dit is een bijlage bij DE TELEGRAAF. de inhoud van deze bijlage valt niet onder de redactionele verantwoordelijkheid
NR. 3 SEPTEMBER 2013
pensioen
‘We moeten goed kijken naar de trade-off van collectief en individueel’ Henk Brouwer Voorzitter pensioenfonds ABP
‘De solidariteit tussen de generaties komt van twee kanten’ Michiel Hietkamp Voorzitter CNV Jongeren
twee generaties staan samen voor één pensioen featuring
op de koffie bij Olaf Sleijpen, Henk Brouwer en Lans Bovenberg
pensioenrecht Werkgevers en werknemers aan het werk!
mythe van zekerheid ‘We moeten het verleden loslaten’
Dé opleider voor de financiële dienstverlener www.dukers-baelemans.nl
2 · SEPTEMBER 2013
voorwoord
Tip van de redactie
Onder andere met robuustere financiering, vroegtijdige aanpassing van contracten en een eerlijkere discussie kunnen we ons pensioenstel verbeteren. Benne van Popta adviseur beleidsdirectie bij MKB Nederland legt uit.
P23
Alles over pensioen en arbeidsvoorwaarden
‘Er is een middenweg nodig in de twee voorgestelde pensioencontracten’
voor het ministerie van Financiën
“Als we het over pensioenen hebben, dan hebben we het eigenlijk over de tweede pijler van ons pensioenstelsel. Die pijler is in ons land relatief hoog. Ga je uit van een net rendement, dan boek je aan het einde van de rit een mooi resultaat.De renteontwikkeling is echter al een tijd ongunstig, de behaalde rendementen compenseren dat niet.We worden ook nog een stuk ouder dan eerder en de kosten zitten aan hun plafond. Daarmee bevinden we ons in een ongelukkige tussenfase en dienen we goed te kijken wie daar de rekening van gaat betalen. Om tot oplossingen te komen moeten we drie belangrijke vragen beantwoorden, namelijk welk pensioencontract we het beste kunnen gebruiken,of we wel of niet moeten korten en op welke manier we bestaande pensioencontracten aanpassen.
(Thesaurie en Rijksbegroting)
Zekerheid
Benne van Popta
ADVISEUR BELEIDSDIRECTIE MKB NEDERLAND
“Benne van Popta is Adviseur Beleidsdirectie bij MKB Nederland. Eerder werkte hij onder andere
en de Sociaal Economische Raad. Vanuit zijn rol bij MKB Nederland is hij voorzitter van twee bedrijfstakpensioenfondsen (PMT en Detailhandel).”
Wat betreft de pensioencontracten heeft staatssecretaris Klijnsma (Sociale Zaken, red) voor de zomer toegelicht in twee varianten heil te zien. Zoals het er nu voorstaat, kunnen we kiezen tussen zekerheid over de hoogte van uitkering of de ambitie
van koopkrachtbehoud.Deze vormen zijn uitersten van elkaar, dus de zoektocht naar een vorm die meer in het midden ligt is een hele relevante. De crux is dat deelnemers willen weten wat de eigen inleg is, maar we ook de gezamenlijke pot nodig hebben om bestand te zijn tegen risico’s en de kans op een hoger rendement te vergroten.
Gedeeld belang Voor het aanpassen van de bestaande pensioencontracten bestaan verschillende mogelijkheden. De hoogte van het Witteveenkader wordt omlaag gebracht of we zorgen dat de feitelijke premie wat hoger is dan voor de dekkingskosten nodig is, zodat pensioenen robuuster worden gefinancierd. We hebben gemerkt dat de financiering nu wat te dun is en kunnen fluctuaties niet meer compenseren,waardoor het risico meer naar de deelnemer schuift. Tegelijkertijd horen we werkgevers zeggen dat ze de premie die ze nu betalen, die hoger is dan voorgaande jaren, ook in de toekomst willen blijven betalen. De nadelen die ze ondervinden kunnen we op andere plekken compenseren. We
“Pensioenaanpassing is tijdbom voor werkgevers”
Noach van Beusekom
teur van Pensioendesk Nederland. “Zij hebben toezeggingen gedaan richting de werknemer, maar pensioenverzekeraars willen nu snel aan regels voldoen, waar werkgevers de rekening van kunnen krijgen.” Hij wijst daarmee bijvoorbeeld op de mogelijkheid dat een arbeidscontract op 65 jaar blijft staan en het pensioencontract op 67 jaar. Dan blijft de pensioenpremie kortgezegd twee jaar doorlopen.
“Dit is het moment voor werkgevers om te kijken hoe ze verder gaan”, stelt Noach van Beusekom, Direc-
Andersom kan er volgens van Beusekom een mismatch ontstaan tussen het pensioen en de
sociale verzekeringen, waarbij een werknemer gekort kan worden op die laatste. “Het handigste lijkt alle contracten op 67 te zetten. Er is dan geen probleem met het arbeidscontract, behalve dat je een werknemer niet zo maar mag ontslaan bij 65 jaar uiteraard.” Een schaduwzijde is er echter ook. Er gaan veel aanpassingen en mogelijk pensioenverlagingen mee gepaard, die veelal ook nog eens langs de ondernemersraad of personeelsvertegenwoordiging moeten. Werknemers zullen dit niet zomaar accepteren.”
mogen niet vergeten dat het pensioen een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde is. Dus het belang ligt niet geheel aan de zijde van de werknemer. Het creëren van oplossingen voor pensioenproblemen is een gezamenlijke verantwoordelijkheid. Zo kan een werknemer zich flexibel opstellen en later met pensioen gaan voor een goede hoogte van zijn pensioen.Belangrijk is dan wel dat werkgevers ook de mogelijkheid bieden om door te werken.
Eerlijke discussie Het is belangrijk de discussie eerlijker te voeren en niet alleen de positieve kanten van het een te vergelijken met de negatieve kanten van het ander.En vooral ook alvast aan de slag te gaan voor later. De inhoud moet uitkristalliseren. “Laten we ons er bijvoorbeeld op richten dat we de regels die voor nieuwe contracten gaan gelden alvast toepassen op het afwikkelen van oude contracten. De urgentie is bij iedereen bekend.”
niels achtereekte
[email protected]
Volg ons ook op:
@MediaplanetNL facebook.com/MediaplanetNL
Pensioen 3e editie, september 2013 Head of Content & Design: Stella van der Werf Designer: Imre Engbers Managing Director: Marc Reineman Project Manager: Bente Feldberg Business Developer: Anko Steenbeek Gedistribueerd: De Telegraaf, september 2013 Drukkerij: Drukkerij Noordholland Mediaplanet contact informatie: Telefoon: 020-7077000 Fax: 020-7077099 E-mail:
[email protected] Dit is een bijlage bij de Telegraaf. De inhoud van deze bijlage valt niet onder de hoofdredactionele verantwoordelijkheid van de Telegraaf.
Mediaplanet ontwikkelt hoogwaardige bijlagen die zich richten op een specifiek thema en de daarbij behorende doelgroep. Zo brengen wij lezer en adverteerder dichter bij elkaar.
Copyright Mediaplanet Publishing House Volledige of gedeeltelijke verveelvoudiging, openbaarmaking of overname van deze publicatie is slechts toegestaan met toestemming van de uitgever, met bronvermelding: Mediaplanet Publishing House.
Dat het pensioenstelsel aan verandering onderhevig is, is bekend. Maar dat werknemers en werkgevers – en DGA’s in het bijzonder – voor urgente beslissingen staan, is dat minder. Pensioendesk Nederland praat ons bij. Verplichtingen
Los van de wijzigingen die de werkgever en deelnemers raken, zien ook DGA’s forse wijzigingen op zich afkomen. Sinds oktober vorig jaar zijn de regels omtrent dividenduitkeringen aangepast en wordt de pensioenopbouw binnen de BV sterk gecontroleerd. “De keuze om binnen of buiten de BV pensioen op te bouwen, moet voor 2014 hernieuwd worden genomen”, zegt Van Beusekom. “Om aan verplichtingen te kunnen blijven voldoen, lijkt matiging in vele gevallen aan te raden. Er wordt
sterker gekeken naar de waarde van de middelen in het bedrijf.” Een standaardoplossing is er volgens de directeur niet en daarom onderstreept hij extra de urgentie. “We moeten per situatie goed bekijken welke opzet het gunstigst is. En een tip voor ondernemers en hun accountant: zorg voor een goed onderbouwd adviesrapport.”
Overheid stuurt op verschuiving risico’s naar werknemers Zonder overgang naar individuele beschikbare-premieregelingen blijft de betaalbaarheid van pensioenregelingen een probleem. Op 10 juni 2011 is er door sociale partners en overheid het zogenoemde Pensioen akkoord gesloten. Eén van de onderdelen was om premieschommelingen zoveel mogelijk te voorkomen. Deze afspraak wees op de overgang naar pensioenrege lingen waarbij een vaste gemaximeerde premie wordt betaald. Dit uitgangspunt is echter naar de achtergrond geschoven in het recente wetsvoorstel met betrekking tot de nieuwe financieringsregels voor pensioenregelingen. Pensioenfondsen moeten bij werkgevers en werknemers in beginsel minimaal een kostendekkende premie in rekening bren gen. Deze premie is afhankelijk van de marktrente en kan daardoor sterk bewe gen. In het wetsvoorstel is wel een moge lijkheid voor premiedemping opgenomen, ontwikkelingen verhouding nieuwe verzekerde pensioenregelingen
* schatting Aon Hewitt
Bron: DNB
maar stijging van de premie wordt nu niet zonder meer voorkomen. Pensioenfond sen gaan de premie voor een periode van 3 of 5 jaar vaststellen. Een stijging van de premie na deze periode gaat uitgesmeerd worden over de volgende premievaste periode. Belangrijk nadeel is ook dat de premie alleen afhankelijk is van de stand van de marktrente op één meetmoment, zijnde de laatste dag van de premievaste periode van 3 of 5 jaar. Ondanks het vorenstaande is een vas te premie voor pensioenfondsen in een middelloonregeling volgens het wetsvoor stel wel mogelijk. De consequentie is dan wel dat de pensioenopbouw beperkt moet worden als deze premie in enig jaar lager is dan de kostendekkende premie. Dat komt de transparantie richting de werk nemers niet ten goede. Het vertrouwen in pensioenfondsen zal er niet groter op worden indien medegedeeld wordt dat de pensioenopbouw gekort wordt. Voor ondernemingen die hun pensioen regeling bij een verzekeraar hebben on dergebracht zijn de afspraken uit het Pensioenakkoord ook niet realiseerbaar binnen een middelloonregeling. Bij verze keraars hangt de premie nu namelijk ook af van de marktrente op het moment van contractsverlenging. Door de lage rente hanteren verzekeraars veelal geen vaste rente meer.
Duidelijk is dat de betaalbaarheid van pen sioenregelingen sterk onder druk staat. Een lage marktrente leidt tot een premie verhoging terwijl in het Pensioenakkoord was afgesproken dat de pensioenpremies niet zouden stijgen. De plannen voor ver dere versobering van de fiscale kaders voor pensioenopbouw moeten de premie verhoging teniet doen.
het Pensioenakkoord lijkt al met al alleen haalbaar indien wordt overgegaan naar DCregelingen en daarmee een verschui ving van risico’s van de werkgever naar de werknemer.
De afgelopen jaren hebben nieuwe pensioenregelingen steeds vaker het karakter van een beschikbarepremie regeling (Defined Contribution regelin gen) gekregen. In DCregelingen wordt voor elke werknemer een leeftijdsaf hankelijk percentage van het pensioen gevend inkomen beschikbaar gesteld voor pensioenopbouw. Kenmerk van een DCregeling is dat het beleggingsrisico bij de werknemers komt te liggen. De trend naar DCregelingen zal de komende jaren versterkt voortzetten om premiestijgingen te voorkomen. Vanuit werknemersperspectief is echter de vraag of DCregelingen gewenst is voor ondernemingen met voornamelijk lager gesalarieerden. Er is weinig animo bij be drijfstakpensioenfondsen om DCregelin gen uit te voeren.
Drs. Frank (F.H.P.) Driessen AAG, Chief Commercial Officer.
De beoogde verbetering van de betaal baarheid van pensioenregelingen vanuit
“Voldoen aan wettelijke verplichtingen is niet voldoende voor succesvolle dienstverlening” Compliant zijn met pensioenwetgeving is verplicht en kostbaar, maar wie systemen, processen en portefeuilles goed inricht, zorgt juist voor een flinke besparing, weet Finavista. Dit Nederlandse bedrijf gebruikt haar kennis van pensioenproducten en -processen om adviezen te geven én te implementeren.
S
inds het begin van deze eeuw is er regelmatig gesleuteld aan onze pensioenwetgeving en met de veranderingen die aanstaande zijn, zullen er nog flink wat wijzigingen volgen. Het implementeren van wetgeving, zodat producten compliant zijn met wetgeving, blijft dan ook een van de belangrijkste trends binnen de pensioensector, stelt Marcel Schenk, Managing Director van Finavista. Een verplichting voor pensioenverzekeraars en –fondsen, die wat hem betreft een opstap is naar het verbeteren van gehele businessprocessen. “Organisaties worden vanuit de overheid of consumentenprogramma’s getriggerd om met hun processen en datakwaliteit aan de slag te gaan en doen vaak alleen wat wettelijk verplicht is. Er zijn echter extra stappen die juist geld opleveren als je ze goed uitvoert.” Een van die activiteiten is het rationaliseren van portefeuilles, die door de loop der jaren vele productvarianten zijn gaan bevatten. Wat zeker door de toename aan fusies steeds vaker voorkomt.
“Te uitgebreide portefeuilles vergen veel onderhoud”, zegt Managing Partner Niels Creutzburg. “Zeker wanneer dit onderhoud in verschillende systemen plaats moet vinden.” Hij wijst dan ook op een andere belangrijke activiteit; het verminderen van het aantal systemen door pensioenportefeuilles te converteren naar centrale administraties.
Buiten bronsysteem Bij haar projectmatige aanpak, gebruikt Finavista haar eigen Product Life Cycle Toolbox voor het schonen, onderhouden en migreren van productportefeuilles. “Daarmee kunnen we snel resultaat laten zien”, stelt Creutzburg. “Of dat nu gaat om relatief eenvoudige data-opschoning of verzekeringstechnische en actuariële checks.” Gedurende de projecten die Finavista uitvoert, kan het reguliere werk ook gewoon doorgaan, want alle gegevens worden uit het bronsysteem gekopieerd, bewerkt en weer terug in het systeem gezet. “De business hoeft dus niet te wachten op grote nieuwe releases,
die vaak maar eens per jaar zijn. Onze aanpak werkt snel en flexibel”, stelt Schenk.
Communicatiemiddelen Kenmerkend voor de aanpak van Finavista is dat zij ook de klantcommunicatie betrekt bij het verbeteren van businessprocessen. Door de juiste inrichting is het mogelijk om geheel geautomatiseerd correcte, gepersonaliseerde brieven en andere communicatiemiddelen te genereren. Finavista zorgt er daarbij voor dat alle communicatiestappen helder wor-
den vastgelegd. Wat niet alleen voordeel blijkt te bieden in het contact met de klant, maar ook bij controles van de AFM. “Als je gecontroleerd wordt, moet je kunnen aantonen dat je er alles aan hebt gedaan om je klant goed te informeren. Met onze werkwijze is dat eenvoudig”, stelt Schenk. Creutzburg merkt daarbij op dat het belang van correcte data in de (nabije) toekomst alleen maar toeneemt. “De kritische consument gaat steeds meer bepalen, voor succesvolle business moet je die te allen tijde goed informeren.”
4 · september 2013
inzicht
Een lage dekkingsgraad, korting op de pensioenuitkering, hogere premies, herstelplannen. Flarden uit krantenkoppen van de laatste tijd. Pensioenfondsen liggen onder vuur. Nederlanders hebben het idee dat beleggingen niets opleveren en dat hun pensioen wordt verkwanseld. “Een ongenuanceerd beeld dat niet gebaseerd is op feiten.” Dat is de mening van Tinka den Arend en Onno Steenbeek, twee experts van het pensioenuitvoeringsbedrijf APG.
‘Per persoon zit er meer in de pensioenpot dan ooit’ “Nederlanders werken gemiddeld bijna een dag in de week voor hun pensioen” Tinka den Arend Apg
“We leven langer: is dat goed nieuws of slecht nieuws?”
Onno Steenbeek APG
“Per persoon zit er meer in de pensioenpot dan er ooit in gezeten heeft. Het hele punt is dat er nu per persoon meer geld nodig is om hetzelfde pensioen uit te kunnen betalen. Dat heeft alles te maken met de lage rentestand en hogere levensverwachting.” Tinka den Arend en Onno Steenbeek werken al enige tijd bij APG. Tinka den Arend is senior beleidsmedewerker Corporate Strategie en Beleid. Zij is nauw betrokken bij beleidsinitiatieven op het terrein van de pensioenen en adviseur van de Raad van Bestuur van APG. Onno Steenbeek is hoogleraar Risicobeheer van Pensioenfondsen aan de Erasmus Universiteit en directeur Asset Liability Management bij APG. Naast zeer gewaardeerd spreker op en deelnemer aan diverse fora is hij ook enthousiast leraar over dit onderwerp op lagere scholen. “Met kennismaken met financiën en dus ook met pensioen kun je wat mij betreft niet jong genoeg beginnen. Het is hartstikke leuk en voor mij ook heel leerzaam om kinderen in de hoogste groep van het basisonderwijs les te geven over dit onderwerp. Ze stellen kri-
tische vragen en dwingen mij tot een heldere uitleg. Geen wollig verhaal, maar to-the-point.” Dat to-the-point-verhaal vinden Den Arend en Steenbeek vooral nu van het grootste belang. “We merken dat er veel onduidelijkheid bestaat over pensioenen. Het is ook best lastig. Enerzijds hebben we te maken met een verhoging van de AOW-leeftijd, anderzijds met onrust rond de waardevastheid van het pensioen. Die zaken lopen in de discussie vaak door elkaar. Het feit dat we langer leven, is niet het probleem. Wel de constatering dat we onverwacht nog langer leven dan we tot voor kort dachten. We weten al langer dat wij gemiddeld langer leven dan onze ouders. De grote verrassing was dat daar nog één à twee jaar is bijgekomen waarvoor niet door onze ouders is gespaard. We hebben dus heel wat uit te leggen en dat doen we graag.”
De basis: de opbouw van het pensioenstelsel “We kennen in Nederland drie pensioenpijlers”, vertelt Steenbeek. “De eerste wordt gevormd door de Algemene ouderdomswet, de AOW. Die voorziet mensen die de AOW-leeftijd hebben bereikt van een basisinkomen. De kosten
voor de AOW lopen op. Tegelijkertijd zien we dat het aantal werkenden dat deze kosten moet dragen vermindert. Door de vergrijzing neemt het aantal dat recht heeft op AOW toe met ongeveer twee miljoen. Nu staan er tegenover elke AOW’er vier werkenden. In 2040 zijn dat er nog maar twee. Dit betekent dat minder mensen de uitgaven voor de AOW moeten opbrengen. Terwijl de kosten van de AOW naar verwachting oplopen van € 30 miljard nu, tot ongeveer € 50 miljard in 2040. Daarom gaat de AOW-leeftijd sinds dit jaar stapsgewijs omhoog, tot 67 jaar in 2021.” De tweede pijler bestaat uit het verplichte collectieve pensioen. Meer dan 90 procent van de werknemers bouwt via de werkgever pensioen op in deze tweede pijler. Steenbeek: “Het werknemerspensioen is onderdeel van het arbeidsvoorwaardenoverleg. In veel landen wordt pensioen gezien als een financieel product, in Nederland wordt het behandeld als uitgesteld loon. De werkgever geeft je salaris en zorgt straks ook voor je als je met pensioen gaat.
Verhouding premie en rendement
Rendement uitkeringsfase 40%
Premie 20%
Rendement opbouwfase 40%
Werkgevers en werknemers maken hierover onderling afspraken. Wanneer een werkgever een pensioenregeling aanbiedt, zijn de werknemers bijna altijd verplicht daar aan deel te nemen. Een werkgever brengt een pensioenregeling onder bij een ondernemingspensioenfonds of een verzekeringsmaatschappij of valt onder een verplichtgesteld bedrijfstakpensioenfonds of even-
tueel een beroepspensioenfonds.” Wat voor veel werknemers niet duidelijk is, is hoe de premie binnen een collectieve pensioenregeling is opgebouwd. Den Arend: “Binnen een collectieve pensioenregeling maakt de werkgever iedere maand automatisch een premie over naar het pensioenfonds. Gemiddeld bedraagt deze premie iets meer dan 15 procent van het brutoloon. De werkgever betaalt gemiddeld ongeveer 60 procent van de premie en de werknemer 40 procent (die laatste is terug te vinden op het loonstrookje), maar dit kan per sector of onderneming verschillen. Nederlanders werken dus gemiddeld bijna een dag in de week voor hun pensioen.” Individuele aanvullende pensioenvoorzieningen vormen de 3e pijler van ons pensioenstelsel. Den Arend: “Bijvoorbeeld lijfrenten, koopsommen en levensverzekeringen. Daarmee kan vaak fiscaal aantrekkelijk voor extra pensioen worden gespaard. Bijvoorbeeld om een pensioengat aan te vullen of eerder met pensioen te gaan. Zelfstandigen moeten in de meeste gevallen zelf voor hun aanvullende pensioen zorgen. Zij maken vaak gebruik van deze derde pijler.”
De voordelen van een collectief pensioen Binnen collectieve pensioenfondsen kunnen deelnemers niet (direct) kiezen hoeveel geld zij inleggen, in welk pensioenfonds zij participeren en hoe dit geld wordt belegd. En als de pensioenfondsen dan ook nog eens een slechte pers scoren, laait de discussie op of we in Nederland niet moeten overstappen op pensioenregelingen waar deelnemers meer eigen verantwoordelijkheid krijgen. Een veelgenoemd voordeel van dergelijke meer individuele pensioenregelingen is de keuzevrijheid die deelnemers dan hebben. Het is eenvoudiger mee te nemen naar een andere werkgever en je weet exact wat je op elk moment aan pensioen hebt opgebouwd. Steenbeek: “Ik denk niet dat Nederland
Foto’s: Harold Makaske
zit te wachten op vrijwillig individuele pensioenregelingen. Uit talloze onderzoeken blijkt dat enige mate van verplichtstelling van belang is om mensen een goed pensioen te laten opbouwen. Mensen blijken het heden belangrijker te vinden dan de toekomst. Dit leidt er toe dat mensen te weinig sparen voor de oude dag. Ze hebben weinig zelfdiscipline en stellen het sparen steeds weer een jaartje uit. De verplichtstelling behoedt werknemers hiervoor. Maar er zijn andere regelingen denkbaar waar verplichtstelling van toepassing is en waar desondanks meer keuzevrijheid is. In de huidige pensioendiscussie wordt over allerlei mogelijke aanpassingen nagedacht, maar collectiviteit en solidariteit in een verplichtgestelde regeling worden in het algemeen als cruciale ingrediënten gezien van een goed pensioenstelsel.” Professioneel beleggen is volgens Den Arend een ander voordeel van collectief pensioensparen. “Veel deelnemers hebben zelf beperkte financiële kennis en vaardigheden op het gebied van beleggen. Dat is helemaal niet erg. Bovendien is dit behoorlijk ingewikkelde materie. Onderzoek heeft aangetoond dat veel individuele beleggers beslissingen nemen op emotionele gronden. Een gevolg daarvan is dat ze te vaak handelen, wat tot hogere kosten leidt en bovendien hebben individuele beleggers de neiging om procyclisch te beleggen: ze kopen bijvoorbeeld aandelen wanneer het erg goed gaat en aandelen dus duur zijn, en verkopen de aandelen weer wanneer ze in waarde zijn gedaald.”
september 2013 · 5
Strenge eisen, lage dekkingsgraad
verwachting voor
2050 24,3
verwachting voor
2050 verwachting voor 21,5 2050 20,3
verwachting voor
Mannen
Stel: een pensioenfonds moet een deelnemer over 20 jaar € 10.000 aan pensioen uitkeren. De Nederlandsche Bank stelt dan hoeveel geld tegen welke rente je nu op de bank moet zetten om zonder risico over 20 jaar precies dat bedrag te hebben. Als de rente tien procent is, hoef je maar weinig op de bank te zetten (€ 1.500).Als de rente twee en een half procent is – zoals nu – dan moet die inleg ruim viermaal zo hoog zijn (€ 6.100) om na 20 jaar tot hetzelfde bedrag te komen. tot een stijging van de pensioenverplichtingen met ongeveer 15 procent. Twee en een half procent rente levert nou eenmaal minder op dan vier procent. Hierdoor voldoen pensioenfondsen niet aan de buffereisen, ondanks een goed rendement van gemiddeld zeven procent op de beleggingen. Voeg daar de hogere dan verwachte toegenomen levensverwachting nog aan toe, en je hebt te maken met een lagere dekkingsgraad.”
De toekomst? We moeten ons pensioenstelsel koesteren, volgens Den Arend en Steenbeek. “Het wordt wereldwijd beoordeeld als één van de beste systemen. In sommige landen was het zo dat iemand die in 2007 met pensioen ging voor de rest van zijn leven twee keer zoveel kreeg als iemand die in 2009 met pensioen ging, terwijl zowel premie-inleg en beleggingsbeleid exact gelijk waren. Deelnemers aan een collectief pensioenfonds hebben daar minder last van. Ook bij ons ontstonden er na 2008 problemen. Maar die hoef je niet van het ene op het andere moment op te lossen. En ook niet als individu. Je deelt winst en verlies met elkaar, zodat de verschillen tussen opeenvolgende generaties kleiner zijn. Grote institutionele partijen, zoals pensioenfondsen, hebben een lange adem en kunnen tijdelijke verstoringen op markten opvangen. Maandelijkse uitbetaling van pensioenen is en blijft het uitgangspunt en die betalingen zijn niet in gevaar geweest. Het zou mooi zijn als we de enorm verre horizon van het pensioen wat meer kunnen uitbuiten. Door de toezichtregels worden pensioenfondsen nu teveel gedwongen om naar de korte termijn te kijken. Op dit moment zit het economisch gezien niet mee, de overheid moet fors bezuinigen, consumenten hebben geen vertrouwen in de economie en geven steeds minder uit. En de onrust rond pensioenfondsen draagt bij aan deze onzekerheid. We moeten proberen om dit te doorbreken, zodat pensioenfondsen weer een stabiliserende rol in de Nederlandse economie kunnen spelen.”
Actueel in
2012 20,3
Actueel in
2004 19,1
2050 17,5
Actueel in
Pensioenen worden met name betaald uit de opbrengst van beleggingen. En die rendementen zijn goed. Zo heeft ABP in 2012 een rendement gemaakt van 13,7 procent - een groei van het vermogen met € 35 miljard – en is het 20-jaars gemiddelde rendement van het fonds ruim 7 procent. Uit deze cijfers blijkt dat deelnemers profiteren van een collectieve pensioenregeling, waarbij risico’s kunnen worden gedeeld. Een simpel rekensommetje. Een ABP-deelnemer heeft in 2012 elke € 100 zien stijgen tot € 113,70, terwijl de kosten voor deze vermogenstoename 73 cent bedroegen.
Prognose levensverwachting op 65 jarige leeftijd
2012 17,2
Beleggen en pensioenfondsen is de laatste tijd geen gelukkige combinatie. Bij het publiek lijkt de mening te overheersen dat er door negatieve beleggingsrendementen moet worden gekort op pensioenen. “Dit is gewoon niet waar”, benadrukt Steenbeek. “Dat misverstand moeten we echt wegnemen. Een collectief pensioenfonds belegt voor verschillende generaties tegelijk op een uniforme manier. Zo profiteren ook ouderen tot op het laatste moment van de hogere rendementen van beleggingen met een wat hoger
Risico en rendement
ger te beleggen, dan zorgt dit er voor dat de pensioenpremie fors omhoog moet gaan, of de pensioenuitkering omlaag. Hoe minder collectiviteit in de regeling, des te minder risico’s gedeeld kunnen worden binnen generaties en tussen verschillende generaties. Er wordt momenteel nagedacht over allerlei nieuwe soorten regelingen om toch wat meer individuele keuzes toe te laten, maar we moeten oppassen dat dit niet ten koste gaat van de voordelen die de huidige regelingen bieden.” Met beleggen nemen pensioenfondsen volgens Den Arend gecalculeerde risico´s. “Je spreidt je beleggingen goed over verschillende regio’s en verschillende beleggingscategorieën en zorgt ervoor dat een goed rendement wordt gehaald tegen een acceptabel risico. Het beeld dat echter blijft hangen is dat er in 2008 veel geld is verloren en dat de ingelegde premie is verkwanseld door slechte beslissingen. 2008 was inderdaad een moeilijk beleggingsjaar, maar het jaar daarna is er weer veel verdiend. Het goede nieuws is altijd minder interessant. Jaar na jaar werden weer records gebroken. De afgelopen 20 jaar haalden we bijvoorbeeld voor één van onze klanten een gemiddeld rendement van ruim 7 procent per jaar. Er is steeds meer geld van de ingelegde premie gemaakt. Per persoon zit er meer in de pensioenpot dan er ooit in gezeten heeft. Het hele punt is dat er nu per persoon meer geld nodig is om hetzelfde pensioen uit te kunnen betalen. Dat heeft alles te maken met de lage rentestand en hoge levensverwachting.”
Actueel in
Wegnemen misverstand
risico. Dat is erg belangrijk, want een groot deel van de huidige pensioenen moet nog worden gefinancierd uit het rendement dat pensioenfondsen behalen voor deelnemers na hun pensioenleeftijd. Nog specifieker? Wanneer pensioenfondsen een gemiddeld netto rendement behalen van zes procent, draagt de ingelegde pensioenpremie gemiddeld voor 20 procent bij aan de uiteindelijke pensioenuitkering, terwijl ongeveer 80 procent van de pensioenuitkering wordt behaald door beleggingsrendement. Dat kan nog verder onderverdeeld worden: circa 40 procent van de uitkering bestaat uit het rendement in de opbouwfase en nog eens 40 procent uit het rendement in de uitkeringsfase. Wanneer pensioenfondsen er voor kiezen veili-
2004 15,4
Lagere kosten zijn ook een groot voordeel. Een pensioenfonds voert voor een grote groep mensen dezelfde regeling uit. Bovendien zijn het stichtingen zonder winstoogmerk. “De invloed van kosten op de totale pensioenuitkering is aanzienlijk”, vertelt Den Arend. “Jaarlijkse kosten van één procent van het opgebouwde pensioen leiden uiteindelijk tot een ongeveer 27 procent lagere pensioenuitkering. Onderzoek heeft aangetoond dat collectieve pensioenregelingen een stuk goedkoper zijn dan individuele pensioenregelingen, en hoe groter het collectief, des te lager de kosten. Het voordeel van de grote groep speelt ook een rol bij het delen van de risico’s. Die kunnen over een lange periode en over verschillende generaties worden gespreid. Dus als de economie - zoals nu - in een crisis verkeert, vangen deelnemers van pensioenfondsen de tegenvallers met elkaar op. Net zoals pensioenfondsen, wanneer het goed gaat, de meevallers samen delen.”
De Nederlandsche Bank speelt als toezichthouder een steeds belangrijkere rol. Er worden strenge eisen gesteld aan pensioenfondsen. Steenbeek: “Een goede zaak, helemaal passend in deze tijd. Vooral ook als je als pensioenfonds te maken krijgt met een dalende dekkingsgraad. Een fenomeen waarover in de publieke opinie een ongenuanceerd beeld is ontstaan. De financiële gezondheid van een pensioenfonds wordt gemeten aan de hand van de dekkingsgraad. Deze geeft de verhouding weer tussen het vermogen, de bezittingen, aan de ene kant en de waarde van de toekomstige uit te keren pensioen, de verplichtingen, aan de andere kant. Pensioenfondsen stonden er in 2007 prima voor. Ze hadden een stevige buffer, om alle ambities waar te kunnen maken en in slechte tijden een schok te kunnen opvangen. Die schok kwam in 2008 en de buffer was verdwenen. De fondsen moeten die weer opbouwen, hiervoor zijn herstelplannen gemaakt. De toezichthouder eist inmiddels dat er nog zorgvuldiger naar de toekomst wordt gekeken om het pensioen op te bouwen. Om daar zekerheid over te krijgen verplicht de Nederlandsche Bank pensioenfondsen om uit te gaan van een risicovrij rendement van momenteel ongeveer twee en een half procent. Dit wordt de rekenrente genoemd die elke maand door de toezichthouder wordt gepubliceerd op de website.” “Bewegingen in die rekenrente hebben een groot effect op de verplichtingen”, aldus Den Arend. “Om de huidige waarde van de verplichtingen te bepalen, wordt de inschatting van de toekomstige uitkeringen vastgesteld met de risicovrije rekenrente van twee en een half procent. Dit percentage was een aantal jaren geleden nog ruim vier procent. Gemiddeld leidt een daling met één procentpunt
Voorbeeld rekenrente
Vrouwen
geert struiksma
[email protected]
Een realistische kijk op pensioen Hoe wordt pensioen opgebouwd? In Nederland gebeurt dat meestal met de premies die werkgevers en werknemers daarvoor samen betalen. Deze premies worden belegd door pensioenuitvoerders, die van het resultaat na de pensionering een pensioen uitkeren. Door de aanhoudend lage rente en het feit dat mensen steeds langer leven, wordt het steeds kostbaarder om een vast uitkeringsbedrag te garanderen. Toch blijven de meeste werkgevers en hun werknemers blindelings een gegarandeerde uitkering kiezen voor als ze straks met pensioen gaan. Dat is niet altijd verstandig. Garanties kunnen wel zekerheid bieden, maar ook de kans dat je jezelf ‘gegarandeerd’ tekortdoet. Dit betogen Bianca Tetteroo, divisievoorzitter Pensioen & Leven van Achmea, en Gideon Lamot, senior marktmanager Pensioen van Achmea.
Een zeker pensioen of een optimaal pensioen? In het leven is weinig zeker. Maar als het om pensioen gaat, denken de meeste mensen dat het nog steeds verstandig is - en daarom ook de voorkeur heeft - om vast te leggen hoeveel je uitgekeerd krijgt als je met pensioen gaat. “Ik begrijp goed dat mensen die zekerheid graag willen”, zegt Bianca Tetteroo. “Maar ik weet ook dat veel mensen niet beseffen wat de kosten van garanties doen met de hoogte van het te behalen pensioen. Dat moeten we uitleggen. Consumenten hebben recht op eerlijke en volledige informatie. Zeker als het gaat om belangrijke beslissingen zoals een pensioenregeling.”
Garanties vragen hoge premie Een gegarandeerd pensioen was lange tijd de norm in Nederland. Onderzoek leert dat nog steeds bijna 70 procent van de werknemers in Nederland een pensioen wil waarvan vooraf bekend is hoe hoog de uitkering is. Ook een meerderheid van hun werkgevers zou dit nu nog adviseren. Maar wat zijn garanties waard? In de media wordt de laatste jaren breed uitgemeten hoe de grote pensioenfondsen telkens kortingen moeten doorvoeren op pensioenen die in de beleving van de pensioendeelnemers gegarandeerd zijn. “Dit laat zien dat pensioengaranties alleen zijn waar te maken tegen hele hoge premies. Dat heeft te maken met de huidige lage rentes en het feit dat we allemaal langer leven”, legt Bianca Tetteroo uit. De prijs van zekerheid Nu al weten welk bedrag je krijgt als je met pensioen gaat, lijkt een geruststellende gedachte. Maar om die zekerheid te kunnen geven, moet de pensioenverzekeraar twee soorten risico’s afdekken, zoals Bianca Tetteroo uitlegde: het renterisico en het langlevenrisico. Beide risico’s nemen toe: de rente is al een ruime periode laag en onvoorspelbaar en mensen leven steeds langer. Daardoor wordt het steeds moeilijker en kostbaarder om te garanderen welk bedrag je straks uitgekeerd krijgt. “De kosten voor het verzekeren van deze risico’s”, licht Gideon Lamot toe, “bedragen 15 tot 20 procent van de pensioenpremie. Daarvoor krijg je inderdaad een gegarandeerde pensioenuitkering terug. Maar als je in plaats daarvan ervoor kiest om de pensioenpremie te beleggen, bijvoorbeeld in lifecycle-fondsen, dan zou je pensioeninkomen uiteindelijk 15
tot 20 procent hoger kunnen zijn. Je zou jezelf dus de vraag kunnen stellen: is dat de prijs die je wilt betalen in ruil voor zekerheid?”
Behoud van koopkracht “Maar er is nog een grote onzekere factor”, voegt hij toe, “en dat is het risico van de inflatie. Anders gezegd: als de prijzen stijgen, kun je voor je euro minder kopen. Je koopkracht neemt dus af. Dit risico kun je niet onderschatten. Op dit moment is de inflatie in Nederland bijna 3 procent. Bedenk dat 2 procent inflatie er al toe leidt dat je koopkracht na 35 jaar met de helft is verminderd. Dit betekent dat je dan nog maar de helft kunt besteden van wat je nu doet. Wil je ook dat risico afdekken, dus je koopkracht behouden, dan zul je hoge kosten moeten maken.” “Wat in de praktijk niet te doen is”, vult Bianca Tetteroo aan. “De garanties die vandaag de dag nog enigszins haalbaar zijn, kunnen de inflatie niet of nauwelijks bijbenen. Dit betekent dat pensioenen wel in euro’s gegarandeerd worden, maar niet in behoud van koopkracht. Je creëert dan eigenlijk een vals gevoel van zekerheid. Garanties die de inflatie wel compenseren, zouden enorm kostbaar zijn.” Leren leven met risico “Iedereen zal voor zichzelf de afweging moeten maken of het vasthouden aan garanties verstandig is.” vervolgt Gideon Lamot. “Zeker voor jonge mensen is het niet meer houdbaar. Bij de huidige lage rente en verwachte ontwikkeling van de levensduur zijn garanties een illusie en gaan ze ten koste gaan van je pensioeninkomen.” Bianca Tetteroo: “Als we blijven streven naar een waardevast gegarandeerd pensioen, worden de premies onbetaalbaar voor de werkgever. Dat zou bovendien de concurrentiepositie van Nederland aantasten, omdat pensioenpremies een onderdeel van de loonsom zijn. Kortom, we zullen anders over pensioen moeten gaan nadenken en ons realiseren dat pensioenregelingen niet meer zonder risico kunnen zijn.” Een nieuwe visie Dit besef was voor Achmea aanleiding voor de ontwikkeling van een nieuwe visie op pensioen, waarbij een zekere mate van risico wordt geaccepteerd in een optimale ver-
houding tot het rendement. “Ook al hebben we tot nu vooral over garanties en rentes gesproken,” stelt Gideon Lamot, “toch blijft naast de uitvoeringskosten de opbrengst van de beleggingen - het rendement dus voor het overgrote deel bepalen wat het pensioen later in koopkracht oplevert. Eén procent meer of minder rendement in je beleggingen scheelt gedurende 40 jaar pensioenopbouw al gauw een kwart aan pensioen. Centraal in onze visie op pensioen staat daarom ons beleggingsbeleid.”
Kijken naar de lange termijn Beleggen gaat niet zonder risico’s. En in het verleden behaalde rendementen geven geen garantie voor de toekomst. Toch is het zinvol te kijken naar het resultaat van beleggingen van pensioenpremies over een langere periode; zo wordt pensioen immers ook nu opgebouwd. Op deze langere termijn zien we dat de risico’s van bijvoorbeeld aandelenbeleggingen aanvaardbaar zijn en dat voorheen ‘veilige’ beleggingen, zoals obligaties, onvoldoende opleveren. Dat hebben we gezien bij Griekenland en Cyprus. Als de grote pensioenfondsen in de jaren tachtig niet ook op aandelen waren overgegaan, zou het resultaat van hun beleggingen in 2009 maar liefst 30 procent lager zijn uitgevallen. En dat ondanks de huidige crisis, de dotcom-crisis en de dip in de jaren tachtig, met de bijbehorende malaise op de aandelenbeurzen. Pensioengericht beleggen Bianca Tetteroo: “Juist omdat beleggingen voor zo’n groot deel je pensioen bepalen, geven we daar volledige openheid in. Ons beleggingsbeleid is nauwgezet en zorgvuldig toegespitst op het behalen van een goed pensioen. Dus niet op het hoogste rendement ten koste van alles. De kunst is juist te streven naar een goed rendement én tegelijk risico’s te beperken. Daar bestaat een optimale verhouding tussen. Die hebben we bepaald door enorm veel economische scenario’s door te rekenen, met als opdracht dat de opbrengst zo hoog mogelijk moet zijn, juist als het tegenzit. Zo geef je bescherming aan de onderkant en voorkom je dat het pensioenkapitaal verloren kan gaan. Daarnaast laten we de beleggingsrisico’s afnemen in de jaren voordat het pensioen ingaat, aansluitend op de wijze waarop het
ingegane pensioen wordt belegd. Zo ontstaat steeds meer zekerheid over het uiteindelijk te behalen pensioen. Dit noemen wij pensioengericht beleggen.”
Kortom “Kortom “ besluit Bianca Tetteroo, “onze vorm van pensioengericht beleggen biedt geen garanties. Maar heeft ook niet de hoge kosten van garanties. Wel kunnen we als grote pensioenverzekeraar profiteren van schaalvoordelen en zo een groter deel van de pensioenpremie inzetten voor de opbouw van voldoende pensioen, met een beperking van de risico’s als het economisch tij tegenzit. We hebben laten onderzoeken of werknemers die onzekerheid over hun pensioenuitkering acceptabel vinden, in ruil voor de kans op een voldoende pensioen. Als we dat goed duidelijk maken, blijkt dat steeds meer het geval te zijn, zeker bij de jongere generaties. Dat vinden wij een positieve ontwikkeling, die onze keuzes bevestigt.” Twee pensioenvormen De meeste mensen in Nederland hebben een pensioenregeling bij hun werkgever. Tot voor kort was dat vaak een uitkeringsovereenkomst. Daarbij krijgen werknemers direct een gegarandeerd pensioen; ze weten precies welk bedrag ze straks, als hun pensioen ingaat, kunnen verwachten. De regeling die steeds vaker wordt afgesloten, is de premieovereenkomst. Daarbij bouwen de werknemers een kapitaal op, dat een pensioenverzekeraar voor hen belegt. Op de pensioendatum wordt op basis van dat kapitaal bepaald welk pensioen daarmee kan worden ingevuld. Achmea: solide partner in pensioen Achmea is niet alleen het grootste verzekeringsconcern, maar ook een van de grootste pensioenuitvoerders van Nederland. Achmea Pensioen & Leven is de enige Nederlandse pensioenuitvoerder met zowel een stabiele A+-rati ng (2002) als een stabiel vooruitzicht (Standard & Poor’s). Binnen Achmea distribueert Avéro Achmea pensioenoplossingen via onafhankelijke Pensioenadviseurs en Centraal Beheer Achmea biedt pensioenoplossingen direct aan werkgevers aan
september 2013 · 7
inspiratie
Pensioenkeuze is een onderwerp waarbij de aandacht van mensen kort is en de hang naar zekerheid groot. De keuze voor een realistisch pensioen gaat gepaard met belangrijke afwegingen over kosten en rendement.
Mart Vreven Chief Broking Officer Aon Hewitt
Pensioengaranties: ‘We moeten het verleden loslaten’
Korte aandacht beleggingskeuzes vraagt om effectieve uitleg pensioen “De kosten van garanties liggen momenteel erg hoog”,zegt Patricia Schellen, Director Employee Benefits bij MontClair. “In feite financier je je eigen garantie en krijg je er eigenlijk weinig extra’s voor terug.Door emotie is de behoefte er nog steeds.Zelfs als je helder uitlegt hoe het zit.” Het voornaamste punt in het aanbod dat werkgevers bieden, moet volgens Schellen dan ook de keuzevrijheid voor deelnemers zijn.Wat betekent dat een garantieregeling - ondanks de hoge kosten - deel uit moet maken van het aanbod dat een werkgever biedt. Of wanneer er alleen een regeling met garantie beschikbaar is dat er wordt gezocht naar alternatieven. “Werknemers moeten de mogelijkheid krijgen om een hogere investeringsopbrengst te halen dan mogelijk is met een garantieregeling”, aldus Schellen. Wel wijst zij nog op een tamelijk onbekend nadeel van garantieregelingen.“Bij sommige regelingen stellen de bepalende voorwaarden dat je pensioengeld minimaal 10 jaar in de regeling moet blijven,wat binnen moderne carrières niet gebruikelijk is. Maak je gebruik van waardeoverdracht dan vervalt de garantie, waardoor de premie voor niets zo hoog was.”
Korte aandacht Een goede keuze blijkt te staan of te vallen bij persoonlijke aandacht en heldere taal. Indien mogelijk één-opéén, maar in de praktijk vaak middels
ook dat een gekozen regeling lang houdbaar moet zijn.Volgens Schellen wordt er namelijk weinig geswitcht. Vrij wisselen doet minder dan 5 procent van de deelnemers.
Marktwerking
Patricia Schellen
DIRECTOR EMPLOYEE BENEFITS BIJ MONTCLAIR
kleine groepspresentaties. “De aandacht die mensen op kunnen brengen voor beleggingskeuzes is erg kort”, zegt Schellen. “Nadat de keuze is gemaakt, zijn veel mensen de aandacht
“Werknemers moeten de mogelijkheid krijgen om een hogere investeringsopbrengst te halen dan mogelijk is met een garantieregeling.” alweer kwijt. Daarom is het belangrijk dat we alle vragen kunnen beantwoorden als we op de werkvloer zijn. Een informatiesetje naar een huisadres sturen,werkt bijvoorbeeld niet.” De selecte interesse die er is, betekent
Om het werkgevers en deelnemers zo eenvoudig mogelijk te maken, wordt veel aandacht besteed aan het vergelijkbaar maken van verschillende regelingen. En dat verloopt volgens Schellen anders dan enige jaren geleden. Door de transparantie is de prijs van producten naar beneden gegaan, waardoor de aandacht is verschoven naar de inhoud. “De marktwerking heeft zijn werk gedaan”, zegt Schellen. “We focussen ons nu meer op de prestaties van fondsen. Dat begint bij adviseurs en ik verwacht dat dit verder doorwerkt richting werkgevers en werknemers.” Zij heeft dan ook nog niet het idee dat werkgevers zich op dit moment al in het bijzonder verdiepen in bijvoorbeeld lifecycle-rendementen. “Veel werkgevers hebben momenteel iets anders aan hun hoofd of hebben nog een contract lopen voor enkele jaren. Daar komt de aandacht pas weer als ze richting het punt van verlenging gaan.”
niels achtereekte
[email protected]
Nederland heeft een hoge verzekeringsdichtheid en dat zien we terug in de keuze voor onze pensioenopbouw. We maken relatief veel gebruik van garanties. Steeds meer signalen duiden er echter op dat garanties niet houdbaar zijn. “Het gegarandeerde rendement wordt vaak ook gehaald zonder de beschermende maatregelen”, stelt Mart Vreven, Chief Broking Officer bij Aon Hewitt.
is nog geen hele grote ontwikkeling, maar het is duidelijk dat de vraag zich richting ‘defined contribution’ - een pensioenregeling op basis van een beschikbare premie - ontwikkelt ” Niet ieder bedrijf heeft echter goed voor ogen welke regelingen geschikt zijn. Wat niet per definitie negatief blijkt. Zeker niet wanneer het advies anders uitpakt dan een ondernemer verwacht. Vreven: “Strookt een uitkomst niet, dan krijg je juist een boeiende discussie, wat als voordeel heeft dat het bewustzijn binnen de organisatie groeit.”
Garanties zijn een kwestie van emotie, zegt Vreven, waardoor we de hoge kosten niet zo rationeel bekijken als zou kunnen. En die kosten zorgen ook nog eens voor een paradox. “Door de hogere kosten moet je een hoger rendement halen, waardoor je weer risicovoller moet beleggen”, legt Vreven uit. “Dat bijt elkaar.” Volgens hem blijken de kosten die gemaakt zijn om een uitkering te garanderen vaak ook helemaal niet nodig te zijn geweest. Het gegarandeerde rendement van 2 tot 3 procent wordt ook gehaald zonder de beschermende maatregelen. “We merken dat mensen dat achteraf een flinke teleurstelling vinden.”
Dubbele risicoverlaging
Boeiende discussie Een belangrijke vraag is hoe je als adviseur ondanks deze tegenstelling tot een passend aanbod komt. Vreven noemt het, het onvergelijkbare vergelijkbaar maken. Dat betekent niet alleen vragen stellen over harde getallen, maar ook over de zachte kant. Hoeveel risico wil een werknemer of werkgever lopen? En wat is hij bereid te betalen om die risico’s af te dekken? Het valt de adviseur daarbij op dat werkgevers tegenwoordig vrij goed ingelezen zijn en dat vooral de wens voor een voorspelbare premie groeit. “Het
De afgelopen jaren is er binnen het aanbod van verzekeraars meer aandacht gekomen voor beleggen dat past bij de levensfase van werknemers.Een positieve ontwikkeling,vindt Vreven, waarin meer rekening wordt gehouden met de wensen van werknemers. “Maar ik zie wel veel verschil in de invulling van de uitvoering van deze regelingen.Er is een continue slag nodig om producten vergelijkbaar en begrijpelijk te maken voor deelnemers en werkgevers.” In het ‘levensfase denken’ worden ook extra garanties afgesloten, wat dubbelop is, aangezien levensfase beleggingen bedoeld zijn om zo evenwichtig mogelijk risico te nemen. Deelnemers betalen wel hoge kosten voor deze garanties. Vrevens conclusie is dat zowel bedrijven en deelnemers als de sector zelf moeite hebben met het loslaten van het verleden. “Er wordt gezocht naar een tussenoplossing.Daar is vraag naar,maar we moeten ons goed blijven afvragen of de hoge kosten wel houdbaar zijn.”
niels achtereekte
[email protected]
HET GEMAK VAN EEN MODERN PENSIOEN
Wilt u ook een betaalbare pensioenregeling voor uw werknemers met moderne tools? Wij nemen u graag werk uit handen, zodat u zich kunt richten op andere zaken. Bij BeFrank krijgt u onder meer: - een
snelle
implemetatie
van
de
pensioenregeling; - een koppeling met uw salarispakket voor het geautomatiseerd verwerken van mutaties; - online dienstverlening voor u én uw werknemers, zowel Nederlands als Engels; - per werknemer een pensioenportaal met realtime beleggingsinformatie; - een innovatieve pensioenplanner en de App ‘Mijn pensioen’. BeFrank bundelt de online kracht van BinckBank met de pensioenkennis van Delta Lloyd. Ontdek BeFrank en kijk op BeFrank.nl of download de App ‘Mijn Pensioen’.
september 2013 · 9
inzicht
‘Mensen zien alleen de versobering’
Jouw extra pensioen AOW
Zelf geregeld
Jouw pensioenregeling Van de werkgever(s)
AOW Van de overheid
De invloed op het pensioen ligt te ver van deelnemers af, stelt Michael Visser, onderzoeker bij Tilburg University. Het is tijd het tij te keren door het pensioendenken te verbreden. Ook moeten de perverse elementen uit het huidige stelsel snel worden weggenomen.
Van de overheid
Jouw pensioenregeling Van de werkgever(s)
Jouw extra pensioen Zelf geregeld
Vroeger
Nu
Ruime keuzemogelijkheden met aandacht voor pensioen, wonen en zorg pensioenstelsel, stelt monetair econoom Lex Hoogduin. “We moeten naar individuele eigendomsrechten toe.”
moeilijk. De plannen van mevrouw Klijnsma zullen niet tot veranderingen leiden die groot genoeg zijn.”
Communicatie
Lex Hoogduin
MONETAIR ECONOOM
Keuzevrijheid en heldere communicatie moeten de pijlers zijn van het nieuwe
Ons pensioenstelsel is jarenlang een van de koplopers geweest, maar door de veranderende wereld hebben we last van de remmende voorsprong. Er is volgens Hoogduin dan ook behoefte aan een nieuw pensioensysteem waarin het individu centraal staat.Hij ziet dat vooral jongeren door de lage rente en de tekorten weinig vertrouwen meer hebben, maar de sector en de politiek hebben er moeite mee om een streep onder het oude systeem te zetten. “We moeten toe naar individuele eigendomsrechten met ruimere keuzemogelijkheden, waarbij aandacht is voor pensioen, wonen en zorg”, stelt hij. “Door gevestigde belangen blijken dit soort bewegingen
Bij een meer individuele aanpak hoort een andere, betere manier van communiceren.Hoogduin pleit voor striktere regels voor transparantie wat het risicobewustzijn bij deelnemers moet vergroten. Vier dingen staan volgens hem centraal: wat iemand moet betalen, wanneer zijn pensioen ingaat, welke levenstandaard hij probeert te bereiken op dat moment en hij minimaal acceptabel vindt. “Drie van de vier kun je kiezen, de vierde ligt vast. Wil je een hoog en vroeg pensioen, dan betaal je meer”, aldus Hoogduin. “Daarvoor moet je niet langer verplicht bij een fonds hoeven aansluiten, maar zelf de uitvoerder kunnen kiezen.” De ruimere keuzemogelijk-
heid vragen daarbij om toelating van nieuwe producten. Een deel van het pensioen moet door jonge mensen bijvoorbeeld naar voren gehaald kunnen worden om te gebruiken voor de hypotheek.Ouderen zouden hetzelfde principe toe kunnen passen voor zorg. “De schotten moeten tussen deze mogelijkheden uit”,aldus Hoogduin.
Risico’s Om tot een goed pensioenresultaat te komen, is Hoogduin voorstander van management in reële termen. En dat zorgt voor een omkering in beleggingsrisico’s. “Overheidsobligaties worden risicovol,want die stijgen niet met de koopkracht mee”, legt hij uit.“Aandelen stijgen wel mee,dus die worden juist veiliger.” niels achtereekte
[email protected]
‘We mogen problemen niet langer voor ons uitschuiven’ Omdat het onduidelijk is van wie het pensioengeld nu eigenlijk is, is er gebrek aan draagvlak voor het huidige pensioenstelsel. Volgens Ilja Boelaars, PhD student economie aan de Universiteit van Chicago, moet voor iedereen duidelijk zijn hoe het geld verdeeld wordt, van wie het is en wat er gebeurt als de beurs tegenvalt. “Transparant zijn kan niet met één collectieve pensioenpot, maar
wel met één rekening per deelnemer”, zegt Boelaars. “Zo kan een deelnemer precies bijhouden hoe zijn geld belegd is en zelf kiezen via welke pensioenaanbieder hij dat doet. Dat scheelt een hoop discussie.” Hoewel veel gesproken wordt over de rol van jongeren, zijn het volgens Boelaars juist de ouderen die momenteel onnodig risico lopen. “Jong en oud zitten in één fonds, waardoor ook het geld van ouderen risicovol wordt belegd. Als het geld van ouderen los van dat van jongeren was belegd, dan had-
den zij nauwelijks last van de crisis gehad. Er zou met hun geld veel minder risico zijn genomen.”
Doorschuiven Hoe moeten we over naar het nieuwe stelsel? “Ik ben voor een standaardregeling voor de grote groep die zich niet te veel wil verdiepen in hun pensioen. Voor wie dat wel wil, is bijvoorbeeld een opt-out mogelijk die gepaard gaat met heldere waarschuwingen en waar een handtekening voor nodig is om achteraf klachten te voorkomen.”
Als het aan Boelaars ligt dan zetten we de transitie zo snel mogelijk in. “Op korte termijn ontzien we de oude generatie, maar we schuiven de problemen alleen maar door. Dat hebben we bij de trage afschaffing van de VUT gezien en laten we niet vergeten dat fondsen binnen drie jaar hersteld moesten zijn na de crisis. Dat werden er al gauw vijf, waarna ook nog eens de rente werd opgehoogd. Dat kan niet langer zo doorgaan.”
“Als je bij de overheid werkt gaat 4 procent van je salaris naar de VPL (VUT-overgangsregeling, red.)”, zegt Visser. “Als je na 2005 in dienst bent getreden,gaan deze euro’s in het potje van oudere collega’s. Dat vind ik slecht voor het draagvlak van ons pensioenstelsel.” Visser benoemt echter ook enkele goede elementen van het huidige stelsel. Dat ruim 90 procent van de werknemers verplicht voor het pensioen spaart via de werkgever bijvoorbeeld. “Dat vind ik een goede zaak. Wel is de tijd rijp om die spaarplicht anders vorm te geven. Tot een lager minimumniveau, met meer keuzevrijheid waar ook de zzp’ers bij betrokken worden.” Pensioenaanbieders moeten dan met eenvoudige en transparante producten komen, zegt Visser.“De techniek zal mensen steeds meer in staat stellen betere keuzes te maken in hun planning voor de oude dag. Zoals het online pensioenoverzicht.”
Schijf van vijf Een manier om de betrokkenheid van deelnemers bij hun pensioen te vergroten, is door pensioen naar het nu te halen. Hoe dit kan, maakt Visser duidelijk aan de hand van de Pensioenschijf-van-Vijf, die hij heeft ontwikkeld. Buiten de drie pijlers die ons pensioenstelsel nu kent – AOW, werknemerspensioen en lijfrente – hanteert Visser overig vermogen en menselijk kapitaal als twee extra pijlers. “Mensen missen het grotere verhaal en zien alleen de versobering”, zegt Visser. De vierde pijler richt zich bijvoorbeeld op het vermogen in een eigen woning. Dit zal een grotere rol gaan spelen in het latere inkomen. In de vijfde pijler komt het arbeidsvermogen na pensionering naar voren. Bijvoorbeeld doorwerken in deeltijd, wat een gunstige invloed heeft op de hoogte van het pensioen. Visser: “Al deze onderdelen zijn communicerende vaten. Pensioen à la carte heeft de toekomst.”
niels achtereekte niels achtereekte
[email protected]
[email protected]
10 · september 2013
rondetafelgesprek
Solidariteit, collectiviteit en verplichtstelling kunnen een goed fundament blijven vormen voor onze pensioenen, maar het huis dat erop staat is aan verbouwing toe. Hoe pakken we dat aan? Een gesprek met drie specialisten.
‘Doeltreffende pensioencommunicatie is laagdrempelig’ De voornaamste elementen die maken dat ons pensioenstelsel aan vernieuwing toe is, zullen bij velen bekend zijn. We leven langer en door de vergrijzing zijn er steeds meer pensioengerechtigden en minder werkenden die het pensioengeld inleggen. Voorheen was het pensioen min of meer gegarandeerd en waren we bereid tegenvallers -keer op keer- op te vangen, nu ligt dat heel anders. “Het totale pensioenvermogen is zo groot ten opzichte van de economie, dat we de klappen niet meer op kunnen vangen door aan de premie te sleutelen”, zegt Professor Lans Bovenberg, hoogleraar aan Tilburg University en oprichter van Netspar. Blijven indexeren is dan ook geen optie. “De sector was zich daar eerder niet van bewust”, zegt Henk Brouwer, voorzitter van Pensioenfonds ABP. “Nu zijn we op het punt dat we niet verder kunnen, maar ook het punt waarop we de kennis hebben om het stelsel goed aan te kunnen pakken.”Deze verande-
ringen moeten expliciet zijn en bovenal op een transparante manier”, vult Olaf Sleijpen aan, die binnen de Nederlandsche Bank verantwoordelijk is voor het toezicht op pensioenfondsen en beleggingsondernemingen. “Het is enorm belangrijk om eerlijk te zijn over de wijzigingen die we doorvoeren. Ook als die nadelige gevolgen hebben”, zegt hij. “Veranderingen mogen niet door tegengestelde belangen ondoorzichtig zijn. Dat accepteren deelnemers niet meer.” Wel stelt Sleijpen dat de sector de nood voor transparantie goed oppakt. De veranderingen en gevolgen daarvan worden beter uitgelegd dan voorheen.
Macro-economie Bovenberg ziet de verhoging van de AOW-leeftijd als een goede manier om te reageren op de levensverwachting die sinds het begin van deze eeuw sterk stijgt. “Eigenlijk is het goed nieuws. We zijn gezonder en leven langer.” Hij is wel waakzaam op de
Ons huidige en toekomstige pensioenstelsel?
manier waarop risico’s binnen het pensioenstelsel worden verdeeld. Risico’s die vooral bij deelnemers komen te liggen. “Dat is een rouwproces en we kunnen de regels niet voortdurend blijven veranderen. We moeten heldere, duurzame afspraken maken over hoe we de schokken verdelen.” Een eerlijke verdeling van de risico’s over jong en oud zorgen volgens Bovenberg ook voor een positief effect op de macroeconomie, waarop het pensioen een grote invloed heeft. Sleijpen stemt in: “We hebben voor onze pensioenen veel gespaard met z’n allen, maar tegelijkertijd zijn we ook koploper in hypothecaire leningen. Het is zaak een manier te vinden om deze met elkaar in verband te brengen.” Bovenberg is een bekend voorstander van het betrekken van de pensioensopbouw hij het kopen van een huis. “Vooral jongeren moeten meer sparen om een eigen huis te kopen. Een deel van het pensioengeld kan daar uitkomst bieden”, stelt hij.
rondetafelgesprek met Henk Brouwer (links), Olaf Sleijpen (midden) en Lans Bovenberg (rechts) FOTO: PIE AERTS
Trade-off Gevraagd naar hun kijk op collectiviteit versus individualiteit blijken de drie heren elkaar aardig te kunnen vinden. De collectieve pot is nodig om een voldoende hoog rendement te behalen, maar meer individualiteit zorgt voor meer duidelijkheid. Volgens Bovenberg is het vooral belangrijk om te zorgen voor heldere individuele eigendomsrechten. “Als we het systeem iets individueler instellen, dan blijft de collectiviteit juist overeind en voorkomen we een hoop discussie”, stelt hij. Het voorstel dat de JOVD, Jonge Socialisten en Jon-
Verlaging van de kosten van een pensioenregeling begint bij prioriteiten stellen. Voor veel werkgevers en werknemers hebben overlijdens- en arbeidsongeschikt-
Multinational
heidspensioenen de hoogste prioriteit. Collectieve pensioenregelingen voor werknemers bieden direct zekerheid. Ook minder gezonde of minder valide werknemers of zelfs gezondheidsvragen. Als iedere werknemer zelf
het ideale startpunt!
een verzekering moet kiezen, kunnen verzekeraars
Overheid, werkgevers, werknemers en pensioenuitvoer-
deze collectieve voordelen niet meer bieden. Voor de
ders worstelen met het huidige en toekomstige pensi-
zelfstandig ondernemers geldt dit natuurlijk al langer.
oenstelsel: het moet simpeler en vooral betaalbaar.
Voor hen moet een overlijdens- en/of arbeidsonge-
Size does not matter.
Grootbedrijf
hebben toegang tot deze verzekeringen zonder keuring Overlijdens- en arbeidsongeschiktheidsrisico’s zijn
ge Democraten presenteerden, gaat volgens hem wat dat betreft te ver. Of zoals Brouwer het stelt: “De jongeren hebben het verdelingsvraagstuk goed voor ogen, maar lijken alles te veel overhoop te willen gooien, wat nadelig werkt voor deelnemers. We moeten goed kijken naar de ‘trade-off’ van collectief én individueel.” Sleijpen pleit daarop voor het snel nemen van beslissingen, zodat regels helder worden. “We praten nu alweer zo’n drie jaar na de Commissie Goudswaard (pensioenonderzoek uit 2010, red.), waardoor de onzekerheid veel te lang duurt. Dat schaadt het con-
MKB onderneming Zelfstandig ondernemer
schiktheidsverzekering beschikbaar zijn die op maat is De discussie richt zich vooral op de oudedag. Op zich
tegen de beste prijs.
logisch omdat dit het meeste kost. Aandacht voor het verzekeren van de overlijdens- en arbeidsongeschikt-
Verzekeren van deze risico’s tegen de beste prijs biedt
heidsrisico’s sneeuwt daardoor onder. Terwijl dat juist
werkgevers, werknemers en zelfstandigen rust, ruimte
de risico’s zijn waar morgen al het meeste geld mee
en vrijheid. Dit is het ideale startpunt voor de verdere in-
gemoeid kan zijn. Versobering van ouderdomspensioen
vulling van de meest wenselijke vorm van de oudedags-
betekent wat ons betreft niet automatisch verlaging van
voorziening. elipsLife is graag dit startpunt voor iedere
nabestaanden- en/of arbeidsongeschiktheidspensioen.
ondernemer, onderneming en haar werknemers!
Deze risico’s verdienen altijd aparte en extra aandacht.
elipsLife wil uw verzekering zijn!
elipsLife verzekert iedere onderneming. www.elipsLife.com
your insurance
september 2013 · 11
Carel Petersen Hoofdredacteur Pensioen Bestuur & Management
‘Handhaaf solidariteit’ Waar gaat het heen met ons pensioenstel? Carel Petersen, hoofdredacteur van Pensioen Bestuur & Management, geeft zijn kijk op de belangrijkste punten.
sumentenvertrouwen enorm. Daarom moeten we zeker vasthouden aan de ingangsdatum van 2015 die de staatssecretaris ambieert.” Bovenberg: “Het veelvuldig aanpassen van de regels, is één van de redenen waarom consumenten zo onzeker zijn.” En ook de focus op korte termijn marktfactoren, heeft een grote nadelige invloed op de discontovoet en de premiestelling, voegt Brouwer toe.
Wereldkampioen Door tegengestelde belangen blijft het lastig – zo niet onmogelijk – om eenduidig aan te geven hoe het
pensioenstelstel dient te veranderen, maar Brouwer ziet het pensioenakkoord zoals dat er nu ligt als een goed startpunt. “Solidariteit, collectiviteit en verplichtstelling werken, maar dan moeten we er anders mee omgaan dan voorheen.” Volgens Sleijpen kunnen we daarbij leren van het buitenland. Zo blijken te individuele en vooral vrijblijvende regelingen niet te werken in het Verenigd Koninkrijk. “Mensen sparen gewoonweg niet voor later, als dat niet verplicht is”, zegt hij. Brouwer: “Soms schrik je gewoon als je naar een ander land kijkt. Zo had een groot fonds in de Verenigde Staten een dekkings-
graad van 37 procent en een discontovoet van maar 7 procent.” Concluderend stelt Sleijpen dat we nog steeds meer dan blij mogen zijn met ons pensioenstelsel, maar dat het tijd is om af te rekenen met het verleden. “Het laatste wat we moeten doen is problemen wegmoffelen. De slotafrekening, mogelijke kortingen in 2014, is wellicht niet prettig, maar is wel nodig om het vertrouwen te herstellen.” Bovenberg: “Wereldkampioen blijven is lastiger dan het worden.”
niels achtereekte
[email protected]
Mercer: gezamenlijke inkoop voor DC-regeling beneden marktprijs
Tim burggraaf Sales & Business Development Leader Benelux Mercer
Sinds kort biedt Mercer defined contribution-regelingen aan voor individuele bedrijven, maar met collectieve kortingen. Dat vraagt om uitleg.
De gedachte achter het aanbod van Mercer is eenvoudig: hoe groter de groep, hoe sterker de vuist om voordeel te bedingen. “Normaal gesproken vraagt iedere werkgever bij welke verzekeraar of PPI hij het beste kan zitten. Wij draaien dat om en zoeken alvast uit wat de beste optie is voor werkgevers en kopen dat daarna gezamenlijk in bij die uitvoerder”, zegt Tim Burggraaf, Sales & Business Development Leader Benelux bij Mercer. Per jaar stelt Mercer vast welke aanbod het beste is. Uitvoerders hebben zeker oren naar de constructie, voegt Burggraaf toe, want zij krijgen in één keer een grote groep klanten erbij. Kwaliteit Om het collectieve voordeel te bereiken, kijkt Mercer naar ge-
standaardiseerde DC-regelingen. Maatwerk is dus niet mogelijk, maar dat is volgens Burggraaf ook niet wat een belangrijk deel van de markt wil. “We merken dat vooral kleine bedrijven geen behoefte hebben aan maatwerk, maar een gedegen regeling tegen een lage prijs willen.” De lage prijs betekent verder geen concessie in kwaliteit. “We kijken scherp naar de inhoud van producten en beiden er onze gebruikelijke service met onder andere een overzichtelijke internetportal bij aan.”
“Het opschroeven van de pensioenleeftijd zorgt dat het mes aan twee kanten snijdt. Er wordt meer opgebouwd door de extra werkjaren en er hoeft minder lang uitgekeerd te worden. Het blijft een ingrijpende maatregel, maar we moeten ons goed beseffen dat we internationaal gezien in de top staan van pensioenstelsels. Het Nederlandse pensioen is bijvoorbeeld bovengemiddeld hoog.”
Solidariteit “De lage rentestand maakt het fondsen momenteel lastig aan de verplichtingen te voldoen, maar die trekt op termijn bij. In de tussentijd is het belangrijk dat we de solidariteit handhaven. Die staat met het oog op het generatieverschil sterk onder druk. De nieuwe DC-regeling biedt transparantie, maar is ook een individuele spaarpot. Een tussenvorm tussen DC en BC zorgt voor collectiviteit en helderheid.”
Communicatie “Werkgevers schuiven risico’s verder van zich af, waardoor het voor werknemers steeds belangrijker wordt om zich goed te verdiepen in pensioenregelingen. Tot voor kort werden problemen opgevangen met premiestijgingen, maar die zitten aan hun plafond. Er wordt nu gekort, wat natuurlijk vervelend is. Tegelijkertijd zit er gemiddeld wel 100 duizend euro in ieders pensioenpot en dat is heel mooi.”
Deeltijdpensioen “Fondsen werken steeds harder aan hun communicatie. Vooral de beroepsfondsen, die volgens de draagvlaktoets minimaal 60 procent van een beroepsgroep moeten bedienen. Dat is positief, maar tegelijkertijd blijven er zaken liggen. Aandacht voor het deeltijdpensioen bijvoorbeeld. Pensioengerechtigden kunnen dan enkele dagen per week blijven werken, waardoor ze een eventueel pensioengat kunnen overbruggen.”
niels achtereekte
[email protected]
KlikPensioen® Pensioen zoals pensioen bedoeld is Een echte pensioenuitkering met bescherming van koopkracht is vanaf nu, tegen lage kosten, voor iedereen realiseerbaar. Voor u, als werkgever of professioneel pensioenaanbieder KlikPensioen® is de nieuwe innovatieve techniek waarmee de deelnemers in een individuele DC-regeling een pensioen opbouwen zoals pensioen bedoeld is. Deel voor deel een echte pensioenuitkering bij elkaar beleggen De beleggingen worden ondergebracht in een rendements- en een uitkeringsportefeuille. De KlikPensioen® manager zorgt ervoor dat per deelnemer diens beoogde pensioenuitkering stapsgewijs in de uitkeringsportefeuille wordt 'vastgeklikt'.
Meer weten? www.PensioenZoalsPensioenBedoeldIs.nl - www.KlikPensioen.nl Deze informatie is gericht aan de professionele pensioenaanbieders. Individuele deelnemers kunnen zich tot hun eigen pensioenuitvoerder wenden om nadere informatie op te vragen. Op het technische concept van KlikPensioen® is octrooi aangevraagd.
Druk op pensioenverzekeraars vraagt om flexibele oplossing De druk op pensioenverzekeraars is hoog. Commercieel moeten er slagen worden gemaakt en klanten verwachten optimale producten en de beste service. Veranderende wet- en regelgeving voeren de druk nog eens extra op. Om adequaat te reageren, moeten verzekeraars hun kernprocessen optimaliseren en kosten reduceren. “Doe je dat op de juiste manier, dan is er een goed perspectief voor verzekeraars en verzekerden”, aldus Ron van den Broek van LeanApps.
Van den Broek is managing director van LeanApps, leverancier van intelligente standaard software voor polisadministraties. Pensioenverzekeraars moeten volgens hem hun eigen processen én productassortiment kritisch onder de loep te nemen. “Welke producten kunnen zij het beste aanbieden en hoe moet je daarover communiceren met prospects en klanten? Bovendien moet de administratie volledig op orde zijn. Dat kan met maatwerkoplossingen ‘in huis’, maar bij een wetswijziging kost het veel tijd om de systemen aan te passen. Denk aan de verschuiving van de pensioenleeftijd van
65 naar 67 jaar en de ontwikkelingen in UPO (Uniform Pensioen Overzicht). Het gaat ook om nieuwe regelgeving die in bredere zin wordt ingevoerd. Het provisieverbod op complexe producten bijvoorbeeld, maar ook SEPA/IBAN, Solvency II en Fatca. Deze continue aanpassingen van de systemen vergt een enorme capaciteit van de verzekeraar. Dit gaat ten koste van het invoeren van nieuwe verzekeringsproducten waar toekomstige omzet vandaan moet komen.” Toekomstbestendig Pensioenverzekeraars moeten volgens Van den Broek kijken naar moderne, goedkope en toekomstbestendige alternatieven voor de administratie, die tegelijkertijd de uitdagingen op het gebied van communicatie en compliance tackelen. “Groeiende concurrentie en druk vanuit klanten en de publieke opinie vragen om slimme producten. Transparantie blijft een terugkerend thema. Klanten willen weten: hoeveel pensioen heb ik opgebouwd? Is mijn pensioen gegarandeerd? De antwoorden daarop moeten helder zijn.” Van den Broek wijst ook op de vraag om communicatie vanuit de toezichthouders. “Communicatie over pensioenen verandert voortdurend. Denk aan de ontwikkeling van online portals om uitleg te geven aan de deelnemers.”
Snel kunnen aanpassen “Geef klanten via moderne online omgevingen toegang tot hun gegevens, zodat zij hun stamgegevens zelf kunnen aanpassen en voorkeuren kunnen aangeven. Dán sta als verzekeraar sterk tegenover de concurrentie”, volgens Van den Broek. “Wij leveren een oplossing met standaard portalen, waarmee de verzekeraars in één keer helemaal up-to-date zijn en blijven. De nieuwste wet- en regelgeving maakt standaard deel uit van onze releases. Via de portalen zijn zowel de deelnemer als de werkgever altijd op de hoogte van de actuele stand van zaken. Natuurlijk communiceren de portalen automatisch met de administratie. Wij staan veel verzekeraars bij met onze polisadministratiesoftware, die via een SaaS-model (Software-as-a-Service) wordt aangeboden. Groot voordeel? De oplossing voldoet nu en in de toekomst aan actuele wet- en regelgeving, zodat pensioenverzekeraars zich kunnen richten op hun core business.”
LeanApps LIFE INSURANCE SOLUTIONS
september 2013 · 13
nieuws
De laatste tijd staan ‘pensioen’ en de mogelijke nieuwe regelingen daarvan, volop in de belangstelling in Nederland. RELATIEF RISICO 0.0%
5.0%
10.0%
15.0%
20.0%
25.0%
30.0%
35.0%
0.0% -1.0% -2.0%
RELATIEF RESULTAAT
-3.0% -4.0% -5.0% -6.0% -7.0% -8.0% -9.0% -10.0% -11.0% Gemiddeld relatief resultaat van FiP Universum afgezet tegen gemiddeld relatief risico over periode ultimo 2006-2011 Bron: First Pensions
Sinds de introductie van het Financieel ToetsingsKader (FTK) op 1 januari 2007 wordt jaarlijks onderzoek gedaan naar de prestaties van de 50 grootste Nederlandse pensioenfondsen. In dit onderzoek zet First Pensions de beleggingsrendementen van de pensioenfondsen ten opzichte van het benodigde rendement voor de pensioenuitkeringen, de doelstelling van het pensioenfonds. De grafiek toont de relatieve jaarlijkse prestaties van deze 50 grootste pensioenfondsen voor de 5-jaars periode eind 2006 - eind 2011 en zet deze af ten opzichte van de ingezette risico’s. De stippellijnen tonen de gemiddelden. Pensioenfondsen die zich in het kwadrant linksboven bevinden hebben met minder risico een gunstiger relatief resultaat weten te behalen. Veel van de pensioenfondsen die zich in het kwadrant linksboven bevinden voeren een beleggingsbeleid dat beter afgestemd is op zekerheid bieden m.b.t. de pensioenuitkeringen. Hun balansbeheer is erop gericht om de beleggingen af te stemmen op de uitkeringen. Zo weten zij de risico’s te beperken en kenden zij een gunstiger relatief resultaat over de periode eind 2006 - eind 2011. Kijkend naar het goede resultaat van deze aanpak zou het binnen het nieuwe Pensioenakkoord voor pensioenfondsen mogelijk moeten blijven om voor marktwaarde te kiezen en via echt balansbeheer de zekerheid van de uitkeringen te verhogen.
Focus op pensioenuitkeringen aan bijgedragen. Daarom is het goed om terug te gaan naar de basis: Pensioen als de uitkering die je krijgt vanaf het moment dat je met pensioen gaat. Dan is het logisch dat de focus van ieder pensioenfonds gericht zou moeten zijn op beleggingen die, met grote zekerheid, aangroeien tot de pensioenuitkeringen aan de deelnemers. Dit levert diezelfde deelnemers een stuk uitkeringszekerheid op. Hierover spraken wij met Rob Kragten, sedert 2011 directeur van ‘Progress’, het pensioenfonds van Unilever. Daarvoor was hij directeur van Pensioenfonds VolkerWessels.
Rob Kragten
DIRECTEUR ‘PROGRESS’ PENSIOENFONDS UNILEVER
U
it diverse onderzoeken - recent nog door ‘Radar’ - blijkt dat bijna de helft van de pensioendeelnemers weinig geloof heeft dat er van zijn of haar pensioen nog iets terecht komt. Daarnaast zijn veel deelnemers gaan denken dat pensioen buitengewoon ingewikkeld is. Technische discussies over rekenrentes, doorsneepremies, solidariteit, langleven etc. hebben daar sterk
Obligatieleningen “Diverse pensioenfondsen in Nederland hanteren een aanpak waarbij de beleggingen met grote zekerheid de pensioenuitkeringen opleveren. Zij beleggen al jarenlang het grootste deel van hun vermogen in relatief veilige obligatieleningen. Deze obligaties zijn aangekocht omdat de opbrengsten daarvan op termijn overeenstemmen met de pensioenen die dienen te worden uitgekeerd. Dit betekent ook dat de waarde van die beleggingen meebeweegt met de waarde van de uitkeringen. Hierdoor wordt
ook de dekkingsgraad stabieler,” vertelt Kragten. “In technische termen: het renterisico van de dekkingsgraad is verlaagd. Om dit risico nog verder te reduceren kan het pensioenfonds renteswaps kopen om daarmee de opbrengsten te realiseren voor het nog ontbrekende deel van de uitkeringen.”
Waardevast De ambitie van de meeste pensioenfondsen is om de pensioenen waardevast te maken, dat wil zeggen jaarlijks te indexeren met de (loon-)inflatie. Het pensioenfonds loopt dan inflatierisico: als de inflatie stijgt zal het hogere uitkeringen willen uitbetalen. Kragten: “In het huidige economische klimaat, waarbij centrale banken exceptionele maatregelen nemen, is de zorg over het inflatierisico sterk toegenomen. Zowel deflatie als hoge inflatie is mogelijk. Dit risico kan het pensioenfonds afdekken door beleggingen te kopen die meebewegen met de inflatie verwachtingen, zoals inflatieswaps. Overigens zijn deze beleggingen niet gelinkt aan de Nederlandse, maar aan de Europese inflatie. Op korte termijn geeft dit soms een kleine jaarlijkse afwijking, maar op lan-
ge termijn loopt de Nederlandse inflatie wel degelijk mee met de Europese. Op deze manier is een fonds op alle inflatiescenario’s voorbereid, zowel het inflatiescenario van de jaren ’70 als het deflatiescenario zoals Japan dat meemaakt.” Naast deze beleggingen gericht op pensioenveiligheid, beleggen pensioenfondsen ook in risicovollere beleggingen, zoals in obligaties van minder kredietwaardige debiteuren, in aandelen en in vastgoed. De reden hiervoor is dat pensioenfondsen wat extra willen verdienen. “Enerzijds is dit omdat de ontvangen premie vaak ontoereikend is om meteen alle beleggingen te kunnen kopen om volledig alle nieuw toegezegde waardevaste uitkeringen te kunnen genereren. Anderzijds heeft het pensioenfonds te maken met kosten. Hiervan zijn de uitvoeringskosten en de kosten als gevolg van het langer leven van de deelnemers de belangrijkste,” vertelt Kragten. “De hoeveelheid risico die met deze risicovolle beleggingen wordt genomen wordt dan nauwgezet afgestemd op de doelstelling van het pensioenfonds en de kosten die daarbij horen. Zo wordt voorkomen dat er meer risico wordt
genomen dan benodigd en verantwoord is.” Deze aanpak brengt mee dat bij een hoge dekkingsgraad de risico’s worden verlaagd door de rente- en inflatieafdekking te verhogen en de risicovollere beleggingen af te bouwen. Een lage dekkingsgraad herstellen kan dan onder andere door meer risico nemen en/of meer premie inleggen en/of uitkeringen verlagen. Kragten: “De ontwikkeling van een dekkingsgraad is het resultaat van een gekozen aanpak. Sommige pensioenfondsen zijn langzaam maar zeker toegegroeid naar een dekkingsgraad van 100. Ook voor waardevaste uitkeringen. Dit betekent dat er dan exact voldoende bezittingen zijn om alle waardevaste pensioenen te kunnen uitbetalen. Focus op uitkeringen met inzet van proportionele risico’s, vergroten de kans om op lange termijn een goed pensioen waar te maken. Garanties kunnen we niet geven, maar gelukkig zijn we niet overgeleverd aan volstrekte onzekerheid.”
[email protected]
14 · september 2013
inspiratie
ht c i z r e v o id en e h k j i l e Duid
n rele e e h c s i g lo n e e n i atie Relevante inform
Pensioen in een nieuw j
Communicatie moet a ansluiten bij leeftijd
Transparantie
Urgentie m oet worden gerealisee rd!
‘Doeltreffende pensioencommunicatie is laagd
H
et imago van het pensioen heeft de laatste jaren een flinke deuk opgelopen. Minder dan de helft van de Nederlanders heeft nog vertrouwen in de pensioensector. Onterecht stellen velen, want onbekend maakt onbemind. Hoe ga je als organisatie de onbekendheid te lijf? Weten wat er speelt omtrent je pensioen. Uit onderzoek blijkt dat we ons er in Nederland maar mondjesmaat mee bezig houden. Ongeveer 70 procent van onze beroepsbevolking is pensioen onbewust en slechts 10 procent weet precies wat de stand van zaken is. De overige groep bevindt zich er tussenin. Gezien het rumoer over pensioenen is dit verwonderlijk te noemen. Sterker nog: door afne-
Noor van Putte MANAGER MARKETING EN COMMUNICATIE AZL FOTO: ANNEMIEK MOMMERS
mend vertrouwen tonen mensen juist nog minder interesse. Tijd voor actie vanuit de sector dus. Bijvoorbeeld door de communicatie te verbeteren via de pensioen 1-2-3, waarbij stapsgewijs steeds
diepgaandere informatie beschikbaar is. Eerst in een oogopslag zien wat je als deelnemer krijgt, daarna de aanvulling met bijvoorbeeld een uitgebreide brochure en voor de diep geïnteresseerden toegang tot het gehele pensioenreglement. “Vaak ontbreekt stap 1”, stelt Noor van Putte, Manager Marketing en Communicatie van pensioenbeheerder AZL, dat dit jaar de communicatieprijs van Pensioen Bestuur & Management in ontvangst mocht nemen. “Daarmee kun je juist het beste de grote groep bereiken die nu nog pensioen onbewust is.Als je die overspoelt met ontoegankelijke informatie, zullen ze echt geen interesse gaan tonen.”
Moderne middelen Het moment waarop mensen het meest open staan voor informa-
tie over hun pensioen is lastig vast te stellen. Een veel gehoorde opmerking is dat het zo’n tien jaar te laat is, rond hun veertigste. Met moderne communicatiemiddelen word geprobeerd om deze (generatie)kloof te dichten. Er wordt steeds meer digitaal gewerkt met nieuwsbrieven en pensioenalerts, maar volgens Van Putte staat niet iedere pensioengerechtigde of –opbouwer daarvoor open. “Ongeveer een kwart van de deelnemers kijkt daadwerkelijk online”, zegt ze. Berichten die relatief goed bekeken worden, blijken vooral kort en met goede aansluiting op de actualiteit van de lezer. “Vanuit zulke berichten kun je mensen verder naar een website of pensioenloket leiden, waar je op maat gesneden informatie kunt
geven.” Hoewel het grote succes van social media veel organisaties nieuwe manieren heeft gegeven om met hun doelgroep te communiceren, stelt Van Putte dat het in de pensioensector nog in de kinderschoenen staat. “Vooral jongeren houden zich actief bezig met social media, maar die hebben nog minder interesse in hun pensioen.”
Vertrouwen herstellen Mensen bereiken en bewustmaken van het belang van hun pensioen is een belangrijke stap, maar even zo belangrijk is openheid over hoe een pensioen nu precies in elkaar steekt. Van Putte: “Het vertrouwen herstellen lukt alleen als je transparant bent. Fondsen kunnen bijvoorbeeld laten zien wat ze precies
Communicatie onder controle In deze tijd van nieuwe akkoorden en maatregelen staan partijen in de pensioenbranche voor een groeiende communicatieve opgave. Met name de korte termijnen waarop informatie, waarin vaak pijnlijke gevolgen inzichtelijk worden gemaakt, verstrekt moet worden is een uitdaging. Bestaande software oplossingen kunnen hierbij waardevolle ondersteuning bieden. De toezichthouder verplicht organisaties om correcte in begrijpelijke informatie tijdig te verstrekken. Ook worden deelnemers op hun eigen verantwoordelijkheid gewezen om actiever te worden. Daar zal dan wel begrijpelijke en up-to-date informatie tegenover moeten staan met oog voor tijdige afwikkeling en flexibiliteit.
Succesvolle communicatie moet aansluiten op de behoeften en verwachtingen van deelnemers. Het tijdig informeren van, en reageren op de deelnemer is essentieel. Digitalisering maakt snellere interactie en laagdrempelige informatievoorziening mogelijk. Software kan daarin gerichte oplossingen, ondersteuning en snellere voortgang bieden. Bij verhoging van de pensioenleeftijd kan bestaande rekentooling snel en op individuele wijze een betrouwbare (online) voorstelling geven van de verwachte toekomstige fi nanciële situatie. Verder kan zogenaamde workfl ow software responsetijden bewaken zodat tijdig wordt gereageerd op veranderingen en vragen vanuit deelnemers. Dit ondersteunt zowel compliance met wettelijke eisen, en stelt de deelnemer ook in staat om te plannen op basis van de
nieuwste informatie. Tevens krijgen organisaties middels software de mogelijkheid om grondig hun kwaliteit en efficiency te analyseren. Rapportages van alle processtappen maken bewaking van voortgang en tijdige bijsturing mogelijk. Deze aanpak van reactief en controlerend handelen helpt organisaties om controle te houden over de realisatie van ambitieuze doelenstellingen. Tijdige, correcte en persoonlijke communicatie verhoogt vertrouwen in een veranderende pensioenwereld. Partijen zoals Colosseus Vixion kunnen organisaties daarbij met IT oplossingen ondersteunen. Kijk voor meer informatie op www.colosseusvixion.nl/telegraaf.
Colosseus Vixion Datamigratie, conversie en workflowmanagement
september 2013 · 15
evante volgorde
Oude generatie over pensioen:
‘We hebben behoefte aan heldere en eerlijke voorlichting’
jasje!
d en levensfase! Chiel Bos (68) Werkt(e) als arts en bestuurskundige
“Als arts en bestuurkundige heb ik niet echt stabiel aan mijn pensioenopbouw gewerkt. Mijn credo toen en nu: ‘Wat ik doe moet veel voldoening geven’. Ik ben dus nogal eens van baan veranderd. Leuk voor mij, slecht voor mijn pensioen. Toen ik de mijn zestigjarige leeftijd naderde, begon ik me wel af te vragen waar ik na mijn pensionering van zou moeten leven. Ik krijg nu van drie partijen een pensioen, de optelsom is redelijk te doen, eigenlijk gewoon gemiddeld. Pensioencommunicatie heb ik altijd duidelijk gevonden. Ik krijg heel regelmatig een A4 met de stand van zaken. Dat vind ik prima. Het roept bij mij geen vragen op. Ik besef me terdege dat de jeugd niet goed kan overzien hoe je pensioen op-
bouwt. Voor mijn generatie was het vooral een automatisme. Een deel van je inkomen ging vanzelf naar je pensioen. Dat ‘vanzelf’ is snel aan het veranderen. De huidige flexibele arbeidsmarkt leidt steeds vaker tot situaties waarin mensen denken: ‘Dat pensioen ligt nog zover weg, dat regel ik te zijner tijd wel.’ Dat kan dus niet. We hebben behoefte aan heldere en eerlijke voorlichting. Belangrijkste communicatiedoel: waarom is vermogen opbouwen voor later belangrijk voor iedereen? Alle mogelijkheden om pensioen op te bouwen moeten worden genoemd, inclusief de voor- en nadelen. Nu doen!” geert struiksma
[email protected]
Nieuwe generatie over pensioen: drempelig’ ‘Communicatie over pensioen moet actiever’ met het geld doen en uitleggen waar uitgaven voor nodig zijn.” Behalve pensioenaanbieders hebben ook werkgevers een voorname rol om het pensioenbewustzijn op een goede manier te vergroten. Niet zonder eigen belang. Het pensioen geldt nog steeds als een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde. “De werkgever is een belangrijke schakel tussen pensioenuitvoerders en werknemers”, zegt Van Putte. “Ook zij kunnen laten zien welke mogelijkheden er zijn. Voor echte vooruitgang moeten we samenwerken.”
niels achtereekte
Lotte van Bijsterveld (29) werkt als Relationship Manager bij een Nederlandse bank
[email protected]
“Aan mijn pensioen zou ik meer aandacht moeten besteden. In alle eerlijkheid weet ik niet wat ik tot nu toe heb opgebouwd. De manier waarop pensioenfondsen communiceren vind ik overigens ook vrij ouderwets: je krijgt één keer per jaar een overzicht, en op je loonstrook wordt een x percentage aan pensioenpremie ingehouden. Ik denk dat jongeren onvoldoende bij de opbouw van hun pensioen worden betrokken. Er hoeft niet direct een grootscheepse social media actie op touw gezet te worden, maar het kan wel actiever. Bijvoorbeeld korte overzichten per mail, en als het toch per post moet graag duidelijker en minder papierwerk. Presentaties van pensioenfondsen zouden ook interessant kunnen zijn. Dit zijn wij, dit ben jij,deze premie draag je af,en daar doen we zus en zo mee. Daardoor cre-
ëer je een grotere betrokkenheid. Er is een sterk groeiende groep Nederlanders die nog helemaal niet over het pensioen nadenkt: de zzp’ers. In mijn vriendenkring zitten er veel. Juist voor deze categorie is goede voorlichting over de oudedagvoorziening heel belangrijk.Zij geven aan dat het lastig is om aan goede informatie te komen om vervolgens een weloverwogen keuze te kunnen maken. Hier ligt een taak voor alle betrokken maatschappelijke partijen. Kom met een heldere campagne, en gebruik de juiste communicatie middelen. Op die manier wordt het eenvoudiger om mijn generatie kennis te laten maken met het belang van een goede pensioenopbouw.” geert struiksma
‘Solidariteit tussen de generaties komt van twee kanten’ Michiel Hietkamp is voorzitter van CNV Jongeren. “Vanuit onze achterban merk ik dat meer duidelijkheid over pensioenen zeer gewenst is. Heet hangijzer: onduidelijk over de herverdeling.” “Wij pleiten voor meer transparantie binnen de pensioenfondsen. We willen weten waar we aan toe zijn. Schokgolven binnen de economie moeten snel worden doorberekend in de pensioenen. Daar wordt de generatiekloof zichtbaar. Ouderen willen de gevolgen van een dergelijke ‘kracht’ over langere tijd uitsmeren. Te lang uitsmeren moet worden voorkomen, omdat korten voor een crisis van jaren geleden niet te communiceren is. In een onlangs gesloten akkoord met ouderenorganisaties en pensioenfondsen hebben we afgesproken dat de verwerkingstijd 10 jaar mag bedragen.Niet helemaal wat wij wilden, maar toch goed mee te leven. Het werkt van twee kanten. Bij een positieve schokgolf wordt dat ook over 10 jaar uitgesmeerd. De solidariteit tussen de generaties komt van twee kanten. Om jongeren nog nadrukkelijker bij hun pensioen te betrekken, zorgen we ervoor dat we vertegenwoordigers uit onze doelgroep in deelnemersraden van pensioenfondsen krijgen. Dat doen we vanuit het PensioenLab, opgezet door FNV Jong, MHP-jongeren en CNV Jongeren. Een prachtig en krachtig initiatief, waarmee we een belangrijke bijdrage leveren aan het dichten van de kloof tussen de verschillende pensioengeneraties.”
[email protected]
“Tevreden werkgevers én werknemers door complete online communicatie van pensioen en employee benefits” Compass - het online platform van eBenefits voor een complete, kostenbesparende en efficiënte communicatie van pensioen en employee benefits, is beschikbaar voor pensioenfondsen, verzekeraars, adviseurs en werkgevers.
• • • •
24/7 integraal inzicht en controle Eigen werkgevers- én werknemersportaal Gerichte communicatie per deelnemer Beheer en communicatie van alle collectieve pensioenregelingen • Diverse aansluitingen op externe systemen • Krachtige rekenengine • Ontlasten HR afdeling
eBenefits B.V. is een dynamische IT organisatie met een ruime ervaring in de markt van pensioen en employee benefits. Pionier op het terrein van pensioensoftware en pleitbezorger van ketenintegratie om zo werkgevers en werknemers beter te informeren en te ontlasten.
Kijk op: www.ebenefits.nl, bel 0182 696969 of vraag de brochure aan via info@ebenefits.nl
16 · SEPTEMBER 2013
advies
Ga je samenwonen, een geregistreerd partnerschap aan, trouwen of juist scheiden? Denk dan aan je pensioen! Pensioen is niet het eerste waar je aan denkt wanneer je een nieuwe stap in je relatie zet. Ook bij een scheiding zal het niet boven aan je lijstje staan. Toch is het belangrijk om in deze situaties aan je pensioen te denken. Wanneer jij komt te overlijden keert een partnerpensioen maandelijks een bedrag uit aan jouw partner zodat die financieel een extra steuntje in de rug krijgt.Ga na of jouw pensioenregeling een partnerpensioen kent.
Samenwonen Voordat je partner in aanmerking komt voor dit partnerpensioen moet je vaak zelf aan de pensioenuitvoerder doorgeven dat je samenwoont. Sommige pensioenregelingen stellen aanvullende eisen.Zij stellen bijvoorbeeld dat je partner pas recht heeft op partnerpensioen wanneer jullie een samenlevingscontract hebben. Bekijk dus welke eisen jouw pensioenregeling stelt en meldt je partner aan.
bent aangegaan. Toch kan het geen kwaad om dit te controleren.
Partnerpensioen en scheiden De overheid heeft bepaald dat bij scheiding een deel van het tijdens jullie huwelijk opgebouwde pensioen (zowel ouderdoms- als partnerpensioen) naar de ex-partner gaat. Dit heet “verevening”. Dit is vastgelegd in de wet Verevening Pensioenrechten bij Scheiding (VPS). Bij het onderwerp scheiden gaan we verder in op de wettelijke verevening. Wanneer je het niet eens bent met deze verdeling, kan je hier van afwijken.Leg dit vast in jullie samenlevingscontract, partnerschapsakte of huwelijkse voorwaarden.Denk hier in goede tijden over na. Zo voorkom je onaangename verrassingen.
Pensioen en scheiden
Bij een scheiding moet er veel geregeld worden. En vaak gaat dit niet in de beste harmonie. Een scheiding kan grote invloed hebben op je pensioen.Als je gaat scheiden worden jullie spullen en geld verdeeld. Hoe dit verGeregistreerd partnerschap deeld wordt, wordt vastgelegd in een of trouwen Bij je pensioenuitvoerder hoef je vaak echtscheidingsconvenant. In dit doniet aan te geven dat je getrouwd bent cument wordt ook vastgelegd hoe het opgebouwde pensioen wordt verdeeld. ofAdvertentie een geregistreerd partnerschap 266 x 292_Opmaak 1 12-09-13 09:53 Pagina 1
Ouderdomspensioen Als je geen andere afspraken hebt gemaakt, heeft je ex recht op een deel van het ouderdomspensioen dat je tijdens jullie huwelijk hebt opgebouwd. Tegelijk heb jij recht op een deel van het ouderdomspensioen van je ex. Deze uitwisseling van ouderdomspensioenen kan er voor zorgen dat je uiteindelijk te weinig pensioen overhoudt. Het is verstandig om de consequenties van een scheiding op je pensioen vroegtijdig te bekijken zodat je maatregelen kunt treffen als dit nodig blijkt.
Partnerpensioen We kennen een partnerpensioen op risicobasis en een partnerpensioen op opbouwbasis. Heb je een partnerpensioen op risicobasis? Dan krijgt je ex geen partnerpensioen na de scheiding. Heb je een partnerpensioen op opbouwbasis? Dan krijgt je ex wel een partnerpensioen na de scheiding of wanneer jij overlijdt. Mocht je na de scheiding hertrouwen, dan krijgt je nieuwe partner bij jouw overlijden misschien niet een volledig partnerpensioen. Een gedeelte daarvan kan immers naar je ex gaan. robert verboon
[email protected]
C h e c k li s t
Samenwonen, geregistreer d partnerschap of trouwen? Stel de volgend e vragen: Heb
ben wij een samenlevingscont ract, partnerschapsakte of eventueel huwelijkse voorwaarden geregeld? Mo eten wij elkaar aanmelden voor het partnerpensioen? Zijn wij het eens met de wij ze waarop het pensioen standaard wordt verdeeld na een relatiebreuk? Zo nee, zijn wij van deze ver deling afgeweken in ons samenlevingscontract, partne rschapsakte of huwelijkse voorwaarden?
Scheiden? Stel de volgend
e vrage
n: Is er in ons samenlevingscont ract, partnerschapsakte of huwelijkse voorwaarden iets afgesproken over pensioen? Is er niks geregeld? Dan kan een deel van het tijdens het huwelijk opgebouwde pen sioen naar jouw ex-partner gaan. Dit heeft nadelige gevolgen voor jullie pensioen en het pensioen van jull ie toekomstige partner. Wat zijn die gevolgen? Heb ik recht op een deel van het pensioen van mijn ex-partner? Als één van ons hertrouwt, heeft de nieuwe partner dan voldoende partnerpensi oen?
EXTRA TIPS: Hoe eerder je begint met het in kaart brengen van jouw pensioensituatie en de gevolgen van jouw levensgebeurtenissen,hoe beter en vaak ook hoe goedkoper.Het is verstandig om eerst zelf de basisbeginselen van de pensioenmaterie onder de knie te krijgen. Daarna kan jouw pensioenfonds en/of verzekeraar je helpen met de precieze consequenties. Ook een financieel planner of pensioenadviseur kan je helpen bij het maken van de juiste keuzes.
PENSIOENSPAREN LOONT NIET SLOPEN, MAAR BOUWEN Ons pensioenstelsel snakt naar een opknapbeurt. Onnodige kortingen moeten in de toekomst niet meer voorkomen vindt de FNV. De FNV heeft daarom plannen om jouw pensioen te verbeteren. EERLIJK DELEN
Of om bijvoorbeeld het ouderdomspensioen en
Goed pensioen heeft zijn prijs. Een lagere
partnerpensioen onderling uit te ruilen.
pensioenpremie betekent een lagere pensioenopbouw, minder indexatie (prijs- en loon-
De FNV pleit voor voldoende keuzevrijheid.
aanpassing) en een grotere kans op kortingen.
Je moet binnen grenzen zelf kunnen kiezen
Het is dus hard nodig om de pensioenpremie
voor een wat hoger pensioen aan het begin
op peil te houden. Het kabinetsplan om de pen-
van je pensioenuitkering en een iets lager pen-
sioenpremie fors te laten verlagen, bedreigt het
sioen aan het einde. Of misschien andersom.
pensioen. Vooral jongeren dreigen de dupe te
Kortom, een goed collectief pensioen biedt
worden. Uiteraard horen pensioenfondsen ook
voldoende keuzes.
sterke financiële buffers te hebben zodat klappen goed kunnen worden opgevangen.
LAGERE KOSTEN VOOR EEN BETER PENSIOEN Een groot pensioenfonds biedt veel voordelen.
PENSIOENSPAREN LOONT
Een goed pensioen betekent ook een
In grote fondsen wordt de solidariteit tussen
De fundamenten van ons pensioenstelsel zijn
'geïndexeerd' pensioen. Dat is een pensioen
en binnen generaties versterkt, risico’s beter
sterk. Dat komt mede door de solidariteit
dat meegroeit met de laatste loon- of prijs-
verspreid en de professionalisering versterkt.
tussen en binnen generaties, tussen mannen
ontwikkelingen. Zonder indexatie zou jouw
Goed voor lagere uitvoeringskosten en voor
en vrouwen en tussen gezonde en zieke
pensioen zo’n 50 procent lager zijn!
jouw pensioen.
werknemers. De meeste mensen ontvangen
INDEXATIE IS HELFT PENSIOEN
Een deel van de pensioenpremie is dus nodig
Gijs van Dijk, pensioenbestuurder FNV
bovenop hun AOW een aanvullend pensioen.
om te kunnen indexeren. Een stabiele
GOED PENSIOEN VOOR IEDEREEN
Hiervan is de uitkering ongeveer vier keer zo
pensioenpremie is dus in jouw belang.
Ook voor zelfstandigen zonder personeel
hoog als de premie-inleg. Dat komt omdat wij
moeten er betere pensioenregelingen komen.
ons pensioen samen regelen. Voor een pen-
KEUZEVRIJHEID
Betere regelingen kunnen in de vorm van een
sioenuitkering van bijvoorbeeld 1.000 euro is
Pensioen regel je samen. Dat levert jou per
eigen ZZP-fonds of via het aansluiten bij een
er zo’n 250 euro premie betaald.
saldo meer op. Binnen ‘collectieve’ pensioen-
pensioenfonds in de sector waar zzp-ers
Pensioensparen loont dus.
regelingen is ruimte voor individuele keuzen.
werken.
Zo kun je vaak zelf kiezen voor je eigen
DE FNV WIL NIET SLOPEN, MAAR SAMEN BOUWEN AAN
pensioendatum.
EEN STERK PENSIOENSTELSEL. IN JOUW VOORDEEL!
september 2013 · 17
inzicht
‘Om uitstel te voorkomen, bundelen we de aandacht voor pensioenbewustzijn’ Iedere dag is er nieuwe berichtgeving over het pensioen. Maar hoeveel daarvan gaat nu echt over het persoonlijke pensioen? Door ingewikkelde berichten zijn mensen niet geneigd zich in hun eigen pensioen te verdiepen. En dat is nu juist zo belangrijk. Daarom staan de eerste drie dagen van oktober in het teken van pensioenbewustzijn.
Olaf Simonse
HOOFD PROGRAMMABUREAU WIJZER IN GELDZAKEN
“Het pensioen is ver weg en wordt als ingewikkeld en saai gezien”, zegt Olaf Simonse, Hoofd Programmabureau van Wijzer in geldzaken. Om pensioenzaken laagdrempeliger te maken, organiseert Wijzer in geldzaken samen met ruim 200 deelnemende partijen van 1 tot en met 3 oktober de Pensioen3daagse. Tijdens
NSI O
d
e
PE
EN
3 a s ag
oktober 2013
deze drie dagen zijn er op verschillende plekken door heel Nederland activiteiten om mensen beter inzicht te geven in hun persoonlijke pensioensituatie. Voorbeelden zijn pensioenlunches bij werkgevers, inloopspreekuren bij adviseurs en webinars. “Mensen vinden het pensioen belangrijk, maar stellen het uit, dus moet je voor het zetje in de rug de aandacht ervoor bundelen”, aldus Simonse. Wie niet bij een van de activiteiten kan zijn, kan alsnog informatie inwinnen via de website van Wijzer in geldzaken.
Life events Inzicht hebben in je pensioen is per definitie een aanrader, maar volgens Simonse bieden de ‘life events’ - de momenten waarop grote veranderingen plaatsvinden in het leven –extra aanleiding om te kijken hoe het
pensioen ervoor staat. “Denk aan een nieuwe baan, de aankoop van een huis of gaan samenwonen”, geeft hij als voorbeeld. “Leg je voldoende opzij om later prettig te kunnen leven? Moet je bij een nieuwe baan meer zelf regelen?
“Niet alleen voor jezelf is het belangrijk om helderheid te hebben,ook voor je nabestaanden.” Of heb je je partnerpensioen wel goed geregeld? Niet alleen voor jezelf is het belangrijk om helderheid te hebben, ook voor je nabestaanden.”
Verantwoordelijkheden Behalve de veranderingen in de persoonlijke situatie van werk-
nemers spelen ook de veranderingen in pensioenregelingen zelf een belangrijke rol in de informatievoorziening. We leven langer, dus moeten ook langer werken om de lasten te kunnen dragen. Maar daarmee zijn we er nog niet. Met de inrichting van het nieuwe pensioenmodel en het pad dat nodig is om daar op verantwoorde wijze te komen, staan er nog aardig wat wijzigingen op stapel. Duidelijk is in ieder geval dat verantwoordelijkheden steeds meer zullen opschuiven richting de deelnemer en dat zowel jongeren als ouderen met een gewijzigde situatie te maken krijgen. Simonse: “Reden temeer om het pensioen de aandacht te geven die het verdient.” niels achtereekte
[email protected]
1 op de 3 baby’s wordt 100 jaar
Tijd om na te denken over je pensioen
www.wijzeringeldzaken.nl
SPF Beheer: trendsetter bij beleggen van pensioenpremies Voor een goed pensioen is beleggen noodzakelijk. Want slechts een derde van het pensioen dat wordt uitgekeerd komt uit de premies van de werknemers en werkgevers.
T
wee derde van het pensioen moet worden verdiend door de pensioenpremies te beleggen. Het is dus belangrijk om de juiste keuzes voor de lange termijn te maken. SPF Beheer doet dit voor Stichting Spoorwegpensioenfonds en Stichting Pensioenfonds Openbaar Vervoer onder andere met de Strategische Aandelen Portefeuille (SAP). Hiermee heeft SPF Beheer voor zijn klanten de afgelopen jaren goede resultaten geboekt: een jaarlijks rendement van 13,1% tot nu toe. SPF Beheer is hiermee trendsetter.
“
“Succesvol beleggen betekent soms ook buiten de gebaande paden treden. SPF Beheer en zeker ook de besturen van de pensioenfondsen laten zien dat een eigenzinnige aanpak die strookt met de beleggingshorizon van de klantportefeuilles tot prachtige resultaten kan leiden. Men heeft het lef om af te wijken en de deelnemers van de pensioenfondsen varen er wel bij. Heel origineel!” Fons Lute, Managing Director, BlackRock Solutions
“
”
“SPF Beheer heeft een interessante propositie in het kader van het zorgvuldig afwegen en innovatief nadenken over portefeuillebeheer. Opvallende punten zijn de intensieve relatie met de ondernemingen waarin ze beleggen en het duurzame karakter daarvan.’’ Corinne Schot, Sectievoorzitter Banking & Finance, Baker & McKenzie
”
Rendement gaat niet zonder risico Nederlanders sparen massaal voor hun oude dag via pensioenfondsen. Door een deel van het inkomen af te dragen aan een pensioenfonds kunnen werknemers bij hun pensioen beschikken over voldoende geld om rond te komen. Sparen alleen is daarvoor niet genoeg. Een algemene vuistregel is namelijk dat van alle pensioenuitkeringen slechts een derde deel afkomstig is van de eigen inleg, de rest
moet door pensioenfondsen verdiend worden door de pensioenpremies te beleggen. Goede beleggingsresultaten zijn dus van groot belang voor uw pensioen. Maar beleggen gaat echter ook gepaard met het nemen van risico. De financiële crisis die startte in 2008 heeft pijnlijk duidelijk gemaakt dat de waarde van beleggingen kan dalen. Het gemiddelde Nederlandse pensioenfonds behaalde in 2008 een totaalrendement van -16,6%. De aandelenmarkten daalden in 2008 zelfs met ruim 43%. Ook de klanten van vermogensbeheerder en pensioenuitvoerder SPF Beheer werden door de crisis in 2008 geraakt. De crisis maakte het volgende duidelijk. De waarde van een belegging kan enorm fluctueren. Daarnaast blijkt dat op lange termijn de schommelingen in waarde minder groot zijn. Met deze les in het achterhoofd heeft SPF Beheer in nauwe samenwerking met zijn klanten SPF en SPOV al haar beleggingscategorieën kritisch onderzocht en gekeken of alle beleggingen nog wel bij de langetermijnfocus van een pensioenfonds passen. Deze vooruitstrevende blik heeft er voor gezorgd dat al in 2009 de strategische aandelenportefeuille (SAP) is ontwikkeld. Strategische aandelenportefeuille De klanten van SPF Beheer beleggen voor bijna € 3 miljard via de SAP, een aandelenportefeuille waarin op een bijzondere manier wordt belegd. De portefeuille wordt beheerd met een langetermijndoelstelling. Er worden alleen aandelen opgenomen die naar verwachting een stabiel positief rendement op lange termijn opleveren. Alleen deze aandelen passen bij de langetermijnbeleggingshorizon van een pensioenfonds. Daarnaast wordt extra gelet op het beperken van het neerwaartse koersrisico. Dit wordt gedaan door uitvoerig onderzoek te doen naar alle individuele aandelen. De aandelen die worden geselecteerd moeten duidelijke kansen bieden op de lange termijn en hierbij ligt de focus op het beperken van neerwaarts koersrisico. De beleggingshorizon van de strategische aandelenportefeuille bedraagt zeven jaar. Dit wil zeggen dat in principe iedere onderneming minimaal 7 jaar in de portefeuille zit. Met de SAP wordt een jaarlijks rendement van ten minste 6% per jaar nagestreefd. De focus ligt op een selectief aantal aandelen. Hierdoor is het mogelijk om ondernemingen uitvoerig te bestuderen voor opname in de portefeuille en actief te volgen. De portefeuille bestaat uit 60 tot
80 aandelen uit ontwikkelde markten, zoals Europa en Amerika. Alle ontwikkelingen worden op de voet gevolgd, zodat SPF Beheer altijd precies weet wat er bij de ondernemingen in de portefeuille speelt. Dit zorgt voor vertrouwen bij onze klanten. De klanten volgen de ontwikkelingen van het pensioenvermogen natuurlijk ook op de voet.
Scherp zicht op risico’s Bij beleggen horen rendementen en risico’s. Het is de kunst om de risico’s zo beperkt mogelijk te houden. Een selectief aantal aandelen in bedrijven maakt het mogelijk om de kansen en bedreigingen beter in kaart te brengen. Als onderdeel van het onderzoek wordt regelmatig met het management van de ondernemingen die in portefeuille zitten gesproken en wordt een dialoog met specialisten aangegaan. Op deze manier krijgt SPF Beheer optimaal inzicht in de langetermijnvooruitzichten van de onderneming en de industrie waarin het opereert. Uiteindelijk worden er alleen financieel gezonde ondernemingen geselecteerd die op de lange termijn waarde kunnen genereren. Uitgebreid onderzoek heeft aangetoond dat een aantal van 60 tot 80 aandelen in de portefeuille voldoende spreiding geeft wat betreft het risico bij beleggen. Resultaten tot nog toe De SAP heeft sinds de start een jaarlijks rendement behaald van 13,1%. Dit is veel hoger dan het doelrendement van jaarlijks 6%. In de grafiek hierboven is goed te zien hoe het rendement zich heeft ontwikkeld. De blauwe lijn is het rendement van de SAP en de rode lijn is het doelrendement. Stabiel rendement De focus op risico zorgt ervoor dat in neergaande markten de portefeuille veel minder daalt dan de gemiddelde aandelenmarkt. In 80% van de maanden dat de gemiddelde aandelenmarkt een negatief rendement behaalde, haalde de SAP een beter rendement. Hiermee voldoet de SAP aan één van de belang-
rijkste criteria, namelijk het beperken van neerwaarts risico. Lage kosten De aandelen worden jarenlang aangehouden en de portefeuille wordt intern door SPF Beheer beheerd. De transactie- en beheerkosten zijn hierdoor zeer laag, wat volledig ten goede komt aan de klanten. In
de SAP wordt over een periode van 7 jaar de portefeuille verhandeld, terwijl een gemiddelde actieve aandelenbelegger zijn portefeuille 1,5 keer per jaar verhandelt. Actief betrokken aandeelhouder Deze manier van beleggen zorgt ook voor een betere relatie met de onderneming waarin belegd wordt. De ondernemingen zien SPF Beheer als betrokken aandeelhouder die meedenkt. In deze gesprekken kan SPF Beheer ook haar uitvoerig onderzochte duurzaamheidsaspecten bespreken met de onderneming. Immers, maatschappelijk verantwoord beleggen staat hoog in het vaandel van de pensioenfondsen. Conclusie De strategische aandelenportefeuille heeft de afgelopen jaren bewezen een perfecte langetermijnbelegging te zijn voor een pensioenfonds. Het rendement overstijgt alle verwachtingen en het risico is lager dan verwacht. Dit wordt bevestigd doordat de SAP de IPNederland award 2013 voor de beste langetermijnbelegging heeft gewonnen. IPNederland is een onafhankelijk vakblad voor de Nederlandse pensioenfondssector. De SAP heeft met deze benoeming zestien andere gerenommeerde pensioeninstituten achter zich gelaten.
september 2013 · 19
inspiratie
‘Ik geloof in de kracht van ons pensioenstelsel’ een schimmig gebied in de ´Nederlandse polder´. Het is voor de pensioenbestuurders ook erg ingewikkeld geworden. Vooral door de veranderingen in de regelgeving.”
Hoe staat het met de aanbeveling ten aanzien van het beleggingsbeleid? “Wij concludeerden dat pensioenfondsen, op basis van de wet, moeten zorgen voor een goed en veilig pensioen. Wij adviseerden een ‘strategisch risicokader’ vast te stellen, waarin ze keuzes maken over de risico’s die het pensioenfonds kan en wil lopen. De samenstelling van het fonds en de bereidheid van de deelnemers om risico te lopen, zouden een belangrijke rol in die afweging moeten maken. Op dat punt is er nauwelijks vooruitgang geboekt, terwijl dat wel de belangrijkste aanbeveling was. Er is bijvoorbeeld nog steeds volstrekte verwarring over het feit of pensioenfondsen een nominaal of een reëel kader willen hanteren.”
Jean Frijns Hoogleraar beleggingsleer Vrije Universiteit Amsterdam
De omgeving waarin pensioenfondsen opereren is de laatste decennia sterk veranderd. Vooral de onrust op de internationale financiële markten en de uitbreiding van het toezicht stellen pensioenfondsbesturen voortdurend op de proef. In 2008 kwam daar nog de financiële crisis bij, met scherpe ontwikkelingen op de rentemarkt en de aandelenmarkt die een dramatische verslechtering van de dekkingsgraadpositie van pensioenfondsen tot gevolg hadden. Jean Frijns deed onderzoek en kwam begin 2010 met aanbevelingen. Wat is daarvan terechtgekomen?
Conclusies ‘Pensioenfondsbesturen moeten bewustere, strategische keuzes maken in de risico’s die ze (willen) lopen en voldoende greep houden op de uitvoering van hun beleggingen. Pensioenfondsen laten zich vaak leiden door het rendement dat gehaald moet worden en hebben onvoldoende oog voor de risico’s. Ook moet het bestuur van het fonds voldoende tegenwicht kunnen bieden aan instituties die hun beleggingen uitvoeren.’ Dit was begin 2010 een korte samenvatting van de conclusies uit de eindrapportage van de commissie Frijns, voluit: ‘Commissie Beleggingsbeleid en Risicobeheer Pensioenfondsen’. De commissie deed op verzoek van de toenmalige minister Donner (Sociale Zaken en Werkgelegen-
Wat is daarvan de oorzaak? heid) onderzoek naar het beleggingbeleid en risicobeheer van pensioenfondsen sinds 1990. Op basis van dit onderzoek deed de commissie aanbevelingen voor de uitvoering van risicobeheer en beleggingsbeleid, en de organisatie en verantwoordelijkheidsverdeling in pensioenfondsen.
Wat is er van de belangrijkste aanbevelingen terechtgekomen? “Over het algemeen vind ik dat er vooruitgang is geboekt. Vooral als je kijkt naar het vergroten van de deskundigheid door pensioenfondsbestuurders. Het kan natuurlijk altijd nog beter. Een fout in ons rapport was echter dat wij veronderstelden dat pensioen-
“Pensioenfondsbesturen moeten bewustere,strategische keuzes maken in de risico’s die ze (willen) lopen en voldoende greep houden op de uitvoering van hun beleggingen.” fondsbesturen de ruimte hebben om zelf beleid te voeren. We zijn nu enkele jaren verder. En wat blijkt? De regelgeving rondom pensioenfondsen is een politiek spel geworden, waarover op het hoogste niveau tussen kabinet en sociale partners wordt gedelibereerd. De besturen staan aan de zijlijn, terwijl de belangrijkste aanbevelingen uit ons rapport voor hen waren bedoeld. De belangrijkste ontwikkelingen en het nemen van beslissingen rond pensioen voltrekken zich in
“Sommige fondsbesturen zijn te afwachtend gebleven en er is, helaas, een generatiediscussie ontstaan. Aan die ontwikkeling van de afgelopen jaren hebben wij in ons rapport uit 2010 geen aandacht besteed. Jongeren en ouderen denken totaal verschillend over de oplossing. Dat leidt tot een zekere verlamming. Het is logisch dat de politiek het dan overneemt, want er moet iets gebeuren. De pensioenfondsen zijn nog steeds kwetsbaar door fluctuaties op de financiële markten, het inflatierisico en het probleem van de vergrijzing wordt alleen maar groter.”
Wat moet er gebeuren? “Kijkend naar de huidige situatie, ontkom je niet aan het doorbreken van de impasse. Het is alleen te hopen dat dit op een verstandige manier gebeurt en niet op een opportunistische. Dus niet op korte termijn plezierig, bijvoorbeeld door te ontsparen en geld in de economie te pompen. Maar juist een oplossing die vertrouwen geeft aan de verschillende generaties. Ik geloof absoluut in de kracht van ons pensioenstelsel. We zijn in staat om ons stelsel voortdurend aan te passen. Dus als jongeren meer zekerheid willen hebben over wat van hun is, dan moeten we daarvoor zorgen. Aan het vaststellen van de verschillende eigendomsrechten zullen we niet ontkomen. Ook dat kan het pensioenstelsel hebben.”
geert struiksma
[email protected]
Jeroen van der Put Directeur Media Pensioen Diensten
Operationele risico’s en verwachtingen managen In 2010 formuleerde de commissie Frijns adviezen voor een betere beheersbaarheid van pensioenvoorzieningen. Pensioenfonds PNO Media pakte de handschoen op en voerde belangrijke veranderingen door. De belangrijkste uitkomsten van het genoemde onderzoek waren tweeledig, stelt Jeroen van der Put, Directeur Media Pensioen Diensten, de organisatie achter Pensioenfonds PNO Media. Als eerste diende er een breed gedragen risicoprofiel te worden gekozen. “Dat moet je niet alleen toetsen bij de mensen in de achterban die je al kent, maar systematisch aanpakken door verschillende groepen deelnemers heen”, zegt Van der Put. In kleine groepjes werden de eerste wensen geïnventariseerd, waarna de vragen via internet breed werden voorgelegd. Dat gaf het inzicht dat er sprake was en een flinke solidariteit. Driekwart van zowel
“Als je verwachtingen goed managet,kunnen mensen prima met negatieve berichten leven” de actieve als passieve leden gaf aan dat tegenslagen samen verdeeld moeten worden. Een ander opvallend punt was de risicobereidheid. “De meeste ondervraagden realiseren zich dat een verantwoord risico noodzakelijk is om een hoger rendement te halen en de kwaliteit van het pensioen in stand te houden”, aldus Van der Put.
Risicomanagement De tweede uitkomst die opgepakt werd was het verbeteren van het risicomanagement. Dat van de beleggingsrisico’s, maar vooral ook de operationele risico’s, benadrukt Van der Put. Bijvoorbeeld het tegenpartijrisico, zoals een bank die derivatentransacties uitvoert. “Daar hebben we nu intensiever contact mee, zodat we nauwkeurig bij kunnen sturen. Daardoor zit je strakker in de wedstrijd.” Aanvullend besloot het fonds ook haar communicatie te verbeteren. Zo wordt er eerlijk gecom-
“De meeste ondervraagden realiseerden zich dat een verantwoord risico noodzakelijk is om een hoger rendement te halen en de kwaliteit van het pensioen in stand te houden.” municeerd over onderdekking en geeft de organisatie vroegtijdig aan dat er in april gekort moest worden. Daarbij rekende ze voor iedere deelnemer precies door wat de korting voor gevolgen voor hem had. Van der Put: “We kregen maar heel weinig telefoontjes naar aanleiding van die korting. Als je verwachtingen goed managet, kunnen mensen prima met negatieve berichten leven.”
niels achtereekte
[email protected]
20 · SEPTEMBER 2013
nieuws
‘Pensioen geen eenheidsworst en financieel instrument voor de begrotingspolitiek’ Marcel Kleemans en Marc Liebers, leden van de Kring van Pensioenspecialisten, tonen zich kritisch over de (voorgestelde) veranderingen van het pensioenstelsel. “Er is zowel door overheid als werkgevers momenteel weinig aandacht voor pensioen vanuit een verzorgingsgedachte. Pensioen is een financieel instrument geworden.” De overheid sleutelt middels het veranderen van de pensioeningangsleeftijd en fiscale kaders aan zowel de eerste (AOW) als tweede pijler (pensioen werkgevers) van ons pensioenstelsel. Gezien de toegenomen levensverwachting,vergrijzing en betaalbaarheid daarvan is dat logisch. Het gevolg is volgens Kleemans echter dat er in de tweede pijler steeds minder ruimte is voor onderscheidende pensioenregelingen, passend bij beleid, visie en budget van werkgever of branche en de behoefte van hun werknemers. “Daar zou het toch allemaal om moeten draaien”,zegt Liebers. Volgens hem wordt er ook te veel nadruk gelegd op de oudedagvoorziening. Aanpassen van de pensioentoezegging moet binnen het totale arbeidsvoorwaardenpakket gezien worden, inclusief arbeidsongeschiktheids- en nabestaandenvoorzieningen. Fiscale beperkingen betekenen overigens niet dat arbeidsvoorwaarden zomaar mogen worden beperkt. Dat zorgt voor een boomerang-effect. Liebers: “Als werkgevers het nu niet goed en eerlijk regelen en communiceren, voelen ze over een jaar of tien de pijn in de vorm van claims van werknemers.” Ook de politiek zou meer moeten doen. “Waarom zijn er geen kamervragen over de forse terugval in nabe-
staandenpensioendekking tijdens de WW? De eerste schrijnende gevallen zijn al bekend”,aldus Kleemans.
Afstand nemen Een ander punt van zorg blijkt de beeldvorming door onwetendheid en onjuiste communicatie. Het tweede pijler pensioen wordt te vaak door zowel overheid als media op één grote hoop gegooid. Er zijn feitelijk drie ‘pensioenwerelden’: de eind- en middelloonregelingen bij pensioenfondsen,de eind- en middelloonregelingen bij pensioenverzekeraars en de beschikbare premieregelingen. Een verschil dat zeker is uit te leggen, maar wordt overschaduwd door de vele uitvoerders naast elkaar. De versobering die nu wordt voorgesteld,lijkt volgens Kleemans en Liebers in veel gevallen zwaarder dan het in werkelijkheid is.Al in 2006 werden vroeg- en prepensioenregelingen afgeschaft en bestaande pensioenregeling in die gevallen sterk verbeterd - om zo toch nog eerder met pensioen te kunnen. “Het pensioen vanaf AOW-leeftijd is nog steeds van een redelijk niveau. We moeten er alleen langer voor werken”, zegt Kleemans. “Indexatie is daarbij van wezenlijk belang, zeker tot de pensioendatum.” De afgelopen decennia zijn er vele gestapelde aanpassingen binnen de bestaande systemen geweest, zonder hiervan afstand te nemen om naar een eenvoudiger en ander systeem te gaan,vult Liebers aan.Dat werkgevers en werknemers de draad verder zijn kwijt geraakt is dan ook begrijpelijk. Hij ziet de komende veranderingen als een goed moment om helderheid te creëren.
Balans tussen solidariteit en individualiteit
balans gemaakt wordt tussen solidariteit en verzorging enerzijds,en individualiteit en keuzevrijheid anderzijds. Belangrijk daarvoor is het loslaten van oude modellen,zoals pensioentoezeggingen die onveranderd doorlopen tot aan de pensioendatum.Kleemans: “Je kunt als werkgever of branche besluiten om iedere vijf jaar de regeling opnieuw te gaan bekijken. Samen met je personeel en vanuit een budget- én verzorgingsgedachte. Als je dat maar van tevoren goed uitlegt. Misschien komt dan ook het besef dat het de werkgever is die veelal het grootste deel van de solidariteit betaalt.”
tips Voorkom een te grote focus op het ouderdomspensioen en betrek bij de pensioeninvulling ook arbeidsongeschiktheid- en het nabestaandenpensioen. Houd het doel van het pensioen goed voor ogen, met gevoel voor zorgplicht. De vele wijzigingen maken juiste én eerlijke communicatie met en naar werknemers extra belangrijk.Stel ze ook op de hoogte van negatieve berichten. Fiscale regelingen hebben hun weerslag op arbeidscontracten. Zorg daarom voor overeenstemming met de Ondernemingsraad en werknemers. Onderzoek de consequenties vóór het besluit om te switchen. Stel hiervoor verschillende scenario’s op met reële doorrekeningen naar de toekomst. Ga goed na of er verplichtstelling is voor deelname aan een bedrijfspensioenfonds.
Liebers en Kleemans zijn voorstanders van een helder, betrouwbaar en eenvoudig systeem, waarin de juiste
niels achtereekte
[email protected]
Casper van Ewijk Directeur onderzoeksnetwerk Netspar
“We moeten meer de lead nemen in discussies” Casper van Ewijk is per 1 oktober de nieuwe directeur van onderzoeksnetwerk Netspar. We spreken hem over zijn overstap vanaf het Centraal Planbureau (CPB). Sinds eind jaren 1998 was Van Ewijk onderdirecteur van het Centraal Planbureau (CPB). Een functie waarin hij zich veel bezig hield met het vergrijzingsvraagstuk en pensioenen. De overstap naar Netspar is dan ook een logische stelt hij. “Het pensioen is een groot thema dat de komende jaren veel aandacht zal vragen. Netspar houdt zich daar een flinke tijd mee bezig en levert belangrijke bijdragen aan de kennis op dit gebied. De onderzoekers zijn ook op tal van manieren betrokken bij de pensioendiscussie en het beleid.” Wel wil Van Ewijk werken aan de zichtbaarheid van de organisatie. “Het zou goed zijn als we meer de lead nemen in discussies en actief bijdragen aan consensus over lastige vraagstukken rond het pensioen.Netspar beschikt ook over mensen die het verhaal goed kunnen vertellen.” Door toenemende Europese regelgeving vindt hij het daarbij ook verstandig om grensoverschrijdende samenwerkingen aan te gaan met kennisinstellingen elders in Europa.
Vertaalslag Een andere belangrijke ontwikkeling binnen pensioenvraagstukken blijkt het aanpassen van de thematiek. “Ik verwacht dat er in de komende jaren een discussie gaat ontstaan over meer differentiatie binnen pensioenen en keuzemogelijkheden. Deelnemers worden veeleisender en willen ook meer invloed op hun pensioen. De behoefte aan inkomen op de oude dag hangt ook nauw samen met de de gezondheid, de zorgkosten en de woonsituatie.” Het zijn onderwerpen die de aandacht voor het pensioen naar voren halen in het leven. Om dit op de juiste wijze te doen, moet er volgens Van Ewijk anders worden gecommuniceerd. Dat geldt ook voor de beleidsdiscussie. “Die is erg vaak gericht op de technische uitwerking en levert vaak spraakverwarring op over begrippen als dekkingsgraden, discontovoeten et cetera. Dit helpt niet om de onzekerheid van mensen over hun pensioen weg te nemen. Mensen willen weten wat ontwikkelingen voor hun eigen situatie betekenen. Die belangrijke vertaalslag moeten wij maken.” niels achtereekte
[email protected]
www.mandema.nl
In 5 minuten meer inzicht in uw collectieve pensioenregeling Heeft u alle pensioenzaken goed geregeld voor uw medewerkers? Zodat het past bij de wensen en voldoet aan de regels? Met de huidige wijzigingen en onrust, is het goed om zeker te zijn van uw zaak. Ga daarom nu naar MandemaPensioenCheck.nl. Deze check is ontwikkeld door de specialisten van het Mandema Pensioenbureau en helpt u verder met advies en inzicht. Wilt u meer weten of vrijblijvend van gedachten wisselen met de pensioenconsultants, kijk dan op mandema.nl en maak een afspraak.
doe de test op MandemaPensioenCheck.nl
Verder kijken, verder komen
september 2013 · 21
inzicht
Wijzigingen vragen om open discussie De komende twee jaren staan flink wat wijzigingen op stapel, die invloed hebben op de pensioensopbouw en daarmee ook op pensioencontracten. Voor veel werknemers geldt een verlaging van de opbouw. Discussie over eventuele compensatie is dan ook nodig. Per 1 januari 2014 wordt de fiscale pensioen richtleeftijd van 67 jaar gehanteerd als uitgangspunt voor (collectieve) werknemerspensioenregelingen. Tegelijkertijd moeten de maximale opbouwpercentages voor dergelijke pensioenregelingen met 0,1 procent zijn verlaagd. Zijn we een jaar verder, dan wordt - zoals het er nu naar uitziet - ook het maximale opbouwpercentage voor de middelloonregeling verlaagd naar
1,75 procent en voor de eindloonregeling naar 1,55 procent. Dit heeft ook invloed op de opbouwpercentages voor beschikbare premieregelingen. Een extra beperking hierbij is de begrenzing van het maximaal fiscaal pensioengevend loon op 100.000 euro.
Waarschuwing Het zijn slechts enkele veranderingen, die al gelijk flink wat cijfermatige informatie met zich meebrengen. Maar wat heeft deze reeks cijfers en maatregelen nu te betekenen in de praktijk? Kort gesteld betekent het dat de pensioenovereenkomst wijzigt en werkgever en werknemer om tafel moeten om te kijken hoe dit het beste vormgegeven kan worden. Voor werkgevers is het belangrijk om te weten dat wijzigingen in de pensioenovereenkomst niet eenzijdig doorgevoerd mogen worden,
aangezien deze overeenkomst een onderdeel is van de arbeidsovereenkomst. Wel is het mogelijk om na overleg wijzigingen collectief door te voeren. Een agendapunt voor het overleg is de vraag of werknemers compensatie dienen te krijgen en, zo ja, wat deze compensatie inhoudt. Adviseurs waarschuwen werkgevers dan ook de wetswijzigingen niet te zien als een welkome ‘uitweg’ voor kostenverlaging en wijzen op de communicatie- en zorgplicht. Zonder weloverwogen beslissingen, kunnen er claims volgen. Wellicht niet gelijk op korte termijn, maar zeker na verloop van tijd, wanneer de langetermijngevolgen van de wijzigingen zichtbaar worden.
Ook voor DGA’s veranderen er zaken. Zo worden de fiscale en juridische spelregels voor het opbouwen van pensioen in eigen beheer complexer. De geluiden dat we met z’n allen in korte tijd door de zure appel heen moeten bijten, luiden dan ook steeds sterker. En daar lijkt begeleiding onmisbaar bij te zijn. Binnen die gedachte moet er vooral ook aandacht blijven voor het positieve karakter van het pensioen. Niet alleen als beloningscomponent (uitgesteld salaris), maar ook vanuit de morele zorgplicht van de werkgever. Het pensioen is immers niet alleen een oudedagvoorziening maar fungeert ook als voorziening voor nabestaanden (zie kader).
Positief karakter De wetswijzigingen beperken zich niet alleen tot werknemers.
Ict maakt pensioenadvies begrijpelijk en betaalbaar Verhoogde pensioenleeftijd, korting op uitkeringen, verlaagde opbouwmogelijkheden, op pensioengebied lijkt alles in beweging. Vanwege de recente ontwikkelingen moeten veel werkgevers hun pensioenregeling aanpassen. Dit leidt tot tal van vragen. Veel werkgevers en HRM-managers schakelen daarvoor een deskundig adviseur in. Voor dat advies zal de werkgever moeten betalen. Dat geldt ook voor verzekerde pensioenregelingen waar in het verleden provisie over is vergoed. Hoewel goedkoop vaak duurkoop is zal de werkgever zeker op de kosten willen letten zonder in te moeten leveren op de kwaliteit. Pensioennavigator biedt daarbij uitkomst. De pensioensoftware van Pensioennavigator zorgt ervoor dat de adviseur zeer efficiënt kan werken terwijl de kwaliteit van het advies overeind blijft. Pensioennavigator biedt software en kennis voor efficient en hoogwaardig pensioenadvies. Veel professionele adviseurs maken gebruik van de adviessoftware en kennisondersteuning. Pensioennavigator is volkomen onafhankelijk
Meer informatie:
Telefoon 020 417 0880
|
Wie activiteiten heeft die onder een bedrijfstakpensioenregeling vallen,is het van groot belang om een zogeheten Bedrijfstak Pensioenfonds-onderzoek (BPF-onderzoek) te laten uitvoeren.Hiermee is vast te stellen of de verplichting er nog steeds is.Het komt voor dat door een wijziging in de werkzaamheden de verplichting is komen te vervallen. Een belangrijke controle is die op de afstandsverklaring die werknemer en werkgever kunnen opstellen en ondertekenen.Vooral het partnerpensioen speelt hierbij een belangrijk rol.Bij een uitspraak van de kantonrechter eerder dit jaar werd een nabestaande in haar gelijk gesteld toen bleek dat de afstandsverklaring alleen door werknemer en –gever ondertekend was en niet door de nabestaande. Een verzuiming van de informatieplicht richting de werknemer,oordeelde de rechter.
[email protected]
PENSIOENADVISEUR
PENSIOENADVISEUR
met
zonder
Kennis adviseur voldoet aan de wettelijke eisen
V
V
Gestructureerde werkwijze en vastlegging
V
V
Objectieve analyse van wensen en doelstellingen van de werkgever via begrijpelijke eens/oneens-stellingen
V
X
‘bpf-tool’ voor efficiënte analyse of een bedrijf onder een wettelijk verplicht gesteld pensioenfonds valt
V
X
Geautomatiseerde budget- en betaalbaarheidsanalyse
V
X
Geautomatiseerde marktbrede* voorwaardenvergelijking
V
X
Geautomatiseerde marktbrede* tarievenvergelijking
V
X
Online onderhandeling met verzekeraars
V
X
maatwerk adviesrapport
V
V
Geautomatiseerde persoonlijke overzichten per deelnemer
V
X
HET GROTE VERSCHIL ALS ADVISEURS PENSIOENNAVIGATOR GEBRUIKEN
en zelfstandig, bouwt de software volledig zelf en heeft uitgebreide en diepgaande kennis van pensioen en verzekeren. Uniek aan de pensioennavigator software is dat vrijwel alle pensioenverzekeraars* hun voorwaarden en tarieven beschikbaar stellen. Zodoende is snelle, nauwkeurige en betrouwbare vergelijking mogelijk.
Over Pensioennavigator marktleider pensioenadviessoftware 100% zelfstandig 100% onafhankelijk sinds 1989 eigen pensioenexperts eigen software engineers eigen actuariaat eigen supportteam boordevol energie en ideeën
www.pensioennavigator.nl
niels achtereekte
checks
|
[email protected]
* Aegon, Aegon PPI, Avero, ASR, Brand New Day, Conservatrix, Delta Lloyd, Generali, Legal & General, Nationale Nederlanden, Zwitserleven.
PENSIOEN- PENSIOENNAVIGATOR NAVIGATOR
Wijzigingen pensioenstelsel ideale aanleiding voor kritische kijk op arbeidsvoorwaarden
De pensioen discussie is niet van werkgevers en werknemers , maar van werkgever en werknemer,
De vele wetten, regels en discussies over pensioenen maken het werkgevers er niet eenvoudiger op keuzes te maken. Één ding is volgens EY en HVG echter heel duidelijk: de nieuwe pensioenwetgeving en fiscale wijzigingen vormen de perfecte aanleiding om in actie te komen en de toekomst van arbeidsvoorwaarden onder de loep te nemen. Hoe pak je dat aan? Nicolette Opdam en Casim Snoeks (Partner HVG en Partner EY) pleiten voor het in kleine brokjes opdelen van keuzes. Informatie moet behapbaar zijn. “Mensen weten dat ze minder rente krijgen op hun spaarrekening dan eerder, maar dat pensioenfondsen dan ook minder rente krijgen en dat het pensioen daardoor duurder wordt, wil er nog niet in”, geeft Snoeks als voorbeeld. Hoe eerlijker de communicatie, hoe groter de kans op acceptatie van veranderingen. De werkgever krijgt een steeds belangrijkere rol in die communicatie. Om daar te komen, blijkt de eerste stap te kijken of de bestaande regeling wordt geraakt door de fiscale wetswijziging. “Er zijn genoeg werkgevers met pensioenregelingen die al onder het gestelde verlaging van het opbouwpercentage zitten”, zegt Opdam. “Er hoeft dus niet per definitie
stellen advocaat Nicolette Opdam en actuaris Casim Snoeks.
iets te veranderen in de arbeidsvoorwaarden.” Is dit wel het geval, dan is de volgende stap te kijken naar de betaalbaarheid. Die moet in balans worden gebracht met de behoeften van partijen. “Vraag je af wat je met de pensioenvoorziening wilt bereiken en wat je daarvoor wilt betalen”, zegt Snoeks. “Dan ontstaat er begrip voor kosten en opbrengsten en daarmee ook waardering van de werknemer voor deze kostbare arbeidsvoorwaarde.”
keuzetraject.” Toekomstbestendigheid moet volgens hen centraal staan. “We hebben geen afspraken gemaakt over hoe we om zouden gaan met slechte resultaten”, zegt Snoeks. “Lange tijd ging het simpelweg gewoon goed. Door open om tafel te gaan, kunnen we nu zorgen voor een toekomstbestendige situatie.”
Keuzetraject
Beide specialisten benadrukken het belang van een heldere pensioenstructuur voor goed werkgeverschap. Een onderwerp waarin Finance en HR samen op moeten trekken. Opdam: “Wij spreken beide talen en benaderen pensioenen daarom niet technisch, maar vooral als
BuiLDinG a BEttEr WorkinG WorLD
Werkgevers… de motor achter pensioenverandering! Waarom wachten op de overheid? Verandering pensioenregels gaat traag. Neem zelf het voortouw! Eric Bergamin Pensioenjurist bij Bergamin Pensioenrechtadvies B.V.
Pensioenen veranderen. De AOW-leeftijd gaat omhoog naar 67 jaar. De leeftijd in de aanvullende pensioenregeling gaat ook omhoog, maar niet gelijk met de AOW-verhoging. Deze zomer vindt de consultatie voor het nieuwe pensioencontract plaats. De consultatie leidt tot wetgeving die in 2015 ingevoerd wordt. Daarnaast veranderen de fiscale regels rondom pensioen, zowel in 2014 als in 2015. Veel veranderingen in korte tijd! De veranderingen hebben ook nog eens een grote impact, zowel financieel als qua management. Dergelijke ingrijpende veranderingen vragen om minutieuze voorbereiding en een gedegen aanpak. Een probleem is dat de veranderingen nog lang niet uitgekristalliseerd zijn. Verandertrajecten moeten nu inwerking gezet worden, maar wat te veranderen? Toch maar wachten dus tot alle veranderingen bekend zijn? Dan bent u wellicht te laat voor een zorgvuldig veranderings-
proces. En waarom wachten, als u zelf het voortouw kunt nemen en de regeling van uw onderneming toekomstbestendig kunt maken? Praatplaat De verhoging van de AOW- en pensioenleeftijd naar 67 jaar is best complex. Wij hebben een ‘praatplaat’ ontwikkeld (zie foto bij dit artikel voor een klein stukje van de praatplaat) waar op één bladzijde alle voetangels en klemmen rondom deze wijziging staan opgetekend.
Vergrijzing Pensioen is slechts ‘een’ onderdeel van een veel complexer vraagstuk: de vergrijzing binnen de arbeidsmarkt. De economische groei wordt geremd door de aanhoudende crisis; door de vergrijzing ontstaat er desondanks druk op
de arbeidsmarkt. Met een goede pensioenregeling kan een werkgever zich onderscheiden op de arbeidsmarkt. Werkgevers willen tegelijkertijd de kosten van pensioen terugdringen. Werknemers willen meer keuzevrijheid ten aanzien van de uitvoering. Binnen een aantal jaren ontwikkelt pensioen zich, als het aan ons ligt, tot een integraal onderdeel van een breder vergrijzings- en arbeidsvraagstuk. Bergamin Pensioenrechtadvies wil bij deze ontwikkeling vooroplopen, door vanuit de juridische mogelijkheden verder te kijken dan het bestaande kader. Wij dragen graag bij aan de maatschappelijke veranderingen die pensioen in het perspectief van de 21e eeuw plaatsen. Dat kan niet door te wachten op nieuwe regels en beleidskaders van onze wetgever. Werkgevers zouden idealiter het voortouw moeten nemen bij alle veranderingen, door pensioen niet als kostenpost te bekijken, maar als strategisch onderdeel van de totale arbeidsvoorwaarden.
Rondetafelconferentie Voor HR managers en bestuurders van ondernemingen die niet willen wachten, maar nu al aan de slag willen, organiseren wij een Rondetafelconferentie. Deze conferentie vindt plaats op donderdag 26 september 2013 op Kasteel Ophemert in de Over-Betuwe.
Op de agenda staat ondermeer: • Welke veranderingen in de wet zijn bekend? • Hoe kunt u uw regelingen toekomstproof maken? • Welke gevolgen hebben de veranderingen voor uw jaarrekening? • Hoe integreert u pensioen in uw arbeidsvoorwaarden, inclusief ouderen- en loopbaanbeleid? Belangstelling om deel te nemen aan de Rondetafelconferentie? Of wilt u meer weten over de praatplaat? Bel, mail of stuur een tweet!
Tel: 010 463 77 55 Email:
[email protected] Twitter: @BergaminPRA Bergamin Pensioenrechtadvies B.V. maakt deel uit van Ius Laboris: www.iuslaboris.com.
september 2013 · 23
nieuws
graphic: AZL
De arbeidsrechtelijke gevolgen van de pensioenplannen
Hylda Wiarda
ADVOCAAT BRONGEEST DEUR ADVOCATEN
Hylda Wiarda is advocaat bij Brongeest Deur Advocaten in Amsterdam. De praktijk van het kantoor beslaat alle facetten van het Nederlandse arbeidsrecht. Op dit moment hebben de plannen omtrent het nieuwe ontslagrecht dan ook mijn aandacht. Maar ook de ontwikkelingen rond aanpassing van het pensioen zullen invloed hebben op het arbeidsrecht.” Welke invloed hebben de pensioenplannen op (het voortduren van) de arbeidsovereenkomst? “Vrijwel alle werkgevers nemen in hun personeelsregelingen een pensioenbeding op, inhoudende dat het dienstverband met de betreffende werknemer automatisch zal eindigen op het moment dat deze met pensioen gaat. Aangezien het recht op AOW-pensioen inmiddels niet langer ontstaat bij het bereiken van de 65 jarige leeftijd, zullen werkgevers met een pensioenbeding dat daar nog bij aansluit,dit sowieso aan moeten passen. Als dat niet gebeurt, verliest het beding zijn geldigheid.” “Verder wordt de opbouwperiode voor aanvullend pensioen vanaf
2014 verlengd tot 67 jaar. De AOWleeftijd daarentegen, wordt stapsgewijs verhoogd naar 67 in 2024. Waar de AOW-leeftijd en de ingangsdatum van het aanvullende pensioen tot 1 januari van dit jaar nog allebei op 65 jaar lagen, vallen die nu dus niet meer samen. Dit betekent dat werknemers van wie het contract eindigt bij het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd, met een substantieel inkomensgat kunnen worden geconfronteerd. Het verwachte effect is dan ook dat werknemers langer zullen willen doorwerken.” “In dat geval moeten werkgevers zich realiseren dat het in principe niet mogelijk is om een vast contract (met of zonder pensioenbeding) in overleg te beëindigen en vervolgens met diezelfde werknemer een tijdelijk contract aan te gaan. Het risico bestaat dan dat een dergelijk tijdelijk contract niet van rechtswege zal eindigen op de daarin afgesproken datum, maar dat dezelfde ontslagbescherming zal gelden als bij een vast contract. Het bereikt hebben van de AOW-gerechtigde leeftijd, zal tegen die tijd dan geen valide reden meer kunnen zijn voor beëindiging van het dienstverband. Dezelfde problematiek doet zich voor als zonder nadere afspraak wordt doorgewerkt na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd. Het is goed denkbaar dat werkgevers vanwege dit risico niet bereid zullen zijn werknemers nog enige tijd door te laten werken na het bereiken van de AOW-gerechtigde leeftijd.” “Dit najaar zal een wetsvoorstel worden ingediend waarin deze arbeidsrechtelijke problemen omtrent het langer doorwerken (grotendeels) worden weggenomen. Om zowel de werkgever als de werknemer meer duidelijkheid te geven, zou het kabinet er verstandig aan doen om dit voorstel prioriteit te geven en versneld door de Tweede en Eerste Kamer te loodsen.” geert struiksma
[email protected]
De arbeidsmarkt flexibiliseert Beter anticiperen op langer doorwerken wordt urgent. Werkgevers, werknemers en overheid moeten zich daar snel op voorbereiden. Wat zijn de beste manieren om dat te doen? Die belangrijke vraag wordt gesteld tijdens een congres op 29 oktober van dit jaar: NieuweNormWerken. De initiatiefnemer is Harry Smorenberg, Internationaal Strateeg in Finance en Pensioenen. “De arbeidsmarkt flexibiliseert. We staan aan de vooravond van sociale innovatie. Het huidige stelsel komt niet uit, dus we leggen een soort rekverband aan: doorwerken tot je 67ste. De Workability Index in het Westen staat op 75 jaar. Werken tot 70 zou vandaag de norm kunnen zijn, terwijl we nu nog gemiddeld met 64 jaar met pensioen gaan. Dat zijn ruim zes productieve jaren die niet worden benut. Het roer moet om.Het World Economic Forum bijvoorbeeld,wijst op onze inflexibele arbeidsmarkt.Andere landen zijn
verder. Werkgevers anticiperen en scheppen de juiste condities voor ouderen om zo mede kennis in huis te houden en over te dragen aan de volgende generatie.”
Wat is de oplossing? “Het accepteren van en het versnellen van de inzet van mensen tot op hoge leeftijd in het arbeidsproces. Dat kan uitsluitend als er totale regie en samenhang komt op het begrip ‘werk’. Alle facetten moeten daarbij aansluiting vinden. Denk aan nieuwe perceptie op loopbaan en salarisontwikkeling, vroegtijdige omscholing, regie op eigen persoonlijke financiële planning, aanpassing werkomstandigheden, passende wet- en regelgeving, fiscaliteit et cetera. Ook een geheel nieuwe rol voor de werkgever, die meewerkt aan de maatschappelijke investering in ‘human capital’. We moeten de maatschappij klaarmaken om dit te accepteren en in te bedden in ons sociaal stelsel. Het gaat dus om echte sociale innovatie.“
Wat moet er gebeuren? “Pensioen in zijn huidige vorm is een oud dogma. Waar we naartoe gaan is het individueel managen van onze persoonlijke financiële continuïteit in actieve en niet actieve periodes van ons leven. Daarmee wordt het ‘pensioen’ veel meer een individueel gegeven. Er zal zeker ruimte blijven voor collectiviteiten; zeker ten aanzien van de vermogensopbouw op langere termijn. Bestaande en nieuwe services providers zouden daar goed op kunnen inspelen. Maar het individu staat centraal, met een eigen rekening courant naar de reserves en de uiteindelijke ‘pensioenpositie’.Op die manier heb je zelf de regie, ook kijkend naar hoe lang je wilt werken.In deze tijd van informatietechnologie moet het mogelijk zijn om dat te regelen. Fondsen en services providers gaan nu nog gebukt onder de complexiteit van de vele vormen van contracten en aanspraken. Dat zal zeker gerationaliseerd moeten worden.” geert struiksma
[email protected]
Werkgevers opgelet! Per 1 januari 2014 staan er de nodige veranderingen op stapel. Meest in het oog springend zijn de verhoging van de pensioenleeftijd van 65 naar 67 jaar en de gelijktijdige verlaging van het fiscaal maximaal op te bouwen pensioen. Het is noodzakelijk om pensioenregelingen aan te passen om aan de nieuwe wetgeving te voldoen, maar dit is een traject met de nodige valkuilen. Beide wijzigingen zijn immers materieel bezien een wijziging van de arbeidsvoorwaarden en dit is nu eenmaal een zaak van werkgever én werknemers. Een werkgever komt er niet mee weg door alleen maar te stellen dat de wetgever hem hiertoe dwingt. En werknemers kunnen werkgever er aan houden om voor deze verslechtering in eniger-
lei vorm gecompenseerd te worden. De werkgever moet dus in actie komen. Niet alleen pensioenfondsen maar ook pensioenverzekeraars voeren pensioenregelingen uit. In het geval van een verzekerde pensioenregeling moet een werkgever zich realiseren, dat aanpassing van die regeling op grond van art. 27 lid 1-a van de WOR de instemming van de ondernemingsraad behoeft. Menig pensioenverzekeraar ziet geen kans de wijzigingen tijdig door te voeren. Als de hoogte van de huidige pensioenregeling het toelaat, laat zo’n verzekeraar de regeling vooralsnog ongewijzigd doorlopen. Dit betekent dus ook, dat de pensioenleeftijd voorlopig op 65 jaar blijft staan. Hierin schuilt voor de werkgever een gevaar. Let dus op, onderneem actie en wacht niet af! niels vermolen & Jan van orden
[email protected]
PRAKTIJK Vaak staat in het reglement dat iemand deelnemer is zolang hij/zij de pensioenleeftijd van 65 jaar nog niet bereikt heeft. Maar wat als een 65-plusser bij u in dienst treedt? In diverse reglementen staat ook dat er bij overlijden voor pensioendatum recht op partner- of wezenpensioen bestaat. Maar wat als de deelnemer na 65 jaar nog in dienst is en overlijdt? In het reglement kan ook staan dat er bij arbeidsongeschiktheid voor de pensioendatum recht op premievrije voortzetting bestaat. Maar wat als de deelnemer na 65 jaar arbeidsongeschikt wordt? Werkgever opgelet! Wacht niet af, onderneem actie!
Hard Hart
voor resultaat
voor de toekomst
In de wereld van pensioen- en vermogensbeheer gaat het er hard aan toe. De belangen die op het spel staan zijn dan ook immens: miljarden aan kapitaal, voor de toekomst van miljoenen mensen. Dat realiseren we ons. Daarom knokken we elke dag weer keihard voor de pensioenfondsen die hun pensioenuitvoering aan ons toevertrouwen. Toch is ‘hard’ niet de enige reden waarom wij al ruim 40 jaar aan de top van de pensioensector staan. Dat heeft meer te maken met onze bereidheid om op cruciale momenten ook te luisteren naar ons ‘hart’. Dit is zo’n moment. Want willen we ons pensioenstelsel veiligstellen, in welke vorm dan ook, dan moet het roer om! Richting een waardevolle toekomst. Deze visie brengt ons nu al het marktleiderschap als het gaat om verantwoord beleggen. Uiteraard met een uitstekend rendement. En dankzij onze oorsprong hebben wij de kennis, kunde, ervaring en ‘kritische massa’ in huis om te werken aan die waardevolle toekomst. Met heel ons hart.
Volg de visie van PGGM op pggm.nl/waardevolletoekomst
pensioenbeheer
vermogensbeheer
bestuursadvisering