delta
bo ve nb ou w aa rd rij ks ku nd e vo or vm bo
module 4
Omgaan met natuurlijke hulpbronnen
3|4 WERKBOEK
VMBO | KGT-EDITIE
module 4 Omgaan met natuurlijke Planner hulpbronnen Hieronder zie je welke paragrafen verplicht zijn voor jouw leerweg. In de eerste twee kolommen kun je een x zetten, wanneer je dit onderdeel inderdaad gaat doen. Overleg dit met je docent. In de kolom ‘datum’ vul je in wanneer je de paragraaf klaar hebt. In de laatste twee kolommen kun je de score aangeven van de toetsen en de examentrainers.
BLZ.
& 8 verplicht
leerroute
voor
datum
score digitoets
score overig
ORIËNTATIE 2
■
3
■
4
■
6
■
8
■
10
■ ■
■ KGT KGT ■ KGT ■ KGT
Planner Oriëntatie ZOET WATER §1 Hoe groot is de wereldvoorraad zoet water? §2 Is zoet water onmisbaar?
■ KGT (K)GT
§4 Examentrainer Verdroging en verzilting van
■
Nederland Eindtoets §1 + §2 + §3
§3 Is zoet water een oorlog waard? = =
(max. 26)
=
DUURZAAM GEBRUIK VAN ZOET WATER
MODULE 4
12
■
■ KGT ■ KGT
§5 Waterwinning en watergebruik in Nederland
14
■
16
■
§7 Wat te doen? Maatregelen in het groot
■
■ KGT (K)GT
18
§8 Examentrainer De weg van het water
■
■
Eindtoets §5 + §6 + §7
§6 Wat te doen? Maatregelen in het klein = =
(max. 32)
=
NATTE LANDEN, DROGE LANDEN 20
■
22
■
24
■
26
28
■ (K)GT ■ (K)GT
§9 Nederland en Bangladesh: te veel water? §11 Hoe pakt Nederland de waterproblemen aan?
■
■ (K)GT (K)GT
■
■
Eindtoets §9 + §10 + §11
■
■ (K)GT ■ (K)GT
■ 30
■ 32
34
■
■
§12 Examentrainer De Zuiderzeepolders
■ (KGT) ■ (KGT)
=
=
=
=
=
=
=
=
(max. 28)
§14 Verrijkingsstof 2 Hoe gaat Nederland met energie
PROEF OP DE SOM §15 Aardrijkskunde in de praktijk Opdracht 1: Tekort aan drinkwater op Kreta Opdracht 2: Praktische opdracht §16 Proefexamen Het Aralmeer, een milieuramp!
■
SLOTSOM EN BEGRIPPEN Slotsom
■
Eindtoets module 4
C Ga voor de ICT-onderdelen naar www.wereldwijs.nl 2
=
VERRIJKINGSSTOF §13 Verrijkingsstof 1 Welke energiebronnen zijn er? om? Eindtoets §13 + §14
■
■
§10 Israël en Egypte: te weinig water?
(max. 41)
Xxxxxxx
Oriëntatie De titel van deze module is ‘Omgaan met natuurlijke bronnen’. Voordat je met de module start ga je kijken wat je al weet.
H ET O P F R I SS E N VAN B E L AN G R I J KE B EG R I P P E N
6
D E O P E N I N G S PAG I NA
1
Bekijk de openingspagina van deze module in je handboek. a A Je ziet de stuwdam van Serre-Ponçon. Die stuwdam ligt in het land Frankrijk en het werelddeel Europa.
b Bij de stuwdam is een elektriciteitsgebouwd.
1 2
centrale
3 4
c Het bouwen van stuwdammen heeft ook nadelen. Noem een nadeel van een stuwdam. Mensen
5 6
moeten verhuizen. / Landschap gaat verloren.
7 8
D E H O O F DVRAAG
2
De hoofdvraag bestaat uit twee delen: • Hoe gaat de mens om met zijn belangrijkste
lijke hulpbronnen
9
natuur–
? In deze module gaat
11 12 13
• Op welke manier kan de mens die natuurlijke hulpbronnen duurzaam gebruiken?
14
■ De mens gaat zuinig om met de hulpbron zoet water.
-
15 16 17 18
■ De mens is een watervervuiler.
19
■ Eigenlijk is de mens nog steeds een waterverspiller.
20
Hoe kan de mens duurzaam gebruik maken van water?
Bijv.: Door waterbesparing. / Door het voorkomen van watervervuiling. D E KR I N G LO O P VAN H ET WATE R
5
10
het daarbij vooral over de hulpbron water .
3 Hoe gaat de mens om met de hulpbron zoet water?
4
Probeer in tweetallen deze puzzel op te lossen zonder gebruik te maken van de begrippenlijst. Vul de begrippen in op de juiste plaats; er kunnen spaties in voorkomen (figuur 2). Als je de juiste begrippen invult ontstaat er ook verticaal een belangrijk begrip in deze module.
Gebruik figuur 1. Kruis de zinnen aan die juist zijn. ■ Met de letter A wordt de verdamping aangegeven. ■ Met de letter C wordt de afstroming via het landopper-
vlak aangegeven.
figuur 2
1 2 3 4 5 6 7
■ Met de letter G wordt de irrigatie aangegeven.
8
■ A en B geven de korte kringloop van het water weer.
9
■ Op deze figuur staat alleen de lange kringloop van het
water afgebeeld. ■ Bij D vindt de condensatie van waterdamp plaats.
10 11 12 13 14
D
A
E
F B C G
15 16 17 18 19 20
het middendeel tussen oorsprong en monding van een rivier als ecosystemen geheel of gedeeltelijk door de mens worden vernield vervuiling van bodem en water met zure stoffen als er te veel afval in de bodem, het water of de lucht komt klimaat met koele zomers en zachte winters, en neerslag in het hele jaar luchtlaag rondom de aarde het gebied dat zijn wateroverschot afgeeft aan één hoofdrivier met zijrivieren rivier die zijn water krijgt van zowel het smeltwater van gletsjers als van neerslag stroom van warm zeewater vanuit de warmere gebieden naar koudere streken water wegpompen uit land onder zeeniveau systeem waarin planten, dieren, lucht, bodem en water in een bepaald gebied elkaar nodig hebben en elkaar in evenwicht houden toestand van de atmosfeer (temperatuur, neerslag en wind) op een bepaald moment en op een bepaalde plaats het opmaken van grondstoffen en energiebronnen het warmer worden van de aarde door de toename van koolzuurgas in de atmosfeer stroom van koud zeewater vanuit de koudere gebieden naar warmere streken gebied dat zijn water afvoert via een bepaald rivierstelsel deel van een rivier bij de monding grens tussen stroomgebieden het deel van een rivier bij de oorsprong ijsmassa die langzaam langs een helling naar beneden schuift
HB §1 I NTRO B L Z. 120
figuur 1 Kringloop van het water
3
Zoet water
1
Hoe groot is de wereldvoorraad zoet water? VERKENNING
VERN I EUWBARE EN N I ET-VERN I EUWBARE B RONNEN
5
B IJ DE I NTROTEKST
1
2
Bekijk figuur 4.
Waarom wordt de aarde de blauwe planeet genoemd?
a De Nederlandse watervoorraad wordt aangevuld door
Omdat de aarde vanuit de ruimte een blauwe kleur heeft. Het aardoppervlak is voor 71% met water bedekt.
de neerslag en de rivieren die ons land binnenstromen. b De watervoorraad wordt kleiner door: – de verdamping;
A Welke oceaan zie je op HB bron 1? Atlantische Oceaan • Indische Oceaan • Grote Oceaan.
HET REG I EM VAN EEN R IVI ER
de uitstroom naar zee; het gebruik van water door de mens en natuur.
3
Rivieren zijn ontzettend belangrijk in de kringloop van het
c Een deel van onze watervoorraad ligt opgeslagen in het
water. a In de grafiek (figuur 3) zie je het regiem van de Rijn of
oppervlaktewater en het grondwater . Dit water wordt
de schommelingen
is daarom vernieuwbaar.
– –
telkens weer aangevuld door de neerslag en de rivieren en
in de waterafvoer
d Welk deel van onze watervoorraad is bijna niet vernieuwbaar? Het grondwater in diepe gesteen-
van de Rijn. b Aan het regiem kun je ook zien wat voor soort rivier het
telagen.
is. Kruis de juiste uitspraken aan. ■ Een gletsjerrivier heeft in de zomer een forse wateraf-
neerslag 30 100
voer.
verdamping 19 500
■ Een gemengde rivier heeft in de lente de laagste wateropslag
stand.
Rijn 69 000
■ Een regenrivier voert in de zomer minder water af dan
Maas 8400
in de winter. ■ De Rijn is een echte gletsjerrivier. MODULE 4
m 3 per seconde
oppervlaktewater 12 400
overige rivieren/beken 3000
85 360 directe uitstroom naar zee 9200 koelwater elektrische centrales
ondiep grondwater 80 000
5 000
5640 direct gebruik (voor een deel koelwater in industrie)
vernieuwbaar water
4 000 * grondwater dieper dan 100 m
*grondwater uit diepe gesteentelagen 320 000
niet-vernieuwbaar water
3 000 figuur 4 De Nederlandse watervoorraad in miljoen m³
2 000 1 000 0 j
B ROEI KASEFFECT
f
m
a
m
j
j
a
s
o
n
0
6
d
Gebruik HB bron 4. a Wat valt je op als je de foto van de ijskap van 1979 vergelijkt met die van 2003?
Noordpool is kleiner geworden.
4
Gebruik HB bron 3.
b Metingen op de Noordpool tonen aan dat de tempera-
a Op aarde bevindt zich 97,27 procent van al het water
tuur op de Noordpool tussen 1979 en 2003 met bijna drie
in de zeeën en oceanen.
graden is toegenomen. Dit wordt toegeschreven aan het
b Op aarde is 2,73 procent van het water zoet.
broeikaseffect.
c Daarvan is 2,1 procent opgeslagen in het pool- en glet-
Leg met behulp van HB bron 5 uit hoe het broeikaseffect
sjerijs.
ontstaat.
d De mens haalt zijn drinkwater vooral uit grondwater
en oppervlaktewater . Deze beide bronnen bevatten samen 0,629 procent van de wereldvoorraad water. 4
De ijskap op de
figuur 3 Afvoercijfers van Rijnwater bij Lobith in m³ per seconde, 2001
Door de toename van allerlei gassen in de atmosfeer wordt de warmte die de aarde uitstraalt, weer teruggekaatst. Daardoor wordt de aarde opgewarmd.
Computerles §1 t/m 3.
WATERVOORR AAD EN WATERVERB RU I K
c Vooral de emissie van koolzuurgas is verantwoordelijk
8
a Reken uit:
ding van fossiele brandstoffen zoals aardolie en aardgas.
jaarlijkse neerslag – jaarlijkse verdamping = 30
– 19 500 = 10 600 miljoen m³ water.
Door welke menselijke activiteiten komt veel koolzuurgas vrij? Elektriciteitsproductie, verkeer en ver-
100
b Reken uit: jaarlijkse aanvoer door Rijn + Maas + overige rivieren =
voer, verwarming van woningen, aandrijven van machines in de industrie, enzovoort...
69 000 + 8 400 + 3 000 = 80 400 miljoen m³ water. c De totale hoeveelheid vernieuwbaar water in Nederland is de optelsom van de uitkomst van 8a + 8b = 91 000
HB §1 LEERTEKST BLZ. 121
T O E PA S S I N G KR I NG LOOP VAN HET WATER
7
Gebruik figuur 4.
voor het broeikaseffect. Dit gas komt vrij bij de verbran-
9
Gebruik figuur 5.
miljoen m³. A Gebruik de kaart De Aarde – Jaarlijkse neerslag.
a Kruis de juiste uitspraken aan:
In welk streken is de kwetsbaarheid van de voedselvoor–
■ Het rechtergedeelte van figuur 5 geeft de korte kring-
ziening door een groeiend tekort aan water het grootst? A Gebieden met een gele kleur.
loop weer. ■ Er valt meer neerslag in zee dan op het land.
B Gebieden met een lichtblauwe kleur. C Gebieden met een donkerblauwe of paarse kleur.
■ Ongeveer 30% van het zoete water zit opgeslagen in het
grondwater. b Er verdampt op het landoppervlak minder water dan er
B EANTWOORD DE VR AAG VAN DE PAR AG R AAF
Dit komt door de afstroming van water over het oppervlak / door de uitstroming van grondwater naar zee.
10
valt. Geef hiervoor een oorzaak.
a De hoeveelheid zoet water op aarde is beperkt • voldoende • ruim voldoende • overvloedig. b Motiveer het antwoord dat je bij a hebt gegeven.
Bijv.: het is afhankelijk van het gebied waar iemand zich bevindt of de manier waarop met het water wordt omgegaan.
c ‘Aan zoet water is op aarde geen gebrek’, zegt Britt tijdens haar spreekbeurt. ‘Er is ruim voldoende zoet water.’ Jeroen is het niet met haar eens. ‘De totale hoeveelheid
EXTRA
zoet water mag dan ruim voldoende zijn, dat wil niet zeggen dat alle mensen over voldoende zoet water kunnen
ALS HET WARMER WORDT…
beschikken.’
11
In 2005 is het klimaatverdrag van Kyoto van kracht gewor-
Geef een argument dat Jeroen kan gebruiken om zijn
den. Dit verdrag moet wereldwijd het broeikaseffect aan-
Bijv.: Het beschikbare water is ongelijk over de aarde verspreid. / Niet al het grondwater is bereikbaar. / Er wonen mensen in droge gebieden.
pakken. Waarom verwachten veel mensen niet veel van dit
standpunt te verdedigen.
Omdat belangrijke industrielanden zoals de VS, China, India en Japan het verdrag niet getekend hebben.
verdrag?
12
Britt doet in haar spreekbeurt de volgende uitspraak: ‘Het opwarmen van de atmosfeer heeft grote gevolgen voor de
verdamping vanaf landoppervlak: 74 200 km 3 bestaande uit:
kringloop van het water, maar heeft geen enkel gevolg
verplaatsing wolken van boven zee naar boven land 44 800 km 3
1. verdamping vanuit neerslag
voor de totale watervoorraad op aarde’.
atmosfeer: 0,001% van al het water en 0,04% van al het zoet water
neerslag op land: 119 000 km 3
Jeroen is het niet met Britt eens. Hij zegt: ‘Als het warmer
rivieren: 0,0001% van al het water en 0,01% van al het zoet water 2. verdamping vanuit meren en rivieren
wordt, stijgt de zeespiegel omdat er landijs zal smelten.
meren: 0,01% van al het water en 0,26% van al het zoet water verdamping vanuit oceanen en zeëen 502 800 km3 biosfeer: 0,00004% van al het water
3. verdamping vanuit de bodem 4. verdamping vanuit de vegetatie
grondwater: 0,68% van al het water en 30,15% van al het zoet water zeeën: 97,5% van al het water
Als straks de zeedijken doorbreken vanwege de stijgende neerslag op oceanen en zeeën 458 000 km3
zeespiegel wil ik jou nog wel eens horen met je verhaal dat de waterhoeveelheid niet toeneemt.’ Britt blijft bij haar uitspraak. Geef een argument dat zij
Als ijs water wordt, verandert er niets aan de totale hoeveelheid water op aarde.
gebruikt om Jeroens ongelijk aan te tonen. figuur 5 De kringloop van het water
HB §2 INTRO BLZ. 122 5
Zoet water
2 Is zoet water onmisbaar? VERKENNING
manieren gebruikt. Vul de volgende woorden op de juiste
B IJ DE I NTROTEKST
plaats in:
1
‘Water is goud waard’, lees je in de introtekst. Wat wordt daarmee bedoeld?
afvalwater • proceswater • koelwater
A De goudzoekers verdienden geld als water.
nodig om het hete staal af te koelen: koelwater.
B Door irrigatie wordt er op de landbouwbedrijven flink wat geld verdiend. C Irrigatie kost gigantisch veel geld.
– Bij de productie van allerlei chemische producten worden de afvalstoffen opgelost in water afgevoerd: afval-
D Bij het delven van goud heb je veel water nodig.
– Bij het maken van bijvoorbeeld suiker is veel water
a In de tabel zie je de neerslag per jaar (van 1 juli tot en
nodig bij het productieproces: proceswater.
met 30 juni) in het Modesto Irrigation District. Maak in
b De industrie gebruikt hoofdzakelijk zoet water. Wat zijn
figuur 6 met deze gegevens de staafgrafiek af.
de redenen?
b Gemiddeld valt er 365 mm neerslag per jaar in het
– Bij gebruik van zout water blijft het zout na verhitting
Modesto Irrigation District. In welke jaren was er waar-
niet • wel in de installaties achter.
1993-94, 199596, 1996-97, 1998-99, 2000-01, 2001-02, 2002-03. c Waarom heb je deze jaren gekozen? In deze jaren is er minder neerslag gevallen dan gemiddeld.
– Zout water kan meer • minder afvalstoffen opnemen.
2
– Bij de productie van bijvoorbeeld staal is veel water
water.
schijnlijk veel irrigatie nodig?
– Zout water kan niet • wel achterblijven in de smaak van voeding. 5
Ook in de landbouw wordt veel water gebruikt. a In droge perioden wordt water op het land gebracht
d Gebruik HB bron 6. Het water dat in droge perioden via
door middel van irrigatie of beregening. Wat is het ver-
de irrigatiekanalen op het land wordt gebracht, is opgesla-
Bij irrigatie wordt het water via kanaaltjes op het land gebracht. Bij beregening wordt water met grote pompen over het land gesproeid.
gen in het Lake
Don Pedro Modesto Reservoir.
MODULE 4
Jaar
Neerslag
Jaar
Neerslag
93/94
253 mm
98/99
270 mm
94/95
519 mm
99/00
421 mm
95/96
389 mm
00/01
330 mm
96/97
343 mm
01/02
267 mm
02/03
239 mm
Bron: 6252003 mm 97/98 MID
schil?
en het
b Niet al het water dat op het land gebracht wordt, komt bij de planten terecht. Door de zonnewarmte verdampt een flink deel van het water vooral in warmere • koudere • natte • droge gebieden.
neerslag in millimeter
700 600
M I LI E UG EB RU I KSRU I MTE
500
6
Kruis de juiste zinnen aan.
400
■ Aardolie, vis en hardhout zijn natuurlijke hulpbronnen.
300
■ Zoet water is geen natuurlijke hulpbron. ■ De voorraden aan natuurlijke hulpbronnen op aarde
200
zijn onbeperkt.
100
■ Als we het hebben over de milieugebruiksruimte van
0 93/94 94/95 95/96 96/97 97/98 98/99 99/00 00/01 01/02 02/03
zoet water, dan kan de mens daar onbeperkt gebruik van maken.
figuur 6 VERB RU I KERS VAN ZOET WATER
3
Gemiddeld gebruiken we 125 liter (drink)water per persoon per dag. Waarvoor heb je dat water nodig? Koken,
bad, douche, toilet, drinkwater, schoon– maken, tuin. 4
■ Sterk vervuild water betekent een verkleining van de
milieugebruiksruimte voor zoet water. ■ Als de mens zowel de vernieuwbare als de niet-ver-
nieuwbare voorraden zoet water opmaakt, dan wordt de milieugebruiksruimte kleiner. HB §2 LEERTEKST BLZ. 123
a In de industrie wordt zoet water op verschillende T O E PA S S I N G
6
Computerles §1 t/m 3.
12
HET WATERG EB RU I K
7
8
Gebruik figuur 7. Een land als Saudi-Arabië probeert met
Zet voor de volgende zinnen een T als er sprake is van een
behulp van speciale installaties van zeewater zoet water te
toename van het watergebruik en een A als sprake is van
maken (ontzilting). Waarom heeft Saudi- Arabië hier veel
een afname.
Er is in Saudi-Arabië een groot tekort aan zoet water. geld voor over?
A Het gebruik van waterbesparende apparaten T De toename van de wereldbevolking T De groeiende welvaart, waardoor er meer producten
B EANTWOORD DE VR AAG VAN DE PAR AG R AAF
worden gekocht
13
Zoet water is onmisbaar omdat
eigen antwoord.
Bekijk figuur 7. Vul in óf streep het foute antwoord door. In Nederland wordt gemiddeld 16 % van de vernieuwbare voorraden zoet water gebruikt. Ook in Ethiopië,
Canada en Argentinië is ruim voldoende zoet water voorhanden. Egypte heeft maar net voldoende water. Sommige landen gebruiken meer water dan ze eigenlijk aan vernieuwbare voorraden bezitten zoals:
Saudi-Arabië, Libië en Katar. Om aan voldoende
EXTRA
water te komen moeten deze landen hun vernieuwbare •
VERDELI NG VAN HET WATERG EB RU I K I N DE WERELD
niet-vernieuwbare voorraden zoet water aanspreken. Deze
14
voorraden zitten niet zo diep • diep in de ondergrond en worden wel • nauwelijks aangevuld door de neerslag.
Gebruik figuur 8. a In de eerste kolom zie je de verdeling van het gebruik van zoet water op wereldniveau. Het watergebruik is niet op alle plaatsen in de wereld hetzelfde. Zet onder de juiste
Ethiopië 2% Canada 2% Argentinië 3% Nederland 16% Egypte
kolom: Europa, Afrika.
Europa heeft veel industrie. / In Afrika is weinig industrie en werkt het overgrote deel van de bevolking in de landbouw. b Waarom heb je deze keuze gemaakt?
97% 100%
Saudi-Arabië Libië Katar
164% 374% 663%
figuur 7 De verhouding tussen het werkelijke watergebruik en de omvang van de vernieuwbare voorraden zoet water
9
Waarom hebben elektriciteitscentrales veel koelwater nodig (HB bron 9)? Bij
het opwekken van elektriciteit komt veel warmte vrij. 10
huishoudens
A Welke producten worden verbouwd in de geïrrigeerde gebieden van Californië? KB: tarwe, groente,
fruit, wijnbouw, katoen, citrusvruchten. / GB: granen, katoen, citrusvruchten. 11
legenda:
a C Zoek met behulp van internet nog drie andere irrigatiedistricten in Californië op. Imperial Irrigation
District, Oakdale Irrigation District, Vista Irrigation District.
industrie landbouw wereld
Europa Afrika
figuur 8 Waterverbruik naar groepen gebruikers HB §3 INTRO BLZ. 124
b Er wordt in de verschillende districten niet alleen irrigatiewater geleverd. Wat nog meer?
elektriciteit.
Drinkwater en
7
Zoet water
3 Is zoet water een oorlog waard? VERKENNING
schade ontstaat aan natuurgebieden. Zet de volgende oorzaken van de verdroging bij de juiste tekening (figuur 10): snelle afvoer van het regenwater via het riool • drinkwaterwinning • ontwatering van landbouwgrond door drainage • beregening in de landbouw.
B IJ DE I NTROTEKST
1
De introtekst gaat over de watervoorziening in het Midden-Oosten. Welke landen van het Midden-Oosten worden in de tekst genoemd. Turkije, Syrië, Irak.
2
Waarom wordt water in het Midden-Oosten ook wel het ‘witte goud’ genoemd? ■ Voldoende zoet water is belangrijk voor de ontwikkeling van een land. ■ Zoet water is tegen hoge prijzen te verkopen. ■ Er is veel water nodig om het ‘zwarte goud’ (olie) uit de
3
grond te halen. A Gebruik figuur 9 en de atlas. a In de vierde klas van het Dr. Knippenbergcollege in Helmond wordt in de aardrijkskundeles een waterrechtbank nagespeeld. Rob treedt op namens Irak en voert argumenten aan die de aanspraak op 43% van het water uit de Eufraat door Irak moeten rechtvaardigen. Geef een argument dat Rob kan gebruiken. 40% van
beregening snelle in de land afvoer van bouw het regenwater via het riool 6
MODULE 4
Land Turkije
28%
88%
35%
Irak
40%
1%
43%
Syrië
17%
10%
22%
Saudi-Arabië
15%
1%
0%
figuur 9
b A Welke gebieden in Europa hebben te kampen met verwoestijning? Zuidoost-Spanje, het zuiden
van de Oekraïne. VERZI LTI NG
7
a Bij de watersnoodramp van 1953 overstroomde een groot deel van Zuidwest-Nederland. Wat was het gevolg voor de bodem? Sterke verzouting (of verzil-
VERDROG I NG OF VERWOESTIJN I NG
ting) van de bodem door het zeewater.
4
b In de warme gebieden van de wereld ontstaat verzilting van de bodem op een andere manier. De verdamping is in deze gebieden laag • hoog en de
Gebruik bij de volgende vragen HB bron 14. a Alle landen van HB bron 14 laten een daling zien van de beschikbare hoeveelheid water per persoon per jaar tussen 1955 en 1990. Geef mogelijke oorzaken voor de daling van de beschikbare hoeveelheid water per persoon. – De beschikbare hoeveelheid water
afwatering slecht • goed. Grondwater stijgt op • zakt weg tussen de bodemdeeltjes. De zouten van dat water blijven direct onder de oppervlakte achter. De planten zullen daardoor beter • slechter groeien. Bij irrigatie in deze
neemt af. – De bevolkingsgroei.
gebieden neemt het risico van verzilting toe • af. Je kunt verzilting voorkomen door veel • weinig irrigatie-
b Welke landen die nu nog voldoende water hebben, krijgen in 2025 te maken met een voortdurend watertekort?
water op de oppervlakte te brengen. De bodem wordt dan goed doorspoeld. Ook drainage is een oplossing. Het grondwater wordt daardoor sneller • langzamer afgevoerd.
Libië, Egypte, Syrië, Libanon. 5
8
door uitbreiden. Vooral gebieden die direct • niet direct aan een woestijn grenzen, zijn kwetsbaar. Deze ernstige vorm van verdroging noemen we verwoestijning. Verwoestijning komt in Europa veel • weinig voor.
voer aan de Eufraat vanuit Irak bedraagt maar 1%. Aanspraak op water uit de Eufraat
a Gebruik HB bron 15. Bij overbeweiding grazen er te weinig • veel dieren in een gebied. De planten kunnen zich niet meer herstellen. In de natte • droge gebieden kunnen de woestijnen zich daar-
b Katja kijkt naar de tabel en vindt dat Rob ongelijk heeft. Geef een argument dat Katja gebruikt om de aanspraken van Irak om meer water te weerleggen. De watertoe-
Watertoevoer aan de Eufraat
ontwatering van landbouwgrond door drainage
figuur 10
het stroomgebied van de Eufraat ligt in Irak.
Deel stroomgebied van de Eufraat
drink– waterwinning
Steeds meer landen van West-Europa hebben te kampen met verdroging. De grondwaterspiegel daalt, waardoor er
HB §3 LEERTEKST BLZ. 125
Computerles §1 t/m 3.
LEREN DENKEN MET AARDRIJKSKUNDE
Vele internationale banken hebben besloten geen geld te lenen
G RENSCONFLICTEN
8
voor de bouw van deze omstreden dam. Toch blijft Turkije
a Lees het krantenbericht over de bouw van de Ilisudam in de Tigris (figuur 11) en bekijk figuur 12. b Bij het lezen komen er waarschijnlijk allerlei vragen bij
vastbesloten haar plan uit te voeren ondanks twijfels van deskundigen aan het nut van de dam. De Tigris voert immers grote hoeveelheden modder mee. Het stuwmeer zal binnen
je op. Noteer op een apart blaadje de vragen die bij je
vijftig jaar al voor een belangrijk deel gevuld zijn met zand en
opkomen. Gebruik daarvoor een apart blaadje. Ilisudam in Tigris omstreden! Het zuidoosten van Turkije wordt grotendeels bevolkt door de Koerden. In dit gebied wil de Turkse regering de Ilisudam
slib. figuur 11 GEORGIË
Zwarte Zee
Tbilisi
Istanbul ARMENIË
bouwen. Deze dam maakt deel uit van het Grand Anatolian Project. De dam is op 65 kilometer van de Syrische grens
Jerevan
Ankara
Bakoe
AZERBEIDZJAN
TURKIJE
Kaspische Zee
gepland. Er wordt tevens de grootste waterkrachtcentrale van
Hasankeyf
Ilisudam
het land gebouwd.
Teheran
SYRIË CYPRUS
De gevolgen van de bouw van de dam zijn enorm. Zo zal een
Middellandse Zee ISRAËL
gebied van 313 km² onder water komen. Dit is vergelijkbaar met een vijfde deel van de provincie Utrecht. Daarbij gaan grote stukken vruchtbare landbouwgrond verloren. Vijftien kleine steden en 52 dorpen zullen onder water verdwijnen. Ook het historische Kasankeyf met archeologische vondsten van wel 10 000 jaar oud. Het is tevens een belangrijk godsdienstig centrum en het middelpunt van de Koerdische
Beirut LIBANON
Jeruzalem Gaza
Tig ri
IRAN
Eufr
aat
Damaskus IRAK
PAL.
s
Bagdad
Amman
JORDANIË Caïro
Koerdisch gebied
SAUDIARABIË
EGYPTE
KOEWEIT Koeweit
Perzische Golf
figuur 12
9
cultuur. Zeker honderd historisch waardevolle grotwoningen
G ➔ 8b In vraag 8b kreeg je opdracht vragen op te schrijven die bij je opkwamen bij het lezen van het kran-
in de omgeving van Kasankeyf zullen onder water lopen.
tenbericht (figuur 11). Bespreek met twee klasgenoten
Ongelooflijk waardevol werelderfgoed dreigt hier verloren te gaan. Naar schatting 75 000 mensen zullen gedwongen worden om te verhuizen, veelal arme Koerden. Er zijn geen
Eigen antwoord
welke vraag je aan de hele klas wilt voorleggen.
mogelijkheden tot herhuisvesting. Over de bouw van de dam is geen overleg gevoerd met de leiders van de Koerden. De Koerden denken dat de Turkse regering met de bouw van de dam meer greep krijgt op hun
10
woongebied. Voor de Koerden zullen de leefomstandigheden
b G Leg de voorbeelden voor aan de klas. Kies twee voorbeelden en bespreek die uitgebreider.
niet verbeteren. Ook heeft de aanleg van de Ilisudam enorme gevolgen
c Welke aardrijkskundige oorzaken spelen bij de gekozen
voor het milieu. De kwaliteit van het water zal afnemen. De
voorbeelden een rol van betekenis?
gebieden die geïrrigeerd worden zullen langzaam verzouten.
d Spelen niet-aardrijkskundige motieven ook een rol? Zo
Ook is de verminderde waterafvoer een ramp voor de unieke
ja, welke?
moerasgebieden in de monding van de Tigris in Irak. De Turkse regering zegt geen politieke redenen voor de bouw van de dam te hebben. Maar Turkije heeft over de aanleg van deze dam geen overleg gevoerd met de landen die ook afhankelijk zijn van de Tigris: Syrië en Irak. Het afsnijden
a A Zoek in de atlas naar twee andere voorbeelden van grensconflicten.
COMPUTERVR AG EN
11
C Maak de digitale eindtoets van §1, §2 en §3 en noteer je score op de studiewijzer. HB §4 EXAMENTRAINER
van de watervoorziening heeft voor hen grote gevolgen. Irak heeft al met oorlog gedreigd als de watervoorziening in gevaar komt. 9
Zoet water
4
Examentrainer Verdroging en verzilting van
Gebruik de bronnen uit het handboek en de atlas als dat nodig is. Schrijf je antwoorden op een apart antwoordblad. 1p
•
1 Van de totale oppervlakte van Nederland is 12% meer of minder aan het verdrogen. ➔ Welke zin is juist als je naar HB bron 16 kijkt? I Tussen 1960 en 2000 is de grondwaterspiegel steeds blijven dalen. II De laatste tientallen jaren blijft de daling van de grondwaterspiegel schommelen rond de 30 centimeter.
1p
•
2 Gebruik HB bron 17. ➔ In welke provincies is er sprake van een sterke verdroging? A Noord-Brabant, Overijssel, Drenthe en Utrecht. B Friesland, Overijssel, Noord-Brabant en Drenthe. C Overijssel, Noord-Brabant, Utrecht en Flevoland.
2p
•
3 De grafiek van figuur 13 geeft een voorbeeld van de manier waarop de grondwaterstand in beekdalen door het jaar heen verloopt. Beekdalen zijn in verhouding natte gebieden. ➔ Hieronder staan twee uitspraken naar aanleiding van de grafiek. Neem de nummers I en II over op je antwoordblad en
cm +/- maaiveld
zet erachter of de uitspraak juist is of onjuist. I Het grondwaterpeil was vroeger hoger dan nu. II In de maand maart was de grond vroeger vaak te nat om te bewerken. 20
jan
feb
mrt
apr
mei
jun
jul
aug
sep
okt
nov
dec figuur 13 Grondwaterstanden in beekdalen door het jaar heen
0
-20 -40 -60
MODULE 4
-80 -100 -120 -140
Grondwaterstand: historisch huidig
-160 2p
•
4 ➔ Neem de nummers I en II over op je antwoordblad en zet erachter of de uitspraak juist is of onjuist. I Perioden van droogte komen in Nederland soms voor in het zomerseizoen. II Bij droogte of verdroging heb je het eigenlijk over hetzelfde.
4p
•
5 Gebruik HB bron 18 en 19. ➔ Schrijf de nummers 18 en 19 onder elkaar op je antwoordblad. Zet achter iedere bron de oorzaak die erbij hoort. Kies uit: drainage • beregening • ontwatering • drinkwaterwinning
1p
•
6 Gebruik HB bron 20. ➔ De verdroging in Nederland wordt voor 60% veroorzaakt door: A drinkwaterwinning. B landbouw.
1p
•
C industrie. D toename bebouwd oppervlak (onder andere wegen en steden).
7 Lees de tekst van figuur 14 en bekijk HB bron 21. ➔ Welke uitspraak is niet juist? A De Nederlandse regering slaagt er nauwelijks in de verdroging terug te dringen. B Er is in veel gebieden (nauwelijks) iets ondernomen om de verdroging te gaan. C In Noord-Brabant is niets gedaan tegen de verdroging.
Vanaf 1990 vond ook de regering dat er iets tegen de verdroging gedaan moest worden. Ten opzichte van 1985 moest in 2000 de verdroging met 25% teruggedrongen figuur 14 10
zijn. In 2040 zou 40% van de verdroogde gebieden hersteld moeten zijn. In 2000 werd berekend dat er tot dan toe slechts 3% hersteld was.
Nederland(K)GT 1p
•
8 ➔ In welke provincie is volgens HB bron 21 in verhouding tot de oppervlakte verdroogd gebied het meest gedaan om de verdroogde gebieden te herstellen?
1p
•
9 ➔ In welke provincie is volgens HB bron 21 in verhouding tot de oppervlakte verdroogd gebied door de regering het minst gedaan tegen de verdroging?
2p
• 10 Bij alle ruimtelijke plannen en besluiten is sinds 2001 de watertoets verplicht. Het is een verbindende schakel tussen ruimtelijke ordening en waterbeheer. Alle plannen moeten getoetst worden op mogelijke wateroverlast, gevolgen voor de waterkwaliteit en verdroging. ➔ Een boer wil zijn grasland in een beekdal niet meer gebruiken voor zijn vee maar als camping. Omdat het erg drassig is, wil hij de grondwaterspiegel verlagen. Krijgt deze boer hier toestemming voor? Verklaar je antwoord.
1p
3p
• 11 Bekijk de bronnen over de Groote Peel in het handboek en de figuren 15 t/m 17. ➔ Waarom wordt er veel energie en geld gestopt in het behoud van Nationaal Park de Groote Peel? • 12 Op HB bron 26 zie je drie situaties in de ontwikkeling van de Groote Peel: a, b en c. ➔ Zet op je antwoordblad de letters a t/m c onder elkaar. Zet de nummers van de teksten I t/m III uit figuur 15 achter de letter van de juiste situatie.
I Door drainage en beregening daalt het grondwaterpeil onder de landbouwgebieden rond de Groote Peel. Tussen het grondwaterpeil van de Groote Peel en de landbouwgronden zit daardoor een verschil van anderhalve meter. Het water van het hoogveengebied sijpelt daardoor weg naar de omgeving. Het veen sterft langzaam af door gebrek aan water.
II Door het vasthouden van het water in het hoogveengebied is de grondwaterspiegel gestegen. Het grondwater wordt vastgehouden door middel van dammen en een hoog slootpeil door stuwen. In de landbouwgebieden direct rond de Groote Peel mag geen beregening en drainage toegepast worden. III Deze landbouw heeft weinig gevolgen voor de grondwaterstand van het hoogveen. Het veenmos groeit uitstekend.
figuur 15 1p
• 13 ➔ Bij welke HB bron hoort het stukje tekst van figuur 16?
Maatregelen tegen verdroging de Groote Peel Om de verdroging van nationaal park de Groote Peel tegen te gaan moet vooral in de zomer extra water uit de omliggende kanalen worden aangevoerd. Het Noord-Limburgse Waterschap Peel en
Maasvallei heeft daaraan woensdag zijn goedkeuring gegeven. De totale kosten voor het op peil houden van de grondwaterstand in en rond het Limburgse deel van het natuurgebied bedragen ruim vier miljoen euro.
figuur 16 2p
• 14 ➔ A B C
Welke situatie van HB bron 26 past bij het krantenbericht van figuur 17? De situatie op HB bron 26a. De situatie op HB bron 26b. De situatie op HB bron 26c.
Rechter stopt pompen Peelwater MAASTRICHT – De provincie had twee agrarische ondernemers in Meijel en Nederweert geen vergunning mogen geven voor het onttrekken van extra grondwater in de bufferzone rond De Groote Peel. De rechter kwam tot deze uitspraak in een rechtzaak die aangespannen is door de
milieuorganisatie Behoud de Peel. De provincie had moeten onderzoeken welke effect de onttrekking van grondwater heeft op de grondwaterstand in het gebied. Vrij naar: De Gelderlander, 16 november 2004
figuur 17
3p
• 15 Brak water is zoet water vermengd met zout water. In de dwarsdoorsnede van West-Nederland in HB bron 27 zijn de begrippen zoet water, zout water en brak water vervangen door de cijfers 1, 2 en 3. ➔ Zet de cijfers 1, 2 en 3 onder elkaar op je antwoordblad en zet achter het cijfer de juiste soort water. HB §5 INTRO BLZ. 128
11
Duurzaam gebruik van zoet water
5 Waterwinning en watergebruik in Nederland VE R KE N N I NG
%
B I J D E I NTR OTE KST
1
a Welke voordelen heeft de aanpak van de watervervuiling bij de bron voor de chipsfabrikant? –
Vermindering van het watergebruik Hergebruik zetmeel en schilafval Vermindering kosten lozing afvalwater
– – b Wat weerhoudt fabrikanten om op deze aanpak over te schakelen? De hoge kosten. c Op langere termijn is deze aanpak ook in het voordeel van de fabrikant. Waarom? Eerst worden de kos-
ten terugverdiend, later meer winst
50 45 40 35 30 25 20 15 10 5 0
Ameland = 1 Friese vasteland = 2
Waterverbruik op Ameland en op het Friese vasteland per seizoen in 2000 (uitgedrukt in percentages van het totale waterverbruik)
winter
3
MODULE 4
water te sterk vervuild is. 4
B
herfst
zout grondwater
D
waterwinning
Onder de duinen zit ook een flinke bel zoet water. Door winning raakt deze voorraad op. Om dit te voorkomen wordt de zoetwatervoorraad op peil gehouden. Via pijpleidingen stroomt Rijnwater naar de waterbekkens in de duinen. Het water zakt door het zand weg naar de zoetwatervoorraad onder de duinen. Dit heet infiltratie. figuur 20
In de jaren negentig van de vorige eeuw hebben drinkwaterbedrijven diverse acties gevoerd om zuiniger om te gaan met drinkwater. Zijn deze acties succesvol geweest als je kijkt naar figuur 18? Ja • Nee, omdat het water-
verbruik tussen 1992 en 2001 per persoon met ongeveer 9 liter is afgenomen.
zomer
Gebruik figuur 20 en 21. Zet achter de letters A, B, C en D de juiste begrippen. Kies uit: zoet grondwater • waterwinning • zout grondwater • infiltratiebekken. A infiltratiebekken C zoet grondwater
D R I N K WATE R
A Gebruik de atlaskaart over de herkomst van drinkwater in Nederland, (GB drinkwatervoorziening) en HB bron 29. Wat is juist als het gaat over de herkomst van drinkwater? In het grootste deel van Nederland wordt: A drinkwater gewonnen uit grondwater. B drinkwater gewonnen uit oppervlaktewater. C drinkwater uit spaarbekkens gehaald. A Gebruik de atlaskaart over de herkomst van drinkwater in Nederland (GB drinkwatervoorziening) en HB bron 33. Op welk moment zal er water uit de spaarbekkens worden gebruikt? Bij een watertekort of als het rivier-
lente
D U I N I N F I LTRATI E
6 2
figuur 19
duinenrij A D
figuur 21
Noordzee
Waterwinning in de duinen West-Nederland
bad/douche
1992
1995
1998
2001
47,5
47,3
46,4
45,7
3,7
4,2
5,1
5,2
toiletspoeling
42,7
39,0
36,2
34,8
wassen, hand/machine
25,7
27,6
25,3
24,6
afwassen, hand/machine
9,5
5,8
5,7
6,0
voedselbereiding
2,6
2,0
1,7
1,6
wastafel
overig
3,3
8,2
7,6
8,2
totaal
135,0
134,1
128,0
126,1
5
B
figuur 18 Verbruik van drinkwater in liters per persoon in Nederland, 1992-2001
In figuur 19 is het waterverbruik in 2000 op Ameland en op het Friese vasteland weergegeven. Verklaar waarom nummer 1 Ameland moet zijn. In de zomer zijn er veel
toeristen op Ameland waardoor het drinkwaterverbruik erg hoog is. 12
7
C
A Zoek in je atlas op in welke twee provincies drinkwater gebruikt wordt dat afkomstig is van duininfiltratie.
Noord-Holland, Zuid-Holland. 8
Bekijk HB bron 34. Noem een nadeel van de infiltratie van Rijnwater in ons duingebied. Het natuurlandschap
wordt aangetast. / Met het Rijnwater komen er ook vervuilende stoffen in ons duingebied. HB §5 LE E RTE KST B L Z. 129
Computerles §5 t/m 7.
T O E PAS S I N G D R I N K WATE R WI N N I N G: K WAL ITE IT E N P R I J S
9
A Gebruik uit de atlas de kaart over de herkomst van drinkwater (GB drinkwatervoorziening) in Nederland.
B
A
Noteer een voordeel van drinkwaterwinning uit grondwater vergeleken met drinkwaterwinning uit oppervlaktewater.
Grondwater hoeft slechts licht gezuiverd te worden / is minder vervuild. 10
Waarom wordt in West-Nederland geen grondwater gebruikt voor de drinkwaterproductie? Het grondwa-
ter is zout of brak.
waterwingebied
WATE R G E B R U I K I N I N D U STR I E E N L AN DB O UW
11
25-jaarzone/grondwaterbesche
Bekijk de grafieken van HB bron 31 en 32. Kruis de juiste uitspraak aan.
rming
sgeb
ied
waterstroom
■ Het waterverbruik in de land- en tuinbouw is vanaf 1995
sterk afgenomen. ■ Het waterverbruik in de industrie is sinds 1995 sterk
afgenomen. 12
In HB bron 31 staat in de kolom over 2001: ‘water van andere bedrijven’. Wat wordt daarmee waarschijnlijk bedoeld?
pompput Bepaalde gebieden leveren het drinkwater voor de toekomst. Vanuit een soms zeer uitgestrekt gebied stroomt grondwater heel langzaam naar de pompputten. Het toestromende grondwater wordt vanaf een 25-jaarzone door maatregelen beschermd tegen verontreinigingen. Vanaf die zone heeft het water nog ongeveer 25 jaar te gaan voordat het de pompputten bereikt. In dit 'grondwaterbeschermingsgebied' gelden speciale regels voor wonen en werken. figuur 22 Een gebied dat drinkwater levert voor de toekomst
In de industrie wordt restwater van het ene bedrijf hergebruikt in het andere bedrijf.
EXTRA D R I N K WATE R VE R VU I L I N G
WATE R WI N N I N G
13
Gebruik figuur 22. a Geef een voorbeeld van een maatregel die voor boeren in een 25-jaarzone zeker zal gelden. Boeren mogen geen
bestrijdingsmiddelen gebruiken. / mogen nauwelijks mest/kunstmest gebruiken.
b Boer A is van plan om te stoppen met zijn boerenbedrijf. Hij wil op de plek waar hij nu woont een boerderijcamping beginnen. Boer B wil ook stoppen met zijn boerenbedrijf en wil op de plek waar hij nu woont een autosloperij beginnen. Welke boer krijgt waarschijnlijk geen toestemming om zijn bedrijf te veranderen. Waarom niet? Boer B , omdat
de kans op bodemvervuiling bij een autosloperij groot is. D E VRAAG VAN D E PARAG RAAF
14
Bestudeer de inhoud van deze paragraaf en formuleer zelf de vraag van de paragraaf.
Eigen antwoord, de vraag zou kunnen zijn: ‘Hoe is de waterwinning en het watergebruik in Nederland geregeld?’
15
Gebruik de laatste alinea’s van de leertekst en figuur 23. a De strijd tegen industriële vervuiling is succesvol geweest. Over welke type vervuiling ging het dan?
Puntlozingen b De strijd tegen een andere soort vervuiling gaat nog steeds door. Over welk type vervuiling gaat het hier?
Vervuiling door diffuse bronnen. c Waarom is deze laatste vorm van vervuiling zo moeilijk aan te pakken? Het gaat om kleine beetjes en
vindt heel verspreid plaats.
De rivier is nog te veel een riool Rijn en Maas zijn schoner dan voorheen. Toch hebben waterleidingbedrijven soms moeite er voldoende schoon water uit te halen. De strijd tegen de industriële vervuiling is succesvol geweest. De vervuiling is minder geworden. De strijd tegen een andere soort van vervuiling gaat echter nog steeds door. Die situatie begint zorgelijk te worden en vormt een serieuze bedreiging voor de drinkwaterproductie. figuur 23 HB §6 I NTRO B L Z. 130
13
Duurzaam gebruik van zoet water
6 Wat te doen? Maatregelen in het klein VE R KE N N I NG
WATE R B E H E E R
5
B I J D E I NTR OTE KST
1
a Wat is de functie van een wadi in een woestijn (HB bron 35)? Het regenwater tijdelijk opvangen als er
in korte tijd veel water valt.
b Wat is de functie van een wadi in een stad (HB bron 36)? Het hemelwater tijdelijk opvangen als
in korte tijd veel regen valt.
er
– Het water wordt door infiltratie opgeslagen in de
bodem.
c Waar blijft uiteindelijk het grootste deel van het water dat in een wadi opgevangen wordt? Het zakt (infil-
treert) in de bodem.
– Als er meer water valt dan er opgeslagen kan worden wordt dit afgevoerd via het oppervlaktewater. 6
d Waardoor is door de aanleg van wadi’s de kringloop van het water in stedelijke gebieden hersteld? Overtollig
hemelwater wordt op een natuurlijke wijze afgevoerd.
Het scheiden van schoon hemelwater en vuil afvalwater wordt afkoppelen genoemd. Bij afkoppelen in de stad laat men het hemelwater infiltreren. a Noem een voordeel van het laten infiltreren van het hemelwater. Minder vervuiling van het opper-
MODULE 4
4
c Tegenwoordig wordt ook vaak het begrip watermanagement gebruikt. Zoek het woord ‘management’ op in een woordenboek en schrijf dan op wat het betekent.
Leidinggeven aan waterbeheer.
Infiltratie kan ondergronds of bovengronds (HB bron 36 t/m 40). Kruis aan wat bij ondergrondse infiltratie hoort. ■ Wadi
d Bij integraal waterbeheer hoort: ■ tegengaan van verdroging
■ Infiltratiebuis
■ voorkomen van de vervuiling van grondwater
■ Infiltratievijver
■ tegengaan van luchtvervuiling
■ Infiltratieput
■ drinkwaterwinning
De laatste jaren heeft men in een aantal nieuwbouwwijken naast het bestaande waterleidingsysteem een tweede leidingnet aangelegd voor huishoudwater. Dit grijze water is van mindere kwaliteit maar prima geschikt voor het sproeien van de tuin of het wassen van de auto. a Vind je de aanleg van een tweede leidingnet een vorm van duurzame ontwikkeling? Verklaar je antwoord. Ja • Nee, omdat je niet overal kostbaar schoon
■ voorkomen van overstromingen
drinkwater voor hoeft te gebruiken.
b Volgens de waterleidingbedrijven is de aanleg van een tweede leidingnet een mislukt experiment. Het levert te weinig milieuwinst op. Bedenk een verklaring hiervoor.
Bijv.: De aanleg van een tweede leidingnet is duur of kost veel grondstoffen.
14
wat daarmee samenhangt.
vlaktewater. / Minder verzilting. / Minder verdroging. b Bedenk een nadeel van afkoppeling. Hoge kosten / Hoge grondwaterstanden.
3
Nederland moet verstandig met water omgaan. De Nederlandse regering kiest daarbij voor integraal waterbeheer. a Wat bedoelt men met ‘integraal’ (gebruik een woordenboek)? In zijn geheel / alles omvattend. b Schrijf in eigen woorden op wat integraal waterbeheer betekent. De zorg voor al het water en alles
AFKO P P E L E N
2
Het waterbeleid van de 21e eeuw is: vasthouden, bergen en afvoeren. Deze stappen zijn ook te onderscheiden bij infiltratie. – Het teveel aan water wordt in eerste instantie vastgehouden op de plaats waar het ontstaat, dus de wadi’s.
■ apart inzamelen van chemisch afval ■ zorg over de uiterwaarden langs de rivieren ■ beheersing van het grondwaterpeil in de polders HB §6 LE E RTE KST B L Z. 131
T O E PAS S I N G KL E I N - O F G R O OTS C HAL I G?
7
In de tabel staan maatregelen die betrekking hebben op het omgaan met water. Vul de tabel aan op de volgende wijze: – Zet een ‘K’ voor de kleinschalige maatregelen. – Noteer een ‘G’ als je een maatregel grootschalig vindt. – Zet een ‘?’ als je het niet zeker weet.
Computerles §5 t/m 7.
K/G/?
MAATREGELEN
De bouw van een sluis in een beek in De Groote Peel
B EANTWOORD DE VR AAG VAN DE PAR AG R AAF
9
Het Sardar Sarovar Project in India dat ruim 2 miljoen hectare landbouwgrond van water voorziet
‘Wat te doen?’ is de vraag van de paragraaf. Lijkt je de vraag voldoende beantwoord in deze paragraaf? Ja • Nee, omdat eigen antwoord.
Het slaan van putten in een woestijngebied De aanleg van de Sanmenxia-stuwdam in China waardoor 320 000 mensen moesten verhuizen De verhoging van alle zeedijken in Nederland tot ‘Delta-niveau’. Het gebruik van een waterbesparende douchekop Het verdiepen en verbreden van een rivier om overstromingen te voorkomen
EXTRA WATERSCHAPPEN
10
C Het waterbeheer in Nederland is overgedragen aan waterschappen (fig. 26). Blija Buitendijks
Het gebruik van een regenton
Noorderzijlvest
De aanleg van een ondergronds drinkwaterreservoir
Het oppompen van grondwater door de Nederlandse waterleidingbedrijven
In onder andere Roggel, Doetichem, Zwolle en Ede zijn proeven met het infiltreren van hemelwater. Ook in nieuwbouwwijk De Berkte te Raalte. Het hemelwater dat op de daken en straten valt, wordt afgevoerd naar het infiltratiesysteem, wadi genoemd. In de wadi (figuur 24 en 25) kan
Groot Salland
Zuiderzeeland Amstel, Gooi & Vecht
Rijnland Vallei & Stichtse Rijn Eem Delfland Schieland & Rijnlanden en IJssel Rijn Krimpenerwaard Rivierenland Hollandse Delta Aa en Maas Brabantse Zeeuwse Delta Ma eilanden as De Dommel Peel en Maasvallei Zeeuws-Vlaanderen
Roer en Overmaas
we kijken naar de kosten van waterzuivering. juist is. Bijv.:
Het regenwater is ‘schoon’ en hoeft (bijna) niet gezuiverd te worden.
Regge en Dinkel
Veluwe
het water infiltreren in de bodem. Mari, een vmbo-er in klas 4c, beweert dat het infiltratiesysteem voordelig is als a Geef een reden waarom het voordeel dat Mari noemt
Velt en Vecht
IJssel
8
Reest en Wieden
Hollands Noorderkwartier
De installatie van een waterbesparend toilet
I NFI LTR ATI E VAN HEMELWATER
Hunze en Aa’s
Fryslân
Het maaien van de oevers van waterlopen om de afvoer te verbeteren
figuur 26 Waterschapskaart van Nederland
a Mijn woonplaats valt binnen het waterschap
eigen
b Wat zal de reden zijn dat de gemeente de mensen in
antwoord.
deze woonwijk gevraagd heeft hun auto niet aan huis te
b Verzamel informatie via internet over het waterschap in
Als de auto aan huis wordt gewassen, dan komt het vuile water rechtstreeks in de bodem en vervolgens in het grondwater.
jouw regio.
wassen, maar in een autowasserette?
c Maak met het verzamelde materiaal op een apart blad een overzicht van de watervoorziening in jouw regio. HB §7 INTRO BLZ. 132
Infiltratiesysteem wadi
overloop vijver
drainagebuis
regelput
waterafvoer
figuur 25 Infiltratiesysteem De Berkte figuur 24 Woonwijk De Berkte te Raalte: wonen bij het water, wonen met het water 15
Duurzaam gebruik van zoet water
7 Wat te doen? Maatregelen in het groot VE R KE N N I NG
b De Drieklovendam gaat evenveel energie leveren als
tien kolencentrales.
B I J D E I NTR OTE KST
Drieklovendam De Drieklovendam is de grootste stuwdam ter wereld en is genoemd naar de Quatang Koof, de Wuxia Kloof en de Xiling Kloof waar de Jangtse rivier doorheen stroomt. De dam is 2,3 kilometer breed en moet 10 procent van de Chinese elektriciteit gaan leveren. Daarmee is de dam de grootste waterkrachtcentrale van de wereld en levert de dam evenveel energie als tien grote kolencentrales. Achter de dam ligt een stuwmeer van 640 kilometer lang. Zestigduizend hectare land is onder water komen te staan, compleet met 1500 fabrieken, 160 steden en dorpen en 16 archeologische vindplaatsen. Ook zijn er vanwege het ontstane stuwmeer bijna 2 miljoen mensen geëvacueerd en bezat het drieklovengebied veel natuurschoon dat voor altijd verloren is gegaan.
c Het stuwmeer wordt ongeveer 640 kilometer lang.
2
In het
Kunlungebergte (Kunlun Shan) b Vul in. Bij de stad Shanghai stroomt de Jangtsekiang in de Oost-Chinese zee. c Noem twee andere grote steden in de benedenloop die last kunnen hebben van overstromingen. Nanjing,
Wuhan
B EO O R D E L E N VAN G R O OTS C HAL I G E P R OJ EC TE N
3
figuur 27
1
A Zoek op met de atlas. a In welke gebergte ontspringt de Jangtsekiang?
Gebruik de bronnen uit het handboek en figuur 27. a Door welke drie kloven stroomt de Jangtsekiang?
Ieder grootschalig project heeft voor- en tegenstanders. Dat is ook het geval bij de Drieklovendam. a Zet in de eerste kolom van de tabel met een rode kleur een T voor de argumenten die tegenstanders zullen gebruiken. b Zet een zwarte V voor argumenten van voorstanders van de bouw.
Qutang Kloof, Wuxia Kloof, Xiling Kloof ARGUMENTEN
MODULE 4
De kosten bedragen ongeveer 30 miljard dollar Minder overstromingen in de benedenloop Door het stuwmeer verdween een groot gebied met vruchtbare landbouwgrond Archeologische vindplaatsen zijn verloren gegaan De bouw laat zien wat China kan presteren De risico’s bij een doorbraak van de dam zijn hoog Unieke natuurgebieden verdwijnen De dam levert goedkope en schone energie voor de industrie Er moesten 2 miljoen mensen verhuizen De bevaarbaarheid van de Jangtsekiang voor grote schepen is verbeterd Stuwmeren veroorzaken door hun gewicht aardbevingen 1500 fabrieken moesten sluiten door de aanleg van het stuwmeer De irrigatie in de benedenloop kan beter beheerst worden Zeldzame planten en dieren verdwenen Het toerisme zal in deze streek afnemen door het verdwijnen van de drie kloven 15 steden, 140 stadjes en 800 dorpjes zijn verdwenen Het stuwmeer zal snel dichtslibben door het vele slib dat de Jangtsekiang meeneemt
16
ECONO-
SOCIAAL-
MISCH
CULTUREEL
POLITIEK
TECHNISCH
NATUUR/ MILIEU
Computerles §5 t/m 7.
c De argumenten zijn ook in te delen in categorieën. Er zijn economische, sociaal-culturele, politieke en technische argumenten en argumenten die betrekking hebben op natuur en milieu. Kruis achter de uitspraken aan tot welke categorie die uitspraak hoort. Meerdere antwoorden zijn mogelijk.
c Bespreek in kleine groepjes alle informatie. Probeer daarna de begrippen te ordenen (figuur 28). Gebruik eventueel eerst een kladblaadje. Tip: schrijf de woorden op aparte kaartjes die je vervolgens ordent. Welke begrippen horen bij elkaar? Waarom? Indien nodig mag je nog begrippen aan het lijstje toevoegen.
D U U R ZAM E O NT WI KKE L I N G?
BEGRIPPEN
BEGRIPPEN
4
a Moeten volgens jou in de toekomst dit soort projecten wel of niet uitgevoerd worden? Wel • Niet, omdat
Broeikaseffect
Politiek
eigen mening.
Cultuur
Sociaal
Economie
Stroomvoorziening
Industriële ontwikkeling
Technische aspecten
Kosten
Toerisme
Landbouw
Transport
Migratie
b Vind jij dat de bouw van de Drieklovendam een vorm is van duurzame ontwikkeling? Ja • Nee, omdat de natuur
onherstelbare schade ondervindt.
5
a De bouw van een stuwdam wordt door veel arme landen gezien als een middel om tot ontwikkeling te komen. Waarom? Een stuwdam levert energie voor de
Natuur Overstromingsgevaar figuur 28
d Noteer de begrippen in het schema van figuur 29. Jullie moeten aan de klas uit kunnen leggen: – waarom je een begrip gekozen hebt (voor- of nadeel); – waarom je een begrip in dat vakje geplaatst hebt; – wat de begrippen in het schema met elkaar te maken hebben; – wat je belangrijkste argument is om voor- of tegenstander te zijn.
ontwikkeling van de industrie. / Een stuwdam maakt irrigatie mogelijk waardoor de voedselproductie toeneemt.
b Waarom willen bedrijven uit rijke landen graag helpen bij de bouw? Om er ook geld aan te verdienen. 6
Wereldwijd groeit de weerstand tegen grootschalige projecten. Men kiest liever voor kleinschalige projecten. Waarom? Kleinschalige projecten hebben veel
GEVOLGEN
minder nadelen vergeleken met grootschalige projecten.
KORTE TERMIJN
MIDDELLANGE
LANGE TERMIJN
TERMIJN
Lokaal Regionaal
HB §7 LE E RTE KST B L Z. 133
Mondiaal L E R E N D E N K E N M E T A A R D R I J KS K U N D E B EG R I P P E NWE B
7
G Je gaat een begrippenweb maken over de gevolgen van de bouw van de Drieklovendam. a Je docent verdeelt de klas in twee groepen: voor- en tegenstanders. Jij bent ingedeeld bij de voorstanders • tegenstanders. b Je docent legt uit wat een begrippenweb is en wat je leert door er een te maken. Gebruik de informatie in het handboek en werkboek. Mogelijk krijg je aanvullende informatie van je docent of moet je zelf informatie opzoeken. Bij het opzoeken op internet kun je gebruikmaken van een zoekmachine. Zoekwoorden zijn: ‘Drieklovendam’ of ‘Three Gorges Dam’.
figuur 29
e – – –
Noteer na afloop ook: hoe de groep heeft samengewerkt; of het gelukt is om een goed begrippenweb te maken; wat je de volgende keer anders aanpakt.
CO M P UTE R VRAG E N
7
C Maak de digitale eindtoets van §5, §6 en §7 en noteer je score op de studiewijzer. HB §8 EXAM E NTRAI N E R B L Z. 134
17
Duurzaam gebruik van zoet water
8
Examentrainer De weg van het water(K)GT
Gebruik de bronnen uit het handboek en de atlas als dat nodig is. Schrijf je antwoorden op een apart antwoordblad. 1p
•
1 Aquaducten (HB bron 52) zijn vroege vormen van waterleiding. Een aquaduct is een soort goot waardoor zoet water vanuit het gebergte naar een stad loopt. ➔ Bij een aquaduct is sprake van: A het omleiden van de weg van het water. B het vertragen van de weg van het water. C het versnellen van de weg van het water.
4p
•
2 Maak een schema van drie kolommen op je antwoordblad (zie figuur 30). ➔ Zet de volgende woorden in de juiste kolom: sloot • irrigatie • waterleiding • spaarbekken • riolering • beregening • kanaal • stuwdam
OMLEIDING
VERTRAGING
VERSNELLING
figuur 30 1p 1p
MODULE 4
4p
• •
3 ➔ Leg uit waarom bij een koeltoren (HB bron 53) sprake is van omleiding van de weg van het water. Leg dit uit. 4 ➔ Wat probeer je via infiltratie van hemelwater te voorkomen? A Het omleiden van de weg van het water. B Het vertragen van de weg van het water. C Het versnellen van de weg van het water.
•
5 Hieronder staan vier uitspraken. ➔ Neem de cijfers 1 t/m 4 over op het antwoordblad en zet er achter of deze uitspraak juist is of onjuist. 1 Voor de stad Los Angeles wordt zoet water aangevoerd via pijpleidingen en kanalen door de hete woestijn van Californië. Hier is sprake van vertraging van de weg van het water. 2 Indonesische rijstboeren (HB bron 54) maken voor de natte rijstbouw gebruik van akkertjes die onder water staan. Hier is sprake van omleiding van de weg van het water. 3 Versnelling van de weg van het regenwater heeft verdroging tot gevolg. 4 Vroegere ruilverkavelingen hadden vaak vertraging van de waterkringloop tot gevolg.
2p
•
6 ➔ Bij duinwaterwinning is sprake van omleiding en vertraging. a Leg uit waarom bij duinwaterwinning sprake is van omleiding. b Leg uit waarom bij duinwaterwinning sprake is van vertraging.
2p
•
7 In sommige gebieden zijn de activiteiten van de mens gericht op versnelling van de weg van het water, in andere gebieden op vertraging. ➔ Neem de cijfers I en II over op het antwoordblad. Noteer of er sprake is van versnelling of vertraging. I Droge streken II Natte streken
2p
•
8 Soms zijn belangen tegenstrijdig. ➔ Neem de nummers I en II over op je antwoordblad. Noteer het belang: versnelling van de weg van het water • vertraging van de weg van het water I Boeren kunnen niet met hun machines op het land rondom een beschermd natuurgebied omdat de grondwaterstanden te hoog zijn. II In het beschermde natuurgebied wordt de grondwaterstand zo hoog mogelijk gehouden om het veen te laten groeien.
18
3p
1p
2p
2p 2p
2p 1p
•
9 Het toepassen van irrigatie is een kleinschalige maatregel. Op HB bron 49 zie je drie soorten van irrigatie: – Oppervlakte-irrigatie: water wordt aangevoerd via sloten en kanaaltjes, het water stroomt direct op de akkers. – Beregening: water wordt aangevoerd via een buizenstelsel. Het wordt met behulp van sproeiers op het land gebracht. – Micro-irrigatie (druppelirrigatie): elke plant krijgt via een buisje precies genoeg water. In vergelijking met grootschalige maatregelen zijn kleinschalige maatregelen vaak duurzamer. Maar ook tussen kleinschalige maarregelen zitten verschillen. ➔ Welke vorm van irrigatie is de meest duurzame vorm van watergebruik? Verklaar je antwoord.
• 10 Irrigatie levert dikwijls verzilting op. ➔ Bij welke vorm is de kans op verzilting het kleinst? A Oppervlakte-irrigatie B Beregening C Micro-irrigatie • 11 Gebruik HB bron 46 t/m 48. ➔ Welke dam zal het minst schade aan de natuur berokkenen en waarom? • 12 ➔ Met welk doel kiezen arme landen vaak voor de aanleg van grote stuwdammen? • 13 Op de atlaskaart Marokko: Mijnbouw-industrie-toerisme zijn thermische en waterkrachtcentrales aangegeven. Opvallend is dat de waterkrachtcentrales allemaal in het binnenland liggen. ➔ Geef hiervoor met behulp van de overzichtskaart van Marokko een verklaring. • 14 ➔ Leg uit waarom de aanleg van enkele stuwen in een rivier minder ingrijpend is dan de aanleg van een stuwdam. • 15 Lees het krantenbericht van figuur 31. ➔ Waarom zijn veel rivieren gekanaliseerd? Rivieren moeten weer de ruimte krijgen Het is slecht gesteld met de meeste rivieren in Europa. Tachtig procent van de grote rivieren is gekanaliseerd. Ook wordt een groot deel van het water door grote dammen vastgehouden in spaarbekkens. In een periode van flinke regenval stroomt het water in sneltreinvaart naar zee, zeker
tweemaal zo snel als vroeger. Toen had het regenwater tijd genoeg om in de bodem te dringen. Nu gutst het water direct snel naar zee. Vrij naar: NRC Handelsblad
figuur 31 1p
1p
• 16 Lees het krantenbericht van figuur 31. ➔ Hoe komt het dat door de kanalisatie de kans op overstromingen is toegenomen? • 17 Lees het krantenbericht van figuur 31. ➔ Kanalisatie leidt tot: A omleiding van de weg van het water. B vertraging van de weg van het water. C versnelling van de weg van het water. HB §9 I NTRO B L Z. 136
19
Natte landen, droge landen
9 Nederland en Bangladesh: te veel water? VERKENNING
4
B IJ DE I NTROTEKST
1
A
2
A
a Wat is het verschil tussen overstromingen in C
Bangladesh en in Nederland?
De jaarlijkse overstromingen zijn normaal voor Bangladesh. Overstromingen zijn voor Nederland uitzonderlijk.
3
b Een van de oorzaken voor het verschil in overstromingen is te lezen in de neerslaggrafieken (HB bron 58 en 59).
B
1
Over welke oorzaak gaat het dan?
In Bangladesh valt veel meer neerslag. / In Bangladesh valt veel meer neerslag in een korte periode.
a
3
2
b
c
BANG LADESH
A Gebruik de atlas. a Welke landen, gebergten, wateren en steden zijn in figuur 32 met cijfers en letters aangegeven? Leer de topografie.
gebieden die regelmatig overstromen
Landen 1 Bangladesh 2 3 MODULE 4
4 5
0
Nepal India Bhutan Myanmar (Birma)
D
3
c
b Vrijwel heel Bangladesh ligt tussen 0
a Waarom wordt de Himalaya de het dak van de wereld genoemd? Het is het hoogste gebergte ter
wereld.
Ganges Brahmaputra Golf van Bengalen Chittagong Calcutta
100 km
b Waarom wordt Bangladesh de dakgoot van de wereld genoemd? Via
Bangladesh wordt al het water van de zuidkant van de Himalaya afgevoerd. 4
Steden a Dhaka b
50
figuur 32
Gebergten, rivieren, zeeën A Himalaya B C
5
D
Gebruik figuur 33. Vul in. Kies uit: condenseren • gletsjers • halfjaarlijkse • Himalaya • malaria-epidemieën • opstijgen • overstromingen • regentijd • regenwater • smeltwater • temperatuur • waterdamp • zomer.
en 200
meter boven de zeespiegel. Bangladesh hoort dus helemaal tot het laagland • heuvelland • middelgebergte • hooggebergte.
In de zomer
wordt het in Bangladesh zeer warm. De
temperatuur
kan dan wel tot 40ºC oplopen. De lucht
boven het land gaat opstijgen
. Er waait daardoor een
wind van zee naar land. Deze brengt veel waterdamp
c Op HB bron 55 en figuur 32 is goed te zien dat
mee. Boven land gaat de waterdamp condenseren .
Bangladesh in de delta ligt van enkele grote rivieren.
Vooral in de gebieden waar de lucht moet opstijgen, zoals
Gebruik eventueel een woordenboek. Een delta wordt zo
tegen de Himalaya
, kan er dan veel neerslag vallen.
genoemd omdat:
De maanden juni, juli en augustus vormen daardoor de
A deze gebieden vaak overstromen.
regentijd
B de rivieren zich vertakken in een aantal kleinere stro-
het beduidend minder omdat dan de wind voornamelijk
men in de vorm van de Griekse letter 욼. C de zee deze gebieden regelmatig overstroomt.
. In de andere maanden van het jaar regent
van land naar zee waait. Deze halfjaarlijkse
draaien-
de wind wordt moesson genoemd. Tegelijk met de regenperiode smelt er in de zomer veel sneeuw en ijs van de
gletsjers 20
in de Himalaya. Het gevolg is dat de rivieren
Computerles §9 t/m 11.
in korte tijd zowel grote hoeveelheden smeltwater als regenwater moeten afvoeren.
■
■
Overstromingen vervuilen de overstroomde gebieden
■
■
in het stroomgebied van de Ganges en de Bramaputra zijn het gevolg. Door het warme klimaat kunnen hierdoor malaria-epidemieën
■
■
Regenrijk klimaat Tropische streek
■
■
■
■
Overstromingen
Vloedgolven Vooral laagland
uitbreken. O O K D E M E N S VE R O O R ZAAK T D E OVE R STR O M I N G E N
7
Pakistan
a In Bangladesh overstromen de rivieren door
slibbing.
b Als oorzaken worden in de tekst van figuur 34 genoemd: – in Bangladesh ontbossing, uitputting van de
Himalaya
India
dicht-
Bangladesh Golf van Bengalen
grond.
– in de buurlanden:
bieden.
ontbossing van de bergge-
figuur 33 De moesson brengt veel neerslag in Bangladesh CYC LO N E N E N VLO E D G O LVE N I N BAN G L AD ES H
5
a Bangladesh wordt ook regelmatig geteisterd door cyclonen. Een cycloon is een tropische wervel-
storm.
b De zuidelijke wind stuwt vooral in de zomer en het najaar het water op in de Golf van Bengalen
. Er kunnen dan vloedgolven of tsunami’s ontstaan van wel zes meter hoogte. Deze golven overspoelen het kustgebied. Ze veroorzaken veel schade en maken vele duizenden slachtoffers
. c Waarom ligt Bangladesh dan niet beschermd achter stevige dijken? Er is gebrek aan kennis en voor-
al aan geld.
HB §9 LE E RTE KST B L Z. 137
T O E PAS S I N G N E D E R L AN D E N BAN G L AD ES H: E E N VE R G E L I J KI N G
6
Kruis in onderstaande lijst de kenmerken aan die bij Nederland (NL) en/of Bangladesh (BD) horen. NL BD
De wraak van de Himalaya De rivieren konden vroeger tijdens het regenseizoen de watermassa’s goed verwerken. Nu raken ze steeds meer dichtgeslibd. Omdat er nauwelijks gebaggerd wordt, treden de rivieren steeds vaker buiten hun oevers. De ontbossing in Bangladesh vormt een van de oorzaken voor de overmatige hoeveelheden slib. Er zijn hele gebieden waar geen bomen meer staan: puur woestijn. Alles is gekapt door de bevolking die brandhout nodig heeft. Ook heeft de groeiende bevolking steeds meer voedsel nodig. Er wordt zelfs in minder vruchtbare gebieden drie keer per jaar geoogst. De grond raakt dan uitgeput. Water en wind voeren de losse aarde mee. De belangrijkste oorzaak voor de overstromingen moet buiten het land worden gezocht. De berggebieden van Nepal, India, Tibet en Bhutan worden steeds verder ontbost. De neerslag stroomt daar direct vanaf de hellingen de rivieren in. De vruchtbare grond wordt daarbij door het water meegenomen. Na een flinke neerslagperiode kunnen de rivieren het vele water niet verwerken. Ook raken de rivierbeddingen in Bangladesh door het slib steeds verder verstopt. Vrij naar: Onze Wereld
■
■
Door de overstromingen blijven de akkers vruchtbaar
■
■
Cyclonen
■
■
Bevolking wordt tijdig gewaarschuwd en geëvacueerd
figuur 34
■
■
Gematigde streek
8
■
■
Goed beschermd door dijken
■
■
Ligging aan zee
■
■
Ligging in een delta
■
■
Malaria-epidemieën
■
■
Moesson
welvaart, grotere bevolkingsdichtheid, ernstiger overstromingen, geen waarschuwingssysteem.
■
■
Nauwelijks beschermd door dijken
HB §10 I NTRO B L Z. 138
Noem een reden waarom er in Bangladesh, in vergelijking met Nederland, meer slachtoffers vallen bij een overstroming. Een van de volgende verklaringen: lagere
21
Natte landen, droge landen
10 Israël en Egypte: te weinig water? VERKENNING
streept. Schrijf die namen klein in het kaartje. Gebruik
DE WATERSITUATI E I N ISR AËL
eventueel je atlas.
1
Gebruik de introtekst, HB bron 61 en figuur 35.
b Door de bouw van de Aswandam:
a Israël is voor zijn water afhankelijk van de:
■ overstroomt de Nijl jaarlijks de akkers als gevolg van de
– wateraanvoer van de rivier –
waterhoudende Jordaanoever.
Jordaan;
moessonregens in Oost-Afrika.
laag of aquiver op de
Westelijke
■ is de waterafvoer van de Nijl het hele jaar ongeveer
gelijk en zijn er geen overstromingen meer.
b Het water van de rivier de Jordaan verzamelt zich in het meer van Kinneret
. Hoe wordt het water vanuit
dat meer over Israël verspreid?
Waterpijpleiding.
...........................................................
Via de Nationale
c Eén derde van het benodigde water haalt Israël uit de bergaquiver. Hoe wordt het opgepompte water weer aangevuld?
Door de neerslag. Meer van Kinneret
waterscheiding
GolanHoogten
bergaquiver
...........................................
...........................................
stroomrichting ...........................................
NOORDELIJKE AQUIVER
Jordaan
MIDDELLANDSE ZEE Tel Aviv
WESTELIJKE AQUIVER
...........................................
...........................................
OOSTELIJKE AQUIVER
...........................................
MODULE 4
Jeruzalem
Dode Zee
ISRAËL
Gaza
...........................................
JORDANIË 0
25 km
opvanggebied regenwater waterscheiding onttrekking d.m.v. pompen Middellandse Zee
westelijke aquiver
...........................................
...........................................
ondoordringbare laag oostelijke aquiver
ondoordringbare laag
figuur 35
figuur 36 Het stroomgebied van de Nijl
De oorsprong van de Nijl ligt in Oost-Afrika. Via Uganda en Sudan stroomt de rivier naar Egypte. Dit eerste deel van de
22
EGYPTE EN DE N IJL
Nijl wordt Witte Nijl genoemd. Bij Khartoum komt de
2
Egypte is voor zijn water vrijwel helemaal afhankelijk van
Blauwe Nijl erbij. Van hieruit heet de rivier gewoon de Nijl.
de aanvoer door de Nijl.
Daarna stroomt de Nijl 2700 kilometer door de woestijn.
a A In de tekst onder figuur 36 zijn tien namen onder-
Deze afstand wordt alleen nog onderbroken door het
Computerles §9 t/m 11.
Dat leidt onherroepelijk tot een watertekort in Egypte.
Nassermeer. Dit stuwmeer heeft zich gevormd voor de Aswandam. Via de Nijldelta stroomt het Nijlwater uiteindelijk in de Middellandse Zee.
b Welk land zou in dat geval als eerste een ‘wateroorlog’ beginnen? Verklaar je antwoord. Egypte , omdat dit
EGYPTE EN ISR AËL: DE WATERSITUATI E VERG ELEKEN
3
land dan een watertekort heeft.
Gebruik HB bron 63. a Maak de conclusies kloppend. – De hoeveelheid neerslag is in Egypte en Israël ongeveer
6
Waarom maakt Egypte zich zorgen over haar historische
Deze dreigen te verzakken door de vermoddering als gevolg van de hoge grondwaterstand.
gelijk • ongelijk.
bouwwerken?
– Israël krijgt in vergelijking met Egypte veel meer • minder water toegevoerd uit het buitenland. – Israël • Egypte heeft de grootste bevolking. – Het geboortecijfer in Israël • Egypte is het hoogst.
7
a Waarom is het oppompen van water uit de waterhou-
– Gezien de omvang van de bevolking zal Egypte • Israël
dende lagen onder de Sahara slechts een tijdelijke oplos-
sneller in de problemen komen met betrekking tot de
sing bij een watertekort?
Deze voorraden zijn nietvernieuwbaar en zullen op den duur opraken.
beschikbaarheid van water. – Egypte • Israël gaat het zuinigst met haar water om. b Het meeste water in Egypte wordt gebruikt voor de irri-
b Waarom worden er in Egypte geen computergestuurde
gatie in de landbouw (HB bron 64). Waarom ligt daardoor
ondergrondse druppelinstallaties gebruikt voor de irrigatie?
het watergebruik in Egypte erg hoog?
dampt.
Veel water ver-
Dat kan Egypte niet betalen.
c Uit welk gegeven van HB bron 63 kun je afleiden dat het
Egypte gebruikt al 97% van het beschikbare water terwijl Israël maar 86% gebruikt. waterprobleem in Egypte groter is dan in Israël?
d Wat valt je op als je de beschikbare hoeveelheid water in Israël en Egypte vergelijkt met die in Nederland?
Dat Nederland in vergelijking met Egypte en Israël ruim voldoende water heeft.
EERLIJKE VERDELI NG?
8
Lees HB bron 62. a Waarom zijn gegevens over de watervoorziening van Israël topgeheim? Waarschijnlijk wil Israël deze gegevens niet vrijgeven omdat dan zal blijken dat het water niet eerlijk met de Palestijnen wordt gedeeld.
HB §10 LEERTEKST BLZ. 139
b Waarom zijn de Palestijnen voor hun watervoorziening T O E PA S S I N G G EEN OVERSTROM I NG EN MEER , WEL ANDERE
Israël houdt de Westelijke Jordaanoever bezet. volledig afhankelijk van de Israëli’s?
PROB LEMEN!
4
a Waarom waren de Egyptenaren vroeger altijd blij met
c Waarom beperken de Israëli’s de watertoevoer naar de
de overstromingen? Het
Israël vindt dat ze het eerste recht heeft op het water. / Zo blijven de Palestijnen in de greep van de Israëlische regering.
Nijlwater bracht vruchtbaar slib en water op de akkers. b Hoe worden de akkers nu vruchtbaar gehouden?
Door middel van kunstmest.
Palestijnen?
d Onder welke voorwaarde zal Israël de Palestijnen op de
Tot vervuiling van het grond- en oppervlaktewater.
c Tot welk probleem kan dit weer leiden?
5
Westelijke Jordaanoever volledige onafhankelijkheid toe-
Alleen als er harde garanties zijn over de watertoevoer naar Israël. staan?
a Waarom maakt Egypte zich zorgen over de dreiging dat Sudan of Ethiopië meer water voor irrigatie wil vasthouden?
Daardoor zal de hoeveelheid water, aangevoerd door de Nijl, drastisch verminderen.
HB §11 INTRO BLZ. 140
23
Natte landen, droge landen
11 Hoe pakt Nederland de waterproblemen aan? VERKENNING
4
DE EIG EN LEEFOMG EVI NG
1
bewoners van deze gebieden worden de dupe als hun land en huis onder water gezet worden bij hoogwater.
A Ik woon in eigen stad/dorp (woonplaats) in de provincie eigen provincie. a Mijn woonplaats ligt: – vrij dicht bij de Noordzee • de Waddenzee • het IJsselmeer; – nabij de rivier • het kanaal: eigen antwoord (naam); – in de buurt van natuurgebied
■ in een polder: eigen
antwoord
(naam); ■ op een eiland: eigen
5
antwoord
Elk ruimtelijk plan moet ook een watertoets bevatten. Wanneer wordt er waarschijnlijk geen toestemming gegeven om een plan uit te voeren? Als het plan ingrij-
pende gevolgen heeft voor de waterhuishouding in een gebied.
eigen antwoord
(naam), dat vooral bestaat uit bos • hei • hoogveen • zandverstuivingen; – in het Westen • Noorden van Nederland onder NAP (HB bron 66); – in het Oosten • Zuiden van Nederland. b Mijn woonplaats ligt:
Er zijn bezwaren tegen het aanwijzen van noodoverloopgebieden zoals de Ooijpolder (HB bron 70). Waarom? De
HB §11 LEERTEKST BLZ. 141
LEREN DENKEN MET AARDRIJKSKUNDE ORDENEN DOOR KOPPEN TE KI E ZEN
Je docent verdeelt de klas in groepjes en legt de opdracht ‘koppen kiezen’ uit. Dan ga je met je groepje je aan de slag. Je krijgt van je docent een (vergrote) kopie van de lijst met maatregelen die in je werkboek staat (figuur 37).
(naam). 2
➔ De waterproblemen in de regio waar ik woon (zie je antwoorden bij 1) hebben vooral te maken met:
6
■ hoogwaterstanden van rivieren of de zee. ■ hevige neerslag. ■ verzilting (verzouting) van het grondwater. MODULE 4
■ kwelwater, dus water dat door de dijk sijpelt. ■ een slechte waterafvoer. ■ vervuiling van het oppervlaktewater, het grondwater en
de Noordzee. ■ verdroging van de bodem. MAATREG ELEN VAN DE REG ER I NG
3
De regering wil het water meer ruimte geven. Kruis de maatregelen aan die bij dit beleid passen. ■ Het Deltaplan Grote Rivieren, waarbij rivierkaden en
rivierdijken in versneld tempo worden opgehoogd. ■ Ruimte voor Rivieren, waarbij de rivierbedding wordt
uitgediept en de uiterwaarden worden verbreed. ■ Het aanwijzen van ‘noodoverloopgebieden’, waarbij bij
hoogwater het teveel aan water tijdelijk opgevangen kan worden. ■ Het afsluiten van de zeegaten bij dreigend hoogwater
G Figuur 37 geeft een lijst maatregelen waarmee de waterproblemen in je regio aangepakt kunnen worden. a Elk groepje leerlingen krijgt van de docent een kopie van die lijst. b Knip de kopie in stukken zodat op elke strook papier één maatregel staat. c Verdeel de tekststroken in groepjes van maatregelen die naar jullie mening bij elkaar horen. Probeer de maatregelen zo veel mogelijk te rangschikken rond veel voorkomende waterproblemen. d Bedenk daarna een titel voor elk groepje maatregelen. Noteer die titels op aparte papierstroken en leg de juiste strook bij het bijbehorende groepje maatregelen. e Stuur een verkenner naar een andere groep. Hij gaat kijken en luisteren of hij iets kan leren van de ideeën van die andere groep. Als hij terug komt doet hij daarvan verslag. Verander dan nog wat jullie nodig vinden. Neem niet zonder meer over wat anderen bedacht hebben. Jullie ordening moet er echt beter van worden. f Noteer de namen van de groep op een groot vel papier. Plak daarna de stroken met kopjes/titels overzichtelijk op. g Iedere groep noteert de kopjes/titels op het bord. h In de nabespreking legt iedere groep uit op welke manier de groep de maatregelen heeft geordend en waarom.
op de Noordzee. ■ Ruimte voor Water, waarbij door de aanleg van water-
bergingsgebieden water vastgehouden kan worden. ■ De watertoets bij ieder ruimtelijk plan, waarbij de
gevolgen van het plan beschreven worden voor de waterhuishouding.
24
COMPUTERVR AG EN
7
C Maak de digitale eindtoets van §9, §10 en §11en noteer je score op de studiewijzer.
Computerles §9 t/m 11.
MAATREGELEN TEGEN WATERPROBLEMEN
1
Aanwijzen van noodoverloopgebieden om een teveel aan water tijdelijk op te vangen
2
Aanleg van spaarbekkens
3
Aanleg van stuwen in beken en rivieren
4
Deltawerken in Zeeland
5
Hemelwaterinfiltratie
6
Drainage in de polders in West-Nederland
7
Drainage verbieden in landbouwgebieden die nabij natuurgebieden liggen
8
Gebieden bestemmen als waterwingebied
9
Internationale afspraken om vervuiling te verminderen
10
Internationale samenwerking om hoogwater in de rivieren te voorkomen.
11
Landinwaarts verleggen van dijken
12
Onderhouden van de Afsluitdijk
13
Reguleren van waterafvoer van de rivieren (lage waterstanden voorkomen)
14
Toevoer van zoet water naar de poldergebieden
15
Verbeteren rioolwaterzuivering
16
Verbod op beregening
17
Verbod op het lozen van afvalstoffen in de rivieren door de industrie
18
Verbod op het sproeien van tuinen
19
Verdiepen van de rivierbeddingen.
20
Verhogen verontreinigingsheffing voor de burgers
21
Verhogen grondwaterpeil door het peil van het oppervlaktewater hoog te houden
22
Verlagen van de uiterwaarden
23
Versterken smalle duingebieden.
24
Versterken van de rivierdijken
25
Watervoorraad onder de duinen instandhouden om toevoer zout grondwater te voorkomen
26
Wetten en regels om bodemvervuiling te voorkomen
27
Zeedijken ophogen en versterken
figuur 37 HB §12 EXAMENTRAINER BLZ. 142
25
Natte landen, droge landen
12 Examentrainer De Zuiderzeepolders(K)GT Gebruik de bronnen uit het handboek en de atlas als dat nodig is. Schrijf je antwoorden op een apart antwoordblad. 1p
•
1 ➔ Wat is de belangrijkste reden geweest voor de aanleg van de Zuiderzeewerken?
1p
•
2 ➔ Waarom werd het Lelyplan aanvankelijk niet door het Nederlandse parlement aangenomen?
1p
•
3 ➔ Waarom werd het Lelyplan in 1918 wel aangenomen?
1p
•
4 ➔ Waarom moest eerst de Afsluitdijk gebouwd worden voordat de Noordoostpolder en Flevoland aangelegd konden worden (figuur 38)?
Een jaar nadat de Zuiderzeewet (1918) was aangenomen, werd begonnen met de uitvoering van het plan Lely. In 1925 was de Amsteldiepdijk klaar. Het eiland Wieringen was met de vaste wal verbonden. In 1928 kwam de proefpolder Andijk gereed. In 1929 was de hele ringdijk rond de Wieringermeer klaar. Met gemalen bij Medemblik en Den Oever werd de polder leeggepompt. In de loop van 1930 viel de Wieringermeer droog.
Inmiddels was al gestart met de moeilijkste klus: de Afsluitdijk. Van twee kanten werd aan deze dertig kilometer lange dijk gebouwd. De sterke getijdenstromen maakten het bouwen erg moeilijk. Toch lukte het de waterbouwers om de dijk uiteindelijk te dichten. Op 28 mei 1932 werd de Zuiderzee het IJsselmeer.
figuur 38
MODULE 4
1p
•
5 ➔ Welke rivier brengt veel zoet water in het IJsselmeer?
1p
•
6 ➔ A B C
1p
•
7 ➔ Met welk doel zijn gedeelten van het IJsselmeer ingepolderd?
2p
•
8 ➔ Welke verschillen zie je tussen het oorspronkelijke plan van Lely (HB bron 74) en de uiteindelijke uitvoering (HB bron 77)?
1p
•
9 ➔ A B C D
3p
2p
De Zuiderzee werd in 1932 het IJsselmeer. Het water van het IJsselmeer is sinds die tijd: steeds zouter geworden. zout gebleven. zoeter geworden.
Welke gebieden die nu ingepolderd zijn, hoorden vroeger bij de Zuiderzee? Wieringermeer, Noordoostpolder, Flevoland en Markerwaard. Markerwaard, Wieringermeer, Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland. Wieringermeer, Noordoostpolder, Andijk, Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland. Enkhuizen, Wieringermeer, Noordoostpolder, Oostelijk Flevoland en Zuidelijk Flevoland.
• 10 Gebruik de atlas. ➔ Welke drie polders maken deel uit van de provincie Flevoland? • 11 ➔ Met welke belangen werd rekening gehouden toen besloten werd de Markerwaard niet in te polderen (figuur 39)? De Markerwaard is na aanleg van de dijk tussen Lelystad en Enkhuizen nooit droog gepompt. Vooral de milieubeweging en de watersporters waren felle tegenstanders van
figuur 39
26
inpoldering. Ook was er weinig behoefte aan nieuwe landbouwgrond. Uiteindelijk besloot de regering in 1991 definitief van drooglegging af te zien.
3p
1p
2p
2p
2p
1p
• 12 Gebruik HB bron 75. ➔ Neem de cijfers I t/m III over en zet erachter of deze uitspraak juist is of onjuist. I In 1926 begon men met de inpoldering van de Zuiderzee. II In 1989 werd het Zuiderzeeproject afgerond. III In totaal is er 63 jaar aan de inpoldering van de Zuiderzee gewerkt. • 13 Gebruik de atlas. ➔ Welk grondgebruik overheerst in de polders? A Grasland B Akkerland C Gedeeltelijk grasland, gedeeltelijk akkerland D Tuinbouw • 14 Bij de aanleg van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland werden randmeren aangelegd tussen de polders en het vasteland. ➔ Voor welke groep(en) recreanten zijn de randmeren uiterst aantrekkelijk? • 15 Gebruik de atlas. ➔ Neem de cijfers I en II over en zet erachter of deze uitspraak juist is of onjuist. I Vergeleken met de andere polders is de bevolkingsdichtheid van Zuidelijk Flevoland hoger. II De bevolkingsgroei in de Zuiderzeepolders is hoog. Dit is vooral te zien in de Noordoostpolder en Flevoland. • 16 Gebruik de atlas. ➔ Neem de cijfers I en II over en zet erachter of deze uitspraak juist is of onjuist. I Vergeleken met overig Nederland is de bevolkingsdichtheid van de IJsselmeerpolders erg laag. II De Zuiderzeepolders zijn minder sterk verstedelijkt naarmate ze dichter bij de Randstad liggen. • 17 De boeren rond de Zuiderzee stonden achter het Lelyplan. Zij wilden voorkomen dat er zout water op hun landbouwgronden kwam. ➔ Wat wilden zij voorkomen? A Verdroging B Verzilting C Vermoddering
1p
• 18 Na de uitvoering van de Noordoostpolder werd het Lelyplan aangepast. Tussen Oostelijk en Zuidelijk Flevoland en het vasteland werden randmeren aangelegd (figuur 40 en HB bron 78). ➔ Om welke reden werd dit gedaan?
Na het sluiten van Afsluitdijk kon gestart worden met verdere inpoldering. Vanwege de kleiige bodem waren de polders aan de zuidkant van het IJsselmeer gepland. Als eerste werd gestart met de Noordoostpolder. Deze polder werd rechtstreeks aangelegd tegen het vaste land. Toen de polder klaar was kreeg het gebied aan de rand van de polder te maken met verdroging.
Het grondwaterpeil tussen Lemmer en Blokzijl zakte enorm. Het grondwater stroomde als kwel via de ondergrond naar de Noordoostpolder. Bij de aanleg van Oostelijk en Zuidelijk Flevoland werden daarom randmeren aangelegd tussen de polders en het vaste land. Die moesten verdroging voorkomen.
figuur 40 1p
• 19 Gebruik de hoogtekaart van Nederland (GB Nederland, reliëf ) uit je atlas. ➔ Waarom waren er bij de aanleg van de Wieringermeer geen randmeren nodig?
HB §13 I NTRO B L Z. 144 OF HB §15 PROE F OP DE SOM B L Z. 148
27
Verrijkingsstof
13 Verrijkingsstof 1 Welke energiebronnen zijn er? VERKENNING
a Hoe wordt energie opgewekt? Noteer dit voor verschil-
ENERG I EVRETERS
lende soorten energie in de tweede kolom van de tabel.
1
Met energie kun je machines aandrijven of stroom opwekken. Gebruik HB bron 80 om te bepalen of de volgende
Kies uit: zonnecellen • waterkracht • uranium • eb en vloed •
zinnen juist of onjuist zijn.
b Kruis daarna in de derde of vierde kolom aan of de ener-
brandstof/biogas • aardwarmte • aardolie/aardgas
– De rijke landen gebruiken meer energie dan Oost-
giebron eindig of duurzaam is. Windenergie is al voorgedaan.
Europa en de arme landen samen. Juist • Onjuist
c Biomassa kun je een alternatieve energiebron noemen.
– Binnen de industrielanden wordt de meeste energie
Waarom?
Het is geen fossiele energiebron maar valt ook niet onder de duurzame energiebronnen.
door Europa verbruikt. Juist • Onjuist. Energievraag (Mtoe)*
3 500
a Waardoor neemt het gebruik van energie toe? ■ Door toename van de technische kennis.
3 000
■ Door toename van de welvaart.
4 000
4
■ Door toename van de bevolking. b De vraag naar energie zal het snelst groeien in de rijke landen • arme landen.
2 500 2 000 1 500
5
1 000
Aan het gebruik van duurzame energiebronnen zitten nadelen. Behalve de kosten wordt het landschap dikwijls
500 0
ontsierd. Je spreekt dan van horizonvervuiling of visuele
1965
1970
1975
aardgas
1980
aardolie
1985
1990
steenkool
1995
2000
nucleair
verontreiniging.
2005
Noteer twee voorbeelden van horizonvervuiling.
hydro
–
Mtoe = gelijk aan 1.000.000 ton olie
–
figuur 41 Wereldvraag naar energie MODULE 4
2
Bijv.: Windmolenparken Bijv.: Elektriciteitscentrales
HB §13 LEERTEKST BLZ. 145
a Wat is de belangrijkste conclusie als je figuur 41 bekijkt?
De vraag naar energie stijgt nog steeds.
T O E PA S S I N G
b Geldt dat antwoord voor alle energiebronnen? Ja • Nee,
EEN ZONNECENTR ALE I N AUSTR ALI Ë
de vraag naar kernenergie en hydroelektriciteit niet groeit.
6
omdat
Gebruik figuur 42 en HB bron 84. Volgens het bedrijf dat de zonnecentrale gaat bouwen bij Mildura in Australië, is dit gebied bij uitstek geschikt voor
SOORTEN ENERG I E
een dergelijke centrale. Geef daarvoor twee redenen.
3
Het grote aantal uren zonneschijn, de hoge (gemiddelde dag)temperaturen, weinig neerslag, weinig bewolking.
Gebruik voor het invullen van de tabel ook de bronnen van je handboek.
SOORT ENERGIE
OPGEWEKT DOOR/MET/UIT
Windenergie
Windturbines
Fossiele energie
x
Gemiddelde duur van de zonneschijn in uren jan feb mrt apr mei jun jul aug sep okt nov dec jaar De Bilt Nederland
47
Manaus Brazilië
114
73 107 153 197 192 187 185 134 103
Mildura Australië
316 269 322 243 158 177 171 214 261 276 309 338 3054
88
30
300
25
250
20
200
Kernenergie
15
150
Zonne-energie
10
100
5
50
Biomassa
temperatuur in °C
350
Hydro-elektriciteit
0
j f m a m j j a s o n d Broken Hill
figuur 42
55
43 1477
99 112 149 185 214 225 156 171 141 131 1784
35
Getijdenenergie
28
DUURZAAM
0
neerslag in mm
Geothermische energie
EINDIG
(K)GT Computerles §13-14.
KOKEN OP MESTGAS
– Denk je dat Shell uiteindelijk gelijk krijgt? Ja • Nee,
7
omdat de
prijzen op zeker moment aan elkaar gelijk zullen zijn.
In Nepal zijn 50 000 biogasinstallaties in gebruik. Die installaties worden vooral gebruikt door de kleine boeren. De mest van de dieren gaat in de installatie die er automatisch gas van maakt (HB bron 86). Met dit gas wordt gekookt en het huis verlicht. Welke twee begrippen passen het beste bij dit project, dat ondersteund wordt door een Nederlandse ontwikkelingsorganisatie? ■ Fossiele energie
■ Duurzame energie
■ Windenergie
■ Grootschalig
■ Alternatieve energie
■ Kleinschalig
Shell verwacht dat de kosten van duurzame energie tegen het jaar 2020 vergelijkbaar worden met die van de huidige energiebronnen. Zonne-, wind- en biomassa-energie zullen tegen die tijd tussen de vijf en tien procent van de wereldenergieproductie vormen. Rond 2050 wordt dat de helft.
DE NADELEN VAN DE VERSCHILLENDE ENERGIEBRONNEN
8
Duurzame energie wordt rond 2020 rendabel
a Kruis in de tabel de nadelen aan van het gebruik van de verschillende energiebronnen. Kijk naar de bronnen in je handboek. Bij twijfel zet je een vraagteken in het vakje.
figuur 43 KERNENERG I E
10
Gebruik figuur 44. b Welke landen van Europa zijn voor hun elektriciteitsproductie sterk afhankelijk van kernenergie?
MILIEU
AANTASTING
HOGE KOSTEN
PASBAAR
BEPERKT TOE-
LANDSCHAP
ONTSIERING
GEVAARLIJK
a Geef de landen met hetzelfde cijfer dezelfde kleur.
België, Litouwen.
c Noem minstens vijf landen die geen kernenergie
Fossiele energie
Bijv.: Italië, Ierland, Polen, (voormalig) Joegoslavië, Noorwegen, Griekenland.
gebruiken.
Kernenergie
d A Waarom heeft Frankrijk in het verleden bewust gekozen voor kernenergie? Frankrijk heeft nauwelijks
Windenergie Zonne-energie
voorraden fossiele energiebronnen. / Uranium is wel in de ondergrond aanwezig.
Geo-thermisch Getijdenenergie Hydro-elektriciteit
1
geen kernenergie
2
minder dan 20%
Biomassa
3
20 - 40%
4
40 - 60%
5
meer dan 60%
b Waarom wordt bij de duurzame energiebronnen zonne-
3
energie, windenergie en energie uit biomassa het meest toegepast?
1
Die hebben de minste nadelen.
2
3
5 1
3 2 4 1
a Shell is wereldwijd bekend door zijn brandstoffen.
1
3
4 5
1
3
3
Ze zullen
2 1
3 1 1
1 1
zullen stijgen.
van energie van duurzame energiebronnen?
1
5 1
– Wat zal er hoogstwaarschijnlijk gebeuren met de prijzen
dalen.
1
1 1
1
4
3 1
– Wat zal er in de toekomst gebeuren met de prijzen van fossiele energiebronnen? Ze
3
2
Waarom wil Shell ook investeren in zonne-energie?
b Lees de tekst van figuur 43.
1
1
1
aan de opwekking van deze vorm van energie.
De fossiele energiebronnen zullen op den duur opraken. Men moet dan overstappen op duurzame energie.
1
4
c Waarom wordt er steeds minder hydro-elektriciteit toegepast? Vanwege de vele nadelen die kleven 9
Frankrijk,
figuur 44 Het percentage dat kernenergie bijdraagt aan de energieproductie HB §14 INTRO BLZ. 146
29
Verrijkingsstof
14 Verrijkingsstof 2 Hoe gaat Nederland met ener ENERGIEGEBRUIK
VERKENNING 5
B IJ DE I NTROTEKST
1
a Welke energiebron wordt in Nederland het meest
Wind kost niets en is oneindig.
gebruikt?
Aardgas, omdat dit in voldoende mate in Nederland gewonnen kan worden.
Windmolens zijn duur, ontsieren het landschap, maken lawaai, zijn schadelijk voor vogels.
b Noem twee nadelen van windenergie.
2
Gebruik HB bron 89.
a Welke voordelen heeft het gebruik van windenergie?
b Kijk in de grafiek naar ‘overig’. Deze groep heeft maar een beperkt aandeel in het energiegebruik. Over welke
Kernenergie en alle vormen van duurzame energie.
Gebruik figuur 45.
energiebronnen gaat het hier?
a In welke provincies zijn windmolenparken?
Groningen, Friesland, Noord-Holland, Zuid-Holland, Flevoland, Zeeland. b Waarom juist in deze provincies? In deze vlakke kustprovincies waait het vaak en hard. 34
groot windmolenpark van 4 MW of meer (capaciteit staat aangegeven) klein windmolenpark met tenminste 4 turbines
6
5
10
5
Groningen
MODULE 4
5 4 7
laatste jaren opvallend toegenomen? Windenergie
biomassaverbranding.
14
Overijssel
T O E PA S S I N G TR ANSPORT VAN ENERG I E OVER DE WERELD
Utrecht Gelderland
7
A Gebruik de atlas. a Welke energiebron wordt het meest over de aarde getransporteerd? Aardolie b Uit welke landen komt het grootste deel van deze ener-
Noord-Brabant
13
giebron?
Zeeland
De landen in het Midden-Oosten.
c Naar welke rijke landen wordt het grootste deel van de
Limburg
aardolie vervoerd? West-Europa,
Verenigde Staten.
figuur 45 Windmolenpark in Nederland
3
8
Gebruik figuur 46.
Vergelijk HB bron 83 met HB bron 87. Waarom wordt van moderne windmolens gezegd dat ze
bio-energie 43%
Ze zijn hoger en daarom op grotere afstand te zien. Ze worden over het algemeen niet als mooi ervaren.
warmtepompen 24%
Wat vind jij van het besluit van de Nederlandse regering om het gebruik van windenergie aan strenge regels te binden?
Eigen antwoord.
Japan, de
ENERG I EVOORZI EN I NG I N NEDERLAND
horizonvervuiling veroorzaken?
4
en
HB §14 LEERTEKST BLZ. 147
12 Flevoland
4 5
toegenomen.
b Welke duurzame/alternatieve energiebronnen zijn de Drenthe
19
6 4 8
Gebruik HB bron 90. a De elektriciteitsproductie uit duurzame energiebronnen is sinds 1990
17
8
6
5
17 15
11 NoordHolland
11
Het energiegebruik neemt nog steeds toe. d Welke brandstoffen voert Nederland in? Aardolie en steenkool. vanaf 1980?
5 F riesland
5 5
ZuidHolland
c Wat kun je in de grafiek aflezen over het energiegebruik
duurzame energie 10%
windenergie 17% energieopslag 6% zon (elektriciteit) 4% zon (warmte) 4% aardwarmte 1% waterkracht 1%
overige energie 90%
figuur 46 De Nederlandse overheid streeft naar een aandeel duurzame energie van 10% in 2020
30
gie om?(K)GT
Computerles §13-14.
a Met warmtepompen wordt de rest- of afvalwarmte van bedrijven gebruikt. In welke bedrijven wordt veel warmte opgewekt die hergebruikt kan worden?
– Wat is de mening van de NAM over de bodemdaling?
– Wat is de mening van de milieuorganisaties? b Van welke duurzame energiebron verwacht de regering de grootste opbrengst? c Van welke twee energiebronnen verwacht de regering erg weinig? – , omdat – 9
HB §15 INTRO BLZ. 148
, omdat
In November 2004 heeft de Tweede Kamer ingestemd met gaswinning in de Waddenzee onder strikte voorwaarden. a De Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) is blij met dit besluit. Waarom?
b De milieuorganisaties zijn niet blij met dit besluit. Waarom niet? c Er is verschil van mening over de bodemdaling van de Waddenzee (figuur 47). GASWINNING IN HET WADDENGEBIED Afstand van boortoren tot boorlocatie: 3 à 4 km
Gas kan gewonnen worden vanaf land en vanaf zee
Eerste 500 à 800 meter loodrecht naar beneden
Water Land Totale boordiepte: 3000 à 4000 m
Bodemdaling
Wanneer het aardgas uit de laag poreuze zandsteen gewonnen wordt, daalt hierin de druk. Hierdoor wordt de laag door de bovenliggende bodemlagen samengedrukt.
Het aardgas ligt opgesloten in een harde poreuze zandsteenlaag op een diepte van ong. 3500 meter.
Prognose van de bodemdaling in de Waddenzee in 2050, uitgaande van bestaande en geplande velden Ameland
Schiermonnikoog
Terschelling
Vlieland
Texel
Gasveld Slochteren
Boringen uitgevoerd sinds 1960
Bodemdaling in centimeters tussen 0 en 8
tussen 8 en 16
tussen 16 en 20
tussen 20 en 36
gepland Graphic Willem Buijs Brabants Dagblad / Bron: NAM
figuur 47 Prognose van de bodemdaling in Noord-Nederland in 2050, uitgaande van bestaande en geplande velden
31
Proef op de som
15 Aardrijkskunde in de praktijk O P D R AC H T 1 TEKORT AAN DR I NKWATER OP KRETA
1
Onderzoek met atlas en internet of je ‘mental map’ van Kreta klopt. Noteer je opvallendste bevindingen hieronder. Richt je onderzoek in het bijzonder op het drinkwaterprobleem.
REG IONALE B EELDVORM I NG: HET ALPENG EB I ED
1
Schrijf in één minuut een aantal woorden op waar je aan denkt als we het hebben over het water in het Alpengebied.
MODULE 4
2
Gebruik de atlas en eventueel internet om in vijftien minu-
3
Maak nu een tekening of een schets waarin je de gevonden woorden geografisch overzichtelijk ordent.
ten je woordenlijst over het Alpengebied uit te breiden.
Tip 1 Teken het land op een groot vel papier. Tip 2 Bedenk koppen waaronder je de gevonden woorden kunt ordenen. REG IO’S VERDER ONDERZOCHT.
4
G Verdeel de klas in drie of vier groepen. Iedere groep krijgt een land(engroep) toegewezen. a Ik ben ingedeeld bij de groep die Tsjaad • Sahellanden • Polen • Zuid-Afrika • Alaska • …….. onderzoekt. b Schrijf samen met je groepsgenoten alle woorden op waaraan jij denkt bij water over jullie land. c Probeer met de atlas en internet in korte tijd meer woorden bijeen te vergaren over het water in dat land. d Teken samen een schets van het land en zet alles wat je gevonden hebt aan woorden overzichtelijk in de tekening. e Zet de tekening op het bord of een groot vel papier en geef als groep vanuit de tekening informatie aan de klas over jullie land.
32
O P D R AC H T 2 : P R A K T I S C H E O P D R AC H T HET WATERG EB RU I K B IJ JOU THU IS
5
In deze opdracht ga je stap voor stap het waterverbruik thuis onderzoeken. Vraag thuis eerst naar het totale jaarlijkse watergebruik in m³. Het jaarlijkse waterverbruik in ons huishouden bedraagt eigen
6
antwoord m³.
a Bereken het jaarlijkse waterverbruik in liters. Dat doe je door het aantal m³ te vermenigvuldigen met 1000. Eén m³ is immers 1000 liter. Het jaarlijks waterverbruik bedraagt
f Maak een plan om minder water te gebruiken bij jou thuis.
eigen antwoord liter. b Deel het totaal aantal liters door 365. Het gemiddelde waterverbruik in liters per dag is eigen antwoord liter. c Deel nu het aantal liters door het aantal personen in huis. Het gemiddelde waterverbruik in liters per persoon per dag is eigen 7
antwoord liter.
a ➔ 5 6 Vraag van minstens tien klasgenoten de antwoorden op de vragen 5 en 6. b Noteer de antwoorden en die van je klasgenoten overzichtelijk in het schema van figuur 48 of op een rekenvel of in de computer, bijvoorbeeld met Excel. c Reken het gemiddelde per kolom uit. d Maak een staafgrafiek van het verbruik per dag per persoon. e Ga na waarom sommigen meer water gebruiken dan anderen.
NAAM
eigen antwoord
TOTAAL JAARVERBRUIK IN M³
TOTAAL JAARVERBRUIK IN
TOTAAL DAGVERBRUIK IN
LITERS
LITERS
DAGVERBRUIK PER PERSOON
Gemiddeld figuur 48
HB §16 PROEFEXAMEN BLZ. 150
33
Proef op de som
16 Proefexamen Het Aralmeer, een milieuramp! Gebruik de bronnen uit het handboek en de atlas als dat nodig is. Schrijf je antwoorden op een apart antwoordblad. 2p
•
1 Gebruik HB bron 99 en de atlas. ➔ Welke twee zinnen zijn juist? 1 Het Aralmeer ligt op de grens tussen Kazachstan en Turkmenistan. 2 Het Aralmeer wordt door de Amu Darja verbonden met de Kaspische Zee. 3 Het Aralmeer ontvangt water van de rivieren Amu Darja en Syr Darja. 4 De Amu Darja en Syr Darja voeren het (smelt)water af van de gebergtes Pamir en Tian Shan.
1p
•
2 Gebruik de atlas en figuur 49. ➔ In figuur 49 wordt gezegd dat het klimaat rond het Aralmeer verandert van gematigd klimaat naar landklimaat. Maar welk klimaat heerst volgens de atlas in het gebied rond het Aralmeer? Klimaatverandering in de omgeving van het Aralmeer In de omgeving van het Aralmeer is de verandering van het klimaat echt meetbaar. Waarnemingen hebben laten zien dat de temperatuurschommelingen per etmaal en per seizoen veel groter zijn dan vroeger. Ook blijkt de luchtvochtigheid en de neerslaghoeveelheid te zijn gedaald. Eigenlijk vertoont het klimaat steeds minder kenmerken
van een gematigd klimaat, en steeds meer kenmerken van een landklimaat. Het gevolg is dat de vegetatie het steeds moeilijker heeft en de droge zoutafzettingen van de vroegere meerbodem gaan verstuiven. Al met al is het leefklimaat van de bewoners er niet beter op geworden. figuur 49
MODULE 4
1p
•
3 ➔ Wat is het belangrijkste kenmerk van het klimaat rond het Aralmeer? A Hoge temperaturen C Lage temperaturen B Veel neerslag D Weinig neerslag
1p
•
4 Gebruik figuur 49. ➔ Noem drie waarnemingen die bevestigen dat het klimaat rond het Aralmeer aan het veranderen is.
1p
•
5 ➔ Hoe is de daling van de luchtvochtigheid te zien in HB bron 100?
2p
•
6 Zoek op in de atlas. ➔ Welke twee vormen van landbouw komen in het gebied rond het Aralmeer voor?
2p
•
7 Zoek op met de atlas. ➔ Welke twee landbouwgewassen zijn kenmerkend voor het gebied rond het Aralmeer?
2p
•
8 ➔ Is het gebied rond het Aralmeer eigenlijk wel zo geschikt voor de landbouw? Verklaar je antwoord.
2p
• 9 Gebruik de bronnen uit het handboek. In de jaren zestig van de vorige eeuw moest het gebied rond het Aralmeer de ‘katoenschuur’ van de Sovjet-Unie worden (figuur 50). Daarvoor werden grote stuwdam- en irrigatieprojecten gerealiseerd. ➔ Welke twee zinnen zijn juist? 1 2 3 4
1p
2p
34
Akkerbouw is mogelijk langs de Amu Darja en Syr Darja met behulp van irrigatie. De omvang van het bevloeide gebied is afgenomen. Door het gebrek aan zoet water krijgt de landbouw steeds meer problemen zoals verzilting. Door de wind worden de zouten over de akkerbouwgebieden verspreid waardoor de oogsten toenemen.
• 10 Zoet water bevat altijd een kleine hoeveelheid zouten. Het Aralmeer is nu tweemaal zo zout als de Noordzee (figuur 51). ➔ Wat is geen verklaring voor deze verzouting? 1 Door de verdamping van water uit het Aralmeer wordt het achterblijvende water steeds zouter. 2 Door de irrigatie in deze droge streek is er sprake van verzilting van de akkerbouwgebieden. Er komen via de afstromende neerslag meer zouten in de Syr Darja en de Amu Darja terecht. 3 Doordat de hoeveelheid neerslag toeneemt, is ook de verdamping toegenomen, waardoor het Aralmeer steeds zouter is geworden. • 11 Gebruik figuur 52. Zet de letters A en B onder elkaar op je antwoordblad. ➔ Welke twee woorden passen in de tekst bij A en bij B?
Jaar
Oppervlakte Volume (km2) (km3)
Gemiddelde Diepte(m)
Zoutgehalte (gram per liter) 10
1960
66.400
1100
53
1970
61.470
949
52
1980
51.908
629
45
1985
45.713
468
41,5
1986
43.630
380
40,5
1987
42.650
354
40
1988
41.134
339
39,5
1989
40.680
320
39
30
1990
38.817
282
38,5
30
1991
37.159
248
38
1992
36.087
231
37,5
1993
35.654
248
37
1994
35.215
248
37
1995
35.374
248
37
1996
31.516
212
36
1997
29.632
190
35
1998
28.687
181
34,8
45
2000
20.800
153
32,5
50
2003
20.490
128
31
85
23
Bron: German Aerospace Center, 1999
figuur 50 Katoenteelt
In de geïrrigeerde gebieden moet steeds meer [A] gebruikt worden om de akkers vruchtbaar te houden. Om de planten tegen schadelijke ziekten te beschermen worden er ook
figuur 51 De achteruitgang van het Aralmeer.
steeds meer [B] gebruikt. De afvalstoffen komen via het irrigatiewater en het rivierwater uiteindelijk in het Aralmeer terecht.
figuur 52 3p
2p
1p
1p
• 12 Het Aralmeer is enorm gekrompen. Dat kun je zien als je de twee ruimtefoto’s (HB bron 101) vergelijkt. Gebruik figuur 51. ➔ Hieronder zijn drie zinnen in tweeën geknipt. Plaats de juiste zinsdelen bij elkaar. Schrijf de drie juiste cijfer-lettercombinaties op, bijvoorbeeld 4d. 1 Het oppervlak is a met 93% afgenomen. 2 De hoeveelheid water (volume) is b met 2/5 deel verminderd. 3 De diepte is c met meer dan de helft afgenomen. • 13 Op HB bron 104 is goed te zien dat de oppervlakte van het meer sterk is afgenomen. Het Aralmeer is eigenlijk in 1987 in twee meren uiteengevallen. Om de twee meren te verbinden werd er een kanaal gegraven. ➔ Welke twee delen herken je? • 14 Gebruik HB bron 104. ➔ Waarom wordt het oostelijk deel van het vroegere Aralmeer ‘Aralkumwoestijn’ genoemd? • 15 Lees de tekst van figuur 53. ➔ De gevolgen van de milieuramp rond het Aralmeer zijn merkbaar op: A lokale schaal. B regionale schaal. C mondiale schaal.
Ook buiten het gebied rond het Aralmeer zijn de gevolgen van de ramp merkbaar. Centraal-Azië wordt regelmatig geteisterd door stof- en zandstormen. Als een storm het gebied rond het Aralmeer treft, voert de wind zout mee over honderden kilometers afstand. Daardoor wordt het milieu voor mens en
dier in de wijde omtrek steeds ongezonder. Zelfs het gebergte waar de Amoe Darja en de Syr Darja ontspringen, raakt vervuild. Dat komt door het zout dat door de wind aangevoerd wordt. Dat gebergte ligt 700 kilometer bij het meer vandaan.
figuur 53
35
Proef op de som
16 Vervolg proefexamen 2p
• 16 ➔ ‘Sinds die herfst bleef de vloed weg’, lees je in figuur 54. a Waardoor werd de ‘vloed’ veroorzaakt? b Waarom staat ‘vloed’ in vraag a tussen aanhalingstekens?
Negentien jaar was Sergei Lipatovitsj toen hij voor het eerst de golven van het Aralmeer trotseerde. Acht jaar later werd hij kapitein van de ‘Lebed’, de ‘Zwaan’. Het schip ligt op de droge bedding voor de havenstad Moejnak. Het ligt tussen de wrakken van een vissersvloot die ooit driehonderd schepen groot was. Het tij begon te keren in 1964. Sinds die herfst bleef de vloed weg. Overdreven irrigatie van de katoenvelden
stroomopwaarts sneed de levensader van de zee af. Het water bleef zakken tot zelfs de haven opdroogde in 1981. Sergei wacht na de schipbreuk van zijn havenstad nu nog steeds op redding. Er is weinig hoop. ‘Vroeger stond ik altijd rechtop om bevel te voeren’, mompelt de kapitein. Hij gaat zitten op het skelet van zijn schip, neemt de pet af en zucht: ‘Aral kaput, Aral kaput’.
figuur 54 1p
• 17 De ramp rond het Aralmeer heeft ook economische gevolgen. ➔ Over welk economisch gevolg gaat het in figuur 54 en 55?
figuur 55 Schepen in een zoutwoestijn 2p
• 18 Toen de bestaansmogelijkheden rond het Aralmeer afnamen, zijn er veel mensen vertrokken. Zij gingen elders een nieuw bestaan opbouwen. Niet iedereen had echter de mogelijkheid om te migreren. ➔ Noem twee groepen mensen die in het gebied zijn achtergebleven.
MODULE 4
2p
• 19 Gebruik de HB bronnen en figuur 56. ➔ Noem twee gevaren waar de achterblijvers mee te maken krijgen. Zwarte dood waart rond het Aralmeer Het gebied is voor de ongelukkige achterblijvers een oord van leed en verschrikkingen geworden. Het zich steeds verder terugtrekkende water laat een zoutkorst achter. Die vermengt zich met door de sterk vervuilde rivieren aangevoerde pesticiden, zware metalen en andere gevaarlijke stoffen. Dit dodelijke mengsel wordt door de wind over een groot gebied verspreid. Daardoor is landbouw vrijwel onmogelijk geworden. Een milieuramp van een dergelijke omvang tref je nergens anders ter wereld aan.
Er wonen nog altijd zo’n 5 miljoen mensen rond het Aralmeer. Hun ellende is niet te overzien. De gemiddelde levensverwachting bedraagt minder dan veertig jaar, volgens sommige artsen zelfs minder dan dertig jaar. Door de milieuvervuiling kampen veel mensen met luchtweginfecties, tuberculose, geelzucht, nierziekten en allerlei vormen van kanker. Soms heerst er een pestepidemie. De builenpest, ja. De Zwarte Dood! Vrij naar Eindhovens Dagblad, 31 augustus 1999
figuur 56
1p
• 20 Gebruik figuur 57. ➔ Waarom wordt moeders aangeraden om borstvoeding te geven?
figuur 57 Het is verstandig om zuigelingen borstvoeding te geven 36
2p
• 21 Gebruik de tekst van figuur 58. ➔ Is er bij het Aralmeer sprake van een natuurramp of van een cultuurramp?
De laatste jaren zijn wereldwijde hulporganisaties druk doende om het milieu rond het Aralmeer weer op orde te krijgen. In 2003 is een groot project aan de noordzijde van het meer begonnen. Hiervoor heeft de Wereldbank 83 miljoen
dollar steun gegeven. Sommige wetenschappers denken dat de huidige afname van het waterniveau van het Aralmeer iets is dat het meer om de duizend jaar treft. De invloed van de mens op het meer kan echter niet genegeerd worden.
figuur 58
1p
2p
• 22 De mensen die in de omgeving wonen van het Aralmeer, vertellen de volgende grap: ‘Als iedereen die de milieuramp van het Aralmeer heeft bestudeerd een emmer water had meegebracht, dan was het Aralmeer nu helemaal gevuld.’ ➔ Wat willen de mensen met deze grap duidelijk maken? • 23 Gebruik figuur 59 en 60. ➔ Wat vind je van het plan van de Wereldbank? Verklaar je mening. Reddingsplan De Wereldbank heeft 85 miljoen dollar beschikbaar gesteld om het noordelijk deel van het Aralmeer te redden. Er wordt daarvoor een acht kilometer lange dijk gebouwd. Deze dijk wordt gemaakt van zand afgedekt met stenen. Dit om het wegspoelen van het zand te voorkomen. Met de aanleg van de dijk wordt voorkomen dat het water van de Syr Darja naar het Grote Aralmeer stroomt. Het water blijft dan in het kleine meer, waarvan het water zal gaan stijgen. Een teveel aan water wordt via sluizen
naar het Grote Aralmeer in het zuiden geloosd. Het zoutgehalte van het Kleine Aralmeer zal afnemen. Visserij zal in de toekomst weer mogelijk zijn. Dit plan zal helpen om verdere klimaatverandering te voorkomen. De neerslag zal weer toenemen. Het verschil tussen zomer- en wintertemperatuur zal afnemen. Ook zal het aantal zandstormen verminderen. Vrij naar: New York Times, augustus 2003
figuur 59
Kokara
l s c h ie
figuur 60 Reddingsplan voor het Kleine Aralmeer
Kleine Aralmeer
r e il a n d
Kokaraldam
Syr Darja
Grote Aralmeer
KAZACHSTAN OEZBEKISTAN 4p
• 24 Gebruik figuur 61. In het denken over het Aralmeer zijn vier periodes te onderscheiden. ➔ Welke tekst hoort bij welke periode? Zet de letters A tot en met D onder elkaar op je antwoordblad. Schrijf erachter welk tekstnummer erbij past (bijvoorbeeld D5). a 1960-1970
b 1970-1985
c 1985-1990
1 Ook internationaal wordt de milieuramp in het gebied bekend. De vijf Centraal-Aziatische republieken proberen het probleem gezamenlijk aan te pakken. Er wordt om buitenlandse hulp gevraagd. 2 In deze periode zien wetenschappers de omvang van de milieuramp in het gebied rond het Aralmeer. De oorzaak van het probleem, de irrigatieprojecten, werd in hun rapporten niet genoemd. Er werden wel voorstellen gedaan om deze figuur 61
d 1990-nu milieuramp aan te pakken. Er mocht echter niet openlijk in de krant over het probleem geschreven worden. 3 In deze periode werd voorrang gegeven aan de ontwikkeling van de irrigatie aan de oevers van de rivieren. De katoenteelt zou de economische groei stimuleren. Het Aralmeer werd daarvoor opgeofferd. 4 Er wordt in deze periode openlijk gediscussieerd over de milieuramp in het gebied rond het Aralmeer. 37
Aantekeningen
MODULE 4 38
39
Colofon
ISBN 978 90 345 2227 6 Derde druk, vierde oplage
Foto’s: Martin van de Ven Cartografie: Yde Bouma Tekeningen: Gerben den Heeten/www.gerb-art.com © Malmberg, ’s-Hertogenbosch, 2006 Alle rechten voorbehouden. Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen, of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever. Voor zover het maken van kopieën uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16b Auteurswet 1912 j° het Besluit van 20 juni 1974, St.b. 351, zoals gewijzigd bij het Besluit van 23 augustus 1985, St.b. 471, en artikel 17 Auteurswet 1912, dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (Postbus 3051, 2130 KB Hoofddorp). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in bloemlezingen, readers en andere compilatiewerken (artikel 16 Auteurswet 1912) dient men zich tot de uitgever te wenden. Het is de uitgever, ondanks vele inspanningen, niet gelukt alle rechthebbenden te achterhalen. Denkt men rechthebbende te zijn, dan kan men zich wenden tot de uitgever.
40