VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE PEUTERSPEELZAAL POESJENEL PEUTERSPEELZAAL WITTEVROUWENVELD BASISSCHOOL DE LETTERDOES
Locatie Brinnr. Plaats Documentnummer Onderzoeksnummer Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 13682 + 13683 + 13679
: : : : : : : : :
peuterspeelzaal Poesjenel peuterspeelzaal Wittevrouwenveld basisschool De Letterdoes 04KM Maastricht 3036617 13682 + 13683 + 13679 13 en 14 december 2010 2 februari 2011
Onderzoeksdatum: 13-12-2010
Pagina 1 van 10
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. In
dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE
Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep Wittevrouwenveld 1: 12, waarvan 6 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep Wittevrouwenveld 2: 13, waarvan 7 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep Poesjenel 1: 15, waarvan 7 doelgroeppeuters Aantal peuters in groep Poesjenel 2: 16, waarvan 8 doelgroeppeuters Groepsinformatie kleutergroepen: Aantal kleuters in groep instroom: 7 waarvan 2 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep schakelklas: 11 waarvan 3 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep 1c: 13 waarvan 3 doelgroepkleuters Aantal kleuters in groep 2d: 16 waarvan 12 doelgroepkleuters
VVE-rapport 13682 + 13683 + 13679
Onderzoeksdatum: 13-12-2010
Pagina 2 van 10
2. HET TOTAALBEELD Peuterspeelzalen Poesjenel en Wittevrouwenveld vormen samen met basisschool De Letterdoes een VVE-koppel. Poesjenel en De Letterdoes zijn gehuisvest in het wijkcombinatiegebouw in de wijk Wijckerveld in Maastricht, westelijk van de stadstraverse van de autoweg A2. Peuterspeelzaal Wittevrouwenveld is gehuisvest in de voormalige basisschool St. Theresia, pal aan de oostzijde van de stadstraverse van de A2, maar na een oversteek van de drukke A2 op 10 minuten loopafstand van de koppelgenoten. Omdat basisschool St. Theresia is gesloten is Wiitevrouwenveld toegevoegd aan het bestaande VVE-koppel Poesjenel – De Letterdoes. Meerdere leidsters en leerkrachten hebben over en weer op de zaal en school gewerkt. Als VVE-koppel komen de zalen in aanmerking voor VVE-gelden van de gemeente Maastricht. Als voorwaarde daarvoor werd in het verleden gesteld dat ze het stedelijk gekozen programma moesten aanbieden. Destijds was dat aanvankelijk Kind in de buurt, later KLLOS (kinderen, leerkrachten, leidsters, ouders samen). KLLOS is op de peuterspeelzalen inmiddels vervangen voor Speelplezier (oude versie). Ook de basisschool gebruikt Speelplezier in de onderbouw. De peuterspeelzaal maakt deel uit van de Stichting Peuterspeelzaalwerk Maastricht STEPS. Dertien zalen zijn een VVE-zaal, elf andere zalen niet. De VVE-zalen liggen in de zogenaamde aandachtsbuurten van Maastricht en moeten een intensiever aanbod bieden. Basisschool De Letterdoes is één van de achttien scholen van MosaLira stichting voor leren, onderwijs en opvoeding in Maastricht. Op zowel de peuterspeelzalen, als de basisschool is het algemene beeld op meerdere aspecten dat er sprake is van voldoende kwaliteit. Dat geldt voor de aspecten aanbod, ouderbetrokkenheid en de kwaliteit van uitvoering van VVE. Voor de basisschool geldt het ook voor het aspect ontwikkeling, begeleiding en zorg. Bovendien geldt voor de basisschool dat op meerdere indicatoren door de inspectie is geconstateerd dat deze zelfs kunnen dienen als voorbeeld voor andere voor- en vroegscholen. De overige aspecten bieden voor zowel de peuterspeelzalen als de school nog meerdere punten van verbetering. In de toelichting worden deze verder beschreven. Omdat de gemeente geen prestatieafspraken met de VVE-instellingen heeft gemaakt, kan de inspectie geen oordeel geven over de opbrengsten van het VVE-beleid.
VVE-rapport 13682 + 13683 + 13679
Onderzoeksdatum: 13-12-2010
Pagina 3 van 10
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS A CONDITIES Poesjenel Wittevrouwenveld A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar 1 1 A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van Poesjenel: Speelplezier programma(s) Wittevrouwenveld: Speelplezier Letterdoes: Speelplezier A1.2 Wat is de kwaliteit van het programma? 3 3 A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen 3 3 (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") 3 3 A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende 3 3 voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de Poesjenel: 2,0 jaar beginleeftijd voor VVE? Wittevrouwenveld: 2,0 jaar A5 Kwaliteit beroepskrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend 3 3 gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle beroepskrachten spreken voldoende 3 3 Nederlands A5.4 Alle beroepskrachten zijn toereikend geschoold 3 3 (voor het vve-programma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan 2 2
Letterdoes nvt -
3 nvt 2 nvt
3 3 3 3
In de wet Kinderopvang is geregeld dat de GGD als toezichthouder alle geregistreerde kindcentra inspecteert. In Maastricht heeft de gemeente de GGD Zuid-Limburg nog geen opdracht gegeven om de inspecties van de peuterspeelzalen uit te voeren. Omdat de basisvoorwaarden voor de voorschoolse educatie daarom op de peuterspeelzalen ook niet getoetst zijn, heeft de inspectie van het onderwijs deze in het onderzoek betrokken. Aan vrijwel alle condities wordt voldaan. In de dubbele bezetting is op de peuterspeelzalen wel structureel voorzien, op de basisschool niet. Basisschool De Letterdoes heeft wel een aparte instroomgroep en een aparte schakelklas geformeerd, maar met name de instroomgroep zal maar een beperkte tijd klein in aantal zijn. Groep 2, waarin 12 doelgroepleerlingen zitten, is met 16 leerlingen het grootst en wordt door één leerkracht onderwezen. De gemeente heeft als voorwaarde voor VVE-zalen een maximumgroepsgrootte gesteld van 14 kinderen. Daaraan voldoen peuterspeelzalen Wittevrouwenveld en Poesjenel. Op Wittevrouwenveld is geen wachtlijst, op Poesjenel soms wel. De wachttijd kan daar oplopen tot ongeveer een half jaar. Ondanks het feit dat bij een wachtlijst vanuit Poesjenel ouders geadviseerd wordt om op hun kind op Wittevrouwenveld aan te melden, volgen maar weinig ouders dit advies op. Op peuterspeelzaal Wittevrouwenveld komt het voor dat peuters uitgeschreven moeten worden vanwege een betalingsachterstand van de ouderbijdrage. Het gaat dan niet om ouders uit de laagste inkomensgroep, omdat voor hen de vier dagdelen gratis zijn. De betreffende leidsters doen in het belang van de betrokken peuter hun best om een oplossing te vinden, maar dit lukt meestal niet. De leidsters en leerkrachten in de onderbouw zijn, soms nog recent, geprofessionaliseerd in het gebruik van het programma en de daarbij behorende werkwijze. Het programma Speelplezier is inmiddels op enkele belangrijke onderdelen veranderd, dan wel aangevuld. Met name op het aspect ontwikkeling, begeleiding en zorg hebben de leraren onderbouw van de basisschool in de afgelopen twee schooljaren extra ondersteuning en begeleiding gehad.
VVE-rapport 13682 + 13683 + 13679
Onderzoeksdatum: 13-12-2010
Pagina 4 van 10
Voor de leidsters van de VVE-zalen van STEPS is driemaal per jaar een algemene bijeenkomst waarin onder meer elkaars ervaringen ten aanzien van het gebruik van het programma worden besproken. Die scholing kan nog versterkt worden door structureel aandacht te gaan besteden aan nieuwe ontwikkelingen binnen Speelplezier. Daarnaast kan de Speelpleziercoach van STEPS ook meer zaalspecifiek ingezet worden. Bovendien pleit de inspectie voor een intensievere inhoudelijke kennismaking en samenwerking binnen het VVE-koppel Poesjenel – De Letterdoes. Daarin zou Wittevrouwenveld als gelijkwaardige koppelgenoot moeten gaan participeren. Hoewel Wittevrouwenveld zoveel mogelijk zegt mee te doen met activiteiten en overleggen met De Letterdoes, is er nog geen sprake van een ‘innige’ samenwerking. Volgens de leidsters ligt de oorzaak daarvoor mede in het feit dat de peuters van daaruit vooral niet naar De Letterdoes uitstromen, maar naar andere basisscholen in de buurt. B OUDERS B1 Gericht ouderbeleid B2 Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd B3 Intake B4 Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen B5 Participatie in VVE-activiteiten in de voor/vroegschool B6 Informeren over de ontwikkeling van hun kind B7 Rekening houden met de thuistaal
Poesjenel 2 3 3 4
Wittevrouwenveld 2 3 3 3
Letterdoes 2 3 3 3
3
3
4
2 3
2 3
3 3
De peuterspeelzaal en de basisschool hebben nog geen gericht ouderbeleid vastgelegd. In het jaarplan van De Letterdoes is het vergroten van de ouderbetrokkenheid wel als speerpunt voor dit schooljaar opgenomen. De basisschool en de peuterspeelzalen kennen in de dagelijkse praktijk wel ouderparticipatie en de daaruit voortvloeiende activiteiten, maar er is daarvoor geen gerichte visie met doelen beschreven. Om de ouderparticipatie daadwerkelijk te vergroten is het wenselijk om eerst een analyse van de ouderpopulatie op zowel de basisschool als beide peuterspeelzalen op te stellen. Op basis van de analyse moeten de wensen en mogelijkheden van de ouders in beeld gebracht worden en de eigen doelstellingen ten aanzien van de rol van ouders in de voor- en vroegschoolse educatie. De toeleiding van de ouders naar de peuterspeelzalen gebeurt divers: vanuit eigen ervaringen of die binnen familie- of kennissenkring, via het consultatiebureau of na gericht zoeken door ouders. Bij aanmelding en intake worden de ouders mondeling en schriftelijk geïnformeerd over de inhoud en werkwijze van de voor- en vroegschool. Tevens wordt dan aan de ouders gevraagd hun kind op een aantal punten positief te typeren (bijvoorbeeld “Wat is er op dit moment het leukst aan uw kind”). Beide peuterspeelzalen hebben voor de ouders een bescheiden informatiewand ingericht waar ouders aan de hand van informatiebrieven, foto’s en werkstukjes van de peuters op de hoogte gebracht worden van het actuele thema, de werkwijze van de speel-leerroutines en de nieuwe woorden/begrippen. De vraag is echter of deze passieve vorm van informeren bij voldoende ouders interesse wekt en of de wijze van presentatie niet sprankelender kan. Daarvan zijn bij collegazalen diverse fraaie voorbeelden te vinden. Op peuterspeelzaal Poesjenel bestaat een ouderprogramma, bestaande uit gerichte informatie over het spel binnen Speelplezier en een begeleide observatie van hun eigen kinderen achter een oneway-screen. Met de ouders wordt bewust gekeken naar het gedrag van hun kind en worden gerichte tips en adviezen voor thuis meegegeven. Alle ouders worden tweemaal per jaar voor dit ouderprogramma uitgenodigd. Dit ouderprogramma is in 1996 notabene op peuterspeelzaal Wittevrouwenveld ontwikkeld, maar binnen de VVE-peuterspeelzalen wordt het momenteel alleen op Poesjenel op deze wijze nog uitgevoerd. De ouders vinden dat ze op de peuterspeelzaal voldoende geïnformeerd worden over VVE en ook voldoende betrokken worden bij de VVE-activiteiten. Daarnaast vinden de ouders, waarmee de inspectie heeft gesproken, dat het personeel makkelijk toegankelijk is voor persoonlijke vragen of gesprekken. Op basisschool De Letterdoes is het vergroten van de ouderbetrokkenheid bij de ontwikkeling van kinderen dit schooljaar een speerpunt. Daartoe zijn diverse ouderactiviteiten georganiseerd. Voor zowel de instroomgroep en de schakelklas als de groepen 1 en 2 is de opkomst van ouders in beeld gebracht en hoog te noemen. De school bezint zich op het
VVE-rapport 13682 + 13683 + 13679
Onderzoeksdatum: 13-12-2010
Pagina 5 van 10
continueren van activiteiten die aansloegen en het aanpassen van minder druk bezochte activiteiten. De systematische informatie over de ontwikkeling van de peuters kan nog versterkt worden. Het Kinderontwikkelboek (portfolio met anekdotes en foto’s) is op Poesjenel tijdens het inloopkwartier door de ouders te allen tijde toegankelijk en in te zien, op Wittevrouwenveld zijn de Kinderontwikkelboeken opgeborgen in een kast in de personeelsruimte. Ouders vragen er zelf niet naar, mede omdat ze niet (meer) weten dat deze boeken er zijn. In de huidige situatie krijgen ouders pas een volledig beeld van de ontwikkeling van hun kind bij het overdrachtsgesprek, wanneer het kind naar de basisschool gaat. Naast dit overdrachtsgesprek zou het wenselijk zijn om al na plaatsing van de peuter binnen maximaal twee tot vier maanden te starten met een oudergesprek bij alle peuters over de ontwikkeling tot dan toe en dit na een jaar te herhalen. Op de basisschool wordt, buiten de aanspreekmomenten tijdens het inloopkwartier, driemaal per jaar een oudergesprek georganiseerd, waarin de brede ontwikkeling van elke kleuter met de ouders wordt besproken. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE Poesjenel C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma 3 C1.2 Werken met een doelgerichte planning 3 C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is 3 voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en 2 er wordt gedifferentieerd C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de 3 leidsters/leerkrachten is respectvol C2.2 De leidsters/leerkrachten hanteren duidelijke 3 pedagogische gedragsgrenzen 3 C2.3 De leidsters/leerkrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De leidsters/leerkrachten tonen respect voor 3 de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, 3 uitdagend en spel- en taal-uitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide 3 leidsters/leerkrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden effectieve en gerichte activiteiten 3 voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de 2 interactie met en tussen kinderen 3 C3.4 De leidsters/leerkrachten stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken 3 C3.5 De leidsters/leerkrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de leidsters/leerkrachten met 3 de kinderen is responsief C3.7 De leidsters/leerkrachten stemmen de 2 activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
Wittevrouwenveld
Letterdoes
3 3 3
3 3 3
2
3
3
3
3
3
3
3
3
3
3
4
3
-
3
4
2
3
3
3
3
3
3
3
2
3
De peuterspeelzalen Poesjenel en Wittevrouwenveld en basisschool De Letterdoes maken structureel gebruik van Speelplezier. De projecten die aangeboden worden, zijn opgenomen in een jaarplanning. In dit programma wordt uitgegaan van speel-leerroutines in de grote en in de kleine
VVE-rapport 13682 + 13683 + 13679
Onderzoeksdatum: 13-12-2010
Pagina 6 van 10
groep volgens een dagelijks ritme. Zowel in de observaties in de groepen als uit de weekplanningen blijkt dat het programma volgens de aangegeven speel-leerroutines wordt uitgevoerd. De vier belangrijke leer- en ontwikkelgebieden komen daarbij evenwichtig aan bod. Op basisschool De Letterdoes werken gesignaleerde taalzwakke leerlingen op een intensieve talige wijze met Speelplezier. Daarnaast is de woordenschatdidactiek van Verhallen in alle groepen ingevoerd. Van differentiatie in het aanbod bij de peuters, rekening houdend met het ontwikkelingsniveau van de peuter, heeft de inspectie te weinig gezien. Er is sprake van een empathische omgang van de leidsters en leraren met de kinderen, waarbij als het nodig is kinderen aangesproken worden op hun gedrag. In de inrichting van de lokalen heeft de inspectie tijdens dit onderzoek een breed spectrum gezien. Op Poesjenel is de ruimte aantrekkelijk ingericht met veel hoeken en uitdagend speelmateriaal. Er is ook een themahoek en de werkjes van de peuters zijn uitnodigend tentoongesteld. Op peuterspeelzaal Wittevrouwenveld is één van de groepsruimten op gelijke wijze ingericht, de andere aanmerkelijk soberder. Op basisschool De Letterdoes heeft de inspectie in groep 2 een inrichting van het lokaal gezien dat zelfs als voorbeeld voor andere scholen kan dienen. Binnen het thema Kerstmis konden de kleuters aan twee verteltafels het verhaal van Josef en Maria en van Eimar het rendier navertellen, met pictogrammen waren zinnetjes opgeschreven waarmee de kleuters aan de rekentafel de pakjes van de Kerstman konden verstoppen en terugvinden volgens de zojuist aangeleerde voorzetsels op, onder, naast, in, enz. In de bouwhoek was al een kribbe gebouwd, maar de stallen moesten nog gebouwd worden en de huishoek was veranderd in de stal in Bethlehem met de os en ezel. Door middel van aanbieden, stimuleren, begeleiden en verrijken beoogt Speelplezier de totale ontwikkeling van de kinderen te bevorderen. Dit vraagt van de leidsters en leraren een inspirerende, interveniërende en inlevende rol. Want pas dan is ook afstemming van het educatief handelen op de aanwezige verschillen in ontwikkelingsniveau mogelijk. Deze afstemming kan in de peuterspeelzaal nog versterkt worden, onder meer door een planmatige splitsing van bijvoorbeeld taalzwakke en taalsterke peuters, of van jongste en oudste peuters. De activiteiten in de kleine groep komen nu nog voort uit een circuitmodel, waarin alle peuters op enig moment dezelfde activiteiten krijgen aangeboden. Daarmee is de toegevoegde waarde van de verschillende activiteiten en de mogelijkheid om per kind tot verbreding of verdieping te komen op basis van de individuele behoefte nog een aandachtspunt. Een tweede aandachtspunt ligt bij de interactie met de peuters. Het zijn nu nog vooral de leidsters die het woord voeren, formuleren wat de peuter doet of bedoelt en nieuwe begrippen met veel geduld eindeloos herhalen. Het is echter belangrijk om de peuters te stimuleren om het zelf te zeggen, ook al gaat dat de eerste keren niet goed. Nieuwe woorden en begrippen moeten de peuters aan hun actieve woordenschat toevoegen, maar dan moeten ze ook de kans krijgen, c.q. gestimuleerd worden dat te doen. De leerkrachten van De Letterdoes kunnen daarvan mooie voorbeelden laten zien. Een belangrijke voorwaarde voor afstemming is het hebben van een duidelijk beeld van de ontwikkeling en mogelijk achterblijvende gebieden daarin. De basisschool gebruikt de formulieren van Speelplezier om per week de speel-leerroutines in de kleine groep planmatig af te stemmen op de verschillende niveaus. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG Poesjenel Wittevrouwenveld D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle 2 2 kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele 2 2 groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding 2 2 en zorg D1.4 Specifieke aandacht voor de taalontwikkeling 2 2 D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen 3 3 D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voorresp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg
VVE-rapport 13682 + 13683 + 13679
Onderzoeksdatum: 13-12-2010
Letterdoes 3 4 3 3 3
Pagina 7 van 10
D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
4
3
4
3
3
3
De ontwikkeling van de kleuters wordt gevolgd met behulp van de Cito-toetsen voor taal en ordenen. Beide toetsen worden tweemaal per jaar in zowel leerjaar 1 als 2 afgenomen. Tevens maakt de basisschool gebruik van het volgmodel van Speelplezier dat systematisch gedurende het jaar wordt ingevuld. De school verwerkt de gegevens van het volgmodel en de Groeiwijzer in een periodiek overzicht ten behoeve van de voortgangsbespreking tussen groepsleraar en de interne begeleider. Bij een ‘zorgwekkende’ ontwikkeling wordt besloten tot hulp. De school heeft de zorgniveaus van Speelplezier en de zorgniveaus van MosaLira geïntegreerd tot een model. In de zorgniveaus 2 en 3 wordt voor de gesignaleerde leerlingen een handelingsplan opgesteld en uitgevoerd. De wijze waarop de hulp wordt gepland, voorbereid en uitgevoerd is intensief en uitgebreid, maar kan dienen als voorbeeld voor andere scholen. Momenteel worden de peuters alleen gevolgd met het Kinderontwikkelboek (een portfolio) van Speelplezier. De Groeiwijzer van Speelplezier is (nog) niet ontwikkeld voor de voorschoolse educatie. Met de leidinggevende van STEPS is besproken hoe dit Kinderontwikkelboek toch getransformeerd zou kunnen worden tot een soortgelijk volgsysteem als de basisschool gebruikt. In het Kinderontwikkelboek ontstaat met het huidige gebruik gedurende de twee jaar peutertijd, geïllustreerd aan de hand van foto’s en anekdotes, uiteindelijk een breed beeld van de totale ontwikkeling van het kind. Pas bij de overgang naar de basisschool kruist de leidster de fase van ontwikkeling aan waarin de peuter zich bevindt. De gemeente Maastricht heeft als eis gesteld dat vanaf maart 2011 bij de VVE-peuterspeelzalen aanvullend de Peutertoetsen van het Cito bij de 3jarigen worden afgenomen. De leidsters worden momenteel daarvoor geschoold. Voor het volgen van de brede ontwikkeling van de peuters wordt van de zalen verwacht dat ze op drie momenten gedurende de peuterperiode de ontwikkeling van de kinderen volgen, te weten op het moment dat de kinderen instromen (de beginsituatie), vervolgens de ontwikkeling in beeld brengen als het kind drie jaar is en voordat het kind naar de basisschool gaat. De huidige werkwijze volstaat dus niet voor een adequate begeleiding en ondersteuning. Ondersteuning wordt bij de peuters nu nog door externen gegeven, na signalering in een zogenaamd zorgoverleg tussen de leidsters, de verpleegkundige jeugdgezondheidszorg en een medewerker van Bureau Jeugdzorg, dat zesmaal per jaar plaats vindt. Peuterspeelzaal Poesjenel en basisschool De Letterdoes hebben daarnaast een Leefwereldgroep in het leven geroepen. Dit is de praktische vertaling van de pilot ‘Potentiële Zorgkracht’ in Maastricht noord oost. Vanuit een ‘pro-actieve presentiebenadering’ werken de leidsters en leerkrachten samen met tal van ketenpartners die binnen de wijk zicht hebben op de gezinnen. Zodra meerdere ketenpartners mogelijke risico’s zien in de thuissituatie van de peuter of kleuter tot ‘afglijden’ naar een multiprobleem-huishouden, wordt dit gemeld in de Leefwereldgroep en probeert de peuterspeelzaal of de school gezinsondersteuning te organiseren. Het is een bottom-up benadering, waarover zowel de school als de peuterspeelzaal zeer tevreden zijn. E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOOR- C.Q. VROEGSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voor- c.q. vroegschool E2 De voor- c.q. vroegschool evalueert de kwaliteit van VVE regelmatig E3 De voor- c.q. vroegschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voor- c.q. vroegschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voor- c.q. vroegschool borgt de kwaliteit van haar educatie E6 In de kwaliteitszorg van de basisschool wordt ook specifiek naar VVE gekeken
VVE-rapport 13682 + 13683 + 13679
Poesjenel
Wittevrouwenveld
Letterdoes
3 2
3 2
3 2
2
2
3
2
2
3
2
2
3
nvt
nvt
2
Onderzoeksdatum: 13-12-2010
Pagina 8 van 10
Voor zowel de basisschool als de peuterspeelzaal vormt VVE nog geen specifiek onderdeel van de kwaliteitszorg. De basisschool heeft wel een kwaliteitssysteem, maar dat geldt algemeen voor het gehele onderwijs. VVE wordt daarin niet apart benoemd. De peuterspeelzaal heeft geen kwaliteitssysteem, waarin in kwaliteitsbepaling, verbetering en borging is voorzien. F DOORGAANDE LIJN F1 Er is VVE-coördinatie tussen de voor- en vroegschool F2 Voldoende kinderen stromen door naar een vroegschool F3 De voor- en vroegschool zorgen voor een warme overdracht F4 Het aanbod van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voor- en vroegschool is op elkaar afgestemd F6 De manier om met ouders om te gaan op de voor- en de vroegschool is op elkaar afgestemd F7 De interne begeleiding en zorg zijn op de vooren vroegschool op elkaar afgestemd
Poesjenel 3
Wittevrouwenveld 3
Letterdoes 3
3
3
3
3
2
3
3
3
3
2
2
2
2
2
2
2
2
2
De doorgaande lijn tussen de basisschool en peuterspeelzaal Poesjenel is intensiever dan met peuterspeelzaal Wittevrouwenveld. Voor een belangrijk deel heeft dit te maken met het samenwerken in één gebouw van de eerste twee, maar het heeft ook te maken met de beleving van een verschil in cultuur en kindpopulatie bij peuterspeelzaal Wittevrouwenveld. Ook daar is een kindpopulatie die baat heeft bij een VVE die op een basisschool voortgezet wordt. De Letterdoes kan in dat opzicht van meer inhoudelijke waarde zijn voor Wittevrouwenveld als dat nu het geval is. Van Poesjenel stromen de meeste peuters door naar basisschool De Letterdoes. Van Wittevrouwenveld wisselt de uitstroom van jaar tot jaar. De meeste peuters worden aangemeld op OBS De Regenboog en de Nutsschool. Er gaan maar weinig peuters naar De Letterdoes. Waar de overdracht van informatie tussen Poesjenel en De Letterdoes voorspoedig verloopt, is het bij Wittevrouwenveld een verbeterpunt. Het is wenselijk dat de informatie over de ontwikkeling van de peuter in een warme overdracht, liefst in bijzijn van ouders en naar behoren gedocumenteerd, met de basisschool plaatsvindt. Ongeacht welke basisschool. Het is wenselijk dat leidsters en leraren intensief kennis gaan nemen van elkaars pedagogisch en educatief handelen, de begeleiding en zorg en de ouderbetrokkenheid teneinde te leren met en van elkaar. De aanzetten daartoe zijn tussen Poesjenel en De Letterdoes reeds gezet. Belangrijk is dat Wittevrouwenveld nu niet de boot mist. G OPBRENGSTEN VAN VVE G1 De resultaten worden gemeten conform de afspraken G2 De resultaten zijn van voldoende niveau G3 Verlengde kleuterperiode
Poesjenel -
Wittevrouwenveld -
Letterdoes -
nvt
nvt
2
Dit aspect heeft de inspectie niet kunnen beoordelen, omdat de gemeente Maastricht nog geen opbrengstdoelen heeft vastgelegd en daarmee de effecten en bereikte resultaten bij VVE nog niet beschikbaar zijn. De basisschool neemt standaard de toetsen Taal voor kleuters en Ordenen tweemaal per leerjaar af. De beschikbare toetsresultaten van de afgelopen twee schooljaren laten zien dat aan het einde van het tweede leerjaar de meeste leerlingen op A-, B- of C-niveau presteren, terwijl dat voor meerdere leerlingen in het eerste leerjaar een lager niveau was. Een trendanalyse is lastig samen te stellen vanwege het feit dat er veel verloop van kleuters is. In de wijk Wijckerveld vinden veel verhuizingen plaats. Daarnaast is het vorig schooljaar de nieuwe versie van de toets Taal voor
VVE-rapport 13682 + 13683 + 13679
Onderzoeksdatum: 13-12-2010
Pagina 9 van 10
kleuters in gebruik genomen. De inspectie heeft met de school gesproken over het in beeld brengen van de leerwinst op groepsniveau en daaraan de conclusies te verbinden. Het is wenselijk om bij deze werkwijze ook onderscheid te maken naar doelgroepleerlingen en wel of geen VVE in de voorschoolse periode, om daarmee conclusies te kunnen trekken over het specifieke effect van VVE voor de doelgroepleerlingen. Desgewenst kan de school de definitie doelgroepleerling aanscherpen, als dat kan leiden tot verfijning van het onderwijsleerproces voor die leerlingen. Het percentage leerlingen dat in het afgelopen schooljaar in de groepen 1 en 2 een verlenging van de kleuterperiode kreeg, is, gemeten over de afgelopen twee schooljaren, 45%. Dit is een extreem hoger percentage dan landelijk gebruikelijk is. Het huidig beleid ‘criteria voor overgang van groep 2 naar 3’ is ontoereikend om dit hoge percentage te verklaren. De school heeft wel een mondelinge plausibele verklaring voor dit percentage, maar kan dit niet met een analyse of evaluatie van beleid onderbouwen. Van de scholen wordt een beleid verwacht ten aanzien van de overgang van groep 1 naar groep 2 en van groep 2 naar groep 3 , waarbij zij kunnen beargumenteren waarom zij leerlingen een verlengde kleuterperiode geven. Een jaarlijkse evaluatie van dit beleid moet zicht bieden op de meest doorslaggevende criteria die hebben geleid tot het verlengen van de kleuterperiode. Op basis van die gegevens kan de school dan het aanbod op de kritische criteria versterken, teneinde het aantal verlengingen te verminderen. 4. VERVOLGAFSPRAKEN De inspectie vertrouwt erop dat de peuterspeelzaal en de school de genoemde verbeterpunten in hun planningen voor de komende jaren zullen opnemen en acht specifieke vervolgafspraken op instellingsniveau op dit moment onnodig.
VVE-rapport 13682 + 13683 + 13679
Onderzoeksdatum: 13-12-2010
Pagina 10 van 10