Dertigers in de kerk Dertigers en hun plaats in de kerk
Marijke Harmanny <31 juli 2012>
1. Spanning tussen dertigers en de andere generaties 2. Dertigers helpen actief te zijn in de kerk 3. Sterke kanten van dertigers in geloof en kerk Bronnen en gespreksvragen
© copyright 2012 Centrum Dienstverlening Gereformeerde Kerken niets in deze uitgave mag worden verveelvoudigd en / of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Centrum Dienstverlening Gereformeerde Kerken
pagina 2 v. 11 | Dertigers in de kerk
Mark en Marloes zijn 34 en 31 jaar oud en hebben een dochter van een jaar oud. Mark werkt bij een bank en heeft net promotie gehad. Marloes werkt drie dagen per week als maatschappelijk werkster en volgt een verdiepende cursus. Al met al hebben ze best een druk leven: werk, studie, ouderschap, sporten met vrienden; de week zit behoorlijk vol. Ook geloof is belangrijk voor Mark en Marloes. Ze genieten ervan om samen bijbel te lezen en te bidden. Ze gaan elke zondag tenminste ’s morgens naar de kerk. Marloes neemt deel aan een muziekgroep in de kerk. Ze vind het belangrijk om op deze manier de kerk te helpen vernieuwen: samen open over je geloof praten, af en toe moderner muziek spelen tijdens de erediensten. Ze is soms best wel uitgeput – haar werk, moederschap en taken in de kerk, het is best veel samen. De kerk is maar moeizaam in beweging te krijgen; maar ze houdt vol. Mark heeft niet zo veel plezier in de kerk. De psalmen en gezangen spreken hem niet zo aan, de preken zijn vaak meer van hetzelfde. Mark voelt zich vaak wat onder druk gezet: mensen proberen hem in een vereniging of in de kerkenraad te krijgen. Hij vindt de sfeer in de kerk wat benauwend. Waarom zou hij daaraan mee doen? Hij heeft het druk genoeg met zijn werk en zijn gezin. Dertigers zoals Mark en Marloes hebben tegenwoordig niet zo’n gemakkelijke plek in de gemeente. Dit artikel beschrijft de spanning tussen dertigers en andere generaties. Ook worden er enkele ideeën gegeven hoe je dertigers kunt helpen om actief te zijn en wordt er beschreven waarin dertigers sterk zijn in kerk en geloof. Je kunt het artikel ook gebruiken voor bespreking in een kerkenraad of wijkteam. Aan het einde van het artikel zijn gespreksvragen opgenomen.
pagina 3 v. 11 | Dertigers in de kerk
1. Spanning tussen dertigers en andere generaties
Dertigers in de kerk Een deel van de dertigers haakt af, ziet geen nut meer in de kerk, of gaat naar een andere gemeente. Een ander deel blijft, en probeert van alles te veranderen – of als dat niet lukt blijven ze uit trouw, maar zonder met veel plezier naar de kerk te gaan. Het is voor dertigers moeilijk om zich thuis te voelen, en verantwoordelijkheid te nemen in de kerk. Hoe komt dat? Wat maakt dat het voor dertigers in deze tijd moeilijker is hun plek te vinden dan voor voorgaande generaties? Over deze vragen gaat dit artikel. In deze paragraaf wil ik beschrijven welke plaats de dertigers hebben tussen andere generaties.
De taak van generaties. Iedere generatie ontwikkelt zich in een bepaalde tijdsgeest. De gebeurtenissen en de tijdsgeest in de eerste vijftien jaar van je leven bepalen in sterke mate hoe je in het leven staat. Elke individu wordt beïnvloed door het gezin en het sociale milieu waar hij uit komt, en ieder heeft ook persoonlijke eigenschappen. Maar de generatie waar hij toe behoort geeft een persoon ook een bepaalde kleur, geeft hem en zijn leeftijdsgenoten een bepaalde eigenheid. Naarmate een generatie volwassen wordt, wil ze deze eigenheid inzetten in de maatschappij. Deze inzet zorgt voor vernieuwing, voor verfrissing van bedrijven, instellingen en organen. Vaak voelt een nieuwe generatie goed aan wat de zwakke kanten zijn van een bestaande cultuur, en wil daar wat aan doen. De inzet van nieuwe generaties maakt dat een bedrijf zich ontwikkelt en in beweging blijft. Het zorgt ervoor dat ontwikkeld wordt wat nodig is: wat past bij de tijd, waar mensen verder mee komen. Als een generatie haar eigenheid niet kan inzetten, kan ze de lust verliezen om mee te doen in de maatschappij. (Aart C. Bontekoning, Het generatieraadsel, ontdek de kracht van generaties, 2010, Amsterdam, Mediawerf, pagina 35-38)
Ontwikkeling van dertigers Dertigers - of de praktische generatie - (geboren tussen 1970-1985) groeiden op in een tijd van stijgende welvaart. Hun ouders, de protestgeneratie (1940-1955), groeide op in meer zorgelijke tijden, maar hun kinderen ontbrak het aan niets. De kinderen konden genoeg te eten krijgen, genoeg speelgoed. Er was genoeg geld voor studiefinanciering, zodat dertigers de studie van hun keuze konden volgen. Zodoende zijn dertigers relatief hoog opgeleid, en stromen ze sneller door naar hogere functies dan oudere generaties. Ze verdienen meer, en kunnen gemakkelijk geld lenen. Dertigers kunnen al jong de auto, de wereldreis en het huis van hun dromen krijgen, al brengt het een deel van hen op den duur in de schulden. Dertigers zijn opgegroeid in welvaart.
pagina 4 v. 11 | Dertigers in de kerk
Tegelijk stellen dertigers keuzes op relatiegebied uit: een vaste relatie, trouwen, een gezin stichten. Dit wordt uitgesmeerd over veel meer jaren dan andere generaties dit deden. Studie en werk krijgen voorrang, trouwen en kinderen krijgen kan altijd nog. Vaak loopt de verantwoordelijkheid van dertigers op het werk voor op hun emotionele volwassenheid. Vroeger was je eerst een tijd leerling of assistent voor je verantwoordelijkheden kreeg in een bedrijf, en pas op latere leeftijd werd je leidinggevende. Door dit hele proces deed je mensenkennis en werkervaring op en leerde je verantwoordelijkheid dragen. Tegenwoordig worden dertigers soms al kort na hun afstuderen leidinggevende, zonder werk- en levenservaring. Dit kan best verwarrend zijn voor henzelf en voor andere generaties. Er wordt dan zelfstandigheid van hen verwacht terwijl zij best onzeker kunnen zijn en behoefte kunnen hebben aan advies en begeleiding. Daardoor kunnen zij vastlopen. Er is zoveel keuze, er kan zo veel, en wat moet eerst? Carrière maken, reizen, een gezin stichten, er goed uit blijven zien, een druk sociaal leven, een nieuwe studie, sporten, de kerk… Dertigers willen veel tegelijk en vinden alles belangrijk. De tijdsgeest waar dertigers in opgroeiden heeft hen in sterke mate beïnvloed, maar andere generaties pakken hier ook een en ander van mee. Ook veertigers en vijftigers kunnen moeite hebben met keuzes maken. Zo komen burn-outs in alle generaties voor – wanneer mensen hun eigen grenzen niet meer zien, of alle druk niet meer aankunnen.
Verschuiving in prioriteiten Voor de protestgeneratie kan het vreemd zijn als dertigers kerk en gezin niet voor laten gaan. De protestgeneratie groeide op met duidelijke prioriteiten en rolpatronen. Kerk en gezin stonden voorop. Moeder zorgde voor huishouden en gezin, soms werkte ze een paar dagdelen buitenshuis. Vader werkte de hele week buitenshuis om zijn gezin te onderhouden. De bijbel nam een belangrijke plaats in. Je las kerkelijke bladen, je deed mee in het verenigingsleven. Vader in de kerkenraad, moeder op de vrouwenvereniging, de kinderen op catechisatie. In de loop van de jaren verminderden deze plichtsgevoelens en natuurlijke prioriteiten. Voor de protestgeneratie was zorg voor gezin en betrokkenheid in kerk en maatschappij belangrijk. Voor de generatie hierna, generatie X (1955-1970), is samenwerking, tolerantie voor elkaar en rekening houden met ieders wensen belangrijk. Dit zie je terug in de kerk: veertigers nemen een minder prominente plaats in dan vijftigers en zestigers, ze overleggen meer, geven meer ruimte voor verschillen en brengen mensen bij elkaar. Voor de pragmatische generatie, de dertigers, wordt het steeds minder normaal om je gezinsleven bovenaan de lijst te zetten. En om actief te zijn in de kerk. Gezin en kerk hebben een concurrentiepositie gekregen ten opzichte van alle andere mogelijkheden die de samenleving biedt. Een oorzaak van deze verminderde betrokkenheid in kerk en gezin, is dat de nadruk meer op het individu komt te liggen, en minder op relatie en gemeenschappen. Als gevolg van welvaart, kun je je leven meer sturen en inrichten naar wat bij jou past. Zelfontplooiing en doen wat je leuk vindt zijn belangrijke waarden. Zo wordt het moeilijk om door te zetten wanneer dingen tegenvallen in werk of gezin. Persoonlijke ontwikkeling is het ultiem
pagina 5 v. 11 | Dertigers in de kerk
goede. Dit botst met de Bijbelse boodschap dat een mens tot zijn recht komt als hij God boven alles liefheeft en zijn naaste als zichzelf.
Dertigers minder thuis in de kerk Dertigers hebben dus meer keuzemogelijkheden, ze kunnen gemakkelijk veel bereiken, gezin en kerk geven ze vaak een minder hoge prioriteit. Maar wat dit betekent voor de kerk? Hoe maakt deze ontwikkeling van dertigers dat ze zich minder betrokken voelen in de kerk?
– Dertigers hebben een druk leven, waar de kerk maar een klein onderdeel van is. Vroeger bood de kerk kansen om bijvoorbeeld verantwoordelijkheid te dragen als ouderling of diaken naast je gewone werk. Maar nu zijn er meer terreinen die verantwoordelijkheid en inzet vragen.
– Dertigers zijn vaak gewend verantwoordelijkheid te dragen op hun werk, en naar eigen idee veranderingen te kunnen doorvoeren. In de kerk wordt er sterker dan in een bedrijf aan tradities vastgehouden, bijvoorbeeld wat betreft de muziek, vergadervormen of kledingstijl. Dertigers kunnen daarom het gevoel krijgen dat de kerk niet van nu is, of dat hun inbreng en veranderingszin niet wordt gewaardeerd.
– Dertigers zijn meer dan oudere generaties gewend activiteiten te zoeken waar ze zich door kunnen ontwikkelen, die goed bij hen passen. De mix van stijlen en leeftijden in een gemeente kan voor hen lastig zijn om zich thuis bij te voelen. Een belangrijke vraag voor dertigers is: waarom zou ik me inzetten voor de kerk? Voor voorgaande generaties was het vanzelfsprekend om je in te zetten. Daarom is het zowel voor dertigers als voor de oudere generaties goed om naar elkaar te verwoorden waarom geloof en inzet in de kerk belangrijk zijn. De volgende paragraaf geeft hierin een aanzet.
pagina 6 v. 11 | Dertigers in de kerk
2. Dertigers helpen actief te zijn in de kerk
Waarom actief in de kerk? Christen- en gemeente-zijn Het is goed om je als christen eens af te vragen: waarom gaan we naar de kerk en waarom is het nodig dat je je actief inzet voor de kerk? Hoe motiveer je een dertiger zoals Mark? Om die vragen te beantwoorden, kun je beginnen bij de kern van het geloof. Christenen geloven dat God hen geschapen heeft. Ze hebben Hem nodig hebben als Heer van hun leven. We geloven dat we zondigen en het sterven van Christus nodig hebben om verzoend te kunnen worden met God . Door Christus gered en bij elkaar gebracht, vormen we een gemeenschap waarin de Heilige Geest ons helpt om te groeien in geloof. Gods genade krijg je voor niets – God houdt van je, vergeeft je en neemt je zoals je bent. De gemeente is een plaats waar je niet hoeft te presteren maar Gods rust ontvangt. Dat betekent niet dat geloof vrijblijvend is en je alleen maar voor de dingen hoeft te gaan voor zover ze je aanspreken. Het geloof draait niet om het ‘ik’, maar om het liefhebben van God en je naaste. De gemeente van Christus is door God bij elkaar gebracht om als Gods volk Zijn grote daden te verkondigen, elkaar als lichaamsdelen van Christus op te bouwen in geloof, en ieders gaven in te zetten in kerk en wereld door de kracht van de Heilige Geest. Geloven doe je samen. Daarom klopt het niet als je alleen naar dingen in geloof en kerk zoekt die een beetje leuk zijn en nog net passen in het drukke leven van de hele week. Het kan Mark helpen om zich te realiseren: ook voor hem is het goed om eerst het koninkrijk van God te zoeken, vóór al de andere taken van de week. Hij kan zich eerst af vragen: hoe kan ik meer van God leren en anderen helpen te groeien in geloof? Dit helpt dit hem om ook in alle andere dingen goed en gezond te functioneren zoals God hem heeft bedoeld, of dat nu werk, hobby’s of relaties zijn. Want een mens is geschapen om te leven vanuit zijn relatie met God.
Concentreren op hoofdzaken in het geloof Het is zinvol als in een gemeente meer onderscheid wordt gemaakt tussen hoofd en bijzaken in geloven en doen, en te concentreren op wat echt nodig is. Zo kan de kerk dertigers helpen prioriteiten te stellen: geloof gaat voorop; God dienen met je gaven en je geloof delen met mensen om je heen. De kerk kan benadrukken dat een gelovige deze prioriteiten altijd meeneemt. Bij solliciteren, bij het zoeken van een huwelijkspartner, bij specialisatie door een studie. Deze prioriteiten bepalen de invulling van zijn tijd. Ze bepalen ook de agenda van de kerk: het draait in de kerk niet om vergaderingen, regels, liturgische gewoonten. Nee, gelovigen willen samen de Here dienen. Straal dat uit naar dertigers. Dat kan wel lastig zijn. De samenleving leert ons dat alles draait om onze persoonlijke ontwikkeling, om presteren en succesvol zijn, jong blijven en
pagina 7 v. 11 | Dertigers in de kerk
aantrekkelijk zijn. Dat zie je ook bij Mark: de kerk past niet goed binnen zijn andere activiteiten. Maar het christelijk geloof draait niet om hoe goed en mooi jij bent, maar om God en de ander. Het geloof gaat niet over jouw prestaties en successen, maar over verzoening – Gods redding van jou en jouw taak om God en je naaste lief te hebben. Dat is soms moeilijk om te verkopen aan dertigers, en evengoed aan andere generaties. Natuurlijk houdt God van je zoals je bent en wil Hij je helpen je gaven te ontwikkelen. Maar geloof draait niet om het ‘ik’. Op dit punt is het christelijk geloof echt een tegencultuur. Het gaat niet om jou maar om God en je naaste. Misschien voor dertigers als Mark even slikken, maar het schept wel helderheid: hier gaat het om in geloven; wil hij daarvoor gaan? En het kan een bevrijding voor hem zijn. Mensen worden niet gelukkig door alles om zichzelf te laten draaien. Ze kunnen zich opgejaagd voelen door alle mogelijkheden en eisen die ze zien voor zichzelf. Bang om fatale fouten te maken. Wat een rust kan het geven om te weten dat dit je hoofddoel niet is. Dat je gewoon niet alles kunt, dat je tekort schiet en dingen verkeerd doet en dat je bij God met lege handen mag komen. Dat God jou vergeeft en liefheeft zoals je bent. In de kerk hoef je niet steeds naar jezelf te kijken, maar is je doel om God en de ander lief te hebben. Dat kan rust geven. Natuurlijk niet als je meer geeft dan je hebt, waartoe Marloes neigt. Bijvoorbeeld door jezelf uit te putten door alles maar te doen wat mensen je vragen. Liefhebben heeft te maken met geven wie jij bent – met wat jij in huis hebt, op een gezonde manier, niet meer en niet minder. Zo kan een christen God en de ander liefhebben als een natuurlijk levensdoel en zich zo ontwikkelen naar Zijn beeld. Daar heeft God je voor gemaakt. Als je zo eerst God koninkrijk zoekt, dan mag je vertrouwen dat God je geeft wat je verder nodig hebt.
Nadruk op ontmoeting Nadruk op ongedwongen ontmoeting kan dertigers meer aantrekken dan wanneer een kerk veel regels, commissies en plichten heeft. Dertigers zijn bij uitstek goed in praktisch en effectief nadenken. Als een kerkstructuur ingewikkeld of plichtmatig is kunnen dertigers zich ongemakkelijk voelen. Het is belangrijk om in een kerk te weten waar het om gaat: samen de Here te dienen en groeien in geloof. Samen getuigen naar de wereld om ons heen. Daarom bestaat de kerk. Daarom zijn er regels, commissies en gebruiken. Niet om zichzelf, maar om vorm te geven aan deze doelen. Als je meer nadruk legt op die ontmoeting, kunnen dertigers zoals Marloes zich meer ontspannen voelen in de kerk. In deze tijd die veel van hen eist hebben mensen als Marloes behoefte aan een plek waar ze gewoon mogen zijn, een plek waar ze niet van alles moeten. Waar je samen even stil kunt zijn in het drukke leven, en samen kunt zoeken naar waar het nu echt om gaat. Tegelijk zal de kerk ook de dertiger wat kosten. Praktisch en effectief levert niet altijd geloofsgroei op. Voor relaties moet je werken, voor die met God, met je gezinsleden, en met je geloofsgenoten. Geloofsgroei en groei in een gemeente kost tijd en energie. Het gaat meestal niet zoals jij het wilt. Maar ook dertigers zijn nodig als deel van het lichaam van Christus, zoals staat in Efeze 4. Alle gelovigen zijn geroepen om elkaar te respecteren en te steunen op hun plaats in de gemeente.
pagina 8 v. 11 | Dertigers in de kerk
3. Sterke kanten van dertigers in geloof en kerk
Actief zijn in de kerk: Timoteüs Timoteüs geeft een mooi voorbeeld van hoe je als jonge man (of vrouw) een goede rol kunt vervullen in de kerk. We weten niet precies hoe oud hij was. Hij hoorde in elk geval niet meer bij de jeugd, hij was volwassen, maar nog een jonge man. Net als een dertiger van vandaag. Timoteüs was in twee culturen opgegroeid, zijn vader was Grieks en zijn moeder joods, en zijn karakter lijkt in Paulus’ beschrijving wat schuchter en teruggetrokken. Mogelijk voelde hij zich onzeker tegenover andere mensen omdat hij nog jong was. In 1 Timoteüs 4:12-16 lezen we: 12 Sta niemand toe dat hij vanwege je jeugdige leeftijd op je neerkijkt, maar wees voor de gelovigen een voorbeeld in wat je zegt, in je levenswijze, in liefde, geloof en zuiverheid. 13 In afwachting van mijn komst moet je je toeleggen op het voorlezen uit de Schrift, op de prediking en het onderricht. 14 Veronachtzaam de genade die je geschonken is niet; je dankt haar aan de profetische woorden die de raad van oudsten over jou, onder handoplegging, heeft uitgesproken. 15 Richt je hierop, maak het je eigen, zodat voor iedereen duidelijk wordt dat je vorderingen maakt. 16 Neem je in acht, houd je aan de leer en blijf dat doen; dan red je zowel jezelf als hen die naar je luisteren. Hier kun je zien dat God mensen inzet, zoals ze zijn, mét hun zwakke kanten of jonge leeftijd. Wat oudere generaties van Paulus kunnen leren is vertrouwen hebben in jonge mensen, ze steunen en adviseren in taken die zij krijgen. Paulus beschouwt Timoteüs als zijn zoon, die hij traint en opleidt tot missionair werker. Hij houdt Timoteüs voor dat mensen niet vanwege zijn leeftijd op hem moeten neerkijken. Hij is geroepen om de Heer en de gemeente te dienen, daarom mag hij gezaghebbend onderricht geven. Paulus stimuleert Timoteüs om zijn gaven in te zetten in de gemeente. Dit geldt voor ons allemaal. God roept ons om elkaar te stimuleren, zowel de dertigers als andere generaties, om onze gaven in te zetten voor elkaar.
Eigenschappen van dertigers Elke generatie heeft een eigenheid die ze graag in wil zetten. Als kerk kun je zoeken naar de eigenheid van dertigers en ze stimuleren deze in te zetten om de gemeente te helpen groeien. Brede ontwikkeling
De vele mogelijkheden die dertigers hebben maakt dat ze zich breed ontwikkelen. Ze leren levenslang. Het zijn veelzijdige mensen, breed inzetbaar, ook in de kerk. De vele mogelijkheden maken dertigers vaak
pagina 9 v. 11 | Dertigers in de kerk
drukbezet en gejaagd, ze zijn steeds op zoek naar wat nog meer bij hen past, naar nieuwe uitdagingen. Als gemeente kun je ze helpen om prioriteiten te stellen door binnen en buiten de kerk te leven in geloof. Misschien helpt het Marloes bijvoorbeeld om elke week met een vriendin te praten en te bidden en bijbel te lezen en zo te zien hoe God spreekt over je werk en vrije tijd. Praktisch
De welvaart en het succes maakt dat dertigers praktisch ingesteld zijn. Ze zijn analytisch, zien goed hoe ze van a naar b kunnen komen. ze kunnen gemakkelijk taken in de kerk aanpakken en vernieuwen, processen tot de kern brengen en versnellen. Het maakt ook dat ze soms moeilijker de diepte in kunnen: ergens voor gaan wat meer moeite kost en wat meer tijd vraagt. Om ze te helpen te verdiepen, is het belangrijk om te laten zien waarom bepaalde doelen het waard zijn om voor te vechten. Door bijvoorbeeld aan Mark te laten zien hoe een commissie na jaren verandering heeft bereikt, of hoe jeugdwerkers met een lange adem plezier hebben als ze kijken naar de resultaten van hun werk. Zo leer je hem zich niet te laten weerhouden door tegenslagen of een langzame vergadercultuur. Flexibel
Door de vrijheid in keuzes gedraagt een dertiger zich vrijer. Vaste structuren of gewoonten zijn niet nodig, je kunt steeds nieuwe, passender vormen ontwikkelen. Dertigers zijn flexibel. Ze staan meer dan voorgaande generaties open voor de cultuur, en kunnen zo ook de gemeente helpen verfrissen en verlevendigen en aantrekkelijk maken voor niet-gelovigen. Dertigers vinden vaak authenticiteit en zelfontplooiing belangrijker dan waarheid en trouw. Dat maakt ook dat zij zich moeilijk binden: een huwelijk voor altijd, ambtsdrager zijn in een traditionele kerkstructuur, voor langere tijd bij dezelfde baas, het kan hen tegenstaan. Voor de gemeente is het belangrijk ook hierin concreet te laten zien waarom deze dingen belangrijk zijn. Vertel als ouder echtpaar bijvoorbeeld hoe kostbaar je huwelijk wordt als je volhoudt, of welke voldoening het geeft om in een gemeente mee te leven in goede en slechte tijden. Bij zichzelf blijven.
Dertigers leren boven alles om zichzelf te ontwikkelen, om af te haken en verder te kijken wanneer iets niet goed bij ze past, hun doelen in de weg staat, of tegenzin oproept. Deze persoonlijke benadering heeft ook een positieve kracht. Dertigers betrekken dingen sterk op zichzelf. Daarmee maken ze geloof en kerk persoonlijker. In gesprekken en vergaderingen zijn dertigers sterk in het verwoorden van emoties en in tot de kern komen van de dingen. Zo helpen ze in concrete en alledaagse dingen het geloof een plek te geven. Hieronder volgen enkele gegevens over de drie meest actieve generaties in de kerk:1
1
Bontekoning, 128-134, 148-151
pagina 10 v. 11 | Dertigers in de kerk
Protestgeneratie (1940-1955)
Generatie X (1955-1970)
Dertigers of Pragmatische generatie (1970-1985)
Gedrag
Zoeken bevestiging, denken abstract en discussiëren graag, voorzichtig in kritiek.
Bescheiden, afwachtend, bouwen bruggen tussen ideeën en mensen, vermijden risico’s.
Zoeken eigen kracht, zoeken interactie, willen steeds leren, zijn concreet, open, direct en persoonlijk.
Sterk
Zijn vitaal en krachtig, hebben idealen, veel kennis en ervaring.
Gericht op anderen en samenwerking. Verbeteren kwaliteit en professionaliteit.
Zijn analytisch, kunnen goed communiceren en praktisch en snel oplossen.
Zwak
Kunnen dominant zijn. Hebben statusangst. Praten meer dan ze doen.
Nemen geen duidelijk standpunt in en nemen geen risico’s.
Haken snel af of worden onzichtbaar bij tegenwind. Vragen niet om nodige advies. Moeite met keuzes.
Hoe ze aangestuurd willen worden
Hun werkethiek, en ervaring (openlijk) waarderen. Vragen, niet commanderen.
Ontspannen thuis-sfeer bieden, informeel en praktisch benaderen.
Persoonlijk en gelijkwaardig benaderen, persoonlijke uitdagingen creëren, toon effect van hun meedenken.
Slot: Dertigers helpen groeien in de kerk Dertigers leven met veel keuzes en verplichtingen. Het valt niet mee om prioriteiten te stellen en je te laten leiden door God en geloof. Als kerk kunnen we ze helpen door duidelijk, to the point en concreet te zijn in ons spreken over kerk en geloof. Dertigers zijn inzetbaar door ze persoonlijk te vragen voor dingen waar ze goed in zijn en door samen te werken. Vraag Mark bijvoorbeeld mee te werken aan de boekhouding. Of vraag hem om hulp bij een verandering of ontwikkeling. Laat hem meedenken en geef hem invloed. Luister naar Marloes en help haar om niet teveel hooi op haar vork te nemen. Help Mark en Marloes ontdekken dat huwelijk, gezin en taken in de kerk het waard zijn om voor te strijden. Dertigers kunnen erg zelfstandig overkomen, maar hebben vaak behoefte aan advies van oudere generaties. Ze kunnen bouwen op de idealen en van de protestgeneratie, en leren van hun doorzettingsvermogen. En van de overlegmentaliteit, bescheidenheid en begrip van generatie X. Samenwerken tussen generaties kan bevorderd worden door persoonlijk, echt, concreet en respectvol te zijn. Geef aan wat je belangrijk vind, wat je vooroordelen zijn, geef direct feedback of vraag verduidelijking. Toon enthousiasme. Elke generatie heeft sterke kanten die de gemeente nodig heeft om te ontwikkelen. Laten we die zien en als oudere en jongere generaties elkaar helpen om elkaars gaven te ontwikkelen. Samen zijn we gemeente!
pagina 11 v. 11 | Dertigers in de kerk
Hoofdbronnen
Aart C. Bontekoning. 2010. Het generatieraadsel, ontdek de kracht van generaties. Amsterdam: Mediawerf. J. van Genderen en W.H. Velema. 1992. Beknopte gereformeerde dogmatiek. Pagina 615-622. Kampen: Kok. P.H.R. van Houwelingen. 2009. Timoteüs en Titus, pastorale instructiebrieven. Pagina 40, 114-116. Kampen: Kok. Gert de Jong, Spiritualiteit van dertigers en veertigers. Kwantitatief onderzoek voor Kerk zonder Grenzen. Een Kaski-publicatie van de Radboud Universiteit Nijmegen, september 2010. http://www.ru.nl/kaski/virtuele_map/publicaties/ (afgehaald 24 juni 2012). Iet van Slageren en Barbara van der Stee. 2004. Leiding geven aan dertigers. Soest: Nelissen. Adam Sparks, Church Family? Intergenerational tension in the church, www.theologian.org.uk (afgehaald maart 2011). Johan Visser. 2010. ‘Naar de kerk in het spitsuur van het leven’, in Wapenveld, jaargang 60, nr. 4 (augustus). Pagina 37-40. http://wapenveldonline.nl/artikel/966/naar-de-kerk-in-het-spitsuur-van-hetleven/ (afgehaald 10 mei 2012). Nienke Wijnants. 2008. Het dertigersdilemma. Amsterdam: Bert Bakker.
Gespreksvragen
1. Wat herken je uit dit artikel bij jonge mensen in jouw omgeving? Onderstreep en bespreek in de groep. Wat zie je anders? 2. Welke plaats nemen dertigers in jouw kerk in? Zijn ze betrokken of juist niet? Wat zijn redenen voor deze dertigers om zich te gedragen zoals ze doen? 3. Hoe vind je dat er in de kerk omgegaan wordt met ideeën en inzet van dertigers en jongere generaties? Welke dingen kunnen anders worden aangepakt? 4. Lees 1 Timoteüs 4: 12-16. Wat vind je van de verhouding tussen Paulus en Timoteüs? Hoe kun je elkaar vandaag in de kerk helpen groeien in geloof? Bedenk voorbeelden van hoe je zorg, ideeën of waardering voor jonge mensen kunt verwoorden. 5. Wat kun jij doen om dertigers te helpen hun plek in de gemeente te vinden of te groeien in geloof? Noem een concreet voorbeeld.