Derde Leerjaar 3
www.lessenpakket.be
Anjers zaaien Doelen • zaaivoorschriften in tekst of schema kunnen lezen en verklaren; • de uitdrukkingen ‘volle grond’ en ‘onder glas’ bij het zaaien, begrijpen; • met eigen woorden het principe van het zaaien toelichten; • in een schema aangeven hoe anjers zullen groeien die volgens het voorschrift gezaaid zijn.
Wat betekent dit allemaal? De letters J F M A M … staan voor de maanden. Schrijf hier de namen van de maanden voluit. Schrijf bij elke maand ook het nummer van die maand: januari = 1e maand, februari = 2de maand en zo verder. __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________
In het plantencentrum kun je zakjes zaad van bloemen, planten, groenten… kopen. Je kiest maar wat je lekker of mooi vindt… keuze te over!
__________________________________________ __________________________________________ __________________________________________
Elien koos voor bloemen: anjers. Hier zie je wat er op het zakje staat:
__________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________
ANJER *X *X X X
Zaaien
J
F M A M
Bloeitijd * onder glas
Welke twee mogelijkheden heeft Elien bij het zaaien?
x
J
J
A
S
x
X
x
O N D
* betekent: ________________________________ X betekent: ________________________________
in volle grond
Onder glas zaaien: dan heb je een serre nodig of een bak met glazen deksel erop. Een serre is een soort glazen huis. Daarin vriest het niet zo vlug zodat de jonge plantjes al vroeg op het jaar kunnen groeien.
www.lessenpakket.be
sierteelt - derde leerjaar - pagina 57
3
Anjers zaaien
5 cm
5 cm
5 cm
5 cm
5 cm
5 cm
5 cm
5 cm
5 cm
5 cm
5 cm
5 cm
5 cm
Hier zie je een tekening van het stukje grond waar Elien anjers zaait. Teken hier hoe de bloemen goed kunnen groeien: rijen, afstand… 5 cm
Teken hier een serre:
25 cm
Volle grond: je zaait gewoon in de aarde van je tuin. Je moet wel opletten dat die grond geschikt is voor de planten. Op zandgrond groeien planten niet zo gemakkelijk als op kleigrond. Denk maar aan het strand, waar in het zand weinig planten groeien. Je kunt de grond vruchtbaar(der) maken door hem te bemesten. Kun je in de maand april in volle grond zaaien? Je ziet dat soms twee tekens in het schema staan. Dat betekent dat je mag kiezen: onder glas of in volle grond. Houd er wel rekening mee dat het nog kan vriezen in april! Dan zul je de zaden of jonge plantjes tijdig moeten afdekken! Hoe zaai je? Dat staat op het pakje. Rijen op 25 cm van elkaar. Trek lijnen in de grond van ongeveer 1cm diep. Strooi de zaadjes er voorzichtig in. Na een tijdje komen de kleine plantjes boven, maar… ze zijn met te veel! Zo kunnen er geen grote bloemen uit groeien. Haal daarom een deel van de plantjes weg, zodat er op elke rij om de 5 cm een anjer staat. Dit wordt ‘uitdunnen’ genoemd.
25 cm
25 cm
Hoeveel anjers zullen er ongeveer op dit stukje grond groeien? ___________
Welke bloemzaden zou jij kiezen in het plantencentrum? _____________________________________ __________________________________________
Toch kun je ‘dik zaaien’ en ‘dun zaaien’: wat denk je dat dit betekent?
www.lessenpakket.be
sierteelt - derde leerjaar - pagina 58
3
Zeg het met spreekwoorden! Doelen
Bewerkstellig nu de overgang van passief taal begrijpen naar actief taal gebruiken. Vertel een • zegswijzen passief begrijpen door ze te verbinden korte context waaraan de kinderen een passende uitdrukking (hierboven) koppelen, bv. met hun verklaring; • zegswijzen actief gebruiken aan de hand van een • het al te bont maken in de klas; • laat oudere mensen in het huis waar ze al lang context. wonen; • hij sliep de hele nacht aan een stuk door tot diep Zeg het met bloemen en planten. in de ochtend; • bazen van een fabriek of leiders van het land, Vooraf: we maken naar de kinderen toe niet het krijgen soms veel nare dingen te horen; onderscheid tussen ‘spreekwoorden, zegswijzen en • … uitdrukkingen’. In het Nederlands zijn er verschillende spreekwoorden die met bomen, planten, bloemen… te maken hebben. Verbind de spreekwoorden met de passende verklaring. Teken een groene stengel van een spreekwoord naar de verklaring die er bij hoort.
www.lessenpakket.be
sierteelt - derde leerjaar - pagina 59
3
Zeg het met spreekwoorden!
Hoge bomen vangen veel wind.
De bloemetjes buiten zetten.
www.lessenpakket.be
Iemand bedriegen.
Een bejaarde verandert niet graag van woonplaats of manier van leven.
Iemand om de tuin leiden
Een oude boom verplant je niet.
Slapen als een roos.
Aan alle goede dingen zitten wel enkele nadelen.
Plezier maken.
Geen rozen zonder doornen.
Heel rustig slapen.
Mensen die een belangrijk werk doen of bekend zijn, krijgen veel kritiek.
sierteelt - derde leerjaar - pagina 60
3
De fleurige floriste Doelen • via een tekst, info vernemen over het werk van de floriste; • woorden waarvan de letters door elkaar staan, terug vinden door de context; • a.d.h.v. prijskaartjes een boeket samenstellen dat het gegeven maximumbedrag niet te boven gaat; • verwoorden hoe je snijbloemen verzorgt; • weten dat een plant water, licht en meststof nodig heeft; • bloemenboeketten relateren aan een jaarlijks weerkerende gebeurtenis.
Natuurlijk wisselt het aanbod in de loop van het jaar: er zijn kerstrozen en (6) krestmoben in december, er zijn voorjaarsbloemen zoals de krokus en de narcis… De drukste dagen zijn moederdag en Valentijn. De mensen komen vaak naar de bloemenwinkel voor belangrijke gebeurtenissen in hun leven: een geboorte, een (7) kijlewuh, een overlijden, een verjaardag, op het kerkhof… Je moet zeker eens komen kijken in mijn winkel als je in de buurt bent. En als je mama jarig is, heb ik altijd wel iets moois! Schrijf de foutieve woorden in de tekst, hieronder juist. Vind je de oplossing niet, dan kun je verder nog wat tips vinden.
Verloop van de les Karin heeft een bloemenwinkel. Ze vertelt over haar beroep ‘Floriste’. Van de vetgedrukte woorden zijn de letters door elkaar gegooid. Schrijf dat woord juist onderaan. Ik vind het leuk om een (1) winbloemkelen te hebben. Het prettige is dat je allerlei mooie dingen kunt bedenken en maken. Er zijn zoveel soorten bloemen in zoveel kleuren en ook allerlei groen om het boeket voller en mooier te maken. De verscheidenheid in verpakkingen en vazen maakt het extra leuk om bloemen te (2) enkkschi en ze te verpakken. Bloemisten en floristen volgen regelmatig een korte opleiding om nieuwe bloemstukken samen te stellen. Zo zie je altijd andere dingen in de bloemenwinkel. We moeten nog heel wat werk doen wanneer de winkel al gesloten is: naar de (3) grandelhoot rijden bijvoorbeeld om bloemen, vazen, kaarsjes… aan te kopen. Het is belangrijk dat de bloemen goed verzorgd worden. Je moet er vooral op letten dat de vazen (4) prorep zijn en dat de bloemen fris water hebben. Zo blijven ze het langste mooi en stevig. We verkopen snijbloemen, die je in een vaas kunt zetten, maar ook kamerplanten, (5) perknatlepn, bloemstukken, droogbloemen, kaarsen, vazen, versieringen… www.lessenpakket.be
(1)
______________________________________
(2)
______________________________________
(3)
______________________________________
(4)
______________________________________
(5)
______________________________________
(6)
______________________________________
(7)
______________________________________
Vind je de oplossing niet? Dan lees je hier enkel tips. 1. Plaats waar men bloemen koopt. De eerste letter is een ‘b’. 2. Eerste letter is de ‘s’. Het betekent ongeveer: bloemen een plaats geven in een boeket. 3. Een gewone winkel waar je bijvoorbeeld één bloempot koopt, noemt men de ‘kleinhandel’, de winkelier zelf koopt in de g……. 4. Niet vuil maar…… 5. Planten die men op een stukje grond of een perkje samen zet. 6. Op 25 december hebben veel mensen zo’n versiering in huis. 7. Een ander woord voor ‘trouwen’.
sierteelt - derde leerjaar - pagina 61
3
De fleurige floriste Hier zie je het uitstalraam van een bloemenwinkel op vier verschillende perioden in het jaar. Kijk goed en noteer over welke bijzondere dag het gaat. Kies uit: Sinterklaas, grote vakantie, Kerstmis, Halloween, Valentijn, einde schooljaar, moederdag, begin schooljaar, Pasen.
www.lessenpakket.be
sierteelt - derde leerjaar - pagina 62
3
De fleurige floriste Verzorg de bloemen • Snijd onderaan de stengel een klein stukje schuin af, zo kunnen ze goed water opzuigen. • Vraag aan de bloemist of de bloemen veel of weinig water nodig hebben. • Zet de bloemen in helder water. • Doe wat bloemenvoeding in het water. • Zet de bloemen niet op een warme plaats (een radiator of in de volle zon). Schrijf bij deze prenten: goed of fout en leg uit wat er goed of fout is.
www.lessenpakket.be
sierteelt - derde leerjaar - pagina 63
3
Slaap, plantje slaap… Ik zorg voor mijn plantjes Doelen • weten wat een plant nodig heeft om te leven; • symbolen en aanduidingen i.v.m. bloemen en planten begrijpen; • respect en liefde voor de natuur ontwikkelen.
De kunst van het water geven: Planten hebben water nodig, maar zorg ervoor dat het teveel aan water kan wegvloeien! Dat kan zo:
Lesgang Lees dit eerst. Planten groeien, leven en gaan dood. Om te groeien en te leven hebben ze voeding en verzorging nodig. Aangepaste voeding en een regelmatige verzorging zorgen ervoor dat ze beter ontwikkelen en mooiere bloemen of vruchten voortbrengen. Wat ze allemaal nodig hebben om te leven? De tekeningen hieronder stellen dit voor:
Planten hebben
nodig.
Voor hun voeding is
nodig.
Hun wortels moeten in goede nodig.
Planten hebben dus aarde, water en licht nodig. Bij het licht (van de zon) hoort ook warmte en lucht. Niet alle planten hebben dat evenveel nodig. (inspiratie op www.opdesiertoer4kids.be)
www.lessenpakket.be
In de bodem van de bloempot is een gaatje. Als je teveel water geeft, komt dat in het schoteltje terecht. Wanneer planten teveel water zouden krijgen, kunnen de wortels gaan rotten.
Mmmm… lekkere meststof! Planten halen hun voedsel uit de vochtige aarde. Wanneer planten in een bloempot staan, moet je ze af en toe wat mest geven. Zo komt er in de potaarde meer voedingsstoffen. De meststoffen koop je in een plantencentrum. Soms is het een vloeistof die je bij het water voegt. Vraag wel een volwassene om na te kijken hoe je dat moet gebruiken en of het wel het juiste product is. Het zonnetje in huis Planten hebben licht en warmte nodig om te leven. Sommige bloemen en planten hebben meer zon, andere minder zon nodig. Zoek dus zonodig een aangepaste plaats voor je plant. Dat is ook zo voor planten die je in de tuin zet. Sommige verkiezen het lommer, andere de volle zon. Je moet dus vooraf geïnformeerd zijn… maar hoe? Dat lees je hieronder.
sierteelt - derde leerjaar - pagina 64
3
Slaap, plantje slaap… Ik zorg voor mijn plantjes
Schrijf hier wat deze woorden betekenen:
Snijbloemen: Bloemen die je in een _____________
We planten tijm en anemoon in de tuin. Om meer te weten over de plant bekijken we het kaartje dat erbij zit. Daarop staat een lijstje van tekens.
kunt zetten.
Op het kaartje van de tijm staat:
Bloeitijd: De tijd dat er ____________________ aan de plant groeien.
Droogbloemen: Bloemen die je kunt ____________ en bewaren. Keukenkruid: Dit kun je gebruiken om ___________
TIJM
____________ .
Schrijf hier wat je weet over tijm:
Geneeskruid: Dit dient om ____________________ .
__________________________________________
Bodembedekker: Een plantje dat voortgroeit en zo steeds meer_______________________ .
__________________________________________ __________________________________________ __________________________________________
Rotstuinplant: Deze plant wordt gebruikt tussen stenen in een _______________________ .
__________________________________________ __________________________________________ Op het kaartje van de anemoon staat:
ANEMOON
Schrijf hier wat je weet over de anemoon: __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________ __________________________________________
www.lessenpakket.be
sierteelt - derde leerjaar - pagina 65
3
Bezoek aan een boomkwekerij Doelen • een informatieve tekst lezen en begrijpen over fruitbomen; • elementen over de groei en de vruchten vernemen; • het werk van de boomkweker leren kennen en waarderen.
Lesgang Lees eerst de tekst. We hadden nog een plaatsje in de tuin. ‘Hier planten we een appelboompje’ zei papa. Ik reed mee naar de boomkwekerij. Er stonden kleine boompjes op rijen, grotere bomen, struiken… Op bordjes stonden de namen van de planten, maar die waren soms moeilijk te lezen. Hier staan de fruitbomen: kers, peer, pruim, appel… Bij de appelbomen zijn er verschillende soorten, ik probeer de namen te lezen. ‘Belle de boskoop’ lijkt wel de naam van een meisje uit een tekenfilm. Maar ook ‘Elstar’, Reine de Reinettes’ en ‘Jonagold’. Bij Jonagold lees ik: ‘Jonagold = kruising tussen Jonathan en Golden’. Zeer vroeg dragend met bijzonder grote, zoete vruchten, geel-rood van kleur. Goede bewaarappel. Vast vruchtvlees. Aanbevolen.’ “Papa,hier staat ‘aanbevolen’, is dat dan de beste soort?”. De boomkweker geeft uitleg over de verschillende appelsoorten: smaak, uitzicht, grootte, oogstperiode, sappig of melig, handappels of stoofappels… Papa beslist toch om de Jonagold te nemen. “Je kunt die appels goed bewaren, als we er dan heel veel hebben, kunnen we ze lang bijhouden,” denkt vader. Papa legt het boompje voorzichtig in het aanhangwagentje. “Houd de wortels goed nat”, zegt de boomkweker nog. Ik mocht helpen een putje te graven: een vierkant waarvan elke zijde ongeveer 50 cm meet. Het gat moest ook zowat 50 cm diep zijn. Ik nam de hele tijd de meter, om te zorgen dat het geen centime-
www.lessenpakket.be
ter te groot of te klein was! “Zo precies moet nu ook weer niet”, zei papa. Papa doet nog wat meststof in de put, voor hij het boompje erin zet. Dan mag ik de aarde weer in de put scheppen. Het was bijna donker en het begon koud te worden toen we klaar waren. De volgende dagen ging ik vaak naar het boompje kijken. “Je moet wachten tot in het voorjaar -maart of april- voor je kunt zien hoe de blaadjes groeien”, vertelde papa. Op een morgen bemerkte ik dat de stam dicht tegen de grond beschadigd was. De schors hing eraf. Zo kan een boompje ziek worden of sterven! Ik vertelde het aan papa, die naar de boomkweker reed om te vragen of dit een ziekte kon zijn. De boomkweker wist wat de oorzaak was. Door het koude weer zijn hongerige konijnen in onze tuin gekomen. Om ze van het boompje weg te houden zette papa er gaas rond. Hij keek de afsluiting van de tuin nog eens na. De konijntjes hadden een gat in de afsluiting gevonden. Papa maakte het dicht en legde een eindje verder een stapeltje met groenafval: koolbladeren en resten van groenten. “Dat zal de konijnen door de koude dagen helpen,” zei vader. Zo zullen ze ook geen honger meer hebben en van de jonge boompjes afblijven. Wanneer hij de appelboom gaat snoeien, vraagt hij nog eens aan de boomkweker hoe hij dat het best doet. Door goed te snoeien, groeien er namelijk meer en grotere appels aan de boom. Vader is blij dat de boomkweker altijd raad weet met zulke problemen. Nu kun je deze vragen oplossen. 1. Waar koopt papa het appelboompje? _______________________________________ _______________________________________ 2. Noem 3 appelsoorten: _______________________________________ _______________________________________
sierteelt - derde leerjaar - pagina 66
3
Bezoek aan een boomkwekerij 3. De boomkweker weet hoe het moet. Schrijf bij de prenten wat ik doe.
4. Zoek adressen van boomkwekerijen in je buurt. Schrijf hier wat deze boomkwekerijen zoal verkopen: _______________________________________ _______________________________________ _______________________________________ _______________________________________ _______________________________________ _______________________________________ www.lessenpakket.be
sierteelt - derde leerjaar - pagina 67
3
Bloemen in verschillende vormen Doelen • delen van de bloem onderscheiden en opnoemen; • weten dat bloemen in zeer verschillende vormen en kleuren voorkomen. • beschouwend genieten van kleur en vorm bij bloemen.
2 Bloemen observeren en tekenen. Zoek prenten van bloemen. Je kunt ook gaan kijken in de bloemenhandel, op de markt of op de website www.zoek je plant.be. Kijk naar de vormen en kleuren van bloemen. Valt het je op dat er zoveel verschillende vormen van bloemen zijn? Dat zie je ook op deze tekeningen. Ook de bladeren en de stengels verschillen.
Verloop van de les 1 Kijk en lees. Bloemen zijn heel mooi, we zien ze vaak op tekeningen. Bekijk ze goed hieronder. Je ziet blaadjes, kleuren… maar welke delen heeft een bloem nog? Dat kun je zien op deze tekening.
De gekleurde bladeren noemen we de kroonbladeren. De groene bladeren zijn de kelkbladeren. In de bloem zie je fijne draadjes: dat zijn de meeldraden. Als je ze aanraakt, krijg je soms een fijn poeder aan je hand. Bij sommige bloemen zoals de tulp, zie je in het midden van de bloem duidelijk de stamper.
www.lessenpakket.be
sierteelt - derde leerjaar - pagina 68
3
Bloemen in verschillende vormen Teken hier de bloemen na. Let erop dat je de bladeren zo goed als mogelijk de juiste vorm geeft. Als je de meeldraden of de stamper ziet, teken je die er ook bij. Schrijf de naam van de bloem eronder. Zoek de kleuren op en kleur de bloem juist in. Let op: een bloem kan soms in verschillende kleuren voorkomen. tulp
vergeet-me-nietje
narcis
forsythia
geranium
chrysant
www.lessenpakket.be
sierteelt - derde leerjaar - pagina 69
3