Derde Leerjaar
3
www.lessenpakket.be
Een koude of een warme bakker? Doelen • verwoorden waarvoor verschillende graansoorten gebruikt worden; • de delen van de (graan)plant benoemen; • het proces beschrijven van zaaien naar graan en over malen tot meel. Wanneer je bij de bakker al dat lekkere brood ziet liggen, vraag je, je wel eens af waar al dat brood en gebak vandaan komt. Hoe maakt de bakker dat alles? Soms komt er bij de bakker een soort tankwagen. Die brengt meel bij de bakker. Wat is meel en waar komt het vandaan? Dat gaan we nu even onderzoeken. Schrijf hier wat je al zelf weet over meel:
...........
...........
........... ........... ...........
........... Schrijf bij de tekening op de juiste plaats deze woorden: stengel wortel aar graankorrel blad
. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . In een aar kunnen wel 60 graankorrels zitten. Wan. . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . neer je dus 100kg koren zaait, kun je zowat 6000kg graan oogsten. Voor brood gebruiken we vooral . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . tarwegranen. Er zijn nog andere graansoorten dan . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . tarwe. Zo maakt de bakker verschillende soorten brood en gebak met speciale granen. ................................................... . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . Hieronder zie je enkele graansoorten. Kun je de naam erbij schrijven? Kies uit: haver, tarwe, rijst, maïs, rogge. Op deze tekening zie je waar het meel vandaan komt.
1 Dit is een veld vol graan. Graan is een plant die door de boer wordt gezaaid. Een graanplant ziet er zo uit:
2
3
4
5
1.............. 3.............. 5.............. 2.............. 4.............. Dit is de juiste keuze: 1 = tarwe, 2= rijst 3= maïs, 4= haver, 5= rogge.
www.lessenpakket.be
brood - derde leerjaar - pagina 54
3
Een koude of een warme bakker? Van tarwe wordt brood gemaakt. Rogge wordt gebruikt voor bruine broodsoorten. Rijst ken je wel, het wordt vaak gegeten bij de warme maaltijd. Uit maïs worden cornflakes en popcorn gemaakt, hij wordt ook veel gebruikt als voeder voor dieren, denk maar aan kippen. Uit haver wordt dan weer havermout(pap) bereid.
Net zoals een grasmaaier, maait deze machine het graan. De graanplanten komen in een grote bak. Daar worden ze geschud, dit heet ‘dorsen’. Door dit schudden komen de graantjes los uit de aar.
Graan: van op het veld tot bij de bakker. De boer kan graan zaaien in de herfst of na de winter. Graan dat in de herfst gezaaid wordt, noemt men wintergraan. In welke maanden van het jaar valt het herfst?
O Naar de mensen thuis, zodat ze brood kunnen eten. O Naar de bakker om brood te bakken. O Naar een maalderij om te malen. O Naar het warenhuis om te verkopen.
Naar wie wordt nu al dat graan gebracht en waarom? Kleur het gepaste rondje.
...................................................
Denk goed na. Denk ook na wat de bakker nodig . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . heeft om brood te bakken! Dan wordt het winter, de zaadjes rusten. De lente komt, de graanplantjes beginnen te groeien, in het begin lijkt het wel gras. De graanplantjes worden groot, en kleuren geel.
Vroeger werd het graan naar een molen gebracht. Nu gebeurt het malen in een soort fabriek: de maalderij
Wanneer de boer in de lente zaait, spreken we van zomergraan. Wanneer de zon het graan gerijpt heeft, komt de boer met een maaidorser. Bekijk het woord maaidorser goed. • welke twee zaken doet een maaidorser: ................................................ ................................................ ................................................ • schrijf de naam van de machine bij de tekening.
De juiste keuze was: ‘ Naar een maalderij om te malen’. www.lessenpakket.be
brood - derde leerjaar - pagina 55
3
Een koude of een warme bakker? Het gemalen graan noemt men meel. Wanneer dit meel fijn gezeefd wordt, zijn de pelletjes van het graan eruit. Dit witte meel noemt men bloem. Hiervan maakt de bakker brood. De bakker maakt verschillende soorten brood en hij heeft hiervoor verschillende bloemsoorten nodig. Meestal gebruikt hij bloem waarin verschillende graansoorten verwerkt zitten. Er bestaan allerlei soorten mengsels.
www.lessenpakket.be
Even herhalen! Orden deze prenten door er het juiste nummer onder te schrijven van 1 tot 6 (van graan tot brood). Noteer erbij de passende woorden, kies uit: zaaien, groeien, maaien, dorsen, malen, brood maken.
brood - derde leerjaar - pagina 56
3
Leve de bakker! Doelen • het beroep van warme bakker waarderen, door er informatie over te vernemen en er kennis mee te maken; • het chronologisch proces van brood bakken verwoorden en/of noteren; • ruimtelijke oriëntatie: aan de hand van een tekst een plattegrond aanvullen. Jesse woont in een nieuw huis. Eigenlijk is het huis al een beetje oud, maar Jesse woont er pas, voor hem is het dus nieuw. Naast zijn huis is een bakker. Vooraan zie je de winkel, daarachter is de bakkerij. Achter de bakkerij, naast de tuin van Jesse, heeft de bakker nog een magazijn. Daarin bewaart hij het meel en alles wat hij nodig heeft om te bakken. Het ziet er dus zo uit: Schrijf op de plattegrond de cijfers 1 tot en met 5 in het juiste vak: 1. het huis van Jesse 2. het magazijn 3. de bakkerij 4. de tuin van Jesse 5. de bakkerswinkel
www.lessenpakket.be
De bakkerij ruikt soms, o zo lekker. Van ’s morgens vroeg stijgt de warme geur van versgebakken brood op. Jesse zou graag eens zien hoe de bakker dat brood bakt. Soms stopt er een vrachtwagen voor de bakkerij. Op de vrachtwagen staat een molen getekend. De vrachtwagen brengt bloem, die in silo’s wordt opgeslagen. Silo’s zijn gesloten metalen tonnen waarin de bloem goed bewaart. Bloemsoorten die hij niet zo veel nodig heeft, bestelt hij in zakken. De chauffeur van de vrachtwagen brengt enkele zakken binnen. Jesse kijkt de man na. Bakker Hans komt buiten. ‘Dag bakker, ik zou graag eens mee brood bakken’ zegt Jesse. ‘Echt waar? Dan moet je thuis maar eens vragen of je heel vroeg mag opstaan.’ Het is nog donker als Jesse bij de bakker binnenkomt. ‘Dit vind ik gezellig Jesse, alle mensen slapen nog. . . behalve jij en ik. Nu de radio aan, en dan. . . brood bakken!’.
brood - derde leerjaar - pagina 57
3
Leve de bakker! Omkring 4 grondstoffen die de bakker zeker nodig heeft om een gewoon brood te maken:
Dit zijn de juiste woorden, de letters staan wel door elkaar: e m e l
............................
r e w a
............................
s i t g
............................
o t u z
............................
t
www.lessenpakket.be
Eerst weegt de bakker zijn bloem en gist af. Hij vraagt aan Jesse: ’Weet jij waar de gist voor dient?’ Jesse weet het niet. Vraag het of zoek het op en schrijf je antwoord hier: ................................................... ...................................................
brood - derde leerjaar - pagina 58
3
Leve de bakker! Opdracht: kleef de puzzelstukken in het juiste vak, dan zie je hoe brood gebakken wordt.
www.lessenpakket.be
brood - derde leerjaar - pagina 59
3
Leve de bakker! De bakker giet de bloem in de metalen deegkuip. Daarna voegt hij gist, lauw water en zout eraan toe.
De kneedmachine mengt het meel met water, gist en zout. Zo verandert dit mengsel in deeg. Het is rekbaar en elastisch. In de opbolmachine wordt het deeg in stukjes van telkens hetzelfde gewicht verdeeld. De stukken deeg rollen langs een soort omgekeerde glijbaan naar boven, zo krijgen ze een ronde vorm.
Nu gaat het deeg in een soort kast waar het warm en vochtig is. De gist gaat nu zijn werk doen. Het deeg rijst, het wordt luchtiger.
De deegbollen worden nog eens gekneed en ze gaan weer ‘rijzen’. Nu voor een langere tijd, ongeveer een uur.
Als de voorziene tijd om is, gaat het brood de oven in. Opgepast, de oven wordt heel warm, wel meer dan 200°C! Mooi om te zien hoe de broden een lekkere, lichtbruine korst krijgen.
Het brood wordt naar de bakkerswinkel gebracht. Dadelijk gaat de winkel open en komen de eerste klanten hun brood kopen.
www.lessenpakket.be
brood - derde leerjaar - pagina 60
3
Lekkere gerechten met brood Doelen • een recept lezen, bespreken en uitvoeren; • een bereiding aanpassen en de proportionele verhouding tussen de ingrediënten berekenen; • enkele hygiënische en veiligheidsregels afspreken bij het bereiden van een gerecht. Brood dat je bijhoudt, wordt droog maar behoudt nog heel wat van zijn gezonde voedingswaarde. Het is jammer om dat oude brood zomaar weg te gooien. Je moet wel zorgen dat brood droog bewaard wordt, anders beschimmelt het brood en is het niet meer eetbaar. Hoe maak je van oud brood toch nog iets lekkers? Twee bereidingen! A.Van oud brood maken we een smakelijke broodpudding. In ‘ons kookboek’ kun je dit recept lezen: • • • • • • •
300g oud brood ½ liter melk 220g kristalsuiker 5 eieren 50g rozijnen een weinig kaneel 10g vanillesuiker
www.lessenpakket.be
Doe het brood in een kom en giet er de lauwe en gesuikerde melk over. Laat het brood hierin weken. Plet het daarna met een vork tot je een dikke brij krijgt. Voeg er de rozijnen, de kaneel, de vanillesuiker en de geklutste eieren bij. Giet alles in een beboterde vuurvaste vorm. Laat ongeveer 45 minuten in een warme oven (200°C) bakken. Keer om op een warme schotel en laat afkoelen. Lees de tekst en bespreek hem: • Wat heb je nodig? Ken je alle ingrediënten? • Welk kookgerei heb je nodig? Denk aan vork, weegschaal… • Wat betekent: ‘een weinig kaneel’? • Wat moet je met de melk doen? • Wat betekent: ’laat het brood hierin weken’? • Wat moet je met de eieren doen? • Wat betekent: ‘een beboterde vuurvaste vorm’? • Wat betekent ‘200°C’? Hoe lees je dit? Wat betekent het kleine rondje na de 200? Waarvoor staat de ‘C’? • Waarom: keer om op een warme schotel? Leg afspraken vast om zindelijk en hygiënisch om te gaan met voedingsproducten: denk aan handen wassen, de werkplaats schoon houden, opruimen, … De kinderen verduidelijken het woord ‘hygiëne’.
brood - derde leerjaar - pagina 61
3
Lekkere gerechten met brood Dit recept vertrekt vanuit 300g brood. Vul de tabel aan: met een andere hoeveelheid brood, moeten ook de andere hoeveelheden in gelijke mate aangepast worden. 300g brood
600g brood
900g brood
1200g brood
½ liter melk
.......................
.......................
.......................
200g kristalsuiker
.......................
.......................
.......................
5 eieren
.......................
.......................
.......................
50g rozijnen
.......................
.......................
.......................
10g vanillesuiker
.......................
.......................
.......................
een weinig kaneel
.......................
.......................
.......................
Om samen te bespreken: ‘Een weinig kaneel’ staat er in het recept. Wat wordt daarmee precies bedoeld? Hoe ga je dit aanpassen in de andere kolommen? Moet je dit wel veranderen (zin voor realiteit aanscherpen)? Soms worden er ook fijngesneden stukjes appel aan de broodpudding toegevoegd. Vind je nog andere mogelijkheden om dit recept aan te passen aan jouw voorkeursmaak? Noteer hier wat je van het resultaat van jullie kookkunst vindt... is de broodpudding lekker geworden? Wat zou jij in het vervolg anders doen? ................................................... ................................................... ................................................... ................................................... ...................................................
www.lessenpakket.be
B. Maak je eigen pizzabroodje! Wat heb je nodig? Stokbrood, kaas, tomaat. . . en verder wat jij lekker vindt op de pizza. Snijd het stokbrood in de lengte open. Snijd de tomaat in fijne stukjes. Je kunt ook tomaat met kruiden uit blik gebruiken. Beleg het brood met kaas. Hiervoor kun je mozarella gebruiken of gemalen kaas. Kruiden met oregano of andere pizzakruiden. Leg op de pizza naar smaak nog wat ananas, champignonschijfjes, ham, stukjes paprika… Zo maakt ieder het broodje helemaal naar eigen keuze. Verwarm de oven voor op 180°. Plaats de broodjes in de oven tot de kaas gesmolten is. Dit kan ook onder de grill. Een eenvoudig recept met heel wat mogelijkheden! Naast de aandacht voor hygiënisch omgaan, bespreek je hier ook enkele veiligheidsvoorschriften: • hoe werk je veilig met een warme oven? • hoe haal je de broodjes uit de oven? • omgaan met (schil)mes…
brood - derde leerjaar - pagina 62
3
Lekkere gerechten met brood Teken hieronder het recept in vijf stappen. Schrijf bij elke tekening kort wat je doet. Zo kunnen anderen ook jouw lievelingsrecept bereiden.
..................................................
.................................................
.................................................
.................................................
................................................. www.lessenpakket.be
brood - derde leerjaar - pagina 63
3