6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 1
Docentenhandleiding
Yvonne E. Zelders
behorend bij:
Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen van Elsbeth C.M. ten Have
Behorend bij:
ISBN 978 90 352 3359 1
© Reed Business, Amsterdam
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 2
Inhoud
I I.1 I.2 I.3 I.4 I.5 I.6 I.7 I.8
Inleiding Benodigde uren Beginsituatie Leerdoelen Leerinhouden Werkvormen Literatuur Toets of diagnostische toets Herkansing
4 5 5 5 6 7 7 7 7
II II.1 II.2
8 8
II.3
Bijeenkomst 1 Onderwerpen Communicatie, analyse van het gesprek en luister- en regulerende vaardigheden – met instructievideo Klinisch redeneren
9 11
III
Voorbereiding voor bijeenkomst 2
12
IV IV.1 IV.2 IV.3
Bijeenkomst 2 Onderwerpen Klinisch redeneren (vervolg) Het helpende gesprek
13 13 13 14
V
Voorbereiding voor bijeenkomst 3
16
VI VI.1 VI.2 VI.3 VI.4
Bijeenkomst 3 Onderwerpen Informeren Voorlichting geven Het slechtnieuwsgesprek – met instructievideo
17 17 17 17 18
VII
Voorbereiding voor bijeenkomst 4
19
VIII VIII.1 VIII.2 VIII.3
Bijeenkomst 4 Onderwerpen Hanteren van conflicten Omgaan met agressie
20 20 20 21
Bijlagen docentenhandleiding Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
22
Bijlage 1
Observatieformulier gesprekken algemeen
23
Bijlage 2
Richtlijnen bij het geven van feedback
24
Bijlage 3
Figuur 1
25
Bijlage 4
Figuur 2
26
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 3
Bijlage 5
Luisterkenmerken
27
Bijlage 6
Casus dermatologie – rol verpleegkundige
28
Bijlage 7
Casus dermatologie – rol patiënt
29
Bijlage 8
Casus Tom – rol verpleegkundige
30
Bijlage 9
Casus Tom – rol patiënt/moeder van Tom
31
Bijlage 10
Casus sinus pilonidalis – rol verpleegkundige
32
Bijlage 11
Casus sinus pilonidalis – rol patiënt
33
Bijlage 12a
Casus ADHD – rol verpleegkundige
34
Bijlage 12b
Casus ADHD – rol moeder
35
Bijlage 13a
Casus Colitis ulcerosa – rol verpleegkundige
36
Bijlage 13b
Casus Colitis ulcerosa – rol patiënt
37
Bijlage 14a
Casus Molenkamp – rol verpleegkundige
38
Bijlage 14b
Casus Molenkamp – rol patiënt
39
Bijlage 15
Casus Visser – rol verpleegkundige
40
Bijlage 16
Casus Visser – rol patiënt (mevrouw en meneer)
41
Bijlage 17
Thomas-Kilmanninstrument
42
Bijlage 18a
Casus directeur – rol verpleegkundige
46
Bijlage 18b
Casus directeur – rol patiënt
47
Bijlage 19a
Casus stagiaire – rol werkbegeleider
48
Bijlage 19b
Casus stagiaire – rol stagiaire hbo-v
49
Bijlage 20
Stelling in agressie
50
Bijlage 21a
Casus echtgenoot – rol verpleegkundige
51
Bijlage 21b
Casus echtgenoot – rol echtgenoot
52
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 4
4 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
I
Inleiding
In het boek Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen wordt ingegaan op een aantal vaardigheden die voor verpleegkundigen van belang zijn. In de tien hoofdstukken die het boek telt worden gespreksvaardigheden tegen een achtergrond van theoretische bevindingen vooral aan de hand van vele praktische voorbeelden uitgewerkt. Het boek is bestemd voor verpleegkundigen, -studenten aan mbo-v, hbo-v of verpleegkundige vervolgopleidingen die al werkzaam zijn of in de toekomst willen gaan werken in een ziekenhuis. De voorbeelden die gebruikt worden, zijn dan ook alle in een ziekenhuissetting geplaatst. Gespreksvaardigheden zullen echter ook in de praktijk geoefend moeten worden. Hoeveel uitgewerkte voorbeelden een boek ook bevat, het blijven voorbeelden waar men over leest. Voor het (verder leren) hanteren van vaardigheden blijven praktische oefeningen een noodzaak. Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen is een boek dat door de vele voorbeelden goed te gebruiken is als basis voor een lesprogramma/cursus gespreksvaardigheden voor hen die reeds bekend zijn met de basisvaardigheden van gespreksvoering, en past derhalve onder andere prima in het lesprogramma van de mbo-v en hbo-v. Verder is het boek ook te gebruiken als basis voor een specifieke verdere training in een van de onderdelen die in het boek aan bod komen. Deze docentenhandleiding is een handreiking bij het structureren van een mogelijk lesprogramma. Er kan op twee manieren gebruik van worden gemaakt. Op de eerste plaats als opeenvolgend geheel; hierbij worden de hoofdstukken vanaf het begin systematisch doorlopen. De onderwerpen die in de hoofdstukken 5 tot en met 9 aan de orde komen, kunnen echter ook afzonderlijk aangeboden worden; bij deze laatste vorm zal het rendement het grootst zijn wanneer de hoofdstukken 1 tot en met 4 eerst als uitgangspunt aan bod komen. Tevens kan de verpleegkundige of docent gebruikmaken van twee video’s (instructiefilmpjes) die via de weblink (www. elseviergezondheidszorg.nl op tabblad service) worden aangeboden, namelijk van een eersteopvanggesprek en van een slechtnieuwsgesprek bij een oncologiepatiënt. Door middel van deze instructiefilmpjes kunnen de verschillende gespreksvaardigheden worden geoefend. De casussen die in het boek in hoofdstuk 1 (overlijden op de intensive care) en 9 (conflict met een MS-patiënt) worden beschreven, zijn afkomstig uit de documentaire ‘Westeinde’. Hier wordt ook in beeld duidelijk gemaakt welke problemen er kunnen spelen en op wat voor wijze daarmee omgegaan wordt. Ook wordt daarin inzichtelijk gemaakt hoe beslissingen worden genomen. Deze instructiefilmpjes laten allerlei situaties/dilemma’s zien van een Algemeen Ziekenhuis1. In deze handleiding wordt van cursisten verwacht dat zij op de hoogte zijn van de regels van het geven van feedback. In alle dagdelen/oefeningen wordt gebruikgemaakt van observatoren die hun medecursisten na oefeningen (in de meeste gevallen betreft dit gesprekken) aan de hand van van tevoren opgestelde observatiepunten (bijlage 1) feedback moeten geven. Voor de volledigheid worden de regels van feedback in bijlage 2 toegevoegd, zodat iedere cursist dezelfde regels gebruikt. In het overzicht van de cursus, zoals die als geheel gegeven zou kunnen worden, worden benodigde uren, leerdoelen en -inhouden, werkvormen en te bestuderen literatuur vermeld. Daarna volgt een uitgewerkte lesopzet voor iedere bijeenkomst. Van de cursisten wordt verwacht dat zij de bij de verschillende bijeenkomsten genoemde verplichte literatuur voorafgaande aan de bijeenkomst bestuderen; ook de door de docent opgegeven opdrachten, in de vorm van oefening en/of rollenspel, worden verondersteld voorbereid te zijn. In de voorgestelde opzet wordt uitgegaan van 12 cursisten en van 4 dagdelen van ieder 3 uur. Op deze manier is het voor iedere cursist mogelijk om op een van de dagdelen een centrale rol, namelijk de rol van verpleegkundige, in te vullen. De cursus kan eventueel afgesloten worden met een toets. 1
Dilemma’s in een ziekenhuis, een documentairedrieluik van Ireen van Ditshuyzen. ‘Westeinde’ is een productie van IdtV Dits voor de NCRV, uitgezonden in 1998. Het drieluik is op VHS of dvd te bestellen bij IdtV Dits: www.idtvdits.nl, onder het kopje Distributie.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 5
I Inleiding 5
I.1
Benodigde uren
studiebelasting contacturen zelfstudie toets of diagnostische toets
I.2
36 uur 12 uur 22,5 uur 1,5 uur
totaal 4 bijeenkomsten van 3 uur vooraf bestuderen stof en voorbereiden opdracht en/of rollenspel theorie en praktijk
Beginsituatie
Cursisten zijn in staat (basis)gespreksvaardigheden te hanteren.
I.3
Leerdoelen
De student is in staat: 1. • uit te leggen wat communicatie inhoudt; • de wederzijdse invloed in een communicatiesituatie waarin sprake is van directe sociale beïnvloeding te hanteren; • op adequate wijze de referentiekaders van hulpverlener en patiënt te hanteren. 2. • uit te leggen wat bedoeld wordt met de vier niveaus in de communicatie, die in gesprekken een rol spelen (inhoudsniveau, gevoelsniveau, relationeel niveau en appellerend niveau); • deze vier niveaus adequaat te hanteren. 3. • uit te leggen wat verstaan wordt onder luistervaardigheden; • uit te leggen waaruit aandachtgevend gedrag blijkt; • uit te leggen hoe op adequate wijze gebruikgemaakt wordt van open en gesloten vragen en van doorvragen; • uit te leggen wat parafraseren en reflecteren inhoudt en wat hun functie is en ook welke valkuil een rol speelt bij het hanteren van door de patiënt geuite emoties; • uit te leggen wat samenvatten inhoudt en wat het verschil met parafraseren en reflecteren is. 4. • uit te leggen welke elementen een rol spelen in het klinisch redeneren en dit toe te passen op psychosociale problematiek van de patiënt; • de wederzijdse invloed in een communicatiesituatie, de vier niveaus in communicatie en de luistervaardigheden adequaat te hanteren in het klinisch redeneren. 5. • uit te leggen welke aspecten in het helpende gesprek een belangrijke rol spelen voor zowel verpleegkundige als patiënt; • de wederzijdse invloed in een communicatiesituatie, de vier niveaus in communicatie en de luistervaardigheden adequaat te hanteren in het helpende gesprek. 6. • uit te leggen wat onder het geven van informatie wordt verstaan; • aan te geven op welke momenten een verpleegkundige de patiënt informatie moet geven; • de wederzijdse invloed in een communicatiesituatie, de vier niveaus in communicatie en de luistervaardigheden adequaat te hanteren in het geven van informatie; • uit te leggen wat onder het geven van voorlichting in een algemeen ziekenhuis wordt verstaan; • de voorlichting af te stemmen op de vier fasen in een verwerkingsproces; • voorlichting af te stemmen op de continuïteit van zorg; • de wederzijdse invloed in een communicatiesituatie, de vier niveaus in communicatie en de luistervaardigheden adequaat te hanteren in het geven van voorlichting; • verschillen uit te leggen tussen het geven van informatie en het geven van voorlichting aan patiënten in een algemeen ziekenhuis. 7. • uit te leggen welke aspecten een belangrijke rol spelen in het slechtnieuwsgesprek; • uit te leggen hoe de structuur van een slechtnieuwsgesprek eruitziet en waarom een dergelijk gesprek volgens de beschreven structuur uitgevoerd dient te worden; • de wederzijdse invloed in een communicatiesituatie, de vier niveaus in communicatie en de luistervaardigheden adequaat te hanteren in het slechtnieuwsgesprek. 8. • uit te leggen wat er onder een conflict wordt verstaan en welke twee belangendimensies er in een conflict kunnen worden onderscheiden; • uit te leggen welke conflicthanteringsstijlen er kunnen worden onderscheiden op grond van de twee belangendimensies die in een conflict kunnen worden onderscheiden;
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 6
6 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
• uit te leggen welke vier stappen moeten worden onderscheiden aan de conflicthanteringsstijl onderhandelen/overleggen en waarom het zinvol is om dit te doen en hiernaar te handelen; • uit te leggen wat het verschil is tussen een provocerende en een agressieve patiënt; • uit te leggen welke aandachtspunten voor de verpleegkundige van belang zijn in de omgang met een provocerende en een agressieve patiënt; • de wederzijdse invloed in een communicatiesituatie, de vier niveaus in communicatie en de luistervaardigheden adequaat te hanteren in conflictsituaties en het omgaan met provocerende en agressieve patiënten. 9. • aan de hand van een observatielijst volgens een aantal vuistregels feedback aan een ander te geven.
I.4
Leerinhouden
Communicatie:
• wat wordt verstaan onder communicatie? • niveaus in communicatie: verbale en non-verbale aspecten.
Luister- en regulerende vaardigheden:
• • • •
aandachtgevend gedrag; verschillende soorten vragen; metacommunicatie; proactieve communicatie.
Klinisch redeneren en psychosociale problematiek:
• • • •
doelgerichtheid; doelbewustheid; systematiek; procesmatigheid.
Het helpende gesprek:
• • • • •
voorwaarden; het probleem; betekenis en consequenties van het probleem; mogelijke oplossingen voor het probleem; methodiek.
Het geven van informatie:
• de anamnese; • de onderzoeken of ingrepen; • de ontslagfase.
Het geven van voorlichting:
• • • • •
Het slechtnieuwsgesprek:
• de fasen; • de arts; • de verpleegkundige.
Het hanteren van conflicten:
• belangendimensies; • conflicthanteringsstijlen.
Het omgaan met agressie:
• grenzen; • provocerende en agressieve patiënten.
kennis; inzicht; attitude; vaardigheden en gedrag; verwerking.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 7
I Inleiding 7
I.5
Werkvormen
Zelfstudie:
• Bestuderen van de opgegeven literatuur. • Voorbereiden (eventuele) opdrachten. • Voorbereiden rol van verpleegkundige, van patiënt en van observator.
Onderwijsleergesprek: Rollenspel: Oefeningen:
I.6
Literatuur Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen.
Verplicht: Aanbevolen:
I.7
Toets of diagnostische toets
Participatie:
100% aanwezigheid en inzet.
Schriftelijke toets:
Over de inhoud van Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen.
Demonstratie:
Uitvoeren van een rollenspel (van een van de gesprekken).
I.8
Herkansing
Participatie:
Op video uitvoeren van de oefeningen van de gemiste bijeenkomst.
Schriftelijke toets:
Idem als toetsing.
Demonstratie:
Idem als toetsing.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 14/07/11 3:13 PM Page 8
8 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
II
Bijeenkomst 1
II.1
Onderwerpen
De onderwerpen die aan de orde komen in bijeenkomst 1 zijn: • communicatie, analyse van het gesprek en luister- en regulerende vaardigheden; • klinisch redeneren. Bijeenkomst 1 gaat over de hoofdstukken 1 tot en met 5. Voorbereiding door de student Verplicht:
Hoofdstuk 1 tot en met 5.
Aanvullend:
In het boek staat een analyse voor de casus van een gesprek op een ic. Deze casus is afkomstig uit: Westeinde – Dilemma’s in een ziekenhuis, een documentairedrieluik van Ireen van Ditshuyzen. ‘Westeindevideo (VHS)’ is een productie van IdtV Dits voor de NCRV, uitgezonden in 1998. Het drieluik is op video (VHS) of dvd te bestellen bij IdtV Dits: www.idtvdits.nl, onder het kopje Distributie.
Introductie algemeen Duur:
20 minuten.
Kennismakingsrondje:
Hierin kunnen cursisten kort aangeven wat zij gehad hebben aan gespreksvaardigheden en wat hun verwachtingen zijn ten aanzien van deze cursus/dit lesprogramma.
Overzicht module:
Bespreek kort hoe de vier bijeenkomsten opgebouwd zijn en wat van de cursisten verwacht wordt.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 9
II Bijeenkomst 1 9
II.2
Communicatie, analyse van het gesprek en luister- en regulerende vaardigheden
Onderwijsleergesprek Duur:
30 minuten.
Communicatie aan de hand van de gehanteerde definitie van communicatie:
• Het uitwisselen van zowel verbale als non-verbale informatie, die plaatsvindt tussen mensen. Deze informatie wordt deels bewust, deels onbewust gegeven, ontvangen en geïnterpreteerd. Hierbij spelen de referentiekaders van (i.c.) zowel de verpleegkundige als die van de patiënt een rol. De waarden en normen, de behoeften, de kennis en ervaring van beide partijen worden hier centraal gesteld. • Video: eersteopvanggesprek. Leg eerst bijlage 1 (scoringsformulier gespreksvaardigheden) goed uit. Laat daarna naar de video kijken en laat eerst scoren aan de hand van het formulier. Daarna klassikaal nabespreken.
Analyse van het gesprek aan de hand van de vier niveaus in communicatie die worden onderscheiden:
In gesprekken worden vier niveaus in de communicatie onderscheiden, die voortdurend door elkaar heen lopen. Deze niveaus zijn: het inhoudsniveau, het gevoelsniveau, het relationeel niveau en het appellerend niveau. Bij het inhoudsniveau gaat het om de ‘zakelijke’ informatie die men geeft, het ‘wat’ van de boodschap; meestal betreft dit het verbale, het talige stuk van de informatie. Bij de overige niveaus, die tezamen ook wel tot het betrekkingsniveau gerekend worden, gaat het meer om het onderliggende, het achterliggende van de zakelijke informatie, het ‘wat-bedoel-ik-metdeze-boodschap’.
Luistervaardigheden:
• • • • • •
Regulerende vaardigheden:
• Metacommunicatie: functies. • Proactiviteit: functie.
Zie bijlage 1 Aandachtgevend gedrag: oogcontact, lichaamshouding, omgaan met stiltes. Het stellen van vragen: open vragen, gesloten vragen, doorvragen. Parafraseren van inhoud: manier en functie. Reflecteren van gevoel: manier en functie, valkuil. Samenvatten: verschil met parafrase en reflectie.
Psychosociale problemen • Bij vermoeden van psychosociale problematiek dit bespreekbaar en werkbaar maken binnen het klinisch redeneren: in het verplegen van de patiënt. • Pro-active Nursing: klinisch redeneren in zes stappen: ‘een gesystematiseerde wijze van werken in een bepaalde situatie om een bepaald doel te bereiken’ (Bakker, Van Heycop ten Ham 2010, Stevens 1995). • Klinisch redeneren heeft vier centrale kenmerken: – doelgerichtheid; – doelbewustheid; – systematiek; – procesmatigheid. NB: Het onderwijsleergesprek moet deze elementen bevatten om de cursisten op hetzelfde spoor te krijgen. De manier waarop en de volgorde waarin dit gesprek plaatsvindt, is uiteraard aan de docent. Pauze Duur:
10 minuten.
Oefening 1
Communicatie
Duur:
• 35 minuten totaal. • Voorbereiden twee cursisten presentatie communicatie: 5 minuten. • Voorbereiden twee cursisten observeren communicatie.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 10
10 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
• Uitvoering presentatie communicatie (10 minuten per persoon), 20 minuten. • Nabespreken presentatie communicatie (5 minuten per persoon), 10 minuten. Materiaal:
• Tekeningen (figuur 1 in bijlage 3 en figuur 2 in bijlage 4). Voor twee cursisten moeten exemplaren worden gekopieerd. • Lege velletjes papier.
Werkwijze:
• Laat twee cursisten zich voorbereiden op het volgende. Beide cursisten krijgen ieder één tekening, één cursist figuur 1 en de andere cursist figuur 2. Ieder moet zich individueel voorbereiden op een presentatie waarin een bepaalde vorm van communicatie centraal staat. Deze twee cursisten moeten, na hun voorbereiding, de overige cursisten de hun uitgereikte figuur laten tekenen. Dit mogen zij alleen doen door middel van verbale instructie; gebaren mogen dus niet gebruikt worden en natuurlijk mag ook de tekening niet getoond worden als voorbeeld. • De instructie wordt door de twee cursisten achtereenvolgens gegeven. Geef bij de instructie van de eerste cursist (figuur 1) de rest van de groep de opdracht dat zij zowel verbaal als non-verbaal om feedback mogen vragen bij degene die de instructie geeft als iets niet duidelijk is. Geef bij de instructie van de tweede cursist (figuur 2) de opdracht dat degenen die moeten tekenen, niet om feedback mogen vragen.
Oefening 2
Goed of slecht luisteren
Duur:
15 minuten.
Materiaal:
Bijlage 5.
Werkwijze:
Laat de cursisten individueel een lijst van ‘gedragskenmerken’ opschrijven die zij vinden behoren bij ‘goed’ luisteren en laat hetzelfde doen voor ‘slecht’ luisteren. Bespreek dit vervolgens in de groep; maak hierbij gebruik van bord of flap-over. Een voorbeeldlijst is gegeven in bijlage 5.
Pauze Duur:
10 minuten.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 11
II Bijeenkomst 1 11
II.3
Klinisch redeneren
Oefening 5.A.1
Casus dermatologie
Duur:
• • • •
60 minuten totaal. Voorbereiden 20 minuten. Uitvoeren 20 minuten. Nabespreken 20 minuten.
Dit rollenspel is bedoeld als voorbeeld voor hoe de komende rollenspelen uitgevoerd zullen gaan worden. Materiaal:
• Rol verpleegkundige (bijlage 6). • Rol patiënt (bijlage 7). • Observatielijst (bijlage 1).
Werkwijze:
• Verdeel de groep in drie subgroepen: – verpleegkundigen; – patiënten; – observatoren. • Laat de cursisten zich in de subgroepen voorbereiden op de rol; laat hen met elkaar overleggen hoe zij de rol zouden invullen. • Een van de cursisten uit de subgroep van de verpleegkundigen en een van de patiënten gaat de rol spelen. Alle observatoren doen mee aan het invullen van de observatielijst. • Het rollenspel wordt eenmaal uitgevoerd. Laat na de uitvoering de verpleegkundige en zo mogelijk de patiënt eerst kort vertellen hoe het voor hen is geweest. • Laat vervolgens eerst de observatoren feedback geven en sluit als docent de feedback af.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 12
12 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
III
Voorbereiding voor bijeenkomst 2
Alle cursisten bereiden hoofdstuk 6 Het helpende gesprek voor. (Hoofdstuk 1 tot en met 5 worden bekend verondersteld.) Vier cursisten bereiden zich voor aan de hand van Casus Tom in bijlage 8 en 9 om een gesprek te voeren volgens het klinisch redeneren. Laat twee cursisten zich voorbereiden op de rol van verpleegkundige en twee op de rol van patiënt. Zorg als docent ervoor dat deze casus dus voor deze vier gekopieerd is. Bijeenkomst 2 begint direct met de uitvoering van deze rollenspelen. Vier cursisten bereiden zich voor aan de hand van Casus mevrouw Jansen uit hoofdstuk 6 Het helpende gesprek. Ook hiervoor bereiden twee cursisten zich voor als verpleegkundige en twee als patiënt. Geef aan dat de startsituatie voor het rollenspel in bijeenkomst 2 de situatie is zoals die aan het einde van hoofdstuk 6 beschreven staat: Mevrouw Jansen: ‘Dan moeten we maar eens gaan kijken hoe dat nu thuis moet. Wij ……het nadrukkelijke verzoek van dokter Van Damen om het ontslag met/voor mevrouw te regelen’. Benadruk bij de cursisten dat het niet de bedoeling is dat zij een toneelstukje opvoeren. Het meeste rendement van deze oefeningen wordt bereikt door de rollen afzonderlijk voor te bereiden. Laat vier cursisten zich voorbereiden als observator; twee bij het klinisch redeneren en twee bij het helpende gesprek. Observatoren moeten dit aan de hand van de observatielijst (bijlage 1) en de theorie uit het boek voorbereiden. In de observatielijst staan de algemene gespreksvaardigheden benoemd. Laat observatoren zelf de naar hun idee belangrijkste elementen hieruit benoemen voor het betreffende gesprek en aandachtspunten naar aanleiding van de theorie aangeven waarop zij de verpleegkundigen zullen observeren.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 13
IV Bijeenkomst 2 13
IV
Bijeenkomst 2
IV.1
Onderwerpen
De onderwerpen die aan de orde komen in bijeenkomst 2 zijn: • het klinisch redeneren (vervolg); • het helpende gesprek. Deze bijeenkomst wordt direct gestart met het uitvoeren van de voorbereide rollenspelen. Het rollenspel Casus Tom wordt tweemaal achter elkaar uitgevoerd.
IV.2
Klinisch redeneren (vervolg)
Oefening 5.A.2
Casus Tom
Duur:
60 minuten.
Materiaal:
Casus Tom (bijlage 8 en 9).
Werkwijze:
• • • •
Casus Tom eerste koppel oefening 5.A.2, 20 minuten. Casus Tom tweede koppel oefening 5.A.2, 20 minuten. Feedback door de observatoren en de docent eerste koppel, 10 minuten. Feedback door de observatoren en de docent tweede koppel, 10 minuten.
Pauze Duur:
10 minuten.
Oefening 5.B
Ons geheugen in de overdracht
Duur:
20 minuten.
Deze oefening is bedoeld om (weer eens) cursisten ervan te doordringen hoe makkelijk bepaalde informatie in de overdracht van de ene persoon op de andere enigszins vervormd kan raken. In deze oefening zal onderstaande tekst ‘Overdracht’ als basis dienen. Materiaal:
‘Overdracht’: de sondevoeding van de heer Pietersen is verhoogd van 1 naar 1,5 liter per 24 uur en is nu energieverrijkt. Mevrouw Klaessen moet na elke zak bloed (RBC), de eerste hangt nog aan, 20 Lasix® i.v. hebben.
Werkwijze:
• De helft van de cursisten blijft in het lokaal, de andere helft gaat even de gang op. Geef op één na alle cursisten die in het lokaal blijven (‘observatoren’) de opdracht om datgene wat door de straks opeenvolgend binnenkomende cursisten wordt overgedragen, op te schrijven (eventueel in telegramstijl). De éne overgebleven cursist die in het lokaal is gebleven geeft u de opdracht om goed te luisteren naar de ‘overdracht’ die u, als docent, zo dadelijk gaat vertellen. Vertel deze cursist dat zij of hij deze ‘overdracht’ weer mondeling aan de eerste cursist, die u zo van de gang bin-
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 14
14 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
nen laat komen, moet overdragen. Deze laatste cursist instrueert u, nadat zij of hij naar de ‘overdracht’ heeft geluisterd, om deze ook weer over te dragen aan de tweede cursist die u van de gang binnen laat komen. Dit gaat zo door totdat de laatste cursist van de gang binnen is. Laat door de observatoren een vergelijking maken tussen de verschillende ‘overdrachten’, vooral tussen de eerste en de laatste. • Naar alle waarschijnlijkheid zijn er een aantal verschillen tussen de eerste en de laatste ‘overdracht’. Bespreek wat dat voor gevolgen kan hebben voor de relatie tussen hulpvrager en hulpverlener. Bespreek ook wat dat voor gevolgen heeft voor de eisen van alertheid van de hulpverleners.
IV.3
Het helpende gesprek
Het helpende gesprek, aan de hand van Casus mevrouw Jansen, wordt tweemaal uitgevoerd. Oefening 6.A
Casus mevrouw Jansen
Duur:
30 minuten.
Materiaal:
Casus mevrouw Jansen (situatie einde hoofdstuk 6).
Werkwijze:
• Casus mevrouw Jansen eerste koppel oefening 6.A, 20 minuten. • Feedback door de observatoren en de docent, 10 minuten.
Pauze Duur:
10 minuten.
Oefening 6.B
Vragen in soorten
Duur:
20 minuten.
Materiaal:
Geen.
Werkwijze:
• Laat 10 cursisten in twee rijen schuin tegenover elkaar gaan zitten. • Geef eerst de volgende opdrachten aan de cursisten: nummer 1 moet een open vraag stellen aan nummer 2; nummer 2 geeft antwoord; nummer 3 krijgt de opdracht om een gesloten vraag te stellen naar aanleiding van dit antwoord; nummer 4 geeft antwoord; nummer 5 gebruikt een vraag naar keuze naar aanleiding van het antwoord van nummer 4; nummer 6 geeft antwoord op de vraag van nummer 5; nummer 7 krijgt de opdracht om een parafrase te geven op het antwoord van nummer 6; nummer 8 geeft antwoord; nummer 9 moet een reflectie geven; nummer 10 geeft antwoord. • De observatoren krijgen de opdracht de nummers 1 tot en met 10 feedback te geven op de opdrachten die zij moesten uitvoeren. • Bespreek kort na hoe het voor de cursisten was om bepaalde technieken te moeten gebruiken (geef aan dat je als verpleegkundige in staat moet zijn om op een gewenst moment een techniek te gebruiken). Bespreek ook de positie tegenover elkaar. 4
2 1
3
6 5
8 7
10 9
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 15
IV Bijeenkomst 2 15
Oefening 6.A
Casus mevrouw Jansen
Duur:
30 minuten.
Materiaal:
Casus mevrouw Jansen (situatie einde hoofdstuk 6).
Werkwijze:
• Casus mevrouw Jansen tweede koppel oefening 6.A, 20 minuten. • Feedback door de observatoren en de docent, 10 minuten.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 16
16 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
V
Voorbereiding voor bijeenkomst 3
Alle cursisten bereiden hoofdstuk 7 Het geven van informatie en voorlichting en hoofdstuk 8 Het slechtnieuwsgesprek voor. Twee cursisten bereiden zich voor aan de hand van Casus sinus pilonidalis in bijlage 10 en 11 of Casus ADHD in bijlage 12a/b: het informeren van een patiënt over een bepaalde aangelegenheid. Laat één cursist zich voorbereiden op de rol van verpleegkundige en één op de rol van patiënt. Twee cursisten bereiden zich voor aan de hand van Casus Colitis ulcerosa in bijlage 13a/b: het voorlichting geven aan een patiënt over een bepaalde aangelegenheid. Laat één cursist zich voorbereiden op de rol van verpleegkundige en één op de rol van patiënt. Zorg als docent ervoor dat deze casussen voor deze cursisten gekopieerd zijn. Bijeenkomst 3 begint direct met de uitvoering van deze rollenspelen. Twee cursisten bereiden zich voor op het voeren van een slechtnieuwsgesprek aan de hand van Casus Molenkamp in bijlage 14a/b. Eén cursist bereidt zich voor als verpleegkundige en één als patiënt. Drie cursisten bereiden zich voor op het voeren van een slechtnieuwsgesprek aan de hand van Casus Visser in bijlage 15 en 16. Eén cursist bereidt zich voor als verpleegkundige en twee als ‘patiënt’ (een echtpaar). Zorg als docent ervoor dat deze casussen voor deze cursisten gekopieerd zijn. Benadruk ook nu bij de cursisten dat het niet de bedoeling is dat zij een toneelstukje opvoeren. Het meeste rendement van deze oefeningen wordt bereikt door de rollen afzonderlijk voor te bereiden. Laat vier cursisten zich voorbereiden als observator; twee bij het geven van informatie en voorlichting en twee bij het slechtnieuwsgesprek. Observatoren moeten dit aan de hand van de observatielijst en de theorie uit het boek voorbereiden. Ook nu gelden de aanwijzingen die in de vorige voorbereiding golden.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 17
VI Bijeenkomst 3 17
VI
Bijeenkomst 3
VI.1
Onderwerpen
De onderwerpen die in bijeenkomst 3 aan de orde komen zijn: • informeren; • voorlichting geven; • het slechtnieuwsgesprek.
VI.2
Informeren
Oefening 7.A.1
Casus sinus pilonidalis of ADHD
Duur:
30 minuten.
Materiaal:
Casus sinus pilonidalis of ADHD (bijlage 10 en 11 of bijlage 12a/b).
Werkwijze:
• Casus sinus pilonidalis of ADHD, 20 minuten. • Feedback door de observatoren en de docent, 10 minuten.
VI.3
Voorlichting geven
Oefening 7.A.2
Casus Colitis ulcerosa
Duur:
30 minuten.
Materiaal:
Casus Colitis ulcerosa (bijlage 13a/b).
Werkwijze:
• Casus Colitis ulcerosa, 20 minuten. • Feedback door de observatoren en de docent, 10 minuten.
Pauze Duur:
10 minuten.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 18
18 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
VI.4
Het slechtnieuwsgesprek
Oefening 8.B.1
John Cleese
Duur:
40 minuten.
Materiaal:
Video: slechtnieuwsgesprek, oncologiecasus.
Werkwijze:
Laat de video zien en bespreek deze na aan de hand van de stappen van het slechtnieuwsgesprek zoals deze aan de orde komt in hoofdstuk 8 van het boek.
Oefening 8.A.1
Casus Molenkamp
Duur:
30 minuten.
Materiaal:
Casus Molenkamp (bijlage 14a/b).
Werkwijze:
• Casus Molenkamp, 20 minuten. • Feedback door de observatoren en de docent, 10 minuten.
Pauze Duur:
10 minuten.
Oefening 8.A.2
Casus Visser
Duur:
30 minuten.
Materiaal:
Casus Visser (bijlage 15 en 16).
Werkwijze:
• Casus Visser, 20 minuten. • Feedback door de observatoren en de docent, 10 minuten.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 19
VII Voorbereiding voor bijeenkomst 4 19
VII
Voorbereiding voor bijeenkomst 4
Alle cursisten bereiden hoofdstuk 9 Van conflicthantering tot omgaan met agressie voor. In het boek staat een analyse voor de Casus van Ron, MS-patiënt. Deze casus is afkomstig uit: Westeinde – Dilemma’s in een ziekenhuis, een documentairedrieluik van Ireen van Ditshuyzen.2 Geef alle cursisten het ‘Thomas-Kilmanninstrument’ (bijlage 17) mee naar huis. Voor alle cursisten moet dus 1 exemplaar van dit instrument ter beschikking zijn. Laat de cursisten dit instrument zelf invullen. De instructies zijn duidelijk genoeg en behoeven geen toelichting. Laat de cursisten ook ieder voor zich een aantal aandachtspunten opschrijven naar aanleiding van het invullen van het instrument. Benadruk dat dit instrument geen persoonlijkheidstest is, maar een middel om te reflecteren op hoe iemand omgaat of denkt om te gaan met conflicten. Twee cursisten bereiden zich voor op het hanteren van conflicten aan de hand van Casus directeur in bijlage 18a/b; één cursist bereidt zich voor op de rol van verpleegkundige en één op de rol van patiënt. Twee cursisten bereiden zich voor op het hanteren van conflicten aan de hand van Casus stagiaire in bijlage 19a/b; één cursist bereidt zich voor op de rol van verpleegkundige en één op de rol van stagiaire. Twee cursisten bereiden zich voor op het voeren van een gesprek met een agressieve echtgenoot van een patiënt aan de hand van Casus echtgenoot in bijlage 21a/b; één cursist bereidt zich voor als verpleegkundige en één als echtgenoot van de patiënt. Zorg als docent ervoor dat de casussen gekopieerd zijn. Laat vier cursisten zich voorbereiden als observator; twee bij het hanteren van conflicten en twee bij het omgaan met agressie. Observatoren moeten dit aan de hand van de observatielijst en de theorie uit het boek voorbereiden. Ook nu gelden de aanwijzingen die in de vorige voorbereidingen golden.
2 ‘Westeinde’ is een productie van IdtV Dits voor de NCRV, uitgezonden in 1998. Het drieluik is op VHS of dvd te bestellen bij IdtV Dits:www.idtvdits.nl, onder het kopje Distributie.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 20
20 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
VIII Bijeenkomst 4
VIII.1 Onderwerpen De onderwerpen die aan de orde komen in bijeenkomst 4 zijn: • hanteren van conflicten; • omgaan met agressie.
VIII.2 Hanteren van conflicten Oefening 9.B.1
Thomas-Kilmann
Duur:
30 minuten.
Materiaal:
Uitkomsten en bevindingen van de cursisten van het ‘Thomas-Kilmanninstrument’ bijlage 17).
Werkwijze:
Laat de cursisten hun uitkomsten, bevindingen en ervaringen uitwisselen naar aanleiding van hun uitwerking van het instrument. In hoeverre is er sprake van (enige) herkenning? Valt er voor hen een aantal leerdoelen voor de oefeningen van vandaag uit te destilleren enzovoort.
Pauze Duur:
10 minuten.
Oefening 9.A.1
Casus directeur
Duur:
30 minuten.
Materiaal:
Casus directeur (bijlage 18a/b).
Werkwijze:
• Casus directeur, 20 minuten. • Feedback door de observatoren en de docent, 10 minuten.
Oefening 9.A.2
Casus stagiaire
Duur:
30 minuten.
Materiaal:
Casus stagiaire (bijlage 19a/b).
Werkwijze:
• Casus stagiaire, 20 minuten. • Feedback door de observatoren en de docent, 10 minuten.
Pauze Duur:
10 minuten.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 21
VIII Bijeenkomst 4 21
VIII.3 Omgaan met agressie Oefening 9.B.2
Stelling in agressie
Duur:
30 minuten.
Materiaal:
Sheet en/of kopieën van ‘Stelling in agressie’ (bijlage 20).
Werkwijze:
• Geef cursisten even de gelegenheid hun standpunt in te nemen en een argumentatie voor zichzelf te formuleren met betrekking tot de stellingen, 5 minuten. • Discussie over de stellingen, 25 minuten.
Oefening 9.A.3
Casus echtgenoot
Duur:
30 minuten.
Materiaal:
Casus echtgenoot (bijlage 21a/b).
Werkwijze:
• Casus echtgenoot, 20 minuten. • Feedback door de observatoren en de docent, 10 minuten.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 22
Bijlagen docentenhandleiding Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 23
Bijlage 23
Bijlage 1
Omschrijving Aandachtgevend gedrag: Oogcontact • aankijken • wegkijken Lichaamshouding • gericht ontvanger • gelijk ontvanger • mee met gesprek • gesloten • open Verbaal volgen • ja, ja • mmm, mmm Stiltes Mimiek • expressief • vlak Vragen stellen: Inhoudelijk Tijdstip Soort • open • gesloten: - gericht - suggestief - of-of • parafrase • reflectie • concretiseren • samenvatten Structuur: Opening • voorstellen • doel • inhoud • tijd Midden • gebruik fasen in gesprek Afsluiten • samenvatting • vervolgafspraak
Observatieformulier gesprekken algemeen
+
±
-
Opmerkingen
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 24
24 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 2
Richtlijnen bij het geven van feedback
• Geef feedback in beschrijvende vorm. • Vermijd interpretaties en/of veroordelingen. • Vermijd generalisaties. • Geef feedback in de ik-vorm. • Houd rekening met het referentiekader van de ander. • Geef feedback (zo veel mogelijk) direct na vertoond gedrag. • Geef bruikbare feedback. • Hanteer een evenwicht in positieve en negatieve aspecten in de feedback. • Geef bij negatieve feedback (zo mogelijk) aan welk gedrag meer gewenst is. • Geef eventueel aan welke gevoelens het betreffende gedrag oproepen.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 25
Bijlage 25
Bijlage 3
(Behorend bij oefening 1)
Figuur 1
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 26
26 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 4
(Behorend bij oefening 1)
Figuur 2
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 27
Bijlage 27
Bijlage 5
Luisterkenmerken
(Behorend bij oefening 2) Goed luisteren Laat de ander uitpraten. Vraagt door:
• • • • • •
stelt veelal open vragen; parafraseert; reflecteert; vraagt om verduidelijking; vraagt om nadere informatie; stelt zo nu en dan ook gerichte gesloten vragen.
Luistert actief:
• stelt zich empathisch op; • toont aandachtgevend gedrag; • gebruikt stiltes.
Communiceert op adequate manier op zowel inhouds- als betrekkingsniveau.
Slecht luisteren Onderbreekt de ander regelmatig tot voortdurend. Vraagt niet door:
• • • • • • •
stelt veelal gesloten vragen; interpreteert; (ver)oordeelt; is tevreden met ontwijkende antwoorden; is snel tevreden met algemene informatie; springt snel over op andere onderwerpen; brengt (te) veel eigen onderwerpen in.
Luistert niet actief:
• blijft in het eigen referentiekader; • is snel of regelmatig afgeleid; • vult stiltes onmiddellijk in.
Communiceert te veel op enkel inhouds- of betrekkingsniveau.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 28
28 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 6
Casus dermatologie – rol verpleegkundige
(Behorend bij oefening 5.A.1) Er is een vrouw van 34 jaar opgenomen op de afdeling dermatologie. Mevrouw heeft beide(!) handen verbrand aan de kokendhete soep. Aanvankelijk heeft de huisarts de ernstige brandwonden (tweedegraads) behandeld. Echter, toen de wonden gingen ontsteken, werd mevrouw opgenomen. Mevrouw heeft nu vier weken in het ziekenhuis gelegen. Vanmorgen kwam de dermatoloog langs en heeft mevrouw gezegd dat ze, als het zo doorgaat, over een paar dagen met ontslag mag. Je hebt de zorg over deze vrouw. De laatste weken is het erg druk geweest op de afdeling, veel ‘bewerkelijke’ patiënten. Jij en je collega’s hebben weinig tijd gehad om met deze vrouw te praten. De verzorging is meer gericht geweest op het verbinden van haar handen. Verder is ze bescheiden aanwezig. Uit de anamnese die je bij deze vrouw hebt afgenomen, weet je dat je het verhaal over het ongeluk met die soep een vreemd verhaal vond. Immers, hoe krijgt iemand het voor elkaar om beide handen tegelijkertijd te verbranden aan hete soep? Verder vond je dat aan mevrouw te zien was dat ze het helemaal niet leuk vond om naar huis te gaan. Dit was naar jouw idee duidelijk zichtbaar toen de dermatoloog mevrouw zeer opgewekt vertelde dat ze over een paar dagen naar huis mocht. Je neemt je voor om deze indruk ook met mevrouw te bespreken, nu je alles voor haar ontslag moet gaan regelen.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 29
Bijlage 29
Bijlage 7
Casus dermatologie – rol patiënt
(Behorend bij oefening 5.A.1) Je bent 34 jaar, opgenomen op de afdeling dermatologie. Je hebt beide (!) handen verbrand aan kokendhete soep; je hebt een ‘ongeluk’ met een pan hete soep gehad. Eigenlijk weet je niet zo goed hoe het allemaal gegaan is, maar men accepteert kennelijk jouw versie. Aanvankelijk heeft de huisarts de ernstige brandwonden (tweedegraads) behandeld. Echter, toen de wonden gingen ontsteken, werd je opgenomen. Je geniet eigenlijk van de rust en dat je even niets hoeft. De laatste jaren zijn erg druk geweest. Je moeder is een tijd lang ziek geweest en daar heb je samen met je vader veel voor gezorgd, ’s avonds en in de weekenden. Bovendien heeft je zus een postnatale depressie gehad, dus ook haar heb je zo veel mogelijk bijgestaan, naast je drukke baan als secretaresse bij het arbeidsbureau. Men doet snel een appel op je, ook omdat je geen gezin hebt en alleenstaand bent. Je vindt het erg moeilijk om ‘nee’ te zeggen, want in je beleving kun je geen goede reden aangeven. Anderen maken daar dankbaar gebruik van. Je hebt nu vier weken in het ziekenhuis gelegen. Vanmorgen kwam de dermatoloog langs en heeft gezegd dat je als het zo doorgaat over een paar dagen met ontslag mag. Dat ‘vliegt je aan’. Daar ben je nog niet aan toe.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 30
30 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 8
Casus Tom – rol verpleegkundige
(Behorend bij oefening 5.A.2) Bij jou op de afdeling ligt Tom, een jongen van 12 jaar. Tom heeft de ziekte van Crohn, hetgeen zeldzaam is bij kinderen. Hij heeft een stoma. De ouders zijn met Tom eerder op de poli geweest, vanwege ernstige diarree. Toen zijn ze weer weggestuurd: er was weinig aan de hand, mogelijk een buikgriepje. Een paar dagen later is hij met spoed opgenomen. Hij was ernstig uitgedroogd en erg ziek. Zijn ouders zijn daar ontstemd over, doordat zij eerder door de kinderarts niet serieus zijn genomen. Tom verzorgt zijn stoma niet zelf. Alles ‘onder de navel’ wordt verzorgd door moeder of door de verpleegkundigen. Tom ligt er dan passief bij. Verder is de stoma niet bespreekbaar. Tom praat daar niet over, niet met zijn ouders (volgens de ouders), niet op school en ook niet met de verpleegkundigen. Het onderwerp is taboe. De relatie tussen verpleegkundigen enerzijds en de ouders anderzijds is gespannen. De ouders geven het ziekenhuis de schuld dat Tom hier nu ligt. Als zij op de poli serieus waren genomen, had Tom hier niet hoeven te liggen. Verpleegkundigen hebben hun zorg in verband met het feit dat Tom inmiddels al 12 jaar is en de stoma voor hem nog steeds niet bespreekbaar is, geuit aan de ouders. De vader van Tom is psycholoog en wijst iedere vorm van psychologische ondersteuning voor Tom af. Dat regelt hij zelf wel. Je hebt de indruk dat psychologische ondersteuning in de vorm van een psycholoog of maatschappelijk werkster of orthopedagoog volgens hem te stigmatiserend zal werken bij Tom. Immers, zijn lichaam functioneert al niet goed en dan gaan ze straks ook nog zeggen dat ‘zijn bovenkamer’ niet goed functioneert. De moeder van Tom vind je erg ‘aan de zijlijn aanwezig’, een lieve vrouw, bezorgd om, en begaan met haar zoon die enig kind is. Je hebt net de stoma van Tom verzorgd en alweer ‘geeft hij niet thuis’. Hij staart naar het plafond. Verder is Tom een aardige, opgewekte jongen waarmee je over veel dingen kunt praten. Hij is goed in staat om gevoelens te verwoorden, behalve omtrent zijn stoma dus. Je voorziet problemen met Tom, zoals hij daarmee omgaat. Enerzijds vind je dat het goed zou zijn om te wachten totdat Tom zélf aangeeft erover te willen praten of er problemen mee te hebben; anderzijds heb je het idee dat dit gedrag problemen zal geven in zijn aanstaande adolescentie. Een stoma moet op deze leeftijd bespreekbaar zijn; ook zou Tom zijn stoma goed zelf moeten kunnen verzorgen. Je weet dat de moeder straks zonder de vader komt en je neemt je voor dit onderwerp maar eens met haar te bespreken, immers, zij neemt de zorg voor de stoma altijd op zich in de thuissituatie.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 31
Bijlage 31
Bijlage 9
Casus Tom – rol patiënt/moeder van Tom
(Behorend bij oefening 5.A.2) Tom, jullie zoon van 12 jaar en enig kind, is opgenomen in het ziekenhuis. Hij heeft de ziekte van Crohn, een zeldzame ziekte bij kinderen. Hij heeft een stoma. Jullie zijn met Tom eerder op de poli geweest, vanwege ernstige diarree. Toen zijn jullie weer weggestuurd: er was weinig aan de hand, mogelijk een buikgriepje. Een paar dagen later moest Tom met spoed worden opgenomen. Hij was ernstig uitgedroogd en erg ziek. Als ouders zijn jullie daar zeer ontstemd over; jullie voelen je door de kinderarts op die poli niet serieus genomen. De relatie met de verpleegkundigen en jullie als ouders is dan ook gespannen. Jullie vinden het de schuld van het ziekenhuis dat Tom hier nu ligt. Als jullie op de poli serieus waren genomen door die kinderarts, had Tom hier niet hoeven te liggen. Tom verzorgt zijn stoma niet zelf. Alles ‘onder de navel’ verzorg jij meestal of verzorgen de verpleegkundigen (in het ziekenhuis). Je hebt al wel eens geprobeerd het met hem over de stoma te hebben, maar dat lijkt niet bespreekbaar. Tom praat daar niet over. En ach, dat komt waarschijnlijk vanzelf wel. Wat dat betreft lijkt hij wel op zijn vader, goedgebekt, slim en aardig maar over sommige gevoelens moet je het niet hebben. Je vindt dat wel lastig, maar ja het is ook verschrikkelijk, een kind met een stoma. Je hebt daar zelf toch ook nog steeds schuldgevoelens over. Je kon daar ook niet echt over praten toen een poosje geleden duidelijk werd dat Tom een stoma moest. Volgens jou heb jijzelf daar niet alleen problemen mee, maar ook je man en natuurlijk ook Tom, maar op welke manier de vork bij hen in de steel zit, weet je niet, daar wordt omheen gepraat of over gezwegen. Je vindt het als moeder het minste wat je kunt doen, dat verzorgen van zo’n stoma. Je houdt immers van je kind. Bovendien is je man psycholoog, die zal het toch wel door hebben als er echt iets aan de knikker is. En hij zal toch ook wel weten wanneer zoiets bespreekbaar moet zijn of worden. Dat is trouwens altijd wel een beetje zijn terrein geweest. Jij houdt je liever bezig met de architectuur, dat is tenminste niet zo onvoorspelbaar. Daar heb je het overigens ook druk mee en de laatste tijd al helemaal. Er zijn behoorlijk wat moeilijkheden bij het project waar je nu aan bezig bent. En dan nu weer die opname van Tom. De verpleegkundigen hebben eergisteren aan jou en je man hun zorg geuit in verband met het feit dat Tom inmiddels al 12 jaar is en de stoma voor hem nog steeds niet bespreekbaar is. Tja, dat ligt dan toch wel meer in jouw lijn van gedachten dan in die van je man… Maar ja, ook toen heb je je maar wat ‘aan de zijlijn’ opgesteld. Je was net, zonder je man die naar een congres moest, op weg naar Tom toen een van de verpleegkundigen je aansprak; ze wilde straks even met je praten.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 32
32 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 10
Casus sinus pilonidalis – rol verpleegkundige
(Behorend bij oefening 7.A.1) Op een short-stay-afdeling is een patiënt opgenomen die moet worden geopereerd aan een sinus pilonidalis (= ingegroeide haarwortel bij de bilnaad). Zoals de chirurg het voor de operatie inschat, zal er na de ingreep een grote, maar vooral diepe open wond op zijn stuit zijn. Geef de patiënt informatie over: • voorbereiding operatie; • wondverzorging; • nazorg; • instrueren mantelzorg; • herstel postoperatief wat betreft: – pijn; – het hervatten van activiteiten; – welke verschijnselen zijn te verwachten; – wanneer hij contact moet opnemen met de huisarts.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 33
Bijlage 33
Bijlage 11
Casus sinus pilonidalis – rol patiënt
(Behorend bij oefening 7.A.1) Je wordt op een short-stay-afdeling opgenomen om te worden geopereerd aan een sinus pilonidalis (= ingegroeide haarwortel bij de bilnaad). Je hebt eigenlijk geen idee hoe dat zit met zo’n operatie en dan straks die wond, hoe moet dat als je thuis bent? Zou je die wond zelf kunnen verzorgen? Je hoeft, dacht je, niet zo lang te blijven. Zou het veel pijn doen en hoe zit dat met weer aan het werk gaan? Nou ja, gelukkig komt er straks een verpleegkundige. Die zal je wel het een en ander vertellen.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 34
34 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 12a Casus ADHD – rol verpleegkundige
(Behorend bij oefening 7.A.1) Op de kinderafdeling wordt Pascal, een kind van 5 jaar, opgenomen voor een circumcisie in verband met een sterk vernauwde voorhuid. Pascal is een kind bij wie ADHD is gediagnosticeerd; hij krijgt hiervoor medicatie. Direct al bij de anamnese, die jij afneemt, geeft moeder opgewonden aan dat de verpleging niet moet denken dat zij bij dat kind (het zoontje zit erbij) zijn piemeltje gaan verbinden. Zij hebben het meegemaakt bij het buurjongetje. Die moesten ze met vier volwassenen vasthouden en wel vier keer per dag. En dan nog wist hij zich los te wurmen. ‘Drama’s waren het’, zo vertelt moeder. Informeer moeder dusdanig dat Pascal, indien mogelijk, op de gebruikelijke tijd, namelijk de dag na de operatie, met ontslag kan. Geef informatie over: • pijnstillers; • wondverzorging; • frequentie van de wondverzorging; • verloop van het genezingsproces; • stressreducerende technieken die op hem van toepassing kunnen zijn.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 35
Bijlage 35
Bijlage 12b Casus ADHD – rol moeder
(Behorend bij oefening 7.A.1) Je zoon Pascal, een kind van 5 jaar, is opgenomen voor zijn vernauwde voorhuid. De dokter had gezegd dat dat moest. Nou, het was wel raak met Pascal! Bij hem was ongeveer een half jaar geleden ook al ADHD gediagnosticeerd. Hij krijgt hiervoor gelukkig medicijnen. Jullie hebben dus nogal wat met hem te stellen gehad. Gelukkig is Pascal ook zo af en toe wel lief, maar ja, hij is zo onberekenbaar hè; het ene moment is er niets aan de hand en het volgende is de wereld te klein. En dat onrustige gedrag van hem; je bent zelf ook niet zo rustig, dus Pascal werkt je helemaal op je zenuwen. En dan dit… het lijkt wel of dat joch voor de ellende geboren is. Toen Pascal medicijnen kreeg, ging het een stuk beter, maar bij onverwachte dingen is het toch nog steeds erg wisselend. Dus dit geeft ook weer veel ellende (heeft ’t al gegeven). Direct al bij het opnamegesprek heb je aan de verpleging gezegd dat je er niet aan moet denken dat jullie bij dat kind zijn piemeltje moeten gaan verbinden. Pascal die daar bij was toen je dat zei, zette het ook meteen op een krijsen! Jullie hebben het meegemaakt bij het buurjongetje. Die moesten ze met vier volwassenen vasthouden en wel vier keer per dag. En dan nog wist hij zich los te wurmen. Drama’s waren dat. En dat joch had niet eens ADHD. Nou, je hoopte wel dat ze daar hier iets over wisten. Wat moet je nou met dat gedoe. En je man, daar had je dus ook niks aan, anders kon die dat misschien doen. Maar het geslacht, nee daar moest je op die manier niet mee aankomen. Nou, dat zou ook nog wel leuk worden met z’n broer; die ging dat natuurlijk allemaal aan de grote klok hangen. Nee, je hoopt maar dat ze Pascal hier zullen houden tot het beter is; dat zul je zo snel mogelijk maar even duidelijk maken. Straks maar meteen, want die verpleegkundige heeft toch al een afspraak met je gemaakt.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 36
36 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 13a Casus Colitis ulcerosa – rol verpleegkundige
(Behorend bij oefening 7.A.2) Er is een 38-jarige vrouw opgenomen op de interne afdeling. Vorig jaar heeft ze hier ook gelegen omdat zij veel afgevallen was en chronische diarree had. De diagnose was: Colitis ulcerosa. Na instellen op medicatie en aansterken door middel van sondevoeding werd mevrouw weer ontslagen. De reden om mevrouw weer op te nemen is dat ze weer ernstig verzwakt is. In een gesprek geeft mevrouw aan dat ze vindt dat ze de vorige keer absoluut niet goed is voorgelicht over wat haar te wachten stond met betrekking tot haar ziekte en waar ze speciaal om moest denken. Zo is ze vanwege haar Indonesische afkomst gewend om sterk gekruid eten te eten. Ze heeft pas sinds kort begrepen dat ze dat juist beter niet had kunnen doen. Mevrouw is daardoor eigenlijk van mening dat deze opname niet nodig is geweest: ze had gewoon goede voorlichting moeten krijgen! Daarbij is mevrouw vreselijk moe. Ze krijgt ’s nachts sondevoeding, maar moet ook ’s nachts zes keer naar het toilet vanwege diarree. Je hebt vroege dienst en treft mevrouw ontredderd aan in bed. Ze heeft weer bijzonder slecht geslapen. Ze wil zich niet wassen, ze wil helemaal niets, alleen maar met rust gelaten worden.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 37
Bijlage 37
Bijlage 13b Casus Colitis ulcerosa – rol patiënt
(Behorend bij oefening 7.A.2) Je bent 38 jaar, opgenomen op een interne afdeling. Vorig jaar heb je hier ook gelegen omdat je heel veel afgevallen was en omdat je chronische diarree had. De diagnose was: Colitis ulcerosa! Nadat de medicatie was ingesteld en je was aangesterkt door middel van sondevoeding, werd je weer ontslagen. De reden dat je weer opgenomen bent, is dat je weer ernstig verzwakt bent. En dat terwijl je net weer je oude leventje leidde. Het is per slot van rekening ook niet niks als je de zorg voor twee kinderen en je man hebt en dan ook nog het een en ander doet voor en op de school van je twee kinderen. Je hebt maar direct aangegeven dat je vindt dat je de vorige keer niet zo goed bent voorgelicht over wat je te wachten stond met betrekking tot je ziekte en waar je speciaal om moest denken. Zo ben je vanwege je Indonesische afkomst gewend om sterk gekruid eten te eten. Je hebt pas sinds kort begrepen dat je dat juist niet had moeten doen. Je bent er dan ook van overtuigd dat deze opname niet nodig was geweest als je goede voorlichting had ontvangen. Nu ben je vreselijk moe. Je krijgt ’s nachts sondevoeding, maar moet ook ’s nachts zes keer naar het toilet vanwege diarree. Je vindt het allemaal maar niks en wat heb je nu eigenlijk te verwachten? Hoe lang gaat dit duren en wie doet de boel thuis? En hoe moet dat nou verder met dat eten? En al je andere activiteiten van vroeger dan! Je zit aan ‘het plafond’. Je hebt weer slecht geslapen, je vindt de voorlichting nog steeds slecht, maar dat durf je nauwelijks hardop te zeggen. Je hebt hier wel iets over gezegd tegen de verpleegkundige in het anamnesegesprek. Nu lig je hier, vroeg in de ochtend, te denken en je op te winden, maar hoe moet je dat duidelijk maken. Je hebt van medepatiënten ook begrepen dat deze opname best voorkomen had kunnen worden. Je thuissituatie is op zich best goed geregeld. Je zus past op je twee kinderen en dat is allemaal vertrouwd, alhoewel je zoon van 10 jaar graag wil dat je weer thuiskomt. Hij vraagt daar ook iedere keer naar. Je zou eigenlijk alleen maar willen huilen en wegkruipen. Je hebt straks een gesprek met een van die verpleegkundigen. Ze zei tenminste dat ze ‘even’ langs zou komen.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 38
38 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 14a Casus Molenkamp – rol verpleegkundige
(Behorend bij oefening 8.A.1) De heer Molenkamp is opgenomen voor een ontregeld bloedsuikergehalte. Hij ligt op een vierpersoonskamer. Hij is echter ’s nachts zo druk bezig dat medepatiënten aan het klagen zijn, want zo komen ze nooit aan hun rust toe. De heer Molenkamp loopt ’s nachts rond en stoot daarbij tegen alles aan. Hij doet het lampje aan om even te lezen, lampje uit. Hij gaat meerdere keren naar het toilet, praat in zichzelf, neuriet liedjes enzovoort. Volgens een aantal verpleegkundigen is alles al geprobeerd. Slaapmedicatie, fysiotherapie voor ontspanningsoefeningen, oordoppen bij de medepatiënten. De heer Molenkamp wil erg graag op een vierpersoonskamer liggen, want hij is erg bang om ’s nachts alleen te zijn. Je moet de heer Molenkamp vertellen dat hij gaat verhuizen naar een eenpersoonskamer.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 39
Bijlage 39
Bijlage 14b Casus Molenkamp – rol patiënt
(Behorend bij oefening 8.A.1) Je bent de heer Molenkamp, opgenomen voor een ontregeld bloedsuikergehalte. Je ligt op een vierpersoonskamer. Je bent ’s nachts onrustig omdat je dan ligt te piekeren over alles wat er de afgelopen tijd allemaal is misgegaan. Je gaat dan wel regelmatig zo rustig mogelijk uit bed, maar ja, als je in het donker een glaasje water probeert te halen stoot je wel eens tegen het een en ander aan. Je moet ’s nachts ook meerdere keren naar het toilet; ook dan stoot je wel eens tegen iets aan en omdat je eigenlijk een beetje bang bent in het donker praat je heel zachtjes in jezelf, soms neurie je héél zachtjes een liedje enzovoort. Soms probeer je je piekeringen te verdrijven door even te lezen. Maar ja, dan moet je je lampje aandoen, dat vind je ook wel vervelend, dus dan doe je het maar weer uit. Je medepatiënten hebben er al eens wat van gezegd, want ze hebben er last van. De verpleegkundigen en artsen en zo hebben wel geprobeerd hier wat aan te doen: slaapmedicatie, fysiotherapie voor ontspanningsoefeningen, oordoppen bij de medepatiënten, maar ja, die verdrijven jouw zorgen niet. Je vindt je medepatiënten wel aardig en wilt graag bij hen op de kamer blijven liggen; je moet er trouwens niet aan denken om ’s nachts alleen te zijn.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 40
40 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 15
Casus Visser – rol verpleegkundige
(Behorend bij oefening 8.A.2) Mevrouw Visser heeft een kleincellig bronchuscarcinoom (zeer agressieve luchtwegtumor). De kans op genezen is 7%. Mevrouw heeft vandaag een slechtnieuwsgesprek gehad, waar je als verpleegkundige bij hebt gezeten. Morgen starten de zware chemokuren. De arts heeft ook verteld dat de kans op genezing 7% is. Als de arts aan het eind van het gesprek vraagt of mevrouw of haar echtgenoot nog vragen hebben, schudden ze beiden van ‘nee’. ‘Ze gaan ervoor!’, zeggen ze. Na dit gesprek, de arts is alweer weg, praat je nog even met het echtpaar na. Hun samenvatting is als volgt: ‘Kennelijk heeft de arts er alle vertrouwen in dat mevrouw kan genezen. Want als dat niet zo zou zijn dan had de arts hen niet verteld, dat ze in aanmerking kwam voor chemokuren. Uiteraard waren ze eerst geschrokken door het nieuws, maar dat is alweer over nu ze weten dat er iets aan te doen is.’
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 41
Bijlage 41
Bijlage 16
Casus Visser – rol patiënt (mevrouw en meneer)
(Behorend bij oefening 8.A.2) Jullie zijn mevrouw en meneer Visser; jij, mevrouw Visser, ligt in het ziekenhuis vanwege een tumor in je luchtwegen. Jullie hebben net een gesprek gehad met de behandelend arts; gelukkig waren jullie met z’n tweeën, want hij had een akelig bericht te vertellen: hij vertelde dat jij, mevrouw Visser, een heel agressieve tumor hebt en dat de kans op genezen 7% is; hij wilde, naar jullie begrepen, dan ook morgen starten met de zware chemokuren. Die arts vroeg aan het eind van het gesprek of jullie nog vragen hadden, keurig hoor! Daar hadden jullie elkaar nogal verbaasd over aangekeken. Vragen op zo’n moment! Hoe kwam hij erbij; ‘gewoon het doen, ervoor gaan’ en zo snel mogelijk weer beter worden, zodat jullie je plannen om eindelijk eens te gaan genieten van het leven kunnen realiseren. Het is wel schrikken, maar gelukkig heeft de arts er alle vertrouwen in dat jij, mevrouw Visser, kunt genezen. Want als dat niet zo zou zijn dan had hij jullie niet verteld, dat jij, mevrouw, in aanmerking kwam voor chemokuren. Fijn dat die lieve verpleegkundige erbij was, die heeft een beetje meer tijd en rust. Dat blijkt, want ze blijft nog om na te praten. Die kan jullie dan wel vertellen hoe dat gaat met die kuren en hoe lang dat gaat duren en zo.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 42
42 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 17
Thomas-Kilmanninstrument
(Behorend bij oefening 9.B.1)
Conflictsituaties hanteren Instructies • Denk aan situaties waarin uw wensen verschillen van de wensen van een ander. Hoe reageert u over het algemeen in zulke situaties? • Hierna volgen paren beweringen die gedrag in die situaties omschrijven. Kruis bij ieder paar aan welke bewering (A of B) het meest uw eigen gedrag benadert. • Het kan zijn dat noch de bewering onder A, noch de bewering onder B echt kenmerkend is voor uw gedrag. Kies dan de bewering die het meest uw eigen gedrag benadert.
1
a Soms laat ik anderen de verantwoordelijkheid nemen om het probleem op te lossen. b Liever dan te onderhandelen over dingen waarover we het niet eens zijn, probeer ik de nadruk te leggen op de dingen waarover we het wel eens zijn.
2
a Ik probeer een compromisoplossing te vinden. b Ik probeer al zijn en al mijn belangen te behartigen.
3
a Ik ben doorgaans vastberaden in het nastreven van mijn doeleinden. b Soms probeer ik de ander te sussen om onze relatie goed te houden.
4
a Ik probeer een compromisoplossing te vinden. b Soms geef ik mijn eigen wensen op ten behoeve van de ander.
5
a Ik vraag consequent de hulp van de ander bij het uitdenken van een oplossing. b Ik probeer datgene te doen wat noodzakelijk is om overbodige spanningen te vermijden.
6
a Ik probeer te vermijden het voor mijzelf onprettig te maken. b Ik probeer mijn standpunt af te dwingen.
7
a Ik probeer de kwestie uit te stellen tot ik enige tijd gehad heb om erover na te denken. b Ik geef sommige punten op in ruil voor andere.
8
a Ik ben doorgaans vastberaden in het nastreven van mijn doeleinden. b Ik probeer alle belangen en geschilpunten onmiddellijk boven tafel te krijgen.
9
a Ik vind verschillen niet altijd de moeite waard om je druk over te maken. b Ik span mij wel enigszins in om mijn zin te krijgen.
10 a Ik ben vastberaden in het nastreven van mijn doeleinden. b Ik probeer een compromisoplossing te vinden. 11 a Ik probeer alle belangen en geschilpunten onmiddellijk boven tafel te krijgen. b Soms probeer ik de ander te sussen om onze relatie goed te houden.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 43
Bijlage 43
12 a Soms vermijd ik het innemen van standpunten die tot controversen zouden kunnen leiden. b Ik laat de ander sommige van zijn standpunten, als hij mij sommige van mij laat. 13 a Ik stel voor elkaar halverwege te ontmoeten. b Ik ga er stevig tegenaan om mijn visie over te dragen. 14 a Ik vertel de ander mijn gedachten en vraag hem de zijne. b Ik probeer hem de logica en voordelen van mijn standpunt te tonen. 15 a Soms probeer ik de ander te sussen om onze relatie goed te houden. b Ik probeer datgene te doen wat noodzakelijk is om spanning te vermijden. 16 a Ik probeer de gevoelens van de ander niet te kwetsen. b Ik probeer de ander te overtuigen van de voordelen van mijn standpunt. 17 a Ik ben doorgaans vastberaden in het nastreven van mijn doeleinden. b Ik probeer datgene te doen wat noodzakelijk is om overbodige spanningen te vermijden. 18 a Als het de ander gelukkig maakt, laat ik hem zijn gezichtspunten. b Ik laat hem sommige van zijn standpunten, als hij mij sommige van de mijne laat. 19 a Ik probeer alle belangen en geschilpunten onmiddellijk boven tafel te krijgen. b Ik probeer de kwestie uit te stellen tot ik enige tijd heb gehad om erover na te denken. 20 a Ik probeer onze verschillen onmiddellijk grondig door te nemen. b Ik probeer een billijke combinatie van winst en verlies voor ons beiden te vinden. 21 a In mijn aanpak van onderhandelingen probeer ik rekening te houden met de wensen van een ander. b Ik neig er altijd toe het probleem direct te bespreken. 22 a Ik probeer een standpunt te vinden dat het midden houdt tussen het zijne en het mijne. b Ik kom op voor mijn wensen. 23 a Ik stel mij erg vaak ten doel al onze wensen te bevredigen. b Soms laat ik anderen verantwoordelijkheid nemen om het probleem op te lossen. 24 a Als het standpunt van de ander erg belangrijk voor hem lijkt, zal ik proberen aan zijn wensen tegemoet te komen. b Ik probeer hem ertoe te krijgen genoegen te nemen met een compromis. 25 a Ik probeer hem de logica en de voordelen van mijn standpunten te tonen. b In mijn aanpak van onderhandelingen probeer ik rekening te houden met de wensen van de ander. 26 a Ik stel voor elkaar halverwege te ontmoeten. b Ik stel mij bijna altijd ten doel al onze wensen te bevredigen. 27 a Soms vermijd ik het innemen van standpunten die tot controversen zouden leiden. b Als het de ander gelukkig maakt, laat ik hem wellicht zijn ideeën over de zaak. 28 a Ik ben gewoonlijk vastberaden in het nastreven van mijn doeleinden. b Gewoonlijk vraag ik de hulp van de ander bij het uitdenken van een oplossing. 29 a Ik stel voor elkaar halverwege te ontmoeten. b Ik vind verschillen niet altijd de moeite waard om je druk over te maken. 30 a Ik probeer de gevoelens van de ander niet te kwetsen. b Ik maak de ander altijd deelgenoot van het probleem, zodat we het uit kunnen werken. Vul de score in op het formulier op de volgende pagina.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 44
44 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Score van het Thomas-Kilmanninstrument Omcirkel de letters die u heeft bij ieder punt van de vragenlijst.
Doordrukken
Samenwerken (exploreren)
Compromis zoeken
1 B
2 3
A
A
A B
A
9
B
10
A
11
B B
B
8
A
B A B A
12
B B
13
B
14
B
A
A A
15
B
16
B
17
A
B B
19
A
20
A
21
B B
23
A B
B A A
A
24
B B
A
A
26
B B
A
27
A A
B
B
29
A
30
A A
18
28
B
B
7
25
A
A
5
22
Toegeven
A
4
6
Vermijden (terugtrekken)
B
B
A
Totaal aantal omcirkelde letters in kolom: Doordrukken
Samenwerken
Compromis zoeken
Vul de score in op het formulier op de volgende pagina.
Vermijden
Toegeven
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 45
Bijlage 45
Scoreformulier Thomas-Kilmanninstrument Vul uw score in: (behalve compromis zoeken) Doordrukken/Wedijveren 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1
Vermijden 12
11
10
9
8
7
6
5
4
3
2
Compromis
1
0 1
Samenwerken 1
2 zoeken
2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 Toegeven/Aanpassen
Verbind de schaalwaarden met elkaar (plotten).
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 46
46 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 18a Casus directeur – rol verpleegkundige
(Behorend bij oefening 9.A.1) Er is een patiënt die regelmatig klaagt en regelmatig dreigt met klachten omtrent zijn verzorging. Nu wil hij per se een gesprek met de supervisor van de zaalarts, want ‘aan stagiaires heeft hij geen boodschap’. De patiënt is directeur van een grote onderneming. Met heel veel moeite heb je een gesprek met de supervisor geregeld. Echter, als deze op de afdeling komt, is de patiënt nergens te bekennen. De arts is hier erg ontstemd over, want hij had hiervoor een andere belangrijke afspraak afgezegd. Je krijgt als verpleegkundige hiervoor ‘de schuld’. Je gaat op zoek en al snel zie je meneer met zijn vrouw de gang inkomen. Zo te zien zitten ze grapjes te maken met elkaar; mevrouw draait zich om en gaat weg. Je spreekt meneer aan.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 47
Bijlage 47
Bijlage 18b Casus directeur – rol patiënt
(Behorend bij oefening 9.A.1) Je bent een patiënt die regelmatig klaagt en regelmatig dreigt met klachten omtrent je verzorging. Je hebt erop gestaan dat er een gesprek met de supervisor van de zaalarts geregeld wordt, want aan stagiaires heb je geen boodschap. Je bent directeur van een grote onderneming. Met heel veel moeite is er een gesprek met de supervisor geregeld. Je hebt je daar klaar voor gemaakt, want hij zou zo komen, als je vrouw onverwacht komt en, op zaal (waar iedereen meeluistert), meteen van wal steekt over serieuze problemen met je dochter: het lijkt erop dat ze regelmatig lastiggevallen wordt door de docent lichamelijke opvoeding. Omdat je even rustig met je vrouw wilt praten, gaan jullie naar de hal. Je dochter heeft morgen weer gym en je wilt samen met je vrouw een ‘plan de campagne’ opstellen over hoe dit probleem aan te pakken. Je vrouw is er ook danig van overstuur. Als jullie wat afgesproken hebben en je vrouw enigszins is gekalmeerd, ga je terug naar zaal. Je vrouw loopt nog een stukje met je mee, tot in de gang van je zaal en gaat dan weer naar huis. Als je de gang van je zaal opkomt, herinner je je die afspraak met de supervisor. Vergeten..., maar goed dit was dus even belangrijker. Die afspraak moet maar opnieuw gemaakt worden, enne… misschien heeft hij wel even op je gewacht, zoveel later is het nog niet. Als je even verder de gang inloopt, zie je de verpleegkundige op je afkomen, die die afspraak voor je heeft geregeld.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 48
48 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 19a Casus stagiaire – rol werkbegeleider
(Behorend bij oefening 9.A.2) Morgen heb je een belangrijk tentamen voor verplegingswetenschappen. Straks heb je een gesprek met je stagiaire (nu 8 weken op stage). Ze doet (nog steeds) zo traag dat je het meestal maar van haar overneemt, anders kwam je nooit op tijd klaar (je hebt over dit onderwerp na 4 weken stage ook een gesprek gehad). Je neemt je voor om dit gesprek te structureren, anders zit je hier over twee uur nog en je moet ook nog dat tentamen leren.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 49
Bijlage 49
Bijlage 19b Casus stagiaire – rol stagiaire hbo-v
(Behorend bij oefening 9.A.2) Je hebt straks een gesprek met je werkbegeleidster. Je bent nu 8 weken op stage. Je hebt via via gehoord dat ze je (nog steeds) maar erg matig vindt presteren. Je hebt hierover na 4 weken stage ook al gepraat. In jouw beleving krijg je (nog steeds) nauwelijks de kans om te laten zien wat je kunt. Je werkbegeleidster neemt het meestal gelijk van je over en doet dan erg gewichtig.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 50
50 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 20
Stelling in agressie
(Behorend bij oefening 9.B.2) • Agressie is aangeleerd. • Agressie is frustratie. • Negeren van agressief gedrag leidt tot meer agressief gedrag. • Als verpleegkundige kun je door middel van je gedrag verbale agressie effectief beïnvloeden: dit geldt niet voor non-verbale agressie. • Non-verbale agressie is bedreigend, verbale agressie hoort erbij (bij het verpleegkundig beroep).
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 51
Bijlage 51
Bijlage 21a Casus echtgenoot – rol verpleegkundige
(Behorend bij oefening 9.A.3) Je hebt de zorg over mevrouw Klasen (neurologische afdeling). Ze is ernstig ziek en ligt hier voor diagnostiek. De onderzoeken die ze moet ondergaan zijn erg intensief en dermate zeldzaam dat ze maar door enkele specialisten in dit ziekenhuis kunnen worden uitgevoerd. Mevrouw was erg aangeslagen dat het geplande onderzoek van morgen niet doorgaat. Je hebt daar net uitgebreid met mevrouw over gepraat en over haar angsten en zorgen gesproken. Je hebt mevrouw toegezegd dat zodra de arts vanmiddag weer op de afdeling zou komen, je daar gelijk over zou praten in de hoop dat er misschien een andere oplossing voor kan worden bedacht. Je zit net in de koffiekamer, want er is afscheid van een collega waar je de afgelopen jaren intensief mee hebt samengewerkt en dan komt de echtgenoot van mevrouw Klasen binnenstormen.
6792_DH_comm verpleegkundige:6792_DH_comm verpleegkundige 08/07/11 10:35 AM Page 52
52 Communicatieve vaardigheden voor verpleegkundigen
Bijlage 21b Casus echtgenoot – rol echtgenoot
(Behorend bij oefening 9.A.3) Je vrouw is opgenomen op een neurologische afdeling. Ze is plotseling erg ziek geworden. De artsen weten niet wat haar mankeert en daarom zijn er allerlei onderzoeken gepland. Het gaat allemaal onvoorstelbaar traag. Het duurt minstens een week voordat er plaats is voor een onderzoek en vervolgens duurt het weer twee weken voordat er eindelijk uitslagen bekend zijn. Ondertussen zie je je vrouw steeds zieker worden en dat vind je verschrikkelijk. Op al je vragen krijg je steeds te horen: ‘Dat weten we niet, daar kunnen we nog niets over zeggen’. Als je op bezoek komt, vertelt je vrouw je dat het geplande onderzoek van morgen niet doorgaat. De specialist die dit onderzoek moest doen, is ziek geworden en het is onduidelijk wanneer het wel kan. Ze begint te huilen. Ze voelt zich zo ellendig en maakt zich erg veel zorgen of ze ooit nog beter wordt. Als je een verpleegkundige opzoekt om uitleg te krijgen over hoe dit nu kan gebeuren en of er geen andere arts in dit ziekenhuis is die dit onderzoek kan doen, zie je ze in de koffiekamer zitten. Er is een afscheid van een collega en dit wordt gezellig gevierd. Op dat moment slaan bij jou de stoppen door: je sleept een van de verpleegkundigen van de tafel vandaan en maakt haar met flink wat krachttermen duidelijk dat zij er nu voor gaat zorgen dat zijn vrouw dat onderzoek morgen krijgt.