Nederlands op Maat, deel 1 Training 10 Taalkwesties deel 2
Antwoorden
Training 10 Taalkwesties deel 2 Opdracht 1 Dictee Optie 1: Iedereen kiest de tien moeilijkste woorden. Een aantal leest deze woorden duidelijk voor. (Iedereen schrijft mee. Vier personen schrijven mee op het bord.) Optie 2: Iedereen schrijft vijf zinnen. In elke zin komen twee woorden voor uit de lijst. De schrijver van de zinnen geeft het dictee. Optie 3: Normaal dictee gelezen door de docent. Opdracht 2 Figuurlijk 1 een duit in het zakje. Iets zeggen, een bijdrage leveren. 2 van meet af aan was zij de beste. Vanaf het begin 3 voor geen cent te vertrouwen. Niet te vertrouwen 4 dat is doorgestoken kaart. Afgesproken werk, vals spel. 5 voor een dubbeltje op de eerste rang zitten. Zich niet inspannen, maar wel resultaten willen zien. 6 Het was een dubbeltje op z’n kant. Het scheelde maar weinig 7 Wie voor een dubbeltje geboren is, wordt nooit een kwartje. Mensen van eenvoudige komaf zullen (bijna) nooit hogerop komen. 8 Bij haar valt het kwartje niet zo snel! Ze snapt de dingen niet zo snel. 9 Met die opmerking sloeg hij de plank helemaal mis. Totaal verkeerde opmerking. 10 Dit soort vernielingen is hier schering en inslag! Komt vaak voor. 11 Door het slechte weer, viel ons hele plan in duigen. Mislukken . 12 Zij is iemand van twaalf ambachten, dertien ongelukken. Veel mislukkingen meemaken. 13 Je bent te laat met je aanmelding. Wie het eerst komt, het eerst maalt. De eersten krijgen het voordeel. 14 Met die opmerking sla je de spijker op zijn kop. Precies juist. 15 Ik wil open kaart met jou spelen. Eerlijk zijn tegen elkaar / geen geheimen hebben. Opdracht 3 Vreemd 1 Ik wil graag mijn kennis gebruiken in een functie op uw bedrijf. 2 Om het speeltoestel te plaatsen kan men volstaan met een of twee personen. 3 Hij is ervan overtuigd dat hij gelijk heeft. 4 Na de diploma’s te hebben gehaald, wil ik de kennis graag in de praktijk toepassen. 5 Ik ben weer teruggaan naar de winkel en daar kreeg ik geen antwoorden op mijn vragen. 6 Naar aanleiding van mijn bezoek aan uw instelling, kan ik mededelen dat ik bijzonder verrast werd door uw moderne uitvoering. 7 Hoe netjes je ook bent, iedere huisdierbezitter maakt evenveel kans om binnenshuis met een vlooienplaag te maken te krijgen.. 8 De leraar heeft mijn i-pod afgepakt. In ons klassenboek wil hij daarover iets opschrijven.
1
Nederlands op Maat, deel 1 Training 10 Taalkwesties deel 2
Antwoorden
Opdracht 4 Grappige fouten Fout 1 en 2 lijken in de praktijk veel op elkaar. 1 Dit steekt er met kop en schotel bovenuit. 4 verkeerde woord 2 Laten we het verleden vergeten en met een schone luier beginnen. 4 verkeerde woord 3 Criminelen opereren in ziekenhuis. 1 figuurlijk & letterlijk 4 Agent schiet man met nepgeweer dood. 3 slordige zin 5 Vrouw voor de klas bevalt beter. 2 meer dan één betekenis 6 De vereniging voor vrachtwagenchauffeurs had veel aanhangers. 2 meer dan één betekenis 7 Het escaleert helemaal uit de hand. 4 verkeerde woord 8 De verdachte luisterde geboeid naar de rechter. 1 figuurlijk & letterlijk 9 Jonge rokers sterven vaker. 4 ( eerder) verkeerde woord 10 Vrouw van 90 helpt politie bij inbraak in Gilze. 3 slordige zin 11 Homodisco zoekt pot met geld. 1 figuurlijk (dubbele betekenis) & letterlijk 12 NS zet mes in treinpersoneel. 1 figuurlijk & letterlijk 13 Politie schiet met bijl gewapende zwerver neer. 3 slordige zin 14 Na één brand volgen er meer, want pyromanen steken elkaar aan. 1 figuurlijk & letterlijk 15 We zijn op zoek naar parttime vrouwen die enige uren per week willen werken. 3 slordige zin 16 Bejaarde bruut beroofd. 3 slordige zin Opdracht 5 Afkortingen 1 AMW F Algemeen Maatschappelijk Werk 2 BSO I Buitenschoolse Opvang 3 CAD L Consultatiebureau voor Alcohol en Drugs 4 CBS J Christelijke Basis School 5 CB A Consultatiebureau 6 GGD G Gemeentelijke Gezondheids Dienst 7 GGZ D Geestelijke Gezondheids Zorg 8 GOA K Gemeentelijk Onderwijs Achterstandenbeleid 9 JGZ C Jeugdgezondheidszorg 10 JIP H Jongereninformatiepunt 11 JOP E Jongerenontmoetingsplek 12 KDV B Kinderdagverblijf Opdracht 6 Afkortingen 1 KOV D Kinderopvang 2 OBS G Openbare Basis School 3 OKZ A Ouder- en kindzorg 4 PSZ F Peuterspeelzaal 5 RSG L Regionale Scholen Gemeenschap 6 SCW J Sociaal Cultureel Werk 7 WSNS B Weer Samen Naar School 8 AWBZ K Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten 9 KCA M Klein chemisch afval
2
Nederlands op Maat, deel 1 Training 10 Taalkwesties deel 2
10 11 12 13
AMC HBO JAC ARBO-wet
Antwoorden
C Academisch Medisch Centrum I Hoger Beroepsonderwijs E Jongerenadviescentrum (een) H Arbeidsomstandighedenwet
Opdracht 7 Woordenschat 1 gecompliceerd moeilijk 2 parallel evenwijdig 3 feilloos zonder fouten 4 routine ervaring 5 belemmeren verhinderen 6 fataal noodlottig, dodelijk 7 benijden jaloers zijn op 8 monotoon eentonig 9 geoorloofd toegestaan 10 meedogenloos zonder medelijden 11 fiasco mislukking 12 dupe slachtoffer 13 inheems van het land zelf 14 impuls aansporing 15 kliek groep mensen die elkaar bevoordeelt 16 dubieus twijfelachtig 17 marge ruimte voor de kantlijn 18 investeren beleggen 19 geperforeerd doorboord, met een rij gaatjes 20 citaat letterlijk weergegeven woorden 21 duperen benadelen 22 gros het grootste aantal, de meerderheid 23 recent kort geleden 24 ongerept onbeschadigd 25 laconiek doodkalm Opdracht 8 Vaktaal Zorg & Welzijn 1 de helpende D iemand die niet zelfstandig werkt, maar onder begeleiding van iemand anders 2 de zorg H taken op gebied van huishouden, verzorging en begeleiding 3 het welzijn F taken op gebied van informatie en advies, begeleiden, activiteiten en organiseren 4 het verzorgingshuis A een huis bedoeld voor mensen boven de 65 jaar die verzorging nodig hebben 5 het verpleeghuis J een huis bedoeld voor mensen die verpleging en medische behandeling nodig hebben 6 de somatische afdeling C een afdeling voor mensen met een lichamelijke beperking 7 de psychogeriatrische afdeling. B een afdeling voor dementerende cliënten
3
Nederlands op Maat, deel 1 Training 10 Taalkwesties deel 2
Antwoorden
8 de thuiszorg
I een voorziening voor verzorging en verpleging in de thuissituatie 9 chronisch ziek G langdurig ziek 10 de psychische beperking E een geestelijke beperking 11 de lichamelijke beperking N een beperking van het lichaam zoals verlamd zijn 12 de residentiële instelling S een instelling waar mensen wonen 13 de kinderopvang Q professionele en betaalde opvang van kinderen van 0 tot 12 jaar 14 het sociaal –cultureel werk, wijkopbouwwerk en buurtwerk T al het werk dat gedaan wordt voor het welzijn van mensen in buurten, wijken en dorpen 15 de maatschappelijke zorg en dienstverlening K zorg gericht op ondersteuning van mensen die problemen hebben en het geven van informatie en advies over voorzieningen die mensen kunnen krijgen 16 de jeugdzorg M zorg voor kinderen met problemen of voor kinderen in probleemsituaties 17 de crisisopvang L een opvang voor mensen die in problemen geraakt zijn 18 de leefstijl O iemands persoonlijke manier van leven 19 de waarde P opvattingen/ideeën over wat goed of slecht, mooi of lelijk is 20 de norm R de verwachting die we hebben over het gedrag van iemand in een bepaalde situatie Opdracht 9 Vaktaal 1 de cultuur 2 de multiculturele samenleving 3 de socialisatie. 4 primaire socialisatie 5 secundaire socialisatie 6 de F-cultuur
7 de G-cultuur
8 de levensbeschouwing 9 de religie 10 de gewoonte 11 het respect 12 intiem 13 ongewenste intimiteiten
C alle waarden en normen die mensen aan elkaar doorgeven F een samenleving met daarin allerlei culturen H het proces waarin je je waarden en normen eigen maakt A socialisatie in je gezin N socialisatie door je vrienden, school, clubs B cultuur met strenge regels over hoe je je moet gedragen en weinig individuele vrijheid; gezin/familie komt op de eerste plaats I cultuur met minder regels en meer individuele vrijheid; naast familie zijn vriendschappen heel belangrijk D een kijk op het leven E het geloof of de godsdienst G gedragingen die je regelmatig doet Q iemand in zijn of haar waarde laten R vertrouwelijk J aanrakingen of opmerkingen die je niet prettig vindt of niet wenst
4
Nederlands op Maat, deel 1 Training 10 Taalkwesties deel 2
14 gewenste intimiteiten 15 de seksuele intimidatie
16 feedback 17 ik-boodschap 18 positieve feedback 19 negatieve feedback
Antwoorden
S aanrakingen of opmerkingen die je prettig of wenselijk vindt K een vorm van ongewenst gedrag bijvoorbeeld door seksueeel getinte opmerkingen en hinderlijk gedrag L een boodschap over het gedrag of de prestaties van een ander O een boodschap aan iemand anders in de ikvorm M een compliment P kritiek
5