War Child Nederland jaarverslag 2004
Inhoud • •
Voorwoord Samenvatting
Deel I: Achtergrond, uitgangspunten en keuzes • • •
Kinderen in oorlog De hulp van War Child Projectkeuze
Deel II: Verslag 2004 1. 2. 3.
4.
5. 6. 7. 8. 9. 10. 11.
Doelstelling en Missie Methodiekontwikkeling Hulpverleningsprojecten • De Balkan: Bosnië-Herzegovina, Kosovo • De Kaukasus: Tsjetsjenië en Ingoesjetië, Georgië • Afrika: Sierra Leone, DR Congo, Soedan, Oeganda, Eritrea • Centraal-Azië: Afghanistan en Pakistan • Midden-Oosten: Israël en Palestina • Zuid-Amerika: Colombia War Child in Nederland • Voorlichting en bewustwording • Communicatie met achterban • Fondsenwerving Risicomanagement Bestuur en directie Personeel en organisatie Organisatie-ontwikkelingen hoofdkantoor Financieel verslag Vooruitblik Colofon
3 4
5 6 7 10 12 13 14 16 16 19 25 35 37 40 42 42 44 46 48 50 52 55 56 60 62
Deel III: Jaarrekening 2004
(apart document) Balans Staat van baten en lasten Toelichting op de balans en de staat van baten en lasten 1. Grondslagen van waardering en resultaatbepaling 2. Toelichting op de balans per 31 december 2004 3. Toelichting op de staat van baten en lasten over 2004 4. Overige informatie 5. Verschillenanalyse jaarrekening 2004 versus begroting 2004 6. Begroting 2005
3 4 6 6 7 12 15 15 16
Overige gegevens: Accountantsverklaring
17
Stichting War Child Nederland is eind 1995 opgericht en is gevestigd in Amsterdam. Sinds 1 juni 2000 heeft War Child Nederland het CBF-Keur van het Centraal Bureau voor Fondsenwerving.
War Child Nederland is deel van een internationaal netwerk van onafhankelijke organisaties met dezelfde naam en hetzelfde logo, die zich allen inzetten voor verbetering van het welzijn van oorlogskinderen. Iedere organisatie is juridisch, financieel, bestuurlijk en operationeel onafhankelijk. In dit jaarverslag duiden we War Child Nederland verder aan als War Child.
War Child Nederland • Postbus 10018 • 1001 EA Amsterdam bezoekadres: Singel 118 • 1015 AE Amsterdam telefoon 020 422 7777 • fax 020 420 4716 •
[email protected] • www.warchild.nl giro 6366 • bank 60.66.10.456
2
Voorwoord Vicieuze cirkel van geweld doorbreken De wereld is er in 2004 niet veiliger op geworden. In tientallen gewapende conflicten zijn miljoenen onschuldige volwassenen en kinderen slachtoffer geworden. Zij ondervinden dagelijks de gevolgen van oorlog. Er lijkt een tendens te zijn om naast burgers ook hulpverleners steeds vaker als doelwit te zien, en niet als neutrale partij. War Child heeft dat in 2004 voor het eerst direct ervaren, toen gewelddadigheden in het oosten van de Democratische Republiek Congo plotseling oplaaiden en twee medewerkers van War Child gewond raakten bij een aanval op hun huis door plunderende militairen. We beschouwen deze gebeurtenis niet als een losstaand incident. Het past in een betreurenswaardige tendens. Het past in het beeld van een onveilige wereld. Dit weerhoudt ons niet om door te gaan met ons werk. Onze visie is dat het mogelijk is om de vicieuze cirkel van geweld te doorbreken. Kinderen in oorlog groeien op met geweld en hebben soms in hun hele leven nog nooit vrede gekend. Wat kunnen we van deze kinderen verwachten als ze volwassen zijn? Als ze niet beter weten dan problemen met geweld te beantwoorden. Het raakt aan de essentie van het werk van War Child: kinderen psychische en sociale ondersteuning bieden opdat zij zich kunnen ontwikkelen tot evenwichtige volwassenen. Helaas zijn er wereldwijd miljoenen kinderen die behoefte hebben aan de hulp van War Child. Gelukkig zijn we tot nu toe ieder jaar in staat geweest om meer kinderen die hulp te bieden. In 2004 is de organisatie verder gegroeid. Ondanks het economisch slechte tij, namen de inkomsten toe. Ook de omvang en de kwaliteit van de hulpverleningsprojecten namen toe. Dat willen we in 2005 voortzetten. In ons werk zullen we steeds meer samenwerking zoeken met lokale partnerorganisaties en lokale professionals. De kennisuitwisseling met hen ervaren wij als zeer waardevol en inspirerend. Alle opgedane kennis draagt bij aan de continue ontwikkeling van onze methodiek, wat in 2005 nog meer nadruk zal krijgen. Ook onderzoeken en effectmetingen zullen daaraan bijdragen. Het gevaar van geweld in onze projectgebieden blijft aanwezig. We beperken de kwetsbaarheid van de organisatie zoveel mogelijk door een weloverwogen spreiding tussen meer en minder stabiele gebieden. Daarnaast zijn de veiligheidsrichtlijnen voor al onze medewerkers aangescherpt. We zijn ons ervan bewust dat een optimale bescherming geen garantie is voor absolute veiligheid. We willen het risico echter nemen, voor al die kinderen die ons nodig hebben. We doen het graag, toegewijd en gemotiveerd, met al onze medewerkers, vrijwilligers, ambassadeurs, Friends, sponsoren en donoren!
Maarten van Dijk Voorzitter War Child
3
Samenvatting Het jaar 2004 was voor War Child wederom een jaar van groei, zowel in kwalitatief als in kwantitatief opzicht. De uitgaven ten behoeve van de doelstelling stegen met 39% van € 4,1 miljoen in 2003 naar € 5,7 miljoen in 2004. De hulpverleningsprogramma's kenden hoogtepunten en dieptepunten. Opmerkelijke verbeteringen waren er in de programma's in Sierra Leone en Soedan. In Afghanistan is een nieuw programma succesvol van start gegaan. War Child heeft haar werkveld in 2004 uitgebreid naar NoordOeganda, Israël en Palestina en de voorbereidingen zijn getroffen voor hulp aan kinderen in Colombia. Dieptepunten was het gewelddadige incident in de Democratische Republiek Congo, waarbij twee War Child medewerkers gewond raakten. Het project werd tijdelijk stilgelegd en later in afgeslankte vorm hervat. Ook het vertrek uit Eritrea was een dieptepunt voor War Child in 2004. Als gevolg van een gewijzigd overheidsbeleid kon War Child de hulpverlening in dit land niet meer voortzetten. Veel nadruk lag in 2004 op de verdere opbouw van psychosociale expertise en kennisuitwisseling binnen de organisatie. Er zijn belangrijke stappen gezet in de ontwikkeling van meetinstrumenten om wetenschappelijk verantwoord onderzoek te kunnen doen naar de effecten van de hulp van War Child. Ook is in 2004 het 'Planning, Monitoring & Evaluation' systeem ontwikkeld dat onder meer is bedoeld om de beleidsvorming, planning, procedures en evaluaties binnen War Child te standaardiseren en te systematiseren. Het systeem wordt in 2005 ingevoerd. Daarnaast zijn in 2004 op het gebied van personeelsmanagement, logistiek, veiligheid, financiën en voorlichting aanzienlijke verbeteringen doorgevoerd. De meest opmerkelijke evenementen en voorlichtingsactiviteiten in 2004 waren de Nationale Bevrijdingsfestivals, waar War Child ieder jaar vertegenwoordigd is, de productie en televisieuitzending van de voorlichtende documentaire 'Marco Borsato: Bestemming Afghanistan', Feast for Peace, het Friends for War Child concert in een uitverkocht Ahoy en de landelijke War Child campagne. De inkomsten eigen fondsenwerving stegen van € 3,6 miljoen in 2003 naar bijna € 3,9 miljoen in 2004, een stijging van 11%. Het kostenpercentage voor eigen fondsenwerving bedroeg 9,2%, wat ruim onder de norm van 25% is die het Centraal Bureau Fondsenwerving hanteert. Dit percentage is bij War Child relatief laag dankzij bedrijven die de organisatie op vele manieren sponsoren en ondersteunen. Het fondsenwervingsbeleid van War Child was er in 2004 op gericht om het aandeel structurele donoren ten opzichte van incidentele donoren te vergroten. Die doelstelling is bereikt. Daarnaast ontving War Child ook belangrijke financiële steun van de Nationale Postcode Loterij, van PSO (Personele Samenwerking Ontwikkelingslanden) en van het Thematische Medefinancieringsfonds (TMF) van het ministerie van Buitenlandse Zaken.
4
Deel I: Achtergrond, uitgangspunten en keuzes
Kinderen in oorlog In de afgelopen tien jaar zijn anderhalf miljoen kinderen gedood door oorlogsgeweld. Vier miljoen kinderen raakten voor het leven invalide. Ook als kinderen geen fysieke verwondingen oplopen, zijn de gevolgen vaak groot. Zo moeten veel kinderen vluchten, leven velen in voortdurende onzekerheid en angst, en vallen sociale netwerken uiteen. Kinderen lopen kans ouders, vrienden en familie te verliezen. Ze zijn getuige van geweld of worden soms gedwongen zelf geweld te gebruiken. Al deze ervaringen laten emotionele littekens achter bij kinderen en kunnen een negatieve invloed hebben op hun ontwikkeling. Voor deze kinderen is het moeilijk de ervaringen een plek te geven en in sommige gevallen kan hun ontwikkeling stagneren. Kinderen kunnen last hebben van nachtmerries, slaapstoornissen, depressies en uitbarstingen van woede of machteloosheid. Soms kunnen ze zich moeilijk concentreren op school en zijn ze somber over hun toekomst. Ze voelen zich in de steek gelaten door hun omgeving en hebben geen vertrouwen in de mensen om zich heen. Al deze problemen zijn normale reacties op abnormale gebeurtenissen. Om op te groeien tot een evenwichtige volwassene is het echter belangrijk dat deze problemen naar verloop van tijd verdwijnen. Wanneer een kind te lang last heeft van deze symptomen staat dat een gezonde ontwikkeling in de weg. Er zijn verschillende, zogenaamde beschermende factoren die een kind helpen om problemen het hoofd te bieden: • positieve coping vaardigheden • ondersteuning en zorg van volwassenen • dagelijkse structuur • vreedzaam samenleven In geval van oorlog vallen een of meerdere van deze beschermende factoren vaak - tijdelijk - weg of zijn in onvoldoende mate aanwezig.
Verminderde ontwikkeling 'coping' vaardigheden Ieder mens ontwikkelt manieren om met (aangrijpende) ervaringen om te gaan. In vaktaal noemen we dit 'coping' vaardigheden. Het gaat hier om vaardigheden waardoor iemand moeilijke situaties beter het hoofd kan bieden. Mensen kunnen zowel positieve als negatieve coping vaardigheden ontwikkelen. Positieve vormen zijn bijvoorbeeld problemen van je afschrijven in een dagboek, erover praten met anderen, sporten of muziek maken. Voorbeelden van negatieve vaardigheden zijn structureel agressief gedrag of toevlucht zoeken in verslavende middelen. In een oorlogssituatie hebben kinderen vaak onvoldoende mogelijkheden om de voor hen goede en positieve coping vaardigheden te ontwikkelen.
Verminderde ondersteuning en zorg van volwassenen De ondersteuning en zorg van volwassenen, op zowel fysiek als emotioneel gebied is essentieel voor een gezonde ontwikkeling van kinderen. In gebieden getroffen door oorlog kunnen volwassenen vaak niet meer de steun bieden die zij normaliter zouden geven. Soms vallen één of beide ouders/verzorgers weg. Andere ouders zijn vooral bezig met overleven of hebben zelf emotionele problemen als gevolg van het conflict. Hierdoor is de aandacht voor de kinderen vaak beperkt. Ook andere volwassenen in de omgeving van het kind, zoals leerkrachten of hulpverleners, zijn belangrijk voor de ontwikkeling. Als gevolg van oorlog, zeker als het een langdurige oorlog betreft, hebben deze (para)professionals vaak een kennisachterstand opgelopen op hun vakgebied. Daarnaast is ook de situatie waarin zij hun taak moeten uitoefenen in een na-oorlogs gebied vaak erg moeilijk. Overvolle klassen, gebrekkige infrastructuur, weinig lesmateriaal en lage salarissen zijn een veel voorkomend beeld. Onder deze omstandigheden ook nog omgaan met de specifieke behoeften en problemen die de kinderen hebben naar aanleiding van het conflict, is vaak teveel gevraagd. Als er sociaal werkers en psychologen zijn in het gebied geldt voor hen ook vaak dat kennisachterstand en gebrek aan middelen de uitvoering van hun taak bemoeilijken.
6
Veranderingen in dagelijkse structuur Structuur en voorspelbaarheid zijn van belang voor de gezonde ontwikkeling van een kind. Dagelijkse structuur geeft ieder kind die zekerheid in het leven, waar het zich aan vast kan houden. Voor kinderen die leven in conflictsituaties is het bieden van dagelijkse structuur extra belangrijk. In oorlogssituaties is de dagelijkse structuur vaak volledig afwezig. In veel oorlogsgebieden zijn scholen gesloten, familiestructuren verstoord en leven kinderen in voortdurende onzekerheid over wat er staat te gebeuren. Deze onstabiele omgeving zorgt ervoor dat kinderen kwetsbaarder zijn. Het leven in een dergelijke situatie maakt kinderen onzeker en ontneemt hen het vertrouwen in de toekomst.
Geen vreedzame samenleving Oorlog splijt samenlevingen en ontneemt het vertrouwen in andere bevolkingsgroepen. Het opgroeien in een omgeving gekenmerkt door bedreigingen, haat, onderlinge spanningen en geweld staat een gezonde ontwikkeling van kinderen in de weg. Ze leren te denken in vooroordelen, ontwikkelen gevoelens van woede en wantrouwen naar anderen. In sommige gevallen is er ook na beëindiging van het conlict nog sprake van fysieke onveiligheid.
De hulp van War Child Hoe meer kinderen opgroeien tot evenwichtige volwassenen, hoe groter de kans dat de samenleving waarin zij leven later ook vreedzaam zal zijn. Dat is het uitgangspunt van War Child. Met haar hulpverleningsprojecten wil War Child bijdragen aan het psychosociaal welzijn van kinderen en daarmee aan toekomstige vrede. We doen dit door te werken aan de versterking van één of meerdere beschermende factoren die zo cruciaal zijn voor de ontwikkeling van kinderen. Als kinderen zelf weerbaar zijn, een zekere mate van structuur en veiligheid beleven en voldoende ondersteuning krijgen van volwassenen in hun omgeving, is het waarschijnlijker dat zij een gezonde ontwikkeling doormaken. War Child geeft daar op de volgende manieren concrete invulling aan in de projecten: • Positieve 'coping' vaardigheden versterken Je uitleven in een voetbalspel, uit volle borst zingen, met elkaar muziek maken, luisteren naar een mooi verhaal of je dromen in kleur op papier zetten… Dit zijn voorbeelden van - positieve - manieren om beklemmende emoties en nare gevoelens kwijt te raken of een plek te geven. Voor kinderen die te maken hebben met oorlog en de gevolgen daarvan is het belangrijk dat zij positieve coping vaardigheden ontwikkelen en niet vervallen in structureel agressief of apathisch gedrag of verslaving. War Child helpt kinderen om positieve coping vaardigheden te ontwikkelen om hun eigen weerbaarheid te vergroten. Dat doen we onder andere in creatieve en sportieve workshops, waarin professioneel begeleide sport- en spelactiviteiten plaatsvinden. Er wordt veel gebruik gemaakt van muziek, dans, tekenen en toneel. Via de activiteiten kan ook worden gewerkt aan bijvoorbeeld verbetering van concentratie, vergroten van zelfvertrouwen, samenwerking en ontspanning.
Creativiteit in hulpverlening In de psychosociale hulpverleningsprogramma's van War Child wordt veel gebruik gemaakt van creatieve activiteiten zoals muziek, toneel, tekenen en ook sport. Kinderen vinden het vaak moeilijk om hun gevoelens onder woorden te brengen. De creatieve activiteiten van War Child geven de kinderen de mogelijkheid om zich spelenderwijs te uiten, om te leren en om te ontdekken, op een manier die dicht bij hun belevingswereld ligt. • Kinderen samenbrengen Als gevolg van etnische of politieke conflicten hebben grote groepen mensen vaak geen contact meer met elkaar. Kinderen leven gescheiden, spelen niet meer met elkaar terwijl ze soms in hetzelfde dorp of zelfs in dezelfde straat wonen. Vooroordelen en gevoelens van haat en woede blijven daardoor bestaan.
7
Door middel van culturele, sportieve en creatieve activiteiten bevordert War Child het contact tussen kinderen van verschillende bevolkingsgroepen om zo het wederzijdse begrip te stimuleren. Muziek bijvoorbeeld, is universeel. Het kan mensen samenbrengen ongeacht afkomst, religie of etniciteit. Zo ook toneel. Servische en Kosovaarse Albanese jongeren maakten in 2004 samen een toneelvoorstelling over een etnisch conflict in hun gemeenschap, waarmee ze tevens discussie op gang brachten onder de aanwezige toeschouwers. • Voorlichting geven Ouders, familie, maar ook leerkrachten maken een belangrijk deel uit van het leven van een kind. Kinderen opvoeden en ondersteunen in oorlogssituaties vraagt veel van ouders en verzorgers. Het is voor hen moeilijk om te gaan met de problemen van hun kinderen, ofwel doordat zij zelf veel problemen en zorgen hebben of omdat ze eenvoudigweg niet weten hoe. War Child geeft daarom voorlichting over de problematiek van kinderen in oorlog en de psychosociale ontwikkeling van kinderen aan ouders, verzorgers en professionals. De voorlichting vindt plaats op vele niveaus en op verschillende manieren, bijvoorbeeld in de vorm van persoonlijke gesprekken, campagnes, radioprogramma's of door middel van een toneelstuk met mogelijkheid voor discussie achteraf. • Kennisopbouw In alle hulpverleningsprojecten van War Child is kennisopbouw op lokaal niveau een centraal uitgangspunt. War Child werkt altijd samen met lokale partnerorganisaties of groepen of met professionals die met kinderen werken, zoals leerkrachten, sociaal werkers, psychologen of kunstenaars en toneelspelers. In sommige projecten leidt War Child zelf nieuwe professionals op, die op hun beurt ook weer cursussen en trainingen aan anderen kunnen geven. Ook traint War Child geregeld hulpverleners van internationale hulporganisaties. De zorg en ondersteuning van kinderen is in de eerste plaats de verantwoordelijkheid van ouders en de gemeenschap waarin de kinderen opgroeien. Pas als zij daar onvoldoende toe in staat zijn, is er een taak voor de internationale hulpverlening weggelegd. War Child deelt kennis met het doel om de lokale capaciteit zodanig te versterken, dat de verantwoordelijkheid voor de zorg van kinderen weer gedragen kan worden door de gemeenschap. Kennisuitwisseling en -opbouw en het zoeken naar oplossingen voor problemen, vindt plaats in dialoog met ouders, leerkrachten en andere mensen die de kinderen van dichtbij meemaken. Zij kennen de kinderen het beste. De projecten worden samengesteld op basis van samenwerking tussen War Child en betrokkenen. • Oude tradities nieuw leven inblazen Vaak worden tradities en culturele evenementen, bijeenkomsten en sportwedstrijden in tijden van oorlog niet meer georganiseerd. Het gevolg kan zijn dat mensen geïsoleerd raken en verminderd contact hebben met de gemeenschap waarin zij leven. Juist in tijden van oorlog en in na-oorlogse situaties is het belangrijk dat het sociaal netwerk een systeem is waar mensen steun kunnen vinden. Cultuur en traditie kunnen een belangrijke bijdrage leveren aan saamhorigheid en identiteit. War Child erkent het belang van sociaal-culturele activiteiten en ondersteunt initiatieven die oude tradities in ere herstellen. Zo bestonden bijvoorbeeld voor de oorlog in Sierra Leone in veel dorpen zogenaamde 'Bu Bu groups', groepen die traditionele muziek ten gehore brachten in de dorpen. Door de oorlog zijn veel van deze groepen uiteengevallen, of ze hebben hun rol verloren. War Child helpt om deze groepen nieuw leven in te blazen, zodat traditionele muziek blijft bestaan en gemeenschappen in een ontspannen en vrolijke sfeer bij elkaar komen.
8
“In Nederland vinden we ook dat onze kinderen moeten kunnen spelen” Tjipke Bergsma was tot eind 2004 bestuurslid van War Child en is sinds begin 2005 als Director of Operations verantwoordelijk voor de hulpverleningsprojecten. Hij heeft jarenlang in Nederland en in het buitenland voor Plan gewerkt en de afgelopen zes jaar bij Transavia. Hij wilde terug naar de wereld van internationale samenwerking en ontwikkeling, met een focus op kinderen. Daar ligt zijn hart. “De overstap van een bestuursfunctie naar een functie in de organisatie was in eerste instantie wel een beetje gek. Vreemd genoeg voel ik nu meer verantwoordelijkheid dan voorheen, omdat ik dagelijks bezig ben met de uitvoering. Als bestuurder zit je toch meer op afstand, en dat hoort ook zo. Wat me in het werk vooral bezig houdt zijn twee vragen: Doen we het goed? En doen we genoeg? Na een aantal maanden kan ik in ieder geval constateren dat we inderdaad precies doen, wat we zeggen dat we doen. Nu ik het van dichtbij meemaak, merk ik des te meer hoeveel structuur, kennis en doordachte methodiek al in onze programma's zit. Wat we nog verder kunnen en moeten ontwikkelen zijn meetinstrumenten, om ook op wetenschappelijk niveau te bewijzen dat wat we doen het boogde effect heeft. Kinderen weerbaar maken en ze kansen geven zich te ontwikkelen tot volwaardige spelers in hun eigen samenleving, op basis van psychosociale hulp, is en blijft heel belangrijk. Dit soort hulp is lange tijd een onderbelicht domein geweest. Veel mensen zien graag concrete en meetbare ontwikkelingshulp. Creatieve en sociale ontwikkeling wordt daar niet automatisch toe gerekend. Maar is daarom niet minder belangrijk. In Nederland vinden we het allemaal heel vanzelfsprekend en belangrijk dat onze kinderen een sport beoefenen en de mogelijkheid moeten hebben om veilig in de buurt te spelen. Waarom zou dat voor andere kinderen niet gelden? War Child voorziet in een behoefte en een noodzaak. Toch kan War Child mijns inziens nog meer doen. Persoonlijk denk ik dan aan uitbreiding naar basis- en vakonderwijs. Dat vergroot het toekomstperspectief van kinderen en is belangrijk om later als volwassene actief te kunnen deelnemen aan de eigen samenleving. In onze programma's in Sierra Leone en Afghanistan zien we daar al voorbeelden van. Maar het mag, wat mij betreft, ook echt een vast onderdeel worden van onze methodiek”.
“Direct zichtbaar en daardoor heel waardevol” Ans de Jager studeerde ontwikkelingspsychologie en culturele antropologie en werkte enkele jaren in Latijns-Amerika. Eerst voor non-gouvermentele organisaties, later voor de Verenigde Naties. Ze vertrok in 2000 voor War Child Nederland naar Kosovo om het kort daarvoor gestarte project verder op te bouwen. Een half jaar later kwam ze terug als projectmanager op het hoofdkantoor. Haar werk richt zich sinds ruim een jaar volledig op de methodiekontwikkeling van War Child. “Mijn hoogste ideaal was altijd om bij de Verenigde Naties te werken. Maar toen ik dat had bereikt, kwam ik erachter dat dat diplomatieke wereldje niks voor mij is. Teveel gepraat op hoog niveau. De functie voor War Child in Kosovo was perfect om weer op grass roots level te gaan werken. War Child organiseerde in Kosovo vooral creatieve workshops voor kinderen. Ik was er aanvankelijk een beetje sceptisch over. Ik twijfelde er niet aan dat het goed was voor de kinderen, maar vroeg me wel af of we daarmee genoeg deden. Anderzijds vond ik het wel verfrissend, direct zichtbaar en daardoor heel waardevol. En heel vrolijk. De methodiek van War Child is inmiddels verder ontwikkeld en bestaat uit veel meer dan het geven van creatieve workshops. Dat vind ik het leuke aan de methodiekontwikkeling van War Child: het is een heel organisch en praktisch proces. Al doende leren we en testen we in de praktijk, waarbij we natuurlijk wel ethisch en integer te werk gaan. En het mooie is dat we de opgebouwde kennis en ervaring ook weer delen met lokale hulpverleners en andere professionals. Het gaat in samenwerking. We worden in ons werkveld dan ook steeds serieuzer genomen. Helaas wordt de kennis en expertise van War Child nog wel eens onderschat. Maar we zijn een organisatie met inhoud. Anderzijds hoop ik dat we, nu de organisatie groter wordt, wel onze typische eigenwijsheid behouden.”
9
Projectkeuze Waar? War Child maakt een zorgvuldige selectie van landen of regio's waar programma's en projecten worden gestart. War Child voorziet niet in acute noodhulp. Er zijn andere organisaties die dat doen. War Child heeft expertise ontwikkeld voor een specifiek soort hulpverlening. Het belangrijkste criterium voor de start van een programma is dat er op lokaal niveau behoefte is aan psychosociale ondersteuning van kinderen die door oorlog zijn getroffen. Andere criteria zijn bijvoorbeeld: • het aantal kinderen dat door het conflict is getroffen • de hevigheid en duur van het conflict • de veiligheidssituatie moet niet zo slecht zijn dat het onmogelijk is om er te werken • beschikbare financiën en medewerkers De eerste selectie vindt plaats in de vorm van uitgebreide deskresearch op het hoofdkantoor in Amsterdam. Als er een nieuw projectland is geselecteerd, volgt er een oriëntatie, vaak in de vorm van een bezoek aan het land. Tijdens de oriëntatiefase worden de behoeften, lokale structuren en mogelijke partnerorganisaties nauwkeuriger in kaart gebracht. Op basis hiervan wordt besloten op welke manier War Child een bijdrage zal leveren in het betreffende land.
Hoe? De manier waarop War Child hulp verleent, wordt aangepast aan de lokale situatie. Als het kan, werkt War Child bij voorkeur samen met lokale partnerorganisaties. Op deze manier kan lokale expertise worden opgebouwd en is de duurzaamheid van de interventie beter gewaarborgd. Als er geen geschikte partnerorganisaties gevonden kunnen worden om mee samen te werken, zorgt War Child voor de start en ontwikkeling van een eigen programma. In deze eigen programma's leiden internationale deskundigen van War Child lokale hulpverleners op, zodat ook in deze vorm een blijvende bijdrage wordt geleverd en de kennis niet verloren gaat als het War Child-project ten einde is.
Hoe lang? War Child werkt actief aan de duurzaamheid van de hulp en streeft ernaar om zichzelf overbodig te maken door lokale capaciteit te versterken. Die capaciteit en de ontwikkeling daarvan is afhankelijk van de context, ontwikkelingen in het land, de grootte van het probleem en de beschikbaarheid van tijd en geld. Het is daarom niet mogelijk om bij de start van een project precies te zeggen hoe lang de interventie zal duren. Wel informeert War Child alle betrokken partners over de strategie ten aanzien van de hulpverlening. War Child ontwikkelt strategische meerjarenplannen per projectland, op basis waarvan programma's en projectplannen worden gemaakt. War Child vertrekt in principe als de doelstellingen zijn behaald. Dat wil zeggen als ouders, verzorgers en andere mensen weer in staat zijn om de verantwoordelijkheid van de zorg voor de kinderen op zich te nemen. Of als een lokale partner in staat is om de benodigde hulp voort te zetten. Zo ondersteunde War Child de oprichting van World Child Kosovo, een lokale organisatie waarin voormalig War Child-medewerkers zelf het psychosociale werk hebben voortgezet. War Child ondersteunt de organisatie financieel en adviseert World Child Kosovo bij verdere verzelfstandiging. Soms is er geen organisatie nodig om het werk van War Child voort te kunnen zetten. In Sierra Leone bijvoorbeeld zijn de gemeenschappen in staat om ondersteuning aan kinderen op psychosociaal gebied zelf voort te zetten. Zo zijn er bijvoorbeeld comités opgericht die activiteiten voor kinderen en de gemeenschap organiseren, en nemen leerkrachten creatieve activiteiten op in hun lesprogramma.
10
Er kunnen ook externe redenen voor War Child zijn om een project te beëindigen, zoals verslechtering van de veiligheidssituatie, gebrek aan medewerking van (lokale) overheid of een verminderde toegevoegde waarde van War Child voor de doelgroep. In 2004 heeft War Child twee projecten vroegtijdig beëindigd: om veiligheidsredenen is het project in de Democratische Republiek Congo (DR Congo) gedurende een paar maanden stilgelegd en vanwege een beleidswijziging van de overheid in Eritrea heeft War Child besloten dat land te verlaten.
“Spelen is van vitaal belang” De Ierse Cathy O'Grady werkt sinds zomer 2003 voor War Child Nederland. Daarvoor werkte ze jarenlang voor hulporganisaties in Roemenië, Hongarije, Albanië, Montenegro en Rusland. Van jongs af aan had ze al de wens om naar de Kaukasus te gaan. Tot twee keer toe stuurde ze haar CV naar War Child, omdat hulp voor kinderen haar aansprak en War Child in de Kaukasus werkte. Tot ze op een dag werd gebeld voor de functie van Regional Coordinator in de Zuid- en later ook Noord-Kaukasus. Sinds kort werkt ze op het hoofdkantoor als project manager partner organisaties. “Het nut van spelen voor kinderen wordt wel eens over het hoofd gezien. Maar het is van vitaal belang voor ze. Daarom heb ik voor War Child gekozen. Basisvoorzieningen zoals eten en onderdak zijn natuurlijk van levensbelang, dat is eerste noodzaak. Hulpverlening in die voorzieningen is makkelijk meetbaar en neigt daarom zo snel over cijfers te gaan. Maar het gaat uiteindelijk wel om mensen. Kinderen hebben ook tijd en mogelijkheden nodig om te spelen. Ik heb kinderen gezien die speelgoed kregen en niet wisten wat ze ermee moesten doen. Wat voor leven hebben ze dan? Voordat ik naar de Kaukasus ging had ik een beeld van een uniforme regio, maar de talen, de geschiedenis, de culturen en de mensen zijn allemaal zo verschillend. Dat maakt de conflicten en oorlogen in deze regio heel complex. In Georgië werd ik overvallen door de overdadige gastvrijheid. Er is echt een cultuur van feesten met veel eten en muziek. Een beetje vergelijkbaar met Ierland, dus ik voelde me er snel thuis. Het werk als Regional Coordinator was niet gemakkelijk. War Child werkt in Georgië met vier lokale organisaties en in de Noord-Kaukasus met één. Mijn taak was om toe te zien op de kwaliteit van de projecten en bij te dragen aan verbetering van de lokale organisaties. Los van de grenzen die War Child stelt aan het wel of niet financieren van bepaalde programma's kon ik adviseren en stimuleren, maar ik kon niet zeggen: je móet het zus of zo doen. Bijzonder aan het werken met onze lokale partners vond ik dat ze me telkens weer verraste met nieuwe inzichten en ideeën. Je denkt daar kennis over te dragen, maar uiteindelijk leerde ik net zoveel van hen als zij van mij.”
11
Deel II: Verslag 2004
1.
Statutaire doelstellingen In de oprichtingsstatuten van War Child staat dat de stichting kinderen helpt die slachtoffer zijn van gewapende conflicten. Door te investeren in hun welzijn wil de stichting een basis leggen voor een vreedzame toekomst. De stichting stelt zich ten doel: • bij te dragen aan het herstel van de psychische schade die kinderen hebben opgelopen door hun ervaringen in de oorlog; • het lijden van kinderen te verlichten door materiële hulp te verlenen in door oorlog getroffen gebieden; • het bewustzijn te vergroten over de situatie van kinderen in door oorlog getroffen gebieden.
Missie War Child Nederland is een onafhankelijke humanitaire organisatie die investeert in een vreedzame toekomst voor kinderen die getroffen zijn door oorlog. Het doel van War Child is 'empowerment' (weerbaar maken) van oorlogskinderen, door: • Psychosociale programma's waarbij creativiteit en sport worden ingezet om de psychologische en sociale ontwikkeling, en het welzijn van kinderen te versterken; • Creatieve en sportieve programma's die gericht zijn op het bijeenbrengen van kinderen die door de oorlog uiteen gedreven zijn, met als doel bij te dragen aan een vreedzame samenleving; • Activiteiten die maatschappelijk draagvlak creëren en steun genereren voor de problematiek van kinderen in oorlogsgebieden. War Child Nederland zet zich in voor kinderen ongeacht hun religieuze, etnische of sociale achtergrond.
“De sleutel voor toekomstige vrede ligt bij de jongste generatie” Geïnspireerd door kleinschalige muziekprojecten voor kinderen in Bosnië-Herzegovina, richtte Willemijn Verloop eind 1995 de Nederlandse stichting War Child op. Nog net zo bevlogen en idealistisch als toen, geeft ze nu als directeur leiding aan de organisatie. Ze heeft War Child groot zien worden, van een zolderkamerclubje tot een professionele organisatie die jaarlijks aan duizenden kinderen hulp biedt. “Ik hoop met het werk van War Child bij te dragen aan een vreedzame toekomst, door te investeren in de jongste generatie. Daar ligt de sleutel voor toekomstige vrede. En met creatieve en culturele activiteiten lukt het om kinderen en jongeren op non-politieke basis bij elkaar te krijgen zodat ze samen kunnen bouwen aan die toekomt. De problemen in naoorlogse gebieden zijn enorm en complex, War Child kan maar aan een klein deel daarvan een bijdrage leveren, maar doet dat kleine stukje dan ook echt goed, en ontwikkelt zich continu in dat specialisme. Wat me enorm motiveert is dat War Child kinderen een stukje ondersteuning kan meegeven, iets wat ze meenemen in hun verdere ontwikkeling. We kunnen natuurlijk niet voor alle kinderen evenveel betekenen, maar voor veel kinderen leveren we een wezenlijke bijdrage. Van de miljoenen kinderen op de wereld die geraakt zijn door gewapende conflicten bereiken we nog maar een heel klein deel. Ons doel is dan ook dat we meer kinderen willen gaan bereiken. Dat wil niet zeggen dat War Child al die kinderen zelf hulp moet gaan verlenen, maar door kennisoverdracht aan andere lokale en internationale organisaties hopen we dat psychosociale hupverlening op steeds meer plekken kan worden aangeboden. Behalve een groter bereik, blijven we ook investeren in onze methodiek en de kwaliteit van onze programma's. De samenwerking met andere organisaties en professionals daarin is heel belangrijk en inspirerend. Ik ben er trots op dat we met een relatief klein team in korte tijd zoveel hebben weten te bereiken. Dat had nooit gekund zonder de motivatie, de gedrevenheid en het idealisme van de medewerkers van War Child, in Nederland en in het veld. En uiteraard alle donateurs, vrijwilligers, fondsen en bedrijven die ons ondersteunen.”
13
2.
Methodiekontwikkeling Psychosociale hulp aan kinderen in na-oorlogse gebieden is een relatief onontgonnen vakgebied en vraagt om een specifieke expertise. Om de geboden hulp te optimaliseren en zo effectief mogelijk te maken, systematiseert War Child de opgedane ervaringen en verzamelde kennis in de eigen programma's en volgt de ontwikkelingen op dit gebied bij andere organisaties (zowel internationaal als lokaal). Door middel van dit continue leerproces wordt de eigen methodiek geoptimaliseerd en geprofessionaliseerd. De afdeling Methodiek op het hoofdkantoor in Amsterdam is verantwoordelijk voor de centrale coördinatie, evenals training en advies. De doelstellingen en resultaten ten aanzien van de methodiekontwikkeling in 2004 waren: • Verbeterde kwaliteit van projecten en programma's De afdeling Methodiek beoordeelt alle projectvoorstellen, zowel strategisch als inhoudelijk en heeft gedurende de uitvoering nauw contact met het projectteam. Deze werkzaamheden van de afdeling Methodiek zijn in 2004 geïntensiveerd, waardoor er meer advies, input en bijsturing van projecten en programma's is geweest. • Verbeterde expertise en capaciteit in het veld De afdeling Methodiek is actief betrokken bij de werving en selectie van nieuwe expatriate staf (expats). Daarnaast verzorgt de afdeling een deel van de briefings en de-briefings van expats. De structuur en de inhoud van de briefings zijn in 2004 verbeterd. Bovendien krijgen expats, afhankelijk van ervaring en achtergrond, aanvullende trainingen. Ook tijdens de uitvoering van hun werk wordt aandacht besteed aan de verbetering van de expertise door middel van training en uitwisseling. • Update en uitwisseling van 'best practices' in psychosociale hulp De beschikbare literatuur, publicaties en eigen documentatiemateriaal op het gebied van psychosociale hulp aan kinderen in oorlogsgebieden is in kaart gebracht en uitgebreid. Daarnaast zijn de eigen uitgangspunten en kernelementen van de methodiek gedocumenteerd in het 'Methodology Working Paper', dat een handleiding is voor War Child medewerkers. • Ontwikkeling van een 'Planning, Monitoring & Evaluation' (PME) systeem In 2004 is War Child vanuit het hoofdkantoor bezig geweest om het beleid, de procedures en de instrumenten ten aanzien van planning, monitoring en evaluatie te herzien. De afdeling Methodiek vervult de trekkersrol in dit proces. In 2004 is een inventarisatie gemaakt van de informatiebehoeften in alle lagen van de organisatie en zijn workshops gehouden op het hoofdkantoor die betrekking hadden op besluitvorming en procedures ten aanzien van planning en monitoring. Daarnaast zijn in samenwerking met de staf in drie projectlanden (Soedan, Sierra Leone en Kosovo) pilot-systemen ontwikkeld. Ook is er onderzoek gedaan naar de kwaliteitssystemen van andere organisaties en is de rapportagestructuur geëvalueerd. In 2005 zullen alle onderdelen worden geïntegreerd in een nieuw beleid.
Meetbaarheid Voor de ontwikkeling en continue verbetering van onze eigen methodiek is het belangrijk dat we beter inzicht krijgen in de concrete resultaten van onze projecten en programma's. Het meten van psychosociaal welzijn en de effecten van psychosociale hulp is vrij gecompliceerd. Zowel op wetenschappelijk niveau als binnen War Child is het onderzoek naar geschikte meetinstrumenten in volle gang. De moeilijkheid van het meten van psychosociaal welzijn zit 'm in het vinden van de juiste succesindicatoren. Indicatoren voor psychosociaal welzijn zijn variabel, moeilijk kwantificeerbaar en subjectief. Iets wat voor de ene persoon als 'goed' geldt, hoeft voor de ander niet op te gaan. Naast individuele verschillen, zijn er bovendien ook cultuurverschillen. De meeste bestaande meetinstrumenten om psychosociaal welzijn in kaart te brengen zijn in het Westen ontwikkeld. Deze zijn niet zomaar toepasbaar in andere werelddelen met andere culturen.
14
Resultaatmetingen zijn belangrijk, maar het mag de hulpverlening niet in de weg staan. De doelstelling van War Child is in eerste instantie om humanitaire hulp te verlenen, niet om binnen een vakgebied wetenschappelijk verantwoord onderzoek te ontwikkelen. Uiteraard wil War Child daar wel een bijdrage aan leveren. In de sector van humanitaire hulpverlening zijn meerdere organisaties die psychosociale hulp verlenen. Al deze organisaties bevinden zich in hetzelfde proces van ontwikkeling van geschikte meetinstrumenten. War Child neemt, samen met andere organisaties, actief deel in dit ontwikkelingsproces.
Resultaatmetingen In 2004 meette War Child de resultaten van de hulpverlening op diverse manieren. De meeste resultaten zijn beschreven en beoordeeld op basis van observaties en interviews met deelnemers aan de programma's van War Child en mensen in hun directe omgeving. Ook via focusgroepen wordt informatie over de resultaten verkregen. Dit zijn groepen mensen in een gemeenschap die bepaalde activiteiten evalueren en discussiëren over de effectiviteit en de bereikte resultaten. Behalve de eigen resultaatmetingen, kunnen ook rapportages van andere organisaties, statistieken van overheden, scholen en andere instanties informatie verschaffen over de effectiviteit van programma's. In 2004 heeft War Child gewerkt aan een beter kwaliteitssysteem, waar meetinstrumenten een onderdeel van zijn. In een aantal projectlanden zijn meetinstrumenten ontwikkeld of bestaande instrumenten naar de situatie aangepast. Dit gebeurde in Noord-Oeganda (in samenwerking met Boston University) en in Sierra Leone. In 2005 start een onderzoek naar de effecten van creatieve workshops in Kosovo. Dit soort onderzoeken verschaffen zowel informatie over de bruikbaarheid van het meetinstrument als de effectiviteit van het betreffende programma. Naast het ontwikkelen van meetinstrumenten en het doen van metingen, heeft War Child in 2004 ook de verzameling en registratie van data gestandaardiseerd en verbeterd. In 2005 zullen alle projectlanden volgens dezelfde systematiek gegevens over de programma's bijhouden. In 2004 deed ieder projectland dat nog op eigen wijze.
Bijdrage aan publicatie van Hesperian Foundation War Child zegde in 2004 een financiële en inhoudelijke bijdrage toe aan de Hesperian Foundation voor de publicatie van het boek: Helping Children at Risk for Emotional and Behavioral Problems. Het betreft een handboek voor iedereen die te maken heeft met zorg voor kinderen in gebieden waar professionele zorg te wensen over laat. Het boek belicht ook gevolgen van oorlog en geweld op kinderen. De publicatie is gepland in 2008 nadat het boek uitgebreid is gecorrigeerd en getest. De Hesperian Foundation is een Amerikaanse non-profit uitgever op het gebied van gezondheidszorg. War Child heeft in principe € 50.000 toegezegd. Hiervan is in 2004 € 25.000 uitgekeerd. De resterende € 25.000 wordt in 2005 overgemaakt na ontvangst van een tussentijdse voortgangsrapportage.
15
3.
Hulpverleningsprojecten De Balkan
BOSNIË-HERZEGOVINA Conflict en gevolgen Duur van het conflict Aard van het conflict
Van 1992 tot 1995 Etnisch conflict tussen Bosniaken (Bosnische Moslims), Bosnische Serviërs en Bosnische Kroaten Humanitaire aspecten Meer dan 150.000 doden, circa 2 miljoen vluchtelingen (op een geschatte bevolking van 4 miljoen), waarvan inmiddels zo'n 1 miljoen zijn teruggekeerd. Fase waarin land nu verkeert Wederopbouw, de vrede wordt bewaard door internationale troepenmacht EUFOR
Problematiek Weliswaar is de oorlog in Bosnië-Herzegovina voorbij, maar de drie bevolkingsgroepen leven nog steeds volledig gescheiden van elkaar en de sociaal-economische situatie is slecht. De werkloosheid is hoog, alsmede kosten voor levensonderhoud. Hoewel de meeste kinderen de oorlog zelf niet (bewust) hebben meegemaakt, leven hun ouders vaak nog wel met allerlei psychosociale problemen die gerelateerd zijn aan de oorlog. Dat kan z'n weerslag op de kinderen hebben. Mede doordat mensen vooral bezig zijn met overleven, blijft er vaak niet veel tijd en aandacht voor de kinderen over. Vooral kinderen die speciale zorg nodig hebben, hebben het extra zwaar. Daar komt nog bij dat het onderwijssysteem te wensen overlaat. Leerkrachten in Bosnië-Herzegovina zijn veelal opgeleid in verouderde lesmethodes, verdienen erg weinig en hebben weinig kans op professionele bijscholing. Kinderen van de diverse etnische groepen gaan nog steeds naar aparte scholen. Het moge duidelijk zijn dat wil Bosnië-Herzegovina een kans maken als een levensvatbare, multietnische staat, het essentieel is dat de mensen, en dus ook de kinderen, weer met elkaar in contact komen en gaan bouwen aan een vreedzame, gemeenschappelijke toekomst. Projectkosten 2004 War Child werkzaam sinds Partnerorganisatie Samenwerking met
K R OAT I Ë SERVIË
Sarajevo
Mostar
M O NT E NE GR O Adriatische Zee
€ 163.232 1998 Educon (tot en met juni ook: Music Therapy Department van het Pavarotti Music Center in Mostar) Scholen en kinderdagverblijven in de Mostar/Neretva regio, een school voor blinden in Sarajevo en een psychiatrische inrichting in Pazaric (regio Sarajevo)
Projectomschrijving War Child werkt in Bosnië-Herzegovina samen met de lokale partnerorganisatie Educon. Deze kleine multi-etnische organisatie richt zich op kinderen in het reguliere onderwijs, kinderen met verstandelijke en/of lichamelijke handicaps en leerkrachten. Het doel van de activiteiten is enerzijds de weerbaarheid van kinderen te vergroten en het onderlinge contact en begrip tussen kinderen te stimuleren. Daarnaast stelt Educon zich ook ten doel bij te dragen aan de verbetering van de kwaliteit van het onderwijs in Bosnië-Herzegovina.
16
Doelstellingen 2004 Verbeterde samenwerking en communicatie tussen kinderen en jongeren uit verschillende etnische groepen (peacebuilding)
Activiteiten
• Creatieve workshops met Bosniaakse en Kroatische kinderen in 'Two schools under one roof' & 'Old Gymnasium Mostar' • Creatieve workshops met Bosniaakse en Roma kinderen in basisscholen Bijelo Polje en Lisicic Versterkte coping vaardigheden • Wekelijkse creatieve workshops met van kinderen kinderen in basisscholen en kinder dagverblijven in HerzegovinaNeretva Canton Verbeterde steun van leerkrachten • Drie keer per jaar een driedaagse aan kinderen training voor leerkrachten Verbeterde sociaal pedagogsiche • Wekelijkse creatieve activiteiten steun voor kinderen die speciale met kinderen van de blindenschool zorg nodig hebben in Sarajevo • Wekelijkse creatieve activiteiten met kinderen in psychiatrische inrichting in Pazaric • Wekelijkse creatieve workshops op scholen voor kinderen met speciale noden in Mostar en omgeving Tot en met juni 2004: Intensieve • Muziektherapie in het Pavarotti hulp bieden aan kinderen met Music Center in Mostar psychosociale problemen
Participanten Workshops hebben in 2004 niet plaatsgevonden
125 kinderen 3.300 kinderen
50 leerkrachten 38 kinderen
15 kinderen
28 kinderen
105 kinderen
Evaluatie 2004 In 2004 zijn sommige doelstellingen behaald, of zelfs overtroffen, en andere niet behaald. Er waren in 2004 veel meer kinderen dan gepland die deelnamen aan de creatieve workshops van Educon. Gepland was een deelname van 2.500 kinderen, het werden er 3.300. Ook het aantal bereikte gehandicapte kinderen (81) was hoger dan gepland (60). De trainingen voor leerkrachten zijn in 2004 voor het eerst door Educon georganiseerd. Ook dit is succesvol verlopen en trok meer deelnemers dan verwacht. Minder goed verliepen de peacebuilding activiteiten. Educon wilde van start gaan met peacebuilding activiteiten op 'The Old Gymnasium' in Mostar en op zogenaamde 'Two schools under one roof' scholen in dorpen in de regio, waar Bosnisch Kroatische en Bosniaakse kinderen gescheiden van elkaar onderwijs volgen. Het Educon-team was in het begin van het jaar inderdaad begonnen met workshops op een dergelijke school in het dorp Domanovici, maar moest na drie keer stoppen omdat de schoolautoriteiten weigerden mee te werken. In 'The Old Gymnasium' konden de activiteiten niet van start gaan, omdat de geplande samenvoeging van het Bosnische Kroatische en Bosniaakse gedeelte niet doorging, wederom door tegenwerking van de autoriteiten. De verwachting is dat deze activiteiten in 2005 alsnog van start gaan. Het door War Child gefinancierde deel van het muziektherapieprogramma van het Pavarotti Music Center is in 2004 volgens plan verlopen.
Toekomst In 2003 heeft War Child in samenspraak met partnerorganisatie Educon besloten dat de financiële steun van War Child aan Educon geleidelijk zal worden afgebouwd en in 2006 zal worden beëindigd. Dit omdat het land inmiddels duidelijk in een andere fase verkeert dan vlak na de oorlog. Op gebrek aan onderling begrip tussen diverse etnische bevolkingsgroepen na is de problematiek van de kinderen
17
nu minder een direct gevolg van oorlog. Dat maakt de problematiek niet minder relevant, maar het soort hulp dat nodig is, valt daardoor niet meer binnen het mandaat van War Child. Overigens is het niet uit te sluiten dat War Child in de toekomst nog wel peacebuilding activiteiten zal ondersteunen. Die keuze moet nog worden gemaakt. Om dezelfde reden heeft War Child, volgens planning, de ondersteuning van War Child aan het Music Therapy Department van het Pavarotti Music Center in Mostar per 1 juli 2004 beëindigd. War Child ondersteunt Educon bij de professionalisering van de organisatie en om andere bronnen van inkomsten te vinden. Voor 2005 is er een organisatieadviseur voor de partnerorganisaties in Bosnië en Kosovo aangesteld die beide organisaties ondersteunt bij het treffen van voorbereidingen voor de toekomst.
KOSOVO Conflict en gevolgen Duur van het conflict
Tien jaar toenemende onderdrukking en gewelddadigheden, gevolgd door 3 maanden oorlog in 1999 Aard van het conflict Etnisch conflict tussen Kosovaarse Albanezen en Serviërs Humanitaire aspecten 10.000 tot 20.000 doden en circa 1 miljoen vluchtelingen Fase waarin land nu verkeert Kosovo is in wederopbouw en is een protectoraat onder bestuur van de Verenigde Naties
SERVIË M ON T E N E G R O
KOSOVO Peja Prishtina Gjakova
A L BA N I Ë
Adriatische Zee
FYRON ( M A C E D O NI Ë )
Problematiek De vrede in Kosovo is nog steeds heel fragiel, zoals bleek in maart 2004 toen het geweld tussen Albanezen en Serviërs weer oplaaide. De twee bevolkingsgroepen leven nog steeds gescheiden van elkaar. De sociaal economische toestand van Kosovo is nog steeds uiterst zorgwekkend. Werkloosheid is meer dan 60% en is onder jongeren (70% van de bevolking is jonger dan 25 jaar) zelfs nog hoger. Armoede is wijdverspreid, waardoor veel kinderen gedwongen zijn om te werken of te bedelen. Er is veel huiselijk geweld en alcohol- en drugsmisbruik. Kinderen vertonen daarom vaak psychosociale problemen zoals: hyperactiviteit, agressie, teruggetrokken gedrag, ontwikkelingsproblemen, crimineel gedrag en gebrekkig vertrouwen in de toekomst. Het onderwijssysteem in Kosovo is slecht ontwikkeld. Scholen zijn vaak te klein voor de aantallen kinderen. Onderwijzend personeel wordt onderbetaald en is vaak niet gekwalificeerd. Er wordt nog veelal gebruik gemaakt van verouderde, non-participatieve lesmethodes, met weinig ruimte of stimulans voor de creatieve ontwikkeling van kinderen. Een groep kinderen die speciale zorg vraagt zijn kinderen met lichamelijke en verstandelijke handicaps. In de instellingen die er zijn voor deze kinderen ontbreken voorzieningen en het personeel is vaak onvoldoende toegerust om de benodigde zorg te verlenen. Projectkosten 2004 War Child actief sinds Partnerorganisatie Samenwerking met
€ 251.093 1999 World Child Kosovo Scholen in basis en voortgezet onderwijs, jeugdcentra, universiteit van Prishtina, instellingen voor speciaal onderwijs
Projectomschrijving Oorspronkelijk verleende War Child psychosociale hulp aan kinderen in Kosovo in een eigen project, waarin lokale hulpverleners werden opgeleid. Een van de uitgangspunten van War Child is om lokale structuren voor psychosociale steun aan kinderen te versterken, en te voorkomen dat er een afhankelijkheidsrelatie met War Child ontstaat. Daarom heeft War Child het project in Kosovo in 2003
18
overgedragen aan de lokale staf, die hun eigen stichting oprichtten: World Child. Deze organisatie is werkzaam vanuit de steden Prishtina, Peja en Gjakova. War Child ondersteunt World Child met inhoudelijke expertise, financieel en bij het proces naar verdere verzelfstandiging. World Child is weliswaar nog een kleine, maar wel belangrijke organisatie in Kosovo geworden als het gaat om kinderhulpverlening. Niet alleen ondersteunt het ministerie van Onderwijs de organisatie, de World Child-teams worden ook regelmatig benaderd door andere organisaties (zelfs vanuit Servië) voor het opzetten van activiteiten en trainingen. Langzamerhand begint de focus van de organisatie te verschuiven van psychosociale hulp naar activiteiten die gericht zijn op vredesopbouw.
Doelstellingen 2004
Activiteiten
Participanten
Versterkte mentale weerbaarheid van kinderen Versterkte mentale weerbaarheid van gehandicapte kinderen en kinderen uit minderheidsgroepen Beter begrip en tolerantie tussen jongeren uit verschillende bevolkingsgroepen Aandacht voor psychosociale problematiek van kinderen onder de aandacht brengen Toegenomen kennis van de mogelijkheden en het nut van creatieve methoden als pedagogisch middel
• Wekelijkse creatieve workshops
2.005 kinderen (1.724 Albanese & 281 van minderheidsgroepen) 281 kinderen
• Wekelijkse creatieve workshops
• Sport en culturele evenementen met gemengde etnische groepen
515 jongeren
• Toneelvoorstellingen, exposities en presentaties voor een gemeenschap organiseren • Trainingen aan leerkrachten, studenten en andere hulpverleners
544 kinderen en jongeren
D A GE S TA N RUSLAND
T S J E T S J E NI Ë
475 leerkrachten, 58 studenten, 24 jeugdhulpverleners
Grozny
N OOR D OS BE T I Ë
I N GO E S J E T I Ë
G E OR G I Ë
Evaluatie 2004 De doelstellingen van 2004 zijn behaald, behalve dat het aantal participanten iets lager uitviel dan gepland. De voornaamste oorzaak is dat er minder hulpverleners van andere organisaties aan trainingen deelnamen. In 2004 organiseerde World Child voor het eerst 'It's all in the game', een multi-etnisch sporttoernooi waar 80 jongeren aan deelnamen.
Toekomst Zoals het er nu naar uitziet zal War Child de komende drie jaar World Child nog actief blijven ondersteunen. In 2005 ligt de nadruk op verdere ontwikkeling van peacebuilding activiteiten en trainingen voor leerkrachten, versterking van de organisatie en positionering in de Kosovaarse samenleving en onderzoek naar het effect van creatieve workshops.
De Kaukasus
TSJETSJENIË EN INGOESJETIË Conflict en gevolgen Duur van het conflict
Aard van het conflict Humanitaire aspecten
Onrusten sinds onafhankelijkheidsverklaring in 1991, oorlog van 1994 - 1996, instabiele periode daarna en opnieuw gewapende strijd sinds 1999 Strijd van groepen rebellen om onafhankelijkheid van Rusland Naar schatting meer dan 200.000 doden. Ruim 300.000 mensen (op een bevolking van een miljoen) vluchtten naar Ingoesjetië, waar velen jarenlang in vluchtelingenkampen woonden. Onder druk van Russische regering zijn de meeste vluchtelingen eind 2003 / begin 2004 teruggekeerd naar Tsjetsjenië. Eind 2004 in Tsjetsjenië naar schatting 216.000 ontheemden, 40.000 in vluchtelingen in Ingoesjetie en 3.500 in Georgië. Sinds 1995 naar schatting 3.100 slachtoffers van landmijnen,
19
waaronder ruim 700 kinderen. Fase waarin land nu verkeert Militair geweld, terroristische aanslagen en gijzelacties zijn nog steeds dagelijkse realiteit in Tsjetsjenië. Sociaal-economische wederopbouw is nog niet of nauwelijks op gang gekomen.
Problematiek Het conflict in Tsjetsjenië is nog lang niet ten einde. In 2004 bleef de situatie bijzonder instabiel en zijn spanningen zelfs weer toegenomen (met name door het gijzelingsdrama in Beslan, dat op het conto van Tsjetsjeense terroristen wordt geschreven). De bevolking leeft in voortdurende angst. De meeste kinderen weten niet eens meer hoe het is om in vrede te leven. Het conflict heeft niet alleen hun psychosociaal welzijn aangetast, maar leidt ook tot spanningen tussen kinderen en hun verzorgers. Veel kinderen geven volwassenen de schuld van het voortdurende conflict. Landmijnen vormen een grote bedreiging in Tsjetsjenië. Volgens schattingen liggen er meer dan een half miljoen landmijnen. Tsjetsjenië heeft het grootste aantal slachtoffers van landmijnen ter wereld. Tsjetsjeense kinderen maken door het voortdurende geweld verschrikkelijke dingen mee en hebben weinig toekomstperspectief. De werkloosheid is gigantisch en veel kinderen gaan niet naar school als gevolg van fysieke, psychische of sociale problemen. Er zijn weinig mogelijkheden of locaties voor recreatie en ontspanning. Voor jongeren is de verleiding groot om hun toevlucht te zoeken in drugs en alcohol. Projectkosten 2004 € 499.223 War Child werkzaam sinds 1998 Partnerorganisatie Centre for Peacebuilding and Community Development (CPCD) Samenwerking met Tsjetsjeense scholen in Grozny en dorpen op het platteland & vluchtelingenkampen in Ingoesjetië
Projectomschrijving War Child financiert het 'Little Star' programma van partnerorganisatie CPCD. Daarnaast ondersteunt War Child de organisatie bij het vergroten van de inhoudelijke expertise door middel van trainingen voor CPCD-medewerkers. Het creatieve workshop programma in Tsjetsjenië en Ingoesjetië is een zeer intensief programma. Kinderen nemen dagelijks deel aan de workshops gedurende een periode van twee maanden. Deze frequentie is nodig omdat deze kinderen in dermate moeilijke omstandigheden leven, dat alleen met deze intensiteit sprake kan zijn van het vergroten van hun psychosociale welzijn. Voor en na de tweemaandelijkse periode zijn er diagnostische oefeningen met de kinderen om hun psychosociale welzijn te beoordelen. Indien nodig worden de kinderen uitgenodigd om langer aan het programma deel te nemen. Veel kinderen die aan het workshopprogramma hebben deelgenomen worden na verloop van tijd uitgenodigd voor individuele consulten met CPCD-hulpverleners en voor andere (re)creatieve activiteiten. Een fundamenteel onderdeel van het hulpprogramma is de kennisopbouw van lokale hulpverleners, zoals schoolpsychologen. In de regio is behoefte aan professionals op psychosociaal gebied. De kennisopbouw vindt plaats via seminars en trainingen.
20
Doelstellingen 2004 Versterkte coping vaardigheden bij kinderen en jongeren
Activiteiten
• Creatieve workshops op 24 locaties in Tsjetsjenië en 6 in Ingoesjetië (dagelijks in tweemaandelijkse cycli). • Individuele psychologische consulten Toegenomen kennis en betrokken- • Training voor schoolpsychologen heid ouders, leerkrachten en en psychologie studenten. school-psychologen bij • Voorlichtingsbijeenkomsten voor psychosociaal welzijn van kinderen ouders van kinderen die deelnamen het CPCD programma Toegenomen bewustzijn van • 24 'mine awareness workshops' gevaren alcohol, drug en in Tsjetsjenië en Ingoesjetië landmijnen. • Voorlichtingsbijeenkomsten over alcohol- en drugsverslaving op 4 locaties.
Participanten 2.720 kinderen en jongeren
149 kinderen en jongeren 63 schoolpsychologen, 14 psychologie studenten 682 ouders
511 kinderen en jongeren 649 kinderen en jongeren
Evaluatie 2004 Gedurende 2004 keerde de meerderheid van de vluchtelingen uit Ingoesjetië terug naar Tsjetsjenië. Het grootste deel van de activiteiten van het Little Star project verschoof gedurende het jaar daarom naar Grozny en omstreken. Ondanks deze verschuiving zijn de doelstellingen voor 2004 wel behaald. Er hebben meer kinderen dan gepland meegedaan aan de creatieve workshops en voorlichting gekregen over de gevaren van alcohol, drugs en landmijnen. In 2004 zijn er meer schoolpsychologen getraind dan in de afgelopen jaren. Hoewel we nog geen uitspraak kunnen doen over de resultaten hiervan op lange termijn, geeft de grote interesse in de trainingen hoop voor de toekomst. Ook de betrokkenheid van leerkrachten was goed. De betrokkenheid van ouders was redelijk tot matig. De oorzaak voor geringe betrokkenheid is meestal dat ouders prioriteit leggen bij hun werk, om daarmee voor voldoende inkomsten voor het gezin te zorgen. Aangezien het voor buitenlandse expats nog te onveilig was om naar Tsjetsjenië te reizen, was het voor War Child in 2004 niet mogelijk om het Little Star project aldaar te bezoeken. Mede hierom, en omdat controle van eigen projecten en partnerorganisaties beleid is, is er in 2004 een externe audit verricht bij CPCD door PricewaterhouseCoopers in Moskou. De aanbevelingen zijn doorgevoerd. De Regional Coordinator van War Child, die gestationeerd was in Georgië, breidde haar werkveld gedurende 2004 uit naar de Noord-Kaukasus. Dit heeft er mede toe bijgedragen dat het Little Star programma ondanks de verslechterde veiligheidssituatie toch volgens planning is verlopen en uiteindelijk meer kinderen heeft bereikt dan was voorzien. Een bijzonder evenement in 2004 was de tekenwedstrijd met het thema 'vrede' voor Tsjetsjeense en Russische kinderen. De beste tekeningen werden tentoongesteld in Moskou, wat veel bezoekers trok. De twintig winnaars ontmoetten elkaar in Moskou. De media-aandacht voor de wedstrijd en de tentoonstelling was bijzonder, omdat er normaliter weinig positieve publiciteit is over Tsjetsjenen in Russische media en al helemaal niet over positieve ontmoetingen tussen Russische en Tsjetsjeense kinderen.
Toekomst Aangezien er nog geen zicht is op een einde van het Tsjetsjeense conflict en de kinderen er nog steeds zeer onder te lijden hebben, heeft War Child zich voorgenomen om zich voor langere tijd te committeren aan hulp in deze regio. In 2005 wordt het Little Star programma voortgezet, met een sterkere nadruk op de betrokkenheid van ouders en leerkrachten en verdere versterking van de samenwerking tussen War Child en CPCD. Na het gijzeldrama in Beslan (begin september 2004) in Noord-Ossetië heeft War Child een onderzoek naar de behoefte aan psychosociale hulp in deze regio gedaan, wat in 2005 mogelijk tot de start van een nieuw project kan leiden.
21
GEORGIË Conflict en gevolgen Duur van het conflict Aard van het conflict Humanitaire aspecten Fase waarin land nu verkeert
Begin jaren '90 strijd voor onafhankelijkheid in enkele regio's Onafhankelijkheidsstrijd en etnische conflicten, met name in regio's Abchazië en Zuid-Ossetië 300.000 interne vluchtelingen De conflicten in Abchazië en Zuid-Ossetië zijn onopgelost. Er zijn nog voortdurende spanningen en van tijd tot tijd laait het geweld weer op.
Problematiek Sinds de val van de Sovjet-Unie en Georgië in 1991 onafhankelijk werd, zijn er diverse separatistsche en etnische conflicten geweest. De regio's Abchazië en Zuid-Ossetië hebben zich eenzuidig onafhankelijk verklaard, wat tot grote aantallen vluchtelingen leidde, vooral naar Rusland, Zugdidi in West-Georgië en de hoofdstad Tiblisi. De vluchtelingkinderen die in Tiblisi wonen, kennen hun 'thuisland' vaak niet eens, maar krijgen het verlangen om terug te keren van hun ouders mee. Ondanks hun jarenlange verblijf in Georgië zijn veel ouders terughoudend om te integreren, omdat zij hun vluchtelingenstatus niet willen verliezen.
R U S L A ND Zugdidi GE O R GI Ë Tbilisi TURKIJE
Het inwonertal van de stad Zugdidi verdubbelde begin jaren '90 als gevolg van de vluchtelingenstroom uit Abchazië. Veel vluchtelingen wonen nog in 'collective centers' (leegstaande gebouwen waar vluchtelingen hun intrek in hebben genomen). Een groot deel van hen keert gedurende het jaar een paar keer terug naar de Gali-regio in Abchazië om daar hun land te bewerken. Veel kinderen gaan op deze tochten mee met hun ouders, waardoor ze tijdelijk school missen en het voor hen moeilijker is om te settelen. Ondanks dat Gali nog onveilig is, zijn sommige vluchtelingen toch definitief teruggekeerd. Abchazië is, als gevolg van de uitstroom van mensen, een onderbevolkt gebied waar voor de jeugd beperkte toekomstmogelijkheden zijn. In sommige delen is het toerisme vanuit Rusland weer enigszins op gang gekomen, maar de economische situatie is nog steeds slecht. In augustus 2004 laaiden het geweld weer op in Zuid-Ossetië. Ook hier zijn weinig toekomstperspectieven voor jongeren. Velen van hen zoeken hun toevlucht in drugs.
Projectkosten 2004 € 202.411 War Child werkzaam sinds 1999 Partnerorganisaties FDHR (Foundation for the Development of Human Resources) in Tbilisi en Gori, Georgië; Atinati in Zugdidi, JHR (Journalists for Human Rights) in Zuid-Ossetië; SYH (Sukhumi Youth House) in Abchazië Samenwerking met Jeugd- en buurtcentra, 'collective centers' (leegstaande gebouwen waar vluchtelingen hun intrek in hebben genomen), scholen, internaten, peuterspeelzaal, een weeshuis en internaten.
Projectomschrijving War Child ondersteunt in Georgie vier lokale partnerorganisaties, zowel financieel als met inhoudelijke expertise. Al deze organisaties richten zich op psychosociale ondersteuning voor kinderen. Sommigen richten zich ook op vredesopbouw, in de vorm van bijvoorbeeld voorlichtingsbijeenkomsten en trainingen over tolerantie, begrip en conflictoplossing en het samenbrengen van kinderen uit verschillende groepen om onderling begrip te bevorderen.
22
FDHR (Tiblisi en Gori) Doelstellingen 2004 Verbeterde coping vaadigheden en psychosociaal welzijn van kinderen, en verbeterde relaties tussen vluchteling en niet-vluchteling kinderen (met focus op verbeterde coping vaardigheden) Toename in praktische kennis over creatieve methoden bij lokale en regionale hulporganisaties Toename van kennis bij gemeenschapsleiders en ouders over hoe om te gaan met problemen van kinderen
Atinati (Zugdidi) Doelstellingen 2004
Activiteiten
Participanten
• Creatieve workshops in Centre for Peace & Creativity in Tbilisi, scholen en 'collective centers' • Creatieve workshops en individuele consulten
743 kinderen en jongeren
• Trainingen voor medewerkers van lokale en regionale hulporganisaties • Training voor leerkrachten in Tiblisi • Gesprekken met ouders en individuele consulten • Bijeenkomsten en gesprekken met gemeenschapsleiders
174 medewerkers (15 Armeense en 159 Georgische) 46 leerkrachten 35 ouders
Activiteiten
Participanten
Verbeterde coping vaardigheden • Creatieve workshops en psychosocial welzijn van in 9 ‘collective centers' in Zugdidi kinderen en omgeving. • Voorlichtingsbijeenkomsten over conflicthantering, vredesopbouw en mensenrechten bij Atinati • Inbel-radioprogramma voor jeugd, ouders en leerkrachten • Realisatie van een centrum bij Atinati voor advies en materialen voor professionele hulpverleners die met kinderen werken Verbeterde relaties tussen • Wekelijkse creatieve workshops vluchteling en niet-vluchtelingbij Atinati en op scholen kinderen (met focus op verbeterde coping vaardigheden) Verbeterde creatieve vaardigheden • Zomerkamp (2 weken) met trainingen bij jongeren die bereid zijn als op het gebied van initiatief en vrijwilliger te werken met jeugd leiderschap in hun gemeenschap • Trainingen bij Atinati Verminderde uitval en spijbelen • Training voor leerkrachten van school en betere leerlingSamegrelo en Gali regio's in leerkracht relaties in de klas interactieve lesmethodes
41 kinderen en jongeren en 23 ouders uit Zuid-Ossetië
50 gemeenschapsleiders
375 kinderen
300 kinderen en jongeren
190 ouders en kinderen (bereik radioprogramma: ong. 10.000) 123 hulpverleners
150 kinderen en jongeren
70 jongeren
25 jongeren 25 leerkrachten
23
JHR (Zuid-Ossetië) Doelstellingen 2004
Activiteiten
Verbeterde coping vaardigheden • Creatieve workshops in 2 scholen, en psychosociaal welzijn van 2 internaten, en een peuterspeelkinderen zaal in Tskhinvali en Djava. • Creatieve workshops voor vluchtelingkinderen in een 'collective center' en twee buurtcentra in Noord-Ossetië (Rusland) Betere en een meer open • Trainingen over tolerantie en communicatie in Zuid-Ossetië vredesopbouw Stimuleren van een vreedzame • De geplande activiteiten zijn afgelast samenleving door subsidieals gevolg van aanslagen en verstrekking aan vredesopbouwgewelddadige incidenten initiatieven en rondetafelgesprekken voor kinderen.
Sukhumi Youth House (Abchazië) Doelstellingen 2004 Activiteiten Verbeterde coping vaardigheden • Creatieve workshops in SYH en psychosociaal welzijn van en een weeshuis in Sukhum. kinderen • Individuele consulten in SYH • Theaterprogramma in SYH • Trainingen voor jeugd over conflictbeheersing Toegenomen bewustzijn over • Gemeenschappelijke workshops problemen van kinderen bij ouders voor ouders en kinderen bij SYH • Creatieve workshops in dorpsscholen Verbeterde capaciteit binnen • Realisatie van een centrum van gemeenschappen voor creatieve SYH voor advies en materialen voor workshops professionele hulpverleners die met kinderen werken. • Training voor leerkrachten en andere hulpverleners in het gebruik van creatieve methoden
Participanten 250 kinderen
151 kinderen
120 kinderen, 14 leerkrachten en ouders
Participanten 249 kinderen 68 kinderen en 38 ouders 30 kinderen 80 jongeren 50 kinderen en 46 ouders 719 kinderen en jongeren 120 leerkrachten en andere professionals die met kinderen werken
100 leerkrachten en andere professionals die met kinderen werken
Evaluatie 2004 In september 2004 zijn de projecten in Georgië uitgebreid geëvalueerd, met uitzondering van ZuidOssetië, omdat die regio niet veilig genoeg was om te bezoeken. De bevindingen en conclusies uit de evaluatie zijn doorgevoerd in de programma's voor 2005. In mei 2004 is in Sochi in Zuid-Rusland een bijeenkomst georganiseerd voor 45 workshopleiders van War Child's partnerorganisaties in de Noord- en Zuid-Kaukasus. Doel van de bijeenkomst was om ervaringen uit te wisselen en trainingen te volgen. De bijeenkomst is als zeer positief ervaren en heeft de contacten tussen de organisaties versterkt. In juli 2004 bezocht kunstenares Rienke Enghardt Georgië. In haar project 'Tijgeren en Vliegeren' konden kinderen, geïnspireerd door een verhaal over een jongen die zijn angsten overwint, tekeningen maken, die aan een vlieger werden bevestigd. Sommige kinderen hadden nog nooit een vlieger gezien en hun enthousiasme was groot! Helaas kon dit evenement, als gevolg van een instabiele politieke situatie, niet in Zuid-Ossetië plaatsvinden.
24
Toekomst War Child zet de steun aan de vier partnerorganisaties in Georgië in 2005 voort. Sommige programma's zullen, op basis van de evaluatie over 2004, op onderdelen worden aangepast. In Zugdidi en Tiblisi verschuift bijvoorbeeld de aandacht van integratie van vluchteling en niet-vluchteling kinderen naar een bredere groep kwetsbare kinderen. In de trainingen en workshops zal er meer ruimte zijn voor de ontwikkeling van algemene sociale en communicatieve vaardigheden. In Abchazië zal de participatie van ouders in de programma's nadrukkelijker worden. Ook zal er meer toenadering tot lokale overheden worden gezocht om de mogelijkheden van creatieve methoden onder de aandacht te brengen en het gebruik daarvan in het onderwijs te bevorderen.
Afrika
SIERRA LEONE Conflict en gevolgen Duur van het conflict Aard van het conflict
Humanitaire aspecten
Fase waarin land nu verkeert
10 jaar, van 1991 tot 2001 RUF rebellen (Revolutionary United Front) gesteund door Liberiaanse Charles Taylor voerden strijd tegen de regering van Sierra Leone, voornamelijk om controle over diamantmijnen. Na verloop van tijd ontwikkelde het conflict zich tot een gecompliceerd web van wisselende allianties. 50.000 doden, onbekend aantal gewonden en mensen voor het leven gehandicapt, onbekend maar hoog geschat aantal slachtoffers van seksueel geweld, duizenden kinderen geronseld om als kindsoldaat deel te nemen aan de strijd, ruim 2 miljoen vluchtelingen (helft van de bevolking!). Wederopbouw.
GUINEA
S I E R R A L E O NE Port Loko
Bombali
Freetown
Noord Atlantische Oceaan
LIBERIË
Problematiek Het conflict in Sierra Leone was zeer gewelddadig en heeft het hele land sociaal en economisch ontwricht. Veel mensen verloren familieleden, ondergingen zelf fysiek geweld of seksueel misbruik, en waren gedwongen hun woonplaatsen te ontvluchten. Kinderen die het bijzonder zwaar te verduren hadden, waren de duizenden kindsoldaten die vaak op hardhandige wijze werden gedwongen om zich bij een legergroepering aan te sluiten. De meeste vluchtelingen en voormalig kindsoldaten zijn inmiddels naar hun woonplaatsen teruggekeerd. Maar tien jaar oorlog heeft een gedesintegreerde samenleving achtergelaten. Een succesvolle wederopbouw bestaat niet alleen uit fysieke reconstructie maar omvat ook psychosociale aspecten. Dat de mensen nu weer naar huis zijn teruggekeerd, betekent nog niet dat er sprake is van saamhorigheid, een echte gemeenschapsstructuur en leiderschap om die structuren vorm te geven. Binnen gemeenschappen is het van belang dat er een positieve en constructieve dynamiek op gang wordt gebracht om wederopbouw en vreedzaam samenleven te bevorderen en kinderen weer toekomstperspectief te bieden. Daarbij moeten probleemgroepen, zoals bijvoorbeeld voormalig kindsoldaten, weer in de samenleving worden geïntegreerd. Projectkosten 2004 € 962.505 War Child werkzaam sinds 2001 Samenwerking met 19 gemeenschappen in de regio rondom hoofdstad Freetown, in het district Port Loko en in het district Bombali, variërend van 2000 tot 20.000 inwoners
Projectomschrijving War Child is in 2001 in Sierra Leone begonnen met een creatief workshop programma voor kinderen in
25
opvangcentra en scholen. Naargelang de situatie in het land stabiliseerde en het proces van wederopbouw op gang kwam, keerden de mensen terug en werden kampen en opvangcentra gesloten. War Child paste haar aanpak vanaf 2003 aan, aan de veranderende omstandigheden, door zich te richten op het herstel en de wederopbouw van gemeenschappen. Participatie van de gemeenschap is hierbij het uitgangspunt. Kinderen en invloedrijke mensen uit hun directe omgeving, zoals ouders, leerkrachten en dorpsoudsten stellen onder begeleiding van War Child een actieplan op om de psychosociale situatie van kinderen onder de aandacht te brengen en te verbeteren.
Doelstellingen 2004
Activiteiten
Verhoogde dynamiek en • In 19 gemeenschappen participatieve bewustwording binnen gemeenschapsbijeenkomsten om gemeenschappen ter bevordering problemen van kinderen en jongeren van psychosociaal welzijn in kaart te brengen en daarna een van kinderen en jongeren. actieplan te maken. • Uitvoering activiteiten in actieplannen (door Community Action Groups) Verhoogde capaciteit van • Community Youth & Support gemeenschapsstructuren om in Structures (CYSS) opgezet in de psychosociale behoeften van 19 gemeenschappen kinderen en jongeren te voorzien • In 19 gemeenschappen een jeugdcentrum gebouwd • Per gemeenschap: 6 trainingen van Community Action Groups en 2 trainingen voor CYSS • Voorziening van basismaterialen voor uitvoering van activiteiten van Community Action Groups en CYSS
Participanten In totaal 2.660 mensen, waarvan 1.330 kinderen en jongeren
±19.000 mensen, waarvan ± 11.400 kinderen en jongeren 228 leden
Per gemeenschap: 140 leden (totaal 2.660 mensen)
Evaluatie 2004 De gemeenschapsgerichte aanpak die eind 2003 van start is gegaan, wordt binnen War Child beschouwd als een pilot project. De eerste fase, waarin 19 gemeenschappen aan het programma deelnamen, is eind 2004 afgerond. De doelstellingen voor 2004 zijn behaald. Er is een enorme dynamiek op gang gebracht in de gemeenschappen en er is meer contact tussen diverse groepen in de gemeenschappen. Ook is de capaciteit vergroot om in de psychosociale behoeften van kinderen en jongeren te voorzien. Hoewel de doelstellingen inhoudelijk zijn behaald, zijn er uit de evaluatie wel verbeterpunten aangegeven als het gaat om grootte van de gemeenschappen, de participatie van de kinderen, planningen en trainingen. In 2004 zouden er 20 gemeenschappen deelnemen aan het project, maar één gemeenschap viel af als gevolg van de gebrekkige samenwerking. De oorspronkelijke planning was dat de eerste fase van het project in de zomer van 2004 zou zijn voltooid. De vertraging werd voornamelijk veroorzaakt doordat de omvang van deze eerste fase van het pilot project te groot was. De evaluatie van de eerste fase heeft als input gediend voor de tweede fase van het pilot project, dat in januari 2005 is gestart en waaraan 20 gemeenschappen deelnemen. Daarnaast is in 2004 in Sierra Leone een meetinstrument ontwikkeld om het effect van de projectactiviteiten op het psychosociaal welzijn van de kinderen en jongeren in de gemeenschappen te meten. In september is het instrument getest in drie gemeenschappen en vervolgens aangepast. Het meetinstrument zal in 2005 in gebruik worden genomen.
Toekomst Het gemeenschapsgerichte pilot project, dat voor een groot deel wordt gefinancierd door de Nationale Postcode Loterij, startte in 2003 en loopt tot eind 2005. De eindevaluatie zal resulteren in algemene richtlijnen voor programma's voor gemeenschappen in Sierra Leone en mogelijk ook voor andere projectlanden van War Child. In 2005 zal War Child een beperkt budget ($ 20.000) reserveren voor ondersteuning van lokale hulporganisaties die zich op kinderen richten. Medio 2005 zal de langere termijnstrategie voor Sierra Leone nader worden uitgewerkt.
26
DEMOCRATISCHE REPUBLIEK CONGO Conflict en gevolgen Duur van het conflict
Rebellenoorlog onder leiding van Kabila van 1996 tot 1997 die met behulp van Ruandese steun het regime van president Mobutu omver wierp. In 1998 invasie van troepen uit Ruanda, Burundi en Oeganda in het oosten van DR Congo. De troepen steunden Congolese rebellen in hun strijd tegen voormalig bondgenoot Kabila, maar raakten onderling ook in conflict. In 2003 is een vredesverdrag getekend, maar de strijd laaide in 2004 in Oost-Congo van tijd tot tijd weer op. Machtsstrijd tussen diverse Congolese en buitenlandse rebellerende groepen, milities en regeringstroepen met name om controle over natuurlijke bronnen. Sinds 1998 naar schatting 4 miljoen doden als direct en indirect gevolg van de oorlog, onbekend aantal gewonden, meer dan drie miljoen vluchtelingen en ontheemden, naar schatting 30.000 kindsoldaten. Formeel is er vrede gesloten en een interim-regering van nationale eenheid aangesteld die verkiezingen voorbereidt, maar in het oosten van het land zijn er nog geregeld gevechten en mensen slaan nog steeds op de vlucht. Er is een VN-vredesmacht, die in de loop van 2004 is versterkt.
Aard van het conflict
Humanitaire aspecten
Fase waarin land nu verkeert
Problematiek De oorlog in DR Congo heeft ernstige gevolgen gehad voor de sociaal-economische situatie in het land, wat ook zijn weerslag heeft gehad op de kinderen. Er zijn veel kinderen die direct in aanraking zijn gekomen met gewelddadigheden, veel wezen en veel vluchtelingen. Sociale voorzieningen als gezondheidszorg en onderwijs waren voor de oorlog al minimaal, maar door het conflict is er bijna niets meer van over. DR Congo kent grote aantallen kindsoldaten. Velen van hen worden gekidnapt en gedwongen zich aan te sluiten bij een groepering. Er zijn echter ook kinderen die 'vrijwillig' gaan, als gevolg van de slechte economische situatie, gedreven door wraakgevoelens, of door aanmoediging vanuit hun familie. Na het tekenen van de vredesverdragen in 2003 was de verwachting dat er grote aantallen kindsoldaten konden worden gedemobiliseerd. Toen het conflict in het oosten echter steeds weer oplaaide, bleef de grootscheepse terugkeer van kindsoldaten uit. Een andere bijzondere probleemgroep zijn de kinderen die zijn beschuldigd van hekserij. Dit is een veel voorkomend fenomeen in DR Congo en is onder meer een gevolg van de slechte economische situatie. 'Behekste' kinderen worden tot zondebok gemaakt, verstoten uit hun familie of gemeenschap. Ze belanden op straat. Projectkosten War Child werkzaam sinds Partnerorganisaties
Samenwerking met
€ 437.466 2003 SACD (Solidarity Action for Children in Distress), AFESD (Action en Faveur des Enfants en Situation Difficile), CRER (Centre de Recuperation des Enfants de la Rue), CEED (Centre d'Encadrement des Enfants en Difficulté), EK'ABANA, weeshuis SOS Village in Bukavu Congolese overheid, UNICEF en andere internationale hulporganisaties die zich richten op de demobilisatie en reïntegratie van kindsoldaten.
Projectomschrijving War Child richtte zich in DR Congo op kinderen en jongeren die als gevolg van de oorlogssituatie zijn achtergesteld, zoals gedemobiliseerde kindsoldaten, vluchtelingenkinderen, wezen, straatkinderen en
27
kinderen beschuldigd van hekserij. Dit doen we hoofdzakelijk door de lokale capaciteit en expertise op het gebied van psychosociale hulpverlening te versterken. In Bukavu ondersteunde War Child een aantal kleine lokale organisaties die zich bezighouden met achtergestelde kinderen en jongeren. War Child trainde de medewerkers op het gebied van psychosociale begeleiding van kinderen, waarbij speciale aandacht werd geschonken aan het gebruik van creatieve middelen. Daarnaast organiseerde het War Child-team creatieve workshops voor de kinderen zelf, waar ook de lokale hulpverleners weer van leerden. Op het gebied van voormalig kindsoldaten werkte War Child intensief samen met UNICEF, andere internationale hulporganisaties en de Congolese overheid, die gezamenlijk de verantwoordelijkheid dragen voor de opvang en reïntegratie van kindsoldaten. War Child droeg bij aan de ontwikkeling en verzorging van trainingen voor de onvoorbereide hulpverleners van opvangcentra. Helaas is het projectonderdeel gericht op kindsoldaten eind mei 2004 plotseling stopgezet. In de regio Bukavu laaide het conflict plotseling in alle hevigheid op. Twee War Child-medewerkers werden slachtoffer van een gewelddadige aanval op hun huis. Het hele expat-team is vervolgens onmiddellijk geëvacueerd en het programma is tijdelijk stopgezet. War Child vond het onverantwoord expats naar Congo terug te sturen totdat de veiligheidssituatie aanzienlijk verbeterd zou zijn. Gelukkig waren alle lokale medewerkers ongedeerd gebleven en verbeterde de situatie voldoende om een deel van het programma door het lokale team te laten voortzetten. In de tweede helft van het jaar hebben zeven lokale medewerkers de steun aan vijf lokale partnerorganisaties in Bukavu hervat.
Doelstellingen 2004 Verhoogd psychosociaal welzijn van kinderen
Activiteiten
• Wekelijkse creatieve workshops met groepen kinderen van 6 partnerorga nisaties, gedurende periode van gemiddeld 3 maanden Verhoogde capaciteit van partner- • 42 trainingen organisaties om adequate psy(7 per partnerorganisatie) chosociale hulp te verlenen Betere mogelijkheden creëren • Financiering van aanschaf van voor partnerorganisaties om creatieve en recreatieve materialen goede psychosociale opvang te en opknappen van speelruimtes bij bieden 5 partnerorganisaties (tot eind mei 2004) • 3-daagse training Verhoogde capaciteit voor psychosociale begeleiding in opvangcentra voor gedemobiliseerde • Deelname in samenwerkingsverband kindsoldaten met UNICEF en andere hulporganisa ties en de Congolese overheid om een trainingsprogramma voor hulpverleners in opvangcentra te ontwikkelen
Participanten 1.100 kinderen
65 hulpverleners van 6 partnerorganisaties
60 hulpverleners van opvangcentra in Kalemie en Mahagi
Evaluatie 2004 Het programma in DR Congo was veelbelovend en verliep goed tot het afgekapt en overschaduwd werd door het gewelddadige incident eind mei, waarna het expatteam is teruggetrokken en slechts een klein onderdeel van het oorspronkelijke programma kon worden voortgezet. De steun aan lokale partnerorganisaties in Bukavu is voortgezet en goed verlopen.
Toekomst De toekomst van de werkzaamheden van War Child in DR Congo zijn afhankelijk van de politieke en militaire ontwikkelingen. De verwachting is dat de situatie uiterst onstabiel blijft tot de geplande verkiezingen in DR Congo in juni 2005. Voorlopig zal War Child de ondersteuning van de lokale partnerorganisaties continueren. Voor verdere uitbreiding van het project en het opnieuw stationeren van een expat-team moet de veiligheidssituatie eerst verbeteren.
28
SOEDAN In Soedan woedden in 2004 twee grote gewapende conflicten, op de scheidslijn tussen Noorden Zuid-Soedan en in de westelijke regio Darfur.
Conflict en gevolgen:
Noord- en Zuid-Soedan
Duur van het conflict
Van 1956 tot eind 2004 een burgeroorlog, met een tussenperiode van vrede die 11 jaar duurde (van 1972 tot 1983). Aard van het conflict Het islamitische noorden is de zetel van de GoS (Government of Sudan), het zuiden is overwegend christelijk en animistisch en voor een groot deel in handen van het Sudan People's Liberation Army/Movement (SPLA/M). Ook spelen er in het zuiden lokale stammentwisten. Humanitaire aspecten 2 miljoen doden en 4 miljoen interne vluchtelingen, waarvan 2 miljoen in kampen en settlements rondom Khartoem leven. Fase waarin regio nu verkeert In 2004 zijn de vredesbesprekingen verder gevorderd, wat in januari 2005 tot een vredesverdrag leidde. L I BI Ë
Conflict en gevolgen:
E GY P T E Rod Zee
Darfur
SOEDAN
Duur van het conflict Aard van het conflict
Gewapende strijd sinds begin 2003 De rebellenbewegingen SLA (Sudan Liberation Army) en JEM (Justice Equality Movement) kwamen in opstand tegen de regering, die steun verleent aan Arabische milities. Humanitaire aspecten Tussen de 70.000 en 180.000 doden, 2 miljoen interne vluchtelingen en 170.000 vluchtelingen in Tsjaad. Fase waarin regio nu verkeert In april 2004 werd een wapenstilstand gesloten met garanties voor vrije toegang van hulpverleners en het starten van vredesbesprekingen. Het staakt-het-vuren wordt regelmatig geschonden en de situatie buiten de kampen blijft zeer onveilig.
CHAD Khartoem
C e n t r. A FR I K A A N S E R E P U BL I E K
Malakal
ETHIOPI
Problematiek Kinderen in Soedan hebben nooit vrede gekend. Of ze nu in de conflictgebieden zelf leven, vluchteling in eigen land zijn of lijden onder een door de oorlog veroorzaakt gebrek aan basisvoorzieningen. Ondervoeding en ziekte bedreigen veel kinderen. Door de jarenlange blootstelling aan geweld, is vreedzaam samenleven in de Soedanese samenleving een onbekend begrip geworden. Door het conflict zijn de familie, sociale en culturele structuren ontwricht of verdwenen. Kinderen krijgen weinig steun van volwassenen in hun omgeving. Dat komt omdat velen door het geweld één of beide ouders verloren hebben of op de vlucht van hun ouders gescheiden zijn. Bovendien zijn veel volwassenen niet in staat hun rol als verzorger te vervullen, waardoor kinderen op zichzelf zijn aangewezen en aan hun lot worden overgelaten. Veel meisjes zorgen voor het huishouden en hun jongere broertjes en zusjes. Veel jongens komen op straat terecht in hun zoektocht naar werk en voedsel. Het aantal kinderen dat op straat leeft in Soedan is groot. De helft van alle kinderen in Soedan volgt basisonderwijs. Veel vluchteling- en straatkinderen gaan niet naar school, omdat er geen geld is of omdat ze werken om bij te dragen aan het inkomen van het gezin. Ze leven een uitzichtloos bestaan in vluchtelingenkampen of op straat.
29
Projectkosten 2004 € 537.077 War Child werkzaam sinds 1998 Samenwerking met Vluchtelingenkampen, opvanghuizen voor straatkinderen Boy's Hope en Amal, jeugdgevangenis Jirief, Synode Theatre Group, scholen en leerkrachten, medische kliniek, Terres des Hommes, Save the Children (USA en UK) en IRC/FAR
Projectomschrijving Omdat alle kinderen in Soedan onder het conflict lijden en er een groot gebrek aan steun en structuur is, heeft War Child een breed, integraal programma opgezet. Zowel het kind, als de directe omgeving van het kind worden betrokken bij de activiteiten. Aan de programma's nemen diverse groepen kinderen deel met een focus op de grootste en meest kwetsbare groepen namelijk vluchtelingenkinderen en straatkinderen, waaronder voormalig kindsoldaten.
Khartoem In Khartoem werkt War Child in het vluchtelingenkamp Omdurman es Salaam, twee opvanghuizen voor straatkinderen (Boy's Hope & Amal) en de jeugdgevangenis Jirief.
Doelstellingen 2004
Activiteiten
Verbeterde coping vaardigheden • 62 creatieve workshops, van kinderen 27 speeldagen (Boy's Hope & Amal), en een evenement • 96 creatieve workshops (Jirief), 1 evenement Verbeterde kennis en vaardigheden • 18 theorie & 34 praktijk trainingen bij ouders, verzorgers, docenten, van leerkrachten, sociaal werkers en andere 6 speeldagen op 6 scholen sleutelfiguren in het leven van (Omdurman es Salaam) de kinderen. • 16 theorie & 30 praktijk trainingen van sociaal werkers (Boys Hope, Amal) Meer aandacht voor de rechten • Behoeften onderzoek, rapport dient van kinderen als middel bij voorlichting/lobby voor rechten van het kind op nationaal niveau (Omdurman es Salaam) • 16 juni “De dag van het Afrikaanse kind”: 30 voorbereidende workshops (10 drama, 10 muziek, 10 kunst), en een evenement (Boys Hope) • 15 augustus Tentoonstelling thema kinderrechten: 18 voorbereidende teken-workshops uitmondend in een tentoonstelling (Boys Hope, Jirief) Versterkte structuren in gemeen- • 4 evenementen in samenwerking schappen die betrekking hebben met Synodus Theatre group op kinderen, zoals jeugdgroepen (Omdurman es Salaam) of speelplaatsen
Participanten 143 kinderen en jongeren
88 kinderen 32 leerkrachten van 20 scholen getraind, 20 leerkrachten hebben speeldagen mede georganiseerd waar 1450 kinderen aanwezig waren 15 sociaal werkers
109 kinderen en jongeren
45 kinderen
70 kinderen en 300 bezoekers
Bezoekers: 940 kinderen en jongeren, 40 volwassenen
30
Malakal In Malakal werkt War Child met straatkinderen, op 10 scholen en een Kal-A-zar kliniek van MSF (Artsen Zonder Grenzen).
Doelstellingen 2004
Activiteiten
Participanten
Verbeterde coping vaardigheden van kinderen Verbeterde kennis en vaardigheden bij ouders, verzorgers, leerkrachten, sociaal werkers en andere sleutelfiguren in het leven van de kinderen. Versterkte structuren in gemeenschappen
• 12 recreatieve activiteiten
50 straatkinderen
• 16 theorie en 50 praktijktrainingen van leerkrachten, 1 evenement • 21 theorie- en 21 praktijktrainingen
20 leerkrachten van 10 scholen, 50 kinderen per praktijktraining 6 medewerkers van MSF, 60 kinderen per praktijktraining
• Onderzoek naar de mogelijkheden voor de bouw van een buurthuis voor kinderen: 13 bijeenkomsten met de gemeenschap en 3 creatieve bijeenkomsten met kinderen. Uitkomst: begin 2005 start bouw buurthuis
324 volwassen (ouders, verzorgers, gemeenschapsleiders etc.) en 170 kinderen
Darfur In 2004 heeft War Child een methode ontwikkeld om in acute noodsituaties adequaat in te kunnen springen op de psychosociale noden en behoeften van kinderen. In de regio Darfur verzorgt War Child trainingen op dit gebied voor medewerkers van andere internationale organisaties die in de vluchtelingenkampen in Darfur werken. In de kampen wonen tienduizenden kinderen.
Doelstellingen 2004
Activiteiten
Verbeterde kennis en vaardigheden • 17 theorie- en 36 praktijktrainingen bij ouders, verzorgers, (Save the Children USA) leerkrachten, sociaal werkers en andere sleutelfiguren in • 6 trainingen (Terre des Hommes) het leven van de kinderen. • 4 theorietrainingen, de praktijktrainingen zijn uitgesteld i.v.m. de veiligheidssituatie (Save the Children UK)
Participanten 77 medewerkers, 150 kinderen per praktijktraining 4 medewerkers 27 sociaal werkers
31
Evaluatie 2004 Het eerste kwartaal van 2004 heeft voor het project in Soedan met name in het teken gestaan van verbeteringen in financiële administratie en organisatie. Daarnaast is het programma in het eerste kwartaal van 2004 geheel herzien en uitgebreid. De activiteiten zijn in het tweede kwartaal van start gegaan, wat door onderbezetting iets later was dan gepland. Naast workshops direct met kinderen, heeft War Child zich gericht op het trainen van (lokale) professionals van nationale en internationale organisaties. De ruim 150 getrainde professionals zijn enthousiast en het merendeel organiseert dagelijks of wekelijks activiteiten voor kinderen. Er zijn verzoeken gedaan voor vervolgtrainingen en ook andere organisaties, die behoefte hebben aan psychosociale expertise, hebben contact met War Child gezocht. Inspelend op de ontwikkelingen in Soedan heeft War Child het programma uitgebreid naar Darfur en Juba. In Darfur zijn veel internationale hulporganisaties aanwezig om in de basisbehoeften van de 2 miljoen vluchtelingen te voorzien. Er is echter ook behoefte aan psychosociale hulpverlening aan kinderen. Op verzoek van andere organisaties is War Child in juli 2004 gestart met het trainen van hulpverleners die in Darfur werken. In juni 2004 heeft War Child een oriëntatiemissie in Juba ondernomen gevolgd door een onderzoek naar de psychosociale noden van kinderen. Op basis van de verzamelde informatie is besloten in januari 2005 in Juba een project te starten en er een kantoor te vestigen. Verwacht wordt dat na het tekenen van de vrede veel vluchtelingen die oorspronkelijk uit het zuiden komen, zich eerst tijdelijk in Juba zullen vestigen voordat ze terugkeren naar de dorpen op het platteland. Naast directe hulpverlening en trainingen aan hulpverleners zijn ook de activiteiten op het gebied van voorlichting en bewustwording toegenomen. Zo maakt War Child onder meer deel uit van platforms van hulporganisaties die zich richten op kinderen en brengt War Child een nieuwsbrief uit over de Rechten van het Kind.
SAOUDIE ARABIË
S OE D A N Rode Zee ERITREA Asmara
YEMEN Tsorona Senafe
ETHIOPIË DJIBOUTI
Toekomst De vier centrale doelstellingen blijven ook in 2005 gehandhaafd. De activiteiten in Khartoem, Malakal en Darfur worden voortgezet en uitgebreid waarbij er meer aandacht komt voor het betrekken van de directe omgeving van het kind bij de activiteiten. Ook in 2005 zal War Child gehoor geven aan het verzoek van andere internationale hulporganisaties om trainingen over psychosociale steun aan kinderen. In Juba wordt het kantoor geopend en in maart 2005 starten de activiteiten met kinderen in vluchtelingenkampen en straatkinderen.
ERITREA Conflict en gevolgen: Duur van het conflict
Aard van het conflict Humanitaire aspecten
Fase waarin land nu verkeert
30 jaar durende onafhankelijkheidsoorlog met Ethiopië tot 1991, grensoorlog van 1998 tot 2000. Een grenscommissie bewaakt de grensafspraken van het vredesverdrag. Grensconflict Oorlog en aanhoudende droogte hebben ernstige gevolgen voor de voedselproductie in Eritrea. Begin 2004 waren nog 58.000 mensen ontheemd. Het conflict is nog niet opgelost, omdat Ethiopië de grenscommissie niet erkent.
Problematiek Duizenden mensen in Eritrea leven onder moeilijke omstandigheden in vluchtelingenkampen. Ze leven van voedseldistributies en er is nauwelijks werk. Kinderen zorgen onder meer voor de geiten, halen water of hangen maar wat rond. Veel mannen zijn in militaire dienst, wat grote gevolgen heeft voor het sociale, economische en psychische leven van mensen. Mensen leven in onzekerheid,
32
wat (onderlinge) spanningen en een gevoel van machteloosheid met zich meebrengt. Uit onderzoek van War Child bleek dat kinderen het meeste te lijden hadden onder de indirecte gevolgen van oorlog, zoals het ontheemd zijn, moeilijke economische omstandigheden en het verlies van familieleden. Kinderen zijn gefrustreerd over hun leefomstandigheden en maken zich zorgen over de toekomst. Dit veroorzaakt stress, agressiviteit, teruggetrokkenheid, asociaal gedrag en/of concentratieproblemen. Projectkosten 2004 € 272.227 War Child werkzaam sinds 2001 Samenwerking met Ministerie van Onderwijs, lokale overheden in Tsorona en Senafe, (Sub)zoba administration, Mai Wrai administrations, Nederlandse ambassade, UNMEE INBATT, UNICEF.
Projectbeschrijving War Child richtte zich in Eritrea met name op het versterken van de lokale capaciteit om psychosociale ondersteuning te kunnen bieden aan kinderen. Concreet kwam dit vooral neer op het trainen van leerkrachten en lokale hulpverleners en het voorzien in veilige plekken en materialen voor sport en spel. Sinds 2003 werd in toenemende mate een bredere lokale gemeenschap betrokken bij de activiteiten. Dit om het totale psychosociale vangnet voor kinderen te verbeteren en daarmee hun ontwikkeling te kunnen stimuleren.
Doelstellingen 2004 Toegenomen bewustzijn van psychosociale behoeften
Activiteiten
• Training van gemeenschapsvrijwilligers, moeders e.a. • 18 gemeenschapsactiviteiten in 9 gemeenschappen Versterkte ondersteunende • 9 'kind welzijn commissies' structuren voor opvang voor opgericht, waarvan 6 een kinderen in gemeenschappen actieplan hebben opgezet Toegenomen capaciteit om • Training van gemeenschapsin psychosociale behoeften vrijwiligers, groepen en clubs te kunnen voorzien (muziek en toneelclub, acrobaten Club) en kinderleidsters • Training in psychosociale behoeften van kinderen Verbeterde speelmogelijkheden • 2 speelplaatsen gebouwd in Tsorona voor kinderen in gemeenschappen en Senafe • Leerkrachten getraind in het opzetten en runnen van een club voor creatieve activiteiten voor kinderen • Leerkrachten getraind in runnen van wekelijks naschoolse activiteiten (sport & spel) • Aanleg/bouw van een sport en speelveld en een 'speel bibliotheek' in vluchtelingenkamp Mai Wurray • Wekelijks activiteiten voor groepen kinderen (art clubs, drama, sports, muziek, verhalen vertellen) • 1 kinderdagverblijf gebouwd, wekelijkse activiteiten in 4 kinder dagverblijven
Participanten Ongeveer 135 volwassenen
47 volwassenen, 11 kinderen en jongeren Ongeveer 120 volwassenen en jongeren
31 leden van 'Mine Risk Education' teams
40 leerkrachten van 20 scholen, 800 kinderen nemen wekelijks deel aan activiteiten 26 leerkrachten en 13 hoofden van 13 scholen 15 vrijwilligers
Ongeveer 980 kinderen per week 710 kinderen
33
Evaluatie Helaas heeft War Child, als gevolg van wijzigingen in het ontwikkelingsbeleid van de Eritrese overheid, moeten besluiten om het project in Eritrea in oktober 2004 te beëindigen. De Eritrese overheid hechtte onvoldoende belang aan psychosociale hulp. Door de overheidsmaatregelen werd het onmogelijk om ons werk voort te zetten. War Child heeft getracht om de projecten over te dragen aan een lokale organisatie, maar dit is door tegenwerking van de Eritrese overheid niet doorgegaan. De reikwijdte en de duurzaamheid van de effecten van het werk zijn hierdoor beperkter gebleven dan begin 2004 waren voorzien. War Child had gepland om in 2004 de gemeenschapsgerichte activiteiten in en rondom Senafe en Tsorona voort te zetten. Uit eerdere ervaringen van War Child was gebleken dat betrokkenheid van de lokale bevolking bij en haar verantwoordelijkheid voor de projecten, belangrijke voorwaarden voor succes waren. De programma's waren daarop aangepast en de resultaten in 2004 waren goed. Een behoeftenonderzoek in februari 2004 vormde hier de basis voor. In 2004 zijn twee nieuwe projecten gestart: creatieve clubs in 20 scholen en promotie van sport en spel in vluchtelingenkamp Mai Wurray. De laatste activiteiten van War Child in Eritrea waren de openingen van twee speelplaatsen in Tsorona en Senafe. S OE D A N
OEGANDA Conflict en gevolgen Duur van het conflict Aard van het conflict
19 jaar, sinds 1986 Conflict tussen de rebellen van het Leger van de Heer (Lord's Resistance Army) en het regeringsleger van Oeganda (de UPDF) in Noord-Oeganda Humanitaire aspecten Noord-Oeganda Op een bevolking van 1,8 miljoen naar schatting 1,6 miljoen mensen in vluchtelingenkampen. Ongeveer 20.000 kinderen zijn ontvoerd om te dienen in het rebellenleger, waarvan 10.000 kinderen in het jaar 2003-2004 Fase waarin land nu verkeert Eind 2004 leek het er even op dat de vredesbesprekingen vruchten af zouden werpen, maar beide partijen hebben nog niet tot een bevredigend resultaat weten te komen.
R e p . v an C ON G O
O E GA ND A
Kampala K E NI A Victoriameer TA N Z A NI A
Problematiek Noord-Oeganda is al 19 jaar het podium van een binnenlands conflict. Het conflict heeft ernstige effecten op de jeugd in Noord-Oeganda. Kinderen en jongeren lopen gevaar in omdat zij het doelwit zijn van ontvoeringen door de rebellen. Ze worden ontvoerd om dienst te doen als kindsoldaat of sexslavin. In het rebellenleger leven kinderen onder erbarmelijke omstandigheden en worden ze gedwongen om zelf geweld te gebruiken. De kinderen die na ontvoering bij hun gemeenschap terugkeren zijn vaak gestigmatiseerd en hebben moeite om zich weer aan het normale leven aan te passen. Om 's nachts aan het gevaar van ontvoering te ontsnappen speelt zich in Noord-Oeganda het fenomeen 'Night commuting' af. Night commuters zijn kinderen die 's avonds van de dorpen naar de steden lopen om een veilige slaapplaats te zoeken. Ze worden deels opgevangen in speciale opvangcentra maar verblijven ook in de straten van de steden. Overdag gaan ze weer terug naar huis. Projectkosten 2004 € 220.477 War Child werkzaam sinds 2004 Samenwerking met Vluchtelingenkampen, noodopvangcentra, lokale organisaties en jeugdgroepen
Projectbeschrijving Na een intensieve desk research en een oriëntatie ter plekke (juni/juli) is in oktober 2004 een pilot-project
34
van War Child van start gegaan in Noord-Oeganda. War Child werkt vanuit de plaatsen Gulu, Kitgum en Lira. Het doel van het project is versterking van de beschermende factoren die bijdragen aan het psychosociaal welzijn van kinderen. De concrete doelstellingen van het pilot project zijn: • Psychosociale steun voor kinderen in steden en vluchtelingenkampen • Aandacht vragen voor de problematiek van de kinderen • Trainen van lokale hulpverleners in psychosociale begeleiding voor kinderen • Verbeterde veiligheid en psychosociaal welzijn van night commuters • Reintegratie van ontvoerde kinderen stimuleren
Eerste restultaten De eerste maanden van het pilot project zijn benut om: • Beknopte onderzoeken te doen naar de psychosociale noden van kinderen in 12 kampen en uitgebreide onderzoeken te doen in 7 kampen, • Onderzoeken te doen naar psychosociale behoeften van kinderen in noodopvangcentra voor 'night commuters' • Overleg met potentiële lokale partnerorganisaties voor uitvoering van de hulpverlening • Logistieke en administratieve zaken te regelen • Personeel te werven en in te werken.
T U R K M E N I S TA N
Kabul
C H I NA
Peshawar
Herat A FG H A N I S TA N
Ter gelegenheid van de Dag van de Rechten van het Kind heeft War Child op 21 november in Gulu een evenement georganiseerd voor 1000 kinderen. De kinderen konden die dag gratis deelnemen aan allerlei spelletjes en andere kinderactiviteiten.
PA K I S TA N
I ND I A
Begin 2005 zijn de eerste hulpverleningsactiviteiten gestart. In april 2005 voert War Child een tussen- evaluatie uit op basis waarvan beslissingen genomen worden over de meerjarige projecten.
Toekomst War Child heeft de intentie om voor een periode van minimaal drie jaar werkzaam te zijn in Oeganda. In april 2005 loopt het pilot-project ten einde en wordt een strategisch meerjarenplan opgesteld.
Centraal Azië
AFGHANISTAN EN PAKISTAN Conflict en gevolgen Duur van het conflict Aard van het conflict Humanitaire aspecten
Fase waarin land nu verkeert
Ruim 20 jaar conflict tot oktober 2001 toen troepen van de Verenigde Staten en de Noordelijke Aliantie het Taliban regime omver wierpen. Complexe combinatie van een etnisch conflict en burgeroorlog met internationale immenging. Nog steeds meer dan anderhalf miljoen vluchtelingen en een paar honderd duizend ontheemden. Beperkte beschikbaarheid van onderwijs, gezondheidszorg en voedsel. Sinds 2001 ontbreekt het nog steeds aan een vreedzame samenleving doordat lokale krijgsheren om de macht strijden en de Taliban en AlQaida het land proberen te destabiliseren. Snelle groei in opiumteelt en -handel door krijgsheren vormen een bedreiging voor de stabiliteit van het land. Politieke en democratische vooruitgang is wel geboekt met de verkiezingen in september 2004 en de vorming van een grondwet.
35
Problematiek Jarenlange oorlog en droogte hebben van Afghanistan een van de armste landen van de wereld gemaakt. Het herstel verloopt moeizaam en de veiligheidssituatie is sinds het vertrek van de Taliban verslechterd. Veel Afghanen zijn hoofdzakelijk bezig met het genereren van voldoende gezinsinkomen. Kinderen hebben vaak op jonge leeftijd al volwassen verantwoordelijkheden en er is voor hen relatief weinig tijd om te spelen, te ontspannen en zelfs naar school te gaan. Er zijn weinig veilige speelplaatsen waar kinderen elkaar kunnen ontmoeten. Veel jongens spelen oorlogsspelletjes en gebruiken veel geweld in hun spel en gedrag. Meisjes zijn vaak geïsoleerd. De lesmethodes op school zijn erop gericht om kinderen op een vrij autoritaire manier feiten en technieken te leren. Het ontbreekt aan een interactieve leeromgeving en er is weinig aandacht voor sport, spel en het leren van sociale vaardigheden.
Afghanistan Projectkosten € 470.926 War Child werkzaam sinds 2003 Samenwerking met Minsterie van Onderwijs, 321 scholen voor Physical Education Project in Kabul en Herat, Turkmen Youth Association (TYA) in Herat, Communities for Child Action Planning in Herat
Pakistan Projectkosten € 13.426 War Child werkzaam sinds 1998 Partnerorganisatie AG Bas Ed Samenwerking met Esmat School in Peshawar
Projectomschrijving Het overkoepelende doel van de werkzaamheden van War Child in Afghanistan en Pakistan is een verbeterd psychosociaal welzijn van Afghaanse kinderen. War Child doet dat via het reguliere onderwijs, door direct te werken met dorpsgemeenschappen en hulp te bieden aan werkende kinderen en straatkinderen. Het werk via het reguliere onderwijs bestaat in Pakistan uit financiële steun aan een vluchtelingenschool en in Afghanistan uit de verbetering van het sportonderwijs. Hiertoe werkt War Child samen met het ministerie van Onderwijs om een landelijk sportcurriculum voor basis- en middelbare scholen te ontwikkelen en geven we trainingen aan leerkrachten en medewerkers van het ministerie.
36
Doelstellingen 2004
Activiteiten
Participanten
Het Physical Education Project Afghanistan (PEPA): Verbeterde toegankelijkheid voor kinderen in Herat en Kabul tot sportlessen die voldoen aan de nationale kwaliteitseisen Working Children Outreach project (WOCO): Verbeterde coping vaardigheden van werkende kinderen in Herat Child Action Planning Project (CAP): Versterkte beschermende factoren voor kinderen in 8 Afghaanse gemeenschappen, met nadruk op mogelijkheden voor sport en spel, die sociale en emotionele ontwikkelingen stimuleren Esmat School in Peshawar (Pakistan): Verbeterde toegang tot onderwijs voor Afghaanse vluchtelingmeisjes en jonge jongens
• Ontwikkeling van een national sport curriculum, door wekelijkse workshops in het kader van de overheidstraining voor leerkrachten en stafleden van het ministerie
24 medewerkers ministerie van onderwijs 319 leerkrachten 260.000 kinderen
• Wekelijkse creatieve workshops training voor medewerkers van TYA
220 kinderen 9 medewerkers TYA 220 ouders/verzorgers van kinderen
• 3 maandelijks programma waarin War Child samen met de gemeen schap zorgt voor voorlichting, training, materiaal voorziening, het maken van actieplannen en de uitvoering daarvan
870 verzorgers/opvoeders 32 gemeenschapsleiders 4350 kinderen
• (Financiering van) regulier onderwijs
442 meisjes 127 jongens 28 leerkrachten en ondersteunende staf
Evaluatie 2004 Gedurende 2004 zijn drie pilot projecten in Afghanistan uitgevoerd, met als doel om de projecten te toetsen en verder te verbeteren. De doelstellingen van de pilotprojecten zijn behaald en langere termijn projectvoorstellen zijn opgesteld. In de tweede helft van het jaar hebben de werkzaamheden in Afghanistan enige vertraging opgelopen, als gevolg van een verslechterde veiligheidssituatie (augustus) en de Afghaanse presidentsverkiezingen (oktober). De planningen zijn vervolgens aangepast, maar hadden geen gevolgen voor de doelstellingen. Het onderwijs op de Esmat School is in 2004 volgens plan verlopen.
Toekomst War Child verwacht de komende jaren nog actief te zijn in Afghanistan, in ieder geval tot 2007. In 2005 zullen de huidige projecten worden gecontinueerd. De financiering aan de Esmat Grils School wordt afgebouwd, en in 2006 stopgezet. De vluchtelingen kunnen in principe terug naar Afghanistan, waar War Child sinds 2003 actief is. Het lijkt erop dat veel vluchtelingen, die nu nog in Pakistan verblijven, ervoor kiezen om daar (voorlopig) te blijven.
Midden-Oosten
ISRAEL EN PALESTINA Conflict en gevolgen Duur van het conflict Aard van het conflict Humanitaire aspecten
Fase waarin land nu verkeert
Sinds 1948; tweede Intifadah (Palestijnse opstand) sinds 2000 Etnisch conflict en conflict om grondgebied tussen Israëli's en Palestijnen Officieel vier miljoen Palestijnse vluchtelingen en hun afstammelingen; duizenden doden aan Palestijnse kant door militair geweld; duizenden doden aan Israëlische kant door terroristische aanslagen. Conflict is nog steeds gaande
37
Problematiek Israël De wereld ziet Israël als de 'Joodse Staat'. Daarbij wordt over het hoofd gezien dat 20% van de bevolking wordt gevormd door Israëlische Arabieren. Deze bevolkingsgroep leeft gescheiden van de joodse bevolking, in eigen dorpen en wijken. Ze bevinden zich in een moeilijke situatie, min of meer verscheurd tussen de joodse Israëli's en hun Palestijnse broeders. Door de joodse Israëli's worden ze gewantrouwd en gediscrimineerd vanwege hun vermeende steun voor de Palestijnse zaak. De Arabieren op hun beurt wantrouwen de joden. De joodse kinderen worden met andere problemen geconfronteerd. Ze zijn opgevoed met een duidelijk beeld van de 'vijand', zonder een genuanceerd idee hierover te hebben ontwikkeld. De dagelijkse angst voor aanslagen houdt hen in de greep. Het Arabische bevolkingsdeel is economisch en sociaal gemarginaliseerd. Contact tussen de twee bevolkingsgroepen is minimaal.
Palestijnse Gebieden In de Palestijnse Gebieden (Westelijke Jordaanoever en Gaza) zijn de levensomstandigheden moeilijk. De bezetting door het Israëlische leger, gepaard gaande met de vele roadblocks, de bouw van de muur, de gebrekkige voorzieningen, de corruptie en verdeeldheid binnen het Palestijnse gezag, hebben er toe geleid dat de bevolking in de Palestijnse Gebieden sociaal en economisch aan de grond zit. De Palestijnse jeugd (75% van de bevolking is jonger dan 25 jaar) wordt dagelijks geconfronteerd met levensbedreigende situaties, door gewapende aanvallen, roadblocks, vernieting van huizen door het leger, etc. Het onderwijssysteem werkt niet goed, met overvolle klassen en onderbetaalde, ongekwalificeerde leerkrachten. De werkloosheid is enorm, waardoor vaders thuis blijven. Huiselijk geweld en misbruik zijn enorm toegenomen na de de start van de tweede Intifadah. Extremistische groepen als de Hamas en de Islamitische Jihad oefen een enorme aantrekkingskracht uit op jongeren. Samen met het gebrek aan toekomstperspectief leidt dit er toe dat jongeren overgaan tot gevaarlijke en destructieve activiteiten, zoals het gooien van stenen naar het Israëlische leger of soms zelfs het uitvoeren van zelfmoordaanslagen. Veel jongeren proberen het land te verlaten om elders hun heil te zoeken. Projectkosten 2004 War Child werkzaam sinds Partnerorganisatie Samenwerking met
€ 185.388 2004 Peace Child in Israël en Center for Conflict Resolution & Reconciliation (CCRR) in de Palestijnse Gebieden Israël: joodse en Arabische middelbare scholen in Tel Aviv/Jaffa; Emek Heffer/ Qalansua, Sheikh Dinun/Sulam Zur/Naharia, Palestijnse Gebieden: Jongerencentra in Bethlehem, Ramalla, Nablus, Jenin, Hebron en Jericho, middelbare scholen in Beit Jala/Betlehem, Jericho, Hebron, Ramallah en Beit Sahour
Omschrijving project War Child ondersteunt twee lokale organisaties in het gebied: Peace Child in Israël en CCRR in de Palestijnse Gebieden. Peace Child brengt joodse en Arabische jeugd bij elkaar in een theatercursus die uiteindelijk uitmondt in een gezamenlijke voorstelling voor ouders en schoolgenoten. Het doel van de organisatie is een toename van onderlinge tolerantie en begrip tussen jongeren van de twee bevolkingsgroepen. In de Palestijnse Gebieden ondersteunt War Child twee projecten van CCRR; de Young Negotiators Program (YNP) en de Young Leaders Program (YLP). Hierin leren jongeren om kritisch na te denken over de situatie in de Palestijnse gebieden en hun rol daarin. Ze leren dat conflicten ook op een andere manier opgelost kunnen worden dan door geweld.
38
Doelstellingen 2004
Activiteiten
Participanten
Peace Child (Israël): Verbeterd onderling begrip tussen joodse en Arabische jongeren door intensief contact met elkaar te hebben CCRR (Palestijnse Gebieden): Versterkt eigen initiatief van Palestijnse jongeren, hen alternatieven bieden voor gewelddadige oplossingen en hen stimuleren om actief deel te nemen in beslissingsprocessen in hun samenleving
• Drie dramagroepen bestaand uit telkens 20 - 30 leerlingen (helft Arabisch, helft joods), die samen een jaar lang wekelijks werken aan een theatervoorstelling • YNP:Intensieve wekelijkse trainingen voor leerkrachten voor een periode van twee maanden. Deze leerkrachten gaan in 2005 meewerken aan trainingen voor 400 jongeren (die training zal zeven maanden duren). • YLP:Maandelijkse tweedaagse trainingen voor jongeren (17-18 jaar oud) voor een periode van 10 maanden
66 jongeren
190 leerkrachten
30 jongeren
Evaluatie 2004 In zowel Israël als in de Palestijnse Gebieden is er sprake van een actief, levendig en invloedrijk maatschappelijk middenkader. Veel lokale organisaties zetten zich in voor het verbeteren van de leefsituatie van de bevolking. War Child heeft in 2004 contact gelegd met de twee partnerorganisaties. Na intensief deskresearch en een oriënterend bezoek in juni 2004, ontvangen beide partnerorganisaties sinds augustus 2004 (financiële) steun van War Child voor de periode van een jaar. Op basis van evaluaties na een jaar zal worden besloten of deze steun al dan niet wordt voortgezet en eventueel uitgebreid. Voor beide projecten zijn de doelstellingen in 2004 gerealiseerd. Het grootste probleem bij de uitvoering van de projecten van CCRR in de Palestijnse Gebieden vormen de road blocks van het Israëlische leger. Hierdoor is het erg moeilijk (en soms onmogelijk) voor de deelnemende jongeren om te reizen naar de trainingslocatie. Om die reden heeft CCRR besloten de trainingen aan te passen. Eerst kwamen de jongeren elke twee weken een dag samen, dat is nu veranderd naar twee aaneengesloten dagen per maand. Dit werkt goed. Bij de dramagroepen van Peace Child was in het verleden vaak sprake van een te hoge uitval van deelnemers, met name onder de joodse jongeren. In de laatste maanden van 2004 was de uitval echter beduidend minder. Deze verbetering lijkt het resultaat te zijn van door Peace Child ingezette veranderingen ten aanzien van het auditiebeleid en het opvoeren van de intensiteit van de eerste gezamenlijke bijeenkomsten.
Toekomst Het ligt niet in de verwachting dat er op korte termijn een oplossing zal zijn voor het Israëlische/ Palestijnse conflict. En zelfs al zou deze er op politiek niveau wel zijn, dan nog zal het jaren duren voordat er een maatschappij is ontstaan waar beide bevolkingsgroepen vreedzaam met elkaar samenleven. Dit betekent dat er op lange termijn behoefte zal zijn aan activiteiten die het proces van peacebuilding ondersteunen. War Child gaat daarom uit van een langetermijnstrategie voor deze regio. De betrokkenheid van War Child zal zich op beide bevolkingsgroepen richten. Op korte termijn ligt de focus van de programma's op het realiseren van enig onderling begrip en het versterken van postieve coping vaardigheden. Op langere termijn - als er een oplossing is voor het conflict - zal er pas echt sprake kunnen zijn van vredesopbouw en vreedzaam samenleven.
39
Zuid-Amerika
Colombia
Conflict en gevolgen Duur van het conflict
Aard van het conflict
Humanitaire aspecten Fase waarin land nu verkeert
Burgeroorlog tussen conservatieve elite en liberalen sinds 1948. Sinds 1964 strijd tussen revolutionaire rebellen, paramilitaire groeperingen en het regeringsleger. Machtstrijd tussen linkse rebellen, paramilitairen en het leger. Met name om controle over grondgebied, olievoorraden en cocaïne handel en -productie. Circa 200.000 vluchtelingen en 2,5 miljoen ontheemden. Tussen 11.000 en 14.000 kindsoldaten. Het gewelddadige conflict duurt voort, met veelvuldige meldingen van geweldsdelicten zoals ontvoeringen, moorden, afpersing, overvallen en bomaanslagen. Het conflict beroert het hele land; het actieve conflict beperkt zich echter tot bepaalde regio's. De huidige president Uribe heeft in 2004 een akkoord over ontwapening gesloten met de paramilitairen verenigd in de Autodefensas Unidas de Colombia (AUC), maar de gewelddadigheden zijn sindsdien niet zichtbaar verminderd.
Problematiek Door de langdurige burgeroorlog zijn veel kinderen getuige of slachtoffer geweest van geweld. Meer dan een miljoen Colombiaanse kinderen zijn op de vlucht geslagen en leven in armoedige buurten, waar basisvoorzieningen in slechte staat zijn, of ze leven op straat. Door het lange conflict is vreedzaam samenleven een onbekend begrip geworden. Door de vele onvoorspelbare en gewelddadige incidenten overheerst bij de bevolking een gevoel van onveiligheid en wantrouwen. Dit heeft veel invloed op de relaties die ze opbouwen en de sociale structuur van de samenleving Colombia is een redelijk ontwikkeld land met moderne winkelcentra, goede scholen en een grote voorraad natuurlijke grondstoffen. Maar van de rijkdom en mogelijkheden profiteert maar een klein deel van de bevolking. Deze ongelijkheid geeft veel kinderen die in armoede opgroeien een gevoel van onrechtvaardigheid en machteloosheid. Tot risicogroepen behoren de kinderen die weinig aantrekkelijke vooruitzichten hebben: ze leven in armoede, krijgen slecht onderwijs en hebben geen uitzicht op werk of ander toekomstperspectief. Door de armoede, uitzichtloosheid en de voortdurende confrontatie met geweld zijn de kinderen een makkelijke prooi voor rekrutering als kindsoldaat. Op het platteland, in de buitenwijken van de steden en op scholen worden kinderen geronseld. Colombia telt tussen 11.000 en 14.000 kindsoldaten.
Projectomschrijving Omdat de noden van de kinderen door de omvang, aard, intensiteit en duur van het conflict in Colombia hoog zijn, heeft War Child besloten om haar werkgebied naar dit land uit te breiden. Een andere overweging is het feit dat het conflict relatief weinig aandacht krijgt op nationaal en internationaal niveau. Als voorbereiding op de start, verrichtte War Child al in 2002 een oriënterend onderzoek. Door verschillende omstandigheden kreeg dit in 2003 geen opvolging. In 2004 heeft hernieuwd deskresearch plaatsgevonden. Op basis van de resultaten van beide onderzoeken zijn lokale Colombiaanse organisaties uitgenodigd om projectvoorstellen in te dienen. Er zijn in Colombia voldoende professionele organisaties die zich richten op psychosociale hulpverlening aan kinderen. Ondanks het conflict is het land redelijk ontwikkeld. War Child heeft er daarom voor gekozen geen eigen project te starten, maar lokale organisaties te ondersteunen. In de selectie van de partners is er onder andere gekeken naar de kwaliteit van het programma, de betrouwbaarheid van de organisatie, de doelgroep waar de organisatie zich op richt en het
40
geografisch gebied waar de organisatie werkzaam is. In oktober 2004 zijn de lokale organisaties uitgenodigd om een projectvoorstel in te dienen. Van de 20 voorstellen zijn er uiteindelijk in januari 2005 vier partnerorganisaties geselecteerd. De definitieve goedkeuring aan de samenwerking is in maart 2005 gegeven.
Toekomst Vanaf maart 2005 gaat War Child vier partnerorganisatie financieel ondersteunen, training geven aan lokale professionals op het gebied van de inzet van creatieve middelen voor psychosociale hulpverlening aan kinderen, de organisaties ondersteuning bieden op het gebied van management en fondsenwerving, bewustzijn creëren voor de positie en rechten van kinderen en ten slotte pleiten bij lokale, nationale en internationale overheden en organisaties voor meer aandacht voor kinderrechten. De vier partnerorganisatites zijn: • Corporación Juan Bosco heeft een breed reïntegratieprogramma voor ex-kindsoldaten. Met steun van de overheid biedt de organisatie voedsel, onderdak en gezondheidszorg. Met hulp van War Child worden extra activiteiten voor het herstellen van verbroken familiebanden en psychosociale hulpverlening mogelijk. • Taller de Vida (Atelier van het leven) is een kunstschool die psychosociale programma's op basis van creatieve middelen organiseert voor vluchtelingenkinderen. Kinderrechten zijn een thema in de workshops. Ook docenten worden bij de activiteiten betrokken en met exposities worden ouders en andere mensen uit de omgeving van de jongeren bereikt. • Disparando Cámaras para la Paz (Foto's schieten voor vrede) leert kinderen foto's maken en ontwikkelen. Door het oog van de camera laten ze hun ervaringen, wereldbeeld en dromen zien. De kinderen zijn trots op hun werk, leren een vak, leren samenwerken in plaats van vechten, worden zelfbewuster en krijgen voorlichting over de risico's van een leven als kindsoldaat. Door publicaties en exposities van hun foto's vraagt het project aandacht van de nationale en internationale gemeenschap voor het conflict in Colombia. • De Colombiaanse Coalitie tegen het gebruik van kindsoldaten is een netwerk van tien organisaties. In samenwerking met War Child verzorgt de coalitie op verschillende scholen in het land een psychosociaal programma voor kinderen met geweldservaringen en een training voor docenten. De coalitie ontwikkelt een strategie om een breed publiek te kunnen waarschuwen op het moment dat een school doelwit wordt van mensenrechtenschendingen. In augustus 2005 gaat een expat naar Colombia om de voortgang van de projecten te onderzoeken en om de partners te ondersteunen op organisatorisch gebied. Begin 2006 wordt de samenwerking geëvalueerd.
41
4.
War Child in Nederland War Child's doel is bij te dragen aan het psychosociaal welzijn van kinderen in (voormalige) oorlogsgebieden en het vragen van aandacht voor de problematiek van deze kinderen. Ons werk speelt zich daarom voornamelijk af in het buitenland, waar kinderen het slachtoffer zijn van gewapende conflicten. Toch is er ook in Nederland een belangrijke taak voor War Child weggelegd. Om de hulpverlening te financieren is geld nodig en daarvoor voeren we een actief fondsenwervingsbeleid. Dit beleid richt zich vooral op het vergroten van de achterban en de hoeveelheid steun die we ontvangen. Het gaat hierbij om financiële steun en steun in de vorm van sponsoring van diensten en producten. Hierdoor kan War Child de uitvoeringskosten in Nederland zo laag mogelijk houden. Daarnaast is het van het grootste belang dat we onze achterban behouden. We streven dat onder meer na door frequente, eerlijke en open communicatie met onze donoren en sponsoren. Ten slotte ziet War Child een belangrijke taak voor zichzelf weggelegd op het gebied van het vergroten van het bewustzijn in de samenleving over de problematiek van kinderen in (voormalige) oorlogsgebieden. Concreet betekent dit dat we op diverse manieren en plaatsen voorlichting geven over kinderen in oorlog en het belang van vrede.
Voorlichting en bewustwording War Child stelt zich ten doel om onze achterban en daarnaast een breder publiek in Nederland te informeren over de situatie van kinderen in oorlog, het belang van leven in vrede en het werk van War Child. Daartoe organiseren we voorlichtende activiteiten en maken we communicatiemiddelen, waaronder een documentaire, evenementen en een informatieve website.
Activiteiten Bevrijdingsfestivals Het Nationaal Comité 4 en 5 mei biedt War Child ieder jaar de mogelijkheid om via de Bevrijdingsfestivals een breed publiek te informeren over de problematiek van oorlogskinderen en het belang van leven in vrede. De festivals trokken in 2004 naar schatting 612.000 bezoekers. Dit jaar traden De Vliegende Panters op namens War Child in Vlissingen, Haarlem, Assen, Zwolle en Wageningen. Thema van de festivals was 'vrijheid is kiezen én delen' wat ook in de optredens werd verwerkt. Naar schatting 3000 festivalbezoekers hebben in de War Child 'Peace of Mind experience' via koptelefoons zelf een gevoel van bevrijding ervaren. Ruim 50 vrijwilligers zijn op de festivals actief geweest voor War Child. War Child had voor de organisatie gedurende vijf maanden ondersteuning van een stagiaire.
Documentaire 'Bestemming Afghanistan' Begin 2004 maakte War Child opnames voor de documentaire 'Marco Borsato: Bestemming Afghanistan', die op 2 mei op de Nederlandse televisie te zien was. Bijna een half miljoen mensen hebben naar de documentaire gekeken. Het doel van de documentaire was om een breed publiek te informeren over de problematiek van oorlogskinderen in Afghanistan, en te laten zien dat ook zij toekomstdromen hebben. Daarnaast toonde de documentaire dat er diverse initiatieven en organisaties zijn, die zich daarvoor inzetten. Ook de Afghaanse president geeft in de documentaire zijn visie op de problemen en de toekomst van kinderen in zijn land. Behalve de tv-uitzendingen heeft de documentaire ook geresulteerd in publiciteit.
Steun campagne www.first8.org War Child steunde een onafhankelijke internationale en nationale campagne die in september 2004 van start ging om de Millenniumdoelstellingen van de Verenigde Naties onder de aandacht te brengen en de maatschappelijke discussie daarover te stimuleren. War Child steunde de campagne financieel, lichtte de volledige achterban in via het nieuwsbulletin en plaatste een banner naar www.first8.org op de homepage van www.warchild.nl. De First8 campagne heeft in Nederland miljoenen mensen, en internationaal ruim 26.000 invloedrijke personen bereikt.
Digitaal lespakket Schools for War Child (www.schoolsforwarchild.nl) is een digitaal lespakket van War Child, dat in 2003 is ontwikkeld dankzij subsidie van het ministerie van Onderwijs. De site is gratis toegankelijk. Doel van de site is scholieren in de bovenbouw van het basisonderwijs voorlichting te geven over de situatie van kinderen in oorlog. Scholieren kunnen op de site, onder begeleiding van hun leerkracht, een eigen campagne maken in de vorm van posters, e-cards, een krant en een gedichtenbundel. Van september 2003 tot april 2004 had War Child een wedstrijd uitgeschreven voor de beste campagne. Dertien klassen hebben aan de wedstrijd meegedaan. De winnaar van de hoofdprijs was groep 8 van OBS De Bolster in St. Michielsgestel, en kreeg daarvoor een bezoek van 'De Moordgasten', (twee jonge Nederlandse rappers). Deelname aan de wedstrijd en het gebruik van het lespakket vielen tegen. Daarom heeft War Child een uitgebreid telefonisch onderzoek gedaan onder 40 leerkrachten en is gebrainstormd over het concept en de marketing van Schools for War Child. Dit resulteerde in een evaluatie met concrete verbeterpunten, die ten dele in 2004 zijn doorgevoerd en in 2005 verder zullen worden verwerkt.
Ambassadeurs en voorlichters Marco Borsato Ambassadeur Marco Borsato heeft zich in 2004 weer op vele manieren ingezet om de situatie van oorlogskinderen en het werk van War Child onder de aandacht te brengen. In 2004 reisde hij naar Afghanistan voor opnames van een documentaire. Marco Borsato betaalt zijn eigen reis- en verblijfkosten en doet al zijn werk voor War Child op vrijwillige basis. Hij legde tijdens zijn 16 optredens in juni in de Kuip en in het Sportpaleis in Antwerpen de show stil om aandacht te vragen voor War Child. Naast optredend artiest was hij ook een belangrijke kracht achter de organisatie van het Friends for War Child concert in oktober in Ahoy. Ook organiseerde hij een sms-actie voor War Child en ging hij tappen tijdens het evenement 'Feast for Peace'. Ter gelegenheid van 750 jaar Alkmaar werden speciale Borsato 'waagjes' uitgegeven. Een groot deel van de opbrengst daarvan gaat naar War Child. Ook de opbrengst van zijn hitsingle 'Wat zou je doen' met Ali B komt ten goede aan War Child. Daarnaast heeft Marco Borsato gedurende het hele jaar in interviews en via zijn website en nieuwsbrieven aandacht gevraagd voor War Child en de situatie van kinderen in oorlogsgebieden.
Jetske van den Elsen Kinderambassadeur Jetske van den Elsen heeft zich in 2004 meermalen ingezet tijdens acties voor War Child gericht op kinderen. Jetske heeft op diverse kinderevenementen een cheque in ontvangst genomen en voorlichting gegeven over War Child. Zo begeleidde zij bijvoorbeeld tijdens Feast for Peace een kinderontbijt ten bate van War Child. Ook maakte Jetske deel uit van de jury van de Schools for War Child wedstrijd. Evenals Marco Borsato, doet Jetske al haar werk voor War Child op vrijwillige basis.
Vrijwillige voorlichters Jaarlijks organiseren vele mensen een fondsenwervende actie voor War Child. Indien gewenst doet War Child haar best om te regelen dat een voorlichter bij een actie iets over War Child kan vertellen en/of een cheque in ontvangst kan nemen. War Child doet daarvoor een beroep op eigen medewerkers en zeer waardevolle vrijwillige voorlichters. In 2004 ontving War Child 130 aanvragen voor voorlichters,
43
120 daarvan hebben we kunnen honoreren. Dertig vrijwillige voorlichters zijn voor War Child op pad geweest.
Mediabeleid War Child voert een actief mediabeleid, maar wordt zelf ook door vele media benaderd. Het merendeel van de verzoeken van de media betreffen interviewaanvragen met ambassadeurs en de directeur. War Child schuift zelf eigen medewerkers voor interviews naar voren die inhoudelijk het meest over een onderwerp weten. Het mediabeleid van War Child is erop gericht om zoveel mogelijk ruimte te krijgen voor inhoudelijke communicatie over kinderen in oorlog en het werk van War Child. Als die ruimte er niet is, worden interviewaanvragen in principe afgewezen. Piekmomenten in publiciteit waren begin mei (i.v.m. Bevrijdingsfestivals en de documentaire 'Marco Borsato: Bestemming Afghanistan') en in oktober (i.v.m. Feast for Peace en Friends for War Child concert). Daarnaast is er gedurende het hele jaar veel publiciteit geweest rondom acties voor War Child, met name in regionale media. War Child houdt een overzicht bij van vrijwel alle publicaties via knipsels.
Communicatie met achterban Om onze achterban (donateurs en relaties) te informeren over het werk van War Child sturen wij hen nieuwsbulletins en emailnieuwsbrieven. Donateurs kunnen zelf aangeven of zij deze al dan niet willen ontvangen. Daarnaast zorgt War Child voor regelmatige updates van informatie op de War Child-website.
Eigen communicatiemiddelen www.warchild.nl War Child beschouwt www.warchild.nl als een zeer belangrijk communicatiemiddel om geïnteresseerden te informeren over kinderen in oorlog en het werk van War Child. In 2004 was het doel een toename van informatie over kinderen in oorlog en de hulpverleningsprojecten van War Child, zowel kwalitatief als kwantitatief. Daar zijn we in geslaagd. Ook is de actualiteit van de informatie op de site verbeterd. In 2005 willen we deze ontwikkelingen voortzetten. Daarnaast is de website een belangrijk kanaal voor werving van vrijwilligers en personeel. Begin 2004 kwam er naast de Nederlandstalige, ook een Engelstalige versie van www.warchild.nl online. De tijdsbesteding van War Child aan de website is gemiddeld 0,2 fte. Technische ondersteuning en hosting zijn gesponsord. In 2004 telde de website 497.765 bezoekers, die in totaal 4.232.725 pagina's bezochten.
Nieuwsbulletin Om de achterban te informeren over het werk van War Child, brengt War Child drie keer per jaar een nieuwsbulletin uit. Minimaal tweederde van het nieuwsbulletin belicht ontwikkelingen in de hulpverleningsprojecten en het overige deel gaat over acties, evenementen en andere activiteiten in Nederland. Het nieuwsbulletin is, op de portokosten na, volledig gesponsord.
Emailnieuwsbrief War Child biedt mensen de mogelijkheid om nieuws over het werk van War Child en activiteiten in het land via email te ontvangen. De emailnieuwsbrief linkt onder meer naar nieuws op www.warchild.nl. In 2004 is er een volledig gesponsorde emailnieuwsbrief verstuurd naar bijna 25.000 mensen.
Algemene brochures Voor geïnteresseerden die een compacte uiteenzetting willen van de organisatie en de hulp van War Child zijn er Nederlandstalige en Engelstalige algemene brochures. In 2004 is daar een (digitale) Franstalige versie aan toegevoegd. De brochures zijn als downloadable pdf-files op de War Childwebsite voor iedereen toegankelijk gemaakt.
44
Jaarverslag Het jaarverslag 2003 (met een verkorte balans en staten van baten en lasten) van War Child is voor iedereen gratis toegankelijk en te downloaden op www.warchild.nl. Er is een Nederlandstalige en een Engelstalige versie. De uitgebreide jaarrekening stond niet op de website, maar was wel op te vragen. Het volledige jaarverslag 2004 en de jaarrekening zullen in het Nederlands en in het Engels gratis te downloaden zijn van www.warchild.nl.
Voorlichtingsvideo De voorlichtingsvideo is beschikbaar ter ondersteuning van een actie of voor het geven van voorlichting over War Child. Er is een kinder- en volwassenenversie die besteld kunnen worden bij War Child.
Flyers Voor acties en evenementen heeft War Child flyers beschikbaar. Daarin wordt een beknopt overzicht gegeven van het werk van War Child en de mogelijkheden om War Child te steunen. In 2004 is de flyer inhoudelijk en qua vormgeving aangepast aan de War Child corporate campagne.
Informatie-aanvragen War Child krijgt jaarlijks duizenden telefoontjes en informatieverzoeken. In 2004 zijn ruim 12.000 inkomende gesprekken geregistreerd, 1200 informatiepakketten verstuurd en duizenden infoverzoeken per email afgehandeld. Het aantal per post verstuurde informatiepakketten was kleiner dan in 2003 (1200 tegenover 2000). Daarentegen is het aantal per e-mail afgehandelde infoverzoeken groter geworden. Voor de afhandeling van al deze verzoeken is War Child ondersteund door een team onmisbare vrijwilligers.
Communicatie met sponsors War Child hecht veel waarde aan persoonlijk contact met sponsors. Hoe die communicatie verloopt, varieert per sponsor en is afhankelijk van de periode waarin werkzaamheden plaatsvinden, planningen en de relatie tussen War Child en de sponsor. War Child denkt graag mee met sponsors over de sponsoractiviteiten en de communicatie over War Child. Met hen wordt in samenspraak een sponsorprogramma opgesteld waarin wordt opgenomen wat beide partijen voor elkaar kunnen betekenen.
Communicatie met ambassadeurs en voorlichters Het is vanzelfsprekend dat ambassadeurs en voorlichters van War Child goed op de hoogte moeten zijn van de ontwikkelingen in het werk van War Child. De vrijwillige voorlichters worden geïnformeerd via voorlichtersbijeenkomsten, het nieuwsbulletin, persberichten, een emailnieuwsbrief en telefonische briefings en evaluaties. Marco Borsato en Jetske van den Elsen worden zowel schriftelijk als persoonlijk geïnformeerd. Daarnaast wordt Marco Borsato voor zijn reis naar een projectland van War Child uitvoerig gebrieft over het land, de situatie van de kinderen en de hulpverleningsprojecten. Feast for Peace-ambassadeurs, die zich hebben ingezet voor Feast for Peace, werden geïnformeerd tijdens een kick-off bijeenkomst, via tweewekelijkse emailnieuwsbrieven en persoonlijk contact.
Klachtenafhandeling Alle klachten over de organisatie worden centraal geregistreerd. In 2004 waren dat er 15. De klachtencommissie (bestaande uit drie medewerkers) kwam drie maal bijeen om te kijken of er structurele klachten waren, zodat organisatie en communicatie waar nodig kon worden verbeterd. De meeste klachten waren afkomstig van donateurs die dachten een eenmalige machtiging te hebben afgegeven, maar bij wie meermalig werd geïncasseerd, en van mensen die een actie deden voor War Child waarbij problemen waren met de komst van een voorlichter. Alle klachten zijn persoonlijk afgehandeld. Om toekomstige klachten van deze aard te voorkomen zijn interne procedures aangepast.
45
Fondsenwerving Het werk van War Child is mogelijk dankzij de bijdragen van diverse fondsen en vele donateurs en bedrijven. War Child kiest bewust voor een spreiding in inkomstenbronnen om de afhankelijkheid van één of een kleine groep te voorkomen. Fondsenwerving wordt verdeeld in verschillende categoriën: eigen fondsenwerving, acties van derden (Nationale Postcode Loterij) en subsidies van overheden en anderen.
Subsidies van overheden en anderen War Child ontving in 2004 € 164.972 van PSO (Personele Samenwerking Ontwikkelingslanden), waarmee uitzending van enkele expats werd gefinancierd, € 450.000 van het Thematische Medefinancieringsfonds (TMF) van het ministerie van Buitenlandse Zaken en € 12.612 uit overige fondsen.
Nationale Postcode Loterij War Child is één van de 49 goede doelen van de Postcode Loterij, de grootste goede doelenloterij van Nederland. De Postcode Loterij steunt goede doelen op het gebied van natuur & milieu, mensenrechten en ontwikkelingssamenwerking, waar zij sinds de start van de loterij al 1,8 miljard euro aan heeft uitgekeerd. War Child ontvangt jaarlijks een bedrag van € 1 miljoen van de Nationale Postcode Loterij. In 2003 ontving War Child naast dit bedrag ook eenmalig € 1,6 miljoen voor de hulpverleningsprojecten in Sierra Leone, wat bestemd is voor de periode 2003 tot eind 2005.
Eigen fondsenwerving Donateurs Het beleid ten aanzien van donateurswerving is gericht op werving van structurele donateurs, ofwel Friends van War Child. Zij doneren periodiek een vast bedrag en dragen daarmee bij aan de continuïteit van de hulpverlening van War Child. Friends van War Child doneerden in 2004 gezamenlijk € 1.690.000 (een groei van 70% ten opzichte van 2003). Daarnaast ontving War Child € 379.000 uit losse donaties, ofwel incidentele giften (33% minder dan in 2003). War Child vindt het belangrijk dat zoveel mogelijk inkomsten ten goede komen aan de hulpverlening. Daarom kiezen wij ervoor om donateurs hoofdzakelijk te werven via bestaande communicatiekanalen en evenementen die War Child in samenwerking met sponsors organiseert. Daarnaast is er in september een fondsenwervende mailing verstuurd. Donateurs dragen voor circa 50% bij aan de inkomsten uit eigen fondsenwerving.
Bedrijfssponsoring War Child wil dat een zo groot mogelijk percentage van de inkomsten daadwerkelijk wordt besteed aan de hulp aan kinderen in oorlog. Voor alle fondsenwervende activiteiten in Nederland zoeken we daarom sponsors. Ook in 2004 is het overgrote deel van de fondsenwervende- en communicatiemiddelen gesponsord, met uitzondering van portokosten. Hierdoor heeft War Child over 2004 een kostenpercentage fondsenwerving van slechts 9,2% (ruim onder de norm van maximaal 25% die het Centraal Bureau Fondsenwerving stelt). Het sponsorbeleid is erop gericht om het aandeel van structurele sponsors te vergroten. Onder structurele sponsors verstaat War Child sponsors die zich voor meerdere jaren committeren en hun diensten, producten of financiële middelen geheel belangeloos ter beschikking stellen. In 2004 bedroegen de inkomsten van bedrijven € 730.000 en van structurele sponsors € 245.000. War Child heeft zeer grote waardering voor al haar sponsors. Overzichten van de sponsors van War Child zijn te vinden op www.warchild.nl en in de nieuwsbulletins.
46
Feast for Peace Net als in voorgaande jaren was het in 2004 in oktober een dag 'Feast for Peace'. Op 8 oktober doneerden maar liefst 1212 horecabedrijven een deel van hun dagomzet aan War Child. Tezamen brachten zij € 250.000 bijeen. Het evenement werd mogelijk gemaakt dankzij 80 Feast for Peace-ambassadeurs en tientallen bedrijven die onder meer al het drukwerk, promotiematerialen en de mediacampagne sponsorden. War Child heeft besloten om Feast for Peace in 2005 niet te organiseren. Het evenement heeft in de afgelopen jaren een belangrijke bijdrage geleverd aan de naamsbekendheid en de fondsenwerving van War Child. Na zes jaar is het evenement zo omvangrijk geworden dat de tijd die nodig is voor de organisatie niet meer in relatie staat tot de inkomsten. Daarnaast geeft War Child de voorkeur aan evenementen die meer mogelijkheden bieden voor voorlichting.
Friends for War Child concert Op 28 oktober organiseerde War Child het Friends for War Child concert, getiteld Right to Play, in een uitverkocht Ahoy. Doel van het concert was om Friends te werven en voorlichting te geven over het werk van War Child en 'het recht om te spelen' (één van de rechten uit het Verdrag van de Rechten van het Kind). Ruim 9.000 mensen bezochten het concert. Op het podium stonden vele bekende cabaretiers en nationale artiesten. Het concert was geheel gesponsord, van artiesten tot de backstage catering, mediacampagne, kaartverkoop en tv-uitzending. Op 29 december keken 786.000 mensen naar de tv-uitzending van het concert.
Acties Jaarlijks organiseren vele mensen op eigen initiatief alleen of met een club, vereniging, school, kerk of vrienden een fondsenwervende actie. War Child wil graag deze actieve participatie stimuleren en ondersteunt de initiatiefnemers zoveel mogelijk, in de vorm van schriftelijke informatie, persoonlijke adviezen, promotiemateriaal en indien gewenst en mogelijk een voorlichter. In 2004 was het doel om kwaliteit van de ondersteuning te verbeteren. Dat is bereikt door verbetering van de actiedatabase, een kleine reorganisatie van het actieteam, intensivering van het contact met vrijwillige voorlichters en evaluaties met actie-organisatoren. In 2004 werden 1024 acties (bijna 20 per week) voor War Child georganiseerd. De totale giften uit deze acties bedroegen € 848.330, een toename van 2% ten opzichte van 2003. Het aantal acties groeide met 17%.
War Child campagne Dat oorlogskinderen, ondanks alle ellende die zij hebben meegemaakt, toch weer vrolijke kinderen kunnen zijn, laat de campagne van War Child zien die in september 2004 werd gelanceerd. Ieder campagnebeeld laat een vrolijk trots kind zien in een donkere, door oorlog gehavende omgeving. Doel van de campagne was versterking van de positionering van War Child. De foto's voor de campagne zijn gemaakt in Kosovo en Sierra Leone. De gehele campagne is dankzij sponsors kosteloos tot stand gekomen en kwam tot uiting op abri's, in een korte televisiespot, een bannercampagne, een speciale webmodule en in diverse eigen communicatiemiddelen.
47
5.
Risicomanagement Financiële risico's War Child committeert zich aan hulpprogramma's, met het risico dat de inkomsten van donoren kunnen wegvallen. Economische fluctuaties kunnen gevolgen hebben voor de geefbereidheid van mensen en bedrijven. Om financiële risico's te verkleinen spreidt War Child de inkomsten over meerdere inkomstenbronnen: particuliere donateurs in Nederland, bedrijven in Nederland, Nationale Postcode Loterij en overheden en anderen. Vanzelfsprekend volgt War Child de ontwikkelingen in de markt. Hoewel de groei in eigen fondsenwerving in de charitatieve sector de laatste jaren terug liep en daarna is gestagneerd, had War Child op basis van de resultaten van voorgaande jaren voor 2004 wel een groei in eigen fondsenwerving begroot. In 2004 liep het aantal particuliere donateurs weliswaar op, maar was de gemiddelde donatie lager dan in 2003. Hoewel de begroting in eigen fondsenwerving in 2004 om verschillende redenen niet is gehaald, zijn de inkomsten uit eigen fondsenwerving wel met 11% gestegen. Dit had voor de geplande activiteiten en projecten geen consequenties. Voor 2005 heeft War Child een bescheiden groei begroot in eigen fondsenwerving. Naast inkomstenspreiding hanteert War Child ook een continuïteitsreserve, die voldoet aan de normen van de commissie Herkströter (die ook het Centraal Bureau Fondsenwerving adviseert en hanteert). War Child houdt voldoende reserve aan om projecten voor minimaal een half jaar en maximaal een jaar te kunnen handhaven. Fraudegevoeligheid is ook een financieel risico. War Child beperkt dit door interne en externe audits te laten uitvoeren, zowel op het hoofdkantoor als in de eigen projecten en bij de partnerorganisaties. Audits worden gerapporteerd aan het bestuur. De frequentie van de audits van projecten is gerelateerd aan het budget van een project. Vanaf 2005 vindt in projecten met jaarlijkse uitgaven hoger dan € 400.000 ieder jaar een externe audit plaats. In 2004 vond een externe audit plaats bij War Child's partnerorganistie in Tsjetsjenië en Ingoesjetië. Ter evaluatie van 2004 zullen in 2005 ook externe audits plaatsvinden in Sierra Leone, Soedan en Afghanistan.
Politieke risico's Verandering van politiek beleid kan van invloed zijn op het werk en de inkomsten van War Child, zowel in het buitenland als in Nederland. In Nederland gaat het dan met name om inkomsten uit het fonds Thematische Medefinanciering (TMF) van het ministerie van Buitenlandse Zaken. War Child heeft geen invloed op politieke beleidsvorming, maar houdt de ontwikkelingen die daar van invloed op zijn nauw in de gaten. In het buitenland gebeurt dit via netwerken van de Verenigde Naties en lokale hulporganisaties, en in Nederland via de reguliere informatiekanalen in het algemeen en het TMF-platform in het bijzonder. In 2004 leidde een gewijzigd politiek beleid in Eritrea ten aanzien van ontwikkelingshulp ertoe dat War Child besloot het project in oktober 2004 te beëindigen.
Veiligheidsrisico's War Child werkt in naoorlogse gebieden en landen, waar soms op bepaalde plaatsen nog gewapende strijd plaatsvindt. Er bestaat altijd een risico dat conflicten opnieuw oplaaien. Het veiligheidsrisico uitsluiten is niet mogelijk in ons werk; we kunnen het wel zo goed mogelijk managen. War Child Nederland heeft een algemeen veiligheidsbeleid opgesteld, op basis van het VN-veiligheidssysteem. Voor ieder projectland worden daarbinnen specifieke veiligheidsrichtlijnen en -criteria opgesteld. De Head of mission is verantwoordelijk voor de naleving van het veiligheidsbeleid. De Logistic en security officer van het hoofdkantoor van War Child bezoekt regelmatig de projectlanden voor een audit van het lokale veiligheidsbeleid. Om expats goed voor te bereiden op veiligheidsrisico's volgen zij voor uitzending een training over veiligheid.
48
In de zomer van 2004 laaiden gewelddadigheden in DR Congo op en raakten twee War Child medewerkers gewond. Het gehele expatteam is direct geëvacueerd en in alle projectlanden zijn de veiligheidsmaatregelen aangescherpt. Dit incident had tot gevolg dat het project in DR Congo tijdelijk is stilgelegd en later met behulp van de lokale staf op kleinere schaal is hervat. In andere projectlanden heeft onveiligheid in 2004 zo nu en dan tot vertraging of uitstel van werkzaamheden geleid, maar nooit tot volledige stopzetting van hulpverlening.
Operationele risico's Operationele risico's die de continuïteit van de organisatie in gevaar kunnen brengen, betreffen met name brandveiligheid, gezondheidsrisico's en in het buitenland in het bijzonder ook vervoersonveiligheid. Om de gezondheidsrisico's van personeel in Nederland te beperken heeft War Child een overeenkomst met Achmea Arbodienst. Het ziekteverzuim in 2004 was slechts 2,5%. In 2005 zal Achmea Arbodienst op het hoofdkantoor een risico-inventarisatie doen. Voor expats zorgt War Child voor goede ziekteverzekeringen. Een evacuatieplan zorgt ervoor dat expats indien nodig snel kunnen worden geëvacueerd. Wereldwijd zijn auto-ongelukken de meest voorkomende doodsoorzaak van expats in het buitenland. Er is veel gevaar op de weg en wegen zijn vaak slechter dan in eigen land. Om het risico van auto-ongelukken te beperken, neemt War Child goede lokale chauffeurs in dienst. Daarnaast zijn er richtlijnen en regels opgesteld ten aanzien van aanschaf en onderhoud van auto's. In 2004 zijn er geen ingrijpende operationele incidenten geweest.
Reputatierisico's Een schandaal in de media, of het op werkelijkheid gebaseerd is of niet, kan schadelijk zijn voor de reputatie van een organisatie en de inkomsten doen kelderen. Om de reputatie en het imago te beschermen is War Child eerlijk en open in de communicatie en heeft de organisatie in 2004 gewerkt aan meer transparantie. Om ervoor te waken dat er in de media geen onwaarheden over War Child verschijnen, vraagt War Child voor publicatie inzage in interviews en controleert die op feitelijke onjuistheden. Uiteraard zonder afbreuk te doen aan de vrijheid van meningsuiting. In november 2004 deed onderzoeksbureau Interview NSS onderzoek naar het imago van goede doelen en War Child in het bijzonder. Uit dit onderzoek kwam naar voren dat de spontane naamsbekendheid van War Child 32% is en de geholpen naamsbekendheid 92% is.
49
6.
Bestuur en directie Bestuur Samenstelling bestuur in 2004:
Naam • functie in bestuur • geboortejaar
Eerste benoeming • Functie • Nevenfuncties termijn benoeming loopt tot
Mr. M.R. (Maarten) van Dijk • voorzitter (1964)
1999 / aug 2005
Management consultant en zelfstandig ondernemer in onroerend goed (Sarah Holding b.v., Amsterdam)/ voorzitter bestuur Nederlandse Stichting Gestalt, Amsterdam. A.C.C.M. (Xander) van Meerwijk • 1999 / aug 2005 DGA LVG Holding b.v. / voorzitter Raad van lid (1945) Commissarissen Meijer Monitor b.v., lid Raad van Commissarissen Dierenpark Amersfoort b.v., bestuurslid DITO Foundation. Drs. T. (Tjipke) Bergsma • 1999 / sep 2004 Hoofd P&O, Transavia Airlines (tot nov. '04) / lid (1956) bestuurslid Stichting Suburbia, Almere en tot november 2004 bestuurslid Stichting Pensioenfonds Transavia Vliegers, bestuurslid College van Belanghebbenden in het Luchtvaartonderwijs. Drs. P.C. (Peter) van der Lugt • 1999 / dec 2004 Commissariaten en 'Non-executive director' functies penningmeester (1945) bij Prebon Group Limited (tot okt '04), Virtu b.v., Market XS, Wallich & Mattes. Bestuursfuncties bij Simavi (voorzitter), Nederlands Epilepsie Fonds (penningmeester), Dansersfonds, Centre for Easteuopean Strategic Studies - Universiteit Groningen. Lid Investment Committee Stichting 1818. Boardmember van VEB en BFT. Drs. E.K. (Evert) Greup • Dec 2004 / jan 2008 Directie-adviseur Kempen & Co N.V. / penningmeester penningmeester (1956) Stichting Verenigde Stichtingen, Van DoorenBlankenheijm-Van Lede, lid beleggingsadviescommissie pensioenfonds TDV, non-executive director Key Asset Management, voorzitter Stichting Scylla Support. Drs. M.G.M. (Marcel) van Soest • 2004 / apr 2007 Executive Director, World AIDS Campaign, in 2004 lid (1965) consultancy voor AIDS Foundation East West (AFEW), lid van de vereniging Artsen zonder Grenzen. Prof. Dr. F.A.M. (Frank) Kortman • 2004 / apr 2007 Hoogleraar Transculturele Psychiatrie, Radboud lid (1942) Universiteit Nijmegen en interim manager en mental health consultant voor diverse Nederlandse en buitenlandse organisaties (Ethiopië, Cambodia, OostTimor, Bosnië, Kosovo, Jemen, Turkije, Suriname, Afghanistan, Nepal en de Palestijnse gebieden) / Raad bij de Penitentiaire Kamer van het Gerechtshof in Arnhem inzake verlening TBS, en lid van de sectie TBS van de Raad voor de Strafrechtstoepassing. Het bestuur van War Child vervult haar taken op vrijwillige basis. Drs. R.J. (Rob) van den Dool, één van de leden van het War Child oprichtingsbestuur is actief als bestuursadviseur.
50
Procedure (her)benoeming bestuursleden Het bestuur selecteert nieuwe bestuursleden op basis van hun expertise en hun kennis over de werkvelden van War Child. Een bestuurslid blijft drie jaar aan en is eenmaal herbenoembaar. Een tweede herbenoeming is mogelijk indien de continuïteit van de stichting daarmee beter is gewaarborgd.
Bevoegdheden en activiteiten van het bestuur Het bestuur beoordeelt het jaarplan en de begroting, en toetst de voortgang van de plannen gedurende het jaar. Het bestuur beslist over aanpassing van plannen, budgetten en investeringen. Het bestuur beslist ook over benoeming en ontslag van de directie. De directie is verantwoordelijk voor het opstellen van plannen en budgetten alsmede de dagelijkse leiding over de organisatie. Het bestuur heeft in 2004 zes keer vergaderd. De Algemeen directeur was bij deze vergaderingen aanwezig. De voortgang van het jaarplan is ten minste vier keer behandeld in bestuursvergaderingen. In 2004 heeft het bestuur eenmaal zonder directie vergaderd om het functioneren van het bestuur en van de directie te evalueren. Beoordeling van het functioneren van de organisatie en het interne beheerssysteem vindt plaats door middel van een jaarlijkse audit door PricewaterhouseCoopers. Ter aanvulling heeft KPMG eind 2004 onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de organisatie.
Directie De directie van War Child bestond in 2004 uit één persoon: Drs. J.W. (Willemijn) Verloop. Zij staat onder toezicht van het bestuur. Haar bruto jaarsalaris bedroeg € 58.500 (€ 70.389 inclusief pensioen en sociale lasten). Van september tot en met december 2004 was de Algemeen directeur met zwangerschapsverlof. In die periode zijn haar uitvoerende managementtaken door de andere leden van het managementteam overgenomen en heeft het managementteam parttime ondersteuning gehad van zelfstandig consultant Rob Haastrecht, die in 2003 interim Director of Operations bij War Child was. De Algemeen directeur had in 2004 de volgende nevenfuncties: lid van Raad van Advies van Honger Project, stichting La Luz en stichting Mara, lid van Comité van Aanbeveling van Atana Amsterdam en Jane Goodall Stichting.
Managementteam Het managementteam bestond in 2004 uit de Algemeen directeur, de Director of Marketing & Finance (Joep Verboeket) en de Director of Operations (Stephane Gregoire). De bruto jaarsalarisssen van de laatste twee genoemden bedroegen respectievelijk € 54.000 en € 57.500 (€ 65.427 en € 69.265 inclusief pensioen en sociale lasten).
51
7.
Personeel en organisatie Organogram Bestuur Algemeen directeur Communicatie & Voorlichting
Financiën Personeelszaken
Office Management
Operations
Marketing & Fondsenwerving
HR Field
Methodology
Logistics
Project Finance
Marketing & Fondsenwerving
Acties & Evenementen
Project Management
Personeel: hoofdkantoor Met de groei in inkomsten en hulpverleningsactiviteiten is ook de omvang van de organisatie toegenomen. In vijf jaar tijd groeide de organisatie van 9 naar 33 betaalde medewerkers op het hoofdkantoor. In 2004 groeide het aantal fte War Child kent een relatief lage gemiddelde leeftijd van medewerkers, veel instroom en een laag ziekteverzuim. Het personeelsbeleid voor het hoofdkantoor is de afgelopen jaren gaandeweg verbeterd, maar behoeft nog verdere ontwikkeling. Conform het personeelsbeleid worden nieuwe medewerkers in eerste instantie aangesteld op basis van tijdelijke contracten, waarna in principe vaste aanstelling volgt mits financiering van een vaste positie gewaarborgd is en er sprake is van goed functioneren. De kosten voor werving van medewerkers voor het hoofdkantoor waren in 2004, dankzij sponsoring, slechts € 4.200.
31 dec 2004 Totaal aantal medewerkers Totaal aantal fte Instroom 2004 Uitstroom 2004 Tijdelijke contracten Vaste contracten Man Vrouw Gemiddelde leeftijd Aantal 100% dienstverband Aantal 80 - 90% Aantal 40 - 60% Ziekteverzuimpercentage Vaste vrijwilligers
33 27.5 9 4 18 15 13 20 35,3 9 19 5 2,5% 10
52
Huisvesting Het hoofdkantoor van War Child is sinds augustus 2001 gehuisvest aan Singel 118 in Amsterdam. In 2004 is het kantoorpand met enkele naastgelegen ruimten uitgebreid. Dit om te voorzien in de benodigde extra werkplekken en vergaderruimten. Het merendeel van het kantoormeubilair en -benodigdheden zijn aan War Child gedoneerd of gesponsord.
Arbeidsvoorwaarden Salarissen bij War Child zijn vastgesteld op basis van een salarishuis, dat wordt gebenchmarkt met andere charitatieve organisaties. Per 1 januari 2004 kregen alle medewerkers bij War Child 2% prijscompensatie. War Child had in 2004 enkele speciale regelingen waar medewerkers optioneel gebruik van konden maken: een spaarloonregeling (waar in 2004 20 medewerkers gebruik van maakten), budgetneutrale kinderopvangregeling (5), PC privé-regeling (2) en een fietsenplan (1). War Child beschikt op het hoofdkantoor over drie auto's voor zakelijk gebruik. Medewerkers kunnen de auto's tegen een kilometervergoeding ook privé gebruiken. Ook zijn op het hoofdkantoor drie fietsen voor personeel beschikbaar.
Opleiding Een opleidingsbeleid moet bij War Child nog worden ontwikkeld. Opleidingswensen worden beoordeeld per verzoek. Relevantie voor uitoefening van de functie, te investeren tijd en kosten zijn criteria waarop het management een verzoek toetst. War Child laat opleidingen waar mogelijk sponsoren. De uitgaven voor opleidingen waren € 3.400 en bleven daarmee onder de begrote € 10.000. War Child dankt de sponsoren die War Child medewerkers de mogelijkheid hebben geboden om geheel of gedeeltelijks gratis een opleiding te volgen.
Arbobeleid War Child heeft een overeenkomst met Achmea Arbo. War Child hanteert op het hoofdkantoor een rookvrij-kantoorbeleid. In 2005 zal Achmea Arbo op het hoofdkantoor een risico-inventarisatie doen.
Inspraak Medewerkers van War Child hebben in 2004 het managementteam te kennen gegeven behoefte te hebben aan de mogelijkheid om officieel input te geven op het personeelsbeleid. Het managementteam heeft daar gehoor aan gegeven door een personeelscommissie ('Shura') samen te stellen, die bestaat uit drie medewerkers en de Director of Marketing & Finance. De Shura heeft onder alle medewerkers van War Child geïnventariseerd welke vragen er leefden en vervolgens een beleidsdocument personeelszaken opgesteld.
Vrijwilligers War Child heeft op het hoofdkantoor dagelijks ondersteuning van zeer waardevolle vrijwilligers. In 2004 zijn 13 vrijwilligers (op vaste dagdelen) werkzaam geweest bij de receptie en administratie, waarvan 7 in de loop van het jaar zijn vertrokken. Ook zijn er 4 vaste vrijwilligers gevonden om te helpen bij de lunch. Daarnaast hebben meerdere vrijwilligers tijdelijk geholpen bij evenementen en andere administratieve werkzaamheden op kantoor.
Personeel: expatriate staf War Child werkt in de hulpverleningsprojecten in het buitenland zoveel mogelijk met lokale medewerkers. Voor managementfuncties en functies die een specifieke expertise vereisen, zendt War Child indien nodig expatriate staf (expats) uit. In 2004 heeft War Child 47 expats uitgezonden (70% man en 30% vrouw, gemiddelde leeftijd was 34 jaar). Zij werkten allen fulltime. In 2004 kwamen 28 nieuwe expats in dienst en traden er 28 uit dienst. Op 31 december 2004 waren er in totaal 21 expats voor War Child werkzaam in het buitenland, in de volgende functies: Head of Mission (4), Project Coordinator (5), Trainer (4), Regional Coordinator (1), Content Supervisor (4), Financial Administrator (2), Logistic Officer (1)
53
De gemiddelde duur dat een expat voor War Child in het buitenland verbleef was 0,6 jaar. War Child streeft naar een langer gemiddeld dienstverband. De terugtrekking van het expatteam uit DR Congo en de stopzetting van het project in Eritrea, alsmede meerdere bewuste korte contracten waren debet aan de korte gemiddelde verblijfsduur in 2004. Voor een groeiende kennis-intensieve organisatie als War Child is het van belang dat de duur van het dienstverband van expats omhoog gaat. Speerpunt in het personeelsbeleid in 2005 is dan ook om dat te vergroten, onder meer door contractverbeteringen, communicatieverbeteringen, uitbreiding van arbeidsvoorwaarden en versoepeling van doorstroommogelijkheden.
Gedragscode War Child beschikt over een Code of Conduct (gedragscodes op basis van de codes van het Internationale Rode Kruis) die alle expats ondertekenen voordat zij in dienst treden van War Child. Het nut en de beleving van de gedragscode is belangrijk en zal in 2005 verder aandacht krijgen.
Professionalisering personeelsbeleid Ter verbreding en verdieping van de kennis van personeelsmanagement is War Child in het najaar van 2004 lid geworden van People in Aid, een Brits kennisinstituut op het gebied van personeelsmanagement bij non-gouvermentele organisaties. Daarnaast is er georganiseerd en informeel contact over personeelsbeleid met andere hulporganisaties. Op deelterreinen (verzekeringen, contracten) wordt indien nodig (internationale) expertise ingehuurd.
Werving en selectie War Child is zeer kritisch als het gaat om de wereldwijde selectie van expats. Het selectieproces van expats is in 2004 verbeterd. Een instrument voor werving en selectie op de Nederlandse arbeidsmarkt is de War Child Career Day. Tijdens de Career Day (juni 2004) werden potentiële kandidaten voor een expat-functie bij War Child op het hoofdkantoor uitgenodigd voor een voorlichtingsbijeenkomst en een eerste gespreksronde.
Briefing, training en debriefing Voor vertrek worden alle expats uitgebreid gebrieft op het hoofdkantoor. Daarnaast volgen zij, afhankelijk van ervaring en functie, enkele externe trainingen. Bijvoorbeeld op het gebied van stress management, personeelsmanagement, boekhouding en logical framework. Na afloop van het dienstverband wordt er naast debriefing op het hoofdkantoor, een facultatieve externe debriefing aangeboden.
'Nationale' staf Onder 'nationale' staf verstaat War Child mensen die in het buitenland in loondienst zijn van War Child Nederland of medewerkers van lokale partnerorganisaties wier salaris door War Child Nederland wordt gefinancierd. Nationale staf valt onder de verantwoordelijkheid van de Head of Mission van War Child of van de lokale partnerorganisatie. In 2004 heeft het hoofdkantoor algemene richtlijnen opgesteld om de Head of Mission te ondersteunen in het personeelsbeleid. Partnerorganisatie Educon World Child SYH FDHR Atinati JHR Tsjetsjenië/Ingoesjetië CPCD Israël Peace Child Palestina CCRR Afghanistan nvt Sierra Leone nvt Soedan nvt Oeganda nvt DR Congo tot evacuatie nvt DR Congo na evacuatie nvt
Bosnië Kosovo Georgië
Projectstaf Ondersteunende staf 13 2 15 3 9 2 13 2 10 5 5 1 83 21 10 2 16 2 33 22 22 48 15 23 7 14 7 29 7 5
Man / vrouw Verloop (%) 7/8 13 6/12 5 2/9 9 3/12 0 3/12 7 1/5 0 n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. n.b. 44/11 14 54/16 23 25/12 19 2/21 0 30/6 10/2 -
54
In vergelijking met lokale partnerorganisaties is het aantal ondersteunende stafleden bij eigen projecten relatief hoog. De oorzaak hiervan ligt vooral in de ondersteunende staf (zoals chauffeurs en bewakers) die nodig is om de veiligheid van expats te waarborgen.
8.
Organisatie-ontwikkelingen hoofdkantoor War Child is sinds de oprichting in 1995 een snel groeiende en zich continu ontwikkelende organisatie geweest. Ook in 2004 zijn er veranderingen doorgevoerd en ontwikkelingen gaande geweest die de organisatie efficiënter hebben gemaakt en die verdere groei mogelijk maken. Om de slagvaardigheid te vergroten is in januari 2004 de afdeling Marketing, Communicatie & Fondsenwerving gesplitst in drie teams (Communicatie & Voorlichting, Marketing & Fondsenwerving, en Acties). Om het serviceniveau te verbeteren is het voormalige Office Management verdeeld in twee ondersteunende teams: Office Management en Donateurbeheer. Ook bij de afdeling Operations (project-management, personeelsbeleid expats, logistiek en methodiek) zijn organisatieverbeteringen doorgevoerd. Er is een Project Controller aangesteld om de financiële administratie en rapportage uit de projectlanden te verbeteren. De ondersteuning van de afdeling Methodiek naar de hulpverleningsprojecten toe is verbeterd. Verder hebben de afdelingen Logistiek, Human Resources en Methodiek in 2004 sterke professionaliseringsslagen doorgemaakt. Om de kwaliteit van de organisatie verder te onderzoeken heeft KPMG op verzoek van het managementteam eind 2004 een organisatie-onderzoek gedaan (wat KMPG deels heeft gesponsord). De resultaten van dit onderzoek zijn begin 2005 gepresenteerd. In 2004 is ook gewerkt aan de verbetering van de systematiek van beleidsvorming, rapportage en evaluatie binnen War Child. In dit 'Planning, Monitoring and Evaluation' systeem zijn onder meer richtlijnen, procedures en formats ontwikkeld, die in eerste instantie zijn op de hulpverleningsprojecten. In 2004 is in de projectlanden Soedan, Sierra Leone en Kosovo geïnventariseerd wat de lokale wensen ten aanzien van het systeem zijn en zijn de eerste tests gedaan. In 2005 wordt het systeem in alle hulpverleningsprojecten ingevoerd.
55
9.
Financieel verslag De uitgaven ten behoeve van de doelstelling stegen van € 4,1 miljoen in 2003 naar € 5,7 miljoen in 2004. Dit is een stijging van 39%. Er was sprake van een lichte onderbesteding ten opzichte van de begroting (€ 6,2 miljoen was begroot). De belangrijkste oorzaken hiervan zijn de vroegtijdige beëindiging van het project in Eritrea en de tijdelijke stopzetting en voortzetting op kleinere schaal van het project in DR Congo.
Uitgaven 2004
6% Uitgaven 2004 Eigen Fondsenwerving Voorlichting en Bewustwording Voorbereiding en Coordinatie Hulpverlening
8%
7%
390.081 496.129 403.892 4.814.057 6.104.159
Totale Uitgaven 2004 € 6.104.159 79% Eigen Fondsenwerving Voorlichting en Bewustwording Voorbereiding en Coördinatie Hulpverlening
Hulpverlening 1.558.300 1.516.110 1.967.363 2.951.075 4.215.451 5.671.000
Uitvoeringskosten 267.399 295.798 376.171 628.723 598.606 803.800
Door een bestedingspercentage van 102%, ontstond een klein nadelig resultaat van € 83.144. Dit verlies is onttrokken aan het eigen vermogen van de stichting dat per 31 december € 5.260.009 bedroeg, waarvan € 4.748.639 vrij besteedbaar is. Hiervan is € 4 miljoen gereserveerd als een continuïteitsreserve, wat dient als buffer bij plotselinge daling van inkomsten of verhoging van kosten. De hoogte van deze continuiteits reserve is binnen de richtlijnen van de Vereniging voor Fondsenwervende Instellingen (VFI). War Child streeft ernaar in 2005 de rest van het vrij besteedbare vermogen (€ 748.639) aan te wenden voor de doelstelling.
Percentage 17% 20% 19% 21% 14% 14%
Groei Uitgaven Hulpverlening en Uitvoeringskosten 2001-2005 Directe Kosten Hulpverlening Uitvoeringskosten
6 5 (x 1 miljoen €)
Jaar 2000 2001 2002 2003 2004 2005
4 3 2 1
2000
2001
2002
2003
2004
2005
In 2004 heeft War Child opnieuw subsidie ontvangen van institutionele donoren. War Child ontving de steun van PSO (Personele Samenwerking Ontwikkelingslanden), waarmee uitzending van expats naar Sierra Leone werd gefinancierd. Op verzoek van War Child is er een lager bedrag uitgekeerd dan oorspronkelijk begroot. In 2004 bedroeg deze subsidie € 164.972.
56
Besteding per projectland 2004 Tsjetsjenië en Ingoetsjetië Kosovo Palestina/Israël
12%
11% Afghanistan/Pakistan
6%
10% DR Congo
4%
Georgië
5%
Bosnië
4%
Oeganda
6%
Eritrea
5% 24% Sierra Leone Soedan
Besteding per projectland 2004 Afghanistan/Pakistan DR Congo Eritrea Sierra Leone Soedan Oeganda Bosnië Georgië Palestina/Israël Kosovo Tsjetsjenië en Ingoetsjetië
484.352 437.466 272.227 962.505 537.077 220.477 163.232 202.411 185.388 251.093 499.233
13% 4.215.451
In 2002 kreeg War Child Nederland voor het eerst toezegging van steun van het Thematische Medefinancieringsfonds (TMF) van het ministerie van Buitenlandse Zaken (€ 3,7 miljoen te verdelen over de periode 2003-2006). Van de subsidie van € 900.000 die voor 2004 gereserveerd was, is op verzoek van War Child € 450.000 doorgeschoven naar 2006. De inkomsten eigen fondsenwerving stegen van € 3,6 miljoen in 2003 naar bijna € 3,9 miljoen in 2004, een stijging van 11%. De inkomsten van acties van derden daalden van € 2,6 miljoen in 2003 naar € 1 miljoen in 2004. Deze daling wordt voornamelijk veroorzaakt door een eenmalige bate in 2003 van de Nationale Postcode Loterij van € 1,6 miljoen die bestemd was voor het project in Sierra Leone voor de periode 2003 - 2005. 2% 10%
Inkomsten 2004 € 6.021.015
Inkomsten 2004 Eigen Fondsenwerving Postcode Loterij Subsidies overheden Overig
Eigen Fondsenwerving Postcode Loterij Subsidies Overheden Overig
17%
4.251.412 1.000.000 627.584 142.019 6.021.015
71% Kosten Inkomsten 6
Jaar 2000 2001 2002 2003 2004 2005
(x 1 miljoen €)
5 4 3 2 1
2000
2001
2002
2003
2004
2005
Kosten 134.140 105.991 199.248 209.745 390.081 533.900
Inkomsten 1.069.402 1.502.477 2.574.647 3.828.222 4.251.412 4.510.000
Percentage 13% 7% 8% 5% 9% 12%
Ontwikkeling Inkomsten en Kosten Eigen Fondsenwerving 2000-2005
57
Het aandeel 'kosten eigen fondsenwerving' in 'baten eigen fondsenwerving' op het hoofdkantoor bedroeg 9,2%. Dat is ruim onder de 25% die het Centraal Bureau Fondsenwerving (CBF) als maximum hanteert. War Child kon een laag kostenpercentage realiseren dankzij de steun van het Nederlandse bedrijfsleven, die producten en diensten gratis aan War Child leveren. Op www.warchild.nl staan deze bedrijven dankbaar vermeld. In 2003 was dit kostenpercentage 5,5%. Deze stijging wordt voornamelijk veroorzaakt door personeelsuitbreiding. De liquide middelen bedroegen eind 2004 € 5,4 miljoen. Het grootste deel hiervan staat op een internetspaarrekening en is direct opeisbaar. War Child Nederland belegt niet en is niet in het bezit van aandelen. De ontvangen rente-opbrengsten worden geboekt onder 'overige baten en lasten'. Binnen de organisatie onderscheiden we vier hoofdactiviteiten: Fondsenwerving, Voorlichting & Bewustwording, Voorbereiding en Coördinatie en uiteraard Hulpverlening. Ter ondersteuning van deze activiteiten heeft de organisatie uitvoeringskosten die middels een verdeelsleutel worden doorbelast naar de hoofdactiviteiten. De volledige jaarrekening van War Child Nederland is gecontroleerd door PriceWaterhouse Coopers. Bij de totstandkoming hiervan is de door het CBF gestelde richtlijn Fondsenwerving gevolgd. De volledige jaarrekening is gratis te downloaden van www.warchild.nl.
Verkorte balans 31 dec. 2004 Activa
2004
2003
Materiële vaste activa
11.370
16.755
247.578 5.449.909
649.244 4.821.777
5.708.857
5.487.776
4.000.000 748.639 511.370
3.200.000 1.070.523 1.072.631
448.848
144.622
5.708.857
5.487.776
Vlottende activa • vorderingen • liquide middelen
Passiva Eigen vermogen • continuiteits reserve • vrij besteedbaar vermogen • vastgelegd vermogen Kortlopende schulden
58
Staat van baten en lasten 2004 2004
Begroot 2004
2003
4.251.412 390.081
4.765.000 447.920
3.828.222 209.746
9,2%
9,4%
5,5%
3.861.331
4.317.080
3.618.478
Aandeel in acties van derden Subsidies overheden en anderen Overige baten en lasten
1.008.883 627.584 133.136
1.000.000 1.339.000 120.000
2.655.876 1.167.678 95.342
Totaal beschikbaar voor doelstelling
5.630.934
6.776.080
7.537.374
Fondsenwerving Baten Fondsenwerving af: Kosten Fondsenwerving (in % van baten uit eigen fondsenwerving)
Bestedingen t.b.v. de doelstelling Voorlichting en bewustmaking Projectvoorbereiding en coördinatie Hulpverlening
Overschot/(tekort)
496.129 403.892 4.814.057
476.480 535.260 5.200.840
325.084 184.164 3.579.798
5.714.078
6.212.580
4.089.046
563.500
3.448.328
6.776.080
7.537.374
(83.144) 5.630.934
10.
Vooruitblik War Child's ambitie is om te groeien; om meer kinderen de ondersteuning te geven die ze nodig hebben, en om in de vraag naar psychosociale hulp vanuit oorlogsgebieden te kunnen voorzien. War Child is in 2004 begonnen met de ontwikkeling van een strategisch meerjarenplan voor de periode 2006 - 2010. Medio 2005 wordt dit plan voltooid. Om die reden zijn in dit jaarverslag nog geen meerjarenplannen opgenomen, maar geven we alleen die van 2005 weer. War Child streeft in 2005 naar uitbreiding van de hulpverleningsprojecten en verdere ontwikkeling van de methodiek. Naast de geplande start van projecten in Colombia en Noord-Ossetië, zal actief worden gezocht naar verdere uitbreiding naar andere projectpartners en/of -landen. Voor het eerst zal ook hulp aan vluchtelingkinderen in Nederland tot de mogelijkheden behoren. Er zal een 'partner desk' worden geïnstalleerd om het beleid en processen ten aanzien van partnerorganisaties en -projecten te centraliseren en te optimaliseren.
59
Begroting besteding per projectland 2005
Projecten Algemeen Soedan
1%
16%
13% Afghanistan/Pakistan 2%
Bosnië-Herzegovina
4%
Sierra Leone
Colombia
4%
DR Congo
11%
Oeganda
16%
Kosovo
5% 2%
Noord-Kaucasus
11%
Regionale Coördinatie
4% 3%
9%
Georgië
Nieuwe Landen
Land Afghanistan/Pakistan Bosnië-Herzegovina Colombia DR Congo Oeganda Georgië Nieuwe Landen Nieuwe Partners Regionale Coördinatie Noord-Kaukasus Kosovo Sierra Leone Soedan Projecten Algemeen
Budget 759.186 130.045 250.000 200.000 624.874 134.783 200.000 500.000 159.127 601.074 271.077 897.507 891.314 52.013
Nieuwe Partners Totaal
5.671.000
Alle projecten zullen in 2005 baat hebben bij de invoering van het 'Planning, Monitoring en Evaluation'systeem, dat formats en richtlijnen omvat voor onder meer beleidsvorming, processen, evaluatie en rapportage. Daarnaast zet War Child de ontwikkeling van meetinstrumenten voort en zullen er metingen en onderzoeken worden gedaan naar de effecten van onze hulp. Het succes en de continuïteit van onze hulpverlening is in hoge mate afhankelijk van de kwaliteit en het commitment van medewerkers. Het personeelsbeleid richt zich daarom vooral op een goede werving en selectie en toename van de duur van dienstverbanden. De organisatiestructuur op het hoofdkantoor in Amsterdam wordt verbeterd. De director of Operations gaat naast de directeur deel uitmaken van de directie. Daarnaast wordt het managementteam uitgebreid, zodat er meer disciplines in vertegenwoordigd zijn. Ook zullen er verbeteringen worden doorgevoerd in de financiële administratie die zal worden aangestuurd door een nieuw hoofd Financiën. In de communicatie van War Child wordt in 2005 een inhoudelijke kwaliteitsverbetering doorgevoerd. Het accent zal verschuiven van naamsbekendheid van War Child, naar meer voorlichting over de inhoud van ons werk, de problematiek van kinderen in oorlog en het belang van leven in vrede. Dit zal onder meer tot uiting komen in een themacampagne en op de War Child-website. Ook zal in 2005 worden voorzien in de toenemende informatiebehoefte van kinderen in Nederland met de lancering van een War Child-kinderwebsite. Om alle ambities te kunnen realiseren is een groei in inkomsten nodig. Het beleid van marketing en fondsenwerving zal zich in 2005 vooral richten op werving en behoud van structurele donoren en sponsoren. Daarbij continueren we ons beleid om bedrijfssponsors te zoeken voor een zo groot mogelijk deel van onze middelen en activiteiten voor eigen fondsenwerving, voorlichting en communicatie.
60
Begroting 2005 EUR
Realisatie 2004 EUR
EUR
EUR
Fondsenwerving
Baten uit eigen Fondsenwerving Donaties, giften en schenkingen
4.510.000
4.251.412
Kosten eigen fondsenwerving Directe kosten Uitvoeringskosten Nederland
165.000 368.900
66.281 323.800
(in % van baten uit eigen fondsenwerving)
(533.900) 11,8%
(390.081) 9,2%
Netto baten eigen fondsenwerving
3.976.100
3.861.331
Aandeel in acties van derden
1.000.000
1.008.883
Beschikbaar uit fondsenwerving
4.976.100
4.870.214
Subsidies overheden en anderen Overige baten en lasten
1.256.000 150.000
627.584 133.136
Totaal beschikbaar voor doelstelling
6.382.100
5.630.934
Bestedingen t.b.v. de doelstelling
Voorlichting en bewustmaking Directe campagnekosten Uitvoeringskosten eigen organisatie
260.000 390.800
147.286 348.843 650.800
496.129
Projectvoorbereiding en coördinatie vanuit Nederland Directe kosten Uitvoeringskosten eigen organisatie
298.700 262.500
162.322 241.569 561.200
403.892
Hulpverlening Projecten in eigen beheer Uitvoeringskosten in Nederland
5.671.000 803.800
4.215.451 598.606 6.474.800
4.814.057
Besteed ten behoeve van de doelstelling
7.686.800
5.714.078
Tekort
(1.304.700)
(83.144)
6.382.100
5.630.934
Het begrote tekort in 2005 wordt onttrokken uit het eigen vermogen van War Child.
61
Colofon Tekst: Vormgeving: Foto’s: Pagina omslag 2 3 4 5 6 7 8 9
10 11 12 13 14 15 16 17 18 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 35 36 37 38 39 40 41 42
43
44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 Omslag jaarrekening
War Child Nederland De Vormheren BNO Fotocolofon Orhan, Kosovo, 2004, © Marcel van der Vlugt Theaterproject ‘A view from the other side’ Kosovo/Servië, 2004, © World Child Kosovo Maarten van Dijk (voorzitter War Child) Eritrea, 2003, © War Child Abu, Sierra Leone, 2004, © Marcel van der Lugt Theaterproject ‘A view from the other side’ Kosovo/Servië, 2004, © World Child Kosovo Abchazië (Georgië), mei 2004, © War Child Adeline uit Kosovo, 2004, © War Child Klas in Afghanistan, 2004, © War Child Tjipke Bergsma, 2004, © War Child Ans de Jager, 2004, © Photoline Kind schildert in Colombia, © War Child Theaterproject ‘A view from the other side’ Kosovo/Servië, 2004, © World Child Kosovo Oeganda, 2004, © War Child Cathy O’Grady, 2004 Kindertekening, © War Child Adeline, Kosovo, 2004, © Marcel van der Vlugt Willemijn Verloop, 2004, © Photoline Sierra Leone, 2002, © War Child Bosnië-Herzegovina, 1999, © War Child Georgië: ‘Tijgeren en Vliegeren’ project, 2004, © War Child Georgië, 2001, © War Child Drums bij theaterproject ‘A view from the other side’ Kosovo/Servië, 2004, © World Child Kosovo Kosovo, 1999, © War Child Drums bij theaterproject ‘A view from the other side’ Kosovo/Servië, 2004, © World Child Kosovo Jongen met handpop, Ingoesjetië, 2000, © War Child Workshop in vluchtelingenkamp in Ingoesjetië, 2001, © War Child Jongetje in tentraam, vluchtelingenkamp in Ingoesjetië, 2001, © War Child Abchazië (Georgië), mei 2004, © War Child Abchazië (Georgië), mei 2004, © War Child Abchazië (Georgië), mei 2004, © War Child Sportworkshop in Sierra Leone, 2004, © War Child Sierra Leone, 2002, © War Child DR Congo, 2004, © War Child / DR Congo, 2004, © War Child DR Congo, 2004, © War Child Darfur, Soedan, 2004, © War Child Omdurman ‘play day, Soedan, 2004, © War Child Darfur, Soedan, 2004, © War Child Training in Darfur, 2004, © War Child Omdurman ‘play day, Soedan, 2004, © War Child Eritrea, 2003, © War Child Eritrea, 2003, © War Child Oeganda, 2004, © War Child Afghanistan, 2004, © War Child Afghanistan, 2004, © War Child Afghanistan, 2004, © War Child Israël, 2004, © Peace Child Israël, 2004, © Peace Child Israël, 2004, © Peace Child Colombia, 2004, © Disparando Camaras para la Paz Colombia, 2004, © War Child Colombia, 2004, © Disparando Camaras para la Paz Kind schildert in Colombia, © War Child Bevrijdingsfestival, 2004, © Wilco van Dijen Marco Borsato in Afghanistan, 2004, © War Child Sierra Leone, 2002, © Pep Bonet Jetske van den Elsen, 2003, © War Child Mabinthi beschildert gezicht Marco Borsato, Sierra Leone, 2002, © War Child Feast for Peace, 2002, © War Child Ingoesjetië, 2002 © War Child Afghanistan, 2004, © War Child Afghanistan, 2005, © War Child Ali B en Marco Borsato, Friends for War Child concert 2004, © Paul Bergen Adeline uit Kosovo, 2004, © War Child / Marcel van der Lugt Kosovo, 1999, © War Child Kosovo, 2004, © War Child Afghanistan, 2004, © War Child Ingoesjetië, 2001, © War Child Afghanistan, 2004, © War Child Eritrea, 2004, © War Child Eritrea, 2003, © War Child Georgië, 2004, © War Child Salamatu, Sierra Leone, 2004, © Marcel van der Vlugt
62