Doelgericht schrijven Schrijftips voor correcte, klantvriendelijke teksten.
Doelgericht schrijven
Schrijftips voor correcte, klantvriendelijke teksten.
opmaak syllabus[3bis].indd 1
29-08-2008 07:38:55
Inhoudsopgave 1
2
Missie
5
1.1. 1.2 1.3
Waarom deze handleiding? Onze communicatiemissie De basisregels
5 5 6
Goed begonnen is half gewonnen
7
2.1 2.1.1 2.1.2 2.1.3 2.1.4
3
4
5
De vier vragen die u vooraf stelt Voor wie? Waarom? Wat? Welke randvoorwaarden?
7 7 9 9 10
2.2 Een duidelijk schema 2.2.1 Hoe aanpakken? 2.2.2 Enkele voorbeelden
10 10 12
2.3
De kladversie
16
2.4
De definitieve versie
16
Een heldere structuur
18
3.1 3.2
18 19
Het belangrijkste altijd vooraan Duidelijke titels
Lezersgerichte schrijfprincipes
21
4.1 4.2 4.3 4.4
21 21 23 23
Schrijf vanuit het oogpunt van de lezer Gebruik een verzorgde spreektaal Schrijf beleefd en hoffelijk Formuleer positief
Hoe formuleer ik het?
25
5.1 5.2 5.3 5.4 5.5 5.6 5.7 5.8 5.9 5.10 5.11 5.12
25 26 26 27 28 28 29 29 29 30 31 33
opmaak syllabus[3bis].indd 2
Schrijf actief Kies neutrale en concrete woorden Varieer in zinslengte Formuleer kernachtig Ga voor laagdrempelig Vermijd jargon Zuinig met afkortingen Geen tangconstructies Geen afleidingen van werkwoorden Altijd in correct Nederlands De juiste leestekens Controleren op taalfouten
29-08-2008 07:38:55
6
Spelling, BIN-normen en huisstijl
34
6.1 6.2 6.3
34 35 37
Spelling BIN-normen Afspraken binnen stad Antwerpen
7
Een opvallende presentatie
39
8
Geheugensteuntjes
40
8.1 8.2 8.3 8.4 8.5
40 41 43 43 45
9
Brieven aan burgers Slechtnieuwsbrieven Vergaderverslagen E-mails Internetteksten
Schrijfopleidingen bij stad Antwerpen
47
Bijlage: Dienstnota ondertekening briefwisseling
48
opmaak syllabus[3bis].indd 3
29-08-2008 07:38:55
opmaak syllabus[3bis].indd 4
29-08-2008 07:38:55
|5|
1
Missie
1.1. Waarom deze handleiding? Er zijn voor de burger
Communiceren met de burgers doen we heel dikwijls via geschreven teksten. Een klantgerichte aanpak moet daarbij de norm zijn. Concreet wil dat zeggen: toegankelijk, direct verstaanbaar voor alle lezers. Dat vraagt een serieuze inspanning, want de taal van ‘ambtenaars’ wil wel eens verstard en afstandelijk klinken.
Een hulp voor alle collega’s
Om iedereen te helpen bij het schrijven van zulke klantgerichte teksten stelde de werkgroep Taal in 1997 een eerste keer een handleiding samen. In 2007 maakten de collega’s van marketing & communicatie daar een geactualiseerde versie van. En die versie steekt nu in een nieuw jasje.
Aanpak
Stap voor stap willen we tonen hoe u een professionele, klantgerichte tekst schrijft. Telkens met concrete, Antwerpse voorbeelden. Achteraan vindt u ook enkele geheugensteuntjes voor veelgebruikte tekstsoorten en taken.
1.2 Onze communicatiemissie Een positief wij-gevoel
“Antwerpen, dat zijn wij!” Zo willen we dat de Antwerpenaars over hun stad denken: fier en vol vertrouwen. Een gevoel ook dat hen samenbrengt en verenigt. Daarbij is de communicatie van de stad met haar burgers één van de belangrijkste bindmiddelen. Burgemeester Patrick Janssens formuleert het zo in de Merkbijbel (2004): “Antwerpen is niet alleen een stad met straten, pleinen, gebouwen en mensen. Het is ook een beeld dat in de hoofden van mensen bestaat. Ook Antwerpen heeft een imago, net als een persoon of merk dat heeft. Antwerpen roept gedachten, beelden, emoties op. En dat beeld is bij de Antwerpenaars niet altijd even fraai. Wij willen dat beeld positiever maken. Wij willen dat mensen van ’t stad gaan houden. Dat willen wij op de eerste plaats doen door de Antwerpenaar zich betrokken te laten voelen bij ’t stad. Door beter met hem te communiceren.” In het bestuursakkoord 2007-2012 klinkt dezelfde bekommernis: “Het stads bestuur wil in zijn communicatie een heldere taal gebruiken.” Dit is een absolute prioriteit.
’t Stad is van iedereen
Deze slogan moet voelbaar zijn in onze dienstverlening én communicatie. In de eerste plaats in de toon van onze communicatie. Wij willen altijd met de burger spreken: • van volwassene tot volwassene; • op een eenvoudige, laagdrempelige manier; • afgestemd op en begaan met de lezer; • gedreven en stimulerend; • vooruitstrevend en ambitieus; • positief ingesteld; • helder en ondubbelzinnig;
opmaak syllabus[3bis].indd 5
29-08-2008 07:38:56
|6|
• professioneel; • bescheiden, maar zelfzeker en fier.
1.3 De basisregels Altijd afgestemd op de doelgroep
Gebruik woorden en zinnen die uw lezer direct begrijpt. Schrijf toegankelijke teksten en geef uitleg waar het nodig is. Hanteer de volgende principes: • Gebruik vlotte, hedendaagse en correcte standaardtaal. • Schrijf concreet en direct. • Maak uw tekst zo toegankelijk mogelijk. • Vermijd ambtelijke taal of moeilijke woorden of geef voldoende uitleg. • Ondersteun de inhoud met de gepaste lay-out.
Onze huisregels
• Vermeld nooit namen van individuele politici. Verwijs altijd naar ‘het bestuur’. • Schrijf pas over politieke onderwerpen als ze goedgekeurd zijn door het college. Communiceer niet over voorstellen die nog in de advies- of onderhandelingsfase zitten. Als er toch over niet-goedgekeurde zaken geschreven moet worden, overleg dan eerst met uw directeur. • Overleg over gevoelige onderwerpen altijd eerst met uw leidinggevende of het bevoegde kabinet. • Zorg ervoor dat uw communicatie conform de huisstijl is: gebruik voor brieven, faxen en presentaties de huisstijlsjablonen (zie intranet: huisstijl/ sjablonen).
opmaak syllabus[3bis].indd 6
29-08-2008 07:38:56
2
Goed begonnen is half gewonnen
In dit hoofdstuk
Er komt heel wat bij kijken als u een tekst gaat schrijven: u moet niet alleen correct en helder formuleren, maar ook een opbouw en een fraaie lay-out bedenken.
|7|
Het kan daarom een goede hulp zijn als u de tekst in vier stappen schrijft: • u stelt eerst de vier kernvragen; • u maakt daarna een schema; • u schrijft vervolgens een kladversie; • u schrijft tot slot de definitieve versie. Begin niet van nul
Vergeet niet dat er ook in uw bedrijf een flink pak standaardbrieven ter beschikking zijn. Meer info bij uw deskundige communicatie.
2.1 De vier vragen die u vooraf stelt 2.1.1 Voor wie? Lezerskenmerken
Vraag u eerst even af wie die lezer is die u voor ogen hebt. Dat kan bijvoorbeeld door even enkele typische kenmerken van die lezer te overlopen. Belangrijke lezerskenmerken zijn: • de leeftijd; • het opleidingsniveau; • de mogelijke voorkennis; • de taalbeheersing; • de interesse voor (of de weerstand tegen) het onderwerp; • de etnisch-culturele achtergrond. Een paar voorbeelden. Uit de brochure voor de jeugdboekenweek: De bib van Antwerpen nodigt je uit om de start van de nieuwe jeugdboekenweek te vieren op het mooiste feest ter wereld. En jij moet zeker komen, want zonder jou is het feest al veel minder mooi. Zeg dus snel tegen je ouders dat je op zaterdag 1 maart om 10 uur naar een belangrijk feest in bib Permeke moet. Tot dan! Uit een brochure ter preventie van CO-vergiftiging, die ook voor bewoners met een beperkte opleiding begrijpbaar moet zijn: Koolstofmonoxi de is het meest voorkomende giftige gas binnenshuis. U ruikt het niet, u ziet het niet, u proeft het niet.
opmaak syllabus[3bis].indd 7
29-08-2008 07:38:56
Leeftijd
• Jongeren gebruiken graag modewoorden en sms-taal, volwassenen hebben daar dikwijls een afkeer van. Die taal imiteren hoeft niet, maar het is wel belangrijk om de toon en de stijl van uw tekst aan te passen. • Gebruik voor kinderen en jongeren de je-vorm, de u-vorm voor volwassenen. Jongeren vinden de u-vorm meestal te stijf terwijl vele volwassenen de je-vorm (nog) te informeel vinden.
|8|
Voorkennis
• Overschat nooit de voorkennis van de lezer: een korte toelichting of opfrissing is meestal noodzakelijk. Als het onderwerp helemaal nieuw is, dan geeft u best meer uitleg. In een bewonersbrief die de tweede fase van de heraanleg van een straat aankondigt, is het niet nodig opnieuw het hele project gedetailleerd te beschrijven. Wel is het nuttig om eerst kort toe te lichten wat voorafging en wat er na fase twee nog volgt. Nadien volgt dan de gedetailleerde info over de tweede fase. • Communicatie die ook bestemd is voor niet-Antwerpenaars (bovenlokale communicatie) is een belangrijk aandachtspunt want hun voorkennis is soms erg beperkt. In een museumfolder beschrijft u bijvoorbeeld ook de bereikbaarheid vanaf de grote invalswegen en de stations.
Taalbeheersing
Een grote groep Antwerpenaars beheerst het geschreven Nederlands slechts beperkt. Vooral moeilijke zinnen en lange teksten vormen een probleem voor deze doelgroep. Schrijf daarom verzorgde spreektaal: gebruik zoveel mogelijk woorden en zinnen die u ook zou gebruiken als u tegen iemand van de doelgroep zou praten. Enkele algemene tips zijn: • Schrijf zo eenvoudig mogelijk. • Gebruik korte zinnen. • Gebruik zoveel mogelijk eenvoudige woorden en leg moeilijke begrippen uit. • Gebruik een neutrale, objectieve taal waaruit uw mening niet blijkt. • Vermijd gevoelsgeladen woorden. • Vermijd dialect. • Versterk uw boodschap met beeldmateriaal (in folders, nieuwsbrieven enz.). Met vragen over de manier waarop u de doelgroep best aanspreekt, kunt u bij uw klantenbeheerder of communicatiedeskundige terecht.
Interesse voor het onderwerp
De lezer zit niet altijd te wachten op uw boodschap. Probeer daarom zijn interesse te wekken door die boodschap zo te brengen dat hij zich erin herkent. Enkele tips om de interesse van de lezer op te wekken: • start vanuit de ervaring van de lezers;
‘Antwerpen-Noord is volop in beweging, dat merkt u elke dag.’
• vermeld het voordeel voor de lezer liefst vooraan in uw tekst;
opmaak syllabus[3bis].indd 8
‘Het mobiliteitsplan dat we hier voorstellen wil niet alleen de parkeerdruk op de wijk verlagen, het wil vooral ook de bereikbaarheid en de veiligheid in de buurt van de scholen verhogen.’
29-08-2008 07:38:56
• stel concrete vragen, waarop de lezer een antwoord verwacht. ‘Hoe vraagt u een studiebeurs aan?’ is een betere tussentitel dan ‘Aanvraagprocedure studiebeurs’. |9| Etnisch-culturele achtergrond
Culturele verwijzingen zijn voor lezers uit een andere cultuur soms onbegrijpelijk. Vooral spreekwoorden, zegswijzen en verwijzingen naar cultuurge bonden begrippen kunnen voor verwarring zorgen: bijv. ‘weten waar Abraham de mosterd haalt’ (van alles op de hoogte zijn) of ‘21-julivie ring’(verwijzing naar de Belgische nationale feestdag). Vermijd beter zulke uitdrukkingen of leg ze uit.
2.1.2 Waarom? Wat wilt u bereiken?
Wat moet de lezer doen of weten of kunnen nadat hij uw tekst heeft gelezen? Vul daarom volgende zin aan: ‘Na het lezen van deze tekst moet de lezer …’ • Na het lezen van deze tekst moet de lezer weten dat de stad subsi dies verleent voor energiebesparende verbouwingen. • Na het lezen van deze tekst moet de lezer weten hoe hij subsidies kan aanvragen voor energiebesparende verbouwingen. Het antwoord op deze vraag bepaalt de inhoud en de stijl van uw tekst.
2.1.3 Wat? Duidelijk en volledig
Zorg ervoor dat de inhoud van uw boodschap: • concreet is; • volledig is: ze geeft alle informatie die de lezer nodig heeft; • gedragen is door het beleid (een collegebesluit, een decreet). Hanteer daarom de WWWWWH- techniek: zorg dat uw tekst een antwoord geeft op de vragen wie? wat? waar? wanneer? waarom? hoe?
Met een hart voor de lezer
Leef u in in de gevoelens die uw boodschap bij de lezer oproept. Stem de lezer gunstig en creëer een positief beeld van het beleid. Een koele of neerbuigende toon verstoort de relatie met de lezer. Een brief die buurtbewoners informeert over de timing van de werken in hun straat, vermeldt zeker een aanspreekpunt (met alle concrete gegevens) waar iemand met vragen, klachten of problemen terecht kan. Ook excuses voor de hinder zijn op hun plaats. U creëert goodwill met een boodschap als ‘Wij investeren in uw straat.’.
opmaak syllabus[3bis].indd 9
29-08-2008 07:38:56
2.1.4 Welke randvoorwaarden? | 10 |
Planning
• Wanneer moet het document klaar zijn om het tijdig aan de lezer te bezorgen? • Is het niet aangewezen uw tekst ook even te laten lezen door een collega? Dikwijls kan die nuttige tips geven over de toon of de aanpak. • Moet u rekening houden met een controle/bewerking van uw document door anderen? Hoeveel tijd moet u daarvoor uittrekken?
Medium
• Via welk medium/welke media krijgt de lezer uw boodschap? Een affiche of een folder vereist een andere aanpak dan een webtekst of een persoonlijke brief. Een jaarverslag schrijft u anders dan een folder over drugspreventie die jongeren tijdens een popconcert in de handen geduwd krijgen. • Wat is de verwachte levensduur van het medium dat u gebruikt? Op een infopaneel dat de buurtbewoners inlicht over de aanleg van het park in hun buurt zet u niet: “Over enkele maanden kunt u hier komen genieten in het nieuwe park dat stad Antwerpen voor u aanlegt.” als het bord er jaren lang zal blijven staan.
Inhoudelijke info
• Wie kan mij helpen bij vragen over technische onderwerpen die in mijn boodschap aan bod komen? • Is het nodig de communicatiedeskundige of de diversiteitsdienst om hulp te vragen met vragen over de doelgroep?
2.2 Een duidelijk schema 2.2.1 Hoe aanpakken? Twee manieren
U kunt een schema op twee manieren opstellen: • U verzamelt de gegevens en ontwerpt nadien zelf een goede indeling. • U kijkt of er een standaardindeling (een zogenaamde vaste tekststructuur) is die u kunt gebruiken. U vult de vaste tekststructuur aan door er gegevens bij te noteren. Voorbeelden van vaste tekststructuren vindt u aan het einde van dit hoofdstuk.
Drie fasen
Als u uw tekst goed wilt indelen, dan kunt u het best de volgende drie fasen doorlopen: • inventariseren • selecteren • ordenen
Inventariseren
Schrijf alles op wat u over het onderwerp weet (brainstorming). Hiervoor bestaan twee manieren: • U maakt een lijst met trefwoorden die bij u opkomen als u over het onderwerp nadenkt. Trek hiervoor voldoende tijd uit, want in het begin duiken
opmaak syllabus[3bis].indd 10
29-08-2008 07:38:56
enkel de meest voor de hand liggende dingen op. Als u collega’s bij dit proces kunt betrekken, levert brainstorming nog betere resultaten op.
Als u brainstormt over ‘zee’, dan zijn de eerste begrippen die opbor relen ‘zand, strand, zon’. Pas nadien komen ‘strandfestivals, attrac tieparken, kusttram, beachvolley, restaurants …’. De tweede (en volgende) fasen van een brainstorm zijn meestal het nuttigst: zij leveren bruikbare ideeën en nieuwe invalshoeken voor uw tekst op.
| 11 |
• U stelt vragen over het onderwerp. Deze methode is geschikt als het onderwerp waarover u schrijft relatief nieuw en onbekend voor u is. U komt bij een onbekend onderwerp immers niet zo snel op trefwoorden.
De volgende vragen kunt u altijd stellen: wie? wat? waar? wanneer? hoe? waarom? waarover? wat is het doel? welke voordelen? welke nadelen? welke conclusie? welke voorwaarden? welke gevolgen? ...
Selecteren
Selecteer de trefwoorden/vragen die u wilt gebruiken. Maak deze selectie aan de hand van de antwoorden op de beginvragen.
Ordenen
• Orden de overgebleven trefwoorden/vragen op een logische manier. Zo krijgt u een indeling in hoofdstukken en paragrafen. • Zorg voor een gedetailleerd schema. Dat biedt de meeste steun bij het schrijven. • Plaats een titel bij elke rubriek.
Voordelen uitgebouwd schema
Een uitgebouwd schema levert u volgende voordelen op: • Als het schrijfproces onderbroken wordt, is het geen enkel probleem om nadien de draad weer op te nemen. • U kunt kiezen in welke volgorde u de verschillende onderdelen schrijft. Met een goed schema kunt u zonder moeite de verschillende stukken aan mekaar koppelen. • U kunt met meer dan één persoon aan een tekst schrijven als u met hetzelfde schema werkt.
Vier vaste tekst structuren
1. Probleemstructuur: om iets mee te delen wat de lezer als een probleem ervaart: boete, weigering, betaling belastingen, ontslag, afwijzing verzoek … • Wat is het probleem? • Waarom is het een probleem? • Wat zijn de oorzaken van dit probleem? • Wat kunnen we er aan doen? 2. Maatregelstructuur: om te schrijven over een bepaalde maatregel: een regeling voor de ophaling van het huisvuil, een nieuw terras reglement … • Wat houdt de maatregel precies in? • Waarom is de maatregel nodig? • Hoe wordt de maatregel uitgevoerd? • Welke effecten kunt/mag/hoopt u te verwachten?
opmaak syllabus[3bis].indd 11
29-08-2008 07:38:56
3. Evaluatiestructuur: om iets te beoordelen: een evenement, een proefopstel ling van informatiepanelen, de openingsuren van de zwembaden … • Wat zijn de relevante eigenschappen? | 12 |
• Wat zijn de positieve aspecten? • Wat zijn de negatieve aspecten? • Wat is het eindoordeel? 4. Handelingsstructuur: om uw lezer uitleg te geven over de handelingen die hij moet doen of de procedures die hij moet volgen: een aanvraag voor een sociale huurwoning, een naamsverandering … • Wat is het doel van de handeling/procedure? • Wat zijn de voorwaarden? • Hoe verloopt de handeling/procedure in grote lijnen? • Hoe verlopen de aparte stappen? • Hoe kan de lezer controleren of de stappen juist uitgevoerd zijn? Deze vaste tekststructuren zijn enkel bedoeld als houvast. U kunt ze altijd aanpassen of combineren als dat nodig is.
2.2.2 Enkele voorbeelden Voorbeeld van probleemstructuur
Premie voor aanpassingen aan uw woning Geachte heer U hebt bij het district Deurne een premie aangevraagd om uw woning aan te passen. We kunnen u deze financiële steun jammer genoeg niet geven. Uw aanvraag voldoet niet aan de volgende regels: 1. De premie is enkel bedoeld voor kleine aanpassingen aan de woning. 2. Uw gezamenlijk inkomen is te hoog. Voor gehuwden mag dat hoogstens 14 250 euro zijn. Het volledige reglement van de aanpassingspremie vindt u als bijlage bij deze brief. Hebt u nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op. De gegevens vindt u bovenaan in deze brief. Met vriendelijke groeten
xxxxx functie ondertekenaar Bijlage: het reglement van de aanpassingspremie
opmaak syllabus[3bis].indd 12
29-08-2008 07:38:56
Voorbeeld van maatregelstructuur
Zwerfvuil en sluikstort op uw eigendom Geachte mevrouw Geachte heer
| 13 |
Buurttoezichters hebben zwerfvuil en sluikstort opgemerkt op het terrein aan de Sint-Bernardsesteenweg 2844. Volgens onze gegevens bent u de eigenaar van dit terrein. Zwerfvuil geeft de stad een slordig uitzicht. Iedereen moet het ‘eigen’ voetpad voldoende onderhouden (1). Daarom vragen we u om dit zwerfvuil binnen twee weken op te ruimen. Wat als het zwerfvuil blijft liggen? Wij hopen dat het zwerfvuil snel opgeruimd wordt. Als deze situatie blijft bestaan, zal de politie een proces-verbaal opstellen en wordt het zwerfvuil opgeruimd. De kosten en risico’s daarvan zijn dan voor u. Misschien zult u het perceel zelfs moeten afsluiten (2). Bent u de eigenaar niet meer? Bezorg ons dan alstublieft de naam van de nieuwe eigenaar. Als u die niet kent, vragen we u om ons de naam van de notaris die de verkoop regelde door te geven. Hebt u nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op. De gegevens vindt u bovenaan in deze brief. Wij danken u voor uw medewerking. Met vriendelijke groeten
xxx districtssecretaris (1) Dit is verplicht volgens artikel 1 van de gemeentelijke politiereglementen, artikel 81 van de gemeentelijke bouw- en woningverordening en artikel 12 van het decreet op de voorkoming en het beheer van afvalstoffen. (2) Volgens artikel 9 van de bouw- en woningverordening.
opmaak syllabus[3bis].indd 13
29-08-2008 07:38:56
Voorbeeld van evaluatiestructuur | 14 |
Circus Fratelli op het marktplein van Deurne Geachte mevrouw Geachte heer Ik dank u voor uw vraag om de tenten van Circus Fratelli op te zetten op het marktplein van Deurne, voor de periode van 11 tot en met 15 april 2009. Jammer genoeg kan ik Circus Fratelli hiervoor geen toelating geven. De stad heeft een akkoord getekend om geen circussen met dieren in Antwerpen toe te laten. Omdat u met dieren werkt, kan ik niet anders dan uw vraag afwijzen. Hopelijk zult u bij een volgende aanvraag hiermee rekening houden. Als u dan niet langer met dieren werkt, zullen wij u graag de toelating geven. Circussen zijn immers een fantastische traditie en blijven welkom in Antwerpen. Hebt u nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op. De gegevens vindt u bovenaan in deze brief. Met vriendelijke groeten
xxxxx functie ondertekenaar
opmaak syllabus[3bis].indd 14
29-08-2008 07:38:56
Voorbeeld van handelingsstructuur
Wordt u lid van de cultuurraad? Geachte mevrouw Geachte heer
| 15 |
Wilt u het district advies geven over cultuur? Misschien wel, want u neemt actief deel aan het Antwerpse cultuurleven. Daarom willen we u graag uitnodigen om lid te worden van de cultuurraad van het district Antwerpen. Wat is de cultuurraad? De cultuurraad geeft advies aan het districtsbestuur over alles wat met cultuur te maken heeft. Van deze raad kunnen culturele verenigingen, deskundigen in cultuur en vertegenwoordigers van organisaties lid worden. Wij streven er bewust naar om van de cultuurraad een weerspiegeling van de Antwerpse bevolking te maken. Daarom proberen we te zorgen voor een gelijke verdeling op basis van geslacht, leeftijd en afkomst. Hoe wordt u lid? Lid worden is heel eenvoudig: u hoeft enkel het bijgevoegde formulier in te vullen en te bezorgen aan de cultuurantenne op het districtshuis. U vindt het adres onderaan in deze brief. Wilt u een bestuursfunctie? Misschien hebt u ook wel interesse om in het bestuur van de cultuurraad te komen? Daarvoor kunt u zich kandidaat stellen door de bijgevoegde invulstrook volledig in te vullen. U bezorgt deze aan ons terug voor
, samen met uw inschrijvingsformulier. U ontvangt dan een uitnodiging voor de algemene vergadering op , waarop de verkiezing van het nieuwe bestuur zal doorgaan. Hebt u nog vragen? Dan kunt u steeds terecht bij de cultuurantenne in het districtshuis. U vindt de gegevens onderaan in deze brief. Met vriendelijke groeten
xxx districtssecretaris
opmaak syllabus[3bis].indd 15
29-08-2008 07:38:56
2.3 De kladversie | 16 |
Schrijf snel door
• Besteed vooral aandacht aan de grote lijnen van uw boodschap, aan de algemene structuur. • Noteer alles zoals u het zou zeggen. Besteed niet te veel aandacht aan de vormelijke details of de formulering. Noteer alles zoals u het zou zeggen.
Duidelijke structuur
Geef uw kladtekst meteen een duidelijke structuur: een indeling in paragrafen, tussentitels en opsommingen.
Korte zinnen
Gebruik in deze fase vooral korte, enkelvoudige zinnen. Tijdens de definitieve fase kunt u te korte zinnen samenvoegen en binden.
2.4 De definitieve versie Titels
Bekijk alle titels kritisch: dekken zij de lading? Elke titel moet een perfecte inhoudelijke weergave zijn van de tekst die volgt.
Structuurmiddelen
• Controleer de indeling van de tekst in hoofdstukken en paragrafen. • Gebruikt u opsommingen waar het mogelijk is? Opsommingen geven de lezer snel en duidelijk een overzicht. • Begint u een nieuwe paragraaf voor elk nieuw idee? • Gebruikt u opsommingen waar het mogelijk is?
Opsommingen
Een win-winsituatie. Opsommingen leveren voordelen op voor de schrijver én voor de lezer, want: • de schrijver kan zich (ingewikkelde) informatie snel en gemakkelijk voorstellen; • de lezer krijgt meteen een duidelijk en gestructureerd overzicht.
Tips Begin een opsomming altijd met een aanloopzin, gevolgd door een dubbelpunt. Maak opsommingen niet langer dan vijf à zeven elementen. Doorbreek langere opsommingen met tussenniveaus en/of witregels. Visualiseer de verschillende niveaus consequent. Maak de leden inhoudelijk gelijkwaardig. Laat de leden qua zinsbouw correct aansluiten bij de aanloopzin.
Zinsbouw en woordgebruik
• Controleer de lengte van de zinnen. Is er voldoende afwisseling in de zinslengte? • Gebruikt u genoeg signaalwoorden? Signaalwoorden maken de verbanden tussen de zinnen duidelijk. Zij maken het voor de lezer makkelijk om de tekst snel te begrijpen.
opmaak syllabus[3bis].indd 16
29-08-2008 07:38:56
In het volgende fragment zijn de signaalwoorden onderstreept: “De heraan leg van de Scheldekaaien is één van de grote projecten van het eerste decennium van de eenentwintigste eeuw. Wereldwijd werden daarvoor specialisten geraadpleegd. Maar ook overleg met de bewoners is belangrijk want de Antwerpenaar heeft een sterke emotionele band met de kaaien. Om die reden wordt een nieuwe werkgroep opgericht. In deze werkgroep heeft de burger een belangrijke inbreng.”
| 17 |
• Is de formulering helder en duidelijk? • Is het woordgebruik aangepast aan de lezer? Spelling en leestekens
• Controleer de spelling. Spellingfouten leiden de aandacht van de lezer af en tasten de geloofwaardigheid van de boodschap aan. Betrouw niet blindelings op de spellingcontrole van de tekstverwerker. • Kijk ook de interpunctie na.
Makkelijk leesbaar
opmaak syllabus[3bis].indd 17
Zorg ervoor dat uw lezer de tekst onmiddellijk begrijpt. Stem uw woordkeuze af op het opleidingsniveau van de doelgroep. Teksten voor een breed publiek, zoals bijv. De(n) Antwerpenaar moeten vlot leesbaar zijn voor 13- tot 15-jarigen (lager middelbaar).
29-08-2008 07:38:56
3
Een heldere structuur
In dit hoofdstuk
Hoe zorgt u ervoor dat uw lezer snel een (totaal)beeld van uw tekst/ boodschap krijgt? Hoe maakt u het hem gemakkelijk als hij iets moet opzoeken in uw tekst? Een sterk hulpmiddel daarvoor is een heldere structuur. Daarover gaat dit hoofdstuk. Achtereenvolgens komen aan bod: • Zet het belangrijkste altijd vooraan.
| 18 |
• Formuleer duidelijke titels. • Behandel één idee per paragraaf.
3.1 Het belangrijkste altijd vooraan Principe
Het radio- of televisienieuws tonen hoe het moet: eerst alle hoofdpunten op een rij en daarna de details van elk van die hoofdpunten. Zet daarom het belangrijkste altijd vooraan. Uw lezer krijgt dan snel een totaalbeeld van uw boodschap. U geeft hem immers meteen een ‘leeswijzer’ in handen. Daardoor weet hij op voorhand welke richting uw tekst zal uitgaan en hoe hij alles moet interpreteren. U past dit ‘radionieuwsprincipe’ of ‘top-downschrijven’ best toe op elk niveau van de tekst, zowel op het niveau van de hele tekst als die van een hoofdstuk of een paragraaf of een zin. In een (langere) tekst zal ‘een samenvatting vooraf’ de lezer al onmiddellijk vertellen welke verschillende ideeën in de tekst naar voren komen. Zo’n ‘samen vatting vooraf’ geeft ook een duidelijk beeld van de structuur van de tekst. Een hoofdstuk begint met een korte paragraaf die een overzicht geeft van de aspecten die u daarin behandelt. Een paragraaf opent met een kernzin, waarin uw lezer de hoofdgedachte van die paragraaf terugvindt. In een zin staat het kernwoord (meestal het onderwerp) vooraan.
Schema
Zorg dat de kernboodschap vooraan staat op elk niveau van uw tekst.
opmaak syllabus[3bis].indd 18
29-08-2008 07:38:57
3.2 Duidelijke titels Wegwijzers
Titels en subtitels moeten de lezer in de eerste plaats vertellen welke inhoud hij mag verwachten. Zij vatten kernachtig samen wat volgt. Ze helpen de lezer ook een keuze te maken: informatie die al gekend is, kan hij overslaan. Daarnaast zijn titels ook ‘wegwijzers’: ze helpen de lezer om specifieke informatie gemakkelijk (terug) te vinden. Dit is vooral nuttig als de tekst ook als een naslagwerk dient. Belangrijk is dat de formulering van de titels heel concreet is.
Een handig recept
Als u een signaalwoord combineert met een concrete inhoud, krijgt u titels die de lezer meteen zeggen waarover uw tekst gaat en ook wat hij ermee moet doen.
| 19 |
Enkele voorbeelden van signaalwoorden: procedure, voorstel, offertevraag, herinnering. Uitnodiging les Internet voor senioren Nieuwe procedure invoering klantengegevens in databank Afspraken voor vormgeving van brieven en memo’s
Tips Kies voor antwoorden. Zorg dat de titel niet naar het uitgangspunt verwijst, maar naar de conclusie. In een vergaderverslag staat daarom niet ‘Problemen toegankelijkheid districtshuis’ maar ‘Maatregelen toegankelijkheid districtshuis voor rolstoelgebruikers’. Formuleer al eens een vraag als titel. Waarmee kunt u terecht in het recyclagepark? Wees beknopt. Beperk u tot max. 5 à 7 woorden. Schrap woorden die niet noodzakelijk zijn of die geen betekenis dragen: lidwoorden, sommige voorzetsels … Voorstel aanvraag spelmateriaal pleinwerking Zurenborg Schrijf titels die voldoende van mekaar verschillen, want gelijkenissen creëren verwarring. Geef zoveel mogelijk dezelfde vorm en bouw, zeker in hetzelfde hoofdstuk.
Een laatste controle
Doe na het schrijven van de tekst zeker een titelredactie: u controleert dan of de titels nog overeenstemmen met de inhoud. Omdat we titels meestal schrijven voor de tekst die eronder komt, gebeurt het dikwijls dat die tekst een inhoud krijgt die niet door de titel gedekt wordt.
Leestekens en lay-out
• Gebruik geen leestekens in titels behalve als de titel een vraag is: Geraakt u niet in de bibliotheek? Maar dus best geen uitroepteken, geen punt … • Zet titels niet in hoofdletters. Dit maakt een SCHREEUWERIGE indruk. • Gebruik tussentitels als uw brief langer is dan één pagina.
opmaak syllabus[3bis].indd 19
29-08-2008 07:38:57
Prikkelend
Sprekende titels trekken de aandacht. Bent u geboren met een baksteen in uw maag? (boven een uitnodiging voor een beurs rond bouwen en wonen in de stad) Zie je ze vliegen? (in een brochure rond ecologische insectenbestrijding) Surfen in de bibliotheek
3.3 Eén idee per paragraaf | 20 |
Hou het kort
• Begin elke keer een nieuwe paragraaf als u aan een ander argument of een ander tekstonderdeel begint. • Maak paragrafen niet langer dan 5 à 7 lijnen.
Recept duidelijke paragraaf
Twee op drie fietsers wil meer fietsenstallingen in de stad. Dat is het belang rijkste resultaat van de enquête die vorige maand bij 8000 fietsers werd afgeno men in verschillende Vlaamse steden. De resultaten tonen in al die steden hetzelfde beeld. Meer fietsenstallingen zullen de mensen ook aanzetten om sneller de auto te laten staan. • Begin met de kernzin. Die geeft bondig het thema of de uitspraak weer die in de paragraaf uitgewerkt wordt. Deze zin vertelt de lezer wat hij in de rest van de paragraaf kan verwachten. • Een stapsgewijze ontwikkeling: u werkt de kernzin verder uit met achtergrondinformatie, voorbeelden, argumenten … • Eenheid: de hele paragraaf gaat over één en hetzelfde thema. • Samenhang: verbind de zinnen van een paragraaf met mekaar door middel van verwijs- en signaalwoorden. (de in vet afgedrukte woorden in voorbeeld hierboven)
opmaak syllabus[3bis].indd 20
29-08-2008 07:38:57
4
Lezersgerichte schrijfprincipes
In dit hoofdstuk
Het is belangrijk dat u bij het schrijven in de schoenen van uw lezer gaat staan. Om dat te doen past u de volgende principes toe: • Schrijf vanuit het oogpunt van de lezer. • Gebruik een verzorgde spreektaal. • Schrijf beleefd en hoffelijk. • Formuleer positief.
4.1 Schrijf vanuit het oogpunt van de lezer Afstemmen op de lezer
• Vraag u af wat de lezer wil weten. Speel in op wat uw lezer nodig heeft. • Zorg ervoor dat u genoeg uitleg geeft: ga uit van een voorzichtige inschatting van zijn voorkennis.
De lezer betrekken
Spreek uw lezer aan. Stel hem vragen of geef hem de nodige instructies. Uw brief of tekst krijgt op die manier een persoonlijker karakter. Onpersoonlijk Wij vragen u ons dit formulier onder tekend terug te sturen. Betaling van belasting of boete stelt niet vrij van de verplichting over een vergunning te beschikken.
U of jij?
| 21 |
Persoonlijk Wilt u ons dit formulier ondertekend terugbezorgen? Ook als u de belasting of boete betaalt, moet u over een vergunning beschikken.
• Spreek uw lezer aan met ‘u’. De meeste lezers ervaren de jij-vorm als te informeel in zakelijke communicatie. • Schrijf ‘u’ met een kleine letter. • Schrijf ‘jij’ als u voor kinderen of jongeren schrijft. Zij ervaren de u-vorm als te stijf en oubollig.
Wij of ik?
Gebruik de wij-vorm als: • meer mensen de brief ondertekenen; • de brief namens stad Antwerpen is opgesteld. Het is soms mogelijk (en zelfs noodzakelijk) om in een brief de ik- en wij-vorm te combineren. Dit laatste kan natuurlijk niet als meer mensen de brief ondertekenen.
4.2 Gebruik een verzorgde spreektaal Levendig
opmaak syllabus[3bis].indd 21
Gesproken taal is levendiger, directer en bondiger dan geschreven taal. Schakel dus niet over op een ander taalregister als u teksten schrijft. Als u zoekt naar een goede formulering, kunt u de vraag stellen: “Hoe zou ik het zeggen?” Dat levert bijna altijd lezersvriendelijke zinnen op.
29-08-2008 07:38:57
Concreet
Gebruik vooral concrete woorden, zoals in de gesproken taal. Abstracte woorden zijn immers voor vele lezers te moeilijk en blazen de stijl op. Dikwijls dienen ze alleen om de tekst ‘gewichtiger’ te maken. Onduidelijk implementeren extrapoleren
Gewoon
| 22 |
opmaak syllabus[3bis].indd 22
Concreet starten, invoeren, uitvoeren toepassen op, uitbreiden naar
Stadhuiswoorden zijn woorden uit officiële stukken die in de gewone taal niet voorkomen. Ze maken het de lezer enkel moeilijker om de tekst snel en goed te begrijpen. Vervang ze dus door gewone woorden. Schrijf geen ‘ambtenarees’. Stadhuiswoorden aangaande aangezien achten aldus alhoewel alsmede alvorens behoudens bekomen benevens betreffende blijkens daar derhalve desalniettemin dienaangaande dientengevolge doch eveneens, tevens evenwel gelieve gerechtigd zijn op geschieden heden hetgeen, hetwelk iets laten geworden in voege treden ingeval inzake jegens mede momenteel niettegenstaande noch nochtans nopen omtrent onderhavig onverwijld reeds steeds ten laatste
Gewone taal over omdat denken zo hoewel evenals voordat met uitzondering van krijgen met daarbij over zoals duidelijk is (blijkt) uit omdat dus toch wat dat betreft daardoor maar ook echter wilt u recht hebben op gebeuren vandaag wat iets toesturen, iets bezorgen in werking treden, van kracht worden indien, als over tegenover ook nu hoewel en niet echter dwingen over dit, deze meteen, onmiddellijk al altijd uiterlijk, op zijn laatst
29-08-2008 07:38:57
teneinde vaak, meermaals
om dikwijls
4.3 Schrijf beleefd en hoffelijk Als gelijke
Spreek uw lezer aan zoals u zelf wilt aangesproken worden: op een hoffelijke, vriendelijke en tactvolle manier. Als u de lezer uit de hoogte aanspreekt of hem betuttelt, roept u weerstand op en komt de boodschap niet over.
Met respect
Gebruik altijd een respectvolle taal. Filter negatieve gevoelens uit uw taal. Brutale of vulgaire uitspraken, maar ook woorden waaruit irritatie of boosheid naar voren komt, zijn nooit op hun plaats. Zelfs niet wanneer de lezer u op een onbeleefde of kwetsende manier aansprak of schreef.
4.4 Formuleer positief Goed nieuws werkt
Iedereen krijgt liever goed dan slecht nieuws. Goed nieuws is ook wervender en heeft een sterkere uitstraling. Gebruik daarom positieve formuleringen: die zijn niet verwijtend en ze verhuizen naar de toekomst. Negatieve formuleringen kijken eerder naar het verleden. Negatief Het districtshuis sluit de loketten om 17 uur. Wij kunnen u slechts 50% terug betalen. U mag niet meer dan vijf boeken ontlenen. Niet te snel in deze straat.
Positieve woordkeuze
| 23 |
Positief U kunt in het districtshuis terecht tot 17 uur. Wij betalen u graag 50% terug. U kunt telkens vijf boeken meenemen voor een periode van drie weken. Bedankt om traag te rijden.
Gebruik woorden die een positieve uitstraling hebben. Vermijd woorden en zinswendingen met een negatieve bijbetekenis. Spreek liever niet over ‘fout, afkeer, mislukking’. Gebruik geen woorden met ‘on- of niet-‘. Schrijf in een antwoord op een klachtenbrief niet: “In uw brief van 25 januari klaagt u dat u bijna gevallen bent over een hoop afval op uw stoep.”, maar: “In uw brief van 25 januari maakt u opmerkingen over zwerfvuil in uw straat.”
Nadruk op voordeel voor de lezer
Leg de klemtoon op het voordeel dat uw boodschap voor de lezer kan hebben. Dat zal de lezer aanzetten om snel en gepast te reageren. Omschrijf het voordeel duidelijk en concreet. Ga er niet van uit dat de lezer automatisch beseft welk belang hij heeft bij uw vraag. Schrijf niet: “We hopen deze aanvullende documenten spoedig van u te mogen ontvangen.”, maar: “Als u ons deze documenten vóór 21 mei bezorgt, kan de gemeenteraad uw aanvraag al behandelen op 6 juni.”
Altijd duidelijk
opmaak syllabus[3bis].indd 23
Soms moet u de lezer op mogelijke negatieve gevolgen wijzen, bijv. bij aanmaningen, fouten tijdens procedures … Zorg ervoor altijd duidelijk te zijn, en breng de boodschap op een neutrale manier.
29-08-2008 07:38:57
In een aanmaningsbrief kunt u schrijven: “Tot vandaag betaalde u de factuur voor uw parkeerabonnement niet. We stuurden u hierover al twee brieven, op … en … Wij ontvingen hierop echter geen enkele reactie. Daarom vervalt uw abonnement en kunt u de parking niet meer gebruiken vanaf …”
Gebruik geen woorden die al van op zichzelf onduidelijk zijn, zoals weerhouden. Een zin als: “Uw kandidatuur voor de job van … is niet weerhouden.” betekent natuurlijk dat u niet geselecteerd bent, maar vele lezers zullen toch twijfelen over de juiste betekenis. Geen dubbele ontkenningen
Dubbele ontkenningen zijn in het Nederlands bijna altijd fout. Ze maken het de lezer ook moeilijk om te begrijpen wat u wilt zeggen. Schrijf niet: “Wij aanvaarden geen niet-ondertekende formulieren.”, maar: “Wij aanvaarden enkel ondertekende formulieren.” Sommige woorden zijn op zichzelf al negatief. Voeg er dus geen extra ontkenning aan toe.
| 24 |
opmaak syllabus[3bis].indd 24
Denk aan woorden als: beweren, weigeren, ontkennen …
29-08-2008 07:38:57
5
Hoe formuleer ik het?
In dit hoofdstuk
In dit hoofdstuk vindt u tips om te formuleren: 1. Schrijf actief. 2. Kies neutrale en concrete woorden. 3. Varieer in zinslengte. 4. Formuleer kernachtig. 5. Ga voor laagdrempelig. 6. Vermijd jargon. 7. Wees zuinig met afkortingen. 8. Schrijf geen tangconstructies. 9. Gebruik geen afleidingen van werkwoorden 10. Schrijf altijd in correct Nederlands. 11. De juiste leestekens. 12. Controleer teksten op taalfouten.
5.1 Schrijf actief Actief = vlot en direct
De passieve of lijdende vorm (met ‘worden’ of ‘zijn’) zorgt voor moeilijke en logge zinnen. Met actieve zinnen schrijft u veel directer en persoonlijker. Zij zijn meestal ook korter dan passieve zinnen en maken het lezen veel aangenamer.
| 25 |
Schrijf niet: “De aandacht wordt nogmaals gevestigd op het feit dat de gevraag de inlichtingen vóór 31 maart dienen verstrekt te worden.”, maar wel: “Bezorg ons deze inlichtingen zeker vóór 31 maart. Dan kan de commissie uw aanvraag al tijdens de volgende vergadering behandelen.” Schrijf niet: “Er wordt een buurtfeest georganiseerd tijdens de zomervakantie.”, maar wel: “De bewoners organiseren een buurtfeest tijdens de zomervakantie.” Passief kan in uitzonderlijke gevallen
U kunt de passieve vorm wel gebruiken als: • u het onderwerp niet kent; • u het onderwerp niet kunt of wilt vermelden. Tijdens de voorbije maand werd het gebouw drie keer met graffiti besmeurd.
Voltooid of verleden?
U kunt ook de gewone verleden tijd gebruiken in plaats van de (samengestelde) voltooid verleden tijd. Vanaf 1968 werkte hij in het districtshuis. Vanaf 1968 heeft hij in het districtshuis gewerkt.
opmaak syllabus[3bis].indd 25
29-08-2008 07:38:57
5.2 Kies neutrale en concrete woorden Geen discriminerende taal
• Kies concrete, maar neutrale en objectieve woorden. Zorg voor voldoende uitleg bij gevoelige onderwerpen. Zo voorkomt u (ongewilde) discriminatie en racisme. Wees voorzichtig met de combinatie van ‘allochtonen en onveiligheid’ of ‘jongeren en overlast’ in dezelfde zin of context. Zonder uitleg of nuancering bevestigt die combinatie alleen bestaande vooroordelen. • Vraag u af of sommige details (vermelding van de nationaliteit, religieuze overtuiging, seksuele geaardheid) wel nodig zijn. Soms veroorzaken ze discriminatie. De krantenkop “Marokkaanse drugsdealer gevat in de Hofstraat” focust onnodig op de nationaliteit. Ter overweging: als de dealer een Belg of een Antwerpenaar is, vindt u die toevoeging nooit. • Behandel mannen en vrouwen op een gelijkwaardige manier.
Geen moeilijke taal
• Uw lezer begrijpt moeilijke woorden soms verkeerd of zelfs helemaal niet. Uw tekst wordt ook minder toegankelijk. Kies dus zoveel mogelijk voor concrete, dagdagelijkse woorden. Geef genoeg uitleg als u toch moeilijke (technische) termen gebruikt. • Kies zoveel mogelijk voor korte woorden met een makkelijk spellingsbeeld. Schrijf ‘meteen’ in plaats van ‘onverwijld’.
| 26 |
5.3 Varieer in zinslengte Korte zinnen = duidelijk
• Lange zinnen maken het de lezer moeilijk. Schrijf daarom zinnen die niet meer dan 20 woorden tellen. Misschien makkelijker om te onthouden is dat een zin hoogstens uit één hoofdzin en één bijzin mag bestaan. • Splits lange zinnen. Schrijf ingewikkelde zaken stap voor stap, eventueel chronologisch. Hierbij wordt in een halfjaarlijks financieel verslag aan de bevoegde sche pen, met kopie aan de leden van de commissie, op basis van facturen en betalingsbewijzen aangetoond welke kosten werden gemaakt voor de realisatie van het project, waarvoor de subsidie werd toegekend en welke eventuele opbrengsten de begunstigde in het kader daarvan heeft verwor ven. De projectverantwoordelijke bezorgt elk halfjaar een financieel verslag aan de schepen van cultuur. Hij stuurt ook een kopie van het verslag naar elk commissielid. Soms is een opsomming duidelijker: Dit verslag vermeldt: • de gemaakte kosten voor de realisatie van het project; • de eventuele opbrengsten die de ontvangers van de subsidie verkregen tijdens de realisatie van het project. De projectverantwoordelijke toont alle kosten en ontvangsten aan door middel van betalingsbewijzen en facturen. Die worden als bijlage bij het verslag gevoegd.
opmaak syllabus[3bis].indd 26
29-08-2008 07:38:57
Zorg voor variatie
Breng voldoende afwisseling in zinsbouw en zinslengte. Als uw tekst enkel hele korte zinnen heeft, komt hij kinderachtig over.
5.4 Formuleer kernachtig Schrap overbodige woorden
Ban overbodige woorden en zinnen uit uw teksten. Op die manier maakt u ze vlotter leesbaar. Schrijf niet: “De administratie stort een som ten bedrage van 500 euro op het einde van de tweede maand volgend op de toezending van het formulier.”, maar wel: “De administratie stort 500 euro op uw rekening op het einde van maart.” Schrijf niet: “In de hoedanigheid van verantwoordelijke afgevaardigde van de concessionaris verklaart hij/zij het stadsbestuur van Antwerpen te vrijwaren tegen alle verhaal, van welke aard ook, dat zich in deze zaak of naar aanleiding van deze aangelegenheid zou kunnen voordoen.” Schrijf wel: “Als afgevaardigde van de concessionaris verklaar ik het stadsbe stuur van Antwerpen te vrijwaren tegen elk verhaal in deze zaak.” Schrijf niet: “Wij zijn genoodzaakt uw aanbod te moeten afwijzen.” Wel: “Wij moeten uw aanbod afwijzen.”
Hardnekkige dubbels
• Hierbij ingesloten • Onder de navolgende voorwaarden • Een planning gericht op de toekomst • Mondelinge bespreking | 27 |
• Deskundige experts • Het beoogde doel • Aanwezige bezoekers • Praktijkervaring • Overtollige ballast • Zoals bijvoorbeeld • Gestelde vragen Kernachtige alternatieven
opmaak syllabus[3bis].indd 27
NIET als gevolg van bij wijze van door middel van in de nabijheid van met behulp van met betrekking tot met de bedoeling dat met de weglating van met het oog op met het resultaat dat om deze reden ondanks het feit dat op deze wijze op grond van het voorgaande op het gebied van ten aanzien van ten behoeve van
WEL door als door, met bij met, door over om zonder opdat zodat daarom hoewel zo daarom voor, betreffende over voor
29-08-2008 07:38:57
ten gevolge van teneinde ter gelegenheid van voor het geval dat wegens het feit dat Hij is woonachtig te Antwerpen. Hij is werkzaam bij stad Antwerpen.
door, wegens om bij als omdat Hij woont in Antwerpen. Hij werkt voor stad Antwerpen.
5.5 Ga voor laagdrempelig Meteen duidelijk
Uw tekst moet duidelijk zijn na één leesbeurt. Uw doelgroep bepaalt dus hoe gemakkelijk toegankelijk uw tekst moet zijn. Vraag u af: “Hoe zou ik het uitleggen aan een tiener die bij mij aan het loket staat?” U schrijft laagdrempelig als u mikt op eenvoud. U doet dit door: • moeilijke woorden te vervangen door synoniemen of omschrijvingen; Financiële steun om kansarmoede te bestrijden en de leefbaarheid van achter gestelde buurten te herstellen (als alternatief voor ‘Sociaal Impulsfonds’). Een vergunning voor de uitbating van … (als alternatief voor ‘concessie’). • begrippen toe te lichten (dit gaat verder dan definities); Om goede funderingen te kunnen aanleggen, moet de aannemer eerst het grondwater wegpompen. Dit is bronbemaling.
| 28 |
• informatie zorgvuldig te selecteren. Professor Gielen spreekt die avond over omgaan met verlies en verdriet bij kinderen. Professor Gielen is klinisch psycholoog, doctor in de medische wetenschappen en directeur van het Mariaziekenhuis in Zwanenburg. Daarnaast schreef hij vele boeken over o.a. patiënten en bejaardenzorg, sterven en palliatieve zorg. Hij doceert aan de faculteit geneeskunde van de K.U.Leuven. Hij praat op een zeer menselijke en verstaanbare manier over de soms vreemde reacties van kinderen in verliessituaties. Verwijzingen naar wetgeving
Verwijzingen naar de regelgeving vervangt u in uw zin door een asterix (sterretje). U vermeldt de regelgeving dan in een aparte paragraaf of in een voetnoot. Ingevolge collegebesluit nr. SO1 A12 van 12 maart besliste het college zijn steun te verlenen aan de organisatie. Het college besliste(*) om steun te verlenen aan de organisatie. (in voetnoot) * collegebesluit nr. SO1 A12
5.6 Vermijd jargon Vaktaal alleen voor vakgenoten
• Als u voor een breed publiek schrijft, werkt vaktaal storend. In veel gevallen verstaat de lezer de term verkeerd of vindt hij de gekozen woorden hoog dravend. Als u werklozen wilt informeren hoe en waar ze hulp kunnen vinden om aan een nieuwe baan te geraken, is het niet nodig om over ‘trajectbegeleiding’ te schrijven.
opmaak syllabus[3bis].indd 28
29-08-2008 07:38:57
• Als u voor vakgenoten schrijft, is vaktaal heel nuttig. Het helpt dan om de boodschap helder en kernachtig te formuleren. Ga niet vreemd
• Kies voor de Nederlandse variant in plaats van een leenwoord. Schrijf over een ‘vergadering’ (‘meeting’), ‘opvoeding’ (‘educatie’), ‘afdrukken’ (‘printen’) … • Moet u toch een buitenlandse term gebruiken, zet die dan cursief.
5.7 Zuinig met afkortingen Zuinig met afkortingen
Vele afkortingen zijn onduidelijk voor de lezer. Gebruik dus enkel afkortingen die in de algemene spreektaal voorkomen en voor iedereen duidelijk zijn. NIET stavaza asap GAS … i.p.v. d.m.v. m.b.t.
Sigels alleen intern
WEL btw, sms, cao, bvba pc, OCMW, NMBS in plaats van door middel van met betrekking tot
Gebruik sigels alleen in interne communicatie.
| 29 |
5.8 Geen tangconstructies Definitie
Tangconstructies zijn zinnen waarbij er te veel afstand is tussen delen van de zin die bij mekaar horen: hulp- en hoofdwerkwoord, lidwoord en zelfstandig naamwoord, delen van een scheidbaar werkwoord. Tangconstructies tasten de leesbaarheid van uw tekst aan.
Bij elkaar wat samenhoort
Zet zinsdelen die bij elkaar horen ook dicht bij elkaar. Soms moet u daarvoor de zinsdelen herschikken of de volgorde van de woorden veranderen; soms moet u een (langere) zin in enkele afzonderlijke zinnen splitsen. Wij hebben een nieuwsbrief die tips voor het voeren van evaluatiegesprek ken bevat, gisteren verzonden. De schrijver die in teksten die zijn lezers, die gesteld zijn op heldere zin nen, moeten boeien, dit soort tang constructies gebruikt, faalt volledig.
Gisteren stuurden we u een nieuws brief met tips voor het voeren van evaluatiegesprekken. Als u tangconstructies in uw teksten gebruikt, zit u als schrijver goed fout. Lezers raken enkel geboeid door duide lijke teksten.
5.9 Geen afleidingen van werkwoorden Definitie
opmaak syllabus[3bis].indd 29
Bij naamwoordstijl vervangt de schrijver een werkwoord door een ander (minder zeggend) werkwoord dat gevolgd wordt door een zelfstandig naamwoord. Sommige schrijvers gebruiken deze stijl om hun tekst meer ‘gewicht’ te geven. De tekst wordt er inderdaad log en zwaar door. En vooral ook onduidelijk.
29-08-2008 07:38:57
Schrijf actiegericht
Vervang de naamwoorden die een handeling uitdrukken, door werkwoorden. Uw tekst klinkt dan vlotter en frisser. Bijna altijd is hij ook korter. Wij hebben een bespreking van het communicatieplan rond inbraak beveiliging. Hij draagt zorg voor de uitvoering van de beoordeling van de kwaliteiten van de kandidaten. Het uitstellen van … Het uitstel van …
Wij bespreken het communicatieplan rond inbraakbeveiliging Hij laat de kwaliteiten van de kandida ten beoordelen. De werken zijn uitgesteld.
5.10 Altijd in correct Nederlands Waar vind ik hulp?
Als u niet zeker bent of een woord of uitdrukking correct Nederlands is: raadpleeg een goed verklarend woordenboek. De norm is nog altijd het Groot Woordenboek van de Nederlandse taal (Van Dale). Dit woordenboek neemt alle woorden op die tot de standaardtaal behoren. Woorden die daarvan afwijken, krijgen een speciale aanduiding: archaïsch, vulgair, formeel, informeel. Woorden die alleen in België gebruikt worden, krijgen de aanduiding Belgisch-Nederlands. Andere betrouwbare woordenboeken zijn Koenen en Prisma. Vele interessante tips vindt u ook op de websites van VRTtaalnet (http://vrttaal.net) en Taaladvies.net (http://taaladvies.net).
| 30 | De bijbel bestaat
Spelling
BIN-normen
Huisstijl Hardnekkige valkuilen
Het Groene Boekje (Woordenlijst Nederlandse Taal), editie 2005. Online te raadplegen op http://woordenlijst.org. Vanaf de veertiende uitgave (ed. 2005) volgt ook het Groot Woordenboek van de Nederlandse taal (Van Dale) de standaardspelling. Online op http://www.vandale.be/vandale. De belangrijkste normen kunt u online raadplegen op http://www.vvzc.be/links.html. Een handige brochure vindt u bij de uitgeverij Licap: BIN‑normen. (te verkrijgen bij Standaard Boekhandel ISBN 9789068587609). Deze gids kunt u elektronisch raadplegen op het internet.
Omdat ze dikwijls voor problemen zorgen, komen hier enkele valkuilen aan bod: • de plaats van de hulpwerkwoorden; • de werkwoordelijke eindgroep; • het juiste woord of de juiste uitdrukking; • de juiste leestekens.
Hulpwerkwoorden altijd samen
opmaak syllabus[3bis].indd 30
Zet de hulpwerkwoorden altijd samen vóór of achter het voltooide deelwoord.
29-08-2008 07:38:57
Zij zei dat de bestelling morgen zal uitgevoerd worden.
De werkwoordelijke eindgroep altijd samen
Het juiste woord/ de juiste uitdrukking
Zij zei dat de bestelling morgen zal worden uitgevoerd. Zij zei dat de bestelling morgen uitge voerd zal worden.
Doorbreek de werkwoordelijke eindgroep nooit. De meerderheid vindt dat daar geen De meerderheid vindt dat daar geen verandering moet in komen. verandering in moet komen. Wij zullen daar wat moeten aan doen. Wij zullen daar wat aan moeten doen.
NIET in bijlage beroep doen op binnen de week binnen de acht dagen bij middel van het eigendom klacht indienen onder vorm van onder open omslag ambtenaar op het ministerie het straatriool verdagen naar van zodra
WEL als bijlage een beroep doen op binnen een week binnen acht dagen door middel van de eigendom een klacht indienen onder de vorm van in een open omslag ambtenaar bij het ministerie de straatriool verdagen tot zodra
| 31 |
5.11 De juiste leestekens Punt
• aan het einde van een mededelende zin; • aan het einde van een opsomming; • niet aan het einde van een vraag of uitroep; • niet na een titel of opschrift;
Vraagteken
• na sommige afkortingen (raadpleeg het Groene Boekje). • na een directe vraag; • na een woord waarover de schrijver twijfel wil uitdrukken (dan staat het vraagteken tussen twee haakjes).
Uitroepteken
De lieflijke (?) geuren uit de riool konden niemand bekoren. • na een uitroep; • na een zin met sterke gevoelswaarde. Schrijf in zakelijke teksten geen uitroeptekens, ze veranderen de toon van je brief in roepen.
opmaak syllabus[3bis].indd 31
29-08-2008 07:38:58
Komma
• in opsommingen; Eik, beuk, es en berk zijn inheemse boomsoorten. • tussen nevengeschikte zinnen, waar geen ‘en’ of ‘of’ voor staat; Hij stond vroeg op, at een eitje als ontbijt en vertrok. • voor de nevenschikkende voegwoorden ‘maar’ en ‘want’; Hij verkiest het platteland, maar Antwerpen is mooier. • tussen twee ondergeschikte deelzinnen, als de bijzin voorafgaat; Wie een tekst schrijft, moet zich afvragen wie zijn lezers zijn. • voor en na een uitbreidende betrekkelijke bijzin (dit is een bijzin die u kunt weglaten zonder dat de zin onduidelijk wordt); Het museum, dat in een rustige straat ligt, is de moeite waard. • na een (langere) beknopte bijzin.
Puntkomma
Aangekomen bij het monument voor de gesneuvelden, legde de burgemeester een bloemenkrans neer. • tussen twee zinnen die nauw samenhangen. Meestal is het beter gewoon een punt te zetten. De stoet zette zich in beweging; op dat ogenblik brak de demonstrant door het politiecordon.
| 32 |
• tussen de delen van een opsomming (na het laatste lid komt een punt); • tussen de delen van een opsomming van getallen (na het laatste lid komt een punt). Dubbele punt
2,2; 7,8; 98,4. • na de inleidende zin van een opsomming; De bloemist kweekt allerlei bloemen: dahlia’s, rozen, tulpen, azalea’s en irissen. • voor een citaat; De gids vertelde: “In de jaren ’80 werd de Meir autovrij gemaakt.” • voor een verklaring.
Enkele aan halingstekens
Ik ga niet mee naar Spanje: het is me er te druk. • voor en na woorden die de schrijver wil benadrukken; De school kampt met een tekort aan ‘werkende’ compu ters. • titels van films of boeken zet u zonder aanhalingstekens.
Dubbele aan halingstekens
Kaas van Elsschot in plaats van ‘Kaas’ van Elsschot • als de schrijver iemands woorden letterlijk weergeeft.
Kennedy zei ooit: “Ich bin ein Berliner.” Gedachte• Gebruik beter geen gedachtestreep of haakjes: zij vertrastreep/haakjes gen het lezen en maken de zinsconstructie ingewikkeld.
opmaak syllabus[3bis].indd 32
29-08-2008 07:38:58
Beletselteken
• als er een pauze of onderbreking is, of als de lezer zelf kan aanvullen; In Antwerpen is van alles te doen: er zijn musea, restau rants, parken … • als een deel van een citaat weggelaten wordt. De burgemeester antwoordde: “(…) dit kabinet zal zich houden aan de gemaakte afspraken.” • Opgelet: het beletselteken bestaat uit drie puntjes: niet meer, niet minder. Ook niet aan het einde van de zin.
Leestekens in opsommingen
De leden van de opsomming zijn: zeer korte zinsdelen
Ze beginnen met:
Ze eindigen met:
kleine letter
zinsdelen
kleine letter
[leestekens mogen weggelaten worden] een puntkomma
volledige zinnen
hoofdletter
(laatste lid: een punt)
punt
5.12 Controleren op taalfouten De verpakking is belangrijk
De inhoud, daar gaat het natuurlijk in de eerste plaats om. Maar dan wel in een correcte taal en stijl. Fouten irriteren de lezer, doen hem twijfelen aan de professionaliteit van de schrijver en geven een negatieve uitstraling aan de afzender.
| 33 |
Tips • Laat uw tekst nalezen door een collega. Hij merkt makkelijker fouten op die u als auteur over het hoofd ziet. • Verstuur uw tekst niet onmiddellijk. Lees hem de volgende morgen nog een keer en doe hem dan pas op de post. • Lees uw tekst hardop: dat geeft u een goed idee of de woordkeuze en de zinsbouw in orde zijn. • Lees uw tekst van achter naar voor. Op die manier gaat uw aandacht meer naar het spellingbeeld van de afzonderlijke woorden. Bedek ondertussen de rest van de tekst met een wit blad papier. • Controleer de spelling van eigennamen twee keer. • Gebruik natuurlijk ook de spellingcontrole van de tekstverwerker, maar u haalt er pas alle fouten uit als u daarnaast alle bovenstaande dingen doet.
opmaak syllabus[3bis].indd 33
29-08-2008 07:38:58
6
Spelling, BIN-normen en huisstijl
Fouten blijven hangen
Iedereen maakt wel eens fouten. Dat is geen ramp, maar we mogen het effect ervan niet onderschatten. Na het lezen van een tekst met een opzichtige spellingfout herinnert de lezer zich eerder de fout dan de inhoud van de tekst. Misschien ergert hij zich ook aan de tekst en ervaart hij die als negatief en onprofessioneel. Fouten zijn slecht voor het imago van de afzender.
6.1 Spelling Vernieuwd in 2005
Een grote vernieuwing was de spellingwijziging in 2005 niet. Een aantal regels (o.a. over het aaneenschrijven van woorden, het gebruik van punten en hoofdletters in afkortingen) werden verduidelijkt; één uitzonderingsregel (de paardenbloemregel) werd afgeschaft. De leidraad in het Groene Boekje is wel grondig vernieuwd: de regels zijn nu veel duidelijker omschreven.
Opgelet met de spellingchecker van Word
Sommige gebruikers vertrouwen blind op de spellingcontrole van de tekst verwerker. Deze spellingcontrole is echter weinig meer dan een eerste hulp bij ongevallen. Ze ziet immers alle mogelijke vormen van een woord als juist en controleert daarbij de grammaticale context niet. Gebruik daarom de spellingchecker wel als eerste, maar nooit als enige controle. Laat de tekst zeker ook eens lezen door een collega.
Los, aaneen of met een koppelteken?
Alle regels vindt u in hoofdstuk 6 van de leidraad bij het Groene Boekje. Drieledige samenstellingen (langeafstandloper) bezorgen vele gebruikers kopzorgen. Onnodig, want zij volgen de hoofdregel: samenstellingen en afleidingen schrijven we in het Nederlands aan mekaar. langetermijnplanning, socialezekerheidsstelsel, tweedekansonderwijs Bovendien laat de spelling toe om de structuur van zulke woorden te verduidelijken met een koppelteken “als een samenstelling moeilijk te lezen of te begrijpen is”. Zeker woorden die op twee manieren kunnen gelezen worden, komen hiervoor in aanmerking.
| 34 |
identiteits-chip (identiteitschip), parallel-elementen (parallelelementen) tweedekans-onderwijs Punten en hoofdletters in afkortingen?
Schrijf initiaal- of letterwoorden zonder punten. Neem de hoofdletters van de afgekorte woorden over, tenzij de organisatie zelf een andere schrijfwijze hanteert. OCMW, NMBS, VRT, MAP (Mestactieplan) btw, bvba, cao, sms, vzw
Wat met getallen?
Als u getallen in woorden schrijft: schrijf een getal in één woord, tot en met het woord duizend. Na het woord duizend volgt een spatie. Schrijf de woorden miljoen, biljoen, miljard … los. Schrijf rangtelwoorden op dezelfde manier. twee miljoen zevenhonderdtweeënvijftigduizend driehonderdzesentwintig zevenhonderdduizendste, tweeënveertigste
opmaak syllabus[3bis].indd 34
29-08-2008 07:38:58
Schrijf in een gewone tekst getallen alleen voluit als het gaat om: - getallen tot twintig; - tientallen tot honderd; - honderdtallen. zestien, vijfhonderd, 126 Extra voorzichtig met eigennamen
Spellingfouten in de eigen naam merkt iedereen altijd op. Ze irriteren de lezer en maken een bijzonder slordige indruk over de schrijver/afzender. Controleer of u de lezer met mijnheer of mevrouw moet aanspreken: veel namen zijn verwarrend.
6.2 BIN-normen Lijst met afspraken
Spaties
De BIN-normen betreffen afspraken voor de vormgeving van zakelijke communicatie zoals die is vastgelegd door het Belgisch Instituut voor Normalisatie. geen voor + geen na
één voor + geen na
geen voor + één na
één voor + één na
afkortingspunt (tussen initialen of in een afkorting), schuine streep; decimale komma (tussen cijfers), dubbelpunt en punt in wetenschappelijke tijdsaanduiding. weglatingsteken, aanhalingsteken bij begin van de aanhaling, min- en plusteken (als aanduiding van een negatieve/positieve waarde); geboorteteken, overlijdensteken. Albert Einstein +1955 apostrof als aanduiding van bezit, aanhalingsteken bij einde van de aanhaling, dubbelpunt, komma, punt, puntkomma, uitroepteken, vraagteken; graadteken, minuutteken, secondeteken. gedachtestreep; De heraanleg van de Scheldekaaien – één van de grote projecten van de eenentwintigste eeuw – zorgt voor een prachtig wandelparcours. diameterteken, procentteken, promilleteken, rekenkundige operatoren (+, -, x, :, =);
| 35 |
Een buis met een Ø van 50 cm Een alcoholniveau van 0,51 % is strafbaar. muntcodes, paragraafteken. Prijs € 23,45 Artikel 24 § 1 van de Grondwet behandelt de vrijheid van onderwijs. Getallen groeperen
Groepeer getallen met meer dan drie cijfers vóór of achter de komma in groepjes van drie vanaf het decimaalteken. Gebruik een spatie als scheidings teken. 142 320,00 EUR 25 450 inwoners 0,240 457 6
Decimaalteken
Gebruik altijd een komma als decimaalteken. Na de komma volgt geen spatie. 40,5 EUR 24,30 m 0,006 kg Schrijf een puntkomma om in een opsomming van getallen verwarring te voorkomen. 1; 2,7; 6,35; 9 en 15,75
opmaak syllabus[3bis].indd 35
29-08-2008 07:38:58
Postnummer en postcode
Noteer postcodes als volgt: 3500 HASSELT AT-1000 WIEN
Huisnummers en postbusnummers
Zet een spatie tussen de delen van het huisnummer. Als een adres meer huisnummers heeft: plaats een liggend streepje tussen de nummers zonder spatie. Zet het eventuele busnummer achter het huisnummer, voorafgegaan door het woord bus in kleine letters. Leiestraat 22-24 Berkenlaan 22 b Paardenmarkt 6 bus 12 Een postbusnummer krijgt geen spaties in het nummer. Postbus 4569 PB 4569
Telefoonnummers
Begin nationale nummers met het zonenummer of het prefix (0800), gevolgd door het abonneenummer. Schrijf het zonenummer of het prefix zonder spaties. Voeg een spatie in tussen het zonenummer/prefix en het abonneenummer. Groepeer de cijfers van het abonneenummer in groepjes van twee, gescheiden door een komma. Voeg de eerste drie cijfers van een abonneenummer met een oneven aantal cijfers samen. Na tel. volgt een punt; na fax en gsm niet. tel. 05 321 67 98 fax 014 65 43 21
gsm 0485 98 76 54
Om het nummer makkelijker te (helpen) onthouden, kunt u de cijfers van het abonneenummer soms anders groeperen. tel. 055 444 333 tel. 0800 800 80 Begin internationale nummers met het plusteken (dit stelt het toegangsnummer voor internationale verbindingen voor), gevolgd door een spatie, het landnummer, een spatie, het zonenummer zonder nul, een spatie en het abonneenummer. tel. + 32 3 201 88 76 tel. + 31 987 65 43 21
| 36 |
Belgische bankrekeningnummers
Schrijf Belgische bankrekeningnummers in drie groepen (drie, zeven, twee cijfers) zonder spaties en van mekaar gescheiden door een liggend streepje. 123-1234567-12
Datums
Schrijf het jaartal altijd met vier cijfers. Schrijf in brieven, nota’s, verslagen … de maand altijd voluit. Wij organiseren een eerste bijeenkomst op 28 december 2008. Schrijf in tabellen de datum verkort: dd-mm-jjjj 28-12-2008
Getallen in kolommen of tabellen
De juiste symbolen
Lijn getallen uit op het laatste cijfer of het kommateken. Zet decimalen en breukstrepen altijd onder mekaar. factuurnr. datum EUR 123/45 04-05-2008 340,50 87/67 12-09-2008 1 890,50
& / EUR USD GBP
opmaak syllabus[3bis].indd 36
- formele namen van firma’s, organisaties: CD&V; - Antwerpse diensten: marketing & communicatie. - in juridische teksten: de zaak Janssen/Peeters (geen spaties); - voor de aanduiding en/of: wit/zwart, hem/haar, intern/extern. - staan achter het bedrag, gescheiden door één spatie. 50 EUR
29-08-2008 07:38:58
6.3 Afspraken binnen stad Antwerpen Correcte gegevens
Berchem-Antwerpen Deurne-Antwerpen straatnamen Volgens de officiële straatnamenlijst, gepubliceerd door het stadsbestuur. Te raadplegen op: www.antwerpen.be (klikken op Wonen/Straatnamenlijst) stadsdiensten en Schrijf de naam van diensten en raden voluit en met kleine -raden letter. districten
college van burgemeester en schepenen, groendienst, marketing & communicatie, sportraad, lerende stad Eigennamen moeten wel met een hoofdletter. Opsinjoren, Grabbelpas, SWAP Gebruik sigels alleen in interne documenten. Twijfelgevallen
NIET Stad Antwerpen aan de stad werken districtsbureau bureaulid schepen van onderwijs (dit is eigenlijk wel de officiële schrijfwijze, maar het stadsbestuur kiest voor het meer dynamische ‘voor’) Antwerpenaren Een op drie Antwerpenaars … De stad vernieuwt zijn voetpaden. Het stadsbestuur/de gemeenteraad/ het districtscollege hield zich aan haar belofte.
WEL stad Antwerpen (geen hoofdletter) voor stad Antwerpen werken districtscollege districtsschepen voorzitter van de districtsraad voorzitter van het districtscollege schepen voor onderwijs
Antwerpenaars Een op de drie Antwerpenaars … De stad vernieuwt haar voetpaden. Het stadsbestuur/de gemeenteraad/ het districtscollege hield zich aan zijn belofte. Ook voor ‘het district’ kiezen we voor de mannelijke vorm. Het district organiseert opnieuw/voor Het district organiseert weer een buurtfeest. (herhaling) de derde keer een buurtfeest. De beelden uit het park staan weer op De beelden uit het park staan terug op hun plaats. (beweging) hun plaats. Een brochure kunt u afhalen op de Een brochure kunt u bekomen op dienst… dienst … in het districtshuis op het districtshuis Het stadsbestuur biedt een receptie Er is een receptie voorzien … aan. personen met een handicap gehandicapten, andersvaliden, mindervaliden bijvoorbeeld bv., bijv. i.s.m. in samenwerking met t.v.v. ten voordele van t.h.v. ter hoogte van u kunt, u hebt, u bent, u wilt, u zult u kan, u heeft, u is, u wil, u zal
opmaak syllabus[3bis].indd 37
| 37 |
29-08-2008 07:38:58
U heeft/u hebt?
U is van oorsprong een vorm voor de derde persoon enkelvoud waardoor soms de combinatie volgt met het werkwoord in de derde persoon enkelvoud, zoals bij ‘u heeft, is, kan, wil, zal’. Tegenwoordig geldt ‘u’ echter als een vorm van de tweede persoon (enkelvoud en meervoud), om – in tegenstelling tot de persoonlijke voornaamwoorden jij, je en jullie - beleefdheid of afstand uit te drukken. We verbinden ‘u’ dus best met ‘u hebt, bent, kunt, wilt, zult’.
De juiste ondertekening
Het is van groot belang dat de juiste persoon de juiste documenten tekent. De dienstnota hierover is als bijlage bij deze tekst gevoegd.
| 38 |
opmaak syllabus[3bis].indd 38
29-08-2008 07:38:58
7
Een opvallende presentatie
De verpakking is belangrijk
Markeer belangrijke stukken
De inhoud van uw boodschap: daar gaat het natuurlijk in de eerste plaats om. Maar met de juiste strik errond krijgt die boodschap de aandacht die ze verdient. Lay-out en vorm zijn meer dan schoonheidsingrepen: ze versterken de boodschap en maken ze aantrekkelijk voor de ontvanger. Techniek Witregel Vet
Cursief
Onderstrepen
Lettertype
Gebruik blikvangers
Voordelen/eigenschappen Heel efficiënt: de aandacht van de lezer gaat onmiddellijk naar dingen die apart staan. Legt een extra klemtoon. Trekt snel de aandacht van de lezer. Efficiënt voor woorden en zinsdelen. Verliest zijn kracht als het voor een hele paragraaf gebruikt wordt. Minder geschikt om iets te beklemtonen. Interessante manier om titels, namen van evenementen, citaten en voorbeelden te visualiseren. Was één van de weinige mogelijkheden om iets te beklemtonen in de tijd van de typemachines. Gebruik nu liever een andere techniek (vet, witregel), want onderstrepen verbetert het leesgemak niet. Zeker niet geschikt voor hele zinnen of paragrafen. Gebruik Times New Roman voor: brieven, faxen, memo’s rapporten ontwerpbesluiten beleidsnota’s Gebruik Arial in elektronische communicatie: website elektronische nieuwsbrieven e-mails PowerPointpresentaties Varieer beperkt in puntgrootte: standaard: 12 punt hoofdtitel: 18 punt + vet subtitel: 14 punt + vet
Een beeld zegt meer dan 1000 woorden. Dat is zeker waar voor ingewikkelde informatie, zoals een overzicht van cijfergegevens of openingsuren. Presenteer zulke gegevens in tabellen of grafieken. Foto’s zijn dankbare blikvangers in tijdschriften, folders, persberichten…
| 39 |
Zorg er wel voor dat: • er altijd mensen in beeld komen; • de foto een spontane sfeer uitademt; • de foto een positief beeld van de stad uitstraalt. U vindt de stedelijke beeldbank op het intranet: http://stad.antwerpen.be/beeldbank.
opmaak syllabus[3bis].indd 39
29-08-2008 07:38:58
8
Geheugensteuntjes
Handige Harry
Bij Bassie en Adriaan stuurde Handige Harry steevast dingen in de war. ‘Foutje moet kunnen baas!’ was dan zijn stopwoord. Om te voorkomen dat fouten alles in de war sturen, vindt u hierna geheugensteuntjes bij enkele tekstgenres: - brieven aan burgers - slechtnieuwsbrieven - vergaderverslagen - e-mails - internetteksten
8.1 Brieven aan burgers Inhoud
• Formuleer het doel van de brief in de onderwerpregel als een antwoord op de vraag: ‘Waarom schrijf ik deze brief aan deze burger, deze bewonersgroep, deze organisatie …?’ • Vat de structuur van de brief samen in de inleiding. • Schrijf met de vragen/bedenkingen van de lezer in uw achterhoofd. • Vat besluiten samen op het einde. • Wees concreet. • Houd het zo kort mogelijk. • Vermeld duidelijk bij wie/waar/wanneer de lezer met zijn vragen terecht kan.
Vorm
• Spreek uw lezer aan met zijn naam: Geachte heer Peeters of Mevrouw Janssens … • Gebruik tussentitels in langere brieven. • Sluit af met Met vriendelijke groet of Met beleefde groet.
Toon
• Behandel uw lezer als uw gelijke. • Spreek als volwassene tot een volwassene. • Schrijf positief. • Bekijk de situatie van de ontvanger.
Afspraken
Lettertype
TimesNewRoman 12 punt
Indeling
Onderwerp – twee witregels – aanspreking – één witregel – tekst – één witregel – slotformule (Met vriendelijke groeten)
Onderwerp
Zet het onderwerp vet.
Aanspreking
Geachte heer Geachte mevrouw (Na de aanspreking zet u geen komma.)
| 40 |
opmaak syllabus[3bis].indd 40
29-08-2008 07:38:58
Tekst
Zet enkel tussentitels vet. Gebruik geen vet in de rest van de tekst. Gebruik geen concrete namen in de tekst, want zulke zaken veranderen dikwijls: Vraag op het secretariaat naar Rita. Gebruik ten hoogste één komma per zin.
Afronding
Rond elke brief af met volgende standaardformulering: Hebt u nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op. De gegevens vindt u bovenaan/onderaan in deze brief.
Slotformule
Met vriendelijke groeten Met beleefde groeten (Na de slotformule zet u geen komma.)
Voetnoten
In superscript en met cijfers tussen de haakjes: (1).
8.2 Slechtnieuwsbrieven Direct of indirect?
U kunt ervoor kiezen om het slechte nieuws direct te brengen of als slotsom van een argumentatie (indirect). Stem de meest geschikte methode af op de doelgroep/de aard van het slechte nieuws.
Tips • Begin onmiddellijk met de concrete aanleiding voor de brief. • Vermijd elke vorm van persoonlijke kritiek: ‘Zoals u zelf ook wel had kunnen weten, …’ • Formuleer het slechte nieuws ondubbelzinnig en laat geen ruimte voor valse hoop. • Suggereer als het kan oplossingen om dezelfde slechte situatie te vermijden in de toekomst. • Druk uw hoop uit op verdere goede relaties in de toekomst.
| 41 |
opmaak syllabus[3bis].indd 41
29-08-2008 07:38:58
Voorbeeld van slechtnieuwsbrief
Uw aanvraag voor tombolaprijzen Geachte mevrouw Geachte heer Wij hebben uw aanvraag om uw club/vereniging te ondersteunen met tombolaprijzen goed ontvangen. We vinden het fijn dat u actief bent in deze vereniging, en wensen u alvast veel succes met uw evenement. Jammer genoeg kunnen wij niet op uw aanvraag ingaan. Maar dat betekent niet dat de stad u in de kou laat staan.We kiezen er als stad voor om clubs/ verenigingen op een andere manier tegemoet te komen: we bieden financiële ondersteuning zodat ze hun sportwerking daadwerkelijk kunnen verbeteren. Zo kunnen beginnende sportverenigingen in aanmerking komen voor startsubsidies. Er zijn ook jeugd- en gehandicaptensubsidies, evenementensubsidies, samenwerking- en fusiesubsidies en tot slot infrastructuur- en materiaalsubsidies. U vindt alle informatie hierover op onze website: surf naar www.antwerpen.be en klik achtereenvolgens op ontspannen > sport. Hebt u nog vragen? Neem dan gerust contact met ons op. U vindt de gegevens bovenaan in deze brief. Met vriendelijke groeten
XXXX functie ondertekenaar
| 42 |
opmaak syllabus[3bis].indd 42
29-08-2008 07:38:58
8.3 Vergaderverslagen Tips • Maak het verslag binnen 24 uur na de vergadering. Dan is het geheugen nog scherp. • Komt de geïnteresseerde afwezige te weten hoe en welke besluiten tot stand kwamen? • Schrijf volledige zinnen: een verslag is meer dan het overtypen van notities. • Noteer duidelijk alle afspraken en taken: wie/wat/tegen wanneer. • Vermijd jargon zo veel als mogelijk.
8.4 E-mails Tips • Schrijf eerst de tekst van uw e-mail en pas daarna de onderwerpregel. Vul het adres van de ontvanger(s) pas helemaal op het einde in. • Formuleer de onderwerpregel heel concreet: waarover gaat het bericht én wat wordt er van de ontvanger verwacht. • Schrijf geen e-mails die langer zijn dan één scherm. • Gebruik dezelfde aanspreking en slotformule die u zou gebruiken als u de ontvanger een brief zou sturen. • Reageer niet overhaast. Laat de emoties eerst bezinken vóór u reageert. • Voor confidentiële boodschappen: telefoneer liever of stuur een brief. • Verzorg uw taal: fouten in e-mails irriteren de lezer evenzeer als in brieven. • Smuk de boodschap niet op met grafische toeters of bellen: enkel als de computer van de ontvanger dezelfde instellingen heeft, krijgt hij ze ook correct te zien. Verstuur uw boodschap als een bijlage, indien de lay-out belangrijk is. • Stuur uw bericht alleen naar de personen die het echt nodig hebben. • Vergeet de bijlage niet mee te sturen.
| 43 |
opmaak syllabus[3bis].indd 43
29-08-2008 07:38:58
Voorbeeld van een e-mail
Uw aanvraag tot adreswijziging binnen Antwerpen Geachte mevrouw Geachte heer U verhuist binnenkort naar een nieuwe woning in Antwerpen. Op uw aanvraag lazen wij volgende gegevens: Naam: Rijksregisternummer: Dossiernummer: Oud adres: Nieuw adres: Medeverhuizers: Binnen één werkdag ontvangt u van ons een e-mail. Daarin vindt u alle informatie over de volgende stappen om uw adreswijziging definitief te maken. Wenst u meer informatie? Dan kunt u terecht op de stedelijke infolijn op het telefoonnummer 03 22 11 333. De infolijn is bereikbaar van maandag tot vrijdag van 8.30 tot 17.30 uur en op zaterdag van 10.30 tot 17.30 uur. Vermeld steeds uw dossiernummer , zo weten we precies waarover het gaat. Met vriendelijke groeten Bevolkingsteam stad Antwerpen Dit is een automatisch e-mailbericht. Gelieve niet te antwoorden op dit adres.
| 44 |
opmaak syllabus[3bis].indd 44
29-08-2008 07:38:58
8.5 Internetteksten Zijn er verschillen met gedrukte teksten?
Wat taal en stijl betreft: nee. Vlotte leesbaarheid en een lezersvriendelijke aanpak moeten altijd centraal staan. De opbouw van een internetpagina is wel anders dan de lay-out van een gedrukte tekst. Kenmerkend zijn vooral: • alinea’s met informatieve koppen; • veel opsommingen; • beknopte teksten zonder uitweidingen.
Sterke titels
• Houd titels kort en bondig: niet langer dus dan vijftig aanslagen (tekens of spaties). Dat is: - ongeveer de halve schermbreedte in gewone tekst; - de hele schermbreedte als er een titelkader wordt gebruikt. • Hanteer geen journalistieke, maar een zakelijke stijl in de titel. Geef de kernidee op een gebalde manier weer. Journalistiek Zakelijk We moeten er met z’n allen beter van Samen bouwen aan leefbare buurten worden • Gebruik als het kan een signaalwoord in de titel. NIET Herbergvergunningen Tweede fase herinrichting Leien
WEL Aanvragen herbergvergunning voor taan bij de politie Planning tweede fase herinrichting Leien
• Gebruik een uitroepteken alleen bij goed nieuws, nooit bij slecht nieuws. • Zet geen punt achter een titel. Liefst ook geen uitroeptekens, puntjes … • Schrijf cijfers in plaats van letters. • Begin met cijfers in de titel: 10 manieren om uw huis te verfraaien Infofiches antwerpen.be
Specifiek voor de basisinfofiches voor www.antwerpen.be: • Houd de titel zo kort mogelijk. • Begin niet met een lidwoord, cijfer of symbool. • Begin altijd met de rubriektitel.
opmaak syllabus[3bis].indd 45
| 45 |
29-08-2008 07:38:59
NIET Aanvraag seniorenpas Openingsuren zwembaden Vlotte beeldschermalinea’s
WEL Senioren: aanvraag pas Zwembaden: openingsuren
• Gebruik een samenvattende inleiding. • Pas dezelfde regels toe die u gebruikt voor ‘papieren’ alinea’s: - Begin elke alinea met een kernzin. Daarin vat u de essentie van de paragraaf samen. - Eén idee per alinea. - Schrijf korte tekstblokken. - Giet waar mogelijk uw tekst in opsommingen. • Voor beeldschermalinea’s komen daar nog volgende aandachtspunten bij: - Geef als het kan elke alinea een tussentitel. - Hanteer als vuistregel dat een paragraaf niet langer is dan 75 woorden. Minder mag altijd. - Benut elke kans om de info in opsommingen te presenteren.
Meer tips voor internetteksten
• Plaats complexe openingsuren en tarieven in een tabel. Zet boven elke kolom een kop. • Cijfers presenteren beter in grafieken dan in tekstvorm of tabellen. • Zet een bijschrift onder afbeeldingen. • Gebruik een infotekst (alt-tekst) om een afbeelding te beschrijven zodat mensen met een visuele handicap die een leeshulp gebruiken ook weten wat er afgebeeld staat. • Maak voor lange pagina’s inhoudstafels door middel van hyperlinks en bladwijzers zodat surfers er snel doorheen kunnen springen. • Leg hyperlinks naar andere pagina’s, websites en documenten. Leg deze linken niet op ‘Klik hier’, maar wel op betekenisvolle woorden of zinnen.
| 46 |
opmaak syllabus[3bis].indd 46
29-08-2008 07:38:59
9
Schrijfopleidingen bij stad Antwerpen
Een ruime keuze
Als medewerker van stad Antwerpen kunt u deelnemen aan een van de schrijfopleidingen die PM organiseert. Enkele titels zijn: • Doelgericht schrijven (basisopleiding) • Spellingwijzer • Klantgerichte brieven schrijven • Lezersvriendelijk presenteren van teksten • Notuleren • 1-page adviezen schrijven • Doeltreffende e-mails schrijven Meer informatie vindt u op het intranet bij Leernet.
| 47 |
opmaak syllabus[3bis].indd 47
29-08-2008 07:38:59
datum 10 januari 2007 nummer
Dienstnota
D2007.005
http://stad.antwerpen.be/dienstnota/
verantwoordelijk voor de uitvoering De chef-waardeerders, voor onmiddellijke kennisgeving aan hun medewerkers BZ/NS/CA van Handtekeningbevoegdheid betreft Ondertekening van de uitgaande briefwisseling 2005.082 vervangt Overzicht ondertekening uitgaande briefwisseling bijlagen verwijzingen Bestuurszaken - Paul Loveniers 03 220 8229 inlichtingen afschrift 99/99/9999 vervaldatum
Ondertekening van de uitgaande briefwisseling De ondertekening van de uitgaande briefwisseling is gebaseerd op navolgende principes.
Principes gebaseerd op het Gemeentedecreet ¾Artikel 182 van het Gemeentedecreet bepaalt dat de reglementen en de verordeningen van de gemeenteraad en van het college, de bekendmakingen en de briefwisseling moeten worden ondertekend door de burgemeester en medeondertekend door de gemeentesecretaris. ¾Artikel 183 geeft de burgemeester de mogelijkheid om zijn handtekening te delegeren aan een of meer leden van het college voor de ondertekening van bepaalde stukken. De burgemeester heeft zijn handtekening gedelegeerd aan de leden van het college volgens de interne taakverdeling en overeenkomstig de opsomming in artikel 182 van het Gemeentedecreet. ¾Artikel 116 van het Gemeentedecreet geeft de mogelijkheid aan het college om de secretaris te machtigen de medeondertekening van bepaalde stukken op te dragen aan één of meer ambtenaren.
Interne principes ¾Het is de bedoeling de bestaande machtigingen in te trekken en aan het college te vragen deze toe te kennen op basis van: 1. de procesmodellering en 2. onderstaande praktische afspraken. ¾De inhoud van een uitgaande brief, namens het college ondertekend, moet steeds gedragen worden door een collegebeslissing. Indien de inhoud van de brief niet gedragen wordt door een collegiale beslissing, moet het ontwerp ter goedkeuring aan het college worden voorgelegd via bestuurszaken/notulering en secretariaat. Enkel bij hoogdringende brieven mag hiervan worden afgeweken op voorwaarde dat de brief de week erna door het college wordt goedgekeurd via de agenda van bestuurszaken/notulering en secretariaat.
Bestuurszaken
opmaak syllabus[3bis].indd 48
Grote Markt 1 – 2000 Antwerpen [email protected]
29-08-2008 07:38:59
Praktische afspraken (de nummering vooraan verwijst naar de overzichtstabel) Uitgaande briefwisseling ondertekend namens het college van burgemeester en schepenen (als orgaan) – 2 handtekeningen 1 Ondertekening door de burgemeester en medeondertekening door de secretaris reglementen en verordeningen van de gemeenteraad en het college * bekendmakingen briefwisseling gericht aan de hogere overheid gevoelige briefwisseling briefwisseling waarin een standpunt van het college wordt weergegeven over een beleidskwestie die niet uitsluitend behoort tot het vakdomein van één schepen Ondertekeningsformule Namens het college van burgemeester en schepenen De stadssecretaris De burgemeester (5 witregels) Roel Verhaert Patrick Janssens 1.1. 1.2. 1.3. 1.4. 1.5.
* reglementen en verordeningen van de gemeenteraad worden namens de gemeenteraad ondertekend; deze van het college namens het college
2. Ondertekening door de afgevaardigde schepen en medeondertekening door de secretaris Briefwisseling waarin een standpunt van het college wordt weergegeven over een beleidskwestie uitsluitend behorend tot het vakdomein van één schepen. De schepenen hebben hiertoe van de burgemeester een delegatie van handtekening ontvangen en aanvaard. Ondertekeningsformule Namens het college van burgemeester en schepenen De stadssecretaris (5 witregels) Roel Verhaert
Voor de burgemeester De afgevaardigde schepen voornaam naam
3. Ondertekening door de afgevaardigde schepen en medeondertekening door de gedelegeerde ambtenaar 1.6. briefwisseling over een louter technisch-inhoudelijke aangelegenheid (operationeel) die behoort tot de administratieve diensten zonder dat een standpunt van het college wordt ingenomen. 1.7. afschriften en uittreksels van college- en gemeenteraadsbesluiten bestemd voor de hogere overheid Ondertekeningsformule Namens het college van burgemeester en schepenen Voor de stadssecretaris Voor de burgemeester Bij machtiging van datum De afgevaardigde schepen functie (5 witregels) voornaam naam voornaam naam
Bestuurszaken
opmaak syllabus[3bis].indd 49
Grote Markt 1 – 2000 Antwerpen [email protected]
29-08-2008 07:38:59
Overige uitgaande briefwisseling – 1 handtekening 4. Ondertekening door de burgemeester alleen of door een schepen alleen 4.1 De leden van het college kunnen enkel onder één handtekening briefwisseling voeren en ondertekenen over het dagelijks bestuur en binnen de perken van de interne taakverdeling zoals door het college beslist. De delegatie van de handtekening door de burgemeester aan de schepenen geldt hier eveneens. 4.2 De inhoud van de brief moet zodanig zijn dat: ¾hij de stad niet verbindt, ¾geen standpunt namens het college wordt ingenomen (anders is de brief onder te brengen onder optie 1 of 2) ¾niet in strijd is met een eerder ingenomen standpunt van het college.
5. Ondertekening door de burgemeester Alle documenten die verband houden met de specifieke bevoegdheden waarmede de burgemeester is belast krachtens de nieuwe gemeentewet en andere wetten en decreten. 5.1 als vertegenwoordiger van de hogere overheden 5.2 als hoofd en verantwoordelijke van de administratieve politie 5.3 als eerste gemeentelijke magistraat
6. Ondertekening door de stadssecretaris 6.1 briefwisseling behorend tot de wettelijke prerogatieven van de stadssecretaris (artikel 86 tot en met 92 van het Gemeentedecreet) 6.2 briefwisseling ingevolge het decreet op de openbaarheid van bestuur. 6.3 briefwisseling als voorzitter van het managementteam 6.4 dienstnota’s
7. Ondertekening door de bedrijfsdirecteur 7.1 briefwisseling tussen de stedelijke diensten 7.2 briefwisseling ter voorbereiding van of louter in uitvoering van de door het college en / of de gemeenteraad te nemen of genomen beslissingen. Deze briefwisseling mag nooit van die aard zijn, dat zij door de andere partij zou kunnen worden aangewend als een beslissing van college of gemeenteraad. Hierover mag geen verwarring kunnen ontstaan. 7.3 begeleidende briefwisseling bij het verzenden van college- of gemeenteraadsbesluiten 7.4 enkel bij officieel goedgekeurde vakantieperiode of aangegeven ziekteperiode kan de directeur zijn handtekening voor deze categorie brieven delegeren aan een ambtenaar. De bepalingen voor “bedrijfsdirecteur” gelden eveneens voor de strategisch coördinator en de dienstchefs van de onafhankelijke diensten en bestuurszaken
Praktische afspraken bij het voorleggen van de briefwisseling ter ondertekening 1. Iedere ontwerpbrief wordt als origineel bestemd voor de verzending, ter ondertekening voorgelegd. De afschriften voor het dossier en voor andere personen of diensten worden gekopieerd van het ondertekende origineel, dus achteraf. 2. Alle brieven worden door de bedrijfsdirecteur nagezien vooraleer ze ter ondertekening worden voorgelegd. De bedrijfsdirecteur is verantwoordelijk voor de correctheid van de voorgelegde brief, zowel qua inhoud, taalgebruik, als qua ondertekeningsformule. 3. Bij de ondertekening van overeenkomsten moet erop gelet worden dat de datum van de overeenkomst overeenstemt met de datum van ondertekening (geen terugwerkende kracht) 4. Alle stukken die relevant zijn voor de ondertekening worden toegevoegd aan het origineel (bij voorbeeld de brief waarop wordt geantwoord, collegebesluit, e.a…, eventueel vergezeld van een toelichting over de inhoud van een brief, gevolgde procedure, …) Bestuurszaken
opmaak syllabus[3bis].indd 50
Grote Markt 1 – 2000 Antwerpen [email protected]
29-08-2008 07:38:59
5. De brieven worden in witte huisstijlmappen ter ondertekening voorgelegd. Deze mappen zijn te verkrijgen bij de distributiedienst. Volgende sigels worden op de map aangebracht: o de sigel van de afzender o de sigel van degene die moet ondertekenen. Indien er meer dan één handtekening nodig is, wordt eerst de sigel van de ambtenaar en daarna deze van de mandataris aangebracht (volgorde van ondertekenen). Bij meerdere brieven is het handiger een handtekeningmap met meerdere compartimenten te gebruiken waarop dezelfde aanduidingen worden aangebracht. Mag ik u, met het oog op een snelle afhandeling van de uitgaande briefwisseling verzoeken bovenstaande richtlijnen na te leven. Hier vindt u het schematisch overzicht met betrekking tot de ondertekening van de briefwisseling
Roel Verhaert stadssecretaris
Bestuurszaken
opmaak syllabus[3bis].indd 51
Grote Markt 1 – 2000 Antwerpen [email protected]
29-08-2008 07:38:59
opmaak syllabus[3bis].indd 52
29-08-2008 07:38:59
6.4 dienstnota’s
6.3 briefwisseling als voorzitter van het managementteam
6.2 briefwisseling ingevolge het decreet op de openbaarheid van bestuur
6. Stadssecretaris 6.1 briefwisseling behorend tot de wettelijke prerogatieven (art. 86 tot en met 92)
7.4 delegatie aan ambtenaar – enkel bij officieel goedgekeurde vakantie of officieel aangegeven ziekte
7.3 begeleidende briefwisseling bij het verzenden van college- of gemeenteraadsbesluiten
7.2 briefwisseling ter voorbereiding van of louter in uitvoering van te nemen of genomen beslissingen college/gemeenteraad
7. Bedrijfsdirecteur *** 7.1 briefwisseling tussen stedelijke diensten
*: reglementen en verordeningen van de gemeenteraad worden namens de gemeenteraad ondertekend; deze van het college namens het college ** voor de gedecentraliseerde materies moet in deze nota burgemeester gelezen worden als voorzitter districtsraad, schepen als districtsschepen, college als districtscollege, gemeenteraad als districtsraad en stadssecretaris als districtssecretaris. *** de bepalingen voor “bedrijfsdirecteur” gelden eveneens voor de strategisch coördinator en de dienstchefs van de onafhankelijke diensten en bestuurszaken
de voorzitter districtsraad tekent, ingevolge zijn wettelijke bevoegdheid als ambtenaar van de burgerlijke stand
Overige uitgaande briefwisseling – één handtekening 4.Burgemeester OF schepen 5.Burgemeester 4.1 Brieven over het dagelijks bestuur en Brieven in verband met de specifieke binnen de perken van de interne bevoegdheden van de burgemeester taakverdeling zoals door het college beslist 5.1 als vertegenwoordiger van de hogere overheden 4.2 De inhoud mag 5.2 als hoofd en verantwoordelijke van de ¾de stad niet verbinden administratieve politie ¾geen standpunt van het college weergegeven (anders onder te brengen 5.3 als eerste gemeentelijke magistraat onder punt 1 of 2) ¾niet in strijd zijn met een eerder ingenomen standpunt van het college
SCHEMA ONDERTEKENING UITGAANDE BRIEFWISSELING ** Overzicht ondertekening uitgaande briefwisseling Uitgaande briefwisseling ondertekend namens het college van burgemeester en schepenen (als orgaan) - 2 handtekeningen Principe: de uitgaande briefwisseling namens het college ondertekend, wordt steeds gedragen door een collegebeslissing. Enkel bij hoogdringendheid is een afwijking toegestaan mits bekrachtiging in het eerstvolgende college via de agenda van de zelfstandige stafdienst/notulering en secretariaat 1. Burgemeester + secretaris 2. Schepen + secretaris 3. Schepen + ambtenaar 1.1 Reglementen en verordeningen * Weergave van een standpunt van het college beperkt tot het 3.1 Louter technisch-inhoudelijk – behoort tot administratie zonder dat 1.2 Bekendmakingen vakdomein van de schepen standpunt college wordt ingenomen 1.3 Briefwisseling aan de hogere overheid 3.2 Afschriften en uittreksels van college- en gemeenteraadsbesluiten 1.4 “Gevoelige” briefwisseling bestemd voor de hogere overheid 1.5 briefwisseling met een collegiaal standpunt over een beleidskwestie die niet uitsluitend behoort tot het vakdomein van één schepen Ondertekeningsformule Ondertekeningsformule Ondertekeningsformule Namens het college van burgemeester en schepenen Namens het college van burgemeester en schepenen Namens het college van burgemeester en schepenen De stadssecretaris De burgemeester De stadssecretaris Voor de burgemeester Voor de stadssecretaris Voor de burgemeester (5 witregels) (5 witregels) De afgevaardigde schepen Bij machtiging van datum De afgevaardigde schepen functie Voornaam naam (5 witregels) Roel Verhaert Patrick Janssens Roel Verhaert Voornaam naam Voornaam naam
Notities .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
opmaak syllabus[3bis].indd 53
29-08-2008 07:38:59
Notities .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
opmaak syllabus[3bis].indd 54
29-08-2008 07:38:59
Notities .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... .......................................................................................................................................... ..........................................................................................................................................
opmaak syllabus[3bis].indd 55
29-08-2008 07:38:59
Colofon Deze handleiding wordt uitgegeven door de stad Antwerpen. Samenstelling: dienst marketing & communicatie. Eindredactie: SD Worx. Vormgeving en druk: Grafisch centrum van de stad Antwerpen. Verantwoordelijke uitgever: Ils Neuts, Kipdorp 48, 2000 Antwerpen. Wettelijk depot: D/2008/0306/185.
opmaak syllabus[3bis].indd 56
29-08-2008 07:38:59