ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE DEEL 2 – SAMENVATTING SLIDES Inleiding Tijdlijn
Peutertijd Kindertijd Adolescentie Jong Volwassenheid (18 – 35 jaar) Middelbare Volwassenheid (35 – 60 jaar) Jong-Oud (60 – 85 jaar) Oude Leeftijd (85 jaar) Oud-Oud (85 - … jaar)
Kenmerken
Levenslang Multidimensioneel Cognitief Emotioneel/sociaal Lichamelijk Multidirectioneel Plastisch Ingebed in context
Achtergrondinformatie
Leerstof H11 – H18 Boxen! Culturele verschillen (enkel theoretisch relevante kwesties) Grafieken, namen en cijfers (belangrijkste!) Site gebruiken
Examen Meerkeuze Vrijdag 3 februari 9 uur – 12u Voorbeeldexamen Toledo
1
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE DEEL 2 – SAMENVATTING SLIDES Lichamelijke en cognitieve ontwikkeling in de adolescentie Wat is adolescentie? Definitie
Overgang tussen kindertijd en volwassenheid (11 – 18 jaar) Aanvang: puberteit ( volwassen lichaam en seksuele maturiteit) Basis van ontwikkelingsfasen zijn over de hele wereld hetzelfde (complex = decade)
Ontwikkelingstaken en verwezenlijkingen
Psychologische adaptatie aan fysieke veranderingen Verwerven van volwassen manieren van denken (bv. hypothetisch-deductief) Bereiken van emotionele en economische onafhankelijkheid Ontwikkeling van meer volwassen manier van omgang met leeftijdsgenoten Identiteitsconstructie (veilig gevoel van zelf in seksualiteit, moraliteit en maatschappij)
Opvattingen
Biologisch perspectief Puberteit: rebels en roekeloos Biologische opschudding: verhoogde emotionaliteit en conflict (S&S, Rousseau) Freud – genitale fase: bewustwording van seksuele impulsen Sociaal perspectief Sociale en culturele invloeden Ruime interindividuele en bepaalde interculturele verschillen (Mead) Gebalanceerd standpunt: zowel biologisch als sociaal
Drie fases VROEG MIDDEN LAAT
11/12 – 14 jaar 14 – 16 jaar 16 – 18 jaar
Snelle puberale verandering Puberteit bijna voltooid Volledig volwassen uiterlijk Anticipatie van volwassen rollen
Puberteit: lichamelijke transitie tot volwassenheid Hormonale veranderingen en lichaamsgroei
Hormonale verandering tijdens de puberteit Genen beïnvloeden hormonale processen GH en thyroxine: toename rond 8 – 9 jaar Meisjes gemiddeld 2 jaar vroeger 2 soorten: algemene groei en maturatie van seksuele kenmerken
Geslachtsverschillen bij hormonale veranderingen Oestrogeen
Meer bij meisjes Eierstokken, testikels en bijnieren Verhoogt GH productie
Androgeen
Meer bij jongens Testikels
2
Geslachtsverschillen in lichaamsgroei GROEISPURT PROPORTIES SPIER/VETWEEFSEL
JONGENS 12.5 jaar Schouders breder Benen langer Meer spiermassa Aerobische efficiëntie
MEISJES 10 jaar Heupen breder Meer vet
Motorische ontwikkeling en seksuele rijping
Motorische ontwikkeling en fysieke activiteit Verschillende timing in ontwikkeling van motorische performantie
Meisjes trager, neemt af vanaf 14 jaar Jongens langer en later in kracht, snelheid en uithouding
Lichamelijke opvoeding gebeurt voor beide geslachten afzonderlijk Atletische competentie sterker gerelateerd aan zelfconcept voor jongens
Veranderingen in fysieke activiteit Jongens > meisjes Daling: 15 jaar Activiteit op 14 jaar activiteit op 31 jaar
Seksuele rijping PRIMAIRE SEKSUELE KENMERKEN Rijping van voortplantingsorganen - Meisjes: menarche, maandstonden - Jongens: eerste zaadlozing
SECUNDAIRE SEKSUELE KENMERKEN Andere zichtbare delen van lichaam - Meisjes: borsten - Jongens: baard, stem - Beiden: okselhaar
Individuele verschillen in aanvang van puberteit Erfelijkheid Voeding, beweging Geografische locatie SES Etnische groep Familiale ervaringen (echtscheiding) Seculaire trend
Hersenontwikkeling en veranderende staten van opwinding
Hersenontwikkeling in adolescentie Pruning van niet gebruikte synapsen gaat verder Groei en myelinisatie versnellen Neurotransmitterrespons veranderingen
Frontale lobben (gedachten en acties) Versterken van verbindingen tussen gebieden Meer gevoelig voor opwindende booschappen
Cognitieve vooruitgangen - Aandacht - Planning - Integratie van info - Zelfregulatie Intensifieert reacties op - Stress - Plezier - Nieuwigheden
3
Slaapgewoontes in adolescentie Nog steeds bijna evenveel slaap nodig (9uur) maar later naar bed
Biologische phase delay Sociale gewoontes Bijslapen tijdens weekends
Gebrek aan slaap verstoort regulatie van aandacht en emotie
Lagere prestatie Humeurschommelingen Risicogedrag
Psychologische impact van puberteitsgebeurtenissen Reacties op puberale veranderingen: emoties en sociaal gedrag
Reacties op puberteit MEISJES JONGENS
-
Verrassing Meer positief dan vroeger Gemengde reacties Vroeger dan verwacht
-
Voorbereiding en informatie helpen Betrokkenheid vanwege vader helpt Voorbereiding helpt Kunnen voordeel hebben door daarover te praten
De rol van cultuur in transities naar volwassenheid Ruimere culturele context vormt ervaring van start van puberteit Verwarring in meeste Westerse culturen
Grote variatie in leeftijden voor verschillende verantwoordelijkheden Blijven gedurende zeer lange periode kinderen Geen algemeen aanvaard moment van overgang
De stemming van de adolescent Gerelateerd aan hormoonniveaus Elektronische Beeper studie Meer negatieve levensgebeurtenissen bij adolescenten dan kinderen/volwassenen Sterkere reactie bij tieners (door neurotransmitteractiviteit) Stemmingswisselingen (gerelateerd aan dagelijkse gebeurtenissen)
Ouder-kind relatie tijdens adolescentie Toename van conflict
Psychologische verwijdering (langere economische afhankelijkheid) Verschillende standpunten over het wel/niet klaar zijn voor verantwoordelijkheid
Meeste conflicten zijn niet ernstig
Doorgaans over onbenullige, dagelijkse aangelegenheden Ouder-dochter conflicten zijn zwaarder Ook affectie en steun
4
Timing van puberteit
Gevolgen VROEGE PUBERTEIT
LATE PUBERTEIT
MEISJES - Niet populair, terugtrekken, laag zelfvertrouwen - Meer afwijkend gedrag - Negatief lichaamsbeeld - Meer lange termijn problemen - Populair - Sociaal, levendig, leidersfiguren - Positief lichaamsbeeld
JONGENS - Populair - Zelfverzekerd, onafhankelijk - Positief lichaamsbeeld - Meer stressrapport -
Onpopulair Angstig, veel praten aandacht zoeken Negatief lichaamsbeeld
en
Factoren die rol spelen in reacties op timing van puberteit Fysieke aantrekkelijkheid – lichaamsbeeld Passen bij leeftijdsgenoten
Gezondheid Voeding en eetstoornissen
Gezondheid: voeding in adolescentie Caloriebehoefte neemt toe Slechte voedingskeuzes Ijzer en vitamine tekorten Tieners groeien zwaarlijvigheid als kinderen meestal niet uit Fad diets bij meisjes (korte termijn gewichtsverlies) Eten in familieverband is gerelateerd aan kwaliteit van voeding
Anorexia nervosa Hongeren zichzelf uit, uit angst om dik te worden 25 – 50% van lichaamsgewicht Kwetsbare groep: homo- en biseksuelen Sterke toename in voorbije eeuw (slankheidsideaal) Ontkennen het probleem, moeizame behandeling, < 50% geneest volledig
Boulimia nervosa Streng dieet en beweging Vreetbuien met braken en purgeren (laxeermiddelen) Risicogroep: overgewicht en vroege puberteit Gevoelens van depressie en schuld over eetgewoontes (≠ anorexia) Wanhopig, gemakkelijker behandelen, anti-depressiva, eetlustremmers
Seks en SOA’s
Seksualiteit Culturele verschillen
Noord-Amerikaanse attitudes meer relatief beperkend dan Europese Media en familie: tegenstrijdige boodschappen Meer liberaal (laatste 40 jaar)
Activiteit stemt overeen met attitudes
Afname sinds 1990 Beperkt aantal partners
5
Praten over seks Zorg voor open communicatie Gebruik correcte termen Luister, discussier en werk samen Eerst denken, dan praten Blijf in gesprek Internet = gevaarlijke opvoeder
Seksuele activiteit Recente afname in seksuele activiteit (AIDS) Aanzienlijk percentage seksueel actief
Anticonceptie Recente toename in gebruik van anticonceptie Culturele verschillen 27% (Amerika) en 13% (Canada): geen voorbehoedsmiddel Redenen
Jongens vroeger dan meisjes Beperkt aantal partners Vroege seksuele betrekkingen in achtergestelde gezinnen (armoede) Afwezigheid van vader = predictor voor meisjes
Bezorgd om beeld Adolescent risico gedrag Sociale omgeving Gedwongen (moment van) geslachtsgemeenschap
Kenmerken van seksueel (vroeger) actieve adolescenten PERSOONLIJK
FAMILIE PEERS EDUCATIONEEL
- Vroege puberteit - Neiging tot verbreken van normen - Weinig religieuze betrokkenheid - Stief- of alleenstaande ouder of grote familie - Beperkte monitoring vanwege ouders, ouder-kind communicatie Seksueel actieve vrienden of broer/zus - Zwakke schoolprestatie - Weinig ambitie inzake educatie
Seksuele oriëntatie Holebi: 2 – 3% Doorgaans niet geslachtsafwijkend (bv. kleding en gedrag) Heteroseksueel maar homoseksuele daden: 50%
Stadia van zich ‘outen’ ZICH ANDERS VOELEN (6 – 12 jaar) VERWARRING (11 – 15 jaar)
AANVAARDING (variatie)
Emotioneel gevoeliger, minder interesse in sportieve activiteiten (jongen) Aangetrokken tot hetzelfde geslacht (vroeger voor jongens), isolatie en verwarring, overcompensatie, gevaar voor zelfmoordpogingen Niet noodzakelijk outen, bang van fysiek en verbaal geweld
6
Seksuele oriëntatie: erfelijkheid en omgeving Erfelijkheid
Mannelijke homoseksualiteit meer voorkomend in moederskant dan vaderskant Genen beïnvloeden zowel niveau als impact van prenatale sekshormonen
Identiek > niet-identiek Biologische verwanten > geadopteerden
Ook omgevingsfactoren (estrogeen verhogende drugs) Mannen: vaak oudere broers (antigenen verminderen mannelijke sekshormonen)
Seksuele aandoeningen 1/6 heeft één SOA per jaar Armoede 1/5 met AIDS krijgt het in adolescentie Meisjes: 2 x zoveel Soorten
AIDS Chlamydia Cytomegalovirus Genitale wratten Gonorrhea Herpes simplex 2 Syphilis
Tienerzwangerschap en ouderschap
Tienerzwangerschap 750000 – 850000 Amerikaanse meisjes per jaar Abortus: 40% Ongehuwd: 86% Herhaling binnen 2 jaar: 35% Problemen
Opleiding Huwelijkspatronen Economische omstandigheden Ouderschapsvaardigheden en – bekwaamheden Afwezigheid vader
Hulp bij tienerzwangerschappen Preventie strategieën
Seksuele voorlichting Vaardigheden om met seksuele situaties om te gaan Onthouding Info en toegang tot anticonceptie Academische en sociale competentie Betrokkenheid van school
Interventie met tienerouders
Gezondheidszorg Helpen op school te blijven Job en levensmanagement training Ouderschapsinstructie Zorg voor kinderen Volwassen mentors Steun voor vaders
7
Druggebruik
Druggebruik Geprobeerd (einde middelbaar)
40% 63% 38%
Vast (einde middelbaar)
Roken: Alcohol: Illegale drugs: Roken: Alcohol: Illegale drugs:
17% 28% 40%
Adolescent druggebruikers Meer antisociale, impulsieve daden Beginnen eerder Meer geneigd om beïnvloed te worden door genetica en omgeving
Lage SES Druggebruik in familie Problemen van familie Misbruik Lage schoolprestaties
8
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE DEEL 2 – SAMENVATTING SLIDES Emotionele en sociale ontwikkeling in de adolescentie Theorie van Erikson: identiteit versus rolverwarring IDENTITEIT
VERWARRING
Definitie: Wie ben je? Wat vind je belangrijk? Welke richting wil je uit? Binding: beroep, relaties, seksuele oriëntatie, etnische groep, idealen…
Geen definitie Beperkte exploratie Niet opgeloste psychosociale conflicten Maatschappij Niet voorbereid voor fasen van volwassenheid
Exploratie
Zelfconcept
Afzonderlijke trekken grotere, abstracte trekken (identiek = uniform = eenheid) Tegenstrijdige trekken en sociale situaties Geleidelijke combinatie van trekken in georganiseerd systeem Nuancering en specificatie (Qualifiers) Integratie van principes
Zelfwaardering
Verdere differentiatie (nieuwe dimensies) Doorgaans toename en controle (vermindering bij schoolovergang) Stabielere individuele verschillen Gerelateerd aan waarden van activiteiten en aanpassing Invloed van familie en cultuur
Identiteitsstatussen NIVEAU VAN BINDING NIVEAU VAN EXPLORATIE
Hoog Laag
Cognitieve stijl Informatie-geörienteerd Dogmatisch, niet flexibel Diffusie-vermijdend
Hoog Identity Achievement Identity Foreclosure
Laag Moratorium Identity Diffusion
Achievement + Moratorium Foreclosure + Diffusion Lange-termijn diffusie
Beïnvloeding Persoonlijkheid Opvoeding Leeftijdsgenoten en school Gemeenschap Ruimere context (Cultuur + Periode)
Etnische identiteit Bepaalde etnische groep (of biculturele identiteit) Attitudes en gevoelens van lidmaatschap Afname of vertraging van exploratie door pesterijen
9
Morele ontwikkeling Kohlberg PRECONVENTIONEEL NIVEAU CONVENTIONEEL NIVEAU POSTCONVENTIONEEL OF GEPRINCIPIEERD NIVEAU
(1) Straf en gehoorzaming (2) Instrumenteel doel (3) Moraliteit van interpersoonlijke samenwerking (4) Behoud van sociale orde (5) sociaal contract (6) universeel ethisch principe
Onderzoek over de theorie van Kohlberg Weinig bereik van postconventioneel niveau Vereist meer diepgang Realiteit: redeneren onder maximale niveaus Situatie Ernst
Geslachtsverschillen KOHLBERG GILLIGAN
Rechten en rechtvaardigheidsoriëntatieteel doel Oriëntatie van ‘zorgen voor anderen’ Ethiek van zorgdragen
Beide geslachten gebruiken beide oriëntaties, maar vrouwen beklemtonen het zorgaspect wellicht meer. Zij hebben meer ervaring als zorgdragers. Invloeden
Opvoeding Verzorgend, ondersteunend Discussie van morele zaken School Interactie met leeftijdsgenoten Cultuur
Moreel redeneren en gedrag
Matige link Beïnvloed door veel factoren Emotie Temperament Situatie, geschiedenis Morele zelf-relevantie Leeftijdsgenoten en familie Scholen
Burgerlijke verantwoordelijkheid – BOX p. 413
Kennis van politieke kwesties Gevoelens van verbondenheid aan gemeenschap Vaardigheden: burgerlijke doelen bereiken
10
Geslachtstypering
Toename geslachtsstereotypering van attitudes en gedrag Biologische, sociale en cognitieve factoren Meer in vroege adolescentie Afname tussen middelste en laatste adolescentie
De familie Ouder-kind relaties in adolescentie
Autonomie De-idealiseren van ouders Shift van ouders naar zelf en leeftijdsgenoten (steun) Autoratief ouderschap Evenwicht tussen autonomie en controle Extra uitdagend
Familiale invloeden op aanpassing van adolescenten
Warm, ondersteunende relaties met ouders (niet de hoeveelheid tijd!) Familiesituatie Financiering Tijd Volwassen relaties
Relaties met leeftijdsgenoten Kenmerken van vriendschappen in adolescentie
Minder beste vrienden Belang van intimiteit en loyaliteit (nabijheid, vertrouwen, zelfonthulling) Vrienden lijken op elkaar of gaan op elkaar lijken Identiteitsstatus Aspiraties Politiek Deviant gedrag
Geslachtsverschillen in vriendschap tijdens adolescentie MEISJES Emotionele gehechtheid Maatschappelijke bezorgdheden Samenkomen om te praten (openstellen)
JONGENS Erkenning en status Intimiteit gerelateerd aan genderidentiteit Androgyn: meer kans op intieme vriendschap Samenkomen voor activiteiten
Risico’s van hechte vriendschappen
Corumination (samen piekeren) vooral bij meisjes Relationele agressie (kortere hechte relaties bij meisjes) Victimization door online-only vrienden
11
Ontwikkelingskansen door adolescentsvriendschappen
Mogelijkheden om ‘het zelf’ te exploreren Vormen van diep begrip van elkaar Basis voor latere intieme relaties Helpen omgaan met stress Kan attitude ten opzichte van en betrokkenheid in de school verbeteren
Kliekjes en bendes
Kliek Kleine groep (5-7) Goede vrienden Dezelfde interesses en sociale status (populair – onpopulair) Bende Meerdere kliekjes Dezelfde reputatie en stereotypen
Van kliekjes naar dates
Toenadering tussen kliekjes van jongens en meisjes Verschillende koppels vormen zich en doen samen dingen Individuele koppels
Veranderingen in dating tijdens adolescentie
Doelen veranderen doorheen adolescentie Eerst: recreatie, groepsactiviteiten en oppervlakkige intimiteit Dan: zoektocht naar meer intimiteit Relaties met ouders en vrienden dragen bij aan interne werkmodellen voor dating
Dating problemen
Te vroeg beginnen met dating Druggebruik, seks en delinquent gedrag Slechte academische performantie Misbruik Mentale gezondheidsproblemen Homoseksuelen Vinden van partner Pesterijen en afwijzing door leeftijdsgenoten
Problemen in de ontwikkeling Conformiteit aan leeftijdsgenoten
Druk om te conformeren op gebied van Kleding, uiterlijk en sociale activiteiten Pro-volwassen gedrag, samenwerking met ouders, goede cijfers behalen Zich misdragen (neemt toe in vroege adolescentie, maar algemeen laag) Meer conformiteit in vroege adolescentie Autoritatief ouderschap helpt te weerstaan aan de druk
12
Depressie in de adolescentie
Meest voorkomende psychologische probleem van adolescentie (15 – 20%) Meisjes = 2 x jongens Vroegrijpe meisjes Geslachtsintensificatie Factoren Genen Opvoedingsstijl Aangeleerde hulpeloosheid
Zelfmoord in de adolescentie
Voorname doodsoorzaak Gerelateerde factoren Geslacht Etniciteit Gezinsomgeving Seksuele oriëntatie Mentale stoornissen Stress Persoonlijkheid (intelligent, teruggetrokken – antisociaal, impulsief)
Zelfmoord voorkomen
Merk waarschuwingssignalen op Voorzie steun van volwassenen en leeftijdsgenoten Leer coping-strategieën aan Interventies Medicatie Therapie Blokkeer toegang tot de actiemiddelen
Factoren gerelateerd aan delinquentie
Leeftijdsgenoten (afwijzing, asociaal) Geslacht Individuele verschillen Temperament Intelligentie Schoolperformantie Gezinskenmerken Omgeving
Twee routes naar delinquent gedrag in de adolescentie – BOX p. 425
Vroege start Begin: helft van kindertijd Combinatie van biologische risicofactoren en opvoedingsstijlen Late start Begin: puberteit Invloed van leeftijdsgenoten
13
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE DEEL 2 – SAMENVATTING SLIDES Lichamelijke en cognitieve ontwikkeling tijdens de vroege volwassenheid Wat is vroege volwassenheid?
Ongeveer de leeftijd van 18 – 40 jaar Ontwikkelingstaken Ouderlijk huis verlaten Opleiding beëindigen Voltijds werken Economische onafhankelijkheid Langdurige seksuele en emotionele intieme relatie Familie oprichten
Biologische veroudering Biologische veroudering
Genetisch bepaalde en universele achteruitgang in functioneren van organen en systemen Asynchroon (verschillende delen van het lichaam) Grote individuele verschillen
Theorieën
Populair: slijtage (wear-and-tear) Oververeenvoudiging Actieve mensen leven langer
Veroudering op DNA en cel niveau (1) Geprogrammeerde effecten van specifieke genen Behavioral Genetics Klein effect (0,15 – 0,25 leeftijd bij overlijden) Maar: niet lang leven is erfelijk, de risicofactoren wel
Verouderingsgenen controleren het begin veranderingen (menopauze, grijs haar…)
van
bepaalde
leeftijdsgerelateerde
Meeste evidentie: telomeer theorie van veroudering (bv. Hayflick) Telomeren (eindstukjes) beschermen DNA tijdens celdeling tegen ‘uitrafelen’ Telomeren verkorten bij elke deling (dus maar 50 delingen) Cel veroudert en verliest functies
De lengte en de invloed van lifestyle en omgeving op biologische veroudering – BOX p. 433 De lengte is gedeeltelijk erfelijk X-linked: moeder-zoon, vader-dochter Maar: verandert ook met lifestyle (roken, beweging) en stress Chronische ziektes versnellen verkorting in witte bloedcellen Telomerase vertraagt de verkorting of zorgt voor verlenging Voortdurende stress beperkt telomerase, dus zorgt voor verkorting Vermindering van stress zorgt voor verlenging in witte bloedcellen
14
Cumulatieve effecten van toevallige gebeurtenissen Beschadiging Spontane mutaties Mutaties door externe gebeurtenissen Accumulatie met de leeftijd maakt herstelling van de cellen moeilijker Vrije radicalen Natuurlijke producten van stofwisseling of oxidanten Productie van stoffen die vrije radicalen neutraliseren, maar nog een beetje schade Gevolg: veroudering of ziektes Anti-oxidanten Vitaminen C, E en betacaroteen (groenten en fruit) Voorkomen van schade door vrije radicalen
Veroudering op orgaan en weefsel niveau (2)
Cross-linkage Proteïnevezels die in het bindweefsel los van elkaar staan, neigen zich met de leeftijd te verbinden (linkage) en te overlappen (cross-linkage) Minder elastisch weefsel (huid, nieren, lens en aders)
Geleidelijke afbraak van het endocrien systeem Bv. minder GH leidt tot verlies van bot en spiermassa Bv. minder oestrogeen tijdens menopauze
Verminderde werking van het immuunsysteem Kwetsbaarder door infecties Genetisch geprogrammeerd, maar kan versterkt worden door de afbraak van het endocrien systeem en omgevingsfactoren
Samenvatting DNA EN CEL NIVEAU Geprogrammeerde effecten specifieke genen - Verouderingsgenen - Verkorting telomeren Cumulatieve effecten toevallige gebeurtenissen - Mutaties en kanker - Vrije radicalen
ORGAAN- EN WEEFSELNIVEAU Cross-linkage van proteïnevezels
Geleidelijke afbraak endocrien systeem
Verminderde werking immuunsysteem
Stand van zaken Veroudering gebeurt op verschillende niveaus Gerelateerde processen beïnvloeden elkaar Alleen combinaties van verschillende theorieën kunnen de eerste stappen voor de verklaring van de complexiteit van de biologische veroudering zijn
15
Lichamelijke veranderingen Cardiovasculaire en ademhalingsveranderingen
Hart Weinig verandering in rusttoestand Verminderde prestatie in stresstoestand Hoge bloeddruk (hypertensie) Altherosclerose (slagader-vervetting of ader verkalking): omgangrijke ophopingen (plaques) van cholesterol en vet op de wanden van slagaders (dichtslibben)
Longen Maximale vitale capaciteit daalt na 25 jaar Maximale hoeveelheid daalt 10% per 10 jaar vanaf 25 jaar Stijfheid maakt ademhaling moeilijker met de leeftijd
Hartziekten en overlijden Oorzaken: veroudering, genetisch, omgeving Verminderd laatste 15 jaar: roken, dieet, lichaamsbeweging, medische behandeling Laag risico – 3 factoren: niet roken, lage cholesterol, normale bloeddruk 40 – 60% lagere sterftecijfers
Motorische performantie
Biologische veroudering en verminderde motivatie en training moeilijk te onderscheiden Piek atletische vaardigheden tussen 20 en 35 jaar Snelheid en explosieve kracht: 20 – 25 Uithouding en complexe beweging: 25 – 30 en 30 – 35
Achteruitgang gradueel tot 60/70 jaar, daarna sneller Voortgaande training vertraagt verlies (vitale capaciteit, spieren en reactiesnelheid)
Immuunsysteem
Daalt na 20 jaar Minder T-cellen door inkrimping van zwezerik (thymus gland) B-cellen werken niet goed zonder T-cellen Afzwakking door stress
Voortplantingsmogelijkheden
Vrouwen Aantal eerste geboorten neemt toe bij + 30-jarigen Vructhbaarheidsproblemen nemen toe van 15 – 50 jaar 25 – 34 jaar (14%) en 35 – 44 jaar (26%) Afname na 44 jaar
Kwaliteit eicellen Aantal eicellen in reserve
Mannen Geleidelijke afname Mogelijkheden na 40 jaar
16
Gezondheid SES en gezondheid
Inkomen, opleiding en beroep SES-verschillen Beperkt tussen 25 – 34 jaar Groter tussen 35 – 64 jaar Kleinder tussen 64 - … jaar
vroege volwassenheid midden volwassenheid late volwassenheid, selectie
Longitudinaal Hoge SES: gezondheid behouden Lage SES: gezondheid neemt af
Zwaarlijvigheid
Leeftijd Toename tussen 25 en 50 jaar Basisniveau (BMR) van stofwisseling
Oorzaken Erfelijkheid Omgeving
Goedkoop vet en suiker Extreem grote porties Drukbezet leven (snacks en take-out) Gebrek aan lichaamsbeweging (zittend leven en werken)
Gevolgen Gezondheidsproblemen
Bloeddruk en hart Diabetes Lever en galblaas Artritis Slaap en vertering
Sociale discriminatie
Hoeveelheid energie nodig in volledige rusttoestand (snelheid van calorieverbranding) Neemt geleidelijk af met leeftijd (minder actieve spiercellen)
Woning Opleiding en carrière
Slechte behandeling
Voeding BMI (body mass index)
Zwaarlijvigheid (obesity)
20% boven gemiddeld gewicht BMI > 30
Overgewicht (overweight)
Alphonse Quetelet Lichaamsgewicht/(lichaamslengte)² Gezond of normaal BMI: 18,5 – 25
Minder extreem, maar ongezond BMI: 25 - 30
Gevaarlijke trends: toename tijdens laatste 20 jaar
17
Behandeling Matig gewichtsverlies doet gezondheidsproblemen afnemen Effect beperkt: 95% weer op oorspronkelijk gewicht na 5 jaar Redelijk gewicht: predictor van lichamelijke en psychische gezondheid en lang leven Factoren bij succesvolle programma’s
Weinig calorieën en vet en lichaamsbeweging Sociale ondersteuning Aanleren van probleemoplossende vaardigheden
Vermijden en voordelen van trainen 2 soorten vet: verzadigd (vlees en zuivel) en onverzadigd (plantaardige oliën en vis) Verminderd vet in dieet: 30% calorieën en 10% verzadigd vet Lichaamsbeweging
Minimum 20 minuten dagelijks (5x per week) Enkel 1/3 beweegt voldoende 40% van Amerikanen beweegt bijna niet (vrouwen en lage SES)
Andere voordelen
Zelfwaardering Immuunsysteem Reductie van stress Langer leven
Druggebruik Druggebruik in vroege volwassenheid
Piek tussen 19 en 22 jaar, daarna afname 20% van 21 – 25 jarigen is drugsverslaafd Drugs Marihuana Stimulerende middelen Geneesmiddelen op voorschrift Party drugs (XTC…)
Roken
Cijfers Afname: 40% 24% (vooral bij diploma hoger onderwijs) Meer vrouwen dan vroeger Hoe vroeger men begint, hoe meer men rookt
Wat? Nicotine, teer, CO en andere chemische stoffen beschadigen het lichaam Minder zuurstof: minder nachtzicht, rimpels, verlies beendermassa, zaadproductie, meer impotentie
minder
Sterfte: 1/3 (verband met dosis) Behandeling Stoppen vermindert risico’s tot niveau van niet-rokers in 3 – 8 jaar Stopprogramma’s mislukken vaak (70 – 80% rookt opnieuw na 1 jaar)
18
Alcohol
Cijfers 11% (mannen) en 3% (vrouwen) Mannen: als tieners en vroege twintigers Vrouwen: als twintigers en dertigers
Oorzaken Genetisch: 50% geen alcoholisme in familie Omgeving: cultuur
Problemen Chronisch gebruik: schade aan lever en hersenen Kosten voor samenleving (ongevallen, misdaad, seksueel en huiselijk geweld)
Behandeling Gecombineerd (persoon, gezin, groep en aversietherapie) Beperkt effect: 50% hervalt binnen enkele maanden
Seksualiteit Heteroseksuele activiteit
65% op einde van middelbaar onderwijs Bijna iedereen op 25-jarige leeftijd Meestal in context van relaties (70% heeft 1 partner gehad in 1 jaar) Niet frequent 1/3: 2x of meer per week Vaker bij twintigers Neemt af met de leeftijd
Meestal tevredenheid > 80% met relaties Minderheid rapporteert problemen
Homo- en biseksuele activiteit
2,8% (mannen) en 1,4% (vrouwen) Publieke aanvaarding beperkt, maar neemt toe Meestal goed opgeleid (leven in grote steden en universiteitssteden)
Premenstrueel syndroom (PMS)
Geheel van lichamelijke en psychologische symptomen (6 – 10 dagen voor menstruatie) Mild (40%) en ernstig (10%) Biologisch fenomeen, geen behandeling bekend
Gevaren
SOA’s 1/4 (vooral vrouwen) Afname van AIDS bij homoseksuelen door verbeterd gedrag Toename van AIDS in arme buurten (heteroseksueel contact en druggebruik) Seksuele dwang (verkrachting en misbruik)
19
Seksueel misbruik
Elke situatie waarin iemand gedwongen wordt seksuele daden te ondergaan of uit te voeren. Het uitgangspunt is het seksuele zelfbeschikkingsrecht. 13,9% (vrouwen) en 10,2% (mannen) 30% (meisjes) en 15% (jongens) Soorten misbruik Non-contact vormen: tonen van geslachtsdelen, foto’s bekijken, naakt poseren… Minder ernstige contactvormen: betast worden boven/onder kleding… Matig ernstige contactvormen: begluurd worden, uitgekleed worden, masturberen… Zeer ernstige contactvormen: coïtus, coïtus zonder penetratie, orale bevrediging… 1/4 door onbekenden (volwassenen), 2/3 incest (kinderen) Mannen als plegers: 99% (vrouwen) en 60% (mannen)
Factoren van seksuele dwang KENMERKEN VAN DE PLEGER Geloof in traditionele geslachtsrollen Goedkeuring van geweld tegen vrouwen, aanvaarden van verkrachtingsmythes Verkeerde waarneming van gedrag Verleden van eigen misbruik en promiscuïteit Misbruik van alcohol
CULTURELE KENMERKEN Mannen: dominantie, competitie en agressie Vrouwen worden onderworpen Aanvaarding van geweld Agressieve pornografie
Gevolgen van verkrachting en seksueel misbruik
Trauma reactie Onmiddellijke schok Lange termijn problemen (depressie)
Lichamelijk letsel SOA’s Algemene zwakke gezondheid Negatieve gedragingen
Preventie en behandeling van verkrachting en seksueel misbruik
Gemeenschapsdiensten Te weinig gefundeerd Weinig voor mannen Routine opsporing (screening) Validatie van ervaring veiligheidsplanning
20
Veranderingen van structuur denken
Cognitieve ontwikkeling voorbij het stadium van formeel-operationeel denken van Piaget Levensloopperspectief van adaptieve cognitie: niet alleen een antwoord op complexe problemen; sensitief denken met betrekking tot context
Perry: epistemische cognitie Definitie
Reflectie over ons eigen denken Nadenken over hoe wij bepaalde feiten gaan accepteren Ontwikkeling van onze overtuigingen en ideeën Ontwikkeld denken: niet alleen resultaten en oplossingen produceren, maar ook over de weg en methodes van het denken reflecteren en dit tegen anderen rechtvaardigen
Fases van de ontwikkeling in de epistemische cognitie
Dualistisch denken Jongere studenten (1ste en 2de jaar) Informatie, waarden en autoriteit opgedeeld in juist/onjuist, goed/slecht, wij/zij
Relativistisch denken Geen absolute waarheid, maar meerdere waarheden Relatief ten aanzien van context (oudere studenten)
Verbintenis binnen relativistisch denken Enkel door sommige studenten al tijdens de universiteitsjaren bereikt Aan plaats van keuze voor een van de tegenstellingen: synthese van standpunten om tegenstrijdigheden op te lossen Zoek naar verschillende perspectieven en criteria voor evaluatie
Factoren die de ontwikkeling van epistemische cognitie helpen
Leeromgeving moet uidagingen bieden voor perspectieven van jonge mensen Mogelijkheden om te reflecteren Leeftijdsgenoten Docenten die bemoedigen en steunen Kritiek: meer typisch voor hoog opgeleide studenten Onderliggende ontwikkelingsschema blijft invloedrijk voor moderne benaderingen
Labouvie-Vief: pragmatisch denken en cognitief-emotionele complexiteit Definitie
Pragmatisch denken: structureel een sprong voorwaarts maken waarbij logica het middel wordt om dagelijkse problemen op te lossen Pragmatische denkers aanvaarden discrepanties en tegenstrijdigheden (inconsistenties) als onderdeel van het leven en ontwikkelen een denken dat goed werkt in situaties van onvolkomenheid en compromis (bv. give and take bij feminisme) Verbeterde mogelijkheden voor reflectie heeft invloed om emotionele leven DUS: integratie van cognitie en emoties om discrepanties beter te kunnen begrijpen
21
Ontwikkeling van cognitieve-emotionele complexiteit
Bewustzijn van positieve en negatieve emoties en coördinatie ervan in een complex georganiseerde structuur Promoot groter bewustzijn van iemand zijn eigen en anderen hun perspectieven en motieven (emotionele intelligentie) Gerelateerd aan open-mindedness en tolerantie
Expertise en creativiteit Expertise
Verwerven van uitgebreide kennis in een bepaald domein Vraagt vele jaren oefening (10 jaren regel) Effect op informatieverwerking Geheugen en redeneren is beter (bijna automatisch) Problemen vanuit onderliggende principes en niet vanuit uiterlijke kenmerken Experts plannen, leken gebruiken trial and error
Creativiteit
Gebaseerd op expertise (maar niet alles experts zijn creatief) Van problem solving naar problem finding: ontwikkeling van nieuwe perspectieven en benaderingen die voldoen aan een sociale of esthetische behoefte Neemt toe in vroege volwassenheid, piek in late 30 en vroege 40 jaren Grote verschillen afhankelijk van domein (complexiteit van kennis) – late beginners en early bloomers Heeft meerdere determinanten (persoon en situatie), maar zeker investering van tijd en inspanning
Beroepskeuze (geslachtsverschillen)
Beroepsvoorkeuren van mannen wordt sterk beïnvloed door stereotiepe geslachtrollen Vooruitgang van vrouw in door mannen gedomineerde beroepen is traag Geen gevolg van verschil in vaardigheden (belangrijke rol boodschappen uit omgeving) SO en unief: afname aspiraties van jonge vrouwen (zorgen over combinatie job – familie) Oplossing Sensibilisering van onderwijzend personeel Role models
22
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE DEEL 2 – SAMENVATTING SLIDES Emotionele en sociale ontwikkeling tijdens de vroege volwassenheid Emerging Adulthood
Trager dan vroeger om mijlpalen van volwassenheid te bereiken Verlengde identiteitsontwikkeling Meer opleiding nodig voor job Latere start van carrière en langere financiële afhankelijkheid Meer verschillende partners voor huwelijk, maar ook gevaren Oorzaken Demografische veranderingen Globalisatie Minder beschikbaar voor lage SES
Dual Cycle model van de vroege jaren op de universiteit
Jongvolwassenen doorlopen cyclische fases (maken en het ingaan van verbintenissen) In-breedte en in-diepte exploratie en zekerheid Bv. kiezen van afstudeerrichting Betere sociale aanpassing Betere academische aanpassing
Persoonlijke controle Minder goede aanpassing voor mensen die alleen exploratie doen in de breedte zonder verbintenissen aan te gaan
Doelen van emotionele en sociale ontwikkeling
Identiteitsontwikkeling (verlengd – emerging adulthood) Wat willen jonge volwassen tot stand brengen? Verantwoordelijkheid accepteren voor eigen acties Uitwerken van eigen overtuigingen, beslissen over posities Gelijkgestelde relaties bereiken met ouders Economische onafhankelijkheid bereiken
Leiding en controle hebben over wat gebeurd in het leven (bang om vrijheid te verliezen) Identiteitsontwikkeling, liefde en werk hangen samen (stabiele relaties)
Theorie van Erikson: intimiteit versus isolement INTIMITEIT Een permanente keuze maken voor levenspartner Omvat opgeven van pas verworven onafhankelijkheid, opnieuw omschrijven van identiteit Sterkte identiteit helpt
ISOLEMENT Eenzaamheid, zelfabsorptie Aarzelen om intieme relaties aan te gaan
Vrees om identiteit te verliezen - Concurreren - Verwerpen van verschillen - Bedreigd door dichtheid
Beïnvloedt relaties en werk
23
Levinson: vroege volwassenheid Definitie
Vroege volwassenheid is een periode vol van energie en overvloed, maar ook van contradictie en stress Opeenvolging van duidelijk onderscheiden fasen Iedere fase begint met een overgang Ongeveer 5 jaar Sluit vorige fase af en bereidt voor op de volgende Stabiele periodes tussen overgangen Opbouw van levensstructuur: onderliggend patroon van leven van een persoon (op een bepaald moment in de tijd), bestaat uit relaties met belangrijke anderen (individuen, groepen en instellingen) Duurt 5 – 7 jaar
Dromen en mentoren
Droom: beeld van zichzelf in wereld van volwassenen dat richting geeft aan het nemen van beslissingen (17 – 22 jaar: overgang van vroege volwassenheid) Mannen: beeld van zichzelf als onafhankelijke prestatiegericht individu in werkrol Vrouwen: vaak split dream (huwelijk en carrière)
Mentor: oudere en meer ervaren persoon in wereld waarin men zich wil inwerken (oudere collega), die ervoor zorgt dat de jonge man/vrouw vooruitkomt in zijn/haar beroep
Kritieke overgang
Overgang van 30 jaren (28 – 33 jaar) Her-evalueren van de levensstructuur Klemtoon op onderontwikkelde aspecten Mannen herzien zelden de prioriteiten van werk en gezin Vrouwen herzien de prioriteiten van werk en gezin wel (als ze carrièregericht zijn) Voor wie ontevreden is, kan de overgang een crisis zijn
Hoogtefase van de levensstructuur (33 – 40 jaar) Settling down voor mannen Mannen richten zich op bepaalde relaties en aspiraties Blijvende instabiliteit voor vrouwen (meer rollen) Vrouwen: vaak commitment erbij (werk of relatie) Vele vrouwen bereiken pas stabiliteit in de middelbare volwassenheid
Vaillant: aanpassing aan het leven Leeftijden
20ers: 30ers: 40ers: 50ers + 60ers: 70ers:
zorgen omtrent intimiteit consolidatie van loopbaan generativiteit behoeders van betekenis spiritueel en reflexief
24
Definitie
Theorie sluit aan bij Levinson, maar geen strikte leeftijdsafbakeningen Bevestigt stadia van Erikson, maar vult gaten hiertussen op Bestudeerde aanvankelijk alleen mannen Later: kleine steekproef van hoog opgeleide vrouwen Dat onderzoek suggereert dat vrouwen gelijkaardige veranderingen vertonen
Beperkingen van theorieën Levinson en Vaillant
Conclusies zijn gebaseerd op mensen geboren in 190 en 1940 (cohorte-effect) Levinson bestudeerde weinig mensen zonder opleiding en van lage SES (vooral vrouwen) Levinson bestudeerde mensen van de middelbare volwassenheid die zich de vroege volwassenheid niet meer zo goed herinnerden DUS: (prospectieve) studies op nieuwe generaties met uiteenlopende SES en culturele achtergrond zijn noodzakelijk
Erikson
1ste theorie met betrekking tot lifespan: 2 polen = conflicten Niet zo empirisch (wel bij Levinson en Vaillant)
Sociale klok Definitie
Leeftijdsgebonden verwachtingen voor levensgebeurtenissen (trouwen, kinderen…) Minder strikt dan in vroegere generaties Conform zijn met of afwijken van sociale klok is een belangrijke bron van verandering van persoonlijkheid in de volwassenheid Geeft vertrouwen en draagt bij tot sociale stabiliteit Distress als men deze niet opvolgt of achterop geraak
Empirische bewijzen en illustraties Vrouw met gezin: verantwoordelijk, zelfcontrole, tolerant, verzorgend, minder zelfwaardering en meer kwetsbaar Vrouw met mannelijk beroep: dominant, sociaal, onafhankelijk en intellectueel Vrouw zonder carrière en man: zelftwijfel, gevoelens van incompetentie en eenzaamheid
Intieme Relaties Partnerkeuze
Fysieke nabijheid Meeste mensen kiezen partners die op hen lijken (niet opposites attract) Geslachtsverschillen Vrouwen: intelligentie, ambitie en financiële situatie Mannen: aantrekkelijkheid en huishoudelijke vaardigheden
25
Verklaringen voor geslachtsverschillen
Evolutietheorie: voortplanting Vrouwen: beperkte reproductie-capaciteit, dus man die nakomelingen beschermt Mannen: grotere reproductie-capaciteit
Sociale leertheorie: geslachtsrollen Vrouwen: verzorgend, dus zorgtaken Mannen, assertief en onafhankelijk, dus werk In culturen met grotere gelijkheid tussen geslachten hebben mannen en vrouwen dezelfde partnervoorkeuren
Dus: biologische en sociale krachten beïnvloeden de keuze
Driehoekstheorie van liefde
Intimiteit (emotioneel) Passie (fysiek en psychologisch) Verbondenheid (cognitief)
Liefde: ontwikkeling en verloop
Begin: passionele liefde (intense seksuele aantrekkingskracht) Geleidelijk aan: ‘bij elkaar passen’ (warme, vertrouwlijke affectie en verzorging) Passie neemt af, terwijl intimiteit en engagement toenemen (MAAR: als relatie blijft duren, zeggen partners dat ze nog meer van elkaar houden) Rol van ‘internal working model’ en gehechtheid – BOX p. 470 – 471
Kindertijd gehechtheid en volwassen romantische relaties – BOX p. 473 GEHECHTHEID Veilig Vermijdend
Weerstandig
WERKMODEL Comfortabel met intimiteit, niet bang verlaten te worden Stress, onafhankelijkheid, wantrouwen, angst voor verbondenheid Zoek naar snelle liefde, totale versmelting
VOLWASSEN RELATIES Vertrouwen, geluk en vriendschap Jaloezie, emotionele afstand en weinig lichamelijk genot Jaloezie, wanhoop, emotionele pieken en dalen
Liefde: voortbestaan en cultuurverschillen
Wat bepaalt of relatie blijft bestaan? Engagement (commitment) Engagement moet meegedeeld worden (communicatie) Constructief oplossen van problemen
Cultuurverschillen 20ste eeuw (Westen): passie en intimiteit als basis voor huwelijk 20ste eeuw (Oosten): gevoelens verspreid over het hele sociale netwerk, vandaar dat de intensiteit minder groot is voor iedere relatie afzonderlijk; verplichtingen tegenover anderen (bv. ouders) bij partnerkeuze
26
Vriendschap Vriendschap in de vroege volwassenheid
Vrienden zijn meestal gelijkaardig (leeftijd, geslacht, SES en interesses) Versterken zelfwaardering, sociale ondersteuning en interessanter leven Singles: problemen met vrienden bespreken, maar nadien meer met echtgenoot Vriendschappen van vrouwen duren gewoonlijk langer Broers en zussen Langste relaties Enorm behulpzaam indien ouders verzorgd moeten worden Vaillant: beste predictor voor mentale gezondheid is nauwe band met broer/zus
Geslacht en vriendschap HETZELFDE GESLACHT Geslachtsverschillen - Vrouwen: intiem + vriendinnen - Mannen: samen ‘iets doen’ Individuele verschillen - Langdurige vriendschappen zijn intiemer - Vrijgezellen: meer intiem met vrienden
VERSCHILEND GESLACHT Minder frequent, kortdurender (vooral bij opgeleide, werkende vrouwen) Voordelen voor beide geslachten - Mannen: mogelijkheid tot uiting - Vrouwen: nieuwe inzichten Rekening houden met seksuele aantrekking
Eenzaamheid
Gevoel van ongelukkig zijn dat voortvloeit uit de kloof tussen de sociale relaties die we nu hebben en diegene die we zouden willen hebben Leeftijd: piekt in late 10er jaren, vroege 20er jaren en daalt doorheen 70er jaren Omstandigheden Alleenstaand, geschieden, weduwe/weduwnaar Immigranten (collectivistisch individualistisch) Persoonskenmerken Sociaal angstig Onzekere werkmodellen van gehechtheid Self-defeating houdingen en gedragingen (negatief opgesteld)
Trouwen en huwelijkstevredenheid Trends
Later trouwen (20/23 jaar 25,5/27,5 jaar) Meer samenwonen voor huwelijk Minder huwelijken Vrijgezel blijven, samen wonen, niet hertrouwen Noord-Amerikanen: pro-marriage (90% huwt tenminste 1 keer)
Legaliseren van homohuwelijk op bepaalde plaatsen Meer religieuze en etnisch gemengde huwelijken
27
Huwelijksrollen en huishouding
Traditioneel Duidelijke verdeling van rollen Vrouw: zorg voor echtgenoot, kinderen en huis Man: gezinshoofd en economische steun
Gelijkgerechtigd of gelijkwaardig Partners gaan om als gelijken Delen gezag Evenwicht in aandacht voor werk, kinderen, huis en partner
Huishouding Tweeverdiener gezinnen: mannen hedendaags meer met kinderen Maar in praktijk: vrouwen 2 x zoveel werk in huishouden
Huwelijkstevredenheid: bepalende factoren
Achtergrond gezin Leeftijd bij huwelijk Duur van verloving Timing eerste zwangerschap Relaties uitgebreide familie Huwelijke uitgebreide familie Financiële en beroepsstatus Verantwoordelijkheden van familie Persoonlijkheidskenmerken
gelijkaardig niet te jong (23 jaar) niet te kort (6 maanden) niet te snel (1 jaar) warm en positief stabiel zeker gedeeld emotioneel positief, conflicten oplossen
Geslachtsverschillen in huwelijkstevredenheid
Meer mannen dan vrouwen zeggen gelukkig getrouwd te zijn Kwaliteit van relatie is belangrijk voor mentale gezondheid bij vrouwen en mannen Mannen: getrouwd zijn op zich verbetert lichamelijke gezondheid, gehechtheid, ergens bijhoren en sociale ondersteuning Vrouwen: overweldigende eisen van vele rollen leiden tot ontevredenheid
Partnermisbruik Definitie – BOX p. 482 - 483
Mannen en vrouwen zijn allebei meer gewelddadig Homo- of heteroseksuele relaties Vrouwen meer kans op ernstige kwetsuur
Geweld-wroeging cycli gebruikelijk – factoren Persoonlijkheid Ontwikkelingsgeschiedenis Familiale omstandigheden Cultuur
Vele behandelingen zijn niet heel effectief Familie-aanpak nodig Alcohol behandeling Diensten voor mannen
28
Geweld tegen vrouwen door intieme partners
Fysiek geweld tegen vrouwen is hoog in alle landen Er is altijd een onderschatting van het geweld Bijzonder hoog in landen met traditionele geslachtsrollen en grote armoede
Kinderen hebben Trends inzake het hebben van kinderen
Effectieve methoden voor geboortebeperking Kinderloos zijn is meer aanvaard Minder gehuwde paren hebben kinderen (nu: 70%) Eerste kind komt later Kleiner aantal kinderen (3,1 2) Beslissing om kinderen te hebben Vrouwen met traditionele geslachtsrollen hebben vaker kinderen Vrouwen met veeleisende jobs met hoge status stellen kinderen hebben meer uit of beslissen vaker er geen te hebben
Overgang naar ouderschap
Vele belangrijke veranderingen Rollen worden vaak traditioneler Huwelijk kan onder druk komen Problemen voor er kinderen waren voorspellen latere problemen Zorgtaken delen voorspelt gelukkig zijn en sensitiviteit t.a.v. de baby
Op later leeftijd ouder worden maakt overgang makkelijker Vaders zijn optimistischer en werken meer mee Moeders krijgen meer zelfvertrouwen om medewerking te vragen
Tweede kind vraagt nog meer medewerking van vader
Diversiteit van leefstijlen
Ontstaan in jaren ‘60 Nu onderdeel van de maatschappij Soms bewust voor gekozen, soms door omstandigheden
Alleen zijn
Neemt toe 33% (mannen) en 25% (vrouwen nooit gehuwd 8 – 10% hele leven single Echtscheiding doet cijfers stijgen
Geslachtsverschillen Vrouwen hebben grotere kans om alleen te blijven Meer hoge SES vrouwen en lage SES mannen zijn single (partnervoorkeur) Vrouwen passen zich beter aan, mannen hebben vaker gezondheidsproblemen
Moeilijke periodes Eind 20er jaren Midden 30er jaren voor vrouwen
29
(Ongehuwd) samen wonen
Ongehuwde koppels (intieme seksuele relatie) delen verblijfplaats met elkaar Vaker dan een generatie geleden, maar verschillende betekenis Bij 20ers: instap in relatie (> 50% van eerste relaties) Na mislukt huwelijk (nog vaker) Alternatief voor huwelijk
Kinderloosheid
Ongewenst kinderloos: geen partner of onsuccesvolle vruchtbaarheidsbehandelingen Gewenst (of bewust) kinderloos Vrouwen 20 – 44 jaar: 9% 20% Kenmerken Vaak hoog opgeleid, jobs met prestige en zeer sterk gericht op job Vaak enig kind of oudste, aangemoedigd tot prestatie en onafhankelijkheid
Aanpassing Gewenst kinderloze koppels zijn tevreden met hun leven Onvruchtbare koppels en ouders van probleemkinderen zijn ontevreden
Echtscheiding en hertrouwen Definitie
Gestabiliseerd sinds 1980 45% in de VS (ongeveer 10% hoger voor 2de huwelijken kort na 1ste huwelijk) Eerste 7 jaren ‘midlife’ meest voorkomende momenten: jonge kinderen en adolescenten
Oorzaken
Niet-aangepaste communicatiepatronen Stijl probleemoplossing niet efficiënt In toenemende mate afzonderlijk leven leiden
Individuele levensverhalen Ontrouw, onverantwoorde uitgaven Alcohol- en druggebruik Jaloezie Hinderlijke gewoonten (gokken) en humeurigheid
Economisch weinig mogelijkheden en veel stressfactoren Geslachtsrollen, verwachtingen en gebrek aan steun (carrière) Nieuwe trend: hoog opgeleide, economisch onafhankelijke echtscheiding op gang (algemeen: vrouwen 2 x meer)
vrouwen
brengen
Gevolgen
Belangrijke verandering van leven en zelf (mogelijkheden voor positieve en negatieve verandering) Onmiddellijke gevolgen (afname binnen 2 jaar) Verstoorde sociale netwerken en steun Toegenomen angst, depressie en impulsief gedrag Traditionele vrouwen en vaders die geen voogdij hebben Nieuwe partner bevordert tevredenheid (belangrijker voor mannen)
30
Hertrouwen
Gemiddeld: binnen 4 jaar na echtscheiding (mannen sneller dan vrouwen) Vaak opnieuw echtscheiding Redenen van hertrouwen zijn van praktische aard (geld, eenzaamheid…) Negatieve vormen van interactie en probleemoplossing overgedragen Echtscheiding meer gezien als probleemoplossing Stress door ervaring in stief-familie Nieuw samengestelde gezinnen (blended): 3 tot 5 jaar om niveau van verbondenheid van biologische gezinnen te bereiken
Stiefouders
Buitenstaander (outsider), geen warme gehechtheidband: niet effectieve discipline Conflicten over opvoeding van kinderen Stiefmoeder: vaak conflict en minder goede aanpassing Stiefvader zonder kinderen: onrealistische verwachting en terugtrekking opvoedingstaak Stiefvader met kinderen: gaat beter Goede aanpassing als stiefouder Goede huwelijksrelatie Medewerking van andere biologische ouder Bereidheid van kinderen om nieuwe partner te aanvaarden Hoog aantal echtscheidingen in stiefgezinnen
Ontwikkeling inzake beroep Definitie
Ontgoocheling bij start van loopbaan Kloof tussen verwachtingen en realiteit Veel van job veranderen bij 20ers en (vrijwillig) ontslag Zich inwerken na evaluatie en aanpassing Zelf-effectiviteit: overtuiging dat men de capaciteit heeft om succes te hebben Zelf-effectiviteit en mentoring (Levinson) hebben invloed op aanpassing en succes
Loopbaanontwikkeling bij vrouwen
Mannen: meer continue loopbaan, van afronden opleiding tot pensionering (Levinson) Vrouwen Meer discontinue loopbaan Onderbroken of uitgesteld door kinderzorg of andere familiebehoeften Beroepen met weinig mogelijkheden voor promotie (minder verdienen) Niet-traditionele beroepen: mannelijke eigenschappen Weinig vrouwen als mentor Vrouwen met vrouwelijke mentor zijn productiever
Balans tussen werk en familie
Tweeverdienergezin (roloverlast en steun vanuit werkplaats) – BOX p. 493 Conflict gezin en werk: vooral bij lage SES Beiden in beroep met prestige Hoger inkomen Meer controle over domeinen van gezin en werk Grotere zelfvervulling en hoger welbevinden bij werkende vrouwen
31
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE DEEL 2 – SAMENVATTING SLIDES Lichamelijke en cognitieve ontwikkeling tijdens de midden volwassenheid Wat is middelbare volwassenheid?
Rond de leeftijd van 40 tot 65 jaar Uitdagingen Verminderen van mogelijkheden en korter wordende toekomst Kinderen verlaten ouderlijk nest, loopbaan ligt min of meer vast Kenmerken Brede variatie in attitudes en gedrag Hedendaags fenomeen (toename in gezondheid, kracht en levensverwachting) Progressieve achteruitgang, maar ook vooruitgang (expertise, generativiteit)
Veranderingen in perceptuele, anatomische en voortplantingssystemen Visuele veranderingen
Presbyopia (leeftijdsgerelateerde verziendheid) Moeilijkheden in beperkt licht (auto rijden) Verminderde kleurdiscriminatie Risico op glaucoom
Veranderingen inzake gehoor
Presbycusis – old hearing (hardhorigheid) 14% van 45 – 64 jarigen Hoge frequenties eerst en felst getroffen
Geslacht en culturele verschillen Beperkt verlies in Afrikaanse stammen Mannen verliezen meer gehoor Roken en hoge bloeddruk Werkgerelateerd (MP3-spelers)
Hoorapparaten
Veranderingen inzake de huid
Drie lagen (opperhuid, huid en onderhuid) Opperhuid minder stevig gebonden aan de huid Huidvezels verdunnen Vet in onderhuid vermindert Rimpels (30+ voorhoofd) Kraaienpootjes (40+) Verzakking (gezicht, armen en benen) Ouderdomsvlekken (50 jaar) Sneller bij blootstelling aan zon Sneller bij vrouwen (dunnere huid)
32
Verhouding spiet-vetweefsel
Toename in middelbare leeftijd gebruikelijk – vet in tors Zeer gradueel verlies van spieren (atrofie van fast-twitch vezels) Kan vermeden worden Vetarme voeding, rijkelijk voorzien van fruit, groenten en granen Beweging- weerstandstraining
Verandering inzake skelet
Beenderen verbreden, maar minerale inhoud vermindert Verlies in botdensiteit: 8 – 12% mannen Verlies in botdensiteit: 20 – 30% vrouwen Lichaamslengte neemt af tot 2,5 cm op 60-jarige leeftijd Beweging, voeding, roken en levensstijl
Moet je minder calorieën opnemen – BOX p. 505
Calorie beperkend dieet helpt verschillende dieren (30 – 40% minder dan normaal) Natuurlijke experimenten met mensen tonen voordelen Zwaar om te doen voor veel mensen (slechts 2 – 3 jaar extra)
Overgang en menopauze
Gradueel einde van vruchtbaarheid Menopauze volgt op 10 jaar climacterium (overgang) Leeftijd varieert van 30 tot eind 50 Vroeger bij: roken en kinderloosheid
Afname in oestrogeen Kortere maandelijkse cycli, uiteindelijk stop Problemen (seksueel functioneren, huidelasticiteit, beendermassa, aders, cholesterol)
Symptomen Onderzoek toont link met menopauze Niet gerelateerd aan menopauze, andere oorzaken zoeken
-
Warmte opwellingen, nachtelijk zweten Seksuele problemen Prikkelbaarheid Slaapmoeilijkheden Depressie
Reacties op menopauze Individuele verschillen Belang van vruchtbaarheid Andere belangen hebben
Culturele verschillen Beschouwen als een ziekte of medisch probleem in westelijke geïndustrialiseerde landen Etnische verschillen Sociale status van de ouder wordende vrouw heeft invloed op reacties
en
33
Hormoontherapie VOORDELEN
RISICO’S
ALTERNATIEVEN
-
Vermindert warmteopwellingen Vermindert vaginale droogte Kan stemming verbeteren Voordelen voor botten Hartaanval, beroerte en bloedklonters Kanker Cognitieve achteruitgang en Alzheimer Gabapentine voor warmteopwellingen Antidepressiva Black cohosh
Veranderingen in voortplanting bij mannen
Mannen ervaren overgang, maar geen menopauze Verminderd sperma na 40 jaar Graduele afname van testosteron (seksuele activiteit stimuleert de productie) Erectieproblemen Verminderde bloedtoevoer van en naar de penis (meer stimulatie nodig) Frequent probleem: 40 – 50% (60 jaar) Mogelijk gerelateerd aan angst, ziekte, kwetsuur en verlies van interesse
Gezondheid en fitheid
Meer dan 80% beoordeelt gezondheid als goed of uitstekend Meer chronische ziektes dan in vroege volwassenheid Mannen hebben meer fatale ziektes, vrouwen hebben meer beperkende ziektes
Seksualiteit
Lichte afname in frequentie bij getrouwde koppels Patroon vanuit vroege volwassenheid zet zich voort Meer seks in goede huwelijken Intensiteit van respons neemt af Seks blijft belangrijk en aangenaam voor de meesten Geslachtsverschillen in beschikbaarheid van partner
Ziekte en beperking
Kanker 1/3 in Amerika, 1/2 in Canada Resultaat van 3 soorten mutaties die genetisch of somatisch zijn
Oncogenen (onmiddellijke duplicatie) Mutatie interfereert met tumor onderdrukkende genen Verstoring activiteiten van stabiliteitsgenen (normaal herstelling van schade)
Vaak behandelbaar
Cardiovasculaire ziektes 25% van stervelingen Symptomen: hartaanval, angina pectoris en aritmie Risicofactoren
Hoge bloedcholesterol Hoge bloeddruk Aderverkalking Mannelijk probleem (70%), onderschat bij vrouwen
34
Verminderen van risico op hartaanval – BOX p. 512 Stop met roken Verminder cholesterol Behandel hoge bloeddruk Behoud ideaal gewicht Beweeg regelmatig Sporadisch gebruik van alcohol Lage dosis aspirine Verminder vijandigheid en stress
Osteoporose Ernstig verlies van beenderen
40% na menopauze, vrouwen hebben lage dichtheidsniveaus (gevaar); 7% heeft ziekte Meeste 70 plussers 10 – 20% met ernstige heupbreuk sterven binnen het jaar
Oorzaken: normale veroudering, erfelijkheid en levensstijl Vrouwen ontwikkelen het eerder, onderschat bij mannen
Voorkomen en behandelen van osteoporose Voeding (vitamine D, Calcium, geen overdadig gebruik van alcohol) Vermijd roken Krachttraining Behandeling: beenderversterkende medicatie
Vijandigheid en woede
Geuite vijandigheid Vaak woede-uitbarstingen Onbeleefdheid en minachting Onaangenaam verbaal en non-verbaal gedrag Gezondheidseffecten Cardiovasculaire problemen Gezondheidsklachten en ziektes Depressie en ontevredenheid Ongezonde gedragingen
Aanpassing aan middelbare volwassenheid Omgaan met stress – BOX p. 515
Herbeoordelen van de situatie Focus op zaken waarover je controle hebt Neem alternatieven in overweging Ontspanningstechnieken Op constructieve wijze je woede verminderen Sociale steun zoeken
Geslacht en ouder worden
Oudere mannen positiever beoordeeld, vrouwen negatiever Evolutionaire oorsprong: media, sociale boodschappen, ideaalbeeld van seksueel aantrekkelijke vrouwen, partnervoorkeur Zou aan het afnemen kunnen zijn
35
Uitdagingen voor intellectueel functioneren
Uitbreidende verantwoordelijkheden (job, familie en gemeenschap) Coördineren van verschillende rollen Beroep op verscheidenheid van intellectuele vaardigheden Geaccumuleerde kennis en praktische probleemoplossing vaardigheden Expertise en creativiteit Welke soort van ontwikkeling en hoe kan deze gesteund worden?
Ontwikkeling van intelligentie
Diversiteit in ontwikkeling (verschillende aspecten) Methodische problemen van studies (cross-sectioneel: gebreken en achteruitgang) Seattle Longitudinal Study (K.W. Schaie) Sequentieel: cross-sectioneel en longitudinaal Regelmatige hertesting en nieuwe steekproeven
Vloeiende en gekristalliseerde intelligentie VLOEIENDE INTELLIGENTIE Gebaseerd op fundamentele informatieverwerkingscapaciteiten - Ontdekken van relaties tussen stimuli - Analytische snelheid - Werkgeheugen
GEKRISTALLISEERDE INTELLIGENTIE Gebaseerd op - Geaccumuleerde kennis - Ervaring - Goed inschattingsvermogen - Beheersen van sociale gewoontes/gebruiken Gewaardeerd door cultuur van persoon
Individuele factoren en groepsfactoren in hoge intelligentiescores LEVENSSTIJL Hogere opleiding Complexe job of hobby’s Blijvende huwelijken (geen scheiding) Hoge SES
PERSOONLIJK Flexibele persoonlijkheid Gezond Geslacht Cohort Perceptuele snelheid
Informatieverwerking NEURAAL NETWERK Neuronen in de hersenen die neurale verbindingen verbreken Hersenen vormen nieuwe verbindingen
INFORMATIEVERLIES Informatie die verloren gaat bij elke stap door het cognitieve systeem Het hele systeem vertraagt door inspecteren en interpreteren van informatie
Nieuwe verbindingen zijn minder efficiënt
Aandacht
Meer problemen met Combinatie van verschillende taken Focus op relevante informatie Wisselen van aandacht Verbinden van visuele informatie Inhibitie Misschien gerelateerd aan tragere verwerking Ervaring, oefening en training helpen volwassenen te compenseren
36
Geheugen
Werkgeheugen neemt af tussen 20 en 60 jaar Verminderd gebruik van geheugenstrategieën Door tragere verwerkingen en aandachtsproblemen? Volwassenen kunnen compenseren Op eigen tempo Strategie herinneringen Relevante informatie Weinig veranderingen in Feitenkennis Procedurale kennis Metacognitieve kennis
Praktische probleemoplossing vaardigheden en expertise
Praktisch probleemoplossingsvermogen Evaluatie van levensechte situatie Doelen bereiken die hoge mate van onzekerheid hebben Geholpen door expertise Expertise Uitgebreide, sterk georganiseerde basis van kennis Voorziet van efficiënte, effectieve aanpak om problemen op te lossen Georganiseerd rond abstracte principes Resultaat van jaren van ervaring
Veranderingen in creativiteit
Meer vrijwillig, weloverwogen (minder spontaan en intens emotioneel) Opsommen of integreren van ideeën (nieuwe focus op ongewone ideeën) Doelen zijn meer altruïstisch
Beroepsleven en cognitieve ontwikkeling
Cognitieve en persoonlijkheidskenmerken beïnvloeden jobkeuze Job beïnvloed cognitie (complex werk verhoogt cognitieve flexibiliteit)
Student worden
40% van Noord-Amerikaanse studenten zijn meer dan 25 jaar oud (60% vrouwen) Uiteenlopende redenen Verandering van werk en beter inkomen Persoonlijke ontwikkeling en verrijking Bezorgdheden Academische bekwaamheden Leeftijd en geslachtsstereotypes Teveel, overvloed van rollen Evenwicht zoeken tussen verplichtingen buiten het studeren Steun van partner, familie, vrienden en universiteit
37
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE DEEL 2 – SAMENVATTING SLIDES Emotionele en sociale ontwikkeling tijdens de midden volwassenheid Theorie van Erikson: generativiteit versus stagnatie GENERATIVITEIT Zich openstellen voor anderen op manieren die de volgende generatie helpen en begeleiden Engagement reikt verder dan eigen zelf (en partner) Typisch gerealiseerd door opvoeden van kinderen Andere familierelaties, mentorrelaties op het werk en creativiteit zijn ook generatief
STAGNATIE Plaatst eigen comfort en zekerheid boven uitdaging en opoffering Op zichzelf gericht, genotzuchtig en opgeslorpt door zichzelf Gebrek aan betrokkenheid op of bezorgdheid voor jonge mensen Weinig interesse voor productiviteit op werk, aan zichzelf werken (self-improvement)
Theorie van Levinson: seizoen van middelbare volwassenheid Definitie
Overgang van middelbare volwassenheid (40 – 45 jaar) Gevoel dat er slechts beperkte tijd overblijft Evalueren van vroege volwassenheid Drastische of kleine veranderingen maken Aanvang levensstructuur (45 – 50 jaar) Leeftijd 50 – overgang (50 – 55 jaar) Culminerende levensstructuur (55 – 60 jaar)
Vier taken van middelbare volwassenheid JONG-OUD DESTRUCTIE CREATIE MANNELIJKHEID-VROUWELIJKHEID BETROKKENHEID-AFZONDERING
Nieuwe manieren vinden om zowel jong als oud te zijn Erkennen van vroegere destructiviteit, trachten waardevolle zaken te creëren Evenwicht tussen mannelijke en vrouwelijke kanten van zichzelf Evenwicht tussen betrokkenheid met externe wereld en er toch gescheiden van zijn
Theorie van Vaillant: opvatting over middelbare volwassenheid
Houders van betekenis, waarde Bewaker van cultuur Volwassenen van 40 – 50 jarige leeftijd zijn verantwoordelijk voor het functioneren van de gemeenschap De fakkel doorgeven wordt belangrijk Focus op lange termijn doelen Voorkomt voorbarige verandering
38
Midlife crisis
Geslachtsverschillen Mannen: veranderingen in vroege 30 of 40 Vrouwen: veranderingen in late 40 of 50 (verschillende richtingen) Heftige verstoring is zeldzaam Verschillen in omgaan met spijt Veranderingen of niet Interpretatie en aanvaarding
Zelfperceptie, coping en geslachtsidentiteit Zelfperceptie
Meer complexe en geïntegreerde zelfbeschrijvingen Toegenomen gevoelens van Zelfaanvaarding Autonomie Beheersing van de omgeving Gerelateerd aan toegenomen welzijn en geluk (verschilt over culturen)
Verbeterde copingvaardigheden
Identificeren van positieve rollen Uitstellen van actie tijdens evaluatie Anticipatie en planning Humor Integreren van sterktes en zwaktes Vertrouwen en ervaring Emotionele stabiliteit
Geslachtsidentiteit
Vrouwen: toename in mannelijke trekken Mannen: toename in vrouwelijke trekken Theorieën: Ouderlijke imperatief Afname in sekshormonen Opdrachten van middelbare volwassenheid
Persoonlijkheidsontwikkeling (Big Five)
Neuroticisme Extroversie Openheid voor ervaring Vriendelijkheid Plichtsbewustzijn
39
Relaties in de middelbare volwassenheid Huwelijk
Economisch welbevinden en tijd tussen ouderschap en pensioen focus op huwelijk Overlopen en aanpassen van huwelijk Bij velen neemt sterkte van relatie toe Sommigen scheiden Sterk huwelijk is gerelateerd aan psychologisch welbevinden
Scheiding
Meer kans wanneer… Tweede huwelijk Hoog opgeleid Mensen in middelbare volwassenheid passen zich gemakkelijker aan dan jongeren Praktische probleemoplossing vaardigheden Effectieve copingstrategieën Vervrouwelijking van armoede
Ouderschap
Launching – hoogtepunt van proces van loslaten Afname in ouderlijke autoriteit Blijvend contact en steun aan kinderen Aanpassen aan schoonzonen en schoondochters Beïnvloed door Investering in niet-ouderlijke rollen Kenmerken van kinderen zelf (vertraagde kinderen = stress bij ouders) Culturele sociale klok
Kinderen van middelbare volwassenheid en hun ouder wordende ouders
Meer kans dan vroeger om levende ouders te hebben Herbeoordelen van relaties met ouders Nabijheid neemt toe met leeftijd (verhuizen dichter bij elkaar of samenwonen) Kinderen voorzien meer hulp aan ouders Financieel, huishouden en zorg Hulp gebaseerd op eerdere relatie
Zorgen voor ouder wordende ouders
Sandwich generatie (zorgen voor kinderen en voor ouders) Financiën, locatie, geslacht en cultuur zijn factoren Erg stresserend (steun nodig – gemiddeld: 20u/week) Begint vaak plots, duur is onzeker Werk en kosten nemen toe Vaker door vrouwen Zwaar om getuige te zijn van aftakeling van ouders
40
Broers en zussen
Contact en steun nemen af tijdens middelbare volwassenheid (verschillende rollen) Toch voelen ze zich vaak nauwer verbonden Delen van gelijkaardige gebeurtenissen Babyboomers zijn uitgaander Beïnvloed door Vroegere relaties Cultuur
Job en carrière Ontwikkeling van carrière
Beperkingen op vooruitgang Training Glazen plafond Carrièreveranderingen in middelbare volwassenheid Beperkt, meestal niet drastisch Vaak gericht op meer ontspannende carrière Werkloosheid Middelbare volwassenheid en ouderen meest beïnvloed door ontslag Meer stresserend als voor jongeren
Burnout
Resultaat van langdurige stress op het werk Overload Frequent in zorgsector Gerelateerd aan Mentale uitputting, aandacht en geheugenproblemen Verlies van persoonlijke controle en depressie Lichamelijke ziekte Verminderd gevoel van succes, zwakke prestaties, absenteïsme en ontslag
Omgaan met werkloosheid
Probleemgerichte coping Sociale steun (van diegenen die bekwaamheden erkennen, waarden/interesses delen) Counseling Financiële planning Coping met etiket (stigma) Ontwikkelen van flexibiliteit
41
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE DEEL 2 – SAMENVATTING SLIDES Lichamelijke en cognitieve ontwikkeling tijdens de late volwassenheid Wat is late volwassenheid ?
Stereotype: zwak en seniel Ouderen niet langer in staat te leren Tegenwoordig ongeveer 2 decennia actieve en gezonde jaren Maar verandering evenwicht tussen winst en achteruitgang naarmate dood dichter komt Verlenging van eerdere periodes eerder dan breuk Belang van sociale en culturele steun
Leeftijd: chronologische versus functionele leeftijd
Jong-ouderen Lijken oud voor hun leeftijd Niet zozeer uiterlijk, maar lichamelijke constitutie en gezondheid Oud-ouderen (lichamelijk zwak, tekenen van achteruitgang) Functioneel onderscheid Interindividuele verschillen in de snelheid van biologische veroudering Chronologische leeftijd: geen goede indicatie werkelijke competentie/performantie 80-jarige kan jong-oud zijn, 65-jarige kan oud-oud zijn
Belangrijke concepten en basisfeiten rond verouderen Gemiddelde levensverwachting
Het aantal jaren dat een individu van bepaalde cohorte kan verwachten te leven Aanzienlijk gestegen doorheen de tijd Toename in 20ste eeuw is uitzonderlijk, cf. toename in voorbije 5000 jaren Stabiele afname in kindersterfte, maar i.h.b. veranderingen in mortaliteit van volwassenen Afname in hartziektes en risicofactoren (roken en hoge bloeddruk) Betere voeding, hygiëne, rioolbuizen, reinigen van afvalwater en veiligheid voertuigen Medische behandelingen en technologie
Gezonde levensverwachting
Kwantiteit van het leven versus kwaliteit van het leven Aantal vitale, gezonde jaren zonder chronische ziekte of beperkingen dat een individu van een bepaalde cohorte kan verwachten te leven Afhankelijk van het gezondheidsbeleid in een land en culturele eetgewoontes
Erfelijkheid, omgeving en lange levensduur
Identieke tweelingen sterven binnen 3 jaar van elkaar, dizygote meer dan 6 jaar Lang leven zit in de familie: kans is 2x zo groot Genetische risicofactoren: invloed neemt af op oude leeftijd (75+) Levensomstandigheden worden belangrijker Omgevingsfactoren Gezonde voeding, normaal gewicht, beweging Laag middelengebruik Optimisme, weinig stress Sociale steun, betrokkenheid in gemeenschap, blijven leren
42
Levenskwaliteit
De meeste 65+ leven zelfstandig en blijven productief Activiteiten van dagelijks leven Fundamentele zelfverzorgingstaken (basisbehoeften) Baden, aankleden, naar en uit bed of zetel gaan, eten… 9% heeft problemen naar leeftijd 75 Instrumentele activiteiten van dagelijks leven Uitvoeren van alledaagse taken Vereisen ook wat cognitieve bekwaamheid Boodschappen doen, koken en huishouden 17% heeft problemen naar leeftijd 75
Maximale levensduur
Genetische grens aan levensduur voor individu zonder externe risicofactoren Oudste individu is gestorven op 122-jarige leeftijd, normaal 70 – 110 jaar Moet levensduur zo lang mogelijk verlengd worden? (Waardigheid?)
Het leven van honderdjarigen
Eeuwlingen Het aantal honderdjarigen is de laatste 40 jaar vertienvoudigd Vrouwen: 5 x zoveel als mannen Geen ziektes, weinig gebruik van drugs Kindergeboorte op latere leeftijd (4x zo vaak gezonde kinderen na leeftijd 40) Levenslange fysieke activiteit Optimisme, betrokkenheid in gemeenschap, openheid voor nieuwe ervaringen, emotionele stabiliteit en lage stress niveau
Lichamelijke veranderingen Zenuwstelsel
Verlies van het hersengewicht versnelt na 60 jaar 5 – 10% verlies van hersengewicht tot leeftijd van 80 jaar Verlies van neuronen en gliacellen; ventrikels worden groter Veranderingen aan verschillende snelheid in verschillende gebieden
Frontale lobben en corpus callosum > pariëtale en temporale lobben Bijna geen verandering in occipitale lobben
Bijna 25% verlies in cerebellum (evenwicht, beweging en perceptie) Geleidelijke vertraging en verminderde intensiteit van EEG golven
Autonoom zenuwstelsel is minder efficiënt Regulatie van lichaamstemperatuur Meer vrijgave van stresshormoon Brein kan gedeeltelijk compenseren Nieuwe vezels en verbindingen Gebruik van meerdere delen van het brein
43
Zintuigen: gezicht en gehoor
Gezicht Moeilijkere focus op nabije objecten (leeftijdsgerelateerde verziendheid) Verminderde perceptie van kleur en diepte Cataract (troebele gebieden in lens) zorgen voor onduidelijk zicht (operatie) Maculaire achteruitgang (fotoreceptoren in fovea) leidt tot blindheid (laseroperatie) Aanpassing aan donker wordt slechter (auto rijden) Gehoor Meer frequent (vooral mannen) Afname begint bij hoge frequenties Sociale isolatie (gesprek niet kunnen volgen) Auditieve hulpmiddelen (training), gebaren en gezichtsexpressie
Zintuigen: smaak, geur en tastzin
Smaak en geur Verminderde gevoeligheid na 60 jaar bij veel volwassenen Aantal smaakpapillen verandert niet Eerder meer effecten van roken, omgevingsvervuilers, medicatie, kunstgebit Tastzin Gemeten door vaststelling van de afstand tussen 2 stimuli op de hand Afname in vrijwel alle volwassenen na de leeftijd van 70 jaar Diabetes (obesitas) als factor
Cardiovasculair systeem
Hartslag minder krachtig, tragere hartslag en bloedstroom Vitale longcapaciteit vermindert met de helft Minder bloed wordt naar weefsel bevordert Ouderen vertonen toename van ademritme, meer buiten adem bij beweging
Immuunsysteem
Effectiviteit neemt af, maar competentie ook Meer auto-immune stoornissen (bv. gewrichtsreuma en diabetes) Stress ondermijnt immuunreactie; oudere leeftijd: meer stresshormonen (coping!)
Slaap op hogere leeftijd
Dezelfde behoefte als volwassenen (7uur) Maar meer in- en doorslaapmogelijkheden Slapeloosheid: 50% van de ouderen voor enkele nachten per maand Slaapapneu (ademhaling stopt voor 10 seconden), overgewicht Hersenveranderingen en niveau van stresshormonen Vergroting van prostaat (laseroperatie) Beweging helpt, medicatie niet Weten dat slapeloosheid normaal is, helpt ook
44
Lichamelijke verschijning en mobiliteit Definitie
Huid wordt dunner, ruwer, verrimpeld en vlekkerig Oren, neus, tanden en haren veranderen Verlies van lengte en gewicht (60+) Spiersterkte neemt af (10 – 20% tussen 60 en 70; 30 – 50% tussen 70 en 80) Botsterkte neemt af Minder kracht en flexibiliteit van gewrichten en pezen (wandelen en heupbeweging)
Aanpassing aan lichamelijke veranderingen
Multidimensionaliteit (uiterlijk is minder belangrijk dan behoud van functies) Preventie Gebruik van ondersteunende technologie (GSM en ‘smart homes’) Stereotiepen van coping Opvatten van veroudering als onvermijdelijke achteruitgang Bedreiging door stereotype Positieve zelfperceptie correleert met levensverwachting
Gezondheid, fitheid en beperkingen Definitie
Oudere mensen zijn over het algemeen optimistisch over hun gezondheid, hebben een sterk gevoel van self-efficacy, evenveel als jongvolwassenen en meer dan volwassenen van middelbare leeftijd ( vergelijking met leeftijdsgenoten) Optimisme voorspelt ‘lang leven’ Verbeteringen mogelijk in 12 – 20% van de ouderen (zelfs met beperking) Lichamelijke en mentale gezondheid hangen nauw samen Mannen hebben meer fatale ziektes, vrouwen hebben meer beperkende ziektes
Factoren die een rol spelen voor goede gezondheid en veroudering
Optimisme Self-efficacy SES Etniciteit Geslacht Voeding en beweging Seks
Voeding
Behoefte aan extra voedingsstoffen Bescherming van beenderen en immuunsysteem Vechten tegen vrije radicalen Voedingstekort (10 – 25%): Calcium en vitamine D Kauwen/vertering: verouderde spijsverteringsysteem neemt stoffen minder op Eetproblemen Appetijt en smaakveranderingen Verminderde mobiliteit: boodschappen doen en koken Supplementen, veranderingen van dieet
45
Seksualiteit
Meerderheid heeft seks (getrouwde koppels: regelmatige, goede seks) Continuïteit met eerder seksleven Genieten van seksuele activiteiten (niet geslachtsgemeenschap: erectieprobleem)
Lichamelijke en mentale beperkingen Sommige zijn gerelateerd aan leeftijd, maar worden hier niet door veroorzaakt!!!
Primaire en secundaire veroudering PRIMAIR Synoniem voor biologische veroudering Genetisch gestuurde achteruitgang Treffen alle leden van een soort
SECUNDAIR Achteruitgang door erfelijkheid en omgeving Treffen slechts bepaalde individuen Ziektes en beperkingen - Artritis - Diabetes - Kwetsuren - Mentale beperkingen
Treden zelfs op bij goede gezondheid
Artritis (gewrichtsontsteking)
Voorkomen Mannen: 45% (> 65 jaar) Vrouwen: 52% (65 – 84 jaar) en 70% (85+) Osteoartritis: toestand van ontstoken, pijnlijke, stijve en gezwollen gewrichten en spieren Verslechterd kraakbeen op einde beenderen van frequent gebruikte gewrichten Meerderheid van ouderen vertoont bepaalde vorm (individuele verschillen) Reumatische artritis: auto-immuunreactie die leidt tot inflammatie van bindweefsel (membranen die gewrichten omhullen) en het hele lichaam treffen; overmatige groei van kraakbeen Algemene stijfheid, inflammatie, pijn en ernstig verlies van mobiliteit Toename na menopauze, onbekende redenen
Ouderdomsdiabetes
Metabolisme breekt voedsel af om glucose te produceren (energie voor celactiviteit) Concentratie van glucose in bloed wordt geregeld door insuline (alvleesklier) Diabetes: slechte regeling door onderproductie van insuline of receptorschade Incidentie verdubbelt tot 10 – 30% (middelbare volwassenheid late volwassenheid) Genetische vormen bestaan, maar vooral inactiviteit en obesitas Gevolgen: beroerte, hartaanval, oogschade, nierschade, zenuwschade en valpartijen Behandeling: veranderingen in levensstijl en medicatie
Onvrijwillige kwetsuren
2 x zo hoog als in adolescentie en jongvolwassenheid Ongevallen met motorvoertuigen Hoger dan elke andere groep, behalve < 25 jaar (vooral mannen) Gezicht, reactietijd, aandacht en stijve nek ( verplichte rijtest) Valpartijen 30% (65+) en 40% (80+) Gehoor, gezicht, mobiliteit, evenwicht Verzwakte botten en gebroken heup (50% niet meer wandelen, sociale activiteit)
46
Mentale beperkingen: dementie
Reeks stoornissen die bijna volledig optreden op late leeftijd Beperkingen in denken en gedrag die dagelijks leven verstoren
Alzheimer: symptomen en verloop
Meest voorkomende vorm van dementie (60%) Vroege symptomen: geheugenprobelemen Eerst recente herinneringen, later ernstige desoriëntatie en verlies van verre herinneringen Persoonlijkheidsveranderingen, depressie, verlies van complexe en doelgerichte bewegingen, spraakproductie, bekwaamheid om vertrouwde objecten te herkennen, heel vatbaar voor besmettingen
Alzheimer: diagnose
Diagnose door uitsluiting van alternatieve ziektes en psychologische test (90% accuraat) Post mortem hersenonderzoek naar afwijkingen (MRI-scans)
Alzheimer: structurele en chemische hersenveranderingen
Neurofibrillaire knopen verschijnen binnen neuronen (geheugen + redeneringsgebieden) Amyloide plaques (afzetting van slecht eiwit) verschijnen buiten neuronen Plaques zijn pogingen van het brein om de schade van de neuronen weg te houden (waarschijnlijke oorzaak: amyloide plaques binnen de neuronen) Afname van witte massa (gliacellen) Verlaagde niveaus van neurotransmitters Acetylcholine: communicatie tussen neuronen in verre hersengebieden, een tekort zorgt voor problemen met waarneming, geheugen en redeneren Serotonine: opwinding en slaap, een tekort zorgt voor slaapstoornissen en agressieve uitbarstingen
Alzheimer: risicofactoren en beschermende factoren
Risicofactoren Familiaal (dominante oververing): vroeg begin, snel verloop, afwijkende genen Sporadisch: later begin, abnormaal chromosoom, overmatig ApoE4 Velen ontwikkelen sporadisch Alzheimer zonder gekende genetische risicofactor Combinatie van genetica en omgeving (bv. voeding) Beschermende factoren Vitaminen E en C helpen dementie niet! Vervangen van hormonen helpt dementie niet! Mediterraan dieet Opleiding en actieve levensstijl (incidentie 2 x zo groot als bij laag opgeleiden)
Zorg en ziekte van Alzheimer – BOX p. 586
Geen behandeling, enkel sedatieven en antidepressiva Verschrikkelijk voor patiënt en voor familie Verzorgers spenderen meer tijd en hebben meer stress Ingrijpende veranderingen vermijden Interventies Kennis (bv. over ziekte) Coping (bv. eigen negatieve gevoelens) Verzorgende vaardigheden (bv. afleiding) Ontspanning (2x per week, enkele uren)
47
Andere vormen van dementie
Parkinson Achteruitgang van subcorticale motorneuron Tremor, schuifelgang en evenwichtsproblemen Breidt uit naar corticale regio’s (gelijkaardige symptomen als Alzheimer) Cerebrovasculaire ziekte Opeenvolging van beroertes (stap voor stap achteruitgang van het mentale) Bloeddruk (erfelijkheid), obesitas en roken zijn oorzaken Hoger bij mannen (bloeddruk), vrouwen > 75 jaar Verkeerde diagnose en omkeerbare dementie Depressie is het meest frequent verkeerd gediagnosticeerd als Alzheimer Depressieve ouderen overdrijven mentale moeilijkheden, terwijl dementerende personen deze minimaliseren of zich er niet bewust van zijn Ernstig depressief (1%) en matig depressief (2%) gerelateerd aan ziekte/beperking Omwille van verminderde tolerantie voor medicijnen: meer intense reacties Medicatie (hoest/diarree) die acetylcholine inhibeert dementiesymptomen
Verandering van cognitieve resources – hoe deze te maximaliseren?
Mentale vaardigheden neme af op oude leeftijd in de mate dat ze afhangen van vloeiende intelligentie (biologisch gebaseerde informatieverwerkingsvaardigheden) Mentale bekwaamheden die meest beroep doen op gekristalliseerde intelligentie (culturele kennis) langer behouden Plasticiteit (bekwaamheid om nieuwe dingen te leren) blijft behouden (60 – 75 jaar) Meer verlies dan verbetering en behoud met toenemende leeftijd Grotere individuele verschillen dan in elke andere levensperiode Selectie, optimisatie en compensatie als strategieën om verminderde resources optimaal te gebruiken
Selectie, optimisatie met compensatie
Selectie Beperk doelen, kies persoonlijk gewaardeerde activiteiten, vermijd anderen Bv. beoefen atletiek eerder dan vrije tijd of sociale activiteiten Optimisatie Spendeer afnemende resources aan gewaardeerde activiteiten Bv. oefen de belangrijke vaardigheden meer Compensatie Zoek creatieve manieren om beperkingen te overwinnen of compenseer verlies Bv. gebruik wandelstok of rolstoel
Geheugen Veranderingen in geheugenprocessen
Tragere verwerking en verminderde werkgeheugencapaciteit Minder details (bv. context) gecodeerd en bewaard gedurende leren of ervaring (omwille van minder tijd per informatie) Minder items gelijktijdig in werkgeheugen (minder geassocieerd) Minder oproeping cues voor latere herinnering Men ervaart verwarring en ingebeelde gebeurtenissen
48
Doelbewust versus automatisch geheugen DOELBEWUST Oproeping is moeilijker - Context helpt oproeping - Tragere verwerking - Verminderd werkgeheugen moeilijke encodering
AUTOMATISCH Herkenning is gemakkelijker dan oproepen (meer steun vanuit omgeving)
Impliciet geheugen beter dan doelbewust - Zonder weloverwogen bewustzijn - Afhankelijk van familiariteit Kleinere leeftijdsgerelateerde achteruitgang in herkenning Impliciet geheugen minder beperkt op hoge leeftijd
Gebreken in associatief geheugen
Moeilijkheden met het creëren of ophalen van verbanden tussen stukken informatie Herkenning-geheugen experiment Groep 1: serie losse woorden Groep 2: series woordenkoppels Test: omcirkel oude woorden of koppels Gebruik geheugensteuntjes die het belang van informatie versterken
Ver afgelegen en prospectief geheugen VER AFGELEGEN Vorm van retrospectief geheugen Ophalen van informatie zeer lang geleden Neemt af de eerste 3 – 6 jaar, nadien minder
PROSPECTIEF Herinneren om geplande of voorziene acties te ondernemen (afspraken) Gebeurtenisgebaseerd > tijdsgebaseerd Gebruik van geheugensteuntjes, herhaling als hulp en compensatie
Autobiografisch geheugen
Autobiografisch geheugen - studie
Autobiografisch geheugen: onderzocht door uitlokken van herinneringen in reactie op cues (verdere gebeurtenissen meestal van adolescentie jongvolwassenheid) Verschillend van zelfrapportering: ouderen herinneren recente persoonlijke gebeurtenissen beter
Taalverwerking
Begrip verandert zeer weinig, als er problemen zijn is dit met productie Problemen met het ophalen van bepaalde woorden Gebruiken meer voornaamwoorden Onderbrekingen in het spreken Oorzaak: verminderde werkgeheugencapaciteit en snelheid Problemen met plannen wat te zeggen Aarzelingen Valse starten Herhaling Zinsfragmenten Onsamenhangende beweringen Compensatie Gebruik minder complexe zinnen Communicatie van hoofdzaak > communicatie van details
49
Cognitieve interventies die levenslang leren
Doelen Aanpassing aan complexe en veranderde wereld Langer werken Gezondheid onderhouden Cognitieve interventies succesvol (ADEPT) Deelname aan opleiding neemt toe College lessen speciaal voor senioren Universiteit van derde leeftijd (Frankrijk) Gepensioneerde experts als onderwijzers Vele voordelen Nieuwe feiten en ideeën, nieuwe vrienden Ruimere blik op de wereld en positiever zelfbeeld
50
ONTWIKKELINGSPSYCHOLOGIE DEEL 2 – SAMENVATTING SLIDES Emotionele en sociale ontwikkeling tijdens de late volwassenheid Prestaties en uitdagingen
Veel ouderen: kalme aanvaarding en dankbaarheid voor goede zaken van het leven Anderen: twistziek, kritisch (soms in verband met onbeduidende zaken) Bezinning over vroegere teleurstellingen of gemiste kansen Alweer: multidirectionaliteit van winst en verlies Periode van plezier en rust, levenstaken grotendeels volbracht, kinderen volwassen Diepere betekenis aan het leven hechten Toenemende zorgen over gezondheid en lichamelijke functies Groeiend doembeeld van dreigende dood
Theorie van Erikson: ego-integriteit versus wanhoop EGO-INTEGRITEIT Zich een geheel voelen, volledig, tevreden over verwezenlijkingen Sereniteit en tevredenheid Hangt samen met psychosociale maturiteit
WANHOOP Gevoel dat vele beslissingen fout waren, maar nu te weinig tijd Verbitterd en de komende dood niet aanvaarden Uitgedrukt als woede en minachting voor anderen
Laatste conflict: in het reine komen met het leven Liefde en relaties: aanpassen aan onvermijdelijke mix van overwinningen/teleurstellingen Toegenomen leeftijd is gerelateerd aan grotere psychosociale maturiteit (generativiteit en ego-integriteit) dragen bij tot psychologisch welbevinden op oude leeftijd Wanhoop en verbittering: minachting voor anderen vermomt die voor zichzelf (nederlaag, mislukking en hopeloosheid)
Theorie van Peck: drie taken van ego-integriteit
Ego-differentiatie tegenover preoccupatie met werkrol Mensen die veel in carrière geïnvesteerd hebben Na pensioen: evenwaardige alternatieven (familie/gemeenschap) zoeken Transcedentie van lichaam tegenover preoccupatie met lichaam Ouderdomsproblemen als het welzijn samenhangt met lichaamstoestand Beklemtonen van andere vaardigheden (sociaal/cognitief): lichamelijk overstijgen Ego-transcendentie tegenover preoccupatie met het ego Confrontatie met zekerheid van dood Voortdurende generativiteit (steunen van diegenen die zullen voortleven)
Theorie van Labouvie-Vief: late-life verworvenheid en emotionele expertise
Cognitief-affectieve complexiteit: vermindert bij velen Affect optimisatie verbetert: maximaliseren van positieve, dempen van negatieve emotie Levendigere emotionele waarnemingen Bewustzijn van eigen emoties Emotie-gecentreerd omgaan met (coping) Betekenisvolle late-life verworvenheid: expert in verwerken van emotionele info en engagement in emotionele zelfregulatie
51
Theorie van Butler: reminiscentie en life review REMINISCENTIE Vertellen verhalen over mensen, gebeurtenissen, gedachten en gevoelens uit het verleden Focus op zelf: kan wanhoop verergeren Focus op anderen: versterkt relaties Knowledge-based: problemen oplossen
LIFE REVIEW De betekenis van ervaringen uit het verleden evalueren Is een vorm van reminiscentie Leidt tot beter begrijpen van zichzelf Kan aanpassing bevorderen
Persoonlijkheid in de late volwassenheid Definitie
Veilig, complex zelfconcept Zelfaanvaarding Continuïteit met vroeger leven Stabiliteit van Big Five Zelf blijft coherent (ook op oude leeftijd wanneer capaciteiten achteruit gaan) Veranderende kenmerken Vriendelijkheid: hoger Sociabiliteit: lager (meer selectief met betrekking tot relaties) Verandering beter aanvaarden (ook oncontroleerbare gebeurtenissen, cruciaal voor geluk en functioneren op oude leeftijd)
De nieuwe oude leeftijd – BOX p. 607
3de leeftijd Leeftijd 65 – 79 - … Gekenmerkt door persoonlijke vervulling en zelfverwezenlijking Hoge levenstevredenheid Zoeken naar meer mogelijkheden (vrijwilligerswerk) 4de leeftijd Lichamelijke achteruitgang Behoefte aan verzorging
Spiritualiteit en religie
Meer dan 3 van de 4 vindt godsdienst erg belangrijk Meer dan de helft woont vieringen bij Religieuze betrokkenheid is tamelijk stabiel in volwassenheid en neemt later toe Vrouwen zijn meer geëngageerd Lichamelijke en psychologische voordelen
Controle en afhankelijkheid
Afhankelijkheid-steun script: onmiddelijke reactie op afhankelijk gedrag Onafhankelijkheid-negeren script: niets zien van onafhankelijk gedrag Scripts gaan samen Beiden versterken afhankelijkheid Autonome ouderen aanvaarden niet-noodzakelijke hulp (sociaal contact hebben) Sociale contacten worden minder aangenaam depressie Stereotype van afhankelijke oudere is de oorzaak
52
Depressie en suïcide – BOX p. 612 - 613
Suïcide ratio het hoogst bij 75+ Meestal blanke mannen (5x meer dan vrouwen) Vrouwen en etnische minderheden: beschermd door hechtere sociale banden + religie Vrouwen meer pogingen, mannen meer ‘succesvol’ Mislukte suïcide is zeldzamer bij ouderen (1/4) dan jongeren (1/300) Oorzaken: verlies, depressie, sociale isolatie, chronische en terminale ziekte Andere zelfdestructieve gedragingen (geen medicatie of voedsel)
Sociale theorieën over veroudering DISENGAGEMENT THEORY
ACTIVITY THEORY
CONTINUITY THEORY
SOCIOEMOTIONAL SELECTIVITY THEORY
Wederzijds terugtrekken van ouderen en maatschappij - Anticipatie van overlijden, nuttig voor beiden - Maatschappij verlost ouderen van verantwoordelijkheden Sociale barrières leiden tot afname van interactie - Ouderen willen geen verlies van contact - Zoeken manieren om betrokken te blijven Streven naar behoud van consistentie tussen verleden en toekomst - Investeren in langdurige, hechte relaties - Behoud van gekende activiteiten in gekende contexten Sociale netwerken worden selectiever met de leeftijd door veranderende levensomstandigheden - Hoge leeftijd zet levenslange selectie voort - Nadruk op emotieregulerende functies van sociaal contact
Relaties Veranderingen in aantal sociale partners met leeftijd
Middelbare volwassenheid Huwelijksrelatie wordt inniger Broers/zussen meer verbonden Aantal vrienden vermindert Oude leeftijd Contact met familie/vrienden behouden tot 80 jaar Bereidheid om nieuwe contacten aan te gaan neemt af
Ouder worden, tijdsperceptie en sociale doelen – BOX p. 616
Met wie zou je je tijd doorbrengen als je wist dat je weldra zou verhuizen weg van je gemeenschap? Socio-emotionele selectiviteitstheorie Zowel jongeren als ouderen: hechte vrienden en verwanten Onderhouden van positieve relaties Ouderen: tijd is kostbaar, vliegt snel voorbij, niet verspillen… Studie met drie groepen mannen achteraan in de 30 HIV-, HIV+ zonder symptomen, HIV+ met symptomen Mannen zonder symptomen: partners met focus op emotionele kwaliteit van relatie Studie met mensen tussen 11 en 92 jaar Hypothetisch medische doorbraak verlengt leven met 30 jaar De sociale voorkeuren van ouderen werden zo divers als die van jongeren Studie met jongeren en ouderen in Taiwan and Peoples’ Rep China
53
Woonvormen
In gewoon huis Eigen huis: voorkeur en meeste controle, meer frequent Bij familie: minder frequent Noord-Amerika (1/3), bijna 50% van 85+ Minder uitgesproken bij mannen Vervrouwelijking van armoede op oude leeftijd (VS > Europa) Residentiële gemeenschap Begeleid wonen: diensten zoals maaltijden en dokters Bevredigend voor meeste ouderen (wederzijdse steun en sociale integratie) Verzorgingstehuis Meest extreme beperking van autonomie Weinig mogelijkheid om sociale partners te kiezen (depressie)
Intieme partnerrelaties - huwelijk
Tevredenheid bereikt piek in late volwassenheid Als ontevreden, dan moeilijker voor vrouwen, mannen trekken zich terug Meer gelijke verdeling van vrouwentaken, groter gevoel van gelijkwaardigheid Meer gemeenschappelijke hobby’s, meer emotioneel begrip
Langdurige homoseksuele relaties
Meesten gelukkig, erg bevredigend: gezonder dan alleenstaanden Omgaan met tegenstand: versterkt vaardigheid met lichamelijke veroudering omgaan Grotere geslachtsrol flexibiliteit: eenvoudigere aanpassing aan huishoudelijke taken Hebben te maken met wettelijke, gezondheidszorgtaken
Echtscheiding, hertrouwen en weduwschap
Echtscheiding Weinig in late volwassenheid, maar aantal neemt toe Grotere kans op hertrouwen dan na weduwschap (financiële redenen) Tweede huwelijken hebben meer kans op slagen dan bij jongvolwassenen Weduwe/weduwnaar Weduwe: 1/3 van de ouderen Weduwnaar: meer kans op hertrouwen (levensverwachting) Vrouwen (50%) en mannen (13%)
Vriendschap
Vrienden zorgen voor Intimiteit Gezelschap Aanvaarding van zelf en leeftijdsgerelateerde veranderingen Band gemeenschap Hulp bij verlieservaring (bv. weduwschap) Nauw verbonden met beperkt aantal vrienden uit nabije omgeving Kiezen vrienden die gelijken op henzelf Geslachtsverschillen blijven bestaan Vrouwen: meer intieme vrienden en occasionele vrienden Mannen: meer afhankelijk van vrouw voor sociale contacten Vrienden hebben is een sterke predictor van mentale gezondheid van ouderen
54
Relaties met volwassen kinderen
Kwaliteit van relatie beïnvloedt lichamelijke en mentale gezondheid Elkaar helpen In de richting van kinderen die ouders helpen wanneer ouders ouder worden Meestal emotionele steun Geslachtsverschillen (dochters hechter, vooral moeder – dochter) Vroegere relatie bepaalt later contact Isolatie is probleem voor oudere, gescheiden vaders
Relaties met kleinkinderen en achterkleinkinderen
Helft van de ouderen hebben volwassen kleinkinderen Geleidelijk afnemend contact omdat kleinkinderen zelfstandig worden, maar nog steeds hoge emotionele waarde voor ouderen Beperkte rol van achterkleinkinderen (verzwakking van oudere), maar ook belangrijk omwille van continuïteit van familie
Gevaren Ouderenmishandeling
Ongeveer 3 – 7% Lichamelijk misbruik Lichamelijke verwaarlozing Psychologisch misbruik Financieel misbruik Meest voorkomend: financieel misbruik > psychologisch misbruik > verwaarlozing Daders zijn doorgaans familie (echtgenoot) Misbruik in verzorgingstehuizen: groeiend probleem
Risicofactoren voor ouderenmishandeling
Afhankelijk van slachtoffer Afhankelijk van dader (emotioneel of financieel) Psychologische verstoring, stress van dader Verleden van familiaal geweld Groter risico in rusthuizen van lage kwaliteit
Aanpassingen Aanpassing aan pensionering
Meesten passen zich goed aan (30% heeft aanpassingsproblemen) Factoren in verband met aanpassing Financiële zorgen Factoren op het werk Gevoel van persoonlijke controle Sociale ondersteuning (partner) Beslissing op pensioen te gaan en aanpassing zijn ook afhankelijk van maatschappij
55
Ontspanningsactiviteiten
Interesses uit vroeger leven meestal behouden Velen doen vrijwilligerswerk Frequentie en verscheidenheid neemt af met leeftijd Best: ontwikkel interesses in vroegere volwassenheid Voldoening vinden in ontspanning hangt samen met betere gezondheid Zelfexpressie Nieuwe verwezenlijkingen Anderen helpen Sociale interacties
Optimaal ouder worden
Minimaliseren van verlies en maximaliseren van winst Recente theorieën focussen minder op resultaten, maar meer op processen en bereiken van persoonlijke doelen (individuele verschillen!!!) Betere kennis van succesvolle ouderen (groei, vitaliteit, streven i.p.v. werkelijk welzijn) Vaillant Succesvol ouder worden = uitdrukking van veerkracht (laatste fases) Controleerbare factoren in later leven zijn belangrijker dan oncontroleerbare factoren uit vroeg leven
Middelen voor ouderen om doelen te bereiken en succesvol ouder te worden
Optimisme + gevoel zelfefficiëntie in verbetering gezondheid en lichamelijk functioneren Selectieve optimisatie met compensatie Versterken zelfconcept: promoot zelfaanvaarding en nastreven gewenste possible selves Verbeterd emotioneel begrip en zelfregulatie Aanvaarding van verandering voor het koesteren van levenstevredenheid Persoonlijke controle over domeinen van (on)afhankelijkheid Kwaliteitsvolle relaties bieden sociale steun en aangenaam gezelschap
56