Defensie Verkiezingswijzer 2014 Net als in 2007 en 2010 presenteren wij u een overzicht van verschillende partijstandpunten met betrekking tot defensie. We baseerden ons hiervoor (ondermeer) op de gepubliceerde partijprogramma's.
We willen dat het Belgisch leger focust en specialiseert. Elke lidstaat een eigen leger is houdbaar noch wenselijk. De expertise rond vredeshandhaving en ontmijning wordt verder ontwikkeld en ingezet. Binnen de EU spreken we best af wie wat doet en koopt. Dat bespaart een hoop geld. Zo koopt België best geen peperdure straaljagers aan. Op termijn wordt de oprichting van een Europese vredesmacht de volgende stap. Gevaarlijke en zinloze kernwapens willen we weg uit België en Europa.
Een soeverein en onafhankelijk Vlaanderen moet zijn verplichtingen tegenover de internationale gemeenschap nakomen. Dat betekent in de eerste plaats voorkeursrelaties uitbouwen met onze sterke economische partners en landen waar een bestuurscultuur heerst vergelijkbaar met de Vlaamse. Een slagkrachtige defensie is één van de belangrijke elementen van een www.paracommando.com
soevereine staat die in staat moet zijn de eigen belangen te verdedigen. Een EU-leger veegt die mogelijkheid uit. Toch is internationale samenwerking op het vlak van defensie in deze hoogtechnologische tijd noodzakelijk. Deelname aan een alliantie of internationale samenwerking mag echter niet leiden tot een verlies aan keuzevrijheid wat betreft aankoop van wapensystemen of deelname aan operaties. Aan het functioneren van onze huidige defensie schort er heel wat. In de eerste plaats is de terugtrekking uit Duitsland die tien jaar geleden werd afgerond, nog niet volledig verteerd. In logistieke centra staat nog een massa materiaal stof te vergaren en militaire basissen zijn nog volop in reconversie. Bovendien wordt steeds opnieuw geknipt in de militaire uitgaven tot een niveau dat niet houdbaar is. Ook het personeelsbeleid is toe aan vernieuwing. Na jaren van inkrimping is het tijd om in te zetten op het aanwerven en behouden van jonge militairen. De op het terrein inzetbare eenheden kampen met een groot personeelsgebrek waardoor een aantal taken steeds op dezelfde schouders gelegd worden. Een verbetering van de verloning, de werkomstandigheden en de loopbaanmogelijkheden op korte en lange termijn dringt zich op. Het Vlaams Belang blijft pleiten voor het behoud en de uitbouw van een snel inzetbaar leger met eenheden die beschikken over modern materieel. Poolvorming met buurlanden moet doorgevoerd worden. Een dynamische strijdkracht staat in voor alle operationele basistaken en de gespecialiseerde opdrachten die ons volgens internationale afspraken worden toevertrouwd. Het verdedigen van het eigen luchtruim behoort tot de operationele basistaken en kan niet toevertrouwd worden aan een ander land; toch is samenwerking met buurlanden ook hier aangewezen. Daarom: Akkoorden met Nederland, Duitsland en gelijkaardige staten in Noorden Midden Europa in plaats van de actuele Franstalige en zuiderse fixaties. Geen EU-leger maar wel samenwerking met onze partnerlanden. Versnelde afwikkeling van de terugtrekking uit Duitsland door afstoting of ‘slimme’ heringebruikname van gestockeerde wapensystemen en materiaal. Uitbouw van een snel inzetbaar leger dat kan instaan voor de gespecialiseerde opdrachten die met de partners worden afgesproken. www.paracommando.com
De vrijheid en de veiligheid waarin we in Europa leven, zijn nooit definitief verworven, maar worden elke dag verdiend. De verdediging van onze waarden en onze economische belangen heeft steeds een militaire pijler nodig om geloofwaardig te zijn. Als klein land dragen ook wij ons steentje bij tot een vreedzame en veilige wereld. De drie D's van ons veiligheidsconcept - Development, Diplomacy & Defence - stemmen we op elkaar af. Op de drie domeinen leveren we als een verantwoordelijke partner een bijdrage, ook op vlak van militaire missies. Bij deze operaties krijgt de veiligheid en het welijn van de ingezette militairen de grootste aandacht. Deelname aan een militaire missie volgt pas na een parlementair debat en met steun van de Kamer van Volksvertegenwoordigers. Daarbij onderstrepen we de primaire rol voor de internationale rechtsorde. Militaire interventies vinden in principe plaats binnen het kader van de VNveiligheidsraad. Enkel bij een volledige blokkering binnen de Veiligheidsraad kan gekeken worden naar alternatieven. Maar ook dan dient elke actie gedragen te zijn door een brede internationale coalitie. Om een geloofwaardige partner te zijn voor onze bondgenoten in EU- en NAVO- verband neemt ons land haar verantwoordelijkheid op door een billijk deel van de budgettaire lasten en risico’s te dragen. Er is daarbij een beter evenwicht tussen uitgaven voor personeel enerzijds en voor investeringen en werking anderzijds. De volgende regering vervangt de F16’s door nieuwe gevechtsvliegtuigen.. Dat is noodzakelijk voor onze veiligheid en leidt ertoe dat we maximaal kunnen genieten van economische terugverdieneffecten voor de Vlaamse een Belgische industrie. Tot slot dient Defensie zich verder open te stellen voor de samenleving via betere samenwerking met het onderwijs en (hoogtechnologische) bedrijven. We investeren in de aantrekkingskracht van Defensie als werkgever. De gemeenschappelijke, militaire aanpak in Benelux-verband dient voor ons als een voorbeeld voor een sterkere samenwerking binnen de Europese Unie. Dat kan uitmonden in een echt Europees leger, met een gemeenschappelijk aankoopbeleid, een centrale planning en één operationeel hoofdkwartier. De enorme schaalvoordelen die daaruit voortvloeien laten de Europese lidstaten toe om in tijden van krimpende budgetten toch meer toegevoegde waarde te leveren. Een Europees leger is geen concurrent van de NAVO, maar is als Europese pijler net een versterking van de NAVO. www.paracommando.com
Om tot de top van Europa te horen heeft België een klein maar efficiënt leger nodig, dat investeert in technologie, uitrusting en in gespecialiseerd personeel. Het wordt hoog tijd dat Europa meer verantwoordelijkheid neemt om ook zonder Amerika, internationale conflicten te voorkomen en op te lossen binnen het kader van de Verenigde Naties. Het Europese leger moet krachtdadiger worden door elk land speciale taken te geven. Dat brengt het bondgenootschap met de NAVO, met zijn hoofdkwartier in Brussel, niet in het gedrang. Het versterkt integendeel de alliantie, die twee krachtige pijlers nodig heeft, een Amerikaanse en een Europese.
Voor een omvattende en intelligente aanpak van (mogelijke) conflict- en crisissituaties moeten we alle middelen en hefbomen gebruiken die we hebben. De eerste belangrijke stap naar duurzame vrede en veiligheid is de aanpak van problemen die aan de grond van conflicten liggen. De internationale gemeenschap heeft de verantwoordelijkheid om falende staten bij te staan in de bescherming van hun bevolking. Via onze diplomatie, ontwikkelingssamenwerking en defensie zetten we in op de bevordering van ontwikkeling en sociale rechtvaardigheid, democratische instellingen en mensenrechten. Als staten er niet in slagen of weigeren hun bevolking te beschermen, moeten we onze verantwoordelijkheid nemen. Militaire interventie is daarbij een laatste instrument. Een militaire aanpak van conflictsituaties kan nooit op zichzelf staan, maar is soms noodzakelijk voor een integrale aanpak. Daarom hebben we nood aan een performante en moderne defensie die ten dienste staat van de burger en die we inzetten voor de uitvoering van een Belgisch, Europees en internationaal veiligheids- en defensiebeleid. We blijven ook inzetten op civiele operaties, wederopbouw en vredeshandhaving na een conflict.
www.paracommando.com
De Belgische defensie (als organisatie) werd de voorbije jaren ingrijpend hervormd. Er is echter nood aan een strategisch plan met een lange termijnvisie. We leggen ons kwalitatief en kwantitatief ambitieniveau vast. Het plan schrijft zich in de Europese en internationale context in en komt tot stand na een brede dialoog met alle belanghebbenden en het parlement. De Europese Veiligheidsstrategie uit 2003 biedt nog altijd een waardevol kader, maar moeten we aanvullen met strategische prioriteiten. We willen duidelijk definiëren welke verantwoordelijkheden de EU wil opnemen als ‘security provider’. Voor sp.a ligt de nadruk op de naburige landen en regio’s, een uitgewerkte maritieme strategie en een ambitieuze Europese bijdrage aan het VN-systeem van collectieve veiligheid. Daarnaast gaan we voor een Europees ambitieniveau dat in overeenstemming is met het Europees veiligheids- en defensiebeleid. Op kwantitatief niveau willen we een snel inzetbare reserve die het verschil maakt op het terrein bovenop de lopende operaties. De F35 als vervanger van onze F16 gevechtsvliegtuigen is voor sp.a niet de goede keuze. In de opmaak van het strategisch plan op lange termijn moeten we alle opties ten gronde bekijken en durven kiezen welke grote operationele capaciteiten kunnen behouden blijven. sp.a mikt op een gespecialiseerd leger dat een effectieve meerwaarde biedt in een Europese en internationale context. Kernwapens zijn nutteloze, dure en gevaarlijke massavernietigingswapens. sp.a wil dan ook dat deze zo snel mogelijk worden verwijderd van het Belgisch grondgebied en ons land kernwapenvrij wordt gemaakt. De terugtrekking van de kernwapens in Kleine Brogel is de noodzakelijke eerste stap in het Belgische streven naar een kernwapenvrij Europa. We ontwikkelen een strategie voor de Belgische bijdrage op internationale fora. Ons land zet hierbij in op een vooruitstrevend tijdschema naar een kernwapenvrije wereld, de opvolging van de VN-conferentie over ontwapening en de herzieningsconferentie van het non-proliferatieverdrag. Bovendien streven we naar kernwapenvrije zones in het bijzonder in het Nabije en Midden-Oosten, en ijveren we voor de verbetering van de veiligheid van nucleair materiaal en een versterking van de rol van het Internationaal Atoomagentschap. Door samen te werken met andere landen vermijden we overlappingen en lacunes. We besteden ons defensiebudget op een slimme manier. Het NEBENLUX-niveau is een goed samenwerkingsplatform, maar sp.a wil de defensiesamenwerking niet beperken tot één regionale cluster. Indien we www.paracommando.com
willen evolueren naar een Europees continent dat samenwerkt, hebben we nood aan diverse regionale én thematische samenwerking. Coördinatie op Europees niveau van de verschillende samenwerkingsprojecten binnen de EU is nodig om coherentie te verzekeren. Ondanks goede intenties en bestaande projecten met een effectieve meerwaarde, blijft de Europese defensie nog te veel een som van 28 lidstaten. Lidstaten moeten zich zoveel mogelijk specialiseren in bepaalde taken zodat er op termijn geen overcapaciteit van de ene taak of ondercapaciteit van de andere is. Daarom is er nood aan een duidelijke top-down aansturing vanuit de Europese ministerraad defensie, de Europese Dienst voor Extern Optreden en het Europese Defensieagentschap. sp.a gaat nog een stap verder. Wij willen ook defensieplanning vooraf coördineren op Europees vlak binnen het Europese Defensie Agentschap, voor ze op nationaal vlak voor te leggen voor analyse en beslissing. Het militair en burgerpersoneel is het kapitaal van de Belgische defensie. Goed opgeleide en getrainde mensen zijn de ruggengraat en de basis voor succes. Hun veiligheid, opleiding, training en welzijn zijn prioritair in onze beslissingen. De rekrutering blijft een prioriteit, net zoals het verzekeren van de aantrekkelijkheid van een loopbaan bij het leger. We moeten onze mensen inzetten in zinvolle opdrachten met een adequate uitrusting. Defensie moet ook de mogelijkheid bieden om vaardigheden en ervaring te verwerven die nuttig en relevant zijn voor andere beroepskeuzes in de toekomst. sp.a voert een echt genderbeleid. We voeren tijdelijke quota in zodat meer vrouwen doorstromen naar het kader van de opperofficieren. Onze prioriteit ligt bij deelname aan buitenlandse operaties, via opdrachten waar we onze kwaliteiten al bewezen hebben. Onze Belgische defensie moet samen met de Europese en internationale partners haar deel blijven doen. Kortom, als de regering beslist dat een deelname aan een vredesoperatie aangewezen is, dan moet defensie snel en flexibel een betekenisvolle bijdrage kunnen leveren. Een 264 VN-mandaat is voor sp.a een voorwaarde om deel te nemen aan buitenlandse operaties. sp.a hecht belang aan opdrachten onder VN- en Europese vlag. Een groot deel van de operaties in het kader van het Europese gemeenschappelijke veiligheids- en defensiebeleid zijn van civiele aard. Ook de VN en de OVSE sturen verschillende civiele operaties aan. Hierbij verlenen experten bijstand aan de hervorming en versterking van de politionele en www.paracommando.com
justitiële instellingen, of monitoren ze de uitvoering van akkoorden. Dergelijke operaties zijn bouwstenen voor een duurzame vrede en veiligheid, maar het rekruteren van experten is niet altijd evident. We willen een evaluatie van de nationale strategie, met een grondige afweging van prioriteiten, strategische objectieven en financieringsmechanismen. Een evaluatie van de Belgische inzet en uitwisseling van good practices op EU-niveau zijn noodzakelijk. Buitenlandse operaties zijn een belangrijke taak van defensie, maar sp.a hecht evenveel belang aan een defensie dichtbij en ten dienste van de burger. Hulp aan de natie omvat verschillende opdrachten waar het leger zijn degelijkheid bewezen heeft en die we naar waarde schatten. We denken onder meer aan de tussenkomsten van de ontmijningsdienst DOVO, helikopters die paraat staan voor search en rescue-opdrachten of de marine die een belangrijke bijdrage levert in de strijd tegen maritieme verontreiniging. Tot slot is sp.a ervan overtuigd dat defensie een nuttige ondersteuning kan bieden bij de winteropvang van daklozen. Het parlement beslist mee over deelname en verlenging van buitenlandse operaties. De parlementaire opvolgingscommissie buitenlandse operaties moet ten volle haar rol kunnen vervullen. De commissie zorgt voor regelmatige en adequate rapportering over en bespreking van lopende buitenlandse operaties. sp.a pleit voor een meer continue en gestructureerde samenwerking tussen nationale parlementen en het Europese parlement.
De N-VA kiest voor een inzetbaar leger dat zijn internationale plicht vervult. We kunnen enkel rekenen op de solidariteit van onze partners wanneer ook wij als loyale partner ons deel doen. Financiering, investeringen en een degelijk personeelsbeleid moeten verzekerd zijn. Al een kwart eeuw gaan die er voortdurend op achteruit. Dat ondergraaft de werking en inzetbaarheid van ons leger. Er wordt internationaal steeds meer samengewerkt tussen legers, vooral binnen Europa. De NAVO blijft een van de belangrijkste pijlers om onze www.paracommando.com
veiligheid te garanderen. Ook binnen de EU wordt er werk gemaakt van een defensie- en veiligheidsbeleid. De oprichting van een Europees leger staat echter nog veraf. In afwachting pleit de N-VA voor een samensmelting van de Benelux-legers. Het budget voor Defensie is op vijftien jaar tijd met bijna een derde verminderd, net als het aantal militairen. Die neerwaartse spiraal is onhoudbaar. De N-VA pleit voor meer financiële stabiliteit en visie. Zo zouden we kunnen werken met defensieakkoorden die lopen over een langere termijn. Via een debat in het parlement moeten we ook de oppositie daarbij betrekken, om een zo groot mogelijk draagvlak te creëren. Een modern leger moet normaal ongeveer een vijfde van zijn budget spenderen aan de vernieuwing van materieel en infrastructuur. Van alle NAVOlidstaten doet geen enkel leger het slechter dan het onze. Dat komt de veiligheid en de aantrekkelijkheid van het militaire beroep niet ten goede. De N-VA pleit daarom voor een weldoordacht investeringsbeleid waarin we anticiperen op de dreigingen en uitdagingen die ons morgen te wachten staan. Ook moeten we rekening houden met wat onze partners al hebben aan materieel en infrastructuur. Vandaag is er een toenemende vraag naar goed opgeleid, gespecialiseerd personeel dat kan omgaan met hoogtechnologisch materieel. Defensie heeft echter grote problemen om geschikte kandidaten te vinden en in dienst te houden. Voor de N-VA is het daarom cruciaal dat het imago van het leger en de aantrekkelijkheid van het militaire beroep verbetert. Dat vraagt om duidelijke carrièrepaden en blijvende aandacht voor een sociaal en personeelsbeleid. Centraal daarin staan flexibiliteit, uitdagend werk en de mogelijkheid om gezin en carrière te combineren. De invoering van een militaire loopbaan van beperkte duur is alvast een stap in de goede richting. Het leger moet zich zoveel mogelijk inspannen voor de begeleiding van militairen naar de civiele arbeidsmarkt. Door kortetermijnmilitairen voorrang te verlenen bij sollicitaties voor bepaalde beroepscategorieën (brandweer, politie, …) zal de aantrekkelijkheid van het beroep alleen maar vergroten. Defensie is een instrument voor vrede en veiligheid dat de N-VA enkel wil inzetten wanneer alle diplomatieke middelen zijn uitgeput. Een mandaat van
www.paracommando.com
de internationale gemeenschap en steun uit de regio zijn noodzakelijke voorwaarden voor deelname aan een buitenlandse zending. Vandaag worden onze militairen erg verspreid ingezet, wat een zware financiële en logistieke last betekent voor het leger. Daarom moeten we bekijken of we onze inzet niet beter kunnen beperken tot die opdrachten waar onze deelname broodnodig is en onze expertise werkelijk een toegevoegde waarde biedt. Door ons daarop te concentreren, willen we meer militairen kunnen inzetten in het buitenland. Om het binnenlandse draagvlak voor een operatie te vergroten, wil de N-VA de regering verplichten om de discussie met het parlement aan te gaan. Zo’n open dialoog over buitenlandse operaties, waarbij het parlement tijdig correcte informatie krijgt, vergroot de legitimiteit van de missies. Voor de N-VA blijven de Europese Unie en de NAVO de twee hoekstenen van de Europese veiligheidsarchitectuur. Het NAVO-samenwerkingsverband beschikt echter als enige over de capaciteit om (intensieve) militaire missies uit te voeren. De weg naar een Europese defensie is immers nog lang en een Europees leger dus niet voor morgen. De samenwerking tussen de marines van de Benelux-landen is al decennialang een van de meest succesvolle en verregaande. Defensie moet die uitbreiden naar de andere legercomponenten, met als einddoel de integratie tot een “leger van de lage landen”. Bijkomende geïnteresseerden kunnen aansluiten bij dat samenwerkingsverband. Door onze militaire inspanningen internationaal beter op elkaar af te stemmen, ontwikkelen we een meer efficiënte en performante defensie. Het einddoel is en blijft een Europese krijgsmacht binnen het NAVO-kader. Een militair project voor de Benelux kan daarvoor een belangrijke tussenstap zijn.
www.paracommando.com
De machtsverhoudingen in de wereld zijn de laatste decennia sterk veranderd en verschuiven nog steeds. Dreigingen zijn veelvuldig en reëel. reëel. De voorspelbaarheid van ontwikkelingen en van het effect van dreigingen is er niet kleiner op geworden, integendeel. Internationaal terrorisme, proliferatie van massavernietigingswapens, cyberaanvallen, falende staten of conflicten die regionale instabiliteit biliteit veroorzaken met mogelijke weerslag in ons land of in Europa: de behoefte aan veiligheid is groot. Meer dan ooit is de bescherming van onze burgers een beleidsprioriteit. Zorgen voor hun veiligheid is een uitdaging die in het licht van de globalisering globalisering nadrukkelijker dan voorheen een internationaal karakter gekregen heeft. Defensiebeleid moet onverminderd aandacht blijven schenken aan en uitgerust zijn voor civiele opdrachten in eigen land, bv. bij natuurrampen. Echter is defensie meer en meer internationaal nationaal veiligheidsbeleid. We houden vast aan een gedimensioneerd en efficiënt leger dat zich concentreert op zijn kerntaak: militaire operaties van diverse aard. Ten aanzien van het Belgische leger blijven we voorstander van een beleid dat de personeelsstructuur en -kosten kosten onder controle controle houdt, dat blijft inzetten op veilige uitrusting en een veilige werkomgeving van het personeel, en dat het personeelsstatuut zoveel mogelijk in functie stelt van de operationaliteit van het leger. CD&V staat voor een beleid dat defensie de nodige mi middelen geeft om haar kerntaken naar behoren te vervullen en dat sterk investeert in Europese en internationale samenwerking op het gebied van defensie. CD&V wil… Een verder doorgedreven samenwerking op Europees niveau: o Binnen Europaa nemen de defensiebudgetten sinds het einde van de Koude Oorlog gestaag af. Deze tendens vindt haar rechtvaardiging in het vredesdividend en in besparingsinspanningen die het gevolg zijn van de economische crisis. In Europa hebben legers zich in die context xt ingespannen om aangepast te raken aan de nieuwe realiteit op het vlak van de internationale veiligheidssituatie. Op sommige andere plaatsen in de wereld zijn defensiebudgetten drastisch toegenomen. Europa moet in de toekomst op voldoende militaire capaciteit iteit kunnen blijven rekenen indien het geloofwaardig wil blijven op de internationale scène; www.paracommando.com paracommando.com
o CD&V pleit daarom voor de totstandkoming van een verbintenis op Europees niveau waarin de deelnemende landen zich engageren hun defensiebudgetten niet meer verder te laten dalen dan hun begrotingen in een onderling af te spreken nabijgelegen referentiejaar. Dit sluit geen stijging van defensiebudgetten in een of meer van de deelnemende landen uit. Op die manier kan Europa zich als het ware verzekeren van een veiligheidsgordel en vermijden dat de langetermijnvisie op gebied van defensie op een bepaald ogenblik onder druk zou komen te staan; Als loyale en geloofwaardige partner meewerken aan een solidaire en dynamische NAVO: o De NAVO is het belangrijkste instrument van ons internationaal defensiebeleid. België heeft alle belang bij de solidariteit en de veiligheidsgaranties die de NAVO te bieden heeft. Daarom hoort ons land zich binnen de NAVO op te stellen als een loyale en geloofwaardige partner die de aangegane verbintenissen nakomt i.v.m. de inzetbaarheid van soldaten, de investering in modern materieel, de bijdrage tot de begroting, de deelname aan operaties; o De NAVO staat voor solidariteit en samenwerking in de verdediging en afschrikking tegen aanvallen, voor het gebruik van politieke, civiele en militaire middelen om crisissen te bezweren die kunnen bedreigen en voor samenwerking met derde landen en andere organisaties. Deze basiselementen van de NAVO-strategie onderschrijven we volledig; o CD&V hecht er belang aan dat de NAVO dynamisch inspeelt op nieuwe uitdagingen (bv. cyberaanvallen) die in aantal en bereik belangrijker worden. We zijn er ook voor gewonnen dat de NAVO actiever en beter wordt uitgerust voor ondersteunende of veiligheidstaken in de humanitaire bijstand, weliswaar binnen de perken van haar militaire mogelijkheden; Een Europese defensiesamenwerking met nog meer toegevoegde waarde: www.paracommando.com
o De Unie heeft een rol te spelen in het tot stand brengen en bewaken van vrede en stabiliteit, niet alleen in Europa maar ook daarbuiten. De veiligheid van de Europese burgers ligt minder in de verdedigbaarheid van het eigen grondgebied dan in het aanpakken van crisissen buiten Europa, nog voor zij broeihaarden worden van internationaal terrorisme, illegale trafieken, oncontroleerbare migratie en religieus extremisme. Daar komen nog uitdagingen bij, zoals de reeds vermelde cyberveiligheid en het verzekeren van onze energievoorziening; o De bescherming van onze burgers is gebaat bij vrede en stabiliteit in de aangrenzende regio’s en wereldwijd, maar het is ons ook te doen om solidariteit met zwakkeren en slachtoffers van conflict en geweld in de wereld. Een sterker veiligheids- en defensiebeleid op Europees niveau is belangrijk voor de ambities in verband met de rol van ‘global actor’ die de Unie hoort te spelen. Om deze rol krachtiger te maken, moet Europa ook op gebied van defensie iets te betekenen hebben. De Unie heeft in de wereld een bijzonder potentieel op het gebied van diplomatie en bemiddeling, maar zonder ‘stok achter de deur’ ontbreekt het haar diplomatie aan geloofwaardigheid en impact; o Op gebied van veiligheid en defensie pleiten we voor meer en betere samenwerking binnen de EU, tussen de EU en de NAVO, tussen de EU en de VN en tussen de EU en regionale organisaties. In EU- en NAVO-verband huldigen we het principe van gedeelde soevereiniteit en steunen we nadrukkelijk de actieve betrokkenheid van ons land. We vinden het belangrijk dat ons land een actieve en betrouwbare partner is in de EU (o.m. in Mali), de NAVO (o.m. in Libië) en de VN (o.m. in Libanon). Even belangrijk vinden we dat ons land slechts deelneemt aan operaties die gelegitimeerd zijn door de VN – ten minste indien het internationaal recht dit vereist – en dat de regering het parlement zoals in het verleden tijdig en correct informeert over deelname aan operaties. We zijn ook voorstander van het principe van ‘pooling and sharing’: geconfronteerd met de paradox van dalende defensiebudgetten en toenemende veiligheidsuitdagingen moeten militaire middelen tussen www.paracommando.com
strijdkrachten in EU- en NAVO-verband zoveel mogelijk gebundeld en gedeeld worden; o We onderschrijven de principiële beslissing op Europees niveau om op Europese schaal meer te investeren in nieuwe militaire capaciteiten (zoals bv. ‘Remotely Piloted Aircraft Systems’) en om in het belang van defensiecapaciteiten en strategische autonomie een meer geïntegreerde, duurzame, innovatieve en competitieve Europese defensie-industrie tot stand te brengen (waarbij naast eenmaking van de markt ook bijzondere aandacht wordt geschonken aan samenwerking op gebied van onderzoek en ontwikkeling en aan de toegang van KMO’s tot de Europese defensiemarkt); Samenwerking in bilateraal en Benelux-verband. o Ten slotte leggen we nog twee klemtonen in verband met de methode van het Europees veiligheids- en defensiebeleid. Ten eerste steunen we een omvattende benadering die rekening houdt met alle aspecten van de uitdagingen die moeten worden aangepakt en waarin defensie- en veiligheidsacties worden ondernomen in samenhang met diplomatieke initiatieven, ontwikkelingsprojecten, handelsbeleid, gerechtelijke samenwerking en financiële ondersteuning. Ten tweede hechten we belang aan duurzaamheid en kwaliteit van het Europese optreden als ‘global actor’: betrokken landen, regio’s en organisaties dienen zo te worden ondersteund dat zij later zelf in staat zijn om nieuwe crisissen te voorkomen of op te lossen en de weg inslaan van universele waarden die door de Unie worden beleden; o Succesvolle samenwerkingsverbanden in bilateraal verband, zoals de samenwerking met Frankrijk in verband met de opleiding van gevechts- en helikopterpiloten of de maritieme samenwerking met Nederland, dienen volgehouden en waar nodig zelfs uitgebreid te worden. Daarnaast pleiten we voor verdere uitbreiding van de Benelux-samenwerking op gebied van defensie, niet alleen omwille van de verdiensten van deze samenwerking maar ook omdat we voorstander zijn van regionale samenwerking zoals de VISEGRAD-, www.paracommando.com
NORDEFCO- of BALTICDEFCO-samenwerking ter versterking van de Europese defensie.
Eén. Ons land voert mee oorlog in Afghanistan. Met de Navo-troepen neemt ons land al twaalf jaar deel aan de bezetting van Afghanistan. Vandaag zijn nog altijd 193 Belgische soldaten en zes F-16-gevechtsvliegtuigen daar gestationeerd. De regering verlengde hun inzet telkens zonder veel debat. Officieel luidt de missie: vrede en democratie brengen. Maar Malalai Joya, een voormalig Afghaans parlementslid, zegt dat de buitenlandse bezetting de zaken alleen maar heeft verergerd, met “meer bloedvergieten, meer misdaden, meer mensenrechtenschendingen en meer plundering van de Afghaanse rijkdommen”. In twaalf jaar oorlog vielen 200.000 burgerslachtoffers. De situatie van de Afghaanse vrouw blijft erbarmelijk. 56% van de huwelijken betreft meisjes van nog geen 16. Intussen bloeit de papaver er als nooit tevoren. 2013 was een recordjaar voor de opiumteelt, met 36% meer bebouwde oppervlakte. Het land voorziet nu, onder Navo-bezetting, in driekwart van de wereldvraag naar deze drug. De Belgische militaire inzet in Afghanistan kost jaarlijks 120 miljoen euro. Na 2014, als de internationale militaire missie in Afghanistan officieel beëindigd wordt, gaat België nog tien jaar lang militaire hulp leveren voor 12 miljoen euro per jaar. Minister Pieter De Crem wil daar nog een blijvende Belgische militaire aanwezigheid bovenop. Eén vlucht met een F-16 kost 31.250 euro. Zes zo’n vluchten jagen er een budget door dat volstaat voor de hele jaarwerking van de Belgische ngo Mothers For Peace in Afghanistan, die 87 mensen tewerkstelt en dagelijks tienduizenden mensen bereikt met medische en sociale hulpverlening.
www.paracommando.com
Twee. Onze regering vervolgt de slachtoffers van deze oorlog en geeft hen niet de bescherming die ze verdienen. Onze regering bombardeert in Afghanistan terwijl ze weigert Afghaanse vluchtelingen asiel te verlenen. Ze stuurt hen zelfs terug naar oorlogsgebied. Ook families met kinderen krijgen een uitwijzingsbevel, en wie meerderjarig wordt, kan gedwongen gerepatrieerd worden. In 2012 kregen van de 3290 Afghaanse vluchtelingen die een aanvraag voor een verblijfsvergunning indienden, slechts 1490 een positief antwoord. De overige 1800 werden afgewezen. Omdat het in hun regio van Afghanistan volgens de Belgische diensten net eventjes géén oorlog was? Op die manier bespaarde staatssecretaris Maggie De Block in 2013 85 miljoen euro op asiel en schrapte ze duizenden opvangplaatsen. Drie. Nieuwe militaire uitgaven voor de aankoop van gevechtsvliegtuigen? Minister De Crem wil de F-16-gevechtsvliegtuigen vervangen door hightech F35’s. Prijskaartje: 150 miljoen euro... per stuk. En nog eens 7,2 miljoen euro voor de exploitatiekosten. Per toestel. Per jaar. Zonder de brandstof mee te tellen. Eén zo’n gevechtsvliegtuig zou 3.750 leerkrachten in België een job kunnen bezorgen voor één jaar. De VS zien die Amerikaanse F-35’s voor België goed zitten. Ook omdat ze de vernieuwde Amerikaanse B61-kernbommen kunnen vervoeren, die (illegaal) in Kleine Brogel zijn opgeslagen. De Navo wil dat België en andere lidstaten zwaardere militaire inspanningen leveren. Dat heeft alvast de N-VA goed begrepen. Deze partij wil een verdubbeling van de militaire uitgaven: “van 1,06% van het bbp vandaag, naar de Navo-norm van 2% ”. De CD&V beroemt zich erop dat “de permanente inzet van militairen in militaire operaties met een derde is verhoogd, tot 1200 militairen”. Ook voor de sp.a is “deelnemen aan buitenlandse operaties een kerntaak van ons leger”. Zelfs Groen wil “een klein, efficiënt en inzetbaar leger”. België kleurt dus netjes binnen de lijnen van de Navo.
www.paracommando.com
De grote Belgische partijen willen ook de Europese Unie een grotere militaire slagkracht geven, “tegenover de andere geopolitieke machtsblokken” (Open Vld). De N-VA spreekt van een “Europese krijgsmacht”. Vier. Alle partijen in het parlement hebben de oorlogen in Libië en Afghanistan goedgekeurd. Elk weldenkend mens verkiest vrede boven oorlog. Toch hebben we vorige eeuw twee verschrikkelijke wereldoorlogen gekend. En in de jaren 1990 waren er oorlogen in Joegoslavië. Vandaag zijn er gewapende conflicten in Afghanistan en Irak, Libië en Syrië, Congo en Colombia. Er spelen daar lokale toestanden en dynamieken, maar het Westen heeft in elk van die conflicten een rol: bij de oorzaken ervan – de onrechtvaardige noord-zuidverhoudingen, de expansiedrang van multinationals, de koloniale voorgeschiedenis… – maar ook bij de oorlogsvoering zelf – wapenleveringen en militaire training, spionage, politieke inmenging, drones, directe militaire interventie, bombardementen en grondtroepen. Ook België is betrokken, alleszins bij de bombardementen op Libië en bij de militaire bezetting van Afghanistan. Voor Libië kreeg die militaire betrokkenheid de unanieme steun van het hele Belgische parlement, van alle partijen. De visie van de PVDA+ België moet een eigen vredesvisie en vredesstrategie ontwikkelen. In plaats van deelname aan militaire interventies kunnen we ons beter specialiseren in vredes- en ontwapeningsinitiatieven, zoals we al deden in verband met de uranium- en clustermunitie en met ontmijningsopdrachten. Andere kleine landen als Noorwegen en Zwitserland doen dat ook, als bemiddelaar in conflicten of met internationale humanitaire hulp. www.paracommando.com
Wij willen geen enkele Belgische deelname aan buitenlandse militaire interventies. Opdrachten van vredeshandhaving kunnen enkel in het strikte kader van een multilateraal vredesakkoord, met instemming van het gastland, met respect voor het internationaal recht en het Handvest van de VN, en alleszins niet in Navo-verband. En mits een voorafgaand democratisch parlementair debat, met volledige transparantie. En de Navo? Waarom zou België niet gaan voor een (stapsgewijze) terugtrekking uit deze militaire alliantie? We blijven van mening dat de Navo dient afgeschaft te worden. In afwachting kan ons land zijn bijdrage tot de Navo en tot het militaire Europa tot een strikt minimum beperken, te beginnen met de verschuiving van middelen van een militair veiligheidsbeleid naar een niet-militair veiligheidsbeleid. Ook voor Afghanistan is het tijd voor een Belgisch Farewell to arms. Waar het kan, stimuleren we een dialoog en onderhandelingen tussen alle betrokken partijen, waar ook de landen van de regio bij betrokken zijn. We trekken de Belgische troepen en F-16’s onmiddellijk terug en herroepen de beslissing om jaarlijks 12 miljoen euro militaire hulp te blijven leveren aan Afghanistan. Tegelijk drijven we de hulp aan de Afghaanse asielzoekers in België op. We willen niet dat er nog één Afghaan op het vliegtuig wordt gezet. We willen niet dat er nog andere teruggestuurde Afghanen worden vermoord. We stellen een moratorium in op alle uitzettingen naar Afghanistan en kennen een verblijfsvergunning toe aan de Afghaanse families en personen. Dat betekent ook dat alle Afghanen die in gesloten centra vastzitten, worden vrijgelaten. Tegenover oorlog en geweld kan België zo een signaal van vrede geven. De voorstellen van de PVDA+ 1. Onmiddellijke terugtrekking van de Belgische troepen en F-16’s uit Afghanistan. Geen Belgische bijdrage aan een verlengd internationaal www.paracommando.com
2.
3. 4.
5. 6.
militair verblijf in Afghanistan na 2014. Intrekking van de beslissing om daar elk jaar 12 miljoen euro aan te besteden. Voor een onderhandelde oplossing voor Afghanistan. De internationale gemeenschap moet worden gemobiliseerd voor een bemiddeling richting dialoog en onderhandelingen tussen alle betrokken partijen. De landen van de regio moeten bij dat proces betrokken worden, met respect voor de soevereiniteit en de eigen ontwikkelingsdoelstellingen van het land. Geen deelname aan buitenlandse militaire interventies. België moet zijn bijdrage tot de Navo en tot het militaire Europa tot het minimum beperken, in afwachting van de herziening van België’s rol en lidmaatschap daarin geen aankoop van de nieuwe gevechtsvliegtuigen F-35. Verschuiving van middelen van een militair veiligheidsbeleid naar een niet-militair veiligheidsbeleid. België moet een eigen vredesvisie en vredesstrategie ontwikkelen en niet slaafs de VS, de Navo en de EU volgen. Voor de Afghanen vragen we: – Een ernstige evaluatie van de toestand in Afghanistan en van de gevaren op een verslechtering na 2014. – Een moratorium op de uitzettingen naar Afghanistan. – Een wettelijk statuut voor alle Afghaanse vluchtelingen die al op het Belgische grondgebied verblijven.
Aanvullingen en correcties zijn welkom op:
[email protected]
www.paracommando.com