Decretale minimale schoolwerkplan Gemeente Jette – school Vande Borne
Laatste bijwerking april 2013
Inhoud Het decretale minimale schoolwerkplan ................................................................................................ 3 1 Contouren van het pedagogisch project.............................................................................................. 3 1.1 Situering van school Vande Borne en haar pedagogisch project ................................................. 3 1.1.1 De situering van de school ..................................................................................................... 3 1.1.2 De totstandkoming en de bijwerking van het pedagogisch project ...................................... 3 1.2 Fundamentele uitgangspunten of waarden van de school en het schoolbestuur ....................... 4 1.3 Onze visie op het Jets gemeentelijk basisonderwijs ..................................................................... 5 2. De organisatie van school Vande Borne en de indeling in leerlinggroepen ....................................... 6 2.1 De aanwending van het lestijdenpakket....................................................................................... 6 2.1.1 Herverdelen lestijdenpakket in functie van het pedagogisch project en de schoolvisie....... 6 2.2 Indeling in leerlinggroepen ........................................................................................................... 7 2.2.1 De basisstructuur van de school ............................................................................................ 7 2.2.2 Interne klasdifferentatie en klasdoorbrekend werken .......................................................... 7 3. Evaluatie en rapportering ................................................................................................................... 8 3.1 Doelen van evalueren en rapporteren.......................................................................................... 8 3.2 Wijze van evalueren ...................................................................................................................... 8 3.2.1 De kleuters ............................................................................................................................. 8 3.2.2 De leerlingen .......................................................................................................................... 8 3.3 Evaluatoren ................................................................................................................................... 8 3.3.1 Kleuters en leerlingen als evaluatoren .................................................................................. 8 3.3.2 Individuele evaluaties ............................................................................................................ 8 3.3.3 Klasevaluaties......................................................................................................................... 9 3.3.4 Evaluaties door de ouders ..................................................................................................... 9 3.4 Rapportering van de evaluaties .................................................................................................... 9 4. De opvang van leerlingen met een handicap en/of chronische aandoening ................................... 10 5. Zorg -en gelijke onderwijskansbeleid voor optimale leer- en ontwikkelingskansen ........................ 11 5.1. De schoolpupulatie en de leerlingkenmerken ........................................................................... 11 5.1.1 Omgaan met meertaligheid ................................................................................................. 11 5.1.2 Bestrijding van kansarmoede............................................................................................... 11 5.2 Het pedagogisch project ............................................................................................................. 12 5.3 Het zorgcontinuüm ..................................................................................................................... 12 5.4 Handelingsgericht werken (HGW) .............................................................................................. 13 5.5 Organisatie .................................................................................................................................. 13 School Vande Borne
2
Het decretale minimale schoolwerkplan 1 Contouren van het pedagogisch project 1.1 Situering van school Vande Borne en haar pedagogisch project 1.1.1 De situering van de school De gemeentelijke basisschool Vande Borne behoort samen met haar wijkafdelingen Florair, Dageraad en Dielegem tot het officieel gesubsidieerd onderwijs. Zoals haar naam reeds aangeeft treedt het gemeentebestuur van Jette op als inrichtende macht. School Vande Borne biedt onderwijs aan alle kinderen, ongeacht de levensopvatting of de filosofische overtuiging van hun ouders. 1.1.2 De totstandkoming en de bijwerking van het pedagogisch project Om de twee à drie weken neemt school Vande Borne, door vertegenwoordiging van het schoolhoofd, deel aan het directieoverleg met de inrichtende macht. Dit laat zowel het schoolbestuur als de school toe om, dankzij een sterk participatief proces en de inzet van materiële en personele middelen, onderwijs aan te bieden dat aansluit bij haar erkend pedagogisch project. Ondanks zijn verregaande autonomie zal het schoolbestuur voor de goedkeuring van haar pedagogisch project en de beslissingen voor haar onderwijs meer algemeen, rekening houden met de onderwijsregelgeving en in het bijzonder met de input van de school , de schoolraad en derden, zoals het CLB, de pedagogische raad, het IBO, … De schoolraad is als laatste advies- en overlegorgaan een belangrijk middel om het democratisch en participatief gehalte van alles wat het pedagogisch project betreft te versterken. De schoolraad van school Vande Borne is gecentraliseerd met de raden van de 2 andere gemeentelijke basisscholen wat een kruisbestuiving aan ideeën en belangen teweegbrengt. Juist omdat alles in het werk wordt gesteld om een gedragen pedagogische aanbod te creëren dat voortdurend wordt afgetoetst en bijgestuurd, door een niet-aflatende intense wisselwerking tussen school, (school)bestuur en derden, verwachten we van de leerkrachten en alle andere participatieve krachten dat ze de richtlijnen van dit pedagogisch project onderschrijven en toepassen.
School Vande Borne
3
1.2 Fundamentele uitgangspunten of waarden van de school en het schoolbestuur Bovenstaande tekst helpt de lezer de totstandkoming van het pedagogisch project van school Vande Borne te situeren. Het zegt in geen geval iets over de waarden die als toetssteen kunnen worden weerhouden voor de uitwerking en de bijsturing van het pedagogisch project. Deze waarden geven aan waar we als organisatie voor staan en omvatten een geheel van houdingen en gedragingen waaraan bij de leerlingen gewerkt wordt. In overleg werden voor school Vande Borne volgende drie kernwaarden gekozen als belangrijkste kapstok voor de uitwerking van het pedagogische project : Verscheidenheid en socialisatie : Iedereen is anders, iedereen is gelijk Wij bereiden onze kinderen voor op een intercultureel samenleven. Wij leren onze kinderen elkaars waarden en overtuigingen te respecteren. De verscheidenheid tussen onze kinderen zien we als een meerwaarde. Wij wijzen indoctrinatie en discriminatie van de hand. We streven ernaar dat alle kinderen zich goed voelen op onze school. Totale persoonlijkheid van onze kinderen : Onze leerkrachten bieden onze kleuters/leerlingen activiteiten/lessen aan die alle aspecten van de persoonlijkheid op een evenwichtige wijze ontwikkelen. We werken rond de talenten van onze kinderen. Wij hechten belang aan zelfstandigheid, assertiviteit, positief zelfbeeld, sociale vaardigheden en zelfredzaamheid van onze leerlingen. Gelijke onderwijskansen : De school spoort actief kansarmoede binnen de schoolpopulatie op en trachten in samenwerking met verschillende onderwijspartners zoals het CLB Jette, het Onderwijscentrum Brussel, het Centrum voor Volwassen Onderwijs Meise-Jette, … de gevolgen van deze ongelijke sociale positie om te buigen.
School Vande Borne
4
1.3 Onze visie op het Jets gemeentelijk basisonderwijs School Vande Borne en het schoolbestuur creëren een krachtige leeromgeving zodat de leerprestaties van de leerlingen verbeteren door in het heden en in de toekomst maximaal gebruik te maken van:
personele middelen pedagogische en materiële middelen Om tot een krachtige leeromgeving te komen zetten school Vande Borne en de gemeente Jette hun middelen in om te werken aan de vijf onderstaande kenmerken die geënt zijn op de (kern)waarden van onze school:
verticale en horizontale samenhang: horizontale samenhang door de verschillende leergebieden geïntegreerd aan te bieden, verticale samenhang door het nastreven van de ontwikkelingsdoelen voor het kleuteronderwijs en het bereiken van de eindtermen voor het lager onderwijs op elkaar af stemmen totale persoonlijkheidsontwikkeling: door een educatief aanbod dat bijdraagt tot een totale persoonlijkheidsontwikkeling zorgverbreding: door middel van een gelijk onderwijskansenbeleid dat elke psycho-sociale achterstand bestrijdt en ombuigt tot een positieve evolutie actief leren: waarbij de leerling zelf zijn leerproces beïnvloedt om te komen tot het streven naar de ontwikkelingsdoelen en het bereiken van de eindtermen continue ontwikkelingslijn: dankzij een pedagogisch aanbod dat rekening houdt met de beginsituatie en voldoende uitdaging biedt voor elke leerling
School Vande Borne
5
2. De organisatie van school Vande Borne en de indeling in leerlinggroepen 2.1 De aanwending van het lestijdenpakket De aanwending van het lestijdenpakket zal vermoedelijk bij verschillende scholen en hun schoolbesturen stof tot discussie geven. De Vlaamse Overheid geeft de het schoolbestuur en de school immers een grote autonomie in de manier waarop het lestijdenpakket mag worden aangewend. Omdat deleerlingkenmerken sterker doorwegen in het toekennen van het lestijdenpakket per school werd de verdeling van personele middelen door de toezichthoudende overheid meer geobjectiveerd en meer bepaald voor wat betreft de nood aan extra ondersteuning voor kansarme leerlingen. Met dit initiatief onderschrijft de Vlaamse overheid met haar subsidiebeleid voor het personeel inherent en rechtstreeks twee van de kernwaarden van school Vande Borne, met name ‘gelijke onderwijskansen’ en ‘verscheidenheid en socialisatie’. Deze kernwaarden staan beschreven in het pedagogisch project. 2.1.1 Herverdelen lestijdenpakket in functie van het pedagogisch project en de schoolvisie Om het pedagogisch project als concretisering van onze visie op onderwijs tot in de fijnste vezels van de school te realiseren, wordt het personeelsbeleid gecentraliseerd door het schoolbestuur. In overleg met de drie schooldirecties wordt voor de start van elk schooljaar nagegaan welke middelen waar het best kunnen worden ingezet. School Vande Borne zal daarbij niet alleen schoolintern punten overdragen en ontvangen, maar ook tussen de verschillende Jetse scholen en op het niveau van de scholengemeenschap “Spectrum” worden personele middelen meer dan eens herverdeeld in functie van de noden en dit met als hogerliggend doel om een krachtige leeromgeving te creëren. Opmerkelijk is dat school Vande Borne samen met de 2 andere gemeentescholen deze krachtige leeromgeving creëert door een accentuering van personele middelen op het vlak van informatie- en communicatietechnologie (ICT). De ontwikkeling van ons ICT-beleid, dat de lezer kan terugvinden in het ICT-beleidsplan op de website van de school, is geïnspireerd op onze schoolvisie en onze kernwaarden zoals beschreven in het pedagogisch project.
School Vande Borne
6
2.2 Indeling in leerlinggroepen 2.2.1 De basisstructuur van de school School Vande Borne staat net als de gemeente Jette onder druk om een antwoord te bieden op de sterk toegenomen vraag van ouders die op zoek zijn naar een school voor hun kind(eren). Zodoende werd de capaciteit van de school enkele keren verhoogd. Het spreekt voor zich dat niet het pedagogisch comfort, maar wel de veiligheid van de leerlingen het doorslaggevend criterium is voor het vastleggen van de maximumaantallen voor het lager- en voor het kleuteronderwijs. De basisstructuur van de school is eenvoudig. Voor het lager onderwijs wordt de capaciteit vastgelegd per klas. We opteren ervoor om 6 homogene leeftijdsgroepen te organiseren en kiezen voor het leerstofjaarklassensysteem. Elke klas beschikt over een klastitularis. Afhankelijk van de noden wordt de klastitularis bijgestaan door de zorgondersteuner. Dit laatste geldt ook voor de kleuterafdeling. Daarenboven krijgen de leerkrachten van de onthaalklas en de eerste kleuterklas ondersteuning van een kinderverzorgster. De maximumcapaciteit wordt bepaald per leeftijdsgroep en per vestigingsplaats, inclusief de wijkafdelingen. Omdat er in deze wijkafdelingen echter onvoldoende ruimte is om de kleuters per leeftijd op te splitsen, organiseren we hier graadklassen met maximum twee leeftijdsgroepen per klas. In school Florair en in school Dielegem kunnen twee klassen gevormd worden. (klas 1 = 0kk-1kk en klas 2= 2kk-3kk) In school Dageraad kunnen drie klassen georganiseerd worden. In het eerste trimester van het schooljaar wijken we in de hoofdschool af van onze basisstructuur voor de onthaalklas en de eerste kleuterklas. Omdat de onthaalklas meestal opstart met een beperkt aantal kleuters kiezen we ervoor om in deze groep tijdelijk ook een aantal kleuters van de eerste kleuterklas op te nemen. Het zijn de kleuters van de eerste kleuterklas die het laatst gestart zijn die hiervoor in aanmerking komen. 2.2.2 Interne klasdifferentatie en klasdoorbrekend werken Onze school plant klasdoorbrekende activiteiten. Elke leerkracht krijgt dan een leeftijdsgemengde groep. Het aanbod van activiteiten is gevarieerd zodat de kinderen hun talenten kunnen ontdekken. Op het einde van het schooljaar plant de school een leerkrachtenwissel zodat de kinderen de leerkracht van het komend schooljaar leren kennen. Klasintern hanteren de leerkrachten verschillende werkvormen. De leerlingen werken klassikaal, in heterogene en homogene groepen, per twee en individueel. De leerkrachten differentiëren in hun aanbod van activiteiten en ondersteuning.
School Vande Borne
7
3. Evaluatie en rapportering 3.1 Doelen van evalueren en rapporteren School Vande Borne streeft ernaar ononderbroken kwalitatief onderwijs aan te bieden. Om dit te realiseren heeft de rapportering van de evaluatie een 4 –delige functie: 1) het in vraag stellen van het onderwijsaanbod en zo nodig het didactisch handelen aanpassen. 2) het leerproces van de kleuters/leerlingen opvolgen 3) de ouders informeren bij oudercontacten (totaalbeeld van het kind) 4) goed oordelen tijdens een klassenraad
Uit bovenstaande doelen blijkt dat de rapportering van de evaluatie gebeurt op klasniveau en/of individueel niveau.
3.2 Wijze van evalueren De evaluaties zijn gebaseerd op de totale persoonlijkheidsontwikkeling. We achten daarom het evalueren van kennis, vaardigheden, attitudes, welbevinden en betrokkenheid heel belangrijk. Dankzij een portfolio kunnen we rekening houden met de talenten. We evalueren zowel product -als procesgericht. 3.2.1 De kleuters De kleuters worden voornamelijk geëvalueerd op basis van observaties. In de tweede en derde kleuterklas hanteren we ook de resultaten van de genormeerde testen voor Nederlands. De kleuterleidsters evalueren de resultaten van de opdrachten en toetsen. Ze observeren ook het proces dat de kleuters doorlopen om tot het product te komen. Per trimester worden de kleuters systematisch geëvalueerd op welbevinden en betrokkenheid. 3.2.2 De leerlingen De leerlingen worden door hun leerkrachten productgericht geëvalueerd via genormeerde testen voor taal en wiskunde naast de methodegebonden toetsen. Voor alle andere vakken baseren we ons op de methodegebonden toetsen waarvan de frequentie vastgelegd in de methode. Het zesde leerjaar wordt ook geëvalueerd via de eindtoets van OVSG. Tijdens de testen, toetsen en de dagdagelijkse taken in de klas worden leerlingen geobserveerd om het leerproces dat ze hanteren te evalueren.
3.3 Evaluatoren 3.3.1 Kleuters en leerlingen als evaluatoren De kleuters en leerlingen krijgen geregeld de kans om zichzelf, de werkgroep en de klasgroep te evalueren. De leerlingen van de lagere school worden ertoe aangezet om hun rapport te evalueren. 3.3.2 Individuele evaluaties In eerste instantie evalueren de leerkrachten de kleuters en leerlingen. Ze worden bijgestaan door het zorgteam. Genormeerde testen worden afgenomen door de leerkrachten, zorgondersteuners of School Vande Borne
8
zorgcoördinator en besproken met de klasleerkrachten tijdens regelmatige overlegmomenten. Tijdens het zorgoverleg en het MDO met CLB worden de individuele evaluaties van zorgkinderen besproken. Gerichte observaties kunnen op aanvraag door de zorgondersteuner en/of de zorgcoördinator uitgevoerd worden. Als de draagkracht van de school wordt overschreden dan wordt een externe partner (o.a. CLB) ingeroepen. De klassenraad evalueert de ontwikkeling en de resultaten van de kinderen. Zo kan voor elk kind een gedragen beslissing genomen worden. 3.3.3 Klasevaluaties Het zorgteam staat de leerkrachten bij om de klasbeelden1 te evalueren. De zorgcoördinator, de zorgondersteuner en de directeur bespreken samen met de leerkracht de klasbeelden tijdens vastgelegde interne MDO’s. Op die manier kan de didactische aanpak aangepast worden aan de noden van de klas. 3.3.4 Evaluaties met de ouders Tijdens de oudercontacten evalueert de leerkracht samen met de ouders de resultaten en het functioneren van hun kind. Extra oudercontacten worden georganiseerd voor zorgkinderen.
3.4 Rapportering van de evaluaties De rapportering van de evaluaties wordt voornamelijk digitaal geregistreerd. De school bewaart zowel individuele als klasevaluaties. Elke leerling heeft een rapport. De digitale versie wordt bewaard door de school. Het schriftelijk exemplaar wordt vier keer per schooljaar meegegeven met de ouders. Het rapport van de school heeft een uniforme weergave. De evaluaties worden gebaseerd op de doelen van OVSG. In het tweede leerjaar t.e.m. het zesde leerjaar worden de evaluaties weergegeven met punten en omschreven met woorden. In het eerste leerjaar worden de evaluaties in woorden en symbolen omschreven. Het eindrapport van het eerste leerjaar wordt weergegeven met punten en omschreven met woorden. Het rapport omvat een evaluatie omtrent de kennis, de vaardigheden en de attitudes. De totale persoonlijkheidsontwikkeling wordt in kaart gebracht. De leerlingen krijgen de kans om een zelfevaluatie uit te voeren. De school houdt rekening met de mogelijkheden van de leerlingen. Indien de manier van evalueren van een leerling t.o.v. zijn/haar klasgenoten zal afwijken dan zal dit duidelijk te lezen staan op het rapport. Het is vanzelfsprekend dat dit gebeurt na overleg met de ouders.
1
Onder een klasbeeld dient een exceldocument te worden verstaan dat alle namen van leerlingen weergeeft alsook de resultaten die ze hebben behaald.
School Vande Borne
9
4. De opvang van leerlingen met een handicap en/of chronische aandoening School Vande Borne staat open voor alle kinderen en dus ook voor kinderen met een handicap en/of een chronische aandoening. Dit betekent niet dat elk kind met een beperking zal worden ingeschreven. Elke aanvraag wordt wel overwogen aan de hand van 3 onderstaande stappen : 1)Bij de inschrijving baseert de directie zich op de informatie over het kind die door de ouders wordt versterkt. Indien de ouders een handicap en/of een chronische aandoening aangeven die bijzondere maatregelen vereist, zal de directie het zorgteam raadplegen om na te gaan of de school kan voldoen aan de onderwijsnoden van het kind met een beperking(en). Naast de infrastructuur en de draagkracht van de school wordt ook de veiligheid en het welbevinden van het kind in rekening gebracht. 2)Het zorgteam betrekt op zijn beurt de klasleerkracht. Ze zullen de ouders en het kind uitnodigen om verdere nuttige informatie in te winnen. Het zorgteam met klasleerkracht geven advies aan de ouders. 3) Naast het advies van het zorgteam zal de directeur ook raad vragen en informatie inwinnen bij het CLB en eventueel andere externe hulpverleners. De directeur kan ook advies vragen aan de directeur van Kasterlinden, een school die buitengewoon onderwijs organiseert binnen onze scholengemeenschap. Uiteindelijk zal de directeur op basis van het ingewonnen advies een weloverwogen beslissing nemen en vervolgens de ouders inlichten. Indien het kind met beperking(en) wordt opgenomen in school Vande Borne zal een engagement tussen de ouders en de school worden aangegaan. Dit engagement wordt vastgelegd in een handelingsplan waarbij alle partijen betrokken worden. Het handelingsplan omvat de onderwijsbehoeften van het kind en de te nemen maatregelen (STICOR(DI)). De taken van iedere partner binnen en/of buiten de lestijden worden hierin vastgelegd. Ook de wijze van evalueren en rapporteren wordt in dit document omschreven. Om de ontwikkelingskansen van het kind met beperking(en) te maximaliseren staat de school ook na de inschrijving van de leerling open voor de inbreng van externe partners. Regelmatige communicatie en het samenbrengen van expertise moeten de slaagkansen van de leerling optimaliseren. Het handelingsplan zal regelmatig worden geëvalueerd en, indien nodig, worden aangepast. Als op termijn zou blijken dat de draagkracht van de school wordt overschreden, zal in samenwerking met de ouders en het CLB (en desgevallend externen) een andere oplossing worden gezocht teneinde een meer aangepaste omkadering voor het kind met een handicap en/of chronische aandoening uit te werken.
School Vande Borne
10
5. Zorg -en gelijke onderwijskansbeleid voor optimale leer- en ontwikkelingskansen Ons zorg- en gelijke kansenbeleid is gebaseerd op enerzijds de leerlingkenmerken en anderzijds het pedagogisch project.
5.1. De schoolpopulatie en de leerlingkenmerken Basisschool Vande Borne met zijn drie (kleuter)wijkscholen is gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, meer specifiek in de gemeente Jette. De hoofdschool en vestiging Florair bevinden zich in een kansarme buurt, hoofdzakelijk bevolkt met mensen van allochtone afkomst en met een Islamitische levensbeschouwing. De schoolpopulatie van vestiging Dielegem heeft een sterkere socio-economisch achtergrond. Wijkafdeling Dageraad bevindt zich in een gemengde buurt. In zijn totaliteit trekt Vande Borne heel wat kansarme leerlingen uit de buurgemeenten aan. Wanneer we de leerlingkenmerken per onderwijsniveau analyseren, merken we binnen elk niveau dat : - een hoog percentage van de moeders geen diploma secundair onderwijs heeft en dat voor vele leerlingen de thuistaal niet het Nederlands is. Naast hun eigen moedertaal en het Frans is het Nederlands vaak de derde taal waarin ze vaardig moeten worden. - een hoog percentage van onze leerlingen recht heeft op een schooltoelage. Uit dit beeld concluderen de school en haar schoolbestuur dat het zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid zich moet richten op het omgaan met meertaligheid en de bestrijding van kansarmoede van de leerlingen.
5.1.1 Omgaan met meertaligheid Om ervoor te zorgen dat onze kinderen zich in de toekomst kunnen handhaven in onze maatschappij is het noodzakelijk de focus te leggen op de (Nederlandse) taalvaardigheid van de leerlingen. Er wordt op onze school voortdurend gewerkt aan het talenbeleid. De meertaligheid en de grote diversiteit van de kinderen aanzien we als een meerwaarde. 5.1.2 Bestrijding van kansarmoede Als school heb je weinig of geen vat op de aspecten van kansarmoede: de thuissituatie, de opleiding van de ouders, de onderwijsgerichtheid van de ouders, het cultureel kapitaal,… Het is dan ook de taak van onze school om al de kinderen zoveel mogelijk kansen te geven. Om te voldoen aan de onderwijsleerbehoeften van de kinderen en om een impact te krijgen op de ondersteuningsbehoeften van de ouders leveren de school en het schoolbestuur extra inspanningen. De sensibilisering en professionalisering van de leerkrachten wordt gestimuleerd o.a. via vorming, begeleiding en ondersteuning alsook via het aangaan van strategische partnerships (Onderwijscentrum Brussel, CLB , …). Op deze manier kan het schoolteam de verschillende aspecten van kansarmoede (her)kennen en hiermee rekening houden bij de onderwijspraktijk. Verder werken het schoolbestuur en de school aan de bestrijding van kansarmoede door het creëren van een krachtige leeromgeving die nauw aansluit bij de persoonlijke leefwereld van alle leerlingen.
School Vande Borne
11
Dankzij een verregaande digitalisering van het onderwijsaanbod worden de voorwaarden gecreëerd om alle decretaal vastgelegde ICT-competenties te verwerven. We bouwen voor ons leerlingenpubliek als het ware een brug, ongeacht hun socio-economische achtergrond, naar een moderne, performante arbeidsmarktomgeving die eveneens gekenmerkt wordt door een nietaflatende digitalisering. Doordat we de kinderen op dit terrein de kans geven om te excelleren, kunnen ze de fundamenten leggen voor een succesvolle toekomst.
5.2 Het pedagogisch project In ons pedagogisch project leggen wij de nadruk op het welbevinden, de diversiteit en de taalvaardigheid van onze kinderen. De diversiteit situeert zich enerzijds op vlak van de thuissituatie, de taal, de cultuur, de religie, het voorkomen en anderzijds op het vlak van de eigenheid en talenten van de leerlingen. Het schoolteam houdt rekening met al deze verschillen en creëert een veilige leeromgeving die ervoor zorgt dat de kinderen zich aanvaard voelen en hun talenten kunnen benutten. Om de totale ontwikkeling van de leerlingen optimaal te laten verlopen, worden ze door het schoolteam op een preventieve en remediërende wijze begeleid en opgevolgd. De leerkrachten hanteren de leerplandoelen van OVSG om ervoor te zorgen dat de leerlingen de eindtermen behalen, zodat ze een doelbewuste keuze kunnen maken voor hun verdere schoolloopbaan. Het gemeentebestuur biedt extra middelen zoals educatieve uitstappen, ICTmaterialen,… om het zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid te ondersteunen.
5.3 Het zorgcontinuüm Als school bieden we kwaliteitsvol onderwijs. Om dit te realiseren hanteren we het zorgcontinuüm van OVSG en werken we handelingsgericht, waarbij we alle uitgangspunten van het handelingsgericht werken implementeren. Deze uitgangspunten zijn: de onderwijsbehoeften van het kind staan centraal, de leerkracht doet ertoe, aandacht voor positieve kenmerken, constructief samenwerken, systematisch en transparant werken, doelgerichtheid en aandacht voor wisselwerking en afstemming. Op deze manier zijn er duidelijke afspraken en structuren binnen de school ontwikkeld. Gestructureerde overlegmomenten met het zorgteam en de leerkrachten zorgen ervoor dat enerzijds het beleidsniveau van de school bewaakt wordt en anderzijds aan de onderwijsbehoeften en ondersteuningsbehoeften van leerlingen, leerkrachten en ouders voldaan wordt. Externe partners zoals OVSG, CLB, het Onderwijscentrum Brussel spelen een ondersteunende en begeleidende rol bij de opbouw, reflectie en bijsturing van het zorgbeleid. Dit gebeurt vraaggestuurd. School Vande Borne
12
De school wordt op niveau van zorgbeleid ook gesteund door de scholengemeenschap. Zij neemt gemeenschappelijke initiatieven zoals intervisies voor zorgondersteuners en zorgcoördinatoren. De zorgcoördinator, aangesteld door de scholengemeenschap, is het aanspreekpunt voor de overheid met betrekking tot de kleuterparticipatie.
5.4 Handelingsgericht werken (HGW) Het coachen en ondersteunen van het didactisch handelen, het klasmanagement, het welbevinden en de betrokkenheid van het onderwijzend personeel gebeurt door het zorgteam. De leerkrachten nemen een innovatieve, reflectieve en zelfevaluerende houding aan. De onderlinge professionele en persoonlijke ondersteuning bij de leerkrachten zorgt voor een warm en samenhangend team. Elke leerkracht staat in voor de onderwijsbehoeften van alle leerlingen. De leerkracht komt tegemoet aan de preventieve basiszorg van de leerlingen en de kleuters. De dagelijkse klaswerking staat hierbij centraal. De leerkracht doet ertoe en zijn aanpak maakt in vele gevallen het verschil. Het werken met een duidelijk en transparant leerlingendossier is een belangrijke preventieve factor. Zo kunnen talenten en tekorten op verschillende ontwikkelingsgebieden tijdig vastgesteld worden en kan er aangepaste zorg geboden worden. Dit volstaat echter niet voor alle kinderen. De onderwijsbehoeften van zorgkinderen wordt in kaart gebracht en een doelgerichte aanpak wordt beschreven in een handelingsplan. De inbreng van het kind zelf is van cruciaal belang omdat kinderen met specifieke noden vaak zelf duidelijk kunnen aangeven waar ze behoefte aan hebben. Het CLB wordt ingeschakeld indien de genomen interventies geen of onvoldoende effect hebben en er een grote bezorgdheid bestaat over het kind. Regelmatig contact met externe partners zoals een logopedist is van essentieel belang zodat de begeleiding door de verschillende actoren op elkaar kan worden afgestemd. De ouders, leerkrachten en leerlingen worden als gelijkwaardige partners aanzien die, bij het maken van duidelijke en op elkaar afgestemde afspraken, komen tot een constructieve samenwerking. De betrokkenheid van de ouders heeft een grote invloed op het welbevinden en de prestaties van de leerlingen en de kleuters. In uitzonderlijke gevallen, als de draagkracht van de school overschreden is, wordt de overstap gezet naar een school op maat.
5.5 Organisatie De directeur bewaakt samen met het hele zorgteam de visie en de gestructureerde aanpak van het geïntegreerde zorg- en gelijke onderwijskansenbeleid en zorgt ervoor dat dit gedragen wordt door het team. De directie koppelt de grote lijnen terug naar het schoolbestuur. Het zorgteam coördineert en bewaakt op systematische wijze de zorg op school. De directie draagt de eindverantwoordelijkheid voor de implementatie van het zorg– en gelijke onderwijskansenbeleid. Zo streven we samen naar kwaliteitsvol onderwijs.
School Vande Borne
13