Burgemeester en Wethouders Postadres Postbus 16200, 3500 CE Utrecht Telefoon 030 - 286 10 00 Fax 030 - 286 12 24 www.utrecht.nl
Aan de Commissie Mens & Samenleving, Stad & Ruimte Minrebroederstraat 2 3512 GT Utrecht
Behandeld door Doorkiesnummer E-mail Bijlage(n) Uw kenmerk Uw brief van
Hans van Oort 63665
[email protected] 1
Datum Ons kenmerk Onderwerp
5 november 2015
15.511292
Met vriendelijke Opvang asielzoekers groet,
Hans van Oort, Verzonden Bij antwoord datum, Senior kenmerk Projectmanager en onderwerp vermelden
Geachte commissieleden,
Gemeente Utrecht
Internevan Bedrijven In deze brief geeft ons college zijn visie op een aantal aspecten van de opvang asielzoekers. U had
hierom gevraagd ter voorbereiding op de gezamenlijke commissievergadering van 10 november aanstaande.
Projectmanagementbureau
Ons college kan en wil een wezenlijke bijdrage leveren, zoals door het kabinet aan alle gemeenten gevraagd, aan de opvang van de grote stroom asielzoekers. In 2014 kwamen 28.891 asielzoekers naar ons land; in 2015 zullen dit er naar schatting 50.000 zijn. Dit vraagt om extra inzet bij de opvang van asielzoekers, de huisvesting van statushouders en hun integratie in onze Postadres samenleving. Tegelijkertijd Postbus 8406, 3503RK realiseren wij ons dat de opvang van grotere aantallen asielzoekers vragen en zorgen zal oproepen bij Utrecht bewoners in de buurten waar nieuwe opvangvoorzieningen komen. Draagvlak in de stad is van groot belang; ook hieraan besteden wij aandacht.
Bezoekadres Stadskantoor, Stadsplateau 1, 3512 AZ Utrecht
Deze brief is een vervolg op eerdere brieven van 14 september, 15 september, 29 september, 5
Telefoon 030-2863665 of 06-
oktober en 29 oktober; op de raadsinformatieavond van 6 oktober; en op 24694705 vragen van uw raad van 3 Fax 030-2863661 september en 29 oktober. E-mail
[email protected]
Achtereenvolgens komen in deze brief aan de orde: 1. De opvang van asielzoekers
Internet www.utrecht.nl Aanwezig ma,di,wo,do
2. De huisvesting van statushouders 3. De integratie van mensen met een verblijfsstatus 4. Bed, bad en brood voor ongedocumenteerden
Denk aan het milieu voordat u deze e-mai
5. De financiering van (nieuwe) maatregelen 6. Vrijwillige initiatieven
Met vriendelijke groet, Hans van Oort, Senior Projectmanager Gemeente Utrecht Interne Bedrijven
5 november 2015
1. De opvang Bij de opvang van asielzoekers onderscheiden we drie soorten voorzieningen: crisisopvang, noodopvang en asielzoekerscentra. Ons college kiest niet voor crisisopvang (dit is opvang voor 72 uur, meestal in sporthallen), maar voor langer durende opvang.
1.1 Noodopvang Vanaf 15 september 2015 is een noodopvangvoorziening voor 500 asielzoekers in de Jaarbeurs geopend. Deze noodopvang wordt op 10 november gesloten. In samenwerking met het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) is, zoals gemeld in onze brief aan uw raad van 29 oktober, een nieuwe locatie voor noodopvang gevonden in het voormalige schoolgebouw aan de Amerikalaan. Deze locatie biedt plaats aan maximaal 500 asielzoekers en is beschikbaar tot 1 mei 2016. Als tegen die tijd blijkt dat er nog altijd behoefte is aan noodopvang, zullen wij kijken of elders in de stad een geschikte locatie gevonden kan worden.
1.2 Tijdelijk asielzoekerscentrum Op verzoek van het COA werken wij mee aan de komst van een tijdelijk asielzoekerscentrum (Azc) in onze stad. Zoals eerder gemeld in onze brief van 14 september, gaat het om een pand voor opvang van circa 250 asielzoekers. Het COA onderzoekt momenteel twee panden op hun geschiktheid hiervoor. Zodra een locatie serieus in beeld is, treden wij in overleg met uw raad.
1.3 Tweede asielzoekerscentrum Op dit moment huisvest Utrecht 450 asielzoekers in het Azc in Oog in Al. Het college heeft in november 2014, naar aanleiding van een raadsdebat, een zoektocht geïnitieerd naar een mogelijke locatie voor een tweede (permanent) asielzoekerscentrum in onze stad. Over een mogelijke locatie, die plaats kan bieden aan 600 asielzoekers, zijn wij in overleg met het COA. Wij hopen dat hierover nog in 2015 een besluit kan worden genomen. Voor een tweede Azc gelden de reguliere (ruimtelijke) besluitvormingsprocedures. Vanzelfsprekend worden uw raad en bewoners hierbij betrokken.
1.4 De zoektocht naar locaties Ons college heeft in haar brief van 14 september aangekondigd dat een zoektocht zal starten naar mogelijke locaties voor asielzoekersopvang. Hierbij stelt ons college zich ondersteunend op aan het COA die de panden zal huren, inrichten en exploiteren. De gemeente doet dit niet zelf. Bij het zoeken van locaties, zoals hiervoor genoemd, hebben wij dankbaar gebruik gemaakt van tips die ons van veel kanten bereikten, waaronder het door uw raad ingestelde meldpunt, signalen van bewoners en uit de ambtelijke organisatie. Dit leverde een lijst op van maar liefst 120 panden, die zijn onderzocht op beschikbaarheid, geschiktheid en omvang. Uiteindelijk hebben wij het COA een lijst van acht panden voorgelegd. Welke panden dit zijn, maken wij nu niet bekend (afgezien van het genoemde pand aan de Amerikalaan). Uiteindelijk zullen maar enkele van de acht panden gekozen worden; ze allemaal noemen zou, zoals het voorbeeld van andere gemeenten heeft geleerd, veel onnodige onrust kunnen veroorzaken. Deze zoektocht is ondertussen in grote lijnen afgerond maar zal nog niet beëindigd worden. Nog steeds dienen nieuwe locaties zich aan of worden aangeboden. Zolang bovenstaande opties voor
2/8
5 november 2015
noodopvang, een tijdelijk Azc en tweede Azc nog niet definitief gevonden zijn, wordt de zoektocht gecontinueerd. Landelijk is onder andere door het COC aangekaart dat dat er veiligheidsproblematiek speelt bij de groep LHBT asielzoekers in opvanglocaties. Signalen dat LHBT-asielzoekers zich niet veilig zouden voelen, worden uiterst serieus genomen en door de COA-medewerkers opgepakt. Zij worden hierin ook getraind. In opvanglocaties gelden de Nederlandse normen en waarden, die vanaf het begin onder de aandacht worden gebracht. Alle asielzoekers die bij het COA worden opgevangen, worden voorgelicht over artikel 1 van de grondwet, het gelijkheidsbeginsel. Discriminatie van LHBT's wordt expliciet benoemd. Het COA en COC zijn hierover structureel en waar nodig incidenteel met elkaar in overleg. Uiteraard blijven wij alert op alle mogelijke signalen die spanning kunnen veroorzaken. Het college participeert actief in het overleg met de Veiligheidsregio Utrecht en de Provincie Utrecht over opvanglocaties in de regio.
1.5 Realisatie noodopvangvoorziening Wij realiseren ons terdege dat de komst van noodopvangvoorzieningen vragen en ook kritiek zal oproepen bij omwonenden. Daarom proberen wij een zorgvuldige afweging te maken tussen onze ambitie om meer opvang te realiseren en de gevolgen voor de leefomgeving van omwonenden. Zodra een locatie serieus in beeld is, voeren wij eerst –in vertrouwen– overleg met buurt- of wijkcomités, de politie, het welzijnswerk en andere relevante partijen. In dit overleg bespreken wij onder meer wat er nodig is om de opvang in de wijk goed te laten verlopen. Zodra de locatiekeuze definitief is, informeren wij uw raad en nodigen wij omwonenden uit voor een informatieavond, waar wij met hen en het COA in gesprek gaan over de wijze waarop de inpassing van de opvang in hun leefomgeving plaats vindt.
2. De huisvesting van statushouders
2.1 De regeling Vluchtelingen die in Nederland een verblijfstatus hebben gekregen (statushouders) worden door het Rijk toegewezen aan de gemeenten, die voor huisvesting moeten zorgen. De gemeenten hebben geen invloed op het aantal statushouders dat zij moeten huisvesten; het Rijk bepaalt de huisvestingstaakstelling. De statushouders die in Utrecht gehuisvest worden zijn merendeels afkomstig uit de Azc’s Utrecht, Musselkanaal, Bellingwolde en Luttelgeest, maar er komen er ook uit andere asielzoekerscentra. Zij worden volgens de COA-systematiek aan Utrecht gekoppeld. De statushouders uit Azc Utrecht worden voor een groot deel ook elders in Nederland gehuisvest, tenzij er een sociaal-medisch advies is voor huisvesting in onze stad. De aan Utrecht toegewezen statushouders worden door de vijf Utrechtse corporaties (Mitros, Portaal, Bo-Ex, SSH en GroenWest) gehuisvest. Het Vierde Huis wijst de statushouders toe aan de corporaties, naar rato van het aantal woningen dat zij in bezit hebben. De statushouder krijgt een woning toegewezen door middel van een (in principe) eenmalig aanbod.
3/8
5 november 2015
2.1 De Utrechtse taakstelling De laatste jaren zijn de taakstellingen voor Utrecht in snel tempo verhoogd: van 78 in 2012, naar 168 in 2013, 299 in 2014 en 559 dit jaar. De taakstelling wordt per half jaar bepaald voor elke gemeente. Naar verwachting krijgt Utrecht in heel 2016 ruim 800 statushouders toegewezen. We begonnen 2015 met een achterstand van 201 nog te huisvesten statushouders. In de loop van dit jaar zijn, tot en met 24 oktober, 535 personen gehuisvest in 295 woningen. Dit betekent dat dit jaar nog 225 statushouders een woning moeten krijgen. Stand op 1-1-2015:
201 + (achterstand 2014)
Taakstelling 1e helft 2015:
272 +
Realisatie
1e
helft 2015:
253 -
Taakstelling 2e helft 2015:
287 +
Realisatie tot 24 oktober:
282 -
Nog te huisvesten:
225
(per 24 oktober 2015)
De Utrechtse corporaties leveren een goede prestatie. De twee grootste corporaties, Mitros en Portaal, hebben al meer personen gehuisvest dan hun taakstelling voor dit jaar en lopen daarmee de achterstand uit 2014 in. De corporaties hebben woningen uit de verkoop gehaald om ze beschikbaar te houden voor de sociale woningmarkt. Ook hebben zowel Mitros als Portaal woningen ter beschikking gesteld om per januari 2016 circa 50 alleenstaande minderjarige vreemdelingen met een verblijfsvergunning te huisvesten met begeleiding van voogdijinstelling Nidos. Deze woningen tellen mee voor de realisatie van de huisvestingstaakstelling. Ons college voert overleg met de corporaties en een aantal huisvesters voor jongeren en starters op de woningmarkt over hun bijdrage aan de taakstelling die we verwachten voor 2016 en verder. Dit doen we onder meer door woningen aan de sociale huursector toe te voegen door transformatie van leegstaande kantoorpanden en zorgcomplexen. Ook nieuwbouw van (tijdelijke) woningen is niet uitgesloten. Als gemeente zullen we dit faciliteren en stimuleren, maar de gemeente zal niet als ontwikkelaar optreden. Met corporaties en andere vastgoedeigenaren zijn we ook op zoek naar andere, tijdelijke huisvesting van statushouders. Zo wordt voor een aantal wooncomplexen en voormalige zorglocaties onderzocht of deze voor enige jaren beschikbaar kunnen komen voor statushouders, tot aan het moment dat de herontwikkeling van zo’n locatie van start gaat. Ons uitgangspunt bij de huisvesting van statushouders, zowel tijdelijk als vast, is en blijft dat de woningen van goede, duurzame kwaliteit moeten zijn en dat statushouders gespreid worden gehuisvest.
4/8
5 november 2015
2.3 Gemeentelijke Zelf Zorg Arrangementen Wij zijn terughoudend met het aanbieden van tijdelijke huisvesting op basis van de zogenoemde GZZA-regeling, die staat voor Gemeentelijke Zelf Zorg Arrangementen. Hierbij gaat het om tijdelijk – vaak particulier – onderdak voor statushouders die nog niet zijn uitgeplaatst naar een gemeente. De gemeente krijgt voor zo’n GZZA-plaatsing een bijdrage per statushouder; de statushouder zelf krijgt leefgeld van het COA. Er wordt geen huurcontract afgesloten en de statushouder blijft daarmee gedurende een half jaar financieel en organisatorisch afhankelijk van het COA. Begeleiding van vluchtelingenwerk is daarbij een financieel knelpunt. De statushouder moet binnen dat half jaar door de ontvangende gemeente gehuisvest worden. De betrokkenheid van het COA vervalt geheel na dat half jaar. De GZZA-regeling maakt het mogelijk dat particulieren ruimte in hun woning kunnen aanbieden voor opvang. Naar onze mening wegen de administratieve belemmeringen en risico’s van deze vorm van opvang niet op tegen de opbrengst. Daarom heeft deze regeling voor ons geen prioriteit. Wij blijven vol inzetten op de reguliere huisvesting van statushouders.
3. De integratie van statushouders
3.1 Nederlands leren en wegwijs worden in de stad Het huidige (nationale) inburgeringsbeleid legt een grote verantwoordelijkheid bij de statushouder. Wie Nederlands wil leren kan een lening afsluiten bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO) om zelf taalles in te kopen. De lening wordt kwijtgescholden als het examen binnen vijf jaar met goed gevolg wordt afgelegd. Het Rijk stelt nog wel middelen beschikbaar voor maatschappelijke begeleiding van statushouders. In Utrecht is het Stichting Vluchtelingenwerk die statushouders in het eerste jaar wegwijs maakt in de stad en helpt hun zelfredzaamheid te vergroten. Vluchtelingenwerk geeft ook voorlichting over het inkopen van Nederlandse les. Naar aanleiding van de huidige vluchtelingenstroom voeren wij overleg met particuliere initiatiefnemers, die asielzoekers de mogelijkheid willen bieden al Nederlands te leren als ze nog in een Azc of de noodopvang verblijven. Veel asielzoekers in de noodopvang in de Jaarbeurs lieten weten liefst zo snel mogelijk te willen beginnen met het leren van de taal. Een complicatie is, dat wie in het Utrechtse Azc verblijft meestal een woning krijgt in een andere gemeente, terwijl onze stad statushouders huisvest die merendeels uit Azc’s in andere gemeenten komen. Dit zou een breuk in vroeg begonnen taalonderwijs kunnen betekenen. Daarom zijn met het Rijk in gesprek over de mogelijkheid van meer lokale uitplaatsing van statushouders, zodat integratie eerder van start kan gaan. Over de resultaten van dit overleg zullen wij u later informeren. Kinderen van asielzoekers die Nederlands moeten leren gaan daarvoor naar de Taalschool Het Mozaïek in Ondiep (4 tot 12 jaar) en de Internationale Schakelklassen in Overvecht (12 tot 18 jaar). Deze beide onderwijsvoorzieningen zijn gespecialiseerd in opvang van en onderwijs aan deze kinderen/jongeren. Voor een (tijdelijke) uitbreiding van beide scholen zijn wij in overleg met de betrokken schoolbesturen. Voor de ISK is al uitbreiding gevonden aan de Maetsuijkerstraat; voor de Taalschool gaan we op zoek naar een locatie in de nabijheid van de school.
5/8
5 november 2015
3.2 Pilot ICT opleiding voor statushouders De pilot betreft een initiatief tot samenwerking van de Hogeschool Utrecht en AFAS software. Zij maken desgewenst gebruik van de expertise voor Vluchtelingen-studenten (University Assistance Fund) in het begeleiden van studenten. Uitgangspunt is het matchen van hoog opgeleide mensen met werk op hun eigen niveau. De pilot levert maatwerk door middel van een ‘pre-bachelor’ in combinatie met Nederlands leren om in te kunnen stromen naar een bachelor ICT opleiding. Hiermee wordt aangesloten bij de potentie van statushouders en wordt ingespeeld op de dringende vraag op de arbeidsmarkt naar een bepaald profiel van ICT personeel en kunnen daarmee specialistische vacatures alsnog worden vervuld. We kijken ook naar andere mogelijkheden om statushouders aan het werk te helpen. In de stad ontstaan spontane initiatieven zoals het opzetten van een pop-up Syrisch restaurant, waar Syrische statushouders kunnen gaan werken. We onderzoeken hoe we hier als gemeente onze medewerking aan kunnen verlenen.
4. Bed, bad en brood voor ongedocumenteerden Het kabinetsbesluit over “sobere en tijdelijke opvang” (bed, bad, brood) van ongedocumenteerden in vijf grote steden, waaronder Utrecht, dateert van april van dit jaar. Sindsdien is er veelvuldig overleg geweest tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en het kabinet over een mogelijk bestuursakkoord. In december 2015 wordt een aantal richtinggevende juridische uitspraken verwacht van de Centrale Raad van Beroep en de Raad van State. Deze uitspraken zijn van belang voor de juridische onderbouwing en de feitelijke invulling van een bed, bad, brood akkoord. Het kabinet heeft in een brief aan de Tweede Kamer laten weten, dat met een bestuursakkoord tussen het Rijk en de vijf steden wordt gewacht tot na deze uitspraken. Wij werken door aan de herijking van het Utrechtse beleid voor ongedocumenteerden, maar moeten de uitkomst van de landelijke discussie afwachten voordat we definitief onze eigen lijn kunnen bepalen.
5. Financiën
5.1 Bed, bad en brood Op dit moment is er 1,8 miljoen structureel beschikbaar voor Bed, bad, brood en begeleiding voor asielzoekers zonder verblijfsvergunning. De verdrievoudiging van de landelijke instroom van asielzoekers en ook het nog uitblijven van een aanpassing van het Rijksbeleid voor uitgeprocedeerden, heeft tot extra druk op de Utrechts Bed-, baden broodvoorzieningen geleid. Mede onder druk van de rechterlijke uitspraken moeten wij opvang bieden. De uitspraak van de Centrale Raad van Beroep, op 17 december 2014 heeft er wel toe geleid dat het Rijk de gemeenten met bed, bad, brood financieel tegemoet gekomen is. Utrecht heeft daarom eenmalig €2,4 miljoen ontvangen, zoals bekend gemaakt middels de septembercirculaire 2015. Daarmee kunnen we de extra kosten die we maken in 2015 financieel dekken. Voor voortzetting in 2016 met aanwending van het resterend bedrag voor 2015 is een besluit van uw raad nodig. Dit is
6/8
5 november 2015
levert nog geen structurele financiële oplossing op, want er blijven in 2016 en verder extra structurele kostenelementen bestaan voor bed, bad, brood en begeleiding. Een structurele verdere vergoeding van het Rijk hangt immers mede af van een definitief bestuursakkoord en van de beslissing van de hoogste rechtscolleges in december 2015.
5.2. Integratie van statushouders Voor de integratie van statushouders is een structureel bedrag van € 600.000 in de begroting beschikbaar. Vluchtelingenwerk geeft daarvoor maatschappelijke begeleiding aan statushouders. Het steunpunt Perspectief voor ex-AMA’s van vluchtelingenwerk begeleidt jongeren intensief naar scholing en werk. De jongeren in Utrecht zien we daardoor bijna allemaal of scholing volgen, of ze zijn aan het werk, met name in de Zorg, ICT en de techniek. Het Rijk bekostigt echter vanuit het ministerie van Sociale Zaken maar ca 50% van de kosten die gemeente moet maken voor de begeleiding van vluchtelingen. De VNG is al een tijd in gesprek met het ministerie om deze vergoeding meer kostendekkend te maken, maar daarover is nog steeds geen overeenstemming bereikt. Daarom financieren we deze activiteiten deels zelf. In 2016 en verder zijn door de verdrievoudiging van de huisvestingstaakstelling ook hier weer meerkosten te verwachten, waar we nu geen structurele dekking voor hebben.
6. Vrijwillige initiatieven Nog vooruitlopend op de realisatie van de noodopvang in de Jaarbeurs hebben veel Utrechtse bewoners en instellingen hulp aangeboden. Initiatieven voor het inzamelen van kleding en goederen en het organiseren van activiteiten nemen een grote vlucht. Ons college vindt dit hartverwarmend. In samenwerking met organisaties en individuele initiatiefnemers is een programma ontwikkeld met activiteiten op het vlak van sport, taal, ontmoeting, eten en muziek. Asielzoekers krijgen de kans om in kleine en soms grote groepen aan activiteiten deel te nemen. Zo zijn de afgelopen weken asielzoekers driemaal op bezoek gegaan bij Utrechtse gastgezinnen voor een maaltijd (in totaal ongeveer 800 personen verdeeld over drie avonden). Ook bezochten zij een onderdeel van de Nederlandse Filmdagen en was er een speciaal concert in Tivoli Vredenburg. Via ‘Taal doet Meer’ en veel kleinere initiatieven is er aandacht voor het leren van de Nederlandse taal. Kerken en moskeeën zorgen voor ontmoeting. Verschillende sportactiviteiten, waaronder een voetbaltoernooi, worden georganiseerd. Het aanbod is groot en divers. Een belangrijke schakel in dit geheel zijn de website en facebookpagina ‘Welkom in Utrecht’. Deze zijn door Utrechtse journalisten en vrijwilligers opgezet en fungeren als de digitale portal voor de vrijwillige inzet. Dankzij goede samenwerking tussen initiatiefnemers, COA en gemeente is er een dagelijks aanbod van activiteiten voor de asielzoekers. Onze rol bij het aanbieden van activiteiten is faciliterend en coördinerend. Het is onze ambitie om de kracht van de stad te benutten. Wij onderzoeken hoe we de vrijwillige initiatieven kunnen bestendigen, inzetten voor de noodopvang in Kanaleneiland, kunnen uitbreiden naar de bewoners van het Azc en kunnen inzetten voor de integratie van statushouders. Wij onderzoeken ook op welke manier asielzoekers zelf ingezet kunnen worden voor vrijwilligerswerk.
7/8
5 november 2015
Tot slot Ons college is zich er van bewust dat in de komende jaren een grote bijdrage van de stad wordt gevraagd bij de opvang, huisvesting en integratie van vluchtelingen. Wij vinden dat Utrecht als vierde stad van Nederland en als ‘mensenrechtenstad’ deze bijdrage moet leveren en zien het als logische invulling van het coalitieakkoord “Utrecht maken we samen”. Maar eenvoudig is de opgave niet. Wij zullen onze plannen en acties zorgvuldig uitvoeren, in nauwe samenspraak met uw raad en de Utrechtse bevolking. Wij verwachten u hiermee voor dit moment voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
Burgemeester en Wethouders
8/8