Diemensies
sinds 1969
39e jaargang, nummer 3 vakgroepsblad Psychologie verenigingsblad VIP
In deze editie:
“Trek niet zo’n kop, hoer!”
“Een lokhoer lokt, verleidt, daagt uit”
Orthorexia Nervosa
Vertrouw nooit een
Alleen op de wereld
Stageperikelen
COLOFON [DIEMENSIES] is het huisblad van de opleiding Psychologie van de Rijksuniversiteit Groningen en is het verenigingsblad van de VIP. Diemensies verschijnt zes maal per jaar in een oplage van 660 en wordt gratis verspreid. [KOPIJ] ontvangt de redaxie bij voorkeur per e-mail. Kopij kan ook ingeleverd worden in het postvakje van Diemensies bij de portiersloge of in de VIP kamer. De redaxie behoudt zich het recht voor stukken in te korten, fouten te verbeteren en/ of kopij niet te plaatsen. [BESTUUR] [VOORZITTER] Anouk de Kleijn [EINDREDACTEUR] Stephanie Bennett [PENNINGMEESTER] Rudolf Leermakers [PROMO] Ann Christin Uphaus [ILLUSTRATIES] Albert Hietkamp [LAYOUT] Patrick Noordhof Rudolf Leermakers [REDAXIE] Anouk de Kleijn Ann Christin Uphaus Carlijn van Munster Coosje de Vries Edo Grevers Eke Poortinga Floris Odding Indira Pliska Jonas Rubrech Jorn Verhagen Peter Stukker Roos Arends Rudolf Leermakers Sandra Lucas Stephanie Bennett Susanne Dieudonné
Jaargang 39, no. 3 Woord van de voorzitter Lieve lezers en lezeressen, Allereerst wens ik iedereen, namens de gehele redactie, een gelukkig 2009 toe! Hopelijk hebben jullie het nieuwe jaar allemaal ingeluid met een flinke knalfuif en is iedereen weer klaar voor een nieuw jaar met nieuwe mogelijkheden en nieuwe kansen. Niet alleen op studiegebied zullen er weer deuren opengaan, ook Diemensies gaat het nieuwe jaar in met een aantal veranderingen op het menu. Na twee jaar lang het voorwoord geschreven te hebben en de gang van zaken in goede banen te hebben geleid is het tijd voor een nieuwe voorzitter. Wel zal ik bij Diemensies betrokken blijven als redactielid en hoop ik regelmatig weer met een artikel te verschijnen. Iets wat er de laatste tijd nogal bij inschoot. In 2009 wacht ons nog een heugelijke gebeurtenis; in september bestaat Diemensies namelijk 40 jaar! Dat kunnen we natuurlijk niet ongemerkt voorbij laten gaan. Hoe we dat precies gaan vieren weten we nog niet, maar gevierd wordt het in ieder geval! Ben je benieuwd naar al die veertig jaar Diemensies en hoe het allemaal begonnen is, neem dan eens een kijkje in de bibliotheek van de faculteit. Op de tijdschriftenafdelingen vind je alle afgelopen jaargangen keurig ingebundeld op de plank.
[DRUK]
In deze eerste editie van het nieuwe jaar kunnen jullie weer kennis maken met een aantal nieuwe redactieleden. Edo maakt een superstart door meteen met twee artikelen over de brug te komen. Hij schrijft over het wondermiddel tegen hersenverlies en in zijn stuk ‘Alleen op de wereld’ bespreekt hij een interessante filosofische theorie. Carlijn doet haar intrede in het ‘studententijd van-team’. Samen met Coosje geeft zij een verslag van het interview met Jessica Lust. Eveneens kun je in deze editie het interessante stuk van Indira lezen, zij schrijft over orthorexia nervosa. Verder vind je in deze editie onder andere een pleidooi voor de lokhoer, nieuw nieuws van de faculteit en een artikel over stageperikelen.
Kerklaan 49-51 Groningen
Voor de laatste keer wens ik jullie veel leesplezier toe, succes met de tentamens en tot ziens!
[ADRES] Psychologisch Instituut Heymans Kamer 404a Grote Kruisstraat 2/1 9712 TS Groningen [E-MAIL]
[email protected] [INTERNET] WWW.DIEMENSIES.NL [TELEFOON] (050) 363 7614
[©2008] Het is niet toegestaan zonder schriftelijke toestemming van de redaxie kopieën van Diemensies of delen daarvan te maken en/of te gebruiken.
2
Jaargang 39 nummer 3
Liefs, Anouk
In deze editie... Rubrieken Prikbord NIEUWS op de faKULteit
p. 4 & 5 p. 9
- Eke Poortinga
De studententijd van ... Jessica Lust
p. 14
- Coosje de Vries & Carlijn van Munster
Diemensies’ Pot met Lony Emmen
- Ann Christin Uphaus & Eke Poortinga
p. 19
Artikelen Het wondermiddel voor genezing van hersenbeschadiging
p. 6
- Edo Grevers
Orthorexia Nervosa / Als gezond eten ongezond wordt
p. 7
- Indira Pliska
“Trek niet zo’n kop, hoer!” / Bewustzijn als sleutel tot een betere wereld
p. 8
- Jonas Rubrech
Stageperikelen
p. 10 & 11
Persoonlijkheid en muziek
p. 12
- Jorn Verhagen
- Stephanie Bennett
Hoera voor de lokhoer
p. 13
Alleen op de wereld / Psychologie meets Filosofie
p. 15
- Roos Arends - Edo Grevers
Vertrouw nooit een hypnotiseur / en jezelf al helemaal niet
p. 18
- Tess Beking
Februari 2009 3
prikbord Boeken bestellen voor blok 2a Let op procedure veranderd! In november is de VIP van studieboeken leverancier veranderd. Vanaf blok twee zullen de boeken geleverd worden door Studieboeken.com. Dit brengt ook een aantal veranderingen mee die voor jullie van belang zijn. Vanaf nu zijn er twee mogelijkheden om je boeken te bestellen: Optie 1: Je bestelt je boeken online via de vipsite. Je kunt ze dan tijdens de verkoopdagen op de faculteit ophalen. Je betaald tijdens het ophalen. Dit kan zowel contant als met je pinpas. Optie 2: Je bestelt je boeken online via de vipsite, maar kiest ervoor ze thuis te laten bezorgen. Het thuisbezorgen kost slechts 2 euro extra. Voor deze optie moet je direct online betalen. Ook de termijnen waarbinnen je je boeken kunt bestellen zijn veranderd. Optie 1 sluit een aantal weken voor het blok. Wanneer je voor optie 2 kiest is het mogelijk je boeken tot halverwege het blok alsnog te bestellen en thuis te laten bezorgen. Houd wel rekening met de levertijd. Wanneer je gewent bent je boeken te kopen tijdens de restverkoop let dan op; door de nieuwe procedure zullen er maar weinig boeken overblijven op de faculteit. Hieronder volgen de data voor blok 2a 2009: Bachelor
Master
4
Jaargang 39 nummer 3
De ronde van AC AC (Ann Christin) stelt elke editie een vraag aan de hele redactie of reikt een zin aan die de redactieleden mogen aanvullen. De spontane ingevingen van de schrijvers plaatsen we dan hier op het prikbord. Dit om ervoor te zorgen dat de lezer en een indruk krijgt van onze productieve vergaderingen en de redactie beter leert kennen. Deze keer luidt de vraag: ‘Waar geef je graag geld aan uit?’ Edo – bier Carlijn – alles wat licht geeft en met kerst te maken heeft Eke – niet Theo – een eigen huurwoning Jonas – ik weet het niet, maar het is altijd op :) Onvoorziene uitgaven dus, overig... Roos – dingen die ik niet nodig heb (tegen Jonas – waar was je eigenlijk vrijdag nacht?) Coosje – Reizen Anouk – lekker eten, haarspul, rosé en een camper Rudolf – zullen we collectief kleren neerzetten?
prikbord
Wil je reageren? Hoe had jij de vraag beantwoord? Of heb je een goede zin/vraag voor de volgende editie? Mail naar:
[email protected].
Verkiezing Docent van het jaar Psychologie Voor de kerstvakantie konden de studenten Psychologie hun stem uitbrengen op vier genomineerde eerste- en tweedejaars docenten. Dit hebben jullie ook massaal gedaan. In totaal zijn bijna 750 stemmen uitgebracht. De uiteindelijke winnaar is Mark Huisman geworden, met 270 stemmen.
Gefeliciteerd Mark!
Van dichtbij Albert Einstein en van vijf meter afstand Marylin Monroe?!
Februari 2009 5
AUTEUR: Edo Grevers
Het wondermiddel voor genezing van hersenbeschadiging
Waarom was ik hier in godsnaam heengelopen? Lichtelijk beduusd kijk ik om me heen. Zonet in de woonkamer had ik me bedacht dat het handig was om iets te pakken, maar in de keuken aangekomen heb ik werkelijk geen flauw idee meer wat dat ‘iets’ is. Diep in gedachten loop ik terug naar de woonkamer. Hier tref ik een aantal vrienden, die voor de tv hangen met ongeopend bier en onaangestoken sigaretten. Eureka! Ik zocht dus een aansteker! Ik haast me terug naar de keuken om het enige apparaatje te zoeken waarmee je én een sigaret kan aansteken én een flesje bier open kunt wippen. Naast het gasfornuis ligt gelukkig nog een vol exemplaar… Vergeetachtig zijn we allemaal wel eens. Met het verstrijken van de jaren zal dit alleen maar erger worden. Dit komt onder andere omdat hersencellen helaas geen eeuwig leven hebben. Langzaam maar zeker slinkt de hoeveelheid hersencellen van het menselijk brein. Regeneratie van hersencellen is weliswaar bewezen, netto komt het er toch op neer dat er met het ouder worden een fikse hoeveelheid hersencellen ten gronde gaat. Kan dit afstervingsproces je niet snel genoeg verlopen, dan kun je het naar eigen inzicht versnellen door vaak te koppen tijdens een potje voetbal, flink op je in laten slaan tijdens het boksen en het gedurende langere tijd drinken van veel alcohol. Als student is vooral dit laatste aspect soms moeilijk te vermijden of in de hand te houden. Heb je na een aantal avondjes doorhalen al het vermoeden dat je last krijgt van lichte dementie? Verontrusten woorden als Alzheimer, Parkinson, Korsakoff en Amnesie je toch een beetje? Misschien kan ik je dan gerust stellen! De redding is namelijk nabij. Dezelfde redding waarvan gedacht wordt dat het in de toekomst mogelijk ziekten als diabetes en leukemie kan genezen, kan misschien ook uitkomst bieden bij hersenbeschadiging. Met deze redding doel ik op het huidige wondermiddel in de medische wetenschap: stamcellen. Hoe klein de cellen zelf ook zijn, ze zijn zonder twijfel de grootste hype op wetenschappelijk gebied de afgelopen tien jaar. Wetenschappers kwamen met jubelende artikelen en de ene na de andere ontdekking werd gedaan. Wat is inmiddels de stand van zaken? Kunnen stamcellen binnenkort genezing bieden voor de nare ziekten die ten gevolge van het verliezen van hersencellen ontstaan? Voordat ik tot de beantwoording van deze vraag overga, is het misschien nuttig om nog even precies te vertellen wat stamcellen eigenlijk zijn. Stamcellen zijn cellen die zich nog niet gespecialiseerd hebben in een bepaalde functie, zoals hartcel of hersencel. De meest pure vorm van een stamcel is de bevruchte eicel. Deze ‘überstamcel’ heeft nog potentie om zich tot alle soorten menselijke cellen te ontwikkelen. Tijdens de ontwikkeling van de foetus, zijn stamcellen druk aan het delen en differentiëren. Uiteindelijk wordt er zo een compleet embryo gefabriceerd. Na de geboorte zijn er nog steeds volop stamcellen in het kleine babylichaam aanwezig. Het is duidelijk geworden dat die cellen in de meeste organen nog het hele leven actief blijven delen en differentiëren. Denk hierbij aan stamcellen in het beenmerg, die verantwoordelijk zijn voor de aanmaak van 2,4 miljoen nieuwe
rode bloedcellen per seconde. Het onderzoek van het afgelopen decennium is erop gericht om stamcellen te winnen, te kweken en te laten differentiëren in het gewenste celtype. Hierna kunnen ze gebruikt worden voor transplantatie in de patiënt, die een defect in of beschadiging van dit celtype heeft. Het beste zou zijn om stamcellen uit de patiënt zelf te gebruiken voor transplantatie. Hiermee wordt de kans verkleind dat de cellen door het eigen lichaam worden afgestoten. Een bijkomend voordeel is dat er aan deze manier van transplanteren geen ethische bezwaren kleven, zoals bij de stamcelwinning uit embryo’s.
Schematische weergave van het kweken van stamcellen voor transplantatie in de hersenen. In 2005 lukte het Amerikaanse onderzoekers van het McKnight Brain Institute in Florida voor het eerst om in vitro uit stamcellen van muizen neuronen te kweken. Dit onderzoek betekende een enorme sprong voorwaarts. Scheffler, de leider van dit onderzoek, verklaarde dat ze een nieuwe methode hadden gevonden om neuronen te kweken. Met deze nieuwe methode kan er een grotere hoeveelheid neuronen worden geproduceerd dan het lichaam zelf zou kunnen. Bij recent onderzoek aan de universiteit van Brussel is het gelukt om uit embryonale stamcellen verschillende soorten hersencellen te kweken en deze vervolgens met succes in te planten in muizenhersenen. Na een maand waren de cellen niet alleen geïntegreerd in de hersenen, maar namen ze ook allerlei functies over en legden ze verbindingen met de originele hersencellen. Over de hele wereld worden vergelijkbare onderzoeken gedaan met vergelijkbaar resultaat. Van alle kanten klinkt er echter een nuancerend signaal: Er moet nog heel veel onderzoek worden gedaan voordat deze behandeling in de kliniek kan worden toegepast. Stamcellen hebben zeker veel potentie, maar kunnen dus voorlopig nog geen genezing bieden voor de nare ziekten die ten gevolge van het verliezen van hersencellen ontstaan. Houdt dit in gedachte bij het eerst volgende avondje ‘coma zuipen’. Proost!
Bronnen: 6
www.christinevanbroeckhoven.be/index.php?option=com_docman&task=doc_download&gid=38&Itemid=1
Jaargang 39 nummer 1 www.cnn.com/2005/HEALTH/06/16/brain.cells/ Figuur: http://www.kennislink.nl/web/show?id=87063
AUTEUR: Indira Pliska
Orthorexia Nervosa
Als gezond eten ongezond wordt
We kennen allemaal anorexia nervosa; een eetstoornis waarbij iemand zichzelf dik vindt, en daardoor uithongert. Mensen met deze stoornis eten heel weinig, en als ze al iets eten, eten ze zo gezond mogelijk. Maar wat als iemand nou verslaafd raakt aan gezond eten? Wat gebeurd er als dat gezonde eten heel ongezond wordt?
De eetstoornis orthorexia nervosa werd in 2001 geïntroduceerd door dr. Steven Bratman. Het is een variant op anorexia nervosa, en heeft, net als anorexia, te maken met het dwangmatig bezig zijn met eten. Orthorexia komt uit het Grieks, orthos betekent correct en orexia betekent eetlust. Mensen met orthorexia hebben een obsessie met gezond eten. Deze stoornis begint ermee dat iemand eerst weigert vlees te eten. Daarna stoppen ze met het eten van vis, granen en zuivel omdat hier volgens hen veel vet in zit. Het koken van groente betekent vitamineverlies, daarom eten mensen met orthorexia bergen rauwe groente. Ook houden ze veel van fruit, omdat dat bijna geen vet bevat. Verschillen orthorexia en anorexia Orthorexia is niet opgenomen in de DSM, omdat het veel overeenkomsten heeft met anorexia. Toch zijn er tussen deze twee eetstoornissen een aantal belangrijke verschillen. Ten eerste gaat het bij anorexia om de hoeveelheid voedsel, terwijl het bij orthorexia meer om de kwaliteit ervan gaat. Mensen met orthorexia kunnen heel veel eten, als het maar gezond is en geen vet bevat. Ten tweede gaat het bij anorexia-patiënten om het gevoel van dun zijn, terwijl mensen met orthorexia zich juist puur, gezond en natuurlijk willen voelen. Een ander verschil is dat mensen met orthorexia helemaal geen negatief zelfbeeld hebben, ze voelen zich juist superieur. Zij vinden zichzelf heel gezond, en daarom beter dan andere mensen. Bovendien proberen ze de stoornis niet geheim te houden, in tegenstelling tot mensen met
anorexia. Ze willen het liefst dat iedereen net zo gezond eet als zij en daarom proberen ze iedereen ervan te overtuigen om gezonder te eten. Gevolgen Orthorexia heeft verschillende gevolgen, zowel lichamelijk als sociaal. Lichamelijke gevolgen zijn onder andere vitaminetekort, duizeligheid, maagklachten en hartritmestoornissen. Doordat mensen met orthorexia 24uur per dag met gezond eten bezig zijn, heeft de ziekte ook sociale gevolgen. Door alle lichamelijke en geestelijke stress kunnen mensen met deze stoornis zich onzeker, angstig en depressief gaan voelen. Ze moeten van zichzelf aan allerlei regels voldoen en eigenlijk wordt zo hun hele denken en doen door de eetstoornis in beslag genomen. Omdat ze door het vitaminetekort de hele tijd moe zijn, worden sociale contacten vermeden, en kunnen mensen met orthorexia in een sociaal isolement raken. De oorzaak De oorzaak van orthorexia is eigenlijk onbekend. Volgens Steven Bratman, de man die anorexia introduceerde, heeft de aandoening vooral te maken met een gebrek aan kennis over voedsel. In onze maatschappij worden we overspoeld met informatie over gezonde voeding, waardoor we ons heel schuldig voelen als we iets heel ongezonds eten. We krijgen zoveel informatie binnen over allerlei verschillende soorten voedsel, waardoor we eigenlijk niet meer weten wat wel en niet gezond is. Mensen met orthorexia weten zeker dat groente en fruit gezond zijn, waardoor zij alleen dit eten. Het overige voedsel is in hun ogen ongezond en dat weigeren ze dus.. Orthorexia is een stoornis die wel serieus genomen moet worden, het is immers levensbedreigend. In Amerika is de stoornis het meest bekend, en daar zijn ook al verschillende hulpgroepen opgericht. Hierbij wordt de patiënten geleerd eten te zien als iets dat je lichaam voedt, en energie geeft. Het is immers belangrijk om voldoende en zeker gevarieerd te blijven eten, om zo gezond te blijven.
Februari 2009 7
AUTEUR: Jonas Rubrech
“Trek niet zo’n kop, hoer!” F
Bewustzijn als sleutel tot een betere wereld
eedback. Met een tweede plaats net onder het begrip ‘competentie’, mogen we het nut van feedback beschouwen als een gegeven. Studenten, collega’s, managers, iedereen geeft elkaar feedback. Want, zo luidt de opvatting, door middel van feedback kun je elkaar iets leren. En blijkbaar is dat iets wat we allemaal willen. En dat is maar goed ook, want we kunnen met z’n allen nog veel van elkaar leren. Hoe werkt dat eigenlijk, leren? Een aardige theorie is die van onze grote vriend Maslow. Maslow onderscheidt vier leerstadia, die zich bewegen langs twee dimensies: bewust/onbewust en bekwaam/onbekwaam. In het kort gaat leren dus als volgt: in eerste instantie zijn we ons niet bewust van onze incompetentie (stadium 1). Vervolgens worden we ons hier, bijvoorbeeld door ontvangen feedback, van bewust (stadium 2). Wanneer we voldoende gemotiveerd zijn, zullen we er voor kiezen te oefenen tot we de betreffende vaardigheid voldoende beheersen (stadium 3). Tot slot maken we ons de vaardigheid zo eigen, dat deze een automatisme wordt (stadium 4). Bewustwording is dus de eerste stap naar verbetering. Niet alleen Maslow zag dit in; de therapieën van Freud waren ook gebaseerd op het naar het bewuste brengen van zaken die in het onderbewuste ten grondslag liggen aan conflicten. Wanneer we goed om ons heen kijken, durven we al gauw te stellen dat een groot deel van de mensen op meerdere gebieden geclassificeerd kan worden als ‘onbewust-onbekwaam’. Het is misschien kinderachtig om in het licht hiervan over Ali B. te beginnen, maar desondanks niet minder op zijn plaats. Stel je bent een Nederlander, je woont in Marokko en voor de Marokaanse televisie gaat een of andere laagschedelige halfmongool – we noemen hem even Kees K. – zich profileren als ‘knuffel-hollander’. Hierbij laat deze eenmanspolonaise keer op keer blijken iedere mate van bescheidenheid te ontberen en te dom te zijn om zijn eigen achternaam te spellen. Een duidelijk geval van onbewust-onbekwaam. Feedback is dan op zijn plaats. “Nee Kees, ik wil niet naar je kijken, Bach is geen DJ en ik wil je al helemaal niet knuffelen.” Spaar anderen niet onnodig. Uiteindelijk komt de feedback toch wel, maar dan in de vorm van een vuist in het gezicht of een na jaren toch mislukt huwelijk. Door anderen direct van adequate feedback te voorzien, kunnen we iedereen een hoop leed besparen. Bovendien kunnen we bijdragen aan hun succes. Stel je zit in de trein naast een kerel die enorm stinkt. Je kunt ervoor kiezen om hem hier niet mee te confronteren, om wat voor reden dan ook. Maar hoogstwaarschijnlijk is hij zich niet eens bewust van zijn eigen geur. Je eigen scheten ruik je niet, zal ik maar zeggen. Het is nog veel erger: hij is zich niet bewust van de consequenties. Hij is een 37-jarige maagd die -ondanks een nieuw kapsel, contactlenzen en een cursus flirten voor beginners- hetzelfde effect op vrouwen heeft als spareribs op een vegetariër. Stel dat we in staat zijn om deze man van adequate feedback te voorzien, waardoor hij in staat is in te zien dat hij naar rotte vis ruikt en wat de consequenties daarvan zijn. Op
8
Jaargang 39 nummer 3
zo’n moment geef je iemand kennis die hij of zijn kan gebruiken om succesvol te worden. En dit is waardevrij: je geeft feedback over gedrag (stinken is een keuze) en consequenties. De ander bepaalt wat succes is, in hoeverre deze consequenties dit in de weg staan en dus of verandering van het gedrag (leren) de moeite waard is. Laten we overigens niet vergeten dat we ook regelmatig mensen tegenkomen die onbewust-bekwaam zijn. Mensen die, zonder dat zij zich hiervan bewust zijn, de wereld kleur geven. In het model van Maslow zouden we deze mensen beschouwen als ‘uitgeleerd’, maar ook hier is feedback –met bewustzijn als doel– op zijn plaats. Behalve dat op deze manier het positieve gedrag gestimuleerd wordt, zorgt de bewustwording ervoor dat het goede gecultiveerd kan worden en kan groeien. Want waar hoort de leraar in het model van Maslow? Een leraar die zich niet bewust is van zijn bekwaamheid, kan deze moeilijk overdragen. Om de bekwamen in staat te stellen anderen de weg te wijzen, zullen zij dus in feite –middels bewustwording– een stap terug moeten doen in de leerfasen van Maslow. Daar had Abraham misschien wat langer over moeten nadenken. Tot slot: als we het toch over feedback hebben; hoe vaak kijken we naar onszelf? Echt naar onszelf? Wat in ons maakt dat we ons ergeren aan ‘onbekwamen’? Aan welke bekwaamheid ontbreekt het onszelf? Wat staat ons succes in de weg? Durven we in de spiegel te kijken? Vragen we om feedback en staan we hiervoor open? Wie is bekwaam genoeg om feedback te geven op een ander? Zouden we de wereld niet waardevrij, zonder filter, moeten benaderen waardoor de wereld niet meer bestaat uit links en rechts, goed en fout, bekwaam en onbekwaam, maar alleen maar ís? In die zin is dit totale bewustzijn het hoogste goed. Of niet? Waarschijnlijk vormt een deel van de mensen een vredige nieuwe orde, terwijl het gros –zich bewust van alles– ten prooi valt aan een alles vernietigend neuroticisme. Misschien is het toch wenselijker mensen in te delen in bekwaam en onbekwaam. Feedback als concept blijft dan fier overeind. Beperk feedback dus niet tot de zoveelste gespreksvaardighedencursus, maar omarm het concept en draag het uit. Confronteer mensen met hun gebreken. Daag ze uit. Confronteer jezelf met je gebreken. Leer! ps. Over bewustzijn gesproken: ben je je ervan bewust waarom je dit artikel hebt gelezen? Toch niet vanwege het woord ‘hoer’ in de titel, of wel?
NIEUWS op de faKULteit
Van onze verslaggever Eke Poortinga
Geen nieuws over stuivertje wisselen in kantine In de kantine wordt regelmatig een bordje “stuivers gevraagd” naast de kassa gesignaleerd. Op zoek naar het hoe en waarom toog Diemensies tevergeefs naar de kantinedames. Al na anderhalve vraag valt de kantinejuffrouw me in de rede en informeert waar dit interview precies toe dient. Onbewogen hoort ze mijn argument aan dat Diemensies slechts een onschuldig faculteitsblaadje is en ik een gaatje in mijn rubriekje probeer te vullen met stuivertjes. Kantinejuffrouw nummer twee wil nog wel vriendelijk toelichten dat ze geen vragen meer mogen beantwoorden sinds een incident waarin een kantinemedewerker “ met naam en toenaam” in de media verscheen. De boodschap is duidelijk; meer dan een koffievlek zal ik hier niet op mijn notitieblokje krijgen. Ze informeert naar mijn deadline en vertelt me dat ik, mits ik een afspraak met Tuil heb gemaakt, voor de volgende editie terug mag komen. Ehhh….ja, ik hou het bij een kopje koffie.
Ontbrekende college-etiquette; irritant of onzin? Volgens Wikipedia is de kern van etiquette het rekening houden met de gevoelens van anderen en de gebruiken in de samenleving, bij elke sociale omgang. Hoe zit het met beleefdheidsregels in een collegezaal? Er is geen student die zich nog nooit heeft geërgerd aan pratende medestudenten, maar niet iedereen durft zijn buren tot stilte te manen. Blijkbaar bestaat er onduidelijkheid over omgangsvormen; mag je er iets van zeggen als je buren storen en zo ja, hoe dan? Herhaaldelijk omkijken naar kletsende mensen helpt bijna nooit. Een venijnig “Ssssst” wordt niet op prijs gesteld, maar beleefd vragen voelt weer overdreven. En terwijl je hierover zit te dubben heb je de helft van het college al gemist en lukt het je niet meer de draad op te pakken. Wanneer het einde van het college in zicht komt begint de zaal en masse alvast zijn spullen in te pakken, waardoor het lawaai de docent volledig overstemt. “Jongens! Ik ben nog niet klaar. We hebben nog vijf minuten!” Irritant, want als studenten zich onbeleefd gedragen is een docent gedwongen als een middelbare schoolleraar de orde te bewaren. Of is een discussie hierover onzin? Studenten zijn immers volwassenen die zelf bepalen hoe ze een facultatief college willen volgen. Welke beleefdheidsregels gelden er in de collegezaal? Wij weten het niet precies, jij wel? Mail problemen of oplossingen naar
[email protected], dan komt er in de volgende editie een vervolg op dit onderwerp.
PHD student wint Snijders Kouwers Award Elk jaar vindt het Heymans Symposium plaats. Internationaal hoog aangeschreven wetenschappers of onderzoekers van het Heymans Instituut (Het wat!? De faculteit Psychologie bestaat uit een gedeelte onderwijs en een gedeelte onderzoek. Dat laatste heet het Heymans Instituut) worden uitgenodigd om een lezing te houden. Ook is tijdens het Heymans Symposium de Snijders-Kouwer Award uitgereikt aan de promovendus die het meest vernieuwende en uitmuntende wetenschappelijke artikel publiceerde. Dit jaar won Anna Lichtwarck-Aschoff met haar artikel ‘Time and identity: A framework for research and theory formation’. Proficiat Anna! Bron: http://www.rug.nl/psy/onderzoek/symposiumcolloquia/index
Belangrijke bijdrage aan de toegepaste wetenschap Niet alleen studenten, ook twee van onze docenten vallen in de prijzen. Karen van Oudenhoven-van der Zee en Jan Pieter van Oudenhoven, beide hoogleraar aan onze faculteit, hebben de LTP-Van den Bergh prijs gewonnen met het boek “Culturele diversiteit op het werk”. De prijs wordt elke twee jaar toegekend aan een Nederlandse onderzoeker of praktijkbeoefenaar die met het schrijven van een boek een bijzondere bijdrage levert aan de praktische toepassing van gedragswetenschappelijke inzichten op het gebied van personeelsmanagement en -organisatie. Bron: http://www.rug.nl/corporate/nieuws/kortnieuws/37_boekenprijs
Februari 2009 9
Concurrentie
Curriculum Vitae
Stageperikelen Vaardigheden
Zenuwen
De strijd is losgebarsten! In februari moet het gaan gebeuren. Maar voordat het zover is zal eerst een pittige concurrentiestrijd plaats vinden tussen studenten die elkaar voorheen nog als genoten beschouwden. De felle strijd om een stageplaats maakt aan dat verbond voorlopig een einde. En dat is niet vreemd wanneer je je realiseert dat er op de stagemarkt al jarenlang een krapte heerst. Ook dit studiejaar lijkt het verschil tussen vraag en aanbod zich wederom in het negatieve te bevinden. Kortom, de messen worden geslepen, de CV’s verfijnd, en terwijl de een in het holst van de nacht zijn loepzuivere sollicitatiebrief smeedt, ligt de ander woelend wakker, peinzend over de juiste kleding voor het aankomende sollicitatiegesprek. Elke student die de master Klinische en Ontwikkelingspsychologie (K&O) of de master Hersenen en Gedrag (H&G) gaat volgen ontkomt er niet aan: de stage. Een periode van vijf maanden in het laatste studiejaar waarin een brug wordt gemaakt tussen de vertrouwde studentenwereld en de wereld van de volwassenen. En hoewel sommige studenten moeite zullen hebben met de oversteek, zijn de meeste toch wel nieuwsgierig naar de verantwoordelijkheden die de wereld van volwassenen met zich meebrengt. Maar het jaarlijks terugkerende probleem is dat het aantal stageplaatsen minder is dan het aantal masterstudenten die een stage willen gaan volgen.
“Alleen aan mij zal deze positie worden toegekend!!!” Voordat een student stage kan gaan lopen zal deze een vaardigheidscursus moeten afleggen. Voor K&O is dit de cursus “MKV-1 Vaardigheden voor diagnostiek en interventie.” Voor H&G is dit de cursus “MHV-2 Neuropsychologische diagnostiek” (zie ook “MHV-1 Experimentele vaardigheden”; niet verplicht, maar zeker heel erg nuttig). In deze cursussen zal de potentiële stagiair voor het eerst beseffen hoe groot de aankomende concurrentiestrijd is. Zo waren er dit jaar voor de K&O-Master vijf vaardigheidsgroepen met ongeveer 20 tot 25 studenten. Echter, er staan lang geen honderd beschikbare stageplaatsen online. Als ik een vriendelijke schattig mag geven: vijftig tot zestig K&O-stages. Aardig krap dus, aangezien iedereen dit vak haalt en dus ook daadwerkelijk stage kan gaan lopen. Omdat ook volgend jaar de vraag-en-aanbod ratio waarschijnlijk niet veel zal verbeteren, hier alvast een aantal handige tips:
Tip 1. Schrijf je tijdig in voor het vaardighedenvak, want wanneer je deze boot mist, zul je gegarandeerd een half jaar moeten wachten voordat je opnieuw de kans krijgt deze cursus te volgen. Een half jaar studievertraging voordat je ook maar één tentamen hebt gemaakt kan nooit echt een goed begin van je master zijn! Tip 2. Vergroot je kansen om voor het gesprek te worden uitgenodigd. Hiertoe dienen twee instrumenten: het Curriculum Vitae en de sollicitatiebrief. Het allerbelangrijkste is het CV, waarin je alle relevante werkervaring opschrijft. Of zoals in mijn geval, alle bijbaantjes vanaf mijn 14e tot aan nu, met daarbij het label flexibel. Begin dus zo vroeg mogelijk met het opbouwen van je CV. Een bijbaantje in de HEMA is minder relevant dan een bijbaantje bij de van Mesdagkliniek. Toch valt er altijd wel het een en ander aan je CV te pimpen. Bij dat bijbaantje van de HEMA heb je geleerd met mensen van alle lagen van de be volking om te gaan. Iets wat je in je stage goed van pas zal komen. Betekent overigens niet dat je van alles en nog wat moet gaan verzinnen. Blijf wel bij de waarheid! Het tweede instrument is een gerichte brief waarin je uitlegt waarom jij de uitverkorene bent voor de stage. Vermijd daarbij onzekere termen zoals: “ik denk dat ik waarschijnlijk wel de juiste man ben voor deze functie, omdat…”. Mis! Deze stage is alleen voor jou bestemd, dus voor niemand anders! Formuleer daarom eerder in niet mis te verstane woorden, zoals: “alleen aan mij zal deze positie worden toegekend!!!, omdat…”. Of in ieder geval een compromis hiertussen. Hulp voor het opstellen van een CV en brief krijg je trouwens ook bij het Talent & Career Center van de RuG: www.talentcareercenter.nl. Tip 3. Vergroot je kansen om tijdens het gesprek geselecteerd te worden als stagiair. Oftewel, geen baggy jeans, bomberjacks en zeker geen vrolijke tierelantijntjes aan je lijf. Kleed je casual doch zakelijk! Kijk niet naar de grond tijdens het gesprek, maar staar ook niet obsessief in de ogen van je tegenspreker. Adem door je buik en go easy on the aftershave of parfum. Voor alles bestaat een gulden middenweg en dit is de weg die je moet opslaan tijdens het sollicitatiegesprek! Last but not least: wees voorbereid! Speur zelf op het internet naar een website van de desbetreffende instelling en bekijk wat ze precies doen. Wanneer je solliciteert op een 1e lijns stageplek, zorg dan ook dat je weet wat 1e lijns ook alweer inhoudt! Houdt er ook rekening mee dat een sollicitatiegesprek helemaal geen eenrichtingsgesprek hoeft te zijn. Jij mag ook vragen stellen, aangezien jij er misschien 5 maanden of langer gaat werken. Bedenk daarom zelf ook een
10
Jaargang 39 nummer 3
AUTEUR: Jorn Verhagen
Sollicitateren Kansen Commissies
Stageperikelen
Bijbaantjes
aantal nuttige vragen die je zou kunnen stellen. Daarmee laat je gelijk je interesse laat zien. Als laatste tip 4. Houdt rekening met onbekende factoren. Verwacht het onverwachte. Zo ontving ik het verhaal van een studiegenoot die tijdens het sollicitatiegesprek kreeg te horen dat ze voor haar stage onder andere de volgende taken kreeg: dagelijks de afwas doen en het zetten van koffie. Een klinische praktijkstage had bij haar een iets andere voorstelling. Diezelfde studiegenoot kreeg tijdens een ander sollicitatiegesprek de vragen: “Wat is psychologie precies?” en “Wat is medische psychologie precies?”. Gewoon a,b,c of d zat er in dat geval dus even niet meer in. Het lijkt me hier sterk dat de vragensteller serieus zin had in een filosofische discussie. Ik denk eerder dat hij wilde weten wat voor vlees hij in de kuip had. Om te eindigen met een positieve noot: de meeste studenten hebben begin februari een stageplaats. Al zal het voor sommigen een plaats zijn die ze niet in eerste instantie voor het oog hadden. Misschien een 2e of 3e keus. Het is daarom belangrijk om van te voren goed te bedenken waarom je nou precies solliciteert voor díe plaats. Dat schept duidelijkheid voor jezelf en dat zal je ook van pas komen tijdens het sollicitatiegesprek zelf. De stageplek is een unieke mogelijkheid om het werkveld van dichtbij te bekijken en biedt kansen. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om bij een klinische stage de basisaantekening psychodiagnostiek te behalen. Daarnaast geeft het inzicht in jezelf. Is dit werkveld er één waarin ik mij prettig voel? Het is fijn om te ontdekken of het beroepsbeeld
dat je voor ogen hebt ook echt iets voor jou is. Maak dus gebruik van deze buitenkans en ga er daarom nu al serieus mee aan de slag! Nog een paar extra tips: • Dubbelcheck voor het gesprek of je kleding goed zit. Zo had ik tijdens mijn tweede erg vroege sollicitatiegesprek in Leeuwarden de V-hals van mijn trui achter in mijn nek zitten. • Dubbelcheck of je wel alle tandpasta van je gezicht heb gespoeld. Zo had ik tijdens mijn tweede, erg vroege sollicitatiegesprek in Leeuwarden… nee hoor, grapje. • Vermijd metalen voorwerpen in het gezicht, als neus of lippiercings. Het is misschien een cliché, maar een eerste indruk is belangrijk en je weet nooit wat voor persoon er tegenover je zit. • Besturen en commissies zijn alomtegenwoordig in het leven van de hedendaagse student. En dat is niet zonder reden. Los van het feit dat je hier bijzonder leuke contacten en evenementen aan overhoud, leer je er ook organisatorische vaardigheden. En laat dat nou net iets zijn waar de afdeling P&A van jou toekomstige baan behoefte aan heeft. • Hyves, myspace, facebook en google zijn tegenwoordig ook bekend in de wereld van werkgevers… let er dus goed op dat genante vakantiefoto’s en youtubefilmpjes van je profiel verwijderd zijn of zet je profiel op onzichtbaar voor non-vrienden.
Februari 2009 11
AUTEUR: Stephanie Bennett
Persoonlijkheid en muziek Muzieksmaak, valt er over te twisten? Natuurlijk, zullen sommigen zeggen. Maar volgens anderen is er niets zo lastig als het concreet verantwoorden van je muzieksmaak. Natuurlijk, je kan ‘die vette beat’ of ‘die mooie gitaarriffs’ prachtig vinden. Maar wáárom dan? Is er een oorzaak voor je muzieksmaak aan te wijzen? Er bestaan een aantal theorieën die een samenhang tussen muziek en persoonlijkheid omschrijven. Een bepaalde persoonlijkheid zou volgens die theorieën leiden tot een bepaalde muzieksmaak. Hoe ziet dit vermeende verband tussen persoonlijkheid en muzieksmaak eruit? Al decennia zijn onderzoekers benieuwd wát de oorzaak is van iemand zijn muzieksmaak. Ligt het aan de persoonlijkheid, of wellicht zijn of haar omgeving? Over deze samenhang bestaan een aantal interessante theorieën. Volgens de ‘uses and gratifications’ benadering van Arnett luisteren mensen naar een bepaalde soort muziek omdat deze muziek aan hun persoonlijke karaktertrekken en behoeften voldoet. Mensen die hoog scoren op extraversie zouden bijvoorbeeld graag naar muziek luisteren die een interactie met medemensen bevorderd, daarom zou hun voorkeur naar feestelijke muziek uit gaan. Mensen die hoog scoren op de Big Five variabele ‘Openness to Experience’ zouden daarentegen bijvoorbeeld graag naar intellectuele, progressieve muziek luisteren. Volgens het ‘model of optimal stimulation’ van Eysenck (1990) en Zuckermann (1979) zou de keuze van muziek voornamelijk een fysiologische oorzaak hebben. Muziek dient er in dit model voor om iemand in een optimale staat van arousal te brengen. Om weer de extravert als voorbeeld te nemen: er wordt aangenomen dat de arousal-staat van een extravert van nature laag is en dat deze daarom stimuli zoekt om die staat van arousal te verhogen. Drukke muziek is voor velen een prima middel om de staat van arousal te verhogen. Voor introverten geldt het tegenovergestelde: door rustige muziek te luisteren komen zij in een voor hen perfecte staat van arousal. Hartstikke leuk, die theorieën, maar is er überhaupt empirisch bewijs gevonden voor een eventuele samenhang tussen muziek en persoonlijkheid? Zowel de ‘uses and gratification’ benadering als het ‘model of optimal stimulation’ lijken al te falsificeren te zijn door het simpele argument dat er talloze ‘extraverten’ bestaan die de ballads van Celine Dion grijs draaien en dat er veel lieve, verlegen meisjes zijn die stiekem van keiharde metal houden. Laten we daarom een kijkje nemen naar de resultaten van een onderzoek naar persoonlijkheid en muziek dat Delsing, Engels, Ter Borgt en Meeus (2008) uitvoerden.
12
Jaargang 39 nummer 3
Naast het onderzoeken van een mogelijk verband tussen persoonlijkheid en muziek waren zij ook benieuwd naar de stabiliteit van muzieksmaak. De proefpersonen werden aan de hand van hun muzieksmaak ingedeeld in de categorieën Rock, Elite (opera/klassiek), Urban en Pop/Dance. Muzieksmaak werd vergeleken met de scores op de variabelen van de Big Five. Proefpersonen die graag naar Rock luisteren scoorden hoog op de variabele Openness to Experience en laag op Conscientiousness. De Elite-liefhebbers scoorden hoog op Agreeableness, Openness to Experience en relatief laag op Emotional Stability. Verder vertoonden de scores op Elite-voorkeur en de variabele Extraversion een negatieve correlatie. Dat wil dus zeggen: hoe meer een proefpersoon van Elite-muziek houdt, hoe minder hij of zij scoorde op de variabele Extraversie. Verder bleek dat zowel de Pop/Dance groep als de Urban groep relatief hoge scores hadden op Extraversie. De resultaten uit dit onderzoek lijken zo op het oog in lijn te liggen met zowel de ‘uses and gratification’ benadering van Arnett en het ‘model of optimal stimulation’ van Eysenck en Zuckermann. Echter, er zitten nog gaten in beide theorieën. De theorie van Arnett kan bijvoorbeeld niet verklaren waarom Rock-liefhebbers laag scoren op Conscientiousness en Elite-liefhebbers hoog scoren op Agreeableness en laag op Emotional Stability. Het gebrek van deze theorie is dat zij zich voornamelijk richt op de variabelen Extraversie en Openness to Experience. Deze variabelen zijn echter maar twee van de vijf variabelen waarmee een persoonlijkheid volgens de Big Five omschreven kan worden. Het omschrijft niet de gehele persoonlijkheid en is naar mijn mening daarom ook niet toereikend om een samenhang tussen ‘persoonlijkheid’ en muzieksmaak te verklaren. Het ‘model of optimal stimulation’ lijkt iets dichter bij de ‘waarheid’ te komen. Er lijkt weinig tegen deze theorie in te brengen, als we de resultaten van het onderzoek bekijken. Toch blijven de talloze praktijkvoorbeelden van stille introvertjes die van harde muziek of popmuziek houden en de extraverten die van rustige muziek houden me dwars zitten. Hetzelfde geldt voor de mensen die meerdere of alle genres wel leuk vinden. Wat een ingewikkelde persoonlijkheid moeten die mensen hebben. Hoe ‘leuk’ de huidige theorieën er op het eerste oog ook uit zien, mij kunnen ze niet overtuigen!
Bron:
Delsing, M.J.M.H., Engels, R.C.M.E., Meeus, W.H.J., Ter Bogt, T.F.M, Adolescents Music Preferences and Personality Characteristics. European Journal of Psychology,Vol 22(2), Mar 2008. pp. 109-130.
AUTEUR: Roos Arends
Hoera voor de lokhoer Wat hebben een oma, auto, homo, buggy, woning, Zwarte Piet, laptop en hoer gemeen? Op het eerste gezicht niets, totdat je het woordje ‘lok’ ervoor zet. Het moet ergens rond 2002 begonnen zijn, toen de politie Groningen voor het eerst een lokauto inzette om autokraken tegen te gaan. Sindsdien is in de stad het aantal auto-inbraken bijna gehalveerd van 4800 in 2002 tot zo’n 2500 in 2007. Deze eerste lokauto werd in de gaten gehouden met behulp van een videorecorder vanuit een woonhuis, tegenwoordig kunnen lokauto’s in de gaten worden gehouden doormiddel van de nieuwste technische snufjes. Maar ook in andere steden worden agenten de laatste jaren steeds inventiever. In Rotterdam worden vooral op markten met veel succes lokbuggy’s ingezet. Kinderwagens waar achteloos en voor het grijpen de gevulde handtas aan hangt, terwijl moeder en vader net even uit het zicht zijn. De dief met grijpgrage handjes zal echter op zijn neus kijken zodra blijkt dat er twee agenten in burger en meerdere beveiligingscamera’s babysitten. In Amsterdam rijdt een agent in burger rondjes door bij de politie beruchte wijken, met zowel achteloos als zeer zichtbaar een laptoptas op de passagiersstoel. Zodra een dief, vaak in de gedaante van twee jongens op een scooter, bij een stoplicht het portier openrukt en de tas steelt, worden agenten in de buurt gealarmeerd. Een grote kans om op heterdaad betrapt te worden heb je ook als je een lokomaatje van haar handtas berooft, een braak zet in een lokwoning of een lok-Zwarte Piet bekogeld met pepernoten en ander strooigoed. Een lok-Zwarte Piet? In Utrecht hebben afgelopen december agenten zich verkleed als Zwarte Piet na klachten van andere Pieten dat ze bekogeld werden met strooigoed. Drie jongens, van 10, 11 en 15 jaar oud, zijn opgepakt en naar bureau Halt verwezen. Vergelijkbaar met de lok-Zwarte Piet wordt in Amsterdam de lokhomo ingezet om potenrammers in te kunnen rekenen.
“Een lokhoer lokt, verleidt, daagt uit” Lokhomo’s en lok-Zwarte Pieten klinken al omstreden, maar het kan altijd erger, beter of extremer. Controversiëler nog is namelijk de lokhoer. De lokhoer vind je in Rotterdam, waar in 2005 de officiële tippelzone is gesloten. Sindsdien klagen bewoners van de buurten rondom de voormalige tippelzone over overlast van hoerenlopers. Ze rijden rondjes, toeteren en vragen aan vrouwen ‘Hoeveel, hoeveel?’ In het begin van 2007 zijn tientallen van deze rondrijdende mannen opgepakt omdat ze aan een aantrekkelijke dame op straat vroegen ‘hoeveel ze kost’. Deze aantrekkelijke dame was echter geen gewone hoer, maar een lokhoer: een agente in burger die rondloopt in de buurt van een voormalige tippelzone. De mannen die rondjes reden op zoek naar een prostituee en per abuis een lokhoer een oneerbaar voorstel deden, kregen een boete en konden een brief van de burgermeester thuis verwachten. Vervelend als je vrouw niks van je buitenechtelijke
Niet meer zomaar meenemen dus. vertier weet. Na de acties in februari 2007 is het een tijdje rustig geweest in Rotterdam, maar na deze rustige periode is recentelijk het hoerenlopen weer opgelaaid. In oktober, november en december 2008 heeft de politie weer haar troef ‘de lokhoer’ ingezet. De discussie die in 2007 in de media gevoerd werd tussen advocaten enerzijds en politie en Openbaar Ministerie anderzijds is interessant. Want is het inzetten van een lokhoer uitlokking van strafbare feiten en dus verboden bij wet? Of is er bij de hoerenloper die de lokhoer aanspreekt toch sprake van iemand die zelf de keuze maakt om de fout in te gaan? Advocaat Van Ardenne vraagt zich in het AD af; ‘(…) hoe voorkom je dan de verdenking van uitlokking als je een levend wezen inzet. Daar is altijd interactie. Als zo’n vrouw naar de grond kijkt, of ze gaat gekleed in een winterjas en een rare pet, zou ze dan wel worden aangesproken?’ De politie Rotterdam-Rijnmond stelt dat de lokhoeren gewoon ‘in spijkerbroek’ gekleed gaan. Nog een citaat van tegenstander Van Ardenne: ‘Het woord zegt het al: een lokhoer lokt, verleidt, daagt uit. Uitlokking dus’. Interessante uitspraak. Een vrouw die thuiskomt van het uitgaan, een leuk rokje draagt en per ongeluk een passerende auto inkijkt lokt het uit om als een hoer benaderd te worden? Een willekeurige vrouw gekleed in spijkerbroek die per ongeluk de blik van een hoerenzoekende man kruist, verdient geen respect en vraagt erom om lastig gevallen te worden? Of een vrouw een spijkerbroek (in de vorige eeuw nog een onfatsoenlijk kledingstuk voor vrouwen) of een jurkje aanheeft mag ze toch zelf weten? Een minirokje is GEEN uitnodiging voor seks voor elke passerende man. Wat mij betreft zet de politie in alle grote steden lokhoeren in, als dat er voor kan zorgen dat vrouwen ongestoord over straat kunnen, zonder beledigende en kwetsende opmerkingen naar het hoofd geslingerd te krijgen. De discussie over per definitie zondige vrouwen die onschuldige mannen verleiden tot verderfelijke seksuele handelingen hebben we toch hopelijk achter ons gelaten in Nederland?
Bronnen:
www.ad.nl, www.volkskrant.nl, www.telegraaf.nl, www.rtvwest.nl, www.nieuws.nl.
Februari 2009 13
De studententijd van ...
Jessica Lust
Tekst: Coosje de Vries Interview: Carlijn van Munster
Dit keer interviewen we Jessica Lust, een slimme meid en promovendus. In 1998 begon ze met een studie psychologie in Groningen, in 2005 studeerde ze af in de richting Functieleer. ‘Het exacte van de functieleer spreekt me aan, veel theorieën bieden toch geen eenduidige antwoorden.’ Vijf maanden later kon ze aan de slag met een onderzoek naar lateralisatie. ‘Mijn eerste kamer had ik in de Van Heemskerckstraat in een grote flat. Er woonden veel studenten en vaak stond er een rij voor de wasmachine. Ik ben een tijdje lid geweest van Veracles en De Golfbreker. Tot ik op een avond al rennend en polo’s verwisselend feestjes van beide verenigingen heb bezocht. En opmerkte dat ik de sfeer bij De Golfbreker gezelliger vond. Toen heb ik het volleyballen opgezegd en besloten helemaal voor het zwemmen te gaan. Er waren veel wedstrijden maar altijd met gelijkwaardige tegenstanders. Daarbij word je daar als amateurzwemmer net zo hard toegejuicht als bijvoorbeeld Inge de Bruin tijdens de Olympische Spelen.’ ‘Op stap ging ik overal en nergens naar toe. Een gewone stapavond kon er bijvoorbeeld als volgt uitzien: eerst tot een uur of elf naar de Lazy Frog (waar de biertjes op het piekuur nog een gulden waren), dan vlug naar de Palace omdat je tot twaalf uur geen entree betaalt, en vervolgens nog wat drinken in de Negende Cirkel of de Drie Gezusters. Maar ik zorgde er wel altijd voor dat niemand me naar huis hoefde te brengen wegens te veel alcohol. Op z’n hoogst voelde ik me de volgende dag wat minder.’
14
Jaargang 39 nummer 3
“Het exacte van de functieleer spreekt me aan” Eenmaal afgestudeerd en aangenomen als promovendus begon ze aan een groot project naar de functie en evolutie van lateralisatie. Met als belangrijk aspect de invloed van testosteron op de ontwikkeling van lateralisatie en het eventuele evolutionaire voordeel van het hebben van een gelateraliseerd brein. Eén van de hypotheses is dat verhoogde blootstelling aan testosteron voor de geboorte gerelateerd is aan een afwijkend functioneel lateralisatiepatroon op latere leeftijd. Dit kan zich uiten in niet-rechtshandigheid, maar ook in bepaalde stoornissen (zoals dyslexie) die worden gerelateerd aan een niet-normale ontwikkeling van lateralisatie. De invloed van testosteron wordt ook onderzocht met behulp van proefdieren en wij vragen ons af of dat niet een beetje zielig is. Jessica houdt zich daar liever niet al teveel mee bezig, zegt ze. ‘Maar ik ga wel eens naar de biologische slager.’ Nog wat tips voor alle studenten psychologie: ‘Geniet van het studeren zo lang het nog kan, want er is geen weg terug zodra je afgestudeerd bent. En hoewel je van commissiewerk veel kunt leren, gebruik het niet als excuus om niets aan je studie te doen. Tot slot: drink eens een La Chouffe in de Pintelier!’
Bronnen: AUTEUR: Edo Grevers
http://www.iep.utm.edu/s/solipsis.htm http://www.nas.nasa.gov/About/Education/SpaceSettlement/75SummerStudy/3appendA.html http://richarddawkins.net/forum/viewtopic.php?f=18&t=28002&st=0&sk=t&sd=a http://en.wikipedia.org/wiki/Derealization
A lleen op de wereld
Psychologie meets Filosofie
De smaak van een broodje Döner na het stappen, het gevoel bij het eindelijk halen van een tentamen statistiek, de zon op je huid tijdens de eerste warme dag van het jaar, een orgasme…. allemaal illusies. Hersenspinsels, verzinsels van de geest. Tenminste, als je redeneert vanuit de theorie van het solipsisme. Deze filosofische theorie veronderstelt dat er maar één bewustzijn bestaat, dat van de waarnemer. Het hele universum en ook alle andere mensen zijn een constructie van de geest van die ene waarnemer. De echte solipsist gelooft niet dat er andere gedachten, ervaringen of emoties zijn dan zijn eigen. In eerste instantie lijkt solipsisme een krankzinnige theorie. Het is verwonderlijk dat een theorie, die zo ver van de common sense afstaat, toch zoveel aandacht krijgt in de filosofie. Dit is een direct gevolg van het ‘cogito ergo sum’ van Descartes. Sindsdien is het een algemeen geaccepteerd idee dat elke filosoof redeneert vanuit zijn eigen ervaring. De enige manier om emoties van anderen te begrijpen is met behulp van een analogie met eigen emoties. Elke redenatie volgens de Cartesiaanse aanpak is dus solipsistisch. Hiernaast is het solipsisme gebaseerd op nog twee andere filosofische veronderstellingen die aan de basis liggen van elke filosofische theorie. Ten eerste is er geen verband tussen de geest en het lichaam. Ten tweede zijn de ervaringen van een persoon altijd privé voor die persoon. Omdat het solipsisme voldoet aan deze drie basisregels is het zo’n sterke theorie dat het geen enkele filosoof tot nu toe gelukt is de theorie van het solipsisme te ontkrachten. Het vervelende van veel filosofische onderwerpen is dat je er eindeloos over kunt nadenken en discussiëren zonder tot een concrete conclusie te komen. Ook met het solipsisme is dat het geval. Vele grote filosofen hebben pogingen gedaan deze filosofie te bewijzen dan wel te ontkrachten. Aangezien iedereen tot nu toe gefaald heeft, zal ik me er ook niet aan wagen. Interessanter is het om te onderzoeken wat er gebeurt als iemand volledig doorslaat in het solipsistisch denken. Wat gebeurt er als je door te fanatiek te filosoferen ervan overtuigd raakt dat alle andere mensen om je heen niet echt bestaan en het hele universum een illusie lijkt te zijn? De definitie solipsisme heeft veel overlap met derealisatie. Dit is een syndroom waarbij het geloof in de realiteit wordt verloren. De DSM-IV noemt het; ‘een verandering in de perceptie of ervaring van de wereld, zodat de omgeving vreemd en niet werkelijk lijkt.’ Bij derealisatie gaat er iets mis tussen een waarneming en het emotioneel kleuren van die waarneming,waardoor de persoon bevreemd raakt van de wereld om zich heen. Derealisatie is het tegenovergestelde van depersonalisatie, waarbij een persoon van zichzelf bevreemd raakt. Derealisatie komt vaak voor in combinatie met andere psychiatrische stoornissen. De kern van het ontstaan van dit syndroom is dat men zich constant zorgen maakt over de derealistische gedachten. Synchroon met toenemende
angst voor deze gedachten neemt de derealisatie toe. Het is lastig om te accepteren dat dit syndroom het resultaat is van angst voor gedachten. Meestal denkt een persoon dat de er een serieuzere oorzaak moet zijn, waardoor er een negatieve vicieuze cirkel ontstaat waarbij angst en derealisatie elkaar constant versterken. Bij mijn verdere onderzoek naar de grenzen van het solipsisme stuit ik op de site van Richard Dawkins, een bekende populair wetenschappelijk schrijver en evolutiebioloog. Ik vindt hier een case van een persoon die volledig doorgeslagen is in zijn solipsistische kijk op de wereld. Hij beschrijft zelf zijn ervaringen: ‘In het kort: twee jaar geleden doorging ik extreme traumatische ervaringen, waarna ik last kreeg van symptomen van extreme paniek die depersonalisatie en derealisatie worden genoemd.(…) Ik kwam hier gelukkig weer bovenop totdat ik een artikel las op een stomme zelfhulp website: stevepavlina.com. (...)Het artikel ging over ‘subjective reality’ en verkocht solipsisme als de waarheid (...) Na het lezen van dit artikel sloeg mijn Pure O* helemaal door, waarna ik naast psychotische angst, een obsessie voor deze theorie kreeg. Op een gegeven moment had solipsisme mijn hele leven verwoest. Ik was mijn baan verloren, was gestopt met school en maandenlang wilde ik niets liever dan zelfmoord.’ Deze doorgeslagen solipsist sluit zijn droevige woorden af met een oproep: ‘alsjeblieft, laat mij laten inzien dat jullie allemaal werkelijk bestaan’ De oproep is aanleiding voor verschillende filosofen om een discussie te starten. Uiteindelijk draait het nergens op uit, de solipsist is niet geholpen. Solipsisme is een theorie is die niet bevestigd noch ontkracht kan worden. Er hoeft niet altijd een filosofie als het solipsisme aan te pas te komen om last te krijgen van derealisatie. Dit blijkt uit de een artikel op de site van de NASA: ‘Space Settlements: A Design Study’. Het artikel noemt ‘het solipsisme syndroom’, een bekend fenomeen bij astronauten. Dit syndroom ontstaat in een volledig kunstmatige omgeving, zoals een ruimteschip. De NASA heeft een aantal richtlijnen ontwikkelt om het solipsisme syndroom bij astronauten te voorkomen. Zo is het bijvoorbeeld van belang dat niet alles virtueel gecontroleerd is, zoals dat normaal in een ruimteschip het geval is. Onvoorspelbare zaken als dieren en planten doorbreken het gecontroleerde patroon waar de astronauten in leven tijdens een ruimtereis. Al met al is solipsisme een hele vervelende, eenzame manier om in het leven te staan. Het enige lid van de online solipsismevereniging (the solipsism webring) denkt er waarschijnlijk anders over, maar ik raad je aan gewoon in de realiteit te blijven geloven. Wees dus op je hoede voor enge filosofische theorieën en ruimtestations! * Pure O staat voor pure ‘obsessional OCD’, een vorm van obsessiecompulsieve stoornis waarbij in plaats van dwangneurotische handelingen, dwangneurotisch gedacht wordt.
Februari 2009 15
VIP-PAGINA’S
16
Jaargang 39 nummer 3
VIP-PAGINA’S
De nieuwe VIP-pas
De nieuwe vip-pas bestaat nu al een tijdje en heeft vele voordelen. Alle eerstejaars zijn inmiddels al in het bezit van zo’n schitterend ding. Alle ouderejaars hebben nog een oud vippasje en deze is ook altijd nog geldig. De nieuwe VIP-pas heeft echter vele voordelen. Hij is allereerst veel mooier en steviger maar het grootste voordeel is dat je op de duur niet meer contant hoeft te betalen bij de VIP-activiteiten. Het pasje kan namelijk gescand worden en dan wordt de entrée automatisch van je rekening afgeschreven. Het vernieuwde VIP-pasje is voor leden nu te bestellen voor slechts €1,- bij het VIP-spreekuur. (tussen 14.00 en 15.00 uur in het muntinggebouw)
Het nieuwe VIP-bestuur Sinds 1 December heeft de VIP een nieuw bestuur en we willen onszelf dan ook graag aan jullie presenteren. De voorzitter van de VIP is Wisse van den Berg. De secretaris is Aart Smith, de centjes worden bewaakt door onze penningmeester Inge Hulshof, de sponsordeals worden verzorgd door onze acquisitieman Martijn Sijtsma, Alle externe contacten verlopen via Anne van Loenhout en ten slotte verlopen alle interne contacten via Jasper Geven. Tijdens het komende jaar hopen we jullie samen met onze commissies, enthousiast te maken voor onze activiteiten en horen we het graag als er suggesties zijn. Elke dag is er een VIP-spreekuur tussen 14.00 en 15.00 aan het loket van ons VIP-hok(de voormalige onderwijsbalie). Hier ben je altijd welkom als je VIP-lid wil worden of als je vragen/suggesties hebt. We hopen jullie tijdens 2009 veel te zien!!!
Februari 2009 17
AUTEUR: Tess Beking (Ingezonden stuk)
Vertrouw nooit een
en jezelf al helemaal niet
“Adem in… Adem uit… Adem in… En met elke ademhaling wordt je meer ontspannen en ontspannen. En je wordt zó ontspannen… dat je helemaal ontspannen wordt…” Huh?! Niet te geloven dat ik hier aan het proberen ben om in trance te raken. En ik ben niet de enige die dit probeert, in de zaal zitten zo’n honderd mensen opeengepakt krampachtig te proberen om onder hypnose te raken. “Alles wordt zwaarder en zwaarder... Je hele lichaam is ontspannen…” Shit. Valt mijn mond nou echt een beetje open? Snel corrigeer ik mezelf en ik klem mijn kaken strak op elkaar. Ik heb geen zin om hier de gehypnotiseerde gek uit te hangen. Nu word ik me ook weer pijnlijk bewust van de rest van mijn lichaam. Ik zit bij het congres over het onbewuste en heb hiervoor al vier uur op dit ongemakkelijke stoeltje gezeten. Ik móét gewoon echt gaan verzitten. Zou ik het doen? Ik doe het gewoon...Nu. En weg was mijn ontspanning. Focussen. Denk aan die ademhaling. Ademt mijn buurvrouw trouwens nog wel? Ik hoor helemaal niets. Stel dat ze per ongeluk dood is gegaan en niemand het weet. Ik kijk gewoon even heel snel met één oog. Haar mond hangt ver open, maar verder ziet ze er wel levend uit. Gerustgesteld ga ik me weer proberen te ontspannen. “…Je staat nu voor een trap. Zie je de trap voor je? De trap heeft tien treden. Ik ga zo terugtellen van tien naar één en bij elke tree raak je dieper en dieper in trance…” “Tien… negen… acht…” Er gebeurt nog niets. “Zeven.. zes.. vijf…” Ik ben wel weer ontspannen nu. “Vier.. drie.. twee.” Ik val! Het is het gevoel dat je soms hebt als je bijna slaapt en het ineens lijkt alsof je naar beneden valt. “Een.” Dus zó voelt het dus om in trance te zijn. Je staat in een heel mooi landschap. Stel het je eens voor… Ik sta in een weiland met wuivend jong gras waar de zon een beetje doorheen schijnt. Eigenlijk wou ik een tropisch zandstrand, maar het boerenmeisje in mij heeft blijkbaar besloten dat ik nu in een oer-Hollands weiland sta. “Er komt een vreemdeling op je aflopen.” In de verte komt
18
Jaargang 39 nummer 3
inderdaad een vreemdeling op me aflopen. Een man. Een hele móóie man, zie ik nu hij dichterbij komt. Hij heeft glanzende zwarte krullen die bij met elke stap meeveren. En stralende groene ogen. Dat die ogen me nu pas opvallen, ze stralen letterlijk licht uit en even ben ik helemaal verblind. Ik ben rechtstreeks in een bouquet-reeks terechtgekomen. “Vraag nu de vraag waar je onbewuste antwoord op wil...” “Wil je met me trouwen?”, flapt mijn onbewuste eruit. “NÉÉÉ!!!”, schreeuwt mijn superego. “Dit gaat echt helemaal fout! Kom op, vraag die intelligente, weloverdachte vraag die je van te voren geformuleerd hebt!”. Maar het is al te laat, mijn id heeft duidelijk de overhand. “De vreemdeling geeft je een doosje.” In dat doosje zit het antwoord op je vraag. De groene ogen kijken me weer stralend aan. Hij gaat op zijn knie en tovert ineens een klein doosje tevoorschijn. Formaat juweliersdoosje waar een ring in zit. O. Mijn. God. “Neem het doosje nu mee naar een stille plek en denk over het antwoord na.” Te laat! Hij heeft het doosje al geopend en bovendien lijkt het me een beetje onbeleefd om er nu met de ring vandoor te gaan. En over dat antwoord hoef ik al helemaal niet na te denken… dat is een volmondig ‘ja’. “Plaats de inhoud van het doosje nu ergens in je lichaam en absorbeer het met je hele lichaam...” Het lijkt me een beetje zonde om die ring door te slikken, dus ik besluit hem maar clichématig om mijn vinger te doen. Ik heb geen idee hoe ik die ring moet gaan absorberen, maar plotseling begint de ring te stralen alsof ik de zon net om m’n vinger heb gedaan. Het schijnt op elke molecuul in mijn lichaam en ik krijg het gevoel alsof ik ondertussen al zwaar radioactief geladen ben. Heerlijk. “... en keer weer terug naar de werkelijkheid en open je ogen.” Wát?! Die knalt ze er wel heel onsubtiel uit! Dit kan ze echt niet maken: ik heb de mysterieuze vreemdeling pas net ontmoet! Maar de werkelijkheid is onverbiddelijk en ik doe mijn ogen open. Om me heen zie ik iedereen met knipperende oogjes verdwaasd om zich heen kijken. Back to reality.
Diemensies’ POT
De Pot...
[SCHRIJVERIJ] Ann Christin Uphaus & Eke Poortinga [ETERIJ] Lony Emmen
...met Lony Emmen, directiesecretaresse van de opleiding Psychologie
Net als sneeuwpoppetjes staan wij voor Lony Emmens deur. In de kou lijkt het een flink stuk fietsen vanaf de faculteit waar Lony werkt als directiesecretaresse en secretaresse van de toelatingscommissie. Gelukkig zwaait al snel de deur open en verwelkomt Lony ons in haar flatje waar in de keuken een echte tajine, een Noord-Afrikaanse aardewerken stoofpot, met artisjokhart, aubergine en abrikoos geurig gaar staat te stoven. Onder het genot van een Chileens rood wijntje krijgen we het weer warm. In de woonkamer liggen stapels bladmuziek; een muziekstandaard en een keyboard getuigen van Lony’s passie: zingen. De muzikaliteit is haar met de paplepel ingegoten, want zelfs haar oma speelde al viool. Vanaf haar achtste zat ze samen met haar zus in het Groninger Kinderen Jeugdkoor. Van haar ouders mocht ze vroeger één instrument bespelen en daarnaast aan één soort sport doen. Tot haar 18e heeft ze op basketball gezeten, maar de pianolessen verliepen een stuk minder succesvol: “Blijkbaar was ik daarvoor motorisch te ongeschikt, want ik kreeg het niet voor elkaar dat mijn linker hand iets anders moest doen dan mijn rechter.” Dus is ze maar blijven zingen. Een paar jaar had ze gepauzeerd - totdat ze op een dag een mailtje kreeg van een kennis: “Jij bent toch secretaresse, dus je weet vast hoe ik notulen moet maken voor ons koor.” Lony reageerde: “Ik wil je best helpen - als jij me vertelt, wat voor koor dat is!”. Haar passie werd weer tot leven gewekt. Zelfs een auditie, een stemtest en een half jaar wachttijd konden haar niet weerhouden. Tien jaar lang zong Lony bij het betreffende popkoor, maar nu vindt ze meer uitdaging bij het Toonkunstkoor van Delfzijl
Lony’s Noord-Afrikaanse stoofschotel
Lony Emmen en het Nicolai Ensemble, een kamerkoor in Haren. Met dat laatste koor zingt ze samen met haar moeder weleens bij kerkdiensten, met kerstnacht in de Sint-Jozefkerk bijvoorbeeld. Als dochter van een predikant zal dat haar niet misstaan. Tot voor kort kende elke masterstudent Lony’s naam, want als je toelating wilde tot de masteropleiding Psychologie dan moest je die bij haar aanvragen. Sinds kort behandelt ze echter alleen nog de aanvragen van externe studenten. Wat een directiesecretaresse anders nog doet? Haar doel is opleidingsdirecteur Addie Johnson zoveel mogelijk te ontlasten en te ondersteunen. Of dat nou gaat om dossiers inhoudelijk compleet aanleveren of om hele praktische dingen, zoals tips over opbergmappen om papierrommel te ordenen, Lony zorgt ervoor. Je kunt haar zien als de verbinding tussen alle adviesraden en de opleidingsdirecteur. Ze notuleert bij vergaderingen en communiceert actiepunten terug naar degene die ze uit moet voeren. Alles wat in de commissies gebeurt komt zoveel mogelijk via haar terecht bij
De recepten
mevrouw Johnson. Of ze weleens spannende dingen meemaakt? “Nee hoor,” lacht ze, “maar toch is het niet saai, hoor. Voor Psychologie zat ik bij Bedrijfskunde, maar daar zijn studenten toch veel zakelijker.” (Lees; minder gezellig, hoera voor Psychologie!) Ook moet zij als notuliste wel eens op haar tong bijten, want ze wordt geacht haar mond te houden - hoe heftig de discussies ook zijn. Lony houdt van de variatie van haar werk en het idee dat ze bij kan dragen aan de ontwikkeling van een opleiding. “Je proeft echt wat er leeft.” Dat in tegenstelling tot haar baan die ze had voordat ze in ’99 bij de RuG kwam. Bij Pharma Bio Research gingen het winstbejag en de lange dagen haar toch tegenstaan. Nee, dan liever de universiteit. Ze zou hier altijd wel willen blijven werken. Dan heeft ze nog tijd om te zingen en lekker te koken. Nou, dat proeven we hoor, wat een heerlijke stoofschotel! Naar Duits recept, want Lony is net terug van een weekend in München waar ze Sinterklaas heeft gevierd met het gezin van haar zus. Lonys zus heeft blijkbaar een fantastisch kookboek in bezit - Es hat sehr gut geschmeckt!
Hoofdgerecht Tajine met aubergine en abrikozen (4 p.) Benodigdheden Bereidingswijze 2 aubergines (500 gr) Aubergines wassen, drogen en in de lengte halveren. In blokjes van 2 teentjes knoflook ongeveer 5 cm. snijden en in een schaal doen. Knoflook erboven 4 eetlepels sinaasappelsap uitpersen. In schaaltje sinaasappelsap, 2 eetl. olijfolie en munt en 6 eetlepels olijfolie kruiden tot een marinade mengen. Dit over de aubergines schenken zout/peper en 30 min. laten marineren. Abrikozen met heet water afspoelen en 1 theelepel gedroogde mintbl. 20 min. in 400 ml. water laten wellen. Artisjokharten laten uitlekken 1 theelepel gemalen komijn en mengen met de aubergines. (N.B. Later in het recept worden de 1 theelepel koriander aubergines en artisjokharten apart gebakken). Tomaten in heet water 1/2 theelepel kaneelpoeder 2 mespuntjes saffraandraadjes leggen en ontvellen. Uien schillen en in grof hakken. Aubergines en 100 gram gedroogde abrikozen artisjokken uit de marinade halen en met keukenpapier drogen. In de tajine de rest van de olijfolie verhitten en daarin de aubergines 2 blikken artisjokharten 350 gram rijpe tomaten 10 min. rondom bruin bakken. Artisjokken en uien toevoegen en 5 2 uien min. meebakken. De marinade, abrikozen en tomaten toevoegen. 2 gedroogde spaanse pepers Alles aan de kook brengen en met de verkruimelde spaanse pepers, (of gemalen spaanse pepers) saffraan, zout en peper kruiden. Alles op laag vuur gaar laten 1 blikje kikkererwten worden. Kikkererwten laten uitlekken en door de groenten mengen (uitlekgew. 240 gr.) en 5 min. verwarmen. Tot slot het gerecht bestrooien met peterselie. 2 eetlepels gehakte peterselie Dit gerecht is lekker met rijst.
Toetje
Ananas in folie met vanilleroomijs Benodigdheden Per persoon 1 schijf ananas rum bruine suiker Bereidingswijze Per persoon een vierkant stuk aluminiumfolie neerleggen. In het midden een schijf ananas leggen. Hierover lekker veel bruine suiker strooien en besprenkelen met rum. Het pakketje luchtig dichtvouwen en in een voorverwarmde oven op 200oC 8 tot 10 min. verwarmen. Aan tafel het pakketje openvouwen en 1 of 2 bolletjes vanilleijs toevoegen en uit het folie eten.
Februari 2009 19
Geschreven, gedrukt, gevouwen... Geniet!