Demand 11: Fear Him who can destroy both soul and body in hell
Bijbelverzen: Mattheus 10:28 En wees niet bevreesd voor hen die het lichaam doden en de ziel niet kunnen doden, maar wees veeleer bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel. Lukas 19:27 Maar deze vijanden van mij, die niet wilden dat ik koning over hen zou zijn, breng ze hier en sla ze hier voor mijn ogen dood. Mattheus 25:41, 46 Dan zal Hij ook zeggen tegen hen die aan de linkerhand zijn: Ga weg van Mij, vervloekten, in het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is. En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.
De beschrijvingen die Jezus gebruikt voor de hel. Jezus heeft meer over de hel gesproken dan iemand anders anders in de Bijbel. Hij verwijst er naar als een plaats van “buitenste duisternis” waar “gejammer zal zijn en tandengeknars” (Mattheus 8:12). Met andere woorden, alle vreugde die we associeren met licht zal worden weggehaald en alle angst die we associeren met duisternis zal worden vermenigvuldigd. En het resultaat daarvan zal zijn een intensiteit van ellende die een persoon zijn tanden laat knarsen om het te kunnen verdragen. Jezus beschrijft de hel ook als een “vurige oven” waar al diegenen, die wetteloosheid doen in zullen worden geworpen aan het einde der tijden als Hij terug komt. “de Zoon des mensen zal Zijn engelen uitzenden, en zij zullen uit Zijn Koninkrijk verzamelen alle struikelblokken, en hen die de wetteloosheid doen, en zij zullen hen in de vurige oven werpen; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.” (Mattheus 13:41‐42) Hij noemt het “het helse vuur” (Mattheus 5:22), “het eeuwige vuur, dat voor de duivel en zijn engelen bestemd is” (Mattheus 5:41). “het onuitblusbare vuur” (Markus 9:43), “de eeuwige straf” (Mattheus 25:46). Deze laatste beschrijving “eeuwige straf” is in het bijzonder hartverscheurend and angstaanjagend omdat het in contrast staat tot “eeuwig leven”. “En dezen zullen gaan in de eeuwige straf, maar de rechtvaardigen in het eeuwige leven.” In dit contrast horen we zowel de tragedie van verlies als van lijden en oneindigheid. Net zoals “eeuwig leven” een nooit eindigende ervaring van vreugde in Gods aanwezigheid zal zijn, zo zal “eeuwige straf” een nooit eindigende ervaring van ellende onder Gods toorn zijn. (Johannes 3:36; 5:24)
Hel is niet slechts een natuurlijk gevolg van slechte keuzes. Het woord toorn is belangrijk om te begrijpen wat Jezus bedoelt met hel. Hel is niet simpelweg het natuurlijke gevolg van het verwerpen van God. Sommige mensen zeggen dat om de gedachte te verwerpen dat God mensen daar naar toe zendt. Ze zeggen dat mensen zichzelf daar naar toe zenden. Dat is waar. Mensen maken keuzes die naar de hel leiden. Maar dat is niet de hele waarheid. Jezus zegt dat deze keuzes echt de hel verdienen. “maar al wie zegt: Dwaas! die zal schuldig bevonden worden tot het helse vuur” (Mattheus 5:22). Daarom noemt Hij hel “straf” (Mattheus 25:46). Het is niet slechts een
Demand 11: Fear Him who can destroy both soul and body in hell zelfopgelegd natuurlijk gevolg (zoals roken leidt to longkanker); het is de straf van Gods toorn (zoals een rechter een misdadiger veroordeelt tot dwangarbeid). De beelden, die Jezus gebruikt om aan te geven hoe mensen in de hel komen suggereren geen natuurlijk gevolg maar de uitoefening van gerechtvaardigde toorn. Hij gebruikt bij voorbeeld het beeld van de dienaar van een meester die op een lange reis is gegaan. De dienaar zegt: “Mijn heer blijft nog lang weg” en hij “begint zijn medeslaven te slaan en te eten en te drinken met de dronkaards”. Dan zegt Jezus (verwijzend naar Zijn eigen terugkomst): “dan zal de heer van deze slaaf komen op een dag waarop hij hem niet verwacht en op een uur dat hij niet weet; en hij zal hem in stukken houwen en hem doen delen in het lot van de huichelaars; daar zal gejammer zijn en tandengeknars.” (Mattheus 24:48‐51) Dit beeld duidt op legitieme en heilige woede gevolgd door straf. Jezus zal hem het lot van de hypocrieten “doen delen”. Jezus vertelde nog een verhaal om zijn vertrek van de aarde en zijn terugkomst voor het oordeel te illustreren. Hij zei: “Een zeker mens van hoge geboorte reisde naar een ver land om voor zich een koninkrijk in ontvangst te nemen en daarna terug te keren…..En zijn burgers haatten hem en stuurden hem een gezantschap na om te zeggen: Wij willen niet dat deze man koning over ons zal zijn.” (Lukas 19:12, 14) Toen de edelman terug kwam in zijn koninklijke macht om hen te belonen die hem hadden vertrouwd en geeerd met hun leven, strafte hij diegenen, die hem hadden afgewezen als koning: “Maar deze vijanden van mij, die niet wilden dat ik koning over hen zou zijn, breng ze hier en sla ze hier voor mijn ogen dood.” (Lukas 19:27) Opnieuw duidt het beeld van de hel niet op een ziekte als gevolg van slechte gewoontes, maar op een koning, die heilige toorn uitdrukte tegen degenen, die zijn genadige regering afwezen.
Wees bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel. Daarom zei Jezus: “Wees bevreesd voor Hem Die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel”. (Mattheus 10:28) De vrees die Hij eist is geen vrees voor de hel als een natuurlijk gevolg van slechte gewoontes, maar vrees voor God als een heilige rechter, die schuldige zondaars tot de hel veroordeelt. Deze eis om God als een heilige rechter te vrezen lijkt in eerste instantie ontmoedigend te zijn. Het lijkt alsof het volgen van Jezus betekent het leiden van een leven in angst dat God boos op ons is en dat Hij klaar staat om ons bij de geringste misstap te straffen. Maar dat is niet de ervaring waartoe Jezus ons roept als we Hem volgen. Het lijkt verbazingwekkend dat onmiddellijk na Zijn waarschuwing om “Hem te vrezen die zowel ziel als lichaam te gronde kan richten in de hel” Jezus iets zegt dat bedoeld is om ons diepe vrede en volledig vertrouwen onder Gods vaderlijke zorg te geven. De volgende zin gaat als volgt: “Worden niet twee musjes voor een penninkje verkocht? En niet een van die zal op de aarde vallen buiten uw Vader om. En ook de haren van uw hoofd zijn alle geteld. Wees dus niet bevreesd, u gaat veel musjes te boven”. (Mattheus 10:29‐31) In een en dezelfde adem zegt Jezus: “Vrees God die in de hel werpt” en “Wees niet bevreesd want God is je Vader, die je veel hoger waardeert dan de mussen en die je kleinste nood kent”. In feite is de alles verstrekkende vaderlijke zorg van God een van Jezus” zoetste en meest doordringende onderwijzingen: “Kijk naar de vogels in de lucht: zij zaaien niet en maaien niet, en verzamelen niet in schuren; uw hemelse Vader voedt ze evenwel; gaat u ze niet ver te boven?..... Wees daarom niet bezorgd en zeg niet: Wat zullen wij eten? of: Wat zullen wij drinken? of: Waarmee zullen wij ons kleden? Want al deze dingen zoeken de heidenen. Uw hemelse Vader weet immers dat u al deze dingen nodig hebt”. (Mattheus 6: 26, 31‐32)
Demand 11: Fear Him who can destroy both soul and body in hell God moet worden gevreesd en God moet worden vertrouwd. Op welke manier bedoelt Jezus voor om deze twee waarheden over God te ervaren – dat Hij moet worden gevreesd, en dat Hij moet worden vertrouwd? We zijn er niet door simpelweg te aeggen “Vrees vor God” betekent “Respect voor God” in plaats van “bang zijn voor God”. Dat sluit niet aan bij de woorden: “Wees bevreesd voor Hem Die, nadat Hij gedood heeft, ook macht heeft in de hel te werpen. Ja, Ik zeg u, wees bevreesd voor Hem!” (Lukas 12:5) Natuurlijk, het is waar, dat we respect moeten tonen voor God, dus, dat we in ontzag staan voor Zijn heiligheid, macht en wijsheid. Maar er is een echte angst voor Hem, die gelijktijdig kan bestaan naast diepe vrede en vertrouwen in Hem. De sleutel is het feit, dat God zelf degene is, die Zijn toorn van ons verwijderd. Onze vrede is niet het gevolg van het door ons verwijderen van het beeld van de God van toorn uit onze gedachten, maar door het verwijderen door Hem van Zijn toorn van ons. Hij heeft dit gedaan door Jezus te zenden om in onze plaats te sterven zodat, voor iedereen in Jezus gelooft, Gods toorn is weggenomen. “Zoals Mozes de slang in de woestijn verhoogd heeft,” zei Jezus, “zo moet de Zoon des mensen verhoogd worden (op het kruis om te sterven), opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft (geen toorn)….. wie de Zoon ongehoorzaam is, zal het leven niet zien, maar de toorn van God blijft op hem.” (Johannes 3:14‐15, 36) Toen Jezus op het kruis uitriep: “ijn God, Mijn God, waarom hebt U Mij verlaten?” (Markus 15:34), ervoer Hij de toorn van het door God achtergelaten worden in onze plaats – want Hij had nooit iets gedaan om te verdeinen door God achter gelaten te worden. En toen Hij tenslotte zei op het kruis: “Het is volbracht” (Johannes 19:30) bedoelde Hij dat de prijs voor onze verlossing – onze bevrijding van Gods toorn en in alle zegeningen van God – volledig was betaald. Jezus had gezegd, dat Hij kwam “Zijn ziel te geven tot een losprijs voor velen.” (Mattheus 20:28), en nu was de hele losprijs betaald en het werk van het absorberen en verwijderen van Gods toorn was voltooid. Nu, zegt Hij, heeft iedereen die gelooft gemeenschap met God en is er volkomen van verzekerd dat de toorn van de Rechter weg is. “Hij komt niet in de verdoemenis, maar is uit de dood overgegaan in het leven.”(Johannes 5:24)
Ongeloof vrezen Wat blijft er dan over om te vrezen? Het antwoord is ongeloof. Voor hen, die Jezus volgen, betekent de term ”God vrezen” het vrezen van het verschrikkelijke vooruitzicht van niet degene te vertrouwen, die zulk een prijs voor onze vrede betaalde. Met andere woorden, een van de manieren die God gebruikt om ons voort te laten gaan in het vredig vertrouwen op Jezus is de vrees voor wat God ons zou doen als we niet geloven. De reden, waarom we niet voortdurend leven in het ongemak van vrees is omdat we geloven. Ofwel, we rusten in het volkomen afdoende werk van Jezus en in de souvereine zorg van onze Vader. Maar op de momenten dat ongeloof ons verleidt, komt een heilige vrees boven, en waarschuwt ons hoe dwaas het zou zijn om diegene niet te vertrouwen, die van ons houdt en Zijn Zoon gaf voor onze angst‐vrije vreugde.
Gods nek knuffelen neemt vrees weg. Een illustratie heeft mij geholpen om te begrijpen hoe dit werkt. Toen mijn oudste zoon Karsten ongevver 8 jaar oud was gingen we een man bezoeken, die een grote hond had. Toen we de deur open deden keek de hond bijna oog in oog naar onze zoon. Dat is eeb benagstigend vooruitzicht voor een kleine jongen. Maar we werden verzekerd dat de hond niet gevaarlijk was en dat hij echt van kinderen
Demand 11: Fear Him who can destroy both soul and body in hell hield. Wat later zonden we Karsten naar de auto om iets te halen, wat we vergeten waren. Toen hij door de tuin rende liet de hond een diep gegrom horen en rende met grote sprongen achter hem aan. De eigenaar leunde uit de deur en riep naar Karsten “Je kunt beter gewoon lopen; hij houdt er niet van dat mensen van hem weg rennen”. Een grote hond die van kinderen houdt, maar die er niet van houdt dat mensen van hem weg rennen, dat is waar God op lijkt. Als we Hem vertrouwen en van Hem genieten en onze zrmen om Zijn sterke nek gooien, zal Hij alles zijn wat we ooit in een vriend verwacht hebben. Maar als we besluiten, dat er andere dingen zijn, die we meer willen dan Hem en omdraaien om weg te rennen zal Hij erg boos worden. Jezus zei dit zo duidelijk als maar mogelijk is in Lukas 19:27, “Maar deze vijanden van mij, die niet wilden dat ik koning over hen zou zijn, breng ze hier en sla ze hier voor mijn ogen dood.” God vrezen betekent het vrezen van het verschrikkelijke vooruitzicht weg te rennen van de genadige, in alles voorzienende, alles bevredigende regering van Koning Jezus.
Hel betekent dat zonde onpeilbaar serieus is. Jezus’ eis dat we Hem moeten vrezen die zowel lichaam als ziel in de hel kan vernietigen leert ons om zonde te beschouwen als meer ernstig dan we ooit gedacht hadden. De reden waarom mensen denken dat de eeuwige hel een onrechtvaardige straf is voor onze zonde is het feit, datze zonde niet zien voor wat ze werkelijk is. Dit komt doordat ze God niet zien voor wie Hij werkelijk is. Als Jezus ons vertelt wat Hij zal zeggen tegen hen die naar de hel gaan zegt Hij: “Dan zal Ik hun openlijk zeggen: Ik heb u nooit gekend; ga weg van Mij, u die de wetteloosheid werkt!” (Mattheus 7:23) Ze zijn werkers van “wetteloosheid”. Dat betekent, ze breken de wet van God. Zonde is allereerst tegen God en dan tegen mensen. Daarom komt de ernst van zonde voort uit wat het zegt over God. God is oneindig waardig en eervol. Maar zonde zegt het tegenovergestelde. Zonde zegt dat andere dingen meer begerenswaardig en waardevoller zijn. Hoe ernstig is dit? De ernst van een misdaad wordt, tenminste gedeeltelijk, vastgesteld op basis van de waardigheid van de persoon en de positie die wordt onteerd. Als de persoon oneindig waardig en oneindig eervol en oneindig begerenswaardig is en een positie heeft van oneindige waardigheid en authoriteit, dan is het afwijzen van hem een oneindig schandelijke misdaad. Daarom verdient zij een oneindige straf. De intensiteit van de woorden van Jezus over de hel zijn geen overtrokken reactie op kleine overtredingen. Ze zijn een getuigenis van de oneindige waardigheid van God en de schandelijke oneer van menselijke zonde.
De kostelijke (waardevolle) gift van vrees. Daarom, neem Jezus’ duidelijke eis om Hem te vrezen, die zowel lichaam als ziel kan vernietigen in de hel ter harte. Beschouw het als een blijk van genade. Wat een prachtig ding is het dat Jezus ons waarschuwt. Hij laat ons niet onwetend over de komende toorn. Hij waarschuwt niet alleen. Hij redt! Dat is het beste effect van vrees: het maakt ons bewust van onze behoeft aan hulp en wijst ons op de ultieme Verlosser, Jezus. Laat het dit effect hebben op u. Laat het je leiden naar Jezus, die zegt: “”Wees niet bevreesd, kleine kudde, want het heeft uw Vader behaagd u het Koninkrijk te geven.”
Demand 11: Fear Him who can destroy both soul and body in hell Studievragen: 51. Hoe beschrijft Jezus de hel? Wat kunnen we over de hel leren uit de beschrijvingen? 52. Omschrijf de vrees die we moeten hebben voor hem, die zowel ziel als lichaam kan vernietigen in de hel? Wat is deze vrees wel en wat is ze niet? 53. Hoe is het mogelijk om God tegelijkertijd te vrezen en te vertrouwen? 54. Wat leert de verschrikking van de hel ons over de ernst van zonde? Wat leert de ernst van zonde ons over de waardigheid en waarde van God? 55. Onderzoek je vrees voor God. Neig je naar een ongezonde vrees voor God uit gebrek van vertrouwen in Zijn goedheid en in het verlossende werk van Jezus? Neig je naar een nonchalante houding ten opzichte van Gods heiligheid en toorn en macht? Leg dit uit. Wat kan je helpen om een gezonde vrees voor en vertrouwen in God te ontwikkelen?