Diabetes type 2 Bij diabetes type 2 maakt de alvleesklier minder insuline aan en is het lichaam minder gevoelig voor insuline. We weten dat overgewicht, weinig lichaamsbeweging en erfelijkheid een rol spelen in het ontstaan van diabetes type 2. Maar wat er nou precies misgaat bij diabetes type 2 is nog niet duidelijk. Veel onderzoekers zetten zich in om daar een antwoord op te vinden. Ook weten we nog onvoldoende op welke manier erfelijkheid het ontstaan van diabetes type 2 beïnvloedt. Meer bewegen en gezonder eten halveert de kans op diabetes type 2. Door trainingsprogramma's te ontwikkelen proberen onderzoekers de kans dat mensen diabetes type 2 krijgen te verminderen. Verder worden nieuwe medicijnen om diabetes type 2 te behandelen ontwikkeld en getest. Diabetes en zenuwen en hersenen Beschadiging van de zenuwen komt regelmatig voor bij diabetes. Dat wordt 'diabetische neuropathie' genoemd. Deze zenuwschade leidt tot pijn of juist een verminderde gevoeligheid in bijvoorbeeld handen, benen of voeten. Maar zenuwschade kan ook gevolgen hebben voor de spijsvertering of de geslachtsorganen. Onderzoekers zoeken manieren om schade aan de zenuwen terug te draaien of te voorkomen. Met medicijnen lukt dat helaas nog niet zo goed. Onderzoekers zetten zich in om tot betere oplossingen te komen. Langdurig hoge bloedsuikerspiegels tasten het denkvermogen van de hersenen aan. Twee dingen tegelijk doen of iets nieuws leren wordt daardoor moeilijker. Onderzoekers zoeken uit hoe dat precies komt en wat er aan gedaan kan worden. Diabetes en voeten Een ander woord voor de voetproblemen bij mensen met diabetes is diabetische voet. Een diabetische voet ontstaat vaak door een combinatie van schade aan de bloedvaten en zenuwen. Dat kan leiden tot problemen met lopen, ernstige infecties, en zelfs amputaties. Onderzoekers bekijken het samenspel tussen de bloedvaten en zenuwen om meer inzicht te krijgen in hoe een diabetische voet ontstaat. Dat biedt mogelijkheden om een diabetische voet beter te behandelen. Na verwondingen is diabetes de grootste oorzaak van been- of voetamputaties. Onderzoekers zoeken manieren om dat zo veel mogelijk terug te dringen. Bijvoorbeeld door manieren te bedenken om voetproblemen vroegtijdig op te sporen. Of door nieuwe medicijnen te ontwikkelen en te testen.
1
Diabetes en nieren Door diabetes raken de nieren beschadigd waardoor ze minder goed werken. Onderzoekers noemen dat 'diabetische nefropathie'. De filters in de nieren gaan lekken en uiteindelijk ontstaat littekenweefsel (bindweefsel) in de nieren. Hierdoor kunnen afvalstoffen toch in het lichaam blijven terwijl ze anders via de urine het lichaam zouden verlaten. Het is niet helemaal bekend wat er precies gebeurt bij de beschadiging van de nieren bij diabetes. Onderzoekers proberen daar achter te komen. Met die kennis kunnen we gaan kijken naar manieren om nierproblemen bij diabetes beter te behandelen en hopelijk zelfs te voorkomen.
2
Bijwerkingen bloedsuikerverlagende tabletten niet goed voor behandeling en kwaliteit... Page 1 of 1
Bijwerkingen bloedsuikerverlagende tabletten niet goed voor behandeling en kwaliteit van leven Veel gebruikers van bloedsuikerverlagende tabletten ervaren vervelende bijwerkingen. Dit vergroot onder andere de kans dat gebruikers zich niet goed aan de instructies in de bijsluiter houden. Dat concluderen Amerikaanse onderzoekers.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? Bloedsuikerverlagende tabletten zorgen vaak voor vervelende bijwerkingen, zoals gewichtstoename, te lage bloedsuikerspiegel ('hypo'), vochtophoping, verstopping en diarree. Veel mensen met diabetes type 2 willen daardoor overstappen op andere medicijnen, of gaan minder zorgvuldig om met de instructies over hoe ze de tabletten in moeten nemen. Bijwerkingen van een nieuw medicijn worden altijd heel nauwkeurig bijgehouden in de testfase voordat het medicijn op de markt komt. Het is dan helaas niet altijd helemaal duidelijk wat het effect van die bijwerkingen zal zijn op het dagelijks leven van de gebruikers. De onderzoekers hebben nu bekeken hoe vaak gebruikers van bloedsuikerverlagende tabletten bijwerkingen ervaren. Daarnaast bekeken ze wat het effect daarvan is op de tevredenheid en kwaliteit van leven van de gebruikers, en hoe goed zij zich aan de instructies in de bijsluiter houden.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? Aan het onderzoek deden 2.074 mensen met diabetes type 2 mee. Zij gebruikten allemaal bloedsuikerverlagende tabletten. Met een vragenlijst op internet gaven zij informatie over hun medicijngebruik, de bijwerkingen die ze daarvan ervaren, hun tevredenheid over de behandeling, de kwaliteit van leven, en hoe goed ze zich aan de instructies in de bijsluiter houden.
Wat zijn de resultaten? De meerderheid van de deelnemers (71,7%) had in de afgelopen twee weken last van bijwerkingen. Ruim de helft (57,2%) had last van hypo's. Andere veelvoorkomende bijwerkingen waren verstopping of diarree (28,0%), hoofdpijn (25,6%), gewichtstoename (22,9%) en vocht vasthouden (21,0%). Last hebben van bijwerkingen vergrootte de kans dat de deelnemers zich niet goed aan de instructies in de bijsluiter hielden. Die kans vergrootte met 28% voor elke extra bijwerking. De bijwerkingen verminderden ook de tevredenheid over de behandeling bij de deelnemers. Ook de kwaliteit van leven van de deelnemers werd negatief beïnvloed door de bijwerkingen. Vooral verstopping of diarree, hypo's, vocht vasthouden en schommelingen in lichaamsgewicht zorgden bij veel deelnemers voor narigheid.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Veel gebruikers van bloedsuikerverlagende tabletten ervaren vervelende bijwerkingen. Dit vergroot de kans dat gebruikers zich niet goed aan de instructies in de bijsluiter houden. Bijwerkingen verminderen ook de tevredenheid over de behandeling en de kwaliteit van leven van gebruikers. Dat kan de uitkomst van de behandeling negatief beïnvloeden. Deze resultaten komen overeen met eerder gedaan onderzoek. Het feit dat in dit onderzoek een vragenlijst op internet is gebruikt maakt het wel lastig om te bepalen of de resultaten algemeen gelden. De kans bestaat daarom dat de werkelijkheid minder erg is dan het in dit onderzoek lijkt.
Bron M.F. Pollack en collega's, Patient-reported tolerability issues with oral antidiabetic agents: Associations with adherence; treatment satisfaction and health-related quality of life Diabetes Research and Clinical Practice (2009) 87 (2): 204-210 DOI: 10.1016/j.diabres.2009.11.023 • Voeg deze pagina toe aan
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/bijwerkingen-bloed... 30-8-2010
Diabetes type 2 zorgt voor extra beginnende aderverkalking bij mensen met hartproble... Page 1 of 1
Diabetes type 2 zorgt voor extra beginnende aderverkalking bij mensen met hartproblemen Diabetes type 2 maakt beginnende slagaderverkalking bij mensen met hartproblemen nog erger. Dat concluderen Amerikaanse onderzoekers.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? Veel mensen met diabetes type 2 krijgen na jarenlange diabetes problemen met hart en bloedvaten. Die problemen beginnen meestal met het dichtslibben van de slagaders ('aderverkalking'). Aderverkalking komt ook vaak voor bij mensen met problemen met de kransslagaders. De kransslagaders voorzien het hart van bloed. De onderzoekers wilden nu weten in hoeverre diabetes type 2 bijdraagt aan beginnende aderverkalking bij mensen met dit soort hartproblemen.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? Onderzoekers kunnen aderverkalking al in een vroeg stadium indirect meten door een echo te maken van een slagader in de elleboogholte. De onderzoekers deden dat bij 103 mensen. Zij werden verdeeld in twee groepen. De ene groep bestond uit 51 mensen met alleen hartproblemen, en de andere groep bestond uit 52 mensen met hartproblemen en diabetes type 2. Aan het eind van het onderzoek vergeleken de onderzoekers beide groepen met elkaar.
Wat zijn de resultaten? De deelnemers met hartproblemen en diabetes type 2 hadden gemiddeld meer beginnende aderverkalking dan de deelnemers met alleen hartproblemen. Dingen als geslacht, roken en bloeddruk hadden geen invloed op dit verschil.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Diabetes type 2 maakt beginnende aderverkalking bij mensen met hartproblemen nog erger. Volgens de onderzoekers zou dit deels kunnen verklaren waarom de vooruitzichten voor mensen met hartproblemen en diabetes type 2 slechter zijn dan voor mensen met alleen hartproblemen. De invloed van diabetes type 2 op beginnende aderverkalking is verder maar twee keer eerder onderzocht bij mensen met hartproblemen. De resultaten van het ene onderzoek komen overeen met die van dit onderzoek. Uit het andere onderzoek bleek niet dat diabetes type 2 beginnende aderverkalking kan verergeren bij mensen met hartproblemen. Het is onduidelijk waarom dit zo is. Misschien komt het doordat de mensen die in dat onderzoek zijn onderzocht een andere afkomst hebben. De onderzoekers weten niet waarom diabetes type 2 tot extra beginnende aderverkalking leidt. Ze denken dat het misschien komt doordat diabetes type 2 zorgt voor een hogere bloedsuikerspiegel, minder 'goed' cholesterol en meer vetstoffen in het bloed, en hogere bloeddruk. Mogelijk speelt een verhoogde hoeveelheid van de ontstekingsstof 'C-reactief proteïne' bij mensen met diabetes type 2 hier ook een rol in. Meer onderzoek moet uitwijzen hoe dit precies zit.
Bron G. Reyes-Soffer en collega's, Endothelial function in individuals with coronary artery disease with and without type 2 diabetes mellitus Metabolism Clinical and Experimental (2010) online DOI: 10.1016/j.metabol.2009.12.023 • Voeg deze pagina toe aan • H • G
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/diabetes-type-2-zor...
30-8-2010
Gebruik statines leidt tot iets verhoogde kans op diabetes type 2 - LeesbaarOnderzoek.nl Page 1 of 1
Gebruik statines leidt tot iets verhoogde kans op diabetes type 2 Gebruik van statines leidt tot een iets verhoogde kans op diabetes type 2, vooral bij ouderen. Toch zijn de voordelen van statines een stuk groter dan de nadelen. Dat concluderen onderzoekers uit verschillende landen wereldwijd, waaronder Nederland. Zij hebben voor dit onderzoek een aantal eerdere grootschalige studies onder de loep genomen.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? Statines zijn cholesterolverlagende medicijnen. De laatste jaren is het onduidelijk of statines de kans op diabetes type 2 verhogen. In sommige studies lijken statines inderdaad die kans te verhogen, terwijl andere studies geen verhoogde kans lieten zien. Daarom hebben de onderzoekers de resultaten van 13 grootschalige studies naar statines onder de loep genomen.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? Aan de studies deden ruim 91 duizend mensen mee. In elke studie werden de mensen in twee groepen gedeeld: de ene groep kreeg statines en de andere kreeg een nepmedicijn ('placebo') of het standaardmedicijn. De onderzoekers hebben nu met de resultaten van deze studies nieuwe berekeningen gedaan.
Wat zijn de resultaten? In totaal kregen 4.278 mensen diabetes type 2 in een periode van gemiddeld vier jaar. Van deze mensen hadden 2.226 statines gekregen en 2.052 een nepmedicijn of standaardmedicijn. Behandeling met statines bleek het risico op diabetes type 2 te verhogen met ongeveer 9%. Dat risico lijkt vooral te spelen bij mensen ouder dan 60 jaar. De onderzoekers berekenden dat wanneer 255 mensen vier jaar lang worden behandeld met statines er één diabetes type 2 zal krijgen. Daar staat tegenover dat bij gebruik van statines in diezelfde periode ruim vijf mensen minder een hartinfarct zullen krijgen. De voordelen van statines zijn dus een stuk groter dan de nadelen. De onderzoekers vonden geen duidelijke verschillen tussen verschillende soorten statines.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Gebruik van statines leidt tot een iets verhoogde kans op diabetes type 2, vooral bij ouderen. Toch zijn de voordelen van statines een stuk groter dan de nadelen. De onderzoekers zeggen dat het wellicht verstandig zou zijn om de bloedsuikerspiegel van oudere mensen die statines gebruiken regelmatig te controleren. Verder zeggen ze dat behandeling met statines niet aangepast hoeft te worden voor mensen met een hoge kans op problemen met hart en bloedvaten. Wel zeggen ze dat de iets verhoogde kans op diabetes type 2 in overweging moet worden genomen bij het voorschrijven van statines aan mensen met een lage kans op problemen met hart en bloedvaten.
Bron N. Sattar en collega's, Statins and risk of incident diabetes: a collaborative meta-analysis of randomised statin trials The Lancet (2010) 375: 735-742 DOI: 10.1016/S0140-6736(09)61965-6 • • • • • •
Voeg deze pagina toe aan H G F N T
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/gebruik-statines-lei...
30-8-2010
Goed werkende nieren uiterst belangrijk voor lang leven met diabetes type 1 - Leesbaa... Page 1 of 2
Goed werkende nieren uiterst belangrijk voor lang leven met diabetes type 1 Goed werkende nieren zijn uiterst belangrijk voor een lang leven met diabetes type 1. Mensen met diabetes type 1 met goed werkende nieren hebben namelijk maar een iets grotere kans om te overlijden dan de algemene bevolking. Dat blijkt uit een studie van Amerikaanse onderzoekers.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? Mensen met diabetes type 1 hebben een grotere kans om te overlijden dan de algemene bevolking. Dat komt doordat ze vaak bijkomende ziektes (complicaties) krijgen. Minder goed werkende nieren (nefropathie) is zo'n complicatie. Sinds kort weten we dat mensen uit Finland met diabetes type 1 zonder schade aan de nieren in zeven jaar tijd net zo veel kans hebben om te overlijden als de algemene bevolking. Het lijkt er dus op dat goed werkende nieren heel belangrijk zijn voor een goede gezondheid. Maar geldt dat voor alle mensen met diabetes type 1? En hoe zit het na die zeven jaar? Dat hebben de onderzoekers nu uitgezocht.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? Aan het onderzoek deden 658 mensen met diabetes type 1 mee. Zij waren toen gemiddeld 28 jaar oud, en hadden al zo'n 19 jaar diabetes. Aan het begin van het onderzoek bepaalden de onderzoekers bij hen of de nieren nog goed werkten. Op basis daarvan verdeelden de onderzoekers de deelnemers in vier groepen: 1) mensen met goed werkende nieren, 2) beginnende nierproblemen zonder klachten ('microalbuminurie', een beetje eiwit in de urine), 3) nierziekte (nefropathie), en 4) ver gevorderde nierziekte. De deelnemers werden 20 jaar in de gaten gehouden. In die periode keken de onderzoekers elke twee jaar naar de werking van de nieren van de deelnemers.
Wat zijn de resultaten? Ruim de helft van de deelnemers (53%) had aan het begin van het onderzoek goed werkende nieren. De rest had beginnende nierproblemen (21%), nierziekte (22%) of ver gevorderde nierziekte (4%). Tijdens het onderzoek overleden 152 deelnemers (23%). Hoe slechter de nieren aan het begin van het onderzoek werkten, hoe groter de kans dat iemand tijdens het onderzoek kwam te overlijden. Deelnemers die gedurende het hele onderzoek goed werkende nieren hadden, hadden maar een iets grotere kans om te overlijden dan de algemene bevolking. Bovendien overleden zij minder vaak (54%) aan een diabetescomplicatie dan de overige deelnemers (93%). De onderzoekers hielden in de berekeningen rekening met verschillen tussen de deelnemers die de kans op overlijden beïnvloeden, zoals leeftijd, geslacht, bloeddruk en overgewicht.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Goed werkende nieren zijn uiterst belangrijk voor een lang leven met diabetes type 1. Mensen met diabetes type 1 met goed werkende nieren hebben namelijk maar een iets grotere kans om te overlijden dan de algemene bevolking. Het is daarom erg belangrijk dat mensen met diabetes type 1 regelmatig worden gecontroleerd op eiwit in de urine, een 'verklikker' van (beginnende) schade aan de nieren. Naast een gezonde bloedsuikerspiegel kunnen medicijnen die de bloeddruk verlagen verdere achteruitgang van de nieren voorkomen. Over de vraag waarom schade aan de nieren de kans op overlijden vergroot zijn onderzoekers het nog niet eens. Misschien zorgt schade aan de nieren voor schade aan de bloedvaten. Maar het zou ook kunnen dat al beschadigde bloedvaten nog verder kapot gaan door minder goed werkende nieren. En beschadigde bloedvaten leiden weer tot hart- en vaatziekten die de kans op overlijden groter maken.
Bron
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/goed-werkende-nier... 30-8-2010
Goed werkende nieren uiterst belangrijk voor lang leven met diabetes type 1 - Leesbaa... Page 2 of 2
T.J. Orchard en collega's, In the absence of renal disease, 20 year mortality risk in type 1 diabetes is comparable to that of the general population: a report from the Pittsburgh Epidemiology of Diabetes Complications Study Diabetologia (2010) online DOI: 10.1007/s00125-010-1860-3 • • • • • •
Voeg deze pagina toe aan H G F N T
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/goed-werkende-nier... 30-8-2010
Hoge bloedsuikerspiegel bij hartinfarct verhoogt risico op diabetes type 2 - LeesbaarO... Page 1 of 1
Hoge bloedsuikerspiegel bij hartinfarct verhoogt risico op diabetes type 2 Mensen met een hartinfarct met daarbij een hoge bloedsuikerspiegel hebben een grotere kans om diabetes type 2 te krijgen. Dat in vergelijking met mensen met een hartinfarct zonder hoge bloedsuikerspiegel. Dat concluderen Duitse onderzoekers.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? We weten dat mensen met diabetes type 2 een grotere kans hebben om een hartinfarct te krijgen. Mensen die voor het eerst een hartinfarct krijgen en daarmee in het ziekenhuis komen hebben vaak een verhoogde bloedsuikerspiegel en een voorstadium van diabetes type 2. Het is niet duidelijk hoeveel mensen met een hartinfarct uiteindelijk daadwerkelijk diabetes type 2 krijgen. De onderzoekers hebben dat nu bekeken.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? De onderzoekers gebruikten de medische gegevens uit een groot register van tien ziekenhuizen in Duitsland. In totaal keken de onderzoekers naar de gegevens van 1.239 mensen die voor het eerst een hartinfarct hadden gekregen. Niemand van hen had diabetes op het moment van het hartinfarct. Alle deelnemers waren tussen de 25 en 74 jaar oud. De gegevens werden verzameld tussen 1998 en 2003. De bloedsuikerspiegel werd gemeten bij aankomst in het ziekenhuis.
Wat zijn de resultaten? Van alle deelnemers kregen tijdens het onderzoek uiteindelijk 108 mensen diabetes type 2 (9%). Gemiddeld namen zij vaker medicijnen tegen hartproblemen ('bètablokkers') en rookten ze vaker dan mensen die geen diabetes type 2 hadden gekregen. Na berekening bleken mensen met een bloedsuikerspiegel van meer dan 8,5 millimol per liter een ruim tweeënhalf keer grotere kans te hebben om diabetes type 2 te krijgen dan mensen met een bloedsuikerspiegel van minder dan 6,2 millimol per liter. Normaal gesproken schommelt de bloedsuikerspiegel tussen de 4 en 8 millimol per liter. Pas bij meer dan 11 millimol per liter (niet-nuchter geprikt) spreken we van diabetes.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Mensen met een hartinfarct met daarbij een hoge bloedsuikerspiegel hebben een grotere kans om diabetes type 2 te krijgen. Dat in vergelijking met mensen met een hartinfarct zonder hoge bloedsuikerspiegel. Het gaat hier om de niet-nuchtere bloedsuikerspiegel bij aankomst in het ziekenhuis. Volgens de onderzoekers hebben mensen die bij aankomst in het ziekenhuis een hoge bloedsuikerspiegel blijken te hebben waarschijnlijk nog niet daadwerkelijk diabetes. Waarschijnlijk is bij hen wel de afgifte van insuline en de gevoeligheid van het lichaam voor insuline ontregeld. Maar hoe dat precies zit moet verder worden onderzocht. De onderzoekers stellen voor dat mensen met een hartinfarct met daarbij een hoge bloedsuikerspiegel daarna goed in de gaten worden gehouden. Regelmatige controle van de bloedsuikerspiegel kan er voor zorgen dat diabetes type 2 bij hen in een vroeg stadium wordt ontdekt.
Bron C. Meisinger en collega's, Myocardial infarction and incidence of type 2 diabetes mellitus. Is admission blood glucose an independent predictor for future type 2 diabetes mellitus? American Heart Journal (2010) 159: 258-263 DOI: 10.1016/j.ahj.2009.11.027 • Voeg deze pagina toe aan • H • G
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/hoge-bloedsuikerspi... 30-8-2010
Afweersysteem mogelijk gehinderd door hoge bloedsuikerspiegel - LeesbaarOnderzoe... Page 1 of 1
Afweersysteem mogelijk gehinderd door hoge bloedsuikerspiegel Mogelijk zorgt een hoge bloedsuikerspiegel er bij mensen met diabetes voor dat het afweersysteem wordt gehinderd, met infecties als gevolg. Speciale moleculen van het afweersysteem herkennen bacteriën en schimmels namelijk minder goed als er veel glucose in de buurt is. Dat concluderen Britse onderzoekers.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? Veel bacteriën en schimmels hebben aan de buitenkant suikermoleculen zitten. Het afweersysteem kan die suikermoleculen herkennen, zodat het de bacteriën en schimmels onschadelijk kan maken. Mensen met diabetes hebben een grotere kans op infecties door bacteriën en schimmels. De onderzoekers denken nu dat dat misschien komt doordat een hoge bloedsuikerspiegel het afweersysteem hindert. Glucose (suiker) in het bloed lijkt namelijk sterk op de suikermoleculen die op bacteriën en schimmels zitten. Mogelijk zit de glucose daarom het afweersysteem in de weg.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? De onderzoekers namen schaaltjes met daarin speciale moleculen van het afweersysteem die de suikermoleculen van bacteriën en schimmels kunnen herkennen. In die schaaltjes deden ze ook de suikermoleculen die aan de buitenkant van bacteriën en schimmels zitten. Vervolgens deden ze in de schaaltjes verschillende hoeveelheden glucose. Daarmee bootsten ze de situatie na bij gezonde mensen en mensen met diabetes. Met speciale apparatuur bekeken de onderzoekers bij elke hoeveelheid glucose hoe goed de moleculen van het afweersysteem de suikermoleculen van bacteriën en schimmels konden herkennen.
Wat zijn de resultaten? Hoe meer glucose er in de schaaltjes zat, hoe minder goed de moleculen van het afweersysteem de suikermoleculen van bacteriën en schimmels konden herkennen. Die herkenning was vrij goed bij een lage hoeveelheid glucose die normaal gesproken bij gezonde mensen in het bloed zit. Bij een hoge hoeveelheid glucose, zoals bij iemand met diabetes met een te hoge bloedsuikerspiegel, werden de suikermoleculen veel minder goed herkend.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Speciale moleculen van het afweersysteem herkennen suikermoleculen van bacteriën en schimmels minder goed als er veel glucose in de buurt is. Waarschijnlijk gaat de glucose op de moleculen van het afweersysteem zitten, waardoor de afweer 'blind' wordt voor de suikermoleculen van bacteriën en schimmels. Volgens de onderzoekers zorgt een hoge bloedsuikerspiegel bij mensen met diabetes er mogelijk voor dat het afweersysteem wordt gehinderd. En dat zou kunnen verklaren waarom mensen met diabetes vatbaarder zijn voor infecties. Er is meer onderzoek nodig om beter te begrijpen hoe dit precies werkt. De onderzoekers denken ook dat te veel glucose misschien de kans vergroot op ontstekingen en infecties door virussen. En dat kan weer hart- en vaatziekten en ziektes als griep en verkoudheid in de hand werken.
Bron R. Ilyas en collega's, High glucose disrupts oligosaccharide recognition function via competitive inhibition: A potential mechanism for immune dysregulation in diabetes mellitus Immunobiology (2010) online DOI: 10.1016/j.imbio.2010.06.002 • Voeg deze pagina toe aan • H • G
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/afweersysteem-mog... 30-8-2010
Goede inschatting risico op hypo belangrijk voor gezonde bloedsuikerspiegel bij mens... Page 1 of 1
Goede inschatting risico op hypo belangrijk voor gezonde bloedsuikerspiegel bij mensen met diabetes type 2 Mensen met diabetes type 2 die met insuline worden behandeld, hebben minder vaak hypo’s en een te lage bloedsuikerspiegel wanneer zij het risico op een hypo goed inschatten. Dat in vergelijking met mensen die dat risico niet goed inschatten. Dat concluderen onderzoekers uit Schotland.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? Mensen met diabetes die behandeld worden met insuline, lopen het risico op een te lage bloedsuikerspiegel ('hypo'). Mensen met diabetes type 1 die dat risico niet goed inschatten, hebben een drie tot zes keer grotere kans om een hypo te krijgen. Het is weinig onderzocht en daarom onduidelijk hoe dit precies zit bij mensen met diabetes type 2 die met insuline behandeld worden. Daarom hebben de onderzoekers gekeken hoe die mensen het risico op het krijgen van hypo's inschatten. Ook hebben de onderzoekers onderzocht of die inschatting bij hen ook invloed heeft op het aantal hypo's.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? Aan het onderzoek deden 122 mensen mee met diabetes type 2, die met insuline behandeld werden. Alle deelnemers vulden aan het begin van het onderzoek een vragenlijst in. Daarmee werd bepaald in hoeverre zij het risico dat ze lopen op het krijgen van een hypo goed inschatten en hoe vaak zij in het afgelopen jaar een hypo hadden gehad. Aan de hand van de uitslag van de vragenlijst werden de deelnemers in twee groepen verdeeld: een groep die het risico op een hypo goed inschat, en een groep die dat risico niet goed inschat. Tijdens het onderzoek moesten de deelnemers vier weken lang vier keer per dag zelf hun bloedsuikerspiegel meten. Aan het eind van het onderzoek werden beide groepen met elkaar vergeleken.
Wat zijn de resultaten? Bijna 10% van de deelnemers schatte het risico op een hypo niet goed in. Zij hadden in het afgelopen jaar bijna 17 keer zo vaak een hypo gehad als de deelnemers die het risico op een hypo wel goed inschatten. Iets meer dan de helft van alle deelnemers had tijdens het hele onderzoek trouw zelf hun bloedsuikerspiegel gemeten. Zij bleken bijna vijf keer zo vaak een te lage bloedsuikerspiegel te hebben als mensen die het risico op een hypo wel goed inschatten.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Mensen met diabetes type 2 die met insuline worden behandeld, hebben minder vaak hypo's en een te lage bloedsuikerspiegel wanneer zij het risico op een hypo goed inschatten. Dat in vergelijking met mensen die dat risico niet goed inschatten. Deze conclusie komt overeen met een krap aantal studies waarin hetzelfde is onderzocht. De onderzoekers raden behandelaars aan om regelmatig te bepalen in hoeverre mensen met diabetes type 2 het risico op een hypo goed inschatten. Uiteindelijk zou dat de gevolgen van diabetes type 2 op de lange termijn deels kunnen voorkomen.
Bron J.E. Schopman en collega's, Prevalence of impaired awareness of hypoglycaemia and frequency of hypoglycaemia in insulin-treated type 2 diabetes Diabetes Research and Clinical Practice (2009) 87: 64-68 DOI: 10.1016/j.diabres.2009.10.013 • • • •
Voeg deze pagina toe aan H G F
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/goede-inschatting-ri... 30-8-2010
Intensieve behandeling diabetes type 2 verkleint kans op hartproblemen - LeesbaarOn... Page 1 of 1
Intensieve behandeling diabetes type 2 verkleint kans op hartproblemen Intensieve bloedsuikerverlagende behandeling van diabetes type 2 verkleint de kans op hartproblemen vergeleken met een standaard behandeling. De kans op een beroerte of overlijden verschilt niet tussen beide behandelmethodes. Dat concluderen Britse onderzoekers nadat ze vijf langdurige grootschalige studies onder de loep namen.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? Mensen met diabetes type 2 krijgen na jarenlange diabetes vaak problemen met hart en bloedvaten. Het is inmiddels bewezen dat intensieve bloedsuikerverlagende behandeling van diabetes type 2 de kans op problemen met de kleine bloedvaten verkleint. Dit verband is minder duidelijk voor problemen met het hart en de grote bloedvaten, zoals een hartinfarct of beroerte. Om hier meer zicht op te krijgen hebben de onderzoekers een aantal eerdere studies onder de loep genomen.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? De onderzoekers hebben vijf eerdere langdurige grootschalige studies naar intensieve bloedsuikerverlagende behandeling bij diabetes type 2 geselecteerd. Bij elke studie werden de deelnemers in twee groepen ingedeeld. De ene groep kreeg een intensieve behandeling om hun bloedsuikerspiegel gezond te houden en de andere groep kreeg een standaard behandeling. In totaal deden ruim 33 duizend mensen mee aan de vijf studies. Zij werden enkele jaren in de gaten gehouden. De onderzoekers hebben de resultaten van die studies bij elkaar genomen en daarmee nieuwe berekeningen gedaan.
Wat zijn de resultaten? Mensen met diabetes type 2 die intensief waren behandeld, hadden gemiddeld 17% minder kans op een hartinfarct dan mensen met de standaard behandeling. Hun kans op klachten door verminderde bloedtoevoer naar het hart was gemiddeld 15% kleiner. Die klachten zijn bijvoorbeeld kortademigheid en pijn op de borst bij inspanning. De kans op een beroerte of overlijden verschilde niet tussen beide behandelmethodes.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Intensieve behandeling van diabetes type 2 verkleint de kans op hartproblemen vergeleken met een standaard behandeling. Dit verband was tot dusver niet heel duidelijk. Eerder onderzoek was niet altijd in overeenstemming met elkaar. Twee eerdere studies lieten wel een kleinere kans op overlijden zien bij intensieve behandeling van diabetes, maar dat is in dit onderzoek niet bewezen.
Bron K.K. Ray en collega's, Effect of intensive control of glucose on cardiovascular outcomes and death in patients with diabetes mellitus: a meta-analysis of randomised controlled trials The Lancet (2009) 373: 1765-1772 DOI: 10.1016/S0140-6736(09)60697-8 • • • • • •
Voeg deze pagina toe aan H G F N T
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/intensieve-behandel... 30-8-2010
Kennis over diabetes maakt mensen met diabetes type 1 gezonder - LeesbaarOnderzoe... Page 1 of 1
Kennis over diabetes maakt mensen met diabetes type 1 gezonder Hoe minder je weet over diabetes en de behandeling, hoe groter de kans op problemen met ogen en nieren. Dat concluderen onderzoekers uit Polen na langdurig onderzoek.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? Eerder onderzoek heeft laten zien dat intensieve behandeling met insuline de kans op gevolgen van diabetes op de lange termijn verkleint. Het is ook duidelijk dat kennis bij mensen met diabetes type 1 door voorlichting hier een grote rol in speelt. Tegenwoordig wordt aan iedereen met diabetes type 1 intensieve behandeling met insuline voorgeschreven en krijgen zij daar voorlichting over. Maar scheelt het voor gevolgen van diabetes op de lange termijn als je veel weet over diabetes? De onderzoekers hebben dat in deze studie onderzocht.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? Aan het onderzoek deden 86 mensen mee bij wie kortgeleden diabetes type 1 was vastgesteld. Zij volgden allemaal een cursus van vijf dagen waarin ze leerden over diabetes en de behandeling ervan. Vervolgens werd hun kennis getest met een vragenlijst. Ook werd bloed afgenomen waarvan belangrijke waardes werden bepaald. Daarna hielden de onderzoekers alle deelnemers gemiddeld zeven jaar lang in de gaten. Ze werden jaarlijks gecontroleerd op de gevolgen van diabetes op de lange termijn, zoals schade aan het netvlies in het oog ('retinopathie') en beginnende nierproblemen ('microalbuminurie', eiwit in de urine).
Wat zijn de resultaten? Aan het begin van het onderzoek hadden mensen met weinig kennis over diabetes een minder gezonde bloedsuikerspiegel dan mensen met veel kennis over diabetes. Ook hadden zij een hoger lichaamsgewicht, minder 'goed' cholesterol in het bloed en rookten ze vaker. In de periode dat de deelnemers in de gaten werden gehouden kregen 17 mensen schade aan het netvlies en 13 mensen kregen beginnende nierproblemen. Deze mensen hadden minder kennis over diabetes. Mensen met minder kennis over diabetes hadden een gemiddeld vier keer grotere kans om schade aan het netvlies of beginnende nierproblemen te krijgen.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Minder kennis over diabetes en de behandeling ervan vergroot de kans op het krijgen van schade aan het netvlies en beginnende nierproblemen. Waarschijnlijk komt dat doordat kennis tot meer inzicht leidt in de eigen behandeling. Mensen met diabetes type 1 passen dan de hoeveelheid in te spuiten insuline aan hun leefstijl aan. Hoewel alle deelnemers dezelfde cursus hadden gevolgd waren er verschillen tussen de deelnemers wat betreft gevolgen van diabetes op de lange termijn. Dat wijst erop dat niet iedereen evenveel baat heeft bij het volgen van zo'n cursus. Toekomstig onderzoek moet uitwijzen welke manier van voorlichting geven aan mensen met diabetes type 1 het meest bijdraagt aan een betere gezondheid.
Bron A. Araszkiewicz en collega's, Knowledge after five-day teaching program in intensive insulin therapy performed at the onset of type 1 diabetes influence the development of late diabetic complications Diabetes Research and Clinical Practice (2008) 81: 61-67 DOI: 10.1016/j.diabres.2008.02.009 • Voeg deze pagina toe aan • H • G
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/kennis-over-diabete... 30-8-2010
Langdurig laag HbA1c vergroot kans op overlijden bij mensen met diabetes type 2 - L... Page 1 of 2
Langdurig laag HbA1c vergroot kans op overlijden bij mensen met diabetes type 2 Mensen met diabetes type 2 met een langdurig lage bloedsuikerspiegel hebben een grotere kans om te overlijden dan mensen met een langdurig ‘gemiddelde’ bloedsuikerspiegel. Dat concluderen onderzoekers uit Groot-Brittannië en de Verenigde Staten.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? We weten dat bij diabetes een langdurig gezonde bloedsuikerspiegel de kans op schade aan de bloedvaten beperkt. De bloedsuikerspiegel moet dus niet te hoog en niet te laag zijn. Dat geldt zowel voor diabetes type 1 als type 2. Maar de laatste jaren zijn er aanwijzingen dat een langdurig lage bloedsuikerspiegel ook niet gezond is. In sommige studies lijkt het er namelijk op dat dat de kans op overlijden vergroot. Een belangrijke graadmeter voor de bloedsuikerspiegel over een langere termijn is het HbA1c. De onderzoekers hebben nu gekeken naar het effect van het HbA1c op de kans op overlijden van mensen met diabetes type 2.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? De onderzoekers gebruikten de medische gegevens van bijna 48 duizend mensen met diabetes type 2. Die gegevens stonden in een groot huisartsenregister en zijn verzameld tussen 1986 en 2008. Alle deelnemers waren 50 jaar of ouder. Zij moesten allemaal op een gegeven moment hun behandeling aanscherpen. Op grond daarvan werden ze verdeeld in twee groepen. De ene groep bestond uit 27.965 mensen die waren overgestapt van één soort bloedsuikerverlagende tabletten naar twee soorten tabletten. De andere groep bestond uit 20.005 mensen die eerst alleen tabletten kregen en over zijn gestapt op insuline met of zonder extra tabletten. In beide groepen werden de deelnemers ingedeeld op basis van hun gemiddelde HbA1cwaarde.
Wat zijn de resultaten? Deelnemers met een HbA1c-waarde van 7,5% (58 mmol/mol) hadden de kleinste kans om te overlijden. Deelnemers met een hoge HbA1c-waarde (10,5%, 91 mmol/mol) en deelnemers met een lage HbA1cwaarde (6,4%, 46 mmol/mol)) hadden de grootste kans om te overlijden. Deelnemers met een HbA1cwaarde van 10,5% (91 mmol/mol) hadden gemiddeld 79% meer kans om te overlijden dan deelnemers met een HbA1c-waarde van 7,5% (58 mmol/mol). Voor deelnemers met een HbA1c-waarde van 6,4% (46 mmol/mol) was die kans gemiddeld 52% groter vergeleken met deelnemers met een HbA1c-waarde van 7,5% (58 mmol/mol).
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Mensen met diabetes type 2 met een lage (6,4%, 46 mmol/mol) en mensen met een hoge (10,5%, 91 mmol/mol) HbA1c-waarde hebben een grotere kans om te overlijden dan mensen met een HbA1cwaarde van 7,5% (58 mmol/mol). Waarom dat zo is is niet bekend, maar wellicht leidt een langdurig lage bloedsuikerspiegel tot problemen met hart en bloedvaten. Deze resultaten komen overeen met een eerder grootschalig onderzoek. Maar twee andere grote studies lieten geen verband zien tussen een lage HbA1c-waarde en een grotere kans om te overlijden. Of de resultaten van dit onderzoek ook gelden voor mensen met diabetes type 1 is nog niet bekend en moet worden onderzocht. De resultaten van dit onderzoek zijn opvallend, omdat mensen met diabetes volgens de huidige richtlijn juist moeten streven naar een HbA1c-waarde van minder dan 7% (53 mmol/mol). Als de resultaten van dit onderzoek bevestigd worden in andere grote studies moet die richtlijn wellicht worden voorzien van een minimum HbA1c-waarde.
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/langdurig-laag-hba1... 30-8-2010
Langdurig laag HbA1c vergroot kans op overlijden bij mensen met diabetes type 2 - L... Page 2 of 2
Bron C.J. Currie en collega's, Survival as a function of HbA1c in people with type 2 diabetes: a retrospective cohort study The Lancet (2010) 375 (9713): 481-489 DOI: 10.1016/S0140-6736(09)61969-3 • • • • • •
Voeg deze pagina toe aan H G F N T
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/langdurig-laag-hba1... 30-8-2010
Training vermindert problemen met lopen bij mensen met diabetes type 2 - LeesbaarO... Page 1 of 1
Training vermindert problemen met lopen bij mensen met diabetes type 2 Deelname aan een trainingsprogramma vermindert problemen met lopen bij mensen met diabetes type 2 met zenuwschade. Dat concluderen Nederlandse en Zwitserse onderzoekers.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? Schade aan de zenuwen ('neuropathie') komt veel voor bij mensen die al jaren diabetes hebben. Die zenuwschade maakt onder andere lopen moeilijker. Dat gaat vaak samen met achteruitgang van evenwicht, spierkracht en beweeglijkheid van de gewrichten. Ook de kans op vallen met letsel wordt dan groter. Het is tot nu toe onduidelijk hoe problemen met lopen bij mensen met diabetes type 2 verbeterd kunnen worden. De onderzoekers hebben daarom bekeken of een trainingsprogramma voor ouderen ook werkt bij mensen met diabetes type 2 die problemen hebben met lopen.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? Aan het onderzoek deden 71 mensen met diabetes type 2 met zenuwschade mee. De ene helft deed mee aan een trainingsprogramma en de andere helft deed niets anders dan normaal. Het trainingsprogramma bestond uit fysiotherapeutische groepstraining. Daarin deden de deelnemers loopen evenwichtsoefeningen. Alle deelnemers werden zes maanden in de gaten gehouden. Aan het begin, tijdens en na het onderzoek werden de deelnemers lichamelijk onderzocht. De onderzoekers keken daarbij naar het looppatroon, evenwicht, spierkracht en beweeglijkheid van de gewrichten. Na afloop werden de onderzoeksgegevens van voor, tijdens en na het onderzoek in elke groep met elkaar vergeleken. Vervolgens vergeleken de onderzoekers de resultaten van beide groepen met elkaar.
Wat zijn de resultaten? De deelnemers die aan het trainingsprogramma meededen boekten vooruitgang wat betreft loopsnelheid, evenwicht, spierkracht en beweeglijkheid van de gewrichten. Ook waren zij minder bang om te vallen. Dat in vergelijking met de deelnemers die niet aan de training meededen. Twee deelnemers die de training volgden kregen pijn in hun achillespees.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Deelname aan een trainingsprogramma vermindert problemen met lopen bij mensen met diabetes type 2 met zenuwschade. Het is voor het eerst dat dit op deze manier is onderzocht. De onderzoekers zeggen dat meer onderzoek nodig is op dit gebied. Daarin willen ze achterhalen of ook de kans op vallen afneemt door de training. Ook willen de onderzoekers graag weten wat de optimale training is om blessures zo veel mogelijk te voorkomen.
Bron L. Allet en collega's, The gait and balance of patients with diabetes can be improved: a randomised controlled trial Diabetologia (2009) 53 (3): 458-466 DOI: 10.1007/s00125-009-1592-4 • • • • •
Voeg deze pagina toe aan H G F N
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/training-vermindert... 30-8-2010
Diabetes type 2: grotere kans op hart- en vaatziekten bij nierziekte - LeesbaarOnderzo... Page 1 of 1
Diabetes type 2: grotere kans op hart- en vaatziekten bij nierziekte Mensen met diabetes type 2 en (beginnende) nierziekte hebben een grotere kans op hart- en vaatziekten. Hoe slechter de nieren werken, hoe groter de kans. Dat melden onderzoekers uit Australië en Finland.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? Een veel gebruikte manier om een nierziekte op te sporen is door te kijken of er eiwit in de urine zit. Maar uit recent onderzoek blijkt dat niet iedereen met een nierziekte ook eiwit in de urine heeft. Toch kan een nierziekte ook aan het licht komen wanneer de dokter uitrekent hoe goed de nieren het bloed filteren. De onderzoekers wilden nu weten in hoeverre deze twee methodes de kans op hart- en vaatziekten bij mensen met diabetes type 2 kunnen voorspellen. Mensen met diabetes type 2 en een nierziekte hebben namelijk een grotere kans op hart- en vaatziekten, zoals een hartinfarct of een beroerte.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? Aan het onderzoek deden 9.795 mensen tussen de 50 en 75 jaar met diabetes type 2 mee. De onderzoekers bepaalden bij hen een aantal keer of de nieren nog goed werkten. Dat deden ze door te berekenen hoe goed de nieren het bloed filteren. Ook keken ze of de deelnemers eiwit in de urine hadden. De onderzoekers hielden bij hoeveel deelnemers in vijf jaar tijd problemen met het hart of de bloedvaten kregen.
Wat zijn de resultaten? Deelnemers bij wie de nieren het bloed minder goed filteren, hadden een grotere kans op hart- en vaatziekten. Bij deelnemers met eiwit in de urine was dat ook zo. Minder goed filterende nieren en eiwit in de urine bleken onafhankelijk van elkaar de kans op hart- en vaatziekten te vergroten. Hoe slechter de nieren werken, hoe groter de kans. Toch bleken de bloeddruk en het cholesterolgehalte de kans op hart- en vaatziekten nog sterker te beïnvloeden. In de berekeningen hielden de onderzoekers rekening met dingen die de kans op hart- en vaatziekten beïnvloeden, zoals leeftijd, geslacht, roken, overgewicht, bloeddruk, cholesterol, en hoe lang iemand al diabetes heeft.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Mensen met diabetes type 2 en (beginnende) nierziekte hebben een grotere kans op hart- en vaatziekten. Minder goed filterende nieren en eiwit in de urine hebben weliswaar niet de grootste invloed op de kans op hart- en vaatziekten, maar het zijn wel dingen die vaak aangeven dat er nog meer dingen in het lichaam aan de hand zijn, zoals een hoge bloeddruk en een hoog cholesterolgehalte. Bovendien is het voor een dokter vrij eenvoudig om te meten hoe goed de nieren het bloed filteren en of iemand eiwit in de urine heeft. Mogelijk kunnen artsen op die manier het risico dat iemand loopt op harten vaatziekten nog beter inschatten, zeggen de onderzoekers. Uit verder onderzoek zal moeten blijken of dat echt zo is. De kans op hart- en vaatziekten wordt kleiner als de nieren weer beter gaan werken. Vroege opsporing en behandeling van nierziekte is volgens de onderzoekers daarom erg belangrijk.
Bron P.L. Drury en collega's, Estimated glomerular filtration rate and albuminuria are independent predictors of cardiovascular events and death in type 2 diabetes mellitus: the Fenofibrate Intervention and Event Lowering in Diabetes (FIELD) study Diabetologia (2010) online
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/diabetes-type-2-grot... 30-8-2010
Hogere hoeveelheid stollingseiwit in bloed kan verkalking van kransslagaders voorspe... Page 1 of 1
Hogere hoeveelheid stollingseiwit in bloed kan verkalking van kransslagaders voorspellen bij mensen met diabetes type 1 Een hogere hoeveelheid van een bepaald stollingseiwit in het bloed kan verergering van aderverkalking in de kransslagaders voorspellen bij mensen met diabetes type 1. Dat geldt niet bij mensen zonder diabetes. Dat concluderen onderzoekers uit de Verenigde Staten en Brazilië. Het is voor het eerst dat dit is aangetoond.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? Het stollingseiwit 'fibrinogeen' houdt verband met problemen met de kransslagaders van het hart. Fibrinogeen is nodig bij het stollen van het bloed. Het is bekend dat de hoeveelheid fibrinogeen in het bloed samengaat met problemen met de kransslagaders van het hart bij mannen met diabetes type 1. Fibrinogeen draagt bij aan het dichtslibben van de slagaders. 'Verkalking' van de slagaders speelt daarbij een rol. De onderzoekers hebben nu bekeken of fibrinogeen verkalking van de kransslagaders kan voorspellen bij mensen met diabetes type 1.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? Aan het onderzoek deden 1.186 mensen mee. Zij werden in twee groepen verdeeld: de ene groep bestond uit 546 mensen met diabetes type 1, en de andere uit 640 mensen zonder diabetes. Met een speciaal scanapparaat bepaalden de onderzoekers bij elke deelnemer in hoeverre hun kransslagaders waren verkalkt. Dat deden ze aan het begin van het onderzoek, en nog een keer bijna tweeënhalf jaar later. Na afloop van het onderzoek werden beide groepen met elkaar vergeleken.
Wat zijn de resultaten? Deelnemers bij wie tijdens het onderzoek de kransslagaders verder verkalkt waren hadden meer fibrinogeen in het bloed. Dat in vergelijking met deelnemers van wie de kransslagaders niet verder waren verkalkt. Wat de hoeveelheid fibrinogeen in het bloed betreft waren er geen verschillen tussen deelnemers met en deelnemers zonder diabetes. Wel bleek bij deelnemers met diabetes type 1 de hoeveelheid fibrinogeen in verband te staan met de mate van verkalking van de kransslagaders. Hoe meer fibrinogeen, des te meer verkalking. Bij deelnemers zonder diabetes bleek dat niet te gelden. Bij de berekening hielden de onderzoekers rekening met dingen die de kans op slagaderverkalking beïnvloeden, zoals leeftijd, geslacht, bloeddruk en overgewicht.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? Een hogere hoeveelheid fibrinogeen in het bloed kan verergering van verkalking van de kransslagaders voorspellen bij mensen met diabetes type 1. Dat geldt niet bij mensen zonder diabetes type 1. Het is voor het eerst dat dit is aangetoond. Wellicht speelt fibrinogeen, samen met cholesterol, een rol bij het ontstaan van het dichtslibben van de bloedvaten. Eerder onderzoek gaf daarvoor al aanwijzingen, maar is met dit onderzoek nog niet definitief bewezen. Meer onderzoek op dit gebied is dus nodig.
Bron T.C. Rodrigues en collega's, Higher fibrinogen levels predict progression of coronary artery calcification in adults with type 1 diabetes Atherosclerosis (2010) online DOI: 10.1016/j.atherosclerosis.2009.12.034 • • • • • •
Voeg deze pagina toe aan H G F N T
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/hogere-hoeveelheid... 30-8-2010
Apparaat helpt problemen met hart en bloedvaten te voorspellen bij mensen met diabe... Page 1 of 1
Apparaat helpt problemen met hart en bloedvaten te voorspellen bij mensen met diabetes type 2 Een apparaat kan de kans op problemen met hart en bloedvaten helpen voorspellen bij mensen met diabetes type 2. Het apparaat kan een schatting van de kans op basis van bloedonderzoek nauwkeuriger maken. Dat concluderen onderzoekers van het UMC Groningen.
Wat is het probleem en wat is er tot nu toe over bekend? Mensen met diabetes lopen een grotere kans op problemen met hart en bloedvaten. Die kans kan geschat worden op basis van een aantal meetwaardes. Onderzoekers aan de Universiteit Groningen hebben onlangs een apparaat voor ziekenhuizen ontwikkeld: de AGE-reader. De AGE-reader wordt in een aantal ziekenhuizen gebruikt en kan niet thuis worden gebruikt. Het apparaat meet met speciaal licht aan de onderarmhuid de hoeveelheid AGE's (versuikerde eiwitten), en daarmee de kans op problemen met hart en bloedvaten. De onderzoekers wilden weten of de AGEreader de kans op problemen met hart en bloedvaten kan helpen voorspellen. Dat hebben ze nu onderzocht bij mensen met diabetes type 2.
Hoe en waarmee is het onderzoek gedaan? Aan het onderzoek deden 973 mensen met diabetes type 2 mee. De onderzoekers deden bij hen tussen 2001 en 2002 bloedonderzoek en metingen met een prototype van de AGE-reader. Op basis van het bloedonderzoek deden ze schattingen over de kans op problemen met hart en bloedvaten. Die kans was 'klein' of 'groot'. Daarna hielden de onderzoekers tot 2005 bij hoeveel mensen problemen kregen met hart en bloedvaten. Vervolgens berekenden ze of de AGE-reader de kans op problemen met hart en bloedvaten kan helpen voorspellen, in combinatie met de schatting van die kans op basis van het bloedonderzoek.
Wat zijn de resultaten? Tijdens het onderzoek kregen 119 deelnemers problemen met hart en bloedvaten. Metingen van de AGE-reader bleken bij te dragen aan een goede inschatting van de kans op problemen met hart en bloedvaten. Op basis van de meting met de AGE-reader werden 55 van de 203 deelnemers (27%) heringedeeld in de groep met een grote kans. Zij hadden in eerste instantie volgens het bloedonderzoek een kleine kans. Deelnemers die volgens het bloedonderzoek en de AGE-reader een grote kans hadden, hadden een grotere kans om daadwerkelijk problemen met hart en bloedvaten te krijgen. Dat in vergelijking met deelnemers die volgens het bloedonderzoek wel, maar volgens de AGE-reader niet een grote kans hadden. Deelnemers op basis van de AGE-reader herindelen van een grote naar een lage kans is volgens de onderzoekers niet wenselijk.
Wat zijn de conclusies en wat voegt dit onderzoek toe? De AGE-reader kan de kans op problemen met hart en bloedvaten helpen voorspellen bij mensen met diabetes type 2. De AGE-reader kan een schatting van die kans op basis van bloedonderzoek nauwkeuriger maken. Als daar volgens de AGE-reader aanleiding toe is kan het risico dat iemand loopt worden bijgesteld naar boven. Die mensen kunnen dan extra goed in de gaten worden gehouden. Problemen met hart en bloedvaten kunnen zo bij hen vroegtijdig worden ontdekt. Dit onderzoek is betaald door het Diabetes Fonds. Uit eerder onderzoek was al gebleken dat de hoeveelheid AGE's de kans op problemen met hart en bloedvaten kan voorspellen. Of de AGE-reader ook goed werkt bij mensen met een donkere huid is niet bekend en moet nog worden onderzocht.
http://www.leesbaaronderzoek.nl/fondsen/diabetes-fonds/artikelen/apparaat-helpt-prob... 30-8-2010