Deel 10. Niet-technische samenvatting PRMER-0018 10.1 Ruimtelijke situering Het bedrijf is gelegen aan de Statiestraat 56 te Dentergem. Volgens het kadastraal plan bevindt het bedrijf zich op volgende percelen : 397 s, 397 t, 401 f (1e afdeling, sectie A) (figuur 36).
Figuur 36 : Kadastrale ligging van het bedrijf
Het bedrijf is volgens het Gewestplan (K.B. van 28.12.72 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen) gelegen in agrarisch gebied. Binnen een straal van 1.500 m rond het bedrijf bevinden zich agrarisch gebied, woongebied, woongebied met landelijk karakter, gebieden voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut, woonuitbreidingsgebied, natuurgebied, archeologische sites, landschappelijk waardevol agrarisch gebied, reservegebieden voor woonwijken, ambachtelijke bedrijven en kmo’s en milieubelastende industrie (zie ook figuur 37).
Figuur 37 : Ligging van het bedrijf op het gewestplan
10.2 Beschrijving van het project Het project betreft de vroegtijdige hernieuwing van de milieuvergunning van een bestaand legkippenbedrijf (50.000 legkippen). De legkippen zijn gehuisvest in drie batterijstallen (één stal voor 19.076 legkippen, één stal voor 20.343 legkippen, één stal voor 10.581 legkippen). De legbatterijen bestaan uit niet-verrijkte kooien. Volgens de Europese richtlijn dienen legkippen vanaf 2012 gehuisvest te worden in verrijkte kooien. Bij ongewijzigde wetgeving zal vanaf 2012 het bedrijf omschakelen naar verrijkte kooien en ammoniak-emissiearme stallen. Het productieproces van het bedrijf beoogt het produceren van eieren die verpakt en gesorteerd worden op het bedrijf en die worden afgevoerd naar verkoopcentra.
Er worden dagelijks eieren afgevoerd. Voor de
productie van de eieren worden om de 14 maanden jonge leghennen aangevoerd op het bedrijf. Deze worden, zoals hoger gesteld, in de drie stallen geplaatst (legbatterijen), met een bezettingsdichtheid van ca. 560 cm² per dier. De dieren blijven 14 maanden op het bedrijf voor de productie van eieren en worden nadien afgevoerd voor slachting. In de pluimveestallen zijn telkens 3, 4 of 5 batterijrijen van 3 of 4 etages (per kooi 4 kippen). Onder de draadbodem is een mestband gelegen. De band is 40 cm breed over de totale lengte van het hok. Met behulp van een mestschraper wordt de mest 10 maal per 24 uur verwijderd en valt in een betonkanaal onder de batterijen. Die mest wordt op zijn beurt ook 10 maal per 24 uur met behulp van een mestschraper in de mestkelder gebracht. Onder 2 pluimveestallen bevindt zich een mestkelder (rep. 1612 m³ en 572 m³). Deze dierlijke mest wordt in de toekomst afgevoerd naar een mestbehandeling (FAP-Kompostreactor) op een ander bedrijf van de exploitant in Markegem. Na verwerking zal de mest dan vervolgens geëxporteerd worden naar Frankrijk. Momenteel wordt de onbehandelde dierlijke mest afgevoerd naar Nederland. Het voeder voor de kippen wordt toegediend via voedervijzels (ASA-DUO type). Drinkwater voor de leghennen wordt verdeeld via nippels.
Het water wordt opgepompt uit een eigen
waterwinning (putdiepte 144 m), gesitueerd vooraan het bedrijf. Na 14 maanden worden de stallen grondig droog en nat gereinigd. Het reinigingswater van de stallen wordt geloosd in de kelder. De reiniging van de stallen gebeurt door een gespecialiseerde firma (Jannick Pluimvee Service bvba uit Roeselare). De ontsmetting van de stallen gebeurt eveneens door een gespecialiseerde firma (Disaghor). Kadavers worden onmiddellijk uit de stallen verwijderd en bewaard in tonnen in een gekoeld kadaverhuisje. De kadavers worden wekelijks afgehaald door een erkend ophaler.
10.3 Residuen en emissies Het is duidelijk dat aan de uitbating van een dergelijk bedrijf bepaalde emissies verbonden zijn.
In
onderstaande tabel wordt een overzicht gegeven van de residuen en emissies afkomstig van het huidig en van het toekomstig bedrijf.
Het huidige bedrijf is het bedrijf is zijn huidige bestaansvorm (tot 2012).
toekomstig bedrijf is het bedrijf met ammoniakemissie-arme stallen (vanaf 2012).
Tabel 46 : Overzicht residuen en emissies
Het
Residuen en emissies
Hoeveelheid
Eenheid
Huidig bedrijf
Toekomstig
(tot 2012)
bedrijf (vanaf 2012)
Mest
24.500
24.500
kg P2O5/jaar
34.500
34.500
kg N/jaar
Ammoniak
5.000
1.750
kg NH3/jaar
Geur
34.500
18.500
ouE/s
Stof
61
61
Geluid
7à8
7à8
vrachtwagens/week
Kadavers
3.250
3.250
stuks/jaar
kg/jaar
De voornaamste milieu-effecten, als gevolg van de exploitatie van het huidig en toekomstig bedrijf, zijn vermesting, verzuring en geurhinder. Wat vermesting betreft, kan gesteld worden dat de exploitant momenteel de kippenmest exporteert. Deze mest komt bijgevolg niet op percelen grond in de omgeving van het bedrijf terecht. In de toekomst zal de kippenmest verwerkt worden op een ander bedrijf van de exploitant alvorens geëxporteerd te worden. Bijgevolg zal ook in de toekomst geen mest van het bedrijf verspreid worden op Vlaamse gronden. Wat de mestopslag betreft, kan gesteld worden dat in de huidige en toekomstige situatie de mestkelders dienen voor de opslag van mest (vooraleer hij behandeld wordt). Voor deze mestkelders waar mest wordt opgeslagen dient de lekdichtheid van de kelders gewaarborgd te worden. Aangeraden kan worden om een grondwateronderzoek te laten uitvoeren, om voor deze mestkelders die in de toekomst nog natte mest zullen opslaan, zekerheid te hebben dat zij lekdicht zijn. Om het effect van de verzuring in te schatten werd berekend welke ammoniakdepositie te verwachten valt op zuurgevoelige gebieden in de omgeving van het huidige bedrijf (tot 2012) en van het toekomstige bedrijf (vanaf 2012). In de huidige bedrijfssituatie (tot 2012) is een emissie te verwachten van 5.000 kg NH3 per jaar. Voor het toekomstig bedrijf bedraagt de berekende ammoniakemissie 1.750 kg per jaar. Binnen een straal van 1.500 m rond het bedrijf werden een 9-tal gebieden aangeduid als waardevol. Op deze gebieden zijn a.g.v. de exploitatie van het huidige bedrijf jaarlijkse totale deposities te verwachten die variëren van 10 tot 33 mol zuurequivalenten per ha. Voor het toekomstig bedrijf (vanaf 2012) variëren de jaarlijkse deposities van 4 tot 12 mol zuurequivalenten per jaar. Vanuit de kritische lasten voor bepaalde ecosystemen werd berekend dat binnen een straal van ca. 120 m rond het huidige bedrijf (tot 2012) en van 63 m voor het toekomstige bedrijf (vanaf 2012), het bedrijf een belangrijk verzurend effect zou kunnen hebben op graslandgebieden. Binnen deze stralen bevinden zich voor het kwestieuze bedrijf geen waardevolle graslandgebieden. Ook werd vanuit de kritische lasten voor bepaalde ecosystemen berekend dat binnen een straal van ca. 125 m rond het huidige bedrijf (tot 2012) en van 67 m voor het toekomstige bedrijf (vanaf 2012), het bedrijf een belangrijk verzurend effect zou kunnen hebben op bosgebieden. Binnen deze stralen bevinden zich voor het kwestieuze bedrijf geen waardevolle bosgebieden. Om de verzuring ten gevolge van zijn toekomstig bedrijf te beperken, zal de exploitant bij ongewijzigde wetgeving vanaf 2012 overschakelen naar een emissie-arm stalsysteem. Hierdoor zal de ammoniakemissie met 65 % gereduceerd worden t.o.v. de huidige bedrijfstoestand. Verder wordt aangeraden om de mestkelders afdoende af te sluiten van de buitenlucht om zo het emissieoppervlak te verkleinen.
In de Vlaamse milieuwetgeving werden geen normen vastgelegd voor aanvaardbare geurhinder. Er werden enkel voor nieuwe bedrijven en bedrijven met aanzienlijke uitbreiding verbods- en afstandsregels vastgelegd. Volgens VLAREM moet het bedrijf niet voldoen aan de afstandregels. In dit MER werden dispersieberekeningen uitgevoerd voor de huidige (tot 2012) en de toekomstige bedrijfstoestand (stalsysteem 2.2.2.2, vanaf 2012). De berekende geuremissie afkomstig van het huidige bedrijf bedraagt 34.500 ouE/s; voor het toekomstige bedrijf bedraagt dit 18.500 ouE/s.
Dit betekent een daling in geuremissie met 47 % voor de toekomstige
bedrijfssituatie t.o.v. de huidige bedrijfssituatie. Binnen de geurcontour voor de huidige bedrijfssituatie, waar er kans is dat er geurhinder kan voorkomen zijn een 70-tal woningen gesitueerd, waarvan vermoedelijk een 5-tal boerderijen.
Het merendeel van deze
woningen is gelegen ten zuiden en zuidwesten van het bedrijf langs de Statiestraat en de Meulebekesteenweg. Deze woningen zijn grotendeels gelegen in woongebied. Binnen de geurcontour voor de toekomstige bedrijfssituatie (vanaf 2012), waar er kans is dat er geurhinder kan voorkomen, zijn een 54-tal woningen gesitueerd, waarvan vermoedelijk een 3-tal boerderijen. Op het bedrijf wordt verder gepoogd de geuruitstoot zoveel mogelijk te beperken door de hygiëne in en rond de stallen hoog te houden. Door het gebruik van milieukokers op de stallen zou een betere vermenging van de ventilatielucht met omgevingslucht bekomen kunnen worden met lagere immissieconcentraties tot gevolg. Naar verdroging toe is het aangeraden om het grondwaterverbruik zoveel mogelijk te beperken. Indien het regenwater zou opgevangen en aangewend worden als reinigingswater (ca. 600 m³/jaar reinigingswater), zou er minder grondwater verbruikt worden. Het groenscherm van het bedrijf is grotendeels opgebouwd uit Italiaanse populieren, paplaurier en een sparrenhaag.
Aangeraden wordt dit groenscherm verder aan te vullen met streekeigen en wintervaste
groenbeplanting. Effecten op gebied van geluid kunnen verwaarloosd worden, gezien er ten gevolge van de uitbating van het huidige en van het toekomstige bedrijf slechts een 7-tal extra vrachtwagenbewegingen per week plaatsgrijpen.