Diabetes type 2:
praktisch glycemiebeleid Dr. Frank NOBELS endocrinologie OLV Aalst Dr. Stefanie Vinken endocrinologie ASZ Aalst
100
Progressive decline of -cell function in UKPDS ? ?
-cell function (% )
80
? ? 60
?
40
20
0 10 9
8
7
6
5
4
3
2 1 Years
0
1
2
3
4
5
6
Adapted from UK Prospective Diabetes Study (UKPDS) Group. Diabetes 1995
HbA1c cohort, median values
HbA1c (%)
9
Conventional Insulin Chlorpropamide Glibenclamide Metformin
8
7
6 0
0
2
4 6 8 Years from randomisation
10
UKPDS Group. Lancet 1998;352:837–853.
Stapsgewijze behandeling van DM-2
+ + +
type 2 diabetes: glycemieregeling HbA1c: streefdoel betrouwbaarheid orale antidiabetica incretine mimetica (insuline)
beslisboom
diabetes: meer dan suiker
% Incidence per 1000 patient years
Type 2 diabetes
United Kingdom Prospective Diabetes Study (UKPDS)
60 50 40 30 20
Myocardial infarction
x2
Microvascular disease
x 10
10 0 <6
6-<7
7-<8
8-<9
9-<10
10+
Updated HbA1c (%) UKPDS 35. BMJ 2000; 321: 405-412.
gevorderde diabetes ? pat.
DM dur. (y)
2° prev. (%)
Baseline A1c (%)
FU (y)
A1c effect (%)
Mvasc (RR)
mort. (RR)
ACCORD
10251
10
35
8.1
3.5
6.4 7.5
0.90 (0.78-1.04)
1.22 (1.01-1.46)
ADVANCE
11140
8
32
7.2
5
6.3 7.0
0.94 (0.84-1.06)
0.93 (0.83-1.06)
VADT
1791
11.5
40
9.4
6
6.9 8.5
0.88 (0.83-1.06)
1.07 (0.81-1.42)
olv
ACCORD. N Engl J Med 2008;358:2545–2559 ADVANCE. N Engl J Med 2008;358:2560–2572 VADT. N Engl J Med 2009;360:129-39
Start op tijd !
HbA1c streefdoel veiligheid belangrijk !
beginnende diabetes: - medicatie met laag hypo risico: < 6% - medicatie met hoger hypo risico: < 7% gevorderde diabetes:
< 7 à 7.5%
ADA Standards of Care. Diabetes Care 2011;43:S11-S61
type 2 diabetes: glycemieregeling HbA1c: streefdoel betrouwbaarheid orale antidiabetica incretine mimetica (insuline)
beslisboom
betrouwbaarheid van HbA1c Fe, B12, FZ, epo deficientie
splenectomie
HbA1c vals
hemolyse cirrhose dialyse
HbA1c vals
Hb-pathie R/ anaemie bloedgever
olv
bloedtransfusie
Gallagher et al. J Diab 2009;1:9-17
ADAG study (A1c-derived average glucose) 507 DM1, DM2, non-DM: continuus BG monitoring system
AG = average glucose during the preceding 3 months AGmg/dl 28.7 x A1C - 46.7. R2 = 0.84, p < 0.0001
olv
Nathan et al. Diabetes Care 2008; 31:1473–1478
type 2 diabetes: glycemieregeling HbA1c: streefdoel betrouwbaarheid orale antidiabetica incretine mimetica (insuline)
beslisboom
OAD: keuze evidence based praktische haalbaarheid kostprijs
glucose onafh. secretie : - sulfonylurea
secretagogen
insuline glucose
sensitizers
sensitisering : - biguaniden
secretagogen
insuline
glucose onafh. secretie : - sulfonylurea - gliniden glucose afh. secretie : - DPP-4 inhibitoren - GLP-1 analogen
glucose
sensitizers
sensitisering : - biguaniden - glitazones
klasse
generische naam
producten
biguaniden
metformine
Glucophage®, Metformax®, Metformine®
gliniden
repaglinide
NovoNorm®
sulphonylurea
gliclazide
Diamicron®, Gliclazide®
glipizide
Glibenese®, Minidiab®
gliquidone
Glurenorm®
glibenclamide
Bevoren®, Daonil®, Euglucon®
gliclazide L.A.
Uni-diamicron®
glimepiride
Amarylle®
glucosidase remmers
acarbose
Glucobay®
glitazones
pioglitazone
Actos®
rosiglitazone
Avandia®
sitagliptine
Januvia®
vildagliptine
Galvus®
saxagliptine
Onglyza®
DPP-4 inhibitoren
kostprijs voor equipotente dosissen kost aan maatschappij : € / maand metformine 2 x 850 mg/d :
4.1
gliclazide 3 x 80 mg/d :
13.5
pioglitazone 1 x 30 mg :
64.0
sitagliptine 1 x 100 mg/d :
45.0
exenatide 2 x 5 of 10 µg/d : liraglutide 1 x 1,2 mg/d :
106
Insulatard 40 E/d :
30.1
klasse
generische naam
producten
biguaniden
metformine
Glucophage®, Metformax®, Metformine®
gliniden
repaglinide
NovoNorm®
sulphonylurea
gliclazide
Diamicron®, Gliclazide®
glipizide
Glibenese®, Minidiab®
gliquidone
Glurenorm®
glibenclamide
Bevoren®, Daonil®, Euglucon®
gliclazide L.A.
Uni-diamicron®
glimepiride
Amarylle®
glucosidase remmers
acarbose
Glucobay®
glitazones
pioglitazone
Actos®
rosiglitazone
Avandia®
sitagliptine
Januvia®
vildagliptine
Galvus®
saxagliptine
Onglyza®
DPP-4 inhibitoren
secretagogen
insuline
glucose onafh. secretie : - sulfonylurea - gliniden glucose afh. secretie : - DPP-4 inhibitoren - GLP-1 analogen
glucose
sensitizers
sensitisering : - biguaniden - glitazones
metformine 1ste keuze, want
goedkoop geen hypo’s geen gewichtstoename
reduceert microvasculaire complicaties (UKPDS) reduceert macrovasculaire complicaties bij obese patiënten (UKPDS) overbelast de -cel minder
metformine 1 op 20 verdraagt het niet
veel contraïndicaties - nierinsufficiëntie (MDRD < 30 ml/min)
- zeer ernstige hartdecompensatie (rec. longoedeem) - zeer ernstige COPD
- zeer ernstig leverlijden
metformine en nierinsufficiëntie Oppassen voor lactaatacidose ! zeer zeldzaam (3/100.000 patientenjaren), maar 30-50 % gevaar beperkt mits volgende regels worden gevolgd: – niet bij ernstige nierinsufficiëntie (MDRD ≤ 30) – voorzichtig bij verminderde nierfunctie: ° dosis aanpassen ° nierfunctie volgen ° oppassen in acute situaties
– stop tijdelijk in alle acute situaties
MDRD (ml/min)
maximale dosis (mg/d)
> 90
3x 850
60-90
2x850
30-60
2x500
< 30
niet
– stop tijdelijk vanaf 24 u voor iv-contrast en voor heelkunde Nathan D et al. Diabetes Care 2009;32:193–203 Shaw J et al.Diabet Med 2007;24:1160–1163 Herrington W, Levy J. Int Urol Nephrol 2008;40:411–417
metformine : hoe opstarten? meteen bij diagnose geven ? mag wat moet je weten voor je start ? nier-, leverfunctie hoe bepalen wanneer te geven ? geen dagkurve nodig na maaltijd hoe dosis opdrijven : wat opvolgen ? zachtjes aan, tolerantie opvolgen
metformine : werkt bijna 2x zo lang als vroeg gestart
Brown et al. Diabetes Care 2010;33:501-6
metformine : werkt bijna 2x zo lang als vroeg gestart
Brown et al. Diabetes Care 2010;33:501-6
klasse
generische naam
producten
biguaniden
metformine
Glucophage®, Metformax®, Metformine®
gliniden
repaglinide
NovoNorm®
sulphonylurea
gliclazide
Diamicron®, Gliclazide®
glipizide
Glibenese®, Minidiab®
gliquidone
Glurenorm®
glibenclamide
Bevoren®, Daonil®, Euglucon®
gliclazide L.A.
Uni-diamicron®
glimepiride
Amarylle®
glucosidase remmers
acarbose
Glucobay®
glitazones
pioglitazone
Actos®
rosiglitazone
Avandia®
sitagliptine
Januvia®
vildagliptine
Galvus®
saxagliptine
Onglyza®
DPP-4 inhibitoren
secretagogen
insuline
glucose onafh. secretie : - sulfonylurea - gliniden glucose afh. secretie : - DPP-4 inhibitoren - GLP-1 analogen
glucose
sensitizers
sensitisering : - biguaniden - glitazones
sulfonylurea 2de keuze, want
goedkoop geen hypo’s geen gewichtstoename
reduceert microvasculaire complicaties (UKPDS) reduceert macrovasculaire complicaties bij obese patiënten (UKPDS) overbelast -cel minder
HbA1c Over Time Rosiglitazone vs Metformin 0.13 (0.22 to 0.05), P=0.002 Rosiglitazone vs Glyburide 0.42 (0.50 to 0.33), P<0.001
8.0
7.5
Glyburide Metformin
%
Rosiglitazone
7.0
6.5
pas op voor hypo’s 6.0 0 0
1
2
3
Time (years)
4
5
Weight Over Time Rosiglitazone vs Metformin 6.9 (6.3 to 7.4), P<0.001 Rosiglitazone vs Glyburide 2.5 (2.0 to 3.1), P<0.001
100 98
Rosiglitazone
96
kg
94 Glyburide
92 90 Metformin
88 86 0 0
1
2
3
Time (years)
4
5
sulfonylurea, gliniden : hoe opstarten? welk product kiezen ? afh. van werkingsduur meteen bij diagnose geven ? wat moet je weten ? dagkurve nodig ? hoe dosis opdrijven : wat opvolgen ?
klasse
generische naam
producten
biguaniden
metformine
Glucophage®, Metformax®, Metformine®
gliniden
repaglinide
NovoNorm®
sulphonylurea
gliclazide
Diamicron®, Gliclazide®
glipizide
Glibenese®, Minidiab®
gliquidone
Glurenorm®
glibenclamide
Bevoren®, Daonil®, Euglucon®
gliclazide L.A.
Uni-diamicron®
glimepiride
Amarylle®
glucosidase remmers
acarbose
Glucobay®
glitazones
pioglitazone
Actos®
rosiglitazone
Avandia®
sitagliptine
Januvia®
vildagliptine
Galvus®
saxagliptine
Onglyza®
DPP-4 inhibitoren
sulfonylurea, gliniden : hoe opstarten? welk product kiezen ? afh. van werkingsduur meteen bij diagnose geven ? neen wat moet je weten voor je start ? nier-, leverfunctie hoe bepalen wanneer te geven ? dagkurve: start voor maaltijd die meeste glykemieverhoging geeft hoe dosis opdrijven : wat opvolgen ? zachtjes aan, dagkurves opvolgen
klasse
generische naam
producten
biguaniden
metformine
Glucophage®, Metformax®, Metformine®
gliniden
repaglinide
NovoNorm®
sulphonylurea
gliclazide
Diamicron®, Gliclazide®
glipizide
Glibenese®, Minidiab®
gliquidone
Glurenorm®
glibenclamide
Bevoren®, Daonil®, Euglucon®
gliclazide L.A.
Uni-diamicron®
glimepiride
Amarylle®
glucosidase remmers
acarbose
Glucobay®
glitazones
pioglitazone
Actos®
rosiglitazone
Avandia®
sitagliptine
Januvia®
vildagliptine
Galvus®
saxagliptine
Onglyza®
DPP-4 inhibitoren
secretagogen
insuline
glucose onafh. secretie : - sulfonylurea - gliniden glucose afh. secretie : - DPP-4 inhibitoren - GLP-1 analogen
glucose
sensitizers
sensitisering : - biguaniden - glitazones
HbA1c Over Time Rosiglitazone vs Metformin 0.13 (0.22 to 0.05), P=0.002 Rosiglitazone vs Glyburide 0.42 (0.50 to 0.33), P<0.001
8.0
7.5
Glyburide Metformin
%
Rosiglitazone
7.0
6.5
6.0 0 0
1
2
3
Time (years)
4
5
Weight Over Time Rosiglitazone vs Metformin 6.9 (6.3 to 7.4), P<0.001 Rosiglitazone vs Glyburide 2.5 (2.0 to 3.1), P<0.001
100 98
Rosiglitazone
96
kg
94 Glyburide
92 90 Metformin
88 86 0 0
1
2
3
Time (years)
4
5
MF of SU + rosiglitazone MF + SU
RECORD trial. Home P, et al. 2009; DOI:10.1016/S0140-6736(09)60953-3
pioglitazone placebo (bovenop MF en/of SU) MACE : death, MI, stroke.
PROactive trial. Dormandy et al. Lancet 2005; 366: 1279–89
veiligheid rosi- pioglitazone Medicare database: 227 571 DM2 pat. > 65 j
Graham et al. JAMA 2010; doi:10.1001/jama.2010.920
glitazones neveneffecten : - gewichtstoename - vochtretentie hartdecompensatie (niet samen gebruiken met insuline) - cardiovasculair risico (rosiglitazone) - meer fracturen bij vrouwen
glitazones : hoe opstarten? welk product kiezen ? Actos® meteen bij diagnose geven ? neen, enkel terugbetaald als 2de OAD wat moet je weten voor je start ? hartdecompensatie uitsluiten hoe bepalen wanneer te geven ? 1x/d, om het even wanneer wat opvolgen ? gewicht, oedemen dagkurve als combinatie met SU of glinide
klasse
generische naam
producten
biguaniden
metformine
Glucophage®, Metformax®, Metformine®
gliniden
repaglinide
NovoNorm®
sulphonylurea
gliclazide
Diamicron®, Gliclazide®
glipizide
Glibenese®, Minidiab®
gliquidone
Glurenorm®
glibenclamide
Bevoren®, Daonil®, Euglucon®
gliclazide L.A.
Uni-diamicron®
glimepiride
Amarylle®
glucosidase remmers
acarbose
Glucobay®
glitazones
pioglitazone
Actos®
rosiglitazone
Avandia®
sitagliptine
Januvia®
vildagliptine
Galvus®
saxagliptine
Onglyza®
DPP-4 inhibitoren
secretagogen
insuline
glucose onafh. secretie : - sulfonylurea - gliniden glucose afh. secretie : - DPP-4 inhibitoren - GLP-1 analogen
glucose
sensitizers
sensitisering : - biguaniden - glitazones
GLP-1: glucagon-like peptide-1
GIP: glucose dependent insulinotropic polypeptide Upon ingestion of food…
• Stimulates glucose-dependent insulin secretion • Suppresses glucagon secretion
• Slows gastric emptying GLP-1 is secreted from the L-cells in the intestine
• Reduces food intake
Long term effects demonstrated in animals… This in turn…
Drucker DJ. Curr Pharm Des 2001; 7:1399-1412 Drucker DJ. Mol Endocrinol 2003; 17:161-171
• Increases beta-cell mass and maintains beta-cell efficiency
medicatie op basis van dit concept : effectief weinig of geen hypoglycemie geen gewichtstoename, misschien afname gunstig voor -celfunctie
combineerbaar met andere diabetesmedicatie
metabolisme van GLP-1 Meal
GLP-1 T ½ = 1-2 min.
Intestinal GLP-1 release Active GLP-1
DPP-4 DPP-4 inhibitor
GLP-1 = glucagon-like peptide–1; DPP-4= dipeptidyl-peptidase–4 Adapted from Rothenberg P, et al. Diabetes. 2000;49(suppl 1):A39.
GLP-1 inactive
metabolisme van GLP-1 Meal GLP-1 analoog
Intestinal GLP-1 release
Byetta, Victoza: spuiten
Active GLP-1
DPP-4
Januvia, Galvus, Onglyza: pillen
DPP-4 inhibitor
GLP-1 = glucagon-like peptide–1; DPP-4= dipeptidyl-peptidase–4 Adapted from Rothenberg P, et al. Diabetes. 2000;49(suppl 1):A39.
GLP-1 inactive
DPP-4 inhibitoren (gliptines) + metformine - sitagliptine : (MSD)
Januvia® Janumet®
- vildagliptine : (Novartis)
Galvus®
- saxagliptine : (Astrazeneca)
Onglyza®
Eucreas®
sitagliptin vs Sulfonylurea: 52-week Add-on to Metformin HbA1c 7.8 7.6
LS mean change from baseline (for both groups): –0.67%
HbA1c (% ± SE)
7.4 7.2 7.0 6.8 6.6
Achieved primary hypothesis of noninferiority to glipizide
6.4 6.2
Glipizidea + metformin (n=411)
6.0
Sitagliptinb + metformin (n=382)
5.8 0
6
12
18
24
30
Weeks glipizide; bSitagliptin (100 mg/day) with metformin (≥1500 mg/day); Per-protocol population; LS = least squares Adapted from Nauck et al. Diabetes Obes Metab. 2007;9:194–205.
aSpecifically
38
46
52
sitagliptin vs Sulfonylurea: 52-week Add-on to Metformin weigth hypoglycemia 50 3
Glipizide + metformin (n=416) Sitagliptin 100 mg/day + metformin (n=389)
40 Incidence (%)
Body weight (kg ± SE)
2 1 0
32% P<0.001
30
20
-1
10
-2 -3
5%
0 0
12
24 Weeks
38
52
Week 52 Glipizide + metformin (n=584) Sitagliptin 100 mg/day + metformin (n=588)
aSpecifically
glipizide; bAll-patients-as-treated population. LS = least squares; LSM between-group difference at week 52 (95% CI): in body weight = –2.5 kg [–3.1, –2.0] (P<0.001); LSM change from baseline at week 52: glipizide: +1.1 kg; sitagliptin: –1.5 kg (P<0.001) Adapted from Nauck et al. Diabetes Obes Metab. 2007;9:194–205.
sitagliptine: veiligheid gepoolde analyse van 19 RCT’s 10.246 pat (5429 op sitagliptine) FU 1805 1j , 584 2j
Williams-Herman et al. BMC Endocrine Disorders 2010, 10:7
gliptines: selectiviteit voor DPP-4
Deacon. Diab Ob Metab 2011;13:7-18
sitagliptine: veiligheid gepoolde analyse van 19 RCT’s 10.246 pat (5429 op sitagliptine) FU 1805 1j , 584 2j
Engel S et al. Int J Clin Pract 2010;64:984–990
DPP-4 inhibitoren (gliptines) pro goede glycemiedaling weinig hypo’s gebruiksgemak + + geen gewichtstoename vertraagt uitblussen van beta-cel zeer weinig neveneffecten contra (voorlopig) niet bij verminderde nierfunctie (MDRD < 50) kostprijs nog geen studies met harde eindpunten nog geen lange termijn gegevens over veiligheid
gliptines : hoe opstarten? welk product kiezen ? om het even meteen bij diagnose geven ? neen, enkel terugbetaald als 2de OAD wat moet je weten voor je start ? nierfunctie (MDRD moet ≥ 50 ml/min) hoe bepalen wanneer te geven ? Januvia en Onglyza 1x/d, Galvus 2x/d geen dagkurve nodig als combinatie met metformine wat opvolgen ? HbA1c
terugbetaling gliptines MF 7%
4m
< 9% 12 m
type 2 diabetes: glycemieregeling HbA1c: streefdoel betrouwbaarheid orale antidiabetica incretine mimetica (insuline)
beslisboom
metabolisme van GLP-1 Meal GLP-1 analoog
Intestinal GLP-1 release
Byetta, Victoza: spuiten
Active GLP-1
DPP-4
Januvia, Galvus, Onglyza: pillen
DPP-4 inhibitor
GLP-1 = glucagon-like peptide–1; DPP-4= dipeptidyl-peptidase–4 Adapted from Rothenberg P, et al. Diabetes. 2000;49(suppl 1):A39.
GLP-1 inactive
antistoffen
incretine mimetica : spiegels
piek GLP-1 of analoog (pg/ml) gliptine : 50 + metformine : 75 à 100 incretine mimeticum: 300
Cmax. 60 pmol/l Tmax. 2u duur 6u
Blase et al. J Clin Pharmacol 2005;45:570-577.
exenatide : effect van maagbandje
Combination with metformin : Adverse Events Placebo (N = 113)
Exenatide (5) (N = 110)
Exenatide (10) (N = 113)
Nausea
23%
36%
45%
Diarrhea Upper Respiratory Tract Infection Vomiting Nasopharyngitis Hypoglycemia
8% 11%
12% 14%
16% 10%
4% 10% 5%
11% 9% 5%
12% 4% 5%
De Fronzo et al. Diabetes Care 05;28:1092-1100
Combination with metformin : Adverse Events
De Fronzo et al. Diabetes Care 05;28:1092-1100
exenatide (Byetta®) : 3 j resultaten 217 patiënten open verlenging na gerandomiseerde studies max. dosis metformine en/of sulfonylurea + 10 µg Byetta® 2 x /d
Klonoff et al. CurrMedResOp 08;24:275-86
exenatide (Byetta®) : 3 j resultaten
Klonoff et al. CurrMedResOp 08;24:275-86
exenatide (Byetta®) glargine (Lantus®) HbA1c bij start 8,2 ± 1,0 %
nachtelijke hypo (n/pat/j): exenatide 0.9 versus glargine 2.4 Heine RJ, et al. Ann Intern Med. 2005;143:559-569.
ZTD DC
> 7.5%
< 7% of -1
incretine mimetica trage insuline gewicht
gewicht
kans op hypo: klein
kans op hypo: groter
beperkte zelfcontrole
iets meer zelfcontrole
niet op voortbouwen
op voortbouwen
beperkte ervaring
jarenlange ervaring
prijs + + +
prijs +
Byetta®- Victoza® : praktisch patiënt op metformine en sulfonylureum met HbA1c 7.5-10,0 % contraïndicaties:
- nierfunctie: MDRD 30-50: lage dosis mag MDRD < 30: niet gebruiken - gastroparese
Byetta: 2 x 5 µg /d ged. 1 maand, nadien 2 x 10 Victoza: 1 x 0,6 mg /d ged. 1 wk, nadien 1 x 1,2 educatie: - 6u tussen 2 injecties - vermijden nausea: ½ eten, trager eten - vermijden hypo: sulfonylureum halveren
Verwachte HbA1c daling (mono-therapie) levensstijl metformine sulfonylurea gliniden glitazones gliptines incretine mimetica insuline
1.0-2.0% 1.0-2.0% 1.0-2.0% 0.5-1.5% 0.5-1.4% 0.5-0.8% 0.5-1% 1.5-3.5%
type 2 diabetes: glycemieregeling HbA1c: streefdoel betrouwbaarheid orale antidiabetica: incretine mimetica (insuline)
beslisboom
Behandelingsstappen Stap 1
Stap 2
Stap 3
mogelijke tussenstap:
Metformine OK
Metformine niet OK
levensstijl + metformine
levensstijl
metformine + gliptine
mogelijke tussenstap:
metformine + sulfonylureum (of glinide)
sulfonylureum (of glinide)
OAD + incretine mimeticum
OAD + insuline
OAD + incretine mimeticum
OAD + insuline
OAD = orale antidiabetica