G E B R U I K S A A N W I J Z I N G
Bestnr.: 93 02 03 - zwart 93 02 04 - blauw 93 02 84 - geel
dnt ® UHF 100 portofoon
Impressum
Omwille van het milieu 100% recyclingpapier
Alle rechten, ook vertalingen, voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een automatisch gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, of op enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV. Nadruk, ook als uittreksel is niet toegestaan. Druk- en zetfouten voorbehouden. Deze gebruiksaanwijzing voldoet aan de technische eisen bij het in druk gaan. Wijzigingen in de techniek en uitvoering voorbehouden. © Copyright 1995 by CONRAD ELECTRONIC NEDERLAND BV Windmolenweg 42, 7548 BM Boekelo Internet: www.conrad.nl E-mail:
[email protected]
Belangrijk! Beslist lezen! Deze gebruiksaanwijzing is een integraal onderdeel van dit product. Er staan belangrijke aanwijzingen in betreffende de ingebruikneming en het gebruik. Lees deze handleiding zorgvuldig door! Bij schades, die ontstaan door het niet in acht nemen van deze handleiding, vervalt het recht op garantie! Wij zijn niet aansprakelijk voor schades en letsel die daarvan het gevolg zijn. Bewaar deze gebruiksaanwijzing zorgvuldig!
Introductie Geachte klant,
Technische gegevens Algemeen: Frequentiebereik Kanalen Modulatie Stroomverzorging
: : : :
Temperatuurbereik Antenne Aansluitingen Afmetingen (hxbxd) Gewicht
: : : : :
Zender: Zendvermogen Stoorstraling
: 500 mW ERP : conform ETS 300 296
Ontvanger: NF vermogen ZF frequenties Gevoeligheid
: 200 mW / 8 Ohm : 21.7 MHz - 450 kHz : <0,3 µV (12 dB S/N)
446.00625 - 446.09375 MHz 8 (12,5 KHz kanaalraster) FM (F3E) 4,5 Volt (3x 1,5V AAA alkalinebatterijen) of (3x NiMH 1,2V AAA accu's) -20°C / + 55°C vast gemonteerd voor luidspreker, microfoon en opladen 80 x 50 x 22,5 mm 78 g (zonder batterijen)
Hartelijk dank voor de aankoop van de UHF 100 portofoon. In de navolgende gebruiksaanwijzing wordt de werking van de UHF 100 uitgelegd. De enkele stappen voor de bediening en aanwijzingen tijdens gebruik zijn op trefwoorden alfabetisch opgesomd, waardoor u op korte en ongecompliceerde wijze informatie kunt krijgen. Lees a.u.b. eerst de veiligheids- en toelatingsaanwijzingen, voordat u de UHF 100 portofoon in gebruik neemt. Bij vragen kunt u zich wenden tot onze Technische helpdesk Nederland 053 – 428 54 80 Ma – do. 08:30 – 20:00 uur Vr. 8:30 – 18:00 uur E-mail:
[email protected]
2
Veiligheidsaanwijzingen Voor gebruik dient in acht worden genomen: Het apparaat dient beschermd te worden tegen natheid, stof, extreme hitte en directe zonnestraling. Enkel het opgegeven type batterijen gebruiken! Beslist op de juiste polariteit +/- letten. Elke manipulatie van het apparaat leidt tot verlies van de toelating, in sommige gevallen zelfs met strafrechtelijke gevolgen. Daarbij tellen: mechanische en elektrische veranderingen, onjuiste toetsinvoeren die leiden tot een ontoelaatbare afwijking van de apparaatdata. Indien oplaadbare batterijen toegepast worden moeten de aanwijzingen van de fabrikant opgevolgd worden. Door de fabrikant dnt wordt het gebruik van dnt accupacks aanbevolen.
3
Ingebruikneming / plaatsen van de batterijen De UHF 100 werkt op 3x 1,5 Volt batterijen van het type AAA/potlood, LR 03 resp. oplaadbare batterijen. Voordat u het apparaat in gebruik neemt moeten de batterijen in het batterijvak, aan de achterzijde van het apparaat, geplaatst worden. Voor het openen van het batterijvak moet u de riemclip (13) iets opzij draaien, de batterijvakvergrendeling (15) naar achteren klappen en het deksel (14) naar boven toe afhalen. Let bij het inleggen van de batterijen op de juiste polariteit (+/-). Plaats hierna het batterijvakdeksel terug en klap de vergrendeling weer dicht. Let op! Voor het vervangen van de batterijen moet het apparaat beslist uitgeschakeld zijn.
Toelating / aanmelding Het gebruik van PMR-zendontvangers is in bijna alle Europese landen toegestaan en hoeft, behalve bij sommige uitzonderingen, niet aangemeld te worden en kan zonder licentie gebruikt worden. Het gebruik is weliswaar in vele Europese landen toegestaan, maar u dient zich op de hoogte te stellen van de specifieke regelingen in het desbetreffende land, voordat u het apparaat in gebruik neemt.
Functies
4
5
Batterijsymbool knippert = batterij is leeg en moet vervangen worden.
Aan-/Uit-toets (2) De aan-/uit-toets bevindt zich aan de linker zijde van het apparaat en is oranjekleurig gekenmerkt. Door kort op deze toets te drukken, is voldoende voor het in- resp. uitschakelen. Antenne (17) De antenne is vast gemonteerd en bevindt zich aan de bovenzijde van het apparaat. De antenne kan niet gedemonteerd worden. Automatische uitschakeling Het apparaat bezit een automatische uitschakeling A.P.O. (Auto Power Off), deze kan in 16 stappen van OFF (uit) tot max. 150 minuten ingesteld worden. Voor het programmeren drukt u herhaaldelijk op de functietoets F (5) tot op het display A.P.O. OFF knippert. Met de Up-/Down-toetsen (3/4) kan de tijd ingesteld worden, na welke het apparaat automatisch uitgeschakeld zal worden. Om de invoer te bevestigen drukt u op de Enter-toets (10). Batterijvak (14) Het batterijvak bevindt zich op de achterzijde van het apparaat (zie "ingebruikneming"). Batterijsymbool (0) De batterij-indicatie toont de batterijcapaciteit. 3 balken = batterij is vol 2 balken = batterij is half opgeladen 1 balk = batterij is bijna leeg 6
Calling-code-functie, gebruik als Paging-systeem De UHF 100 is met een nieuw calling-code-systeem uitgerust. Er kunnen nu max. 7 verschillende oproepgroepen geprogrammeerd en gelijktijdig gecontroleerd worden. Daardoor is het UHF 100 paging-systeem te gebruiken, omdat u door verschillende deelnemers opgeroepen kunt worden en het nummer van de deelnemer die oproept is op het display zichtbaar. Verder heeft u de mogelijkheid, deze deelnemers te antwoorden, zonder over te schakelen naar de speciale oproepgroep van de gesprekspartners. Er zijn aparte oproepen alsook groepsoproepen mogelijk, waarbij meerdere deelnemers gelijktijdig aangesproken worden. Het apparaat heeft 1 hoofdgroep en 6 subgroepen. De programmering wordt onder Calling-Codeprogrammering beschreven. Aan elk apparaat van een groep moet een andere hoofd-CTCSS-signaal toegewezen worden. Echter moeten alle hoofd-CTCSS-signalen van de andere deelnemers in uw apparaat onder een subgroep geprogrammeerd worden, anders kunt u niet zien welke deelnemer oproept. Heeft de oproeper hetzelfde CTCSS-hoofdsignaal als uw apparaat kan dit niet op het display weergegeven worden. Samenvattend betekent dit: bij alle deelnemers welke met elkaar willen spreken moet tenminste één identiek CTCSS-signaal geprogrammeerd worden, zodat ze elkaar kunnen oproepen. Zal het nummer van de oproeper op het display verschijnen, dan moeten de nummers van alle mogelijke oproepers uitsluitend onder een subgroep in het eigen apparaat opgeslagen worden. Navolgend voorbeeld van een beheerder van een huis zal de functie van de calling-code verduidelijken: Op de centrale van de beheerder staat het hoofdapparaat, maximaal 6 verdere medewerkers krijgen eveneens een zendontvanger, in ons voorbeeld: 1. tuinman, 2. huismeester, 3. elektricien. Aan de centrale wordt als hoofd-CTCSS-signaal nummer 10 toegewezen. Aan het apparaat van de tuinman wordt als hoofd-CTCSS-signaal nummer 20 toegewezen, aan de huismeester signaal 30, de elektricien signaal 40. De nummers van de drie medewerkers moeten als subgroep in de centrale opgeslagen worden. De centrale heeft het hoofd-CTCSS-signaal 10 en als subgroep worden nu 20, 30 en 40 geprogrammeerd. Het signaalnummer 10 kan wederom als subgroep bij de medewerkers opgeslagen worden, zodat 10 als groepsoproep vanuit de centrale bij de enkele medewerkers geïdentificeerd wordt en de overeenkomstige oproepcode wordt op het display weergegeven. 7
Wordt er binnen 5 seconden op een oproep gereageerd, wordt het eigen apparaat automatisch op de pilottoon van de vorige oproeper ingesteld. Na deze 5 seconden wordt geantwoord via de hoofdpilottoon. In ons geval zendt de centrale een groepsoproep met pilottoon 10, welke door alle medewerkers ontvangen kan worden. Als nu de tuinman binnen 5 seconden een antwoord stuurt wordt dit bij zijn apparaat met pilottoon 10 uitgezonden, oftewel zijn eigen hoofdpilottoon nummer 20 is. Op dit groepssignaal kunnen alle deelnemers meeluisteren. Als er een deelnemer aan de centrale een privé of vertrouwelijke mededeling wil sturen, kan hij hiervoor zijn hoofdpilottoon gebruiken, omdat deze bij de andere medewerkers niet geprogrammeerd is en alleen bij de centrale onder een subgroep opgeslagen werd. De centrale heeft eveneens 5 seconden tijd om te antwoorden. Calling-Code-programmering Als eerste moet een CTCSS signaal (hoofdpilottoon) geprogrammeerd worden, zoals onder "pilottoon instellen" beschreven staat. Daarna kunt u maximaal 6 groepen programmeren. Druk hiervoor meermaals op de functietoets (5) tot op het display het symbool (C), het cijfer 1 en OFF knipperen. Met de Up/Down-toetsen (3/4) wisselt u op ON en bevestigt dit met de Entertoets (10). Op het display knipperen de symbolen (N) en 00. Met de Up/Down-toetsen (3/4) kunt u de gewenste pilottoon voor deze subgroep selecteren. De invoer moet met de Enter-toets (10) bevestigd worden, daarna knipperen op het display het symbool (C), het cijfer 2 en OFF. Als u verdere groepen wilt programmeren, zet u OFF weer op ON en gaat u verder zoals hiervoor omschreven voor groep 1. Als u geen verdere groep wilt programmeren drukt u meermaals op de Enter-toets (10) tot alle 6 groepen doorlopen zijn en de standaard kanaalaanduiding op het display verschijnt. Calling-code oproep van een subgroep Voor het oproepen van een gesprekspartner uit een subgroep drukt u op de Call-toets (6) ca. 2 seconden lang tot het symbool (C) op het display knippert. Met de Up/Down-toetsen (3/4) selecteert u de gewenste groep en bevestigt dit met de Enter-toets (10). U heeft nu 5 seconden tijd om de groep op te roepen. Aansluitend wisselt het apparaat terug naar het hoofd-CTCSSsignaal. CTCSS CTCSS-oproepsignalen zijn pilottonen, de instelling wordt onder Pilottoon nader omschreven. 8
Enter-toets (10) De Entertoets bevind zich rechts onder het display en dient voor de programmering. Nieuwe instellingen worden telkens met de Enter-toets (10) bevestigd en de veranderde functie wordt daarmee in het geheugen opgeslagen. Als de Enter-toets na een invoer niet ingedrukt wordt zal de verandering niet opgeslagen worden, behalve bij de instelling voor het volume. Externe luidspreker / microfoon (16) De bus voor een extern microfoon en luidspreker bevind zich aan de bovenzijde van het apparaat onder de rubberen afdekking en dient voor het aansluiten van externe luidsprekers / microfoons, hoofd- en oortelefoonsets. Functietoets (5) De functietoets bevindt zich links onder het display en dient voor de programmering van het apparaat. Na het indrukken van de functietoets komt u in de programmeermodus, de aanduiding op het display gaat knipperen, en boven links op het display verschijnt het symbool (A). Door telkens op de functietoets (5) te drukken kunt u door de enkele modi voor de instellingen bladeren. 1. Kanaalinstelling 6. Lock-functie (toetsblokkering) 2. CTCSS 7. Toets-bevestigingstoon 3. Scan-functie (zoekfunctie) 8. Automatische spraakbesturing 4. Paging-direct-oproepfunctie 9. Autom. ruisonderdrukking (squelch) (P.SCAN) 10. Omschakeling zendvermogen 5. Calling-code-functie 11. Auto Power Off (energiebesparing) Als er binnen 10 seconden geen toets aangeraakt wordt schakelt de programmeermode automatisch uit. Een programmering bevestigt u met de Enter-toets (10). Eveneens kan de programmeermode beëindigd worden wanneer kort op de zendtoets (1) gedrukt wordt. Kanaal-/ frequentieweergave Om tussen kanaal- en frequentieweergave te wisselen drukt u tegelijkertijd op de functietoets (5) en de Enter-toets (10). Kanaalkeuze (3/4) De kanaalkeuze wordt via de Up/Down-toetsen (3/4) links naast het display uitgevoerd. Om een kanaal te veranderen drukt u op de functietoets (5). Het kanaalnummer resp. de frequentie gaat knipperen. Selecteer via de 9
Up/Down-toetsen (3/4) een kanaal/frequentie. Bij het vasthouden van de Up/Down-toetsen (3/4), langer dan 2 seconden, wordt een snelle doorloop geactiveerd. Bevestig een geselecteerde kanaal/frequentie met de Entertoets (10). Lock-functie / toetsblokkering Als de toetsblokkering geactiveerd is zijn alle bedieningselementen tegen ongewild veranderen geblokkeerd. Bij een geactiveerde toetsblokkering kunnen alleen nog de functietoets (5), zendtoets (1) en de aan/uit-schakelaar (2) bediend worden. Voor het aan- en uitschakelen van de Lock-functie drukt u meermaals op de functietoets (5) tot op het display het symbool (R) alsook OFF of ON knippert. Selecteer nu via de Up/Down-toetsen (3/4) OFF of ON (aan of uit) en bevestig de keuze met de Enter-toets (10). Luidspreker (12) De luidspreker bevindt zich aan de voorkant van het apparaat. Microfoon De microfoon bevindt zich boven de typeaanduiding UHF100, spreek op een afstand van ca. 3-5 cm in de microfoon. Monitorfunctie De UHF 100 beschikt over een automatisch ingestelde ruisonderdrukking, deze schakelt de luidspreker stom wanneer geen of een te zwak signaal ontvangen wordt. Voor het ontvangen van zwakke signalen kan de ruisonderdrukking gedeactiveerd worden. Bij het drukken op de Monitor-toets (7) worden de pilottoon (CTCSS) alsook de automatische ruisonderdrukking gedeactiveerd. U kunt nu alle op een kanaal binnenkomend gesprekken meeluisteren. Als de monitor-toets (7) langer dan 2 seconden ingedrukt wordt blijft de ruisonderdrukking gedeactiveerd. Om de ruisonderdrukking weer te activeren drukt u opnieuw op de monitor-toets (7). Paging direct oproep De UHF biedt de mogelijkheid om naast het werkkanaal drie verdere oproepkanalen op te slaan. Zodoende is de gebruiker op deze opgeslagen prioriteitskanalen altijd bereikbaar, ook dan, als hij zich net op een ander kanaal bevindt. Via de prioriteitskanalen wordt gegarandeerd dat er een oproep doorgeschakeld wordt, onafhankelijk van het werkkanaal van de oproeppartner. Het doorschakelen van de oproep functioneert niet wanneer 10
de oproeppartner net met een ander gesprek bezig is. Instellen van de prioriteitskanalen: Druk meermaals op de functietoets (5) tot op het display OFF, het symbool (G) en (I) 1 knipperen. Nu kunt u het eerste subkanaal invoeren. Ga via de Up/Down-toets (3/4) op ON en bevestig dit met de Enter-toets (10). Het display knippert en u kunt nu via de Up/Down-toets (3/4) het gewenste 1. prioriteitskanaal selecteren. Bevestig deze met de Enter-toets (10). Op het display verschijnt OFF, het symbool (G) en (I) 2 knipperen. U kunt nu een tweede prioriteitskanaal selecteren zoals hiervoor beschreven. Voor vele gebruiksmogelijkheden is het voldoende wanneer u één prioriteitskanaal geprogrammeerd heeft welke bij alle deelnemers binnen de gespreksgroep bekend is. Als u een partner op een prioriteitskanaal oproept, gaat u op dit kanaal en drukt u ca. 5 seconden op de zendtoets. Spreek na verloop van 3-4 seconden of herhaal uw oproep meerdere keren achter elkaar. Voor het uitschakelen van het prioriteitskanaal drukt u meerdere keren op de functietoets (5) tot op het display ON, het symbool G en (I) 1 verschijnen. Het eerste prioriteitskanaal knippert, schakel via de Up/Down-toetsen (3/4) van ON op OFF en bevestig dit met de Enter-toets (10). Hierna knippert het tweede kanaal en u handelt hiervoor evenzo. Het apparaat slaat de ingevoerde prioriteitskanalen in het geheugen op, ook dan, wanneer tussen door P-SCAN uitgeschakeld werd. Pilottoon-instelling De UHF 100 beschikt over in totaal 47 pilottonen, die in het CTCSSstandaard werken. Met deze pilottoon-oproepnummers kunnen oproepgroepen gevormd worden. U kunt uw gesprekspartner alleen dan bereiken als hij op hetzelfde kanaal en met dezelfde pilottoon werkt (behalve als de Callingcode-functie geactiveerd is). Het voordeel hierbij is, dat alleen deelnemers met dezelfde oproeptoon elkaar kunnen bereiken. Als u de pilottoon uitschakelt kunt u alle gesprekken beluisteren welke op dit kanaal gevoerd worden. Pilottoon instellen: Druk zo vaak op de functietoets (5) tot op het display het symbool (N) en het nummer van de ingestelde pilottoon knipperen. Met de Up/Down-toetsen (3/4) kunt u een van de 47 pilottonen selecteren. Door langer dan 2 seconden op de Up/Down-toets (3/4) te drukken wordt een snelle doorloop geactiveerd. Bevestig de keuze met de Enter-toets (10). Als u het kanaal 11
wisselt blijft de door u ingestelde pilottoon behouden. Hiermede wordt voorkomen, dat zich de gesprekspartners kwijtraken, als u tussendoor op een andere kanaal schakelt. Ruisonderdrukking (squelch) De automatische ruisonderdrukking kan in 9 trappen ingesteld worden. Voor het veranderen van de aanspreekdrempel drukt u zo vaak op de functietoets (5) tot op het display het symbool (S) en de waarde van de momenteel ingestelde drempel knipperen. Met de Up/Down-toetsen (3/4) kunt u de waarde van 1 (max. gevoeligheid) tot 8 instellen of helemaal uitschakelen. Op het display verschijnt dan OFF, bevestig de instelling met de Enter-toets (10). Scan-functie Via de Scan-mode kan de kanaalzoekfunctie gestart worden, welke de enkele kanalen doorzoekt en controleert of deze bezet/vrij zijn. Het zoeken wordt geactiveerd doordat u zo herhaaldelijk op de functietoets (5) drukt tot op het display het symbool (Q) knippert. Door op de Up/Down-toetsen (3/4) te drukken wordt de zoekfunctie direct gestart en stopt pas op het volgende bezette kanaal. Denk er aan, dat wanneer een pilottoon ingesteld is, de zoekfunctie uitsluitend bij signalen met dezelfde pilottoon stopt. Als u apparaat onafhankelijk hiervan zal scannen schakelt de pilottoon uit voordat de scanfunctie geactiveerd wordt. Het doorzoeken wordt beëindigd door op de zend- (1) of Enter-toets (10) te drukken. Het apparaat schakelt terug op het oorspronkelijk ingestelde kanaal. Als de zoekfunctie een bezette kanaal gevonden heeft, stopt deze en blijft zolang op dit kanaal tot een gesprekspauze van meer dan 3 seconden optreedt. Daarna wordt het doorzoeken opnieuw gestart. Als u aan het gesprek wilt deelnemen en de zoekfunctie verhinderen, drukt u kort op de zendtoets (1) en het apparaat blijft op dit nieuwe kanaal. Voor het afbreken van de scanfunctie drukt u op de zend- (1) of Enter-toets (10). Het apparaat schakelt terug op het actueel ingestelde kanaal. Toetsbevestigingstoon aan/uit De UHF 100 is zo ingesteld dat elke keer als u een toets indrukt dit bevestigd wordt door een pieptoon. Wanneer u deze wilt uitschakelen drukt u herhaaldelijk op de functietoets (5) tot op het display het symbool (P) en ON knipperen. Met de Up/Down-toetsen (3/4) kunt u op OFF schakelen en met de Enter-toets (10) bevestigen. Om de bevestigingstoon in te schakelen moet u de functie weer op ON zetten. 12
Uitgangsvermogen omschakelen Om batterijen te besparen kan het zendvermogen gereduceerd worden van 500 mW op 50 mW. Deze vermindering is aan te raden wanneer u van dichtbij zendt. Voor het omschakelen van het zendvermogen drukt u herhaaldelijk op de functietoets (5) tot op het display HI (500 mW) of LO (50 mW) knippert. Met de Up/Down-toetsen (3/4) kunt u het zendvermogen veranderen. Bevestig met de Enter-toets (10). Volume Het geluid wordt eenvoudig via de Up/Down-toetsen (3/4) tussen 0 (minimaal) en 16 (maximaal) ingesteld. Om het volume in te stellen hoeft u niet naar de programmeermode over te schakelen. Zend- /ontvangst-LED (8) De zend-/ontvangst-LED (8), rechts boven het display, toont de verschillende werkingstoestanden: 1. Rood = zendwerking 2. Groen= ontvangstwerking 3. Groene LED knippert, er wordt een signaal ontvangen echter komt de pilottoon van het andere station niet overeen met de uwe. Zendtoets PTT (1) Als u op de zendtoets (1) aan de linker zijde van het apparaat drukt wordt de ontvangst- en zendwerking geactiveerd. In de zendwerking licht de zend-/ontvangst-LED (8) rood op. VOX (automatische spraakbesturing / babysit-/ruimtebewaking) Met de VOX-functie is een automatische spraakbesturing mogelijk zodra een signaal een bepaalde aanspreekdrempel overschrijdt. Voor het in- / uitschakelen en programmeren van de VOX-functie drukt u herhaaldelijk op de functietoets (5) tot op het display het symbool (F) alsook ON resp. OFF knipperen. Met de Up/Down-toetsen (3/4) schakelt u de VOXfunctie aan of uit, op het display verschijnt ON resp. OFF. Bevestig met de Enter-toets (10). Nu verschijnt op het display het woord SEN voor de VOXgevoeligheid en de momenteel ingestelde waarde. Via de Up/Down-toetsen (3/4) kunt u de waarde veranderen, waarbij 01 de hoogste en 16 de laagste aanspreekgevoeligheid is. Bevestig de invoer met de Enter-toets (10). Daarna knipperen op het display D-0,25 voor de VOX-uitschakelvertraging, deze waarde kan met de Up/Down-toetsen (3/4) van 0,25 sec. tot 4,00 sec in 0,25 13
sec.-stappen veranderd worden. Aansluitend bevestigt u de waarde met de Enter-toets (10). Let op! Als de waarde voor de uitschakelvertraging te laag ingesteld is, schakelt de zender van het apparaat al bij kleine spreekpauzes uit. Extra toebehoren Voor de UHF 100 kunt u verschillende extra toebehoren bestellen. Wij raden u aan om uitsluitend origineel dnt-toebehoren te gebruiken.
Garantiebepalingen 1.
2.
3. 4. 5.
6. 7.
De wettelijke garantietijd begint met de overdracht van het apparaat. In geval van garantie moet de aankoopnota (kassabon, rekening of derg.), een juist ingevuld apparaatpas en een precieze omschrijving van de fout opgestuurd worden. Zonder deze bewijzen is de fabrikant niet verplicht om garantie te verlenen. De garantie omvat het gratis verhelpen van de gebreken, die aantoonbaar terug te voeren zijn op het gebruik van niet perfect materiaal of fabricagefouten. De fabrikant behoudt zich het recht voor tot reparatie, verbetering of levering van een vervangend apparaat. Verdergaande aanspraken, welke aard dan ook, zijn uitgesloten. Vervangen onderdelen blijven eigendom van de fabrikant. Voor volgschades is de fabrikant niet aansprakelijk. Bij ingrepen in het apparaat door derde, niet door de fabrikant aangewezen bedrijven /personen, vervalt het recht op garantie. Transport-, verpakkings- en verzekeringskosten alsook schades door overmacht vallen niet onder garantie. Niet onder garantie vallen schades die ontstaan zijn door onvakkundige behandeling, niet opvolgen van de gebruiksaanwijzing, uitgelopen accu's/ batterijen en normale slijtagegevallen. Door reparatie of vervanging van onderdelen wordt de garantietijd niet verlengd. Deze garantiebepalingen gelden uitsluitend in de Bondsrepubliek Duitsland.
Conformiteit Een conformiteitsverklaring vindt u in de Duitse handleiding.
14