DRIEHONDERD JAAR REUZEKES VAN BORGERHOUT Het is dit jaar groot feest in Borgerhout. De vier beroemdste inwoners worden namelijk 300 jaar. Deze beroemde reuzenfamilie De Reus en de Reuzin, Kinnebaba en de Dolfijn zijn met hun ongeveer twee meter ongetwijfeld de kleinste van hun ras. Hier blazen ze hun kaarsjes uit van een mini verjaardagstaartje
Deze vier schattige grote poppen , met hun naïef lachende gezichten, hun 18de eeuwse kledij en hun statige salondansen hebben ons altijd vertederd. Ze zijn bijzonder, nog intact, hebben een originele dans én eigen muziek en lied. Als historisch erfgoed kan dat tellen, en daar zijn de Borgerhoutenaars heel fier op. Ze doen er dan ook alles aan om van deze 300ste verjaardag een Reuzefeest te maken. Er is een Reuzenbestuur, een Reuzenmagazine, Reuzenateliers, een reuzenfacebook, Al zeker 50 verenigingen en scholen maken zelf een nieuwe reus. alles te vinden op www.reuzenjaar.be
En natuurlijk komt er een bijzondere Reuzenstoet op 15 september. In deze stoet zijn wij met de volksmuzikanten van Muziekatelier Ward De Beer present met een Reuzenvolksorkest.
historische context
1712 is de tijd van Vivaldi, Bach , de Spaanse successieoorlog, –Lodewijk de 14de , die ook in de Nederlanden oorlog voerde. In 1712 was de armenkas van de gemeente Deurne-Borgerhout leeg. De Franse en de Oostenrijkse soldaten hadden aan de overheid veel geld gekost om te ontkomen aan inkwartiering en plundering. Nooit waren er zoveel armen geweest en de offerblokken van de bedevaartkapel .O.L.Vrouw van Victorie werden niet meer gespijsd door rijke pelgrims. Men zocht een middel om volk te lokken en men besloot een reuzenommegang te organiseren in 1712, het jaar van het einde der krijgsverrichtingen. Het lukte: er kwamen zeer veel mensen kijken en dat bracht geld in het laatje. Zoveel, dat het een jaarlijkse gebeurtenis werd. Waarin dat eerste jaar de stoet slechts vijf bezienswaardigheden telde, groeide dat aantal van jaar tot jaar. zo verschenen er de gewone reuzen, een kameel, een groot en een klein schip, een dolfijn, een “maagdekenswagen” duivels, een zwaan..kortom alles wat men in een reuzenstoet verwacht. ( “De reuskensommegang van Borgerhout 1712-1962” van Oscar Verschroeven en Jozef
Pittoors) zie ook :http://www.antwerpen.be/eCache/ABE/3/126.Y29udGV4dD04MDM0MTYz.html foto Onze Reusjes hebben dus al drie eeuwen overleefd. Niet altijd zonder kleerscheuren, want nog enkele jaren geleden viel de Reus en werd zijn kop erg beschadigd. Omdat hun broosheid niet te veel zou lijden onder risico’s van de jaarlijkse reuzenoptocht, en vele andere publieke vertoningen in het Reuzenjaar, ( Dolfijn traint zelfs mee voor de Marathon) heeft het District replica’s laten maken, die buitengewoon gelijkend zijn. Je ziet het verschil echt niet, (behalve dat de Reuzin een beetje couperose heeft). De oorspronkelijke reuzekes mogen nu veilig uitrusten in het Reuzenhuis .
Muziek De Borgerhoutse Reuzekes hebben ook hun eigen muziek en heel bijzondere dans. Bestaande uit vier menuetten die ze nog elk jaar dansen in de reuzenstoet. De muziek is in volksmuziekkringen welbekend, en op de beiaard van het Districtshuis kan met het deuntje regelmatig horen. In 1982 tekende Geert Van den Elsacker de drie menuetten op in Sib (zo wordt het door de huidige begeleidingsgroep op kopers gespeeld). Florimond van Duyse noteert het in A , enkel de eerste dans ,en niet de twee anderen vanwege het geringe verschil. Wij spelen het liever in G vanwege ons instrumentarium. De dans De dans die ze uitvoeren, is zoals als al de dansen uit de achttiende eeuw: het is een kalme dans in een ernstig tempo en eenvoudige figuren als zwenken en buigen. Hij eindigt met een menuet.
Deze dansen hebben ze ter gelegenheid hun jubileumjaar speciaal voor verfilming gedanst in het Districtshuis en het filmpje kan iedereen zien op you tube http://www.youtube.com/watch?v=YqUFePTV1P4 Het lied Het lied wordt gezongen op de muziek van het eerste menuet. Tenminste tot hiertoe enkel het refrein. Men ging er van uit dat de tekst van de strofen verloren was gegaan. In de achttiende eeuw werden tijdens de optocht ook gedrukte liederen uitgedeeld. Er is echter geen enkel liedbladje bewaard gebleven. Of toch? Want in een novelle uit 1922 van Jules Grietens vonden we een tekst in oudere spelling geciteerd, die heel goed past op het eerste deel van de muziek. De tekst dicht de reuskens een armoedige toestand toe, maar vermits het een bedellied moest zijn kan dat zeker kloppen, ook met het refrein dat mooi aansluit. We hebben dus de vrijheid genomen en het Reuzenliedje terug samengesteld zodat nu ook de strofen kunnen gezongen worden.
De reus die moet op zijn kousen loopen Falderiereriere Hij heeft geen ghelt om schoenen te koopen! Falderierera Refrein: De reuskens ze dansen in Borgerhout Ze draaien eens rond en hun voetjes zijn koud Van hopsasa, van falalala, van falala lalalala De boeren die maken de pap zo dik En elke lepel dat is ne slik Van hopsasa, van falalala, van falala lalalala En Kinnebaba heeft zijn frak versleten, Falderiereriere
’t Goet is op om ‘nen nieuwen te meten Falderierera De muts der Reuzin is in ’t Schijn gevlogen Falderiereriere De zonne schijn niet om ze te droghen! Falderierera De Dolfijn heeft zijn kop verloren, Falderiereriere Nu kan hij geen pijpke toeback meer smoren. Falderierera
Het Districtsbestuur nam ook enkele nieuwe initiatieven en vroeg aan Noella Elbers om nieuwe strofen te maken voor ons reuzenlied. Zij maakte 12 zeer originele strofen die verwijzen naar de belevenissen van onze Reuskens in hun lang 300 jarig leven. We zongen ze met 8 koren op het Koorconcert in de Roma in december.
Ook kapitein Winokio werd aangezocht om een nieuw reuzenliedje te maken. En Boombal maakte een Reuzendans: “Iedereen danst de reuzen”, gebaseerd op een gigue met enkele variaties , de muziek is een bewerking van het Borgerhoutse reuzenlied. Dat alles kwam op een dvd die door het District werd uitgegeven. Ter gelegenheid van dit koorconcert namen wij voor de gelegenheid de vrijheid om vanuit deze tekst van het reuzenliedje een Reuzenlitanie, te maken.
De Reuzenlitanie der Borgerhoutse Reuskens (oude tekst uit 1712 bewerkt door ‘t Liederlijk Volkske o.l.v. Lief Verbeeck)
Alleluya, alleluya, alleluya Wel vrienden luistert naar dit lied, dat ik u heden ga verkonden, ’t gaat over de Reuskens van Borgerhout, die dees jaar al drijhonderd jaar bestonden De Reus, die vriendelijke goeie reus, die eindelijk genezen is van zijn valpartij, die moet op zijn proper witte kousen lo-open Hij hee geen geld, geenen centiem , laat staan vijf euro in zijne lege portemonee, om eens fatsoendelijke schoenen te kopen En Kinnebaba, da lief schattig dutske van ne reus, hee zijne schone frak helemaal kaal versleeten ’t Goed is oep, geene gersey of pied de poule nie meer, om ‘nen nieuwe oep zijn kindermaat gesneje aan te me-eten De muts, met kantjes en kleurige lintjes, van onze vriendelijke Reuzin, is in da vies en stinkend Schijn gevlo – ogen De zonne, die meestal afwezige zomerzonne, schijnt natuurlijk weer eens nie om ze te dro-ogen Den Dolfijn, die vierde kleine reus van’t Borgerhout kwartet, hee zijne kartonne kop verloo-oren Na kan hem als hem goesting hee, maar ook nie in een bruin café, geen lekker pijpke toeback nie meer smo - oren En dan is er dees jaar nog ne vijfde reus, ne giraf met een apelijf, op het Borgerhouts toneel verschenen Ze moeten in de zoölogie maar eens gaan zien, wat er daar allemaal is verdwenen En dan schijnt er nog ne nieve reus te zijn, met nen dikke nek en krokodillepoten Ze zeggen dat die overlest, van ‘t schoon verdiep is weggelo-open Dus vrienden al te gaar, in dees feestelijk jaar, gaan wij ons zeker amusee-eren
Als vijftig reuzen groot en klein, in de Borgerhoutse straten paradee-e-ren A-AMEN
Lief Verbeeck