Datum 11 januari 2 0 0 0 Ons kenmerk A N W 10218 Onderwerp
Bijlage(n)
1 Uw kenmerk
Zwemwaterrapport
Geachte heer, mevrouw, Het doet mij genoegen u hierbij het rapport "De waterkwaliteit in 1999 ter hoogte van zwemgelegenheden in het Usselmeer, het Markermeer en de Randmeren" te doen toekomen. In het rapport zijn de uitgangspunten en resultaten beschreven van het onderzoek naar de zwemwaterkwaliteit in 1999. Het rapport sluit aan bij de eerder over dit onderwerp verschenen publicaties.
Hoogachtend, DE STAATSSECRETARIS VAN VERKEER EN WATERSTAAT, namens deze, de hoofdingenieur-directeur, namens deze, het hoofd van de hoofdafdeling Waterhuishouding en Vaarwegen
ir. C. Venema
Directie Usselmeergebied
Telefoon0320 29 91 11
PosUdres: Postbus 600. 8200 AP Lelystad
Telefax 0320 23 43 00
Bezoekadres: Zuiderwagenplein 2 CSmedinghuis*)
Berelkbl4r v4H4fNS iUtion IrelnUxi o' busli|nen 3.4.7.13.14,17.143.154 (tulle Nooider«4genplein|
Monsterlocaties Onderzoeksfrequentie Onderzoek per locatie Inzet van middelen voor het zwemwateronderzoek
4 Bespreking van de onderzoeksresultaten
23
4.1 4.2 4.3 4.4
23 26 27 29
Resultaten van het routinematig onderzoek Omgevingsonderzoek Aanvullend onderzoek 1999 Rapportage van de onderzoeksresultaten
Literatim i
31
Bijlagen
33
Bijlage 1 Nadere informatie over aspecten van hygiene en veiligheid, verbonden met het zwemmen in oppervlaktewater Bijlage 2 Samenvatting resultaten reguher zwemwater onderzoek 1999 Bijlage 3 Onderzoeksresultaten zwemgelegenheden 1999 Bijlage 4 Overzicht ontwikkeling gemiddeid doorzicht 1990-1999 Bijlage 5 Resultaten omgevingsonderzoek
35 39 41 43 45
Voorwoord
Door de provincies Friesland, Flevoland, Gelderland en Noord-Holland zijn in het Usselmeergebied 51 locaties aangewezen als zwemgelegenheid. Voor deze locaties geldt de functie zwemwater. Als beheerder van de waterkwaliteit onderzoekt Rijkswaterstaat Directie Usselmeergebied jaarlijks deze locaties. In dit rapport zijn de resultaten beschreven van het onderzoek naar de kwaliteit van het zwemwater voor het badseizoen 1999. De afdeling ANW van de Directie Usselmeergebied is verantwoordelijk voor de algehele coordinate en rapportage van het zwemwateronderzoek. De begeleiding van de bemonstering en analyse is verzorgd door de afdeling A N M van de Directie. De bemonstering en analyse is evenals tijdens het vorige badseizoen verricht door de firma Omegam. Met het oog op de kwaliteit van deze werkzaamheden is door de afdeling A N M in de loop van het badseizoen een audit uitgevoerd. Verder is deze afdeling verantwoordelijk voor de eerste bewerking van de gegevens en de opslag hiervan in Donar. Gedurende het badseizoen zijn de gegevens om de twee weken gerapporteerd aan de eerder genoemde provincies. Alleen dankzij de inzet van velen, zowel intern als extern Rijkswaterstaat, is dat rapport tot stand gekomen. Craag wil ik iedereen bedanken. die een bijdrage heeft geleverd aan het zwemwateronderzoek 1999. A . C M . de Vrieze
Samenvatting en conclusies In dit rapport worden de resultaten gepresenteerd van het in 1999 vernchte onderzoek naar de waterkwaliteit nabij zwemgelegenheden in het Usselmeergebied. Dit rapport sluit aan bij de eerder hierover verschenen rapporten van 1978 tot en met 1998 Dit jaar is op verzoek van de provincie Noord-Holland een locatie toegevoegd aan de lijst van te onderzoeken locaties. In het totaal is bij 51 zwemgelegenheden in het Usselmeergebied de waterkwaliteit vastgesteld. Van deze zwemgelegenheden hggen er 34 aan de kust van het oude land en 17 aan de Flevolandse oevers. Van de locaties op het oude land zijn er 19 gelegen in de provincie Noord-Holland, 7 in de provincie Gelderland en 8 in de provincie Friesland. Het onderzoek is uitgevoerd conform de aanwijzingen in het Besluit "Kwaliteitsdoelstellingen en Metingen Oppervlaktewateren" ex Wet Verontreiniging Oppervlaktewateren ( W V O , lit. 1). Het programma van onderzoek wordt indien nodig jaarlijks aangepast. Hiertoe worden de resultaten van het onderzoek na afloop van het badseizoen geevalueerd. Tevens wordt hiervoor overleg gevoerd met de contactpersonen belast met de uitvoering van de Wet Hygiene en Veiligheid Zwemgelegenheden (WHVZ) bij de betrokken provincies. De kwaliteit van het water is in deze rapportage getoetst aan de normen volgens de Richtlijn voor Zwemwater van de Europese Commissie. Deze normen betreffen de uiterste waarden, waaraan de kwaliteit van het zwemwater tenminste dient te voldoen. Getalsrnatig komen deze normen overeen met de normen zoals opgenomen in het Besluit Kwaliteitsdoelstellingen en Metingen Oppervlaktewateren (lit. 1), kortweg Besluit K M O , en het Wijzigingsbesluit van 3 februari 1994 (lit. 2). De toetsvoorwaarden van de Richtlijn voor Zwemwater zijn echter strenger dan de voorwaarden opgenomen in het Besluit K M O . Bij overschrijding van de normen kan het bevoegd gezag, Gedeputeerde Staten van de betreffende provincie, nadere maatregelen nemen en of een zwemverbod uitvaardigen. Vanwege de volksgezondheid is bij de toetsing primair aandacht besteed aan de bacteriologische kwaliteit (de thermotolerante colibacterien en de som van de bacterien van de coligroep). In het algemeen kan worden gesteld, dat de bacteriologische kwaliteit van het zwemwater in 1999 heeft voldaan aan de gestelde normen. Op basis van de Europese voorschriften zijn op 2 van de 51 onderzochte zwemgelegenheden de bacteriologische normen overschreden in een periode van aanzienlijke regenval. Het gaat hierbij om overschrijdingen 11 mei op de volgende stranden: • •
de Oude Pol (302) te Nunspeet strand Nulde (306) te Putten
Na herbemonstering binnen een week bleken beide locaties wel te voldoen aan de bacteriologische normen. Dit betekent, dat geen van de locaties in het Usselmeergebied als onvoldoende is gekwalificeerd. Bij toepassing van de Nederlandse normen en toetsvoorwaarden zouden beide locaties zonder meer als voldoende zijn gekwalificeerd bij de totaal beoordeling over het badseizoen. De resultaten van het bacteriologisch onderzoek zijn per locatie weergegeven in kaart 1. zie paragraaf 4 . 1 . Bij de Oude Pol is een overschrijding voor het totaal van de colibacterien geconstateerd. Bij strand Nulde overschreden zowel het totaal van de colibacterien als de thermotolerante colibacterien de normen. In 1998 was een locatie, te weten De Oude
Pol, ook na herbemonstering als onvoldoende beoordeeld. Bij vier locaties bleek na herbemonstering de kwaliteit voldoende te zijn Bij alle zwemgelegenheden is steeds voldaan aan zowel de Europese als Nederlandse beoordelingsvoorschriften voor de overige parameters. Hierbij zijn enkele kanttekeningen
te plaatsen. De norm voor pH (zuurgraad) wordt frequent overschreden en voor doorzicht nagenoeg altijd. Overschrijdingen van de normen voor deze parameters zijn het gevolg van een combinatie van natuurlijke en of bijzondere omstandigheden. Indien de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op de kwaliteit van het water als oorzaak van de normoverschrijding kan worden gezien, wordt dit niet als een overschrijding beschouwd. In het Usselmeergebied is het moeilijk aan te geven welke overschrijdingen het gevolg zijn van de natuurlijke gesteldheid en welke niet. Voor het Markermeer is de bodemgesteldheid (slibrijk) in samenhang met de klimatologische omstandigheden mede van invloed op het doorzicht. De bodem van het Usselmeer heeft een hoge kalkgehalte en beinvloedt daarmee de pH. Naast de genoemde oorzaken speelt bij de beoordeling van het doorzicht ook de waterdiepte ter plaatse van de monstername een rol. Een aantal stranden kent namelijk een zeer uitgestrekt ondiep gedeelte. Het is discutabel of een overschrijding als gevolg van overmatige algen-bloei door eutrofiering als natuurlijk moet worden beschouwd. Eutrofiering veroorzaakt in een aantal gevallen overschrijdingen van de normen voor pH en doorzicht. Daarnaast kan ook de watertemperatuur (indirect) van invloed zijn op de pH en het doorzicht. Bij aanvang van het badseizoen bleek de watertemperatuur door de zachte winter bij de meeste locaties 1 a 2 graden hoger te zijn dan in andere jaren. Verder bleek de maximum watertemperatuur hoger te zijn dan normaal voor de periode medio juli/medio augustus). De pH-norm is dit jaar op 27 locaties overschreden. Het vorige badseizoen is deze norm op 25 locaties niet gehaald. Verder is in een aantal gevallen overschrijding waargenomen van de fysische parameters (geur, kleur, vuil). Vanwege de aard en de beperkte omvang heeft dit geen aanleiding gegeven tot nadere maatregelen en of een negatieve beoordeling. Het gemiddelde doorzicht bij de stranden is licht verbeterd ten opzichte van de laatste twee jaren. Het jaargemiddelde doorzicht voor 1999 bedraagt bijna 47 cm. Als gevolg van de aanwezigheid van blauwalgen ter hoogte van de stranden 'Stichtse Brug (401) en Gooierhoofd (402) is begin juni door de provincie Noord-Holland een advies uitgevaardigd, waarin het zwemmen wordt ontraden. Bij beide stranden zijn in opdracht van de provincie tijdelijk waarschuwingsborden geplaatst. In het algemeen kan worden geconcludeerd, dat de resultaten van het zwemwateronderzoek 1999 positief zijn. Gezien de uitzonderlijk warme weersomstandigheden en de grote recreatiedruk is dit opmerkelijk te noemen. Naast het reguliere zwemwateronderzoek is ook aanvullend onderzoek uitgevoerd. In verband met aanhoudende problemen bij de locatie de Oude Pol is samen met de provincie Gelderland en waterschap Veluwe een onderzoek uitgevoerd om meer inzicht te krijgen in de oorzaak. Conclusie is, dat de kwaliteit bij de Oude Pol vooral wordt beinvloed door de kwaliteit van de Bijsselsebeek. Vastgesteld is, dat nadere actie komend jaar noodzakelijk is. In verband hiermee wordt op korte termijn door de betrokken partijen een voorstel uitgewerkt. M e t het oog op de toekenning van de zwemwater functie aan het strand de Droge Wijmers nabij Wervershoof is een verkennend onderzoek uitgevoerd. De kwaliteit bij de
10
Droge Wijmers heeft steeds voldaan de bacteriologische normen. In overleg met de provincie Noord-Holland is besloten deze locatie op te nemen in de rapportage aan de Europese Commissie. Verder is op verzoek van het RIZA op een negental locaties een praktijkstudie verricht met het oog op de aanpassing van de Europese Richtlijn voor zwemwater. Dit onderzoek heeft inzicht gegeven in de consequenties van de voorgestelde aanpassing van de Richtlijn alsmede in de bei'nvloeding van de waterkwaliteit door (potentiele) bronnen. Verder heeft het onderzoek het inzicht vergroot in de ruimtelijke spreiding van bacteriologische belasting.
11
1 Inleiding Het routinematig zwemwateronderzoek door de Directie Usselmeergebied naar de waterkwaliteit ter hoogte van zwemgelegenheden in het beheersgebied vormt een vervolg op het onderzoek van de voorafgaande jaren (lit. 3). De onderzochte zwemgelegenheden zijn alien gelegen in rijkswateren met de functie zwemwater. Deze functie is toegekend in het Beheersplan voor de Rijkswateren 19972000 (lit. 4). Het onderzoek is uitgevoerd conform de daartoe strekkende aanwijzingen in het Besluit Kwaliteitsdoelstellingen en Metingen Oppervlaktewateren en de Rijkswaterstaat Voorschriften (RWSV's). De aanwijzingen betreffen voorschriften ten aanzien van de monstername en analyse. Voor wat de beoordeling betreft, is uitgegaan van de normen en toetsvoorschriften zoals verwoord in de Europese Richtlijn voor Zwemwater (lit. 6). Het onderzoek is verder afgestemd op de lijsten met de zwemwaterlocaties, die jaarlijks door de provincies in het kader van de WHVZ (lit. 5) worden vastgesteld. Indien nodig vindt jaarlijks aanpassing van het onderzoekprogramma plaats aan de hand van de resultaten van het onderzoek van het voorafgaande badseizoen in overleg met de betreffende provincies (WHVZ contactpersonen). Hierbij worden ook de lijsten van zwemwater-locaties betrokken. Door middel van dit overleg wordt een goede afstemming in de uitvoering van de WVO-taak door de waterbeheerder en de WHVZtaak door de Provincie nagestreefd. Het overleg met de betrokken provincies heeft plaatsgevonden op 9 november 1998. Wanneer de waterkwaliteit niet voldoet aan de normen, dan streeft de waterkwaliteitsbeheerder met het hem ten dienste staande instrumentarium maatregelen na, die zullen leiden tot het wel voldoen aan deze normen. Liggen oorzaken of maatregelen buiten de steer van de taak en het instrumentarium van het waterkwaliteitsbeheer (bijvoorbeeld bij de strandbeheerder, gemeente of elders), dan wordt de betreffende problematiek in het algemeen via het afstemmingsoverleg of per brief aan de provincie gemeld. Voldoen de zwemgelegenheden niet aan de in de vereiste waterkwaliteit, dan kan Gedeputeerde Staten overgaan tot het nemen van nadere maatregelen en of het instellen van een zwemverbod.
1.1 Leeswijzer De normen en toetsvoorschriften voor de beoordeling van het zwemwater worden besproken in hoofdstuk 2. De uitvoering van het onderzoek is beschreven in hoofdstuk 3. In hoofdstuk 4 worden de onderzoeksresultaten besproken en gepresenteerd (zie kaart 1). De bijlagen bevatten aanvullende informatie op de hoofdstukken.
13
2 Beoordelingswijze van de zwemwaterkwaliteit
2.1 Algemeen Voor het beoordelen van de zwemwaterkwaliteit zijn primair de normen en toetsvoorschriften van de Europese Richtlijn voor Zwemwater (lit. 6) toegepast. De normen ex W V O en ex WHVZ (lit. 1, 2, en 5) zijn hierop afgestemd. Bij overschrijding kan door Gedeputeerde Staten een zwemverbod worden ingesteld. Verder dienen maatregelen te worden genomen, welke leiden tot de gewenste kwaliteit. Als sprake is van overschrijding van de normen door de bacteriologische parameters, wordt zo spoedig mogelijk tot herbemonstering overgegaan. Indien het resultaat van de herbemonstering voldoet aan de gestelde normen, komen de resultaten, die aanleiding hebben gegeven tot de herbemonstering te vervallen. De parameter voldoet in dat geval alsnog aan de normen. Deze beoordelingswijze is conform het aanschrijven van het Hoofdkantoor van de Waterstaat van 21 juli 1998. De classificatie van het water berust op de resultaten van de toetsing aan bacteriologische en fysisch/chemische normen. M e t de gehanteerde beoordelingswijze wordt geenszins een volledig beeld verkregen van de toelaatbaarheid van zwemmen in oppervlaktewater. Wel wordt duidelijk of bij een bepaalde zwemgelegenheid verdergaande risico's voor badgasten aanwezig zijn. Voor nadere informatie over eventuele gezondheidsrisico's verbonden aan het zwemmen in oppervlaktewater, wordt verwezen naar bijlage 1. De beoordeling van de kwaliteit van het zwemwater is uitgevoerd met behulp van het toetsprogramma Notove. Dit programma is ontwikkeld door het RIZA en wordt gebruikt door bijna alle waterkwaliteitsbeheerders. 2.2 Beoordeling bacteriologische zwemwaterkwaliteit De beoordeling van de bacteriologische kwaliteit is gebaseerd op criteria met betrekking tot de aanwezigheid van thermotolerante colibacterien en de som van de bacterien van de coligroep in het water. Deze colibacterien vormen een op zich onschadelijk indicatororganisme. De uit de analyse afgeleide aantallen van deze bacterien, Most Probable Numbers (MPN), geven een indruk van de mate waarin het zwemwater is besmet met faecalien. Bij hoge MPN's is het vrijwel zeker dat het water faecaal is verontreinigd. In tabel 1 zijn de Europese normen gepresenteerd voor de bacteriologische beoordeling. Met het Wijzigingsbesluit K M O (lit. 2) zijn de Nederlandse normen in 1994 getalsmatig in overeenstemming gebracht met de Richtlijn voor Zwemwater. Sinds 1994 vindt toetsing plaats op basis van deze normering.
15
Tabel 1 Normen voor de bacteriologische beoordeling van zwemwater. omschrijving voldoet wel aan de norm
normen + Richtlijn voor zwemwater
getalsmatige invulling M P N / 1 0 0 ml thermotolerante coh's <. 2.000 som c o l i ' s s 10.000 in maximaal 5 % van de metingen is een overschrijding van maximaal 5 0 % toegestaan.
Voldoet niet aan de norm
- Richtlijn
indien niet aan een of meer van bovenstaande criteria wordt voldaan.
Het verschil tussen de Europese en de Nederlandse toetsvoorschriften heeft betrekking hebben op het aantal toegestane overschrijdingen van de norm. De Nederlandse voorschriften staan voor de bacteriologische parameters in maximaal 20 % van de metingen een overschrijding van maximaal 50 % toe. Bij een bemonsteringsfrequentie van elf maal per badseizoen is volgens de Europese Richtlijn geen overschrijding toegestaan voor de bacteriologische parameters. In geval van normoverschrijding door de bacteriologische parameters heeft de Directie Usselmeergebied in 1998 besloten zo spoedig mogelijk tot herbemonstering over te gaan. Als het resultaat van de herbemonstering voldoet aan de gestelde normen, komen de resultaten, die aanleiding hebben gegeven tot de herbemonstering, te vervallen (zie paragraaf 2.1). De parameter voldoet in dat geval alsnog aan de normen.
2.3 Beoordeling fysisch/chemische zwemwaterkwaliteit De onderzoeksresultaten zijn getoetst aan de volgende Europese normen. zuurgraad: doorzicht:
geur: kleur:
6,0 < pH < 9,0 1 C T 2 ); een te lage of te hoge zuurgraad kan onder andere aanleiding geven tot huidirritaties; 1 meter 1 ); een gering doorzicht is vooral om veiligheids-redenen ongewenst. Bij het te water gaan zijn dan bodemgesteldheid, verontreiniging van de bodem en diepte niet of niet goed zichtbaar, waardoor het verdrinkingsgevaar toeneemt. Tenslotte biedt water met een gering doorzicht een weinig aantrekkelijk aanblik; afwezigheid van rottingsgeuren of andere geuren, die in het algemeen als hinderlijk worden ervaren; een niet anders dan door natuurlijke omstandigheden veroorzaakte
kleur; schuim olie: vuil:
een niet anders dan door natuurlijke omstandigheden veroorzaakte hoeveelheid schuim; geen zichtbare olie o p het oppervlak; afwezigheid in en op het water en op de bodem van afvalstoffen en dode organische matene in aanmerkelijke hoeveelheid.
Toelichting ') Overschrijding van de norm als gevolg van de natuurlijke gesteldheid van de bodem en de invloed daarvan op het water wordt niet als overschrijding beschouwd. 16
2
)
De ondergrens van de Nederlandse norm voor de zuurgraad is strenger dan de norm volgens de Europese Richtlijn voor Zwemwater. De Nederlandse norm is: 6,5 < pH < 9,0
Voor de beoordeling van de fysisch/chemische parameters geldt het (Europese en Nederlandse) voorschrift, dat 9 5 % in overeenstemming moet zijn met de normen voor betreffende parameter. Voor maximaal 5% van de monsters, die niet conform de norm zijn, mag deze afwijking niet meer bedragen dan 5 0 % van de normwaarde voor betreffende parameters. De resultaten van de toetsing van het water zijn samengevat in bijlage 2 en nader gespecificeerd in bijlage 3. Een overzicht van de ontwikkeling van het gemiddelde doorzicht over de jaren 1990-1999 is opgenomen in bijlage 4.
17
3 Uitvoering van het onderzoek
3.1 Monsterlocaties In 1999 is routinematig onderzoek gedaan op 50 locaties. In kaart 1 . zie paragraaf 4 . 1 , zijn de onderzochte locaties gepresenteerd. Gelijktijdig met het routinematig onderzoek is op verzoek van de provincie Noord Holland een verkennend onderzoek uitgevoerd op het strand Droge Wijmers nabij Wervershoof met het oog op de functietoekenning aan dit strand. Tijdens het najaarsoverleg van de Directie Usselmeergebied met de provincies is besloten, deze locatie in het vervolg op te nemen in het routinematig onderzoek. Alle zwemgelegenheden liggen in rijkswateren met de functie zwemwater. Deze functie is vastgelegd in het Beheersplan voor de Rijkswateren (lit. 4). In het beheersgebied van de directie Usselmeergebied beschikken alle wateren met uitzondering van het Zwarte Meer over deze functie. Aan dit water zijn echter geen zwemgelegenheden gesitueerd. Alle routinematig onderzochte locaties zijn door de betreffende provincies opgenomen op de WHVZ lijst, die jaarlijks wordt herzien.
3.2 Onderzoeksfrequentie De onderzoeksfrequentie is bepaald aan de hand van de Europese Richtlijn voor Zwemwater en het besluit Kwaliteitsdoelstellingen en Metingen Oppervlaktewateren. Het onderzoek wordt in principe tijdens het badseizoen tweemaal per maand verricht. Het Nederlandse badseizoen beslaat de periode van 1 mei tot en met 30 September. Het eerste onderzoek dient (ongeveer) twee weken voor aanvang van het badseizoen te worden verricht. Een en ander betekent, dat tenminste elf onderzoeken vanaf medio april dienen plaats te vinden. De frequentie per parameter kan worden teruggebracht tot zes indien: a.
b.
onderzoek gedurende de twee voorafgaande jaren heeft aangetoond dat de desbetreffende normen geen enkele maal zijn overschreden, anders dan door uitzonderlijke weersomstandigheden of uitzonderlijke hydrodynamische omstandigheden. Deze omstandigheden kunnen afgeleid worden uit hoge gehaltes aan gesuspendeerde stoffen in het oppervlaktewater; redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de normen niet zullen worden overschreden.
Voor het zwemwateronderzoek 1999 zijn in het totaal elf bemonsteringen uitgevoerd per locatie, waarvan een voor aanvang van het badseizoen. Het besluit van de Directie Usselmeergebied uit 1998 om in het geval van overschrijding van de bacteriologische normen zo spoedig mogelijk een herbemonstering uit te voeren is van kracht gebleven.
19
3.3 Onderzoek per locatie Ten behoeve van het bactenologisch onderzoek wordt bij een waterdiepte van 50 cm op ongeveer 20 cm beneden het wateroppervlak een monster genomen. Bij een waterdiepte van 1 meter of meer is de optimale bemonsteringsdiepte circa 30 cm beneden het wateroppervlak. Wanneer een steiger aanwezig is. wordt het monster vanaf de steiger genomen. Ter plaatse worden pH, temperatuur en doorzicht (met behulp van een zogenaamde Secchischijf) van het water gemeten. Daarnaast worden visuele waarnemingen gedaan, zoals het karakteriseren van kleur en geur van het water. Daarnaast wordt bekeken of er in of op het water en op het strand verontreinigingen aanwezig zijn, zoals afval. olie en schuim. Vanwege de invloed op de waterkwaliteit is in1999 besloten ook de weersgesteldheid (bewolkingsgraad, windsnelheid en -richting) tijdens de bemonstering te registreren alsmede het aantal badgasten. Nadat de monsters zijn genomen, worden deze gekoeld vervoerd naar het laboratorium, waar ze nog dezelfde dag in behandeling worden genomen. De bacteriologische hoedanigheid van het water wordt bepaald met behulp van membraan filtratie (NEN 6552). Hierbij wordt, bij verschillende verdunningen, het aantal gistingsbacterien bij temperaturen van 37°C en 44°C vastgesteld en uitgedrukt in een MPN-getal. In verband met de uitbesteding van de bemonstering en analyse aan de firma Omegam is door medewerkers van de afdeling ANM een audit uitgevoerd in het veld. Naar aanleiding hiervan is de werkwijze in het veld op een beperkt aantal punten aangepast. Dit heeft voor de resultaten van het onderzoek geen aanwijsbare gevolgen gehad. 3.4 Inzet van middelen voor het zwemwateronderzoek Voor het onderzoek van het zwemwater worden jaarlijks de nodige middelen in de vorm van financien, personeel en materieel beschikbaar gesteld door de Directie Usselmeergebied. In de vorige rapportage is een eerste begin gemaakt met het in beeld brengen van de kosten en inzet voor het zwemwateronderzoek en de producten. Een van de producten van het onderzoek is onder meer de tijdige aanlevering van de analyseresultaten aan de provincies gedurende het badseizoen. Daarnaast worden de resultaten in de nodige rapportages van diverse instanties verwerkt, zie paragraaf 4.4. In tabel 2 wordt een globale indicate gegeven van de jaarlijkse inzet van enige middelen door Directie Usselmeergebied voor het onderzoek van het zwemwater.
20
Tabel 2 Globaal overzicht van de jaarlijkse inzet van enkele middelen door RDIJ voor het zwemwateronderzoek in 1999 Omschrijving
Financien
Mandagen
Voorbereiding
/
4.500
5
Omgevingsonderzoek
/
5.000
5
Monstername en Analyse door derden
/
53.500
Gegevensverwerking
/
11.000
14
Rapportage
/
23.000
25
Overhead
/
2.000
2
Overleg met derden
/
8.500
9
Totaal
/107.500
70
De genoemde bedragen zijn inclusief BTW. Bij de personele kosten is onderscheid gemaakt tussen de tarieven van de afdelingen ANM (totaal 25 mandagen a / 800) en ANW (40 mandagen a / 960) van de Directie Usselmeergebied.
21
4 Bespreking van de onderzoeksresultaten
4.1 Resultaten van het routinematig onderzoek In verband met het overschrijden van de normen voor de colibacterien is op twee locaties binnen een week een herbemonstering uitgevoerd, te weten: • De Oude Pol (302) • Strand Nulde (306) Na herbemonstering bleken beide locaties ruimschoots aan de normen te voldoen. Conform het aanschrijven van het Hoofdkantoor van de Waterstaat (juli 1998) zijn beide locaties voor het badseizoen 1999 als voldoende beoordeeld. In tabel 3 zijn de locaties aangegeven, waar de normen voor de coli's zijn overschreden alsmede de resultaten van de herbemonstering. De norm voor de thermotolerante coli's is £ 2.000 MPN/100 ml en voor het totaal van de colibacterien <, 10.000 M P N / 100 ml (zie paragraaf 2.2). Tabel 3 Overschrijdingen door colibacterien en de resultaten van de herbemonstering in badseizoen 1999. Herbemonstering Code Datum Routinematige bemonstering Thermotolerante Coli's [MPN/100 ml] 302
De overschrijding van de normen is opgetreden tijdens een periode van aanzienlijke regenval (zie figuur 1). De overschrijding wordt veroorzaakt door de kwaliteit van de beken, die in de directe nabijheid van de stranden uitmonden. Voor de beken bij beide stranden geldt, dat deze door een agrarisch achterland stromen. In dit agrarisch achterland vindt uit- en afspoeling plaats als gevolg van bemesting (dierlijke herkomst), waardoor het water bacteriologisch is verontreinigd. Tijdens perioden van intensieve bemesting en aanzienlijke neerslag neemt de kans op overschrijding van de bacteriologische normen op de stranden toe. In kaart 1 zijn de toetsresultaten voor thermotolerante colibacterien en som van de colibacterien per locatie gepresenteerd voor 1998 en 1999. Verder bevat deze kaart een beschrijving van de locatienummers. In vergelijking met 1998 is de bacteriologische kwaliteit in 1999 verder is verbeterd. In bijlage 3 zijn de toetsresultaten per locatie weergegeven.
• De Hole Poarfe • it Soil Hindetoopen badpavii(oen » Molkwerum • :t Suderstrand • it Mirnser Kilt • DeHogeGrazen • Het StrarxM.emmer - Strand Westhaven Urk • Strand Zwolse Hoek " Strand SchokKerhaven. recreaoenoak = Strand Scnokkerhaven surrstrandje a Strand Houtnbnoak • Strand KampernoeK • Abbartstrand • Spl)katrand = Ellaratrand a Haroerstrano • WoMMrand • Erkemederstrand • Laakae strand " Zwemstrand Almara Haven • Surtstrand Almara Haven • Ztverstrand > Muiderzand a yeluwestrana (west) Elburg » De Oude Pol • Hoopnuizen • Strand DoHlnarium Harderwijk • Strand Horat-zwd • Strand Nulda = Nieuw-Hufckesteyn a stichise bmg = Goolerhoo'd a OudValkaveen a MuiOeroerg a vakartwdorp Ultdam a RecreatiegeDied Hemmelana a Slobbeland a Strandbad Edam - Warder " Schardam a De Schelpenfoek a ScrnMnkriout a BroeKerhaven • Enknulzarzand a Andi|K • Droge Warners • Wervershoot = Recreaoetanein Medembllk • Zuldarhaven
s
uSSEL
Lelystad Dronten
ordtrslui)
j^M
HI
^ ^
pNTERMEER
Markcn
Biddinghuizcn_
2C
Monnickc nd a m ^ t f O VmT} FLEVOLAND wdtrslun
|210 302
^ 0 5
«b.
^Sfe»Ws7uir«n
21
#£17
Nunspcet
215
211 Lira ere
B aW"": Muidcn
'303
1214
tderwnk
f304
Zeewolde
212
1
V4 I u Wi
1305
Maardan
Hrmclo
Dientq
GELDERLAND Bus sum
402
401
306
1 Gooi
307
Spaken UTRECHT
Kaart 1 Toetsresultaten voor zwemwater 1998 en 1999 1
2
3
1
1 • Thermotolerante colibacterien 1998 2 T Thermotolerante colibacterien 1999 3 = Totaal van de colibacterien 1998 4 - Totaal van de colibacterien 1999
Normcnng Kwahteilsdoelslellingen on Metingen Oppervlaktewater voldoet aao de norm voldoet ruot am de norm