Deelbestrijdingsplan zuiveringstechnische werken
Doc. nummer : 12IT031876 Case nummer : 12.ZK09438
Datum Status Versie 4.0.0. vastgesteld door Opgesteld door Eindredactie
oktober 2013, versie 4.5.5 Definitief AB mei 2011 afd. Advies en Ondersteuning ZB; J. Jonk/H. Mollen C. Verheijen
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
1
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Inhoudsopgave 1. Uitgangspunten ................................................................................................................. 3 1.1. Inleiding ................................................................................................................... 3 1.2. Doel ......................................................................................................................... 3 1.3. Taken ....................................................................................................................... 4 1.4. Gebiedsindeling ......................................................................................................... 4 1.5. Betrokken netwerkpartners ......................................................................................... 5 1.5.1. Afspraken met netwerkpartners ................................................................................... 7 1.6. Maatgevende situaties ................................................................................................ 7 1.6.1. Indicatoren die leiden tot verhoogde emissie van afvalstoffen .......................................... 8 1.6.2. Indicatoren die leiden tot geuroverlast .......................................................................... 9 2. Uitwerking van de aanpak per coördinatiefase ..................................................................... 10 2.1. Alarmering .............................................................................................................. 10 2.2. Fase 0 .................................................................................................................... 10 2.3. Coördinatiefase 1 ..................................................................................................... 11 2.4. Coördinatiefase 2 ..................................................................................................... 13 2.5. Coördinatiefase 3 ..................................................................................................... 14 2.6. Coördinatiefase 4 ..................................................................................................... 16 2.7. Nazorg en evaluatie .................................................................................................. 16 3. Bijzondere risico’s, gevolgen en te nemen maatregelen ........................................................ 18 3.1. Relatie met Deelbestrijdingsplan Waterkwaliteit ........................................................... 18 3.2. Specifieke lokale risico’s, gevolgen en maatregelen ...................................................... 18 3.3. Voorkómen van (het effect van) toxische lozingen op rwzi Bath ..................................... 19 3.4. Toxische lozing op rwzi Bath ...................................................................................... 20 4. Bijlagen .......................................................................................................................... 22 4.1. Bijlage: Kaart locaties rwzi's, rioolgemalen en transportleidingen ................................... 22 4.2. Bijlage: Kaart afvoergebieden bij Tilburg, van en naar ws De Dommel ............................ 23 4.3. Bijlage: Vergunningseisen effluent rwzi's ..................................................................... 24 4.4. Bijlage: 12-uurs berging bij afschakeling rioolgemalen .................................................. 25 4.5. Bijlage: capaciteit rioolgemalen.................................................................................. 27 4.6. Bijlage: Processchema aanvoer per as ........................................................................ 29 4.7. Bijlagen: leidinggegevens zuiveringskringen ................................................................ 30 4.7.1. Baarle-Nassau ......................................................................................................... 30 4.7.2. Bath ....................................................................................................................... 31 4.7.3. Chaam .................................................................................................................... 32 4.7.4. Dongemond ............................................................................................................. 33 4.7.5. Dinteloord ............................................................................................................... 34 4.7.6. Halsteren ................................................................................................................ 35 4.7.7. Kaatsheuvel ............................................................................................................ 36 4.7.8. Lage Zwaluwe .......................................................................................................... 37 4.7.9. Nieuwveer ............................................................................................................... 38 4.7.10. Nieuw-Vossemeer ................................................................................................. 39 4.7.11. Riel ..................................................................................................................... 40 4.7.12. Rijen ................................................................................................................... 41 4.7.13. Waalwijk ............................................................................................................. 42 4.7.14. Waspik ................................................................................................................ 43 4.7.15. Willemstad .......................................................................................................... 44 4.8. Bijlage: Overzicht naslagwerk stoffen ......................................................................... 45 4.9. Bijlage: Tabel geurcontouren en topografische foto’s .................................................... 46 4.10. Bijlage: Maatgevende scenario’s Zuiveringstechnische Werken ...................................... 56 4.10.1. Calamiteuze lozing in aanvoerstelsel / met voorafgaande melding .............................. 57 4.10.2. Calamiteuze lozing met overbelasting rwzi / zonder voorafgaande melding. ................. 64 4.10.3. Toxische lozing / zonder voorafgaande melding ........................................................ 72 4.10.4. Lekke persleiding.................................................................................................. 80 4.10.5. Lozing van bluswater met voorafgaande melding ...................................................... 86 4.10.6. Stroomstoring ...................................................................................................... 94 4.10.7. Explosiegevaar ..................................................................................................... 99 4.10.8. Stankoverlast ..................................................................................................... 104 4.10.9. Verstopping in waterlijn....................................................................................... 109 4.10.10. Vorst: Vastvriezen onderdelen. ............................................................................ 114 4.10.11. Lozing radioactief materiaal in afvoerstelsel / met voorafgaande melding .................. 119
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
2
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
1.
Uitgangspunten
1.1.
Inleiding
Dit Deelbestrijdingsplan Zuiveringstechnische Werken is onderdeel van het Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta. Naast dit bestrijdingsplan zijn er nog andere Deelbestrijdingsplannen: waterkwaliteit, waterschaarste, wateroverlast binnendijks, dijkbewaking en scheepvaart. Dit Deelbestrijdingsplan is een handleiding voor de waterbeheerder hoe te handelen bij gebeurtenissen die zijn onderverdeeld naar de mate van ernst: incidenten, calamiteiten en rampen. In dit Deelbestrijdingsplan zijn algemene informatie, voorbereidingsaspecten, fasering, informatievoorziening en dergelijke met betrekking tot zuiveringstechnische werken opgenomen. Geen enkele calamiteit is gelijk, zodat bij de bestrijding ruimte moet zijn voor een flexibele aanpak. Het Deelbestrijdingsplan is daarom nadrukkelijk geen draaiboek dat de medewerkers van het begin tot het einde van de calamiteit bij de hand neemt. Het geeft vooral richtlijnen voor handelen. Dit Deelbestrijdingsplan draagt bij aan een beter inzicht in de opschaling, coördinatie, bestrijding, methode en organisatie van personeel en middelen bij een calamiteit of ramp als gevolg van gebeurtenissen op zuiveringstechnische werken die (kunnen) leiden tot een negatieve beïnvloeding van het oppervlaktewaterlichaam kwaliteit of die leiden tot geuroverlast in de omgeving. Essentieel verschil met de processen uit het Regionaal Basisplan Rampenbestrijding en het Gemeentelijke Rampenplan is de wijze van alarmeren: het waterschap is hierin leidend en het proces van waarnemen en meten behoort tot het domein van het waterschap. De ∗ ∗ ∗ ∗
opbouw van het Deelbestrijdingsplan is als volgt: Uitgangspunten; Uitwerking per fase; Bijzondere risico’s, gevolgen en te nemen maatregelen; Uitgewerkte bijlagen.
Het adequaat op gang komen van de bestrijdingsmaatregelen en de wens tot optimaal samenwerken door de betrokken waterbeheerders, gemeenten, brandweer, politie en provincie doet de kans op succes snel toenemen. Dit geeft tevens het belang aan van een parate organisatie en beschikbaarheid van personeel, materieel en materiaal. De wettelijke plicht tot het opstellen van een calamiteitenplan en het houden van oefeningen is vastgelegd in artikel 5.29 van de Waterwet. In het Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta zijn behalve de Deelbestrijdingsplannen ook enkele Supplementen opgenomen zoals een overzichtskaart van het beheergebied, contactgegevens en sjablonen.
1.2.
Doel
Het doel van dit Deelbestrijdingsplan is om aan te geven op welke wijze de bestrijding van calamiteiten met zuiveringstechnische werken en de daarmee samenhangende problemen bestuurlijk en operationeel moeten worden gecoördineerd. Een Deelbestrijdingsplan biedt uitvoerende en coördinerende medewerkers van het waterschap ondersteuning bij de bestrijding van een calamiteit. Het geeft zowel het Waterschap Beleidsteam, Waterschap Operationeel Team als het Waterschap Actie Teaminzicht op hoofdlijnen in de mogelijkheden tot bestrijding van een calamiteit, en in hun eigen aandeel daarin. Het biedt tevens inzicht in de wijze waarop bij de bestrijding van een calamiteit met externe partijen wordt samengewerkt en de wijze waarop afstemming met deze partijen plaats heeft. Voornaamste doelgroep van een Deelbestrijdingsplan zijn de medewerkers van het waterschap die de bestrijding uitvoeren en coördineren. Externe partners van het waterschap in de calamiteitenbestrijding zijn eveneens doelgroep van een Deelbestrijdingsplan.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
3
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
1.3.
Taken
Het waterschap heeft vier taken op het gebied van het waterbeheer te weten: 1. de zorg voor waterkeringen; 2. de zorg voor de waterkwantiteit van oppervlaktewaterlichamen en voor het grondwater; 3. de zorg voor de waterkwaliteit van oppervlaktewaterlichamen; 4. de uitvoering van het beheer over de provinciale vaarwegen (rivieren). De uitvoering van deze taak is op grond van de Verordening water Noord-Brabant (in medebewind) opgedragen aan ons waterschap, maar de eindverantwoordelijkheid berust bij de provincie. Ad 1 Waterkering De zorg voor de waterkering houdt in dat de waterkeringen inclusief de daarin gelegen kunstwerken voldoen aan de gestelde veiligheidsnormen. De risico’s die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn, betreffen het optreden van een hogere waterstand dan waarvoor de dijken berekend zijn of het bezwijken van de waterkering of een daarin gelegen kunstwerk, waardoor in het te beschermen gebied overstromingen ontstaan. Ad 2 Waterkwantiteit (oppervlaktewater en grondwater) De zorg voor de waterkwantiteit betreft het regelen en beheersen van het waterpeil in oppervlaktewaterlichamen, op een zodanige manier dat er geen wateroverlast optreedt op plaatsen waar dat niet gewenst is en dat er voldoende water beschikbaar is ten behoeve van de zoetwatervoorziening. De risico’s die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn, betreffen het optreden van wateroverlast bijvoorbeeld ten gevolge van hevige neerslag of watertekort ten gevolge van langdurige droogte. Tevens zijn waterschappen verantwoordelijk voor het grondwaterbeheer inclusief de vergunningverlening voor alle grondwateronttrekkingen voor zover de provincie hier niet verantwoordelijk voor is. Voor de beregening vanuit het grondwater is een beleidsregel vastgelegd. Risico's verbonden aan deze taak is het waarborgen van voldoende grondwater voor alle gebruiksdoeleinden en het waarborgen van voldoende en schoon grondwater in de diepe ondergrond van de bodem ten behoeve van de drinkwatervoorziening. Ad 3 Waterkwaliteit De zorg voor de kwaliteit van oppervlaktewaterlichamen behelst het zuiveren van het afvalwater van gemeentelijke rioleringen en van bedrijven, het reguleren van lozingen en het nemen van andere maatregelen in het oppervlaktewaterlichaam. De risico’s die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn, betreffen een verontreiniging van een oppervlaktewaterlichaam door lozing van afvalstoffen of door een natuurlijke oorzaak en een uitval of ontregeling van een zuiveringstechnisch werk.
./.
Het waterschap heeft verschillende zuiveringstechnische installaties in zijn beheer namelijk: ∗ 17 rioolwaterzuiveringen te Bath (Zeeland), Chaam, Nieuw-Vossemeer, Halsteren, Willemstad, Dinteloord, Ossendrecht, Putte, Nieuwveer/Breda, , Baarle-Nassau, Waspik, Dongemond/Oosterhout, Kaatsheuvel, Rijen, Riel, Lage Zwaluwe en Waalwijk; ∗ 3 pompstations voor de Afvalwaterpersleiding nl. te Moerdijk, Roosendaal en Bergen op Zoom; ∗ Ca. 80 rioolgemalen Voor de locaties zie de kaart in bijlage 4.1 Ad 4 Vaarwegen De uitvoering van het beheer over de provinciale vaarwegen houdt in dat schepen veilig, vlot en betrouwbaar de aangewezen vaarwegen kunnen bevaren binnen de daar geldende scheepvaartklasse. De risico’s die aan het uitvoeren van deze taak verbonden zijn, betreffen aanvaringen met grote materiële gevolgen, schade aan sluizen, bruggen, oevers of andere kunstwerken of aanvaringen met grote gevolgen voor mens en milieu.
1.4.
Gebiedsindeling
Waterschap Brabantse Delta heeft ervoor gekozen om voor het zuiveringsbeheer één werkgebied aan te houden omdat dit een specifieke taak is. De zuiveringen, gemalen en persleidingen die bij het waterschap Brabantse Delta in beheer zijn liggen dus in één werkgebied. Het werkgebied wordt begrensd: ∗ in het noorden door het Hollandsch Diep, de Amer en de Bergsche Maas; ∗ in het oosten door het Drongelens kanaal, de waterscheidingen in de rest van het gebied richting Tilburg, Baarle-Nassau en Baarle-Hertog; ∗ in het zuiden door de Belgische grens; ∗ in het westen door het Volkerak/Zoommeer, de Schelde-Rijnverbinding en de grens met de provincie Zeeland. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
4
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
1.5.
Betrokken netwerkpartners
In alle gevallen is bij de bestrijding van calamiteiten een goede samenwerking met andere overheden en instanties onontbeerlijk. Deze organisaties vormen samen een netwerk. Het verschilt per calamiteit welke netwerkpartners betrokken zijn of moeten worden. De volgende instanties hebben veelal een rol bij een calamiteit m.b.t. het zuiveringsbeheer in WestBrabant: ∗ Veiligheidsregio Midden- en West-Brabant; ∗ Veiligheidsregio Zeeland (rwzi Bath); ∗ Ministerie van Veiligheid en Justitie (bij overtredingen); ∗ Waterschap De Dommel (i.v.m. grensoverschrijdende afvoeren bij Tilburg en Baarle-Nassau; zie par. 3.2 en bijlage 4.2), ∗ Gemeente(n) in bron- en/of effectgebied (rioleringsdeskundige, AOV’er, burgemeester) ∗ Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant (v/h RMD); toezichthouder namens vergunningsverlener ∗ Openbaar Ministerie (bij overtredingen); ∗ Verzekeringsmaatschappij van waterschap (via afd. FEZ) ∗ Havenschap Moerdijk en inliggende bedrijven ∗ NV Slibverwerking Noord-Brabant (SNB) ∗ Aquon (waterlaboratorium) (zie ook paragraaf 1.5.1.) ∗ Aannemers/loonbedrijven (extra beluchting, watertransport etc. ) ∗ Bevoegd gezag: in het kader van de omgevingswet en/of de waterwet dient een calamiteit m.b.t. een zuiveringstechnisch werk gemeld te worden aan de bevoegde gezagen. In onderstaand overzicht is per zuiveringsobject het bevoegd gezag opgenomen. Melding moet gedaan worden aan het Milieuklachten en Informatiepunt van de Provincie Noord-Brabant. Deze instantie zorgt ervoor dat de melding vervolgens terecht komt bij het bevoegd gezag. Betrokken instanties voor WM- en WVO-melding, per zuiveringsobject: Object omgevingswetmelding Waterwet-melding (v.h. WM-melding) (v.h. WVO-melding) Afsluitput De Zoom AWP persstation Bergen op Zoom AWP persstation Moerdijk AWP persstation Roosendaal Bouvigne RWZI Baarle-Nassau RWZI Bath noodoverlaat effluent Bath
RWZI Chaam RWZI Dinteloord RWZI Dongemond RWZI RWZI RWZI RWZI
Halsteren Kaatsheuvel Lage-Zwaluwe Nieuwveer
RWZI RWZI RWZI RWZI RWZI
Nieuw-Vossemeer Ossendrecht Putte Riel Rijen
RWZI Waalwijk RWZI Waspik RWZI Willemstad RG Achtmaal RG Alphen RG Baarle-Nassau RG Bavel-Bunder RG Bavel Seminarie RG Bosschenhoofd Albano RG Castelre RG De Heen
Gemeente Bergen op Zoom Gemeente Bergen op Zoom Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Moerdijk Roosendaal Breda Baarle-Nassau Reimerswaal
Gemeente Alphen en Chaam Gemeente Steenbergen Milieuklachten en Informatiepunt Provincie Noord-Brabant Gemeente Bergen op Zoom Gemeente Loon op Zand Gemeente Drimmelen Milieuklachten en Informatiepunt Provincie Noord-Brabant Gemeente Steenbergen Gemeente Woensdrecht Gemeente Woensdrecht Gemeente Goirle Milieuklachten en Informatiepunt Provincie Noord-Brabant Gemeente Waalwijk Gemeente Loon op Zand Gemeente Moerdijk Gemeente Zundert Gemeente Alphen en Chaam Gemeente Baarle-Nassau Gemeente Breda Gemeente Breda Gemeente Halderberge Gemeente Baarle Nassau Gemeente Steenbergen
Waterschap Brabantse Delta - RWS Zeeland (bij effluentlozing op Westerschelde) - ws Scheldestromen (bij effluentlozing op noodoverlaat) Waterschap Brabantse Delta RWS Zeeland RWS Noord-Brabant Waterschap Brabantse Delta Waterschap Brabantse Delta RWS Zuid-Holland RWS Zuid-Holland Waterschap Waterschap Waterschap Waterschap Waterschap
Brabantse Brabantse Brabantse Brabantse Brabantse
Delta Delta Delta Delta Delta
RWS Zuid-Holland Waterschap Brabantse Delta RWS Zuid-Holland
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
5
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 Object
omgevingswetmelding (v.h. WM-melding)
RG De Moer RG Dinteloord RG Dongen-Dorp RG Dorst RG Drimmelen RG Emerweg RG Etten-industrie RG Etten-Leur RG Fijnaart RG Galder RG Geertruidenberg RG Gilze RG Heijningen RG Helwijk RG Hoeven-dorp RG Hooge-Zwaluwe RG Hollandsch Diep RG Huijbergen RG Kaatsheuvel RG Klundert RG Kruisland RG Lage Zwaluwe RG Langeweg RG Lepelstraat RG Loon op Zand RG Made RG Moerdijk-dorp RG Moerstraten RG Molenschot RG Nieuw-Vossemeer RG Nispen RG Noordhoek RG Oosteind RG Oud-Gastel RG Oude Molen RG Prinsenbeek RG Raamsdonk-dorp RG Raamsdonksveer Dombosch RG Raamsdonksveer Hoeven RG Riel RG Rijsbergen RG Rucphen RG ’s Gravenmoer RG Schijf RG Sprang-Capelle RG St Willebrord RG Stampersgat RG Standdaarbuiten RG Steenbergen RG Terheijden RG Ulicoten RG Ulvenhout RG Waalwijk RG Wagenberg RG Waspik-dorp RG Weststad RG Willemstad RG Woensdrecht RG Wouw RG Wouwsche Plantage RG Zegge RG Zevenbergen RG Zevenbergschen Hoek RG Zundert
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Loon op Zand Steenbergen Dongen Oosterhout Made en Drimmelen Breda Etten-Leur Etten-Leur Moerdijk Breda Geetrtruidenberg Gilze-Rijen Moerdijk Moerdijk Halderberge Made en Drimmelen Made en Drimmelen Woesndrecht Loon op Zand Moerdijk Steenbergen Made en Drimmelen Made en Drimmelen Bergen op Zoom Loon op Zand Made en Drimmelen Moerdijk Roosendaal Gilze-Rijen Steenbergen Roosendaal Moerdijk Oosterhout Halderberge Moerdijk Breda Geertruidenberg Geertruidenberg
Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente Gemeente
Geertruidenberg Alphen en Chaam Zundert Rucphen Dongen Rucphen Waalwijk Rucphen Halderberge Moerdijk Steenbergen Made en Drimmelen Baarle-Nassau Breda Waalwijk Made en Drimmelen Waalwijk Oosterhout Moerdijk Woensdrecht Roosendaal Roosendaal Rucphen Moerdijk Moerdijk Zundert
Waterwet-melding (v.h. WVO-melding)
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
6
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
NB: een overzicht van alle netwerkpartners met hun contactgegevens is opgenomen in Supplement 3.
1.5.1.
Afspraken met netwerkpartners
Met laboratorium Aquon heeft het waterschap een dienstverleningsovereenkomst gesloten (12IN031071 d.d. 11 januari 2013). Daarin is het volgende opgenomen over calamiteiten bij het waterschap: “In geval van een calamiteit bij een waterschap is het zaak om -zonder al te veel afspraken vooraf- een snelle en adequate reactie te geven. AQUON heeft ten behoeve van calamiteiten een calamiteiten telefoonnummer, dat voor de waterschappen 24/7 bereikbaar is. Voor de operationele opvang van de calamiteiten kan AQUON gebruik maken van een waakvlamovereenkomst, die zij heeft afgesloten met TNO (24/7 bereikbaar met inspanningsverplichting). Bij calamiteiten wordt altijd met de opdrachtgever samen gezocht naar de meest effectieve oplossing. Het hangt ook af van de aard van de gevraagde ondersteuning. Met betrekking tot levertijden gelden de volgende afspraken: • De calamiteitentelefoon van AQUON is altijd in het bezit van een van de teammanagers. Deze telefoon is 24/7 bereikbaar. De waterschappen zijn van dit nummer op de hoogte en de werking ervan (in combinatie met de TNO achtervang) heeft zich reeds bewezen. • AQUON zal zo vroeg mogelijk worden betrokken bij de werkzaamheden van de calamiteit en daar desgewenst bij kunnen adviseren. Aanwezigheid van AQUON in het calamiteitenteam van het waterschap heeft zijn toegevoegde waarde reeds bewezen en wordt tussen het waterschap en AQUON aan het begin van de calamiteit afgestemd. • De opdrachtgever dient duidelijk aan te geven welke vorm van rapportage wordt verlangd. Dit kan variëren van eenvoudige rapportage van uitsluitend de gevraagde analyseresultaten tot een uitgebreide rapportage voorzien van een erkenningstempel. De standaard afspraak is het leveren van uitsluitend de eenvoudige rapportage van de analyseresultaten. • Aanlevering monsters gebeurt in overleg en zoveel mogelijk op vaste tijden. Afwijkingen worden goed gecommuniceerd. Monsters zijn voorzien van éénduidige etikettering en opdrachtformulieren. Worden monsters niet volgens afspraak aangeleverd, dan vervallen eerder gemaakte afspraken over levertijden en worden er nieuwe gemaakt. • Bij het aanleveren gevaarlijke/verdachte monsters dienen deze voorzien te zijn van gevarenstickers (primaire waarschuwing ligt bij opdrachtgevers). • Komen er méér monsters dan afgesproken, dan volgt overleg over levertijden/ prioriteit. • Rapportage kan, indien door de opdrachtgever gewenst, via een e-mail, waarbij later alsnog via de reguliere weg wordt gerapporteerd. Duidelijk moet worden afgesproken in welke vorm de rapportage gaat plaatsvinden en aan wie. Verrekening van onderzoeken ten behoeve van calamiteiten vindt separaat plaats en maakt geen onderdeel uit van de reguliere productie. In de begroting van AQUON zijn geen middelen opgenomen voor het onderzoek ten behoeve van calamiteiten bij de waterschappen. “
1.6.
Maatgevende situaties
Op grond van indicatoren worden een aantal situaties gedefinieerd waarbinnen het waterschap handelt in de geest van dit Deelbestrijdingsplan. De volgende situaties of coördinatiefasen worden daarbij onderscheiden: dagelijkse routine, verhoogde waakzaamheid, gebiedsbewaking vanwege dreigende ramp, ramp en herstel/nazorg. In de paragrafen 1.6.1. en 1.6.2. worden de indicatoren en situaties nader toegelicht. Hierbij is onderscheid gemaakt tussen gebeurtenissen op zuiveringstechnische werken die mogelijk leiden tot een beïnvloeding van het oppervlaktewaterlichaam kwaliteit en gebeurtenissen die leiden tot geuroverlast in de omgeving. ./.
Begin 2009 zijn bij het waterschap de volgende elf relevante, calamiteuze situaties geïnventariseerd en nader geanalyseerd. Scenario’s 6 en 10 zijn in april 2012 geactualiseerd n.a.v. gebeurtenissen. In bijlage 4.11 zijn deze maatgevende scenario’s uitvoerig beschreven. Maatgevende scenario’s 1 Calamiteuze lozing afvoerstelsel (met voorafgaande melding) 2 Calamiteuze lozing (zonder melding) 3 Toxische lozing (zonder melding)* 4 Lekke persleiding 5 Lozing van bluswater 6 Stroomstoring 7 Explosiegevaar 8 Stankoverlast 9 Verstopping waterlijn 10 Vorst: vastvriezen onderdelen 11 Lozing radioactief materiaal in afvoerstelsel (met voorafgaande melding)
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
7
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
1.6.1.
Indicatoren die leiden tot verhoogde emissie van afvalstoffen
De indicatoren geven een globale beschrijving van de aard en omvang van een mogelijke storing in een zuiveringstechnisch werk die leidt tot een verhoogde emissie van afvalstoffen naar het oppervlaktewaterlichaam. Deze ongewenste toename van de emissie leidt, afhankelijk van de omstandigheden, tot een negatieve beïnvloeding van de chemische en biologische kwaliteit van het oppervlaktewaterlichaam, waardoor een bedreiging voor de volksgezondheid, veehouderij, land- en tuinbouw en natuurgebieden kan ontstaan. Als sprake is van een ernstige verslechtering van de kwaliteit van het oppervlaktewaterlichaam binnen het beheergebied van het waterschap door toedoen van een storing in een zuiveringstechnisch werk zal naast het Deelbestrijdingsplan Zuiveringstechnische werken gelijktijdig het Deelbestrijdingsplan Waterkwaliteit van kracht worden. Indien de waterkwaliteit van andere waterbeheerders (rijkswateren) kan verslechteren zal ook hun calamiteitenplan in werking treden. Op dit punt is nadere afstemming nodig. De belangrijkste indicatoren voor verstoringen in het functioneren van de zuiveringstechnische werken zijn: Indicator Indicator 1
Omschrijving Coördinatiefase Geringe overschrijding van effluentlozingseisen van een Geen coördinatie rwzi als gevolg van technische storingen, kortdurende (dagelijkse routine) onderbreking van de stroomlevering, onvoldoende voorraad chemicaliën e.d. Indicator 2 Lozing van toxische * en/of remmende stoffen op de Coördinatiefase 1 riolering die leidt tot disfunctie van het waterbedrijf en/of slibbedrijf van de rwzi, met als gevolg overschrijding van effluentlozingseisen, ernstige contaminatie van het geproduceerde zuiveringsslib en/of onaanvaardbare verslechtering van de arbeidsomstandigheden. Indicator 3 Bovenmatige lozing op de riolering waardoor overbelasting Coördinatiefase 1 van de rwzi optreedt met als gevolg dat de effluentkwaliteit de lozingsnormen overschrijdt. Indicator 4 Uitval van eigen rioolgemaal, processtoringen of Coördinatiefase 2 breuk/lekkages aan pers- of toevoerleidingen die leiden tot een ongewenste lozing van ongezuiverd rioolwater op het oppervlaktewaterlichaam (o.a. via riooloverstorten). Indicator 5 Ernstige langdurige storing van persstations AWP (door Coördinatiefase 3 brand, stroomuitval etc.), breuk in de AWP c.q. aanvoer van de rwzi Nieuwveer die leidt tot langdurige en omvangrijke lozing van ongezuiverd communaal afvalwater op het oppervlaktewaterlichaam. Een gemeente betrokken. Indicator 6 Ernstige langdurige storing van grote rwzi (door brand, Coördinatiefase 3 stroomuitval etc.) die leidt tot langdurige en omvangrijke lozing van ongezuiverd communaal afvalwater op het oppervlaktewaterlichaam. Een gemeente betrokken. Indicator 5 Ernstige langdurige storing van persstations AWP (door Coördinatiefase 4 brand, stroomuitval etc.), breuk in de AWP c.q. aanvoer van de rwzi Nieuwveer die leidt tot langdurige en omvangrijke lozing van ongezuiverd communaal afvalwater op het oppervlaktewaterlichaam. Meerdere gemeenten betrokken. Indicator 6 Ernstige langdurige storing van grote rwzi (door brand, Coördinatiefase 4 stroomuitval etc.) die leidt tot langdurige en omvangrijke lozing van ongezuiverd communaal afvalwater op het oppervlaktewaterlichaam. Meerdere gemeenten betrokken. * Onder toxische lozing wordt verstaan een lozing van een stof in een dusdanige concentratie (of vracht) dat dit gevolgen heeft voor de werking van de micro-organismen in het actief slib in de zuiveringsinstallatie. Hierdoor zal het zuiveringsrendement (tijdelijk) lager zijn dan gebruikelijk.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
8
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
1.6.2.
Indicatoren die leiden tot geuroverlast
De geurindicatoren geven een globale beschrijving van de aard en omvang van een mogelijke storing in een zuiveringstechnisch werk die leidt tot een verhoogde emissie van geurstoffen. Op basis van meldingen en/of eigen waarnemingen dient door personeel van de zuivering (in overleg met de afdeling A&O) een inschatting gemaakt te worden van de ernst van de overlast (aard van de geur en de afstand tot waar de geuroverlast zich uitstrekt). Hierbij kan o.a. gebruik worden gemaakt van emissiemetingen (m.n. H2S en koolwaterstoffen) aangevuld met waarnemingen in het veld. ./.
./.
Per zuiveringstechnisch werk is in bijlage 4.10 een aantal kengetallen opgenomen. Dit betreft de afstand waarop de 1 ge/m3 98%-contour, dan wel de in de WM vastgelegde contour zich bevindt (afstand A), de afstand tot de dichtstbijzijnde verspreide bebouwing (afstand B) en de afstand tot de dichtstbijzijnde aaneengesloten bebouwing (afstand C). De belangrijkste indicatoren voor afwijkingen van de normale toestand ten aanzien van geur zijn weergegeven in onderstaande tabel. Voor de genoemde afstanden A t/m C wordt verwezen naar bijlage 4.10. In deze bijlage is eveneens per rwzi een luchtfoto met daarop de 98%-geurcontouren aangegeven.
Geurindicator
Omschrijving
Coördinatiefase
Indicator 1
Geuroverlast waarvan de invloed niet merkbaar is buiten de terreingrens van het zuiveringstechnisch werk. Geuroverlast veroorzaakt door het zuiveringstechnisch werk waarbij de waarneembaarheid niet verder reikt dan een afstand A van het ZTW . Geuroverlast veroorzaakt door het zuiveringstechnisch werk waarbij de overlast merkbaar is tot op een afstand B, waar zich verspreid liggende bebouwing bevindt. In deze situatie wordt de in de vergunning vastgelegde contour overschreden. Geuroverlast veroorzaakt door het zuiveringstechnisch werk waarbij de overlast merkbaar is tot op een afstand C (en verder), waar zich aaneengesloten bebouwing bevindt. Geuroverlast veroorzaakt door het zuiveringstechnisch werk waarbij de overlast merkbaar is tot op een afstand C (en verder) en er sprake is van een gevaar voor de volksgezondheid. Een gemeente betrokken. Geuroverlast veroorzaakt door het zuiveringstechnisch werk waarbij de overlast merkbaar is tot op een afstand C (en verder) en er sprake is van een gevaar voor de volksgezondheid. Meerdere gemeenten betrokken.
Geen coördinatie (dagelijkse routine) Geen coördinatie (dagelijkse routine)
Indicator 2
Indicator 3
Indicator 4
Indicator 5
Indicator 5
Coördinatiefase 1
Coördinatiefase 2
Coördinatiefase 3
Coördinatiefase 4
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
9
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
2.
Uitwerking van de aanpak per coördinatiefase
Binnen het calamiteitenzorgsysteem van waterschap Brabantse Delta worden de volgende coördinatiefasen onderscheiden: Fase 0 dagelijkse werksituatie Coördinatiefase 1 coördinatie op operationeel niveau Coördinatiefase 2 coördinatie op tactisch niveau Coördinatiefase 3 coördinatie op strategisch niveau (één gemeente) Coördinatiefase 4 coördinatie op strategisch niveau (meerdere gemeenten) De bevoegdheid tot opschaling naar coördinatiefase 1 ligt bij met de Operationeel Leider. De bevoegdheid tot opschaling naar coördinatiefase 2 ligt bij samenspraak met de voorzitter van het WBT (de dijkgraaf). De bevoegdheid tot opschaling naar coördinatiefase 3 ligt bij samenspraak met de Operationeel Leider. De bevoegdheid tot opschaling naar coördinatiefase 4 ligt bij samenspraak met de Operationeel Leider.
de voorzitter van het WAT in samenspraak de voorzitter van het WOT (de OL) in de voorzitter van het WBT (de dijkgraaf) in de voorzitter van het WBT (de dijkgraaf) in
De calamiteitenorganisatie wordt niet verder opgeschaald of afgeschaald dan nodig is. Ook al wordt volgens een protocol een bepaalde coördinatiefase bereikt dan is het niet per se noodzakelijk om het bij die coördinatiefase behorende coördinatieteam (WAT/WOT/WBT) te activeren. (Bijvoorbeeld als een alarmeringsfase wordt bereikt maar er zijn geen extra bestrijdingsmaatregelen nodig of als de calamiteit van zeer korte duur is).
2.1.
Alarmering
Het opstarten van de daadwerkelijke bestrijding van een incident of calamiteit begint met een melding. Het waterschap ontvangt op verschillende manieren meldingen over een eventuele calamiteit m.b.t. de zuiveringstechnische werken, t.w.: ∗ automatische meetinstallaties; * ∗ aanwezig intern en extern personeel; * ∗ gemeenten en andere (overheids)instanties; ∗ direct omwonenden of passanten. * De wijze waarop de zuiveringsbeheerder kennis neemt van een (vermoedelijk) toxische lozing kan verschillend zijn: a) de melding van een toxische lozing is afkomstig van de lozer; de Instructie inzake het ontvangen en afhandelen van klachten en calamiteiten treedt in werking; b) er bestaat een vermoeden van een (mogelijk) toxische lozing bij de medewerker(s) van de rwzi op basis van zintuiglijke waarneming; c) er wordt een toxische lozing vastgesteld aan de hand van procesgegevens van de rwzi: slechtere effluentkwaliteit, verlaagd zuurstofverbruik etc. De ontvanger van de melding dient onmiddellijk het Contactcentrum/de Coördinatiewacht te verwittigen, die 24 uur bereikbaar is. Deze maakt een eerste inschatting van de aard en omvang van het incident of calamiteit. Hij alarmeert op basis daarvan onmiddellijk de interne medewerkers en eventuele externe instanties die de gebeurtenis zo adequaat mogelijk kunnen bestrijden. Als hij de situatie inschat op coördinatiefase 1, 2, 3 of 4 dan dient de calamiteitenorganisatie te worden opgestart. Hij alarmeert dan de voorzitter van het WAT en brengt hem op de hoogte van de locatie, aard en omvang van het incident of calamiteit. In het supplement “Procedure Melding, Alarmering en Opschaling” is de procedure uitgebreid beschreven.
2.2.
Fase 0
In fase 0 is geen bijzondere coördinatiestructuur nodig. Het incident betreft een gebeurtenis die in de normale operationele werkzaamheden van het waterschap kan en zal worden opgelost. De wachtdienstmedewerkers handelen het incident af. Bij iedere gebeurtenis of calamiteit draagt het waterschap zorg voor VEILIGE werkomstandigheden. Dit geldt voor de eigen medewerkers, maar ook bij opdrachtverstrekking aan externe partijen. Hiervoor gelden de van toepassing zijnde instructiekaarten uit het “Handboek “Veilig Werken” op Waterweb.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
10
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 In deze fase is sprake van indicator 1 in paragraaf 1.6.1.: een geringe overschrijding van effluentlozingseisen van een rwzi als gevolg van technische storingen, kortdurende onderbreking van de stroomlevering, onvoldoende voorraad chemicaliën e.d. Bij geurindicator 1 en/of 2 (zie paragraaf 1.6.2.) zal er sprake zijn van geuroverlast waarvan de invloed niet merkbaar is buiten de terreingrens van het zuiveringstechnisch werk of waarbij de waarneembaarheid niet verder reikt dan een afstand A van het zuiveringstechnisch werk (overeenkomend met de vergunde geurcontour, dan wel de 1 ge/m3 98%-contour). Het personeel van de zuivering zal in samenspraak met de teamleider van zuivering terstond maatregelen nemen om de ongewenste situatie te beëindigen en de hiertoe benodigde Arbo-maatregelen treffen (e.e.a. conform de BHV-procedure). Zonodig wordt ondersteuning gevraagd van specialisten (bijvoorbeeld zuiveringstechnologen). Tijdens deze fase: ∗ beoordeelt de teamleider van de zuivering of Contactcentrum/Coördinatiewacht gewaarschuwd moet worden; ∗ wordt - via het CC/Coördinatiewacht de afdeling Handhaving ingeschakeld wanneer geoordeeld wordt dat de oorzaak ligt bij een bijzondere lozing en opsporing gewenst is; ∗ vindt opschaling plaats wanneer sprake is van grotere omvang of langere duur van de processtoringen (beslissing afdelingshoofd Zuiveren in samenspraak met de teamleider ZB).
2.3.
Coördinatiefase 1
In deze coördinatiefase van verhoogde waakzaamheid is sprake van een beheersbaar incident dat leidt tot een mogelijke verslechtering van de situatie maar waarvan de gevolgen overzienbaar zijn. Van deze coördinatiefase is bijvoorbeeld sprake wanneer een zuiveringstechnisch werk is ontregeld of dreigt ontregeld te geraken en waarbij de gevolgen overzienbaar zijn. Ook kan er in deze coördinatiefase sprake zijn van een toenemende kans op ongewenste overstorten van ongezuiverd rioolwater op een oppervlaktewaterlichaam dat in beheer is bij waterschap Brabantse Delta of waarvan Rijkswaterstaat de waterkwaliteitsbeheerder is. (Zie indicatoren 2 en 3 in paragrafen 1.6.1. en 1.6.2.) Wanneer sprake is van indicator 3 is de geuroverlast merkbaar tot op een afstand B, waar zich verspreid liggende bebouwing bevindt. Voor een aantal zuiveringstechnisch werken is bij het optreden van deze indicator sprake van overschrijding van de vergunde geurcontour (zie tabel in bijlage 4.10. Het bedienend personeel van de zuivering zal in samenspraak met de teamleider van zuivering terstond aanvullende maatregelen nemen om de ongewenste situatie te beëindigen en de hiertoe benodigde Arbomaatregelen treffen. Zonodig wordt ondersteuning gevraagd van specialisten (m.n. zuiveringstechnologie). De teamleiders zijn verantwoordelijk voor het beoordelen van de ernst van de storing per zuiveringstechnisch object. De verantwoordelijkheid voor het beoordelen van de toestand en de bestrijding ligt bij het afdelingshoofd Zuiveren. De beoordeling geschiedt aan de hand van opgetreden ongewenste lozingsdebieten van ongezuiverd rioolwater op een oppervlaktewaterlichaam en de omvang van een ontvangend gebied. Deze situatie blijft bestaan tot het centrale kantoor en de afdeling Zuiveren berichten uitbrengen waarin is aangegeven dat de normale situatie weer is bereikt of dat er dient te worden opgeschaald naar coördinatiefase 2. In deze coördinatiefase wordt het WAT geactiveerd door de voorzitter van het WAT. Het WOT en WBT zijn niet actief in deze 1 maar worden wel geïnformeerd: de voorzitter van het WOT (Operationeel Leider) en de calamiteitencoördinator worden informatief door de WAT-voorzitter op de hoogte gehouden. De voorzitter van het WBT (dijkgraaf) wordt altijd geïnformeerd door de operationeel leider zodat deze altijd weet wat er in het gebied aan de hand is. Samenstelling WAT Het WAT bestaat uit: 1. Voorzitter WAT 2. Plotter (statusbordschrijver). Deze rol kan ook door een van de andere deelnemers vervuld worden. 3. Notulist = administratieve en secretariële ondersteuning 4. Vakinhoudelijke deskundigen die zijn gerelateerd aan de calamiteit waaronder een zuiveringstechnoloog en/of zuiveringsbeheerder.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
11
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 In hoeverre andere vakinhoudelijke deskundigen (tijdelijk) zitting hebben in het WAT wordt bepaald door de WAT-voorzitter. Taken WAT in coördinatiefase 1 Het Waterschap Actie Team houdt zich bezig met de operationele aspecten die bij de bestrijding van een calamiteit een rol spelen. Het WAT stuurt de daadwerkelijke uitvoering van de bestrijdingsmaatregelen door de buitendienstmedewerkers en de door het WAT ingeschakelde aannemers, loonwerkers e.d. in het veld aan. Taken voorzitter WAT De voorzitter van het WAT heeft tot taak het coördineren van de daadwerkelijke uitvoering van de bestrijdingsmaatregelen in het veld en de aansturing ervan zoals: het op – en afschalen van een calamiteit, in samenspraak met de Operationeel Leider; het (indien nodig) instellen van een zgn. denktank die technische, juridische en/of financiële scenario’s kan schetsen en voorleggen aan het WAT; het vaststellen van overlegmomenten en wie daaraan moeten deelnemen; het vaststellen van het WAT-verslag waarin o.a. de genomen besluiten zijn vastgelegd; het periodiek informeren van de Operationeel Leider over de stand van zaken d.m.v. het verslag; het leggen van contact met het WOT als van de bestaande tactiek moet worden afgeweken (bijv. door beperkte beschikbaarheid personeel of middelen, knelpunten, de prognose van grote gevolgen door bestrijdingsmaatregelen, etc); het ondersteunen van het WOT bij het bepalen van mogelijke oplossingen; het coördineren van de bestrijdingsmaatregelen in het veld; het raadplegen van de Preventiemedewerker voor veilige arbeidsomstandigheden; het zonodig aanvragen van extra personele en materiële bijstand bij het sectorhoofd; het zonodig (bij overbelasting van het Contactcentrum/de Coördinatiewacht) inrichten van een ‘callcenter’, via de wachtdienst Facilitaire Zaken en in overleg met de Operationeel Leider. (De wachtdienst FZ belt een telefoniste die vervolgens zorgt voor bemensing van het telefoonteam); het zonodig regelen van catering, via de wachtdienst Facilitaire Zaken; overleg/communicatie met netwerkpartijen op uitvoerend niveau. Taken vakinhoudelijke deskundigen: Het Waterschap Actie Team houdt zich bezig met de operationele aspecten die bij de bestrijding van een calamiteit een rol spelen zoals: het contact en aansturing (eventueel via de teamcoördinator en zijn ondersteuners) van de veldmedewerkers ten behoeve van de uitvoering van de bestrijdingsmaatregelen; het op enigerlei wijze z.s.m. informeren van netwerkpartners die betrokken zijn bij de calamiteit bijvoorbeeld d.m.v. het verzenden van een kernboodschap; samenwerking en afstemming met externe uitvoerende organisaties; het initiëren en interpreteren van onderzoek; het (laten) uitvoeren en interpreteren van metingen; het vastleggen en inschatten van geleden of veroorzaakte schade; het informeren van de contactpersoon verzekeringen bij de afd. FEZ over schade en ongevallen; het verzamelen van relevante gegevens en feiten en het zo nodig instellen van een onderzoek hiernaar (BOA) i.v.m. kostenverhaal en het zonodig voorbereiden en uitvoeren van de bestuursrechtelijke handhaving (spoedeisende bestuursdwang). De BOA beoordeelt of er procesverbaal moet worden opgemaakt in verband met overtredingen; het adviseren van de WAT-voorzitter over (verwachte) feiten, maatregelen, knelpunten en alle mogelijke oplossingen. het verzorgen van de nodige documentatie (WAT-verslag, kaartmateriaal etc.); het bijhouden van een activiteitenlogboek door de afzonderlijke WAT-leden. Daarnaast de specifieke taken m.b.t. zuiveringstechnische werken zoals: het nemen van maatregelen om een ongewenste lozing zo spoedig mogelijk te beperken of te beëindigen (reparatie); het zonodig treffen van maatregelen door de afdeling Bediening en Beheer om de nadelige effecten in het oppervlaktewaterlichaam te beperken (isoleren, beluchten, doorspoelen, neutraliseren, bufferen etc.); het laten uitvoeren van inspecties aan zuiveringstechnische werken o.a. gemalen en kunstwerken; het monitoren van zuiveringssystemen; het bijhouden van waterkwaliteitsgegevens; bepaling effluentkwaliteit (in ieder geval zuurstof en BZV, CZV); het uitwerken van de onderzoeksstrategie mbt monitoring meetresultaten laboratorium en als advies voorleggen aan het WOT; het zonodig doorspoelen en/of beluchten van ontvangend oppervlaktewaterlichaam; het plaatsen van een tijdelijke afdamming teneinde ongezuiverd rioolwater op te vangen en te Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
12
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
-
-
isoleren rekening houdend met de veiligheid van mens, dier en milieu; het uitbrengen van berichtgeving zuiveringstechnische werken, zowel intern als extern; vroegtijdige informatie-uitwisseling om negatieve effecten van de lozing te beperken met medewerkers van de afdeling Plantoetsing en Vergunningen, de afdeling Handhaving, de sector Zuiveringsbeheer en sector Watersystemen. het informeren van RWS als sprake is van een lozing op rijkswater; het leggen van een link met het Deelbestrijdingsplan Waterkwaliteit en mogelijk ook andere DBP’n; het raadplegen van hoofdstuk 3 (Bijzondere risico’s, gevolgen en maatregelen). In paragrafen 3.3. en 3.4 zijn de maatregelen m.b.t. de bedrijfsvoering op de rwzi Bath verder uitgewerkt.
2.4.
Coördinatiefase 2
Coördinatiefase 2 treedt in werking als een gebeurtenis heeft plaatsgevonden die moeilijk onder controle is te krijgen en waarbij de situatie dreigt te verslechteren. Vaak heeft de gebeurtenis gevolgen voor het gehele waterschap of een groot deel daarvan. Hierdoor is aanvullende coördinatie nodig op tactisch c.q. sectorniveau. Van deze coördinatiefase is bijvoorbeeld sprake als een zuiveringstechnisch werk is ontregeld of dreigt ontregeld te geraken en waarmee grote belangen zijn gemoeid. Coördinatiefase 2 is van kracht wanneer sprake is van indicator 4 (zie paragrafen 1.6.1. en 1.6.2.) en wanneer processtoringen in een zuiveringstechnisch werk leiden tot: ∗ een sterke verslechtering van de effluentkwaliteit; ∗ er sprake is van omvangrijke lozingen van ongezuiverd afvalwater op oppervlaktewaterlichaam; ∗ een bedreiging kan ontstaan voor de volksgezondheid, land– en tuinbouw, veehouderij en natuurgebieden; ∗ ernstige geuroverlast naar de omgeving toe, waarbij de overlast waarneembaar is ter plaatse van de dichtstbijzijnde aaneengesloten bebouwing. Bedreiging van de volksgezondheid is niet direct aan de orde maar kan wel een gevolg zijn als de situatie te langdurig aanhoudt. In deze coördinatiefase wordt het WOT geactiveerd door de voorzitter van het WOT (de Operationeel Leider) op advies van de voorzitter van het WAT. Het WBT is niet actief in coördinatiefase 2 maar de voorzitter van het WBT (dijkgraaf) wordt wel op de hoogte gehouden door de Operationeel Leider. Samenstelling WOT Het WOT bestaat uit: 1. Operationeel Leider = voorzitter van het WOT 2. Voorzitter van het WAT = liaison WAT 3. Communicatieadviseur 4. Calamiteitencoördinator = procesbewaker + plotter (statusbordschrijver) 5. Notulist = administratieve en secretariële ondersteuning 6. Eventuele andere afdelingshoofden die zijn gerelateerd aan de calamiteit. De Operationeel Leider bepaalt, in overleg met de calamiteitencoördinator, in hoeverre afdelingshoofden of vakspecialisten als adviseur zitting hebben in het WOT. Taken WOT in coördinatiefase 2 Het WOT heeft de volgende algemene taken. ∗ De operationele leiding van de calamiteitenbestrijding en het regelen van alles voor zover dat valt binnen het bestaande beleid en de beschikbare bevoegdheden. ∗ Het formuleren van tactische maatregelen dat wil zeggen de vertaling van strategie naar richtlijnen voor de uitvoering; ∗ Het inschakelen van het WAT en het coördineren van de inbreng vanuit het veld bij de bestrijdingsactiviteiten. ∗ Het nemen van besluiten die op managementniveau genomen moeten worden en die niet gedelegeerd kunnen worden aan de voorzitter van het WAT. ∗ Het toetsen van de door het WAT aangedragen beslispunten aan de doelstellingen die vanuit het bestaande beleid of de strategie van het WBT zijn vastgesteld. ∗ Het toevoegen van de juridische en communicatieve context, aan het technisch-inhoudelijk voorstel van het WAT. ∗ Het inlichten van het Openbaar Ministerie gebeurt op advies van Juridische Zaken en wordt besloten in het WOT na overleg met de dijkgraaf. ∗ Het beoordelen van de effectiviteit van de genomen maatregelen en het maken van prognoses over de ontwikkeling van de calamiteit. ∗ Het bijhouden van een activiteitenlogboek door de afzonderlijke leden van het WOT.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
13
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 ∗ ∗
∗ ∗
Het adviseren van het WBT c.q. voorstellen doen voor de door het WBT te nemen besluiten (bijv. over het aanvragen van personele en materiële bijstand van elders). Het eventueel opschalen naar coördinatiefase 3 (advies aan WBT) of afschalen naar coördinatiefase 1 (besluit). Als de Veiligheidsregio eveneens is opgeschaald dan gebeurt de op- en afschaling in afstemming met de Veiligheidsregio. Het (laten) uitvoeren van de nazorg, eventueel door het instellen van een projectteam nazorg) Het (laten) uitvoeren van de evaluatie in opdracht van de werkgroep Calamiteiten Zorgsysteem (CZS).
Het WOT heeft de volgende communicatietaken: coördineren van interne en externe communicatie: o periodiek informeren van het WBT; o contact onderhouden met het veld via het WAT; o onderhouden van contacten en afstemmingsoverleg met externe betrokken organisaties op tactisch coördinerend niveau (bijv. ROT); o informeren van de Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid van een betrokken gemeente door de calamiteitencoördinator; o contact onderhouden met betrokken waterschapsafdelingen; opstellen van een communicatiestrategie en kernboodschap; beoordelen van het verslag op communicatieaspecten; adviseren rondom communicatieve implicaties van de gekozen tactiek in het WOT en voorstellen aandragen om hiermee om te gaan; afstemmen met één of meerdere ondersteunende communicatiemedewerkers die de uitvoerende werkzaamheden op voorlichtingsgebied uitvoeren (opstellen persberichten, kernboodschap, te woord staan burgers, opstellen van informatie die via Internet en Intranet verspreid worden, mediawatching, afhankelijk van de beschikbaarheid van gekwalificeerde voorlichters. ) De communicatieadviseur heeft het mandaat om feiten, zichtbare maatregelen en procesinformatie te publiceren. Bij voorkeur stelt de communicatieadviseur de dijkgraaf én de operationeel leider op de hoogte van de ophanden zijn publicatie. In het Supplement Communicatieplan zijn de communicatietaken uitgebreid beschreven. Algemene taken WAT in coördinatiefase 2 Idem als coördinatiefase 1 met de volgende aanvullingen: ∗ het informeren en het uitbrengen van adviezen aan het WOT; ∗ het uitvoeren van opdrachten en besluiten vanuit het WOT.
2.5.
Coördinatiefase 3
Coördinatiefase 3 treedt in werking als een gebeurtenis heeft plaatsgevonden die dreigt te escaleren en/of waarbij maatregelen gewenst zijn waarin het vastgestelde beleid niet voorziet of die strijdig zijn met dit beleid. De belangen van het waterschap en die van de directe omgeving (binnen één gemeente) kunnen of zullen worden geschaad. Hierdoor is nadrukkelijke coördinatie nodig tussen het waterschap en de algemeen bestuurlijke omgeving (gemeente en provincie). Vooral afstemming op bestuurlijk niveau (burgemeester en dijkgraaf) is nodig. Van deze coördinatiefase is bijvoorbeeld sprake als een calamiteit leidt tot langdurige en omvangrijke lozing van ongezuiverd communaal afvalwater op het oppervlaktewater (Indicatoren 5 en 6 in paragrafen 1.6.1 en 1.6.2). Dit kan veroorzaakt worden door een ernstige langdurige storing van een afvalwaterpersstation of breuk van een afvalwaterpersleiding. Bij een breuk van de AWP kan wegstromend afvalwater leiden tot een zeer sterke belasting van aangrenzende stedelijke, landbouw- of natuurgebieden. In verband met mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid wordt een verhoogde gebiedsbewaking ingesteld. Tijdens het instellen van coördinatiefase 3 van het Deelbestrijdingsplan Zuiveringstechnische werken wordt ook het Deelbestrijdingsplan Waterkwaliteit van kracht. Wanneer sprake is van geurindicator 5 is de ernstige geuroverlast binnen één gemeente duidelijk waarneembaar ter plaatse van de dichtstbijzijnde aaneengesloten bebouwing, waarbij de aard van de geurstoffen een mogelijk gevaar voor de volksgezondheid opleveren. In verband met deze mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid wordt een verhoogde gebiedsbewaking ingesteld. In deze coördinatiefase wordt het WBT geactiveerd. Of daadwerkelijk deze coördinatiefase ingesteld wordt, wordt besloten door de voorzitter van het WBT (dijkgraaf) op advies van de voorzitter van het WOT (Operationeel Leider).
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
14
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 Ramp In artikel 1 van de Wet Veiligheidsregio’s wordt een ramp aangemerkt als “een zwaar ongeval of een andere gebeurtenis waarbij het leven en de gezondheid van veel personen, het milieu of grote materiële belangen in ernstige mate zijn geschaad of worden bedreigd en waarbij een gecoördineerde inzet van diensten of organisaties van verschillende disciplines is vereist om de dreiging weg te nemen of de schadelijke gevolgen te beperken”. Als de betrokken burgemeester de situatie beoordeelt als een (dreigende) ramp of een niet beheersbare situatie kan hij beslissen tot opschaling naar GRIP 3 (dreigende) ramp. Dat betekent dat de betrokken burgemeester het opperbevel heeft. Het waterschap behoudt dan wel zijn eigen verantwoordelijkheid voor de hem toegewezen taken. Het invullen van deze taken verloopt altijd in overleg met de betrokken burgemeester. Samenstelling WBT Het WBT bestaat uit: 1. Dijkgraaf = voorzitter van het WBT en eindverantwoordelijke; 2. Secretaris-Directeur = secretaris/eerste adviseur 3. Operationeel Leider (OL) = liaison WOT 4. Hoofd van de afdeling Communicatie = communicatie adviseur 5. Calamiteitencoördinator = procesbewaker + plotter (statusbordschrijver) 6. Notulist = administratieve en secretariële ondersteuning 7. Eventuele andere sector- of afdelingshoofden die zijn gerelateerd aan de calamiteit. In hoeverre anderen (tijdelijk) zitting hebben in het WBT wordt bepaald door de voorzitter van het WBT. Taken WBT in coördinatiefase 3 Algemene taken van het WBT: het in bestuurlijke zin leiding geven aan de calamiteitenorganisatie; het formuleren van nieuw beleid en strategieën met betrekking tot de bestrijding van een calamiteit (zonodig in samenspraak met andere organisaties), zoals het stellen van doelen, benaderingswijzen in grote lijnen, het beschikbaar stellen van (bijbehorende) middelen; het beoordelen van de (inhoudelijke en procesmatige) kwaliteit van de bestrijding: worden de door het WBT gestelde doelen bereikt met de gevolgde aanpak? het bewaken van de juiste gang van zaken tijdens de calamiteitenbestrijding (kwaliteitszorg); het faciliteren van het WOT door het nemen van besluiten die voor de bestrijding noodzakelijk zijn; het initiëren van de nazorg en de evaluatie; het aanvragen van personele en materiële hulp van elders, voor zover dit niet geschiedt op operationeel niveau; het bewaken van het imago van de calamiteitenorganisatie en het waterschap; het i.o.m. de Veiligheidsregio instellen van gebiedsbewaking als er sprake is van mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid; het inbrengen van het waterschapsbeleid en -deskundigheid indien wordt samengewerkt met andere bestrijdingsorganisaties; de bestuurlijke afstemming met externe bestuurders; eventueel zorgen voor een liaison (verbinding) naar de crisisstaf van de burgemeester of van de Commissaris van de Koning; bij GRIP 3: deelnemen aan het Gemeentelijk Beleidsteam door de dijkgraaf als de burgemeester daartoe verzoekt; het bijhouden van een logboek door de afzonderlijke leden van het WBT; het terugschalen van de calamiteitenorganisatie naar coördinatiefase 2 of lager. Inhoudelijke taken van het WBT m.b.t. bestuurlijke en strategische analyse: De strategische rol van het WBT bepalen in verhouding tot het WOT Gevolgen voor de continuïteit van de normale taakuitvoering Veiligheid eigen medewerkers en burgers Gevolgen voor milieu en andere neveneffecten Juridische gevolgen (bv aansprakelijkheid, bevoegdheden, mandaat) Financiële gevolgen voor waterschap Communicatieaspecten o.a. gevolgen voor acceptatie en beleving van de bevolking Gevolgen voor interne en externe bestuurlijke verhoudingen en samenwerking Haalbaarheid Communicatietaken van het WBT: Het vaststellen van het door de communicatieadviseur voorgestelde communicatiestrategie op basis van omgevingsanalyse, scenario-ontwikkeling, behoud imago door lange-termijndenken en de daaraan verbonden consequenties; Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
15
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 -
-
de woordvoering op basis van kernboodschap en adviezen van communicatieadviseur; het geven van voorlichting aan bevolking en media; het informeren van de burgemeester (gemeentebesturen) en overige betrokken bestuurders van externe instanties door de dijkgraaf, en de Ambtenaar Openbare Orde en Veiligheid van de betrokken gemeente door de calamiteitencoördinator; afstemming met andere organisaties t.b.v. eenduidige berichtgeving; bij GRIP 3: de communicatieadviseur levert samen met de voorlichter van de gemeente een bijdrage aan de voorlichting.
Algemene taken WAT in coördinatiefase 3: Idem als coördinatiefase 1 en 2 met de volgende aanvullingen: mogelijk aanbrengen tijdelijke waterkeringen (WS); uitvoeren/coördineren reparatiewerkzaamheden (ZB); raadplegen van het Deelbestrijdingsplan Waterkwaliteit dat in deze fase ook van kracht is. Algemene taken WOT in coördinatiefase 3: Idem als coördinatiefase 2 met de volgende aanvullingen: het geven van een briefing door de OL in het WBT zodat het WBT een goed beeld kan schetsen van de operationele context, de juridische en communicatie-implicaties; de voorbereiding van besluitvorming op bestuurlijk niveau met een goede onderbouwing tbv de briefing van OL aan het WBT; het informeren en het uitbrengen van adviezen aan het WBT voor de door het WBT te nemen besluiten (bijv. over het aanvragen van personele en materiële bijstand van elders); het ‘vertalen’ van de besluiten van het WBT in instructies voor de uitvoerende organisatie; zonodig een overleg initiëren met de Veiligheidsregio (brandweer, gemeente, politie).
2.6.
Coördinatiefase 4
Coördinatiefase 4 treedt in werking als de gebeurtenis voldoet aan een of meerdere criteria die horen bij de definitie van een ramp (zie paragraaf 2.5) en waarvan het effectgebied in meerdere gemeenten valt. In deze fase is sprake van een langdurige en omvangrijke lozing van ongezuiverd afvalwater op het oppervlaktewaterlichaam (zie indicatoren 5 en 6 in paragrafen 1.6.1. en 1.6.2.) Wanneer sprake is van geurindicator 5 is er ernstige geuroverlast die duidelijk waarneembaar is ter plaatse van de dichtstbijzijnde aaneengesloten bebouwingen in meerdere gemeenten en waarbij de aard van de geurstoffen een mogelijk gevaar voor de volksgezondheid opleveren. In verband met deze mogelijke gevolgen voor de volksgezondheid wordt een verhoogde gebiedsbewaking ingesteld. Als niet beheersbare situaties ontstaan kan op beslissing van de voorzitter van de Veiligheidsregio opschaling plaatsvinden naar GRIP 4 (dreigende) ramp. Dat betekent dat binnen de bestuurlijke kolom een Regionaal Beleidsteam (RBT) actief kan zijn. De dijkgraaf is adviseur van de RBT-voorzitter (= voorzitter van Veiligheidsregio). Het waterschap behoudt bij een ramp wel zijn eigen verantwoordelijkheid voor de hem toegewezen taken met betrekking tot de technische zorg voor de waterstaatswerken. Het invullen van deze taken verloopt altijd in overleg met de betrokken burgemeesters. Specifieke taken van het WBT: - Idem als coördinatiefase 3. - Bij GRIP 4: deelnemen aan het Regionaal Beleidsteam (RBT) door de dijkgraaf als de voorzitter van de Veiligheidsregio daartoe verzoekt. Taken WOT in coördinatiefase 4 Idem als coördinatiefase 3. Taken WAT in coördinatiefase 4 Idem als coördinatiefase 3.
2.7.
Nazorg en evaluatie
Nazorg Onderdelen van de nazorg zijn: a) personele aspecten zoals zorg voor het personeel dat bij de calamiteitenbestrijding betrokken is geweest. Te denken valt hierbij aan regeling overuren en toepassen slaapurenregeling maar ook bijv. psychosociale hulp door gespecialiseerde hulpverleners in situaties waarbij medewerkers zijn geconfronteerd met traumatiserende ervaringen, oververmoeidheid, stress etc.; b) juridische aspecten zoals het verhalen van kosten, de afhandeling van (schade)claims, behandelen van bezwaar en beroep en het rechtvaardigen van het gevoerde beleid; c) financiële aspecten zoals betaling van facturen en schadevergoedingen; d) waterstaatkundige aspecten zoals herstel van schade, bewaking en inspecties in het veld; Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
16
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 e) afronding van voorlichting over de calamiteit. De coördinatie van de diverse activiteiten vindt plaats door de Werkgroep Calamiteitenzorg in het kader van de integrale calamiteitenzorg. Evaluatie Na gehele afschaling van een calamiteit wordt zo spoedig mogelijk door de calamiteitencoördinator een schriftelijke evaluatie opgesteld met als doel na te gaan welke zaken goed gaan en welke leerpunten getrokken kunnen worden voor de calamiteitenorganisatie. Indien wenselijk wordt ook geëvalueerd met betrokken externe partijen om te komen tot een gezamenlijke, integrale evaluatie van de calamiteit. De evaluatierapporten worden voorgelegd aan de werkgroep CZS die nagaat op welke wijze de leerpunten kunnen worden omgezet in positieve resultaten. De verbeterpunten worden zo nodig verwerkt in het Calamiteitenplan, Deelbestrijdingsplannen en Supplementen.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
17
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
3.
Bijzondere risico’s, gevolgen en te nemen maatregelen
3.1.
Relatie met Deelbestrijdingsplan Waterkwaliteit
De bijzondere risico's, gevolgen en maatregelen die betrekking hebben op een verstoring van zuiveringstechnische installaties kunnen een sterke relatie hebben met het Deelbestrijdingsplan Waterkwaliteit. De risico’s kunnen gevolgen hebben voor de waterkwaliteit van oppervlaktewaterlichamen waaraan conform het Provinciaal Waterplan 2010-2015 de functies natuur en/of viswater zijn toegekend. Extra risico’s kunnen ontstaan voor aanwezige ecologische waarden vanwege het voorkomen van specifieke soorten en/of leefgebieden in de door de provincie begrensde (natuur)gebieden. In al die gevallen treedt ook het Deelbestrijdingsplan Waterkwaliteit in werking.
3.2.
Specifieke lokale risico’s, gevolgen en maatregelen
In de hierna volgende tabel zijn specifieke risico’s met name voor landbouw, natuurwateren, natuurgebieden en stedelijke gebieden opgenomen. Risico’s Processtoring op rwzi’s met lozing effluent op natuurwater: 1. Rwzi Halsteren loost op Het Lange Water 2. Rwzi Nieuw-Vossemeer loost op de Rietkreek. 3. Rwzi Chaam loost op Laag Heiveldse Beek (waternatuur) 4. Rwzi Baarle Nassau loost op Bremer 5. Rwzi Nieuwveer stootlozingen op Mark (viswater). 6. Rwzi Riel op Oude Leij (functie viswater) 7. Rwzi Waspik op Oude Maasje (viswater) 8. Rwzi Chaam op Laag Heiveldse beek (waternatuur)
Uitval AWP persstation 1. Moerdijk 2. Roosendaal 3. Bergen op Zoom
Uitval rioolgemaal
Gevolgen • Toenemende kans op overstorten of sterke verslechtering van de effluentkwaliteit met als gevolg mogelijke afsterving van aquatische fauna in het ontvangend oppervlaktewaterlicha am en risico’s voor landbouw indien het water wordt gebruikt voor beregening of voor veedrenking. • Stankoverlast.
Maatregel • Inzetten noodpompen en beluchters om zuurstofdip in ontvangende water tegen te gaan • Het geloosde afvalwater zo snel mogelijk verdunnen tot aanvaardbare kwaliteit oppervlaktewaterlichaam (doorspoelen). • Indien geen mogelijkheid aanwezig is voor verdunning: afdammen afvalwater en afvoer per tankauto. • Landbouwers waarschuwen.
• Toenemende kans op overstorten met als gevolg mogelijke afsterving aanwezige aquatische fauna en risico's voor de Volksgezondheid binnen stedelijk gebied. • Stankoverlast. • AWP nooduitlaat Plaatvliet.
• Inzetten noodpompen en beluchters om zuurstofdip in ontvangende water tegen te gaan. • Het geloosde afvalwater zo snel mogelijk verdunnen tot aanvaardbare kwaliteit oppervlaktewaterlichaam (doorspoelen). • Uitval van Pompstation Bergen op Zoom kan leiden tot overstort in Plaatvliet doorspoelprotocol Plaatvliet uitvoeren. • Afdamming en inrichting tijdelijke opslag ongezuiverd rioolwater, waarbij gedacht moet worden aan het markeren of afsluiten van betreffende gebied.
Algemeen geldt: • Toenemende kans op overstorten met als gevolg mogelijke afsterving van aquatische fauna. • Stankoverlast
•
•
•
Beluchten van het ontvangende oppervlaktewaterlichaam. Als uitval te wijten is aan uitval elektrisch net dan inschakelen noodaggregaten. Het geloosde afvalwater zo snel mogelijk verdunnen tot
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
18
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 Risico’s 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. 8. 9. 10. 11. 12. 13.
De Heen Nieuw-Vossemeer Steenbergen Standdaarbuiten Huijbergen Oudenbosch Stampersgat Ulicoten Standdaarbuiten Zundert en Rijsbergen Ulvenhout Galder Riel
Gebied Tilburg In een gedeelte van ons gebied wordt het afvalwater afgevoerd naar de rwzi Tilburg Noord die in beheer is bij waterschap De Dommel. Daarnaast is er ook een gedeelte in het gebied van waterschap De Dommel dat loost op zuiveringen in ons gebied. (Zie kaart in bijlage 4.2.)
Gevolgen Specifiek geldt bij nr: 1. Overstort in haven 2. Overstort Rietkreek (waternatuur) 3. Overstort Breede watergang 4. Mark (functie viswater) 5. Overstort Bleekloop (functie waternatuur) 6. Overstort in Mark (functie viswater/EVZ) 7. Overstort in Mark 8. Overstort in Bremer (functie viswater/EVZ) 9. Mark (functie viswater) 10. Overstort Aa of Weerijs (functie viswater/EVZ) 11. Overstort op Mark/Bieberg 12. Galderse beek 13. Overstort op Oude Leij (functie viswater/EVZ)
Maatregel aanvaardbare kwaliteit oppervlaktewaterlichaam (doorspoelen). • Inrichten van tijdelijke opslagplaats ongezuiverd rioolwater.
Er kan een illegale of ongewone lozing op het rioleringsstelsel of een calamiteit bij een bedrijf plaatsvinden waarvoor Brabantse Delta het bevoegd gezag is maar die afvoert naar de rwzi Tilburg.
De lozing direct melden aan waterschap De Dommel (tel. 0411-618618) waarna afstemming met dat waterschap moet plaatsvinden over de bestrijding.
NB: Zie ook Deelbestrijdingsplan Waterkwaliteit.
3.3.
Voorkómen van (het effect van) toxische lozingen op rwzi Bath
Voor de lozing van het effluent van de rwzi Bath is in de Wvo-vergunning, nummer Wvo 4080, d.d. 4 mei 2001 onder artikel 6, lid 3 het voorschrift opgenomen dat de vergunninghouder schriftelijk dient te rapporteren welke preventieve maatregelen genomen zijn om de werking van de zuiveringsinstallatie te kunnen waarborgen bij lozing van toxische afvalwaterstromen afkomstig van het verzorgingsgebied. Bronbestrijding In de nota Wvo-vergunningenbeleid van het voormalig hoogheemraadschap van West-Brabant d.d. mei 2001 is het beleid ten aanzien van calamiteuze, onvoorziene en toxische lozingen neergelegd. In deze nota wordt uiteengezet dat door de voortgaande sanering van reguliere emissies de noodzaak van preventie van emissies door onvoorziene lozingen steeds belangrijker wordt. Recentelijk is in dat verband een nieuwe risicoanalysemethodiek (model Proteus) ontwikkeld waarmee inzicht wordt verkregen in de kans op en effecten van onvoorziene lozingen. Met de oplevering van dit model kan door de bedrijven gestart worden met de uitvoering van de in Wvo-vergunningen opgelegde onderzoeksverplichting naar risico en omvang van onvoorziene emissies. Dit geldt voor bedrijven met een risicopotentieel voor oppervlaktewaterlichamen en zuiveringstechnische voorzieningen (o.m. chemische industrie en bedrijven met een afvalwaterzuiveringsinstallatie of een jaarvuillast van meer dan 5.000 i.e., respectievelijk jaarafvoer van meer dan 500 m3/dag). Bij nieuwe vergunningsaanvragen dient gelijktijdig een risicoanalyse te worden overgelegd.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
19
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 In het Besluit Risico Zware Ongevallen (BRZO) 1999 is de houder van een inrichting, afhankelijk van drempelwaarden, verplicht om een milieurisicoanalyse (MRA) uit te voeren en een veiligheidsrapport (VR) in te dienen. De MRA omvat ook een risicoanalyse voor het oppervlaktewaterlichaam en/of communale zuivering; de insteek van zowel BRZO als Wvo is hetzelfde voor wat betreft de methodiek als de emissieaanpak. Kernpunt van het BZRO is de ‘één-loket’ gedachte (bij Wm-bevoegd gezag). De waterkwaliteitsbeheerder heeft daarbij een adviserende rol voor de watergerelateerde zaken. De nieuwe taken (voor Brabantse Delta) liggen op het vlak van coördinatie, het beoordelen/ adviseren van veiligheidsrapporten en structureel toezicht houden op de betreffende inrichtingen. Bij bepaalde bedrijven kunnen in het afvalwater toxische stoffen voorkomen, die bij lozing de biologische activiteit van het zuiveringsslib in een rwzi beïnvloeden c.q. remmen. Met behulp van acute toxiciteitstoetsen wordt bij een bepaalde verdunning de remming gemeten van de nitrificatie en/of respiratie van het slib. Om de effecten van een toxische lozing op de biologische zuivering te beperken, wordt de mate van acute toxiciteit voor het actief slib in de vergunning gelimiteerd. De lozing van toxische stoffen dient zodanig beperkt te zijn, dat bij een 5 respectievelijk 10-voudige verdunning geen nitrificatierespectievelijk respiratieremming (< 10%) optreedt. In NW4 is voor de komende planperiode aangegeven dat er een totaal-effluentbeoordelingsmethode zal worden ingevoerd, teneinde meer inzicht te verkrijgen in de milieubezwaarlijkheid van een lozing. Of met deze methode ook een uitspraak kan worden gedaan over de mogelijke effecten van een indirecte lozing is nog onduidelijk. Indien een lozing goed gekarakteriseerd kan worden d.m.v. een bepaalde parameter, dan wordt die parameter in de vergunning opgenomen (zoals fenolen: 5 mg/l). Daarnaast worden bij industriële lozingen die een potentieel risico kunnen vormen voor het zuiveringsproces voorzieningen vereist, onder meer in de vorm van calamiteitenbassins voor opvang van bluswater e.d.
3.4.
Toxische lozing op rwzi Bath
(Voor toxische lozing in algemene zin zie ook bijlage 4.11 Maatgevende scenario’s) De negatieve effecten van een toxische lozing op de rwzi Bath kunnen betrekking hebben op: a) de verwijdering van zuurstofbindende stoffen (BZV-verwijdering); b) de stikstofverwijdering, met name door negatieve beïnvloeding van de nitrificatie; c) het slibgistingsproces. Een verstoring van de BZV-verwijdering en/of de nitrificatie heeft direct nadelige gevolgen voor de effluentkwaliteit. In het uiterste geval kunnen de lozingseisen worden overschreden. Een verstoring van het gistingsproces leidt niet direct tot een verslechtering van de effluentkwaliteit, maar wel tot een tijdelijke teruggang van de biogasproductie (energieverliezen) en de stabilisatiegraad van het slib (stank in de slibverwerking). Zodra een melding van een (mogelijk) toxische lozing binnenkomt wordt door het personeel van de sector Zuiveringsbeheer met ondersteuning van een zuiveringstechnoloog het volgende activiteitenschema afgewerkt: Stap 1 Zo mogelijk isoleren van de calamiteuze lozing bij de bron of in het rioolstelsel. Acties: 1. stop lozing bedrijf; 2. stop lozing ondergemaal (eventueel); 3. stop lozing rioolgemaal, tenzij gevaar van overstorting op binnenwater. Stap 2 Zo mogelijk de calamiteuze lozing verwijderen uit het rioolstelsel met behulp van zuigwagens. Bij grote gemalen of persstations waarschijnlijk niet realistisch. Stap 3 De aard en omvang van de geloosde stoffen zo snel mogelijk vaststellen door: • informatie van de lozer; • nadere informatie uit gegevensbanken (handboeken, ISIS); • eventueel uitvoeren van toxiciteittesten (respiratie-remming, gistingsremming-test). Mogelijke conclusies ten aanzien van de lozing: a) niet toxisch, wél overbelasting rwzi; b) toxisch voor gisting, niet voor beluchting; c) niet-toxisch voor gisting, wél toxisch voor beluchting; d) toxisch voor de gisting én voor de beluchting. Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
20
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
ad a) niet toxisch, wél overbelasting rwzi: • stringente bewaking zuurstofinbreng; • zo veel mogelijk het debiet beperken (alleen gebruik van de berging in de riolering, geen overstort), alleen toepasbaar bij DWA; • start continue bemonstering van het influent, voorbezonken influent, en effluent en analyse volgens uitgebreide Stowa-pakket. ad b) toxisch voor gisting, niet voor beluchting: • stop toevoer gistingstanks, afvoer ingedikt primair en secundair slib naar slibvoorraadtank en ontwatering vers slib; • dagelijks remmingtest primair en secundair slib en op basis daarvan besluiten tot weer voeden gistingstanks. ad c) niet-toxisch voor gisting, wél toxisch voor beluchting: • zo veel mogelijk het debiet beperken (alleen gebruik van de berging in de riolering, geen overstort), alleen toepasbaar bij DWA; • start continue bemonstering van het influent, voorbezonken influent, retourstromen en effluent en analyse volgens uitgebreide Stowa-pakket inclusief respiratie- en nitrificatieremmingtesten; • het afvalwater door zo weinig mogelijk beluchtingtanks voeren, afhankelijk van de hydraulische belasting van de rwzi. Bij DWA komt dit neer op 2 zuiveringsstraten (25%); • frequente uitvoering remmingtesten (circa 1 maal per uur, afhankelijk van prognose einde prop) en op basis daarvan besluiten tot weer voeden overige beluchtingtanks. ad d) toxisch voor de gisting én voor de beluchting: • combinatie van maatregelen van ad b) en c). Melding bij RWS Zeeland Indien de aard en omvang van de toxische lozing zodanig is dat de effluentkwaliteit naar verwachting zal verslechteren en eventueel de lozingseisen zal worden overschreden zal terstond contact opgenomen worden met de Rijkswaterstaat Directie Zeeland. Lokaliseren van de toxische lozing in de AWP Aan de hand van de lozingsgegevens dient voortdurend vastgesteld te worden waar de giftige prop zich in het AWP-transportsysteem bevindt. Hiertoe dient continu aan de hand van de in het BOA-systeem (beheer op afstand) geregistreerde afvoeren van alle toevoerende gemalen, de afvoerhoeveelheden van de persstations én de configuratiegegevens (lengte, diameter) van de AWP nagegaan te worden waar het begin en het einde van de giftige prop zich bevindt. Dit is van belang om de maatregelen op de rwzi op het juiste tijdstip te kunnen nemen. Gebruik van de drukput (rechtstreekse lozing op Westerschelde) Er wordt (vooralsnog) niet uitgegaan van het gebruik van de drukput om de volgende redenen: • door het afvalwater via de zuivering te lozen wordt in elk geval tenminste het primair slib afgevangen en derhalve niet geloosd op de Westerschelde; • de beheersing van de lozing op de Westerschelde vanuit de rwzi is beter gewaarborgd dan via de drukput; het niet-routinematig en daardoor risicovolle gebruik van de drukput blijft achterwege. AWP-trajecten met 2 persleidingen Eventueel kan gebruik gemaakt worden van het feit dat op een aantal AWP-trajecten de leiding dubbel is uitgevoerd (Moerdijk-Hoeven, Zoom-PS Bergen op Zoom, PS Bergen op Zoom - Zoomweg). Dit is afhankelijk van: • mogelijkheid de prop te lokaliseren; • lengte van de prop; • momentane hydraulische belasting.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
21
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.
Bijlagen
4.1.
Bijlage: Kaart locaties rwzi's, rioolgemalen en transportleidingen
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
22
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.2.
Bijlage: Kaart afvoergebieden bij Tilburg, van en naar ws De Dommel
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
23
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.3.
Bijlage: Vergunningseisen effluent rwzi's Overzicht van de belangrijkste effluentkwaliteitseisen rwzi's 2013 Let op: bij calamiteiten altijd controleren of de vergunningseisen niet zijn aangepast.
rwzi
pH
O2 CZV BZV NH4 NO2-N mg/l mg/l mg/l mg/l mg/l voortschr min. max. min. max. max. max. gem. (n) max.
droge N-tot stof mg/l mg/l Jaar gem. max.
P-tot mg/l Jaar voortschr gem gem. (n)
Baarle-Nassau
125
20
15
30
Bath
125
20
10
30 3,0
6 125 125
20 20
15 15
30 30
Dongemond Halsteren Kaatsheuvel
125 125 125
20 20 20
10 15 10
30 30 30
Lage Zwaluwe
125
20
15
30
Nieuwveer Nieuw-Vossemeer Ossendrecht Putte
125 125 125 125
20 20 20 20
10 15 15 15
30 30 30 30
Riel Rijen
125 125
20 20
15 10
30 30
1,0
Waalwijk Waspik
125 125
20 20
10 15
30 30
1,0
Willemstad
125
20
15
30
Chaam Dinteloord
(n) = *1). *2).
6,5
8,5
5,4
2,2 (10)
3 (10)
1,5
1,0
1,0
0,5
2,0 (10)
Vergun- Geldig ningvanaf verlener
Geldigheidsduur
Bijzonderheden
WSBD
22-8-2011
1 (10)
RWS-Z
17-6-2011
0,5 (10) 2 (10)
WSBD RWS-Z
12-7-2011 6-8-2000
onbepaald NH4 eis april t/m oktober Onbepaald
24-102000 22-8-2011 5-9-2011
Onbepaald *2) eis wordt dan 15 onbepaald onbepaald
RWS1 (10) NB 1,0 (10) WSBD 2,0 (10) WSBD RWS2 (10) ZH RWS1 (10) ZH 1,0 (10) WSBD 2,0 (10) WSBD 2,0 (10) WSBD 1,0 (10) 2,0 (10)
WSBD WSBD RWS2 (10) ZH 2,0 (10) WSBD RWS2 (10) ZH
6-3-2010 13-5-2010 12-8-2011 10-1-2002 10-1-2002 15-1-2008 12-8-2011 25-122009 5-9-2011 24-122009
onbepaald *1) eis wordt dan 5 *2) eis 10 jaar wordt dan 12
onbepaald *1) eis wordt dan 5 *1) eis wordt dan 3 en 2 als 10 jaar jaargem *2) eis wordt dan 15 onbepaald onbepaald *1) onbepaald *1) 10 jaar NH4 eis april t/m september onbepaald *2) *1) eis wordt dan 4,5 *2) eis onbepaald wordt dan 12,5 onbepaald onbepaald *1) eis wordt dan 5
Aantal opeenvolgende etmaalmonsters waarop de voorwaarden ten aanzien van het voortschrijdende gemiddelde gehalten betrekking hebben. Aan de P-eis hoeft niet te worden voldaan indien aangetoond kan worden dat voor het gehele beheersgebied de reductie van de totale fosfaatvracht die op de rwzi's wordt aangeboden minimaal 75% bedraagt. Aan de N-tot eis hoeft niet te worden voldaan indien aangetoond kan worden dat voor het gehele beheersgebied de reductie van de totale stikstofvracht die op de rwzi's wordt aangeboden minimaal 75% bedraagt.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
24
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.4.
Bijlage: 12-uurs berging bij afschakeling rioolgemalen
Bron: 07I000735 maart 2007 Kern Kernnaam 1.1 1.2 2.1
Alphen Riel Baarle-Nassau
Vultijd bij DWA 28.5 21.7 8.7
2.2 3.1
Ulicoten Bergen op Zoom
37.2 9.5
4.1 5.1
Breda Chaam
6.1 7.1 7.6
Dinteloord Dongen Tichelrijt
8.1 (13.5) 11.8 (15.7) 33.8 22.5 2.2
8.1 8.6
Etten-Leur Etten-industrie
6.8 (12.5) 2.5
9.1 9.2 9.3 9.6 10.1 11.1
Fijnaart Heijningen Oude Molen Dintelmond Geertruidenberg Rijen
11.2 11.3 12.1 13.1
Gilze Molenschot ‘s Gravenmoer Halsteren
13.2
Lepelstraat
14.1 14.2 15.1 15.2 16.1 17.1 17.2 18.1
Hoeven Bosschenhoofd Hooge Zwaluwe Lage Zwaluwe Huijbergen Klundert Moerdijk Kaatsheuvel
18.2 18.3 19.1 19.2 20.1 20.2 20.3 20.6 21.1 22.1
De Moer Loon op Zand Made Drimmelen Ulvenhout Bavel/Seminarie Galder Bavel/Bunder Nieuw-Vossemeer Oosterhout
22.2 22.3 22.4 23.1 23.6
Den Hout Dorst Oosteind Ossendrecht Lpl. Ossendrecht
3.8 (17.8) 35.7 6.8 3.0 13.3 4.5 (8.7) 5.8 (9.2) 13.4 14.0 6.1 (12.3) 9.1 (1.2) 15.9 33.3 34.8 29.8 37.0 20.2 15.6 11.3 (13.3) 55.5 23.5 12.3 9.8 13.7 22.9 16.7 43.6 20.0 7.8 (12.4) 40.3 13.1 12.9 19.5
Aanvullende maatregelen
Evt. tijdwinst door afschakelen bovenstroomse gemalen in combinatie met stopzetten afvoer campings (seizoensgebonden) Evt. tijdwinst door afschakelen afvoerstelsel Noordland Theodorushaven, berging in stelsel is niet bekend (gescheiden stelsel) Afschakelen gebieden 1, 3 en 4 Benutten inhoud bergbezinkbassin
Gemaal gemeente, verbeterd gescheiden stelsel. Persleiding loost in ontvangstput op RWZI Rijen. Afschakelen gebieden 1a en 3 Gescheiden stelsel, deel verbeterd gescheiden stelsel Afschakelen gebied B Evt. tijdwinst door afschakelen drukriolering (16.0) Gescheiden stelsel Afschakelen gemalen Dongen, Molenschoten Gilze (incl. gebied B1) Afschakelen gebied B1
Afschakelen gebieden 2, 3, 4 en 5. Gebied 3 is maatgevend Afschakelen gebied 14
Afschakelen gebieden B en C1
Evt. tijdwinst door afschakelen drukriolering
Afschakelen gebied KL. Gebied KL maatgevend
Onbekend
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
25
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 Kern
Kernnaam
24.1
Oudenbosch
24.2 25.1 25.2 26.1 27.1 28.1 28.1 28.2 29.1
Albano Oud-Gastel Stampersgat Prinsenbeek Putte Raamsdonk/Dombosch Raamsdonk/Dombosch Raamsdonk Rijsbergen
30.1
Roosendaal
30.2 31.1
Nispen Rucphen
31.2 31.3
Schijf St. Willebrord
31.4 32.1
Zegge Sprang-Capelle
33.1 33.2
Standdaarbuiten Noordhoek
34.1
Steenbergen
34.2 34.3 35.1 35.2
De Heen Kruisland Terheijden Wagenberg
36.1 37.1 38.1 39.1 39.2 40.1 40.2 41.1
Teteringen Waalwijk Waspik Willemstad Helwijk Hoogerheide Woensdrecht Wouw
41.2 41.3 41.4 42.1
Heerle Moerstraten Wouwse Plantage Zevenbergen
42.2 42.3 43.1
Langeweg Zevenbergschen Hoek Zundert
43.2 60.6
Achtmaal IHM
Vultijd bij DWA 5.9(12.6) 20.3 29.0 15.7 12.3 40.8 1.0 35.4 17.8 1.5 (11.1) 10.2 (12.6) 46.4 11.3 (13.9) 24.9 11.7 (15.9) 31.7 11.8 (17.1) 3.5 (7.1) 6.6 (16.0) 18.0 46.0 9.4 (12.0) 11.0 (51.5) 12.9 22.9 13.5 13.4 23.1
4.5 (9.6) 31.1 13.7 6.2 (17.2) 52.0 18.8 3.2 (4.7)
Aanvullende maatregelen Afschakelen gemalen Stand-daarbuiten, Fijnaart en gebied D
Gescheiden stelsel
Afschakelen gemaal Zundert en gebied B. Evt. tijdwinst door afschakelen drukriolering Afschakelen gebieden C, D en E. Gebied C maatgevend Afschakelen gemaal Schijf
Afschakelen gebied G
Afschakelen gebied B
Afschakelen gebied B. Evt. tijdwinst door afschakelen drukriolering van champignonkwekerijen. Afschakelen gebieden B en E
Afschakelen Wagenberg Afschakelen gebied M. Gebied M is maatgevend
Onderzoek naar berging in stelsel loopt. Zie Hoogerheide Afschakelen Lepelstraat en gebied B. Gemaal Lepelstraat is maatgevend. Loost onder vrijverval op de kern Wouw
Afschakelen gebieden A1, C, D, E, en G. Gebied C is maatgevend.
Afschakelen gemaal Achtmaal en gebieden B, C, F en H. Evt. tijdwinst door afschakelen riolering buitengebied (ca. 205m3.u)
19.3 Gescheiden stelsels
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
26
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.5.
Bijlage: capaciteit rioolgemalen
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
27
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
28
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.6.
Bijlage: Processchema aanvoer per as
Bron: doc nr.
PRO230 Doc nr. 09I000155
versie:
okt 2008
SCHEMATISCHE WEERGAVE
FUNCT.
ACTIVITEITEN
REF.
start
Verzoekformulier Aanvoer per as
verzoek voor aanvoer per as
A&O
er wordt een verzoek ingediend bij A&O door een bedrijf of intern
A&O
Nadere beoordeling
A&O
Bespreekt, indien nodig, het verzoek met ZM.
riooleigen materiaal
ja Bespreken met Zuiveringsmanager
A&O/ZM voorwaarden
A&O nee
Akkoord?
ja
A&O
Verzenden geaccepteerd verzoek, overeenkomst en afvalstroomnummer
Geleidebrieven
verzamelde geleidebrieven
aanvoer per as
nee
Visuele controle
Riooleigen materiaal?
ja
nee
Weigeren vracht
Beoordelen of verzoek kan worden ingewilligd en onder welke voorwaarden. Indien niet akkoord, wordt de aanvrager in kennisgesteld. maakt overeenkomst en verzendt deze met afvalstroomnummer aan aanbieder, FIN en ZM
TB
ontvangt tankwagen op rwzi
TB
controleert visueel of e.e.a. cf. overeenkomst
TB
weigert indien niet conform
TB
accepteert en registreert in PAUZ+
acceptatie
TB
Gegevens naar FIN
neemt monster voor analytische controle. Stuurt monster, na overleg met A&O, naar lab
TB
Stuurt geleide brieven aan FIN
FIN
Berekent op basis van formulieren de heffing en stuurt de rekening naar de aanbieder
Rekening naar Aanbieder
Melding aan LMA
einde
A&O
Acc. beleid
Bemo. Progr.
Meldt maandelijkse ontvangsten aan LMA
HO
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
29
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7. 4.7.1.
Bijlagen: leidinggegevens zuiveringskringen Baarle-Nassau
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
30
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.2.
Bath
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
31
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.3.
Chaam
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
32
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.4.
Dongemond
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
33
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.5.
Dinteloord
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
34
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.6.
Halsteren
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
35
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.7.
Kaatsheuvel
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
36
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.8.
Lage Zwaluwe
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
37
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.9.
Nieuwveer
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
38
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.10.
Nieuw-Vossemeer
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
39
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.11.
Riel
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
40
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.12.
Rijen
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
41
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.13.
Waalwijk
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
42
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.14.
Waspik
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
43
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.7.15.
Willemstad
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
44
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.8.
Bijlage: Overzicht naslagwerk stoffen
Op de afdeling Advies en Ondersteuning van de sector Zuiveringsbeheer is naslagwerk beschikbaar met betrekking tot stoffen.
Naam Properties of Industrial Materials Lijst gevaarlijke stoffen, deel 1, 2 Handbuch der gefahrlicher guter 1 Handbook of Chemistry and Physics, 56th edition Handbook of Environmental Data on organic chemical Overzicht Normen Luchtkwaliteit, MIC-waarden Shell industrie chemicalien gids Chemische feitelijkheden, 2003 Transport gevaarlijke afvalstoffen editie 2001-1, 2002-2 Classificatielijst transport gevaarlijke afvalstoffen Ongevallen met gevaarlijke stoffen, editie 1995 Tijdschriftencassette met de onderwerpen: Diverse publicaties Liebman org. en anorg PCA publicatie niet zuurstofbindende stoffen (“WATERDIENST”) Geurdrempels MAC-lijst Chemische Feitelijkheden, 3 delen
Auteur/uitgever N. Irving Sax Samson H.D. Tjeenk Willink bv Hommel CRC Press Karel Verschueren IDC Shell Chemie ten Hagen Stam ten Hagen Stam ten Hagen Stam VNG
Soort boek Mappen boek boek boek boek boek cd-rom cd-rom boek boek
KNCV/Samson H.D. Tjeenk Willink bv
Mappen
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
45
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.9.
Bijlage: Tabel geurcontouren en topografische foto’s berekende geurcontour 98% 7 ge/m3 3 ge/m3 1 ge/m3
rwzi Baarle-Nassau 90 130 270 Bath 300 500 1100 Chaam 40 50 120 Dinteloord 80 110 230 Dongemond 300 500 1030 Halsteren 110 175 350 Kaatheuvel 120 200 400 Lage Zwaluwe 40 50 120 Nieuwveer 190 320 630 Nieuw Vossemeer 30 40 80 Ossendrecht 10 20 40 Putte 10 20 40 Riel 70 80 230 Rijen 240 400 800 Waalwijk 210 380 730 Waspik 100 150 300 Willemstad 40 70 140 persstation Moerdijk Roosendaal Bergen op Zoom afstand in meter t.o.v. geurgewogen zwaartepunt * Vergunde contour
dichtstbijzijnde bebouwing
Afstand t.b.v. bepaling indicatoren
verspreid 350 1100 150 800 500 150 400 250 450 500 200 20 500 400 700 80 500
aaneen 1500 5000 600 1250 1000 600 1500 600 2000 700 200 100 800 1000 1000 1500 500
Afstand A 270 1100 120 230 500* 150 400 120 400 80 40 10 80 400 100 150 140
Afstand B 350 1500* 150 800 1000 85 400* 250 500* 500 200* 20 220* 500* 250* 310 500
Afstand C 1500 5000 600 1250 1030 600 1500 600 2000 700 200 100 800 1000 1000 1500 500
300 350 250
1200 750 250
300 300 250
500 330* 250*
1200 750 500
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
46
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
98%-Geurcontouren rwzi Baarle-Nassau
98%-Geurcontouren rwzi Bath
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
47
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 98%-Geurcontouren rwzi Chaam
98%-Geurcontouren rwzi Dinteloord
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
48
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
98%-Geurcontouren rwzi Dongemond
98%-Geurcontouren rwzi Halsteren
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
49
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 98%-Geurcontouren rwzi Kaatsheuvel
98%-Geurcontouren rwzi Lage Zwaluwe
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
50
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 98%-Geurcontouren rwzi Nieuwveer
98%-Geurcontouren rwzi Nieuw-Vossemeer
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
51
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 98%-Geurcontouren rwzi Ossendrecht
98%-Geurcontouren rwzi Putte
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
52
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
98%-Geurcontouren rwzi Riel
98%-Geurcontouren rwzi Rijen
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
53
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 98%-Geurcontouren rwzi Waalwijk
98%-Geurcontouren rwzi Waspik
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
54
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
98%-Geurcontouren rwzi Willemstad
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
55
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.10.
Bijlage: Maatgevende scenario’s Zuiveringstechnische Werken
Begin 2009 zijn bij het waterschap tijdens een workshop elf relevante, calamiteuze situaties geïnventariseerd en nader geanalyseerd. In de hierna volgende paragrafen is elk van deze maatgevende scenario’s uitvoerig beschreven.
Scenario 1
Calamiteuze lozing afvoerstelsel (met voorafgaande melding)
2
Calamiteuze lozing (zonder melding)
3
Toxische lozing (zonder melding)*
4
Lekke persleiding
5
Lozing van bluswater
6
Stroomstoring
7
Explosiegevaar
8
Stankoverlast
9
Verstopping waterlijn
10
Vorst: vastvriezen onderdelen
11
Lozing radioactief materiaal in afvoerstelsel (met voorafgaande melding)
*Hierbij wordt opgemerkt dat onder een toxische lozing in dit verband wordt verstaan: Een lozing van een stof die onder normale omstandigheden niet of in hele kleine hoeveelheden aankomt bij de rwzi maar die in het beschreven scenario een zodanige omvang heeft dat van een aanzienlijke negatieve beïnvloeding van de biologische processen sprake is.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
56
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.10.1.
Calamiteuze lozing in aanvoerstelsel / met voorafgaande melding
Scenario 1 Calamiteuze lozing in aanvoerstelsel / met voorafgaande melding Algemeen
Aard, beschrijving
Als gevolg van een calamiteit komt een stroom afvalwater richting de rwzi. (Direct) Na de lozing vindt er een melding plaats bij het Waterschap, waardoor direct ingespeeld kan worden op de lozing. Als de lozing de rwzi bereikt neemt de vuilvracht in het afvalwater toe tot boven de ontwerpbelasting van de rwzi. De biologische capaciteit is onvoldoende om de vervuiling te verwerken tot de gewenste effluentkwaliteit. De melding kan ook betrekking hebben op een mogelijk toxische stof, die naast het stilleggen of remmen van bepaalde biologische processen ook een negatief aspect hebben op de geuremissie (zie scenario 8) of de gezondheid van de werknemers op de rwzi.
Plaats (in transportsysteem)
De lozing bevindt zich in het transportsysteem en dreigt binnen te komen met het overige rioolwater, waarna het via het ontvangwerk de diverse onderdelen van de waterlijn doorstroomt.
Grootte zuivering
De capaciteit van de rwzi is bepalend voor het effect van de lozing. Bij een kleine rwzi zijn de gevolgen van een lozing relatief snel merkbaar. Bij een grote rwzi (bv. rwzi Bath) zal een lozing sneller verdund worden door het overige afvalwater.
Melding door
Degene die de lozing heeft veroorzaakt belt met het waterschap. Melding vindt plaats via het centrale telefoonnummer van het Waterschap.
Omvang
De omvang van de lozing (in m3’s en vracht) zal samen met de grootte van de rwzi de omvang van de calamiteit bepalen.
Verloop scenario in de tijd (globale verwachting)
Een lozing wordt centraal gemeld (bij Contactcentrum). Deze melding wordt doorgegeven aan de Zuiveringswacht. Op basis van een inschatting van de omvang, aard en locatie van de lozing, wordt beslist of het water op de rwzi verwerkt kan worden of vooraf moet worden tegengehouden en afgevoerd (bijv naar grotere rwzi of bufferlocatie om in kleinere hoeveelheden te worden verwerkt). Als het water toch naar de rwzi komt, zal door de sterk verhoogde vuilvracht naar verwachting een of meerdere meetwaarden in het beluchtingsbassin sterk afwijken van de setpoints. Na verloop van tijd (binnen enkele uren) zal de lozing de rwzi met het (deels ongezuiverde) effluent verlaten met overschrijding van de normen.
Overig
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
57
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 1 Calamiteuze lozing in aanvoerstelsel / met voorafgaande melding Effecten
Primaire effecten (zonder ingrijpen):
[effecten – kwalitatief] Vervuiling sec in het aanvoersysteem, c.q. kelders, gemalen:
• • • • • •
Schadeontwikkeling (zonder maatregelen )
Bestrijdingsstrategie
Soorten maatregelen
Gezondheidsgevaar Stank Explosiegevaar Sedimentatie/ Verstopping Aantasting leidingen Gasvorming in persleidingen
Effecten op omgeving • Mensen personeel / omwonenden • Huizen • Infrastructuur • Natuur / milieu Kans op escalatie / nieuwe ramp (intern) Kans op domino effecten (extern) Indicator niveau Coördinatiefase Doel, strategie en prioriteit
Ontdekken of beheersen (handelen in een dreigende situatie)
• • • • •
vrijkomen van gevaarlijke stoffen doorslaan van stankbestrijding vrijkomen explosieve stoffen verminderde doorvoercapaciteit leidingen corroderen van leidingen (bv. PVC), mogelijke lekkage
Als het op de zuivering aankomt: • Zie scenario 2B
Ja, gezondheid / Ja, gezondheid en stankoverlast. Geen. Ja, leidingen beschadigd en met verminderde capaciteit. Verslechtering waterkwaliteit ontvangende water. ja
Lozing komt op rwzi binnen. Zie2B.
ja
Zie 2B
3 of hoger Op basis van het indicatorniveau volgt een coördinatiefase (1, 2 of 3) Het einddoel is de gevolgen van de calamiteuze lozing in het aanvoersysteem te beheersen en op de rwzi beheersbaar te houden, met als doel het niet overschrijden van de lozingseisen, en terug te keren naar de normale situatie binnen een tijdsbestek van 3 dagen. Om hier te komen geldt: 1 Stoppen van de lozing; 2 Beheersen lozing in het aanvoersysteem; 3 Beperken gevolgen effluent kwaliteit (zie ook scenario 1.1. DBP Waterkwaliteit). Stoppen van de lozing i.s.m. afdeling Handhaving. Tussen het moment van melden en het aankomen op de rwzi bestaat de mogelijkheid om de lozing in het rioolsysteem te bufferen. Maatregelen bestaan uit het controleren, isoleren en verwijderen van de lozing in het systeem en/of het gedoseerd afvoeren richting de rwzi of per as naar andere verwerkingslocaties.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-58-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 1 Calamiteuze lozing in aanvoerstelsel / met voorafgaande melding Beperken effecten
Planning
Verloop van de calamiteit
Afhankelijk van de aard en omvang van de lozing kunnen maatregelen getroffen worden op de rwzi. Deze maatregelen kunnen bestaan uit het vullen van een regenwaterbuffer (by-passen van de lozing, maximaliseren van de zuurstofinbreng). T0 Moment van melding lozing (zie onder algemeen; aard en melding door) 0 – 1 uur
• • • • • • • • •
1 – 4 uur
• • •
• • 4 – 24 uur 1 – 3 dagen
3 – 7 dagen > 7 dagen
• • •
Bevestigen, verkennen, verifiëren van de melding; Inschatten effect lozing op transportsysteem en rwzi; Inschatten van locatie en omvang (begin/einde) van de lozing in het aanvoersysteem, en de verwachte tijd van aankomst op de zuivering; Stoppen van de lozing i.s.m. afd. Handhaving; Start monstername programma; Beoordelen en besluitvorming over verschillende mogelijkheden om te bufferen; Indien naar rwzi, start maatregelen treffen; Vaststellen afwijking reguliere bedrijfsvoering en opschalen indien nodig Treffen van eerste maatregelen om incident te beheersen, evtl. al waarschuwen/inschakelen externe partijen Waarschuwen en inschakelen van externe partijen vervolg; Afweging en inzet maatregelen om effecten te beheersen en te stabiliseren [b.v. afschakelen gemalen of wegpompen uit aanvoerput]; Checken trendings van meetapparatuur om de huidige situatie in te kunnen schatten (nulsituatie en verloop van meetwaarden gedurende het incident); Checken waterkwaliteit aanvoer op rwzi en slibactiviteit; Vervolg maatregelen nemen bij vervuilende bron of aan voorkant van de zuivering indien effect op rwzi groter dan verwacht. Inzet externe middelen uitbreiden indien nodig, bv. beluchting. Maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg; Inzet extra externe middelen indien nodig t.b.v. herstel werking aanvoersysteem, bv. schoonmaken van leidingen.
-
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-59-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 1 Calamiteuze lozing in aanvoerstelsel / met voorafgaande melding Mensen
Team
Taken, Bevoegdheden, Verantwoordeli jkheid
Contactcentrum/Coördina tiewacht
Wie/Rol
(m.b.t. kennis en competenties)
WAT (Waterschap Actie Team) en aanvullende teamleden
Taak
Activiteiten en maatregelen (relevantie m.b.t. competentie, kennis, vaardigheid) Zie wachtdienst Ontvangen en • Inventariseert basisgegevens (contactgegevens, (zie opmerkingen). doorzetten van aanspreekpartners, lozingsgegevens) de melding • Raadpleegt calamiteitenplan en informeert in dit scenario a) zuiveringswacht b) zuiveringstechnoloog en c) BOA • Terugkoppeling ontvangen van zuiveringstechnoloog of BOA; • Informeert voorzitter WAT i.v.m. opschalen. Zuiveringswacht Ontvangen en • Zet melding door binnen ZB doorzetten • Informeert direct in overleg met technoloog het melding aan ZB bevoegd gezag Samenstelling WAT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WAT altijd coördinatiefase 1. Voorzitter WAT heeft leidende/coördinerende rol = regisseur bij bestrijding van het incident. Technicus beheer Operationeel • Bevoegdheid om in overleg met uitvoerend. zuiveringstechnoloog eerste maatregelen te treffen; • Bediening gemalen en rwzi; • Gegevens verzamelen, monstername; • Informeren teamleider Zuiveringstechnolo Coördinerend en • Overleg en beoordelen van de situatie met og adviserend. technicus beheer; • Inschatting van ernst situatie, locatie van de lozing in het aanvoersysteem en verwachte tijd van aankomst op de rwzi; • Overleg met afd. Handhaving om lozing te stoppen; • Ingangzetten van trending en aanvullende metingen op rwzi en in het aanvoerstelsel; • Afstemming met extern laboratorium (contact conform DVA) over monstername en analyse; • Belt contactcentrum/coördinatiewacht i.v.m. evt. besluit over opschaling; • Adviseert WAT; • Teamleider van Coördinerend • Wordt aangestuurd door vz WAT. beheerpiket • Coördineert acties bij Afdeling beheer. • Coördineert acties bij Afdeling onderhoud. • Waarschuwt personeel en publiek voor gezondheids/explosiegevaar.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-60-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 1 Calamiteuze lozing in aanvoerstelsel / met voorafgaande melding Extern Laboratorium (DVA!) Monsternemer Lab
Uitvoerend.
•
Analyseert en rapporteert over monsters genomen in het kader van deze calamiteit (conform DVA).
Uitvoerend.
•
Coördinator Team Industrie en Gemeente Afdeling handhaving BOA (geen deelnemer WAT)
Uitvoerend.
•
Neemt monsters in opdracht van laboratorium (DVA). Verzamelt gegevens voor opsporing dader en zet acties uit. Direct ingeseind door voorzitter WAT.
Vergunningverlener
Monsternemer Handhaving
• Informerend (intern) Opsporend (extern) Adviserend.
•
Uitvoerend.
• •
• •
Verzamelt bewijslast in het kader van strafrechtelijk dan wel bestuursrechtelijk onderzoek. Direct ingeseind door voorzitter WAT. Adviseert WAT over mogelijke veroorzakers (indien melding niet is gedaan door veroorzaker). Wordt zonodig ingeschakeld door vz WAT Neemt monsters in kader van opsporing bij mogelijke veroorzaker.
WOT (Waterschap Operationeel Team) en aanvullende teamleden
Samenstelling WOT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WOT altijd coördinatiefase 2. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. A&O • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Handhaving. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Bediening en • Ingeseind door vz WOT. Beheer.
WBT (Waterschap Beleids Team)
Samenstelling WBT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WBT altijd coördinatiefase 3. Alle Adviserend. • Op verzoek van operationeel leider kan een afdelingshoofden afdelingshoofd een adviserende taak in WBT krijgen m.b.t. inbreng specialistische kennis.
Overigen (extern)
Bevoegd gezag Wvo (RWS) Bevoegd gezag Wvo (WBD)
Toezichthoudend . Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend . Adviserend. Mogelijk sturend.
• • • • • •
Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-61-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 Bevoegd gezag Wm (Gemeente) Veroorzaker lozing Rioleringsbeheer Gemeente
Toezichthoudend . Informerend en uitvoerend. Adviserend. Uitvoerend.
• • •
Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Treffen van maatregelen, c.q. stoppen lozing.
•
Onderhoudt contact met technicus beheer of teamleider. Kan worden uitgenodigd als adviseur WAT. Doet waarneming en inspectie in het veld. Heeft de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen (stopzetten gemalen). Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Afvoer van slib indien noodzakelijk. Extra beluchting, watertransport (preventief dan wel voor daadwerkelijke bestrijding).
• • • Bevoegd gezag Wm (provincie) Regionale Milieudienst Slib eindverwerker Aannemers/Loonw erkers
Toolbox Middelen en Maatregelen
Bronbestrijding (besturingssysteem)
Effectbestrijding
Toezichthoudend . Toezichthoudend . Uitvoerend. Uitvoerend.
Mogelijke middelen en maatregelen 1. Verkenning: verdere inschatting van de omvang van de lozing in relatie tot overbelasting; 2. Stoppen van lozing aan de bron 3. Start en monstername influent en effluent; 4. (Gedeeltelijk) Stoppen aanvoer (bij DWA); 5. Controleren waterkwaliteit influent 1. Stilzetten een of meerdere gemalen 2. Maatregelen om lozing gedoseerd naar rzwi afvoeren 3. Conditioneren bijv. bijstellen pH 4. Inzetten extra O2-capaciteit 5. Stilzetten ontwatering 6. Waarschuwing personeel en publiek voor gezondheids/explosiegevaar 7. Verdunnen indien er sprake is van toxische stoffen 8. Maatregelen in slibverwerking
• • • • • •
Overwegingen
ad 2. Tijdelijk stoppen kan overbelasting beperken ad 4. Inschatten of maatregelen beoogde afvlakkende werking hebben
ad 1. Mogelijkheid om vervuiling te isoleren en af te voeren ad 2. Isoleren, bufferen, by-passen – benutten van dubbele leidingen, vijvers vullen, noodbuffer, overstorten
ad 5. Beperken interne retourstromen
Ad. 8 batchgewijs verwerken
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-62-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013 Effectinperking Meten
1.
Metingen luchtkwaliteit i.v.m gezondheid, stank, explosiegevaar Bepalen omvang en locatie van de lozing; Trending en beoordelen capaciteit van de zuivering.
I.s.m. beoordeling kwaliteit ventilatie en locatie van emissiepunten
1. Eventueel gebufferd water naar externe verwerking, bv. lozer Evalueren effecten lozing op kwaliteit oppervlaktewaterlichaam/waterbodem
ad 1. Om op verantwoording van de lozer te worden verwerkt
2. 3.
Afvoer Salvage/nazorg Hygiëne Overig
Opmerkingen / Overig
Advies, verbetervoorstel
Beoordeling van schade door inspectie van leidingen/gemalen/aanvoerstelsel. Lessons learned - contact met veroorzaker lozing om herhaling te voorkomen. • Wachtdienst: Duidelijk geregeld in het calamiteitenplan? Helderheid binnen organisatie dat meldingen die waar dan ook in de organisatie binnenkomen naar het contactcentrum/de coördinatiewacht worden doorgezet?! Denk aan meldingen via email/fax/sms die vanuit veroorzaker bij verschillende personen binnen kunnen komen!! Hoe om te gaan met het feit dat soms ook technicus beheer door bedrijven wordt gebeld over calamiteiten? • Hoe snel kunnen gemalen worden uitgeschakeld na een centrale melding? • Is kennis 24/7 beschikbaar (bijvoorbeeld vergunningsgegevens bedrijven)? • Dienstverleningsafspraak goed insteken m.b.t. aansturing extern laboratorium! • Leermomenten inbouwen n.a.v. calamiteiten, leer- en verbetertraject inzetten hoe om te gaan met calamiteuze gebeurtenissen! • Overzicht op te stellen: wat kan een rwzi aan ? • Checklist t.b.v. bepaling omvang van de lozing: m3, CZV, tijdsduur etc. • Kennis over rioleringsgebied (evt. i.s.m. gemeente, wie is contactpersoon?)
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-63-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.10.2.
Calamiteuze lozing met overbelasting rwzi / zonder voorafgaande melding.
Scenario 2 - Calamiteuze lozing met overbelasting rwzi / zonder voorafgaande melding Algemeen
Aard, beschrijving
Als gevolg van een lozing komt een stroom afvalwater richting de rwzi. Door deze onvoorziene lozing als gevolg van een calamiteit of illegale activiteit neemt de vuilvracht in het afvalwater toe tot boven de ontwerpbelasting van de rwzi. De biologische capaciteit is onvoldoende om de vervuiling te verwerken tot effluentkwaliteit.
Plaats (op rwzi)
De lozing komt binnen met het overige rioolwater, waarna het via het ontvangwerk de diverse onderdelen van de waterlijn doorstroomt.
Grootte zuivering
De capaciteit van de rwzi is bepalend voor het effect van de lozing. Bij een kleine rwzi zijn de gevolgen van een lozing relatief snel merkbaar. Bij een grote rwzi (bv. rwzi Bath) zal een lozing sneller verdund worden door het overige afvalwater.
Melding door
(Automatische) melding door het niet halen van de setpoints voor de sturing van de rwzi, zoals setpoint voor O2, NH4 of NO3 (evt. PO4) in het beluchtingsbassin, melding van monitoren in het effluent of een melding naar aanleiding van een veldanalyseresultaat..
Omvang
De omvang van de lozing (in m3’s en vracht) zal samen met de grootte van de rwzi de omvang van de calamiteit bepalen.
Verloop scenario in de tijd (globale verwachting)
De lozing komt via het riool aan op de rwzi. Door de sterk verhoogde vuilvracht, zal naar verwachting een of meerdere meetwaarden in het beluchtingsbassin sterk afwijken van de setpoints. Na verloop van tijd (binnen enkele uren) zal de lozing de rwzi met het (deels ongezuiverde) effluent verlaten.
Overig Effecten
Primaire effecten (zonder ingrijpen): • Overbelasting (i.e.)
[effecten – kwalitatief] • •
• Bedreiging oppervlaktewaterlichaam
•
• Stank
•
•
Niet halen setpoints in beluchtingsbassins. Bij langdurige overbelasting kans op uitspoeling actieve biomassa met mogelijk een verlies van nitrificatiecapaciteit. De lozingsnormen zullen naar verwachting worden overschreden. Zuurstofloosheid oppervlaktewaterlichaam (de waterkwaliteit van het ontvangende water verslechtert. Dit kan leiden tot afsterven organismen, bv. vis). Effluenthergebruik kan risicovol zijn, i.e. waterlevering Kaatsheuvel aan Efteling
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-64-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 2 - Calamiteuze lozing met overbelasting rwzi / zonder voorafgaande melding Schadeontwikkeling (zonder maatregelen)
Bestrijdingsstrategie
Soorten maatregelen
Planning
Effecten op omgeving • Mensen personeel / omwonenden • Huizen • Infrastructuur • Natuur / milieu Kans op escalatie / nieuwe ramp (intern) Kans op domino effecten (extern) Indicator niveau Coördinatiefase Doel, strategie en prioriteit
Ontdekken of beheersen (handelen in een dreigende situatie) Beperken effecten Verloop van de calamiteit
Kans op stankoverlast voor omgeving. Geen. Geen. Verslechtering waterkwaliteit ontvangende water. nee ja
Waterlevering zuivering kaatsheuvel aan Efteling (hergebruik beperkt /niet mogelijk).
3 of hoger Op basis van het indicatorniveau volgt een coördinatiefase (1, 2 of 3) Het einddoel is terug te keren naar de normale situatie binnen een tijdsbestek van 3 dagen Om hier te komen geldt: 4 Stabiliseren en inperken incident; 5 Voorkomen escalatie; 6 Herstel werking rwzi en behoud waterkwaliteit ontvangende water (zie ook scenario 1.1. DBP Waterkwaliteit). n.v.t.
d.m.v. bronmaatregelen T0 0 – 1 uur
1 – 4 uur
Moment van ontdekking overbelasting (zie onder algemeen; aard en melding door) • Bevestigen, verkennen, verifiëren van de overbelasting; • Start monstername; • Vaststellen afwijking reguliere bedrijfsvoering en opschalen indien nodig; • Treffen van eerste maatregelen om incident te beperken. • Waarschuwen en inschakelen van externe partijen; • Beschikbare middelen inzetten; • Checken trendings van meetapparatuur om ernst situatie in te kunnen schatten; • Checken waterkwaliteit aanvoer op rwzi en slibactiviteit; • Start opsporing veroorzaker; • Eerste maatregelen nemen (no regret) bij vervuilende bron of aan voorkant van de zuivering.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-65-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 2 - Calamiteuze lozing met overbelasting rwzi / zonder voorafgaande melding 4 – 24 uur
1 – 3 dagen
3 – 7 dagen > 7 dagen Wie/Rol
Mensen
Team
Taken, Bevoegdheden, Verantwoordelijkheid
Contactcentrum/Coördi natiewacht
Zie wachtdienst
(m.b.t. kennis en competenties) Zuiveringswacht
WAT (Waterschap Actie Team) en aanvullende teamleden
• • • • • • •
Operationaliseren van de opsporing veroorzaker; Afweging en inzet maatregelen om effecten te beheersen en te stabiliseren [b.v. afschakelen gemalen of wegpompen uit aanvoerput]; Inzet externe middelen indien nodig. Melden aan bevoegd gezag indien nodig. Maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg; Opsporen veroorzaker en beëindigen lozing; Inzet externe middelen indien nodig.
Taak
Ontvangen en doorzetten van de melding
Activiteiten en maatregelen (relevantie m.b.t. competentie, kennis, vaardigheid) • Inventariseert basisgegevens (contactgegevens, aanspreekpartners, lozingsgegevens) • Raadpleegt calamiteitenplan en informeert in dit scenario a) zuiveringstechnoloog en b) BOA • Terugkoppeling ontvangen van zuiveringstechnoloog of BOA; • Informeert voorzitter WAT i.v.m. opschalen. • Zet melding door binnen ZB • Informeert direct in overleg met technoloog bevoegd gezag
Meldt calamiteit aan contactcentrum/ coordinatiewacht Samenstelling WAT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WAT altijd coördinatiefase 1. Voorzitter WAT heeft leidende/coördinerende rol = regisseur bij bestrijding van het incident. Technicus beheer Operationeel • Overleg met zuiveringstechnoloog; uitvoerend. • Bediening rwzi; • Gegevens verzamelen.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-66-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 2 - Calamiteuze lozing met overbelasting rwzi / zonder voorafgaande melding Zuiveringstechnoloog
Coördinerend en adviserend.
• • • • • • • • • •
Teamleider Extern Laboratorium (DVA!) Monsternemer Lab Coördinator Team Industrie en Gemeente Afdeling handhaving of de toezichthouder Wachtdienst Waterkwaliteit Vergunningverlener Monsternemer Handhaving
Coördinerend Uitvoerend.
• •
Uitvoerend.
•
Uitvoerend.
•
Adviserend. Uitvoerend.
• • • • • • • •
Afstemming met extern laboratorium (contact conform DVA) over monstername en analyse; Beoordelen van situatie met technicus beheer; Belt contactcentrum/coördinatiewacht (o.a. i.v.m. evt. besluit over opschaling); Adviseert WAT; Informeert afdelingshoofd A&O bij verdere opschaling; Beoordeling en zonodig melding over stankoverlast; Onderhoudt contact met rioleringsbeheer gemeente; Onderhoudt contact met veroorzaker lozing bv. bedrijven (indien bekend), i.s.m. handhaver; Onderhoudt contact met eventuele gebruikers effluent; Adviseert en initieert inzet van (externe) middelen en maatregelen, in overleg met WAT. Coördineert acties bij Afdeling beheer. Analyseert en rapporteert over monsters genomen in het kader van deze calamiteit (conform DVA). Neemt monsters in opdracht van laboratorium (DVA). Verzamelt gegevens voor opsporing veroorzaker en zet ondersteunende acties uit t.b.v. opsporing veroorzaker. Informeert afdelingshoofd Handhaving; Direct ingeseind door voorzitter WAT. Verzamelt gegevens Adviserend met betrekking tot de waterkwaliteit. Adviseert WAT over mogelijke veroorzakers. Wordt zonodig ingeschakeld door vz WAT Neemt monsters in kader van opsporing bij mogelijke veroorzaker. Wordt aangestuurd door Coördinator Team Industrie en Gemeente Afdeling handhaving of op verzoek van BOA.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-67-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 2 - Calamiteuze lozing met overbelasting rwzi / zonder voorafgaande melding
WOT (Waterschap Operationeel Team) en aanvullende teamleden
WBT (Waterschap Beleids Team) Overigen (extern)
BOA (i.p. geen deelnemer WAT)
Informerend (intern) Opsporend (extern)
Opsporingstaken (extern) • Direct ingeseind door contactcentrum/coördinatiewacht. • Zuiveringstechnoloog en BOA onderhouden contact. • Spoort veroorzaker op. • Verzamelt bewijslast in het kader van strafrechtelijk dan wel bestuursrechtelijk onderzoek. Samenstelling WOT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WOT altijd coördinatiefase 2. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met zuiveringstechnoloog. A&O • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met Coördinator Team Handhaving. Industrie. • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Bediening en • Ingeseind door vz WOT. Beheer. Afdelingshoofd • Onderhoudt contact met wachtdienst Kwaliteit. Kennis & Advies • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Samenstelling WBT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WBT altijd coördinatiefase 3. Afdelingshoofd Toelichtend • Toelichtend binnen het WBT. A&O Bevoegd gezag Wvo (RWS)
Bevoegd gezag Wm (Gemeente)
Toezichthoudend . Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend . Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend .
• • • • • • • •
Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog.
Rioleringsbeheer Gemeente
Adviserend. Uitvoerend.
• • • •
Bevoegd gezag Wm (provincie)
Toezichthoudend .
• •
Onderhoudt contact met zuiveringstechnoloog. Kan worden uitgenodigd als adviseur WAT. Doet waarneming en inspectie in het veld. Heeft de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen (stopzetten gemalen). Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog.
Bevoegd gezag Wvo (WBD)
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-68-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 2 - Calamiteuze lozing met overbelasting rwzi / zonder voorafgaande melding Regionale Milieudienst Slib eindverwerker Aannemers/Loonw erkers Toolbox Middelen en Maatregelen
Bronbestrijding (besturingssysteem)
Toezichthoudend . Uitvoerend. Uitvoerend.
Mogelijke middelen en maatregelen 1. Verkenning: verifiëren van overbelasting, inschatten van de omvang v/d lozing a. Check monitoren b. Check trendings c. Check luchtvraag d. Visuele beoordeling e. Aanvullende veldanalyses
• • • •
Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Afvoer van slib indien noodzakelijk. Extra beluchting, watertransport (preventief dan wel voor daadwerkelijke bestrijding)
Bijzonderheden
NH4, O2, NOx, oP div. parameters, debiet → omvang, tijdsontwikkeling kleur, geur (referentie ?) pH, NH4, NO2, NO3, PO4 eventueel ook op onderliggende gemalen
2. 3.
Effectbestrijding
4. 5. 1.
Start monstername influent/effluent Stoppen aanvoer (DWA) op een of meerdere gemalen Afvoer influent per as Stoppen aanvoer (RWA) Bypass zuivering (waar mogelijk)
afhankelijk van beschikbare berging, eventueel vervuiling isoleren en afvoeren betekent overstort, keuze voorbereiden Ter voorkoming hoog NO2, NH4, mogelijk resultaat O2 tekort oppervlaktewaterlichaam.
2. Stopzetten aanvoer extern slib, aanvoer per as
Effectinperking
3. Stoppen levering effluent 1. Extra beluchting in beluchtingsbassin 2. Enten van aktief slib 3. Preprecipitatie
Voorkoming van domino effect. Capaciteit optimaal inzetten (COD-verw – nitr/den)
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-69-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 2 - Calamiteuze lozing met overbelasting rwzi / zonder voorafgaande melding Meten
1. Bepalen omvang van lozing a. dagelijks analyse 24-u monster b. ademhalingstest c. evt. aanvullende bemonstering. tbv. opsporing 2. Procesvoering a. verhoging bezoekfrequentie rwzi (minimaal dagelijks) b. controle trendings (min. dagelijks) c. evt. uitbreiding veldanalyses d. bewaren/veiligstellen procesgegevens 3. Effecten op effluent a. dagelijks CZV, NKj, Ntot, Ptot, droogrest., plus evt. andere vergunningsparameters b. bewaren/veiligstellen procesgegevens
CZV, BZV, NKj, P, Nog te ontwikkelen, referenties opbouwen
Benodigde middelen: veldanalyseset, O2/pH meter (gebruiksklaar!), t.b.v. latere verantwoording
t.b.v. latere verantwoording
Afvoer Salvage/nazorg
Evalueren effecten lozing op kwaliteit oppervlaktewaterlichaam/waterbodem
Hygiëne Overig
Lessons learned - contact met veroorzaker lozing om herhaling te voorkomen.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-70-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 2 - Calamiteuze lozing met overbelasting rwzi / zonder voorafgaande melding Opmerkingen / Overig
Advies, verbetervoorstel
•
• • • • • • • • • • •
•
Is er voldoende kennis/ervaring aanwezig m.b.t. signalering bij beheer (combinatie van meetwaarden, beoordeling overschrijden setpoints)? Evt. lijst maken met aandachtspunten ter beoordeling Kennisoverdracht van ervaren zuiveringstechnoloog naar collega’s waarborgen! Is kennis 24/7 beschikbaar? Taken voorzitter WAT duidelijk definiëren! Dienstverleningsafspraak goed insteken m.b.t. aansturing extern laboratorium! Leermomenten inbouwen n.a.v. calamiteiten, leer- en verbetertraject inzetten hoe om te gaan met calamiteuze gebeurtenissen! Kennis ten aanzien van aanvoersysteem, inclusief beschikbare berging (productiehandboeken) Urgentiebepaling en doormelding van storingen, storingsmeldingen op basis van combinatie van meetsignalen Afstemming met rioleringsbeheer gemeente duidelijk? I.v.m. stopzetten gemalen - gaat om afweging bescherming zuivering vs. overstorten. Overwegen om evtl. in WAT op te nemen Helderheid over rol zuiveringstechnoloog i.s.m. BOA en handhaving in contact met veroorzaker lozing, i.e. verschillende belangen, wijze van communicatie Aangezien de hoeveelheid taken noodzaak tot prioritering bij bijv. zuiveringstechnoloog!? Competenties aanwezig? Bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden van zuiveringstechnoloog/WAT/anderen voor wat betreft inzet van middelen en maatregelen, (externe) opdrachtverlening (hierarchische lijn?) Besluitvorming binnen Ws bij tactische keuzes (meerdere oplossingsmogelijkheden) m.b.t. inzet van middelen en maatregelen helder? Grenzen van mandatering WAT/WOT/WBT/Zuiveringstechnoloog in te nemen beslissingen helder?
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-71-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.10.3.
Toxische1 lozing / zonder voorafgaande melding
Scenario 3 - Toxische2 lozing / zonder voorafgaande melding Algemeen
Aard, beschrijving
Als gevolg van een lozing komt een stroom toxisch afvalwater richting de rwzi. Door deze onvoorziene lozing als gevolg van een calamiteit of illegale activiteit worden één of meerdere biologische processen (gedeeltelijk) geremd of zelfs helemaal stilgelegd. Hierdoor neemt de biologische capaciteit af, waardoor deze onvoldoende is om de binnenkomende vervuiling te verwerken tot de gewenste effluentkwaliteit. De toxische stof kan naast het stilleggen of remmen van bepaalde biologische processen ook een negatief aspect hebben op de geuremissie (zie scenario 8) of de gezondheid van de werknemers op de rwzi.
Plaats (op rwzi)
De lozing komt binnen met het overige rioolwater, waarna het via het ontvangwerk de diverse onderdelen van de waterlijn doorstroomt.
Grootte zuivering
De capaciteit van de rwzi is bepalend voor het effect van de lozing. Bij een kleine rwzi zijn de gevolgen van een lozing relatief snel merkbaar. Bij een grote rwzi (bv. rwzi Bath) zal een lozing sneller verdund worden door het overige afvalwater.
Melding door
(Automatische) melding door het niet halen van de setpoints voor de sturing van de rwzi, zoals setpoint voor O2, NH4 of NO3 (evt. PO4) in het beluchtingsbassin, het effluent of door zuiveringswacht (op advies van technicus beheer).
Omvang
De omvang van de lozing (in m3’s en vracht/mate toxiciteit) zullen samen met de grootte van de rwzi de omvang van de calamiteit bepalen.
Verloop scenario in de tijd (globale verwachting)
De lozing komt via het riool aan op de rwzi. Zodra de toxische stof in aanraking komt met het slib, zal het de biologische processen gaan beïnvloeden. Indien de toxiciteit onomkeerbaar is, zal de biologische capaciteit pas terugkeren na het op nieuw ingroeien of enten van de biomassa. Voor de nitrificatiecapaciteit kan het ingroeien van voldoende capaciteit dagen tot weken duren. De effluentlozing wordt enerzijds beïnvloed doordat de toxische stof met het effluent kan meespoelen en anderzijds door de verminderde biologische activiteit.
Overig
1 Hierbij wordt onder een toxische stof een stof verstaan die onder normale omstandigheden niet of in hele kleine hoeveelheden aankomt bij de rwzi en die bij de omvang van de lozing voor een aanzienlijke negatieve beïnvloeding van de biologische processen zorgt. 2 Hierbij wordt onder een toxische stof een stof verstaan die onder normale omstandigheden niet of in hele kleine hoeveelheden aankomt bij de rwzi en die bij de omvang van de lozing voor een aanzienlijke negatieve beïnvloeding van de biologische processen zorgt.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-72-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 3 - Toxische2 lozing / zonder voorafgaande melding Effecten
Primaire effecten (zonder ingrijpen): • Afsterving biomassa
• •
•
• Schadeontwikkeling (zonder maatregelen)
Bestrijdingsstrategie
Soorten maatregelen
Verstoring gistingsproces Verhoging concentratie verontreiniging in slib Bedreiging oppervlaktewater lichaam
[effecten – kwalitatief] • •
Niet halen setpoints in beluchtingsbassins. Door afsterven biomassa kans op uitspoeling van slib.
• •
Daling gasproductie, verminderde organische stofafbraak Afzet slib in gevaar
•
De lozingsnormen zullen naar verwachting worden overschreden door afname van de biologische capaciteit. Zuurstofloosheid oppervlaktewaterlichaam (de waterkwaliteit van het ontvangende water verslechtert. Dit kan leiden tot afsterven organismen, bv. vis). Toxische stof kan acute bedreiging vormen voor organismen in oppervlaktewaterlichamen. Effluenthergebruik kan risicovol zijn, i.e. waterlevering rwzi Kaatsheuvel aan Efteling
• • •
Stank
Effecten op omgeving • Mensen personeel / omwonenden • Huizen • Infrastructuur • Natuur / milieu Kans op escalatie / nieuwe ramp (intern) Kans op domino effecten (extern) Indicator niveau Coördinatiefase Doel, strategie en prioriteit
Ontdekken of beheersen (handelen in een dreigende situatie)
Toxische stof kan schadelijk zijn voor de gezondheid, kans op stankoverlast voor omgeving zie punt ‘Mensen’ . Geen. Geen. Verslechtering waterkwaliteit ontvangende water. nee ja
Waterlevering rwzi Kaatsheuvel aan Efteling (hergebruik beperkt / niet mogelijk)
3 of hoger Op basis van het indicatorniveau volgt een coördinatiefase (1, 2 of 3) Het einddoel is terug te keren naar de normale situatie binnen een zo kort mogelijk tijdsbestek (3-7 dagen) Om hier te komen geldt 1. Stabiliseren en inperken incident; 2. Voorkomen escalatie; 3. Herstel werking rwzi en behoud waterkwaliteit ontvangende water (zie ook scenario 1.1. DBP Waterkwaliteit). n.v.t.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-73-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 3 - Toxische2 lozing / zonder voorafgaande melding
Planning
Beperken effecten
d.m.v. bronmaatregelen.
Verloop van de calamiteit
T0 0 – 1 uur
1 – 4 uur
4 – 24 uur
1 – 3 dagen
3 – 7 dagen > 7 dagen
Moment van ontdekking toxische lozing (zie onder algemeen; aard en melding door) • Bevestigen, verkennen, verifiëren van de toxische lozing; • Start monstername; • Vaststellen afwijking reguliere bedrijfsvoering en opschalen indien nodig; • Treffen van eerste maatregelen om incident te beperken. • Waarschuwen en inschakelen van externe partijen; • Beschikbare middelen inzetten; • Checken trendings van meetapparatuur om ernst situatie in te kunnen schatten; • Checken waterkwaliteit aanvoer op rwzi en slibactiviteit; • Start opsporing veroorzaker; • Eerste maatregelen nemen (no regret) bij vervuilende bron of aan voorkant van de zuivering. • Operationaliseren van de opsporing; • Afweging en inzet maatregelen om effecten te beheersen en te stabiliseren [b.v. afschakelen gemalen of wegpompen uit aanvoerput]; • Inzet externe middelen indien nodig; • Melden aan bevoegd gezag indien nodig. • Maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg; • Opsporen veroorzaker en beëindigen lozing; • Inzet externe middelen indien nodig. • Monitoren en eventuele aanvullende maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg • Monitoren en eventuele aanvullende maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-74-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 3 - Toxische2 lozing / zonder voorafgaande melding Mensen
Team
Taken, Bevoegdheden, Verantwoordelijkheid
Contactcentrum/Coörd inatiewacht
Wie/Rol
(m.b.t. kennis en competenties)
WAT (Waterschap Actie Team) en aanvullende teamleden
Taak
Activiteiten en maatregelen (relevantie m.b.t. competentie, kennis, vaardigheid) Zie wachtdienst Ontvangen en • Inventariseert basisgegevens (contactgegevens, doorzetten van aanspreekpartners, lozingsgegevens) de melding • Raadpleegt calamiteitenplan en informeert in dit scenario a) zuiveringstechnoloog en b) BOA • Terugkoppeling ontvangen van zuiveringstechnoloog of BOA; • Informeert voorzitter WAT i.v.m. opschalen. Zuiveringswacht Meldt calamiteit • Zet melding door binnen ZB aan • Informeert direct in overleg met coordinatiewacht zuiveringstechnoloog bevoegd gezag Samenstelling WAT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WAT altijd coördinatiefase 1. Voorzitter WAT heeft leidende/coördinerende rol = regisseur bij bestrijding van het incident. Technicus beheer Operationeel • Overleg met zuiveringstechnoloog; uitvoerend. • Bediening rwzi; • Gegevens verzamelen. ZuiveringstechCoördinerend en • Afstemming met extern laboratorium (contact noloog adviserend. conform DVA) over monstername en analyse; • Beoordelen van situatie met technicus beheer; • Belt contactcentrum/coördinatiewacht i.v.m. evt. besluit over opschaling • Adviseert WAT; • Informeert afdelingshoofd A&O bij verdere opschaling • Beoordeling en zonodig melding over stankoverlast; • Onderhoudt contact met rioleringsbeheer gemeente; • Onderhoudt contact met veroorzaker lozing bv. bedrijven (indien bekend) i.s.m. handhaver; • Onderhoudt contact met eventuele gebruikers effluent; • Adviseert en initieert inzet van (externe) middelen en maatregelen in overleg met WAT. Teamleider Coördinerend • Coördineert acties bij Afdeling beheer. Extern Uitvoerend. • Analyseert en rapporteert over monsters genomen Laboratorium in het kader van deze calamiteit (conform DVA). (DVA!) Monsternemer Lab Uitvoerend. • Neemt monsters in opdracht van laboratorium (DVA).
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-75-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 3 - Toxische2 lozing / zonder voorafgaande melding
WOT (Waterschap Operationeel Team) en aanvullende teamleden
WBT (Waterschap Beleids Team) Overigen (extern)
Coördinator Team Industrie en Gemeente Afdeling handhaving of de toezichthouder Wachtdienst Waterkwaliteit Vergunningverlene r Monsternemer Handhaving BOA (geen deelnemer WAT)
Uitvoerend.
Adviserend.
• • • • •
Bevoegd gezag Wvo (RWS)
Toezichthoudend Adviserend. Mogelijk sturend.
• • •
• • •
Verzamelt gegevens voor opsporing veroorzaker en zet acties uit t.b.v. opsporing veroorzaker; Informeert afdelingshoofd Handhaving; Direct ingeseind door voorzitter WAT.
Verzamelt gegevens Adviserend met betrekking tot de waterkwaliteit. Adviserend. Adviseert WAT over mogelijke veroorzakers. Wordt zonodig ingeschakeld door vz WAT Uitvoerend. Neemt monsters in kader van opsporing bij mogelijke veroorzaker. Informerend Opsporingstaken (extern) (intern) • Direct ingeseind door Opsporend contactcentrum/coördinatiewacht (extern). • Zuiveringstechnoloog en BOA onderhouden contact; • Spoort veroorzaker op; • Verzamelt bewijslast in het kader van strafrechtelijk dan wel bestuursrechtelijk onderzoek. Samenstelling WOT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WOT altijd coördinatiefase 2. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact emt zuiveringstechnoloog. A&O • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met Coördinator Team Handhaving. Industrie. • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Bediening en • Ingeseind door vz WOT. Beheer. Afdelingshoofd • Onderhoudt contact met wachtdienst Kwaliteit. Kennis & Advies • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Samenstelling WBT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WBT altijd coördinatiefase 3. Afdelingshoofd Toelichtend Toelichtend binnen et WBT. A&O
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog.
-76-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 3 - Toxische2 lozing / zonder voorafgaande melding Bevoegd gezag Wvo (WBD) Bevoegd gezag Wm (Gemeente) Rioleringsbeheer Gemeente
Bevoegd gezag Wm (provincie) Regionale Milieudienst Slib eindverwerker Aannemers/Loonw erkers
Toolbox Middelen en Maatregelen
Bronbestrijding (besturingssysteem)
Toezichthoudend Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend Adviserend, Uitvoerend
Toezichthoudend . Toezichthoudend . Uitvoerend. Uitvoerend.
Mogelijke middelen en maatregelen 1. Verkenning: verifiëren van toxiciteit inschatten van de omvang vd lozing f. Check monitoren g. Check trendings h. Check luchtvraag i. Visuele beoordeling j. Aanvullende veldanalyses
• • • • • • • • • • • • • • •
Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Onderhoudt contact met zuiveringstechnoloog Kan worden uitgenodigd al adviseur WAT Doet waarneming en inspectie in het veld Heeft de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen (stopzetten gemalen). Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Afvoer van slib indien noodzakelijk. Extra beluchting, watertransport (preventief dan wel voor daadwerkelijke bestrijding), aanvoer entslib.
Bijzonderheden
NH4, O2, NOx, oP div. parameters, debiet → omvang, tijdsontwikkeling kleur, geur (referentie ?) pH, NH4, NO2, NO3, PO4 eventueel ook op onderliggende gemalen
2. 3. 4. 5. 6.
Start monstername influent/effluent Stoppen aanvoer (DWA) op een of meerdere gemalen Afvoer influent per as Stoppen aanvoer (RWA) Stoppen aanvoer (bij DWA)
afhankelijk van beschikbare berging, eventueel vervuiling isoleren en afvoeren. Tijdelijk stoppen kan toxiciteit beperken betekent overstort, keuze voorbereiden
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-77-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 3 - Toxische2 lozing / zonder voorafgaande melding Effectbestrijding
1. 2. 3. 4.
Effectinperking
5. 1. 2. 3. 4.
Meten
Stilzetten een of meerdere gemalen Stilzetten indikking/ontwatering Gedeeltelijke bypass (sparen van een van de straten) Toevoegen adsorptiemiddel voor toxische stoffen Stoppen levering effluent Extra beluchting in beluchtingsbassin Extra beluchting in ontvangende oppervlaktewaterlichaam Apart ontwateren slib met adsorbens Enten slib
meetteam / meetset samenstellen meten waterkwaliteit o.a: 1. Bepalen omvang van lozing ∗ dagelijks analyse 24-u monster ∗ evt. aanvullende bemonstering. tbv. opsporing 2. Procesvoering ∗ verhoging bezoekfrequentie rwzi (minimaal dagelijks) ∗ ademhalingstest ∗ nitrificatietest ∗ controle trendings (min. dagelijks) ∗ evt. uitbreiding veldanalyses ∗ bewaren/veiligstellen procesgegevens 3. Effecten op effluent ∗ dagelijks CZV, NKj, Ntot, Ptot, droogrest., plus evt. andere vergunningsparameters 4. bewaren/veiligstellen procesgegevens
ad 1. Mogelijkheid om vervuiling te isoleren en af te voeren ad 2. Overwegen om gisting te sparen
ad 4. bijvoorbeeld actief kool ad 5. voorkoming van domino effect.
ad 4. Indien biologie dood is, dient slib van andere locatie aangevoerd worden om nieuwe zuiveringscapaciteit te krijgen. Enten is pas zinvol als de toxiciteit uit het afvalwater is verdwenen.
CZV, BZV, NKj, P, Nog te ontwikkelen, referenties opbouwen
Benodigde middelen: veldanalyseset, O2/pH meter (gebruiksklaar!), t.b.v. latere verantwoording
t.b.v. latere verantwoording
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-78-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 3 - Toxische2 lozing / zonder voorafgaande melding Afvoer Salvage/nazorg Hygiëne Overig
Opmerkingen / Overig
Advies, verbetervoorstel
Evalueren effecten lozing op kwaliteit oppervlaktewaterlichaam/waterbodem. Lessons learned – contact met veroorzaker lozing op herhaling te voorkomen. • Is er voldoende kennis/ervaring aanwezig m.b.t. signalering bij beheer (combinatie van meetwaarden, beoordeling overschrijden setpoints, effect van bepaalde toxische stoffen)? Evt. lijst maken met aandachtspunten ter beoordeling • Kennisoverdracht van ervaren zuiveringstechnoloog naar collega’s waarborgen! • Is kennis 24/7 beschikbaar? • Taken voorzitter WAT duidelijk definiëren! • Dienstverleningsafspraak goed insteken m.b.t. aansturing extern laboratorium! • Leermomenten inbouwen n.a.v. calamiteiten, leer- en verbetertraject inzetten hoe om te gaan met calamiteuze gebeurtenissen! • Stofkennis • Zie ook Deelbestrijdingsplan ZTW, hoofdstuk 3.3. en 3.4. • Kennis ten aanzien van aanvoersysteem, inclusief beschikbare berging (productiehandboeken) • Urgentiebepaling en doormelding van storingen, storingsmeldingen op basis van combinatie van meetsignalen • Afstemming met rioleringsbeheer gemeente duidelijk? I.v.m. stopzetten gemalen - gaat om afweging bescherming zuivering vs. overstorten. Overwegen om evtl. in WAT op te nemen • Helderheid over rol zuiveringstechnoloog i.s.m. BOA en handhaving in contact met veroorzaker lozing, i.e. verschillende belangen, wijze van communicatie • Aangezien de hoeveelheid taken noodzaak tot prioritering bij bijv. zuiveringstechnoloog!? Competenties aanwezig? • Bevoegdheden, taken en verantwoordelijkheden van zuiveringstechnoloog/WAT/anderen voor wat betreft inzet van middelen en maatregelen, (externe) opdrachtverlening (hierarchische lijn?) • Besluitvorming binnen Ws bij tactische keuzes (meerdere oplossingsmogelijkheden) m.b.t. inzet van middelen en maatregelen helder? Grenzen van mandatering WAT/WOT/WBT/Zuiveringstechnoloog in te nemen beslissingen helder? • Ontwikkeling van alternatieve afzetkanalen voor slib
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-79-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.10.4.
Lekke persleiding
Scenario 4 - Lekke persleiding Algemeen
Aard, beschrijving
In het beheersgebied treedt een breuk op in een persleiding op land, tussen twee gemalen of tussen een gemaal en een zuiveringstechnisch werk of op een zuiveringstechnisch werk. Mogelijke oorzaken kunnen o.a. zijn (graaf)werkzaamheden (door eigen personeel of derden), verzakking of corrosie.
Plaats
Een breuk in een persleiding kan willekeurig in het beheersgebied plaatsvinden. De omgeving waarin de breuk zich voordoet kan sterk verschillen; waterwingebied, woonwijk, industrieterrein. De breuk kan zich voordoen op eigen terrein of op terrein van derden.
Grootte zuivering
Persleidingen komen in diverse afmetingen voor en hangt af van de plaats in het beheersgebied.
Melding door
Via het centrale nummer wordt gemeld dat er een lekkage optreedt.
Omvang
Afhankelijk van de mogelijkheden om het lek (tijdelijk) te herstellen of het afvalwater om te leiden is de omvang beperkt tot groot. Bij een gecombineerd rioolstelsel maakt het een groot verschil of het droge of natte weersomstandigheden zijn.
Verloop scenario in de tijd (globale verwachting)
Het afvalwater kan niet meer via de persleiding worden afgevoerd naar de rwzi. Het afvalwater zal zich ophopen in het rioolstelsel. Indien het niet via een andere persleiding kan worden afgevoerd, zal het water met tankauto’s moeten worden afgevoerd. Tijdens regenweer kan dit capaciteitsproblemen geven (ook bij DWA, afhankelijk van de berging en de tijdsduur van het incident). Afhankelijk van de omvang van de schade zal het enkele uren tot weken duren voordat de leiding gerepareerd is.
Overig
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-80-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 4 - Lekke persleiding Effecten
Schadeontwikkeling (zonder maatregelen)
Primaire effecten (zonder ingrijpen): • Geen afvoer afvalwater naar rwzi • Bedreiging oppervlaktewater • Stank • Bedreiging bodemkwaliteit, grondwaterkwaliteit Effecten op omgeving • Mensen personeel / omwonenden • • •
Huizen Infrastructuur Natuur / milieu
Kans op escalatie / nieuwe ramp (intern) Kans op domino effecten (extern) Indicator niveau Coördinatiefase
[effecten – kwalitatief] •
Het afvalwater kan niet worden gezuiverd.
Zuurstofloosheid oppervlaktewater, in geval van overstort (de waterkwaliteit van het ontvangende water verslechtert. Dit kan leiden tot afsterven organismen, bv. vis). • Doordat ruw afvalwater via de breuk wegstroomt, zal stankoverlast veroorzaakt worden. • Bodemverontreiniging, grondwaterverontreiniging • Het afvalwater bevat pathogenen en eventueel andere stoffen die schadelijk kunnen zijn voor mens en milieu • Overstort kan invloed hebben op watergerelateerde evenementen (roeiwedstrijden, triathlon etc.) • Bij een grote lekkage kan schade aan huizen ontstaan in omgeving van breuk. • Bij een grote lekkage kan schade aan infrastructuur ontstaan, bijvoorbeeld schade aan dijklichamen, kunstwerken (zie ook NEN 3650) • Verslechtering waterkwaliteit ontvangende water nabij breuk, bodemverontreiniging, geuroverlast. nee •
ja
Verhoogde kans op overstorten door (tijdelijk) lagere afnamecapaciteit.
4 of hoger Op basis van het indicatorniveau volgt een coördinatiefase (2 of 3)
Bestrijdingsstrategie
Doel, strategie en prioriteit
Het einddoel is de gevolgen van de breuk op de bodem- en waterkwaliteit te beheersen en om zo snel mogelijk, , terug te keren naar de normale situatie. Om hier te komen geldt 1 Stabiliseren en inperken incident; 2 (Voorkomen escalatie); 3 Herstel werking persleiding.
Soorten maatregelen
Ontdekken of beheersen (handelen in een dreigende situatie) Beperken effecten
N.v.t.
Het beperken van de effecten geschiedt door het stoppen van doorvoer van afvalwater door de betreffende persleiding. Dit moet echter niet leiden tot riooloverstorten in het achterliggende beheersgebied. Indien capaciteitsverlaging noodzakelijk is dan de “pijn verdeeld te worden”.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-81-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 4 - Lekke persleiding Planning
Verloop van de calamiteit
T0
Moment van ontdekking breuk persleiding (zie onder algemeen; aard en melding door) Tussen ontstaan van de breuk en ontdekking ervan kan een behoorlijke tijd verstrijken.
0 – 1 uur
Bevestigen (betreft het een leiding in beheer bij WBD), verkennen, verifiëren van de melding; • Inschatten effect breuk op afvoer afvalwater; • Beoordelen wel / niet mogelijkheid tot bufferen in stelsel of omleiden; • Beslissing welke maatregelen worden genomen; • Vaststellen afwijking reguliere bedrijfsvoering en opschalen indien nodig (melden aan voorzitter WAT); • Treffen van eerste maatregelen om incident te beheersen (o.a. bodem) en evt. al waarschuwen / inschakelen externe partijen/start reparatiewerkzaamheden. • Melden aan bevoegd gezag • Waarschuwen en inschakelen van externe partijen vervolg; • Beschikbare middelen inzetten; gericht op maximaal 8 uur stilstand • Afweging en inzet maatregelen om effecten te beheersen en te stabiliseren; • Inzet externe middelen indien nodig; • Maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg; • Inzet externe middelen indien nodig.
1 – 4 uur 4 – 24 uur
1 – x dagen
Mensen
Team
Wie/Rol
Taken, Bevoegdheden, Verantwoordelij kheid (m.b.t. kennis en competenties)
WAT (Waterschap Actie Team) en aanvullende teamleden
Taak
Activiteiten en maatregelen (relevantie m.b.t. competentie, kennis, vaardigheid) Zuiveringswac Meldt calamiteit • Zet melding door binnen ZB ht aan • Informeert direct in overleg met coördinatiewacht zuiveringstechnoloog bevoegd gezag Samenstelling WAT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WAT altijd coördinatiefase 1. Voorzitter WAT heeft leidende/coördinerende rol = regisseur bij bestrijding van het incident. Technicus Operationeel • Overleg met leidingpiket; beheer uitvoerend. • Bediening gemalen; • Gegevens verzamelen. Zuiveringstech adviserend. • Adviseert t.a.v. procesvoering gemaal/rwzi noloog • Beoordeelt risico van verontreiniging van de diverse milieucompartimenten (incl. opstellen eventueel monster/monitoringsplan i.o.m. Wachtdienst waterkwaliteit. Leidingpiket Uitvoerend • Zorg voor reparatie van de leiding Teamleider Coördinerend • Coördineert acties bij Afdeling beheer.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-82-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 4 - Lekke persleiding Extern Laboratorium (DVA!) Monsternemer Lab Toezichthoude r Peilbeheerder Wachtdienst waterkwaliteit
WOT (Waterschap Operationeel Team) en aanvullende teamleden
WBT (Waterschap Beleids Team)
Overige (extern)
Uitvoerend.
•
Monstername in verband met beoordelen gevolgen van breuk om bodemkwaliteit.
Uitvoerend.
•
Uitvoerend.
• • • • • •
Neemt monsters in opdracht van laboratorium (DVA). Direct ingeseind door voorzitter WAT. Lozers conform vergunning laten bufferen Waterafvoer via oppervlaktewater reguleren Verzamelt gegevens Adviserend met betrekking tot de waterkwaliteit
Uitvoerend
Samenstelling WOT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WOT altijd coördinatiefase 2. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met zuiveringstechnoloog / A&O • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • geen Handhaving. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Bediening en • Ingeseind door vz WOT. Beheer. Afdelingshoofd Adviserend • Onderhoudt contact met wachtdienst Kwaliteit Kennis & • Adviserende rol in WOT Advies • Ingeseind door vz WOT Samenstelling WBT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WBT altijd coördinatiefase 3. Afdelingshoofd Toelichtend Toelichtend binnen het WBT. A&O Bevoegd gezag Wvo (RWS) Bevoegd gezag Wvo (WBD) Bevoegd gezag Wm (Gemeente)
Toezichthoudend . Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend . Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend .
• • • • • • • •
Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-83-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 4 - Lekke persleiding Rioleringsbehe er gemeente
Adviserend Uitvoerend
Toezichthoudend .
• •
Onderhoudt contact met zuiveringstechnoloog / leidingpiket Kan worden uitgenodigd als adviseur WAT Doet waarneming en inspectie in het veld Heeft de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen (stopzetten gemalen). Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog.
Toezichthoudend . Uitvoerend.
• • •
Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Afvoer afvalwater, herstel leiding
• • • •
Bevoegd gezag Wm (provincie) Regionale Milieudienst Aannemers/Lo on-werkers Toolbox Middelen en Maatregelen
Bronbestrijding
Effectbestrijding
Effectinperking
Meten
Afvoer
Mogelijke middelen en maatregelen Stopzetten toevoerend gemaal Dichten lek in (pers)leiding (eventueel tijdelijke bypassleiding) Wegpompen/afvoeren van het vrijgekomen afvalwater nabij lekkage Markeren/beveiligen locatie van de breuk Voorliggende rioolgemaal (tijdelijk) stilzetten, “pijn verdelen” 1. zuurstofgehalte ontvangende water 2. Beoordelen situatie in bovenstrooms gedeelte van de riolering 3. Waarnemingen in het veld (geur) 4. Meten met gasdetectiebuizen (vluchtige stoffen / LEL) Zie effectbestrijding
Overwegingen Eventueel eerst tijdelijk dichten om effect op omgeving te beperken
Voorkomen dat water in oppervlaktewater en bodem terecht komt
Nodig als afvalwater in oppervlaktewater of bodem terecht komt
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-84-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 4 - Lekke persleiding Salvage/nazorg
Opmerkingen / Overig
Bewaken kwaliteit oppervlaktewater in omgeving breuk, bodemonderzoek, afvoer vervuilde grond
Hygiëne Overig Advies, verbetervoorstel
•
Zie ook WI 161 persleidingbreuk
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-85-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.10.5.
Lozing van bluswater met voorafgaande melding
Scenario 5 - Lozing van bluswater met voorafgaande melding Algemeen
Aard, beschrijving
Als gevolg van het blussen van een brand komt er bluswater in de riolering. Dit bluswater bevat vervuilende stoffen, waaronder PAK’s die zich binden aan het slib of die ongezuiverd met het effluent in het ontvangende oppervlaktewaterlichaam terecht komen. Verder is er een risico aanwezig dat er andere toxische componenten in het afvalwater zitten (zie ook scenario 2B)
Plaats (op rwzi)
De lozing komt binnen met het overige rioolwater, waarna het via het ontvangwerk de diverse onderdelen van de waterlijn doorstroomt. De stoffen die binden aan het slib, worden via de sliblijn verwerkt.
Grootte zuivering
De capaciteit van de rwzi is bepalend voor het effect van de lozing. Bij een kleine rwzi zijn de gevolgen van een lozing relatief snel merkbaar. Bij een grote rwzi (bv. rwzi Bath) zal een lozing sneller verdund worden door het overige afvalwater.
Melding door
Er kan een melding van de brandweer binnenkomen dat er bluswater in het riool is gestroomd. Melding komt via het Contactcentrum binnen of melding kan ook via BOA binnenkomen. Indien er geen melding is gedaan kan het worden opgemerkt door de technicus beheer doordat debiet toeneemt en de vuilvracht niet wijzigt (afvalwater wordt verdund) of doordat het afvalwater overmatig schuimt.
Omvang
Het bluswater komt in het algemeen geleidelijk binnen in een tijdsbestek van enkele uren tot hooguit enkele dagen.
Verloop scenario in de tijd (globale verwachting)
Het bluswater komt via het riool naar de rwzi. Het bluswater heeft zich vermengd met het overige rioolwater. Het doorstroomt de rwzi, waarbij diverse stoffen zich hechten aan het slib. Deze stoffen hopen zich op aan het slib en worden middels de sliblijn verwerkt en afgevoerd. Stoffen die niet aan het slib hechten spoelen uit naar het ontvangende oppervlaktewaterlichaam.
Overig
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-86-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 5 - Lozing van bluswater met voorafgaande melding Effecten
Schadeontwikkeling (zonder maatregelen)
Bestrijdingsstrategie
Soorten maatregelen
Planning
Primaire effecten (zonder ingrijpen): • Bedreiging oppervlaktewaterlichaam
[effecten – kwalitatief]
•
Beperking afzet slib
De lozing kan stoffen bevatten die toxisch zijn voor het actief slibsysteem op de rwzi waardoor lozingsnormen worden overschreden of de geloosde stoffen zijn direct toxisch voor de organismen in het oppervlaktewaterlichaam (afsterven organismen, vissterfte) • Ophoping PAK’s in slib
•
Schuimvorming rwzi
•
Effecten op omgeving • Mensen personeel / omwonenden • Huizen • Infrastructuur • Natuur / milieu Kans op escalatie / nieuwe ramp (intern) Kans op domino effecten (extern) Indicator niveau Coördinatiefase Doel, strategie en prioriteit
Ontdekken of beheersen (handelen in een dreigende situatie) Beperken effecten Verloop van de calamiteit
Verstoring zuurstofinbreng
Arbeidsomstandigheden in acht nemen. Geen. Geen. Verslechtering waterkwaliteit ontvangende water en slibkwaliteit. nee ja
Geen verwerking van slib bij externe verwerker Waterlevering rwzi Kaatsheuvel aan Efteling (hergebruik beperkt / niet mogelijk).
2 Indicatorniveau 1 (verhoogde waakzaamheid) Het einddoel is om binnen een tijdsbestek van 3 dagen de aangevoerde hoeveelheden bluswater te verwerken zonder schadelijke effecten voor het milieu (uitspoeling met effluent) en zonder dat dit de slibverwerking in gevaar brengt. Om hier te komen geldt 1 Stoppen van de lozing (stop zetten gemalen); 2 Beheersen lozing in het aanvoersysteem; 3 Verwerking bluswater (al dan niet via de rwzi). Zolang bluswater nog niet op rwzi zie tevens scenario 1. Indien bluswater wel op rwzi zie tevens scenario 2b. d.m.v. bronmaatregelen. T0
Moment van ontdekking overbelasting (zie onder algemeen; aard en melding door)
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-87-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 5 - Lozing van bluswater met voorafgaande melding 0 – 1 uur
• • • • • • •
1 – 4 uur
• • • •
• • 4 – 24 uur 1 – 3 dagen
• • •
Bevestigen, verkennen, verifiëren van de bluswaterlozing; Indien mogelijk stop zetten gemalen; Inschatten effect lozing op transportsysteem en rwzi; Inschatten van locatie en omvang van de lozing in het aanvoersysteem en de verwachte tijd van aankomst op de rwzi; Start monstername programma van water- en sliblijn Beoordelen en besluitvorming van verschillende mogelijkheden om te bufferen; Vaststellen afwijking reguliere bedrijfsvoering en opschalen indien nodig; Treffen van eerste maatregelen om incident te beheersen. Waarschuwen en inschakelen van externe partijen; Afwegen inzet maatregelen om effecten te beheersen en te stabiliseren (b.v. afschakelen gemalen); Checken trendings van meetapparatuur om de huidige situatie in te kunnen schatten (nulsituatie en verloop van meetwaarden gedurende het incident; Checken waterkwaliteit aanvoer op rwzi en slibactiviteit; Vervolg maatregelen nemen aan voorkant rwzi indien effect op rwzi groter dan verwacht. Inzet externe middelen indien nodig. Maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg; Inzet extra externe middelen indien nodig.
3 – 7 dagen > 7 dagen
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-88-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 5 - Lozing van bluswater met voorafgaande melding Mensen
Team
Wie/Rol
Taak
Taken, Bevoegdheden, Verantwoordelij kheid
Contactcentrum/Coördi natiewacht
Zie wachtdienst
Ontvangen en doorzetten van de melding
(m.b.t. kennis en competenties) Zuiveringswacht
WAT (Waterschap Actie Team) en aanvullende teamleden
Activiteiten en maatregelen (relevantie m.b.t. competentie, kennis, vaardigheid) • Inventariseert basisgegevens (contactgegevens, aanspreekpartners, samenstelling bluswater) • Raadpleegt calamiteitenplan en informeert in dit scenario zuiveringstechnoloog. • Terugkoppeling ontvangen van zuiveringstechnoloog of BOA; • Informeert voorzitter WAT i.v.m. opschalen. • Zet melding door binnen ZB • Informeert direct in overleg met de technoloog bevoegd gezag
Ontvangen en doorzetten melding binnen ZB Samenstelling WAT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WAT altijd coördinatiefase 1. Voorzitter WAT heeft leidende/coördinerende rol = regisseur bij bestrijding van het incident. Technicus beheer Operationeel • Bevoegdheid om in overleg met uitvoerend. zuiveringstechnoloog de eerste maatregelen te treffen; • Bediening gemalen en rwzi; • Gegevens verzamelen, monstername. ZuiveringsCoördinerend en • Beoordelen en inschatten van ernst van situatie technoloog adviserend. met technicus beheer; • Beoordeelt of bluswater op rwzi verwerkt kan worden.; • Adviseert over alternatieve verwerking; • Belt contactcentrum/coördinatiewacht i.v.m. evt. besluit over opschaling; • Informeert afdelingshoofd A&O bij verdere opschaling; • Ingangzetten van trending en aanvullende metingen op rwzi en in het aanvoerstelsel; • Afstemming met extern laboratorium (contact conform DVA) over monstername en analyse; • Adviseert WAT; • Adviseert en initieert inzet (externe) middelen en maatregelen in overleg met WAT.. Teamleider (van Coördinerend • Coördineert acties bij Afdeling beheer. beheerspiket)
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-89-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 5 - Lozing van bluswater met voorafgaande melding
WOT (Waterschap Operationeel Team) en aanvullende teamleden
WBT (Waterschap Beleids Team)
Overigen (extern)
Extern Laboratorium (DVA!) Monsternemer Lab
Uitvoerend.
•
Analyseert en rapporteert over monsters genomen in het kader van deze calamiteit (conform DVA).
Uitvoerend.
•
Coördinator Team Industrie en Gemeente Afdeling handhaving of de toezichthouder Wachtdienst Waterkwaliteit Vergunningverlener Monsternemer Handhaving BOA (geen deelnemer WAT)
Uitvoerend.
• •
Neemt monsters in opdracht van laboratorium (DVA). Verzameld gegevens voor herkomst bluswater en zet acties uit. Direct ingeseind door voorzitter WAT.
• • • • •
Verzamelt gegevens Adviserend met betrekking tot de waterkwaliteit. Adviseert WAT over mogelijke veroorzakers. Wordt zonodig ingeschakeld door vz WAT Neemt monsters
Bevoegd gezag Wvo (RWS)
Toezichthoudend . Adviserend. Mogelijk sturend.
Adviserend. Adviserend. Uitvoerend.
Informerend geen (intern) Opsporend (extern) Samenstelling WOT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WOT altijd coördinatiefase 2. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met zuiveringstechnoloog; A&O • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Handhaving. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Bediening en • Ingeseind door vz WOT. Beheer. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met wachtdienst Kwaliteit. Kennis & Advies • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Samenstelling WBT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WBT altijd coördinatiefase 3. Alle Adviserend. Op verzoek van operationeel leider kan een afdelingshoofden afdelingshoofd een adviserende taak in WBT krijgen m.b.t. inbreng specialistische kennis. • • •
Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-90-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 5 - Lozing van bluswater met voorafgaande melding Bevoegd gezag Wvo (WBD) Bevoegd gezag Wm (Gemeente) Veroorzaker lozing / brandweer Rioleringsbeheer Gemeente
Bevoegd gezag Wm (provincie) Regionale Milieudienst Slib eindverwerker Aannemers/Loonw erkers
Toezichthoudend . Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend . Informerend en uitvoerend Adviserend Uitvoerend
Toezichthoudend . Toezichthoudend . Uitvoerend. Uitvoerend.
• • • • • •
Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Treffen van maatregelen c.q. stoppen van lozing.
• • • •
Onderhoudt contact met zuiveringstechnoloog. Kan worden uitgenodigd als adviseur WAT. Doet waarneming en inspectie in het veld. Heeft de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen (stopzetten gemalen). Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Afvoer van slib indien noodzakelijk. Extra beluchting, watertransport (preventief dan wel voor daadwerkelijke bestrijding)
• • • • • •
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-91-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 5 - Lozing van bluswater met voorafgaande melding Toolbox Middelen en Maatregelen
Bronbestrijding (besturingssysteem)
Effectbestrijding
Mogelijke middelen en maatregelen Stoppen rioolgemalen 5. Verkenning: verdere inschatting van de omvang van de lozing 6. Stoppen van lozing aan de bron 7. Start en monstername influent en effluent 8. (Gedeeltelijk) Stoppen aanvoer (bij DWA) 9. Controleren waterkwaliteit influent
ad 2. Tijdelijk stoppen kan overbelasting beperken ad4. Inschatten of maatregelen beoogde afvlakkende werking hebben
Antischuim doseren Slib batchgewijs verwerken Actieve kool doseren
Indien schuim verstoring van het proces geeft
1.
ad 1. Mogelijkheid om vervuiling te isoleren en af te voeren ad 2. Isoleren, bufferen, by-passen – benutten van dubbele leidingen, vijvers vullen, noodbuffer, overstorten
2. 3. 4. 5. 6.
7.
Effectinperking
Overwegingen
8. zie
Stilzetten een of meerdere gemalen Maatregelen om lozing gedoseerd naar rzwi afvoeren Conditioneren bijv. bijstellen pH Inzetten extra O2-capaciteit Stilzetten ontwatering Waarschuwing personeel en publiek voor gezondheids/explosiegevaar Verdunnen indien er sprake is van toxische stoffen Maatregelen in slibverwerking effectbestrijding
Indien toename PAK’s in effluent tot problemen leidt
ad 5. Beperken interne retourstromen
Ad. 8 batchgewijs verwerken
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-92-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 5 - Lozing van bluswater met voorafgaande melding Meten
PAK analyses in de diverse water- en slibstromen Remmingstesten in bluswater (nitrificatie en respiratie) 1. Metingen luchtkwaliteit i.v.m gezondheid, stank, explosiegevaar 2. 3.
Afvoer
Hygiëne Overig
Opmerkingen / Overig
Bepalen omvang en locatie van de lozing Trending en beoordelen capaciteit van de zuivering
1. Eventueel gebufferd water naar externe verwerking, bv. lozer Evalueren effecten lozing op kwaliteit oppervlaktewaterlichaam/waterbodem
Salvage/nazorg
Advies, verbetervoorstel
I.s.m. beoordeling kwaliteit ventilatie en locatie van emissiepunten
ad 1. Om op verantwoording van de lozer te worden verwerkt
Beoordeling van schade door inspectie van leidingen/gemalen/aanvoerstelsel Lessons learned - contact met veroorzaker lozing om herhaling te voorkomen. • Welke analyses dienen er in het slib exact uitgevoerd te worden.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-93-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.10.6.
Stroomstoring
Scenario 6 - Stroomstoring Algemeen
Aard, beschrijving
Als gevolg van een storing in de stroomvoorzieningen van het rioolgemaal of de rwzi komt het afvalwatertransport of (een gedeelte van) het zuiveringsproces stil te vallen.
Plaats (op rwzi)
De storing treft alle onderdelen van de rwzi. Pompen en beluchters werken niet meer, maar ook ventilatoren van de luchtbehandeling, metingen, bemonsteringen vallen stil. De storing kan ook de aanvoer van rioolwater treffen.
Grootte zuivering
De rwzi Bath kan via de WKK installatie nog deels voorzien in eigen stroomvoorziening. De overige rwzi’s met een WKK beschikken niet over de mogelijkheid op “eilandbedrijf” te functioneren. De rwzi’s zijn niet voorzien van een noodstroomvoorziening. Slechts een beperkt aantal metingen en wat facilitaire zaken blijven doorgang vinden.
Melding door
In principe wordt een stroomuitval automatisch doorgemeld via de procesbewaking.
Omvang
De stroomstoring kan duren van enkele seconden tot enkele dagen, afhankelijk van de oorzaak van de storing. Hoe langer de stroomstoring duurt, hoe groter het effect. Indien de stroomstoring langer dan 4 uur lijkt te duren dient er actie ondernomen te worden. Is er sprake van regenwateraanvoer dient mogelijk eerder actie ondernomen te worden.
Verloop scenario in de tijd (globale verwachting)
De stroom valt uit, waardoor het afvalwater niet meer verpompt kan worden (naar de rwzi of op de rwzi). Tevens kan er geen zuurstof in het water worden gebracht, waardoor het biologische zuiveringsproces ernstig verstoord wordt. Indien de stroomstoring langere tijd aanhoudt, kan de slibkwaliteit achteruit gaan met als gevolg van een sterk verslechterde effluentkwaliteit eventueel resulterend in zuurstofloosheid van het ontvangende oppervlaktewaterlichaam.
Overig Effecten
Primaire effecten (zonder ingrijpen): • Geen verwerking afvalwater •
Bedreiging oppervlaktewaterlichaam
•
Stank
[effecten – kwalitatief] • Geen (of beperkt) transport naar de rwzi waardoor risico op overstort • Geen transport van afvalwater op de rwzi • Geen omzetting vervuiling, wel bezinking (beperkt). • Bij langdurige stroomstoring kans op afsterving actieve biomassa (na aantal dagen). • De lozingsnormen zullen naar verwachting worden overschreden. • Zuurstofloosheid oppervlaktewaterlichaam (de waterkwaliteit van het ontvangende water verslechtert. Dit kan leiden tot afsterven organismen, bv. vis). • Geen verwerking van stankstoffen
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-94-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 6 - Stroomstoring Schadeontwikkeling (zonder maatregelen )
Bestrijdingsstrategie
Soorten maatregelen
Planning
Effecten op omgeving • Mensen personeel / omwonenden • Huizen • Infrastructuur • Natuur / milieu Kans op escalatie / nieuwe ramp (intern) Kans op domino effecten (extern)
Indicator niveau Coördinatiefase Doel, strategie en prioriteit
Ontdekken of beheersen (handelen in een dreigende situatie) Beperken effecten Verloop van de calamiteit
Eventueel geurhinder idem Geen. Geen. Verslechtering waterkwaliteit ontvangende water door overstort of verslechtering effluentkwaliteit. nee ja
Bij directe lozing op lokaal oppervlaktewaterlichaam mogelijk waterkwantiteitsprobleem (rwzi Bath, Nieuwveer) Ontregeling van regelkringen (kort na opstart) Afkoeling gistingstank Verstopping procesonderdelen 1, 5 of 6 (maatgevend is een storing langer dan 4 uur) Op basis van het indicatorniveau volgt een coördinatiefase (geen, 2 of 3) Het einddoel is terug te keren naar de normale situatie binnen een tijdsbestek van 3 dagen Om hier te komen geldt 1 Inperken incident; 2 Voorkomen escalatie; 3 Herstel werking rwzi en behoud waterkwaliteit ontvangende water (zie ook scenario 1.1. DBP Waterkwaliteit). Indien zelf oorzaak (bijvoorbeeld kortsluiting) - oorzaak wegnemen
N.v.t. T0 0 – 1 uur
1 – 4 uur 4 – 24 uur 1 – 3 dagen
Moment van ontdekking stroomstoring (zie onder algemeen; aard en melding door) • Bevestigen, verkennen, verifiëren van de melding; • Inschatten van de verwachte tijdsduur van de storing • Vaststellen afwijking reguliere bedrijfsvoering en opschalen indien nodig (melden aan voorzitter WAT); • Treffen van eerste maatregelen om incident te beheersen, evt. al waarschuwen . inschakelen externe partijen. • Waarschuwen en inschakelen van externe partijen (vervolg); • Beschikbare middelen inzetten; • Inzet externe middelen indien nodig. • Maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg; • Inzet externe middelen indien nodig.
3 – 7 dagen Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-95-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 6 - Stroomstoring
Mensen Taken, Bevoegdhede n, Verantwoordel ijkheid
> 7 dagen Wie/Rol
Team
Contactcentrum/Coördi natiewacht
(m.b.t. kennis en competenties)
Zie wachtdienst
Zuiveringswacht
WAT (Waterschap Actie Team) en aanvullende teamleden
Taak
Ontvangen en doorzetten van de melding
Activiteiten en maatregelen (relevantie m.b.t. competentie, kennis, vaardigheid) • Inventariseert basisgegevens (contactgegevens, aanspreekpartners, lozingsgegevens) • Raadpleegt calamiteitenplan en informeert in dit scenario a) zuiveringstechnoloog en b) BOA • Terugkoppeling ontvangen van zuiveringstechnoloog of BOA; • Informeert voorzitter WAT i.v.m. opschalen. • Zet melding door binnen ZB • Informeert direct in overleg met de technoloog het bevoegd gezag
Meldt calamiteit aan contactcentrum/ coordinatiewacht en zet melding door binnen ZB Samenstelling WAT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WAT altijd coördinatiefase 1. Voorzitter WAT heeft leidende/coördinerende rol = regisseur bij bestrijding van het incident. Technicus beheer Operationeel • Overleg met zuiveringstechnoloog; uitvoerend. • Bediening rwzi (handmatig!); • Gegevens verzamelen. ZuiveringsCoördinerend en • Beoordelen van situatie met technicus beheer; technoloog adviserend. • Informeert afdelingshoofd A&O bij verdere opschaling; • Adviseert WAT; • Afstemming met extern laboratorium (contact conform DVA) over monstername en analyses. Teamleider Coördinerend • Coördineert acties bij Afdeling beheer. • Onderhoudt contact met energieleverancier. Extern Uitvoerend. • Analyseert en rapporteert over monsters genomen Laboratorium in het kader van deze calamiteit (conform DVA). (DVA!) Monsternemer Lab Uitvoerend. • Neemt monsters in opdracht van laboratorium (DVA). VergunningAdviserend. • Adviseert WAT over mogelijke veroorzakers. verlener • Wordt zonodig ingeschakeld door vz WAT Monsternemer Uitvoerend. Handhaving Wachtdienst Adviserend. • Verzamelt gegevens Waterkwaliteit • Adviserend met betrekking tot de waterkwaliteit.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-96-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 6 - Stroomstoring WOT (Waterschap Operationeel Team) en aanvullende teamleden
WBT (Waterschap Beleids Team) Overigen (extern)
Samenstelling WOT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WOT altijd coördinatiefase 1. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met zuiveringstechnoloog; A&O • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Handhaving. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Bediening en • Ingeseind door vz WOT. Beheer. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met wachtdienst Kwaliteit. Kennis & Advies • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Samenstelling WBT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WBT altijd coördinatiefase 1. Alle Adviserend. • Op verzoek van operationeel leider kan een afdelingshoofden afdelingshoofd een adviserende taak in WBT krijgen m.b.t. inbreng specialistische kennis. Bevoegd gezag Toezichthoudend • Inschatten van effecten en adviserend. Wvo (RWS) . Adviserend. • Kan indien nodig maatregelen opleggen. Mogelijk sturend. • In overleg met zuiveringstechnoloog. Bevoegd gezag Toezichthoudend • Inschatten van effecten en adviserend. Wvo (WBD) . Adviserend. • Kan indien nodig maatregelen opleggen. Mogelijk sturend. • In overleg met zuiveringstechnoloog. Bevoegd gezag Toezichthoudend • Inschatten van effecten en adviserend. Wm (Gemeente) . • In overleg met zuiveringstechnoloog. Bevoegd gezag Toezichthoudend • Inschatten van effecten en adviserend. Wm (provincie) . • In overleg met zuiveringstechnoloog. Regionale Toezichthoudend • Inschatten van effecten en adviserend. Milieudienst . • In overleg met zuiveringstechnoloog. Energiebedrijf Informerend • Informatie over duur storing. Aannemers/Loonw Uitvoerend. • Extra beluchting, watertransport inzet erkers noodstroomvoorziening.. Gemeente Uitvoerend Riool- en gemaalbeheer
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-97-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 6 - Stroomstoring Toolbox Middelen en Maatregelen
Bronbestrijding (besturingssysteem)
Effectbestrijding Effectinperking
Meten
Afvoer Salvage/nazorg
Opmerkinge n / Overig
Mogelijke middelen en maatregelen Afschakelen toevoerende gemalen Afvoer van afvalwater per as < 4 uur: geen actie > 4 uur: o Inzetten noodstroomvoorziening o Afvoer per as o Lozing van voorbezonken afvalwater o Keuze voor overstort lokaal o Keuze voor bypass rwzi 1. Inzet noodstroomaggregaat 1. Extra beluchting in beluchtingsbassin 2. Inzet van pompen 3. Extra beluchting in ontvangende oppervlaktewaterlichaam. meetteam / meetset samenstellen meten waterkwaliteit o.a: 1. monitoren overstorten en meten zuurstofgehalte ontvangende water 2.effluentkwaliteit
Overwegingen
Bij afd. Watersystemen 200 kW aanwezig
ad 1. Meten waterkwaliteit in ontvangende oppervlaktewaterlichaam. Ad. 2 Starten monstername
Bewaken kwaliteit oppervlaktewaterlichaam Controle op werking regelingen (na opstart)
Hygiëne Overig Advies, verbetervoorstel
•
Is storingsdoormelding bij stroomuitval op alle objecten gewaarborgd?
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-98-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.10.7.
Explosiegevaar
Scenario 7 - Explosiegevaar Algemeen
Aard, beschrijving
In een aanvoergemaal of ontvangwerk van een rwzi wordt door een (automatische) meting een overschrijding van de LEL-waarde geconstateerd. Hierdoor is er een acute kans op een explosie. De oorzaak voor het bereiken van deze LEL-waarde kan meerdere oorzaken hebben, zoals een ongeluk met een tankwagen waarbij een vloeistof in het riool stroom, of nadat er gistend slib in het riool is geloosd. Melding kan ook van een externe partij komen (gemeente, bedrijf, meldkamer brandweer)
Plaats (op rwzi)
In het riool vormen zich brandbare gassen, die zich ophopen in de afgedekte ruimten van het ontvangwerk op de rwzi of in een overstortkelder van een aanvoergemaal.
Grootte zuivering
De omvang van de rwzi is niet bepalend voor de risico’s van dit scenario.
Melding door
Indien het ontvangwerk / aanvoergemaal is uitgerust met een LEL-meter (meestal niet standaard) zal er een automatische melding plaatsvinden zodra er een potentieel explosief mengsel gemeten wordt. Het kan ook voorkomen dat een medewerker van het waterschap een handmatige meting uitvoert. Een andere melding is mogelijk indien de brandweer het ongeval met de tankwagen meldt bij het waterschap.
Omvang Verloop scenario in de tijd (globale verwachting)
Op basis van een (handmatige) meting blijkt een LEL-waarde te worden overschreden in een ontvangwerk of aanvoergemaal. .Hierdoor zal er een situatie ontstaan met explosiegevaar. Door de continue ventilatie van de ruimte, zal de concentratie na verloop van tijd afnemen. Er kan echter ook een explosieve situatie ontstaan in de luchtbehandelingsinstallatie.
Overig
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-99-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 7 - Explosiegevaar Effecten
Schadeontwikkeling (zonder maatregelen)
Bestrijdingsstrategie
Primaire effecten (zonder ingrijpen): • Explosiegevaar Effecten op omgeving • Mensen personeel / omwonenden • Huizen • Infrastructuur • Natuur / milieu Kans op escalatie / nieuwe ramp (intern) Kans op domino effecten (extern) Indicator niveau Coördinatiefase Doel, strategie en prioriteit
Soorten maatregelen
Ontdekken of beheersen (handelen in een dreigende situatie) Beperken effecten
Planning
Verloop van de calamiteit
[effecten – kwalitatief] •
Gevaar voor de omgeving.
Explosiegevaar Explosiegevaar Gevaar van beschadiging Gevaar van beschadiging Mogelijk door uitschakelen gemaal ja
De explosie kan brand veroorzaken
ja
Andere onderdelen op de rwzi kunnen beschadigd raken.
2 Op basis van het indicatorniveau volgt een coördinatiefase van 1 Het einddoel is terug te keren naar de normale situatie zo snel als mogelijk,. Om hier te komen geldt 1 Inperken incident; 2 Voorkomen escalatie; 3 Opheffen explosiegevaar.
T0
Moment van ontdekking (zie onder algemeen; aard en melding door)
0 – 1 uur
• • • • • • •
1 – 4 uur
4 – 24 uur
• • •
Bevestigen, verkennen, verifiëren van de melding; Vaststellen afwijking reguliere bedrijfsvoering en opschalen indien nodig; Treffen van eerste maatregelen om incident te beperken. Waarschuwen en inschakelen van externe partijen; Beschikbare middelen inzetten; Start opsporing veroorzaker; Eerste maatregelen nemen (no regret) bij vervuilende bron of aan voorkant van de zuivering. Maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg; Opsporen veroorzaker en beëindigen lozing; Inzet externe middelen indien nodig.
1 – 3 dagen 3 – 7 dagen Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-100-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 7 - Explosiegevaar > 7 dagen Mensen
Team
Wie/Rol
Taak
Taken, Bevoegdheden, Verantwoordelijk heid
Contactcentrum/Coör dinatiewacht
Zie wachtdienst
Ontvangen en doorzetten van de melding
(m.b.t. kennis en competenties) Zuiveringswacht
WAT (Waterschap Actie Team) en aanvullende teamleden
Activiteiten en maatregelen (relevantie m.b.t. competentie, kennis, vaardigheid) • Inventariseert basisgegevens (contactgegevens, aanspreekpartners, lozingsgegevens) • Raadpleegt calamiteitenplan en informeert in dit scenario a) zuiveringstechnoloog en b) BOA • Terugkoppeling ontvangen van zuiveringstechnoloog of BOA; • Informeert voorzitter WAT i.v.m. opschalen. • Zet melding door binnen ZB • Informeert direct in overleg met de technoloog het bevoegd gezag
Meldt calamiteit aan contactcentrum/ coordinatiewacht en zet melding door binnen ZB Samenstelling WAT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WAT altijd coördinatiefase 1. Voorzitter WAT heeft leidende/coördinerende rol = regisseur bij bestrijding van het incident. Technicus beheer Operationeel • Overleg met zuiveringstechnoloog; uitvoerend. • Gegevens verzamelen, metingen verrichten op eigen installatie, • Bediening rwzi of gemaal; Zuiveringstechnolo Coördinerend en • Overleg en beoordelen van de situatie met technicus og adviserend. beheer; • Inschatting van ernst situatie, locatie van de lozing in het aanvoersysteem en verwachte tijd van aankomst op de rwzi; • Inschatten hoe groot explosiegebied is (binnen / buiten eigen installatiegrenzen); • Overleg met afd. Handhaving om lozing te stoppen; • Belt contactcentrum/coördinatiewacht i.v.m. evt. besluit over opschaling; • Adviseert WAT; Teamleider van Coördinerend • Wordt aangestuurd door vz WAT. beheerspiket • Coördineert acties bij Afdeling beheer. • Coördineert acties bij Afdeling onderhoud. • Binnen eigen terrein: Verantwoordelijk voor eigen installatie en personeel;
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-101-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 7 - Explosiegevaar
WOT (Waterschaps Operationeel Team) en aanvullende teamleden
Extern Laboratorium (DVA!) Monsternemer Lab Coördinator Team Industrie en Gemeente Afdeling handhaving of de toezichthouder
Uitvoerend.
•
Analyseert en rapporteert over monsters genomen in het kader van deze calamiteit (conform DVA)
Uitvoerend. Uitvoerend.
• •
Vergunningverlene r Monsternemer Handhaving BOA (geen deelnemer WAT)
Adviserend.
• • • •
Neemt monsters in opdracht van laboratorium (DVA) Verzamelt gegevens voor opsporing veroorzaker en zet ondersteunende acties uit t.b.v. opsporing veroorzaker. Informeert afdelingshoofd Handhaving; Direct ingeseind door voorzitter WAT.
Uitvoerend.
geen
Neemt monsters in kader van opsporing bij mogelijke veroorzaker Informerend Opsporingstaken (extern) (intern) • Direct ingeseind door Opsporend contactcentrum/coördinatiewacht. (extern) • Zuiveringstechnoloog en BOA onderhouden contact. • Spoort veroorzaker op. • Verzameld bewijslast in het kader van strafrechtelijk dan wel bestuursrechtelijk onderzoek. Samenstelling WOT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WOT altijd coördinatiefase 2. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met zuiveringstechnoloog; A&O • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met Coördinator Team Handhaving. Industrie; • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Bediening en • Ingeseind door vz WOT. Beheer. •
WBT (Waterschap Beleids Team)
Samenstelling WBT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WBT altijd coördinatiefase 3. Alle Adviserend. Op verzoek van operationeel leider kan een afdelingshoofden afdelingshoofd een adviserende taak in WBT krijgen m.b.t. inbreng specialistische kennis.
Overigen (extern)
Bevoegd gezag Wvo (RWS)
Toezichthoudend . Adviserend. Mogelijk sturend.
•
geen
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-102-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 7 - Explosiegevaar Bevoegd gezag Wvo (WBD) Bevoegd gezag Wm (Gemeente) Bevoegd gezag Wm (provincie) Regionale Milieudienst Slib eindverwerker Aannemers/Loonw erkers Brandweer
Toolbox Middelen en Maatregelen
Bronbestrijding (besturingssysteem) Effectbestrijding
Toezichthoudend . Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend . Toezichthoudend . Toezichthoudend . Uitvoerend. Uitvoerend. Informerend en uitvoerend
Mogelijke middelen en maatregelen Verkennen: uitvoeren extra metingen (in de luchtfase) Stoppen aanvoer Ventilatie inschakelen (of opvoeren) By-pass
•
geen.
• • • • • • • •
Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. geen geen
• Advies over stof in relatie tot gevaar; • Standby zolang dreiging aanwezig is. • Markering/beveiliging omgeving calamiteit Overwegingen
Effectinperking Meten
M.b.v. gasdetectiebuisjes LEL-meter
Afvoer Salvage/nazorg Hygiëne Overig Opmerkingen / Overig
Advies, verbetervoorstel
• • •
Welke waarde moet als veilige grenswaarde aangehouden worden Rollen: Wie waarschuwt brandweer, wie personeel en publiek? Hoe de omvang van het explosiegebied te bepalen (wat speelt hierbij een rol en welke informatie is nodig).
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-103-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.10.8.
Stankoverlast
Scenario 8 - Stankoverlast Algemeen
Aard, beschrijving
Als gevolg van de aanvoer van vluchtige stoffen (zoals benzeen) samen met het rioolwater, vindt er een uitstoot van deze stoffen plaats via de luchtbehandelingsinstallatie (als gevolg van overbelasting van de behandelingsinstallatie of het niet geschikt zijn van de installatie voor de betreffende component) of andere procesonderdelen. De uitstoot betreft mogelijk stoffen die naast geuroverlast een gezondheidsrisico kunnen veroorzaken.
Plaats (op rwzi)
De uitstoot vindt plaats via de luchtbehandelingsinstallatie of vanuit andere procesonderdelen.
Grootte zuivering
De grootte van de zuivering is niet van invloed. op het scenario. Het aanvoersysteem is wel van belang.
Melding door
De melding vindt plaats via het centrale telefoonnummer van het waterschap of via de afdeling Handhaving.
Omvang
Aangezien de vluchtige stoffen direct ontwijken als ze in de procesonderdelen van de rwzi aankomen is met name de spreiding van deze stof in het aanvoersysteem van belang, in combinatie met de hoeveelheid (i.v.m. behalen geurdrempel).
Verloop scenario in de tijd (globale verwachting)
Door een lozing bevindt zich in het aanvoersysteem naar de rwzi een grote hoeveelheid vluchtige stoffen. Deze aanvoer van stoffen kan van korte duur zijn, maar kan ook aanmerkelijk langer duren. De stof veroorzaakt een forse stankoverlast, die dan ook mogelijk lang kan aanhouden
Overig Effecten
Primaire effecten (zonder ingrijpen): •
Schadeontwikkeling (zonder maatregelen )
[effecten – kwalitatief] De vluchtige stoffen ontwijken via het luchtbehandelingsysteem
Stank
Effecten op omgeving • Mensen personeel / omwonenden • Huizen • Infrastructuur • Natuur / milieu Kans op escalatie / nieuwe ramp (intern) Kans op domino effecten (extern)
Stankoverlast en mogelijke risico’s voor de volksgezondheid
nee nee
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-104-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 8 - Stankoverlast
Bestrijdingsstrategie
Soorten maatregelen
Planning
Indicator niveau Coördinatiefase Doel, strategie en prioriteit
Ontdekken of beheersen (handelen in een dreigende situatie) Beperken effecten Verloop van de calamiteit
5 Op basis van het indicatorniveau volgt een coördinatiefase 3 Het einddoel is zo spoedig mogelijk terug te keren naar de normale situatie. Om hier te komen geldt: 1. Stoppen van de aanvoer van vluchtige stoffen 2. Beheersen uitvoer stoffen uit luchtbehandelingsysteem, creëren veilige werkomgeving 3. Beperken stankoverlast N.v.t.
D.m.v. bronmaatregelen. T0 0 – 1 uur
1 – 4 uur
4 – 24 uur
1 – 3 dagen
Moment van ontdekking stankoverlast (zie onder algemeen; aard en melding door) • Bevestigen, verkennen, verifiëren van de stankoverlast; • Start monstername water- en luchtsamenstelling; • Vaststellen afwijking reguliere bedrijfsvoering en opschalen indien nodig; • Identificeren veroorzakende stof • Treffen van eerste maatregelen om incident te beperken. • Waarschuwen en inschakelen van externe partijen; • Beschikbare middelen inzetten; • Start opsporing veroorzaker; • Eerste maatregelen nemen (no regret) bij vervuilende bron of aan voorkant van de zuivering. • Operationaliseren van de opsporing veroorzaker; • Afweging en inzet maatregelen om effecten te beheersen en te stabiliseren [b.v. afschakelen gemalen of wegpompen uit aanvoerput]; • Inzet externe middelen indien nodig. • Melden aan bevoegd gezag indien nodig. • Maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg; • Opsporen veroorzaker en beëindigen lozing; • Inzet externe middelen indien nodig.
3 – 7 dagen > 7 dagen
Mensen Taken,
Team
Wie/Rol
Taak
Activiteiten en maatregelen (relevantie m.b.t. competentie, kennis, vaardigheid)
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-105-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 8 - Stankoverlast Bevoegdhede n, Verantwoordel ijkheid
contactcentrum Coördinatiewacht
(m.b.t. kennis en competenties)
WAT (Waterschap Actie Team) en aanvullende teamleden
Zie wachtdienst (
Ontvangen en doorzetten van de melding
Inventariseert basisgegevens (contactgegevens, aanspreekpartners, lozingsgegevens) • Raadpleegt calamiteitenplan en informeert in dit scenario a) zuiveringswacht b) zuiveringstechnoloog en c) BOA • Terugkoppeling ontvangen van zuiveringstechnoloog of BOA; • Informeert voorzitter WAT i.v.m. opschalen. Zuiveringswacht Doorzetten van • Zet melding door binnen ZB melding binnen • Informeert direct in overleg met de technoloog het ZB bevoegd gezag Samenstelling WAT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WAT altijd coördinatiefase 1. Voorzitter WAT heeft leidende/coördinerende rol = regisseur bij bestrijding van het incident. Technicus beheer Operationeel • Overleg met zuiveringstechnoloog; uitvoerend. • Bediening rwzi/gemaal; • Gegevens verzamelen en monstername (water- en luchtfase). • Uitvoering metingen (o.a. organoleptisch) ZuiveringstechnoCoördinerend en • Afstemming met extern laboratorium (contact loog adviserend. conform DVA) over monstername en analyse; • Beoordeelt resultaat monstername en bepaalt noodzaak om derden in te schakelen tbv aanvullende metingen; • Beoordelen van situatie met technicus beheer; • Belt contactcentrum/coördinatiewacht i.v.m. evt. besluit over opschaling; • Informeert afdelingshoofd A&O bij verdere opschaling; • Overleg met afd. Handhaving om lozing te stoppen; • Adviseert WAT; Teamleider van Coördinerend • Wordt aangestuurd door voorzitter WAT; beheerspiket • Coördineert acties bij Afdeling beheer; • Coördineert acties bij afdeling onderhoud; • Binnen eigen terrein: Verantwoordelijk voor eigen installatie en personeel; • Maatregelen nemen om gezondheidsgevaar in te perken. Extern Uitvoerend. • Analyseert en rapporteert over monsters genomen in Laboratorium het kader van deze calamiteit (conform DVA). (DVA!) •
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-106-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 8 - Stankoverlast
WOT (Waterschap Operationeel Team) en aanvullende teamleden
Monsternemer Lab
Uitvoerend.
•
Coördinator Team Industrie en Gemeente Afdeling handhaving of de toezichthouder
Uitvoerend.
•
Vergunningverlene r Monsternemer Handhaving BOA (geen deelnemer WAT)
Adviserend.
• •
Neemt monsters in opdracht van laboratorium (DVA). Verzameld gegevens voor opsporing dader en zet acties uit. Informeert afdelingshoofd Handhaving; Direct ingeseind door voorzitter WAT.
Adviseert WAT over mogelijke veroorzakers. Wordt zonodig ingeschakeld door vz WAT Uitvoerend. Neemt monsters in kader van opsporing bij mogelijke veroorzaker. Informerend Opsporingstaken (extern) (intern) • Direct ingeseind door Opsporend contactcentrum/coördinatiewacht. (extern) • Zuiveringstechnoloog en BOA onderhouden contact. • Spoort veroorzaker op. • Verzameld bewijslast in het kader van strafrechtelijk dan wel bestuursrechtelijk onderzoek. Samenstelling WOT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WOT altijd coördinatiefase 2. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met zuiveringstechnoloog; A&O • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met Coördinator Team Handhaving. Industrie; • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Bediening en • Ingeseind door vz WOT. Beheer. • • •
WBT (Waterschap Beleids Team)
Samenstelling WBT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WBT altijd coördinatiefase 3. Alle Adviserend. • Op verzoek van operationeel leider kan een afdelingshoofden afdelingshoofd een adviserende taak in WBT krijgen m.b.t. inbreng specialistische kennis.
Overigen (extern)
Bevoegd gezag Wvo (RWS)
Toezichthoudend . Adviserend. Mogelijk sturend.
•
geen (alleen indien er geen restfractie in waterfase achterblijft)
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-107-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 8 - Stankoverlast Bevoegd gezag Wvo (WBD) Bevoegd gezag Wm (Gemeente) Bevoegd gezag Wm (provincie) Regionale Milieudienst GGD/RIVM Toolbox Middelen en Maatregelen
Bronbestrijding (besturingssysteem)
Toezichthoudend Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend Toezichthoudend Toezichthoudend Informerend
Mogelijke middelen en maatregelen 1. Verkenning: verdere inschatting van de omvang van de geuroverlast (inschakelen ‘snuffelploeg’/veldwaarneming), identificatie geurstof 2. Inschatting Arbo-risico’s 3. Stoppen van lozing aan de bron 4. Start monstername influent 5. (Gedeeltelijk) Stoppen aanvoer (bij DWA) 6. Controleren waterkwaliteit influent
•
geen (alleen indien er geen restfractie in waterfase achterblijft)
• Inschatten van effecten en adviserend. • In overleg met zuiveringstechnoloog. • Inschatten van effecten en adviserend. • In overleg met zuiveringstechnoloog. • Inschatten van effecten en adviserend. • In overleg met zuiveringstechnoloog. • Inschatten gevolgen volksgezondheid. • Overwegingen Ad. 1. o.a. metingen uitvoeren met gasdetectiebuisjes: H2S, tKWS Voor Bath specifiek: benzeen, tolueen, naftaleen, ethylbenzeen
Ad. 6. Gaschromatogram kan zinvol zijn om specifieke stof op te sporen.
Inhuren extra geurfilter (bijv. 2e trap in de vorm van een aktief koolfilter) Aanpassen ventilatie • Emissiepunt verplaatsen • Meer/minder ventileren
Effectbestrijding Effectinperking
Meten
Opmerkinge n / Overig
Afvoer Salvage/nazorg Hygiëne Overig Advies, verbetervoorstel
• •
Rollen: Heeft de teamleider tot taak om personeel en publiek te waarschuwen? Wat te doen als metingen niet leiden tot het identificeren van de (reuk)stof.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-108-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.10.9.
Verstopping in waterlijn
Scenario 9 - Verstopping in waterlijn Algemeen
Aard, beschrijving
Plaats (op rwzi)
Grootte zuivering Melding door
Omvang Verloop scenario in de tijd (globale verwachting)
Effecten
Overig Primaire effecten (zonder ingrijpen): • Slib wordt niet teruggevoerd naar proces • Bedreiging oppervlaktewaterlich aam
Als gevolg van een verstopping in een leiding (bv door ophoping van roostergoed) wordt het proces verstoord. Een verstopping is op meerdere plekken in het proces mogelijk. De locatie en de te verwachten tijdsduur voor het verhelpen van de verstopping bepalen de ernst van de situatie. Als bijvoorbeeld de slibretourleiding verstopt heeft dit vrij snel gevolgen voor de effluentkwaliteit. De verstopping kan op meerdere plekken op de rwzi plaatsvinden. In dit scenario wordt gekozen voor een verstopping van de slibretourleiding, aangezien dit direct gevolgen heeft voor de effluentkwaliteit en snel handelen dus gewenst is. Hoewel deze situatie zich kan voordoen op elke rwzi, is de situatie veel ernstiger als er maar 1 nabezinktank is. Als er meerdere nabezinktanks zijn, kan het zuiveringsproces nog doorgaan. (Automatische) melding door het niet halen van de setpoints voor de sturing van de rwzi, zoals setpoint voor slibspiegelmeting, storingsmelding slibretourpomp, melding van monitoren in het effluent of een melding naar aanleiding van een visuele waarneming of analyseresultaat.. De tijdsduur van de storing in relatie tot de locatie op de rwzi bepaald de omvang. Door een ophoping van roostergoed wordt de slibretourleiding geblokkeerd. Hierdoor valt de slibretourpomp uit. Het slib-watermengsel uit het beluchtingsbassin blijft naar de nabezinktank stromen. Het slib bezinkt maar wordt niet afgevoerd. Hierdoor stijgt de slibspiegel in de nabezinktank. Op een gegeven moment zal het slib met het effluent meestromen, waardoor de maximale effluentwaarden overschreden worden. Tevens wordt er geen slib teruggevoerd naar de zuivering, zodat de biologische capaciteit afneemt. Als de verstopping verholpen is, zal het slib weer normaal verdeeld worden over de procesonderdelen. [effecten – kwalitatief] •
Afname verwerkingscapaciteit rwzi
• • •
De lozingsnormen zullen naar verwachting worden overschreden. Zuurstofloosheid oppervlaktewaterlichaam (de waterkwaliteit van het ontvangende water verslechtert. Dit kan leiden tot afsterven organismen, bv. vis). Effluenthergebruik kan risicovol zijn, i.e. waterlevering Kaatsheuvel aan Efteling
•
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-109-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 9 - Verstopping in waterlijn Schadeontwikkeling (zonder maatregelen)
Bestrijdingsstrategie
Soorten maatregelen
Planning
Effecten op omgeving • Mensen personeel / omwonenden • Huizen • Infrastructuur • Natuur / milieu Kans op escalatie / nieuwe ramp (intern) Kans op domino effecten (extern) Indicator niveau Coördinatiefase Doel, strategie en prioriteit
Ontdekken of beheersen (handelen in een dreigende situatie) Beperken effecten Verloop van de calamiteit
Geen / geen. Geen. Geen. Verslechtering waterkwaliteit ontvangende water. nee ja
Waterlevering zuivering kaatsheuvel aan Efteling (hergebruik beperkt /niet mogelijk).
3 of hoger Op basis van het indicatorniveau volgt een coördinatiefase (1, 2 of 3) Het einddoel is terug te keren naar de normale situatie zo snel als mogelijk Om hier te komen geldt 1 Inperken incident; 2 Voorkomen escalatie; Herstel werking rwzi en behoud waterkwaliteit ontvangende water. 3 N.v.t.
N.v.t. T0 0 – 1 uur
1 – 4 uur
4 – 24 uur
1 – 3 dagen
Moment van ontdekking gevolgen van) verstopping (zie onder algemeen; aard en melding door) • Bevestigen, verkennen, verifiëren van de melding; • Inschatten van de verwachte tijdsduur van de storing • Vaststellen afwijking reguliere bedrijfsvoering en opschalen indien nodig (melden aan voorzitter WAT); • Treffen van eerste maatregelen om incident te beheersen, evt. al waarschuwen . inschakelen externe partijen. • Waarschuwen en inschakelen van externe partijen (vervolg); • Beschikbare middelen inzetten; • Checken trendings van meetapparatuur om ernst situatie in te kunnen schatten en te monitoren. • Afweging en inzet maatregelen om effecten te beheersen en te stabiliseren [b.v. afschakelen gemalen of wegpompen uit nabezinktank; • Inzet externe middelen indien nodig; • Melden aan bevoegd gezag indien nodig. • Maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg; • Inzet externe middelen indien nodig.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-110-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 9 - Verstopping in waterlijn 3 – 7 dagen > 7 dagen Wie/Rol
Mensen
Team
Taken, Bevoegdheden, Verantwoordelijk heid
contactcentrum Coördinatiewacht
Zie wachtdienst
(m.b.t. kennis en competenties) Zuiveringswacht
WAT (Waterschap Actie Team) en aanvullende teamleden
Taak
Ontvangen en doorzetten van de melding
Activiteiten en maatregelen (relevantie m.b.t. competentie, kennis, vaardigheid) • Inventariseert basisgegevens (contactgegevens, aanspreekpartners, lozingsgegevens) • Raadpleegt calamiteitenplan en informeert in dit scenario a) zuiveringstechnoloog en b) BOA • Terugkoppeling ontvangen van zuiveringstechnoloog of BOA; • Informeert voorzitter WAT i.v.m. opschalen. • Zet melding door binnen ZB • Informeert direct in overleg met de technoloog het bevoegd gezag
Meldt calamiteit bij contactcentrum/ coordinatiewacht en zet melding door binnen ZB Samenstelling WAT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WAT altijd coördinatiefase 1. Voorzitter WAT heeft leidende/coördinerende rol = regisseur bij bestrijding van het incident. Technicus beheer Operationeel uitvoerend. • Overleg met zuiveringstechnoloog; • Bediening rwzi; • Gegevens verzamelen. ZuiveringsCoördinerend en • Beoordelen van situatie (met name risico op technoloog adviserend. slibuitspoeling) met technicus beheer; • Belt contactcentrum /coördinatiewacht i.v.m. evt. besluit over opschaling; • Adviseert WAT; • Afstemming met extern laboratorium (contact conform DVA) over monstername en analyses.. Teamleider Coördinerend • Coördineert acties bij Afdeling beheer. Extern Uitvoerend. • Analyseert en rapporteert over monsters Laboratorium genomen in het kader van deze calamiteit (DVA!) (conform DVA). Monsternemer Lab Uitvoerend. • Neemt monsters in opdracht van laboratorium (DVA). VergunningAdviserend. • Wordt zonodig ingeschakeld door vz WAT verlener
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-111-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 9 - Verstopping in waterlijn
WOT (Waterschap Operationeel Team) en aanvullende teamleden
WBT (Waterschap Beleids Team)
Overigen (extern)
Wachtdienst Waterkwaliteit
Adviserend.
Verzamelt gegevens Adviserend met betrekking tot de waterkwaliteit. Samenstelling WOT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WOT altijd coördinatiefase 1. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met A&O zuiveringstechnoloog; • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Handhaving. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Bediening en • Ingeseind door vz WOT. Beheer. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met wachtdienst Kennis & Advies Kwaliteit. • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Samenstelling WBT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WBT altijd coördinatiefase 1. Alle Adviserend. • Op verzoek van operationeel leider kan een afdelingshoofden afdelingshoofd een adviserende taak in WBT krijgen m.b.t. inbreng specialistische kennis. Bevoegd gezag Wvo (RWS)
Toezichthoudend Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend
Bevoegd gezag Wvo (WBD) Bevoegd gezag Wm (Gemeente) Bevoegd gezag Wm (provincie) Regionale Milieudienst Aannemers/Loonw erkers Gemeente
• •
Uitvoerend.
• • • • • • • • • • • • •
Uitvoerend
•
Toezichthoudend Toezichthoudend
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inzet extra pompen (preventief dan wel voor daadwerkelijke bestrijding). Riool- en gemaalbeheer.
-112-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 9 - Verstopping in waterlijn Toolbox Middelen en Maatregelen
Bronbestrijding (besturingssysteem)
Mogelijke middelen en maatregelen Geen slibuitspoeling: • geen actie
Overwegingen
Wel slibuitspoeling: • Stopzetten toevoer NBT • Afschakelen toevoerende gemalen • Inzetten noodpompen • Lozing van (deels)behandeld afvalwater Effectbestrijding Effectinperking Meten
Afvoer Salvage/nazorg
Opmerkingen / Overig
Inzet van pompen om slib uit NBT te pompen
Slibspiegel NBT Effluentkwaliteit (met name SS) DS gehalte in actiefslibsysteem Evalueren effecten lozing op kwaliteit oppervlaktewaterlichaam / waterbodem
Hygiëne Overig Advies, verbetervoorstel
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-113-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.10.10. Vorst: Vastvriezen onderdelen. Scenario 10 - Vorst: Vastvriezen onderdelen Algemeen
Aard, beschrijving
Er zijn klimatologische omstandigheden die van invloed zijn op de werking van de procesonderdelen van een rwzi. Zo kunnen bijvoorbeeld als gevolg van vorst onderdelen vastvriezen. Als deze onderdelen primair bij het proces betrokken zijn, kunnen ze direct van invloed zijn op de effluentkwaliteit. Als voorbeeld wordt hier het vastlopen van een ruimerbrug van een nabezinktank genomen, omdat hierdoor direct een verstoring van de effluentkwaliteit kan optreden.
Plaats (op rwzi)
Het vastvriezen van onderdelen kan op allerlei plekken van de rwzi plaatsvinden. In dit scenario wordt de ruimerbrug van de NBT als voorbeeld genomen.
Grootte zuivering
Hoewel deze situatie zich kan voordoen op elke rwzi, is de situatie veel ernstiger als er maar 1 nabezinktank is. Als er meerdere nabezinktanks zijn, kan het zuiveringsproces nog doorgaan via de overige NBT’s.
Melding door
(Automatische) melding door het niet halen van de setpoints voor de sturing van de rwzi, zoals setpoint voor slibspiegelmeting, storingsmelding slibretourpomp, melding van monitoren in het effluent of een melding naar aanleiding van een visuele waarneming of analyseresultaat..
Omvang
De tijdsduur van de storing in relatie tot de locatie op de rwzi bepaalt de omvang.
Verloop scenario in de tijd (globale verwachting)
Tijdens een periode van strenge vorst loop de ruimerbrug van een NBT vast. Hierdoor wordt het slib in de NBT niet meer goed afgevoerd via de slibretourleiding en hoopt op in de NBT. De kans op slibuitspoeling neemt sterk toe. Zodra de problemen met de ruimerbrug zijn verholpen, zal de situatie zich herstellen.
Overig Effecten
Primaire effecten (zonder ingrijpen): • Slib wordt niet teruggevoerd naar proces • Bedreiging oppervlaktewaterlich aam
[effecten – kwalitatief] •
Afname verwerkingscapaciteit rwzi
• •
De lozingsnormen zullen naar verwachting worden overschreden. Zuurstofloosheid oppervlaktewaterlichaam (de waterkwaliteit van het ontvangende water verslechtert. Dit kan leiden tot afsterven organismen, bv. vis). Effluenthergebruik kan risicovol zijn, i.e. waterlevering Kaatsheuvel aan Efteling
•
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-114-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 10 - Vorst: Vastvriezen onderdelen Schadeontwikkeling (zonder maatregelen)
Bestrijdingsstrategie
Soorten maatregelen
Planning
Effecten op omgeving • Mensen personeel / omwonenden • Huizen • Infrastructuur • Natuur / milieu Kans op escalatie / nieuwe ramp (intern) Kans op domino effecten (extern) Indicator niveau Coördinatiefase Doel, strategie en prioriteit
Ontdekken of beheersen (handelen in een dreigende situatie) Beperken effecten Verloop van de calamiteit
Geen / geen. Geen. Geen. Verslechtering waterkwaliteit ontvangende water. nee ja
Waterlevering zuivering kaatsheuvel aan Efteling (hergebruik beperkt /niet mogelijk).
3 of hoger Op basis van het indicatorniveau volgt een coördinatiefase (1, 2 of 3) Het einddoel is terug te keren naar de normale situatie zo snel als mogelijk Om hier te komen geldt: 1 Inperken incident. 2 Voorkomen escalatie. 3 Herstel werking rwzi en behoud waterkwaliteit ontvangende water (zie ook scenario 1.1 DBP Waterkwaliteit). N.v.t.
N.v.t. T0
Moment van ontdekking (zie onder algemeen; aard en melding door)
0 – 1 uur
• • • •
1 – 4 uur
• • •
4 – 24 uur
•
1 – 3 dagen
• • • •
Bevestigen, verkennen, verifiëren van de melding; Inschatten van de verwachte tijdsduur van de storing Vaststellen afwijking reguliere bedrijfsvoering en opschalen indien nodig Treffen van eerste maatregelen om incident te beheersen, evt. al waarschuwen . inschakelen externe partijen. Waarschuwen en inschakelen van externe partijen (vervolg); Beschikbare middelen inzetten; Checken trendings van meetapparatuur om ernst situatie in te kunnen schatten en te monitoren. Afweging en inzet maatregelen om effecten te beheersen en te stabiliseren [b.v. afschakelen gemalen of wegpompen uit nabezinktank; Inzet externe middelen indien nodig; Melden aan bevoegd gezag indien nodig. Maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg; Inzet externe middelen indien nodig.
3 – 7 dagen Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-115-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 10 - Vorst: Vastvriezen onderdelen
Mensen
Team
> 7 dagen Wie/Rol
Taken, Bevoegdheden, Verantwoordelijk heid
Contactcentrum/ Coördinatiewacht
Zie wachtdienst (zie opmerkingen).
(m.b.t. kennis en competenties) Zuiveringswacht
WAT (Waterschap Actie Team) en aanvullende teamleden
WOT
Taak
Ontvangen en doorzetten van de melding
Activiteiten en maatregelen (relevantie m.b.t. competentie, kennis, vaardigheid) • Inventariseert basisgegevens (contactgegevens, aanspreekpartners, lozingsgegevens). • Raadpleegt calamiteitenplan en informeert in dit scenario a) zuiveringstechnoloog en b) BOA. • Terugkoppeling ontvangen van zuiveringstechnoloog of BOA. • Informeert voorzitter WAT i.v.m. opschalen. • Meldt calamiteit bij contactcentrum/coordinatiewacht • Zet melding door binnen ZB • Informeert direct in overleg met de technoloog bevoegd gezag
Meldt calamiteit bij contactcentrum/ coordinatiewacht en zet melding door binnen ZB Samenstelling WAT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WAT altijd coördinatiefase 1. Voorzitter WAT heeft leidende/coördinerende rol = regisseur bij bestrijding van het incident. Technicus beheer Operationeel • Overleg met zuiveringstechnoloog. uitvoerend. • Bediening rwzi. • Gegevens verzamelen. ZuiveringsCoördinerend en • Beoordelen van situatie met technicus beheer. technoloog adviserend. • Belt contactcentrum /coördinatiewacht i.v.m. evt. besluit over opschaling. • Adviseert WAT. • Afstemming met extern laboratorium (contact conform DVA) over monstername en analyses. Teamleider Coördinerend • Coördineert acties bij Afdeling beheer. Extern Uitvoerend. • Analyseert en rapporteert over monsters genomen in Laboratorium het kader van deze calamiteit (conform DVA). (DVA!) Monsternemer Lab Uitvoerend. • Neemt monsters in opdracht van laboratorium (DVA). VergunningAdviserend. • Wordt zonodig ingeschakeld door vz WAT. verlener Wachtdienst Adviserend. • Verzamelt gegevens Waterkwaliteit • Adviserend met betrekking tot de waterkwaliteit. Samenstelling WOT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WOT altijd coördinatiefase 1.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-116-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 10 - Vorst: Vastvriezen onderdelen (Waterschap Operationeel Team) en aanvullende teamleden
WBT (Waterschap Beleids Team)
Overigen (extern)
Afdelingshoofd A&O
Adviserend.
Afdelingshoofd Handhaving. Afdelingshoofd Bediening en Beheer. Afdelingshoofd Kennis & Advies
Adviserend.
Bevoegd gezag Wvo (RWS)
Toezichthoudend Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend
Bronbestrijding (besturingssysteem)
Onderhoudt contact met zuiveringstechnoloog. Adviserende rol in WOT. Ingeseind door vz WOT. Adviserende rol in WOT. Ingeseind door vz WOT. Adviserende rol in WOT. Ingeseind door vz WOT.
• Onderhoudt contact met wachtdienst Kwaliteit. • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Samenstelling WBT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WBT altijd coördinatiefase 1. Alle Adviserend. • Op verzoek van operationeel leider kan een afdelingshoofden afdelingshoofd een adviserende taak in WBT krijgen m.b.t. inbreng specialistische kennis.
Bevoegd gezag Wvo (WBD)
Toolbox Middelen en Maatregelen
Adviserend.
• • • • • • •
Adviserend.
Bevoegd gezag Wm (Gemeente) Bevoegd gezag Toezichthoudend Wm (provincie) Regionale Toezichthoudend Milieudienst Aannemers/LoonUitvoerend. werkers Gemeente Uitvoerend Mogelijke middelen en maatregelen < 4 uur: geen actie > 4 uur: o Afschakelen toevoerende gemalen o Inzetten noodpompen o Lozing van (deels)behandeld afvalwater
Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. inzet extra pompen (preventief dan wel voor daadwerkelijke bestrijding) • Riool- en gemaalbeheer Overwegingen • • • • • • • • • • • • •
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-117-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 10 - Vorst: Vastvriezen onderdelen Effectbestrijding
Effectinperking Meten
Afvoer Salvage/nazorg
Opmerkingen/ Overig
Inzet van pompen Afdekken met b.v. tent en voorzien van hete lucht kanon. IJs verwijderen (Atlaskraan met spijlen) Slibspiegel NBT Effluentkwaliteit (met name SS) DS gehalte in actiefslibsysteem Trending van bovengenoemde signalen checken. Evalueren effecten lozing op kwaliteit oppervlaktewaterlichaam/waterbodem
Hygiëne Overig Advies, verbetervoorstel
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-118-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
4.10.11. Lozing radioactief materiaal in afvoerstelsel / met voorafgaande melding
Scenario 11 - Lozing radioactief materiaal in afvoerstelsel / met voorafgaande melding Algemeen
Aard, beschrijving
Als gevolg van een calamiteit komt een stroom radioactief afvalwater richting de rwzi. (Direct) Na de lozing vindt er een melding plaats bij het Waterschap, waardoor direct ingespeeld kan worden op de lozing. Als de lozing de rwzi bereikt, treedt er een acuut gezondheidsrisico op voor medewerkers en mogelijk voor omwonenden. Bij een bepaalde mate van straling zal tevens de biologische capaciteit van de rwzi aangetast worden. Daardoor kan de biologische capaciteit onvoldoende worden om de vervuiling te verwerken tot de gewenste effluentkwaliteit.
Plaats (in transportsysteem)
De lozing bevindt zich in het transportsysteem en dreigt binnen te komen met het overige rioolwater, waarna het via het ontvangwerk de diverse onderdelen van de waterlijn doorstroomt.
Grootte zuivering
De grootte van de rwzi is niet bepalend voor de gezondheidsrisico’s van de lozing. De afstand tot de bebouwing is wel van invloed op de gevolgen. De grootte van de rwzi is wel van belang als de lozing het zuiveringsproces beïnvloed.
Melding door
Degene die de lozing heeft veroorzaakt belt met het waterschap. Melding vindt plaats via het centrale telefoonnummer van het Waterschap
Omvang
De omvang van de lozing (in m3’s en stralingsintensiteit) zal samen met de grootte van de rwzi de omvang van de calamiteit bepalen.
Verloop scenario in de tijd (globale verwachting)
Een lozing wordt centraal gemeld. Deze melding wordt doorgegeven aan de procesvoerder en aan contactcentrum /coördinatiewacht. Op basis van een inschatting van de omvang, aard en locatie van de lozing, wordt beslist of het water op de rwzi verwerkt kan worden of vooraf moet worden tegengehouden en afgevoerd (bijv naar grotere rwzi, bufferlocatie om in kleinere hoeveelheden te worden verwerkt of externe verwerker). Als het water toch naar de rwzi komt, zal door de aanwezige straling een gezondheidsrisico optreden. Tevens kan de straling het zuiveringsproces beïnvloeden, waardoor naar verwachting een of meerdere meetwaarden in het beluchtingsbassin sterk afwijken van de setpoints. Het radioactieve materiaal zal naar verwachting ophopen in het slib, waardoor dit apart behandeld en afgevoerd dient te worden.
Overig
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-119-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 11 - Lozing radioactief materiaal in afvoerstelsel / met voorafgaande melding Effecten
Primaire effecten (zonder ingrijpen): •
Gezondheidsgevaar
[effecten – kwalitatief] Vervuiling sec in het aanvoersysteem, c.q. kelders, gemalen: • vrijkomen van straling Als het op de zuivering aankomt: • vrijkomen van straling • zuiveringtechnisch zie scenario 2B
Schadeontwikkeling (zonder maatregelen )
Bestrijdingsstrategie
Soorten maatregelen
Effecten op omgeving • Mensen personeel / omwonenden • Huizen • Infrastructuur • Natuur / milieu Kans op escalatie / nieuwe ramp (intern) Kans op domino effecten (extern) Indicator niveau Coördinatiefase Doel, strategie en prioriteit
Ontdekken of beheersen (handelen in een dreigende situatie)
Beperken effecten Planning
Verloop van de calamiteit
Ja, gezondheid / Ja, gezondheid. Geen. Geen. Verslechtering waterkwaliteit ontvangende water. ja ja
Waterlijn: Lozing komt op rwzi binnen. Zie 2B. Toevoer + sliblijn: Stralingsrisico bij afvoer water / slib naar eindverwerker Waterlijn: Zie 2B Sliblijn: Stralingsrisico bij afvoer slib naar eindverwerker
3 of hoger Op basis van het indicatorniveau volgt een coördinatiefase (1, 2 of 3) Het einddoel is de gevolgen van de lozing in het aanvoersysteem te beheersen en op de rwzi beheersbaar te houden met als doel het niet overschrijden van de lozingseisen, en met name de gezondheidsrisico’s te beperken en terug te keren naar de normale situatie binnen een tijdsbestek van 3 dagen. Om hier te komen geldt: 1 Stoppen van de lozing; 2 Beheersen lozing in het aanvoersysteem; 3 Beheersen gezondheidsrisico’s; 4 Beperken gevolgen effluent kwaliteit (zie ook scenario 1.1. DBP Waterkwaliteit). Stoppen van de lozing i.s.m. afdeling Handhaving. Tussen het moment van melden en het aankomen op de rwzi bestaat de mogelijkheid om de lozing in het rioolsysteem te bufferen. Maatregelen bestaan uit het controleren, isoleren en verwijderen van de lozing in het systeem en/of het gedoseerd afvoeren richting de rwzi of per as naar andere verwerkingslocaties. Afhankelijk van de aard en omvang van de lozing kunnen maatregelen getroffen worden op de rwzi. Deze maatregelen kunnen bestaan uit het vullen van een regenwaterbuffer. T0 Moment van melding lozing (zie onder algemeen; aard en melding door)
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-120-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 11 - Lozing radioactief materiaal in afvoerstelsel / met voorafgaande melding 0 – 1 uur
• • • • • • • • •
1 – 4 uur
• • •
• • 4 – 24 uur 1 – 3 dagen
3 – 7 dagen > 7 dagen
• • • • • -
Bevestigen, verkennen, verifiëren van de melding. Inschatten effect lozing op gezondheidsrisico’s in transportsysteem en rwzi. Inschatten van locatie en omvang (begin/einde) van de lozing in het aanvoersysteem, en de verwachte tijd van aankomst op de zuivering. Stoppen van de lozing i.s.m. afd. Handhaving. Start monstername programma door externe gespecialiseerde partij. Beoordelen en besluitvorming over verschillende mogelijkheden om te bufferen. Indien naar rwzi, start maatregelen treffen. Vaststellen afwijking reguliere bedrijfsvoering en opschalen indien nodig (waarschuwen voorzitter WAT). Treffen van eerste maatregelen om incident te beheersen, evt. al waarschuwen/inschakelen externe partijen. Waarschuwen en inschakelen van externe partijen vervolg. Afweging en inzet maatregelen om effecten te beheersen en te stabiliseren [b.v. afschakelen gemalen of wegpompen uit aanvoerput]. Checken trendings van meetapparatuur om de huidige situatie in te kunnen schatten (nulsituatie en verloop van meetwaarden gedurende het incident). Checken waterkwaliteit aanvoer (door externe partij) op rwzi en slibactiviteit. Vervolg maatregelen nemen bij vervuilende bron of aan voorkant van de zuivering indien effect op rwzi groter dan verwacht. Continue beoordeling gezondheidsrisico’s. Inzet externe middelen uitbreiden indien nodig. Maatregelen nemen ter bevordering van herstel en nazorg. Inzet extra externe middelen indien nodig t.b.v. herstel werking aanvoersysteem, bv. schoonmaken van leidingen. Isoleren straling en afvoer naar aparte eindverwerker.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-121-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 11 - Lozing radioactief materiaal in afvoerstelsel / met voorafgaande melding Mensen Taken, Bevoegdheden, Verantwoordelijkheid
Wie/Rol
Team
contactcentrum/ Coördinatiewacht
(m.b.t. kennis en competenties) WAT (Waterschap Actie Team) en aanvullende teamleden
Taak
Activiteiten en maatregelen (relevantie m.b.t. competentie, kennis, vaardigheid) Zie wachtdienst Ontvangen en • Inventariseert basisgegevens (contactgegevens, (zie opmerkingen) doorzetten van aanspreekpartners, lozingsgegevens) de melding • Raadpleegt calamiteitenplan en informeert in dit scenario a) zuiveringswacht b) zuiveringstechnoloog en c) BOA Zuiveringswacht Zet melding door • Zet melding door binnen ZB binnen ZB • Informeert direct in overleg met technoloog bevoegd gezag Samenstelling WAT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WAT altijd coördinatiefase 1. Voorzitter WAT heeft leidende/coördinerende rol = regisseur bij bestrijding van het incident. Technicus beheer Operationeel • Bevoegdheid om in overleg met uitvoerend. zuiveringstechnoloog eerste maatregelen te treffen; • Bediening gemalen en rwzi; • Gegevens verzamelen, monstername. • Informeren teamleider Zuiverings-techno- Coördinerend en • Overleg en beoordelen van de situatie met technicus loog adviserend. beheer; • Inschatting van ernst situatie, locatie van de lozing in het aanvoersysteem en verwachte tijd van aankomst op de rwzi; • Overleg met afd. Handhaving om lozing te stoppen; • Ingangzetten van trending en aanvullende metingen op rwzi en in het aanvoerstelsel; • Afstemming met extern laboratorium (contact conform DVA) over monstername en analyse; • Belt WAT-voorzitter i.v.m. evt. besluit over opschaling; • Adviseert WAT; • Meldt incident aan bevoegd gezag (Wm/Wvo). Teamleider van Coördinerend • Wordt aangestuurd door vz WAT. beheerspiket • Coördineert acties bij Afdeling beheer. • Coördineert acties bij Afdeling onderhoud. • Waarschuwt personeel en publiek voor gezondheidsgevaar. Extern Uitvoerend. • Analyseert en rapporteert over monsters genomen in Laboratorium het kader van deze calamiteit (conform DVA). (DVA!)
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-122-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 11 - Lozing radioactief materiaal in afvoerstelsel / met voorafgaande melding Monsternemer Lab
Uitvoerend.
•
Coördinator Team Industrie en Gemeente Afdeling handhaving BOA (geen deelnemer WAT)
Uitvoerend.
•
Vergunningverlener
WOT (Waterschap Operationeel Team) en aanvullende teamleden
WBT (Waterschap Beleids Team) Overigen (extern)
• Informerend (intern) Opsporend (extern) Adviserend.
• •
Neemt monsters (op veilige manier) in opdracht van laboratorium (DVA). Verzameld gegevens voor vervolgen dader en zet acties uit. Direct ingeseind door voorzitter WAT. Verzameld bewijslast in het kader van strafrechtelijk dan wel bestuursrechtelijk onderzoek. Direct ingeseind door voorzitter WAT.
Adviseert WAT over mogelijke veroorzakers (indien melding niet is gedaan door veroorzaker). • Wordt zonodig ingeschakeld door vz WAT. Monsternemer Uitvoerend. • Neemt monsters in kader van vervolging van Handhaving veroorzaker. Wachtdienst Adviserend. • Verzamelt gegevens Waterkwaliteit • Adviserend met betrekking tot de waterkwaliteit. Samenstelling WOT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WOT altijd coördinatiefase 2. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. A&O • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Handhaving. • Ingeseind door vz WOT. Afdelingshoofd Adviserend. • Adviserende rol in WOT. Bediening en • Ingeseind door vz WOT. Beheer. Afdelingshoofd Adviserend. • Onderhoudt contact met wachtdienst Kwaliteit. Kennis & Advies • Adviserende rol in WOT. • Ingeseind door vz WOT. Samenstelling WBT volgens Handboek Calamiteitenzorg. WBT altijd coördinatiefase 3.
Bevoegd gezag Wvo (RWS) Bevoegd gezag Wvo (WBD) Bevoegd gezag Wm (Gemeente) Veroorzaker lozing
•
Toezichthoudend. Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend. Adviserend. Mogelijk sturend. Toezichthoudend. Informerend en uitvoerend.
• • • • • • • • •
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. Kan indien nodig maatregelen opleggen. In overleg met zuiveringstechnoloog. Inschatten van effecten en adviserend. In overleg met zuiveringstechnoloog. Treffen van maatregelen, c.q. stoppen lozing. -123-
DEELBESTRIJDINGSPLAN ZUIVERINGSTECHNISCHE WERKEN - oktober 2013
Scenario 11 - Lozing radioactief materiaal in afvoerstelsel / met voorafgaande melding Rioleringsbeheer Gemeente
Toolbox Middelen en Maatregelen
Bronbestrijding (besturingssysteem)
Effectbestrijding
Opmerkinge n / Overig
Effectinperking Meten Afvoer Salvage/nazorg Hygiëne Overig Advies, verbetervoorstel
Adviserend. Uitvoerend.
Bevoegd gezag Toezichthoudend Wm (provincie) Regionale Toezichthoudend Milieudienst Slib eindverwerker Uitvoerend Aannemers/LoonUitvoerend werkers Mogelijke middelen en maatregelen 1. Verkenning: verifiëren van stralingsrisico dmv externe partij, 2. inschatten van de invloed v/d lozing a. Check monitoren b. Check trendings c. Check luchtvraag d. (Visuele beoordeling) e. Aanvullende stralingsmeting ivm veiligheid 3. Start monstername influent/effluent 4. Stoppen aanvoer (DWA) op een of meerdere gemalen 5. Afvoer influent (per as) Stoppen levering effluent Stoppen afvoer slib naar eindverwerker
Onderhoudt contact met technicus beheer of teamleider. • Kan worden uitgenodigd als adviseur WAT. • Doet waarneming en inspectie in het veld. • Heeft de bevoegdheid tot het treffen van maatregelen (stopzetten gemalen). • Inschatten van effecten en adviserend. • In overleg met zuiveringstechnoloog. • Inschatten van effecten en adviserend. • In overleg met zuiveringstechnoloog. • Afvoer van slib indien noodzakelijk. • Extra beluchting, watertransport (preventief dan wel voor daadwerkelijke bestrijding). Overwegingen •
Meten straling Apart afvoer slib naar verwerker
. Lijst ontwikkelen voor te meten radio-actieve parameters, met daarbij wellicht onderscheid afhankelijk van type calamiteit (kernongeval, lozing radioactief materiaal in riolering). Informatie hierover o.a. te vinden in Deelbestrijdingsplan Waterkwaliteit paragraaf 3.4, waarin ook normen en achtergrondwaarden opgenomen zijn. Checken of DVA met laboratorium hierin voorziet.
Handboek Calamiteitenzorg Waterschap Brabantse Delta – deel 2
-124-