload geen startkwalificatie hebben. Dat is respectievelijk 68 en 92% (zie tabel 8). Tabel 9. Opleidingniveau inburgeringsbestand tbv startkwalificatie
opleidingsniveau onbekend nvt geen basisopleiding basisniveau lbo/mavo mbo/havo/vwo hbo wo totaal
Aantal (%) 17 (2) 136 (14) 311 (32) 209 (22) 137 (14) 77 (8) 61 (6) 17 (2) 965 (100%)
minmaal
311 209 137
657 (68%)
maximaal 17 136 311 209 137 77
887 (92%)
Laaggeletterdheid WWB-ers Of iemand laaggeletterd of analfabeet is wordt niet geregistreerd door de Arnhemse consulenten. Mensen die dit probleem hebben schamen zich vaak, waardoor het niet gemakkelijk ter sprake komt en consulenten ook niet altijd weten dat mensen met dit probleem kampen. Op basis van de landelijke cijfers (13% is laaggeletterd, waarvan 2/3 autochtoon en 1/3 allochtoon) kunnen we wel een schatting maken van de omvang van deze groep. Voor de bijstandspopulatie zijn deze percentages en verhoudingen lastiger te gebruiken, omdat laaggeletterdheid vaker voorkomt bij groepen die zijn oververtegenwoordigd in de groep WWB-ers (mensen met een laag inkomen, ouderen, lager opgeleiden). We kunnen wel aangeven dat het minimaal gaat om (13% van 5100) 660 WWB-ers onder 65 jaar die laaggeletterd zijn en 450 WWB-ers met een plicht die laaggeletterd zijn. Laaggeletterdheid bij inburgeraars Consulenten van de afdeling inburgering geven aan dat op dit moment ongeveer 140 mensen in hun caseload laaggeletterd of analfabeet zijn. In 2008 zijn ongeveer 200 mensen door de afdeling inburgering op een alfabetiseringcursussen geplaatst. Dat betekent ongeveer 17% van de totale inburgeringscaseload van 1200.
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
12
Figuur 2. Educatiebehoefte van doelgroepen die verplicht (kunnen) worden te participeren
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
13
3
Doelgroepen die geen plicht hebben om te participeren
3.1 Inburgeringsbehoeftigen De definitie van inburgeringsbehoeftigen is enigszins kunstmatig en raakt de definitie van burgers die in aanmerking komen taalonderwijs binnen educatie. Het taalniveau dat binnen de WI wordt aangeboden raakt (zowel onder als boven) aan de taalniveaus die in de WEB worden aangeboden. Gemeenten hebben overigens zelf de vrijheid om dit al dan niet op deze manier in te vullen. In de taakstelling voor inburgering (tussen 2007 en 2009 1980 inburgeringstrajecten starten) is geen uitsplitsing gemaakt naar inburgeringsplichtigen en -behoeftigen. De omvang van de groep inburgeringsbehoeftigen is zeer lastig in te schatten. De groep is moeilijk traceerbaar en wordt niet ergens als zodanig geregistreerd. In een brief van 13 februari 2009 wordt door de hoogleraren Entzinger en Groenendijk aan de Tweede Kamer voorgerekend dat er in 2007 van de 117.000 immigranten slechts minder dan 14.000 mensen inburgeringsplichtig waren. De anderen zijn niet allemaal inburgeringsbehoeftig (want dat zijn bijvoorbeeld ook veel tijdelijke immigranten), maar het geeft wel aan hoe groot de groep is die jaarlijks naar Nederland komt zonder inburgeringsplicht. De afdeling Inburgering heeft de omvang van de totale groep inburgerings-behoeftigen in Arnhem ooit ingeschat op 1500, maar geeft nu aan dat het eigenlijk niet mogelijk is een goede inschatting te maken. Over de kenmerken van deze groep is op dit moment weinig bekend. Ook landelijk gezien weet men weinig over de samenstelling van deze groep, behalve dan dat deze zeer divers is. In het document ‘Stand van zaken Deltaplan Inburgering’ van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie staat dat een groot deel van deze groep, weliswaar met een taalachterstand, aan het werk is, maar ook dat het veelal vrouwen met kinderen zijn die vrijwel geen werk hebben. Over deze laatste groep wordt verder gezegd dat een groot deel van hen zich in een sociaal isolement bevindt en dat een traject gericht op alfabetisering en empowerment vaak een noodzakelijke voorwaarde is om te starten met een inburgeringsprogramma. Een probleem voor deze groep is dat er bijna geen mogelijkheden voor kinderopvang zijn. Ook zijn specifieke wervingsmethodieken noodzakelijk om deze groep te benaderen waarbij gebruik gemaakt moet worden van intermediairs uit de eigen doelgroep of bijvoorbeeld basisscholen en welzijnsinstellingen 5.
3.2 Burgers zonder startkwalificatie Om de omvang van de groep educatiebehoeftigen in kaart te brengen, maken we enerzijds gebruik van cijfers over het opleidingsniveau, om te bekijken welke
5
Bron: Stand van zaken deltaplan inburgering, okt 2008
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
14
groep een startkwalificatie heeft. Daarnaast kijken we naar de omvang van de groep laaggeletterden en analfabeten in de stad. Een startkwalificatie is een afgeronde opleiding op MBO-2 of Havo niveau. Het aantal inwoners van Arnhem dat geen startkwalificatie heeft is moeilijk te bepalen, omdat exacte gegevens over het opleidingsniveau ontbreken. Uit onderstaande gegevens uit het Statistisch Jaarboek 2008 6 van de website van de gemeente Arnhem blijkt dat in 2006 minimaal 30% van de bevolking tussen 16 en 65 jaar geen startkwalificatie had. Tabel 10. Opleidingsniveau Arnhem
Arnhem
Lager onderwijs
Middelbaar onderwijs
Hoger onderwijs
30%
37%
32%
3.3 Laaggeletterden en analfabeten Iemand is ongeletterd of analfabeet als deze persoon 15 jaar of ouder is en helemaal niet kan lezen en schrijven en dit ook nooit heeft geleerd. Iemand is laaggeletterd of functioneel analfabeet als lees- en schrijfvaardigheden op een dusdanig laag niveau zijn dat iemand niet in staat is zich te ontwikkelen of om te functioneren in de maatschappij, thuis en op het werk. Nederland telt ongeveer anderhalf miljoen (13%) volwassenen die moeite hebben met lezen, schrijven of rekenen: ongeveer 1 miljoen mensen van autochtone afkomst en 500.000 mensen van allochtone afkomst. Van de 1 miljoen autochtonen zijn 250.00 vrijwel geheel ongeletterd. Binnen de groep laaggeletterden zijn mensen in de laagste inkomenscategorie, mensen boven de 56 jaar en laagopgeleiden oververtegenwoordigd 7 . Wanneer we uitgaan van 13% van de Arnhemse bevolking die laaggeletterd is, betekent het dat er (13% van 143.600) ongeveer 18.700 laaggeletterden in Arnhem zijn. Daarvan zijn er ongeveer 12.500 van autochtone en 6000 van allochtone afkomst.
3.4 NUG-gers (niet uitkeringsgerechtigden) Voor de groep NUG-gers worden verschillende definities gehanteerd. Zo gebruikt de afdeling Inburgering de aanduiding NUG voor iedere inburgeringsplichtige die een inburgeringstraject volgt en geen WWB-uitkering heeft. Dit zijn op dit moment 530 mensen. Vanuit het CWI wordt de groep als volgt gedefinieerd: niet werkende werkzoekenden die niet in aanmerking komen voor een uitkering van UWV of gemeente. Er is slecht zicht op hoeveel NUG-gers er op dit moment zijn. Dat komt overeen met het landelijke beeld, zo blijkt uit een onderzoek van Research voor Beleid (RvB) naar NUG-gers 8 : “De nuggers die zich melden bij de gemeente, al dan niet op doorverwijzing van het CWI, zijn waarschijnlijk maar het topje van de ijsberg. Gemeenten hebben vaak geen idee hoeveel nuggers zich bij Bron: www.arnhem.nl, Onderzoek en Publicaties – Feiten en Cijfers Bron: Stichting Lezen en schrijven 8 Bron: Aan de slag met de Nuggers, Research voor Beleid, juli 2007 6 7
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
15
CWI gemeld hebben. Alleen de nuggers die op gesprek komen bij de gemeente zijn bij hen in beeld. Echter, ook het inzicht in het aantal nuggers dat zich meldt bij de gemeente ontbreekt veelal, zo blijkt uit de interviews. Het blijft meestal bij een ruwe schatting”. De schatting vanuit de gemeente Arnhem is dat er ongeveer 125 mensen per jaar zijn die zich bij het CWI laten registreren als werkzoekende zonder dat zij recht hebben op een uitkering. Het onderzoek van RvB biedt ook inzicht in enkel kenmerken van deze groep NUG-gers 9 . Zo blijkt 64% van NUG-gers vrouw te zijn en 36% man. Tabel 11. Leeftijdsverdeling NUG-gers
Leeftijdscategorie Jong (15-22) Midden (23-40) Ouder (41 en ouder) Totaal
totaal 26% 49% 25% 100%
man 42% 38% 20% 100%
vrouw 17% 55% 28% 100%
beroepsbevolking 12% 53% 35% 100%
Tabel 12. Opleidingsniveau NUG-gers
Opleidings niveau Laag Midden Hoog Totaal
totaal 48% 25% 27% 100%
jongeren 88% 12% 0% 100%
inburgeraars 34% 31% 35% 100%
overige 36% 28% 36% 100%
beroeps bevolking 24% 44% 28% 100%
De groep NUG-gers kan ook gedefinieerd worden als alle Arnhemmers die niet werken en geen recht hebben op een uitkering. Hoe groot deze groep is is onduidelijk. Volgens betrokkenen en experts uit de uitvoering bestaat deze groep voornamelijk uit allochtone vrouwen. Uit het rapport Leefbaarheid doorgrond blijkt dat langdurig werklozen (ongeacht of zij wel of geen uitkering hebben) zich sterk concentreren in enkele wijken. Van de 50 grootste gemeenten van Nederland blijken langdurig werklozen in Arnhem, na Almelo, Rotterdam en Helmond, het meest ongelijk over de stad verdeeld zijn. Ten opzichte van het benchmark van steden met een vergelijkbare bevolkingssamenstelling is de segregatie in Arnhem zelfs het grootst. Langdurige werkloosheid komt behalve in de krachtwijken ’t Broek, Malburgen en Klarendal ook relatief veel voor in Geitenkamp en in delen van De Laar.
3.5 UWV doelgroepen In totaal zijn er zo’n 10.000 Arnhemse burgers die een uitkering van het UWV ontvangen. De verdeling is als volgt: 9
Deze informatie is gebaseerd op een telefonische enquête onder nuggers van 12 CWI-locaties, ingeschreven tussen eind 2005 en begin 2007. De achtergrondkenmerken van nuggers verschillen per locatie aanzienlijk. Dit wordt met name veroorzaakt door het verschillend gemeentelijk beleid tav nuggers
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
16
Tabel 13. Aantal Arnhemmers met uitkering van UWV
Soort uitkering WW WAO Wajong WAZ Totaal
Aantal Arnhemmers dat uitkering ontvangt 2170 5010 2370 190 9740
Van de ongeveer 2000 mensen die een WW-uitkering ontvangen wonen er 500 in één van de krachtwijken van Arnhem 10 (Klarendal, Arnhemse Broek, Malburgen en Presikhaaf). Uit een inventarisatie van UWV over de tweede helft van 2007 bleek dat in het tijdsbestek van een halfjaar in de gemeente Arnhem ongeveer 80 WW-ers doorstroomde naar de WWB 11 . Dat is 4% van het totaal aantal mensen dat in die periode in Arnhem uit de WW stroomde. Daarbij valt op dat het percentage WWklanten dat in een prachtwijk woont en doorstroomt naar de WWB veel lager is bij de groep die begeleid is door een re-integratiecoach, dan de groep die geen of andere begeleiding heeft gehad (29 vs 58%). Zeer waarschijnlijk heeft de begeleiding van de re-integratiecoach een grote invloed op terugkeer naar de arbeidsmarkt van WW-klanten die in een prachtwijk wonen. Van de WWB-ers weten we op basis van landelijk cijfers dat 1% tevens een WW uitkering ontvangt en 3% een arbeidsongeschiktheidsuitkering 12 . Hoe groot de overlap is tussen deze groep met een UWV uitkering en de groep inburgeraars is onduidelijk.
10
Bron: UWV, oktober 2008 Bron: Doorstroom WW-WWB gemeente Arnhem – wie wat waar? Juni 2008 12 Bron: WWB in cijfers I, april 2006 11
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
17
4
Conclusies doelgroepanalyse
Overlap in doelgroepen met participatieplicht Van de in totaal ongeveer 5600 WWB-ers in Arnhem, zijn er 3450 mensen die behoefte hebben aan een participatieaanbod. Er zijn in totaal 350 mensen die zowel een inburgeringsplicht hebben, als een plicht vanuit de WWB. Minimaal 500 WWB-ers hebben een inburgeringsbehoefte. Het WWB- bestand is dynamisch omdat mensen steeds in en uit de bijstand zullen blijven stromen; 35 tot 40% van het bestand stroomt jaarlijks door. Van de in totaal 2300 inburgeringsplichtigen in Arnhem volgen 780 mensen een inburgeringstraject. Van de 1100 inburgeringsplichtigen die nog niet in caseload zitten is de verwachting dat ongeveer de helft (550) daadwerkelijk plichtig is en nog een traject gaat volgen. Het inburgeringsbestand neemt steeds verder af wanneer meer mensen hun inburgeringsexamen hebben behaald. Dat betekent dat in Arnhem zo’n 4430 participatieplichtigen in aanmerking komen voor een participatie-aanbod uit het participatiebudget. Tabel 14. Omvang groep die in aanmerking komt voor participatieaanbod
Burgers die je als gemeente een aanbod doet Wwb-ers met plicht waarvan inburgeringsbehoeftig Inburgeraars die een traject volgen Inburgeraars die nog geen traject gaan volgen Samenlopers Totaal
n 3450 500 780 550 -350 4430
Grote groep zonder participatieplicht is laaggeletterd en zonder startkwalificatie In Arnhem zijn in totaal minimaal (30% van 143.600) 43.080 mensen tussen 16 en 65 jaar die geen startkwalificatie hebben. Onder WWB-ers onder 65 jaar zijn dat er minimaal 3900 en maximaal 4800. Daarnaast zijn er minmaal 660 en maximaal 890 inburgeraars in caseload zonder startkwalificatie. Dat betekent dat er nog ongeveer (43.080 – 4350 – 780) 38.000 mensen tussen 16 en 65 jaar zonder startkwalificatie zijn die niet goed in beeld zijn. Daarnaast zijn in Arnhem in totaal (13% van 143.600) ongeveer 18.700 laaggeletterden. Onder WWB-ers onder 65 jaar zijn minimaal 660 mensen die laaggeletterd zijn en daarnaast zijn er ongeveer 140 inburgeraars in caseload die laaggeletterd of analfabeet zijn. Dat betekent dat er maximaal ongeveer (18.700 – 660 – 140) 17.990 laaggeletterden niet goed in beeld zijn. We kunnen ervan uitgaan dat degene die laaggeletterd is ook geen startkwalificatie heeft. De groepen vallen dus samen en hoeven niet bij elkaar te worden opgeteld. Concluderend kunnen we dus zeggen dat er 38.000
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
18
Arnhemmers tussen 16 en 65 jaar zonder starkwalificatie niet in beeld zijn waarvan iets minder dan de helft (17.900) laaggeletterd is. Grote groep laaggeletterde allochtonen Door de afdeling inburgering wordt ingeschat dat er in totaal ongeveer 1500 inburgeringsbehoeftigen zijn in Arnhem. Op basis van landelijk bronnen concluderen we tevens dat ongeveer 6000 laaggeletterden in Arnhem van allochtone afkomst zijn. Deze cijfers lijken niet met elkaar te corresponderen. Wanneer iemand laaggeletterd is in zijn moedertaal lijkt het ons aannemelijk dat diegene zeker een taalachterstand in het Nederlands zal hebben en om die reden als inburgeringsbehoeftig aangemerkt kan worden. De groep inburgeringsbehoeftigen lijkt ons dus veel groter dan de eerder genoemde 1500. Op basis van gegevens uit de caseload en de inkoop van alfabetiseringscursussen van 2008 hebben we geconcludeerd dat ongeveer 15% van de inburgeraars in caseload laaggeletterd is. Van de in totaal (780 + 550) 1330 inburgeraars die een traject zal volgen zijn er dus zo’n 200 laaggeletterd. Dat betekent dat er nog 5800 laaggeletterde allochtonen niet in beeld zijn. (Een klein deel hiervan zal te vinden zijn in de groep inburgeringsbehoeftige WWB-ers. Wanneer we uitgaan van dezelfde 15% zijn dit er 75.) Naast het feit dat de groep inburgeringsbehoeftigen veel groter lijkt dan eerder aangenomen lijkt het ons ook belangrijk stil te staan bij het feit dat deze groep voor een groot deel bestaat uit laaggeletterden. Hier zal rekening mee moeten worden gehouden wanneer de gemeente deze groep een aanbod wil doen. Jongeren zonder startkwalificatie Wat opvalt, is dat er een klein aantal specifieke trajecten voor WWB-ers < 27 jaar wordt aangeboden. Uit het bestand blijkt dat in de WWB 290 mensen onder de 27 jaar zijn. Het aanbod dat we in beeld (minimaal 10 plaatsen) hebben is bestemd voor jongeren zonder startkwalificatie. Van de jongeren uit het bestand weten we niet of ze een startkwalificatie hebben, maar afgaande op de cijfers over het gemiddelde opleidingsniveau onder WWB-ers (76-95% heeft geen startkwalificatie) kunnen we ervan uitgaan dat het grootste deel geen startkwalificatie heeft. Gezien de leerwerkplicht voor jongeren onder 27 jaar die medio 2009 wordt ingevoerd lijkt het logisch dat de gemeente hier aanvullend instrumentarium op zal moeten inzetten. - 000 -
Doelgroepanalyse Participatiebudget Arnhem
19