VVE-RAPPORT DEFINITIEF RAPPORT VAN HET ONDERZOEK IN HET KADER VAN DE VOOR- EN VROEGSCHOOLSE EDUCATIE KINDERDAGVERBLIJF DE PLEINEN
Locatie Plaats Reg.nr. Onderzoeksnummer. Datum onderzoek Datum vaststelling rapport
VVE-rapport 6962
De Pleinen Hoofddorp 3306190 6962 5 – 4 – 2012 11 – 7 – 2012
Onderzoeksdatum: 5-4-2012
Pagina 1 van 7
1. INLEIDING Dit rapport is het verslag van een onderzoek van de Inspectie van het Onderwijs naar de kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie (VVE). VVE is bedoeld voor jonge kinderen die onvoldoende zijn toegerust voor een soepele instroom in groep 3 van het basisonderwijs, waardoor ze grote kans lopen om achterop te raken. Dit rapport maakt onderdeel uit van de bestandsopname in de gemeente Haarlemmermeer. In deze gemeente hebben alle voor- en vroegscholen die te maken hebben met VVE een vragenlijst ingevuld waarin zij de stand van zaken op hun (voor)school weergeven. Alle locaties krijgen automatisch een zelfrapportage. Enkele locaties zijn vervolgens bezocht door de Inspectie van het Onderwijs ter verificatie van deze zelfevaluaties. Alle bezochte locaties ontvangen een rapportage met de bevindingen van de Inspectie. Het definitieve rapport wordt gepubliceerd op de website van de Inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. De uitkomsten van alle zelfevaluaties en de bevindingen van de Inspectie van het Onderwijs naar aanleiding van de locatiebezoeken worden samengevat in een gemeentelijk rapport. Dit geeft een totaalbeeld weer van VVE in de gemeente Haarlemmermeer. Dit rapport wordt, als het definitief is vastgesteld, samen met de locatierapporten, gepubliceerd op de website van de Inspectie: www.onderwijsinspectie.nl. Werkwijze onderzoek De Pleinen is een van de (voor)scholen die bezocht is door de Inspectie van het Onderwijs. Daarbij hebben de volgende activiteiten plaatsgevonden: groepsbezoeken gesprekken met leidsters en/of leerkrachten gesprekken met ouders gesprekken met locatieleiding, coördinatie en directie Dit rapport geeft de bevindingen van de Inspectie over de kwaliteit van VVE op deze locatie weer. Inhoud rapport In dit rapport worden de volgende onderwerpen besproken: De voorwaarden van VVE De ouders De kwaliteit van de educatie Het VVE-programma, zoals dat wordt aangeboden Het pedagogisch klimaat Het educatief handelen De ontwikkeling, zorg en begeleiding De kwaliteitszorg De doorgaande lijn tussen de voor- en vroegschool De resultaten van VVE Elk van de VVE-kwaliteitsaspecten is uiteengelegd in indicatoren. Als een indicator beoordeeld wordt, gebeurt dat doorgaans met de volgende oordelen: 1. Staat in de kinderschoenen: verbeteringen zijn dringend nodig Deze kwalificatie geeft aan dat er écht iets verbeterd dient te worden. 2. Enigszins ontwikkeld: verbeteringen zijn wenselijk Deze kwalificatie geeft aan dat het wenselijk is dat iets verbeterd wordt. 3. Voldoende 4. Goed ontwikkeld: een voorbeeld voor anderen Deze kwalificatie geeft aan dat dit aspect in orde is, en wel op een zodanige manier dat andere voor- en/of vroegscholen hiervan kunnen leren. Dit rapport is gebaseerd op het VVE-toezichtkader (zie de internetsite van de onderwijsinspectie).
VVE-rapport 6962
Onderzoeksdatum: 5-4-2012
Pagina 2 van 7
Opbouw van het rapport Hoofdstuk 2 beschrijft het totaalbeeld van het onderzoek. De beoordeelde onderwerpen (indicatoren) staan in hoofdstuk 3, met eerst de oordelen en daarna een toelichting als dat nodig is. Daarbij kunnen de overeenkomsten en verschillen tussen de zelfevaluatie van de locatie en de bevindingen van de Inspectie eveneens worden geduid. Als er op basis van dit onderzoek afspraken gemaakt zijn, staan die in hoofdstuk 4. Groepsinformatie peutergroepen: Aantal peuters in groep a: 14, waarvan 4 doelgroeppeuters
2. HET TOTAALBEELD De kwaliteit van de voor- en vroegschoolse educatie op kinderdagverblijf De Pleinen voldoet Voor het grootste deel aan de kwaliteitseisen van de inspectie. Er is een programma voor VVE in gebruik dat systematisch wordt toegepast en uitgevoerd. De pedagogische medewerksters gaan vriendelijk met de peuters om. Doelgroeppeuters krijgen extra taalondersteuning. Verder hebben de pedagogische medewerksters goed contact met de aanwezige ouders en proberen hen ook te betrekken bij de VVE-activiteiten. Dit lukt echter niet altijd. Ook de kwaliteit van de uitvoering van VVE is voldoende. De pedagogische medewerksters zijn goed op elkaar ingespeeld en voelen elkaar feilloos aan. Ook de meeste onderdelen van de zorg en begeleiding heeft de inspectie in voldoende mate aangetroffen. De ontwikkeling van de peuters wordt gevolgd en de leidsters zoeken, als dat nodig is, hulp in de bredere zorgketen. Hoewel de inspectie over het geheel genomen positief in haar oordeel is over het kinderdagverblijf De Pleinen is er bij de aspecten ouders, kwaliteit van de uitvoering van VVE, zorg en begeleiding de kwaliteitszorg en de doorgaande lijn nog ontwikkeling mogelijk. Het kinderdagverblijf is ook nog niet zo ver dat ze opbrengstdoelen vaststelt om bijvoorbeeld te evalueren of deze gerichte werkwijze een positief effect heeft op kinderen die de programma’s hebben gevolgd. Vanuit de gemeente Haarlemmermeer zijn hier ook geen eenduidige afspraken over gemaakt.
VVE-rapport 6962
Onderzoeksdatum: 5-4-2012
Pagina 3 van 7
3. DE OORDELEN MET EEN TOELICHTING ALS DAT NODIG IS 3 Naam gemeente
Haarlemmermeer
A CONDITIES
Voorschool (KDV)
A0.1 Er is een recent GGD-rapport beschikbaar A0.2 In het rapport zijn de basisvoorwaarden voor voorschoolse educatie getoetst A1 Een integraal VVE-programma A1.1 Naam/namen van programma(s) Piramide A2 De groepsgrootte voldoet aan de maximumeisen (voorschool) A3 Leidster - kind ratio ("dubbele bezetting") A4 Voldoende VVE-tijd A4.1 De peuters bezoeken de voorschool gedurende voldoende tijd (per week) A4.2 Wat is doorgaans de beginleeftijd voor Twee en een half jaar oud VVE? A5 Kwaliteit leidsters/leerkrachten A5.2 Alle beroepskrachten zijn toereikend gekwalificeerd (opleiding) A5.3 Alle leidsters spreken voldoende Nederlands A5.4 Alle leidsters zijn toereikend geschoold (voor het vve-programma) A5.5 Er is een jaarlijks VVE-opleidingsplan
De Pleinen 3 3
3 3 3
3 3 4 3
(A5.4) is goed ontwikkeld, omdat alle pedagogisch medewerksters zijn gecertificeerd voor het VVE-programma Piramide. B OUDERS B1 B2 B3 B4 B5 B6 B7
Voorschool (KDV)
Gericht ouderbeleid Ouders zijn vooraf adequaat geïnformeerd Intake Stimuleren om thuis ontwikkelingsstimulerende activiteiten te doen Participatie in VVE-activiteiten in de voorschool Informeren over de ontwikkeling van hun kind Rekening houden met de thuistaal
De Pleinen 2 3 3 3 2 3 3
De inspectie heeft een gesprek gehad met één ouder. Hij is tevreden over het kinderdagverblijf en de wijze waarop hij over de ontwikkeling van zijn kind op de hoogte wordt gehouden. Het kinderdagverblijf heeft echter geen specifiek beleid ontwikkeld, dat gericht aandacht besteedt aan het betrekken van de ouders bij doelstellingen van VVE. Binnen de voor- en vroegschoolse educatie is de oudercomponent wel van groot belang (B1). De participatie in VVE-activiteiten (B5) is een ontwikkelpunt, omdat voor de inspectie niet duidelijk is of er voldoende ouders deelnemen aan de VVE-activiteiten. Het kinderdagverblijf organiseert wel activiteiten voor de ouders. Zo is er elke ochtend inloop en er ouderavonden en oudergesprekken worden georganiseerd. Verder geeft het kinderdagverblijf aan dat het voor haar erg moeilijk is voldoende ouders te betrekken bij de VVE-activiteiten, omdat zij te maken heeft met werkende ouders. C KWALITEIT VAN DE UITVOERING VAN VVE
Voorschool (KDV)
C1 Kwaliteit van de educatie: het aangeboden programma C1.1 Een integraal VVE-programma C1.2 Werken met een doelgerichte planning C1.3 Het aanbod gericht op de taalontwikkeling is voldoende dekkend C1.4 Het aanbod klimt op in moeilijkheidsgraad en er wordt gedifferentieerd
3 3 3 2
VVE-rapport 6962
Onderzoeksdatum: 5-4-2012
De Pleinen
Pagina 4 van 7
C2 Kwaliteit van de educatie: het pedagogisch klimaat C2.1 Het pedagogisch handelen van de beroepskrachten is respectvol C2.2 De beroepskrachten hanteren duidelijke pedagogische gedragsgrenzen C2.3 De beroepskrachten stimuleren de sociale vaardigheden en de persoonlijke competenties van de kinderen C2.4 De beroepskrachten tonen respect voor de autonomie van het kind C2.5 De inrichting van de ruimte is aantrekkelijk, uitdagend en spel- en taaluitlokkend C3 Kwaliteit van de educatie: het educatief handelen C3.1 Het educatief handelen van beide beroepskrachten is goed op elkaar afgestemd C3.2 Er worden de hele 'dag' effectieve en gerichte activiteiten voor de taalontwikkeling uitgevoerd C3.3 De leidsters/leerkrachten bevorderen de interactie met en tussen kinderen C3.4 De leidsters stimuleren actieve betrokkenheid van de kinderen en verrijken het spelen en werken C3.5 De beroepskrachten bevorderen de ontwikkeling van aanpakgedrag (strategieën) bij de kinderen C3.6 Het gedrag van de beroepskrachten met de kinderen is responsief C3.7 De beroepskrachten stemmen de activiteiten af op verschillen in de ontwikkeling van de individuele kinderen
3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 3 2
De inspectie constateert dat de kwaliteit van de uitvoering voldoende is. Het kinderdagverblijf heeft het VVE-programma goed ingevoerd en werken de pedagogisch medewerksters met een doelgerichte planning. Zij maken voor elk thema een themaplanning waarin ze de activiteiten voor de verschillende ontwikkelingsgebieden beschrijven en deze ook proberen te koppelen aan leer- of ontwikkelingsdoelen. Er is een weekplanning met activiteiten die per dag zijn vastgelegd. Verder is het pedagogisch klimaat ondersteunend en er worden duidelijke (gedrags)grenzen gesteld waar kinderen aan gehouden worden. De peuters worden gestimuleerd om samen te spelen, maar ook om zelfstandig te zijn. De pedagogische aanpak is gebaseerd op het beleid van de stichting en de pedagogisch medewerksters zijn op de hoogte hiervan. Zo zijn er afspraken over gedragsregels. De peuters leren op een ongedwongen manier omgaan met de afspraken. Het educatief handelen is voldoende waar het gaat om de afstemming tussen de pedagogisch medewerksters. Zij stimuleren het denken en leren van de peuters met open vragen, zoals: Hoe heb je dat gedaan? Hoe kan je het ook anders doen? Gedurende de dag weten de leidsters voldoende evenwicht te vinden tussen het vrijspelen en werken, het zelf leren met enige steun en het gericht onder leiding van de leidster werken. Verder hebben de pedagogisch medewerksters speciale aandacht voor de woordenschatontwikkeling van de peuters. Uit de observaties van de inspectie en de planning blijkt dat bij het aanbod verbetering wenselijk is ten aanzien van de differentiatie van het aanbod (C1.4) en de afstemming van de VVE-activiteiten (C3.7). Hoewel het programma goed ingevoerd is en er een degelijke planning wordt gemaakt, is het niet duidelijk hoe de leidster in de planning rekening houdt de ontwikkelingsverschillen tussen de kinderen. In de groep zijn er naast peuters die pas begonnen zijn ook doelgroep- en niet-doelgroepkinderen en peuters die op het punt staan om naar de basisschool te gaan. Het is belangrijk om in de planning van het aanbod en de VVEactiviteiten met deze verschillen rekening te houden. D ONTWIKKELING, BEGELEIDING EN ZORG D1 Ontwikkeling, begeleiding en zorg binnen de groep D1.1 Volgen van de brede ontwikkeling van alle kinderen D1.2 De begeleiding is planmatig voor: de hele groep, de kleine (tutor)groep en het individuele kind D1.3 De evaluatie van de aangeboden begeleiding en zorg D1.4 Specifieke aandacht bij de begeleiding en zorg voor de taalontwikkeling
VVE-rapport 6962
Onderzoeksdatum: 5-4-2012
Voorschool (KDV)
De Pleinen 3 3 2 3
Pagina 5 van 7
D2 Ontwikkeling, begeleiding en zorg in de bredere zorgketen D2.1 Leidsters/leerkrachten hebben een overzicht van de kinderen die zorg nodig hebben die de voor- resp. vroegschool niet kan leveren, en van de aard van die zorg D2.2 Leidsters/leerkrachten melden kinderen aan voor externe zorg wanneer de voor- resp. vroegschool de gewenste zorg niet kan leveren D2.3 De leidsters/leerkrachten blijven de ontwikkeling van kinderen met extra zorg bijhouden
3 3 3
De kinderen en dan met name de doelgroepkinderen worden voldoende gevolgd. Deze kinderen krijgen daarnaast structureel begeleiding van de tutor. Op een speciaal formulier wordt duidelijk omschreven welke ontwikkelingsgebieden centraal staan. Ook worden voor ieder doelgroepkind doelen beschreven waaraan de komende periode gewerkt gaat worden, maar de uitwerking hoe de doelen gerealiseerd worden ontbreekt veelal. Er wordt per periode geëvalueerd, maar de vervolgacties worden niet beschreven. Het is ook niet altijd zo dat deze vervolgacties ook terugkomen op het vervolgformulier (D1.3). E KWALITEITSZORG BINNEN DE VOORSCHOOL E1 Er is VVE-coördinatie in de voorschool E2 De voorschool evalueert de kwaliteit van haar VVE E3 De voorschool evalueert de opbrengsten van alle kinderen E4 De voorschool formuleert op basis van evaluaties verbetermaatregelen en voert die aantoonbaar en planmatig uit E5 De voorschool borgt de kwaliteit van haar educatie
Voorschool (KDV)
De Pleinen 3 3 2 3 3
Als enige uitvoerder van VVE in Haarlemmermeer hecht stichting SKH veel waarde aan de kwaliteit van VVE. Zo zijn stichtingsbreed alle leidsters gecertificeerd of volgen ze een traject om een certificering voor het VVE-programma Piramide te halen. Ook zijn er per locaties dagdelen beschikbaar voor een tutor die veelal hbo opgeleid is. Deze tutors waarborgen dat de doelgroepkinderen specifieke aandacht krijgen om hun taalachterstand in te halen. Na ieder thema vindt er een evaluatie plaats. Deze evaluaties worden ook schriftelijk vastgelegd en zijn input voor het bijstellen van het beleid en uitvoering. Wel kunnen deze evaluaties aangescherpt worden door ook de inhoud en de uitvoering scherper te bekijken. De evaluaties die de inspectie heeft ingezien gaan veelal over organisatorische zaken en veel minder over de inhoud en het eigen handelen. Het borgen van de kwaliteit ligt grotendeels bij de teamleiders. Deze werken nauw samen met de tutors en de VVE-coordinator. De teamleiders bezoeken regelmatig de groepen en geven feedback aan de leidsters op hun handelen. Het kinderdagverblijf neemt bij alle doelgroepkinderen de Citotoetsen af. Deze toetsen worden per kind bekeken. Uit gesprekken met alle betrokkenen blijkt dat binnen SKH voor de doelgroepkinderen gestreefd wordt naar een minimaal C-score op het Citotoets. De doelen worden wel per kind vastgesteld en geëvalueerd. Een tussentijdse- en eindevaluatie op (sub)groepsniveau vindt nog niet plaats voor de doelgroep- en nietdoelgroepkinderen (E3). F DOORGAANDE LIJN
Voorschool (KDV)
F1 Er is iemand binnen het kinderdagverblijf verantwoordelijk voor de contacten met de basisscholen F2 Er is concreet beleid om zoveel mogelijk kinderen te laten doorstromen naar een vroegschool F3 Het kinderdagverblijf zorgt voor doelmatige informatie voor de basisscholen waar de uitstromende peuters naartoe gaan F3.1 Wanneer sprake is van een zorgkind, is er een warme overdracht F4 Het kinderdagverblijf is op de hoogte van de VVE-programma’s van de basisscholen en houdt daar zoveel mogelijk rekening mee
VVE-rapport 6962
Onderzoeksdatum: 5-4-2012
De Pleinen 3 2 3 2 2
Pagina 6 van 7
F5 Het pedagogisch klimaat en het educatief handelen van de voorschool is afgestemd op dat van de vroegschool F6 De manier om met ouders om te gaan op de voorschool is afgestemd op die van de vroegschool F7 De interne begeleiding en zorg op voorschool zijn afgestemd op die van de vroegschool
2 2 2
Van een doorgaande lijn tussen De Pleinen en de basisscholen in de omgeving is nauwelijks sprake. Dit is voor zowel SKH als de gemeente Haarlemmermeer een belangrijk aandachtspunt. Er is op dit moment nauwelijks contact met basisscholen en van een soepele doorgaande lijn is geen sprake. Wel zorgt het kinderdagverblijf, na toestemming van de ouders gekregen te hebben voor een (warme) overdracht van informatie aan de basisschool. En zijn er op het gebied van de zorg goede contacten. Zo is er een gezamenlijke activiteit geweest om de VVE-programma’s op elkaar af te stemmen en heeft de assistent leidinggevende van kinderdagverblijf De Pleinen zitting in het zorgteam van de brede school. 4. VERVOLGAFSPRAKEN. Het bezoek heeft geen aanleiding gegeven voor het maken van vervolgafspraken.
VVE-rapport 6962
Onderzoeksdatum: 5-4-2012
Pagina 7 van 7