Docentenhandleiding voor begeleiding bij de bachelorscriptie Beleid en Management Gezondheidszorg Bachelor 3 2012-2013 Vergoeding begeleiding: 30 uur Vergoeding meelezer: 6 uur Studiebelasting studenten 504 SBU Aantal credits: 17
Inleiding Deze handleiding is bedoeld voor de begeleiders van bachelorscripties, voor de contactpersonen bachelorscriptie in elke sectie en voor de meelezers. Er wordt alleen aandacht besteed aan de meer praktische en formele aspecten. Voor informatie over de doelstellingen en het proces van de bachelorscriptie verwijzen we naar de handleiding voor de studenten. Daarin is ook informatie te vinden over de onderwerpkeuze. Twee belangrijke punten vooraf: 1. 2.
Bachelorscripties kunnen zowel in het Nederlands als in het Engels geschreven worden. In beide gevallen gelden de normale taalregels (spelling, grammatica en stijl). Bachelorscripties hebben in principe de vorm van een rapport. Wordt overwogen om meteen in de vorm van een wetenschappelijk artikel te schrijven, dan is vooraf overleg met de scriptiecoördinator noodzakelijk.
In deze handleiding is informatie opgenomen over: I Begeleiding II Planning III Verdediging IV Beoordeling In deze handleiding zijn slechts weinig aanpassingen doorgevoerd in vergelijking vorige studiejaren. Deze worden in deze handleiding als eerste toegelicht, samen met de zaken die vaak over het hoofd worden gezien (zie pagina 2 en 3).
Marleen Foets Coördinator bachelorscripties
1
Belangrijke recente wijzigingen, aandachtspunten en enkele belangrijke data Voorwaarden deelname bachelorscriptie De student moet de vakken M&T4 en M&T5 met een voldoende hebben afgesloten. Projectvoorstel 1. Het projectvoorstel (probleemstelling en onderzoeksopzet) moet door de begeleider EN de meelezer goedgekeurd worden, bij voorkeur VOOR de kerstvakantie. 2. Het projectvoorstel moet daarnaast ook goedgekeurd worden door de senior leidinggevende van scriptiebegeleiders die geen of weinig ervaring hebben met de begeleiding van scripties. 3. Goedkeuring geeft u alleen wanneer u van mening bent dat het projectvoorstel GEEN verdere bijwerking meer behoeft. U bewijst de student op termijn geen dienst door een projectvoorstel goed te keuren waarbij u nog ernstige bedenkingen heeft. 4. Deze goedkeuring vindt plaats op een formulier (formulier 2) dat op blackboard ter beschikking wordt gesteld van de studenten. 5. De student mag niet met veldwerk / dataverzameling beginnen voor het projectvoorstel is goedgekeurd voor begeleider (eventueel senior begeleider) en meelezer. 6. De student kan de scriptie niet ter goedkeuring voorleggen en dus verdedigen, zonder voorafgaande goedkeuring van het projectvoorstel. Dit moet bevestigd worden op her formulier aanvraag bachelordiploma (zie verder). 7. De meelezer behoort tot een andere sectie. Uitzonderingen: docenten bedrijfseconomie kunnen meelezer zijn bij scripties begeleid door andere docenten uit de sectie Management & Organisatie van Zorgverlening en vice versa, docenten sociaalmedische wetenschappen bij scripties begeleid door andere docenten uit de sectie Gezondheidseconomie en vice versa. Bijzonder punt van aandacht: validiteit en betrouwbaarheid Het blijkt steeds weer dat veel studenten weinig besef hebben van wat validiteit en betrouwbaarheid betekenen in relatie tot hun scriptie. Zowel in de projectvoorstellen als in de uiteindelijke scripties staat doorgaans een lijst van “soorten validiteit en betrouwbaarheid” met definities maar zonder enige terugkoppeling naar de eigen scriptie. Het is daarbij vaak erg duidelijk dat ze deze begrippen niet begrijpen. Toch is hieraan tijdens de verschillende M&T vakken al veel aandacht besteed. Dit kan uiteraard niet de bedoeling zijn in een wetenschappelijke opleiding. Daarom UITDRUKKELIJK verzoek aan de docenten om hierop te letten bij zowel het projectvoorstel als bij het uiteindelijke manuscript, en dit expliciet mee te nemen in de beoordeling. 1. In het projectvoorstel komt bij het onderdeel “Voorgestelde methode/opzet” aan bod welke risico’s de student verwacht ten aanzien van de validiteit en de betrouwbaarheid en hoe hij/zij denkt om validiteit en betrouwbaarheid te waarborgen. Ook kan de student, indien hij/zij dit al kan overzien, aangeven welke de beperkingen van zijn/haar scriptie in dit opzicht zullen zijn. Dit kan dus geen algemeen verhaal zijn maar moet concreet worden toegepast naar het eigen onderzoek. 2. In het uiteindelijke manuscript, bij het onderdeel ‘’Discussie’’ komt de student terug op al deze aspecten, en kan hij of zij er uiteraard nieuwe elementen aan toevoegen op basis van de ervaringen tijdens de dataverzameling. De studenten zijn er tijdens de inleidende colleges op gewezen dat hieraan extra aandacht zal worden besteed. Om deze reden worden de projectvoorstellen einde december ook bij de scriptie coördinator ingeleverd. Deadline goedkeuring bachelorscriptie, voorwaarden inleveren van de bachelor scriptie ter goedkeuring, en deadline verdediging 1. De bachelorscriptie moet uiterlijk 21 juni goedgekeurd zijn door de begeleider, eventueel senior begeleider, en de meelezer. De voorwaarden voor uitstel vindt u verder in deze handleiding. De begeleider kan zelf geen uitstel geven aan de student om de scriptie na 21 juni goed te keuren. 2. De scriptie gaat pas naar de meelezer nadat de begeleider van mening is dat het concept voldoende is. 3. In tegenstelling tot vorige jaren, kan de scriptie na 21 juni verdedigd worden, maar uiterlijk op 31 augustus. Hou er rekening mee dat het vaststellen van de datum ter verdediging in de zomer lastig kan zijn. Het verdient de voorkeur om de scriptie voor einde juni te verdedigen. 4. De student kan de scriptie niet verdedigen wanneer het projectvoorstel niet is goedgekeurd. 5. Verdediging van de bachelorscriptie kan pas plaatsvinden nadat de overige vakken van het bachelorexamen met succes zijn afgerond, met uitzondering van het vak ‘Stage, Werken in de Zorg’.
2
6.
Met name bij scripties die gebruik maken van kwalitatieve onderzoeksmethoden keert geregeld de vraag terug van studenten en begeleiders hoe omvangrijk de dataverzameling van een bachelorscriptie moet zijn, dit vooral in verband met validiteit en betrouwbaarheid. Om validiteit en betrouwbaarheid beter te kunnen evalueren is in overleg met de docenten kwantitatief en kwalitatief leeronderzoek en de bachelor coördinator het volgende besloten: a. Bij kwantitatief onderzoek hangt het aantal onderzoekseenheden af van de beoogde analyses. Hier moeten studenten dus al nadenken bij het schrijven van het projectvoorstel. Studenten moeten het databestand inleveren (wanneer zij zelf gegevens hebben verzameld) en (in alle gevallen) de syntax van de analyses (hercoderingen, analyses), dit alles zowel bij hun begeleider en daarnaast via safe assignment. b. Bij kwalitatief onderzoek dient in principe gebruik gemaakt worden van liefst drie informatiebronnen (interviews, observatie, documenten) (triangulatie). Wanneer dat niet mogelijk is, en de scriptie beperkt blijft tot interviews, geldt een minimum aantal van 8 interviews en vervolgens geldt de regel van saturatie. De uitgetypte verslagen van de observaties en interviews moeten worden ingeleverd bij de begeleider en daarnaast via safe assigment, evenals een beschrijving van de manier waarop tekstbestanden zijn gecodeerd en geanalyseerd.
Standaard planning zoals geadviseerd aan de studenten met als doel de deadline van 21 juni te halen: Bij voorkeur 12-10: inleveren eerste versie van het projectvoorstel, toegespitst op de probleemstelling, samen met formulier 1. Bij voorkeur 23-11, maar uiterlijk 14-12: inleveren volledige voorstel (probleemstelling en opzet/aanpak) bij begeleider en meelezer, nadat de eerdere versies met de begeleider zijn besproken. (mits op tijd ingediend) rond 30-11: ontvangt de student een GO/NO GO beslissing van begeleider(en eventueel senior begeleider) en van de meelezer. Bij een NO GO krijgt de student aanwijzingen ter verbetering. (mits op tijd ingediend) uiterlijk 21-12: ontvangt de student een GO/NO GO beslissing van begeleider (en eventueel senior begeleider) en van de meelezer. Bij een NO GO krijgt de student opnieuw aanwijzingen ter verbetering. Uiterlijk 21 -12: studenten leveren de (bij voorkeur) definitieve gegevens betreffende hun scriptie in bij de bachelorscriptie coördinator, samen met het projectvoorstel en de GO/NO GO verklaring (formulier 2). Ten laatste in week 5 (2013): begin daadwerkelijke dataverzameling. De voorbereiding hiertoe moet eerder plaatsgevonden hebben. Uiterlijk in weken 20/21 (2013): beginnen met schrijven van de discussie. Uiterlijk in week 25 (2013): inleveren concept versie scriptie, maar uiteindelijk uiteraard in overleg met begeleider en meelezer 21 juni 2013: scriptie is goedgekeurd door begeleider, eventueel senior begeleider en meelezer op het daartoe bestemde formulier. De scriptie is door de student ingeleverd via safe assigment. 31 augustus 2013: deadline verdediging
3
I
Begeleiding
1. Rol van de scriptiebegeleider Wie? Als scriptiebegeleider komen alleen leden van de wetenschappelijke staf van het iBMG in aanmerking (zie Onderwijs Examen Reglement). Of ook personen die onderwijs verzorgen bij de BMG zonder bij de BMG in dienst te zijn of alleen een GVO hebben in aanmerking komen voor begeleiding moet van te voren afgesproken worden met de sectieleider. De student zoekt initieel zelf contact. In principe is er slechts één begeleider, in ieder geval is er één persoon eindverantwoordelijk voor de begeleiding. Het is belangrijk dat begeleiders zelf al enige ervaring hebben. Ervaring betekent zowel onderzoekservaring (niet uitsluitend de eigen scriptie) en ervaring met begeleiden (al eerder een scriptie begeleid of al twee keer meelezer geweest), omdat een belangrijk deel van de problemen ontstaat bij begeleiding door onervaren, meestal pas recent afgestudeerde docenten. Onderzoekservaring betreft zowel inhoudelijke als methodologische ervaring. Wanneer alsnog een medewerker met weinig ervaring een scriptie gaat begeleiden, moet hij of zij in elk geval beroep kunnen doen op een senior onderzoeker voor advies. Deze senior moet het projectvoorstel en de uiteindelijke scriptie mee goedkeuren. Begeleiders moeten gedurende het grootste deel van het studiejaar beschikbaar zijn voor de studenten die zij gaan begeleiden, dit uiteraard afgezien van vakanties. Het is uitdrukkelijk niet de bedoeling dat studenten afwisselend met verschillende begeleiders te maken hebben. Wanneer een docent weet dat hij/zij gedurende langere tijd afwezig zal zijn, is het beter om geen student te accepteren voor begeleiding bij het begin van het studiejaar. Studenten moeten hun bachelorscriptie namelijk uiterlijk 21 juni 2013 afronden willen zij toegelaten worden tot een masteropleiding (zie planning). Externe begeleiders mogen betrokken worden bij het proces, maar zij vervangen niet de scriptiebegeleider van het iBMG. Verantwoordelijkheid De student is primair verantwoordelijk voor de inhoud, kwaliteit en voortgang van de scriptie. De scriptiebegeleider is verantwoordelijk voor het bewaken van de voortgang en ondersteunen van de student bij deze drie aspecten. Benadrukt wordt dat het om een leeronderzoek gaat. De student moet, binnen redelijke grenzen, een beroep kunnen doen op zijn begeleider. De student mag verwachten dat de begeleider zich betrokken voelt bij het proces en hem of haar zo goed mogelijk adviseert. In de gesprekken met de student komen daartoe deze drie aspecten aan de orde. De begeleider keurt het projectvoorstel goed, verklaart de scriptie als voldoende voor verdediging (GO) en beoordeelt, samen met de meelezer, de scriptie, n.a.v. het proces, het manuscript en de verdediging. De student heeft recht op “mondelinge”afspraken. Het is aan te bevelen om aan de bel te trekken wanneer u een student enige tijd niet ziet, maar dit is geen verplichting. Deze verantwoordelijkheid ligt uiteindelijk bij de student. Van de begeleidende docent wordt NIET verwacht dat hij/zij taalfouten (spelling, grammatica en stijl) verbetert. In het 3 jaar wordt van de studenten verwacht dat zij deze zaken beheersen. Wel moet de begeleider op dergelijke fouten wijzen.
e
De relatie tussen de student en begeleider is een vertrouwensrelatie: problemen in de onderlinge samenwerking worden allereerst met elkaar besproken. Alleen wanneer dit niets oplost of geen verbetering brengt, is het raadzaam om contact op te nemen met de coördinator bachelorscriptie. Begeleiders worden tegelijkertijd wel geacht om eventuele problemen niet in een te laat stadium te melden bij de coördinator. Het komt soms voor dat een docent de begeleiding niet kan afronden bijvoorbeeld omdat hij/zij de BMG verlaat, of door ziekte of zwangerschap. Dit is soms onvermijdelijk, maar in deze situaties is een goede en tijdige overdracht essentieel. Immers, begeleiders hebben elk hun eigen stijl van begeleiden en specifieke verwachtingen van de studenten. De begeleider brengt de coördinator bachelorscripties zo snel mogelijk op de hoogte. Er is in deze situaties minstens één gesprek met de student en de begeleider. Hiervoor is de begeleider verantwoordelijk. Een student mag nooit slachtoffer worden van dergelijke omstandigheden. Tenslotte, de begeleider kan zelf geen uitstel geven aan de student om na 21 juni 2013 nog te werken aan de scriptie. Een punt van aandacht voor de begeleider betreft de relatie tussen scriptie en stage. Dit moeten duidelijk onderscheiden zaken zijn. De scriptie kan dus nooit het verslag van de stage zijn: overlap is niet toegestaan. Het kan wel voorkomen dat de scriptie het verslag betreft van een onderzoek uitgevoerd in het kader van de stage. De begeleider informeert hiernaar bij de student om problemen te voorkomen.
4
2.
Rol van de meelezer
De meelezer is mede-beoordelaar van de definitieve versie van de bachelorscriptie en de verdediging. De meelezer wordt reeds bij het opstellen van het projectvoorstel door de student benaderd. De student is dus verantwoordelijk voor het vinden van een meelezer, en overlegt hierover met de begeleider. De meelezer is geen begeleider, maar een medebeoordelaar. Bij de bachelorscriptie heeft de meelezer geen functie tijdens het opzetten en uitvoeren van het onderzoek. Wel moet hij/zij ook het projectvoorstel goedkeuren (november / december) door middel van een GO verklaring. Ook keurt hij/zij de uiteindelijke scriptie goed door middel van een GO – verklaring alvorens de verdediging kan plaatsvinden. Het projectvoorstel en de concept-scriptie gaan pas naar de meelezer nadat de begeleider van mening is dat het concept voldoende is. De meelezer is werkzaam in een andere sectie / groep dan deze waarin de begeleider werkzaam is. Binnen de sectie BZO worden docenten bedrijfseconomie als een aparte groep beschouwd. Binnen GE-IMTA worden de docenten SMW als een aparte groep beschouwd. Verder worden er geen subgroepen van secties als afzonderlijke groepen beschouwd. Uitzonderingen zijn mogelijk na motivering en in overleg met de coördinator van de bachelorscripties. Deze uitzonderingen moeten uiterlijk 21 december aangevraagd zijn. Zonder goedkeuring wordt de meelezer niet vergoed via het OVM. 3.
Rol van de coördinator bachelorscriptie
De coördinator bachelorscripties is verantwoordelijk voor de bewaking van de voortgang van het onderzoeksproces van studenten, en de registratie van de GO/NO GO beslissingen. De coördinator zal/kan ook optreden als bemiddelaar bij problemen tussen de student en scriptiebegeleider (en eventueel met de meelezer). De coördinator bachelorscriptie beslist over het al of niet geven van uitstel na 21 juni 2012, tot uiterlijk 31 augustus 2012. 4.
Rol van de contactpersoon per sectie
Iedere sectie heeft een centraal aanspreekpunt. Deze contactpersoon verwijst studenten die daarom vragen naar docenten binnen de eigen sectie. De lijst met contactpersonen staat op blackboard. De contactpersoon let erop dat zoveel als mogelijk wordt gezocht naar begeleiders met enige onderzoekservaring.
II
Planning
De studenten starten begin september 2012 met hun bachelorscripties. Zij hebben tot 21 juni 2012 tijd om hun scriptie goedgekeurd te hebben door begeleider (eventueel senior begeleider) en meelezer. Uiterlijk 31 augustus moet de verdediging plaats gevonden hebben. De student is zelf verantwoordelijk voor de planning van zijn afstudeer onderzoek. Er zijn meerdere factoren die geregeld bijdragen aan vertraging: - De student heeft nog vakken uit eerdere studiejaren niet met een voldoende afgesloten. Het verdient aanbeveling om bij het begin van de begeleiding na te gaan welke en hoeveel deficiënties de student nog heeft. In elk geval kunnen zij de scriptie slechts verdedigen wanneer zij de betreffende vakken met een voldoende e hebben afgesloten, met uitzondering van de 3 jaars stage. - De data verzameling wordt te lang uitgesteld (aanbeveling is om daar bij voorkeur eind 2012, en ten laatste in januari 2013 mee te beginnen). - Er wordt geen of te weinig rekening gehouden met de stage die gelopen moet worden in 2013 (kost meer tijd dan verwacht). - Er zijn te weinig face-to-face gesprekken met de begeleider geweest. - Er is nagelaten om goede afspraken te maken met begeleider en meelezer over afwezigheden i.v.m. vakanties en andere afwezigheden. Uiteraard wordt ook van de begeleider gevraagd hier van bij het begin zeer duidelijk over te zijn.
5
e
Ook leert de ervaring dat studenten die in het 1 trimester naar het buitenland (Finland) gaan, meer risico lopen op vertraging. Daarom hebben deze studenten al een voorlichtingsbijeenkomst gehad aan het einde van het vorige studiejaar. e Om vertraging te voorkomen zijn er in het 1 trimester enige deadlines opgenomen waaraan studenten zich best houden willen zij hun scriptie op tijd afronden. Dit zijn geen harde deadlines, in die zin dat er geen sancties aan verbonden zijn. Ze zijn gebaseerd op de ervaringen van de voorbije jaren. Fase 1. Projectvoorstel Eerste helft oktober: inleveren eerste versie van het projectvoorstel in getypte vorm (op A4-papier, Ariel 11, marges ca. 2,5 cm rondom, regelafstand 1,5) bij de afstudeerbegeleider. Het projectvoorstel heeft een minimale omvang van 10 pagina's (exclusief de literatuurlijst). Daarnaast dient het projectvoorstel te zijn voorzien van: Titel van het afstudeerproject - Naam student + examennummer - Volledig adres + e-mail adres (eur e-mail adres en eventueel bijkomende-mail adres dat studenten ook gebruiken) - Datum van indiening - Naam van de scriptiebegeleider en bij voorkeur ook al de naam van de meelezer. Studenten bezorgen deze gegevens ook uiterlijk 12 oktober aan de scriptiecoördinator. (dus niet het hele voorstel, maar wel titel etc.), samen met formulier 1. Uiterlijk 23 november: inleveren bijgesteld voorstel bij de begeleider en meelezer, nadat de eerdere versie(s) met de begeleider is (zijn) besproken. Rond 30 november: ontvangt de student een GO/NO GO beslissing van begeleider en van de meelezer. Bij een NO GO krijgt de student aanwijzingen ter verbetering. Deze GO/NO GO verklaring gebeurt op een speciaal daartoe bestemd formulier (formulier 2). Uiterlijk 14 december: opnieuw indienen van projectvoorstellen bij de begeleider en meelezer voor zover nog geen GO ontvangen. Uiterlijk 21 december: ontvangt de student een GO-NO/NO GO beslissing van begeleider en meelezer. Ook uiterlijk 21 december leveren de studenten de definitieve gegevens inzake hun scriptie in bij de bachelor coördinator, inclusief (hopelijk goedgekeurde) projectvoorstel en het ingevulde GO/NO GO formulier (formulier 2). BELANGIJK: geef geen GO, wanneer u nog een aantal mitsen en maar-en heeft die de student alsnog ter harte moet nemen. U bewijst er hem of haar geen dienst mee! Fase 2. Dataverzameling en analyse Studenten kunnen pas data gaan verzamelen als het projectvoorstel is goedgekeurd door de scriptiebegeleider, eventueel e senior begeleider, en de meelezer. In deze 2 fase lopen de individuele trajecten te veel uiteen zodat er geen collectieve deadlines meer zijn. Het is wel zeer belangrijk dat studenten zo snel mogelijk (nog voor de kerstvakantie) beginnen met (de voorbereiding van) de dataverzameling. Ook het schrijven van de conclusie en de discussie is iets waar veel studenten te laat aan toekomen. Het advies is nu om daar niet later dan in week 20 of 21 mee te beginnen. Het inleveren van een concept ter beoordeling bij begeleider en meelezer kan best uiterlijk in week 23 gebeuren. Wanneer een scriptie niet meteen een GO krijgt, rest er dan nog enige tijd ter verbetering. Fase 3. Verdediging Verdediging kan pas plaatsvinden wanneer het projectvoorstel is goedgekeurd, wanneer de begeleider, eventueel de senior begeleider, en de meelezer een GO beslissing hebben genomen. Ook moeten de overige vakken van het bachelorexamen met succes zijn afgerond, met uitzondering van het vak ‘Stage, Werken in de Zorg’. Verdediging vindt bij voorkeur plaats voor einde juni, maar kan tot uiterlijk 31 augustus. De ervaring leert dat het voor de meeste studenten goed te doen is om de scriptie gedurende de actieve studieperiode af te ronden. De verdediging is openbaar: dat wil zeggen dat men de aanwezigheid van familie en vrienden niet kan verbieden. Er wordt geen verdedigingsdatum vastgelegd alvorens de begeleider en de meelezer de scriptie hebben goedgekeurd. De studenten moeten hiertoe een formulier (tevens aanvraagformulier bachelordiploma) invullen en laten ondertekenen door begeleider, (eventueel) senior begeleider en meelezer alvorens een zaal en apparatuur kunnen geregeld worden. Daarbij verklaart de student ook dat hij/zij zijn/haar scriptie via safe assignment heeft ingediend. Uitstelregeling Een uitstelregeling (scriptie niet beoordeeld als voldoende door de begeleider, eventueel senior begeleider, en de meelezer) kan alleen getroffen worden wanneer problemen op tijd zijn gemeld bij zowel begeleider en coördinator van de
6
bachelorscripties. Alleen ernstige problemen komen in aanmerking, zoals ernstige ziekte van student of iemand van zijn naaste familie. Ook ernstige problemen bij de begeleiding kunnen in aanmerking komen (bijvoorbeeld wisseling van begeleiding waarin de student geen aandeel heeft). Geen geldige redenen zijn in de regel problemen die met planning te maken hebben (bijvoorbeeld vertraging bij dataverzameling wanneer die te laat is gestart, of vertraging omdat men ook stage loopt), of problemen ten gevolge van onvoldoende initiatief tot mondeling contact met de begeleider. Het op tijd signaleren van problemen is een noodzakelijke voorwaarde om in aanmerking te komen voor een uitstelregeling. Doorgaans worden verzoeken die pas begin juni binnenkomen niet meer in aanmerking genomen. Docenten mogen zelf niet alsnog zonder overleg met de coördinator van de bachelorscripties uitstel verlenen. Dit leidt tot ongelijkheid en mogelijk tot het indienen van klachten door studenten die zich hierdoor (terecht) benadeeld voelen. De coördinator van de bachelorscripties kan uiterlijk tot 31 augustus uitstel van verdediging geven. Een belangrijk argument bij het streng handhaven van de deadline is dat een lakse toekenning van uitstelmogelijkheden ertoe leidt dat studenten die zich wel aan de deadline houden benadeeld worden. Inderdaad, zij zouden mits meer tijd een hoger cijfer kunnen behalen.
III
De verdediging
Nadat een GO verklaring is gegeven, dient de bachelorscriptie in getypte vorm en ingebonden te worden ingeleverd (op A4-papier, Ariel 11, marges ca. 2,5 cm rondom, regelafstand 1,5). De scriptie zal een omvang hebben van tussen de 40 en maximum 70 pagina's (inclusief voorwoord, samenvattingen, inhoudsopgave, literatuurlijst en bijlagen). Uitzondering: wanneer de scriptie uit een concept wetenschappelijk artikel bestaat, kan worden afgeweken van deze omvang. De student is verantwoordelijk voor: - het verstrekken van de scriptie aan de scriptiebegeleider en aan de meelezer; het uploaden van een exemplaar via safe assigment - het in onderling overleg met de begeleider en meelezer regelen van datum en tijdstip van de verdediging; - het regelen van de zaal en benodigde apparatuur voor de verdediging, nadat een GO beslissing is afgegeven door de begeleider en meelezer op het daartoe bestemde formulier. De verdediging van de scriptie bestaat uit een presentatie van ca 15 minuten over: - wat de student heeft onderzocht; - de reden van het onderzoek; - de belangrijkste resultaten; - de belangrijkste reflecties, discussiepunten en/of aanbevelingen. De presentatie zal gevolgd worden door 30 minuten, waarin de meelezer en begeleider de gelegenheid hebben om vragen te stellen en met de student van gedachten te wisselen. De meelezer en scriptiebegeleider bepalen in onderling overleg het cijfer.
IV
Beoordeling
Sinds vorig studiejaar is een beoordelingsformulier ontwikkeld. Dit formulier is te vinden op intranet (docenten). Belangrijk punt van aandacht: De voorbije jaren is vastgesteld dat studenten niet laten blijken te begrijpen wat validiteit en betrouwbaarheid betekenen in relatie tot hun eigen scriptie. Op grote schaal wordt een lijst gekopieerd van “soorten validiteit en betrouwbaarheid” zonder terugkoppeling naar de eigen scriptie. Dit is uiteraard niet de bedoeling. Van de docenten verwacht om dit aspect uitdrukkelijk mee te nemen in de beoordeling.- zie ook p. 2 Cijfer De scriptie is voldoende bij een 5,5. Doorgeven cijfer en andere gegevens De scriptiebegeleider geeft het cijfer door aan het OSC via het beoordelingsformulier.
7