Didactisch beleid opleiding maatschappijleer Docenten maatschappijleer 12-11-2008 Herzien: 12-12-2014 Inleiding In dit stuk staande principes, afspraken en concrete maatregelen die we als docenten maatschappijleer voor het vakspecifieke deel van de opleiding van toepassing achten, alsmede op de opleiding als geheel wensen toe te passen. Termen In dit stuk spreken we over: De Eindkwalificaties maatschappijleer: het totale bestand van eindtermen gebaseerd op de kennisbasis, dublindescriptoren, competenties, e.d. voor zover betrekking op het vak maatschappijleer. Curriculumschema: een systematisch overzicht van alle studieonderdelen van een lichting studenten, geeft concreet uitdrukking van Eindkwalificaties. (Sub)domeinen: te onderscheiden soorten cursussen en studieonderdelen in het curriculumschema. (Sub)domeinen betreffen elk onderliggende, samenhangende studieonderdelen. Bij maatschappijleer gaat het dan om (sub)domeinen als ‘vakinhoudelijke vorming’, ‘sociale wetenschappen’, ‘vakdidactiek’, etc. Maatschappijleer als thematisch vak: consequenties voor de opleiding Maatschappijleer is een thematisch vak. De benaderingswijzen, de sociaalwetenschappelijke studie (het formele object), bepalen de samenhang tussen de thema’s. De thema’s kunnen elk afzonderlijk door studenten (en leerlingen) bestudeerd worden. We kunnen deze thema’s daarom in willekeurige volgorde aan de orde stellen. Ook de sociaalwetenschappelijke onderdelen kunnen studenten betrekkelijk afzonderlijk bestuderen. Cursussen over sociale psychologie of politieke filosofie bijvoorbeeld, gaan elk over stof die relatief los van elkaar begrepen kan worden. Didactische onderdelen kennen gedurende de studiejaren wel meer opbouw. Om een indruk te geven: vakdidactiek begint in jaar 1 eenvoudig over maatschappijleer als vak en eindigt in jaar 4 met complexe werkvormen. De scriptie, als onderdeel van het afstuderen is logischerwijs aan het einde van de opleiding geplaatst. Buiten deze uitzonderingen zijn de meeste maatschappijleercursussen dus niet duidelijk aan een propedeutische fase of hoofdfase toe te bedelen. Elk onderdeel draagt een steen bij aan de complete database met eindkwalificaties. Wie dat afrondt, is competent. De accumulatie van kennis en vaardigheden, de progressie van de student, vinden plaats door uitbreiding van thematische en sociaalwetenschappelijke kennis en vaardigheden en het zien van samenhang daarin. Er zitten drie consequenties aan deze analyse. Vakinhouden maatschappijleer kennen veel minder een lineaire en concentrische opbouw dan bij andere opleidingen. Daar bouwen studieonderdelen voort op andere, waarbij voorkennis uit het ene studieonderdeel noodzakelijk is voor het volgende. Dit komt door het thematische karakter van maatschappijleer in de opleiding minder sterk voor.
De keuze voor de verdeling van studieonderdelen over de diverse fasen van de opleiding, is niet afhankelijk van genoemd lineair principe. We willen in de propedeuse een representatief overzicht van het vakinhoudelijke onderwijs geven en bepalen op grond daarvan wat de in de propedeuse aan de orde moet komen. De rest van de onderdelen kan naar de hoofdfase. Maar in zekere mate zijn propedeutische, hoofdfase- en afstudeerfase-onderdelen uitwisselbaar. Dit levert problemen op daar waar deze uitgangspunten botsen op die van het IVL of de HR die juist wel uitgaan van lineaire opbouw. Dit lossen in het vakspecifieke deel van de maatschappijleeropleiding op verschillende manieren op. Bij de planning van de studieonderdelen oormerken we of dat onderdeel bijdraagt aan kennis-, praktijk- of studentgestuurd onderwijs. Wanneer studieonderdelen verschuiven over de studiejaren, wat in deze leerlijn goed mogelijk is, dan passen we dit aan. Studentsturing en praktijksturing nemen daarnaast toe door de afstudeeronderdelen en de stages (dus een andere leerlijn). De didactische principes van het IVL krijgen gestalte in toenemende complexiteit van het vakdidactische onderwijs, dat ook onder de vakinhoudelijke leerlijn valt. Dit onderwijs is, anders dan de thema’s en sociale wetenschappen, zodanig didactisch ingericht dat het bij de verschillende leerfasen in de opleiding aansluit. De thematische aanpak, tot slot, leidt niet tot een willekeurig rijtje van studieonderdelen die willekeurig voorkomen. Het moge duidelijk zijn dat de benaderingswijzen steeds herkenbaar zijn en de samenhang tussen de cursussen aanbrengen. Dit wordt mede bevorderd door het Examenprogramma, zoals eerder uitgelegd. We weten dat studenten dit, naar verloop van tijd, ook herkennen.1 Didactische principes maatschappijleer In het Opleidingprofiel stellen we dat de opleiding een didactisch voorbeeld voor de studenten en het afnemend veld behoort te zijn. Dat uit zich in een aantal concrete didactische principes in de dagelijkse studieonderdelen van deze leerlijn: We volgen de didactische principes van practice what you preach ook, wel ‘de dubbele bodem’ of teach as you preach genoemd. Maatschappijleerdocenten tonen en ontwikkelen didactiek die studenten/docenten in de praktijk van het onderwijs zó kunnen gebruiken. Afwisseling en veelheid van werkvormen is uitgangspunt. De student moet met zoveel mogelijk verschillende werkvormen in aanraking komen om in zijn eigen praktijk te kunnen gebruiken. Elk cursus heeft zijn eigen specifieke werkvormen. Didactische werkvormen kennen over de gehele opleiding gezien een dermate afwisseling dat de student met een veelheid van voorbeelden te maken krijgt. Didactische werkvormen zijn ook binnen studieonderdelen afwisselend, ook hier om als voorbeeld te dienen. Werkvormen zijn gekozen vanuit een drietal principes die in volgorde van belangrijkheid gelden: -
-
In eerste instantie is de didactiek bedoeld om Eindkwalificaties maatschappijleer effectief over te dragen, d.w.z. dat studenten dit programma zo goed mogelijk en op zo’n lang mogelijke termijn te leren en te laten onthouden. Daarna geldt het principe van de efficiëntie. De didactiek neemt zo weinig mogelijk tijd en middelen in beslag.
1
Exitonderzoek studenten maatschappijleer.
-
Daarna geldt het principe van het plezier. De didactiek leidt tot werkvormen die voor studenten prettig zijn om doen.
Werkvormen zijn, waar mogelijk, evidence based, op zijn minst wijzen we op de wetenschappelijke (on)houdbaarheid van of kanttekeningen bij een didactiek. Om die reden wordt doelbewust geen expliciete keuze gemaakt voor één specifieke funderende didactische theorie als het sociaal-constructivisme, natuurlijk leren of andere theorie. Goed is wat werkt. Vakdidactisch onderwijs beperkt zich niet tot de vakdidactische onderdelen. Vooral de cursussen die direct op de vakinhoud betrekking hebben (het domein thema’s) geven ook aandacht aan de vakdidactiek die bij dat deze onderwerpen nuttig zijn. Excursiebeleid. Excursies bevorderen enerzijds de afwisseling in het curriculum en laten anderzijds sterke indrukken bij studenten achter. De praktijkervaring in deze excursies kan de student gebruiken in de lessen die hij zelf gaat geven. Of hij kan zelf met zijn leerlingen deze excursies doen, met hetzelfde effect. Excursies dienen we dan ook zoveel mogelijk te bevorderen. We eisen goed taalgebruik en vormgeving van materiaal. Studenten moeten dat toepassen en in sommige cursussen trainen we dat expliciet. Dit blijkt ook uit het beleid dat we recentelijk invoerden: tentamens en werkstukken moeten voldoen aan de Schrijfnorm maatschappijleer.2 Dit boekje geeft normen voor verzorgd en gestructureerd taalgebruik. We wijzen studenten op deze normen, zodat deze betrokken kunnen worden bij een inhoudelijke beoordeling van studentmateriaal. Metacognitieve vaardigheden. Daar waar mogelijk leren we in het maatschappijleercurriculum studenten ook metacognitieve vaardigheden. Studenten die vaardigheden bezitten als kunnen structureren, plannen, samenhang zien, hoofd-bijzaken onderscheiden, etc., helpen we bij het studeren (we ‘leren hen te leren’). We brengen deze principes ten uitvoering door de werkvormen in de curriculumschema’s en in cursusbeschrijvingen (via de website en database) helder te benoemen en te gebruiken. De docenten geven het goede voorbeeld door alle studieonderdelen te voorzien van een (standaard) cursusbeschrijving. Deze zijn op de website te vinden en altijd actueel. De didactische kennisbasis geldt als uitgangspunt voor de vakdidactische cursussen. Uiteraard leren we studenten in deze cursussen al het nodige om zelf een goede didactiek te kunnen uitvoeren. In het (sub)domein Thema’s (zie curriculumschema, is het de bedoeling dat ook aan de didactisering van deze thema’s aandacht wordt besteed. De opbouw van de studie kent, anders dan bij de overige domeinen, een meer lineair karakter bij de vakoverstijgende, vakdidactische onderdelen en het afstuderen. Studenten leren tijdens de vakdidactische onderdelen zelf toenemende complexiteit in hun lespraktijk toe te passen (mediagebruik, complexe werkvormen, toetsvormen). Didactische werkvormen in maatschappijleeropleiding zijn geregeld bedoeld om studenten zelf materiaal te laten ontwikkelen. Een voorbeeld hiervan is het maken van een politiek spel bij de cursus Politieke besluitvorming.
2
Schrijfnorm maatschappijleer, november 2008. Zie www.maatschappijleer.nl Beleid en regels.
Overzicht van werkvormen zoals thans ingevuld in cursusbeschrijvingen Modulen
Werkvormen
Toetsvormen
Sociologie
Instructie, presentaties
Schriftelijke toets (80%) en presentatie (20%)
Sociologische theorieën
Instructie, opdracht
Schriftelijke toets (80%) en opdracht (20%)
Politicologie
Hoorcolleges, krantbespreking, internetopdrachten
Schriftelijke toets met open vragen
Politieke stromingen
Hoorcolleges, debat, OLG, kijkopdrachten, bestuderen partijpro- Simulatie politiek debat (30%) en schriftelijk tentamen (70%) gramma’s, politiek assenstelsel
Culturele antropologie
Hoorcolleges, gastcollege (ov), OLG, kijkopdrachten, verwer- Thuistoets kingsopdrachten, onderzoeksvaardigheden oefenen, museumbezoek, opdrachten, audiovisueel materiaal
Politieke filosofie
Hoorcolleges, discussies
Schriftelijke en mondelinge toets over filosofisch werk
Sociale psychologie
Filmfragmenten, experimenten, colleges, vragen maken
Schriftelijke toets
Inleiding statistiek
Demonstraties, computeropdrachten, sommen bespreken
Schriftelijke toets met open vragen
Onderzoekspracticum
Hoorcolleges, demonstraties, audiovisueel materiaal, oefeningen, Schriftelijke toets over voorbeeldonderzoek experiment houden
Inleiding recht Criminaliteit en rechtsstaat
Instructie, opdrachten, rechtbankbezoek, analyse beeldmateriaal Schriftelijke toets (100%) (open vragen)
Multiculturele samenleving
Hoorcolleges, OLG, discussie, verwerkingsopdrachten, kijkop- Schriftelijke toets (70%) en presentaties 30%) drachten, presentaties, audiovisueel materiaal
Massamedia
Hoorcolleges. audiovisueel materiaal, krantenanalyse, opdrach- Schriftelijke toets. ten
Staatkunde
Gastcolleges, hoorcolleges, excursies, filmfragmenten
Politieke besluitvorming
Hoorcolleges, klassengesprekken, quiz, spel, bezoek gemeente- politiek spel maken raad
Arbeid en verzorgingsstaat
Hoorcollege, klassengesprek, video/kijkvragen, ‘speeddaten’, Simulatie (30%) en toets (70%) stellingencarrousel, simulatie, gastcollege
Wonen
Audiovisueel materiaal, hoorcolleges
Socialisatie
Hoorcolleges, gastcolleges, onderwijsleergesprek (OLG), verwer- Schriftelijke toets (100%) kingsopdrachten, kijkopdrachten, discussie, audiovisueel materiaal
Buitenlandse betrekkingen
Instructie, opdrachten, analyse beeldmateriaal, hoorcollege, Schriftelijke toets (100%) klassengesprek, video/kijkvragen, ‘leg de juiste bij elkaar’, VWOexamenvragen maken, internetopdracht
Zorgbeleid
Instructie, opdrachten, powerpointdemonstratie, bronnenonder- Opdracht, krant maken, minpresentaties zoek (op internet)
Afstuderen
Begeleiding schrijfproduct
Verdeelde wererld
Hoorcolleges, begeleiding projectdeel, begeleiding leesstof, pre- Essay sentatievaardigheden, lesgeefinstructie
Vakproject MEGA
Coaching/procesbegeleiding op basis van opdracht
Opdracht van externe opdrachtgever
Vakdidactiekmodulen jaar 1:
Hoorcolleges, OLG, verwerkingsopdrachten, discussie
Tentamens, presentaties, analysewerkstuk, deelname debat.
Schriftelijke toets
Schriftelijke en mondelinge toets
Scriptie, onderzoek
Vakdidactiek: lesgeven maatschap- Lesvoorbereidingen maken lessen uitvoeren, lessen systematisch Geven van lessen volgens format pijleer observeren en nabespreken, schoolmethoden bestuderen, toetsvragen maken, leerdoelen formuleren, vakconcept bewerken Vakdidactiek: MBO en toetsing (jaar Hoorcollege, internetopdracht, toetsvragen maken, elkaars werk Opdrachten 3) beoordelen, presentaties, vraag- en antwoord Vakdidactiek: werkvormen
Opdrachten maken, lesmateriaal maken, filmfragmenten bekijken Opdrachten en beoordelen, film maken korte instructies, gastcolleges