Herschepping 2.0
DEEL 10. Eindbestemming Na het aardse leven zal Gods volk tot haar bestemming komen. Dat gebeurt in fasen: eerst in de hemel, vervolgens zal Jezus terug komen om het Messiaanse Vrederijk op aarde te stichten. Tenslotte zal God de Nieuwe Aarde scheppen waar Hij zelf tussen de mensen zal wonen. In het hiernamaals zullen begenadigde mensen en veroordeelde mensen van elkaar gescheiden worden.
Hoofdstuk 10.1. Rust In dit hoofdstuk wordt het thema 'rust' van de zevende scheppingsdag verder uitgewerkt. Daarbij denken we allereerst aan de rust- en feestdagen onder het Oude Verbond en het Nieuwe Verbond. Maar de onderliggende geestelijke betekenis voor zulke dagen is de rust die gelovigen ontvangen in de verbondenheid met God bij hun wedergeboorte, gedurende hun verdere leven op aarde en in het hiernamaals.
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals Wanneer iemands aardse lichaam sterft leeft hij verder in de geestelijke wereld. Voor mensen zijn daar in principe twee mogelijke bestemmingen: de hemel of de hel in het dodenrijk. Afhankelijk van hun manier van leven op aarde zal ieders positie in de geestelijke wereld verschillend zijn.
Hoofdstuk 10.3. Hemel De hemel is een droomplek om naar te verlangen. Vooral vanwege de ontmoeting en eenwording met Jezus. Maar ook om de vernieuwde relaties met mensen die ons zijn voorgegaan. Gelovigen zullen hun identiteit behouden en hun leven zal zich daar waarschijnlijk verder ontwikkelen. Toch zal de manier van leven in veel opzichten anders zijn, veel rijker dan hier op aarde.
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus Jezus zal uit de hemel naar de aarde terugkeren als Messias voor de Israël en voor de Gemeente en ook als rechter voor alle volken. Voorafgaande aan zijn komst kunnen we vervolgingen moeiten verwachten voor het volk Israël en de Gemeente. Laten we klaar zijn voor zijn komst!
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk Na de wederkomst van Jezus zal het Messiaanse Vrederijk aanbreken, een tijd van vrede, gerechtigheid en welzijn voor de wereldbevolking. Jezus zal samen met gelovigen over de volken van de aarde heersen.
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld Na het Messiaanse Vrederijk zal er een einde komen aan de bestaande hemel en aarde. Het Laatste Oordeel zal een definitieve scheiding maken tussen goed en kwaad. God zal een Nieuwe Aarde scheppen waar alle begenadigde mensen eeuwig mogen wonen. Daarmee wordt Gods doel met zijn schepping op een glorieuze manier bereikt.
Deel 10. Eindbestemming - 1 -
Herschepping 2.0
10.0. Inleiding Geestelijke rust vinden bij God
Het laatste deel van 'Herschepping' gaat over de manier waarop je als christengelovige je bestemming kunt bereiken. Gedeeltelijk kan dit al worden gerealiseerd tijdens je leven op aarde en dit wordt met het Bijbelse begrip 'geestelijke rust' aangeduid. "Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk." (Genesis 2:2-3, NBV2004) Zo is de zevende scheppingsdag de dag waarop de vreugde van de Schepper en schepping zijn hoogtepunt bereikt. Tegelijk staat deze dag symbool voor de voltooiing van: 1. Gods herscheppingsplan met betrekking tot de hele schepping 2. Gods herscheppingsplan met betrekking tot individuele gelovigen De diepere betekenis van de zevende scheppingsdag is dat God wil dat mensen gaan ontdekken dat zij pas tot hun doel, tot hun bestemming komen als zij in harmonie komen met Hemzelf. Pas na het einde van ons aardse leven komt de volkomen en eeuwige rust, als de oude natuur van ons af zal vallen, en we onze intrek mogen nemen in Gods hemel. De oudtestamentische feest- en rustdagen waren ook afbeeldingen van de innerlijke rust die nieuwtestamentische gelovigen in Jezus kunnen vinden.
Bestemming bereiken
Na het aardse leven staat er nog van alles te gebeuren volgens de Bijbel. We doorlopen dan verschillende fasen van verdere doorwerking van Gods plannen met de schepping en de mensen. Het eindpunt van deze reis zal de Nieuwe Aarde zijn en dan zal Gods eindeloos prachtige ontwikkelingsplan met zijn schepping voltooid zijn. Als christengelovigen hebben we ERG VEEL om naar uit te zien. En omdat de Bijbel er zoveel over zegt, is het ongetwijfeld van groot belang. Dit is de basis van de HOOP die we als Gods kinderen hebben, de vaste zekerheid dat we een geweldige toekomst tegemoet gaan. Een groot deel van dit deel van 'Herschepping' gaat dan ook over het hiernamaals. Daarbij wordt ingegaan op de vragen rondom de eeuwige bestemming van de mensen na hun leven op aarde. Dit deel gaat ook over de toekomst van Gods volk. Het aardse bestaan is geen doel op zichzelf, maar een noodzakelijke voorbereiding voor die toekomst met God. Alles wat we op aarde meemaken of doen zal in de toekomst zijn plaats en betekenis krijgen. Dat geldt evengoed voor de moeilijke als voor de aangename dingen van het aardse leven. Jezus sprak nadrukkelijk over het verzamelen van schatten in de hemel. Wat wij nu op aarde doen (of niet doen!) heeft allemaal invloed op onze toekomst. In die toekomst kunnen we volgende stadia onderscheiden: 1. De toekomst van ware gelovigen begint als hun aardse lichaam sterft en ze verder gaan leven in de geestelijke wereld. Zij hebben de vaste belofte van een verblijfplaats in de hemel, waar Jezus is. Dit stadium wordt wellicht overgeslagen door mensen die vanaf de aarde de wederkomst van Jezus zullen meemaken 2. Wanneer Jezus zal terugkomen, vindt de opstanding plaats van ware gelovigen, die dan een 'verheerlijkt' lichaam krijgen waarna ze zowel in de materiële wereld als in de geestelijke wereld kunnen functioneren. Naar alle waarschijnlijkheid zal Jezus dan zijn 1000-jarige Messiaanse Vrederijk stichten. 3. Na afloop van het Vrederijk zal het Laatste Oordeel plaatsvinden en zal God een nieuwe hemel en aarde scheppen. Daar zullen alle begenadigde mensen hun eeuwige verblijfplaats vinden.
Deel 10. Eindbestemming - 2 -
Herschepping 2.0
10.1. Rust In dit hoofdstuk wordt het thema 'rust' van de zevende scheppingsdag verder uitgewerkt. Daarbij denken we allereerst aan de rust- en feestdagen onder het Oude Verbond en het Nieuwe Verbond. Maar de onderliggende geestelijke betekenis voor zulke dagen is de rust die gelovigen ontvangen in de verbondenheid met God bij hun wedergeboorte, gedurende hun verdere leven op aarde en in het hiernamaals. 10.1.1. Rust en bestemming 10.1.2. Sabbatten 10.1.3. Sabbatdag en zondag 10.1.4. Christelijke feestdagen 10.1.5. Rust bij wedergeboorte 10.1.6. Rust tijdens christenleven 10.1.7. Rust bij het sterven
Hoofdstuk 10.1. Rust - 1 -
Herschepping 2.0
10.1.1. Rust en bestemming Zevende scheppingsdag - Gods rustdag "Op de zevende dag had God zijn werk voltooid, op die dag rustte hij van het werk dat hij gedaan had. God zegende de zevende dag en verklaarde die heilig, want op die dag rustte hij van heel zijn scheppingswerk." (Genesis 2:2-3, NBV2004) Van scheppingsdag 7 worden dus drie dingen gezegd: 1. God rustte van zijn scheppingswerk. Het woord 'rusten' betekent in dit verband 'ophouden met werken'. 2. God zegende die dag. Het begrip 'zegenen' staat in de Bijbel altijd direct of indirect in verband met personen en nooit met zaken op zich. Daarom mogen we aannemen dat hier bedoeld is dat God de sabbatdag (wekelijkse verplichte rustdag voor Israël) tot een zegenrijke dag heeft ingesteld voor de mensen. 3. God verklaarde het tot een heilige dag. Ook heeft God deze scheppingsdag geheiligd, dus tot een bijzondere dag gemaakt tot zijn eer en glorie. Zo is de zevende scheppingsdag de dag waarop de vreugde van de Schepper en schepping zijn hoogtepunt bereikt. Tegelijk staat deze dag symbool voor de voltooiing van: 1. Gods herscheppingsplan met betrekking tot de hele schepping 2. Gods herscheppingsplan met betrekking tot individuele gelovigen
Geestelijke rust vinden bij God
De diepere betekenis van de zevende scheppingsdag is dat God wil dat mensen gaan ontdekken dat zij pas tot hun doel, tot hun bestemming komen als zij in harmonie komen met Hemzelf. "Kom weer tot rust, mijn ziel, de H E ER is je te hulp gekomen." (Psalm 116:7, NBV2004) Zolang we op aarde leven, kunnen we de volmaakte rust in Jezus maar voor een deel bereiken. Bij de wedergeboorte bereiken we een bepaald stadium van rust omdat we het anker van ons leven gevonden hebben. Tijdens ons leven op aarde is 'rusten in de Heer' een mate van leven in harmonie met God. Pas na het einde van ons aardse leven komt de volkomen en eeuwige rust, als de oude natuur van ons af zal vallen, en we onze intrek mogen nemen in Gods hemel. De oudtestamentische feest- en rustdagen waren ook afbeeldingen van de innerlijke rust die nieuwtestamentische gelovigen in Jezus kunnen vinden. Samenvattend kunnen we stellen dat er drie fasen van innerlijke rust zijn: 1. Rust die je ontvangt bij wedergeboorte 2. Rust waar je langzamerhand in mag groeien tijdens de rest van je leven 3. Rust als je naar de hemel gaat en op je eeuwige bestemming aankomt Deze drie soorten rust worden in enkele volgende onderwerpen verder uitgediept.
Bestemming bereiken
Het woord 'rust' roept bij veel mensen associaties op met 'saai' of iets voor het bejaardentehuis, dat vroeger 'rusthuis' werd genoemd. Het Bijbelse begrip 'rust' heeft meer te maken met het bereiken van je bestemming, van het doel dat God met je leven heeft. Rust is een toestand van volkomen harmonie met God, waarbij je geen innerlijke strijd hoeft te leveren en waarin je als mens volledig mens kunt zijn zoals de Schepper dat bedoeld had. Toen het volk Israël in de woestijn verbleef na de uittocht uit Egypte, was het op weg naar het Beloofde Land. Dat was het doel van hun reis en hun eindbestemming. God noemde dit ook de 'rust' waarnaar het volk onderweg was. Vandaar dat we in de Bijbel teksten lezen als deze: "... In mijn toorn heb ik gezworen: 'Nooit zullen ze binnengaan in mijn rust' ..." (Hebreeën 4:3, NBV2004)
Hoofdstuk 10.1. Rust - 2 -
Herschepping 2.0
Zie ook Hebreen 4:8 hierover. Nog een voorbeeld: In het Bijbelboek Ruth lezen we dat haar schoonmoeder Noomi graag een man wilde vinden voor haar schoondochter Ruth, die weduwe was geworden. Dat zei ze met de volgende woorden: "... Mijn dochter, zou ik voor u geen rust zoeken, opdat het u welga?" (Ruth 3:1, NBG1951) In modernere vertalingen lezen we 'een thuis' in plaats van het letterlijk vertaalde woord 'rust'. In het Hebreeuwse woord voor 'rust' vinden we de gedachte van 'tot je bestemming komen' of 'gemeenschap krijgen aan, opgenomen worden in...'. Scheppingsdag 7 heeft te maken met het bereiken van je hoogste bestemming en het beleven van de hoogst denkbare vorm van verbondenheid met God.
10.1.2. Sabbatten Gewijde rust op de wekelijkse sabbatdag
In het Oude Testament zien we een sterke nadruk op het begrip 'sabbat' in de betekenis van 'gewijde rustperiode'. Het meest bekend is de wekelijkse sabbatdag, de zevende dag van elke week die bij ons 'zaterdag' heet. Volgens de joodse traditie begint de sabbatdag op vrijdag bij zonsondergang en duurt die tot zaterdag bij zonsondergang. Op de sabbatdag mogen joden geen werk doen. In de tijd van het Oude Testament moesten de priesters op de sabbatdag dag wel de dagelijkse offers brengen, zelfs nog meer dan op doordeweekse dagen (Numeri 28:9-10). "Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de H E ER , uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Want in zes dagen heeft de H E E R de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de H EE R de sabbat gezegend en heilig verklaard." (Exodus 20:8-11, NBV2004) De wekelijkse sabbatdag werd en wordt door de joden niet zozeer onderhouden als een godsdienstige verplichting, maar op een feestelijke manier gevierd als een godsgeschenk. Zij zien het vooral als een heilige dag, waarop de mens zijn zorgen van zich af zet, zich niet bezighoudt met wereldse belangen, maar zichzelf wijdt aan geestelijke zaken en ontmoetingen met volksgenoten. Men viert de sabbatdag daarom pas volledig, wanneer deze dag niet alleen in lichamelijke rust wordt doorgebracht, maar ook met het verrijken van de geest. Tot op vandaag wordt de joodse sabbatviering beleefd als het hoogtepunt van de week. De sabbatdag wordt ingeleid met een speciale sabbatmaaltijd. De ouders zegenen elkaar en hun kinderen en staan stil bij al het goede dat ze van God hebben ontvangen. Een aardig detail daarbij is dat er tijdens een sabbatmaaltijd alleen over plezierige en positieve onderwerpen gesproken mag worden. God wil ons leren wat dankbaarheid, vrolijkheid en blijheid is. Juist die sabbatvieringen binden de gezinsleden aan elkaar tot een harmonische eenheid; ze worden als een grote zegen ervaren. Christenen kunnen nog heel wat leren van joodse tradities en van de manier waarop zij uiterlijk aandoende tradities weten te onderhouden om het innerlijke leven te versterken.
Het belang van de sabbatdag
De instelling van de sabbatdag was een van de eerste geboden van God aan het volk Israël, zelf nog voor de wetgeving bij de berg Sinaï. Al toen het volk Israël na hun uittocht uit Egypte bij de eerste oase kampeerde gaf God het al een aantal voorschriften: "Daar in de woestijn gaf de H E E R hun wetten en regels..." (Exodus 15:25, NBV2004) Dit zinnetje staat heel onopvallend in de geschiedenis van het ondrinkbare water bij Mara. Je leest er gemakkelijk overheen. In Exodus 16 lezen we dat God dagelijks hemelbrood gaf, maar dat de zevende dag een uitzonderingspositie innam. Op die dag zou er geen hemelbrood komen en de dag
Hoofdstuk 10.1. Rust - 3 -
Herschepping 2.0
ervoor moest er dus een dubbele portie worden verzameld. Kortom: niet werken, maar genieten van de sabbatsrust, een dag niet werken, maar vertrouwen op Gods voorzienigheid. Met andere woorden: het sabbatgebod moet toen al bekend zijn geweest bij het volk Israël. Het sabbatsgebod was zo belangrijk dat overtreders de doodstraf verdienden. In Numeri 15:32-36 wordt beschreven dat iemand gestenigd moest worden omdat hij op sabbatdag brandhout gesprokkeld had. God beschouwde dit ontheiligen van de sabbatdag als een opstandige afwijzing van Hemzelf. Gods sabbatsgebod is werkelijk een zaak van leven of dood. Het ging God natuurlijk niet om die paar houtjes die de man bij elkaar sprokkelde, maar op de onverschilligheid waarmee die persoon moedwillig tegen Gods wil inging. Zo'n onverschillige houding wekt Gods rechtvaardige toorn op. Ook in Jeremia 17:19-27 lezen we hoe zeer God het volk Israël kwalijk nam als de sabbatdag werd veronachtzaamd. De wet van Mozes vermeldt de volgende activiteiten die op de sabbatdag niet mogen worden uitgevoerd: dagelijks werk doen (Exodus 20:9-10) vuur aansteken (Exodus 20:9-10) voedsel bereiden (Exodus 16:25) hout sprokkelen (Numeri 15:32-36) oogst binnenhalen (Exodus 34:21) reizen (Exodus 16:29) kopen en verkopen (Nehemia10:32, NBV2004) Het sabbatgebod is als enige ceremoniële gebod in de Tien Geboden opgenomen. Dat zegt iets over het belang van dit gebod voor het volk Israël en op een nieuwtestamentische manier ook voor de gelovigen onder het Nieuwe Verbond, namelijk dat 'rusten in de Heer' van levensbelang is. Dat is leven vanuit de zekerheid van Gods genade en beloften.
Jezus en de sabbatdag
Toen de farizeeën Jezus bekritiseerden omdat zijn discipelen op de sabbatdag bij een korenveld een paar graankorrels fijnwreven om ze vervolgens op te eten, irriteerde Hij zich enorm aan hun muggenzifterij. Jezus zei: "...De sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat..." (Marcus 2:27, NBV2004) Hiermee gaf Jezus aan dat de sabbatdag was bedoeld als geschenk, niet als onderwerp voor pietluttige debatten over wat wel en niet mag. Soms krijg je het idee dat Jezus expres op de sabbatdag mensen genas om wettisch ingestelde mensen aan het denken te zetten. In Matteüs 12:9-14 legt Jezus als voorbeeld uit dat je op de sabbatdag ook wel schapen uit de put haalt als het nodig is. Zelfs het leven van dieren is belangrijker dan een ceremonieel gebod. Daarbij zei Jezus: "En is een mens niet veel meer waard dan een schaap? Daaruit volgt dat we op sabbat goed mogen doen." (Matteüs 12:12, NBV2004) Na deze woorden genas Jezus iemand. Zo komen we terug bij Gods oorspronkelijke bedoeling van de sabbatdag: het welzijn voor de mensen. Jezus hield zich aan de sabbat, maar negeerde de extra regeltjes van de joodse leiders. Gods leefregels zijn functioneel, maar niet pietluttig. Het niet werken op de sabbatdag is geen doel op zich. Het is een afbeelding van de innerlijke rust die God wil geven aan mensen die God vertrouwen voor al hun behoeften. De traditie van het onderhouden van de sabbatdag is bedoeld als een ondersteuning voor het 'onderhouden' van de innerlijke rust van de gelovige. En juist die innerlijke betekenis is van belang binnen de nieuwtestamentische Gemeente.
Hoofdstuk 10.1. Rust - 4 -
Herschepping 2.0
Gods doel met de sabbatdag
Kortom, God had aan de Israëlieten de sabbatdag gegeven (Exodus 20:8-11) als een gewijde rustdag met de volgende bedoelingen: 1. om stil te staan bij God, en zijn diepgaande verbondenheid met het volk en Hem daarvoor te eren, 2. om te genieten van Gods zegeningen, 3. om uit te rusten van de dagelijkse werkzaamheden en zodoende nieuwe kracht te putten (recreatie), 4. om te beseffen en te geloven dat ze hun welzijn en welvaart niet hadden te danken aan eigen inspanning, maar aan God en dat God zegent wie naar zijn wil leeft in verbondenheid met Hem. Dat was een heel unieke instelling en in vergelijking met de opvattingen van die tijd regelrecht revolutionair. Het volk Israël was dan ook zeer bevoorrecht met Gods leefregels, want ze vormden de sleutel tot het hoogst denkbare welzijn van een volk op aarde!
Andere sabbatten
Daarnaast spreekt de Bijbel over het sabbatjaar: elk zevende jaar waarin het bouwland rust moest hebben en er geen gewassen mochten worden verbouwd. Tenslotte was er het jubeljaar, in het jaar na elk zevende sabbatjaar (dus om de vijftig jaar), waarin ieder die slaaf geworden was zijn vrijheid moest herkrijgen en het land aan zijn oorspronkelijke eigenaren moest worden teruggeven. Je kunt in Leviticus 25 lezen over deze verschillende sabbatten. De profeet Ezechiël geeft de volgende woorden van God weer: "Ook gaf ik hun (= het volk Israël) mijn sabbatten als een teken tussen Mij en hen, opdat zij zouden weten, dat Ik, de H E R E , hen heilig. Mijn sabbatten ontheiligden zij ten zeerste, zodat ik overwoog mijn grimmigheid in de woestijn over hen uit te storten ter vernietiging." (Ezechiël 20:12-13, NBG1951) De NBG1951 vertaling geeft terecht het meervoud 'sabbatten' weer, terwijl andere vertalingen het als enkelvoud weergeven en waardoor het alleen op de wekelijkse sabbatdag lijkt te slaan. Gods sabbatten waren belangrijk, want daarin wilde God de mensen juist zegenen. Het is duidelijk dat het afwijzen van die geschenken gelijk staat met het beledigen en afwijzen van de Gever. Sabbatten waren immers veel meer dan door God ingestelde plichtplegingen.
10.1.3. Sabbatdag en zondag Van sabbatdag naar zondag
Gedurende de eerste eeuwen na Christus onderhielden de eerste christenen gewoon de joodse sabbatdag. Ze waren immers joden gebleven, ook al volgden ze Messias Jezus. Voor gelovigen uit de heidenen was de sabbatdag natuurlijk geen vanzelfsprekendheid. De eerste dag van de week, dus de zondag, werd al spoedig tot een bijzondere dag voor nieuwtestamentische gelovigen. Jezus was immers op die dag opgestaan, Hij was een paar keer op die dag aan de discipelen verschenen. Bovendien was de Heilige Geest op de eerste dag van de week (de eerste Pinksterdag) gekomen en dat was ook de geboortedag van de nieuwtestamentische Gemeente. Zo werd de zondag de vaste dag voor samenkomsten, maar er werd op die dag wel gewoon gewerkt. Gedurende de eerste eeuwen is er in de vroegchristelijke geschriften niets te vinden dat duidt op het overzetten van de sabbatsgeboden naar de zondag. Later besloot de Romeinse keizer Constantijn de zondag tot officiële vrije dag te maken, zoals dat gebruikelijk was in het Romeinse Rijk. Ook de christenen dwong hij om die dag als godsdienstige dag te onderhouden en dat werd dan ook vastgesteld bij het kerkelijke concilie van Laodicea in 367. Het zal veel lezers verbazen dat de kerkhervormer Calvijn de geestelijke betekenis van de sabbatdag aan de zondag wilde koppelen ('rusten van boze werken') en niet het zich onthouden van arbeid op die dag. Hoofdstuk 10.1. Rust - 5 -
Herschepping 2.0
Zondagsheiliging
Gedurende de laatste paar eeuwen wordt in de meeste kerkelijke kringen van Nederland de zondag nadrukkelijker apart gezet als een rustdag dan voorheen. Daarbij wordt niet alleen de nadruk gelegd op kerkelijke samenkomsten, maar ook op het zich zo veel mogelijk onthouden van dagelijkse werkzaamheden. Deze vorm van zondagsheiliging is een christelijke traditie, geen Bijbels gebod dat overtreden wordt als deze dag niet in acht wordt genomen. Ook mogen we andere mensen niet de maat nemen vanwege de manier waarop ze de zondag doorbrengen. De nieuwtestamentische wet werkt nu eenmaal anders dan de wet van Mozes. Niettemin geloof ik dat het verstandig is om een dag in de week heel anders door te brengen dan andere dagen. Veel ceremoniële geboden uit de wet van Mozes hebben naast ceremoniële waarde onder het Oude Verbond ook vaak een grote praktische waarde voor ieder mens die zich eraan houdt. Ik ben dankbaar voor de vrije zondag die de meeste mensen in ons land mogen genieten, afhankelijk van het soort werk dat ze doen. Het is een goede, heilzame traditie en rusten van een dag in de week zorgt voor een goede balans tussen werken en rusten. Het geeft ook goede mogelijkheden voor sociale contacten. Bovenal kan zondagsheiliging dienen om onze rust in Jezus te bevorderen. Het effect van een kerkdienst op een dag, waarop je vrij hebt is wellicht groter dan als die op een doordeweekse avond zou vallen. Je hebt dan meer tijd om te verwerken wat tijdens de dienst aan de orde was gekomen. Maar wat als de vrije zondag in ons land zou worden afgeschaft? Zouden we dan verhinderd worden om te groeien in onze rust in Jezus? Absoluut niet. We zouden veel bewustere keuzen moeten maken om die rust op een andere manier te zoeken in plaats van het volgen van eeuwen oude gewoonten.
Hoe gaan we met de zondag om?
We moeten goed onderscheid maken tussen: 1. de Bijbelse leefregels als norm voor ons leven en 2. de uiterlijke vormgeving en eigen invulling van die leefregels. Zo hebben we bijvoorbeeld in ons gezin steeds de zondag een speciale plaats willen geven. Naast het gaan naar de kerkelijke samenkomst was er altijd veel tijd voor gezelligheid, ontspanning en ontmoetingen met vrienden. We wilden de zondag met de kinderen steeds beleven als een dag in verbondenheid met God en tegelijk als een plezierige dag met elkaar en anderen. We deden eerder rustige dan drukke dingen. We wilden hen leren dat de dingen van God vreugde opleveren. Wel hebben we de kinderen steeds verboden om huiswerk op zondag te doen. Niet omdat God dat van hen zou eisen, maar als onze eigen huisregel, om de zondag tot een goede dag te laten zijn, om er nieuwe kracht uit te putten voor de komende werkweek. Maar ik heb er bijvoorbeeld geen moeite mee om bijvoorbeeld op zondag een ijsje te kopen of uit eten te gaan in een restaurant als een vorm van ontspanning. Ik geloof niet dat dit je positie van rust in Jezus aantast. In de Verenigde Staten heb ik meegemaakt hoe christenen na de kerkdienst massaal met elkaar gaan eten in een restaurant, om op die manier onderling contact de beoefenen. Maar veel Nederlandse christenen vinden dat zoiets niet is toegestaan voor een christen, omdat je daardoor een ander laat werken op zondag. Eerlijk gezegd vind ik de aangevoerde argumenten voor dat standpunt erg zwak. Of een ongelovige ijsverkoper of ober op zondag werkt of niet maakt geen enkel verschil in zijn relatie tot God. Het werken weerhoudt hem niet van het gaan naar de kerk, omdat hij dat op een vrije zondag ook niet zou doen. Het kiezen voor een soort werk waarbij je op zondag moet werken is ieders persoonlijke keus. Een ongelovige heeft daar geen principiële bezwaren tegen. De meeste christengelovigen wel, behalve bij beroepen waarbij het noodzakelijk is dat er op zondag gewerkt wordt, zoals politieagenten of verplegend personeel. Een ander voorbeeld: De Tora verbiedt het kopen en verkopen op de sabbat, en ook het klaarmaken van voedsel. Veel christenen vinden dat kopen op zondag (inclusief het bekende 'ijsje op zondag')
Hoofdstuk 10.1. Rust - 6 -
Herschepping 2.0
niet door de beugel kan, maar zij maken wel op zondag hun maaltijd klaar. Waarom het ene wel laten en het andere niet? Dat is in consequent en het verraadt een wettische levenshouding. Kortom: het is een onderwerp waar verschillend over gedacht wordt. Ik lig er niet zo wakker van, zo lang gelovigen maar niet vergeten te groeien in hun 'rust in Jezus'. En ik hoop dat we de zondag nog heel lang als een bijzondere dag mogen vieren, want het is en blijft een geschenk. Leer genieten van een RUSTdag; er is al zoveel onrust in de wereld. En echt, een rustig doorgebrachte rustdag bevordert op een indirecte manier je geestelijke rust...
10.1.4. Christelijke feestdagen De wet van Mozes geeft ook inzettingen voor andere gewijde feest- en gedenkdagen naast die voor de sabbatten. In Leviticus 23 zien we dat er extra dagen waren vastgesteld, waarop men geen dagelijks werk mocht verrichten. Al die bijzondere dagen hadden te maken met Gods heilsplan met het volk Israël. Het Loofhuttenfeest bestond zelfs uit een volle week, waarop niet gewerkt werd. We zien dat niet de mensen, maar God zelf de vakantie heeft 'uitgevonden'. Al die dagen zijn feesttijden ter ere van God (Leviticus 23:2) en tot welzijn en vreugde van de mens. Het zijn stuk voor stuk geschenken.
Nieuwtestamentische invulling van oudtestamentische feestdagen
Zoals eerder gezegd: in het Oude Verbond ligt de nadruk op het aardse, uiterlijke leven in het land Israël. In het Nieuwe Verbond gaat het vooral om het geestelijke, innerlijke leven door de Heilige Geest. De sabbatten en de joodse feest- en gedenkdagen kunnen zo op de volgende manier vertaald worden naar nieuwtestamentische concepten: inzettingen in O.T en hun betekenis 1. Sabbatdag (7e dag van de week): niet werken (Exodus 20:8-11); 2. Sabbatjaar (elk 7e jaar): niet het land bebouwen (Leviticus 25:1-7); 3. Jubeljaar (na elk 49e jaar): land en vrijheid teruggeven (Leviticus 25:8-17) Pesach (Exodus 12:1-13; Leviticus 23:5) en feest van ongezuurde broden (Exodus 12:14-20; Leviticus 23:68); gebaseerd op de bevrijding uit Egypte Eerstelingenoffer (Leviticus 23:9-14); offergave van de eerste oogst; het offer aan God toewijden en terug ontvangen voor eigen gebruik Wekenfeest (Leviticus 23:15-22); diverse offers om verbondenheid met God te accentueren Bazuinenfeest (Leviticus 23:23-25), later het Israëlische nieuwjaarsfeest (tijd van inkeer en evaluatie van afgelopen jaar, denken aan de komst van de Rechter) Grote verzoendag (Leviticus 16; Leviticus 23:26-32) vergeving van zonden Loofhuttenfeest (Leviticus 23:33-36) herinnering aan de tocht van het volk Israël door de woestijn
hun betekenis en invulling door N.T. gelovigen - Zondagse samenkomsten (voor onderwijs, aanbidding, ontmoeting) - Dagelijks rusten in de verbondenheid met Jezus. - Dankbaar genieten van alle geestelijke zegeningen. - Aandacht geven aan medegelovigen en andere mensen, goed omgaan met natuur en milieu. - Levensheiliging, toewijding aan God. - Op Goede Vrijdag het sterven van Jezus gedenken. - Periodieke vieringen van het Heilig Avondmaal. - Op Pasen: gedenken dat Jezus als 'eersteling' uit de dood is opgestaan. - Dagelijks leven in verbondenheid met Jezus. - Op Pinksteren de komst van de Heilige Geest gedenken. - Dagelijks leven vanuit de verbondenheid met de Heilige Geest. - Voorbereiding op de viering van de geboorte van Jezus. - Dagelijkse inkeer en leven in de verwachting van Jezus' wederkomst. Dagelijkse zonden belijden, steeds leven vanuit de vergeving van zonden en de verzoening met God, door Jezus tot stand gebracht. Dagelijks vertrouwen op Gods hulp en voorziening onder alle omstandigheden.
Hoofdstuk 10.1. Rust - 7 -
Herschepping 2.0
We zien in dit overzicht dat de christelijke kerken in de loop der eeuwen een aantal tradities hebben ontwikkeld die aansluiten bij oudtestamentische inzettingen over bijzondere dagen. In verschillende landen zijn die tradities heel verschillend uitgewerkt. De vormen kunnen per land sterk verschillen en ook het relatieve belang in de beleving van de gelovigen. Een Australische gelovige haalt het bijvoorbeeld niet in zijn hoofd om op Goede Vrijdag te werken, terwijl dat in Nederland geen punt van discussie is. In verschillende Angelsaksische landen wordt niet of nauwelijks stilgestaan bij Hemelvaartsdag en Pinksteren. Per land of kerk kunnen zondagsgebruiken onder christenen sterk verschillen.
Hoe gaan we om met zulke tradities?
Strikt genomen hebben nieuwtestamentische gelovigen zulke tradities niet nodig om aan Gods bedoelingen te voldoen. Het is opvallend dat Paulus geen enkele aansporing geeft om bijzondere dagen te onderhouden, hoewel hij als jood wel de joodse tradities in acht blijkt te nemen. Toch zou het onverstandig zijn om daarom zulke tradities maar af te schaffen. Als ze op de juiste manier worden onderhouden, kunnen ze bijdragen tot de geloofsgroei en de stabiliteit van de gelovigen. Ze werken ook samenbindend. Ik denk wel dat we elkaar daarin de nodige variatieruimte moeten gunnen en elkaar niet te snel moeten veroordelen. Daarom zegt Paulus ook in dit verband: "De een beschouwt bepaalde dagen als een feestdag, voor de ander zijn alle dagen gelijk. Laat iedereen zijn eigen overtuiging volgen." (Romeinen 14:5) "Laat niemand aanmerkingen op u maken inzake eten en drinken of het vieren van feestdagen, nieuwe maan of sabbat. Dit alles is slechts een schaduw van de komende dingen; de werkelijkheid behoort aan Christus." (Kolossenzen 2:16-17, WV1995) Paulus erkent de waarde van tradities in verband met bijzondere dagen, maar acht ze niet onmisbaar en benadrukt de innerlijke houding van de mens tegenover God en zijn medemens. Dat is nieuwtestamentisch denken.
10.1.5. Rust bij wedergeboorte De eerste soort geestelijke rust ontvang je bij de wedergeboorte.
Eerste rust
Jezus zei eens het volgende tegen mensen die van de Farizeeën een behoorlijke godsdienstige last op hun schouders hadden gekregen vanwege hun dolgedraaide wetticisme: "Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven." (Matteüs 11:28, HSV2010) Deze woorden kunnen echter ook toegepast worden op mensen die nog niet de verbondenheid met Jezus kenden. De vermoeidheid, die Jezus bedoelde, komen we ook tegen in het volgende Bijbelgedeelte: "Hij (=Jezus) was diep geroerd toen Hij zag hoe de mensen afgemat waren en zich geen raad wisten. Zij leken op een kudde schapen zonder herder." (Matteüs 9:36, HB2008) Zo kijkt Jezus naar onbekeerde mensen: het zijn mensen die bewust of onbewust een loodzware last met zich meetorsen. Dat zware lastenpakket bestaat onder meer uit: zonden, die het geweten belasten, en die een belemmering vormen om het overvloedige leven van Jezus te genieten moeite in het omgaan met dagelijkse levensproblemen het tevergeefs zoeken naar levensgeluk, naar een levensdoel, naar geborgenheid in een onveilige wereld, naar iemand die je echt vertrouwen kunt gebrek aan hoop voor de toekomst en voor het leven na de dood
Hoofdstuk 10.1. Rust - 8 -
Herschepping 2.0
Jezus is op aarde gekomen om de zondelast van de mensheid persoonlijk naar het kruis te dragen. Wie zich in geloof aan Jezus geeft, mag zijn hele lastenpakket bij het kruis afwerpen en het daar voorgoed laten. Wat geeft dat een verlichting!
Eureka!
Na een periode van zoeken naar het ware leven, hebben talloze mensen die rust bij Jezus gevonden en hun leven aan Hem toevertrouwd. Want als je Jezus gevonden hebt, weet je diep in je hart heel zeker dat je niet verder hoeft te zoeken: je hebt HET gevonden. "Ons hart vindt pas rust wanneer het rust in God." (Augustinus) Jezus was een keer in gesprek met een Samaritaanse vrouw, die water ging putten. Voor Jezus was dat een mooi aanknopingspunt om haar te vertellen van het levende water dat Hij kwam brengen: 'Jezus zei tegen haar: 'Als u wist wat God wil geven, en wie het is die u om water vraagt, zou u hem erom vragen en dan zou hij u levend water geven.'" (Johannes 4:10, NBV2004) Zij gaf gehoor aan wat Jezus haar aanreikte en dronk het levende water in met haar hart. Ze rende even later naar haar dorpsgenoten om hen enthousiast te vertellen: IK HEB HET GEVONDEN, datgene waarnaar mijn hart op zoek was zonder dat ik het besefte. Hij is de beloofde Messias! Wat een ontdekking; de belangrijkste ontdekking die een mens tijdens zijn hele leven kan doen. Bij een andere gelegenheid deed Jezus dezelfde oproep aan iedereen die het wilde horen: "Op de laatste dag, het hoogtepunt van het feest, stond Jezus in de tempel, en hij riep: 'Laat wie dorst heeft bij mij komen en drinken!" (Johannes 7:37, NBV2004)
De rust van Jezus
De rust van Jezus is een geschenk, geen resultaat van menselijke vroomheid. Het houdt in: dat je je als gelovige veilig en geborgen weet bij God in het besef dat Hij altijd voor je zal zorgen dat je in de persoon van Jezus iemand gevonden hebt die je onvoorwaardelijk kunt vertrouwen dat je de waarheid hebt gevonden dat je vrede met God hebt, doordat je zonden vergeven zijn en doordat je een zuiver geweten hebt dat je angst voor de dood is verdwenen, omdat je de belofte hebt van eeuwig leven dat je het hoogst denkbare levensgeluk hebt verkregen in de verbondenheid met God door Jezus, ook al moet je nog leren hoe je daar mee om kunt gaan Deze rust kun je tot in het diepst van je ziel ervaren als een combinatie van Gods liefde, blijdschap en vrede.
10.1.6. Rust tijdens christenleven Tweede rust
Hiervoor hebben we stilgestaan bij de belofte van rust aan mensen die Jezus aanvaarden als hun Verlosser en Heer: "Kom naar Mij toe, allen die vermoeid en belast bent, en Ik zal u rust geven." (Matteüs 11:28, HSV2010) Maar vervolgens zei Jezus nog iets over rust vinden: "Neem Mijn juk op u en leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart; en u zult rust vinden voor uw ziel" (Matteüs 11:29, HSV2010) Op het eerste gezicht lijkt het er op dat Jezus zichzelf tegenspreekt. In de eerstgenoemde tekst ontvang je rust als je alleen maar bij Jezus komt, en in het volgende vers belooft Hij rust als je bepaalde dingen doet. Klopt dit wel? Jazeker, want Jezus spreekt hier over twee soorten rust.
Hoofdstuk 10.1. Rust - 9 -
Herschepping 2.0
1. 2.
De eerste rust is het gevolg van het komen tot Jezus en Hem aan te nemen als Verlosser en Heer, De tweede rust is het gevolg van het blijven in Jezus; dat is een nadere uitwerking van de eerste rust. Daar zijn we ons hele verdere leven mee bezig. Het is een proces van geloofsgroei.
Het juk van Jezus
We leven vanuit die (tweede) rust als we met Jezus wandelen, in bewuste afhankelijkheid van Hem. Daartoe dienen we het juk van Jezus op ons te nemen. Veel mensen denken dan als vanzelf aan zo'n houten ding op je schouders waarmee je bijvoorbeeld twee emmertjes water kunt halen. Dat beeld moeten we even corrigeren. Als er in de Bijbel over een juk gesproken wordt, is dat nooit een eenpersoonsjuk voor mensen, maar vrijwel altijd een juk dat op twee lastdieren gelegd wordt. Zo komen we in de Bijbel nogal eens de uitdrukking 'een span ossen' tegen, twee ossen met een juk, bijvoorbeeld om een ploeg te trekken. Die twee ossen moeten goed op elkaar afgestemd zijn, zodat bijvoorbeeld de ene niet harder trekt dan de andere, of groter is dan de andere. Als ze niet op elkaar afgestemd zijn dan is dat doodvermoeiend voor de dieren en bovendien kunnen ze niet fatsoenlijk rechtdoor lopen. Als je het juk van Jezus op je schouders krijgt, hoef je dus je last niet alleen te trekken. Het is een tweepersoonsjuk en je doet je werk samen met ... Jezus zelf, die als het ware naast je loopt. Onrust ontstaat als je sneller of langzamer wil lopen dan Jezus, of een andere kant op wil gaan dan Jezus. Het juk is een prachtig beeld van de geoefende wandel met Jezus. Enerzijds is het een opgave, want er moet gewerkt worden. Anderzijds is het een toestand van stabiliteit, want Jezus heeft de leiding en Hij bepaalt de richting van lopen en het geschikte werktempo. Met het oog daarop zei Jezus: "want Mijn juk is zacht en Mijn last is licht." (Matteüs 11:30, HSV2010) Als Jezus naast je loopt is elk juk zacht en elke last is dan licht. Hij zorgt er namelijk voor dat je in staat bent alles te dragen wat je in het leven meemaakt. Zo nodig doet Hij wonderen om dit voor elkaar te krijgen! Het geheim van deze belofte ligt in het rusten in de Heer. Het klinkt zo simpel, maar in de praktijk is het de moeilijkste opgave voor elke gelovige.
Nederig en zachtmoedig
Om in de tweede rust te blijven zegt Jezus dat je van Hem moet leren nederig en zachtmoedig te zijn. Dat betekent in de eerste plaats een overgegeven wil, zodat je niet toegeeft aan de ambities van je zondige, zelfzuchtige oude natuur. Telkens als je God wil dienen door eigen inspanningen of door eigenzinnige wegen te bewandelen of als je het zicht op Jezus verliest, glijd je langzaam uit die rust weg en neemt je onrust toe. Telkens als je je leven, je plannen, je studie, je werk, je relaties dan weer in zijn hand legt, kom je weer terug in zijn rust. Hoe meer je leeft vanuit deze rust, des te dieper is je innerlijke vrede en hoe minder allerlei beproevingen en verleidingen je van je stuk brengen. Rusten in de Heer is allesbehalve een passief en gelaten geloofsleven: het is zelfs de grootst denkbare inspanning voor een christengelovige... Rusten in de Heer is een stukje hemel op aarde beleven. Het is leven vanuit de hemel. Het is het wandelen met God zoals we dat op een heel bijzondere manier bij Henoch tegenkomen, waarbij zijn aardse leven als het ware zomaar overging in het hemelse leven (Genesis 5:24). Met dat wandelen won Henoch misschien niet het wereldrecord op de 100 meter, maar hij kwam wel verder dan al zijn tijdgenoten!
Rusten in de Heer
Het begrip 'rusten in de Heer' klinkt voor veel gelovigen nogal tam. Er zijn gelovigen die van nature een passieve karaktertrek hebben. Zij kunnen hun afwachtende houding beschouwen als rusten in de Heer. Daar moeten we natuurlijk erg mee oppassen. Rusten in de Heer en een actieve levenshouding kunnen uitstekend bij elkaar passen.
Hoofdstuk 10.1. Rust - 10 -
Herschepping 2.0
Innerlijke rust is het gevolg van een geoefend geloof, het gevolg van geloofsgroei, een mate van geestelijke volwassenheid. Als je kunt rusten in de Heer, hoeft God je niet meer constant bij te sturen, zoals in het begin van je wandel met Jezus. zielsaspect verstand gevoel wil gedrag
rustaspect je laat je gedachten leiden door Gods waarheid je vertrouwt op Gods aanwezigheid, hulp en zegen je eigen wil is in harmonie met Gods wil je leeft zoals God het wil: in liefde tot God en medewens
hartsaspect geweten gemoed loyaliteit levensstijl
rustaspect je geweten is gerust omdat je een rein leven leidt je hebt vrede met je huidige levensomstandigheden je hart is in de eerste plaats toegewijd aan God je nieuwe natuur laat iets van het het karakter van Jezus zien
Bereik je het doel?
Van alle honderdduizenden Israëlieten die de bevrijding uit Egypte hadden meegemaakt, kwamen slechts twee mannen in het beloofde land: Jozua en Kaleb. In Hebreeën 4 wordt uitgelegd hoe dit een beeld is van het 'in de rust ingaan' van gelovigen. "Want wie tot zijn rust is ingegaan, is ook zelf tot rust gekomen van zijn werken, evenals God van de zijne." (Hebreeën 4:10, NBG1951) De meeste gelovigen van vandaag maken weinig of geen ernst met het bereiken van het doel dat God met hun leven heeft. Ze nemen het leven zoals het valt en lopen mee met de grijze middenmoot. Waren er maar meer christenen zoals Jozua en Kaleb, die ANDERS waren en die WEL hun doel bereikten. Hun leeftijdsgenoten ploeterden jaren door de woestijn, maar ze bereikten het beloofde land niet. Hoever ben jij goed op weg om je doel te bereiken? God wil je verder helpen. Enkele zaken die het 'rusten in de Heer' tegenwerken: zonden en zondige gewoonten verkeerde en schadelijke denkpatronen dwangmatigheden bezig zijn met leugen en bedrog gebrek aan godsvertrouwen verkeerd omgaan met levensomstandigheden je laten inpakken door verleidingen hebzucht, geldzucht verslavingen ongehoorzaamheid aan Gods wil en leiding Rusten in de Heer betekent vooral: je streven opgeven om in eigen kracht van alles voor God te doen en uit te gaan van wat Jezus aan het kruis heeft gerealiseerd. Wie deze rust kent, hoeft niet constant door God te worden bijgestuurd. Jezus leefde in die rust en daarom kon God bij zijn doop in de Jordaan vol vreugde over zijn Zoon zeggen: "Dit is mijn geliefde Zoon, Hij verheugt mijn hart." (Matteüs 3:17, HB2008) God kon rusten in zijn Zoon en rustig het lot van de wereld aan Hem toevertrouwen. Een oud lied zegt: "Hem, in Wie God zelf kon rusten, is het rustpunt ook voor mij." Aan het einde van zijn leven kon de apostel Paulus zeggen: "Ik heb de goede strijd gestreden, de wedloop tot een goed einde gebracht, het geloof bewaard. Nu wacht mij de krans der gerechtigheid, die de Heer, de rechtvaardige rechter, aan mij zal geven op die dag, en niet alleen aan mij maar aan allen die met liefde hebben uitgezien naar zijn verschijnen." (2 Timoteüs 4:7-8, WV1995)
Hoofdstuk 10.1. Rust - 11 -
Herschepping 2.0
Laten zijn woorden je inspireren om JOUW geestelijke 'marathon' te lopen, tot de finish!
10.1.7. Rust bij het sterven "Goed leven is een goed begin om goed te sterven." (Betty Carlson)
Derde rust: volmaakte rust
God geeft je als gelovige pas de volmaakte rust van scheppingsdag 7 als geschenk nadat je leven op aarde is afgelopen. Je kunt dan rusten van aardse inspanningen en geestelijke strijd, want het aardse leven houdt dan op (en ook die gehate oude natuur) en het geestelijke leven blijft over. Dat geestelijke leven zal zich daarna verder ontwikkelen tot een leven dat vele malen rijker en completer zal zijn dan het aardse leven. "Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel ... Hiervoor heeft God zelf ons gereedgemaakt, door ons de Geest als onderpand te geven." (1 Korintiërs 5:1,5, NBV2004)
Ouderdom "... Ook al gaat ons uiterlijke bestaan verloren, ons innerlijke bestaan wordt van dag tot dag vernieuwd." ( 2 Korintiërs 4:16, NBV2004) Bij het verval van lichamelijke krachten, worden je mogelijkheden om in de materiële wereld te functioneren steeds minder. Maar als het goed is gaat het innerlijke, nieuwe leven steeds meer je persoonlijkheid beheersen. Dat is geloofsgroei en per saldo is dat vooruitgang. Oudere gelovigen die dit zo ervaren zijn rijke mensen. Als je vast geworteld bent in de Heer en gewend bent vanuit zijn kracht te leven, blijf je in geestelijk opzicht gewoon doorgroeien. "Ze staan geplant in het huis van de H E E R , in de voorhoven van onze God groeien zij op. Zij dragen nog vrucht als ze oud zijn en blijven krachtig en fris. Zo getuigen zij dat de H E ER recht doet, mijn rots, in wie geen onrecht is." (Psalm 92:14-16, NBV2004) Volgens wereldlijke maatstaven ben je afgeschreven als je een bepaalde leeftijd bereikt hebt, maar dat geldt niet binnen het Koninkrijk van God. Daar geldt de opgaande lijn als normaal, zoals dat zo mooi wordt weergegeven in de laatste regel van het lied van Debora: "Maar zij die U liefhebben zijn, zullen krachtig stralen als de opgaande zon." (Rechters 5:31, HB2008) Je kunt ervoor kiezen om de laatste periode van je leven te vergelijken met een ondergaande zon, of met een opgaande zon. Gods kinderen gaan altijd over een weg die omhoog gaat. De kracht van de oudere, die met God leeft, ligt hierin dat hij heeft geleerd om afstand te nemen van eigen kracht, iets wat de meeste jongeren nog heel erg moeten leren. Hoe meer je vertrouwt op je eigen mogelijkheden, des te minder kan de Heer door je heen doen. Ouderen, die afhankelijker zijn geworden in de letterlijke zin van het woord, leren daardoor ook beter in afhankelijkheid van God te leven. Dat is geen zwakheid, maar dat is juist hun kracht. Het plan van God is heel bijzonder en gaat meestal in tegen de ideeën van de wereld. Ook hiervoor geldt: "wat in de ogen van de wereld zwak is, heeft God uitgekozen om de sterken te beschamen;" (1 Korintiërs 1:27, NBV2004)
Klaar om te sterven?
Een kind van God hoort elk moment klaar te zijn om te kunnen sterven. In de praktijk schuiven veel gelovigen dat voor zich uit en nemen zich voor om daar later wat tijd aan te besteden. Dat is niet verstandig, want veel mensen sterven onverwacht. Heel veel andere mensen zijn gedurende de laatste weken van hun leven niet meer in staat om helder te denken over deze zaken. Laat staan dat ze Hoofdstuk 10.1. Rust - 12 -
Herschepping 2.0
in staat zijn een omslag in hun denken mee te maken als dat nodig is. Waarom zijn sommige gelovigen niet klaar om te sterven? Daar kunnen verschillende redenen voor zijn, zoals: 1. nooit echt bekeerd en wedergeboren 2. geen zekerheid over eeuwig leven 3. onbeleden zonden of vasthouden aan bepaalde zonden 4. een of meer mensen niet willen vergeven 5. dingen in de relatiesfeer die nog moeten worden beleden of goedgemaakt 6. vastzitten aan wereldse zaken Daarnaast is het voor iedereen moeilijk om afscheid te moeten nemen van geliefden, ook al weten we dat dit onvermijdelijk hoort bij het levenseinde.
Angst voor de dood
De dood is een gevreesde vijand van het leven. De dood is tegennatuurlijk en hoort gewoon niet bij het leven. De dood is er vanwege de zondeval en de ontluisterde aarde waarop we leven: het is en blijft onze vijand. Daarom is het niet vreemd dat veel gelovigen bang zijn voor de dood. Ik zou bijna zeggen: wie niet? Dat is begrijpelijk, omdat je een toekomst tegemoet gaat die je niet kunt overzien en ... je staat er alleen voor. Geen mens die met je meegaat om die poort door te gaan naar het onbekende. De dood is een macht van de satan, maar ... Jezus heeft de dood overwonnen: "... is de Zoon (=Jezus) een mens geworden ... om door zijn dood definitief af te rekenen met de heerser over de dood, de duivel, en zo allen te bevrijden die slaaf waren van hun levenslange angst voor de dood." Hebreeën 2:14-15, NBV2004) Ook de Bijbel praat onze angst voor de dood niet weg, maar benoemt die gewoon. Tegelijk maakt hij duidelijk dat de dood niet het laatste woord heeft, want de sleutel tot de poort van de dood is niet langer in handen van de satan, maar van Jezus die daar het volgende over gezegd heeft: "Ik ben degene die leeft; ik was dood, maar ik leef, nu en tot in eeuwigheid. Ik heb de sleutels van de dood en van het dodenrijk." (Openbaring 1:18, NBV2004) De dood is een overwonnen vijand. We mogen best wel eens huiveren als we aan de dood denken, maar die angst hoeft ons niet te beheersen. Alleen Jezus maakt uit wanneer het tijd is om te gaan: "Mijn tijden zijn in uw hand..." (Psalm 31:16, NBG1951) Voor elke ware gelovige geldt dat Jezus aan de andere kant staat van die poort naar het onbekende. Er staat een Bekende op je te wachten en Hij verlangt ernaar je te begroeten. Het is geen sprong in het duister, maar de weg naar het licht.
Bij het sterven
Op grond van Gods Woord mogen gelovigen erop vertrouwen dat ze bij naar de hemel zullen gaan als hun aardse leven is voorbij is. Dat is de plaats waar God woont en waar Jezus een plek voor hen heeft klaargemaakt. Het is een plaats van ultieme rust en vernieuwing, waar ze op een vernieuwde manier God en hun medemensen mogen dienen. "Gelukkig zijn zij die vanaf nu in verbondenheid met de Heer sterven ...Zij mogen uitrusten van hun inspanningen, want hun daden vergezellen hen." (Openbaring 14:13, NBV2004) Zo vinden gelovigen hun absolute rust in de tegenwoordigheid van God, gereinigd van alle sporen van de zonde, van alles wat hun geluk zou kunnen bederven. Dat is de volmaakte, definitieve rust. Dat is niet de passieve rust van een soort Luilekkerland, maar een actieve rust die gekoppeld is aan een bruisend, boeiend leven in de hemelse sfeer. "...in uw huis mag ik wonen, tot in lengte van dagen." (Psalm 23:6, GNB1996) Zie ook 'Sterven' in hoofdstuk 'Hiernamaals'. Hoofdstuk 10.1. Rust - 13 -
Herschepping 2.0
Hoofdstuk 10.1. Rust - 14 -
Herschepping 2.0
10.2. Hiernamaals Wanneer iemands aardse lichaam sterft leeft hij verder in de geestelijke wereld. Voor mensen zijn daar in principe twee mogelijke bestemmingen: de hemel of de hel in het dodenrijk. Afhankelijk van hun manier van leven op aarde zal ieders positie in de geestelijke wereld verschillend zijn. 10.2.1. Leven na de dood 10.2.2. Sterven 10.2.3. Tussenwereld 10.2.4. Op weg naar hemel of hel 10.2.5. Bestemmingen van mensen 10.2.6. Scheiding bij het sterven 10.2.7. Voorwaarden voor eeuwig leven 10.2.8. Voorwaarden voor eeuwige dood 10.2.9. Onzekere bestemming 10.2.10. Eeuwige erfenis 10.2.11. Loon in het hiernamaals 10.2.12. Straf in het hiernamaals 10.2.13. Hel in het dodenrijk
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 1 -
Herschepping 2.0
10.2.1. Leven na de dood Universeel concept
In praktisch alle godsdiensten en religies komen we de overtuiging tegen dat er een bewust leven na de dood is. Daarbij wordt altijd gedacht aan een voortleven in de geest, nadat het lichaam gestorven is. In diverse beschavingen leeft of leefde de gedachte dat de geest een reis moet ondernemen of een rivier moet oversteken op weg naar de eindbestemming. Ook is er in praktisch alle beschavingen het besef: dat aan het einde van het leven de balans wordt opgemaakt van je daden dat je positie in het hiernamaals wordt bepaald door de manier waarop je op aarde geleefd hebt. Op zijn simpelst gezegd: goede mensen worden beloond en slechte mensen worden gestraft.
Occulte ervaringen
Er zijn mensen die door occulte ervaringen er achter proberen te komen wat er aan de overzijde van het leven te vinden is. Dat doen ze bijvoorbeeld door contact te zoeken met geesten van gestorvenen. Omdat dit uitdrukkelijk door God is verboden, mogen we aannemen dat de satan met deze vorm van communicatie is verbonden. Dat is bepaald geen garantie voor een betrouwbare berichtgeving. De satan wordt niet voor niets de 'vader van de leugen' genoemd ofwel de aartsleugenaar. Wat spiritisten zeggen te ervaren als contacten met gestorvenen, is naar alle waarschijnlijkheid contact met demonische geesten. Deze kunnen gestorven mensen imiteren en daarbij naar eigen believen allerlei boodschappen doorgeven naar de mensen. Nee, op die manier krijgen we geen goed beeld van wat er aan de overzijde plaatsvindt. In het Oude Testament lezen we over een ander soort geestverschijning. Koning Saul probeerde via een waarzegster in contact te komen met de intussen overleden profeet Samuël. De koning wilde dat hij een voorspelling deed over de afloop van een veldslag met de Filistijnen. Hij wist heel goed dat zoiets in Gods levenswet streng verboden was. "Er mag bij u geen plaats zijn voor ... hen die geesten raadplegen of doden oproepen. Want de H E E R verafschuwt mensen die zulke dingen doen ..." (Deuteronomium 18:10-12, NBV2004) Toen Samuël verscheen, schrok de waarzegster zich lam (1 Samuël 28:12). Ze had deze keer geen contact met de waarzeggende (demonische) geesten, zoals ze bij andere gelegenheden gewend was. Hier gebeurde iets van Godswege: een ECHTE verschijning van een gestorvene. De echtheid van deze verschijning werd bevestigd doordat de voorspelling van Samuël ook waar bleek te zijn: Saul en zijn zonen sneuvelden bij de veldslag.
Oudtestamentische opvattingen over leven na de dood
Bij de joden is van oudsher de gedachte bekend dat men na de dood met zijn voorgeslacht wordt verenigd (zie bijvoorbeeld Exodus 49:29) en dat het leven, een geschenk van God, nooit zal ophouden te bestaan. Jezus citeerde eens wat God tegen Mozes zei bij zijn roeping als leider van het volk Israël: "Ik ben de God van Abraham, en de God van Isaak, en de God van Jakob. Hij is niet een God van doden, maar van levenden." (Matteüs 22:32, NBG1951) Jezus legde uit dat alleen al uit die woorden van God kan worden geconcludeerd dat er leven is na de dood. Omdat God zich van oudsher heeft verbonden met zijn volk Israël, leefde bij hen de verwachting dat die verbondenheid in het hiernamaals zal doorgaan. Dat is een positieve verwachting, in tegenstelling tot de opvattingen bij heidense volken, waar de angst voor het hiernamaals overheerst.
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 2 -
Herschepping 2.0
In het Oude Testament wordt op veel plaatsen gesproken over het dodenrijk, de plaats in de geestelijke wereld waar alle mensen na hun sterven heen gaan. Ook de term 'graf' of 'groeve' wordt voor hetzelfde begrip gebruikt in het Oude Testament. De meeste teksten over dat onderwerp zijn nogal somber getint, denk maar aan wat Job eens over de dood zei: "voor ik vertrek, voorgoed, naar het land van diepe donkerte, het land van het donkerste duister, van de diepzwarte chaos, van het nachtzwarte licht." (Job 10:21-22. NBV2004) Er wordt in het Oude Testament nooit rechtstreeks iets gezegd over het gaan naar de hemel. Het begrip hemel werd destijds voornamelijk gebruikt om de woonplaats van God en de engelen aan te duiden. David schreef dat hij meer toekomstperspectief had dan de goddelozen, die alleen het aardse leven hebben: "... bevrijd mij met Uw hand van de mannen, H E E R E , van de mannen van de wereld, die hun deel hebben in dit leven ... Ik echter zal in gerechtigheid Uw aangezicht aanschouwen; ik zal, wanneer ik ontwaak, verzadigd worden met Uw beeld." (Psalm 17:14-15, HSV2010) Hij verwacht bij het ontwaken in de geestelijke wereld God te zien: "U zult mij leiden door Uw raad, daarna zult U mij in heerlijkheid opnemen." (Psalm 73:24, HSV2010) De profeten Jesaja en Daniël hebben geprofeteerd van een opstanding van gestorvenen (Jesaja 26:19; Daniël 12:2). In joodse kringen werd de uitdrukking 'in Abrahams schoot' gebruikt voor de plaats waar joden na hun sterven heengaan. Ook de term 'paradijs' werd gebruikt voor wat wij de hemel zouden noemen. Ook Jezus hanteerde deze beide uitdrukkingen (Lucas 16:22; 23:43). Verder is bekend dat de farizeeën in Jezus' tijd geloofden in een opstanding, terwijl de Sadduceeën dat afwezen (Handelingen 23:8; Lucas 20:27). Samenvattend kunnen we zeggen dat de gelovigen onder het Oude Verbond sterk op het hier en nu gericht waren, dat ze niet zo veel aandacht besteedden aan het leven na hun sterven. Wel verwachtten ze voor de toekomst een opstanding van het lichaam en een eeuwig leven bij God. Het Nieuwe Testament geeft veel meer informatie over het hiernamaals dan het Oude Testament. In de volgende onderwerpen en hoofdstukken zullen we hier uitvoerig op ingaan.
10.2.2. Sterven Bijna-doodervaring (BDE)
Er zijn talloze mensen, die bijna-doodervaringen hebben gehad waarbij hun geest buiten het lichaam trad en ze een andere vorm van bewustzijn meemaakten. Vooral bij bepaalde operaties lijkt het vaak voor te komen. Op dat gebied is al heel wat geschreven en gepubliceerd, zoals het populair wetenschappelijke boek 'Eindeloos bewustzijn' van cardioloog dr. Pim van Lommel. De centrale stelling in dit omvangrijke boek is dat gangbare medische inzichten niet kunnen verklaren hoe het mogelijk is dat iemand een helder bewustzijn blijkt te kunnen hebben op het moment dat alle hersenfuncties zijn uitgevallen, bijvoorbeeld in de eerste seconden na een hartstilstand. Zijn eigen verklaring is dat het bewustzijn eindeloos is en niet beperkt is tot het brein. In een Tv-uitzending heb ik eens getuigenissen gehoord van mensen de een BDE hebben gehad. Enkele opmerkelijke details hieruit: Een blindgeboren persoon kon tijdens zijn BDE voor het eerst zien. Hij hoorde wat de artsen tegen elkaar zeiden terwijl ze met zijn lichaam bezig waren en zelf (dat wil zeggen zijn geest) vloog hij als het ware door het plafond heen. Hij hoorde onbeschrijfelijk mooie muziek en ontmoette mensen, die van licht gemaakt leken te zijn. Hij beschreef zijn omgeving als de plaats waar alle kennis was. Een vrouw kreeg tijdens een hersenoperatie in het ziekenhuis van de universiteit van Tucson (VS) een BDE. Ook zij zag de operatie van bovenaf en kon later aan de artsen vertellen wat zij uit
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 3 -
Herschepping 2.0
hun conversatie had gehoord. Dat bleek allemaal te kloppen. Zij zag een helder licht en ontmoette enkele overleden familieleden. Gordon Allen, een bekend persoon uit de financiële wereld in de Verenigde Staten, die ooit de 'tycoon of the decade' was genoemd in Times Magazine, vertelde over zijn BDE. Hij vertelde dat hij een werkelijkheid binnentrad waar een sfeer van overweldigende liefde heerste. Hij kon op een woordloze manier communiceren met geestelijke wezens. Hij beschreef het als een buitengewoon verrijkende ervaring en daarna gaf hij zijn leven een heel andere wending. Het leek erop dat hij christen was geworden, maar omdat het een wetenschappelijk programma was, kwam dat niet duidelijk naar voren.
Veel mensen die een BDE hebben gehad, zeggen dat ze het gevoel hadden door een donkere tunnel te lopen, waarbij aan het uiteinde een wonderlijk helder en verkwikkend licht straalde. Ook wordt verteld over wezens die naar hun beschrijving aan engelen doen denken. Deze mensen zeggen een glimp van de hemelse glorie te hebben opgevangen. Bijna zonder uitzondering krijgen deze mensen een nieuwe kijk op het leven: ze strekken zich uit naar een leven met meer eeuwigheidswaarde omdat ze even vanuit het perspectief van de eeuwigheid hebben geleefd. De eerlijkheid gebiedt om te zeggen dat het niet alleen christenen zijn, die zulke positieve ervaringen hebben meegemaakt. Dat is een goede reden om op te passen met al te simpele uitspraken over de eeuwige bestemming van ongelovigen, ook al bewijzen deze ervaringen op zich niet veel! Er zijn ook ooggetuigenverslagen van ongelovige mensen, die vlak voor hun overlijden allerlei afschrikwekkende wezens gezien hebben. Daardoor hebben ze op aarde al een stukje van de hel meegemaakt, mede als waarschuwing voor de achterblijvende mensen. Op deze manier kunnen we veronderstellen dat dit demonische geesten zijn en mogelijk geesten van overleden personen die in de plaats van duisternis terecht zijn gekomen.
Hemelvisioenen
De Indiase Godsman Soendar Singh (1889-1929) heeft meerdere malen uitgebreide visioenen van de hemel ontvangen. Hij beschreef dat hij in de geest in de hemel is geweest en dat hij heeft gesproken met diverse hemelbewoners, zowel met engelen als met gestorven mensen. Destijds werden zijn verslagen over de hele wereld gepubliceerd en de letterlijke teksten zijn gemakkelijk op het internet te vinden. Jaren geleden zijn ze ook in het Nederlands uitgegeven als een boekje met de titel 'Hij zag de hemel'. Nu ben ik beslist niet iemand, die klakkeloos allerlei visioenen achterna loopt. Ik maak echter een uitzondering voor Soendar Singh. Deze broeder heeft een zuiver leven geleid in diepe verbondenheid met Jezus en hij is op een bijzondere manier door God gebruikt om mensen voor Hem te winnen. Zijn beschrijvingen van het hemelse zijn erg geloofsopbouwend en zeker niet strijdig met het Woord. In 'Herschepping' kom je verschillende gedeelten uit zijn beschrijvingen tegen, waarbij sommige aanhalingen enigszins ingekort of samengevat zijn weergegeven.
Naderend levenseinde
Veel gelovigen zien even voor hun overlijden dat zij opgehaald worden door personen uit de andere wereld. Vaak herkennen zij een of meer van die personen als hun geliefden die hen zijn voorgegaan naar de overkant. Mijn schoonzus, een bijzonder nuchtere vrouw overigens, zei enkele dagen voor haar overlijden: "Ik zie steeds een karavaan met mensen voorbijgaan, maar ik ben nog steeds niet aan de beurt." Zij was een van de velen die even voordat ze de geestelijke wereld zou binnengaan, alvast enkele beelden van de toekomstige wereld mochten opvangen. Soendar Singh schreef het volgende: "Bij het sterven ziet een gelovige zich dikwijls door engelen en heiligen welkom geheten. En ook die hem lief zijn, en reeds eerder gestorven, mogen dan aan zijn sterfbed komen en hem naar het hemelrijk begeleiden.
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 4 -
Herschepping 2.0
Het begeleiden van mensenzielen uit de wereld is doorgaans het werk van engelen. Gewoonlijk openbaart Christus zichzelf aan ieder in die geestelijke wereld in graden van heerlijkheid en intensiteit al naarmate de persoon zich geestelijk heeft ontwikkeld. Maar in sommige gevallen komt Hij zelf aan het sterfbed om zijn dienaar te verwelkomen, en liefdevol droogt Hij zijn tranen en leidt hem het Paradijs binnen." Ook Jezus vertelde dat mensen kunnen worden opgehaald door hemelwezens om hen naar de hemel te brengen: "Toen kwam de arme te sterven; de engelen droegen hem in de schoot van Abraham. Ook de rijke stierf, en werd begraven." (Lucas 16:22, WV1995) Ook met het oog hierop kunnen we de volgende tekst over engelen lezen: "Wat zijn de engelen anders dan geesten die God dienen en die worden uitgestuurd om hen te helpen voor wie het heil (=redding, behoud) is weggelegd?" (Hebreeën 1:14, GNB1996) We kunnen ook het tegenovergestelde verwachten, namelijk dat er andere mensen zijn, die door demonische geesten worden opgehaald. Ook daarover heeft Soendar Singh geschreven.
Bewustzijnsverandering bij het sterven
Sterven is een doorgang van het aardse leven naar het leven in de geestelijke wereld. Tijdens ons leven op aarde richt ons bewustzijn (onze ziel) zich voornamelijk op het aardse. Slechts voor een klein deel zijn we ons als gelovigen bewust van het geestelijke en dat alleen voor zover God dat aan ons openbaart. Bij het sterven geven we onze geest als het ware terug aan God. Vandaar de uitdrukking 'de geest geven'. Denk maar aan de woorden van de Here Jezus bij zijn sterven: "... Vader, in uw handen leg ik mijn geest ..." (Lucas 23:46, NBV2004) Dit komt overeen met wat we in Bijbelboek Prediker kunnen lezen: "... en de geest wederkeert tot God, die hem geschonken heeft." (Prediker 12:7, NBG1951) Ons bewustzijn richt zich na het sterven in de eerste plaats op het geestelijke, waarbij we niet moeten uitsluiten dat het ons zo nu en dan vergund kan worden een blik te slaan op het aardse. Bij het sterven wordt er een wissel omgezet, waardoor het bewustzijn (dat we via de ziel ervaren) overschakelt van de materiële naar de geestelijke wereld. Op aarde bestaan we als mensen uit lichaam, ziel en geest. Na het sterven van ons lichaam houden we dus onze ziel en geest over. De rol van de zintuigen van ons lichaam wordt dan overgenomen door de intuïtie, ons geestelijke zintuig, dat zich in de nieuwe situatie krachtig zal ontwikkelen. Dat lijkt op een nogal incomplete situatie, maar de Bijbel spreekt over zichtbare personen in de hemel, dus het zal allemaal wel meevallen, denk ik. Soendar Singh heeft gezien dat mensen vooral na een plotselinge dood bij aankomst in de geestelijke wereld vaak niet doorhebben dat ze gestorven zijn. Wel merken ze dat hun omgeving wat anders is. De geestelijke wereld heeft kennelijk een aantal overeenkomsten met de aardse wereld. De overgang tussen beide werelden verloopt soepel en pijnloos. Het leven gaat gewoon door, zij het dan in een andere vorm. Het bewustzijn schakelt bliksemsnel over van het lichaam naar de geest. "De dood is als een slaap. Gewoonlijk verliest het lichaam bij het sterven zijn macht om te voelen. Zoals een uitgeput mens overvallen kan worden door slaap, zo komt de doodsslaap bij de mens. Soms in geval van grote zwakte of bij een ongeval, verlaat de ziel het lichaam terwijl het nog bewusteloos is. De dood komt bij menigeen zo plotseling, dat zij zich slechts met moeite kunnen realiseren, dat zij in de geestelijke wereld zijn binnengegaan en de wereld van de materie hebben verlaten. Verward door de vele nieuwe dingen, die zij om zich heen zien, verbeelden zij zich een gebied in de aardse wereld te bezoeken, waar zij nog nooit zijn geweest."
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 5 -
Herschepping 2.0
10.2.3. Tussenwereld Bestemmingen in de geestelijke wereld
In het Oude Testament wordt gesproken over het dodenrijk als plaats van bestemming van ALLE mensen die hun leven op aarde beëindigd hebben, zowel voor goede als slechte mensen. In 'Herschepping' wordt dit woord ook met deze betekenis gehanteerd. In het Nieuwe Testament wordt een vergelijkbaar begrip gehanteerd, namelijk het Griekse woord 'hades' (bekend uit de Griekse mythologie). Daarmee wordt dan meestal de tijdelijke verblijfplaats van slechte mensen aangeduid, die daar het Laatste Oordeel afwachten, zoals bijvoorbeeld in de gelijkenis (of geschiedenis?) van de rijke man en de arme Lazarus: "En toen hij in het dodenrijk zijn ogen opsloeg onder de pijnigingen, zag hij Abraham van verre en Lazarus in zijn schoot." (Lucas 16:23, NBG1951) De uitdrukking 'schoot van Abraham' was in de tijd van Jezus een uitdrukking voor de bestemming in het hiernamaals voor de goede mensen.
Twee gebieden in de geestelijke wereld
God zelf troont in 'de hoogste hemelen', de meest verheven plaats van de geestelijke wereld (Lucas 2:14). De satan heeft zijn troon in de 'diepste duisternis' (Judas 1:13), de meest vervloekte plaats van de geestelijke wereld. Bij de begrippen hoog en laag moeten we niet in de eerste plaats denken aan plaatsaanduidingen, maar aan morele begrippen: hoe hoger, des te heiliger, eervoller en zuiverder. Hoe dieper, des te meer moreel gezonken. In de hemel is het licht en in de hel van het dodenrijk is het donker. God is licht en in de geestelijke wereld komt al het licht van God. De hemel is de plaats van heiligheid, harmonie, liefde, reinheid en vreugde. Binnen de hemel mogen we verschillende gradaties of niveaus van Gods heerlijkheid verwachten. De hel in het dodenrijk is de plaats van duisternis, onreinheid, eenzaamheid en wroeging. Het lijkt me vanzelfsprekend dat ook daar verschillende gradaties van duisternis voorkomen. Dit wordt ook wel een put genoemd (Openbaring 9:1-2) een andere benaming van de genoemde 'diepste duisternis'.
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 6 -
Herschepping 2.0
Tussen twee werelden
In het algemeen spraakgebruik bestaan er eigenlijk maar twee stadia: je leeft of je bent gestorven. In de medische wereld wordt verder nog onderscheid gemaakt tussen klinisch dood (geen spontane bloedsomloop, ademhaling en bewustzijn) en hersendood (de hersenen functioneren niet meer). Toch zijn er gebieden in de wereld waar men er iets genuanceerder over denkt. Zo heb ik videobeelden gezien van een Amerikaanse Bijbelvertaalster, Vida Chenowitz, die werkzaam was in een afgelegen stam in Papoea Nieuw-Guinea. Daarop kon je zien dat er een vrouw werd begraven terwijl ze zich nog bewoog, tot diep afgrijzen van de Bijbelvertaalster. De mensen vertelden haar dat haar geest het lichaam al had verlaten, terwijl het lichaam zeer snel zou afsterven. Voor deze mensen was de vrouw al overleden en kon ze daarom begraven worden. Zo was men dat gewend. Of deze animistische mensen gelijk hadden met hun bewering wil ik niet bevestigen of ontkennen, maar het zet je wel aan het denken. Op grond van de Bijbel en van wat veel mensen hebben meegemaakt in bijna-doodervaringen kunnen we tot de volgende conclusies komen. Bij het overlijden gaan mensen waarschijnlijk niet direct naar hun bestemming in de geestelijke wereld, maar komen ze eerst in een tussenwereld. Dat is een soort voorportaal, van waaruit men naar de wereld van het licht of naar de wereld van de duisternis kan gaan. In die tussenwereld is al iets te zien van de hemel of de hel. Wellicht vereist de overgang van het leven op aarde naar het leven in de geestelijke wereld zo'n tussenstadium omdat anders het verschil tussen beide levenssferen te groot zou zijn om ineens te kunnen verwerken.
Terug naar de aarde vanuit de tussenwereld?
Het is mogelijk dat een mens, die in de tussenwereld verkeert, bij wijze van uitzondering terug kan keren tot het leven op aarde. Voorbeelden daarvan zien we in de Bijbel, zoals het dochtertje van Jaïrus, waarvan Jezus zei dat ze niet gestorven was, maar dat ze sliep : "Alle aanwezigen waren aan het weeklagen en sloegen zich van verdriet op de borst. Hij (=Jezus) zei: ‘Houd op met klagen, want ze is niet gestorven maar slaapt.’ Ze lachten hem uit, omdat ze wisten dat ze gestorven was.(Lucas 8:52-53, NBV2004) Dat woord 'slapen' was geen verzachtende uitdrukking voor de dood, zoals wij het woord 'ontslapen' kennen. Op het moment dat Jezus aankwam in het huis van Jaïrus was het meisje kennelijk nog in de tussenwereld, waarvan wederkomst mogelijk is. Dat wist Jezus natuurlijk. Ik denk niet dat Jezus iemand, die al de echte hemelse sfeer heeft geproefd, zou hebben teruggeroepen. Die overgang naar de aarde zou dan een ondraaglijke teleurstelling zijn. Later keerde haar geest terug uit de tussenwereld, om vervolgens weer in de aardse sfeer verder te leven: "En haar geest keerde terug en zij stond dadelijk op..." (Lucas 8:55, NBG1951) Over het sterven van Lazarus sprak Jezus met soortgelijke woorden: "... daarna zei Hij tot hen: Onze vriend Lazarus slaapt, maar Ik ga heen om hem uit de slaap te wekken. De discipelen dan zeiden tot Hem: Heer, als hij slaapt zal hij gezond worden. Maar Jezus had over zijn dood gesproken, maar zij meenden dat Hij over de rust van de slaap sprak. Toen zei Jezus vrijuit tot hen: Lazarus is gestorven ..." (Johannes 11:11-14, TELOS1982) In deze woorden maakte Jezus de overgang van het hemels perspectief (slaap=leven in tussenstadium) naar het aardse perspectief (dood). In bijzondere gevallen laat God ook in deze tijd mensen toe om vanuit de tussenwereld terug te keren naar het aardse leven. Twee van zulke voorvallen wil ik noemen. Ik denk dan aan Jan Pit, die als zendeling in Laos heeft gewerkt. Zijn getuigenis is meerdere malen uitgezonden in een Tvprogramma. Hij kreeg een dodelijke vorm van malaria en was stervende. Een vriend, die naast zijn bed zat, bad vurig of God hem in het leven wilde behouden. Later vertelde Jan hoe hij in een donkere tussenwereld terechtkwam, van waaruit hij een wonderlijk licht zag dat van de hemel afkomstig
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 7 -
Herschepping 2.0
was. Toen hoorde hij een stem die zei dat hij terug zou gaan naar de aarde omdat daar nog een taak voor hem lag. De arts die hem later onderzocht was sprakeloos en zei dat dit helemaal onmogelijk was. Bij God is veel meer mogelijk dan in de medische wereld. Het tweede verslag komt van Des Oatridge, Bijbelvertaler bij Wycliffe in Papoea Nieuw Guinea. Hij vertelde over een gelovig meisje uit de Binumarien stam, dat gestorven was na een ziekte. God liet haar al iets van de hemelse schoonheid zien, maar hoorde toen een stem die zei dat ze aan anderen moest vertellen wat ze had gezien. Ze mocht terugkeren naar de aarde en door haar getuigenis hebben diverse van haar stamgenoten hun leven aan de Heer gegeven. Deze voorvallen sluiten aan bij de bijna-doodervaringen, waarover in een vorig onderwerp is geschreven.
10.2.4. Op weg naar hemel of hel "Een leven met Christus betekent eindeloze liefde. Zonder Hem is het een liefdeloos eind." (Billy Graham) Hoe gaan mensen vanuit de tussenwereld naar de hemel of naar de hel in het dodenrijk? Moeten ze eerst langs 'Petrus bij de hemelpoort' of langs een soort tribunaal?
Rechtspraak?
De scheiding die plaatsvindt als mensen in de geestelijke wereld aankomen, wordt in de Bijbel wel eens aangegeven met beelden die doen denken aan een soort tribunaal. Hetzelfde geldt voor de scheiding in de verre toekomst, bij het 'laatste oordeel'. Zijn dit alleen maar beelden of komen we echt voor een soort rechtbank waar onze eindbestemming wordt bepaald? Laten we een voorbeeld bekijken. Nederland is een rechtsstaat, maar dat wil niet zeggen dat elke zaak over rechtshandhaving langs de rechtbank moet. Veel kwesties worden op eenvoudigere wijze afgehandeld (denk maar aan bekeuringen en vergunningen) maar de overheid is wel verantwoordelijk voor alle rechtshandhaving. Het feit dat Jezus uiteindelijk beslist over ieders eindbestemming en als zodanig de Opperrechter is, betekent niet dat we letterlijk een tribunaal moeten verwachten bij de hemelpoort. We mogen er op vertrouwen dat Jezus er voor zorg draagt dat de mensen na hun sterven op de plaats uitkomen, waar ze volgens zijn rechtvaardig oordeel thuis horen. Hoe dat zal gebeuren is vers twee. Het is goed te weten dat het woord 'oordeel' dat we in dit verband vaak in Nederlandstalige Bijbelvertalingen tegenkomen, eigenlijk 'scheiding' betekent. Als we dat weten, kunnen we verschillende Bijbelgedeelten beter plaatsen.
Op weg naar het licht
Soendar Singh heeft gezien dat gelovigen bij hun aankomst in de tussenwereld een soort reiniging meemaken, alsof ze door een soort bad gaan. Vervolgens worden ze bekleed met zuiver witte kleding, een symbool van het volkomen gereinigd zijn van alle restanten van negatieve aardse invloeden en van hun oude natuur. In Bijbelboek Openbaring zien we een bevestiging van dat beeld: "... Dat zijn de mensen die de grote verdrukking hebben doorstaan en in het bloed van het Lam hun gewaad hebben witgewassen." (Openbaring 7:14, GNB1996) De gestorven gelovigen gaan dan als vanzelf het licht van de hemel tegemoet. Hun hart was immers al verbonden met dat licht. Ze zijn gereinigd van hun zonden en alle aardse smetten, 'zonder vlek of rimpel', zoals de Bijbel het zegt. Daarom zijn ze niet bang dat het hemelse licht hun zonden zichtbaar maakt, waarvoor ze zich zouden moeten schamen. Soendar Singh schrijft: "Menigmaal heb ik gezien, dat de goede geesten (kinderen van het licht) als zij in de geestelijke wereld binnenkomen, zich allereerst baden in de ontastbaar op lucht gelijkende wateren van een kristalheldere oceaan en daarin een intense en verfrissende verkwikking ondergaan. In deze wonderlijke wateren bewegen zij zich als in de open lucht, zij verdrinken
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 8 -
Herschepping 2.0
niet als zij geheel ondergedompeld zijn. Ook worden ze niet nat, maar geheel wonderbaarlijk gereinigd en geheel gezuiverd en verfrist komen zij in de wereld van licht en heerlijkheid, waar zij voor altijd in de tegenwoordigheid van hun Heer en in het gezelschap van talloze heiligen en engelen zullen verblijven."
Op weg naar de duisternis
De mensen, die op aarde voor de zonde gekozen hebben, voelen zich niet thuis in het hemelse licht. Dat licht is eerder een kwelling dan een verkwikking voor hen omdat hun zonden daar zo pijnlijk als afzichtelijk smerige plekken 'aan het licht komen'. Daarom gaan ze als vanzelf naar de duisternis van de hel, waar hun zonden niet zo opvallen. Soendar Singh weer aan het woord: "Ik zag dat de werkelijk misdadige zielen geen goede geesten om zich hadden, maar slechte geesten die met hen van het sterfbed waren meegekomen. Niet op hun gemak in de nabijheid van de "kinderen van het licht" en gekweld door het zich overal openbarende licht van de heerlijkheid, trachten zij zich zelf in plaatsen te verbergen, waar hun onreine en zondige naturen niet zichtbaar zijn. In hun poging om zich voor dat licht te verbergen, ijlen deze "kinderen van de duisternis" omlaag en werpen zich hals over kop in de duisternis."
Tijdelijk verblijf
De hemel is het begin van de eeuwige bestemming, maar nog NIET de eindbestemming van de gelovige. Het is een tijdelijke verblijfplaats in de geestelijke wereld, waar mensen verblijven nadat hun leven op aarde is geëindigd en wachten op de opstanding. De Bijbel schrijft de opstanding als het begin van het leven in volmaaktheid, wanneer we als mensen tot het uiteindelijke doel van onze Schepper zullen komen. Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Bijbel meer spreekt over de opstanding dan over het naar de hemel gaan. Op dezelfde manier is de hel in het dodenrijk de tijdelijke verblijfplaats in de geestelijke wereld voor degenen, die geen toegang tot de hemel hebben verkregen. Zij blijven daar in afwachting van de opstanding die voorafgaat aan het Laatste Oordeel.
10.2.5. Bestemmingen van mensen Dit is een beknopt overzicht van de toekomstverwachting zoals die in 'Herschepping' wordt gehanteerd. Hierbij ligt de nadruk op de bestemmingen die verschillende categorieën mensen tegemoet gaan.
1. Huidige tijd
In de huidige tijd leven goede en slechte mensen op de wereld. Daaronder zijn ware gelovigen en naamchristenen, mensen die Jezus afwijzen en mensen die nooit van Hem hebben gehoord, en zo zijn er nog wel meet categorieën te bedenken. Bij hun sterven maken al deze mensen het eerste scheidingsproces mee om naar een tijdelijke bestemming in de geestelijke wereld te gaan. De goede mensen gaan naar de hemel, de slechte mensen naar de hel in het dodenrijk.
2. Wederkomst van Jezus (opname van de Gemeente)
Bij de wederkomst van Jezus zullen de ware gelovigen die dan op de aarde leven zullen de zogenaamde opname van de Gemeente meemaken. Zij gaan Jezus tegemoet, die dan vanuit de hemel terugkeert naar de aarde, daarbij begeleid door engelen en eerder gestorven gelovigen.
3. Messiaans Vrederijk (Eerste Opstanding)
Gelovigen die Jezus tegemoet gaan en de gelovigen die met Jezus uit de hemel naar de aarde komen maken dan de Eerste Opstanding mee. Zij zullen als de 'Bruid van Jezus' met Jezus over de aarde regeren tijdens het Messiaanse Vrederijk op de bestaande aarde. De overige mensen die daarvoor in de hemel verbleven, zullen in de hemel blijven in afwachting van de Tweede Opstanding en het Laatste Oordeel. De overige aardbewoners blijven na de wederkomst van Jezus gewoon op aarde leven. Gedurende het Messiaanse Vrederijk kunnen zij sterven en dan Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 9 -
Herschepping 2.0
hetzelfde scheidingsproces meemaken als mensen die in de huidige tijd sterven, om tot hun tijdelijke bestemming in het hiernamaals te komen: de hemel of de hel in het dodenrijk.
4. Nieuwe Aarde (Tweede Opstanding, Laatste Oordeel)
De Tweede Opstanding vindt plaats aan het einde van het Messiaanse Vrederijk; dan zullen alle mensen opstaan: (1) de mensen uit de hemel die de Eerste Opstanding niet hebben meegemaakt, (2) de mensen uit de hel in het dodenrijk en (3) de mensen die op de aarde zullen leven bij het einde van het Vrederijk. Dan hebben dus alle mensen de lichamelijke opstanding meegemaakt. Vervolgens vindt het Laatste Oordeel plaats. Dit is een scheidingsproces waarna de begenadigde mensen de Nieuwe Aarde zullen bewonen, terwijl de veroordeelden de hel in de vuurpoel als eindbestemming zullen hebben. Dit laatste scheidingsproces gaat voorbij aan de 'Bruid', die ook op de Nieuwe Aarde met Jezus de regering zal vormen over de volken, bestaande uit alle mensen die bij het Laatste Oordeel begenadigd werden.
Schematisch overzicht Een en ander is vereenvoudigd weergegeven in het volgende schema:
Bestemmingen: leven of dood
De Bijbel maakt duidelijk dat er voor mensen ruwweg twee bestemmingen zijn waar zij na het sterven terecht zullen komen: het eeuwige leven of de eeuwige dood. Maar in het bovenstaande overzicht van de toekomstige tijden zien we dat die bestemmingen in de verschillende toekomstige perioden een verschillende invulling zullen krijgen. Het ligt dus iets minder eenvoudig dan dat het op het eerste gezicht lijkt. Een en ander wordt in de volgende hoofdstukken verder uitgewerkt, maar er blijven veel vragen over die niet beantwoord worden. God heeft lang niet alles van zijn toekomstplannen aan ons geopenbaard...
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 10 -
Herschepping 2.0
10.2.6. Scheiding bij het sterven Ieder mens is op weg naar de eeuwigheid. De Bijbel zegt dat ieders bestemming in het hiernamaals afhangt van de manier waarop hij op aarde geleefd heeft.
Eeuwigheid
Over de vraag wie na het sterven eeuwig leven zullen ontvangen bestaat grote onduidelijkheid. Veel kerkgangers hebben twijfels over hun eigen eeuwige behoud. Toch lijkt het bij een begrafenisdienst vanzelfsprekend dat het overleden kerklid naar de hemel is gegaan. Wie zou het tegendeel durven beweren, want dat kun je de rouwende mensen toch niet aandoen? Gaan we dan toch allemaal naar de hemel en wordt ons in de kerk wat twijfel aangepraat als stok achter de deur om ons toch maar extra goed ons best te laten doen? Op welke gronden kunnen we aannemen dat iemand naar de hemel gaat? Hoe weet je zeker dat je op weg bent naar de hemel en dat je jezelf niet misleidt door te geloven in een 'ingebeelde hemel'? Dit zijn eerlijke vragen en bedenkingen die we niet uit de weg moeten gaan. In dit hoofdstuk willen we daar uitgebreid op ingaan, omdat alle gelovigen hier vragen over hebben. Vooruitlopend op wat in de volgende onderwerpen wordt uiteengezet zouden we het volgende kunnen stellen: 1. Zolang Jezus nog niet is teruggekeerd op aarde mogen ware gelovigen erop rekenen dat ze na hun sterven naar de hemel gaan waar God is. Daar zullen ze tijdelijk verblijven in afwachting van de opstanding van hun lichaam. 2. Mensen die Jezus hebben afgewezen mogen er op rekenen dat ze na hun sterven naar de hel in het dodenrijk gaan, de plaats zonder God. Daar zullen ze tijdelijk verblijven in afwachting van de Tweede Opstanding die voorafgaat aan het Laatste Oordeel. 3. Er zijn veel andere mensen waarvan het ene noch het andere gezegd kan worden. Over hun bestemming geeft de Bijbel naar mijn mening geen duidelijk uitsluitsel.
Geen vanzelfsprekendheid
Toch laten bovengenoemde uitgangspunten nog veel ruimte voor allerlei uiteenlopende opvattingen. Er zijn bijvoorbeeld heel wat mensen die zich koesteren met geruststellende gedachten over hun eeuwige behoud: Sommige mensen denken al recht te hebben op eeuwig leven als ze een vrome grootmoeder hebben die voor hen bidt. Of ze denken dat God wel streng lijkt, maar als het erop aankomt toch wel heel veel door de vingers ziet, net als Sinterklaas. In sommige kerkelijke kringen zijn er hele volksstammen die beweren dat je gegarandeerd naar de hemel gaat wanneer je als kind gedoopt bent. Velen van hen geloven dat dit ook nog geldt als je daarna een slecht leven leidt. In andere kringen komen we andere volksstammen tegen die er een soortgelijke misvatting op na houden. Zij beweren dat, als je eenmaal wedergeboren bent, de toegang tot het eeuwige leven je niet meer kan ontgaan. "Eens een kind van God, altijd een kind van God" zeggen ze dan. Dat mag misschien aannemelijk klinken, maar dat wordt niet door de Bijbel bevestigd. Dan zijn er andere kringen, waar de hemelpoort bijna wordt dichtgespijkerd door hun opvattingen dat mensen maar bij hoge uitzondering ternauwernood gered kunnen worden. Ik heb eens een begrafenis meegemaakt, waarbij de predikant het presteerde om niet één woord van hoop en troost uit te spreken. Dat deed hij niet tijdens zijn lange preek en evenmin bij het graf. Vreselijk! Dat is dan weer het andere uiterste.
Beoordeling na het sterven
De Bijbel maakt dus duidelijk dat na het sterven ieders bestemming in de geestelijke wereld wordt bepaald: Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 11 -
Herschepping 2.0
"Eens moeten mensen sterven en daarna volgt het oordeel." (Hebreeën 9:27, NBV2004) We sterven dus slechts één maal. De Bijbel laat geen ruimte voor reïncarnatie, zoals die in verschillende wereldreligies voorkomt. In het Nieuwe Testament komen we veel beeldspraak tegen die verband houdt met rechtspraak. Het Griekse woord 'krisis', dat in onze Bijbelvertalingen vaak is vertaald met 'oordeel', maar in veel gevallen betekent het zoiets als: 1. scheiding of 2. aankomen bij een wegsplitsing, waar je twee kanten op kunt gaan, of 3. dat het ene zich onderscheidt van het ander De nadruk van het Bijbelse begrip 'oordeel' ligt vaak niet op de wijze waarop een scheiding plaats zal vinden, maar op de scheiding zelf. Daarom moet je bij het woord 'oordeel' in het Nieuwe Testament dus niet meteen denken aan een letterlijke rechtszitting, anders word je als Bijbellezer op het verkeerde been gezet. Let bijvoorbeeld eens op de volgende woorden van Jezus: "De mannen van Nineve zullen opstaan in het oordeel samen met dit geslacht en zullen het veroordelen, want zij hebben zich bekeerd op de prediking van Jona; en zie, meer dan Jona is hier." (Matteüs 12:41, HSV2010) Nergens in de Bijbel kun je vinden dat een heidens volk een actieve functie zal hebben bij het vaststellen van iemands eeuwige bestemming. Wat Jezus naar mijn mening heeft bedoeld, is dat de mensen van Nineve zich door hun gedragsverandering positief hebben onderscheiden van een deel van de joden. Daarom gingen zij voor de eeuwigheid een betere bestemming tegemoet dan joden die Jezus bewust hebben afgewezen. Dus ... pas op met het woord oordeel, vooral in de meer letterlijke Bijbelvertalingen!
Op grond waarvan vindt de scheiding plaats?
De scheiding vindt plaats op grond van de beoordeling van ieders daden, zoals overduidelijk in veel Bijbelgedeelten is te lezen: "Want God zal elke daad doen komen in het gericht over al het verborgene, hetzij goed, hetzij kwaad." (Prediker 12:14, NBG1951) "Wie in Hem gelooft, wordt niet veroordeeld; wie niet gelooft, is reeds veroordeeld, omdat hij niet heeft geloofd in de naam van de eniggeboren Zoon van God. Dit is het oordeel, dat het licht in de wereld gekomen is en de mensen de duisternis liever gehad hebben dan het licht, want hun werken waren boos. Want een ieder, die kwaad bedrijft, haat het licht, en gaat niet tot het licht, opdat zijn werken niet aan de dag komen; maar wie de waarheid doet, gaat tot het licht, opdat van zijn werken blijke, dat zij in God verricht zijn." (Johannes 3:18-21, NBG1951) Op aarde worden door mensen keuzen gemaakt, die beslissend zijn voor de plaats waar ze na hun aardse leven zullen thuis horen in de geestelijke wereld. Die keuzen hebben betrekking op het al of niet aannemen en volgen van Jezus tijdens het leven op aarde. Die keuzen zullen in het hiernamaals eenvoudigweg bevestigd worden: de goeden gaan het licht en de slechten de duisternis tegemoet. De mensen zullen daar heengaan waar ze thuis horen. Mensen die 'in Gods licht wandelen' voelen zich thuis in het licht. Mensen die dat licht haten. zullen daar ook niet terecht komen.
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 12 -
Herschepping 2.0
Rechtvaardige beoordeling
Wel mogen we er van uitgaan dat het oordeel of de scheiding op rechtvaardige wijze zal plaatsvinden. Bij de beoordeling of iemand het eeuwige leven of de eeuwige dood tegemoet gaat, vind ik onder meer de volgende uitgangspunten in de Bijbel: 1. God is zowel rechtvaardig als genadig. 2. Gods genadigheid is sterker dan zijn gerechtvaardigde boosheid. De beoordeling wordt niet met een koude precisie uitgevoerd. Er zit een liefdevolle God achter, die zover gaat met zijn genade als zijn rechtvaardigheid Hem toelaat. 3. Ik geloof zeker dat God bij de beoordeling rekening zal houden met het feit dat we onder 'de vloek' zijn geboren en daardoor een moeilijke start hebben gemaakt vanwege de erfzonde. 4. Ook denk ik zeker dat God de levensomstandigheden van ieder mens zal meenemen in zijn beoordeling. 5. Alleen mensen bij wie het geweten voldoende is ontwikkeld, zijn persoonlijk verantwoordelijk voor hun daden. 6. Genade wordt verleend op grond van het plaatsvervangend sterven van Christus. Alleen God bepaalt in welke gevallen deze genade wordt verleend. De Bijbel geeft aanknopingspunten waardoor we zekerheid kunnen hebben over eeuwig leven of eeuwige dood. Er is echter ook een grijs tussengebied waar we niet al te stellig over kunnen spreken. Dit wordt in de volgende onderwerpen nader uitgelegd.
10.2.7. Voorwaarden voor eeuwig leven "De mens die met God wandelt, komt altijd op zijn bestemming aan." (Henrietta Mears)
Wie gaan het eeuwige leven tegemoet?
De Bijbel leert ons hoe we zekerheid kunnen hebben om het eeuwige leven tegemoet zullen gaan. Daarvoor zijn normaal gesproken drie voorwaarden: 1. bekering en wedergeboorte 2. geestelijk vruchtdragen 3. volharding in het geloof
Voorwaarde voor eeuwig leven - 1 - bekering en wedergeboorte
Wedergeboorte is het beginpunt van het leven als christen. Tenzij iemand wederom geboren wordt, kan hij het Koninkrijk van God niet zien en niet binnengaan (Johannes 3:3,5). Ieder die door wedergeboorte tot een levend geloof is gekomen is een kind van God geworden en mag zich de belofte van eeuwig leven uit Johannes 3:16 'toe-eigenen' zoals dat in sommige kerkelijke kringen wordt genoemd. "Want zo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat ieder die in Hem gelooft, niet verloren gaat, maar eeuwig leven heeft." (Johannes 3:16, HSV2010)
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 13 -
Herschepping 2.0
Geloof is heel iets anders dan een verstandelijke geloofsovertuiging. In een echt, reddend geloof zijn de volgende vier aspecten aanwezig: zielaspect verstand
geloofsaspect geloofszekerheid
gevoel
geloofsbeleving
wil
geloofskracht
gedrag
geloofspraktijk
inhoud - Gods waarheid accepteren (Bijbel) - begrijpen wie Jezus is en wat Hij voor jou gedaan heeft toen Hij aan het kruis stierf - de noodzaak voor wedergeboorte inzien - berouw hebben over je zonden - verlangen om met een schone lei te beginnen - afkeer krijgen van je bestaande leven dat zo tekortschiet - verlangen naar levensvernieuwing - verlangen naar verbondenheid met Jezus - je afhankelijkheid van God erkennen - jezelf uitleveren aan God - Jezus aannemen als je Verlosser en als de Heer van je leven - je voornemen om te gaan leven in verbondenheid met Jezus en volgens Gods heilzame leefregels
Geloof dat tot bekering leidt
Zie voor meer details: hoofdstuk 'Bekering'.
Voorwaarde voor eeuwig leven - 2 - vruchten van de geest
Dit heeft te maken met het resultaat van je hele verdere leven met God. Voorwaarde voor eeuwig leven is dat je gedurende je leven op aarde geestelijke vruchten hebt voortgebracht, veel of weinig. "Aan hun vruchten zul je hen herkennen..." (Matteüs 7:16, NBV2004) Dit is namelijk het enige bewijs van een echt geloof. Niet voor niets zei Jezus dat men een boom herkent aan zijn vruchten. Jezus legde in de gelijkenis van de wijnstok uit dat vruchtdragen alleen ontstaat in verbondenheid met Hemzelf: "Ik ben de wijnstok en jullie zijn de ranken. Als iemand in mij blijft en ik in hem, zal hij veel vrucht dragen. Maar zonder mij kun je niets doen." (Johannes 15:5, NBV2004) Geestelijke vrucht omvat alles wat Jezus door de Heilige Geest in en door je heeft kunnen doen gedurende je hele leven als christen. Geestelijke vrucht ontstaat wanneer je God gehoorzaamt door Hem en je medemens daadwerkelijk lief te hebben. "Wie niet in mij blijft wordt weggegooid als een wijnrank en verdort; hij wordt met andere ranken verzameld, in het vuur gegooid en verbrand..." (Johannes 15:6, NBV2004) In dit gedeelte maakt Jezus ook duidelijk dat vruchtdragen noodzakelijk is voor eeuwig leven en dat een leven zonder vrucht uiteindelijk verloren gaat. In Jakobus 2:14-26 lezen we over een dood geloof, zonder vrucht, waardoor een mens uiteindelijk geen recht heeft op eeuwig leven. Iedere boom die geen vrucht draagt, wordt immers in het vuur geworpen (Lucas 3:9). Het verband tussen wedergeboorte, vrucht dragen vanuit een dienstbaar leven en eeuwig leven lezen we ook in het volgende Bijbelvers: "Maar nu, bevrijd van de zonde en in dienst van God, oogst u toewijding aan hem en zelfs het eeuwige leven." (Romeinen 6:22, NBV2004) Zie hoofdstuk 'Vruchtdragen'.
Voorwaarde voor eeuwig leven - 3 - volharding in het geloof
Om zekerheid voor eeuwig leven te hebben is het nodig tot het einde van je leven in het geloof te volharden en niet voortijdig af te haken. Jezus zei hierover: "Wie volhardt tot het einde, die zal behouden worden." (Matteüs 10:22, NBG1951) Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 14 -
Herschepping 2.0
Om een schooldiploma te krijgen, is het nodig dat je een goede eindlijst hebt. Alle rapportcijfers van vorige jaren zijn dan niet belangrijk meer. Zo is het ook met het christenleven. Zorg ervoor dat je goed eindigt. In het Oude Testament komen we veel gelovigen tegen die goed zijn begonnen met God; en toch hebben velen van hen niet de eindstreep weten te behalen. Denk bijvoorbeeld maar aan de verschillende koningen van Juda en Israël. De meeste Israëlieten die met Mozes de woestijnreis hebben meegemaakt, hebben het beloofde land niet bereikt (Hebreeën 3:14-19). Laten we niet te snel denken dat het in ons geloofsleven vanzelf wel goed zal blijven gaan. Het Nieuwe Testament bevat veel waarschuwingen om te volharden in het geloof, zoals de volgende teksten: "Broeders en zusters, ik herinner u aan het evangelie dat ik u verkondigd heb, dat u ook hebt aangenomen, dat uw fundament is en uw redding, als u tenminste vasthoudt aan de boodschap die ik u verkondigd heb. Anders bent u tevergeefs tot geloof gekomen." (1 Korintiërs 15:1-2, NBV2004) "Want alleen als we tot het einde toe resoluut vasthouden aan ons aanvankelijk vertrouwen, blijven we deelgenoten van Christus." (Hebreeën 3:14, NBV2004) In het Koninkrijk geldt de wet 'eind goed, al goed'. Ook de volgende tekst uit het Oude Testament wijst in die richting: "Als een goed mens zijn rechtvaardige weg verlaat en kwaad doet, zal hij daardoor sterven." (Ezechiël 33:18, NBV2004) Zie ook Ezechiël18:24. Nadat iemand bij zijn wedergeboorte nieuw leven van God heeft ontvangen, kan niemand die persoon uit Gods hand roven (Johannes 10:28) ofwel de satan kan zo iemand niet naar zijn duistere koninkrijk trekken. Iemand kan echter wel zelf kiezen uit Gods hand weg te lopen. Een mens heeft nu eenmaal een vrije wil en God dwingt geen mens tot bepaalde keuzen. Jezus zegt hierover: In verbondenheid met Jezus blijven leven is een keus, maar je kunt ook kiezen om van Hem weg te gaan! De Bijbel zegt zelfs dat iemand, die een levend geloof heeft gehad in verbondenheid met de Heilige Geest, toch kan terugvallen als hij dat wil. Het is voor zo iemand onmogelijk om weer tot bekering te komen, zoals blijkt uit het volgende Bijbelgedeelte: "Want wanneer mensen eenmaal het licht hebben gezien en van de hemelse gave hebben geproefd en deel hebben gekregen aan de heilige Geest, wanneer zij de voortreffelijkheid van Gods woord en de krachten van de toekomstige wereld hebben geproefd en na dit alles afvallig zijn geworden, kunnen zij onmogelijk weer tot inkeer worden gebracht ..." (Hebreeën 6:4-6, WV1995) Dit is een heel ernstige zaak, want iemand kan zo ver gaan in het afwijzen van zijn geloof dat er geen weg terug is. Niet alleen afwijzing is ernstig, onverschilligheid is net zo fataal (Hebreeën 12:16-17). Ook als we tot het einde van ons leven wrok blijven koesteren tegenover iemand en die ander niet willen vergeven, gaan we zelf als onvergeven mensen de eeuwigheid in (Matteüs 6:14-15). En ook dat is een levensgevaarlijke conditie. Maar laten we het ook weer niet erger maken dan het is. Iemand die tijdelijk is afgedwaald en weer terug wil naar God, is nooit in dat uiterste stadium terechtgekomen. Voor zo iemand is er vergeving en God geeft die van harte. De gelijkenis van de verloren zoon (Lucas 15:11-32) laat zien dat er altijd een weg terug is voor wie daar naar verlangt. Iemand die echt definitief bij God vandaan gaat, heeft zo'n verlangen niet. Bij zo iemand is het echt voorbij en zijn hart is volkomen verhard.
Conclusie
Naar mijn mening is het zo dat gelovigen die aan alle drie genoemde voorwaarden voldoen (bekering en wedergeboorte, geestelijk vruchtdragen, volharding) op grond van de Bijbel zeker kunnen zijn dat
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 15 -
Herschepping 2.0
ze eeuwig leven ontvangen als ze komen te sterven. Voor alle anderen is er naar mijn mening geen zekerheid, ongeacht wat ze zelf over dit onderwerp denken. Gelovigen die dagelijks met God leven, hoeven zich geen zorgen te maken over hun eeuwige bestemming na het sterven. Het leven met God is goed te vergelijken met een huwelijk. Als er in een huwelijk oprechte liefde en trouw is, is er geen reden om bang te zijn dat het stuk loopt. Zo hoeft een christen, die van harte aan de Heer is toegewijd, niet bang te zijn om zijn eeuwige behoud te verliezen. "Toch - wie de rechte weg bewandelt zal rust hebben op zijn sterfbed en de vrede binnengaan." (Jesaja 57:2, NBV2004)
10.2.8. Voorwaarden voor eeuwige dood Wie gaan de eeuwige dood tegemoet?
In de loop der eeuwen zijn heel wat uitspraken gedaan over bepaalde categorieën mensen die gegarandeerd naar de hel zouden gaan. Vooral de Rooms Katholieke kerk heeft daar heel krasse uitspraken over gedaan, bijvoorbeeld door vervloekinguitspraken tijdens concilies. Veel protestanten denken dat alle ongelovigen stuk voor stuk naar de hel gaan als ze komen te sterven. Dan hadden ze maar naar de kerk moeten gaan, de kerkdeuren staan toch elke zondag voor ze open, ja toch? Twee eeuwen geleden zeiden de hoogste kerkelijke autoriteiten nog dat alle kleurlingen bestemd waren voor het hellevuur. Ze waren immers vervloekte nakomelingen van Cham! Daarom was het in die tijd een belachelijk idee om zending te bedrijven in landen met kleurlingen, die immers toch niet gered konden worden. We vinden dat nu vreemd, maar toen was dat de heersende gedachte. En wat zegt de Bijbel hierover? Hiervoor hebben we gezien dat we zekerheid over eeuwig leven kunnen hebben als voldaan is aan drie voorwaarden, die de Bijbel ons aanreikt: bekering en wedergeboorte, vrucht van de geest en volharding. Evenzo zijn er drie voorwaarden voor het ontvangen van de eeuwige dood als eindbestemming. Die voorwaarden zijn vergelijkbaar met die van eeuwig leven, maar dan precies andersom. 1. afwijzing van Jezus 2. vruchten van de zonde 3. volharding in de zonde
Voorwaarde voor eeuwige dood - 1 - afwijzing van Jezus
Dit is het tegenovergestelde van bekering. Het bewust afwijzen van Jezus is de zonde, die een mens het zwaarst wordt toegerekend, zwaarder dan de grofste immoraliteit. "En Kafarnaüm, zult u hemelhoog verheven worden? Tot in het dodenrijk zult u neerdalen. Als in Sodom de machtige daden verricht waren die bij u verricht zijn, zou het tot op de dag van vandaag nog bestaan. Maar Ik zeg u: voor het land van Sodom zal het draaglijker zijn op de dag van het oordeel dan voor u.'" (Matteüs 11:23-24, WV1995) Jezus zegt hier dat het onwetende tuig van Sodom een lichter oordeel zou ontvangen dan nette bewoners uit het stadje Kafarnaüm, die Jezus hebben gezien en gehoord, en Hem desondanks hebben verworpen. Bewust afwijzen van Jezus betekent dat er in het hiernamaals geen genade wordt verleend. "Ik heb tegen u gezegd dat u in uw zonden zult sterven, want als u niet gelooft dat ik het ben, zult u inderdaad in uw zonden sterven." (Johannes 8:24, NBV2004) Het is eigenlijk heel logisch dat het bewust afwijzen van Jezus een onvergeeflijke zonde is: je verwerpt dan immers het leven dat Jezus je aanbiedt en je kiest daarmee voor de dood. Aan het einde van het aardse leven krijg je dan ook precies wat je wilde: eeuwig bij God vandaan blijven en dat is de eeuwige dood.
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 16 -
Herschepping 2.0
Tekenend is dat Jezus voor zijn kruisdood bad om vergeving voor de Romeinse soldaten die Hem kruisigden: "Vader, vergeef hun, want ze weten niet wat ze doen." (Lucas 23:34, NBV2004) De Romeinse soldaten handelden uit onwetendheid en in opdracht van anderen. Maar de joodse leiders wisten wel degelijk wat ze deden. Tijdens zijn verhoor voor de joodse raad wees Jezus hen er op dat ze later met Hem te maken zouden krijgen als de Zoon van God als Rechter en Heerser naast God op de Troon: "'Maar ik zeg tegen u allen: vanaf nu zult u de Mensenzoon zien zitten aan de rechterhand van de Machtige en hem zien komen op de wolken van de hemel." (Matteüs 26:64, NBV2004) Voor alle duidelijkheid: we moeten goed bedenken dat er veel ongelovigen zijn, die nooit bewust Jezus hebben afgewezen eenvoudigweg omdat ze Hem niet hebben leren kennen. Ook in ons land hebben vele duizenden ongelovigen nog nooit een echte christen ontmoet, in wie het leven van Jezus gestalte heeft gekregen. Vaak hebben ze een karikatuurbeeld van het christendom en de kerk en wij als gelovigen hebben daar in veel opzichten wel aanleiding toe gegeven. God kent de harten van mensen en weet wanneer er sprake is van onKUNDE of onWIL waardoor ze Hem niet erkennen.
Voorwaarde voor eeuwige dood - 2 - vrucht van de zonde
Dit is het tegenovergestelde van de vruchten van de geest, die in gelovigen ontstaan als zij daadwerkelijk leven als een volgeling van Jezus gedurende het verdere leven, na hun wedergeboorte. De vruchten van de zonde zijn de verwoestende resultaten van een zondig leven. In de volgende Bijbelgedeelten staat dat de eeuwige dood bestemd is voor wie de leugen liefheeft en doet. "Je hebt het kwade lief, meer dan het goede, de leugen meer dan de waarheid. Je houdt van woorden die pijn doen, van een tong die bedriegt. God zelf zal je breken, voorgoed ... (Psalm 52:5-7, NBV2004) "Buiten blijven de honden, de tovenaars, de hoerenlopers, de moordenaars, de afgodendienaren: ieder die de leugen liefheeft en ernaar handelt." (Openbaring 22:15, WV1995) Het ligt voor de hand dat de maatstaven die God aanlegt bij het Laatste Oordeel ook gelden voor de bestemming hemel of hel bij het sterven. Toch is er geen zondige daad waarvoor geen vergeving mogelijk is. Als een ongelovige zondaar zich bekeert tot God, worden al zijn zonden vergeven en ontvangt hij nieuw leven en uitzicht op eeuwig leven. Heel ernstig wordt het als 'gelovigen' overduidelijke vruchten van de zonde vertonen, zoals huichelachtige farizeeën, die meenden uit te blinken in vroomheid, maar van binnen vol grove zonde waren. Jezus zei tegen hen: "Slangen, addergebroed, hoe kunt u ontkomen aan de veroordeling tot de hel?" (Matteüs 15:33, WV1995) Mensen die uit onkunde Jezus niet erkennen, laten in hun daden zien of ze de zonde liefhebben of de gerechtigheid. De laatste categorie wordt in rooms-katholieke kringen vaak aangeduid als 'mensen van goede wil'; voor zulke mensen kunnen we niet stellen dat zij 'de zonde liefhebben'. "En wanneer iemand die niet besneden is (=ongelovige) de voorschriften van de wet in acht neemt, zal hij dan door God niet als besneden (=gelovige) worden beschouwd?" (Romeinen 2:26, NBV2004) Er lijkt ruimte te zijn voor Gods genade ten opzichte van ongelovigen die tot op zekere hoogte leven naar Gods wil.
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 17 -
Herschepping 2.0
Voorwaarde voor eeuwige dood - 3 - volharding in de zonde
Dit is het tegenovergestelde als het volharden in het geloof bij gelovigen, tot het einde van hun leven. Als iemand zijn hart verhardt en tot het laatst van het leven volhardt in de zonde, dan ontvangt hij het loon van de zonde: de eeuwige dood: "Het loon van de zonde is de dood ..." (Romeinen 6:23, NBV2004) Dit kan betrekking hebben op de dood van het lichaam, bij het sterven, maar evenzeer op de eeuwige dood.
Conclusie
Naar mijn mening is het zo dat mensen, die aan alle drie van de genoemde voorwaarden voldoen, geen toegang tot de hemel hebben. Zij hebben er bewust voor gekozen nooit iets met de levende God te maken te willen hebben, dus zullen ze in de eeuwigheid bij God vandaan blijven. Toch blijft dit een teer onderwerp, waarbij het niet aan ons mensen is toegestaan te oordelen over zaken van het hart, die alleen bekend zijn bij God. Alleen God is in staat op een eerlijke manier de criteria voor de eindbestemming van de mensen toe te passen.
10.2.9. Onzekere bestemming Voor wie is de eindbestemming onzeker?
De Bijbel leert nadrukkelijk dat er maar twee wegen en twee eindbestemmingen zijn: de weg naar het eeuwige leven en de weg naar de eeuwige dood. In beide gevallen is er wel sprake van graduele verschillen, zoals we later zullen zien: 1. In het eeuwige leven ontvangt de ene mens een hogere positie dan de andere. 2. In de eeuwige dood worden sommige mensen zwaarder gestraft dan anderen. Bij de vorige onderwerpen hebben we besproken hoe we op grond van de Bijbel zeker kunnen weten welke groepen mensen verzekerd kunnen zijn van het eeuwige leven of de eeuwige dood na hun aardse bestaan. Daarnaast zijn er (groepen) mensen waarover de Bijbel geen direct uitsluitsel lijkt te geven. Wat moeten we daarvan denken? Welke maatstaven legt God daarvoor aan? Laten we eens nadenken over verschillende categorieën mensen.
Ongeboren en jong gestorven kinderen
Ongeboren kinderen hebben naar mijn mening niet gezondigd en dus zie ik geen enkele reden waarom doodgeboren of geaborteerde kinderen niet het eeuwige leven zouden ontvangen, ongeacht het geestelijke leven van de ouders. Ik denk dat ze het aardse leven overslaan en in de geestelijke wereld tot bewustzijn komen om in de hemel te leven in afwachting van de opstanding. De Bijbel leert dat ieders bestemming wordt bepaald op grond van ieders eigen daden, niet op grond van de daden van hun ouders. Ieder mens is immers alleen verantwoordelijk voor eigen keuzen. Bij kinderen ontwikkelt zich het geweten pas na een aantal jaren. Ik verwacht dat zonden van kinderen, bij wie het geweten nog niet geheel ontwikkeld is, niet worden toegerekend waardoor ze niet schuldig zijn voor God. In de joodse traditie geldt dat kinderen jonger dan dertien jaar niet verantwoordelijk worden geacht voor hun daden, maar hun ouders. Nadat ze Bar Mitswa hebben meegemaakt, worden ze verantwoordelijk geacht voor hun daden. Deze traditie ondersteunt de bovengenoemde grondgedachte. Zie ook onderwerp 'Zonde en schuld' in hoofdstuk 'Zonde'.
Onwetenden
Dan hebben we nog allerlei groepen mensen die geen of bijna geen kennis hebben van het evangelie. We kunnen dan onder meer denken aan: mensen die het evangelie nog nooit hebben gehoord mensen die in een zondig milieu zijn opgegroeid Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 18 -
Herschepping 2.0
mensen die zijn opgegroeid met een andere godsdienst mensen die in hun kerk geen duidelijke uitleg hebben ontvangen over de weg tot God mensen die in een bekeringsproces zitten, maar nog niet zijn wedergeboren
Het is duidelijk dat de rechtvaardige God bij de beoordeling van iemands leven rekening houdt met ieders omstandigheden, mogelijkheden en kennis van Gods wil: "De dienaar die weet wat zijn heer wil ... en niet handelt naar de wil van zijn heer, zal veel slagen krijgen. Maar wie niet weet wat zijn heer wil en iets doet waarvoor hij straf verdient, zal maar weinig slagen krijgen. Als iemand veel is gegeven, zal men ook veel van hem vragen, en hoe meer iemand is toevertrouwd, des te meer zal men van hem eisen." (Lucas 12:47-48, GNB1996) De mate waarin God iemands zonden toerekent als schuld hangt af van zijn kennis over Gods wil en daarnaast wellicht ook van andere factoren, die wij mensen niet kunnen meten. In alle gevallen is het God die op een rechtvaardige en genadige wijze bepaalt wat ieders bestemming zal zijn. Bij mensen die zijn opgegroeid met een andere religie of godsdienst, speelt onwetendheid vaak een rol. Toen Paulus een fundamentalistische joodse leider was, vervolgde hij de christenen met een verbeten haat. Toch schonk Jezus hem genade door zich krachtdadig aan hem te openbaren (Handelingen 9). Hij werd de apostel die waarschijnlijk de grootste invloed heeft gehad op de wereldwijde Gemeente van Jezus! "...Maar mij is ontferming bewezen, omdat ik het in mijn onwetendheid, uit ongeloof, gedaan heb, en zeer overvloedig is de genade van onze Heer geweest..." (1 Timoteüs 1:13-14, NBG1951) Als God tijdens iemands leven bereid is om ZOVEEL genade te tonen aan mensen die in onwetendheid handelen, zou Hij dan aan het einde van iemands leven met heel andere maatstaven meten?
Hoe zit het met de joden?
Hoe zit het met de eeuwige bestemming van de joden? Israël is Gods volk en Hij heeft er zijn bedoelingen mee, zowel met het oudtestamentische volk Israël als met de joden van vandaag. Onder de kerkmensen zijn zowel wedergeboren gelovigen als naamchristenen. Evenzo lezen we in het Oude Testament over Israëlieten die God oprecht dienden en Israëlieten die er met de pet naar gooiden. Paulus gaf aan dat voor joden (besnedenen dus) de voorwaarde geldt van 'besnedenheid van hart' (Romeinen 2:28-29). Dat houdt in dat bij de beoordeling van gelovigen onder het Oude Verbond ook de innerlijke houding een rol speelt: een hartsverbondenheid met God, die zich uit in een levenswandel volgens Gods geboden. Bedenk vooral dat het joodse volk nog altijd Gods eerst uitgekozen volk is aan wie Hij eeuwige beloften heeft gegeven. Dat heeft God overduidelijk bewezen door zijn volk door de eeuwen heen in stand te houden ondanks de hevige vervolging. Het ontstaan van de staat Israël in 1948, dat door de hele wereld voor onmogelijk is gehouden, is een feit dat iedereen heeft kunnen waarnemen. Ik zou het aanmatigend vinden om als gelovige onder het Nieuwe Verbond stellige uitspraken te doen over de eeuwige bestemming van gelovigen onder het Oude Verbond.
Hoop voor ongelovigen?
Het zal velen verbazen dat ook ongelovigen loon kunnen ontvangen in het hiernamaals. Kijk maar naar de volgende uitspraak van Jezus: "En wie een van deze geringe mensen iets te drinken geeft, al is het maar een beker koel water, omdat het een leerling van Mij is, die zal zeker worden beloond" (Matteüs 10:42, HB2008)
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 19 -
Herschepping 2.0
Iemands houding tegenover Gods volk is belangrijk bij Gods beoordeling van iemands levenswandel. God zei tegen Abram dat Hij zou zegenen wie hem en zijn nageslacht zou zegenen en andersom (Genesis 12:2). Dit slaat vooral op wat mensen doen, die zelf niet bij God horen. Goede daden van een ongelovigen zijn niet vruchteloos omdat ze ongelovigen zijn, zoals vaak wordt beweerd. Paulus schrijft hierover: "En wanneer iemand die niet besneden is de voorschriften van de wet in acht neemt, zal hij dan door God niet als besneden worden beschouwd?" (Romeinen 2:26, NBV2004) Let goed op: wanneer bepaalde ongelovigen beloning in het vooruitzicht wordt gesteld of 'besnedenen' worden genoemd, houdt dit op zijn minst in dat niet alle ongelovigen voor eeuwig verloren zullen gaan. Iets om goed over na te denken...
Toepassing van Gods genade
Wij moeten openstaan voor de mogelijkheid dat God zijn genade op andere manieren zal tonen dan dat tot nu toe aan ons is bekendgemaakt via de Bijbel. De soevereine God hoeft aan ons geen verantwoording af te leggen over wie Hij begunstigen wil (Romeinen 9:15). We moeten dus met terughoudendheid spreken over Gods mogelijke veroordeling van bepaalde groepen mensen en rekening houden met Gods genade die groter is dan zijn boosheid over hun zonden. In een ander verband schreef de apostel Paulus het volgende, dat ook toepasbaar is voor de manier waarop God mensen beoordeelt: "Hoe onpeilbaar is toch Gods rijkdom, wijsheid en kennis! Hoe ondoorgrondelijk zijn beslissingen, hoe onnaspeurlijk zijn wegen! Want, Wie kent de gedachten van de Heer? ..." (Romeinen 11:33-34, GNB1996) Zoals gezegd: het is te kort door de bocht om te beweren dat alle gelovigen naar de hemel gaan en dat de rest zonder pardon naar de hel gaat. Bijbelleraar Sidney Wilson heeft eens de volgende stelling uitgesproken om mensen aan het denken te zetten: "Aan het einde van de tijd zal blijken dat Jezus overwinnaar is, en Hij zal dan wellicht wel 10% van alle mensen krijgen. En de satan, die vuile schurk, is de grote verliezer. Hij krijgt maar 90%..."
Eindconclusie over eeuwige bestemming
De Bijbel leert ons dat kerkmensen niet te snel moeten denken dat hun toekomstige behoud verzekerd is en dat er geen pardon is voor ongelovigen. De veroordeling ligt dichter bij de gelovigen dan we denken (1 Petrus 4:17-18) en de beoordeling zal voor ongelovigen dikwijls positiever zijn dan we denken (Matteüs 11:23-24). We zouden wel eens verrast kunnen worden door het eindresultaat! 1. Voor sommige groepen mensen is het duidelijk dat ze het eeuwige leven zullen ontvangen. Ik zou zeggen: zorg dat je bij die groep bent. De Bijbel geeft duidelijke aanwijzingen om zekerheid over eeuwig leven te kunnen hebben. 2. Voor andere groepen is het duidelijk dat ze voor altijd van God verwijderd zullen zijn. Voor deze categorie is het al een stuk moeilijker om precies de grenzen aan te geven. 3. Voor de overige gevallen kunnen we onze vermoedens hebben, maar moeten we het aan Gods rechtvaardige en genadige beoordeling overlaten in hoeverre Hij iemands zonden als schuld zal toerekenen. Als we op een eerlijke manier de Bijbel lezen, vinden we teksten waarin allerlei soorten zondaars met duidelijke bewoordingen wordt aangezegd dat zij de eeuwige dood tegemoet gaan. Er zijn evenzeer Bijbelteksten te vinden die wijzen op een zeer ruimhartige toepassing van Gods genade. En wie kan de volgende vraag beantwoorden: in hoeverre is de lichamelijke 'doodstraf' (want ieder mens moet immers sterven) al een vereffening van zondeschuld? Paus Johannes Paulus II heeft eens de volgende uitspraak gedaan, waar ik me graag bij aansluit:
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 20 -
Herschepping 2.0
"God oordeelt naar de mate waarin je het licht ontvangen hebt en naar de mate waarin je reageert op het licht." Heb je twijfels over je eeuwige bestemming? Dat is een vraag van levensbelang. In deel 5 'Nieuw leven' is de weg tot God uitvoerig uitgelegd. Zie daarin ook het onderwerp 'Zekerheid over eeuwig leven'.
Moeten we het evangelie wel verkondigen?
Sommige mensen stellen wel eens de volgende vraag: is het niet misdadig om het evangelie te verkondigen, want daardoor zullen er mensen Jezus afwijzen die anders nooit deze zonde zouden hebben gedaan, waardoor ze in het hiernamaals zwaarder gestraft zullen worden. Als antwoord op die vraag zou ik het volgende willen zeggen. Het evangelie betekent letterlijk 'goede boodschap' en dus kan het nooit op zichzelf een oorzaak zijn van iemands onheil. Door het evangelie wordt openbaar wat in de harten van mensen verborgen was. Als iemands geweten inktzwart is, zal hij daardoor geneigd zijn het evangelie resoluut af te wijzen, omdat hij het slechte het goede niet verdragen kan. Maar als iemands hart bij voorbaat openstond om het goede te doen, zal het evangelie ook gemakkelijker ingang vinden in zijn hart. Deze gedachte wordt ondersteund door de geschiedenis van de oude Simeon, die na de besnijdenis van Jezus een profetie uitsprak: "Deze is tot een val en opstanding van velen in Israël … opdat de overleggingen uit veler harten openbaar worden." (Lucas 2:34-35, NBG1951)
10.2.10. Eeuwige erfenis Erfgenamen, voorschot en erfenis
Het eeuwige leven in het hiernamaals wordt ook wel onze hemelse erfenis genoemd: "Dank aan God, de Vader van onze Heer Jezus Christus. Hij heeft ons in zijn grote barmhartigheid herboren doen worden tot een leven vol hoop door Jezus Christus uit de dood op te wekken. Nu wacht u in de hemel een erfenis die onvergankelijk en onaantastbaar is, en die zijn waarde nooit verliest." (1 Petrus 1:3-4, GNB1996) Een erfenis is een geschenk waar je niets voor hoeft te doen: je ontvangt het van een overleden persoon, van wie jij een erfgenaam bent. Door wedergeboorte ontvangen gelovigen wat Jezus bij zijn sterven aan het kruis heeft nagelaten: zijn leven. Deze erfenis wordt uitgekeerd na het sterven van de gelovige. De omvang van die erfenis is fabelachtig. Onze toekomstige erfenis is niet in geld of bezittingen uit te drukken, maar wel als het bestaan dat we zullen hebben in relatie tot Jezus en de positie die we zullen ontvangen in zijn Koninkrijk. Als we het over het eeuwige leven hebben, bedoelen we meestal het leven na de dood van het lichaam. Maar in principe begint dat eeuwige leven al bij iemands wedergeboorte. Op die manier ontvangen gelovigen op aarde als het ware een gedeeltelijke vooruitbetaling van wat zij later in volmaaktheid zullen krijgen: "in Hem bent u ook tot het geloof gekomen; u bent verzegeld met de beloofde heilige Geest, het voorschot op onze erfenis ..." (Efeziërs 1:13-14, HB2008) Gelovigen worden in de Bijbel ook wel erfgenamen van het Koninkrijk genoemd: "Hoort, mijn geliefde broeders! Heeft God niet de armen naar de wereld uitverkoren om rijk te zijn in het geloof en erfgenamen van het Koninkrijk, dat Hij beloofd heeft aan wie Hem liefhebben?" (Jakobus 2:5, NBG1951) "... Kom, gezegenden van Mijn Vader, beërf het Koninkrijk dat voor u bestemd is vanaf de grondlegging van de wereld." (Matteüs 25:34, HSV2010)
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 21 -
Herschepping 2.0
En wat is die erfenis en wat houdt het in? Het is in de eerste plaats je plek in het hiernamaals, dicht bij God. In eerste instantie is dat de hemel, als een tijdelijk verblijf. bij de wederkomst van Jezus naar de aarde vindt de opstanding van gelovigen plaats, waarna zij in het Messiaanse Vrederijk deel mogen hebben aan het regeren met Jezus. Dit zal daarna op de definitieve, Nieuwe Aarde op een nieuwe manier gestalte krijgen.
Met Jezus regeren
In het volgende Bijbelgedeelte krijgen we de indruk dat het meeregeren met Jezus wordt toegezegd aan ALLE ware gelovigen: "Want u (=Jezus) bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal. U hebt voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt. Zij zullen als koningen heersen op aarde." (Openbaring 5:9-10, NBV2004) Maar in de volgende gedeelten worden alleen gelovigen genoemd die op een bijzondere manier hun trouw aan de Koning hebben getoond: "als wij volharden, zullen we ook met hem heersen ..." (1 Timoteüs 2:12, NBV2004) "... Ik zag de zielen van hen die onthoofd waren vanwege het getuigenis van Jezus en het woord van God, die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden en het merkteken niet hadden aangenomen op hun voorhoofd en in hun hand. Zij werden weer levend en heersten met Christus, duizend jaren lang. De andere doden werden niet levend voordat de duizend jaren voorbij waren. Dit is de Eerste Opstanding." (Openbaring 20:4-5, WV1995) Hoe is dit te rijmen? Als we zeggen dat de Duitsers ons land in de periode van de Tweede Wereldoorlog over ons land hebben geheerst, was niet elke Duitser actief bezig om over ons te regeren. Sommigen van hen hadden die verantwoordelijkheid, anderen waren 'gewoon' Duitser en verrichten allerlei taken. Zo verwacht ik ook dat in die tijd elke gelovige een verantwoordelijkheid zal krijgen die bij hem past. Denk in dat verband nog eens aan de gelijkenis van de ponden, waarin beloonde werknemers de verantwoordelijkheid ontvingen om enkele steden te besturen, de een meer dan de ander... Zie ook onderwerp 'Meeregeren met Jezus' in hoofdstuk 'Messiaans Vrederijk'.
10.2.11. Loon in het hiernamaals Nu gaan we ons concentreren op de inhoud van het 'erfdeel' van individuele gelovigen, dat voor iedereen verschillend zal blijken te zijn. De Bijbel beschrijft dit onder meer in termen als schatten in de hemel. geestelijke vruchten en loon.
Geestelijke vruchten zijn schatten in de hemel
Al wat Gods Geest in en door gelovigen heen kan doen op aarde wordt geestelijke vrucht genoemd (Johannes 15:1-8). Het is de opbrengst van je leven. Jezus in dit verband over schatten verzamelen in de hemel. Dat is een ander beeld voor hetzelfde begrip. "Verzamel schatten in de hemel, daar vreten mot noch roest ze weg, daar breken geen dieven in om ze te stelen. Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn." (Matteüs 6:20-21, NBV2004) Jezus roept gelovigen op om tijdens het aardse leven hemelschatten te verzamelen, die nooit zullen vergaan. Jezus zei zelfs dat de kleinste daden van gehoorzaamheid aan God zelfs eeuwigheidswaarde hebben (Marcus 9:41). Ze worden allemaal geregistreerd in de hemel, als in een Air Miles systeem. Zonder dat je er erg in hebt, worden de hemelse Air Miles op je rekening bijgeschreven.
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 22 -
Herschepping 2.0
"Ik hoorde een stem uit de hemel zeggen: 'Schrijf op: "Gelukkig zijn zij die vanaf nu in verbondenheid met de Heer sterven."' En de Geest beaamt: 'Zij mogen uitrusten van hun inspanningen, want hun daden vergezellen hen.'" (Openbaring 14:13, NBV2004) Je aardse bezittingen zul je bij het sterven moeten achterlaten, maar je geestelijke rijkdommen zijn vooruitgestuurd naar het hiernamaals. Zie meer hierover in hoofdstuk 'Vruchtdragen'.
Loon beloofd
Jezus sprak met zijn discipelen meerdere malen over het loon voor het volgen van Jezus: "... En jullie Vader, die in het verborgene ziet, zal je ervoor belonen." (Matteüs 6:4,6,18 NBV2004) Hij sprak ook wel eens over loon zowel in het hier en nu als in het hiernamaals: "... iedereen die huis of vrouw, broers of zusters, ouders of kinderen heeft achtergelaten omwille van het koninkrijk van God, zal reeds in deze tijd het veelvoudige ontvangen en in de tijd die komt het eeuwige leven." (Lucas 18:29-20, NBV2004) Veel mensen vinden het ongepast om aan loon te denken in het hiernamaals. Als Jezus spreekt over loon, hoeven wij er ons toch niet voor te schamen om het te willen ontvangen, of wel soms? Sommige Bijbeluitleggers zeggen dat het geen echt loon is, maar genadeloon. Dat klinkt in mijn oren net zo vreemd als donker licht, want genade en loon zijn twee totaal tegengestelde begrippen die elkaar uitsluiten. "Iemand die zijn loon verdient, krijgt het niet als een gunst maar als een recht." (Romeinen 4:4, NBV2004) Misschien kan het volgende voorbeeld ons een klein beetje helpen: als een middelbare scholier slaagt voor zijn eindexamen, wiens prestatie is het dan? Die van de scholier of van de leraren? Ik denk dat ze allebei goed werk hebben verricht. De scholier ontvangt een welverdiend diploma en de leraren krijgen hun welverdiende salaris. Op dezelfde manier is Jezus beloond voor zijn bereidwilligheid om te lijden en te sterven voor de mensheid en zullen gelovigen beloond worden voor hun trouw aan Jezus. Het eeuwige leven op zich is een genadegeschenk van God, terwijl het loon verband houdt met de keuzen die we als gelovigen tijdens ons leven op aarde gemaakt hebben. Natuurlijk is geestelijke vrucht het werk van Gods Geest en niet het onze, maar dat geldt voor alles in het leven met God. De mens heeft de verantwoordelijkheid om zijn hart open te hebben naar God toe, zodat Gods Geest zijn werk in en door ons heen kan doen. Al het andere doet God. Tot zover de relatie tussen loon en genade.
Loon naar daden
De Bijbel spreekt over 'loon naar daden': "Ik kom spoedig, en heb het loon bij me om iedereen te belonen naar zijn daden..." (Openbaring 22:12, NBV2004) "Laten we daarom het goede doen, zonder op te geven, want als we niet verzwakken zullen we oogsten wanneer de tijd daarvoor gekomen is." (Galaten 6:9, NBV2004) "Want hij heeft ons gemaakt tot wat wij nu zijn: in Christus Jezus geschapen om de weg te gaan van de goede daden die God heeft voorbereid." (Efeziërs 2:10, NBV2004) Elke samenleving in de wereld kent een systeem van beloning voor de goeden en straf voor de slechten. Is het hebberig of streverig om je als gelovige uit te strekken naar loon? Absoluut niet. Paulus zegt dat hij alles op alles zet om de begerenswaardige beloning te bemachtigen:
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 23 -
Herschepping 2.0
"... maar één ding (doe ik): vergetende hetgeen achter mij ligt en mij uitstrekkende naar hetgeen vóór mij ligt, jaag ik naar het doel, om de prijs der roeping Gods, die van boven is, in Christus Jezus." (Filippenzen 3:14, NBG1951) Ook de apostel Johannes spoort ons ook aan om ervoor te zorgen dat we genoeg loon zullen ontvangen: "... zorg dat u het volle loon ontvangt." (2 Johannes 8, NBV2004) "Geef uw vertrouwen dan nu niet op, want het zal rijk beloond worden. Om de wil van God te doen en om te krijgen wat hij belooft, hebt u volharding nodig." (Hebreeën 10:35-36, GNB1996) Jezus sprak zelf over loon en wil ons prikkelen om onze begeerten en hartstochten, die we zo vaak verkeerd gebruiken, te richten op wat werkelijke waarde heeft. Je mag je uitstrekken naar het loon. Ben je bereid om zo te leven dat je het hoogst denkbare loon zult ontvangen? Voor een goed inkomen willen mensen maar al te graag tijd en moeite investeren: langdurige studies of opleidingen, bepaalde kennis en ervaring opdoen. De meeste christenen weten heel goed wat er in hun leven zou moeten veranderen om de hoogste weg met God te gaan ... maar willen er niet voor investeren. Hun aardse loon is hun meer waard dan het hemelse loon. Wat een grote vergissing!
Voorbeelden van 'recht op loon'
Jezus zegt bijvoorbeeld in de 'Bergrede' dat je recht op loon heeft als je het volgende doet in gehoorzaamheid aan Hem: liefhebben die jou niet liefhebben (Matteüs 5:43-47) trouw blijven ondanks vervolging (Matteüs 5:11-12) Valt het je op dat al deze voorbeelden te maken hebben met daden van zelfverloochening en geloofsgehoorzaamheid. Je ontvangt geen loon voor je godsdienstige opvattingen, hoe zuiver en Bijbelgetrouw ze ook mogen zijn. Dat zijn hooguit motivaties te zijn tot vruchtdragen, niet het vruchtdragen zelf. En let eens op de volgende woorden van Jezus: "Heb daarentegen uw vijanden lief, en doet hun goed, en leent zonder iets terug te hopen; en uw loon zal groot zijn, en u zult zonen van de Allerhoogste zijn ..." (Lucas 6:35, TELOS1982) De TELOS1982 vertaling is een van de weinige Bijbelvertalingen die het woord 'zonen' correct weergeeft. Dat woord spreekt van geestelijke volwassenheid. Andere vertalingen hebben er 'kinderen' van gemaakt, maar dan klopt de tekst niet: je wordt immers geen kind van God door goede daden, dat hoort iedere gelovige toch te weten? Dit zijn voorbeelden van zegende liefde: goed doen zonder dat anderen je ervoor belonen met goedkeuring en bewondering. Jezus geeft in de 'Bergrede' een extreem voorbeeld: "En wanneer jullie bidden, doe dan niet als de huichelaars die graag in de synagoge en op elke straathoek staan te bidden, zodat iedereen hen ziet. Ik verzeker jullie: zij hebben hun loon al ontvangen." (Matteüs 6:5, NBV2004) Onechte godsdienstigheid is goed doen met de (bij)bedoeling om er waardering van mensen voor terug te ontvangen. Die waardering is dan je loon en daarmee verspeel je het hemelse loon dat je zou ontvangen als je hetzelfde zou doen, maar onopvallend en alleen uit onbaatzuchtige liefde voor God en je medemensen. Let op: als gelovigen staan we soms dichter bij de huichelaars uit Jezus' tijd dan we denken. Veel goed werk wordt gedaan: om goede relaties in stand te houden om door anderen aardig gevonden te worden, want dat is een belangrijke menselijke behoefte om onze eigen behoefte aan zorgen voor anderen te bevredigen
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 24 -
Herschepping 2.0
Zo heb ik bijvoorbeeld veel respect voor mijn vader, die verpleger in een psychiatrische inrichting was. Het was zijn roeping om hulpeloze mensen te helpen, die niets terug konden geven. Diezelfde motivatie komen we tegen bij de apostel Paulus om in Korinte voor zijn eigen levensonderhoud te zorgen om de gelovigen niet op kosten te jagen: "Wat is nu mijn loon? Dat ik het evangelie verkondig zonder er iets voor terug te vragen en dus geen gebruik maak van de rechten die de verkondiging mij geeft." (1 Korintiërs 9:18, NBV2004)
Wat is het loon?
Wat houdt de toegezegde beloning in? Ik denk dat het kan bestaan uit de volgende bestanddelen: Naarmate we op aarde dichter in verbondenheid met Jezus hebben geleefd, zullen we later ook dichter bij Hem mogen verblijven. Op aarde is een groeiende eenwording met Christus het hoogste doel van de christen (Filippenzen 3:10-11). In de eeuwigheid zal die verbondenheid tussen Schepper en schepsel tastbare werkelijkheid worden. Hoe meer wij op aarde een zegen zijn geweest voor andere mensen en iets aan hun levens hebben toegevoegd, des te meer zullen we daar later van kunnen genieten als we hen zullen ontmoeten. Hoe meer we op aarde getoond hebben dat we verantwoordelijkheid kunnen dragen voor anderen en trouw zijn geweest in het volgen van Jezus, des te meer verantwoordelijkheid we later zullen krijgen om zegen uit te delen aan anderen. (Matteüs 25:21,23). Tenslotte nog twee opmerkelijke uitspraken over het eeuwige loon: "Elk tijdelijk bezit kan in eeuwigdurende rijkdom veranderd worden. Wat aan Christus gegeven wordt, wordt onmiddellijk aangeraakt door onsterfelijkheid." (A.W. Tozer) "Hij die het meest in de schoot van God is, zal het grootste vermogen hebben om van God te genieten in het hemelse Koninkrijk." (John Bunyan) De Bijbel spreekt over loon, niet over een eenmalige bonus of zoiets. We zullen eeuwig van dat loon mogen genieten. We zouden het kunnen voorstellen als een eeuwigdurend pensioen, gebaseerd op het opgebouwde pensioenkapitaal ofwel de schatten die we gedurende ons leven in de hemel hebben verzameld. Met alles wat we op aarde doen wat eeuwigheidswaarde heeft, wordt ons hemelse pensioenkapitaal opgebouwd.
Vol en vol
Iemand die op aarde veel geloofsgroei heeft meegemaakt, zal in het hiernamaals een ander beginpunt hebben dan wie op aarde maar weinig is gegroeid. En het is waarschijnlijk dat zij altijd een voorsprong houden op anderen, die op aarde op een lager niveau hebben geleefd. En toch zal er geen jaloezie zijn. Evenals een gevulde litermaat en een gevulde vijflitermaat allebei vol zijn, zo zal iedereen in de hemel en later op de Nieuwe Aarde een vervuld leven hebben in volmaakte vreugde in Christus. Zie vooral ook onderwerp 'Talenten en ponden' in hoofdstuk 'Gelijkenissen van Jezus'.
10.2.12. Straf in het hiernamaals Geen populair onderwerp
De hel is geen populair onderwerp onder gelovigen. Vaak doen kerkmensen net alsof mensen in hun kringen geen schijn van kans hebben om daar ooit terecht te komen. We weten heel goed dat er mensen zijn die we persoonlijk kennen, die mogelijk op weg zijn naar deze vreselijke bestemming. We moeten er niet aan denken! En daarom denken we er ook niet aan.
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 25 -
Herschepping 2.0
Er is geen ander leerstuk in het christelijk geloof waarover zoveel discussie voorkomt. Er is ook geen leerstuk waar we liever vanaf zouden willen dan dat van de hel. Helaas, we weten dat het een deel van de werkelijkheid is, vooral door de woorden van Jezus zelf. "Als er geen hel bestaat, kan ik niet begrijpen waarom Jezus zo ontzettend zijn best heeft gedaan om mensen daarvan te redden. Er moet iets zijn waar God wil dat we er tot elke prijs uit de buurt blijven." (Adrian Plass)
Straf niet wegredeneren
Het bestaan van een hel wordt door een groot deel van de mensen ontkend, en niet alleen door ongelovigen. Veel kerkmensen zeggen wel te geloven in de hel, maar ze doen net of die niet bestaat. Tot die conclusie moeten we wel komen op grond van het volgende: Tijdens begrafenisdiensten wordt vrijwel zonder uitzondering gesuggereerd dat de overledene naar de hemel is gegaan en wie durft er aan te twijfelen? De predikant niet en de kerkleden ook niet. Dus, denken alle toehoorders, dan zullen ze dat bij mijn begrafenis ook wel zeggen. En dus hoef ik me er niet zo druk om te maken. We vinden onszelf diep in ons hart veel te goed voor de hel. En wat onze zonden betreft? Ach, daar hebben we wel een verklaring of excuus voor. Er zijn heel wat mensen die slechter zijn dan wijzelf. De soep zal in het hiernamaals wel niet zo heet gegeten worden als ze wordt opgediend. Er wordt in de meeste kerken zelden of nooit over dit onderwerp gepreekt. Het is helemaal taboe om ongelovigen er op te wijzen dat ze naar de hel dreigen te gaan als ze Jezus afwijzen. Dat is veel te discriminerend en dus ontoelaatbaar in de eenentwintigste eeuw. We slikken de leugens van de satan dat het niet liefdevol is om over de hel te praten. Maar weet je welke Bijbelse figuur het meest over de hel heeft gesproken? Niemand minder dan Jezus zelf! En is Jezus liefdeloos? Moeten wij het onderwerp dan verzwijgen? Waarom zijn we altijd zo selectief als het gaat om het naspreken van de Bijbel?
Hel: dodenrijk en vuurpoel
In de volksmond wordt er vaak over 'de hel' gesproken als de strafplaats voor slechte mensen in het hiernamaals in de algemene betekenis van het woord. Kijk eens naar het volgende Bijbelgedeelte. Hierin gebruikt Jezus het woord dat met 'hel' vertaald is in deze algemene betekenis van 'strafplaats in het hiernamaals' tegenover de joodse leiders: "Want u vaart de zee over en doorkruist het land om één mens te bekeren, en als hij bekeerd is, maakt u hem rijp voor de hel, nog meer dan u zelf al bent." (Matteüs 23:14-15, GNB1996) Toch zijn er verschillende begrippen met betrekking tot straf in het hiernamaals en als die door elkaar worden gehaald kan er gemakkelijk begripsverwarring ontstaan. De meest bekende termen die we in de Bijbel tegenkomen zijn: 1. Dodenrijk (OT Hebreeuws: sheol; NT Grieks: hades) - Het woord dodenrijk op zich heeft betrekking op alle gestorvenen, die als zodanig in de geestelijke wereld verkeren, tot aan het Laatste Oordeel. We weten onder andere uit het verhaal van Jezus over de rijke man en de arme Lazarus (Lucas 16:19-31) dat er twee afdelingen in het dodenrijk zijn, die door een onoverbrugbare kloof zijn gescheiden: - de afdeling voor de goede mensen (in Jezus' dagen ook wel 'Abrahams schoot' genoemd; in onze tijd hebben we het dan meestal over de 'hemel' waar Jezus is en waar gelovigen naar toe hopen te gaan na hun aardse leven) - de afdeling voor de slechte mensen (een plaats van pijniging, vuur en wroeging) Deze tweede afdeling is de tijdelijke strafplaats voor slechte mensen. Daar wachten ze tot het Laatste Oordeel, waarbij de eindbeslissing valt over hun toekomst. 2. Vuurpoel (NT Grieks: Gehenna) - Dit is in eerste instantie de definitieve strafplaats voor de satan en zijn demonen. Na het Laatste Oordeel worden veroordeelden daarin geworpen. De Bijbel noemt dit ook 'de Tweede Dood'. Jezus zei hier onder meer over:
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 26 -
Herschepping 2.0
"Wees niet bang voor hen die wel het lichaam maar niet de ziel kunnen doden. Wees liever bang voor hem die in staat is EN ziel EN lichaam om te laten komen in de Gehenna." (Matteüs 10:28, NBV2004) Uit theologisch oogpunt is het correcter om de term 'hel' gelijk te stellen met 'vuurpoel'. In het Bijbelboek Openbaring lezen we de meest schokkende beschrijvingen van deze strafplaats. In de tijd van het Nieuwe Testament gebruikten de joodse rabbi's het woord Gehenna om daarmee de strafplaats in het hiernamaals aan te duiden. Het was ook de naam van het dal van Hinnom, ten zuiden van Jeruzalem, waar in de tijd van de koningen Achaz en Manasse (2 Koningen 16:3; 21:6) mensenoffers werden gebracht aan de heidense god Moloch. Zo werd deze vallei het symbool van eeuwige straf in het hiernamaals. Bij dat concept sloot Jezus aan wanneer Hij sprak over de plaats waar veroordeelde zondaars heengaan na hun sterven. In de NBV2004 vertaling worden de woorden 'Hades' voor het dodenrijk en 'Gehenna' voor de vuurpoel meestal onvertaald gelaten. Het is even wennen, maar daardoor wordt begripsverwarring wel voorkomen. In andere vertalingen wordt Gehenna ook wel als 'hel' vertaald. Om het onderscheid goed duidelijk te houden worden in 'Herschepping' de beide begrippen meestal aangeduid met 'hel in het dodenrijk' en 'hel in de vuurpoel'. Zie meer hierover in de onderwerpen - 'Hel in het dodenrijk' in dit hoofdstuk - 'Hel in de vuurpoel' in hoofdstuk 'Nieuwe wereld'
10.2.13. Hel in het dodenrijk De hel in het dodenrijk is de afdeling van de geestelijke wereld, een tijdelijke strafplaats waar mensen na hun dood terechtkomen als ze niet in de hemel thuis horen naar Gods rechtvaardige oordeel.
Duisternis "De verworpenen zijn mensen tot wie God na veel geduld z egt: uw wil geschiede. Het is hun eigen wil om buiten het heil te blijven. God zal ze niet tegen hun wil zijn rijk intrekken. Ze zouden zich daar niet thuis voelen." (Okke Jager) Soendar Singh, een Indiase Godsman uit de vorige eeuw, heeft verschillende keren in het hiernamaals mogen rondkijken en heeft daar van gestorven mensen en engelen allerlei uitleg ontvangen. Hij beschrijft de hel in het dodenrijk als een gebied in de geestelijke wereld dat gehuld is in diepe duisternis en verlatenheid, een plaats van wroeging, waar demonen de hoofdbewoners zijn. Mensen, die op aarde bewust voor de zonde gekozen hebben, voelen zich niet thuis in het hemelse licht. Dat licht is eerder een kwelling dan een verkwikking voor hen. Dat komt doordat hun zonden (die niet vergeven zijn) daar zo pijnlijk zichtbaar worden. Daarom gaan ze als vanzelf naar de duistere afdeling van het dodenrijk waar hun zonden niet zo opvallen. "... gekweld door het zich overal openbarende licht van de heerlijkheid, trachten zij zich zelf in plaatsen te verbergen, waar hun onreine en zondige naturen niet zichtbaar zijn. In hun poging om zich voor dat licht te verbergen, ijlen deze 'kinderen van de duisternis' omlaag en werpen zich hals over kop in de duisternis." (Soendar Singh)
Kwelling
In de Bijbel komen we een gedeelte tegen met enkele details over de strafplaats in het dodenrijk. Dat is het verhaal dat Jezus vertelde over de rijke man en de arme Lazarus (Lucas 16:19-31). Veel Bijbeluitleggers beschouwen het als een gelijkenis, maar lang niet iedereen is daarvan overtuigd is. Het doel van deze vertelling was om te illustreren dat hardnekkige zondaars in het hiernamaals gestraft worden om hun zondeschuld te vereffenen. "En toen hij in het dodenrijk zijn ogen opsloeg onder de pijnigingen ... En hij riep ... ik lijd pijn in deze vlam." (Lucas 16:23-24, NBG1951) Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 27 -
Herschepping 2.0
Opmerkelijk in dit verhaal is dat de rijke man, die tijdens zijn leven op aarde alleen aan zichzelf dacht, ineens ook aan anderen ging denken: "Toen zei de rijke man: 'Dan smeek ik u, vader, dat u hem (=Lazarus, de voormalige bedelaar) naar het huis van mijn vader stuurt, want ik heb nog vijf broers. Hij kan hen dan waarschuwen, zodat ze niet net als ik in dit oord van martelingen terechtkomen." (Lucas 16:27-28, NBV2004) Hieruit kan voorzichtig worden opgemaakt dat deze strafplaats hem wel tot enig nadenken heeft gestemd. Of dat de rijke man uiteindelijk tot inkeer zou kunnen leiden heeft Jezus niet verteld.
Vuur
In de Bijbel wordt de hel vaak beschreven als een brandend vuur. Dit staat symbool voor het effect van Gods brandende toorn over ongerechtigheid en ook voor loutering of vernietiging. Soendar Singh beschrijft de hel als een voelbaar vuur, als een soort vuur, dat je innerlijk verteert. Vergeet niet dat we het hier hebben over de geestelijke wereld, waar alles te maken heeft met het innerlijk van de mens, zijn hart. "Waar de zondige ziel zich ook bevindt, hij zal altijd en overal slechts pijn hebben, die nooit een enkel moment ophoudt. Een soort lichtloos vuur dat altijd brandt, foltert deze zielen en zij worden nooit geheel verteerd, noch dooft het vuur ..." (Soendar Singh) Liefde is ook een geestelijk vuur, bedoeld om er anderen mee te verwarmen. Als je datzelfde vuur op jezelf richt in zelfzucht, dan verteert het je. Dat is wat er in eerste instantie in de hel gebeurt: zelfvernietiging. Wie gedurende zijn leven op aarde ervoor kiest om niets met Jezus te maken te hebben, zal na het aardse leven vanzelf op de plaats van zijn keuze uitkomen. Op aarde wordt niemand gedwongen om met Hem te leven, in de wereld hierna ook niet.
Beperkte straf?
In een gelijkenis spreekt Jezus over een koning, die zijn niet vergevingsgezinde slaaf laat folteren, totdat er genoegdoening betaald is: "En zijn heer was zo kwaad dat hij hem in handen van de gerechtsbeulen gaf tot hij de hele schuld zou hebben terugbetaald. Zo zal mijn hemelse Vader ook ieder van jullie behandelen die zijn broeder of zuster niet van harte vergeeft." (Matteüs 18:34-35, NBV2004) Ook in een andere gelijkenis zinspeelde Jezus op vergeldingsstraf in het hiernamaals. "Ik verzeker je: dan kom je niet vrij voor je ook de laatste cent betaald hebt." (Matteüs 5:26, NBV2004) Let op dat Jezus spreekt over het vrijkomen nadat de strafperiode voorbij is. Zodra 'de laatste cent' betaald is, is de veroordeelde een vrij man. In het volgende Bijbelgedeelte lezen we over de mogelijkheid veel of weinig slagen te ontvangen als straf voor verkeerd gedrag. "De dienaar die weet wat zijn heer wil, maar geen voorbereidingen treft en niet overeenkomstig zijn wil handelt, zal veel slagen te verduren krijgen. Maar wie niet weet wat zijn heer wil en zo handelt dat hij slaag verdient, zal weinig slagen te verduren krijgen. Van iedereen aan wie veel gegeven is, zal veel worden geëist, en hoe meer aan iemand is toevertrouwd, des te meer zal van hem worden gevraagd." (Lucas 12:47-48, NBV2004) Al deze Bijbelgedeelten spreken heel duidelijk over straffen waar een einde aan komt. Wat ook opvalt is dat de straf in het hiernamaals op een of andere manier in balans is met de zondeschuld waarmee iemand is gestorven: niet te laag en niet te hoog.
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 28 -
Herschepping 2.0
Gradaties
Op grond van de Bijbel verwacht ik ook dat er in de hel van het dodenrijk gradaties van duisternis zijn. De apostel Judas schreef over dwaalleraren dat zij een extra hoge straf kunnen verwachten: "Voor hen is de donkerste duisternis voor eeuwig weggelegd." (Judas 13, NBG1951) Deze gedachte wordt ook bevestigd door wat Soendar Singh hierover schreef: "In het duistere gedeelte van de wereld der geesten, die men hel noemt, zijn heel veel graden en plaatsen, en die speciale graad of plaats waar de ziel lijdt, hangt af van de mate en de aard van zijn zonden." (Soendar Singh) In Openbaring 9:2 en Openbaring 20:3 wordt gesproken over een diepe, bodemloze put in de geestelijke wereld, de meest verdorven plaats waar demonen thuishoren. Ook wordt deze 'afgrond' genoemd als een soort hoofdkwartier van de meest boosaardige demonische wezens (Openbaring 11:7). Dit alles wijst op duistere en minder duistere gedeelten, diepere en minder diepere gedeelten. Daarom stel ik me voor dat de strafplek verschrikkelijker is naarmate men er dieper in zit. Zoals we gezien hebben is de hel de plaats in de geestelijke wereld, waar de veroordeelden verblijven tot het Laatste Oordeel. Het is dus een tijdelijke verblijfplaats. Hoe tijdelijk? Moeten mensen die 3000 jaar geleden gestorven zijn er 3000 jaar langer doorbrengen dan iemand die er vandaag heen gaat? Hierop valt het volgende te zeggen. Het dodenrijk maakt deel uit van de geestelijke wereld, waar geen tijd bestaat zoals hier op de aarde. De apostel Petrus illustreert dat met het volgende voorbeeld: "Eén ding echter, geliefden, mag u niet ontgaan: voor de Heer is één dag als duizend jaren en duizend jaren als één dag." (2 Petrus 3:8, WV1995) Als het gaat om het uitzitten van straf in het dodenrijk, dan kan een bepaalde tijd door de ene persoon als veel langer of veel korter worden ervaren dan door de andere persoon. Daarmee kan iedereen precies de vereiste hoeveelheid straf ontvangen. God is rechtvaardig en Hij zal niemand langer straf laten ondergaan dan nodig is. Mogelijk kan de hel in het dodenrijk een positieve uitwerking hebben op de mens en tot inkeer leiden. God heeft ons lang niet ALLES over de toekomst geopenbaard, dus mogen we daar niet al te stellige uitspraken over doen.
Schuld volledig afgelost in de hel van het dodenrijk?
Op grond van het feit dat de Bijbel spreekt over gradaties van straffen in het hiernamaals en van eindige straffen, lijkt het me niet onwaarschijnlijk dat er mensen in de hel van het dodenrijk zijn die daar hun totale straf uitzitten. De mensen voor wie dat zou gelden mogen dan na het Laatste Oordeel wellicht toch op de Nieuwe Aarde mogen wonen, eenvoudigweg omdat er geen restschuld meer is. Ook het feit dat er na de eerste veroordeling tot het verblijf in het duistere deel van het dodenrijk in de geestelijke wereld nog een tweede moment van beoordeling komt (het Laatste Oordeel) laat die mogelijkheid nadrukkelijk open. Ik geloof niet dat de hel van het dodenrijk Gods concentratiekamp of martelafdeling is. Ook zegt de Bijbel nergens dat er in de hel van het dodenrijk een mogelijkheid tot inkeer bestaat, maar ontkent het ook niet. Daarop aansluitend geloof ik zeker in de mogelijkheid dat er mensen in de hel van het dodenrijk zijn die ook na deze strafperiode niet tot inkeer komen. Dat zijn de diehards, de mensen die de zonde van harte liefhebben en zich definitief hebben afgesloten voor God, zoals destijds de farao van Egypte die zich steeds meer verhardde, totdat inkeer eenvoudigweg geen optie meer was... Vergeet niet dat de Bijbel ons vertelt dat er na het Laatste Oordeel op de Nieuwe Aarde twee categorieën mensen zullen zijn: degenen die behoren tot de Bruid (ware gelovigen onder het Oude en Nieuwe Verbond) en overige volken. Wie eenmaal in de hel van het dodenrijk terecht is gekomen, zal naar mijn mening nooit tot de Bruid kunnen behoren. Wel houd ik graag de mogelijkheid open dat een deel van hen bij het Laatste Oordeel wordt vrijgesproken. Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 29 -
Herschepping 2.0
Conclusie
Al met al zou ik graag alle opties openhouden waartoe de Bijbel de mogelijkheden open houdt. Onze kennis over het hiernamaals en zeker over de bestraffing van mensen en over de mate van bestraffing is heel beperkt. Ook weten wij niet op welke manieren onze soevereine God zijn genade wil toepassen. Één ding is zeker: God zal nooit meer straffen dan nodig is, want dat zou onrechtvaardig zijn, en dat is ondenkbaar voor God. Verder lees ik in de Bijbel dat Gods genade verder reikt dan zijn toorn: "Zijn woede duurt een oogwenk, zijn liefde een leven lang ..." (Psalm 30:6, NBV2004) "Hij straft ons niet naar onze zonden, hij vergeldt ons niet naar onze schuld." (Psalm 103:10, NBV2004) Reden genoeg om niet onnodig rigoureuze stellingen te poneren over eeuwigdurende kwellingen in het hiernamaals. Maar de Bijbel laat naar mijn mening geen ruimte voor de opvatting dat mogelijk ALLE mensen het eeuwige leven zullen ontvangen. Zie hoofdstuk 'Nieuwe wereld' over het Laatste Oordeel en de hel in de vuurpoel, de ultieme strafplaats voor verstokte zondaars.
Hoofdstuk 10.2. Hiernamaals - 30 -
Herschepping 2.0
10.3. Hemel De hemel is een droomplek om naar te verlangen. Vooral vanwege de ontmoeting en eenwording met Jezus. Maar ook om de vernieuwde relaties met mensen die ons zijn voorgegaan. Gelovigen zullen hun identiteit behouden en hun leven zal zich daar waarschijnlijk verder ontwikkelen. Toch zal de manier van leven in veel opzichten anders zijn, veel rijker dan hier op aarde. 10.3.1. Verlangen naar de hemel 10.3.2. Thuiskomst in de hemel 10.3.3. Ontmoeting met Jezus 10.3.4. Wie ben je in de hemel? 10.3.5. Leven in de hemel 10.3.6. Relaties in de hemel 10.3.7. Bezigheden in de hemel
Hoofdstuk 10.3. Hemel - 1 -
Herschepping 2.0
10.3.1. Verlangen naar de hemel Allerlei ideeën over de hemel
Over de hemel zijn veel voorstellingen in omloop. Als je kijkt naar oude schilderingen van enige eeuwen geleden, dan slaat de schrik je op het hart. Jaren geleden waren we als gezin in Zwitserland en daar zagen we in een klein kerkje een oude muurschildering met een uitgebreide voorstelling van de hemel. Je zag mensen vanuit hun doodskisten opstaan en in grote massa's bij elkaar staan, naakt, met van die peervormige buikjes en droevige gelaatstrekken. Voor de groep stonden mensen, als monniken of priesters gekleed wat instructies te geven. Hun strenge gezichten deden eerder denken aan opzieners van een strafkamp dan aan een lustoord. Al met al was het bepaald geen plaats om naar te verlangen. Maar in de hel, die daarnaast was afgebeeld, was het nog erger. Daar liepen demonen rond die hun tijd doodden door zondige zielen te roosteren en op de meest creatieve manieren te kwellen. Dan was het in de hemel toch nog iets minder erg! Er zijn veel gelovigen die niet of nauwelijks nadenken over hoe het zou zijn in de hemel. Dat vind ik onvoorstelbaar. Mensen die met vakantie gaan naar een vreemd land doen vaak meer moeite om informatie over dat land te verzamelen dan christenen over de hemel. En dat terwijl ze daar toch wel langer dan een paar weken hopen te vertoeven. Waarom zijn mensen bang om zich er een voorstelling van te maken? Is het soms omdat ze er diep in hun hart niet erg naar uitzien, omdat ze te vast zitten aan het leven op aarde?
Saai?
Zullen we in de hemel alleen maar met palmtakken zwaaien en liederen zingen? En dat miljoenen jaren lang? Bijbelleraar Sidney Wilson zei wel eens: "Ik moet er niet aan denken dat ik daar eeuwen lang op een nat wolkje moet zitten met een harpje." Veel gelovigen zijn diep in hun hart bang dat het in de hemel een beetje saai zal zijn. Wat zijn op aarde de meest spannende gebeurtenissen, waarover romans worden geschreven en films worden gemaakt? Het gaat immers altijd over het spanningsvlak tussen goed en kwaad, over liefde en haat, over oorlog en strijd tegen het kwade, over alle mogelijke en onmogelijke vormen van zonde en ellende. Als dat er allemaal niet meer is, wat voor spannends blijft er dan nog over? Wie bang is dat het in de hemel saai zal zijn, heeft misschien zelf een saai geestelijk leven, waar hij weinig vreugde en inspiratie uit put. Hoe kan het saai zijn bij een oneindig creatieve God die onbeperkte mogelijkheden heeft om het er iets geweldigs van te maken? En waarom zou het ontbreken van zonde tot saaiheid leiden? Hebben we dan nog niet geleerd dat de zonde wel tijdelijk onze hartstochten kan prikkelen, maar geen blijvende bevrediging oplevert? Zonde levert alleen maar dood, schande en ellende op, is dat dan echt zo leuk? En als we hartstochtelijk kunnen zijn over allerlei vergankelijke zaken, hoe kunnen we dan lauw zijn over het vooruitzicht van de hemel? Wat een overwinning van de satan als we een sombere kijk op de hemel hebben en daarmee bewijzen dat we ook een sombere kijk op God Zelf hebben ...
Verlangen van de bruid
Jezus, onze aanstaande Bruidegom, is in de hemel bezig een woonplek klaar te maken voor alle bruidsgelovigen, die Hij innig liefheeft en waarmee Hij zich wil verenigen. Anderen zijn ons al voorgegaan. Enkele van Jezus' woorden hierover: "Wanneer ik een plaats voor jullie gereedgemaakt heb, kom ik terug. Dan zal ik jullie met me meenemen, en dan zullen jullie zijn waar ik ben." (Johannes 14:3, NBV2004) Elke bruid die dergelijke woorden hoort van haar bruidegom verheugt zich mateloos op die gebeurtenis. Als een bruid die er van droomt om samen met haar geliefde in een droomhuis te gaan wonen, zo zou het verlangen van alle gelovigen moeten zijn. Want de hemel is een droomplek. Geloof me, het beste van de aarde is nog maar een glimp van wat we in de hemel zullen vinden. De hemel zal al onze verwachtingen overtreffen, in veel opzichten.
Hoofdstuk 10.3. Hemel - 2 -
Herschepping 2.0
God heeft ons de mogelijkheid gegeven voor passie en verlangens. In de hemel zullen alle verlangens van ons hart worden bevredigd. Via de Bijbel wil Jezus ons verlangen opwekken om bij Hem in te trekken. Als Jezus slechts een bijrol heeft in ons leven, komt het niet in ons op om naar die vereniging met Hem uit te zien. Als we naar Jezus verlangen, dan verlangen we ook naar de hemel, waar we Hem hopen te ontmoeten.
Ben je er klaar voor? "De hemel is een plaats die voorbereid is voor mensen die daarop voorbereid zijn." Paulus was klaar om te gaan, ook al verlangde hij zowel naar een lang vruchtbaar leven als naar de ontmoeting met Jezus. Hij schreef: "Ik word naar twee kanten getrokken: enerzijds verlang ik ernaar te sterven en bij Christus te zijn, want dat is het allerbeste; anderzijds is het omwille van u beter dat ik blijf leven." (Filippenzen 1:23-24, NBV2004) Hij had zijn leven en zijn sterven in de hand van de Heer gelegd. Hij kon zeggen: "Want voor mij is leven Christus en sterven winst." (Filippenzen 1:21, NBV2004) Jezus was zijn leven en hij wist dat hij dat nooit zou verliezen. Als Jezus je leven niet is, is je sterven verlies, want je aardse leven is dan alles wat je hebt. Wie nieuw leven heeft ontvangen bij zijn wedergeboorte en gedurende zijn leven geestelijke vrucht gedragen heeft en tot het einde toe heeft toegewijd is gebleven aan Jezus, hoeft geen twijfel te hebben over zijn toegang tot het eeuwige leven. De Bijbel is duidelijk over deze belofte en God houdt zich ALTIJD aan zijn beloften. Ik hoop van harte dat dit ook voor jou geldt en dat je veel voorvreugde zult hebben over je toekomst met Hem. Hopelijk zullen de volgende onderwerpen van dit hoofdstuk die voorvreugde versterken... Zie ook de onderwerp 'Rust bij het sterven' in hoofdstuk 'Rust'.
10.3.2. Thuiskomst in de hemel Thuiskomst op een droomplek
Als we in de hemel komen, zullen we ongetwijfeld overweldigd worden door de ongekende schoonheid van die plaats. Soendar Singh vertelt hierover het volgende: "Overal in de hemel zijn schitterende tuinen, die altijd allerlei soorten zoet en overheerlijk fruit opleveren, en ook prachtige en zacht geurende bloemen, die nooit verwelken. Rondom zijn ongeëvenaarde en buitengewoon mooie gebergten, bronnen en landschappen. Onafgebroken wordt God door allerlei schepselen geloofd en geprezen. Prachtig gekleurde vogels heffen hun lofliederen aan en evenzo voelt men een grote verrukking bij de zangen van engelen en heiligen, als men ze hoort. Waar men ook heen ziet, overal ziet men taferelen van onbeschrijfelijke vreugde. Dit is waarlijk het Paradijs." Bij de zondeval ging het paradijs op aarde verloren. Als we in de hemel komen, vinden we daar een paradijs terug, dat het oorspronkelijk geschapen paradijs zal overtreffen. Daar is de echte wereld, terwijl de aardse wereld vergeleken daarmee niet meer is dan een onaantrekkelijk schaduwgebied.
Kleuren
Ik verwacht dat er veel kleur zal zijn in de hemel. Niet voor niets heeft God op aarde zoveel kleurrijks geschapen en wat kunnen we bijvoorbeeld niet genieten van prachtig gekleurde bloemen, vogels of aquariumvissen. Mensen met bijna-doodervaringen hoor je soms spreken over een geweldige kleurenpracht die ze hebben gezien.
Hoofdstuk 10.3. Hemel - 3 -
Herschepping 2.0
Jaren geleden heb ik eens een bijzondere droom gehad. Ik zag een gezin dat ik goed kende en dat kort daarvoor tot geloof was gekomen. Zij liepen in de hemel te wandelen met een persoon in een wit gewaad, misschien was het Jezus. En wat me daarnaast boeide was een voorgrond met gras en planten met wonderbaarlijk mooie groene kleuren, die niet te vergelijken waren met aardse kleuren. Die kleuren leefden gewoon. Die droom staat in mijn geheugen gegrift en ik geloof zeker dat ik in die paar ogenblikken iets van de hemelse kleurenpracht heb gezien.
Plaats van intense vreugde
In de hemel is geen plaats meer voor verdriet en pijn, begrippen die zo kenmerkend zijn voor het aardse leven: "Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij." (Openbaring 21:4, NBV2004) Met heel mijn hart geloof ik in de hemel als een paradijs (Lucas 23:43; 2 Korintiërs 12:4), een ongekend vreugdevolle plaats die met geen aardse woorden te beschrijven is, zoals Paulus in een ander verband gezegd heeft: "Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben." (1 Korintiërs 2:9, HSV2010) Wat we in de hemel zullen beleven, zal niet minder zijn dan een uitbarsting van vreugde! Het is een plaats van volmaakte blijdschap, zonder tranen van verdriet (Openbaring 21:4) maar waar vreugdetranen wellicht overvloedig zullen zijn. Want God is vol emotie en heeft ons mensen gemaakt met emoties, die in de hemel volledig aan bod zullen komen: het is een oord van bruisende uitbundigheid. Gelovigen zullen er letterlijk stralen: "Dan zullen de wijzen stralen als de glans van het uitspansel en degenen die de mensen op het rechte pad hebben gebracht zullen schitteren als de sterren, voor eeuwig en altijd." (Daniël 12:3, WV1995) We zullen op ongekende wijze genieten van al het mooie, dat de oneindig creatieve God heeft klaarstaan. De hemel is de vervulling van alle menselijke verlangens, die op aarde vaak zo verkeerd waren ingevuld. Er is ook veel vrolijkheid in de hemel: "... Gelukkig wie nu huilt, want je zult lachen." (Lucas 6:21, NBV2004) Ook feestmaaltijden horen er bij, zoals Jezus vertelde: "Ik zeg u dat velen uit oost en west zullen komen en aan tafel zullen gaan met Abraham, Isaak en Jakob in het koninkrijk der hemelen. (Matteüs 8:11, WV1995) "... Wees welkom bij het feestmaal van je heer." (Matteüs 25:21, NBV2004)
Eeuwig thuis
De hemel is een plaats waar je je meer thuis zult voelen dan waar ook, want als gelovige ben je nu al een hemelburger (Filippenzen 3:20) en in geestelijke zin vreemdelingen op de aarde. Thuis is waar je heerlijk jezelf kunt zijn, omringd door mensen met wie je een goede band hebt. Daar ontvang je je vrienden, daar kun je samen eten, praten en plezier hebben. Op aarde ben je als een pelgrim, op weg naar bestemming van je levensreis: het hemelse Vaderland... "Zij allen zijn in geloof gestorven; wat hun beloofd was zagen ze geen werkelijkheid worden, ze hebben slechts een glimp ervan begroet, en ze zeiden van zichzelf dat zij op aarde leefden als vreemdelingen en gasten. Door zo te spreken lieten ze blijken op doorreis te zijn naar een vaderland." (Hebreeën 11:13-14, NBV2004) Je bent onderweg naar je toekomstige woonplek, gedreven door een zeker heimwee: "We blijven vol goede moed, ook al zouden we ons lichaam liever verlaten om onze intrek bij de Heer te nemen." (2 Korintiërs 5:8, NBV2004) Hoofdstuk 10.3. Hemel - 4 -
Herschepping 2.0
"In het huis van Mijn Vader zijn veel woningen; als dat niet zo was, zou Ik het u gezegd hebben. Ik ga heen om een plaats voor u gereed te maken" (Johannes 14:2, HSV2010) Jezus gaf met deze woorden aan dat er plaats is voor heel veel mensen. Het feit dat Hij sprak over individuele woningen, geeft aan dat ieder mens er een speciale, unieke plaats zal innemen, die met zorg is voorbereid door de Heer zelf. Zoals een moeder de babykamer klaarmaakt voor een kindje dat geboren gaat worden, zoals een bruidegom zijn huis klaarmaakt om er met zijn bruid in te gaan wonen, met zoveel zorg is Jezus bezig jouw toekomstige woonplek klaar te maken. "Wij weten dat wanneer onze aardse tent, het lichaam waarin wij wonen, wordt afgebroken, we van God een woning krijgen: een eeuwige, niet door mensenhanden gemaakte woning in de hemel." (2 Korintiërs 5:1, NBV2004)
10.3.3. Ontmoeting met Jezus Het allermooiste en aller-kostbaarste van ons toekomstige leven is niet de hemel zelf, maar degene die de hemel tot een paradijs maakt: JEZUS. "Vader ... ik wil dat zij zullen zijn waar ik ben; dan kunnen ze mijn glorie zien die u mij gegeven hebt ..." (Johannes 17:24, GNB1996)
DE Ontmoeting
Behalve dat mensen bij hun sterven door engelen en eventueel gestorven bekenden worden opgehaald en verwelkomd, mogen we aannemen dat Jezus ons in de hemel persoonlijk zal ontmoeten. Toen Stefanus stierf na zijn steniging als eerste martelaar, stond Jezus hem op te wachten: "Hij (=Stefanus) riep uit: Ik kan de hemel zien! Ik zie de Mensenzoon aan de rechterhand van God! (Handelingen 7:56, HB2008) Het moment van de ontmoeting met Jezus heb ik in mijn fantasie al vaak proberen voor te stellen. Het vervult me elke keer weer met een diep 'heimwee' naar 'Thuis' en bovenal naar Hem. Hoe zal het zijn om na zoveel jaren eindelijk Hem te zien, die zijn leven voor mij heeft opgeofferd, degene die ik op aarde hebt gediend en liefgehad? Hoe zal Hij er uit zien? Hoe zullen zijn ogen zijn? Hoe zal ik reageren als Hij me aankijkt en mijn naam noemt? Zal ik overweldigd raken door zijn krachtige uitstraling en plat op de grond vallen of mag ik Hem misschien om de hals vliegen en huilen van blijdschap? Ik weet het niet, maar het zal fantastisch zijn en het zal mijn voorstelling ver te boven gaan. Als we Jezus zullen zien, zal het enorme verschil ons meer dan ooit duidelijk worden tussen zijn volmaakte heiligheid en wat we op aarde meenden te zijn. Alle menselijke prestaties zullen dan zo schamel afsteken bij wat we in Hem zien, dat er maar één gedachte overblijft: het is 100% genade om in eeuwigheid bij Jezus te mogen zijn en 0% eigen verdienste.
Jezus, het middelpunt van de hemel
Weer enkele uitspraken van Soendar Singh: "Tot zijn verbazing zag hij de Heer, waar hij de blik ook wendde. Want Christus is alom tegenwoordig en voor engelen en heiligen overal zichtbaar." "Zoals de zee vol van water is, zo vol is het heelal van God, en iedereen in de hemel voelt overal zijn tegenwoordigheid. En zoals er in het water van de zee ontelbare levende wezens zijn, zo leven zijn schepselen in het oneindige zijn van God. (zie ook Handelingen 17:28). Omdat Hij oneindig is, kunnen zijn kinderen, die eindig zijn, Hem alleen als Christus zien. Zoals de Heer zelf zei: Hij, die mij gezien heeft, heeft de Vader gezien. (zie ook Johannes 14:9). "Gods tegenwoordigheid kan met vreugde worden waargenomen, maar niet in woorden worden uitgedrukt."
Hoofdstuk 10.3. Hemel - 5 -
Herschepping 2.0
Nieuwe naam
Over het unieke van onze toekomstige positie in de hemel (en daarna) liet Jezus de apostel Johannes het volgende opschrijven: "... Wie overwint zal ik van het verborgen manna geven, en ook een wit steentje waarop een nieuwe naam staat die niemand kent, behalve degene die het ontvangt." (Openbaring 2:17, NBV2004) Het witte steentje is een beeldspraak die uit de Griekse rechtspraak afkomstig is, waarbij veroordeelden een zwart steentje kregen en vrijgesproken mensen een wit steentje. Die nieuwe naam zal vast te maken met je unieke, vernieuwde identiteit, de unieke plaats die je in de hemel zult innemen en vooral hoe de Heer zelf over je denkt. Het is iets heel speciaals tussen Jezus en jou, zoals goede vrienden of echtgenoten soms een of meer aparte namen hebben voor elkaar, die zij alleen maar tegenover elkaar gebruiken.
Eenwording met Jezus
Op aarde is een groeiende eenwording met Jezus het hoogste doel van de christen. "God is trouw, Hij heeft u geroepen om samen een te zijn met zijn Zoon, onze Here Jezus Christus." (1 Korintiërs 11:9, HB2008) In de hemel zal die eenwording verder worden voltooid en dat zal het heerlijkste zijn van het leven in de hemel. "... Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben." (1 Korintiërs 13:12, NBV2004) Ja, in de hemel zullen we Jezus zien en Hem leren kennen als nooit tevoren. Maar vergis je niet: DE tijd om Jezus te leren kennen is NU, want in de duisternis van deze ontluisterde aarde schijnt zijn licht misschien wel helderder dan in het volle licht van de hemel. Straks ben je voor altijd in zijn nabijheid, maar de kans om Hem onder moeilijkere omstandigheden te leren kennen krijg je maar eenmaal: in het leven van hier en nu. Je toekomstige relatie met Jezus wordt bepaald door de relatie met Jezus die hier op aarde is opgebouwd. Heerlijk om zo nu en dan te dromen over later, maar leer vooral NU te genieten van zijn aanwezigheid in je leven. De allerdiepste verbondenheid tussen Schepper en schepsel zal in de hemel worden gerealiseerd en dat zal de grootste vreugde geven aan het hart van God en aan het hart van de mensen. Op aarde streven alle mensen ernaar om zoveel mogelijk levensgeluk te vinden. In de hemel is het hoogste geluk te vinden, niet omdat het daar zo mooi en gezellig is, maar omdat de hemel vol is van Jezus. Volmaakt geluk heeft een relationeel karakter en ligt besloten in de relatie met Jezus. Heerlijk als we dat op aarde al hebben ontdekt!
10.3.4. Wie ben je in de hemel? Geestelijke verschijningsvorm
Als mensen zijn we in principe geschapen om zowel in de materiële wereld te leven (met ons lichaam) EN in de geestelijke wereld (met onze geest). Daarin onderscheiden we ons bijvoorbeeld van de engelen (alleen geestelijk) en de dieren (alleen lichamelijk). In de loop der tijd doorlopen we de volgende stadia: 1. Tijdens ons leven op aarde: alleen in het lichaam 2. In de hemel, in afwachting van de opstanding: alleen in de geest 3. na de opstanding: in een nieuw lichaam EN in de geest (zoals Jezus, na zijn opstanding) Na het sterven van het lichaam zullen alle mensen een geestelijke verschijningsvorm krijgen: een geestelijk lichaam, waarmee we met ons bewustzijn in de geestelijke wereld kunnen vertoeven en dat waarneembaar is voor anderen. Ik geloof niet dat we in de hemel als zwevende, onpersoonlijke wolkjes zullen leven. Ons nieuwe, geestelijke lichaam zal een waardig omhulsel van onze persoonHoofdstuk 10.3. Hemel - 6 -
Herschepping 2.0
lijkheid zijn, vol van vitaliteit en levenskracht. Het is voor ons aardbewoners moeilijk om ons daar een goede voorstelling van te maken. Het zal, veel meer dan hier op aarde, een manifestatie zijn van ons innerlijk. Op aarde kom je beeldschone mensen tegen met een trots, hard karakter. Daarnaast ook mensen, die beslist moeders mooiste niet zijn, maar die een hart van goud hebben. In het hiernamaals worden de bordjes verhangen. Wat op aarde je innerlijk is, zal in de geestelijke wereld je uiterlijk zijn, zodat anderen kunnen zien wie je innerlijk bent en wat je in je leven op aarde hebt gedaan en meegemaakt.
Voortzetting van het aardse leven
Het leven in de hemel zal een natuurlijke voortzetting zijn van je leven op aarde. Je zult er oogsten wat je gezaaid hebt. "… wat een mens zaait, zal hij ook oogsten." (Galaten 6:7, NBV2004) Paulus legt dit als volgt uit: "... Als u iets zaait, moet dat eerst sterven voordat het tot leven kan komen." (1 Korintiërs 15:36, NBV2004) Je aardse leven is in figuurlijke zin een zaadje. Dat aardse zaadje moet eerst sterven om vervolgens de uiteindelijke (geestelijke) plant voort te brengen. Je persoonlijkheid wordt in het hiernamaals niet vervangen, maar juist verder ontplooid. Hoe meer je tijdens je leven op aarde gegroeid bent tot geestelijke volwassenheid, hoe krachtiger je start zal zijn in het hiernamaals. Je gaat dan verder met wat God op aarde in je leven heeft opgebouwd. "In de hemel zullen we zijn wat God op aarde van ons heeft kunnen maken." (Henk Binnendijk)
Kleding in de hemel
In de hemel zullen we geen kleding nodig hebben ons (geestelijke) lichaam te bedekken. Op aarde was dat wel nodig, dat wil zeggen: vanaf de zondeval, toen de mens ineens zo veel te bedekken had en de schaamte leerde kennen. Lopen we in de hemel dan in ons blootje rond, omdat er dan geen behoefte meer zal zijn aan bedekking? Johannes zag het anders: hij zag in de hemel mensen rondlopen in witte kleding: "... en haar (de "Bruid" van Christus, Gods volk in heerlijkheid) is gegeven zich met blinkend en smetteloos fijn linnen te kleden, want dit fijne linnen zijn de rechtvaardige daden der heiligen." (Openbaring 19:8, NBG1951) De witte kleur is een aanduiding van innerlijke reinheid. Als volkomen gerechtvaardigde mensen zullen ze met de reinheid van Jezus bekleed zijn. Omdat alle gelovigen op aarde verschillend geleefd hebben, zal ook ieders hemelse kleding verschillend zijn. Het zal een weerspiegeling zijn van wat God op aarde in en door hen heen heeft kunnen doen. Hemelse kleding dient dus niet om het lichaam te bedekken, maar eerder om het innerlijk te openbaren! Mensen die een bijna-doodervaring hebben meegemaakt, (en ook Soendar Singh trouwens) vertelden dat ze in de geestelijke wereld wezens hadden gezien met kleding die van verschillende kleuren licht gemaakt leek te zijn.
Identiteit
Er is geen twijfel mogelijk: je zult in de hemel je eigen (vernieuwde) identiteit behouden en dus ook je (intussen gereinigde) karakter meenemen. Als je in de hemel plotseling iemand anders zou worden, zou je immers ophouden te bestaan. Jezus had het over woonplekken (meervoud!) in het huis van de Vader (Johannes 14:2) en dus niet over één grote commune en ook niet over kamers in een soort woonkazerne. Ook het feit dat Jezus ieder mens een eigen naam geeft (Openbaring 2:17) ondersteunt die gedachte. Ik denk dat onze toekomstige woning bovenal een beeld is van de eigen plaats die iedere individuele gelovige in de hemel zal gaan innemen. Toch denk ik persoonlijk dat er voor iedereen een woonplek Hoofdstuk 10.3. Hemel - 7 -
Herschepping 2.0
zal zijn in de hemel, waar je desgewenst ook even alleen kunt zijn. Zoals elk kind in het gezin een bepaalde plaats heeft, zo zullen we later een plaats innemen in de samenleving van de hemel die geheel bij ons past.
Mannen en vrouwen in de hemel
In Matteüs 22:30 lezen we dat we in de hemel zoals de engelen zullen zijn, en dat het aardse huwelijk niet meer als zodanig zal functioneren. Betekent dat dan dat we daar als geslachtsloze wezens zullen rondlopen? Ik geloof het niet. Het mannelijke of vrouwelijke in ons is een belangrijk aspect van de unieke manier waarop God ons heeft ontworpen. Het is een essentieel deel van onze persoonlijkheid en er is geen enkele reden om aan te nemen dat God zo iets belangrijks zal vernietigen. Ik geloof dat in de hemel mannen volledig man zullen zijn en vrouwen volledig vrouw, zoals God het bedoeld heeft, ook al zal er niet meer zoiets zijn als een aards huwelijk. Mannen zijn door God geschapen om vooral zijn heiligheid uit te beelden: Gods kracht en wijsheid. Vrouwen zijn geschapen om vooral Gods liefde te tonen: Gods vriendelijkheid en zorgzaamheid. Mannen en vrouwen hebben zo elk een extra accent in hun persoonlijkheid, dat hun mannelijkheid of vrouwelijkheid laat zien. Wat ligt meer voor de hand dan er vanuit te gaan dat deze geschapen verschillen in de hemel worden vervolmaakt? Zie meer hierover in onderwerpen 'Man als beeld van Gods heiligheid' en 'Vrouw als beeld van Gods liefde' in hoofdstuk 'Karakter en geloofsgroei'.
Communicatie in de hemel
Veel mensen vragen zich af hoe er in de hemel wordt gecommuniceerd tussen mensen die op aarde zoveel verschillende talen hebben gesproken, en talen die in de loop van de eeuwen ook behoorlijk veranderd zijn. Ik heb een Chinese christen hierover het volgende horen zeggen: "In de hemel wordt natuurlijk Chinees gesproken, want het duurt een eeuwigheid om die taal te leren." Soendar Singh schreef hierover: "Als hemelbewoners spreken, spreken ze hun gedachten mijn hart binnen in een taal die ik niet hoefde te leren. Als je daar komt spreek je die taal zo gemakkelijk als dat een pasgeboren kind ademt zodra hij geboren wordt." Ook mensen die een bijna-doodervaring hebben meegemaakt vertellen dat ze op zo'n manier met geestelijke wezens konden communiceren, zonder dat ze dit hoefden te leren. Het was geen taal waarbij je woorden achter elkaar uitspreekt, maar waarbij een gedachte in zijn geheel van de een naar de ander gaat. De uitgesproken gedachten worden dan opgevangen via de intuïtie, ons veelzijdige geestelijke zintuig. Veel gelovigen die God tot zich hebben horen spreken hebben iets dergelijks op aarde al meegemaakt. Dit is ook een beetje te vergelijken met de manier waarop je via internet met anderen communiceert in een virtuele wereld, zoals in 'Second Life'. Kennelijk is het in de hemel mogelijk niet alleen geestelijk waar te nemen, maar ook naar buiten toe geestelijk te communiceren.
10.3.5. Leven in de hemel We leven nu al in de hemel
Op aarde zijn we voornamelijk gericht op de materiële wereld. Gelovigen op aarde leven vanaf het moment van hun wedergeboorte ook al in de geestelijke wereld, maar nog lang niet zo bewust. In al onze geestelijke ervaringen beleven we iets van en in de geestelijke wereld! Paulus spreekt terecht over onze geestelijke positie die we tijdens het aardse leven al innemen: "Hij heeft ons samen met hem (=Jezus) uit de dood opgewekt en ons een plaats gegeven in de hemelsferen, in Christus Jezus." (Efeziërs 2:6, NBV2004). Ook schrijft hij hierover het volgende:
Hoofdstuk 10.3. Hemel - 8 -
Herschepping 2.0
"Nu kijken we nog in een wazige spiegel, maar straks staan we oog in oog. Nu is mijn kennen nog beperkt, maar straks zal ik volledig kennen, zoals ik zelf gekend ben." (1 Korintiërs 13:12, NBV2004) Om de beeldspraak in deze tekst goed te begrijpen is het goed te weten dat er in de tijd van Paulus geen spiegels hadden zoals wij die kennen. Ze waren meestal van metaal en je kunt wel nagaan dat je daar geen duidelijk beeld mee kon zien.
Geestelijke zintuigen
In de hemel zullen we alles in de geestelijke wereld kunnen waarnemen, meer dan wat we tijdens ons aardse met onze intuïtie kunnen waarnemen. Van de cherubs uit Openbaring 4, vertelt de Bijbel dat ze aan de binnenkant en aan de buitenkant vol zijn met ogen, ofwel geestelijke zintuigen. "Ze hadden elk zes vleugels en waren overdekt met ogen, zowel van binnen als van buiten..." (Openbaring 4:8, GNB1996) Deze cherubs zijn dichter bij God dan ieder ander hemelwezen en hebben kennelijk een buitengewoon vermogen om Gods grootheid waar te nemen. Ik verwacht dat wij ook iets van dat bijzondere hemelse waarnemingsvermogen zullen hebben. We weten dat blinde mensen niet gestoord worden door visuele beelden en juist daardoor een veel sterker ontwikkelde intuïtie hebben. Met hun 'geestesogen' zien ze vaak meer dan ziende mensen. Op dezelfde manier verwacht ik dat we in de hemel ook geestesogen zullen hebben, waarmee we een ongekend waarnemingsvermogen zullen hebben. We zullen bijvoorbeeld nieuwe dingen van God gaan waarnemen, die ons huidige begrip te boven gaan.
Tijd en ruimte in de hemel
Het Bijbelboek Openbaring laat ons veel dingen zien vanuit een hemels perspectief. We zien dat daar plaatsen en tijden in elkaar overvloeien. Misschien kunnen we het een beetje vergelijken met onze dromen. Daarin kunnen we heel gemakkelijk door de tijd lopen, met mensen omgaan die allang gestorven zijn of tientallen jaren terug gaan in ons leven. Ook kunnen we in onze dromen in een mum van tijd in een ander werelddeel zijn. Dromen spelen zich immers af in de menselijke geest, dus de vergelijking is misschien niet eens zo heel slecht. Daarom is het bij de visioenen uit het Bijbelboek Openbaring niet verstandig om daar bepaalde tijdperken aan te koppelen, tenzij die specifiek tijdperken genoemd worden. In de hemel zullen we ook niet meer gebonden zijn aan ruimte, zoals op aarde. De geestelijke wereld is vele malen uitgebreider en dynamischer dan de materiële wereld. Soendar Singh heeft dit op de volgende manier waargenomen in de hemel: "Niemand voelt in de hemel afstand, want zodra iemand de wens te kennen geeft naar een andere plaats te gaan, bevindt hij zich daar reeds. Afstand voelt men alleen in de materiële wereld. Als iemand een andere heilige wil zien, kan hij zichzelf in een ogenblik daarheen verplaatsen, of die andere bevindt zich plotseling in zijn tegenwoordigheid."
Kunnen we in de hemel nog zondigen?
Een van de heerlijkste dingen van ons leven in de hemel zal zijn dat we definitief van onze oude natuur zijn verlost. Ons geweten en onze verlangens zullen volkomen gezuiverd zijn en zich geheel op God kunnen richten. We kunnen dan in vrijwillige, liefdevolle toewijding God en onze medemensen liefhebben en dienen, zonder trotse zelfzucht. Wat een heilzame bevrijding zal dat zijn, het sluitstuk van onze verlossing. Hoe vreemd je het misschien ook vindt, ik denk persoonlijk dat we in de hemel nog altijd kunnen zondigen als we dat willen. God heeft ons ooit een zelfstandige wil gegeven en die neemt Hij ons nooit meer af. We worden in de hemel niet omgeprogrammeerd tot gehoorzame marionetten zonder eigen verantwoordelijkheid. God is het meest geëerd met onze liefdevolle toewijding en die ontvangt Hij niet van automaten, maar uit vrije keus. Hoofdstuk 10.3. Hemel - 9 -
Herschepping 2.0
Hemelbewoners zijn volledig evenals aardbewoners verantwoordelijk voor hun daden en moeten keuzen maken over de mate waarin ze daar God en hun medemensen willen dienen. Dat geldt voor engelen en voor gestorven mensen die in de hemel verblijven. Evenals de engelen in de hemel altijd de mogelijkheid tot zondigen hebben gehad (waar de satan en zijn gevallen engelen gebruik hebben gemaakt bij hun zondeval) zo denk ik dat mensen in de hemel dezelfde mogelijkheid ook zullen behouden. Maar ik denk dat de mensen hun lesje dan wel geleerd hebben tijdens hun verblijf op aarde en weten waar de zonde toe leidt. En wie in de hemel het volle zicht heeft op Gods heiligheid en goedheid haalt het nog in zijn hoofd om tegen onze goede Schepper in opstand te komen?
Doorgaande ontwikkeling in de hemel
Ik verwacht niet dat de hemel een soort Luilekkerland is waar je heerlijk passief kunt genieten van alles wat mooi, leuk en lekker is. Eerder denk ik aan een plaats waar geleerd en ontdekt wordt, met een geest die honger heeft naar meer kennis en inzicht. Ik geloof dat het leerproces, dat we nu op aarde meemaken, in de hemel wordt voortgezet. We bouwen daar verder op wat we op aarde hebben geleerd. Iedere gelovige zal in de hemel een verschillend startpunt hebben en zich in de hemel ook weer verschillend ontwikkelen. Soendar Singh schreef: "In de geestelijke wereld bepaalt de geestelijke vooruitgang van ieder persoonlijk de mate, waarin hij in staat is God te ervaren en te kennen. En ook Christus openbaart zijn glorierijk aanschijn aan ieder in overeenstemming met zijn geestelijk licht en vermogen." Soendar Singh heeft in zijn visioenen gezien, hoe gestorven gelovigen door engelen verder onderwezen worden om te komen tot een beter kennen van de dingen van God. Ze zullen in geestelijk opzicht verder groeien, waardoor zij de heerlijkheid van Jezus dieper gaan ervaren. Het principe van geloofsgroei blijft natuurlijk ook in het hiernamaals van kracht, want groei is een kenmerk van het leven zelf. Er zijn gelovigen die denken dat in de hemel iedereen vanaf de eerste seconde in een staat van absolute perfectie verkeert, waaraan niets meer is toe te voegen. Een dergelijk statisch beeld strookt niet met Gods scheppingsprincipes en de manier waarop Hij ons gemaakt heeft, als evenbeelden van Hemzelf. Het in de hemel komen betekent niet dat we het eindstation hebben bereikt, maar op een nieuw beginpunt zijn aangekomen van een weg die nog verder omhoog gaat. Weliswaar wordt in Hebreeën 12:23 gesproken over de geesten van de rechtvaardigen, die de volmaaktheid hebben bereikt, maar het woord, dat met 'volmaakt' is vertaald, betekent eerder iets als 'doel' of 'bestemming', maar dat hoeft geen EINDDOEL in te houden. Gelovigen worden immers ook in het hier en nu volmaakte mensen genoemd, die in zekere zin een belangrijk doel hebben bereikt (Filippenzen 3:15; Kolossenzen 1:28) zonder het einddoel al te hebben bereikt. Over dit onderwerp schreef Randy Alcorn in zijn roman 'Deadline' ongeveer het volgende. "We zullen in de hemel niet plotseling alles vergeten zijn wat we op aarde hebben meegemaakt. Integendeel. We zullen ons leven op aarde gaan zien in het juiste licht en daar heel veel van kunnen leren. Wat we op aarde hebben geleerd, zal de basis zijn van waaruit we in de hemel verder zullen leren en zullen groeien in kennis. Ook herinneringen aan moeiten op aarde zullen niet worden uitgewist, maar in de hemel juist hun werkelijke waarde krijgen, zodat ze geen pijn zullen veroorzaken." Dit zijn de persoonlijke gedachten van de schrijver, geen geopenbaarde waarheden, maar ik vind dat ze wel aannemelijk overkomen.
Vrede en harmonie in de hemel
Onder het Oude Verbond gaf God de opdracht aan de hogepriester om het volk Israël te zegenen met de volgende woorden: "Moge de H E E R u zegenen en u beschermen, moge de H EE R het licht van zijn gelaat over u doen schijnen en u genadig zijn, moge de H EE R u zijn gelaat toewenden en u vrede geven." (Numeri 6:24-26, NBV2004) In de hemel zal dit op een nieuwe manier werkelijkheid worden. Let op dat deze zegen uit drie gedeelten bestaat, waarvan het laatste gedeelte de climax is: de vrede die God geeft vanuit zijn nabij-
Hoofdstuk 10.3. Hemel - 10 -
Herschepping 2.0
heid aan iedere hemelbewoner individueel en de hele hemelse samenleving als geheel. De harmonie en de vrede in verbondenheid met God en de andere hemelbewoners zal ongekend weldadig zijn, vergeleken bij de onrust die zo kenmerkend is voor ons gedegenereerde leven hier op aarde. Dat is de kern van de hemelse manier van leven.
10.3.6. Relaties in de hemel Sociale structuren in de hemel
In het Bijbelboek Openbaring wordt niet gesproken over kleurloze mensenmassa's, maar over mensen met allemaal hun eigen etnische achtergrond: "... Want u (=Jezus) bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal." (Openbaring 5:9, NBV2004) In de eerste plaats hebben Bijbelgedeelten als deze betrekking op de afkomst van de hemelbewoners. Maar ik heb de indruk dat ze voor Johannes als zodanig ook goed herkenbaar waren. Ook in Openbaring 21:24-22:2, waarbij het gaat over de Nieuwe Aarde, wordt meerdere malen gesproken over volkeren in het meervoud, niet over één groot volk, een soort smeltkroes waarin alle volken en culturen zijn opgegaan. Zo verwacht ik dat er in de hemel sociale structuren zijn, die vergelijkbaar zijn met die we hier op aarde kennen. Al wat God op aarde geschapen heeft, is een beeld of een voorafschaduwing van iets wat in de geestelijke wereld bestaat of zal bestaan.
Dienen in de hemel
We mogen verwachten dat de onderlinge contacten tussen mensen buitengewoon warm zullen zijn. Op aarde is dienen een belangrijke manier waarop mensen elkaar tot zegen kunnen zijn en in de hemel zal dat wel niet veel anders zijn. Soendar Singh schrijft hier het volgende over: "De heiligen leven er in gelukkige onderlinge verbondenheid. De minsten in rang ontmoetten zonder afgunst de hoger geplaatsten en diegenen, die hoger verheven waren, rekenden het tot een blij voorrecht in staat te zijn hun broeders in de lagere staat te dienen, want dit is het Koninkrijk van God en van liefde. In de hemel is geen jaloezie. Ieder is blij om de heerlijkheid te zien in anderen en men probeert de ander te dienen zonder eigenbelang." We weten vanuit de Bijbel dat dienen onze hoogste roeping is bij het navolgen van Jezus, die immers naar de aarde kwam om te dienen en daarmee een voorbeeld te stellen. Laat dat een aansporing zijn om deze roeping ook nu blij te aanvaarden en in praktijk te brengen.
Herkenning en ontmoeting in de hemel
In de hemel zullen we onze vrienden en familieleden herkennen en met hen verenigd worden. In het verhaal van de rijke man en de arme Lazarus in Lucas16:19-31 zien we dat de rijke man zowel Lazarus als Abraham herkent zodra hij in de geestelijke wereld is aangekomen. De herinnering aan zijn tijd op aarde is in het hiernamaals dus intact gebleven! Hoe herkende de rijke man Abraham, terwijl hij hem nooit eerder gezien had? Op dezelfde manier als de discipelen Mozes en Elia herkenden bij die wonderlijke ontmoeting op de berg (Lucas 9:28-31). Zoals eerder gezegd, stralen mensen in de geestelijke wereld hun karakter uit, zodat ze daaraan herkend worden. Kortom, als we later mensen zullen herkennen die we niet gezien hebben, zullen we zeker mensen herkennen die we op aarde wel gekend hebben! Toch mogen we verwachten dat onze verschijningsvorm zal afwijken van ons uiterlijk aan het einde van ons aardse leven. Omdat in de geestelijke wereld onze geest ofwel ons innerlijk wordt waargenomen, zullen we elkaar in de eerste plaats daaraan herkennen. De apostel Johannes zag in de hemel ook massa's mensen en dat kunnen we op veel plaatsen lezen in het Bijbelboek Openbaring. Maar hoewel Jezus in de hemel doorgaans zichtbaar was met een menselijke gedaante (zoals in Openbaring 1), zag Johannes Hem later ook als een lam dat er uitzag alsof het geslacht was (Openba-
Hoofdstuk 10.3. Hemel - 11 -
Herschepping 2.0
ring 5:6). Dus in de hemel herkennen we elkaar aan uiterlijke kenmerken en innerlijke kenmerken. Verder denk ik dat we in de hemel er jong en vitaal uit zullen zien.
Echtparen en alleenstaanden in de hemel
In Matteüs 22:23-33 legt Jezus uit dat de aardse aspecten van het huwelijk in het hiernamaals niet langer functioneren, hoe boeiend die op aarde ook waren. Ik neem aan dat daarbij hetzelfde principe van kracht is voor het leven in de hemel en na de opstanding: "Want wanneer de mensen uit de dood opstaan, trouwen ze niet en worden ze niet uitgehuwelijkt, maar zijn ze als engelen in de hemel." (Marcus 12:25, NBV2004) In dat opzicht zullen mensen op engelen lijken, die kennelijk het huwelijk niet kennen. Huwelijksbanden tussen mensen veranderen in de hemel ongetwijfeld in heel bijzondere vriendschapsbanden. God neemt nooit iets weg zonder er iets beters voor terug te geven. Mensen die op aarde tweemaal getrouwd zijn geweest, kunnen twee diepgaande relaties hebben opgebouwd. Deze zullen in de hemel uiteraard ook op een nieuwe manier worden uitgewerkt, zonder dat er sprake zal zijn van jaloezie of spanning. Zoals ouders van hun eerste kind blijven houden als er een tweede bij komt, zo kunnen relaties met meerdere (vroegere) huwelijkspartners op een goede, natuurlijke manier naast elkaar bestaan. Ook vrienden en vriendinnen kunnen op aarde relaties met elkaar hebben, die ze in de hemel terug zullen vinden, naarmate ze op aarde elkaar in verbondenheid met Jezus hebben liefgehad. Een ongehuwde zal daarin beslist niet achterblijven bij gehuwden. Het aardse huwelijk is immers tijdelijk en beslist niet noodzakelijk om in de eeuwigheid tot vervulling te komen. Laten we daarbij nooit vergeten dat er in de hemel maar één huwelijk zal functioneren: dat van Jezus en zijn Bruid. Het aardse huwelijk was daar een voorafschaduwing van. Daarom legt de apostel Paulus in 1 Korintiërs 7 uit dat ongehuwde zich vanuit geestelijk perspectief juist beter op de Heer zou kunnen richten en zich daardoor beter kan voorbereiden op dat ECHTE hemelhuwelijk.
Voortzetting van relaties op aarde
Relaties die we op aarde hebben gehad, gaan in de hemel gewoon verder op de een of andere manier. Toen het levenseinde van de hogepriester Aäron naderde, zei God er het volgende over: "Laat Aäron zijn priesterkleding uittrekken en laat zijn zoon Eleazar die aantrekken. Aäron zal daar sterven en met zijn voorouders verenigd worden." (Numeri 20:26, NBV2004) Ik geloof zeker dat dit meer betekent dan dat hij zou gaan sterven evenals zijn voorouders die gestorven waren. Nee, ik lees hierin een voortzetting van familierelaties, die passen in Gods eeuwige plan. Deze gedachte wordt ondersteund door wat Soendar Singh in de hemel heeft gezien en zelfs door de bijna-doodervaringen van mensen, die tijdens hun korte verblijf in de geestelijke wereld contact hebben gehad met mensen, uitgerekend met familieleden. In Lucas 16:1-9 vinden we een gelijkenis over een sluwe rentmeester die kort voor zijn ontslag een aantal klanten van zijn baas bevoordeelde. Hij was zo slim om daarmee een goed netwerk van relaties te ontwikkelen, zodat hij na zijn ontslag bij hen kon aankloppen om financiële hulp. Dan lezen we de volgende woorden van Jezus: "Ook ik zeg jullie: maak vrienden met behulp van de valse mammon, opdat jullie in de eeuwige tenten worden opgenomen wanneer de mammon er niet meer is." (Lucas 16:9, NBV2004) Een mogelijke uitleg van deze Bijbeltekst is de volgende: Als je vrienden maakt op aarde, zullen ze je in het hiernamaals ook vriendschap bewijzen; die eeuwige tenten komen wellicht overeen met de 'woningen in het huis van de Vader' uit Johannes 14:1 (NBG1951).
Hoofdstuk 10.3. Hemel - 12 -
Herschepping 2.0
Verdriet om geliefden die we niet terug vinden?
Veel mensen vragen zich af of er in de hemel misschien verdriet zal zijn als ze er bepaalde familieleden zullen missen, die geen toegang tot de hemel hebben verkregen. Vooral gelovigen, die ongelovige ouders of kinderen hebben, kunnen met deze vraag worstelen. Hoezeer aardse familiebanden ook van belang zijn en grote waarde hebben, Jezus heeft ons geleerd dat geestelijke relaties belangrijker zijn dan aardse familiebanden. "Iemand zei tegen hem (=Jezus): ‘Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen u spreken.’ Hij antwoordde: ‘Wie is mijn moeder en wie zijn mijn broers?’ Hij maakte een gebaar naar zijn leerlingen en zei: ‘Zij zijn mijn moeder en mijn broers. Want ieder die de wil van mijn Vader in de hemel doet, is mijn broer en zuster en moeder.’" (Matteüs 12:47-50, NBV2004) In het hiernamaals zullen we dat wellicht nog veel sterker ervaren dan in het hier en nu. Dan zullen we waarschijnlijk geen verbondenheid voelen met mensen die zich van Jezus hebben afgekeerd, zelfs als het onze naaste familieleden of onze beste vrienden zijn. Dat is nu misschien moeilijk voor te stellen, maar we moeten er rekening mee houden dat we in de hemel sommige dingen heel anders zullen zien dan op de aarde.
Sterven van een kind
Het volgende is een enigszins verkorte weergave van een aangrijpende gebeurtenis die Soendar Singh in de hemel heeft gezien. "Een klein kind stierf aan een longontsteking en een aantal engelen kwam om het over te brengen naar de hemel. Ik wilde wel dat zijn moeder die wonderbare gebeurtenis had kunnen zien, want ze zou gejubeld hebben van vreugde in plaats van te huilen; want engelen zorgen voor de kleinen met een toewijding en liefde zoals geen enkele moeder kan opbrengen. Toen namen de engelen het kind mee naar dat mooie en van licht vervulde gedeelte van de hemel, dat apart gehouden wordt voor kinderen, waar engelen voor hen zorgen en hen onderrichten in hemelse wijsheid, totdat ze gaandeweg aan de engelen gelijk worden. Na enige tijd stierf ook de moeder van het kind, en het kind, dat intussen volwassen was geworden, verwelkomde tezamen met andere engelen zijn moeder. Toen hij tegen haar zei: Moeder kent u mij? vloeide zijn moeders hart over van vreugde en toen zij elkaar omhelsden, werden hun vreugdetranen bloemen. Het was roerend om te zien. Terwijl zij samen wandelden, wees hij haar van alles aan en gaf haar voortdurend uitleg over alles wat zij zag. Toen zei de jongen tegen zijn moeder: Op de aarde, die slechts een zwak afschijnsel is van deze werkelijke wereld, treuren onze geliefden over ons, maar zeg mij eens, is dit de dood of het werkelijke leven waarnaar ieder hart verlangt?"
Relaties: een deel van ons loon in de hemel
In de hemel zullen we wel een band ervaren met onze geestelijke kinderen, degenen die wij hebben kunnen helpen om Jezus te vinden: "En de verstandigen zullen stralen als de glans van het uitspansel, en die velen tot gerechtigheid hebben gebracht als de sterren, voor eeuwig en altoos." (Daniël 12:3, NBG1951) Hoe meer wij op aarde een zegen zijn geweest voor andere mensen en iets aan hun levens hebben toegevoegd, des te meer zullen we in de hemel kunnen genieten van die mensen. "Bedenk dit: wie karig zaait, zal karig oogsten; wie overvloedig zaait, zal overvloedig oogsten." (2 Korintiërs 9:6, NBV2004) Het omgekeerde is ook waar. We zullen er allerlei mensen ontmoeten, die ONS tot zegen zijn geweest en door God zijn gebruikt om iets aan ONS leven toe te voegen. Wat zal het leuk zijn om dat bij elkaar te ontdekken en om daar met elkaar over te praten. Wat zal het ons ook nederig maken. We zullen er namelijk achter komen dat wat we op aarde geleerd hebben in geestelijke zin, niet onze Hoofdstuk 10.3. Hemel - 13 -
Herschepping 2.0
eigen prestatie was. Het zijn allemaal geschenken van God, die we voor een groot deel hebben ontvangen van onze ouders, kinderen, vrienden, geestelijke leiders, onderwijzers en talloze andere mensen die een voorbeeldfunctie hebben gehad in ons leven. Het aardige is dat we ons op aarde vaak niet bewust zijn dat we iets voor een ander betekenen, maar in het hiernamaals zal het pas echt openbaar worden. Ik verwacht dat we in dit opzicht veel verrassende ontdekkingen zullen doen. "Verzamel schatten in de hemel ... Waar je schat is, daar zal ook je hart zijn." (Matteüs 6:20-21, NBV2004) Een aantal jaren geleden is mijn eerste vrouw plotseling overleden, na een jarenlang goed huwelijk. We waren al die jaren Gods belangrijkste zegen op aarde voor elkaar. De liefde die God door mij heen aan haar heeft gegeven heeft eeuwigheidswaarde en zo is er is een schat in de hemel. Tijdens het rouwproces werd ik erg bemoedigd door de gedachte dat ik later die schat in de hemel zal vinden, in verschillende betekenissen van het woord. En voor haar geldt precies hetzelfde in omgekeerde richting. En dat principe geldt voor alle andere relaties met mensen, die God door ons heeft kunnen zegenen. Het zijn even zoveel schatten in de hemel die niet zullen vergaan, en die in eeuwigheid een grote bron van vreugde zullen zijn.
Plaats van volmaaktheid?
Hoe heerlijk het ongetwijfeld in de hemel is, er is nog veel wat er ontbreekt. Eenvoudigweg omdat jij er nog niet bent. Er wordt daar op je gewacht. Mensen die je dierbaar zijn en die je zijn voorgegaan, zien naar je uit. En niet alleen zij, maar vooral ook Jezus zelf. Pas als Jezus terugkomt zal de Gemeente compleet zijn. Dan zal de grote reünie plaatsvinden en zullen AL Gods kinderen elkaar kunnen begroeten. Wat een feest zal dat zijn!
10.3.7. Bezigheden in de hemel Het zal in de hemel allesbehalve een saaie boel zijn. Er zal waarschijnlijk veel meer te doen zijn dan op aarde en het leuke is, dat er geen tijdsbeperkingen zullen zijn. Overal is tijd voor, je komt nooit tijd tekort, je hoeft je nooit te haasten en je hoeft je nooit te vervelen. Dat komt allemaal door het wegvallen van de tijdgebondenheid die zo typerend is voor het aardse leven. Probeer dat allemaal eens in te denken!
Priesterdienst
In het Bijbelboek Openbaring lezen we diverse passages die doen denken aan priesterdienst. Op zichzelf is dat niet verwonderlijk. In 1 Petrus 2:9 staat immers dat alle gelovigen behoren tot een koninklijk priesterschap. Een van de belangrijkste priesterlijke taken zal zijn dat we samen met de engelen God eeuwig zullen prijzen en aanbidden: "Daarom staan ze voor Gods troon en zijn ze dag en nacht in zijn tempel om hem te vereren ..." (Openbaring 7:15, NBV2004) Grappig trouwens dat de apostel Johannes de uitdrukking 'dag en nacht' gebruikt, terwijl er in de hemel geen dag en nacht bestaan. Ook voorbede is een priesterdienst. Ook lezen we over gebeden die aan God worden aangeboden: "Op hetzelfde moment wierpen de vier wezens en de vierentwintig oudsten zich voor het lam neer. Ieder van hen had een lier en een gouden schaal vol wierook; dat zijn de gebeden van de heiligen." (Openbaring 5:8, NBV2004) Dit kunnen gebeden zijn van gelovigen op aarde zowel als in de hemel. Houd er rekening mee dat gelovigen in de hemel natuurlijk minstens even goed kunnen bidden als wij aardbewoners (Openbaring 6:10). Zij zullen naast het aanbidden van God ongetwijfeld ook tijd besteden aan voorbede voor mensen op aarde, want de hemel is nadrukkelijk betrokken bij wat er op aarde gebeurt. Hier komen we even verder op terug.
Hoofdstuk 10.3. Hemel - 14 -
Herschepping 2.0
Muziek
Volgens het Bijbelboek Openbaring wordt er in de hemel volop muziek gemaakt en gezongen. Als je het Bijbelboek Openbaring leest, dan valt het op dat het er behoorlijk levendig en rumoerig aan toe kan gaan. Als je gewend bent aan rustige, gedragen kerkdiensten houdt, bereid je dan maar voor op 'het ergste'! Lang geleden heb ik een keer gedroomd van engelenzang. Het is een van de twee dromen die ik ooit van de hemel heb gehad. Ik zag een muziekinstrument dat op een orgel leek en daar achter zag ik een groep engelachtige personen staan, die aan het zingen waren. Het klonk ongelooflijk mooi. Ik hoorde enkele seconden lang honderden verschillende stemmen met allemaal verschillende toonhoogten en die toch een wonderbaarlijke harmonie met elkaar vormden. Min of meer tegelijk gingen al die stemmen omhoog of omlaag, volgens een melodie die erg onaards klonk. Deze engelenzang was niet alleen buitengewoon mooi om te horen, maar je luisterde er vooral met je hart naar. Het liet een gevoel achter van onuitsprekelijke vrede en ontzag voor Gods heiligheid. Dat beeld heb ik van het zingen in de hemel. Ik kan me voorstellen dat gelovigen, die in de Bijbel lezen dat er in de hemel 'dag en nacht' gezongen wordt, wel eens bij zichzelf denken: is dat nou alles? Vooral als je niet van zingen en muziek houdt is dat misschien helemaal niet zo'n plezierig vooruitzicht. Naast het voortdurend zingen is er natuurlijk ook ruimte om even voortdurend te genieten van alle andere goede dingen die de hemel te bieden heeft. Kortom, iedereen zal volledig kunnen genieten van de overvloed aan zegen in de hemel!
Betrokkenheid met de aarde
Protestanten hebben zich vaak afgezet tegen Rooms-katholieke opvattingen over Maria en heiligen die vanuit de hemel voor ons kunnen bidden als we hen aanroepen. Dergelijke voorstellingen kunnen immers leiden immers tot een vorm van afgoderij, doordat mensen worden aangeroepen in plaats van God. Maar de Bijbel zegt meer over dit onderwerp. Jezus zelf doet vanuit de hemel voorspraak voor ons (1 Johannes 2:1; Romeinen 8:34). In het boek Openbaring zien we dat de hemelbewoners, waaronder gestorven gelovigen, betrokken zijn bij het gebeuren op aarde. In Openbaring 19:1-2 lezen we bijvoorbeeld dat gelovigen in de hemel juichen als de antichristelijke macht op aarde (Babylon genoemd) wordt vernietigd. Verder is er blijdschap in de hemel als zich op aarde iemand tot bekering komt (Lucas 15:7). Ook het volgende Bijbelvers laat iets zien van een persoonlijke betrokkenheid van gestorven gelovigen met de aarde: "Daarom dan, laten ook wij, nu wij zulk een grote wolk van getuigen rondom ons hebben, afleggen alle last van de zonde ... en met volharding de wedloop lopen, die vóór ons ligt." (Hebreeën 12:1, NBG1951) In dit Bijbelvers staat niet dat deze mensen van boven af, vanuit de verte toekijken, maar dat ze rondom ons zijn. De geestelijke wereld is immers verweven met de materiële wereld en onze eigen geest bestaat zelfs IN de geestelijke wereld. Nu. Zo schrijft de apostel Paulus bijvoorbeeld: "... We zijn voor heel de wereld, zowel voor engelen als mensen, een schouwspel geworden." (1 Korintiërs 4:9, NBV2004) Hemelbewoners zijn mogelijk beter op de hoogte met ons doen en laten dan we vermoeden. Alleen geeft de Bijbel geen enkele aansporing aan ons, die nog op aarde leven, om gestorven gelovigen aan te roepen en te vragen voor ons te bidden of om ons te helpen. God zou gestorven gelovigen kunnen toestaan om gelovigen op een of andere manier op aarde bij te staan, zoals God ook engelen zendt om gelovigen te helpen (Hebreeën 1:14). Zo vreemd is dat niet, want gelovigen functioneren in de geestelijke wereld immers in veel opzichten net zoals engelen (Matteüs 22:30). Soendar Singh hoorde in de hemel iemand vertellen: "Onze familie en hen die ons liefhebben, komen dikwijls uit de onzichtbare wereld om ons te helpen en te beschermen. Toch is het hen nooit toegestaan zich voor ons zichtbaar te maken, uitgezonderd een enkele keer als het hoogst noodzakelijk is." Hoofdstuk 10.3. Hemel - 15 -
Herschepping 2.0
Jezus roept ons op om God te vertrouwen voor hulp. Wie Hij vanuit de geestelijke wereld nu precies inzet om die hulp te verlenen, is geheel zijn zaak en voor ons op dit moment verborgen en ook niet van belang.
Hoofdstuk 10.3. Hemel - 16 -
Herschepping 2.0
10.4. Wederkomst van Jezus Jezus zal uit de hemel naar de aarde terugkeren als Messias voor de Israël en voor de Gemeente en ook als rechter voor alle volken. Voorafgaande aan zijn komst kunnen we vervolgingen moeiten verwachten voor het volk Israël en de Gemeente. Laten we klaar zijn voor zijn komst! 10.4.1. Profetieën over de eindtijd 10.4.2. Voortekenen van de wederkomst 10.4.3. Eindtijd voor Israël en Gemeente 10.4.4. Vervolging en strijd voor Israël 10.4.5. De Messias komt voor Israël 10.4.6. Vervolging van de Gemeente 10.4.7. Antichrist 10.4.8. Kiezen voor Jezus of antichrist 10.4.9. Opname van de Gemeente 10.4.10. Jezus als Rechter voor de volken 10.4.11. Uitzien naar Jezus' wederkomst
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 1 -
Herschepping 2.0
10.4.1. Profetieën over de eindtijd De Bijbel bevat veel informatie over ingrijpende gebeurtenissen, die zullen plaatsvinden voor de tijd. "... waarover God van oudsher bij monde van zijn heilige profeten heeft gesproken en waarin alles zal worden hersteld." (Handelingen 3:21, NBV2004) Al die toekomstige gebeurtenissen bij elkaar (tot en met de schepping van de Nieuwe Aarde) noemen we de eindtijd. Alle aspecten van de eindtijd zullen op een of andere manier met elkaar verweven zijn. Aan het einde van veel romans komen alle gebeurtenissen van het boek in een spannende climax bij elkaar. In die climax vinden meestal ook verrassende wendingen plaats.
Achteraf zullen we het weten
De geschiedenis leert dat het heel moeilijk is om van tevoren in te schatten HOE bepaalde profetieën zullen worden vervuld. Toen Jezus op aarde geboren werd, waren er duidelijke profetieën over zijn komst en bediening beschikbaar. Toch werden de toenmalige Schriftkenners verrast door een optreden van Jezus dat ze totaal niet in de profetieën herkenden. Achteraf was duidelijk te zien hoeveel profetieën betrekking bleken te hebben op het leven van Jezus op aarde. Vooral in het evangelie van Matteüs zien we veel verwijzingen met woorden als "want zo staat het geschreven door de profeet." Zo verwacht ik dat we in de eindtijd verschillende onverwachte gebeurtenissen zullen meemaken, waarvan we achteraf pas door zullen hebben dat ze in de Bijbel beschreven zijn. Daarom denk ik dat we moeten oppassen met al te stellig te spreken over de dingen die zullen gebeuren, vooral wanneer profetieën elkaar lijken tegen te spreken.
Het verstaan van profetieën
De Bijbel bevat allerlei soorten profetieën. Laten we er een paar noemen: Er zijn letterlijke profetieën, zoals de profetie over Betlehem als geboorteplaats van de Messias (Micha 5:1). Er zijn symbolische profetieën, die eerder over een concept gaan dan over een bepaalde toekomstige gebeurtenis, zoals we die veel tegenkomen in het Bijbelboek Openbaring. Er zijn profetieën die betrekking kunnen hebben op meerdere perioden of gebeurtenissen, zoals verschillende profetieën over strafgerichten en de terugkeer van het joodse volk naar hun eigen land. Er zijn profetieën die pas profetieën worden genoemd als ze in vervulling gaan, zoals Psalm 22 veel details bevat die doen denken aan het lijden en sterven van Jezus. Veel profetieën over de eindtijd hebben betrekking op raakvlakken tussen de geestelijke wereld en de materiële wereld. We hebben helaas een beperkt vermogen om de geestelijke wereld te doorgronden, waar plaatsen en tijden voor onze aardse begrippen vaak door elkaar lopen. Wij tijdgebonden aardbewoners denken in tijdschema's. In een aards scenario van gebeurtenissen is het belangrijk vast te stellen wanneer en waar alles gebeurt. In de hemel, waar tijd en plaats geen rol spelen, worden geestelijke concepten gehanteerd, die op aarde in verschillende tijdvakken kunnen worden uitgewerkt. We vinden dit ook terug in de woorden van Jezus. In Matteüs 10 lezen we over de stageopdracht voor de twaalf discipelen om twee aan twee het evangelie te verkondigen. Zijn aanwijzingen gaan geleidelijk over in beschouwingen over de manier waarop Jezus' volgelingen in de eindtijd worden behandeld en vervolgd (Matteüs 10:16-23). Als Jezus het later over de eindtijd heeft (Matteüs 24) lopen er twee geschiedenissen door elkaar: de verwoesting van Jeruzalem in het jaar 70 na Christus, en de gebeurtenissen voorafgaande aan zijn wederkomst. Ook in de gelijkenis over het eindoordeel (Matteüs 25:31-46) lopen er twee toekomstige gebeurtenissen door elkaar: de berechting van de volken direct volgend op Jezus' wederkomst naar de aarde en het Laatste Oordeel. In elk van deze drie voorbeelden werkt Jezus een concept uit, dat op verschillende tijdvakken betrekking heeft of kan hebben.
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 2 -
Herschepping 2.0
In de oudtestamentische profetieën zien we hetzelfde verschijnsel. Een veel voorkomend thema is het herstel van Israël, waarbij we vaak twee of meer van de volgende perioden of gebeurtenissen tegenkomen: 1. de wederkomst van Israël uit de Babylonische ballingschap 2. het ontstaan van de huidige staat Israël (vanaf 1948 tot heden) 3. het herstel van Israël na de wederkomst van Jezus 4. de toekomstige samenleving op de Nieuwe Aarde Veel hiervan is bijvoorbeeld te lezen in Jeremia 32:36-41. Samenvattend kunnen we stellen dat het heel moeilijk zo niet onmogelijk om alle Bijbelgedeelten over de eindtijd om te smelten in een volledig betrouwbaar eindtijdscenario.
Heeft God wel een eindtijdscenario klaarliggen?
Ik betwijfel of God een gedetailleerd eindtijdscenario heeft klaarliggen en dat dit vanuit de hemel nauwgezet wordt uitgeregisseerd. Ik denk eerder dat God een aantal grote lijnen heeft uitgezet tot een ruw plan en dat de details later worden uitgewerkt, tijdens de uitvoering. In de Bijbel lezen we ook diverse keren dat God het menselijk handelen en de gebeden van gelovigen bij de uitvoering van zijn plannen betrekt. Soms verandert God plannen in antwoord op gebed. Bij de vervulling van profetieën gaat God allesbehalve mechanisch te werk: met grote wijsheid, flexibiliteit en creativiteit worden details op vaak verrassende manieren ingevuld. "Ik zag een andere machtige engel uit de hemel neerdalen ... Hij hield een kleine boekrol geopend in zijn hand ... daarna lieten de zeven donderslagen hun stem horen. Ik wilde opschrijven wat ze gezegd hadden, maar een stem uit de hemel zei tegen mij: 'Wat de zeven donderslagen gezegd hebben, moet je geheimhouden. Schrijf het niet op.' ... Op het moment dat de zevende engel zijn bazuin zal laten klinken, zal Gods geheim werkelijkheid worden, zoals hij zijn dienaren, de profeten, heeft beloofd.'" ( Openbaring 10:1-7, NBV2004) Dit gedeelte uit een visioen van de apostel Johannes gaat volgens de meeste Bijbeluitleggers over Gods verborgen plannen om in de eindtijd strafgerichten en uitreddingen uit te voeren. Zulke Bijbelgedeelten tonen aan dat we niet alles kunnen weten over de eindtijd; ik geloof dat niemand in staat is om alle puzzelstukjes over de toekomstige dingen zo in elkaar te leggen dat er een waterdicht toekomstscenario uitkomt. God is en blijft Heer van de geschiedenis. Hij was Heer over het scheppingsproces voor de aarde, Hij zal ook Heer blijken te zijn over het HERscheppingsproces voor de aarde en alles wat daar mee te maken heeft.
Omgaan met profetieën over de eindtijd
Zo moeten we bij het lezen van Bijbelse profetieën niet te veel met een vergrootglas naar de details kijken, maar de grote lijnen proberen vast te houden. Bij het bestuderen van de Bijbelse gegevens over de eindtijd is het goed om het volgende te bedenken: Laten we proberen de grote lijnen te ontdekken en daar voorzichtig een aantal details uit de profetieën aan ophangen. Veel profetieën doen ons denken aan videoclips, waarbij allerlei beelden na elkaar worden getoond. Daarbij gaat het vaak niet om de details, maar om het overbrengen van een bepaald concept en de belangrijkheid ervan. Profetieën hebben vaak betrekking op gebeurtenissen die bij verschillende tijdstippen of perioden horen. We moeten voorzichtig zijn met concepten die we in de beeldende taal van profetieën menen te ontdekken, maar die niet in letterlijke bewoordingen door de Bijbel worden ondersteund. Uit beeldende taal mogen we nooit hoekstenen voor onze opvattingen over de toekomst ontlenen. Andersom ook: we mogen letterlijke toekomstvoorspellingen niet vergeestelijken. We hebben het hier over een van de moeilijkste onderwerpen uit de Bijbel wat uitleg betreft. Het is dus van belang dat we niet al te stellig zijn met onze mening, want:
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 3 -
Herschepping 2.0
"... ons kennen schiet tekort en ons profeteren is beperkt." (1 Korintiërs 13:9, NBV2004) Ongeacht het inzicht dat we menen te hebben in deze materie, we zullen allemaal verrast worden als het echt gaat gebeuren. Alle Bijbeluitleggers zijn het volledig eens over het volgende: Jezus zal terugkomen om zich met al de zijnen te verenigen. De satan zal volledig en definitief overwonnen worden. Jezus zal voor eeuwig regeren onder het oppergezag van God de Vader. Bij de bespreking van dit onderwerp wil ik de gebeurtenissen rondom de wederkomst van Jezus ruwweg rangschikken onder de drie groepen mensen: 1. 2. 3.
Israël (=alle ware gelovigen onder het Oude Verbond) de Gemeente (=alle ware gelovigen onder het Nieuwe Verbond) de volken (=alle overige mensen)
Met elk van deze groepen mensen heeft de terugkerende Jezus een verschillende relatie. Zijn wederkomst zal dan ook een verschillend effect hebben op elk van deze groepen mensen.
10.4.2. Voortekenen van de wederkomst Geboorteweeën van de toekomst
Hier zijn enkele voorbeelden van gebeurtenissen, waarvan Jezus heeft gezegd dat het juist nog GEEN voortekenen zijn van zijn spoedige wederkomst: Valse messiassen (Matteüs 24:5) Oorlogen en oorlogsdreigingen (Matteüs 24:6) Hongersnoden (Matteüs 24:7) Aardbevingen (Matteüs 24:7) Over al dergelijke gebeurtenissen heeft Jezus gezegd: "... Dat moet allemaal gebeuren, maar het is het einde nog niet..." (Matteüs 24:6, GNB1996) "... dat alles is het begin van de weeën." (Matteüs 24:8, NBV2004) Jezus noemt wel enkele voortekenen waaraan we kunnen zien dat de dag van Jezus' wederkomst dichtbij is gekomen. Deze worden hierna genoemd.
Voorteken1: Evangelieprediking aan alle volken "Pas als het goede nieuws over het koninkrijk in de hele wereld wordt verkondigd als getuigenis voor alle volken, zal het einde komen." (Matteüs 24:14, NBV2004) Het evangelie heeft nog niet alle volken bereikt. De vraag is wat in de Bijbel met het woord 'volk' wordt bedoeld en wanneer gesproken kan worden van 'bereikt zijn met het evangelie'. Wereldwijd wordt hard gewerkt aan Bijbelvertalingen voor etnische groepen die Gods Woord nog niet in hun eigen taal hebben. Er zijn nog heel veel taalgroepen die dat voorrecht nog niet hebben. Sommigen daarvan hebben het evangelie alleen mondeling gehoord, bijvoorbeeld door radio- en Tvuitzendingen, mp3-spelers of iPods. Afhankelijk van de gekozen definitie voor het woord 'volk' kan deze profetie als wel of niet vervuld worden beschouwd. Let op: Jezus heeft niet gezegd dat alle MENSEN eerst het evangelie moeten horen, maar alle VOLKEN...
Voorteken 2: Toenemende christenvervolging "Dan zullen ze jullie prijsgeven aan onderdrukking en jullie vermoorden, en je zult gehaat zijn bij alle volkeren vanwege mijn naam. Dan zullen velen ten val gebracht worden, elkaar uitleveren en haten." (Matteüs 24:9-10, WV1995) De kerkgeschiedenis is voor een groot deel geschreven met het bloed van martelaren. Gedurende de afgelopen eeuw zijn er meer christenen om hun geloof vervolgd en gedood dan in alle voorgaande
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 4 -
Herschepping 2.0
eeuwen bij elkaar. Ook nu is de situatie in veel landen zeer ernstig. We zien vandaag de dag dat christenen wereldwijd niet alleen vervolgd worden in dictatoriaal bestuurde landen, maar vooral ook door moslimextremisten. En ook in het 'vrije' westen komen gelovigen steeds meer onder druk te staan van mensen die een afkeer hebben van het christelijke geloof. De Bijbel zegt niet dat Jezus pas terugkomt als het aantal GELOVIGEN compleet zal zijn, zoals vaak wordt beweerd, maar als het aantal MARTELAREN compleet zal zijn. Dit kunnen we lezen in het Bijbelboek Openbaring over 'de zielen van al degenen die geslacht waren omdat ze over God hadden gesproken en vanwege hun getuigenis': "Ze riepen luid: 'O heilige en betrouwbare Heer, wanneer zult u de mensen die op aarde leven eindelijk straffen en ons bloed op hen wreken?' Ieder van hen kreeg witte kleren. Verder werd hun gezegd nog een korte tijd geduld te hebben, totdat ook de andere dienaren, hun broeders en zusters die net als zij zouden worden gedood, zich bij hen gevoegd zouden hebben." (Openbaring 6:10-11, NBV2004) Zie meer hierover in hoofdstuk 'Geloofsvervolging'.
Voorteken 3: Valse profeten "Er zullen veel valse profeten opstaan, die veel mensen op een dwaalspoor brengen." (Matteüs 24:11, WV1995) Hierbij kunnen we denken aan de enorme invloed van religies, wereldse filosofieën en denkwijzen waardoor gelovigen verleid worden en van Jezus afgehouden worden. Zie meer hierover in onderwerp 'Dwaalleringen' in hoofdstuk 'Waarheid en leugen'.
Voorteken 4: Wetteloosheid en chaos "En doordat de wetteloosheid toeneemt, zal bij velen de liefde bekoelen. Maar wie standhoudt tot het einde, zal worden gered." (Matteüs 24:12-13, NBV2004) De volken worden steeds meer geconfronteerd door onbeheersbare politieke, maatschappelijke en sociale problemen. Ook in ons land worden op een haast religieuze wijze allerlei vormen van tolerantie van het kwade aan ons opgedrongen. Via films en Tv-series krijgen we een onafgebroken stroom van voorbeelden van wetteloosheid: ongeoorloofde seksuele relaties en extreem geweld zijn daarbij zo gewoon dat je ervoor moet oppassen om het zelf ook als normaal gedrag te gaan beschouwen. "Als God de duur ervan niet zou verkorten, zou geen sterveling het overleven. Maar ter wille van de uitverkorenen zal God de duur ervan verkorten." (Matteüs 24:22, GNB1996) Onder invloed van de machten van het kwade dreigden de samenlevingen uiteen te vallen en zich te bewegen in de richting van de chaos en ondergang. Allerlei ontwikkelingen in de wereld wijzen erop dat het niet lang meer kan duren voordat de hele mensheid vastloopt door overbevolking, milieuproblematiek, opwarming van de aarde, tekort aan grondstoffen en wat niet al. Jezus zal terugkeren voordat de wereldbevolking zichzelf zal hebben vernietigd.
Hoever zijn we?
Ik geloof dat we al een heel eind op weg zijn. Afhankelijk van de manier van interpreteren van de bovengenoemde uitspraken van Jezus zou Hij vandaag al terug kunnen komen. God bepaalt wanneer de maat vol is en wanneer het tijd is. Hij is de enige die dit alles kan overzien en onze toekomst is bij Hem in goede handen. We mogen verwachten dat bepaalde ontwikkelingen, zoals hiervoor beschreven, tot een bepaalde climax zullen komen en dan zal het de wederkomst van Jezus plaatsvinden. In de komende onderwerpen wordt dit verder uitgewerkt.
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 5 -
Herschepping 2.0
10.4.3. Eindtijd voor Israël en Gemeente De toekomst van Israël en de Gemeente
In het Oude Testament lezen we veel profetieën over de eindtijd, met als hoofdthema: het herstel van Israël als natie onder het koningschap van de Messias. In het Nieuwe Testament lezen we over de wederkomst van Jezus om zich met de Gemeente te herenigen en om met de Gemeente te regeren over de volken van de aarde. De grote vraag is: hoe passen deze profetieën in elkaar? Op zijn minst zijn er heel belangrijke overeenkomsten. Zowel Israël als de Gemeente worden in de Bijbel Gods volk genoemd. Beide volken hebben eeuwenlang blootgestaan aan vervolging vanwege hun geloof in de enige ware God. Zowel gelovige joden als gelovige christenen zien uit naar de komst van Messias Jezus. De joden wachten op de vereniging met hun Messias, de christenen op de hereniging met Jezus. Beide volken geloven in een eeuwig leven in het hiernamaals. Joden en christenen hebben hetzelfde fundament van waarheid onder hun geloof, hebben toekomstverwachtingen die opvallend veel overeenkomsten hebben en zijn onderweg naar een gemeenschappelijke toekomst.
Verblinding van Israël en de Gemeente voor elkaar
Het merkwaardige is echter dat Israël blind is voor de betekenis van de Gemeente in Gods heilsplan doordat ze Jezus als Messias afwijzen. Anderzijds hebben christenen eeuwenlang hun best gedaan om Israël aan de kant te zetten. De verwijdering begon al kort na de verwoesting van Jeruzalem en het zette zich door in de tijd van Augustinus. Later hebben christenen met de zogenaamde vervangingstheologie het Jodendom van de tijd na de komst van Jezus buiten het plan van God geplaatst en de Gemeente uitgeroepen tot het geestelijke Israël. De toekomstprofetieën over het herstel van Israël uit het Oude Testament zijn daarbij vergeestelijkt en uitgelegd als profetieën voor de Gemeente.
Ontluikend inzicht
Niemand kan om de wonderbaarlijke heroprichting van de staat Israël heen, die in 1948 heeft plaatsgevonden. Het is misschien wel het grootste godswonder van de 20e eeuw! Daardoor staan steeds meer nieuwtestamentische gelovigen open voor de positie van Israël als volk van God naast de Gemeente. Wel blijft het moeilijk om vast te stellen wat die positie precies inhoudt, maar is het echt nodig dat je dat precies weet? Tegelijk neemt ook het aantal Messiasbelijdende joden toe. Dit zijn bemoedigende gebeurtenissen, die voorafgaan aan de samensmelting van Israël en de Gemeente in de komende tijd.
Israël naast de Gemeente
In Efeziërs 2:11-22 legt Paulus uit hoe Messiasbelijdende gelovigen uit de joden en uit de heidenen samen tot één volk zijn samengegroeid. De Gemeente is als het ware op de stam van Israël geënt tot één en dezelfde boom: "En als nu sommige takken van de edele olijfboom zijn afgebroken en u, loten van een wilde olijfboom, tussen de overgebleven takken bent geënt en mag delen in de vruchtbaarheid van de wortel, dan moet u zich niet boven de takken verheffen. Als u dat doet, moet u goed bedenken dat niet u de wortel draagt, maar de wortel u." (Romeinen 11:17-18, NBV2004) Let goed op. De volgorde is: eerst Israël, daarna de Gemeente. De Gemeente mag zich dus niet verheffen boven Israël. Als christenen menen we dat 'ons' Nieuwe Verbond zoveel glorierijker is dan hun Oude Verbond. Maar hebben wij er als christengelovigen door de eeuwen heen zoveel meer van terecht gebracht dan de joden? Laten we maar bescheiden zijn en naast hen gaan staan, naast het volk Israël als onze 'oudere broer' in het geloof. Jezus noemde het volk Israël en de Gemeente één kudde met één Herder: "Ik heb nog andere schapen, die niet van deze schaapskooi zijn; ook die moet Ik binnenbrengen, en zij zullen Mijn stem horen en het zal worden één kudde en één Herder." (Johannes 10:16, HSV2010) Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 6 -
Herschepping 2.0
De joden die Jezus niet als Messias belijden en de Gemeente trekken momenteel apart op, ondanks het toenemende begrip ten opzichte van elkaar. In de eindtijd geloof ik dat de beide volken op een nieuwe manier tot één kudde zullen worden. Ze ook onderwerp 'Israël en Gemeente' in hoofdstuk 'Gods Verbonden'.
10.4.4. Vervolging en strijd voor Israël Moeilijke tijden voor Israël
Voor het volk Israël heeft de Bijbel moeilijke tijden voorzegd. In Matteüs 24 sprak Jezus over wat zou gaan gebeuren bij de belegering en inname van Jeruzalem in het jaar 70 (vers 15-20). Hij bond zijn discipelen op het hart om die ramp zo mogelijk te ontvluchten. Verder weten we allemaal van de eeuwenlange discriminatie en vervolging die de joden tot op vandaag ondergaan. Waarom God dit heeft toegelaten is moeilijk te begrijpen. Maar zelfs de afschuwelijke Holocaust (letterlijke betekenis: levend offer) is achteraf waarschijnlijk door God gebruikt om een aanzet te geven tot de stichting van de staat Israël. Het is triest dat er nog altijd christenen zijn die beweren dat de Holocaust het gevolg is geweest van het feit dat de joden Jezus hebben gekruisigd. In de Tien Geboden lezen we immers duidelijk dat 'de schuld van de ouders' slechts enkele geslachten doorwerkt (Exodus 20:5), dus niet tot in de twintigste of de eenentwintigste eeuw. Bovendien zijn alle mensen schuldig aan het lijden en sterven van Jezus. Jij en ik zijn dus niet minder schuldig dan de joden die destijds riepen dat Hij gekruisigd moest worden. En dan die woorden van de joden: "Laat zijn bloed ons dan maar worden aangerekend, en onze kinderen" (Matteüs 27:25, NBV2004) Wat moeten we daarmee? Jezus had maar één soort bloed: het bloed, dat heeft gevloeid tot vergeving van zonden. Mogen wij dat bloed dan misbruiken om de joden te veroordelen? Mogelijk is de eeuwenlange verstrooiing van Israël onder de volken het gevolg van het afwijzen van hun Messias (Deuteronomium 28:64-66). Maar evenals God de Israëlieten genadig was tijdens en na hun Babylonische ballingschap, zou Hij zijn aloude volk dan onder de huidige omstandigheden niet genadig willen zijn?
Israëls bondgenoten en vijanden
Het is eveneens triest dat in de loop van de afgelopen eeuwen de christenen zich ernstig schuldig hebben gemaakt aan Jodenhaat en Jodenvervolging, ondanks hun geestelijke verwantschap met de joden. Hoewel het joodse volk en de staat Israël natuurlijk niet hetzelfde zijn, bekennen de volken wel kleur door hun opstelling ten opzichte van de staat Israël. Momenteel zijn het vooral de islamitische volken die de verklaarde vijanden van het joodse volk en de staat Israël zijn. In de meeste landen, ook in landen waar het christendom de voornaamste godsdienst is, varieert de houding ten opzichte van de staat Israël van apathisch tot vijandig. Verschillende kerkgenootschappen nemen helaas dezelfde positie in. Wereldwijd antisemitisme neemt eerder toe dan af. De Verenigde Staten vormen in het wereldgebeuren een eenzame uitzondering doordat ze de staat Israël nog steeds openlijk steunen, hoewel die steun wel lijkt af te nemen. Ik vind dat christenen in principe ronduit achter het joodse volk behoren te staan omdat het in geestelijke zin familie van ons is en omdat het nog altijd 'Gods oogappel' is. "... wie u aanraakt, raakt Zijn oogappel aan." (Zacharia 2:8, HSV2010) Tegelijk hoeven we niet alles goed te keuren wat de staat Israël doet, evenmin als we niet alles hoeven goed te keuren wat onze naaste familieleden doen.
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 7 -
Herschepping 2.0
Het wereldwijde antisemitisme en de haat tegen de staat Israël is volkomen irrationeel. De wereld meet met twee maten: Israëls tekortkomingen worden breed uitgemeten, terwijl de agressie van Israëls tegenstanders wordt gebagatelliseerd en goedgepraat. Dit is alleen te verklaren vanuit het perspectief van de geestelijke strijd die gaande is tussen God en het rijk van de satan, die het plan van God wil dwarsbomen. Je merkt dat de 'vader van de leugen' de wereldbewoners blind maakt voor de feiten rondom Israël en dat leugenachtige berichtgeving kritiekloos wordt geslikt. Veel mensen WILLEN bijvoorbeeld de werkelijkheid over het 'Palestijnse vraagstuk' niet zien vanwege de soort keuzen van hun hart en laten zich bewust misleiden door de vaak eenzijdige berichtgeving van de media.
Worsteling en ongeloof
Israël is verwikkeld in een eeuwenlange worsteling met de omringende volken die het op haar ondergang gemunt hebben. Er was in de tijd van het Oude Testament vooral veel strijd met de Filistijnen en andere omringende volken: "Dit zegt God, de H E E R : De Filistijnen zijn wraakzuchtig geweest, ze hebben zich vol minachting gewroken; gedreven door een eeuwigdurende haat hebben ze verwoestingen aangericht." (Ezechiël 25:15, NBV2004) Dit Bijbelvers spreekt over een eeuwigdurende vijandschap die we momenteel overduidelijk tegenkomen bij het Palestijnse volk en de hele Arabische wereld. Veel anders is het niet geworden. Het tragische daarbij is dat de meeste joden binnen de huidige staat Israël uitsluitend op eigen kracht en slimheid steunen en niet op de God van Israël. Zolang Israël niet op God vertrouwt, leeft het volk niet in vrede. Dat was zo in de tijd van het Oude Testament, en vandaag is dat niet anders. Het doet me pijn als ik de premier van Israël voor de televisie hoor zeggen: "We hebben tot nu toe alle oorlogen gewonnen, we zullen onze vijanden ook deze keer wel klein krijgen!" Dan bid ik in mijn hart tot God of de Israëli's de les van hun geschiedenis zullen oppakken en weer zullen leren tot God te roepen. Immers, het was de God van Israël die altijd de kracht van Israël was. God is hun geheime wapen, zoals in de tijd die beschreven wordt in de Bijbelboeken Rechters tot en met 2 Kronieken.
10.4.5. De Messias komt voor Israël Aanval op Israël
De profeet Zacharia heeft vele eeuwen geleden geprofeteerd over de eindstrijd van een menigte volken tegen Israël als natie. We zien al voorboden van deze eindstrijd in het slepende en schijnbaar onoplosbare Israëlivraagstuk. Vooral de status van de stad Jeruzalem blijkt het struikelblok bij vredespogingen. "‘Zie, Ik maak van Jeruzalem een bedwelmende beker voor alle omwonende volken; maar bij het beleg van Jeruzalem zal het ook tegen Juda gaan. Op die dag zal Ik van Jeruzalem een zwaar te tillen steen voor alle volken maken; al degenen die hem optillen zullen zich eraan snijden. Tegen hem zullen alle volkeren van de aarde samenspannen." (Zacharia 12:2-3, WV1995) De omwonende volken zijn door de eeuwen heen door de satan gebruikt als instrument om Gods volk te bestrijden. Dit eeuwenoude concept komen we al in de Psalmen tegen: "... God, blijf niet langer afzijdig. Want zie hoe uw vijand zich roert, hoe verwaand uw haters de kop opsteken ... Ze zeggen: ‘Vooruit, dood dat volk en niemand rept nog van Israëls naam.’ Hoe spannen zij samen, eensgezind, tegen uzelf tot een verdrag verbonden." (Psalm 83:2-6, WV1995) Dit is meer dan een zinnebeeldige voorstelling, het gaat om een ECHTE strijd. Dit Bijbelgedeelte is vandaag actueler dan ooit. In de strijd van de Arabische wereld om de staat Israël te vernietigen
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 8 -
Herschepping 2.0
wordt deze profetie duidelijker vervuld dan ooit tevoren. De volgende verzen doen sterk denken aan een grootschalige militaire actie tegen Israël: "Er komt een dag dat de HE E R zal ingrijpen ...Ik zal alle volken samenbrengen – zegt de H E E R – om tegen Jeruzalem ten strijde te trekken. De stad zal worden ingenomen, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen verkracht. De helft van de inwoners wordt in ballingschap weggevoerd, maar het deel dat overblijft zal niet worden uitgeroeid. (Zacharia 14:1-2, NBV2004) De wereldwijde, irrationele afkeer van Israël, de voortdurende afkeuring van wat Israël doet en het door de vingers zien van wat Israëls vijanden doen, kan al gezien worden als een bepaalde vervulling van deze profetie. Of misschien is het wachten op een militair optreden tegen Israël door een interventiemacht van de Verenigde Naties. Alles maakt zich op voor die laatste confrontatie. De spanning neemt toe, maar één ding is zeker: "... Jeruzalem zal blijven voortbestaan op zijn eigen plaats, te Jeruzalem." (Zacharia 12:6, NBG1951) Kan het nog duidelijker en concreter?
Bevrijding en bekering van Israël
De Bijbel zegt dat de Israëli's tenslotte zo in moeilijkheden zullen komen dat ze uiteindelijk toch massaal hun God gaan aanroepen, net als ze eeuwen geleden deden, toen ze zwaar verdrukt werden in Egypte (Exodus 2:23-25). Zo lezen we: "Want vele dagen zullen de Israëlieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim. Daarna zullen de Israëlieten zich bekeren en de H E R E , hun God zoeken en David, hun Koning, en bevende komen tot de H E R E en tot zijn heil (=redding) - in de dagen der toekomst." (Hosea 3:4-5, NBG1951) In Zacharia 14:3-5 lezen we dat Israëls Messias lichamelijk zal verschijnen op de Olijfberg. Dan zal Hij Israël als natie bevrijden van de militaire dreiging door alle volken die zich vijandig opstellen tegenover Jeruzalem. "Daarna zal de H E E R uittrekken en de strijd tegen die volken aanbinden, net als weleer. Die dag zal hij zijn voeten op de Olijfberg planten, ten oosten van Jeruzalem. De Olijfberg zal in tweeën splijten: de ene helft glijdt weg naar het noorden en de andere naar het zuiden, zodat er een breed dal ontstaat van oost naar west." (Zacharia 14:3-4, NBV2004) Opvallend is dat de Messias op de Olijfberg zal verschijnen, dezelfde plaats vanwaar Jezus destijds naar de hemel was gegaan. Israël zal haar Messias met verbazing herkennen als de gekruisigde Koning van de joden: "Ik zal over het huis van David en over de inwoners van Jeruzalem uitgieten de Geest der genade en der gebeden; zij zullen Hem aanschouwen, die zij doorstoken hebben, en over Hem een rouwklacht aanheffen als de rouwklacht over een enig kind..." (Zacharia 12:10, NBG1951) "Hij komt te midden van de wolken, en dan zal iedereen hem zien, ook degenen die hem doorstoken hebben. Alle volken op aarde zullen over hem weeklagen. Ja, amen." (Openbaring 1:7, NBV2004) Deze herkenning zal heel dramatisch zijn, nog meer dan toen Jozef zich destijds bekend maakte aan zijn broers die hem lang geleden als slaaf verkocht hadden (Genesis 45).
Wedergeboorte van Israël
Israël zal zich dus bekeren tot God, die dan zal reageren vanuit zijn onbeperkte vergevingsgezindheid om de relatie met zijn volk te herstellen:
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 9 -
Herschepping 2.0
"Op die dag zal er een bron ontspringen waarin de nakomelingen van David en de inwoners van Jeruzalem hun zonde en onreinheid kunnen afwassen." (Zacharia 13:1, NBV2004) "... en in één enkele dag zal ik dit land reinigen van alle schuld." (Zacharia 3:9, NBV2004) Die bron voor de vergeving van zonden zal ongetwijfeld te maken hebben met het kruis, waaraan Jezus gestorven is om de zonden van de hele wereld weg te nemen. Vervolgens zal God ook zijn Heilige Geest in hen uitstorten: "De Israëlieten zullen weten dat ik, de Heer, hun God ben. Niet alleen als ik hen in ballingschap stuur onder de volken, maar ook als ik hen weer bijeenbreng in hun eigen land zonder iemand achter te laten. Ik zal mijn geest over de Israëlieten uitstorten en hen nooit meer aan hun lot overlaten. Dit zeg ik, God, de Heer." (Ezechiël 39:28-29, GNB1996) Bij deze woorden kunnen we denken aan terugkeer van het volk Israël na de ballingschap in Babylonië, de uitstorting van de Heilige Geest kort na Jezus' hemelvaart, maar ook aan de gebeurtenissen rondom Jezus' wederkomst. De principes van Gods handelen door de geschiedenis heen zien we dikwijls in verschillende vormen terugkomen. Alles wijst er op dat Israël als volk in korte tijd een complete geestelijke wedergeboorte zal meemaken, waardoor het op een nieuwe manier naast de Gemeente komt te staan: Israël als het oude uitverkoren volk naast de Gemeente als het volk van uitverkorenen uit de volken. "Dan zal heel Israël worden gered, zoals ook geschreven staat: ‘De redder zal uit Sion komen, en wentelt dan de schuld af van Jakobs nageslacht." (Romeinen 11:26, NBV2004)
Reünie
Alle joden, voor zover ze dan verspreid zullen zijn over de hele wereld, zullen dan terugkeren naar Israël en in hun eigen land wonen, zoals we in het hiervoor aangehaalde gedeelte uit Ezechiël al lazen. In het Bijbelboek Jesaja lezen we er ook over: "... Ik haal je nakomelingen uit het oosten terug, uit het westen breng ik jullie bijeen." (Jesaja 43:5, NBV2004) "... Hij brengt bijeen wie uit Israël verdreven waren, de vluchtelingen uit Juda brengt hij samen, van de vier uiteinden van de aarde." (Jesaja 11:12, NBV2004) "Open je ogen, kijk om je heen: ze stromen in drommen naar je toe: je zonen komen van ver, je dochters worden op de heup gedragen." (Jesaja 60:4, NBV2004) "... dan wordt u, zonen van Israël, één voor één verzameld! " (Jesaja 27:12, WV1995) "Wie door de H E E R bevrijd zijn, keren terug. Jubelend komen zij naar Sion, gekroond met eeuwige vreugde. Gejuich en vreugde trekken de stad binnen, gejammer en verdriet vluchten eruit weg." (Jesaja 35:10, NBV2004) Zoals zoveel profetieën, kunnen deze betrekking hebben op meerdere perioden in de geschiedenis. In dit geval kunnen we denken aan: de wederkomst van de Israëlieten na de ballingschap (ongeveer 538-445 v.Chr.), de gebeurtenissen rondom het herstel van de staat Israël (1948) de gebeurtenissen rondom de wederkomst van Messias Jezus (jaartal nog onbekend). Veel joden zijn gedurende de afgelopen 100 jaar al naar het land Israël gekomen. We zouden dat kunnen zien als een inleiding tot deze gebeurtenis, maar de echte vervulling van de profetie moet nog komen. Na de wederkomst van de Messias mogen we verwachten dat alle overige joden vanuit alle delen van de wereld naar Israël zullen komen. Het zal een buitengewoon bijzondere reünie zijn van Gods volk. De eeuwenlange omzwervingen zullen dan eindelijk voorbij zijn.
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 10 -
Herschepping 2.0
Eenwording van Israël en de Messias
Zo zal Messias Jezus verenigd worden met zijn uitverkoren volk, waarmee God een eeuwig verbond had gesloten. Israël is Gods eerstgeborene (Exodus 4:22) waarmee God altijd een bijzondere band heeft gehad en zal hebben. God heeft Israël eeuwig lief (Jeremia 31:3). God zal zijn liefde voor zijn volk duidelijk maken door het terug te brengen naar haar eigen land. Eindelijk, na al die eeuwen, verbinden Israël en de beloofde Messias zich met elkaar als een Bruidegom en zijn Bruid. De profeet Hosea heeft dit eeuwen geleden voorzegd: "Ik zal u Mij tot bruid verwerven voor eeuwig …" (Hosea 2:18, NBG1951). Veel lezers zullen zich er over verbazen dat niet de Gemeente, maar Israël de Bruid van Jezus genoemd wordt in de Bijbel! De gedachte dat de Gemeente ook een deel van de Bruid van Jezus is, is alleen indirect in het Nieuwe Testament te vinden. Veel christenen zullen bij de wederkomst van Messias Jezus moeten wennen aan het idee dat ze niet het alleenrecht hebben op de Bruidegom. De verhoudingen zullen beslist anders komen te liggen...
10.4.6. Vervolging van de Gemeente Christenvervolging
Jezus vertelde zijn discipelen dat Hij zou worden verworpen en zou moeten lijden en sterven, als een onderdeel van zijn missie op aarde. Ook zei Hij dat zijn volgelingen een dergelijke behandeling zouden krijgen van mensen die Hem af zouden wijzen. "... Ze hebben mij vervolgd, dus zullen ze ook jullie vervolgen ..." (Johannes 15:20, NBV2004) Geloofsvervolging was de norm voor christenen gedurende de eerste eeuwen na het ontstaan van de Gemeente. Ook nu we staan aan de vooravond van Jezus' wederkomst, neemt de vervolging wereldwijd toe. Christenen zijn al vele jaren de meest vervolgde groep mensen in de wereld. Jaarlijks worden tienduizenden christenen gedood alleen vanwege hun trouw aan Jezus. We lezen graag Bijbelgedeelten over overwinning en over de glorie van ons eeuwige behoud. Maar het lijden van nu en de glorie van straks horen onlosmakelijk bij elkaar. Dat principe mogen we nooit uit het oog verliezen. Jezus is de allerdiepste weg gegaan die iemand ooit zou kunnen gaan. Daarom verdiende Hij ook de allerhoogste plaats in de hemel (Filippenzen 2:5-11). De navolging van Jezus betekent voor ons als gelovigen van vandaag dat we bereid zijn om met Hem die onderste weg gaan. Dat is de weg tot overwinning en glorie. "Hoe meer u deel hebt aan Christus’ lijden, des te meer moet u zich verheugen, en des te uitbundiger zal uw vreugde zijn wanneer zijn luister geopenbaard wordt." (1 Petrus 4:13, NBV2004) Zie meer hierover in hoofdstuk 'Geloofsvervolging'.
Grote verdrukking
Hoewel de satan allerlei listen gebruikt om zijn doel te bereiken, zegt de Bijbel dat we op het laatst een ongekend zware verdrukking kunnen verwachten: "Dan zal men jullie onderdrukken en doden, en jullie zullen door alle volken worden gehaat omwille van mijn naam ... Maar wie standhoudt tot het einde, zal worden gered." (Matteüs 24:9,13, NBV2004) "Want het zal een tijd zijn van enorme verschrikkingen, zoals er sinds het ontstaan van de wereld tot nu nooit geweest zijn en er ook niet meer zullen komen." (Matteüs 24:21, NBV2004) Na die 'grote verschrikkingen' zal Jezus terugkomen en iedereen zal dat gewaarworden:
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 11 -
Herschepping 2.0
"Meteen na de verschrikkingen van die dagen zal de zon verduisterd worden en de maan geen licht meer geven, de sterren zullen uit de hemel vallen en de hemelse machten zullen wankelen. Dan zal aan de hemel het teken zichtbaar worden dat de komst van de Mensenzoon aankondigt, en alle stammen op aarde zullen zich van ontzetting op de borst slaan als ze de Mensenzoon zien komen op de wolken van de hemel, bekleed met macht en grote luister." (Matteüs 24:29-30, NBV2004) Jezus en zijn Gemeente gaan dus door een vergelijkbaar proces van lijden tot heerlijkheid. De apostel Petrus schrijft dat de vervolging van de Gemeente zal ophouden bij de publieke verschijning van Jezus: "...en aan u die verdrukt wordt, samen met ons verlichting te geven bij de openbaring van de Heere Jezus vanuit de hemel met de engelen van Zijn kracht," (2 Tessalonicenzen 1:7, HSV2010)
10.4.7. Antichrist Komt er een antichrist?
De Bijbel lijkt op veel plaatsen aan te geven dat er in de eindtijd een antichristelijke wereldmacht zal zijn, die ongekend hevige strijd zal voeren tegen alles wat met Gods Koninkrijk te maken heeft. De term 'antichrist' wordt dan gebruikt om de leider van deze wereldmacht aan te duiden. Vlak voordat Jezus terugkomt om zijn Messiaanse Vrederijk te vestigen, zou de antichrist dan een duivelse nabootsing van zo'n vrederijk stichten om zo mogelijk ALLE aardbewoners zover te krijgen dat ze zich van God afkeren. Toch staat het begrip antichrist tegelijk ook voor een universele satanisch geïnspireerde macht, die door de eeuwen heen verschillende gezichten heeft gehad: "Kinderen, het is de laatste ure; en gelijk gij gehoord hebt, dat er een antichrist komt, zijn er nu ook vele antichristen opgestaan..." (1 Johannes 2:18-22 NBG1951) Voorbeelden van antichristelijke machten en machthebbers zijn Nero, Hitler, het communisme, de islam, Noord-Korea en andere dictatoriale staten waar christenen worden vervolgd. Het doel van de antichristelijke machten van gisteren, vandaag en morgen is om gelovigen los te weken van Jezus.
Laatste wereldmacht
In Daniël 7 lezen over vier grote dieren (=wereldmachten) die oprezen uit de zee (=volken). Het laatste dier stelt mogelijk de antichristelijke macht van de eindtijd voor: "Daarna zag ik in mijn nachtelijke visioen een vierde dier, angstaanjagend, afschrikwekkend en geweldig sterk, met grote ijzeren tanden. Het vrat en vermaalde alles, en wat overbleef vertrapte hij met zijn poten. Het verschilde van alle dieren die daarvoor verschenen waren... en een mond vol grootspraak ... Duizend maal tienduizend dienden hem..." (Daniël 7:7-10 NBV2004) "Hij zal in opstand komen tegen de hoogste God, en de heiligen van de Hoogste onderdrukken. Hij zal proberen hun feesten en hun wet te veranderen, en zij zullen aan zijn heerschappij zijn overgeleverd." (Daniël 7:25 NBV2004) Paulus geeft ons de volgende beschrijving: "...eerst moet ... de mens der wetteloosheid zich openbaren, de zoon des verderfs, de tegenstander, die zich verheft tegen al wat God of voorwerp van verering heet." (2 Tessalonicenzen 2:3-4 NBG1951) "... zodat hij zich in de tempel Gods zet, om aan zich te laten zien, dat hij een god is." (1 Tessalonicenzen 2:4 NBG1951)
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 12 -
Herschepping 2.0
"De komst van de wetteloze mens is het werk van de satan en gaat gepaard met groot machtsvertoon en valse tekenen en wonderen, en allen die verloren zullen gaan, zal hij met zijn kwaadaardigheid verleiden..." (2 Tessalonicenzen 2:9-10, NBV2004) In het Bijbelboek Openbaring wordt de antichristelijke macht in verschillende beeldverhalen beschreven. "Toen zag ik uit de zee (=volken) een beest opkomen. Het had tien horens (=kracht) en zeven koppen (=macht) ... De draak (=de satan zelf) droeg zijn kracht en heerschappij en gezag aan het beest over ... Vol bewondering ging de hele wereld achter het beest aan. Iedereen aanbad de draak ... ook het beest zelf aanbaden ze, met de woorden: 'Wie is gelijk aan het beest? Wie kan het tegen hem opnemen?' Het beest kon zijn bek gebruiken voor grootspraak en godslasteringen ... Het mocht de strijd met de heiligen aanbinden en hen overwinnen. Ook kreeg het macht over alle landen en volken, over mensen van elke stam en taal." (Openbaring 13:1-7 NBV2004)
Wat houdt de antichrist nog tegen?
God bepaalt de grenzen aan de mogelijkheden van de antichristelijke machten; maar naarmate de tijd verstrijkt zullen zij meer ruimte krijgen om hun macht te ontplooien. De apostel Paulus schrijft over de antichrist het volgende: "Dan weet u ook wat hem nog tegenhoudt en dat hij pas zal verschijnen op de voor hem vastgestelde tijd. Hoewel in het verborgene de wetteloosheid nu al werkzaam is, moet eerst degene die hem tegenhoudt verdwijnen." (2 Tessalonicenzen 2:6-8, NBV2004) Let eens op de uitdrukking 'op de voor hem vastgestelde tijd'. Het is niet de antichrist die de tijden in zijn hand heeft, maar God zelf. God is de enige die de regie in handen heeft van het complexe eindtijdscenario. Wie of wat de antichrist tegenhoudt moet voor de oorspronkelijke lezers van de brief wel duidelijk zijn geweest; misschien had Paulus het hun al eerder verteld. Het is in ieder geval een invloed die God aanwendt om de macht van de antichrist te beperken, mogelijk een engelenmacht. Andere Bijbeluitleggers beweren dat het de Heilige Geest in de gelovigen die de antichrist tegenhoudt. Door de opname van de Gemeente (die dan volgens hen zou ontsnappen aan de vervolging en zeven jaar in de hemel zou verblijven) zou daarmee die weerhoudende macht verdwenen zijn zodat de antichrist zijn plannen zou kunnen uitvoeren. Dit is een bijzonder speculatieve aanname die bovendien ingaat tegen het bekende concept van 'Jezus navolgen, ook in het lijden' dat we op zoveel Bijbelplaatsen tegenkomen. Deze opvatting is een van de twee belangrijkste pijlers onder de populaire theorie over de eindtijd waarin wordt beweerd de dat Gemeente de 'grote verdrukking' niet zal meemaken. In 'Herschepping' wordt deze theorie dan ook niet gevolgd.
Hoe kunnen we de antichrist herkennen?
Samenvattend kunnen we de volgende kenmerken verwachten voor de antichrist en zijn rijk: een wereldmacht die alle landen op aarde omvat verreweg de meeste aardbewoners volgen de populaire wereldleider een religieuze ideologie die acceptabel is voor de mensen en waarbij de mens en zijn behoeften centraal staan morele wetteloosheid de gebruiken en/of wetten die iets met God en de verering van God te maken hebben worden veranderd extreme maatschappelijke buitensluiting en vervolging van gelovigen In de Bijbel zijn vrij veel gedeelten die de antichristelijke machten beschrijven. Lees bijvoorbeeld ook Daniël 7:23-25, 2 Tessalonicenzen 2:4-11, Openbaring 17:9-17. Een aantal van de hierboven genoemde kenmerken zijn ook herkenbaar bij Hitler, het communisme en in dictatoriaal bestuurde landen. Nogmaals: de antichrist hoeft geen aanwijsbare wereldleider te zijn. Het kan ook een aanduiding zijn voor ALLE antichristelijke manifestaties in de wereld van alle tijden en plaatsen. Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 13 -
Herschepping 2.0
Laten we gewaarschuwd zijn: de antichrist zal overeenkomsten vertonen met het beeld dat we hebben van de terugkerende Vredevorst, maar zijn misleidende woorden komen rechtstreeks van de satan. Door zijn verregaande aspiraties zal de antichrist zichzelf uiteindelijk verraden als marionet van de satan, die erop uit is om de aanbidding, die God toekomt, voor zichzelf op te eisen: "Hij zal alles wat goddelijk en heilig is bestrijden en zich erboven verheffen, om in Gods tempel plaats te nemen op de troon en zich voor te doen als God zelf." (2 Tessalonicenzen 2:4, NBV2004) Evenals er in de dagen van Jezus op aarde heel veel mensen waren die Hem niet herkenden als de Zoon van God, zo zal dan slechts een minderheid van de christenen de antichrist als zodanig herkennen. Dat komt doordat de leugen dan zal heersen over de aarde, onder Gods toelating. De bron van deze leugen wordt in het Bijbelboek Openbaring ook wel de 'valse profeet' genoemd, een van de drie verschijningsvormen van de satan. "en allen die verloren zullen gaan, zal hij met zijn kwaadaardigheid verleiden. Want ze hebben de liefde voor de waarheid, die hen had kunnen redden, niet aanvaard. Daarom treft God hen met verblinding, zodat ze dwalen en de leugen geloven. Zo zal iedereen die de waarheid niet gelooft maar behagen schept in onrecht, worden veroordeeld." (2 Tessalonicenzen 2:10-12, NBV2004) Het is zaak om dicht bij God te blijven en vol van zijn Geest te zijn. Alleen dan zul je hem herkennen...
10.4.8. Kiezen voor Jezus of antichrist Merkteken van het beest
In Openbaring 13 lezen we een symbolische beschrijving van de antichristelijke machten, die in de tijd voorafgaande aan Jezus' wederkomst tot een hoogtepunt zullen komen. Het beest is de personificatie van de demonische machten, de tegenpool van het Lam (Openbaring 13:11) en probeert alle mensen te verleiden om de satan te (blijven) volgen. Het (geestelijke) merkteken van het beest hoort bij de aardbewoners die God en afwijzen en een afkeer hebben van zijn geboden die tot het welzijn van de mensheid dienen. Het ontvangen van het merkteken van het beest hangt samen met een keuze om Jezus af te wijzen en de demonisch geïnspireerde wereldfilosofie te volgen die dan breed geaccepteerd zal zijn. Vooral de gelovigen worden met alle middelen gedwongen om Jezus af te zweren. Laten we eens kijken naar de volgende profetie over de eindtijd, die nogal eens voor veel ophef zorgt onder christenen: "Verder liet het (beest) bij alle mensen, jong en oud, rijk en arm, slaaf en vrije, een merkteken zetten op hun rechterhand of op hun voorhoofd. Alleen mensen met dat teken – dat wil zeggen de naam van het beest of het getal van die naam – konden iets kopen of verkopen. Hier komt het aan op wijsheid. Laat ieder die inzicht heeft het getal van het beest ontcijferen; er wordt een mens mee aangeduid. Het getal is 666." (Openbaring 13:16-18, NBV2004
Merkteken van de antichrist
Er zijn uitleggers die denken op grond van dit Bijbelgedeelte aan een letterlijk identificatiesysteem, dat door een antichristelijke wereldmacht gebruikt zal worden om gelovigen systematisch te boycotten en hen uit te sluiten van het economische verkeer. De technische mogelijkheden om dit uit te voeren zijn momenteel volop aanwezig. De Jodenster uit de Tweede Wereldoorlog was eigenlijk ook al zo'n identificatiesysteem. Toch moeten we niet vergeten dat de profetieën uit het aangehaalde hoofdstuk allemaal symbolisch zijn. Waarom moet dan alleen deze ene profetie letterlijk worden opgevat, als een fysiek teken op de rechterhand of op het voorhoofd? Kijk eens naar de volgende Bijbeltekst die gaat over het in gedachten houden van Gods geboden:
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 14 -
Herschepping 2.0
"Bind ze als een teken op uw hand en als een band op uw voorhoofd." (Deuteronomium 6:8, WV1995) Naar mijn mening betekent het teken van het beest in de eerste plaats dat mensen in hun daden (handen) en in hun denken (voorhoofd) de goddeloze wereld volgen, en vooral niet Gods wil. Sommige christenen kunnen zich heel druk maken als ze ergens het getal 666 denken tegen te komen. Maar als ze in hun denkwijze en handelswijze nauwelijks afwijken van de goddeloze wereld, dan heeft het beest hen flink te pakken! Laten we wel nuchter blijven. Ik geloof dat het teken van het beest en de boycot van gelovigen een concept is voor al de eeuwen van het christendom. Lees eens het volgende gedeelte waarin over het merkteken van het beest wordt gesproken: "... Ik zag de zielen van hen die onthoofd waren vanwege het getuigenis van Jezus en het woord van God, die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden en het merkteken niet hadden aangenomen op hun voorhoofd en in hun hand. Zij werden weer levend en heersten met Christus, duizend jaren lang." (Openbaring 20:4, WV1995) Dit kan toch niet alleen maar van toepassing zijn op gelovigen van de periode die direct voorafgaat aan Jezus' wederkomst? Nee, het gaat om de martelaren van alle eeuwen die de wereld hebben afgewezen en gekozen hebben voor Jezus. Zij zullen in het hiernamaals de ereplaatsen in het Koninkrijk ontvangen.
Merkteken van het Lam
In Openbaring 7:1-8 wordt gesproken over een 'verzegeling' van gelovigen voordat zij de moeilijke tijden zullen ondergaan. "... Eerst moeten wij het zegel van onze God op het voorhoofd van zijn dienaren aanbrengen.’ Toen hoorde ik het aantal van hen die het zegel droegen: 144000 in totaal, afkomstig uit elke stam van Israël." (Openbaring 7:3-4, NBV2004) Hierbij gaat het om het merkteken van het Lam. Ik geloof niet dat dit een soort magische bescherming is tegen wat Gods vijanden ons aan kunnen doen. Wel is het een bevestiging van Gods kant dat we bij Hem horen en dat niemand ons deze positie kan afnemen. Het is het 'zegel van de Heilige Geest', zoals we lezen in de volgende tekst: "Hij nu, die ons met u bevestigt in de Gezalfde en ons heeft gezalfd, is God, die ook zijn zegel op ons gedrukt en de Geest tot onderpand in onze harten gegeven heeft." (2 Korintiërs 1:22, NBG1951)
Wat houdt die verzegeling in?
Evenals het merkteken van het beest is dit merkteken van het Lam het gevolg van een keuze. De keuze voor het volgen van Jezus die wordt bevestigd door de Heilige Geest die bij de wedergeboorte in de gelovige komt wonen. Niemand (dus ook de satan niet) kan een gelovige uit Gods hand wegnemen: "... Ik geef ze eeuwig leven: ze zullen nooit verloren gaan en niemand zal ze uit mijn hand roven." (Johannes 10:27, NBV2004) "Ik ben ervan overtuigd dat dood noch leven, engelen noch machten noch krachten, heden noch toekomst, hoogte noch diepte, of wat er ook maar in de schepping is, ons zal kunnen scheiden van de liefde van God, die hij ons gegeven heeft in Christus Jezus, onze Heer." (Romeinen 8:38-39, NBV2004) Deze overwinning wordt ook in het volgende Bijbelgedeelte in symbolische termen beschreven:
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 15 -
Herschepping 2.0
"Toen zag ik dit: het lam stond op de Sion, en bij het lam waren 144000 mensen die zijn naam en die van zijn Vader op hun voorhoofd hadden ... Zij volgen het lam waarheen het maar gaat." (Openbaring 14:1,4, NBV2004) Het merkteken van het Lam is vooral een merkteken 'op het voorhoofd'. Een levend geloof is immers gebaseerd op het aannemen van Gods Woord waardoor het DENKEN wordt aangestuurd. De uitwerking van een levend geloof is de bereidheid om 'het Lam te volgen waar Hij ook heengaat', dus om de hele weg met Jezus te gaan, en dus ook die van het lijden. De hoop die gelovigen hebben voor hun toekomstige behoud (ook een vorm van DENKEN op basis van wat God beloofd heeft) helpt hen om onder alle omstandigheden vol te houden.
Wat moeten we doen als het moeilijk wordt?
Toen Jezus met zijn discipelen sprak over de eindtijd, had Hij het over de belegering van Jeruzalem die omstreeks het jaar 70 zou plaatsvinden (Matteüs 24:15-20) en vanuit dat verhaal ging Hij over naar de grote verdrukking in de eindtijd (Matteüs 24:16-23). Kennelijk zouden deze beide perioden in sommige opzichten op elkaar lijken. Ten opzichte van de belegering van Jeruzalem zei Jezus dat ze moesten vluchten zodra ze zagen dat het ging gebeuren; niet van alles nog doen maar ... lopen! De antichristelijke macht van de eindtijd wordt in het Bijbelboek Openbaring zinnebeeldig beschreven als 'de grote hoer Babylon' (Openbaring 17-18). Hoer vanwege ontrouw aan God en Babylon als symbool van trotse opstand tegen God. Over 'haar' zegt de Bijbel: "Toen hoorde ik een andere stem uit de hemel zeggen: 'Ga weg uit die stad, mijn volk, zodat je geen deel hebt aan haar zonden en ontkomt aan de plagen die haar zullen treffen. Want haar zonden reiken tot aan de hemel en God zal haar onrecht vergelden." (Openbaring 18:4-5, NBV2004) Eigenlijk hetzelfde verhaal: bestrijden kun je die macht niet, maar neem er zoveel mogelijk afstand van. En wees bereid de prijs te betalen voor het volgen van Jezus: "Wie gevangenschap moet verduren, zal in gevangenschap gaan. En wie door het zwaard moet sterven, zal sterven door het zwaard. Hier komt het aan op de standvastigheid en trouw van de heiligen." (Openbaring 13:10, NBV2004) Mogelijk dacht Jezus aan deze tijd toen Hij de volgende uitspraak deed: "Zolang het dag is, moeten we het werk doen van hem (=God) die mij gezonden heeft; straks komt de nacht en dan kan niemand iets doen." (Johannes 9:4, NBV2004) Dan kunnen we niets ander meer doen dan zien te overleven: ons geloof in Jezus zien bewaren en stand te houden. Dat is dan de ultieme overwinning van de Gemeente over de machten van de duisternis.
Kiezen
Denk je dat je in staat bent te kiezen voor Jezus als antichristelijke machthebbers dit van je zouden vragen, ook als dat je leven zou kosten? Die vraag is vandaag misschien moeilijk te beantwoorden. Maar je kunt je hier uitstekend op voorbereiden, namelijk door vanaf vandaag te besluiten Jezus te volgen in alle kleine beslissingen van je dagelijks leven van nu. Als je Hem nu in het kleine gehoorzaamt, zul je later waarschijnlijk ook doen als het er echt op aan komt. Maar andersom ook... Kiezen voor Jezus en tegen de antichrist begint ... vandaag. Jezus leeft, ook vandaag; de antichristelijke machten zijn volop actief, ook vandaag. De toekomst is allang begonnen...
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 16 -
Herschepping 2.0
10.4.9. Opname van de Gemeente Jezus komt met de wolken
Jezus zal terugkomen, zichtbaar voor Israël, de Gemeente en de overige volken: "Hij komt te midden van de wolken, en dan zal iedereen hem zien, ook degenen die hem doorstoken hebben. Alle volken op aarde zullen over hem weeklagen. Ja, amen." (Openbaring 1:7, NBV2004) Op dat moment zal Hij onmiddellijk worden herkend als: 1. de Messias (door de joden) 2. Jezus, de Heer van de Gemeente (door de christenen) 3. de goddelijke heerser van de aarde (ook door alle andere mensen) Toen Jezus bij zijn hemelvaart naar de hemel ging, vloog Hij niet zomaar de lucht in tot Hij aan het gezicht werd onttrokken door regenwolken. Welnee. Laten we goed lezen wat de Bijbel zegt: "En nadat Hij dit gesproken had, werd Hij opgenomen, terwijl zij het zagen, en een wolk onttrok Hem aan hun ogen." (Handelingen 1:9, NBG1951) We komen in de Bijbel wel vaker wolken tegen op het raakvlak tussen de geestelijke en de materiële wereld. Denk maar aan de volgende voorbeelden: de wolkkolom, die het volk Israël begeleidde bij haar tocht door de woestijn (Numeri 9:15-23) de wolk van Gods aanwezigheid in de tabernakel (Exodus 40:34-38) en de tempel (2 Kronieken 5:13-14) Deze wolken waren niet hetzelfde als de regenwolken die door de lucht zweven. Het waren wolken die Gods heerlijkheid omhulden en de grens aangaven tussen de geestelijke wereld van God en de materiële wereld van de mensen. Ik ben ervan overtuigd dat er ook zo'n wolk was toen Jezus zijn apostelen verliet. Mogelijk bewoog deze wolk zich omhoog totdat ze hem niet meer zagen. Even later wam er een engel bij hen staan die zei dat Jezus op ongeveer dezelfde manier zou terugkomen: "Deze Jezus, die van u opgenomen is naar de hemel, zal op dezelfde wijze wederkomen, als gij Hem ten hemel hebt zien varen." (Handelingen 1:11, NBG1951) Bij zijn wederkomst zal Jezus ook in zulke wolken verschijnen, samen met de heiligen die met Hem meekomen uit de hemel en die bestemd zijn om met Jezus over de aarde te regeren.
Opname "... de komst van onze Heer Jezus Christus en onze hereniging met Hem ..." (2 Tessalonicenzen 2:1, WV1995) Paulus beschrijft enkele belangrijke gebeurtenissen rondom Jezus' wederkomst naar de aarde om zich met de Gemeente op aarde te verenigen: "Wanneer het signaal gegeven wordt, de aartsengel zijn stem verheft en de bazuin van God weerklinkt, zal de Heer zelf uit de hemel neerdalen. Dan zullen eerst de doden die Christus toebehoren opstaan, en daarna zullen wij, die nog in leven zijn, samen met hen op de wolken worden weggevoerd en gaan we in de lucht de Heer tegemoet. Dan zullen we altijd bij hem zijn." (1 Tessalonicenzen 4:16-17, NBV2004) Deze gebeurtenis wordt ook wel de opname van de Gemeente genoemd. Ware gelovigen van het Oude en Nieuwe Verbond die in de hemel leven mogen dan de hemel als verblijfplaats achter zich laten en Jezus begeleiden bij zijn wederkomst naar de aarde. Wat een adembenemende gebeurtenis zal dat voor hen zijn! De gelovigen op aarde zullen dan plotseling op een bovennatuurlijke manier worden opgenomen om verenigd worden met Jezus en met de gelovigen uit de hemel. De Bijbel zegt dat deze ontmoeting 'in
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 17 -
Herschepping 2.0
de lucht' zal plaats vinden midden tussen de wolken van Gods heerlijkheid, die in de Bijbel vaker worden genoemd om het grensvlak van de geestelijke en de materiële wereld aan te duiden. Vanaf dat moment zullen we altijd bij Jezus leven. Alle gelovigen die op dat moment bij Jezus zijn, zullen dan de zogenaamde Eerste Opstanding meemaken (Openbaring 20:6). Zij ontvangen allemaal een nieuw opstandingslichaam en vanaf dat moment kunnen ze zich zowel in de geestelijke als in de materiële wereld bewegen en manifesteren. In een oogwenk zal die verandering plaatsvinden: "... wij zullen niet allemaal eerst sterven – toch zullen wij allemaal veranderd worden, in een ondeelbaar ogenblik, in een oogwenk, wanneer de bazuin het einde inluidt ..." (1 Korintiërs15:51-52, NBV2004) Zie meer hierover in onderwerp 'Eerste Opstanding' in hoofdstuk 'Messiaans Vrederijk'.
Naar de hemel?
Toch staat er in 1 Tessalonicenzen 4:15-17 niet dat de Gemeente daarna een tijd in de hemel gaat wonen, zoals sommige Bijbeluitleggers beweren. De Bijbel spreekt uitdrukkelijk over de KOMST van Jezus (vers 15) en niet over het OPHALEN van gelovigen naar de hemel. 'Altijd bij de Heer zijn' zoals er in vers 17 staat, mag niet zomaar uitgelegd worden als 'met Hem in de hemel gaan wonen', want dat staat er niet. De gelovigen gaan vanaf de aarde Jezus tegemoet bij zijn wederkomst, met de bedoeling dat zij samen met Jezus en de gelovigen uit de hemel weer op de aarde terechtkomen. Waarvoor zouden er anders hemelbewoners zijn opgestaan? Als ze in de geestelijke wereld zouden blijven, zouden ze op dat moment toch geen opstandingslichaam nodig hebben! De Gemeente wordt niet opgenomen om te ontsnappen aan de geloofsvervolging door de antichrist. Wel zullen de gelovigen die worden 'opgenomen' gevrijwaard zijn van de strafgerichten die over de aarde komen tegen de overige aardbewoners. Hierover schreef de apostel Paulus: "... en om uit de hemel zijn Zoon te verwachten, die Hij uit de dood heeft opgewekt: Jezus, die ons redt van de komende toorn." (1 Tessalonicenzen 1:10, WV1995)
Tot ziens in Jeruzalem
Na de hereniging van de Gemeente met Jezus in de geestelijke wereld zal de Gemeente in de zichtbare wereld manifesteren. Ik neem aan dat Jeruzalem de fysieke plaats is waar Jezus en de 'heiligen' op aarde zullen verschijnen. Op dat moment zal de wederkomst van Jezus voor Israël en voor de Gemeente mogelijk parallel gaan lopen. Dan zal er waarschijnlijk ook een bepaalde vereniging van Israël en de Gemeente plaatsvinden, waarbij beide groepen gelovigen elk hun unieke plaats naast elkaar zullen innemen of zullen worden verenigd tot één geheel. Dat is nog een van de vele verrassingen die we in de toekomst mee zullen maken.
10.4.10. Jezus als Rechter voor de volken Publieke gebeurtenis
De wederkomst van Jezus zal een publieke gebeurtenis zijn: "Hij komt te midden van de wolken, en dan zal iedereen hem zien, ook degenen die hem doorstoken hebben. Alle volken op aarde zullen over hem weeklagen ..." (Openbaring 1:7, NBV2004). Alle mensen zullen onmiddellijk weten dat Jezus de Zoon van God is. In een enkele moment zullen ze het op een of andere manier vernemen of waarnemen: "Want zoals een bliksemschicht vanuit het oosten weerlicht tot in het westen, zo zal ook de Mensenzoon komen." (Matteüs 24:27, NBV2004)
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 18 -
Herschepping 2.0
Vernietiging antichrist
Het zal niet nodig zijn voor Jezus, die dan in al zijn luister en majesteit zal verschijnen, om tegen de antichrist te strijden. Zijn verschijning alleen is al voldoende om hem onschadelijk te maken en zijn macht in een oogwenk te verbrijzelen: "Dan zal de wetteloze zich openbaren; en de Heer Jezus zal hem doden met de adem van zijn mond en hem machteloos maken door de schittering van zijn komst." (2 Tessalonicenzen 2:8, WV1995) Over deze gebeurtenis wordt zowel in het Oude als het Nieuwe Testament geprofeteerd: "... terwijl ik bleef toekijken, werd het dier (=de antichristelijke macht) gedood, zijn lichaam werd vernietigd en prijsgegeven aan de brand van het vuur." (Daniël 7:11, NBG1951) "Ik zag dat het beest en de koningen op aarde zich met hun troepen hadden verzameld om oorlog te voeren met de ruiter op het paard en zijn legermacht. Het beest werd gevangengenomen, samen met de valse profeet die in zijn bijzijn tekenen had verricht, waardoor hij iedereen had misleid die het merkteken van het beest droeg en zijn beeld aanbad. Levend werden ze in de vuurpoel met brandende zwavel gegooid." (Openbaring 19:19-20, NBV2004)
Strafgerichten voor de volken "Alle volken op aarde zullen treuren en ze zullen de Mensenzoon zien komen... (Matteüs 24:29-30, GNB1996) Andere Bijbelvertalingen spreken over 'rouw bedrijven'. Het zal een zeer emotioneel beladen moment zijn voor de aardbewoners en ze zullen beseffen dat dit de Persoon is waar de christenen het altijd over hadden. Met een schok zullen ze beseffen dat ze Hem hadden afgewezen en vrezen dat het met hen wel eens slecht zou kunnen aflopen. "Ze riepen de bergen en de rotsen toe: ‘Val op ons neer! Verberg ons voor het oog van hem die op de troon zit en voor de toorn van het lam! Want nu is de grote dag van hun toorn aangebroken, en wie kan die doorstaan?’" (Openbaring 6:16-17, NBV2004) Bij de wederkomst van Jezus zullen er allerlei strafgerichten over de aarde komen, die Gods volk niet zullen raken (Joël 3:16-17): de Gemeente niet omdat die is 'opgenomen' en de joden zullen evenzeer gespaard worden, zoals dat heel vroeger gebeurde bij de meeste plagen in Egypte. Het is de uitwerking van Gods gerechtvaardigde boosheid die zich uit in strafgerichten, waarvan Johannes visioenen heeft gezien en opgeschreven in Openbaring 15:5-16:21. Ook de profeten hebben veel opgeschreven over deze gebeurtenissen (zie bijvoorbeeld Jesaja 13:1-16; Jesaja 24; Jesaja 66:15-16). "Op die dag zal ik alles in het werk stellen om de volken uit te roeien die Jeruzalem belagen." (Zacharia 12:9, NBV2004) Er zullen zeer veel wereldbewoners omkomen als Gods strafgerichten over de aarde zullen gaan. Na de zondvloed zal dit wellicht de grootste ramp zijn die de aarde ooit zal treffen. We kunnen ons nauwelijks een voorstelling maken van wat dat zal inhouden. De Bijbel geeft hierover details waar we bepaald niet vrolijk van worden.
Vernietiging van de aarde voorkomen
Antichristelijke machten worden geïnspireerd vanuit de hel. Ze LIJKEN geluk en voorspoed te brengen maar uiteindelijk brengen ze alleen maar dood en chaos. We kunnen dat zo duidelijk zien in de meest antichristelijke regimes van de laatste honderd jaar: Hitler voerde zijn plannen door totdat heel zijn rijk veranderd was in een grote puinhoop. Miljoenen mensen werden op zijn bevel afgeslacht. Zijn legers moesten zich doodvechten want dictators geven zich nooit gewonnen. Zelf pleegde hij zelfmoord. Het communisme heeft overal sporen van onrecht, onderdrukking, talloze onschuldige doden en chaos achtergelaten. Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 19 -
Herschepping 2.0
Noord-Korea is al vele jaren failliet; het hele land is in feite een gevangenis, waar de mensen geen leven hebben. Daar heerst momenteel het ergste schrikbewind dat in de wereld voorkomt.
Van de antichrist kunnen we niets beters verwachten. Integendeel. Zijn regime leidt regelrecht naar verwoesting en vernietiging van de mensheid en dat is precies wat de satan als doel heeft... Maar God heeft de regie in handen en niet de satan. Daarom had Jezus zijn discipelen verteld dat Hij zou terugkomen voordat de mensheid zichzelf zou vernietigen. Hierbij een weergave in een vrije en een letterlijke vertaling die samen een goed beeld geven van wat Jezus bedoeld heeft. "Want de ellende zal zo groot zijn als de wereld nog nooit heeft meegemaakt, van het begin af tot nu toe. En zo'n grote ellende zal ook nooit meer voorkomen. Als God de duur ervan niet zou verkorten, zou geen sterveling het overleven. Maar ter wille van de uitverkorenen zal God de duur ervan verkorten." (Matteüs 24:21, GNB1996) "Want dan zal er een grote verdrukking zijn, zoals er niet geweest is vanaf het begin van de wereld, tot nu toe, en zoals er ook nooit meer zijn zal. En als die dagen niet ingekort werden, zou er geen vlees behouden worden; maar ter wille van de uitverkorenen zullen die dagen ingekort worden." (Matteüs 24:21-22, HSV2010) Geloof het of niet, maar de aangekondigde strafgerichten over de aarde bij de wederkomst van Jezus zijn supergenadig vergeleken bij wat de antichrist in petto had. Denk maar aan de onbeschrijfelijke ellende die antichristelijke machthebbers tot nu toe gebracht hebben over hun eigen bevolking...
Berechting van de volken
In de Bijbel lezen we over een berechting van de opstandige volken, die het verlangen hadden om Israël van de aardbodem te laten verdwijnen: "Want zie, in die dagen en te dien tijde, wanneer Ik een keer zal brengen in het lot van Juda en van Jeruzalem, zal Ik alle volken verzamelen en afvoeren naar het dal van Josafat, en Ik zal aldaar met hen in het gericht treden ter oorzake van mijn volk en van mijn erfdeel Israël, dat zij onder de volken verstrooid hebben, terwijl zij mijn land verdeelden" (Joël 3:1-2, NBG1951) Deze berechting of scheiding moet niet verward worden met het Laatste Oordeel, want daarbij gaat het om alle individuele mensen. De volken worden beoordeeld op grond van hun houding tegenover het volk van God (Israël en de Gemeente). In Zacharia 14:12 staat bijvoorbeeld dat de volken die tegen Jeruzalem zijn opgetrokken zwaar gestraft zullen worden. In de Bijbelboeken van de profeten staan zeer veel onheilsprofetieën over omliggende volken die tegen Israël zijn opgetrokken (zie ook Ezechiël 18:25-26). Het principe van goddelijke strafgerichten over vijanden van Gods volk strekt zich uit over de hele geschiedenis. Het selectief straffen van de volken door strafgerichten kan de berechting zelf zijn. Ook in dit verband hoeven we niet te denken aan een letterlijk tribunaal. Hoe het ook zij, Jezus zal op een rechtvaardige wijze met de volken afrekenen, ten goede of ten kwade.
Alle mensen zullen Hem eren
De profeet Daniël heeft in een visioen al iets gezien van de komst van de Messias en van zijn komende wereldheerschappij: "Ik bleef toekijken in de nachtgezichten en zie, met de wolken des hemels kwam iemand gelijk een mensenzoon; hij begaf zich tot de Oude van dagen, en men leidde hem voor deze; en hem werd heerschappij gegeven en eer en koninklijke macht, en alle volken, natiën en talen dienden hem. Zijn heerschappij is een eeuwige heerschappij, die niet zal vergaan, en zijn koningschap is een, dat onverderfelijk is." (Daniël 7:13-14, NBG1951) Interessant dat de term 'Mensenzoon', zoals de NBG1951 vertaling dit weergeeft, juist de aanduiding was die Jezus steeds voor zichzelf gebruikte, mogelijk ook om de verbinding te leggen tussen
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 20 -
Herschepping 2.0
deze profetie en Hemzelf. Het begrip 'Oude van dagen' klinkt voor ons nogal vreemd, maar er wordt natuurlijk mee bedoeld: de eerbiedwaardige, eeuwige God. "Daarom heeft God hem (=Jezus) hoog verheven en hem de naam geschonken die elke naam te boven gaat, opdat in de naam van Jezus elke knie zich zal buigen, in de hemel, op de aarde en onder de aarde, en elke tong zal belijden: 'Jezus Christus is Heer,' tot eer van God, de Vader." (Filippenzen 2:9-11, NBV2004) Iedereen zal erkennen: Jezus is Heer, de enige persoon die de titel van rechtmatige en rechtvaardige Heerser van de gehele aarde toekomt. Alle andere namen zullen vervagen.
Zegen voor de volken
Eeuwen lang hebben joden dit zegengebed uitgesproken over Israëls bondgenoten en vrienden: "Bidt Jeruzalem vrede toe: mogen wie u liefhebben, rust genieten;" (Psalm 122:6, NBV2004) We moeten niet denken dat bij de wederkomst van Jezus alle ongelovigen zullen worden weggevaagd. Ook ongelovigen hebben reden om uit te zien naar de komst van Messias Jezus, omdat het ook heilzaam voor hen is dat er een rechtvaardige wereldregering zal komen, zoals we onder meer kunnen opmaken uit de volgende Psalm: "Juich de H E E R toe, heel de aarde, juich en jubel, zing het uit. Zing voor de H E ER bij de lier, laat bij de lier uw lied weerklinken ... voor de H E ER , want hij is in aantocht als rechter van de aarde. Rechtvaardig zal hij de wereld berechten, de volken oordelen naar recht en wet." (Psalm 98:4-9, NBV2004) Ze zullen alle reden tot juichen hebben, zelfs tot feestvieren in en rondom Jeruzalem: "De overlevenden van de volken die Jeruzalem hebben belaagd, zullen dan jaarlijks naar de stad komen om de H E E R van de hemelse machten als koning te vereren en het Loofhuttenfeest te vieren." (Zacharia 14:16, NBV2004) Het Loofhuttenfeest is het feest van dankzegging, het feest van de oogst van 'mensenzielen' (Johannes 4:35).
10.4.11. Uitzien naar Jezus' wederkomst Gebeurt alles op één dag?
In de Bijbel wordt talloze malen gesproken over 'de dag' van de Heer. In de Bijbel wordt het begrip 'dag' vaak gebruikt om een bepaald tijdperk of tijdsgewricht aan te duiden. Toen de apostel Johannes verbannen was op het eiland Patmos ontving Hij bijzondere visioenen, mogelijk een enkel, langdurig visioen. Wij noemen dit Bijbelboek 'de openbaring van Johannes', maar Johannes noemde het 'de openbaring van Jezus' (Openbaring 1:1). Hij schreef: "Ik raakte in geestvervoering op de dag van de Heer..." (Openbaring 1:10, WV1995) Veel uitleggers en Bijbelvertalers lezen hierin dat dit op een zondag gebeurde, hoewel het oorspronkelijke woord (Grieks: kuriakos) nergens in het Nieuwe Testament met deze betekenis voorkomt. Het kan even goed betekenen dat we het als volgt moeten lezen: Johannes werd in de geest verplaatst naar de periode van de ontknoping van de wereldgeschiedenis waarin Jezus als overwinnaar zichtbaar zal worden. Dit zou dan in zijn geheel de 'dag van de Heer' kunnen worden genoemd. Een onderdeel van de 'dag van de Heer' is zijn wederkomst naar de aarde. En van die gebeurtenis denk ik wel dat die op één dag zal plaatsvinden. De Bijbel zegt er het volgende over: "Hij komt te midden van de wolken, en dan zal iedereen hem zien, ook degenen die hem doorstoken hebben. Alle volken op aarde zullen over hem weeklagen. Ja, amen." (Openbaring 1:7, NBV2004)
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 21 -
Herschepping 2.0
Alles wijst erop dat de ingrijpende gebeurtenis van Jezus’ komst binnen één etmaal zal zijn voltooid: "... Op die ene dag, die alleen de H E E R kent, zal er geen onderscheid zijn tussen dag en nacht. Pas tegen het vallen van de avond zal er weer licht gloren." (Zacharia 14:7, NBV2004) Al deze dingen zullen gebeuren als de tijd er rijp voor is geworden.
Wanneer komt Jezus terug?
Jezus heeft ons overduidelijk op het hart gebonden dat Hij op een onverwacht moment zal terugkomen. Niemand kan het tijdstip van zijn wederkomst voorspellen. Alleen God de Vader bepaalt wanneer het zover zal zijn. Zelfs Jezus en de engelen in de hemel komen er niet achter voordat het zal gebeuren. "Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het." (Matteüs 24:36, NBV2004) Vlak voor de hemelvaart van Jezus vroegen de apostelen Hem wanneer het allemaal zou gebeuren. Jezus antwoordde: "... Het is niet jullie zaak om te weten wat de Vader in zijn macht heeft vastgesteld over de tijd en het ogenblik waarop deze gebeurtenissen zullen plaatsvinden. Maar wanneer de heilige Geest over jullie komt, zullen jullie kracht ontvangen en van mij getuigen in Jeruzalem, in heel Judea en Samaria, tot aan de uiteinden van de aarde." (Handelingen 1:7-8, NBV2004) Daarom is iedereen die meent het tijdstip van zijn komst te kunnen berekenen een bedrieger en hun voorspellingen zijn volstrekt waardeloos!
Wees klaar voor Jezus' wederkomst
In allerlei bewoordingen heeft Jezus ons opgeroepen om altijd klaar te zijn om Hem terug te verwachten. Zijn komst zal ons verrassen, hoe goed we de profetieën ook menen te kennen. Een groot deel van zijn woorden over de eindtijd in het evangelie van Matteüs zijn hieraan gewijd (Matteüs 2436-25:13). Het is de moeite waard om dit gedeelte aandachtig door te lezen. Hetzelfde viervoudige thema zien we in dat lange gedeelte steeds terugkomen: Jezus komt terug op een onverwacht moment. Tot die tijd leven goede en slechte mensen, gelovigen en ongelovigen naast elkaar. Gelovigen worden aangespoord om te blijven leven zoals God wil. Na de wederkomst komt er een scheiding tussen goeden en slechten. Dit thema komen we tegen als Jezus spreekt over:
het gezin van Noach en hun ongelovige tijdgenoten (Matteüs 24:37-39) verschillende mannen op het veld (Matteüs 24:40) verschillende malende vrouwen (Matteüs 24:41) vijf verstandige en vijf domme bruidsmeisjes (Matteüs 25:1-13)
Verlang je naar Jezus' wederkomst?
Laten we onze levens afstemmen op de spoedige, onverwachtse wederkomst van Jezus. Wat zou het jammer zijn als Hij ons zou aantreffen terwijl we druk bezig zijn met al die onbelangrijke dingen, die in onze tijd onze aandacht opeisen, terwijl de dingen van de Heer naar de achtergrond zijn geschoven... Ik was lang geleden eens bij een grote samenkomst van David Wilkerson in de Houtrusthallen in Den Haag. Ik zal nooit vergeten dat hij alle aanwezigen vroeg op te staan. Hij zei vervolgens driemaal op heel indringende wijze: "Jezus komt terug!" en vroeg daarna welke reactie die woorden in ons hart hadden: blijdschap, twijfel of vrees? Wat is jouw reactie op die vraag? Ben je klaar om Jezus te ontmoeten?
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 22 -
Herschepping 2.0
Hier en nu
Natuurlijk is het een goede zaak om te verlangen naar de vereniging met Jezus als het de tijd is om te sterven of wanneer Jezus terugkomt. Dan zal alles immers goed en volmaakt worden en wie zou daar niet naar verlangen? Maar vergis je niet, ook NU leef je in een heel bijzondere tijd. Je leeft maar kort op de aarde, maar die korte tijd is bepalend voor je eeuwige toekomst. Ik denk niet dat we ooit weer in een periode zullen leven met zoveel uitdagingen om Jezus te volgen ondanks alle beproevingen en verleidingen die de wereld te bieden heeft. NU is het de tijd om je keuzen te maken die eeuwigheidswaarde hebben, NU is het de tijd om Jezus de eerste plaats in je leven te geven of Hem een bijrol laten spelen. Daarom: blijf leven met de beide benen op de grond, in het hier en nu, en laat je leven van nu de beste voorbereiding zijn op het leven van straks. Als we zicht hebben op de toekomst van Gods volk, helpt het ons om onszelf op die toekomst voor te bereiden. Dat kunnen we doen door ons niet te hechten aan de tijdelijke wereld van nu, maar aan God die ons de eeuwige wereld van straks zal geven. Dan gaan we onze tijd en energie niet verspillen aan onbenullige dingen, maar aan wat eeuwigheidswaarde heeft.
Leven met het oog op de wederkomst
Hoe kunnen we dit praktisch maken? Bijvoorbeeld door het volgende te doen: Niet passief zitten wachten en je verantwoordelijkheden verzaken (1 Tessalonicenzen 2:1-3,3:1012) Blijf trouw in het dienen van je Koning (Marcus 13:33-37; Lucas 12:35-40); doe niets wat je niet zou willen doen op het moment dat Jezus terugkomt. Ga nergens heen waar je niet gevonden wilt worden op die dag. Laat je niet misleiden door on-Bijbelse beweringen over Jezus' wederkomst, zoals: - Jezus komt helemaal niet terug; wij moeten zelf werken aan een Nieuwe Aarde. - Jezus is al teruggekomen en leeft in zijn volgelingen. - Het kan nog wel eeuwen duren voordat Hij terugkomt. Daar hoeven we ons nu dus niet druk over te maken. - Politieke of godsdienstige leider x is de beloofde Messias (Matteüs 24:5;23-26). Blijf van Jezus getuigen, ook al ondervindt dat steeds meer weerstand (1 Timoteüs 4:3-4). Wees bewust van de overwinning van de Gemeente, ondanks vervolging (Romeinen 8:35-39). Houd rekening met de mogelijkheid van lijden en vervolging voor de naam van Jezus.
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 23 -
Herschepping 2.0
Hoofdstuk 10.4. Wederkomst van Jezus - 24 -
Herschepping 2.0
10.5. Messiaans Vrederijk Na de wederkomst van Jezus zal het Messiaanse Vrederijk aanbreken, een tijd van vrede, gerechtigheid en welzijn voor de wereldbevolking. Jezus zal samen met gelovigen over de volken van de aarde heersen. 10.5.1. Komt er een Vrederijk? 10.5.2. Eerste Opstanding van gelovigen 10.5.3. Opstandingslichaam 10.5.4. Messiaans Koningschap 10.5.5. Meeregeren met Jezus 10.5.6. Herluistering van de aarde 10.5.7. Einde vrederijk
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 1 -
Herschepping 2.0
10.5.1. Komt er een Vrederijk? De Bijbel geeft veel aanwijzingen over een toekomstig Messiaans Vrederijk na de wederkomst van Jezus en voorafgaande aan het laatste oordeel en de schepping van de Nieuwe Aarde. Maar de meningen over dit onderwerp zijn verdeeld.
Meest voorkomende opvattingen
De twee meest voorkomende visies over een eventueel Messiaans Vrederijk zijn als volgt globaal te beschrijven: 1. Amillennianisme - Openbaring 20 wordt voornamelijk symbolisch opgevat. Er wordt GEEN aards Messiaans Vrederijk verwacht. De aarde vergaat bij de wederkomst van Jezus. Direct na de wederkomst van Jezus vindt de lichamelijke opstanding van alle mensen plaats, daarna de oordeelsdag en vervolgens wordt de Nieuwe Aarde geschapen. Het duizendjarige vrederijk wordt gezien als een symbolische voorstelling van de periode tussen Jezus' hemelvaart en zijn wederkomst naar de aarde, waarbij Jezus als koning regeert in de harten van de gelovigen. 2. Premillennianisme - Openbaring 20 wordt voornamelijk letterlijk opgevat. Direct na de wederkomst van Jezus vindt de Eerste Opstanding plaats voor de ware gelovigen volgens het Oude en Nieuwe Verbond (Eerste Opstanding). Dan begint het Messiaanse Vrederijk op aarde, met Jeruzalem als fysieke hoofdstad. Jezus zal dan regeren, samen met de gelovigen die zijn opgestaan. Gedurende een periode van (ongeveer) duizend jaar zal de satan gebonden zijn en geen invloed kunnen uitoefenen op aarde. Aan het einde van die periode wordt hij losgelaten, waarbij hij de mensheid probeert te verleiden tot een opstand tegen de regering van Jezus. De satan en zijn aanhangers worden dan verslagen. Daarna volgt de lichamelijke opstanding van alle overige mensen, het vergaan van de (onbevolkte) aarde, de oordeelsdag en de schepping van de Nieuwe Aarde.
Veranderde meningen
Gedurende de eerste eeuwen van het christendom was de algemene opvatting dat het Messiaanse Vrederijk (Openbaring 20) een letterlijk aards vrederijk zal zijn, waarin Jezus vanuit het aardse Jeruzalem zou regeren over de aarde gedurende ongeveer duizend jaar (premillenianime). Ook joodse gelovigen hebben altijd dezelfde toekomstverwachting aangehouden. Wat dat betreft heeft deze opvatting uitstekende papieren. Vooral de bekende kerkvader Origines (195-254) is begonnen met de vergeestelijking van de leer over het Messiaanse Vrederijk. Nu is het zeer merkwaardig dat de meeste van zijn leerstellingen later door de kerk zijn verworpen (hij werd tijdens later gehouden concilies zelfs als ketter veroordeeld!) behalve zijn ideeën over het Vrederijk! Na de vierde eeuw na Christus groeide het christendom uit tot een invloedrijke godsdienst. Tegelijk distantieerde het christendom zich steeds meer van de joden, die van oudsher geloofden in het vrederijk als het herstelde Israël. Die gedachte was kennelijk te 'joods' voor de christenen. Deze beide ontwikkelingen droegen ertoe bij dat men steeds meer de neiging kreeg de rol van Israël in de profetieën over de eindtijd te vergeestelijken. Dat leidde tot de opvatting dat het duizendjarige rijk, waarin gelovigen met Christus zouden regeren, was aangebroken bij het ontstaan van de Gemeente van Christus. Dat paste helemaal bij de ambitie van de christelijke kerk in hun streven naar politieke macht. De toenmalige kerk verwachtte de wederkomst van Jezus omstreeks het jaar 1000. Omdat dit niet is gebeurd, heeft deze opvatting veel van zijn waarde verloren. Niettemin bleef de verwachting van een toekomstig Messiaans Vrederijk onder het stof der tijd liggen. Later kwamen Bijbeluitleggers vanuit verschillende achtergronden toch weer terug bij de opvatting over een aards Vrederijk. Vanouds is de oudtestamentische periode op ongeveer vierduizend jaar geschat. We weten dat zowel de Engelse bisschop James Ussher (1581-1656) als ook Luther en Melanchton al uitkwamen op ongeveer dezelfde berekening. Laten we de periode vanaf de geboorte van Christus tot aan zijn wederkomst op ongeveer tweeduizend jaar schatten. Een duizendjarig Vre-
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 2 -
Herschepping 2.0
derijk zou dan het sluitstuk kunnen zijn van een overzichtelijk verdeelde periode van 7000 jaar, een getal dat in alle opzichten een soort volheid oplevert.
Vrederijk nu?
Voorstanders van het amillennianisme wijzen op profetieën in de Bijbel die zowel op het veronderstelde Messiaanse Vrederijk als op de Nieuwe Aarde betrekking kunnen hebben. Ook constateren zij dat er Bijbelgedeelten zijn waarin gebeurtenissen als de wederkomst van Jezus, het Laatste Oordeel en de Nieuwe Aarde in n adem genoemd worden (zoals Matteüs 25:31-46; 2 Petrus 3:10-13). Er zijn ook profetieën waarvan het moeilijk is vast te stellen op welke van de periodes ze betrekking hebben: vrederijk of Nieuwe Aarde. De grote zwakte van het amillennianisme is dat het heel wat uit te leggen heeft over de opvatting dat we nu in de periode van het Vrederijk leven, vanwege de aaneenschakeling van oorlogen en die bovendien al 2000 jaar duurt. Persoonlijk geloof ik met zeer veel andere gelovigen wel in een afzonderlijk vrederijk, omdat ik vind dat daarvoor veel meer en ook sterkere argumenten beschikbaar zijn. Dat wordt in de volgende onderwerpen verder uitgewerkt. Waar sterke overeenkomsten zijn tussen het te verwachten Vrederijk en de Nieuwe Aarde, zal dit bij het laatstgenoemde onderwerp worden besproken. Dat leest prettiger voor lezers die een andere mening zijn toegedaan.
Openbaring 20
De meest duidelijke profetie over het Messiaanse Vrederijk vinden we in Openbaring 20: "Toen zag ik een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de afgrond en een grote ketting in zijn hand. Hij greep de draak, de oude slang – dat is de duivel, de satan – en hij boeide hem voor duizend jaren, en wierp hem in de afgrond, die hij grendelde en verzegelde boven zijn hoofd, opdat hij de volkeren niet meer zou misleiden voordat de duizend jaren voorbij waren. Daarna moet hij voor korte tijd worden losgelaten." Ik zag tronen en zij namen daarop plaats en aan hen werd het oordeel gegeven. Ik zag de zielen van hen die onthoofd waren vanwege het getuigenis van Jezus en het woord van God, die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden en het merkteken niet hadden aangenomen op hun voorhoofd en in hun hand. Zij werden weer levend en heersten met Christus, duizend jaren lang. De andere doden werden niet levend voordat de duizend jaren voorbij waren. Dit is de Eerste Opstanding." (Openbaring 20:1-5, WV1995) Van alle hoofdstukken in het Bijbelboek Openbaring is Openbaring 20 het hoofdstuk waar het duidelijkst sprake is van een aantal opeenvolgende gebeurtenissen en waarvan de volgorde belangrijk is. Samengevat zullen hierbij de volgende gebeurtenissen achtereenvolgens plaatsvinden: 1. De satan wordt gebonden zodat hij de mensen op aarde niet kan verleiden. De 'grote ketting' en de 'verzegeling van de afgrond' garanderen dat hij gedurende die tijd echt geen invloed kan uitoefenen op aarde (vers 1-3). 2. Ongeveer gelijktijdig vindt de Eerste Opstanding plaats, namelijk van de mensen die met Messias Jezus zullen regeren in het Messiaanse Vrederijk (vers 4-6).
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 3 -
Herschepping 2.0
3. 4.
Aan het einde van deze periode zal de satan weer worden losgelaten en hij zal een opstand tegen Koning Jezus organiseren. Daarna volgt de definitieve overwinning van de Koning over satan en zijn machten (vers 7-10). Tenslotte vindt de Tweede Opstanding plaats, die van alle andere mensen. Dan vindt de oordeelsdag plaats, ook wel 'het Laatste Oordeel' genoemd. De huidige schepping verdwijnt (vers 11) om plaats te maken voor een nieuwe hemel en een Nieuwe Aarde. (vers 11-15).
Er zijn genoeg redenen om een Messiaans Vrederijk te verwachten na de wederkomst van Jezus: 1. Openbaring 20 spreekt nadrukkelijk over twee verschillende opstandingen. Daarbij is de aard van de opstanding gelijk, maar verschillende categorieën mensen maken op verschillende momenten deze opstanding mee. 2. In Openbaring 20-21 worden even nadrukkelijk twee verschillende toekomstige perioden beschreven: eerst een vrederijk op aarde, daarna een Nieuwe Aarde die de oude zal vervangen. 3. Het voorzegde herstel van Israël, dat nog niet heeft plaatsgevonden, past niet in de beschrijving van de Nieuwe Aarde, wel in de opvatting over een Messiaanse Vrederijk op aarde. Het meeste wat verder in dit hoofdstuk over het Vrederijk beschreven is, kan ook betrekking hebben op de Nieuwe Aarde. Lezers die moeite hebben met het gepresenteerde standpunt over het Vrederijk zou ik willen aanraden: lees alles wat je over het Vrederijk tegenkomt maar alsof het over de Nieuwe Aarde gaat. En als later zal blijken dat ik het bij het verkeerde eind heb gehad: jammer dan. We zullen in het hiernamaals wel meer van onze huidige standpunten moeten herzien!
Het vrederijk voorzegd door Paulus
Paulus legt uit dat Gods oorspronkelijke belofte aan Abraham (en zijn nageslacht) inhield dat hij een erfgenaam van de WERELD zou zijn: "Ook de belofte aan Abraham en zijn nakomelingen dat zij de wereld zouden erven, steunt niet op de wet maar op de gerechtigheid van het geloof..." (Romeinen 4:13, WV1995) Deze woorden lopen parallel aan andere Bijbelse gegevens over het Messiaanse rijk. In 1 Korintiërs 15 lezen we ook het een en ander over dit toekomstige koningschap van Jezus. "Maar ieder op de voor hem bepaalde tijd: - Christus als eerste en - daarna, wanneer hij komt, zij die hem toebehoren. - En dan komt het einde en draagt hij het koningschap over aan God, de Vader, nadat hij alle heerschappij en elke macht en kracht vernietigd heeft. Want hij moet koning zijn totdat 'God alle vijanden aan zijn voeten heeft gelegd'. De laatste vijand die vernietigd wordt is de dood, want er staat: 'Hij heeft alles aan zijn voeten gelegd.' Wanneer er 'alles' staat, is dat natuurlijk uitgezonderd degene die alles aan hem onderwerpt. En op het moment dat alles aan hem onderworpen is, zal de Zoon zichzelf onderwerpen aan hem die alles aan hem onderworpen heeft, opdat God over alles en allen zal regeren." (1 Korintiërs 15:23-28, NBV2004) Paulus noemt in dit Bijbelgedeelte de volgende gebeurtenissen in de aangegeven volgorde: 1. Opstanding van Messias Jezus (vers 23) 2. Wederkomst van Messias Jezus + (eerste) opstanding van gelovigen (vers 23) 3. Wereldregering van Messias Jezus + overwinning over alle vijanden (vers 25-26) 4. Einde van het koningschap van Messias Jezus + overdracht koningschap aan de Vader (vers 24,28) Deze volgorde van gebeurtenissen sluit aan bij het meest bekende Bijbelgedeelte over het Messiaanse Vrederijk: Openbaring 20:1-6.
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 4 -
Herschepping 2.0
10.5.2. Eerste Opstanding van gelovigen Belofte van opstanding
De opstanding van Jezus uit de dood is een van de belangrijkste heilsfeiten uit de geschiedenis (1 Korintiërs 15:12-22). Op grond daarvan hebben gelovigen nieuw leven ontvangen en de belofte van eeuwig leven: "Ik ben de opstanding en het leven; wie in Mij gelooft, zal leven, ook al is hij gestorven, en een ieder, die leeft en in Mij gelooft, zal in eeuwigheid niet sterven..." (Johannes 11:26, NBG1951) Maar de opstanding van Jezus krijgt bij Jezus' wederkomst de meest volle betekenis voor gelovigen. De Bijbel maakt duidelijk dat de hemel slechts een tijdelijke verblijfplaats voor gelovigen is, maar dat ze eenmaal een nieuw lichaam zullen krijgen: "God heeft niet alleen de Heer opgewekt, Hij zal ook ons laten opstaan door zijn kracht." (1 Korintiërs 6:14, WV1995) "Want wij weten dat Hij die de Heer Jezus heeft opgewekt, ook ons met Jezus ten leven zal wekken en ons naar zich toe zal voeren, samen met u." (2 Korintiërs 4:14 WV1995) Toen Lazarus gestorven was, wist Marta dat haar broer eens uit de dood zou opstaan (Johannes 11:24). In Matteüs 22:23-33 lezen we dat een paar Sadduceeën, vrijzinnige joden die o.a. niet in de opstanding geloven, aan Jezus een strikvraag stelden om het idee van een opstanding belachelijk te maken. Jezus maakte in zijn antwoord glashelder dat de opstanding een toekomstig feit is. In het Nieuwe Testament lezen we meer over de belofte van de opstanding dan over het naar de hemel gaan. Dat is niet zo vreemd omdat de hemel 'slechts' een tussenstation is tussen het aardse leven van nu en het aardse leven van na de opstanding.
Opname en opstanding
We verwachten dat bij de wederkomst ware gelovigen (binnen het Oude en Nieuwe Verbond) lichamelijk zullen opstaan. Bij de ‘opname van de Gemeente’ gaan deze gelovigen vanaf de aarde Koning Jezus bij zijn wederkomst tegemoet 'in de lucht' (1 Tessalonicenzen 4:15-17). Dat betekent naar mijn mening niet dat al die mensen gaan zweven, maar een overgang naar de geestelijke wereld zullen meemaken en daar een ontmoeting met Koning Jezus hebben. Jezus zal dan in lichamelijke gestalte naar de aarde komen, met hetzelfde lichaam als waarmee Hij destijds naar de hemel is vertrokken. Tegelijk verwachten we dat dan de opstanding plaatsvindt van de gelovigen die vervolgens met Jezus naar de aarde terugkeren en daarbij een nieuw lichaam zullen krijgen. Dat noemt de Bijbel de Eerste Opstanding.
Eerste en Tweede Opstanding
In veel Bijbelgedeelten wordt gesproken over DE opstanding (zie bijvoorbeeld Daniël 12:2; Johannes 6:54; Johannes 11:24). Alle mensen zullen eenmaal opstaan. In Openbaring 20 worden echter twee opstandingen beschreven, die op verschillende tijdstippen zullen plaatsvinden. Bij de wederkomst van Jezus vindt de Eerste Opstanding plaats van gelovigen plaats: "Ook zag ik tronen, en aan hen die erop zaten werd recht gedaan. Het zijn de zielen van hen die onthoofd waren omdat ze van Jezus hadden getuigd en over God hadden gesproken; zij hadden het beest en zijn beeld niet aanbeden en ook zijn merkteken niet op hun voorhoofd of hun hand gekregen. Zij waren tot leven gekomen en heersten duizend jaar lang samen met de messias. De andere doden kwamen niet tot leven voordat de duizend jaar voorbij waren. Dit is de Eerste Opstanding. Gelukkig en heilig zijn zij die deelhebben aan de Eerste Opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen ..." (Openbaring 20:4-6, NBV2004)
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 5 -
Herschepping 2.0
Het is mij niet duidelijk of alle ware gelovigen bij de Eerste Opstanding zullen opstaan of alleen een groep zeer toegewijde gelovigen die regeringstaken krijgen. Voor elk van beide opties zijn Bijbelgedeelten te vinden die het lijken te bevestigen. De Bijbel laat ons zien dat er later een tweede opstanding zal plaatsvinden voor alle andere mensen, voorafgaande aan het Laatste Oordeel. Beide opstandingen zijn gelijksoortig en resulteren allebei in een lichamelijke opstanding. Alleen het tijdstip is verschillend voor verschillende groepen mensen.
10.5.3. Opstandingslichaam Wat is het opstandingslichaam?
Wat houdt 'opstanding' precies in? Het kan heel eenvoudig beschreven worden als het tegenovergestelde van sterven. Bij het sterven houdt het lichaam op te leven en leeft het onstoffelijke deel van de mens verder in de geestelijke wereld. Bij de opstanding ontvangt de onstoffelijke mens weer een stoffelijk lichaam. Ons nieuwe lichaam zal in veel opzichten lijken op ons vroegere aardse lichaam, want we zullen onze persoonlijkheid behouden. "‘Maar hoe worden de doden opgewekt? ... Als u iets zaait, moet dat eerst sterven voordat het tot leven kan komen ... En wat u zaait heeft nog niet de vorm die het later krijgt; het is nog maar een naakte korrel ... God geeft daaraan de vorm die hij heeft vastgesteld, en hij geeft elke zaadkorrel zijn eigen vorm." (1 Korintiërs 15:35-38, NBV2004) In dit Bijbelgedeelte legt Paulus uit dat we na de opstanding zullen oogsten, wat we tevoren op aarde gezaaid hebben. In geestelijke zin is dat al het geval als we sterven. In de hemel ontplooit onze geest zich en bij de opstanding ontvangen we een lichaam dat onze gereinigde en verder gerijpte persoonlijkheid zal uitstralen. Dan zullen we volledig mens worden zoals God het oorspronkelijk bedoeld had: lichaam, ziel en geest in volmaakte harmonie, in staat om 100% bewust in zowel de materiële als in de geestelijke wereld te vertoeven. Onder alle omstandigheden zullen we dan in volmaakte harmonie met Jezus leven.
Opstandingslichaam van Jezus
De eerste persoon, die een opstandinglichaam had, was Jezus na zijn opstanding uit de dood. Bij alle geschiedenissen rondom de opstanding valt het op dat de mensen Hem wel herkenden, maar meestal niet meteen. Maria dacht eerst dat Jezus de tuinman was en herkende Hem pas aan zijn stem, niet aan zijn uiterlijk (Johannes 20:13-16). De discipelen, die op weg waren naar Emmaüs waren, herkenden Hem pas bij het breken van het brood, mogelijk toen ze de littekens in zijn handen zagen (Lucas 24:35). Bij het meer van Galilea durfde niemand Hem te vragen of Hij Jezus was, met wie ze destijds waren opgetrokken (Johannes 21:12). Al die voorbeelden laten zien dat de Here Jezus kennelijk veranderd was vergeleken met vroeger. Dat kwam door zijn nieuwe lichaam, wellicht doordat dit lichaam geen enkel spoor van vergankelijkheid toonde, en zo’n volmaakt lichaam had niemand nog nooit eerder gezien.
Net zoals Jezus
In de Bijbel lezen we dat wij uiteindelijk net zoals Jezus zullen worden, dat wil zeggen niet gelijk in glorie of positie, maar in ieder geval met net zo'n verheerlijkt lichaam als dat van Jezus. "Wat we zullen zijn is nog niet geopenbaard, maar we weten dat we aan hem gelijk zullen zijn wanneer hij zal verschijnen, want dan zien we hem zoals hij is." (1 Johannes 3:2, NBV2004) "Hij zal ons armzalig lichaam herscheppen en het gelijkvormig maken aan zijn verheerlijkt lichaam, met de kracht die hem in staat stelt het heelal aan zich te onderwerpen." (Filippenzen 3:21, GNB1996) Ons lichaam zal dan, evenals dat van Jezus, niet door tijd en ruimte beperkt zijn. Zo kon Jezus in de materiële wereld verschijnen waar Hij wilde en was Hij plotseling in een kamer, die op slot was (JoHoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 6 -
Herschepping 2.0
hannes 20:19,26). Bij de Emmaüsgangers verdween Hij ook op een mysterieuze wijze uit beeld (Lucas 24:31). Bij de Hemelvaart vertrok Jezus uit de materiële wereld om verder te leven in de geestelijke wereld, bij de Vader in de hemel. Wat we hier voorzichtig kunnen concluderen is dat je met een opstandinglichaam overal op aarde kunt verschijnen, zonder beperking van tijd en ruimte. Je hebt dan geen vervoermiddelen meer nodig om je te verplaatsen. Het zal allemaal adembenemend boeiend zijn en heel veel mogelijkheden geven om in vreugde en tot eer van onze Schepper te leven. Mensen, er zal nog ZOVEEL te ontdekken zijn in de toekomst met Jezus. We zullen tijd tekort komen.
10.5.4. Messiaans koningschap Vrederijk van Salomo
De regeringsperiode van koning Salomo was zonder twijfel de meest glorieuze periode in de geschiedenis van het volk Israël als koninkrijk. Deze periode kan worden gezien als een voorafschaduwing van het komende Messiaanse Vrederijk van Koning Jezus. Enkele overeenkomsten: Jezus wordt de Vredevorst genoemd (Jesaja 9:5); de naam 'Salomo' betekent: 'vrede', denk maar aan de Israëlische groet 'Shalom', met dezelfde betekenis. Het toekomstige1000-jarige rijk wordt een Vrederijk genoemd; tijdens de regering van koning Salomo was er vrijwel voortdurend vrede in het koninkrijk (1 Koningen 4:24). Tijdens het Messiaanse Vrederijk zullen vertegenwoordigers uit de hele wereld naar Jeruzalem komen (Zacharia 8:22); dit gebeurde ook tijdens het vrederijk van Salomo (1 Koningen 4:34). Jezus was en is de meest wijze persoon die ooit op de wereld geleefd heeft (Matteüs 12:42; 1 Korintiërs 1:30); onder het Oude Verbond was Salomo de meest wijze koning ooit (1 Koningen 4:29-30). Koning Jezus zal als rechtvaardige Koning en Rechter regeren tijdens het Messiaanse Vrederijk (Jesaja 9:6); destijds was koning Salomo beroemd om zijn wijze rechtspraak (1 Koningen 3:1628).
Het Messiaanse koningschap voorzegd
Toen de engel Gabriël op bezoek kwam bij Maria om haar in te lichten over de aanstaande geboorte van Jezus, vertelde hij dat Jezus uiteindelijk de heerser van Israël zou zijn: "Hij (=Jezus) zal een groot man worden en Zoon van de Allerhoogste worden genoemd, en God, de Heer, zal hem de troon van zijn vader David geven. Tot in eeuwigheid zal hij koning zijn over het volk van Jakob, en aan zijn koningschap zal geen einde komen." (Lucas 1:32-33, NBV2004) De troon van David kan alleen maar op aarde staan en wel in Jeruzalem, zoals de profeten voorheen al hadden uitgesproken. Jezus zal na zijn wederkomst dus letterlijk het koningschap over de wereld op zich nemen. Deze gedachte komt heel duidelijk naar voren in de vele profetieën in het Oude Testament over dit onderwerp, zoals de volgende profetie: "Eens zal de dag komen dat de berg met de tempel van de H E E R rotsvast zal staan, verheven boven de heuvels, hoger dan alle bergen. Alle volken zullen daar samenstromen, machtige naties zullen zeggen: ‘Laten we optrekken naar de berg van de H EE R , naar de tempel van Jakobs God. Hij zal ons onderrichten, ons de weg wijzen, en wij zullen zijn paden bewandelen.’ Vanaf de Sion klinkt zijn onderricht, vanuit Jeruzalem spreekt de H E E R . Hij zal rechtspreken tussen de volken, over machtige naties een oordeel vellen ..." (Jesaja 2:2-4, NBV2004) Speciaal voor de Bijbellezers die geneigd zijn de profetieën voor Israël te vergeestelijken (en toe te passen op de nieuwtestamentische Gemeente) worden deze woorden vooraf gegaan door het volgende: "Dit zijn de visioenen die Jesaja, de zoon van Amos, over Juda en Jeruzalem gezien heeft..." (Jesaja 1:1, NBV2004) Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 7 -
Herschepping 2.0
Deze profetie kan echt niet anders dan betrekking hebben op het fysieke volk Israël en het fysieke land Israël, dat God aan zijn volk heeft beloofd als een eeuwigdurende bezitting (Genesis 17:8). De fysieke stad Jeruzalem zal de hoofdstad zijn van het Messiaanse Vrederijk. De volgende profetieën laten daarover geen misverstand toe: "... en Jeruzalem zal blijven voortbestaan op zijn eigen plaats, te Jeruzalem." (Zacharia 12:6, NBG1951) Het komende Messiaanse Vrederijk zal de hele aarde omvatten en alle bestaande wereldrijken omvatten. "En de H EE R zal koning worden over de hele aarde. Dan zal de H EE R de enige God zijn en zijn naam de enige naam." (Zacharia 14:9, NBV2009) Dit wordt onder meer bevestigd door de uitleg van Daniël van de droom van Nebukadnessar over het beeld met het gouden hoofd, dat door een aanrollende steen werd verbrijzeld: "Maar ten tijde van die koninkrijken zal de God van de hemel een rijk laten opkomen dat nooit te gronde zal gaan en dat nooit op een ander volk zal overgaan. Het zal al die koninkrijken verbrijzelen en vernietigen, maar zelf zal het eeuwig bestaan " (Daniël 2:44, NBV2004) Dit koningschap zal later ook op de Nieuwe Aarde doorgaan, maar dan in een andere vorm.
Herstel van Israël
Toen de discipelen Jezus kort voor zijn hemelvaart vroegen naar het herstel van Israël (Handelingen 1:6), zei Hij niet: "Jongens, dat hebben jullie helemaal mis. Jullie moeten het geestelijk opvatten." Nee, Hij zei alleen dat het herstel van Israël NOG niet aan de orde was en dat er voorlopig andere dingen belangrijk waren. Ze moesten zich eerst concentreren op de uitvoering van de Grote Opdracht om het evangelie over de hele aarde bekend te maken. De wederkomst van Jezus en dus ook het herstel van Israël zal pas plaats kunnen vinden als deze opdracht zal zijn uitgevoerd. "Deze goede boodschap van het koninkrijk zal verkondigd worden in heel de wereld als een getuigenis voor alle volken, en dan zal het einde komen." (Matteüs 24:14, WV1995) Het herstel van Israël maakt deel uit van de toekomst voor het komende Koninkrijk, waar Jezus het steeds over had. Vanaf de eerste komst van Jezus op aarde was het hemelse Koninkrijk al in werking in geestelijke zin. Tijdens de tweede wereldoorlog hebben de verzetstrijders in Nederland zich ingezet voor de bevrijding van ons land en om de wederkomst van Koningin Wilhelmina mogelijk te maken. Op dezelfde manier voeren wij als onderdanen van de komende Koning op aarde een taaie verzetstrijd tegen de bezetter van de aarde: de satan. Deze strijd zal doorgaan totdat de Koning terug komt om de vijand te verjagen en om het Koninkrijk op aarde een tastbare werkelijkheid te doen worden.
Bevrijding van de aarde
Jezus zal niet alleen Israël bevrijden uit de wurggreep van de omliggende vijandige volken, maar ook de hele wereld bevrijden uit de macht van de satan. Daardoor krijgt zijn naam als Verlosser een nog bredere betekenis. Dit moment maakte de apostel Johannes als het ware mee tijdens zijn visioenen over de toekomst: "Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: ‘Nu zijn de redding, de macht en het koningschap van onze God werkelijkheid geworden, en de heerschappij van zijn messias. Want de aanklager van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht bij onze God aanklaagde, is ten val gebracht." (Openbaring 12:10, NBV2004) En toch, deze overwinning staat niet ALLEEN op rekening van onze Koning. Hij heeft namelijk de Gemeente steeds betrokken in de eeuwenlange strijd tegen de macht van de satan. Want laten we eens lezen wat volgt op de hierboven aangehaalde woorden:
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 8 -
Herschepping 2.0
"Zij (=trouwe gelovigen) hebben hem (=de satan) dankzij het bloed van het lam en dankzij hun getuigenis overwonnen. Zij waren niet aan het leven gehecht en hebben hun dood aanvaard." (Openbaring 12:11, NBV2004) Ook de apostel Paulus schreef over hetzelfde thema: "En de God van de vrede zal de satan spoedig onder uw voeten (=die van de gelovigen)verpletteren..." (Romeinen 16:20, HSV2010
Vredevorst
Het zal even wennen zijn voor ons als nieuwtestamentische gelovigen. We hebben van Jezus waarschijnlijk het beeld voor ogen van een zachtmoedige man die omzag naar mensen in nood en min of meer onopvallend door het land Israël trok. Straks zal Hij de regerende Vredevorst zijn in volle glorie: "In mijn nachtelijke visioenen zag ik dat er met de wolken van de hemel iemand kwam die eruitzag als een mens (=Jezus). Hij naderde de oude wijze en werd voor hem geleid. Hem werden macht, eer en het koningschap verleend, en alle volken en naties, welke taal zij ook spraken, dienden hem. Zijn heerschappij was een eeuwige heerschappij die nooit ten einde zou komen, zijn koningschap zou nooit te gronde gaan." (Daniël 7:13-14, NBV2004) Ongetwijfeld zal Hij ingrijpende maatregelen nemen om de samenlevingen in de wereld totaal te veranderen. Koning Jezus zal zijn naam als Vredevorst waarmaken doordat Hij voor wereldwijde vrede zal zorgen. "... Hij zal vrede stichten tussen de volken. Zijn heerschappij strekt zich uit van zee tot zee, van de Rivier tot de einden der aarde." (Zacharia 9:10, NBV2010) Messias Jezus zal de wetten bepalen (Jesaja 2:3; Jesaja 51:4-5). Democratie zal voorgoed tot het verleden behoren, want we krijgen met een monarchie te maken, waarbij Jezus als alleenheerser onbeperkte macht zal uitoefenen. "De geest van de H E ER zal op hem rusten: een geest van wijsheid en inzicht, een geest van kracht en verstandig beleid, een geest van kennis en ontzag voor de H EE R . Hij ademt ontzag voor de H E E R ; zijn oordeel stoelt niet op uiterlijke schijn, noch grondt hij zijn vonnis op geruchten. Over de zwakken velt hij een rechtvaardig oordeel, de armen in het land geeft hij een eerlijk vonnis. Hij tuchtigt de aarde met de gesel van zijn mond, met de adem van zijn lippen doodt hij de schuldigen. Hij draagt gerechtigheid als een gordel om zijn lendenen en trouw als een gordel om zijn heupen." (Jesaja 11: 2-5, NBV2004) Jeruzalem zal de residentie en hoofdstad zijn van de wereldregering. "Grote en machtige volken zullen naar Jeruzalem komen om daar de H E E R van de hemelse machten te vereren en zijn gunst af te smeken." (Zacharia 8:22, NBV2004) Zie ook onderwerp 'Jezus de Messias' in hoofdstuk 'Wie is Jezus?'.
10.5.5. Meeregeren met Jezus Onderkoningen?
Jezus had zijn twaalf discipelen beloofd dat zij later een hoge positie zouden krijgen in een nieuwe fase van Gods Koninkrijk: "Jezus zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: wanneer de tijd aanbreekt dat alles vernieuwd wordt, wanneer de Mensenzoon in zijn majesteit zal zetelen op zijn troon, zullen ook jullie die mij gevolgd zijn plaatsnemen op de twaalf tronen en rechtspreken over de twaalf stammen van Israël." (Matteüs 19:28, NBV2004)
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 9 -
Herschepping 2.0
We zouden hen een soort van onderkoningen onder koning Jezus kunnen noemen. In de Bijbel zijn de begrippen regeren en rechtspreken meestal aan elkaar gekoppeld. Of de troon van Judas door iemand anders zou worden ingenomen, bijvoorbeeld door de apostel Paulus, daarover geeft de Bijbel geen uitsluitsel. Wat ook opvalt in dit Bijbelgedeelte is dat er gesproken wordt over de twaalf stammen van Israël. Dat betekent dat Israël als volk en als natie zal blijven bestaan in het Messiaanse Vrederijk. Veel christenen lijken te denken dat de Gemeente boven Israël staat en dat de joden als het ware zullen opgaan in de Gemeente en daarmee hun joodse identiteit zullen verliezen, maar niets is minder waar. Een dergelijke veronderstelling komt voort uit de verderfelijke vervangingstheologie. Ook al wordt die door steeds meer christenen afgewezen, een aantal afgeleide denkbeelden blijven nog lang voortbestaan...
Wie zullen verder met Jezus meeregeren?
Dan is er een tweede categorie die verantwoordelijkheden en tegelijk ereposities zullen ontvangen onder het koningschap van Jezus. Dat zijn de gelovigen, die deel zullen hebben aan de Eerste Opstanding: "Het koningschap, de heerschappij en de grootheid van alle koninkrijken onder de hemel zullen gegeven worden aan het volk van de heiligen van de hoogste God ..." (Daniël 7:27, NBV2004) In dit gedeelte zien we nog eens duidelijk dat er tijdens het Messiaanse Vrederijk ook andere volken op aarde wonen dan alleen het volk van God. Logisch, want waar zou anders over geregeerd moeten worden? Zullen alle gelovigen opstaan en meeregeren met Jezus of alleen een selecte groep bestaande uit de meest getrouwe gelovigen? Eerlijk gezegd: ik weet het niet. De Bijbel lijkt er verschillende dingen over te zeggen. In het volgende Bijbelgedeelte krijgen we de indruk dat het meeregeren met Jezus wordt toegezegd aan ALLE ware gelovigen: "Want u (=Jezus) bent geslacht en met uw bloed hebt u voor God mensen gekocht uit alle landen en volken, van elke stam en taal. U hebt voor onze God uit hen een koninkrijk gevormd en hen tot priesters gemaakt. Zij zullen als koningen heersen op aarde." (Openbaring 5:9-10, NBV2004) Maar in de volgende gedeelten worden alleen gelovigen genoemd die op een bijzondere manier hun trouw aan de Koning hebben getoond: "als wij volharden, zullen we ook met hem heersen ..." (2 Timoteüs 2:12, NBV2004) "... Ik zag de zielen van hen die onthoofd waren vanwege het getuigenis van Jezus en het woord van God, die het beest en zijn beeld niet hadden aanbeden en het merkteken niet hadden aangenomen op hun voorhoofd en in hun hand. Zij werden weer levend en heersten met Christus, duizend jaren lang. De andere doden werden niet levend voordat de duizend jaren voorbij waren. Dit is de Eerste Opstanding." (Openbaring 20:4-5, WV1995) Denk ook aan de gelijkenis van de ponden die Jezus vertelde (Lucas 19:11-27). De medewerker die er tien ponden bij verdient, en daarmee bewijst dat hij grote verantwoordelijkheid kan dragen, krijgt het bestuur over tien steden. De tweede krijgt het bestuur over vijf steden. Zoiets kon in het Messiaanse Vrederijk wel eens heel letterlijk uitkomen. De Bijbel lijkt zichzelf dus tegen te spreken. Wat is het nu? Staan alle gelovigen bij de Eerste Opstanding op of alleen een geselecteerde minderheid? Zullen alle ware gelovigen met Jezus regeren of alleen een geselecteerde minderheid? Misschien kan de volgende gedachte ons iets verder helpen. Tijdens de tweede wereldoorlog heersten de Duitsers over Nederland. Alle Duitsers? Er waren toch ook de mensen in Duitsland die gewoon hun dagelijks werk deden, bijvoorbeeld als boer, arts of
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 10 -
Herschepping 2.0
postbode? Evenzo zou 'heersen met Jezus' ook kunnen worden uitgelegd als: behoren tot het volk van God dat met Jezus heerst. Ieder zal daarbij een positie krijgen die recht doet aan zijn bewezen toewijding aan de Koning gedurende zijn aardse leven en de mate waarin hij geestelijke vrucht heeft gedragen. En dan de invulling daarvan maar aan de Koning over te laten...
Heersen en dienen
De Bijbel geeft indrukwekkende voorbeelden van mensen, die God dienden op een verachtelijk lage plaats en later regeringsverantwoordelijkheden kregen. Voorbeelden: Jozef - Hij werd door zijn broers als slaaf verkocht en door zijn werkgever in de gevangenis gegooid. Later werd hij onderkoning van het machtige wereldrijk Egypte en hij vervulde die functie uitstekend. David - Hij was een simpele herdersjongen. Toen hij bij koning Saul in ongenade viel, moest hij een voortvluchtig bestaan leiden. Na de dood van Saul werd hij de beste en meest godvrezende koning die Israël ooit gehad heeft. Alle koningen na hem werden door God met David vergeleken. Beide voorbeelden zijn typen van Jezus, die eveneens van de allerlaagste positie werd verhoogd tot de allerhoogste plaats. God heeft Jezus immers de allerhoogste positie gegeven als Heerser naast God op de troon. En Hij zal de beste Heerser zijn die de geschiedenis ooit gekend heeft (Filippenzen 2:5-11). Nederigheid en dienstbaarheid zijn ongetwijfeld de beste kwalificaties voor mensen die regeringstaken zullen krijgen in het Messiaanse Vrederijk. Jezus legde aan zijn discipelen uit dat de principes van Gods Koninkrijk radicaal anders zijn dan die ze gewend waren: "... De belangrijkste van jullie moet de minste worden en de leider de dienaar." (Lucas 22:26, NBV2004) "Wie van jullie de belangrijkste wil zijn, zal de anderen moeten dienen, en wie van jullie de eerste wil zijn, zal jullie dienaar moeten zijn – zoals de Mensenzoon niet gekomen is om gediend te worden, maar om te dienen en zijn leven te geven als losgeld voor velen." (Matteüs 20:26-28, NBV2004) Bij het meeregeren met Jezus zal het ongetwijfeld gaan om een dienend leiderschap. Evenals de Nederlandse overheid veel dienende taken uitvoert, zo zullen wij als gelovigen 'overheidsdienaren' zijn. We zullen het voorrecht krijgen om de zegen uit te delen, waarmee Koning Jezus de volken wil zegenen. Dat geeft de meeste voldoening aan degenen die gediend worden en aan degenen die anderen dienen. Dat is iets om naar uit te zien, of niet soms? Echt, we gaan als gelovigen een prachtige tijd tegemoet!
Israël en de Gemeente
Het Messiaanse Vrederijk zal een theocratie zijn, evenals het volk Israël in de tijd van het Oude Testament. Het Messiaanse Vrederijk zal dan zijn, wat God altijd van Israël had willen maken! Dit is het 'herstel van Israël' waar de joden eeuwen lang naar hebben verlangd. Dit is een volgende fase van Gods Koninkrijk op aarde. "Jezus zei tegen hen: ‘Ik verzeker jullie: wanneer de tijd aanbreekt dat alles vernieuwd wordt, wanneer de Mensenzoon in zijn majesteit zal zetelen op zijn troon, zullen ook jullie die mij gevolgd zijn plaatsnemen op de twaalf tronen en rechtspreken over de twaalf stammen van Israël." (Matteüs 19:28, NBV2004) De Gemeente en Israël zullen elk een passende rol gaan spelen en elkaar aanvullen. Mogelijk zal de Gemeente meer geestelijke verantwoordelijkheden krijgen en Israël meer aardse verantwoordelijkheden, omdat dit past bij de verschillende concepten van het Oude en Nieuwe Verbond. Beide verbonden zullen in het Messiaanse Vrederijk tot verdere volmaking komen.
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 11 -
Herschepping 2.0
10.5.6. Herluistering van de aarde Gods heerlijkheid
De term 'herluistering' is eigenlijk een niet bestaand Nederlands woord, maar ik denk dat je onmiddellijk begrijpt wel wat het betekent: het tegenovergestelde van ontluistering. De vroegere ontluistering van de aarde was het gevolg van de zondeval, waardoor Gods heerlijkheid van de aarde verdween en de machten van de satan de overhand kregen. Met de aanvang van het Messiaanse Vrederijk komt Messias Jezus definitief op de aarde wonen en daarmee is Gods heerlijkheid terug van weggeweest. Dat zal ongekende gevolgen hebben voor de aarde en alles wat op aarde leeft. Er zal tijdens het Messiaanse Vrederijk nog niet de volmaaktheid zijn die we pas op de Nieuwe Aarde zullen vinden, maar het zal een hemelsbreed verschil zijn met wat me momenteel op onze planeet tegenkomen. Omdat het niet van elke toekomstprofetie duidelijk is of die betrekking heeft op het Messiaanse Vrederijk of op de Nieuwe Aarde is het moeilijk om alle verschillen concreet aan te geven.
De satan gebonden
Het is logisch dat er op aarde geen plaats meer zal zijn voor de satan, de 'god van de huidige eeuw', als de Vredevorst verschijnt: "Ik zag een engel uit de hemel neerdalen met de sleutel van de onderaardse diepte en zware ketenen in zijn hand. Hij greep de draak, de slang van weleer, die ook duivel of Satan wordt genoemd, en ketende hem voor duizend jaren. Hij gooide hem in de diepte, sloot de put boven hem en verzegelde die, opdat de volken niet meer door hem misleid zouden worden tot de duizend jaar voorbij waren; daarna moet hij korte tijd worden losgelaten." (Openbaring 20:1-3, NBV2004) Vernederend voor de satan dat hij niet door de Koning Zelf wordt aangepakt, maar door een gewone mede-engel. Daaruit blijkt hoe de machtsverhoudingen zijn komen te liggen na de nederlaag van de satan op Golgota. Laten we dat nooit vergeten! Doordat de satan gebonden is, kan hij de wereldbewoners niet meer verleiden om in opstand te komen tegen de Vredevorst: alle mensen zijn dan vrij om hun houding over de Vredevorst te bepalen zonder verblinding en ophitsing door de 'vader van de leugen'.
Gerechtigheid en vrede
Na de komst van de Vredevorst zal een totale ontwapening plaatsvinden: "... Zij zullen hun zwaarden omsmeden tot ploegijzers en hun speren tot snoeimessen. Geen volk zal nog het zwaard trekken tegen een ander volk, geen mens zal meer weten wat oorlog is." (Jesaja 2:4, NBV2004) "... Hij zal vrede stichten tussen de volken..." (Zacharia 9:10, NBV2004). Eindelijk zal er dan een rechtvaardige Heerser zijn over de gehele aarde. Wat een verademing zal dat zijn na zoveel eeuwen van onrecht, uitbuiting, vervolging, oorlog, wreedheid en corruptie. Er is een direct verband tussen gerechtigheid en vrede: waar gerechtigheid heerst is vrede het resultaat. "... Rechtvaardig zal hij de wereld berechten, de volken oordelen naar recht en wet." (Psalm 92:9, NBV2004) "Dan zal de gerechtigheid vrede stichten, ze brengt rust en vertrouwen voor altijd. Mijn volk zal wonen in een oase van vrede, een oord van ongestoorde rust." (Jesaja 32:17-18, NBV2004) "Ik stel de vrede aan als wachter en de gerechtigheid als het gezag. Van geweld in je land wordt niets meer vernomen ..." (Jesaja 60:17-18, NBV2004) Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 12 -
Herschepping 2.0
Dit principe van gerechtigheid en vrede werkt ook nu al tot op zekere hoogte in levens van gelovigen en ook in samenlevingen waar rechtvaardig recht wordt gehandhaafd.
Hele schepping
De zondvloed was een belangrijk keerpunt in de geschiedenis van de mensheid. Na de zondvloed was de aarde nog weer verder ontluisterd dan na de zondeval. Bij de wederkomst van Jezus vindt waarschijnlijk een omgekeerd proces plaats: de bestaande aarde wordt 'herluisterd'.
Vanwege de directe aanwezigheid van Jezus en de afwezigheid van de satan zal er een totaal nieuwe leefsituatie op aarde ontstaan (Jesaja 66:12). Dat is de toestand waarvan Paulus eens schreef: "Met reikhalzend verlangen immers verwacht de schepping het openbaar worden van de kinderen van God ... in de hoop dat ook de schepping zelf zal bevrijd worden van de slavernij van het verderf om te komen tot de vrijheid van de heerlijkheid van de kinderen van God. (Romeinen 8:19,21, HSV2010) Dit Bijbelgedeelte laat ook overtuigend zien dat de wereld niet zal vergaan bij de wederkomst van Jezus. Het woord 'schepping' in dit Bijbelgedeelte omvat meer dan alle mensen: ook de natuur, die sinds de zondeval is gedegenereerd en aan dood en verderf onderworpen is. De wederkomst van Jezus betekent ook een verademing voor de planten- en dierenwereld. Als de wereld zou vergaan bij Jezus' wederkomst, zouden deze woorden al hun betekenis verliezen. Mogelijk zullen de die over de aarde komen bij de wederkomst van Jezus een klimaatsverbetering tot gevolg hebben, zoals het klimaat van de aarde in negatieve zin sterk is veranderd na de zondvloed. De dierenwereld zal vernieuwd worden: "Dan zal een wolf zich neerleggen naast een lam, een panter vlijt zich bij een bokje neer; kalf en leeuw zullen samen weiden en een kleine jongen zal ze hoeden. Een koe en een beer grazen samen, hun jongen liggen bijeen; een leeuw en een rund eten beide stro. Bij het hol van een adder speelt een zuigeling, een kind graait met zijn hand naar het nest van een slang." (Jesaja 11:6-8, NBV2004) Hoe zal zoiets mogelijk zijn? Ik denk dat dit het effect zal zijn van Gods heerlijkheid op de aarde die een ongekend genezend en vitaliserend effect zal hebben op alles wat leeft, waardoor elk schepsel weer gaat functioneren zoals de Schepper het ooit bedoeld had. Ook de plantenwereld zal op een vergelijkbare manier opbloeien. De woestijn zal tot een vruchtbaar land worden. "... Dan zal de woestijn een boomgaard worden, een boomgaard die is als een woud." (Jesaja 32:15, NBV2004)
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 13 -
Herschepping 2.0
Kortom, alles duidt op een buitengewoon heilrijke leefsituatie voor Gods volk, de overige volken en voor de hele schepping. Het is een tijd om 'met reikhalzend verlangen' naar uit te zien!
De wereldbewoners moeten kiezen
De volken zullen tijdens het Vrederijk geregeerd worden met stevige hand. Dat zal kennelijk nodig zijn: "Met een ijzeren herdersstaf zal hij (=Jezus) hen hoeden, als aardewerk worden ze verbrijzeld." (Openbaring 2:27, NBV2004) Dat zijn de mensen zijn die bij de wederkomst van Jezus niet de opstanding tot een nieuw lichaam zullen meemaken. De volken zullen zich dan van harte of met enige tegenzin aan de Koning onderwerpen. Een alternatief is er niet, omdat het Koninkrijk van Jezus de enige supermacht op aarde zal zijn. De zonde zal tijdens het Vrederijk waarschijnlijk niet geheel uitgebannen zijn. Mensen behouden trouwens altijd de mogelijkheid tot zondigen; er worden nooit automatische zondebegrenzers in hun harten ingebouwd. God neemt die keuzemogelijkheid nooit weg, want op dat moment zouden het geen mensen meer zijn maar robots of veredelde dieren. De vrije wil is immers juist wat hen als mensen zo uniek maakt en waardoor God hun vrijwillige, liefdevolle toewijding zo kostbaar vindt. Ook de dood zal nog voorkomen, maar de mensen zullen waarschijnlijk een veel hogere ouderdom bereiken dan nu, misschien vergelijkbaar met de leeftijden die de mensen hadden voorafgaande aan de zondvloed. Toch neem ik aan dat de zonde in die periode meer uitzondering dan regel zal zijn. Een en ander kunnen we bijvoorbeeld afleiden uit de volgende woorden van de profeet Jesaja: "Geen zuigeling zal daar meer zijn die slechts enkele dagen leeft, geen grijsaard die zijn jaren niet voltooit; want een kind zal pas sterven als honderdjarige, en wie geen honderd wordt, geldt als vervloekt." (Jesaja 65:20, NBV2004) Maar later op de Nieuwe Aarde zal er geen dood meer voorkomen. "... Er zal geen dood meer zijn, geen rouw ..." (Openbaring 21:4, NBV2004)
Vrederijk en Nieuwe Aarde
De Bijbel geeft heel veel profetieën over glorieuze toekomst van Gods volk. Bedenk steeds dat we niet altijd kunnen onderscheiden of profetieën alleen op het Messiaanse Vrederijk betrekking hebben, alleen op de Nieuwe Aarde of op allebei. Er zullen vast veel overeenkomsten zijn. Hoewel het Vrederijk een enorme verandering zal laten zien ten opzichte van de huidige aarde, zal het nog niet volmaakt zijn. Daarvoor moten we wachten tot de schepping van de Nieuwe Aarde.
10.5.7. Einde Vrederijk Opstand en laatste strijd
De volken die tijdens het Vrederijk op aarde leven zullen natuurlijk verantwoording moeten afleggen voor hun daden, evenzeer als alle andere mensen die daarvoor geleefd hadden. Hun loyaliteit aan Koning Jezus zal ook op de proef worden gesteld. "Wanneer de duizend jaar voorbij zijn, zal Satan uit zijn gevangenis worden losgelaten. Dan gaat hij eropuit om de volken aan de vier hoeken van de aarde, Gog en Magog, te misleiden. Hij brengt hen voor de strijd bijeen, een menigte zo talrijk als zandkorrels aan de zee. Ze trekken op, over de hele breedte van de aarde, en omsingelen het kamp van de heiligen en de geliefde stad..." (Openbaring 20:7-9, NBV2004) De wereldbevolking heeft de Koning dan duizend jaar lang leren kennen en een periode van ongekend welzijn meegemaakt. Toch zullen er hele volksstammen zijn die verraad plegen en met een gigantisch leger een aanval inzetten op de Koning en zijn mederegeerders. Dan zullen die mensen
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 14 -
Herschepping 2.0
laten zien dat hun loyaliteit aan Koning Jezus altijd ongemeend is geweest. De mensen die geen toegewijd hart hebben voor de Koning maken zich met elkaar sterk in onafhankelijkheid en verzet. De satan zal de mensen proberen te ronselen voor zijn laatste veldslag. In Ezechiël 38-39 lezen we een gedetailleerde profetie over 'de laatste strijd' met Gog en Magog, volken die symbool staan voor al de vijanden van God. Er zijn overeenkomsten te zien in de profetieën die betrekking hebben op DEZE strijd en de strijd van de satan tegen Israël en de Gemeente voorafgaande aan de wederkomst van Messias Jezus. Het is niet verwonderlijk dat dezelfde principes daarbij van toepassing zijn. Wel is het opvallend dat de namen Gog en Magog zowel door de profeet Ezechiël (in Ezechiël 38:2) als de apostel Johannes (in Openbaring 20:8) worden genoemd. "... Maar vuur daalt neer uit de hemel en verteert hen. En de duivel, die hen misleidde, wordt in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet ..." (Openbaring 20:9-10, NBV2004) Uit dit Bijbelgedeelte uit Openbaring 20 blijkt trouwens dat Gods volk niet zal hoeven te vechten. De verraderlijke machten worden onschadelijk gemaakt door een goddelijk ingrijpen. De duivel zelf zal dan persoonlijk bij zijn nekvel worden gepakt en in de eeuwige vuurpoel worden geworpen.
Einde heilige oorlog
Als de laatste strijd is beëindigd, zal de kosmische oorlog tussen het rijk van God en dat van de satan tot een einde komen. Deze oorlog was ooit begonnen bij de opstand van de satan tegen God. Nadat God de mensen op aarde had geschapen heeft de satan hen steeds op nieuwe manieren proberen te verleiden om zich van God af te keren. De opstand aan het einde van het Vrederijk zal zijn laatste stuiptrekking zijn. Jezus zal dan alle vijanden aan zich hebben onderworpen. Zijn koningschap zal nooit in gevaar komen en zal ook dan onaangetast blijven. Op dat moment is de overwinning over de satan compleet geworden. Hij is dan roemloos ten onder gegaan in de vuurpoel, waar hij NOOIT MEER uit zal komen (Openbaring 20:9-10). Ook de laatste, de taaiste macht van de satan, de dood, wordt in datzelfde verterende vuur geworpen. Dan breekt het moment aan dat Jezus officieel het koningschap aan de Vader terug gaat geven. In de Bijbel lezen we hier het volgende over: "En dan komt het einde en draagt hij het koningschap over aan God, de Vader, nadat hij alle heerschappij en elke macht en kracht vernietigd heeft. Want hij moet koning zijn totdat ‘God alle vijanden aan zijn voeten heeft gelegd’. De laatste vijand die vernietigd wordt is de dood … En op het moment dat alles aan hem onderworpen is, zal de Zoon zichzelf onderwerpen aan hem die alles aan hem onderworpen heeft, opdat God over alles en allen zal regeren." (1 Korintiërs 15:24-28, NBV2004)
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 15 -
Herschepping 2.0
Hoofdstuk 10.5. Messiaans Vrederijk - 16 -
Herschepping 2.0
10.6. Nieuwe wereld Na het Messiaanse Vrederijk zal er een einde komen aan de bestaande hemel en aarde. Het Laatste Oordeel zal een definitieve scheiding maken tussen goed en kwaad. God zal een Nieuwe Aarde scheppen waar alle begenadigde mensen eeuwig mogen wonen. Daarmee wordt Gods doel met zijn schepping op een glorieuze manier bereikt. 10.6.1. Laatste Oordeel 10.6.2. Hel in de vuurpoel 10.6.3. Nieuwe Aarde 10.6.4. Nieuw Jeruzalem 10.6.5. Einde herschepping?
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 1 -
Herschepping 2.0
10.6.1. Laatste Oordeel We komen nu bij een indrukwekkende scharnierpunt in de toekomstige geschiedenis van het universum. De Bijbel noemt dit wel de 'wedergeboorte' van de wereld (Matteüs 19:28, NBG1951) of de 'jongste dag' (Johannes 12:48, NBG1951). Dat is een periode waarin verschillende gebeurtenissen die plaatsvinden. Ze kunnen na elkaar plaatsvinden of elkaar (gedeeltelijk) overlappen.
de Tweede Opstanding het vergaan van bestaande hemelsferen en de bestaande aarde het Laatste Oordeel, het laatste scheidingsproces tussen goede en slechte mensen de schepping van de Nieuwe Hemel en de Nieuwe Aarde
Tweede Opstanding
Omdat God de bestaande hemel en aarde wil gaan vervangen door een nieuwe hemel en aarde, moeten alle mensen deelnemen aan een volksverhuizing. Hier volgen enkele uiteenlopende Bijbelgedeelten die hiermee verband houden: "De zee stond de doden die ze in zich had af, en ook de dood en het dodenrijk stonden hun doden af..." (Openbaring 20:13, NBV2004) "Velen van hen die slapen in de aarde, in het stof, zullen ontwaken, sommigen om eeuwig te leven, anderen om voor eeuwig te worden veracht en verafschuwd." (Daniël 12:2, NBV2004) "(Jezus zei:) ... er komt een moment waarop alle doden zijn stem (=stem van Jezus) zullen horen en uit hun graf zullen komen: wie het goede gedaan heeft staat op om te leven, wie het slechte gedaan heeft staat op om veroordeeld te worden." (Johannes 5:28-29, NBV2004) Wat houdt dit in voor verschillende groepen mensen? 1. De 'Bruid' bestaande uit alle ware gelovigen uit het Oude en Nieuwe Verbond, die aan het begin van het Messiaanse Vrederijk de opstanding hadden meegemaakt, zullen ook weer als de eeuwige 'Bruid' op de nieuw te scheppen aarde terecht komen. "Gelukkig en heilig zijn zij die deelhebben aan de Eerste Opstanding. De Tweede Dood heeft geen macht over hen..." (Openbaring 20:6, NBV2004) 2. Alle overige mensen maken een opstanding mee (de Tweede Opstanding genoemd) waarna iedereen een lichaam heeft. 3. De mensen die tot dat moment op de aarde woonden gaan naar het Troongebied om via het Laatste Oordeel hun eindbestemming tegemoet te gaan. 4. De mensen die in de hemel verblijven, maar niet de eerste opstanding hebben meegemaakt, gaan ook naar het Troongebied om via het Laatste Oordeel hun eindbestemming tegemoet te gaan. Ik ga ervan uit dat zij allemaal de Nieuwe Aarde zullen bevolken. 5. De mensen die in de hel van het dodenrijk verblijven, mensen die voor of tijdens het Messiaanse Vrederijk zijn gestorven en geen toegang tot de hemel kregen, gaan ook naar het Troongebied om via het Laatste Oordeel hun eindbestemming tegemoet te gaan.
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 2 -
Herschepping 2.0
Hemel en aarde vergaan
Daarna is er geen mens meer over op de aarde, niet in hemelgedeelte en niet n het helgedeelte van het dodenrijk. Als deze volksverhuizing voltooid is kunnen de bestaande hemel en aarde verdwijnen. De bestaande aarde en een aantal hemelsferen bevatten duidelijke sporen van zonden die begaan zijn door gevallen engelen en gevallen mensen. God was niet van plan om dat oude spul op te knappen, maar koos ervoor om een geheel nieuwe schepping te doen ontstaan. Eeuwen geleden is er al geprofeteerd over het feit dat God eenmaal de bestaande aarde en hemel zou vervangen door een nieuw te scheppen hemel en aarde. "Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een Nieuwe Aarde, en aan wat vroeger geweest is wordt niet meer gedacht; het komt niet meer in de gedachten op." (Jesaja 65:17, WV1995) Wat de hemel betreft: niet alle hemelsferen zullen dan verdwijnen, want het hoofdkwartier van de hemelsferen, het Troongebied van de allerhoogste God, zal blijven bestaan als het eeuwige middelpunt van alles wat bestaat (Openbaring 20:11-15). "Toen zag ik een grote witte troon en hem die daarop zat. De aarde en de hemel vluchtten van hem weg en verdwenen in het niets." (Openbaring 20:11, NBV2004) De aardbewoners hoeven niet bang te zijn dat 'de wereld vergaat' terwijl zij zelf op die wereld wonen, nu niet en tegen het einde van het Messiaanse Vrederijk ook niet. Pas nadat alle levende wezens zijn verzameld in het Troongebied van de hemel zal het gebeuren. Ze vluchten als het ware weg, van het Troongebied vandaan en ze verdwijnen letterlijk in het niets.
Andere meningen over het vergaan van de aarde
Diverse oudtestamentische profeten en ook de apostel Petrus schrijven over de verschillende gebeurtenissen, die met elkaar worden aangeduid als de 'dag van de Heer'. De uitdrukking 'dag van de Heer' kunnen we naar mijn mening het beste interpreteren als de periode vanaf de wederkomst van Jezus tot en met het 'Laatste Oordeel'. De meeste Bijbellezers zullen weten dat het oorspronkelijke woord dat vanuit de grondtekst als 'dag' vertaald is, evengoed een periode kan omvatten in plaats van een dag van 24 uur. Hier volgt een voorbeeld van zulke Bijbelgedeelten over 'de dag van de Heer': "De grote dag van de H EE R is nabij ... Die dag zal een dag zijn van razernij, een dag van angst en benauwdheid, een dag van rampspoed en onheil, een dag van duisternis en donkerheid, ... een dag van hoorngeschal en krijgsgeschreeuw ... Ik zal de mensen angst aanjagen, ze zullen rondlopen als blinden, want ze hebben tegen de H E ER gezondigd ... Hun bloed wordt vergoten als was het maar stof ... als de toorn van de H E E R hen treft, als het Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 3 -
Herschepping 2.0
vuur van zijn woede de aarde verteert en hij al haar bewoners een gruwelijk einde bereidt." (Sefanja 1:14-18, NBV2004) Het is begrijpelijk dat sommige Bijbeluitleggers uit zo'n Bijbelgedeelte concluderen dat het vergaan van de wereld en het Laatste Oordeel direct na de wederkomst van Jezus zullen plaatsvinden. Hierbij worden de strafgerichten bij de wederkomst van Jezus en het vergaan van de aarde in één adem genoemd, wellicht omdat het zulke aanverwante begrippen zijn. Maar daaruit hoeft niet geconcludeerd te worden dat die daarom ook tegelijk zullen plaatsvinden.
Troon bij het Laatste Oordeel
We richten onze aandacht nu weer op het Troongebied: "Toen zag ik een grote witte troon en hem die daarop zat. De aarde en de hemel vluchtten van hem weg en verdwenen in het niets." (Openbaring 20:11, NBV2004) Hemel en aarde 'vluchten weg van de Troon'. Dat zegt iets van de ontzagwekkendheid en de heiligheid van de Troon van de heilige God. God, de engelen en de mensen staan dan op het raakvlak van twee werelden en twee tijdperken: de oude hemel en aarde zijn verdwenen en de nieuwe hemel en aarde moeten nog worden geschapen (Openbaring 21:1). Of worden ze meteen na of tegelijk met het verdwijnen van de oude hemel en aarde al geschapen? Wie zal het zeggen? De witte Troon is het beeld van Gods oneindige, onbeperkte macht en rechtvaardigheid. Het is goed te bedenken dat Gods macht en majesteit vandaag net zo oneindig zijn, ook al lijkt het alsof de wereldgebeurtenissen God uit de hand lopen. Niets is minder waar. Wie zal er op de witte troon zitten? Jezus zei hierover het volgende: "Want zoals de Vader doden opwekt en levend maakt, zo maakt ook de Zoon levend wie hij wil. De Vader zelf velt over niemand een oordeel, maar hij heeft het oordeel geheel aan de Zoon toevertrouwd." (Johannes 5:21-22, NBV2004) De profeet Daniël zag iets ander in zijn visioen: "Ik zag dat er tronen werden neergezet en dat er een oude wijze plaatsnam. Zijn kleed was wit als sneeuw, zijn hoofdhaar als zuivere wol. Zijn troon bestond uit vuurvlammen, de wielen uit laaiend vuur." (Daniël 7:9, NBV2004) De Bijbel bevat diverse gedeelten waarbij God de Vader genoemd wordt als de Persoon op de troon, maar in andere gedeelten lezen we dat Jezus op diezelfde troon zit. Soms wordt erbij vermeld: aan de rechterhand van God. Dit is geen tegenspraak, maar een verschillende focus. Jezus is de uitvoerende macht van de allerhoogste macht: God de Vader.
Macht van de satan definitief gebroken "Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid..." (Openbaring 20:14, NBV2004) De dood, hier beschouwd als een macht van de satan, zal vernietigd worden in de vuurpoel. Ook het dodenrijk, waarin geen mens meer te vinden is, wordt vernietigd. De vuurpoel betekent de definitieve afrekening van alles wat met zonde en dood te maken heeft.
Definitieve scheiding
Jezus zal namens God de Vader zorgen dat alle mensen zullen komen waar ze naar Gods rechtvaardige oordeel thuis horen, op grond van hun daden tijdens hun leven op aarde. "Ik zag de doden, jong en oud, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden." (Openbaring 20:12, NBV2004)
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 4 -
Herschepping 2.0
Daarbij wordt niet alleen rekening gehouden met de zichtbare daden, maar vooral ook met de hartsgesteldheid, motieven, gedachten en woorden. Denk bijvoorbeeld maar aan de volgende uitspraak van Jezus: "Alles wat jullie in het duister zeggen, zal in het licht worden gehoord, en wat jullie binnenskamers in iemands oor fluisteren, zal vanaf de daken bekend worden gemaakt." (Lucas 12:3, NBV2004) In Openbaring 20 wordt het beeld geschetst van een tribunaal en daarom wordt het meestal 'het Laatste Oordeel' genoemd. Ik betwijfel of er letterlijk een soort rechtbank zal zijn, waarbij miljarden mensen in het openbaar hun eindbeoordeling krijgen. Laten we bedenken dat er in het boek Openbaring veel beeldtaal wordt gebruikt om de achterliggende betekenissen te illustreren. Er wordt evenzeer recht gedaan aan dit Bijbelgedeelte als we ons voorstellen dat onder Gods supervisie een scheidingsproces zal plaatsvinden, waarbij alle mensen zullen terechtkomen waar ze naar Gods rechtvaardige oordeel thuis horen. Zoals eerder gezegd kan het oorspronkelijke Griekse woord zowel met 'oordeel' als met 'scheiding' worden vertaald. De Bijbel maakt duidelijk dat de begenadigden op de Nieuwe Aarde mogen wonen, terwijl de veroordeelden in de vuurpoel worden geworpen.
Twee scheidingsprocessen
Als iemand vandaag de dag sterft, verwachten we dat hij in het dodenrijk terechtkomt, waarin twee gedeelten zijn: het hemelgedeelte, waar begenadigden bij God zijn en het helgedeelte, waar de overigen zijn. Het feit dat er in feite twee scheidingsprocessen zijn (dus eerst bij het sterven en later bij het Laatste Oordeel) houdt volgens mij in dat het niet vanzelfsprekend is dat alle bewoners van het helgedeelte automatisch naar de vuurpoel zullen gaan. Als dat wel zo zou zijn, zou er niet zo'n tweede scheidingsproces nodig zijn, maar eenvoudigweg een transport van mensen uit de hel naar de vuurpoel. En waartoe dienen dan die twee verschillende strafplaatsen? Allebei hebben die wellicht een verschillende functie.
Naast de Bruid zullen er ook nog andere volken zijn
Daarom geloof ik dat de Bijbel ruimte laat voor mogelijke levensveranderingen tussen het sterven van een mens en het moment van het Laatste Oordeel. Er is genade buiten de Gemeente, maar niet buiten Jezus om (denk maar aan 1 Petrus 3:18-19) en we weten dat er op de Nieuwe Aarde naast de Bruid ook volken zullen zijn waarover Jezus, bijgestaan door de Bruid, zal regeren tot in eeuwigheid (Openbaring 21:24-27). Let eens op de volgende woorden uit de Bijbel: "En de volken zullen bij haar licht (=het licht van Jeruzalem, de Bruid) wandelen..." (Openbaring 21:24, NBG1951) Hoe komt het dat de meeste Bijbellezers dit over het hoofd zien? Dat heeft naar mijn mening te maken met de verschillen die we tegenkomen in Nederlandse Bijbelvertalingen. In navolging van de Statenvertaling hebben de HSV vertalers er een eigen interpretatie aan toegevoegd: "En de naties die zalig worden, zullen in haar licht wandelen..." (Openbaring 21:24, HSV2010) Door die toevoeging 'die zalig worden' worden de Bijbellezers op het verkeerde been gezet. Die uitdrukking suggereert namelijk dat deze volken zullen bestaan uit de gelovigen uit de heidenen (=nietjoden). Dit blijkt ook duidelijk uit de kanttekeningen bij dit Bijbelvers die je vindt in de oude Statenbijbels, die verwijzen naar Matteüs 8:11 waar specifiek over gelovigen uit de volken wordt gesproken. Maar ... gelovigen uit de heidenen behoren al bij de Bruid die met Jezus over de volken zal heersen. De volken uit Openbaring 21:24 moeten dus ANDEREN zijn dan de gelovigen uit de heidenen. Over de Bruid hebben we het al eerder gehad, namelijk bij het Messiaanse Vrederijk: het zijn de trouwe gelovigen van het Oude en Nieuwe Verbond, die bij de wederkomst van Jezus zijn opgestaan om met Hem over de aarde te regeren. De volken die daarnaast op de Nieuwe Aarde zullen wonen,
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 5 -
Herschepping 2.0
kunnen dus niets anders zijn dan mensen die bij het Laatste Oordeel genade zullen ontvangen, maar niet tot de Bruid behoren. Dit is voor veel gelovigen wellicht een nieuwe gedachte.
Eindbestemmingen na het Laatste Oordeel
Bij de laatste scheiding staat de eindbestemming van de mensen definitief vast en is er sprake van drie categorieën mensen: 1. De 'Bruid', bestaande uit de ware gelovigen, die tijdens het Messiaanse Vrederijk met Jezus over de aarde regeerden, zullen op de Nieuwe Aarde een zelfde positie innemen. De Bijbel zegt over hen: "Gelukkig en heilig zijn zij die deelhebben aan de Eerste Opstanding. De tweede dood heeft geen macht over hen..." (Openbaring 20:6, NBV2004) 2. De mensen die bij het Laatste Oordeel zijn begenadigd, mogen op de Nieuwe Aarde wonen. Zij worden in Openbaring 21-22 de 'volken' genoemd. 3. De mensen die bij het Laatste Oordeel zijn veroordeeld, gaan de Tweede Dood in de vuurpoel tegemoet (Openbaring 20:15). Zie voor meer details over de beoordeling van mensen in hoofdstuk 'Hiernamaals'.
10.6.2. Hel in de vuurpoel In tegenstelling tot de hel in het dodenrijk is de hel in de vuurpoel de definitieve, eeuwige strafplaats waar de satan en zijn demonen letterlijk in een HEL zullen leven, en waarin ook de mensen worden geworpen die bij het Laatste Oordeel veroordeeld waren. Als zodanig wordt het ook 'de Tweede Dood' genoemd.
Vuurpoel bestemd voor demonen
De vuurpoel zal in eerste instantie bestemd zijn voor de satan en zijn demonen. "Het beest werd gevangengenomen, samen met de valse profeet die in zijn bijzijn tekenen had verricht, waardoor hij iedereen had misleid die het merkteken van het beest droeg en zijn beeld aanbad. Levend werden ze in de vuurpoel met brandende zwavel gegooid." (Openbaring 19:20, NBV2004) "En de duivel, die hen misleidde, wordt in de poel van vuur en zwavel gegooid, bij het beest en de valse profeet. Daar zullen ze dag en nacht worden gepijnigd, tot in eeuwigheid." (Openbaring 20:10, NBV2004) In deze tekstgedeelten wordt gesproken over vuur en zwavel. Dat is beeldtaal waarmee een vergelijking wordt gemaakt met de vernietiging van Sodom en Gomorra (Genesis 19:24). De demonen zijn zich er heel goed van bewust dat dit hun toekomstige verblijfplaats is. Dat blijkt bijvoorbeeld uit wat demonen zeiden toen Jezus een bezeten man ontmoette met het doel hem van dit tuig te bevrijden: "En zie, zij riepen: Jezus, Zoon van God, wat hebben wij met U te maken? Bent U hier gekomen om ons te pijnigen vóór de tijd?" (Matteüs 8:29, HSV2010) In het Nieuwe Testament lezen we dat Jezus gesproken heeft over de Gehenna en dat is hetzelfde als de vuurpoel zoals die in het Bijbelboek Openbaring wordt genoemd. Jezus noemt een 'onuitblusbare vuur' (Marcus 9:43), een plaats van eindeloze ellende en pijn: "De rook van die pijniging zal opstijgen tot in eeuwigheid ..." (Openbaring 14:11, NBV2004) De Bijbel geeft geen aanleiding te denken dat Jezus ook is gestorven voor de satan en de andere gevallen engelen (Hebreeën 2:16). Zij hebben immers de glorie en goedheid van God van dichtbij kunnen zien en hebben desondanks tegen Hem gekozen. Dit is een onvergeeflijke zonde en dus is voor hen de ergste straf weggelegd. Omdat demonen altijd in de geestelijke wereld vertoeven, waar geen beperkingen zijn van tijd en ruimte, is het niet meer dan logisch dat er ook geen einde komt
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 6 -
Herschepping 2.0
aan hun straf omdat het begrip eindigheid niet bestaat in de geestelijke wereld. Tenzij God ooit ingrijpt, maar de Bijbel geeft geen aanleiding om dat te verwachten.
Tweede Dood
De dood, hier beschouwd als een macht van de satan, zal vernietigd worden in de vuurpoel, die ook wel de plaats van de Tweede Dood wordt genoemd. "Toen werden de dood en het dodenrijk in de vuurpoel gegooid. Dit is de tweede dood: de vuurpoel." (Openbaring 20:14, NBV2004) De satan is dan definitief overwonnen door de God van het Leven. Het dodenrijk houdt hiermee ook op te bestaan. De vuurpoel betekent het absolute einde voor dood en dodenrijk. De vuurpoel is ook de plaats waar de veroordeelde mensen heen zullen gaan. Jezus dreigde de geestelijke leiders die Hem afwezen dat zij daartoe veroordeeld zouden worden (tenzij ze zich zouden bekeren natuurlijk): "Slangen zijn jullie, addergebroed, hoe denken jullie te kunnen ontkomen aan een veroordeling tot de Gehenna?" (Matteüs 23:33, NBV2004) Op grond van Openbaring 20 kunnen we dan veronderstellen dat dit twee groepen mensen zijn: mensen die uit de hel van het dodenrijk afkomstig zijn en niet tot inkeer zijn gekomen, die alsnog tot de vuurpoel worden veroordeeld mensen die nog in leven waren op aarde aan het einde van het Messiaanse Vrederijk en die Koning Jezus hebben afgewezen Een vaststaand gegeven is dat er mensen in de vuurpoel worden geworpen. Het zijn degenen die bij het Laatste Oordeel veroordeeld zijn tot de 'tweede dood'. "Ik zag de doden, jong en oud, voor de troon staan. Er werden boeken geopend. Toen werd er nog een geopend: het boek van het leven. De doden werden op grond van wat in de boeken stond geoordeeld naar hun daden ... Wie niet in het boek van het leven bleek te staan werd in de vuurpoel gegooid." (Openbaring 20:12,15, NBV2004) Dit is een weerzinwekkend Bijbelgedeelte. Ik houd van de Bijbel, maar bij het lezen hiervan krimpt mijn hart in elkaar. "Maar voor hen die laf en trouweloos zijn geweest, die zich hebben ingelaten met gruwelijke dingen, met moord, ontucht, toverij of afgodendienst, voor allen die de leugen hebben gediend: hun deel is de vuurpoel met brandende zwavel, dat is de tweede dood.' (Openbaring 21:8, NBV2004) "Buiten is de plaats voor de honden die zich bezighouden met toverij en ontucht, met moord en afgodendienst, voor iedereen die de leugen koestert en ernaar handelt." (Openbaring 22:15, NBV2004) Vooral die laatste uitdrukking vind ik erg veelbetekenend. De vuurpoel is dus vooral voor mensen die de zonde liefhebben, die bewust ervoor gekozen hebben om in zonde te leven omdat ze daar nadrukkelijk een behagen in hebben. Zij zijn het tegenbeeld van de mensen die deel uitmaken van de 'Bruid'; bestaande uit de mensen die Jezus liefhebben en hun hart erop gezet hebben om Hem vanuit liefdevolle toewijding te dienen.
Eeuwige straf?
Er zijn mensen die hun uiterste best doen om vanuit de Bijbel aan te tonen dat er geen veroordeling van mensen bestaat omdat dit niet zou stroken met het concept dat God liefdevol is. Maar liefde kan niet tot zijn recht komen als het niet in balans gehouden wordt door rechtvaardigheid en die balans vinden we steeds terug bij God. Het is een verschrikkelijke werkelijkheid en iedere gelovige die er-
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 7 -
Herschepping 2.0
over nadenkt huivert ervan, maar het is niet anders. We kunnen niet anders dan de Bijbel naspreken, ook als het gaat om uitspraken waar we niet blij mee zijn. Bij het onderwerp 'Hel in het dodenrijk' is de gedachte naar voren gebracht dat de mogelijkheid niet is uitgesloten dat mensen na hun strafperiode in het dodenrijk tot inkeer komen en bij het Laatste Oordeel worden vrijgesproken. De vraag kan ook gesteld worden: hebben al deze mensen (of een deel van deze mensen) in het dodenrijk voldoende geboet voor hun zonden dat hun schuld volledig is teniet gedaan, zodat ze niet voor een tweede keer veroordeeld hoeven te worden voor dezelfde zonden? Daarnaast zijn er mensen die tijdens het Messiaanse Vrederijk op de aarde hebben geleefd, waarvan een deel in opstand is gekomen tegen Koning Jezus. Bij het Laatste Oordeel zal bepaald worden wie van de aardbewoners gratie zal krijgen en op de Nieuwe Aarde mogen leven, en wie van hen worden veroordeeld tot de Tweede Dood in de vuurpoel. We gaan geen veronderstellingen doen over de uitkomst van het Laatste Oordeel, want alleen Jezus kan en zal die beoordeling uitvoeren. Wel is zeker dat er na het Laatste Oordeel mensen veroordeeld zullen worden tot de vuurpoel. En daar moeten we het mee doen. Het belangrijkste is voor ieder mens die kennis neemt van deze dingen: zorg dat je het leven ontvangt dat alleen Jezus je kan geven. Dan heb je WEL zekerheid dat je nooit op deze vreselijke plaats terecht zult komen. God verlangt ernaar om je daar ver vandaan te houden...
10.6.3. Nieuwe Aarde Nieuwe Hemel en Aarde
Na het Laatste Oordeel zal God en Nieuwe Hemel en een Nieuwe Aarde scheppen (of geschapen hebben) waar God onder de mensen zal wonen en waar hemel en aarde in elkaar lijken over te vloeien. Al in het Oude Testament werd voorzegd dat God eens een Nieuwe Hemel en Aarde zou scheppen: "Zie, Ik schep een nieuwe hemel en een Nieuwe Aarde, en aan wat vroeger geweest is wordt niet meer gedacht; het komt niet meer in de gedachten op." (Jesaja 65:17, WV1995) Het Messiaanse Vrederijk zal nog op de bestaande aarde worden gesticht en nog niet de volmaaktheid brengen. Er is een volledige nieuwe schepping nodig om het uiteindelijke woongebied voor al Gods schepselen te realiseren, voor engelen en mensen. "Maar wij vertrouwen op Gods belofte en zien uit naar een nieuwe hemel en een Nieuwe Aarde, waar gerechtigheid woont." (2 Petrus 3:13, NBV2004) Met dezelfde scheppingkracht waarmee God de eerste hemel en aarde tot stand heeft gebracht (Genesis 1) zal de Schepper en Herschepper vanaf zijn Troon de majestueuze woorden uitspreken: "... Zie, Ik maak alles nieuw..." (Openbaring 21:5, WV1995) God zal spreken en het zal gebeuren, net als bij de eerste schepping (Genesis 1). Alle dingen zullen nieuw worden. Er zal een Nieuwe Hemel en een Nieuwe Aarde komen, die op een unieke wijze in elkaar zullen overvloeien. Dit zal de ultieme wedergeboorte van Gods schepping zijn. De Bijbel geeft geen informatie over de Nieuwe Hemel, maar ongetwijfeld zal die minstens zo veel van Gods heerlijkheid weerspiegelen als de oorspronkelijke hemel. De Nieuwe Aarde zal echt nieuw zijn. Niets van de oude aarde zal hergebruikt worden, maar God zal de aarde waarschijnlijk volgens een heel nieuw concept vorm geven. Verwacht dus niet dat de materie van de aarde en wat op de aarde zal leven uit dezelfde bouwstenen van moleculen en atomen zal bestaan, zoals de huidige aarde. Alles maar dan ook alles kan anders worden, en toch tot op zekere hoogte wel weer herkenbaar. Laten we niet te gering denken van Gods scheppingsmogelijkheden. God zal er ook geen miljarden jaren voor nodig hebben om via een evolutieproces vol toevalligheden
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 8 -
Herschepping 2.0
iets vanzelf te laten ontstaan. Bij de eerste schepping had God er ook maar een paar dagen voor nodig. God schept niet door toeval of via eindeloze processen van leven en dood.
Tweedeling onder de mensen op de Nieuwe Aarde
De mensen die behoren tot de 'Bruid' van Jezus (de 'bruidsmensen') zijn hebben de Eerste Opstanding meegemaakt aan het begin van het Messiaanse Vrederijk. Zij zullen het regerende volk zijn naast en onder leiding van Koning Jezus. De andere mensen die bij het Laatste Oordeel begenadigd zijn en toegang krijgen tot de Nieuwe Aarde, hebben dan een lichamelijke opstanding meegemaakt die tot op zekere hoogte te vergelijken zal zijn met de Eerste Opstanding. We mogen dus een tweedeling veronderstellen onder de aardbewoners: de bruidsmensen en de overige mensen, die in Openbaring 21 de 'volken' worden genoemd. Deze gedachten over de tweedeling van mensen op de Nieuwe Aarde worden door bijna niemand naar voren gehaald, maar toch is die heel Bijbels. Daardoor worden veel dingen over onze toekomstverwachting en over de eeuwige bestemming van mensen in een ander licht te staan. Het is een concept dat we bij alle tijdperken van Gods Koninkrijk tegenkomen: In de voortijd waren er mensen die God dienden en mensen die het niet deden. In de latere tijd van het Oude Testament was er het volk Israël dat God diende en de overige volken die dat niet deden. In de tijd van het Nieuwe Testament zijn er mensen die in God geloven (joden en christenen) en mensen die dat niet doen. In het Messiaanse Vrederijk zijn er de bruidmensen die het regerende volk zullen zijn naast Jezus en de volken van de aarde over wie ze heerschappij zullen voeren. Op de Nieuwe Aarde zullen zijn er weer dezelfde bruidsmensen die het regerende volk zullen zijn naast Jezus en de volken (begenadigden na het Laatste Oordeel) over wie ze heerschappij zullen voeren. In het Bijbelboek Openbaring lezen we dat ook in het hiernamaals de volken hun eigen identiteit zullen behouden: "Hierna zag ik dit: een onafzienbare menigte, die niet te tellen was, uit alle landen en volken, van elke stam en taal. In het wit gekleed en met palmtakken in hun hand stonden ze voor de troon en voor het lam (=Jezus)." (Openbaring 7:9, NBV2004) Dat zal in het Messiaanse Vrederijk en op de Nieuwe Aarde wel niet veel anders zijn.
Wat er niet op de Nieuwe Aarde zal zijn
De Nieuwe Aarde zal nog veel mooier en grootser zijn dan de oude aarde tijdens het Messiaanse Vrederijk. De Bijbel noemt een aantal dingen die er NIET meer zullen zijn: 1. Er zullen geen zeeën meer zijn. "Toen zag ik een nieuwe hemel en een Nieuwe Aarde; de eerste hemel en de eerste aarde waren verdwenen en de zee bestond niet meer." (Openbaring 21:1, WV1995) Dit is het eerste wat genoemd wordt over het uiterlijk van de Nieuwe Aarde. De zee is iets wat bij de oude aarde hoort. In feite zijn de zeeën ontoegankelijk voor de mensen en brengen ze een scheiding aan tussen continenten. Er zal volmaakte harmonie zijn tussen de volken. Alles en iedereen zal bereikbaar zijn. Er zal geen plaats zijn voor oceanen; mogelijk wel voor meren en rivieren. 2. Er zal geen zon en geen maan zijn. "De stad (=Nieuw Jeruzalem) heeft het licht van zon en maan niet nodig, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en haar lamp is het lam (=Jezus)." (Openbaring 21:23, WV1995) Ik geloof dat deze lichtvoorziening voor de gehele Nieuwe Aarde zal gelden. Gedurende de eerste drie scheppingsdagen (Genesis 1) was er geen zon, maar wel licht. Dat was naar mijn mening geen gewoon licht, want de hemellichamen werden pas op de vierde dag geschapen. Het is veel waarschijnlijker dat toen het licht van Gods heerlijkheid op aarde begon te schijnen, dat de bron
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 9 -
Herschepping 2.0
is van alles wat leeft. Hetzelfde licht dus wat later op de Nieuwe Aarde de enige lichtbron zal zijn, zowel letterlijk als in geestelijke zin. 3. Er zal geen nacht meer zijn. "Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lamp of het licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn." (Openbaring 22:5, NBV2004) Na de eerste schepping (Genesis1) wisselden dag en nacht elkaar af. Licht en duisternis konden naast elkaar op aarde voorkomen. De satan had ook de toegang tot de aarde en de zonde kon zijn intrede doen. Duisternis is een symbool van het kwade en van de zonde. Geen spoor van duisternis zal meer voorkomen op de Nieuwe Aarde. De invloed van de satan zal voorgoed verdwenen zijn. Er zal ook geen doodsboom meer zijn, waarmee de mensheid kan worden verleid. 4. Er zal geen verdriet meer zijn. Er zal ook geen rouw meer zijn, dus geen verdriet over gestorvenen, want vanaf dat moment zal de dood geen macht meer hebben over de mensen. "Hij zal alle tranen uit hun ogen wissen. Er zal geen dood meer zijn, geen rouw, geen jammerklacht, geen pijn, want wat er eerst was is voorbij." (Openbaring 21:4, NBV2004)
Wat er wel op de Nieuwe Aarde zal zijn
Het is te verwachten dat de Nieuwe Aarde veel kenmerken van het Messiaanse Vrederijk zal hebben, maar dan in uiterste volmaaktheid. We mogen verwachten dat de Nieuwe Aarde adembenemend nieuw zal zijn, mogelijk in veel opzichten vergelijkbaar met de eerste aarde toen die pas geschapen was met een paradijsachtige natuur, die in volkomen harmonie is. De huidige aarde, zelfs in zijn oorspronkelijke vorm, zal slechts een schaduw zijn van de toekomstige Nieuwe Aarde. Het kan het heel goed zijn dat God in zijn oneindige creativiteit geheel nieuwe dingen zal gaan scheppen, die ons huidige voorstellingsvermogen te boven zullen gaan. Wat zullen we door onze Schepper verrast worden! Er zal alle reden zijn om gelukkig te zijn op de Nieuwe Aarde. Iedereen zal genoeg te eten hebben, want de aarde zal heel veel voortbrengen: "Er zal overvloed van koren zijn in het land, zelfs op de toppen van de bergen. Rijpe aren zullen golven als de bossen van de Libanon. Vanuit zijn stad (=het Nieuwe Jeruzalem) zal voorspoed ontluiken als jong groen op de aarde." (Psalm 76:16, NBV2004)
Rivier en levensgeboomte Jezus heeft eens gezegd:
"...Ik ben gekomen opdat zij leven hebben en overvloed." (Johannes 10:10, NBG1951) Dit overvloedige leven van Jezus zal op de Nieuwe Aarde in volmaaktheid en zonder beperking beschikbaar zijn. In Openbaring 22 wordt dit zinnebeeldig voorgesteld als een rivier, die ontspringt uit een waterbron in Nieuw Jeruzalem, de stadsberg. Daardoor zal de gehele Nieuwe Aarde van levenswater worden voorzien: "Aan de oevers van de rivier zullen allerlei vruchtbomen opkomen, waarvan de bladeren niet zullen verwelken en de vruchten niet zullen opraken; elke maand zullen ze vrucht dragen. Het water stroomt immers uit het heiligdom. De vruchten zullen eetbaar zijn en de bladeren geneeskrachtig.' (Ezechiël 47:12, NBV2004) "Aan beide zijden van de rivier stonden levensbomen die twaalf keer per jaar vrucht droegen, elke maand één keer. Hun bladeren brengen de volken genezing." (Openbaring 22:2, GNB1996) Een belangrijke zegen voor de volken is het levensgeboomte, dat aan weerszijden van de rivier(en) groeit. Deze bomen ontvangen het leven gevende water dat afkomstig is van Gods troon. Ik denk dat de mensen uit deze volken de vruchten van de levensbomen even hard nodig zullen hebben als Adam en Eva ze destijds nodig hadden om te (blijven) leven in het paradijs (Genesis 3:22).
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 10 -
Herschepping 2.0
10.6.4. Nieuw Jeruzalem Het Nieuwe Jeruzalem bestaat al
Bij de term 'het Nieuwe Jeruzalem' denken de meeste christenen aan de toekomstige verblijfplaats van Gods volk, zoiets als de hemel dus. Maar het Nieuwe Jeruzalem is volgens de Bijbel in de eerste plaats een symbolische voorstelling van de Bruid, bestaande uit de ware gelovigen uit de Gemeente en het joodse volk van alle eeuwen. "... u bent genaderd tot de berg Sion en de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem, tot duizenden engelen, de feestelijke vergadering van de eerstgeborenen die in de hemel zijn ingeschreven, tot God, de rechter van allen, tot de geesten van de rechtvaardigen die de voleinding bereikt hebben, en tot Jezus, de middelaar van een nieuw verbond..." (Hebreeën 12:22-24, WV1995) Laten we er eens een paar details uitlichten: de berg Sion en de stad van de levende God, het hemelse Jeruzalem We hebben hier de symboliek van een hoge berg, een aanduiding van de plaats van Gods troon en het symbool van Gods heiligheid, majesteit en macht. In de Psalmen komen we dit beeld maar liefst 35 keer tegen. Het is hemels van aard. duizenden engelen Dit zijn dienaren van God die Hem aanbidden feestelijke vergadering Het begrip 'feest' duidt op de hemelse vreugde die in de gelovigen Gods tegenwoordigheid ervaren. eerstgeborenen die in de hemel zijn ingeschreven Eerstgeborenen duidt op een selectie van de belangrijkste erfgenamen van het Koninkrijk, niet alle gelovigen dus, maar (naar mijn mening) een groep van de meest trouwe gelovigen van zowel het Oude als het Nieuwe Verbond.
Jeruzalem en Babylon
Jeruzalem en Babylon zijn twee symbolische steden die in het Bijbelboek Openbaring uitvoerig worden genoemd. Nieuw Jeruzalem is een voorstelling is van de toegewijde gelovigen uit het Oude en Nieuwe Verbond, ook voorgesteld als een mooie Bruid. Babylon symboliseert mensen uit alle volken die zich ooit door de satan hebben laten gebruiken als tegenstanders van Jezus, ook voorgesteld als een gemene hoer. Deze weerzinwekkende hoer Babylon wordt met praktisch dezelfde soort bewoordingen ten tonele gevoerd als de Bruid Jeruzalem. Let eens op de overeenkomsten van de manier van beschrijven en de contrasten wat hun karakter betreft: Hoer Babylon "Toen kwam een van de engelen met de zeven schalen en zei tegen mij: ' Kom, ik zal u het oordeel laten zien over de grote hoer, die aan de vele wateren zit..." (Openbaring 17:1-2, WV1995) "Hij voerde mij in de geest naar de woestijn. Daar zag ik een vrouw, gezeten op een scharlakenrood beest..." (Openbaring 17:3, WV1995) "... dat overdekt was met godslasterlijke namen ... In haar hand hield zij een gouden beker, boordevol met de gruwelijke onreinheden van haar hoererij.." (Openbaring 17:3-4, WV1995)
Bruid Jeruzalem "Toen kwam een van de zeven engelen met de zeven schalen ... naar mij toe en zei: 'Kom! Ik zal u de bruid, de vrouw van het lam tonen.'" (Openbaring 22:9, WV1995) "Hij bracht mij in de geest op een grote, hoge berg en toonde mij de heilige stad, Jeruzalem ..." (Openbaring 22:10, WV1995) "... stralend van Gods heerlijkheid: zij schitterde als het kostbaarste gesteente..." (Openbaring 22:11, WV1995)
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 11 -
Herschepping 2.0
Nieuw Jeruzalem als Prachtbruid "En ik zag de heilige stad, een nieuw Jeruzalem, nederdalende uit de hemel, van God, getooid als een bruid, die voor haar man versierd is." (Openbaring 21:2, NBG1951) Ook al wordt er gesproken over Gods volk als de Bruid van Jezus, de vereniging tussen Bruidegom en Bruid heeft tevoren al plaatsgevonden. Maar haar ongekende frisheid en schoonheid zal nooit afnemen. De Bruid daalt neer uit de hemel, de Nieuwe Hemel wel te verstaan Zij is immers innig verbonden met de levende God die in de hemel troont. De Bruid Jeruzalem heeft de heerlijkheid van God. "Zij had de heerlijkheid van God, en haar uitstraling was als een zeer kostbare edelsteen, als een kristalheldere steen jaspis." (Openbaring 21:11, HSV2010) We hebben er geen idee van hoe mooi we als gelovigen met elkaar zullen zijn in Gods ogen wanneer alle onvolmaaktheid uit ons is verwijderd en er alleen overblijft wat Jezus in en door ons heeft gedaan. God ziet dat nu al, maar wij nog niet. Zie ook het onderwerp 'Gemeente als Bruid' in hoofdstuk 'Gemeente'.
Gouden straten "... de stad zelf was van zuiver goud, helder als glas." (Openbaring 21:18, NBV2004) "... De straten van de stad waren van zuiver goud en schitterden als glas." (Openbaring 21:21, NBV2004) De materialen van het Nieuwe Jeruzalem zijn uitermate kostbaar, wat aangeeft hoeveel de Bruid waard is in de ogen van Jezus, de Bruidegom. De stad zelf is van zuiver goud, doorschijnend goud. Het volkomen zuivere en doorschijnende geeft aan dat de gelovigen die de Bruid vormen volkomen transparant zullen zijn voor elkaar. Iedereen mag in hen zien wat God in en door hen gedaan heeft in het verleden.
Muren en poorten van Jeruzalem
De poorten zijn naar de stammen van Israël genoemd en de grondstenen (of fundamenten) naar de apostelen van het Nieuwe Testament. Israël en de Gemeente zullen naast elkaar voorkomen binnen het totale volk van God. Ik denk eerlijk gezegd niet dat ze tot één geheel zullen samensmelten waarbij hun eigenheden zullen verdwijnen. Gods Oude en Nieuwe Verbond hebben immers allebei een eeuwige geldigheidsduur. "... Met fijne leem zal ik je stenen inleggen, op saffier zal ik je grondvesten. Ik maak je torens van robijn, je poorten van beril, je muren van kostbare edelstenen." (Jesaja 54:11-12, NBV2004) "Ze had een grote, hoge muur met twaalf poorten en bij elke poort stond een engel. Op de poorten waren namen geschreven: de namen van de twaalf stammen van Israëls zonen... De stadsmuur had twaalf grondstenen, met daarop de namen van de twaalf apostelen van het lam." (Openbaring 21:12,14, NBV2004) De muur om het Nieuwe Jeruzalem heeft niets te maken met veiligheid, want alle vijanden zijn voorgoed verdwenen. Een muur maakt onderscheid tussen mensen aan weerskanten van die muur: je hoort er binnen of je hoort erbuiten.
God woont bij de mensen "En ik hoorde een luide stem van de troon zeggen: Zie, de tent van God is bij de mensen en Hij zal bij hen wonen, en zij zullen zijn volken zijn en God zelf zal bij hen zijn..." (Openbaring 21:3, NBG1951) De Bijbel zegt ook dat God zelf te midden van de mensen zal wonen. Er wordt ook niets gezegd over een groot koninklijk paleis. Integendeel. We lezen in de meer letterlijke Bijbelvertalingen dat de 'tent Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 12 -
Herschepping 2.0
van God' bij de mensen zal staan. God zal echt te midden van de mensen wonen, toegankelijk en beschikbaar voor ieder die met Hem wil communiceren. Net zo gemakkelijk en informeel als kampeerders op een camping elkaar kunnen ontmoeten. Iedereen zal Hem overal kunnen zien als de bron van alle levensgeluk. Dat God zowel op de Troon in de hemel zit en bij de mensen woont is natuurlijk geen tegenstelling. Dat kan gewoon naast elkaar gebeuren in de nieuwe wereld.
Centrum van aanbidding
Onder het Oude Verbond was Jeruzalem het centrum van aanbidding voor de God van Israël. God had zijn naam verbonden aan deze 'eeuwige stad': "... Jeruzalem, de stad die Ik Mij verkoren heb om mijn naam daar te vestigen. (1 Koningen 11:36, NBG1951) De tempel stond in Jeruzalem en daar werd de priesterdienst voor God uitgevoerd. Evenzo zal het Nieuwe Jeruzalem het geestelijke centrum zijn van de Nieuwe Aarde. Gelovigen die tot de Bruid behoren zullen priesterlijke taken mogen uitvoeren zoals het aanbidden van God en tussenpersonen zijn tussen God en bewoners van de Nieuwe Aarde. De Gemeente wordt in de Bijbel wel vergeleken met een tempel waarin God woont. "Maar een tempel zag ik niet in de stad, want God, de Heer, de Almachtige, is haar tempel, met het lam." (Openbaring 21:22, NBV2004) De eredienst aan God zal nooit ophouden. Als we de beide hierboven teksten combineren, kunnen we zeggen dat het heiligste heiligdom op de Nieuwe Aarde zal worden gevormd worden door God en Jezus in verbondenheid met zijn Bruid. De Bruid zal het volmaakte priesterschap vormen, dat op de Nieuwe Aarde priesterlijke taken zal vervullen. Haar belangrijkste taak zal het vereren van God zijn: "... De troon van God en van het lam zal daar in de stad staan. Zijn dienaren zullen hem vereren en hem met eigen ogen zien, en zijn naam staat op hun voorhoofd." (Openbaring 22:3-4, NBV2004) Een tweede priesterlijke taak is om een verbindende schakel te vormen tussen God en de volken die op de Nieuwe Aarde zullen leven. Evenals onder het Oude Verbond niet alle Israëlieten priesters waren, maar alleen de stam Levi, zo is de priesterdienst op de Nieuwe Aarde ook alleen de taak van de Bruid.
Stad op een berg
Het is mogelijk dat het Nieuwe Jeruzalem tegelijk ook een benaming zal zijn van een gebied waar de gelovigen wonen. In dat geval is het ook zoiets als de hoofdstad van de Nieuwe Aarde, het glorieuze middelpunt. Het Nieuwe Jeruzalem (de Bruid en als zodanig de toekomstige woonplaats van God op aarde) zal als een stad op een berg zijn, in figuurlijke zin wel te verstaan: "De stad was vierkant, even lang als breed..." (Openbaring 21:16, NBV2004) Omdat lengte, breedte en hoogte van het Nieuwe Jeruzalem gelijk zijn, kunnen we een beeld krijgen van een stad die gebouwd is op een steile berg, die even hoog is als lang en breed, in een soort piramideachtige vorm dus. Dat doet denken aan de beschrijving van het paradijs in Genesis 2, waar we lezen dat er een rivier in Eden ontsproot (natuurlijk op een hooggelegen gedeelte), die zich in vieren splitste. Ook de hof van Eden was mogelijk op een berg of heuvel gebouwd. Heel bijzonder om overeenkomsten te zien tussen het oorspronkelijke paradijs en de toekomstige volmaakte aarde. Het concept van God die op een berg woont komen we in het Oude Testament wel vaker tegen: "Groot is de H E ER , hem komt alle lof toe. In de stad van onze God, op zijn heilige berg." (Psalm 48:1, NBV2004)
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 13 -
Herschepping 2.0
"Dit zegt de H E E R : Ik keer terug naar de Sion en kom in Jeruzalem wonen. 'Stad van trouw' zal Jeruzalem heten, en de berg van de H E E R van de hemelse machten 'Heilige berg'." (Zacharia 8:3, NBV2004) Als volk van God zijn we geroepen om vandaag de dag een stad op een berg te zijn, om als zodanig Gods glorie en liefde te laten zien aan de wereld om ons heen. Op de Nieuwe Aarde zal dat op een volmaakte manier plaatsvinden.
Rivier
In Openbaring 22 vertelt ons over een rivier, die ontspringt uit een waterbron in het Nieuwe Jeruzalem, de stadsberg. Daardoor zal de gehele Nieuwe Aarde van levenswater worden voorzien: "Hij liet me een rivier zien met water dat leven geeft. De rivier was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het lam." (Openbaring 22:1, NBV2004) God zelf, onze Schepper, is de bron van levend water (Jeremia 2:12) dat via Jezus (Johannes 4:10) naar ons toestroomt om ons leven te geven. Ik denk dat we deze rivier gerust mogen voorstellen als een stelsel van rivieren in plaats van één enkele rivier. Het gaat om het concept van water dat van de berg naar beneden stroomt. Een en ander doet denken aan de beschrijving van het oorspronkelijke paradijs: "Er ontspringt in Eden een rivier die de tuin bevloeit. Verderop vertakt ze zich in vier grote stromen. (Genesis 2:10, NBV2004) Ook de profeet Ezechiël heeft een visioen gehad van deze rivier van Gods zegen: "... er stroomde water onder de drempel van het huis (=tempel) uit, oostwaarts ... en zie, daar borrelde water op uit de rechter zijkant. Nadat de man (=engel) uitgegaan was, naar het oosten met een meetsnoer in zijn hand, mat hij duizend el en deed mij door het water gaan; het water reikte tot aan de enkels. Hij mat weer duizend el en ... het water reikte tot de knieën. Hij mat weer duizend el ... en het water reikte tot aan de heupen. Hij mat nog eens duizend el; nu was het een beek geworden, die ik niet doorwaden kon, want het water was zo hoog, dat men erin zwemmen kon..." (Ezechiël 47:1-5, NBG1951) De stromende rivier(en) kunnen we zien als een voorstelling van de zegen die uit het Nieuwe Jeruzalem voortkomt voor de volken. Die zegen is afkomstig van God en wordt door de bruidsmensen doorgegeven aan de volken. Jeruzalem zal als het ware de moederstad van de wereld zijn (Galaten 4:26): "Laat allen die Jeruzalem liefhebben zich met haar verheugen en juichen om haar ... Aan haar vertroostende moederborst zullen jullie drinken en verzadigd worden..." (Jesaja 66:10-11, NBV2004)
Licht voor de volken "De stad heeft het licht van zon en maan niet nodig, want de heerlijkheid van God verlicht haar, en haar lamp is het lam (=Jezus)." (Openbaring 21:23, WV1995) Het Nieuwe Jeruzalem wordt ook beschreven als een lichtstad. God zelf woont in die stad, zoals ook al in Openbaring 21:3 te lezen is. Licht is o.a. een symbool van leven, vreugde en inzicht. Het is Gods hoogste vreugde om dicht bij de mensen te zijn en al het goede met hen te delen. Vandaar dat er voor de Nieuwe Aarde geen zon meer nodig is. God zelf zal het licht zijn, hetzelfde licht dat Hij schiep op scheppingsdag 1, toen de Schepper zei: "Er zij licht!" "En de volken zullen bij haar licht (=het licht van Jeruzalem, de Bruid) wandelen..." (Openbaring 21:24, NBG1951) Wat we hier lezen is heel bijzonder. De Bruid zal dus het door God ontvangen licht doorgeven aan de volken, die na het Laatste Oordeel zijn begenadigd ofwel gered, 'zalig geworden' zoals men vroeger Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 14 -
Herschepping 2.0
zei. De bruidsmensen zullen de zegeningen van God aan de volken doorgeven en aan de andere kant zullen de volken ook hun diensten bewijzen aan de bruidsmensen. Dat zal kennelijk de relatie zijn tussen de Bruid en de volken: elkaar wederzijds zegenen, terwijl de Bruid tegelijk als een regerend volk boven de volken staat, zoals in het Messiaanse Vrederijk. Het leven van Gods kinderen in de hemel, vervolgens op de huidige aarde tijdens het Messiaanse Vrederijk en tenslotte op de Nieuwe Aarde zal ongetwijfeld veel overeenkomsten vertonen, in een oplopende mate van goddelijke heerlijkheid. Zie daarvoor de hoofdstukken 'Hemel' en 'Messiaans Vrederijk' voor meer details.
10.6.5. Einde herschepping? Herschapen schepping
De herschapen schepping van de toekomst zal niet dezelfde zijn als onze huidige schepping zoals die was voor de zondeval van de satan en de zondeval van de mens. Stel je voor dat dit wel zo zou zijn. Dan zou de satan toch wel erg veel succes gehad hebben met zijn opstand. Door zijn tegenactie zou hij Gods schepping zodanig hebben vernield dat God pas na veel eeuwen vol ellende in plaats van de oude schepping weer een tweede schepping zou kunnen produceren. Geen slechte prestatie voor een geschapen wezen! Nee, het ligt anders. Juist als gevolg van de zondeval kon God het diepste van zichzelf openbaren, namelijk zijn grenzenloze liefde en genadigheid tegenover opstandige zondaars. God heeft daarbij alles uit de kast gehaald en vanuit het diepste van zijn hart heeft Hij de hoogst denkbare liefde voor de mensheid opgebracht en de hoogste prijs betaald voor haar redding. Daardoor zouden veel mensen zijn liefde en genade mogen aannemen en worden verhoogd tot een ongekende mate van heerlijkheid. En dat alles ondanks of door de zondeval. God gebruikte de zondeval om zijn hoogste doel te bereiken. De grootste vernedering voor de satan zal zijn dat al zijn werk voor niets is geweest. Sterker nog, dat God (zijn vijand!) zal daardoor nog meer heerlijkheid ontvangen door de eeuwige, vrijwillige, liefdevolle aanbidding van zijn mensen. Dat zal in de eeuwigheid heel wat tandengeknars van de satan tot gevolg hebben. Het zal de glorieuze overwinning zijn van Jezus over de satan, van het goede over het kwade, van het leven over de dood.
Droomwereld?
De laatste pagina's van de Bijbel, waar de Nieuwe Aarde en Nieuw Jeruzalem worden beschreven, vormen het happy-end van de heilsgeschiedenis dat zeker zal plaatsvinden. Het maakt deel uit van de Bijbelse hoop die is gebaseerd op werkelijkheid en waarheid, omdat God het ons heeft verteld via zijn Woord. Maar ook vandaag kunnen we al wat proeven van de glorie van de toekomstige wereld: We kunnen vandaag wandelen bij de "lamp van het Lam" als de Heilige Geest ons helpt om woorden uit de Bijbel in ons op te nemen. We kunnen vandaag over zuiver gouden straten lopen als we ons laten vullen met liefde voor onze medemensen en vanuit die liefde met elkaar omgaan. We kunnen vandaag genieten van het water uit die kristalheldere rivier als we door de Heilige Geest leven uit de hemelse bronnen. En zo kunnen we nog wel even verder gaan. We kunnen vandaag leven vanuit de kennis van wat God in het verleden heeft gedaan, en met het oog op wat ons later te wachten staat...
Wordt vervolgd
En, zal het herscheppingswerk van onze grote Schepper afgelopen zijn na Openbaring 22? Ik kan het me niet voorstellen, want ik ben er van overtuigd dat onze Schepper nooit zal ophouden Schepper te zijn. Ook daarin is Hij oneindig. Er staat ons nog heel veel te wachten. Met spanning kijk ik uit naar de gebeurtenissen die we zullen meemaken tot en met het leven op de Nieuwe Aarde. Gods heilsgeschiedenis zal daarna nog lang niet af zijn. Geloof me, er komen vast nog meer afleveringen van de Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 15 -
Herschepping 2.0
toekomstige geschiedenis, die niet in de Bijbel beschreven zijn. Het zal zijn zoals Paulus in een ander verband zegt: "Wat geen oog heeft gezien en geen oor heeft gehoord en in geen mensenhart is opgekomen, dat is wat God bereid heeft voor hen die Hem liefhebben." (1 Korintiërs 2:9, HSV2010)
Hoofdstuk 10.6. Nieuwe wereld - 16 -