Disneyfication
Iris Visser Academie Minerva Hanze Hogeschool Groningen Communicatie Vormgeving Time Based Media Begeleiding: Frederiek Bennema Groningen, september 2010
Inhoudsopgave
Introductie
p. 1
1. De Walt Disney Company: Het geheim van hun succes 1.1 Het ontstaan en de ontwikkeling van de Walt Disney Company
p. 3
p. 9
1.2 De visie van de Walt Disney Company
p. 3
2. Het sprookje: Waar komen Disney’s sprookjes vandaan?
p. 11
2.1 De geschiedenis van het sprookje
p. 12
2.2 De Disneyfication van het sprookje
p. 14
3. Disneyfication: Wat is de Disney ideologie?
p. 29
3.1 De archetypische rolverdeling van de personages
p. 31
3.2 De ideologie van het blanke Amerika tegenover verschillende rassen en culturen
p. 34
4. Beeldvorming: Wat is de invloed van Disneyfication op de Westerse maatschappij?
p. 39
4.1 Disneyfication in de huidige beeldcultuur
p. 40
4.2 Mijn Disneyfication
p. 41
Conclusie Voetnoten
p. 45
Bronnen
p. 51
Illustraties
p. 55
p. 47
Introductie
Disney; iedereen heeft hier zo zijn eigen associaties bij. Want wie is er nou niet in aanraking gekomen met een van Disney’s creaties? Net als mijn ouders ben ook ik opgegroeid met de wondere wereld die Disney heet. Een mooie ideaalwereld waarin het belangrijkste doel is om je eigen ‘happily ever after’ te bereiken.
bruikelijk waren. De Disneyfilms passen binnen wat in die periode en cultuur als verantwoord en waardevol werd beschouwd. En tot slot zal ik het Disney ideaal in deze tijd laten zien aan de hand van een aantal voorbeelden in verschillende media, waaronder mijn eigen afstudeerproject.
Het Disney ideaal is niet meer weg te denken uit onze maatschappij. In de verschillende media wordt het Disney ideaal bewust of onbewust gebruikt. Deze toepassing van het Disney ideaal wordt Disneyfication genoemd. Maar wat houdt het Disney ideaal precies in? Waar is dit gedachtegoed begonnen? En hoe is Disney’s ideaal één geworden met het ideaal van onze (Westerse) maatschappij? In mijn scriptie probeer ik een antwoord te geven op deze vragen. Aan de hand van de geschiedenis van de Walt Disney Company wordt duidelijk hoe ze de top van de entertainment wereld hebben bereikt en daar nog steeds een van de grootsten zijn. Met deze achtergrond informatie krijg je een beeld van de tijd en de destijds heersende opvattingen waarin het Disney ideaal is ontstaan. Het Disney ideaal is goed terug te vinden in de klassieke sprookjes die Disney heeft verfilmd. Uit de geschiedenis van sprookjes blijken de overeenkomsten die ze hebben met Disney’s beroemde animatie klassiekers, maar ook hoe Disney daarvan zijn eigen interpretatie heeft gemaakt. Ik heb gekozen voor zes sprookjes, die de inspiratie zijn geweest voor Disney’s belangrijkste animatiespeelfilms en deze vergeleken met de Disney versie. Dit voorbeeld van Disneyfication laat een aantal belangrijke elementen zien van het Disney ideaal. Om het Disney ideaal nog beter te begrijpen zal ik aan de hand van voorbeelden uit de films een aantal kernelementen naar voren halen. Deze elementen hebben betrekking tot de personages in Disney’s films. Hier is een duidelijk verband te leggen met de maatschappelijke standpunten die in die tijd ge1
2
1. De Walt Disney Company: Het geheim van hun succes
1.1 Het ontstaan en de ontwikkeling van de Walt Disney Company
De Walt Disney Company is een wereldwijd icoon geworden dankzij een aantal factoren. Om dit succesverhaal en de gevolgen daarvan te begrijpen geef ik een overzicht van het ontstaan van de Walt Disney Company. Het ontstaan van Walt Disney’s carrière Walt Disney, geboren op 5 december 1901, begon zijn carrière als animator in de jaren twintig. Op basis van de door Walt en zijn vrienden geproduceerde populaire cartoons Laugh-O-Gram’s begonnen zij een gelijknamige animatiestudio. Ambitieus als ze waren, begonnen ze meteen aan een nieuw concept dat animatie met live-action combineerde: Alice’s Wonderland.1 Dankzij deze geldrovende poging eindigde de studio in een faillissement.2 In 1923 besloot Walt opnieuw een animatie studio op te zetten, dit keer met zijn broer Roy. Deze in Hollywood gelegen studio, The Disney Brothers’ Studio genaamd, was het begin van wat later The Walt Disney Company zou gaan heten. Met succes maakten zij een vervolg op de Alice’s Wonderland serie, de Alice Comedies genaamd, die door de Wrinkler Studio’s werd gedistribueerd.3 Na het einde van de Alice serie in 1927 begonnen de broers in opdracht van de Wrinkler Studio’s en Universal Pictures met een nieuwe serie Oswald The Lucky Rabbit, de voorloper van Mickey Mouse. Echter in 1928, toen Walt wilde onderhandelen met de Wrinkler Studio’s over het budget, kwam hij erachter dat het budget, ondanks Oswald’s succes, verlaagd zou worden. De Winkler Studio’s had de meeste animators van de Disney Studio’s onder contract staan en dreigde daarmee een eigen animatie studio te beginnen als Walt niet akkoord zou gaan met zijn eisen. Walt liet Oswald The Lucky Rabbit voor wat het was en vertrok samen met zijn broer Roy en animator Ub Iwerks, die deze eis niet wilden opvolgen. Als 3
antwoord creëerden zij, door Oswald’s uiterlijk een beetje aan te passen, Mickey Mouse, het personage dat Oswald zou vervangen.4 Het begin van succes De eerste Mickey animatie Steamboat Willie kwam in november 1928 uit. Deze animatie staat officieus bekend als Mickey’s debuut terwijl dit eigenlijk de derde Mickey animatie was. Dit kwam mede doordat Walt nog iets extra’s wilde toevoegen voor een grotere impact: geluid. Steamboat Willie was de eerste animatie waarbij geluid synchroon liep met het beeld. Overtuigd van deze door zichzelf aangepaste techniek richtte hij zich vol overgave op animaties met geluid, ook wel ‘talkies’ genoemd. Zo behaalde hij een groot voordeel op het merendeel van de animatiestudio’s die zich nog bezighielden met animaties zonder geluid.5 Het vervolg op Mickey’s succes was een serie muzikale animaties: de Silly Symphonies. Binnen deze animaties werd flink geëxperimenteerd. Dit kwam mede door de enorme groei van de studio die vooral vanaf 1929 plaatsvond. Zo ontstond bijvoorbeeld Flowers And Trees. De in 1932 uitgekomen Silly Symphonie was de eerste commerciële animatie volledig in kleur. Deze prijzige kleurentest van Disney en Technicolor mondde uit in een exclusief contract waardoor Disney twee jaar lang als enige het recht had deze nieuwste Technicolor techniek te gebruiken. Alle volgende Silly Symphonies, in totaal zijn dit er 76, werden vanaf nu volledig in kleur gemaakt waardoor de serie in korte tijd net zo populair werd als de Mickey animaties.6 Baanbrekende ontwikkelingen In 1934 ontstonden er bij Walt ideeën over het maken van een animatiespeelfilm. In tegenstelling tot de korte animaties viel hiermee een hogere opbrengst te behalen. Daarnaast was er een grotere ontwikkeling mogelijk binnen de inhoud en vorm. Het door Walt gekozen verhaal Snowwhite and the Seven Dwarfs (Sneeuwwitje en de Zeven Dwergen) kwam in drie jaar
4
tijd al experimenterend tot stand. Dankzij de toepassing van de rotoscopie techniek bewogen de geanimeerde hoofdpersonen veel natuurlijker.7 Ook werd er een breder papier formaat ingevoerd waardoor het mogelijk was om bijvoorbeeld alle zeven dwergen in beeld te hebben. Daarnaast werd er een multiplane camera ontwikkeld waarmee meer diepte gecreëerd werd.8 Al met al was Sneeuwwitje een baanbrekend experiment dat in 1937 met een Oscar bekroond werd.9 Na Snowwhite volgden er vele animatie speelfilms zoals Pinocchio (’40), Fantasia (’40), Dumbo (’41) en Bambi (’42). Dankzij deze grote productie werd er een nieuwe Disney Studio gebouwd in 1938. Ondanks het succes van de Disney Company werden ook zij geteisterd door de komst van de Tweede Wereld Oorlog. Als gevolg van de ontstane economische crisis ging het personeel van de Disney Company staken; ze wilden een vakbond. Terwijl heel Hollywood vakbonden had, wilde de animatiewereld en vooral Walt hier niets van weten. Daarnaast werd een gedeelte van de Disney studio gebruikt door de luchtmacht in 1941. Hierdoor ontstond het idee om propaganda animaties voor de regering en het leger te maken.10 Aangezien er tijdens deze oorlogsjaren in Europa geen markt was voor Disney’s animaties, besloot het bedrijf zich te richten op Zuid-Amerika. Zo ontstonden de animaties Saludos Amigos en The Three Caballeros; beiden bestaan uit een serie kortere animaties. Deze relatief goedkope vorm van animatiespeelfilm werd na de oorlog nog drie keer met weinig succes toegepast.11 Aan het einde van de jaren veertig begon Walt zich meer te richten op liveaction films. Zo ontstond het idee voor de True-Life Adventures, een serie korte documentaires over wilde dieren in hun natuurlijke omgeving. In 1949 ontving de eerste documentaire van de serie, Seal Island, een Oscar voor beste korte film.12 Toch bleef animatie een grote voorkeur behouden. In 1950 bereikte Cinderella (Assepoester), de eerste animatiespeelfilm sinds 1942, de theaters. De film was erg succesvol en haalde daarmee de Disney Company grotendeels uit hun schulden.13 De volgende soortgelijke animatiespeelfilm, Sleeping Beauty (Doornroosje), was beduidend minder populair. Deze film, die in 1959 uit-kwam, had zes jaar 5
gekost om te produceren. Naast Sleeping Beauty was Walt namelijk bezig met verschillende live-action films en met het ontwerp voor Disneyland. Van man tot icoon In 1952 richtte Walt de organisatie WED op die zich zou gaan richten op de bouw van het themapark. Ter commerciële ondersteuning van Disneyland sloot Walt een contract met het tv-station ABC. Hij zou een serie genaamd Disneyland presenteren in ruil voor financiële steun en reclame voor zijn themapark. In 1955 werd Disneyland onder het oog van dertigduizend bezoekers en miljoenen tv-kijkers geopend. Succesvol als Disneyland was, toch had Walt nog iets groter in zijn hoofd: The EPCOT Center. In 1966 maakte hij zijn ideeën bekend over de creatie van deze ideale stad. Datzelfde jaar echter overleed hij aan longkanker. Het EPCOT Center is er uiteindelijk in de vorm van een volgend Disney themapark wel gekomen. Walt Disney’s laatste animatiespeelfilm was Jungle Book, deze is zonder hem afgemaakt en in 1967 uitgekomen.14 De Disney Renaissance Na Walt Disney’s overlijden was het lastig een goede vervangende leider voor het bedrijf te vinden. De animatiespeelfilms die uitkwamen werden niet zo goed ontvangen en een aantal werknemers verlieten het bedrijf. Vanaf 1984 begon het bedrijf met Roy E. Disney, de zoon van Walt’s broer Roy, als leidinggevende op de animatieafdeling en Michael Eisner en Frank Wells aan de top, weer beter te lopen.15 Met een aantal nieuwe aanwinsten in hun team begon de Disney Company aan de animatiespeelfilm The Little Mermaid (De Kleine Zeemeermin). In 1989 kwam de film uit en werd het grote succes waar de Disney Company op gewacht had sinds 1950. The Little Mermaid was de laatste animatiespeelfilm die op de oude manier gemaakt werd door middel van handgetekende cellen.16 Het CAPS-systeem nam het vanaf hier over.17 18 Hierdoor kon sneller worden gewerkt. De eerste animatiespeelfilm die volledig gebruik maakte van het geperfectioneerde CAPS-systeem was Beauty and the Beast (Belle en het Beest). Met dit systeem werd het mogelijk complexere scènes te maken. Naast de technische kwaliteitsverhoging speelde de muziek een grote rol; muziek beslaat een derde van deze film. Beauty and the Beast ontving twee Oscars voor 6
de muziek. Daarnaast was het de allereerste keer dat een animatiespeelfilm genomineerd werd in de categorie Beste Film.19 De volgende succesvolle animatiespeelfilm werd Aladdin. In de in 1992 uitgebrachte animatiespeelfilm speelde vooral kleur een grote rol. Alle kleuren hadden een symbolische lading en werden voor het eerst in een kleurenscript uitgewerkt.20 De Walt Disney Company Van de eerste animatie in kleur tot het eerste themapark Disneyland - Walt Disney, de man die in het begin van de jaren twintig begon als cartoonist, is uitgegroeid tot een wereldwijd icoon. De Walt Disney Company heeft Walt Disney’s visie voortgezet en is nog steeds een van de grootste entertainment bedrijven van de wereld. Het succes van de Walt Disney Company is, zoals ik eerder al aangaf, het gevolg van een aantal factoren. Ten eerste speelt de tijd waarin Walt Disney leefde een grote rol. In de jaren twintig viel er nog veel te ontdekken op technologisch en artistiek gebied. Ten tweede is zijn carrière een typisch voorbeeld van The American Dream: Walt Disney is op eigen kracht van een normale hardwerkende man uitgegroeid tot multimiljonair. Dit ideaalbeeld slaat niet alleen aan bij de massa in Amerika, maar over de hele wereld. Ten derde verloor Walt Disney zijn doelgroep (de hele familie, oftewel de massa) nooit uit het oog maar speelde daar juist met zijn commerciële en artistieke visie op in.
7
1.2 De visie van de Walt Disney Company
Walt Disney’s doel was entertainment te maken waar zijn hele familie van kon genieten. Zijn entertainment pakte niet alleen zijn familie maar de hele wereld in. Dankzij zijn succesvolle visie werd Walt Disney een wereldwijd icoon. Maar wat hield zijn visie nou precies in? En hoe is die visie veranderd na Walt Disney’s dood?
Door te kijken naar de inspiratie van Disneys animatiespeelfilms, wil ik de ideologie die ten grondslag ligt aan het werk van Disney onderzoeken.
Investeren De belangrijkste doelstelling van ieder bedrijf is winst maken. Dat gold ook voor de Walt Disney Company. Rond het einde van de jaren twintig ontving Walt vijftig dollar per week voor zijn eerste Mickey animaties en kon daarmee zijn carrière net staande houden. Vanaf de succesvolle jaren dertig ging de winst fors omhoog. In 1935 behaalde de Disney Company een totale winst van 35 miljoen dollar.21 Tegenwoordig is de Disney Company één van de meest winstgevende entertainment bedrijven ter wereld. In 2009 behaalde de Disney Company, ondanks de economische crisis, een winst van 36,1 miljard dollar.22 Walt Disney investeerde het geld dat hij verdiende voornamelijk in de ontwikkeling van zijn bedrijf. Wanneer een bepaald format succes behaalde, ging hij verder met een volgend vernieuwend format.23 Daarbij richtte hij zich op een combinatie van entertainment en educatie. Combineren Entertainment was en is de uiteindelijke drijfveer van de Disney Company. Walt Disney’s doel was ‘ervaringen’ te maken waar zijn hele familie van kon genieten. Toch blijft educatie, ontstaan vanuit Walt Disney’s eigen nieuwsgierigheid, erg belangrijk binnen de Disney producties. Naast de educatie van artistieke en technologische ontwikkelingen, speelt de educatie vanuit het (Christelijke) moraal een grote rol. Goed overwint het kwaad iedere keer door middel van (Christelijke) waarden als deugdzaamheid en naastenliefde.24 Het door de Disney Company gecreëerde ideaalbeeld vindt nog steeds gretig aftrek binnen de maatschappij. Onder andere door middel van slogans als “Everything You Ever Imagined and More” en “Dreams come true” verspreidt de Disney Company deze visie over de hele wereld.25 En met succes want iedereen wil toch een happy en-ding? 9
10
2. Het sprookje: Waar komen Disney’s sprookjes vandaan?
2.1 De geschiedenis van het sprookje
Sprookjes zijn van grote invloed geweest op Disney’s animaties. Veel Disney animaties zijn gebaseerd op sprookjes. Hij maakte daar zijn eigen versie van, waarin zijn beeld van een ideale maatschappij en moraliteit tot uitdrukking kwam. In de komende hoofdstukken ga ik verder in op zes van Disney’s belangrijkste animatiespeelfilms, nl.:
De oorsprong van sprookjes is niet in een specifieke tijd of plaats te plaatsen. Sprookjes werden oorspronkelijk als volksverhalen mondeling aan elkaar overgedragen en zijn terug te vinden over de hele wereld. Het sprookje heeft dan ook veel overeenkomsten met bijvoorbeeld mythen, sagen en legendes.
* Snowwhite and the Seven Dwarfs (Sneeuwwitje, 1937) * Cinderella (Assepoester, 1950) * Sleeping Beauty (Doornroosje, 1959) * The Little Mermaid (De Kleine Zeemeermin, 1989) * Beauty and the Beast (Belle en het Beest, 1991) * Aladdin (Aladdin, 1992) Deze op sprookjes gebaseerde films zijn nog steeds erg populair vanwege de menselijke hoofdpersonages waar velen zich in kunnen herkennen. Volgens Justyna Deszcz zijn de Disney versies van sprookjes zelfs zo populair dat ze tegenwoordig vaak als het oorspronkelijke sprookje worden aangezien. “…it [Disney] has started to overshadow the literary fairytale, which in practice means that for many it [Disney] is now equivalent to the entire genre.” 26 Maar waar komen sprookjes eigenlijk vandaan? Wat zijn de oorspronkelijke sprookjes achter deze Disney klassiekers? Waarin verschillen Disney’s versies van het origineel en hoe werkt dit door in het ideaalbeeld dat Disneyfication aan onze maatschappij heeft toegevoegd?
Volgens de Dikke van Dale is een sprookje een; “eenvoudig verhaal waarin bovennatuurlijke wezens optreden, dieren of dingen kunnen spreken enz.” 27 Sprookjes worden tegenwoordig gezien als verhalen voor kinderen. Toch waren sprookjes oorspronkelijk bedoeld als vermaak voor volwassenen. Met name in de lagere bevolkingsklasse waren sprookjes erg populair. Het was het entertainment van toen. Hoewel sprookjes waarschijnlijk teruggaan tot in de Middeleeuwen werden ze pas echt bekend vanaf de 17e eeuw. Vanaf die tijd werden sprookjes vastgelegd op papier door bijvoorbeeld Charles Perrault (eind 17e eeuw), de gebroeders Grimm (begin tot midden 19e eeuw) en Hans Christian Andersen (midden tot eind 19e eeuw).28 Tot die tijd werden sprookjes mondeling verspreid en waren er dus vele variaties bekend. Veel mensen vinden het dan ook jammer dat sprookjes werden opgeschreven. Daarmee ging namelijk een grote verscheidenheid verloren. Er was nog maar één versie die steeds hetzelfde werd voorgelezen in tegenstelling tot de vele verschillende vertelde versies. Toch zijn er nog steeds vele variaties bekend van de verschillende sprookjes. Verspreid over de wereld zijn er volgens Roger Sale toch nog (met name culturele) verschillen te ontdekken. “Comparative folklorists occupied themselves for years uncovering the characters, events, and motifs that appear, often with only slight changes, in tales told in India, Japan, France, Germany, and Ireland. Ofcourse each people gave the stories different twists and emphases, and most also developed distinctively native or local tales.” 29
11
De functie van het sprookje bleef echter overal hetzelfde. Sprookjes waren het middel om levenslessen over te brengen. Sprookjes waren erg populair
12
2.2 De Disneyfication van het sprookje
en hadden daarmee een groot bereik. Door middel van het moraliserende karakter van sprookjes werd het volk geleerd wat goed en fout was. Sprookjes zeggen dan ook veel over de tijd waarin ze zijn ontstaan of aangepast en opgeschreven.
Wat zijn de oorspronkelijke sprookjes waarop de zes bovengenoemde Disney films zijn gebaseerd? En wat zeggen de verschillen tussen de oorspronkelijke sprookjes en de versies van Disney over de Disney ideologie? Aan de hand van voorbeelden uit de oorspronkelijke tekst en de Disney versie zal ik de verschillen laten zien.
Disneys sprookjes hebben deze oorspronkelijke functie van sprookjes overgenomen. Animatie was tijdens Disney’s opkomst een populaire manier om een groot publiek te bereiken en daar maakte Disney goed gebruik van. De levenslessen volgens Disney en de toen heersende normen en waarden zijn verwerkt in de vele Disney sprookjes.
Wat met name opvalt is de vaak gruwelijke of ingewikkelde aard van de oorspronkelijke sprookjes die Disney omtovert tot begrijpelijke, romantische verhalen voor het hele gezin. In het derde hoofdstuk zal ik de Disney ideologie die hier duidelijk wordt inhoudelijk proberen uit te legen.
In de komende paragraaf zal ik de verschillen laten zien tussen het oorspronkelijke sprookje en Disney’s aangepaste versie.
In veel van de oorspronkelijke sprookjes worden geen namen gegeven aan de personages, in dat geval neem ik de Disney namen over.
13
14
Snowwhite and the Seven Dwarfs (1937) Schneewittchen (19e eeuw, gebroeders Grimm)
De verzamelde sprookjes van de gebroeders Grimm staan er om bekend erg gruwelijk te zijn. Dit is ook het geval met het sprookje Sneeuwwitje. Disney heeft dan ook veel elementen aangepast of weggelaten om het verhaal geschikt te maken voor het hele gezin. In Grimms versie sterft Sneeuwwitjes moeder kort na Sneeuwwitjes geboorte, waarna de slechte Stiefmoeder in beeld komt. In Disney’s Sneeuwwitjes is de slechte Stiefmoeder Sneeuwwitjes enige familielid. Ook komt er in bijna geen enkel Disney sprookje een geboorte voor. De Jager die van de Stiefmoeder, oftewel de Koningin de opdracht kreeg Sneeuwwitje te vermoorden, redt in Disney’s versie Sneeuwwitjes leven door haar te adviseren weg te rennen. In Grimm’s versie stelt Sneeuwwitje deze actie zelf voor.
In Grimms versie ziet een Prins Sneeuwwitje in haar glazen kist liggen en vraagt de Dwergen of hij haar mee mag nemen; hij kan niet meer zonder haar. Tijdens de tocht naar zijn paleis struikelen de bedienden die de kist dragen over een boomstronk en zorgen ervoor dat het stukje appel in Sneeuwwitjes keel los schiet. Na een korte uitleg stemt Sneeuwwitje in met het aanzoek van de Prins. Op die trouwerij verschijnt ook Sneeuwwitjes Stiefmoeder. Maar de Stiefmoeder komt op een gruwelijke wijze aan haar eind; ze moet op gloeiend hete, ijzeren schoenen dansen tot ze sterft. Disney’s versie eindigt wat minder gruwelijk. Na Sneeuwwitjes dood volgt een achtervolging van de Koningin door de Dwergen waarna ze van de rotsen valt. Sneeuwwitje wordt weer tot leven gekust door de Prins waarna ze vertrekken richting het kasteel van de Prins. Sneeuwwitje en de Prins hebben elkaar overigens aan het begin van de film al een keer ontmoet.30
Disney’s huis van de Dwergen is bij Sneeuwwitjes aankomst erg smerig. Het eerste wat ze doet na haar zware tocht is met alle dieren vrolijk het huis schoonmaken. In Grimms versie komt ze moe en hongerig van haar tocht aan in het huis van de Dwergen. Dit huis is schoon en er staat eten en drinken op tafel. Wanneer de Dwergen Sneeuwwitje in hun bed ontdekken, laten ze haar slapen tot de volgende ochtend. Ze stellen voor dat Sneeuwwitje mag blijven als ze het huis schoonhoudt en het eten klaarmaakt. Daarnaast tonen ze bezorgdheid voor Sneeuwwitje met betrekking tot de slechte Koningin. In Disney’s versie neemt Sneeuwwitje uit zichzelf de moederrol op zich en gedragen de Dwergen zich juist als kinderen. Grimms Koningin heeft drie pogingen nodig om Sneeuwwitje te doden. De eerste keer verkoopt ze een korset aan Sneeuwwitje waarmee ze haar zo strak insnoert dat ze geen adem meer krijgt. De tweede keer verkoopt ze Sneeuwwitje een vergiftigde kam. Beide keren wordt Sneeuwwitje gered door de Dwergen. De derde keer is de poging die in Disney’s versie wordt verbeeld: de vergifigde appel. In beide versies maken de Dwergen een glazen kist waar Sneeuwwitje in komt te liggen.
15
16
Cinderella (1950) Cendrillon (1697, Charles Perrault)
Het sprookje Assepoester kent vele varianten. Een bekende Duitse versie is ‘Asschenputtel’ van de gebroeders Grimm. Deze versie is net als Sneeuwwitje een stuk gruwelijker dan andere varianten van het sprookje. Zo snijden de Stiefzusters beiden een deel van hun eigen voet af om in het glazen muiltje te passen. Een iets rooskleurigere versie is van de Franse schrijver Charles Perrault. Hij beschrijft in zijn sprookjes graag de mode van het toenmalige Franse hof. De vele romantische, illustratieve beschrijvingen van Perrault gaven Disney dan ook een goed voorbeeld om uit te werken in (onder andere) Assepoester.
Nadat duidelijk is dat Assepoester het meisje is waarmee de Prins zal trouwen, verschijnt de goede fee nogmaals in Perraults versie. Zo kan Assepoester de Prins weer beeldschoon onder ogen komen. Assepoester vergeeft haar Stiefzussen en zorgt er zelfs voor dat ze hun eigen appartementen krijgen en beiden een edelman trouwen. In Disney’s versie wordt de nare stieffamilie vergeten en leven alleen Assepoester en haar Prins nog lang en gelukkig.31
Assepoesters vader leeft in Perraults versie gewoon nog en ook haar overleden moeder wordt kort genoemd. In tegenstelling tot Disney’s versie waarbij haar moeder niet genoemd wordt en haar vader aan het begin van de film overlijdt. Assepoesters vader hertrouwt, net als in de Disney versie, met een nare vrouw. In Perraults versie blijft de vader leven, maar hij wordt vrijwel niet meer genoemd. Assepoester wordt slecht behandeld door haar Stiefmoeder en twee Stiefzussen en moet het huishouden doen, zo ook in Disney’s versie. Perraults Assepoester durft niet te klagen bij haar vader, terwijl Disney’s Assepoester juist alle taken vrolijk op zich neemt. Wanneer de Stiefmoeder en Stiefzussen vertrokken zijn naar het koninklijk bal, verschijnt er in beide versies een Goede Fee aan de huilende Assepoester. De pompoen wordt ook in beide versies veranderd in een koets en de dieren in bediendes. Het glazen muiltje is daarentegen volgens sommigen niet helemaal correct vertaald van Perraults Franse versie naar het Engels. De vertaling van ‘vair’ (bont) werd aangezien voor ‘verre’ (glas). Zo kennen we in Disney’s versie het beroemde glazen muiltje. In Perraults versie zijn er twee koninklijke ballen, waar Assepoester bij het tweede bal haar schoen verliest. In Perraults versie wordt Assepoester echter niet tegengehouden door haar Stiefmoeder en Stiefzussen om het schoentje te passen, zoals in Disney’s versie wel het geval is. 17
18
Sleeping Beauty (1959) La Belle au Bois dormant (1697, Charles Perrault)
Alhoewel Charles Perrault vaak wat romantische sprookjes heeft geschreven, komen er in zijn Doornroosje toch een aantal eigenaardigheden voor. Dit hield Disney echter niet tegen deze versie te animeren. Charles Perraults Doornroosje is erg lang en heeft meerdere verhaallijnen. Disney gebruikt dan ook niet het hele sprookje, maar heeft meerdere elementen samengevoegd en andere weggelaten. In beide versies willen de Koning en Koningin erg graag een kind. Na lang wensen en hopen krijgen ze een dochter. In Disney’s versie wordt zij Aurora genoemd, beter bekend in het Nederlands als Doornroosje. Er wordt een groot feest gehouden: een doopfeest in Perraults versie. In Disney’s versie zijn er drie Goede Feeën, die ieder een magisch cadeau zullen geven aan de Prinses. In Perraults versie bestaan er zeven Goede Feeën die allen gevraagd zijn als peetmoeder van het jonge Prinsesje te fungeren. Er wordt een groot feest gegeven ter ere van de Goede Feeën. Tijdens dit feest verschijnt er echter een oude Fee die men vergeten was uit te nodigen. Ze was al vijftig jaar niet meer gezien en dus vergeten. Zes van de Goede Feeën geven ieder een cadeau ter perfectionering van de Prinses. De Oude Fee vervloekt de Prinses; ze zal zich prikken aan een spinnewiel en overlijden aan de wond. In Disney’s versie is het geen Fee, maar de slechte Tovenares Maleficent die deze vloek uitspreekt wanneer ze het feest komt verstoren. Er is dan nog één fee over om de vloek te verzachten. In beide versies zal ze niet overlijden maar in slaap vallen.
in het hele paleis honderd jaar zullen slapen; zo is ze niet alleen als ze wakker wordt. In Disney’s versie worden ook Doornroosjes ouders in slaap getoverd. Het bos wat om het paleis ontstaat in Perraults versie, is bedoeld als bescherming van Doornroosje. Bij Disney is dit een obstakel gecreëerd door Maleficent tegen de reddende Prins. Perraults Prins komt precies honderd jaar na het incident langs het paleis waar Doornroosje ligt te slapen. Bij hem laten de doornstruiken hem gewoon door. Ook wordt Doornroosje gewoon wakker wanneer de Prins aan haar bed verschijnt terwijl ze in Disneys versie wakker wordt gekust na zijn overwinning op Maleficent. Het stel trouwt meteen in beide versies. Disney’s Doornroosje eindigt na deze trouwerij. In Perraults versie komt hier echter nog een heel verhaal achteraan. Doornroosje en haar Prins krijgen twee kinderen Ochtend en Dag genaamd. Maar de Moeder van de Prins is een Oger die graag mensen eet. Dus wanneer de Prins van huis is, beveelt ze een voor een de kinderen en daarna Doornroosje klaar te laten maken om op te eten. Eén voor één worden ze gered en in huis genomen door de bedienden. Daar komt de Moeder van de Prins achter en ze wil hen doden. Gelukkig komt de Prins net op tijd thuis om zijn vrouw en kinderen te redden. De Prins vermoordt zijn Moeder waarna Doornroosje en haar gezin nog lang en gelukkig leven.32
Spinnewielen worden verboden in beide versies van het koninkrijk. In Disney versie wordt Doornroosje meegenomen naar het bos. Daar zal ze tot haar zestiende worden opgevoed door de drie Goede Feeën; dan zal de betovering eindelijk verbroken zijn. Ze wordt echter misleid door Maleficent en prikt alsnog haar vinger aan een spinnewiel. In Perraults versie wordt Doornroosje gewoon opgevoed in haar ouderlijk paleis en prikt ze zich aan een verscholen spinnewiel wanneer haar ouders van huis zijn. Een van de Goede Feeën zorgt ervoor dat ook haar bedienden 19
20
The Little Mermaid (1989) Den lill havfrue (1837, Hans Christian Andersen)
Het sprookje De Kleine Zeemeermin van Hans Christian Andersen is erg gedetailleerd en beeldend geschreven. Dat is dan is ook een reden geweest voor Disney om dit sprookje te animeren. Het originele verhaal van Andersen is door Disney wel weer behoorlijk verzacht. Diep in de zee leeft een Koning met zijn zes Dochters, net als in Disney’s versie. In Andersens versie heeft de Koning echter ook nog een oude Moeder die voor het huishouden zorgt. Zij is ook degene die de moederrol op zich neemt en de Prinsessen verhalen verteld van de mensenwereld. Vanaf hun 15e verjaardag mogen de meermin Prinsessen de mensenwereld bekijken. In Disney’s versie is de mensenwereld taboe en is het verboden om zelfs maar boven water te komen. De jongste, in Disney’s versie Ariel genaamd, is helemaal gek op alles wat met mensen te maken heeft. Ze verzamelt alles wat ze maar kan vinden in de zee en vraagt hier uitleg over bij haar vriend de Zeemeeuw. In Andersens versie hoort ze iedere Zus na hun 15e verjaardag uit over de mensenwereld. Op haar 15e verjaardag mag Ariel eindelijk de mensenwereld bekijken. Net als in Disney’s versie ziet ze een schip met daarop een prachtige Prins waar ze meteen verliefd op wordt. Maar dan komt er een storm waardoor het schip tot zinken wordt gebracht. Ariel redt de Prins van verdrinking en brengt hem naar de oever. In Disney’s versie wordt Ariel gezien door de Prins en blijft hij dromen over het meisje dat hem gered heeft. In Andersens versie blijft ze in zee toekijken hoe hij door andere meisjes wordt gevonden; de Prins heeft Ariel niet gezien. Bij Andersen vertelt Ariels Oma haar dat meermensen 300 jaar leven en daarna veranderen in zeeschuim. Mensen daarentegen hebben een eeuwige ziel. In beide versies wil Ariel erg graag een mens worden. In Andersens versie verteld Ariels Oma haar dat dit onmogelijk is; alleen wanneer een ander zoveel van je houdt en met je zou willen trouwen, dan pas zou je een ziel kunnen krijgen. 21
In beide versies wil ze zo graag veranderd worden in een mens en zoekt ze hulp bij de slechte Zeeheks. De zeeheks wil Ariel wel in een mens veranderen in ruil voor haar stem. In Andersens versie zit hier nog een addertje onder het gras; de verandering zal ongelofelijk pijnlijk zijn. Daarnaast voelt iedere stap die ze zal zetten aan alsof ze op messen loopt. In Disney’s versie wordt er niet gerept over pijn, maar zit er wel een tijdslimiet aan de betovering. Ariel mag haar benen alleen houden als de Prins haar binnen drie dagen kust. In Disney’s versie betovert de Zeeheks de Prins en probeert zelf met hem te trouwen. Ariel houdt haar tegen, maar is te laat en ze verandert weer in een zeemeermin. Uiteindelijk doodt de Prins de Zeeheks en wordt Ariel door haar vader weer veranderd in een mens. Ariel en haar Prins trouwen en varen weg op een boot. Andersens versie is iets ingewikkelder. De Prins vindt de aangespoelde Ariel met haar prachtige benen op het strand. Ariel wordt opgenomen in zijn kasteel en ze worden goede vrienden. Ariel heeft goede hoop dat ze zullen trouwen totdat de Prins haar verteld over het enige meisje waar hij ooit van zou kunnen houden. Hij denkt dat dit het meisje is die hem gered heeft. Het meisje blijkt de Prinses van een buurkoninkrijk te zijn en ze trouwen. Die ochtend, zo luidde de betovering, zou Ariel veranderen in zeeschuim. Haar Zussen bieden haar echter nog een uitweg. Van de Zeeheks kregen ze in ruil voor hun mooie, lange haar een dolk. Ariel moet met de dolk het hart van de Prins uitsnijden, dan krijgt ze zijn ziel. Ariel kan het echter niet en dus veranderd ze in zeeschuim. Maar dan wordt ze omringd door allerlei wezens. Dit zijn de Dochters van de Lucht en ze zeggen dat Ariel een van hen is geworden. Als Ariel 300 jaar goed werk verricht, zal ook zij een eeuwige ziel krijgen, net als een mens.33
22
Beauty and the Beast (1991) La Belle et la Bête (1756, Jeanne-Marie Le Prince de Beaumont)
Het sprookje Belle en het Beest is in meerdere varianten terug te vinden. Disney’s Belle en het Beest is gebaseerd op de versie van Jeanne-Marie le Prince de Beaumont. Deze ingewikkelde versie werd door Disney flink versimpeld. De vader van Belle komt voor in beide versies. Al is de vader van Disney’s Belle (Maurice) een uitvinder en die van Beaumont een koopman. Beaumonts Maurice heeft drie zoons en drie dochters, waarvan Belle de jongste en de mooiste is. Disney’s Maurice heeft slechts één dochter: de mooie, leesgrage Belle die droomt van een leven buiten het saaie dorp. Beaumonts Belle is minder avontuurlijk maar heeft vele hobby’s; naast lezen houdt ze ook van zingen, spinnen en het spelen van de harp. Wanneer Beaumonts Maurice zijn rijkdom verliest, moet iedereen zijn steentje bijdragen. Belle neemt hierop het huishouden voor haar rekening terwijl haar zussen liggen te luieren. Op een dag moet Maurice op reis en vraagt zijn dochters wat hij voor ze zal meebrengen. De twee oudste dochters willen rijkdommen, Belle is echter tevreden met een roos. Ook Disney’s Maurice moet op een dag op reis. In beide versies verdwaalt hij en komt terecht bij een groot kasteel. Maar terwijl bij Disney Maurice gevangen wordt genomen, wordt Beaumonts Maurice juist goed verzorgd door het Beest. Pas wanneer hij een roos plukt na alle goede zorgen wordt het Beest kwaad. Beaumonts Maurice krijgt een tijdslimiet opgelegd van drie maanden, waarin één van zijn dochters zijn plaats mag innemen. Maurice bedenkt dat hij op deze manier in ieder geval nog afscheid kan nemen van zijn kinderen en stemt hiermee in. Disney’s Maurice krijgt geen keuze maar wordt opgesloten in de kerker waar hij wordt gevonden door Belle.
Er bestaat in Disney’s versie echter nog een personage die graag met Belle wil trouwen: Gaston. Uit jaloezie zet hij het dorp tegen het Beest op en met zijn allen bestormen ze zijn kasteel. In Beaumonts versie zijn het de zussen die Belle proberen te misleiden. Door haar langer te laten blijven, proberen ze het Beest zo kwaad te maken dat hij Belle vermoordt. Dit heeft echter niet het gewenste effect; het Beest is bijna gestorven van eenzaamheid zonder Belle. Gelukkig beseft Belle net op tijd dat ze wel met het Beest wil trouwen en verbreekt daarmee de betovering. Het Beest verandert in een prachtige prins en Belle en haar Prins trouwen, terwijl Belles zussen in standbeelden worden veranderd. In Disney’s versie komt Belle net op tijd terug om het Beest te redden van de moordlustige Gaston. Wanneer het Beest bijna sterft aan zijn wonden, zegt Belle van hem te houden. Het Beest verandert ook hier in een prins, waarna Belle en haar Prins trouwen. Nog een verschil tussen de twee verhalen is de magie van het kasteel. In Beaumonts versie is het kasteel betoverd; het zorgt ervoor dat alles wat je wenst meteen gebeurt. In Disney’s versie wordt het kasteel gerund door het in meubelstukken getoverde personeel. De verbreking van de betovering zorgt ervoor dat ook het personeel weer terug verandert in mensen.34
In beide versies neemt Belle de plaats van haar vader in bij het Beest. Beaumonts Beest vraagt Belle iedere dag ten huwelijk en wordt iedere dag weer afgewezen. In beide versies heeft Belle het uiteindelijk erg naar haar zin bij het Beest, maar toch mist ze haar familie. Beaumonts Beest geeft Belle een week om haar familie te bezoeken. Disney’s Beest laat haar helemaal vrij. 23
24
Aladdin (1992) Aladdin and the magic lamp (1710, Antoine Galland)
Aladdin is een sprookje dat werd beschreven door Antoine Galland in zijn oosterse sprookjesboek Duizend en een nacht. Er bestaan twijfels over de authenticiteit van het verhaal Aladdin. Alle verhalen van het boek zijn namelijk terug te vinden in andere bronnen met uitzondering van Aladdin. Er wordt dan ook gedacht dat Antoine Galland dit verhaal zelf heeft geschreven. Hoe dan ook, Antoine Gallands Aladdin was de inspiratie voor Disney’s Aladdin.
Lamp. Deze Geest biedt Aladdin echter een maximum van drie wensen in tegenstelling tot Gallands Geest. Een ander verschil is dat Disney’s Aladdin de Prinses (Jasmine) ook echt ontmoet. Ze weten echter lange tijd niet van elkaar wie ze werkelijk zijn; Aladdin komt er pas later achter dat Jasmine een prinses is. Daarnaast is het Jafar zelf die met Jasmine wil trouwen in tegenstelling tot de zoon van de Grootvizier in Gallands versie.
In Disney’s versie is Aladdin een straatrat; een wees die steelt om te overleven. Hij is helemaal alleen, met uitzondering van zijn apenvriend Abu. Hoewel hij op straat een crimineel leven leidt, heeft hij een hart van goud.
In Gallands versie kreeg Aladdins moeder twee maanden na haar afspraak met de Sultan te horen, dat de prinses getrouwd was met de zoon van de Grootvizier. Woedend als Aladdin was, riep hij de hulp in van de Geest van de Lamp. Hij liet het pasgetrouwde stel in hun bed bij Aladdin in huis zetten. Dit herhaalde hij meerdere nachten, tot op een keer de zoon van de Grootvizier besloot te scheiden van de Prinses.
Dit is in Gallands versie wat anders. Aladdins vader overlijdt vanwege zijn zorgen om de luie Aladdin. Op een dag zegt een man Aladdins oom te zijn. De oom is een Afrikaanse Tovenaar en neemt Aladdin mee de bergen in. Daar vertelt hij Aladdin over een schat die onder de grond ligt. Aladdin krijgt een ring van de Tovenaar die hem zal helpen en gaat op zoek in de grot. Wanneer Aladdin terugkomt met de schat (de lamp) blijkt de Tovenaar hem te hebben misleid. De Tovenaar sluit Aladdin op in de grot en vertrekt (zonder schat) terug naar Afrika. Per toeval wrijft Aladdin over de ring en er verschijnt plots een gedaante: de Slaaf van de Ring. Aladdin wenst zich thuis en laat zich daar op een feestmaal trakteren door de Slaaf van de Ring. Aladdin en zijn moeder ontdekken bij toeval de magie van de lamp; er verschijnt een Geest die hen rijkdom bezorgt zodat ze jaren niet hoeven te werken. Op een dag vangt Aladdin stiekem een glimp op van de Prinses die aan het baden is. Hij wordt op slag verliefd en smeekt zijn moeder de Sultan te vragen om haar hand. De Grootvizier van de Sultan wil dat zijn eigen zoon met de prinses trouwt en adviseert de sultan nog drie maanden te wachten. In Disney’s versie worden de Afrikaanse Tovenaar en de Grootvizier van de Sultan samengevoegd tot één personage: Jafar. Hij is de grootvizier van de Sultan en tegelijkertijd een tovenaar. Het is Jafar die Aladdin meeneemt naar de grot en hem vertelt over de schat. Ook hier wordt Aladdin misleid en opgesloten in de grot. Hij wordt uit de grot gered door de Geest van de 25
Drie maanden na de eerste ontmoeting met de Sultan, vertelde de Sultan aan Aladdins moeder de prijs voor zijn dochter te verhogen. Aladdin verscheen met nog meer rijkdommen dan afgesproken aan de Sultan en liet een groot paleis bouwen voor de Prinses. Eenmaal getrouwd, rijk en gelukkig verschijnt de Afrikaanse Tovenaar weer. Wanneer Aladdin op reis is, bemachtigt de Tovenaar met een list de magische Lamp. Hij laat het paleis en de Prinses naar Afrika verplaatsen door de Geest en probeert de Prinses met hem te laten trouwen. Met behulp van de Slaaf van de Ring vindt Aladdin zijn paleis en Prinses. Hij wint de Lamp terug door de Tovenaar te vergiftigen. Het paleis wordt weer op zijn originele plaats gezet en Aladdin en zijn Prinses leven samen nog lang en gelukkig. Disney’s happy ending is iets anders. Ten eerste laat hij zichzelf in een prins veranderen door de Geest. Als Prins Ali vraagt hij de Sultan om de hand van zijn dochter. Na wat kleine obstakels stemt Jasmine ermee in om met hem te trouwen. Jafar gooit echter roet in het eten en betovert de Sultan. Daarnaast krijgt Jafar de magische Lamp te pakken. Op aanraden van Aladdin wenst Jafar dat hij in een Geest wordt veranderd, waardoor hij nog machtiger zou worden. Jafar krijgt er als Geest echter ook een lamp bij. Dit betekend dat Jafar in zijn Lamp verdwijnt en Aladdin en zijn Prinses trouwen en nog lang en gelukkig leven.35 26
De Disney versie Zoals je ziet zijn de Disney animatiespeelfilms geïnspireerd op de oorspronkelijke sprookjes, maar zijn er veel elementen aangepast, verwijderd of toegevoegd. Vaak blijven er in Disney’s versie slechts enkele hoofdpersonages over van het oorspronkelijke sprookje. De belangrijkste personages in Disney’s sprookjes zijn: de Held, de Heldin, de Slechterik en de Helpers. Op deze manier blijft de verhaallijn zo begrijpelijk mogelijk. De levenslessen worden aangepast aan het Disney ideaal, waarbij het goede altijd het kwaad overwint. Daarnaast worden alle gruwelijk- en onvolkomenheden uit de oorspronkelijke sprookjes weggefilterd, voor het optimale, romantische Disney effect. Maar wat is het Disney effect? En wat zeggen deze aanpassingen ons over de Disney ideologie?
27
28
3. Disneyfication: Wat is de Disney ideologie?
Veel mensen zeggen een diepere boodschap te herkennen in de films van Walt Disney. Zo zijn er hele discussies te vinden op internetforums, over onder andere verborgen seksuele boodschappen in verschillende Disney animaties.36 Walt Disney heeft altijd ontkend diepere boodschappen in zijn animatiespeelfilms te verwerken. “We make the pictures and let the professors tell us what they mean.”
seerd en verwerkt in een nieuw systeem. Alle sprookjes zijn volgens hem te herleiden tot een basispatroon, waarin een aantal elementen elkaar meestal in een vaste volgorde opvolgen.38 Op een soortgelijke manier zal ik aan de hand van een aantal steeds weer herhalende elementen de betekenis en de invloed van Disneyfication duidelijk proberen te maken. Hierbij kijk ik voornamelijk naar de personages.
Toch valt er in zijn werk een, al dan niet impliciete, boodschap te ontdekken volgens Brenda Ayres: “Evidence of religious, racial, and gender biases in Disney’s busness dealings and creative production attests to the man’s political ivolvement. He knew how to use the power gained from his studios to “Disneyfy” others, that is, to impose his own values on those within his power.” 37 Deze Disneyfication laat ik zien, door een aantal kenmerkende en herhalende elementen te analyseren binnen de zes eerder genoemde films. Analyse systemen Er is een aantal systemen ontwikkeld ter ondersteuning van de analyse van sprookjes. Dankzij deze systemen kunnen er duidelijke patronen zichtbaar worden gemaakt binnen de sprookjes. In 1910 publiceerde Antti Aarne een systeem, waarmee sprookjes gecategoriseerd konden worden. Dit systeem werd vertaald en uitgebreid door Stith Thompson, waarmee in 1961 het Aarne-Thompson systeem is ontstaan. Het Aarne-Thompson systeem omvat 2500 verschillende verhaallijnen van sprookjes over de hele wereld. Dit systeem is tot de dag van vandaag erg belangrijk en wordt nog steeds veel gebruikt binnen bijvoorbeeld de narratologie en semiotiek met betrekking tot sprookjes. Een reactie op het Aarne-Thompson systeem ontstond in Rusland. In 1928 publiceerde Vladimir Propp De Morfologie van het Toversprookje. In zijn boek behandelt hij meer dan honderd (Russische) sprookjes, die hij heeft geanaly29
30
3.1 De archetypische rolverdeling van de personages
De Disney Company richt zich met al zijn producten op het ideale gezin. Dit is niet zo gek als je bedenkt dat ten tijde van Disney’s opkomst het gezin de hoeksteen van de samenleving was. Het gezin volgens het Disney ideaal is een conservatief, blank, heteroseksueel stel uit de middenklasse, die hun kinderen volgens deze waarden opvoedt. Dit ideaalbeeld van het gezin past erg binnen de toenmalige maatschappij. Het is dan ook niet verrassend dat Disney dit ideale gezin en de vele personages hierbinnen afbeeldt als het goede voorbeeld.39 De man en de vrouw hadden toentertijd beiden duidelijk hun eigen rol binnen het gezin. In de Disney animatiespeelfilms spelen de hoofdpersonages dan ook vaak verscheidene (figuurlijke) rollen die binnen het gezin bestaan, zoals: de rol van het kind, de ouder en de echtgeno(o)t(e). Vele vrouwelijke protagonisten binnen Disney animatiespeelfilms nemen vaak de rol van het onschuldige en naïeve meisje, de zorgzame moeder maar ook van de deugdzame huisvrouw aan. Ook deze stereotypen passen erg in de tijdgeest van toen.
De rol van de biologische ouders binnen de Disneyfilms is echter meestal niet volgens het ideale gezin. Zo ontbreken er vaak een of meerdere biologische ouders. Sneeuwwitjes en Assepoesters ouders zijn aan het begin de film al overleden, Doornroosjes (Sleeping Beauty) ouders verschijnen alleen kort aan het begin en einde van de film, Ariel heeft alleen een strenge vader, Belle moet het doen met haar klunzige vader, Aladdin heeft geen ouders en Jasmine in dezelfde film heeft alleen haar niet al te slimme vader. In de Disney films is het gebroken gezin dan ook vaak een terugkerend thema, met het uiteindelijke happy ending waarin het gezin herenigd of juist gesticht wordt. De rol van de Moeder De moederrol komt in drie verschillende vormen naar voren in Disneyfilms: 1) De biologische moeder houdt zich afzijdig of is totaal afwezig, zoals te zien is in Doornroosje, Belle en het Beest en Aladdin. 2) De moederrol wordt overgenomen door de slechte stiefmoeder, zoals te zien is in Sneeuwwitje en Assepoester. 3) Het vrouwelijke hoofdpersonage naast de protagonist is geen familie, maar een slechterik, zoals te zien is bij De kleine Zeermeermin.40
De rol van het Kind De hoofdpersonages zie je bijna nooit als kind maar meestal als tieners die kindgedrag vertonen, met name aan het begin van de film. Sneeuwwitje (Snowwhite and the Seven Dwarfs) is bijvoorbeeld het naïeve en onschuldige kind, dat zingt en danst met de dieren uit het bos. Daarentegen is Ariel (Little Mermaid) juist het nieuwsgierige en opstandige kind, dat de schatten van de mensenwereld verzamelt tegen de wil van haar vader in.
De vrouwen die in de films verschijnen als stiefmoeder of als slechterik, zijn vaak machtige vrouwen die niet binnen de traditionele waarden van het ideale gezin vallen. Naast deze slechte varianten van de vrouw komen ook een aantal goede voorbij, zoals de goede fee in Assepoester of de drie goede feeën in Doornroosje. Deze vrouwen zijn echter geen moederfiguren, maar vallen buiten het gezin; het zijn op zichzelf staande personages.
De rol van de Ouder Daarnaast krijgen de hoofdpersonages na hun onvermijdelijke huwelijk aan het einde van het verhaal nooit kinderen. De ouderrol van de hoofdpersonages is dan ook meer de eigenschap die de ouder zou moeten hebben volgens het gezinsideaal: zorgzaamheid. Zo zorgt Belle (Beauty and the Beast) voor haar stuntelige uitvindervader en vervangt ze uiteindelijk zijn plaats als gevangene in het kasteel van het Beest. Ook Assepoester (Cinderella) neemt de rol van moeder aan door de zorg voor haar stiefmoeder en –zussen, naast de zorg voor alle dieren binnen het huishouden, op zich te nemen. 31
De rol van de Vader Het valt op dat ook de biologische vader in de verschillende Disneyfilms vaak overleden, afwezig of incapabel is. Dit zou te maken kunnen hebben met Walt Disney’s eigen achtergrond. Zo werd hij door zijn vader geslagen en werden Walt en zijn broers gedwongen onbetaald voor hun vader te werken. Door deze voorgeschiedenis en het feit dat er geen geboortecertificaat van Walt te vinden was, had Walt lange tijd het idee geadopteerd te zijn. Of Walts persoonlijke geschiedenis invloed heeft gehad op de verhaallijnen van de animaties, kan niet met zekerheid gezegd worden. Feit blijft echter dat het thema 32
3.2 De ideologie van het blanke Amerika tegenover verschillende rassen en culturen
van het gebroken gezin dat geheeld moet worden vaak centraal staat binnen de Disneyfilms.41 De rol van de Man en de Vrouw De mannelijke hoofdrolspelers hebben meestal een kleinere rol in Disneyfilms dan de vrouwelijke. Zo is de naamloze prins in Sneeuwwitje slechts een minuut aan het begin en twee minuten aan het einde van de in totaal tachtig minuten durende film te zien.42 Ook in Assepoester, Doornroosje, de Kleine Zeemeermin en Belle en het Beest is het steeds de vrouw die de grootste rol heeft. Allemaal zijn het beeldschone vrouwen volgens het Disney ideaal: deugdzaam, bescheiden, onschuldig en zorgzaam. Hoe ideaal deze vrouwen ook zijn, toch dromen ze van een beter leven en wachten ze tot de ware liefde hen helpt te ontsnappen aan het dagelijkse bestaan. Want alhoewel de man een kleine rol heeft in de Disneyfilms, toch is deze zeer bepalend voor het verhaal. Uiteindelijk is het altijd de man die de dromen waar maakt en zorgt voor het ‘happy ending’. Zo wordt Sneeuwwitje bijvoorbeeld weer tot leven gekust door de Prins, waarna ze samen nog lang en gelukkig leven en wordt Ariel (de Kleine Zeemeermin) met de rest van de wereld van de ondergang gered door Prins Eric, waneer hij de Zeeheks Ursula dood steekt. Door middel van deze duidelijke rollenstructuur in zijn animatiespeelfilms probeert Disney zijn ideaalbeeld van de man en de vrouw over te brengen aan de massa.
33
Zoals ik eerder al aangaf richt Walt Disney zich met zijn films op het blanke gezin. Rassenscheiding was in die tijd een normale zaak, met name in Amerika, waar de rassenscheiding pas in 1964 werd afgeschaft. Aangezien Walt Disney blank was, laten zijn films dan ook veelal een blanke wereld zien waarin blanke hoofdpersonages nog lang en gelukkig leven. Disney’s kijk op verschillende rassen en culturen is dan ook simpelweg terug te vinden in het kleurgebruik. Volgens Dorothy L. Hurley worden de kleuren zwart en wit in Disney’s films niet alleen als kleur gebruikt maar ook als symbool. “The Disney film versions of these [original] same texts reveal indisputable evidence of White privileging and a binary color symbolism that associates white with goodness and black with evil.” 43 Hierbij moet je denken aan de kleuren van belangrijke elementen in de films zoals de omgeving, belangrijke voorwerpen en kleding en uiteraard de huidskleur. Dit symbolische kleurgebruik zal ik aan de hand van voorbeelden uit Disney’s films laten zien.
34
Snowwhite and the Seven Dwarfs De slechte koningin, oftewel de stiefmoeder van Sneeuwwitje, is gekleed in een donkere jurk en ze heeft een zwarte, kraai-achtige vogel als huisdier. Ze woont in een donker kasteel, omringd door een donker bos waarin zwarte vleermuizen leven. Aan het einde van de film cirkelen er zwarte gieren boven haar, als ze van de rotsen stort. Daarentegen wordt Sneeuwwitje omringd door witte duiven en is haar huid ‘zo wit als sneeuw’, terwijl de Koningin zichtbaar een donkerdere huidskleur heeft. Als Sneeuwwitje ‘overlijdt’, ligt ze op een bed van witte bloemen en houdt ze een wit boeket vast. De prins komt haar op een wit paard redden, waarna ze nog lang en gelukkig leven in zijn witte kasteel. Cinderella Assepoester heeft blond haar, blauwe ogen en een zeer lichte huidskleur. Haar slechte stiefmoeder en stiefzussen hebben een donkerdere huidskleur en donkerder haar. Zelfs het huisdier van de stiefmoeder is een zwarte kat die Lucifer heet. De prins leeft in een wit kasteel, omringd door witte duiven en hij draagt een wit uniform. Zijn vader heeft wit haar net als de Goede Fee, wat naast hun hoge leeftijd ook voor onschuld staat. De Goede Fee ontstaat vanuit een soort lichtbol en ze verandert een pompoen in een witte koets. Daarnaast verandert ze bruine muizen in witte paarden en de hond en het paard in blanke lakeien met wit haar. Assepoester krijgt een lichte glinsterende jurk in plaats van vodden om te dragen naar het koninklijke bal. Uiteindelijk trouwt Assepoester met de Prins en rijden ze weg in een door witte paarden geleide witte koets. Sleeping Beauty De slechterik Maleficent is compleet in het zwart gehuld, met zwarte hoorns op haar hoofd en een donkergroene huidskleur. Ze heeft een zwarte kraai als huisdier, leeft in een zwart kasteel en wordt omringd door donkere gebochelde figuren. Ook het betoverde spinnewiel, bedoeld om Doornroosje te doden, is zwart. Doornroosje (Aurora) wordt vernoemd naar de zonsopgang (het licht) omdat ze haar ouders’ leven vervult met zonneschijn. Bij haar geboorte ontvangt Doornroosje een cadeau van een van de Goede Feeën, verbeeld door witte vogels die opvliegen. Prins Philip woont in een wit kasteel omringd door witte vogels en hij rijdt op een wit paard. Hij krijgt van de Goede Feeën een wit zwaard en een schild met een wit kruis erop, waarmee hij zich door het betoverde (zwarte) doornenbos moet zien te vechten. Uiteindelijk doodt hij hiermee Maleficent, die in een zwarte draak is veranderd. Hierna wordt het 35
hele landschap weer in de oorspronkelijke lichte tinten gehuld. Ook Doornroosjes betoverde donkergroene kleur verandert na Prins Philips kus weer in haar normale lichte huidskleur. Beauty and the Beast De film begint met de betovering van het Beest. De tovenares straft de blanke, blonde Prins voor zijn egoïsme en harteloosheid en verandert hem in een bruin, monsterlijk beest. Maar de echte slechterik is de enige zwartharige persoon in de film: Gaston. Het is Gaston die het dorp ophitst tot de aanval op het Beest, waarna hij ze leidt op zijn zwarte paard. Wanneer de vader van Belle (Maurice) verdwaalt in het bos, wordt het gevaar duidelijk gemaakt door de verschijning van zwarte vleermuizen en wolven. Ook wanneer Belle probeert te vluchten, wordt ze omringd door zwarte en grijze wolven. Het is tijdens de winter, wanneer het landschap bedolven is onder de witte sneeuw, dat het Beest zich dankzij Belles hulp steeds beschaafder gaat gedragen. Na deze innerlijke verandering wordt Belle verliefd op het Beest en wordt hij onder begeleiding van een lichtshow (terug-)veranderd. Het Beest is weer een blanke, blonde Prins gehuld in een wit shirt. Zelfs zijn zwarte, duistere kasteel wordt terugveranderd in een wit, glinsterend kasteel. Little Mermaid Prins Eric draagt in de hele film een wit shirt of een wit uniform. Hij woont in een wit kasteel met zijn witgrijze hond. Ariel woont in een wit kasteel diep in de zee. Een van haar beste vriendjes is de witte zeemeeuw Jutter. Daarnaast heeft haar vader, Koning Triton, lang wit haar. Ook de slechte zeeheks Ursula heeft wit, doch erg kort haar. Daarnaast heeft ze echter een donker paarse huidskleur en is de rest van haar octopusachtige lichaam zwart. Ze leeft in een donkere grot met haar donkere huisdieren: twee alen. De eerste keer dat Prins Eric Ariel ziet, is ze omgeven door zonlicht. De volgende keer dat hij haar ziet heeft ze een wit gewaad aan. Als Ursula zich voordoet als Eric’s ware liefde, lijkt ze erg op Ariel, maar haar huidskleur, ogen en haar zijn donkerder van kleur. Ariel wordt uiteindelijk door Koning Triton in een mens veranderd en draagt dan een jurk die glinstert in het licht. Aladdin Alhoewel de karakters in deze film een donkerdere huidskleur hebben, aangezien de film zich in het Midden-Oosten afspeelt, toch blijft het kleurgebruik van zwart en wit zichtbaar. Zo hebben Aladdin en Jasmine zichtbaar een lichtere huidskleur dan bijvoorbeeld de slechterik Jafar en zijn wachters. 36
Deze verschillen worden ook doorgevoerd in de gezichtsbouw. Zo hebben Aladdin en Jasmine veel overeenkomsten met blanke Westerse mensen, terwijl Jafar en zijn wachters bijvoorbeeld grotere neuzen en meer baardgroei hebben, zoals veel arabieren. Verder is Jafar veelal in het zwart gekleed en rijdt hij op een zwart paard. Jasmine en haar vader de Sultan zijn licht gekleed en wonen in een wit paleis. Als Jasmine ontsnapt uit het paleis, draagt ze bruine gewaden om beter tussen het gewone, lage volk te passen. De Grot der Wonderen is verbeeld als een zwarte panter om het gevaar aan te geven. De magische Lamp is omhuld door duisternis, met slechts een lichtstraal die de lamp uitlicht. Wanneer Aladdin door Geest in een Prins wordt veranderd draagt hij wit. De Geest die bij Aladdin lichtblauw is gekleurd, heeft in de handen van Jafar een donker blauwe kleur. Jafar zelf verandert in een zwart met rode slang en uiteindelijk in een zwart met rode geest die in een zwarte lamp verdwijnt.
Van kleur veranderen Aan de hand van deze voorbeelden kan dus gezegd worden dat Disney een duidelijke voorkeur aangeeft voor blank tegenover zwart. Iedereen die zich niet volgens de Westerse normen en waarden gedraagt is duister en slecht. Zo worden de slechte personages vaak in donkere kleuren afgebeeld, in tegenstelling tot de goede personages. Van de bovengenoemde (populairste) prinsessen (en prinsen) zijn de meesten blank en hebben blond haar of blauwe ogen. In 2009 was er echter een doorbraak. 72 Jaar na de eerste Disney prinses in 1937 vond er een verandering plaats in de ‘witte wereld’ van Disney. In 2009 was namelijk de eerste zwarte Disney prinses te zien, in de film The Princess and the Frog. De zwarte Tiana trouwt in deze animatie met de zwarte Prins Naveen, waarmee zij de eerste zwarte Disney prinses wordt. Met name in Amerika was hier veel ophef over. Naast de vele positieve reacties op de film ontstond er ook protest. De oorspronkelijke titel ‘The Frog Princess’ zou volgens sommigen suggereren dat Tiana lelijk of beestachtig zou zijn. Naar aanleiding van het vele commentaar heeft Disney de titel veranderd in ‘The Princess and the Frog’.44 Maar hoeveel invloed heeft deze zwart-witte beeldtaal van Disney eigenlijk? Welke invloed heeft de Disneyfication op onze (Westerse) maatschappij?
37
38
4. Beeldvorming: Wat is de invloed van Disneyfication op de Westerse maatschappij?
4.1 Disneyfication in de huidige beeldcultuur
Al in 1968 hadden meer dan 240 miljoen mensen een Disney film gezien; dit waren voornamelijk kinderen. Een derde van de toenmalige Amerikaanse bevolking bestond namelijk uit kinderen van onder de veertien jaar: de babyboom generatie. Hiermee is de basis van de Disney-hype gelegd.
De fotografe Annie Leibovitz maakte in 2007 in opdracht van de Disney Company een serie foto’s ter promotie van Disneyland en Walt Disney World. Hierbij worden verschillende beroemdheden afgebeeld als een Disney personage. Zo is de voetballer David Beckham te zien als Prins Phillip (Doornroosje) en verbeeldt actrice Scarlett Johanssen de Disney prinses Assepoester.46 Hierdoor krijgt het Disney-ideaal een nog groter bereik. Deze invloedrijke personen laten zich Disneyficeren, waarmee ze suggereren het Disney ideaal te steunen en zelfs toe te juichen.
Aangezien we in onze jeugd erg beïnvloedbaar zijn, speelt onze omgeving een grote rol in de vorming van ons zelf- en wereldbeeld. Volgens Dorothy L. Hurley heeft de beeldcultuur hier ook een zekere invloed op: “..Self-image in children is shaped in some degree by exposure to images found in written texts, illustrations, and films. Moreover, it is clear that children, if they are to develop a positive self-image, need to “see” themselves or their images in texts.” 45 Disney is niet meer weg te denken uit onze (Westerse) maatschappij. De vorm die Disney heeft gegeven aan het ‘happily ever after’ wordt tegenwoordig, bewust of onbewust, gezien als het ideaalbeeld. Dit ideaalbeeld wordt nagestreefd in vele films, boeken en andere media.
Natuurlijk bestaan er ook uitingen in de media, die zich tegen het Disney ideaal afzetten. Voorbeeld hiervan zijn de vier Shrek animatiespeelfilms (20012010) van Dreamworks. In deze animaties worden veel elementen uit het Disney repertoire belachelijk gemaakt. Zo is in Shrek 3 een aan narcolepsie lijdende Doornroosje te zien, die ieder moment in slaap valt en wordt Assepoester verbeeld als iemand met constante schoonmaak neigingen. Maar ook deze films hebben een happy ending. Daaruit blijkt hoe diep het Disneyideaalbeeld geworteld is. Een ander voorbeeld is de serie ‘Fallen Princesses’ (2009), van de fotografe Dina Goldstein. Deze serie is echt bedoeld als kritiek. In de serie zijn onder andere zeven Disney prinsessen te zien na hun ‘happy ending’. Zo wordt Sneeuwwitje verbeeld als uitgeputte huismoeder van vier kinderen, met een luie prins die op de bank tv zit te kijken, Belle is gefotografeerd terwijl ze plastische chirurgie ondergaat en Jasmine zien we als soldaat te midden van explosies, tanks en helikopters. Deze combinatie van Disneys ideaalbeeld met de realiteit, vind ik een mooi voorbeeld van Disneyfication in onze huidige beeldcultuur. Het onderkent het Disney-ideaal waar iedereen naar streeft, maar zet daar uitdrukkelijk een andere realiteit naast.
39
40
4.2 Mijn Disneyfication
Ook ik heb me laten inspireren door Disney. Voor mijn afstudeerproject heb ik mijn bevindingen over het Disney ideaal en Disneyfication verwerkt in een interactieve animatie. Het is een versimpelde Disney-animatie, waarin jij als Held/ Heldin de hoofdrol speelt. Aan de hand van een aantal rondes kun je een eigen variant van een Disneysprookje samenstellen. Zo kom je stap voor stap verder in het verhaal, met aan het eind uiteraard het Happy End. Daar kun je aan de hand van statistieken zien wat de meerderheid heeft gekozen en hoe jouw verhaal daarop aansluit. De animatie bestaat uit geknipte en geplakte elementen die Disneys ideaal en mijn kijk daarop samenvoegen. Zo zijn de Helden live-action figuren met daaroverheen geanimeerde elementen, die zich in totaal geanimeerde werelden bevinden. In mijn animatie zijn elementen verwerkt die refereren aan de Disney klassiekers. De figuren in deze sprookjesachtige werelden, zijn echter meer van deze tijd. 1. In de eerste ronde stel je de Persoonlijkheid van de Helden vast. Iedere keuze zorgt (toepasselijk) voor een ander hoofd voor de Helden. De wereld waarin de Helden zich bevinden is een combinatie van de Bijbelse tuin van Eden en de kleurrijke Disney natuur. De eerste keuzes zijn Sociaal, Populair en Apart. Dit zijn eigenschappen die ik uit de Disney personages heb gefilterd. Zo valt bij Sociaal te denken aan Aladdin die zijn eten weggeeft aan kinderen die nog armer zijn dan hij. Bij de uitwerking in beeld zocht ik echter naar een modern stereotype. Daarbij kwam ik uit op een mix tussen het type Surfer en Activist: blonde lange haren, relaxed, milieubewust en Sociaal. Voor de keuze Populair valt te denken aan bijna alle Disney Prinsessen en Prinsen. Ze zijn geliefd bij iedereen, uitzonderlijk mooi en vaak ook nog rijk en vriendelijk. Zoals bijvoorbeeld Doornroosje, die bij haar geboorte al geliefd is door het volk (“Hail to the Princess Aurora, all of her subjects adore her”). Voor een moderne variant van Populair moest ik denken aan de super hippe stadjers. Met hun coole pilotenbrillen en stoere kapsels kijken veel mensen tegen hen op. 41
Voor de keuze Apart had ik onder andere Belle in mijn hoofd. Het knappe meisje dat door het dorp eigenlijk niet wordt toegelaten, omdat ze afwijkt van de rest. Het moderne stereotype vond ik in de Nerd. Met rood haar en een dikke, zwarte bril wijken zij af van het ideaalbeeld. Toch is de Nerd tegenwoordig weer hip. Veel mensen lopen weer met de dikke zwart brillen; een perfecte keuze dus voor een apartere Held/Heldin. 2. De tweede wereld waarin de Helden dan terecht komen is de Maatschappij. Hier beseffen de Helden iets te missen. In de tweede ronde kies je of je Helden gewone Burgers zijn zoals Assepoester, Aladdin en Belle of dat ze van Adel zijn zoals Sneeuwwitje, Doornroosje, Ariel en Jasmine. De verbeelding hiervan uit zich in een outfit voor de Helden. Zo krijgen de Helden van Adel merkkleding aan terwijl de gewone Burgers zijn gekleed in spijkerbroek of rok en een t-shirt. Kleding wordt in onze huidige maatschappij veel gebruikt om te laten zien wie je bent en of je bij een bepaalde groep hoort. 3. In de derde ronde komen de Helden in een droomwereld terecht: de wereld van Verlangens. Deze wereld is een vertaling van de dromen die Disney’s personages uiten aan het begin van de film. De keuze die gemaakt moet worden is; leven ze voor Liefde of voor Vrijheid? Deze keuzes zijn terug te vinden in de Disney vrouw, die vaak wacht op de ware liefde terwijl de Disney man op avontuur gaat. Mijn moderne stereotypering van Liefde is, dat mannen hierbij denken aan seks en vrouwen aan trouwen. Bij Vrijheid moest ik denken aan de wereldreizen die iedereen tegenwoordig maakt of graag zou willen maken. 4. De vierde ronde is het onvoorziene Obstakel. In iedere Disney film bestaat een obstakel, een probleem dat de Helden moeten overwinnen. In de wereld van mijn animatie vallen de Helden plotseling door de wolken; ze worden uit hun droomwereld getrokken. Daarop volgt de keuze om de Helden te redden of juist niet. Niet werkt echter niet, aangezien er nooit een slecht einde voorkomt in Disneys films. Toch zit die keuze erin, om aan te geven dat de mogelijkheid wel bestaat. De andere twee keuzes zijn het Gevecht en de Ware-Liefdes-Kus, die altijd voorkomen in films van Disney. Deze keuzes worden letterlijk uitgevoerd, op een wat realistischere en knullige wijze.
42
5. Gelukkig komt alles toch nog goed en zie je de Helden in ronde 5 terug in het stereotype Huisje, Boompje, Beestje. Zoals in veel Disneyfilms leven de Helden in een huisje in het bos, samen met hun dierenvriendjes, nog lang en gelukkig.
Met mijn afstudeerproject laat ik de speler door middel van deze beleving deel uitmaken van het Disney ideaal. Door de collage-achtige stijl en de verschillende rondes en keuzemogelijkheden, stel ik op een speelse manier de Disney-clichés ter discussie. Zo ontstaat een eigen variant van Disneyfication.
43
44
Conclusie
Disneyfication is een concept dat grote invloed heeft gehad, en nog steeds heeft, op onze beeldcultuur. De term Disneyfication staat voor de Disney ideologie, die vanaf de jaren twintig vanuit Walt Disney is ontstaan. Hij bezorgde de Walt Disney Company wereldwijd succes en bekendheid. Met name de klassieke getekende animatiespeelfilms hebben een grote rol gespeeld in de wereldwijde faam van het bedrijf. Het ideaalbeeld wat met name in Disney’s sprookjesanimaties wordt gepredikt, vindt nog steeds gretig aftrek onder de massa. Disney’s films zijn namelijk gericht op het grootst mogelijke publiek: de familie. Normen en waarden worden duidelijk gemaakt aan de hand van goed en kwaad. Het kwaad wordt altijd overwonnen door de goede personages en zij leven vervolgens nog lang en gelukkig. Dit is het ideaalbeeld wat ook in onze huidige maatschappij nog steeds wordt nageleefd en door steeds nieuwe groepen opgroeiende kinderen als vanzelfsprekend wordt beschouwd. In veel films, boeken en andere media komt aan het einde alles weer goed. Wanneer dit niet het geval is, wordt er alsnog op de een of andere manier verwezen naar het ideaalbeeld. Ook ik heb hier gebruik van gemaakt in mijn afstudeerproject. In mijn interactieve animatie heb ik Disney’s ideale wereld gesimplificeerd en gemoderniseerd. Elementen uit Disneyfilms worden gecombineerd met elementen uit de realiteit van nu. Door de verschillende rondes en keuzemogelijkheden daarin, maken de deelnemers met dit spel hun eigen Disney-avontuur. Dankzij de verschillende keuzemogelijkheden worden ze bewust gemaakt van het heersende Disneyideaal en hun eigen reacties daarop.
45
Voetnoten
Live-action wil zeggen; cinematografie waarbij geen gebruik wordt gemaakt van animatie, oftewel film met echte acteurs.
1
Christopher Finch, “Walt Disney: From Mickey Mouse tot the Magic Kingdoms” (2004), p. 15-26
14
ibidem p. 436-465
15
ibidem p. 267-270
2
3
ibidem p. 26-36
4
ibidem p. 33-38
Cellen ook wel celluloid sheets genaamd, zijn transparante vellen waarop delen van een animatie getekend kunnen worden. Zo kan er bijvoorbeeld op een cel de achtergrond worden getekend en op een andere cel het hoofdfiguur. Ibidem p. 25
16
Het CAPS Systeem is een computer gestuurd systeem waarmee handgetekende animaties makkelijk gekopieerd, bewerkt en ingekleurd kunnen worden. Ibidem p. 293
17 5
ibidem p. 38-46
6
ibidem p. 56-68, 96-99
Rotoscopie is een systeem ontwikkeld door Max Fleischer waarbij filmmateriaal van bijvoorbeeld echte acteurs kan worden gebruikt als voorbeeld door de animators. Christopher Finch, “Walt Disney: From Mickey Mouse tot the Magic Kingdoms” (2004), p. 147
18
ibidem p. 286-296
19
ibidem p. 298-309
20
ibidem p. 309-319
7
De Multi-plane camera werd tijdens de productie van Snowwhite ontwikkeld door William Garity. De camera kon verschillende getekende lagen tegelijk vastleggen waardoor er een realistischere diepte werd gecreëerd. Christopher Finch, “Walt Disney: From Mickey Mouse tot the Magic Kingdoms” (2004), p. 128
8
9
ibidem p. 121-152
10
ibidem p. 153-224
11
ibidem p. 224
12
ibidem p. 387-393
13
Christopher Finch, “Walt Disney: From Mickey Mouse tot the Magic Kingdoms” (2004), p. 52-53, 87
21
Roger A. Iger, Letter tot shareholders (2010), op www.disney.go.com (mei 2010)
22
Een Format is volgens de Dikke van Dale een: “opzet en vorm van iets, bv. een tv-programma; basisconcept, formule: het ~ van Big Brother is over de hele wereld verkocht”
23
Ralph S. Izard , “Walt Disney: Master of Laughter and Learning”, in “Peabody Journal of Education”, Vol. 45, No. 1 (1967), p. 36-41
24
25
Disney Channel (2010), op www.wikipedia.com (mei 2010)
26
Justyna Deszcz, “Beyond the Disney Spell, or Escape into Pantoland” in
ibidem p. 230-234
47
48
“Folklore”, Vol. 113, No. 1 (Apr., 2002), p. 83-91 27
www.vandale.nl (mei 2010)
Mark Axelrod, “Beauties and their Beasts & other motherless tales from the wonderfull world of Walt Disney”, in Brenda Ayres, “The Emperor’s old groove: Decolonizing Disney’s magic kingdom” (New York, 2003), p. 30-31
40
28
Joyce Carol Oates, “In Olden Times, When Wishing Was Having... Classic and Contemporary Fairy Tales”, in “The Kenyon Review”, New Series, Vol. 19, No. 3/4 (Summer - Autumn, 1997), p. 98- 110
41
Roger Sale, “Fairy Tales”, in “The Hudson Review”, Vol. 30, No. 3 (Autumn, 1977), pp. 372-394
42
29
Brenda Ayers, “The Wonderfull world of Disney: The World that made man and the man that made the world”, in Brenda Ayres, “The Emperor’s old groove: Decolonizing Disney’s magic kingdom” (New York, 2003), p. 20-21 Snowwhite and the seven Dwarfs, (1937)
Dorothy L. Hurley, “Seeing white: Children of color and the Disney fairy tale princess”, in “The journal of negro education”, Vol. 74, No. 3 (Summer 2005), p. 221, 232
43
Jacob Grimm, Wilhelm Grimm, Randall Jarrell, Nancy Ekholm Burkert, “Snow-White and the seven dwarfs”, (New York, 1972)
30
Charles Perrault, A. E. Johnson, “Cinderella” in “Perrault’s fairy tales”, (Londen, 2004) p. 55-65
31
44
“The Princess and the Frog”, op www.imdb.nl (juni 2010)
Dorothy L. Hurley, “Seeing white: Children of color and the Disney fairy tale princess”, in “The journal of negro education”, Vol. 74, No. 3 (Summer 2005), p. 221, 232
45 32
Andrew Lang, “The Blue Fairy Book”, (Londen, 1889), p. 54-63
Hans Christian Andersen, Marcus Clapham, Clive Reynard, “Andersen’s Fairy Tales”, (Wordsworth, 1993), p. 9-29
33
William Keck, “Disney’s dazzling ‘Dreams’ ” (jan 2007), www.usatoday.com (juni 2010)
46
Jeanne Marie Le Prince de Beaumont, “Beauty and the Beast”, (Forgotten books, 2008)
34
Andrew Lang, “Aladdin and the Wonderfull Lamp” in “Arabian Nights” (1898)
35
36
“The Palace with the Phallus” (aug 2007), op www.snopes.com (juni 2010)
Brenda Ayers, “The Wonderfull world of Disney: The World that made man and the man that made the world”, in Brenda Ayres, “The Emperor’s old groove: Decolonizing Disney’s magic kingdom” (New York, 2003), p. 16
37
Vladimir Propp, “De morfologie van het toversprookje: Vormleer van een genre”, (Schiedam, 1997), p. 7-119
38
39
Ibidem, p. 15-20
49
50
Bronnen
Andersen, Hans Christian, Marcus Clapham, Clive Reynard, “Andersen’s Fairy Tales”, (Wordsworth, 1993), p. 9-29 Axelrod, Mark, “Beauties and their Beasts & other motherless tales from the won derful world of Walt Disney”, in Brenda Ayres, “The Emperor’s old groove: Decolonizing Disney’s magic kingdom” (New York, 2003), p. 30-31 Ayers, Brenda, “The Wonderfull world of Disney: The World that made man and the man that made the world”, in Brenda Ayres, “The Emperor’s old groove: Decolonizing Disney’s magic kingdom” (New York, 2003), p. 16, 20-21 Dale van, online woordenboek, www.vandale.nl (mei 2010) Deszcz, Justyna, “Beyond the Disney Spell, or Escape into Pantoland”, in “Folklore”, Vol. 113, No. 1 (April 2002), p. 83-91 Finch, Christopher, “Walt Disney: From Mickey Mouse tot the Magic Kingdoms” (2004), p. 15-46, 52-53, 56-68, 87, 96-99, 121-224, 230-234, 267-270, 286- 296, 298-319, 387-393, 436-465 Grimm, Jacob, Wilhelm Grimm, Randall Jarrell, Nancy Ekholm Burkert, “Snow-White and the seven dwarfs”, (New York, 1972) Hand, David, “Snowwhite and the seven Dwarfs”, (1937)
51
Hurley, Dorothy L., “Seeing white: Children of color and the Disney fairy tale princess”, in “The journal of negro education”, Vol. 74, No. 3 (Summer 2005), p. 221, 232 Iger, Roger A., Letter to shareholders (2010), op www.disney.go.com (mei 2010) IMDB, The Internet Movie Database, “The Princess and the Frog”, www.imdb.nl (juni 2010) Izard, Ralph S., “Walt Disney: Master of Laughter and Learning”, in “Peabody Journal of Education”, Vol. 45, No. 1 (1967), p. 36-41 Keck, William, “Disney’s dazzling ‘Dreams’”, (jan 2007), www.usatoday.com (juni 2010) Lang, Andrew, ‘Aladdin and the Wonderfull Lamp’, in “Arabian Nights” (1898) Lang, Andrew, “The Blue Fairy Book”, (Londen, 1889), p. 54-63 Le Prince de Beaumont, Jeanne Marie, “Beauty and the Beast”, (Forgotten books, 2008) Oates, Joyce Carol, “In Olden Times, When Wishing Was Having... Classic and Contem porary Fairy Tales”, in “The Kenyon Review”, New Series, Vol. 19, No. 3/4 (Summer - Autumn, 1997), p. 98-110
52
Perrault, Charles, A. E. Johnson, “Cinderella” in “Perrault’s fairy tales”, (Londen, 2004), p. 55-65 Propp, Vladimir, “De morfologie van het toversprookje: Vormleer van een genre”, (Schiedam, 1997), p. 7-119 Sale, Roger, Fairy Tales, “Fairy Tales”, in “The Hudson Review”, Vol. 30, No. 3 (Autumn, 1977), p. 372-394 Snopes, Urban Legends Reference Pages, “The Palace with the Phallus” (aug 2007), op www.snopes.com (juni 2010) Wikipedia, the free encyclopedia, “Disney Channel” (2010), op www.wikipedia.com (mei 2010)
53
54
Illustraties
Walt Disney in Disneyland
David Beckham als Prins Philip, foto van Annie Leibovitz // Still uit ‘Doornroosje’
p. 30 p. 30
Still uit ‘Sneeuwwitje’
p. 31
Eigen schets van de Held Still uit ‘de Kleine Zeemeermin’
p. 33 p. 34
Walt en Roy Disney in 1932 Sneeuwwitje Eigen schets Sneeuwwitje
p. 1 p. 2
Oswald the Lucky Rabbit Mickey Mouse
p. 3 p. 4
Still uit ‘Assepoester’
p. 36
Still uit ‘Assepoester’
p. 5
Vier stills uit ‘Aladdin’
p. 37
Walt Disney in Time Magazine 27 dec 1937
p. 8
Kasteel Doornroosje in Disneyland
p. 39
Advertenties van The Disney Company “Life should be a bit more Disney”
p. 10
Still uit mijn afstudeerproject
p. 41
Serie eigen schetsen prinsessen
p. 11
Still uit mijn afstudeerproject Still uit ‘Doornroosje’ // Still uit mijn afstudeerproject
p. 43 p. 44
Eigen schetsen prinses
p. 13
Still uit ‘Sneeuwwitje’
p. 46
Sneeuwwitje in de fotoserie ‘Fallen Princesses’ van Dina Goldstein
p. 15
Walt Disney in Disneyland
p. 57
Scarlett Johansson als Assepoester, foto van Annie Leibovitz
p. 17
Still uit ‘Shrek de derde’
p. 19
Julianne Moore als Ariel, foto van Annie Leibovitz
p. 21
Still uit ‘Belle en het Beest’
p. 23
Jasmine in de fotoserie ‘Fallen’ van Dina Goldstein
p. 25
Eigen schets van de Helper // Still uit ‘Assepoester’ Still uit ‘Aladdin’ // Eigen schets van de Slechterik
p. 27 p. 28
55
56