VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERGROEP KAMELEON BASISSCHOOL DE LEEUWENBURCH
Locatie Brinnr. Plaats Onderzoeksnummer Documentnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
Odin: 127921
peutergroep Kameleon basisschool De Leeuwenburch 15LA Middelburg 11008 + 11009 3468153 4 oktober 2012 28 november 2012
Onderzoeksdatum: 04-10-2012
Pagina 1 van 11
Odin: 127921
Onderzoeksdatum: 04-10-2012
Pagina 2 van 11
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Middelburg. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage. Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de Inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de Inspectie: http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/Voor-+en+vroegschoolse+educatie De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Middelburg. Dit rapport wordt, als het definitief is vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de Inspectie: http://www.onderwijsinspectie.nl/onderwijs/Voor-+en+vroegschoolse+educatie Werkwijze onderzoek Peutergroep Kameleon en basisschool Leeuwenburch zijn (voor)scholen die bezocht zijn door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden: groepsbezoeken gesprekken met leidsters en/of leerkrachten gesprekken met ouders gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer. Inhoud rapport In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie).
Odin: 127921
Onderzoeksdatum: 04-10-2012
Pagina 3 van 11
Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de Inspectie eveneens worden geduid. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep a: 14, waarvan 6 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep b: 14, waarvan 7 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep a: 23, waarvan 16 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep b: 20, waarvan 9 doelgroepkleuters
Odin: 127921
Onderzoeksdatum: 04-10-2012
Pagina 4 van 11
2. HET TOTAALBEELD Peutergroep Kameleon (voorschool) en basisschool De Leeuwenburch (vroegschool) vormen samen met nog een andere basisschool het VVE-cluster Middelburg-Zuid. Binnen het cluster bestaat geen vaste koppeling tussen een voorschool en een vroegschool. Vanuit peutergroep Kameleon stromen de peuters naar beide basisscholen uit. Het totale cluster is gehuisvest in een brede school. Peutergroep Kameleon maakt onderdeel uit van de organisatie Kinderopvang Walcheren (KOW). Basisschool De Leeuwenburch valt onder het bevoegd gezag van Archipel Scholen Walcheren. De uitvoering van VVE op peutergroep Kameleon is op veruit de meeste onderdelen op orde. Het aanbod is integraal en wordt op basis van een jaarplanning doorvertaald naar een concrete weekplanning. De leidsters zijn responsief en creëren een veilige omgeving. Er is veel aandacht voor taal en vrijwel dagelijks worden taalactiviteiten in de kleine kring uitgevoerd. De leidsters kiezen veelvuldig voor de kleine kring, omdat zij ervaren dat de betrokkenheid van de kinderen dan hoger is en dat zij beter kunnen inspelen op het taalniveau van de kinderen. Zij zijn nog niet zover dat zij deze afstemming ook planmatig vorm weten te geven aan de hand van groepsplannen voor de kleine kring of individuele kinderen. Dit is nog een verbeterpunt. Daarnaast zou de inrichting van de ruimte veel explicieter dan nu aangewend kunnen worden om het taalaanbod te ondersteunen, en zouden ouders meer gestimuleerd kunnen worden om thuis activiteiten in het verlengde van het VVE-aanbod te doen. Ook op basisschool De Leeuwenburch zijn pedagogische en educatieve vaardigheden in de basis op orde, maar geldt dat binnen de afstemming en zorg nog verbeteringen mogelijk en wenselijk zijn. De rijke taalondersteunende inrichting van de lokalen springt hier in positieve zin in het oog. Binnen KOW zijn eerste initiatieven genomen om ook rondom VVE tot kwaliteitsbeleid te komen. Hierbij wordt nauw aangesloten bij datgene wat op regionaal niveau in samenwerking met de onderwijsbegeleidingsdienst (als regiocoördinator van VVE) is geïnitieerd en ontwikkeld. Dit blijkt onder andere uit het activiteitenplan VVE 2012 dat op gemeentelijk niveau is vastgesteld (Vlissingen en Middelburg) met instemming van alle betrokkenen. Hieruit valt bijvoorbeeld af te leiden dat in schooljaar 2012-2013 in nascholings- en begeleidingstrajecten voor leidsters is voorzien, waarbij vooral de leidstervaardigheden in relatie tot de uitvoering van VVE centraal staan. Op basisschool De Leeuwenburch heeft de directie de afgelopen jaren geïnvesteerd in VVE-beleid binnen de totale kwaliteitszorg van de school. VVE heeft hierbinnen een expliciete plaats gekregen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit een speciale kwaliteitskaart VVE die in ontwikkeling is. Daarnaast is de directie gestart met het meer bewust betrekken van ouders bij het onderwijs. Tot nu toe is dit vooral naar aanleiding van een voorval gebeurd, maar het voornemen is om ouders op meer structurele wijze te bevragen naar hun wensen en ideeën ten aanzien van ouderbetrokkenheid. De Leeuwenburch investeert wel veel in ouderbetrokkenheid, maar doet dit niet expliciet vanuit het VVE-beleid. Specifieke kenmerken en wensen van doelgroepouders worden nog niet geïnventariseerd waardoor gericht VVE-doelstellingen ook niet geformuleerd kunnen worden. Voor beide locaties geldt dat de bevindingen van de inspectie op veel onderdelen overeenkomen met de bevindingen van de locaties op grond van de zelfevaluatie. Daar waar dit niet het geval is, wordt dit met een '*' aangegeven, en wordt in de toelichting aangegeven wat de reden voor afwijken is.
Odin: 127921
Onderzoeksdatum: 04-10-2012
Pagina 5 van 11
Odin: 127921
Onderzoeksdatum: 04-10-2012
Pagina 6 van 11
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS A CONDITIES A0.0 Samenwerking met voor/vroegschool A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Voorschool: Puk en Ko Vroegschool: Schatkist A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd 2 jaar voor VVE? A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten A5.2 Alle leidsters/leerkrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het VVEprogramma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
Kameleon Ja 3 2*
Leeuwenburch nvt nvt nvt
3 3
nvt 3*
3
nvt
3
nvt
3 4
nvt 3*
3
nvt
Toelichting: Kameleon Het meest recente GGD-rapport van peutergroep Kameleon is gedateerd op 23 november 2011. In de rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie niet getoetst (A0.2). Alle leidsters hebben gerichte scholing gevolgd in het werken met Puk en Ko (A5.4). De Leeuwenburch Hoewel er geen structurele dubbele bezetting in de kleutergroepen is, spant de school zich zichtbaar in, om meer handen in de klas te brengen. Dit blijkt onder andere uit de koppeling van de schakelklas aan groep 2. Daarnaast bekostigt de school uit eigen formatie enkele 'schakeluren' voor enkele leerlingen uit groep 1 (A3). In het verleden hebben de leerkrachten scholing gevolgd in het gebruik van Schatkist. Dit is echter al minimaal vijf jaar geleden en het is onduidelijk wat de intensiteit van deze scholing was. Om deze reden waardeert de inspectie deze indicator met een '3' in plaats van een '4' (A5.4). B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal
Kameleon 2 3 3 2*
Leeuwenburch 2* 3 3 2*
3 2* nvt
2* 4 nvt
Toelichting: Kameleon en De Leeuwenburch Het ontbreekt de voorschool en de vroegschool aan een gericht ouderbeleid in het kader van VVE, waarin de ouderpopulatie wordt gekenschetst en waarin specifieke doelen op het gebied van ouderbeleid worden beschreven. Voor de vroegschool geldt dat er wel ouderbeleid is geformuleerd maar dat dit niet voldoende uitgewerkt is naar doelgroepouders. (B1). Odin: 127921
Onderzoeksdatum: 04-10-2012
Pagina 7 van 11
Zowel de voorschool als de vroegschool stimuleren in onvoldoende mate ouders om thuis met hun kinderen activiteiten in het verlengde van het aanbod te doen (B4). Kameleon Zowel tijdens het brengen als bij het ophalen van de peuters krijgen ouders de gelegenheid om langere tijd in de groep te zijn. Zij kunnen een start- dan wel afsluitende activiteit met hun kind doen. Veel ouders maken gebruik van deze mogelijkheid (B5). Voor doelgroepkinderen is het uitgangpunt dat tenminste drie maal gedurende de peuterperiode een oudergesprek plaats vindt om ouders te informeren over de ontwikkeling van hun kind. Kameleon heeft dit in haar beleid niet vastgelegd (B6). De Leeuwenburch Op De Leeuwenburch is ouderparticipatie een verbeterpunt. Van de inloop wordt nauwelijks structureel gebruik gemaakt. De school organiseert nagenoeg geen specifieke activiteiten voor ouders van doelgroepkinderen zoals bijvoorbeeld koffieochtenden, oudercursussen, etc. Ouders worden wel gestimuleerd maar dit gebeurt langs de reguliere kanalen, zoals kort dagelijkse gesprekjes en nieuwsbrieven. Doorgaans worden doelgroepouders langs deze wegen onvoldoende bereikt. De directie is zich hier van bewust en is met ouders in overleg om samen te zoeken naar mogelijkheden om de ouderbetrokkenheid te verhogen (B5). C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spelen taal-uitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Kameleon
Leeuwenburch
3 3 3
3* 3 3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
2
4*
3
3
3
3
3
2
3
3
3
3
3
3
2
2
Toelichting: De Leeuwenburch Op grond van de OKE-wet wordt verwacht dat vroegscholen werken met een integraal aanbod. De Leeuwenburch werkt met Schatkist. Dit programma is weliswaar geen gericht VVE-programma, maar biedt een integraal aanbod (C1.1). Odin: 127921
Onderzoeksdatum: 04-10-2012
Pagina 8 van 11
Kameleon en De Leeuwenburch De inrichting van peutergroep Kameleon is rustig en gestructureerd. Er wordt goed gebruik gemaakt van de extra speel- en werkruimte die de gang biedt. In de inrichting van de ruimte kan meer ingespeeld worden op het actuele thema. Zo zijn in de hoeken geen levensechte materialen toegevoegd die aansluiten bij het thema en is er geen verteltafel of themahoek ingericht. Een sterke themagekleurde inrichting van de ruimte ondersteunt het aanbod en biedt veel mogelijkheden voor leidsters om ook tijdens het vrije spel van kinderen terug te komen op woorden en activiteiten die eerder in het kader van dat zelfde thema werden aangeboden. Peutergroep Kameleon zou bij dit onderwerp inspiratie kunnen opdoen bij basisschool De Leeuwenburch waar de lokalen zeer talig zijn aangekleed, en waar de hoeken rijk gevuld zijn met levensechte materialen. De inspectie vindt de inrichting van de lokalen op basisschool De Leeuwenburch een voorbeeld voor anderen (C2.5). Peutergroep Kameleon en basisschool De Leeuwenburch werken beide met een integraal programma. Op zowel de voorschool als de vroegschool is de mate waarin de leidsters en leerkrachten in dit aanbod rekening houden met verschillen tussen kinderen een verbeterpunt. Er wordt in beperkte mate afgestemd op niveauverschillen tussen kinderen, maar dit zou veel planmatiger en doelgerichter kunnen (C3.7). D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
Kameleon
Leeuwenburch
2 2
3 2
2 2
2* 3
3*
3
3
3
3
3
Toelichting: Kameleon Op dit moment wordt de ontwikkeling alleen voor de doelgroepkinderen breed gevolgd. Dat wil zeggen dat zowel de cognitieve als de sociaal-emotionele ontwikkeling structureel geobserveerd worden met behulp van een uitvoerig observatie-instrument. Voor de niet doelgroepkinderen wordt echter alleen het welbevinden in kaart gebracht. Een brede observatie is voor alle kinderen van belang en is juist nodig om te kunnen bepalen óf kinderen risico’s in de ontwikkeling vertonen en om die reden eventueel een doelgroepkind moeten worden (D1.1). Tijdens kindbesprekingen worden zorgkinderen besproken. Tijdens deze besprekingen wordt afgesproken aan welke aspecten de leidsters de komende periode bij de betreffende peuter extra aandacht zullen besteden. Dit wordt echter niet opgenomen in de planning. Evenmin wordt er een concrete doelstelling geformuleerd. Hierdoor is niet terug te halen welke interventies in welke frequentie gepleegd zijn en wat het effect hiervan is (D1.2 t/m D1.4). De Leeuwenburch De Leeuwenburch volgt de kinderen aan de hand van gestructureerde observaties en landelijk genormeerde toetsen. Doorgaans volgt een handelingsplan als blijkt dat een leerling dreigt te stagneren in de ontwikkeling. De kwaliteit van deze handelingsplannen is echter nog niet voldoende. Er wordt in onvoldoende mate een inhoudelijke analyse gemaakt van de problematiek. Als gevolgd hiervan zijn doelen niet concreet en eenduidig beschreven en blijft een gerichte evaluatie van de geboden hulp veelal uit (D1.2 en D1.3).
Odin: 127921
Onderzoeksdatum: 04-10-2012
Pagina 9 van 11
E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken
Kameleon 3 2
Leeuwenburch 3 3
2
2*
3
3
2 nvt
3 3
Toelichting: Kameleon KOW heeft recent in samenwerking met het RPCZ concrete doelstellingen voor VVE geformuleerd. Jaarlijks wordt hier een verbeterplan voor het betreffende schooljaar aan gekoppeld (Activiteitenplan VVE). Deze werkwijze is in het vorige schooljaar niet goed uit de verf gekomen, maar voor dit schooljaar ligt er weer een concreet plan. Hieruit blijkt dat KOW planmatig aan verbetering van VVE werkt. Het is echter nog te vroeg om na te kunnen gaan of dit ook zal leiden tot goede regelmatige evaluaties en borgen van het VVE-beleid (E2, E3, E4 en E5). De Leeuwenburch VVE heeft binnen de kwaliteitszorg van De Leeuwenburch een duidelijke plaats. Zo staat VVE expliciet vermeld in het schoolplan en is er een kwaliteitskaart VVE in ontwikkeling. De school slaagt er in om op grond van evaluaties gerichte verbetermaatregelen te treffen. Verbetering is nog mogelijk door ook bij de kleuters de opbrengsten regelmatig te evalueren (E3). F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en de vroegschool zijn op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de vooren vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg op de voor- en vroegschool zijn op elkaar afgestemd
Kameleon
Leeuwenburch 3 3 3 2 2 2 2
Toelichting: Kameleon en De Leeuwenburch De voor- en vroegscholen in Middelburg zijn onderverdeeld in een aantal wijkgebonden clusters. Binnen de clusters wordt gewerkt met activiteitenplannen. Elk cluster heeft in principe een activiteitenplan voor ieder schooljaar dat voor de instellingen binnen het cluster geldt als een draaiboek. De samenwerking tussen de peuterspeelzalen en de basisscholen is in de activiteitenplannen uitgewerkt. Overleg binnen het cluster vindt plaats binnen het zogenoemde kerngroepoverleg. Hierin participeren de afgevaardigden namens de VVE-locaties. Het kerngroepoverleg heeft vooral een functie in het realiseren van een doorgaande lijn. Dit komt het sterkst tot uiting bij het aspect warme overdracht. Op gemeentelijk niveau is afgesproken dat alle doelgroeppeuters gevolgd worden met behulp van KIJK en dat deze gegevens altijd worden overgedragen en mondeling toegelicht aan de vroegschool (F4 t/m F7).
Odin: 127921
Onderzoeksdatum: 04-10-2012
Pagina 10 van 11
G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de gemeentelijk afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
Kameleon nvt
Leeuwenburch -
nvt nvt
3
Toelichting: Kameleon en De Leeuwenburch De inspectie doet geen uitspraak over de behaalde resultaten van VVE. De gemeente Middelburg heeft namelijk geen afspraken met het VVE-veld gemaakt over te behalen resultaten. De Leeuwenburch neemt twee maal per jaar de toetsen voor Taal en voor Rekenen uit het leerlingvolgsysteem af. De inspectie heeft met de school gesproken over het in beeld brengen van de leerwinst op groepsniveau. Om het effect van VVE te kunnen meten is het van belang om hierbij onderscheid te maken tussen doelgroepkinderen en niet-doelgroepkinderen en kinderen die wel of juist geen voorschool gevolgd hebben (G1, G2). Het percentage leerlingen dat in het afgelopen schooljaar in de groepen 1 en 2 een verlenging van de kleuterperiode kreeg, is, gemeten over de afgelopen twee schooljaren niet afwijkend van wat landelijk gebruikelijk is. 4. VERVOLGAFSPRAKEN Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.
Odin: 127921
Onderzoeksdatum: 04-10-2012
Pagina 11 van 11