IľlFRA
LűĉRKTî»»
GEMEENTE
SROICONVENANT Stichting Infra-Werkt en de gemeente Borne Convenant tussen Stichting Infra-Werkt en de gemeente Borne betreffende de inzet van de Infra-Werkt poule ten behoeve van Social Return On Investment bij aanbestedingen in GWW-sector over de periode van Partijen: De Stichting Infra-Werkt, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw K. Rog, voorzitter Stichting Infra-Werkt, hierna te noemen: Infra-Werkt. De Gemeente Borne, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de wethouder van de gemeente Borne, hierna te noemen: de gemeente. Overwegende dat: 1. Gemeenten bij (Europese) aanbestedingen geregeld eisen stellen aan Social Return On Investment (SROI), met als doel werkzoekenden richting (regulier) werk te begeleiden. Bij aanbestedingen in Grond-, Weg- en Waterbouw (GWW) sector is daarbij veelal sprake van afgebakende, deels kortdurende projecten, waarvoor telkens apart SROI-kandidaten geselecteerd worden. Om het voor aannemers makkelijker te maken geschikte en geschoolde SROIkandidaten in te zetten ter invulling van SROI en een meer duurzame uitstroom van kandidaten mogelijk te maken, is in samenwerking tussen de deelnemende gemeenten, S P G InfraVak en deelnemende aannemers een pouleconstructie uitgewerkt. Infra-Werkt voert deze pouleconstructie uit. 2. De deelnemende gemeenten, GWW-aannemers en Infra-Werkt deze pouleconstructie gedurende de looptijd van dit convenant als pilot willen uitproberen. 3. Infra-Werkt een zelfstandige stichting is, waarin de gemeente niet participeert. In aanmerking nemende dat: 1. Het wenselijk is een meer duurzame uitstroom van SROI-kandidaten mogelijk te maken en het voor GWW-aannemers eenvoudiger mogelijk te maken geschikte, geschoolde SROI-kandidaten in te zetten als invulling van SROIcomponent van gegunde opdrachten. 2. Inzet van Infra-Werkt bijdraagt tot realisatie hiervan, door een poule met een aantal SROI-kandidaten in te richten en te beheren. In eerste instantie start de poule met een achtweekse opleiding/training (SROI-kandidaten met behoud van uitkering). Vervolgens krijgen de SROI-kandidaten een aanstelling bij de pouleorganisatie. GWW-aannemers huren vervolgens deze kandidaten in vanuit deze poule, ter invulling van SROI-opgave uit gegunde opdrachten. Per project wordt een aantal af te nemen uren in het bestek voorgeschreven. Instroom van kandidaten in de poule is evenredig aan de uit te schrijven opdrachten die via enkelvoudige- of meervoudig onderhandse of nationale aanbestedingen in de markt worden gezet.
1
G E M E E N T E
B O R N E
3. Het gewenst is de samenwerking en gemaakte afspraken vast te leggen tussen gemeente en Infra-Werkt. Dit gebeurt door middel van onderliggend convenant en daarin opgenomen businesscase (zie bijlage). Onderlinge afspraken tussen Infra-Werkt en de deelnemende aannemers legt Infra-Werkt via separate overeenkomsten/afspraken met de deelnemende aannemers vast. Zijn ondergetekenden het volgende overeengekomen: Artikel 1. Begripsbepalingen In dit convenant wordt verstaan onder: 1. SROI-kandidaat: Een door een deelnemende gemeente aangeleverde kandidaat uit gemeentelijke doelgroep, met een afstand tot de arbeidsmarkt. 2. De gemeentelijke doelgroep: Participatiewet (Wet Werken en Bijstand, Wet Sociale Werkvoorziening, Wet Jong Gehandicapten) 3. F T E : Fulltime equivalent; formatieplaats 4. SROI: Door middel van "Sociaal Aanbesteden" binnen de gemeente Borne worden gemeentelijke inkoop en het behalen van maatschappelijke doelstellingen aan elkaar verbonden. Sociaal Aanbesteden wordt bewerkstelligd door het opnemen van sociale voorwaarden en eisen in inkoop- en aanbestedingstrajecten. Opdrachtnemers leveren op deze manier een bijdrage aan de uitvoering van het beleid ten aanzien van het bieden van werkgelegenheid aan mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Artikel 2. Doelstelling 1. Het doel van dit convenant: a) Het invulling geven aan SROI, enerzijds op een eenvoudiger wijze voor de betrokken aannemers, anderzijds met een meer duurzame uitstroomkans voor werkzoekenden. b) Met deze verduurzaming en opleiding/training van werkzoekenden het arbeidspotentieel voorde GWW-aannemers op termijn vergroten, waarmee deze aannemers mede kunnen anticiperen op het verwachte verloop van personeelsbestand in de toekomst (2016 e.v.). 2. In de bijlage van dit convenant wordt een specificatie gegeven van onderliggende businesscase. Artikel 3. Inspanning partijen/ uitvoering 1. Alle partijen zetten zich met de hen ter beschikking staande middelen en binnen hun bevoegdheden in om de bovengenoemde doelstellingen te ondersteunen, knelpunten te verhelpen en uitvoering te geven aan activiteiten om genoemde doelstellingen te realiseren. 2. Coördinatie vindt plaats door Infra-Werkt.
2
IľlFRĤ G E M E E N T E
B O R N E
3. De gemeente verbindt zich door gedurende de looptijd van dit convenant voldoende opdrachten met SROI-bepaling in de marktte zetten die ingevuld wordt door middel van kandidaten uit de poule van Infra-Werkt. De gemeente levert de kandidaten en selecteert de kandidaten voor. 4. Infra-Werkt verbindt zich door het opleiden/trainen, aanstellen en ondersteunen/begeleiden van de in de poule aangestelde SROI-kandidaten. Daarbij voert Infra-Werkt de werkzaamheden en afspraken uit conform bijgevoegde businesscase. 5. Partijen verbinden zich tot de navolgende financiële afspraken: a) Gemeente verschaft perfte (SROI-kandidaat) aangesteld in de poule voldoende opdrachtwaarde. De opleiding van geselecteerde SROIkandidaten gedurende de eerste acht weken vindt plaats met behoud van uitkering. Gemeente vermeldt in het bestek het aantal SROI-uren met het uurtarief van ê 2 5 ^ die betrekking hebben op het werk. Dit kan door middel van een post in het bestek aan te maken met vermelding van het aantal uren á C 25,= per uur. b) Infra-Werkt draagt zorg voor de kosten die samenhangen met de aanstelling en begeleiding van de SROI-kandidaten, zoals beschreven in de businesscase, en verwerft de middelen daartoe vanuit de aannemers die bovenbedoelde door gemeenten uitgezette drie opdrachten gegund hebben gekregen. De kosten voor de poule bestaan onder meer uit loonkosten van de poulkandidaten en kosten voor training/opleiding (inclusief BBL vervolg voor geschikte kandidaten), kleding, begeleiding en reiskosten. Daarnaast vindt verrekening van Wet vermindering afdracht (Wva) en eventuele subsidies/fondsen plaats. 6. Gemeente rekent na project af met de aannemer, nadat de aannemer heeft aangetoond de SROI-invulling te hebben afgerekend met Infra-Werkt. 7. Mocht in voorkomende gevallen geen Infra-Werkt kandidaat beschikbaar zijn, dan kan de SROI-eis met B B L leerlingen van S P G InfraVak worden ingevuld. Artikel 4. Meting resultaten 1. Infra-Werkt brengt per maand in beeld: de gemaakte kosten, de baten, de ureninzet van de poule medewerkers, de projecten waaraan deze zijn besteed en de opdrachtwaarde van deze projecten. Artikel 5. Overleg 1. Gedurende het eerste jaar vindt één keer per kwartaal overleg plaats tussen de deelnemende gemeenten, Infra-Werkt en de deelnemende aannemers om de voortgang te bespreken. Gedurende het tweede jaar kan de frequentie in overleg worden teruggebracht, tot minimaal eenmaal per halfjaar. Infra-Werkt levert twee weken voorafgaand aan dit overleg de stand van zaken met onderbouwing rondom de poule aan, conform artikel 4.
3
2. Indien er naar het oordeel van een der partijen gerede twijfel bestaat over de realisering van de doelstelling bedoeld in artikel 2, dan treedt deze in overleg met de andere partijen. Artikel 6. Afdwingbaarheid Dit convenant is niet (in rechte) afdwingbaar. Artikel 7. Geschillenbeslechting 1. Een partij die meent dat er een geschil over de uitvoering van dit convenant bestaat, deelt dat schriftelijk mede aan de andere partijen. De mededeling bevat aanduiding van het geschil. 2. Geschillen in de zin van dit convenant kunnen alleen betrekking hebben op: a) De wijze van uitvoering van het convenant; b) De naleving van het convenant; c) De uitleg van het convenant en de bijbehorende afspraken. 3. Binnen twee weken na dagtekening van de mededeling stuurt elke partij zijn zienswijze op het geschil en een oplossingsgericht voorstel aan de andere partijen, hierna overleggen partijen over de oplossing van het geschil. 4. Indien dit overleg niet leidt tot een oplossing kunnen partijen besluiten een onafhankelijke derde in te schakelen dan wel het geschil ter beslechting voor te leggen aan de burgerlijke rechter. Artikel 8. Inwerkingtreding, looptijd en verlenging 1. Dit convenant treedt in werking met ingang van 2. Na schriftelijke instemming van alle partijen kan de duur van het convenant worden aangepast. Deze schriftelijke instemming dient tenminste één maand voordat de wijziging in werking treedt te worden bereikt. Deze verklaringen worden in afschrift als bijlage aan het convenant gehecht. Artikel 9. Publicatie Het convenant wordt niet gepubliceerd. Artikel 10. Wijziging 1. Elke partij kan de andere partijen vragen het convenant te wijzigen. De wijziging vereist de schriftelijke instemming van alle partijen. 2. Partijen treden in overleg binnen twee weken nadat een partij de wens daartoe aan de andere partijen schriftelijk heeft medegedeeld. 3. De wijziging en de verklaringen tot instemming worden in afschrift als bijlage aan het convenant gehecht.
inFRR JERKTW
G E M E E N T E
B O R N E
Artikel 11. Opzegging 1. Elke partij kan met in achtneming van een opzegtermijn van drie maanden het convenant schriftelijk opzeggen indien de omstandigheden zodanig zijn veranderd dat de partij het redelijk vindt om dit convenant te beëindigen. 2. De opzegging moet de verandering van omstandigheden vermelden. 3. Indien de overige partijen besluiten hun inspanningen aangaande het convenant te continueren, wordt de opzegging evenals eventueel nader gemaakte afspraken in afschrift als bijlage aan het convenant gehecht. Artikel 12. Toetreding 1. Ten einde andere gemeenten na ondertekening van dit convenant in de gelegenheid te stellen deel te nemen aan dit convenant, bestaat voor hen de mogelijkheid om gedurende de looptijd van het convenant als partij toe te treden. Een toetredende partij dient de verplichtingen die voor haar uit het convenant voortvloeien, zonder voorbehoud te aanvaarden. Voor zover aannemers gedurende de looptijd van het convenant toetreden, legt InfraWerkt daarmee vergelijkbare afspraken vast als met de al deelnemende aannemers. 2. Het verzoek tot toetreding en de verklaring tot instemming worden in afschrift als bijlage aan het convenant gehecht. Artikel 13. Evaluatie Partijen zullen de uitvoering en werking van het convenant uiterlijk twee maanden na beëindiging van het convenant evalueren. Daarnaast vinden tussentijdse evaluaties plaats conform de overlegstructuur, zoals beschreven in artikel 5.
Aldus overeengekomen en in tweevoud ondertekend: Plaats Naam M. Kotteman,
Datum namens Gemeente Borne
Handtekening Naam K. Rog,
namens Stichting Infra-Werkt
Handtekening
5
ĩïï-1 G E M E E N T E
Bijlage I
B O R N E
Businesscase Infra-Werkt
Onder de Stichting Infra-Werkt (opgericht 18 maart 2013) liggen afspraken en doelen tussen aanbestedende diensten, GWW-aannemers en S P G InfraVak. Deze afspraken zijn vertaald naar onderliggende businesscase en bovenliggend convenant. Zoals bij alle voornemens en afspraken worden deze uitgangspunten periodiek onder de loep genomen, conform de in het convenant opgenomen overlegstructuur. Uitgangspunten Aan elke ê 500.000 aanneemsom is één fte (1600 uur) in de poule aangestelde SROI-kandidaat (Infra-Werkt-er) gekoppeld. Deelname aan Stichting Infra-Werkt zal door de aanbestedende diensten als selectie-eis gebruikt worden of opgenomen worden in het bestek. U itgangspunt is niet om op alle werken deze verplichting te leggen. De reikwijdte van de GWW-werken richt zich op de arbeidsintensievere werken (reconstructie, straat- en/of rioleringwerken). Selectie van kandidaten voorde Infra-Werkt poule vindt plaats in overleg tussen de betreffende gemeenten, InfraWerkt en voor zover nodig een selectie van betrokken GWW-aannemers. De SROIkandidaten dienen te voldoen aan het profiel, zoals opgenomen in bijlage A. Een aannemer verplicht zich in de betreffende aanbestedingen tot afname van capaciteit uit de poule van Infra-Werkt. Verrekening van de daarmee samenhangende kosten vindt tussen Infra-Werkt en de betreffende aannemer plaats, op basis van tussen de aannemer en Infra-Werkt vast te leggen afspraken. De inzet van de Infra-Werkt-er is niet exclusief gekoppeld aan het aanbestede werk van deelnemende gemeenten. Het staat de aannemer vrij om de medewerker in te zetten bij de verschillende werken die in uitvoering zijn. U iteraard heeft het bedrijf een zorg- en inspanningsplicht richting de werknemer, zodat hij/zij een zo goed mogelijk praktijk ervaring opdoet. Infra-Werkt zorgt op haar beurt voor een basistraining van acht weken (zie bijlage B) van de kandidaten. Deze training volgen de kandidaten met behoud van uitkering. Na deze training krijgen de kandidaten een aanstelling bij Infra-Werkt aangeboden. De eerste aanstelling duurt zes maanden, die bij goed functioneren met minimaal zes maanden wordt verlengd. De kandidaten zijn maximaal twee jaar in dienst bij Infra-Werkt. Het streven is dat de mensen of een baan of een Werkend-Leren traject (BBL niveau 3 of 4) bij een van de deelnemende aannemers aangeboden krijgen. Een BBL-traject kan ook gedurende de aanstelling bij Infra-Werkt worden opgestart; de betreffende kandidaat verlaat dan de poule en wordt opgevolgd door een nieuwe SROI-kandidaat. Naast dat Infra-Werkt de opleiding verzorgt, begeleidt zij de Inf ra-We rkt-ers voor zover nodig bij het werken bij de ervaringsbedrijven. Gezien de doelgroep kan het voorkomen dat deze mensen, zeker in het begin, extra aandacht nodig hebben. Dit geldt niet alleen ten aanzien van het gebrek van vakkennis, maar ook voor de zachte kant (sociaal en mentaal). Indien dat niet leidt tot het gewenste resultaat, dan treedt Infra-Werkt in overleg met de gemeente, waarvan de medewerker afkomstig is. In overleg zal een vervolgtraject bepaald worden.
6
G E M E E N T E
B O R N E
Inzet à Verrekening van kosten Infra-Werkt op een werk Als een werk is gegund, waarop de eis ligt voor de inzet van een Infra-Werkt-er, geeft de aanbestedende dienst door aan Infra-Werkt welke aannemer het is geworden en voor welke aanneemsom. Vervolgens treedt de aannemer in overleg met Infra-Werkt over de personele invulling. De stichting informeert de aanbestedende dienst over de afspraken (wie, wanneer en hoelang). De betreffende aannemer betaalt Infra-Werkt voor de inzet van de Infra-Werkt-er. Deze wordt gekoppeld aan de termijnbetalingen van de aanbestedende dienst aan de aannemer. Ook al kan de inzet van de InfraWerkt-er doorlopen naar andere werken, heeft dit de voorkeur. Ten eerste heeft de aannemer gerekend met de kosten binnen het gegunde werk. Ten tweede is de stichting financieel verantwoordelijk voorde Infra-Werkt-ers. Infra-Werkt betaalt hen loon en relevante onkostenvergoedingen en financiert ook de opleiding en de begeleiding. En als laatste, wellicht niet de belangrijkste, de aanbestedende dienst betaalt (indirect) voor de Infra-Werkt-ers vanuit een SROI-eis op een werk. Op het moment dat een aannemer niet meer kan voldoen aan haar verplichtingen jegens Infra-Werkt, bijvoorbeeld door faillissement, dan vindt overleg plaats met de betrokken aanbestedende dienst. In eerste instantie wordt daarbij naar mogelijkheden gezocht het werk en de inhuur van de Infra-Werkt-er over te dragen aan een andere aannemer, om daarmee ook de continuïteit richting Infra-Werkt te borgen. Afspraak is afspraak Een uitgangspunt van de businesscase is 'afspraak is afspraak'. Aangezien deze businesscase een pilotkarakter kent, zijn niet alle afspraken vastgelegd ofte voorzien. Belangrijke afspraken die in ieder geval van toepassing zijn: » De kandidaat: Als blijkt dat één van de Infra-Werkt-ers, ondanks de inzet en begeleiding van Infra-Werkt en de aannemer, verwijtbaar niet functioneert, dan informeert Infra-Werkt de gemeente. Infra-Werkt en de gemeente maken, afhankelijk van de situatie, afspraken hoe met (de aanstelling van) de betreffende kandidaat om te gaan en de gemeente schakelt waar nodig handhaving in. » De aanbestedende dienst I gemeente: Als blijkt dat een gemeente per jaar gemiddeld onvoldoende werken op de markt zet met de Infra-Werkt-eis in verhouding tot het aantal kandidaten dat aan de poule deelneemt, dan geeft Infra-Werkt dit door aan de gemeente. Meer dan zes maanden te kort aan werk voor een aantal deelnemers, kan gevolgen hebben voor het al dan niet verlengen van de arbeidscontracten van deze deelnemers. » De aannemer: Als blijkt dat een aannemer zich niet aan voorwaarden (zoals betaling aan Infra-Werkt of de inzet en begeleiding van Infra-Werkt-ers) houdt, dan waarschuwt Infra-Werkt de aannemer. Indien dit niet tot verbetering leidt, kan dit tot gevolg hebben dat de betreffende aannemer niet meer wordt uitgenodigd voor de aanbesteding van werken waarop de Infra- Werkt-eis van toepassing is,indien dit past binnen het inkoopbeleid van de gemeente. « Infra-Werkt: Indien Infra-Werkt zich onvoldoende aan de opleiding of begeleiding van kandidaten houdt of de administratie gekoppeld aan de inzet van de poule hier niet goed voert, dan spreekt de gemeente Infra-Werkt hierop 7
inFRR
WERKTE
G E M E E N T E
B O R N E
aan. Dit kan ook naar aanleiding van signalen van betrokken aannemers of SROI-kandidaten plaatsvinden. Organisatie van Infra-Werkt Het bestuur van de Stichting Infra-Werkt bestaat uit mensen uit de aannemerij danwel gerelateerde vakgebieden, die dit initiatief een warm hart toedragen en die als ambassadeur optreden. Deelnemende gemeenten vervullen vanuit governance oogpunt geen rol in het bestuur of raad van advies; dit helpt het zelfstandige karakter van de Stichting Infra-Werkt te behouden. In de uitvoering van het doel van InfraWerkt vervult S P G InfraVak een rol. De basisopleiding van de kandidaten wordt door S P G InfraVak in Holten verzorgd. In overleg met de gemeente geeft S P G InfraVak tevens een advies over het al dan niet aanbieden van een arbeidscontract aan de kandidaten aan het einde van de opleiding. Zowel de deelnemende gemeenten als Infra- Werkt tekenen bovenliggend convenant.
8
MM
G E M E E N T E
B O R N E
Bijlage A: Eisen gesteld aan kandidaten 1. Om een kans te maken op een carrière in de infra denken wij aan kandidaten die daarvoor medisch geschikt zijn. Dit wordt beoordeeld middels een intredekeuring door een bedrijfsarts. Daarnaast zullen de privé omstandigheden op orde moeten zijn, denk aan reclassering o.i.d. 2. Leeftijdscategorie kandidaten: 18 tot circa 50 jaar. 3. Motivatie zal moeten blijken uit de intake. Daarnaast is een goede relatie met sanctie(beleid) noodzakelijk; als kandidaten uitvallen, dient handhaving plaats te vinden. 4. Opleidingsniveau kan relevant zijn voor eventuele doorstroming naar B B L .
9
G E M E E N T E
B O R N E
Bijlage B: Inhoud opleiding en werkkleding Voorstel is om de kandidaten goed voor te bereiden op werken in de infra zowel op sociaal als technisch vlak. Daarvoor hebben wij een traject van acht weken in gedachten waar we de volgende onderwerpen aan bod komen: 1. Cursus 'Veilig werken langs de weg'. Slagen voor dit examen is voorwaarde voor deelname aan het vervolg van de opleiding en deelname aan de poule; 2. Cursus 'Basisveiligheid V C A ' . Slagen voor dit examen is voorwaarde voor deelname aan het vervolg van de opleiding en deelname aan de poule; 3. Beginselen werken met wiellaadschop en graafmachine; 4. Basiskennis straatwerk; 5. Basiskennis G W W ; 6. Infra-Werkt verstrekt de kandidaten een compleet pakket werkkleding (werkschoenen, broek, jas, onderkleding etc.) en persoonlijke beschermingsmiddelen, zowel gedurende de opleiding als gedurende de reguliere inzet vanuit de poule.
10
Stichting Infra-Werkt: Niet praten, maar doen! Social Return On Investment (SROI) bij aanbestedingstrajecten staat v o o r het behalen van een sociaal r e n d e m e n t uit (overheids)opdrachten. O v e r h e d e n trachten dit r e n d e m e n t vaak te behalen d o o r een (vast) SROI percentage binnen de opdracht te eisen. Vanuit de Europese w e t - en regelgeving ligt vast dat bij een Europese of nationale aanbesteding, de SROI eis gekoppeld is aan de w a a r d e én de lengte van de opdracht. GOED VOORNEMEN! WAT STAAT ER IN DE WEG? De praktijk bij G W W (Grond- W e g - en W a t e r b o u w ļ - p r o j e c t e n laat zien dat een standaard SROI percentage (ook o n d e r de EU-drempels) niet altijd bevredigend werkt. Naast dat het administratief bewerkelijk is, blijkt het ook met name lastig o m te k o m e n tot een effectieve invulling met d u u r z a a m karakter. In N e d e r l a n d gelden voorschriften voordat iemand aan de (openbare) w e g mag w e r k e n . M e n m o e t in het bezit zijn van certificaten, zoals bijvoorbeeld V C A (Veiligheid, G e z o n d h e i d en M i l i e u checklist) of verkeersregelaar, o m veilig aan de w e g te mogen w e r k e n . Daarnaast kost het w e r v e n en het o p l e i d e n van de kandidaten tijd. De uitvoering van de nodige (gemeentelijke) G W W - p r o j e c t e n daarentegen bedraagt slechts enkele m a a n d e n . Verschillende g e m e e n t e n kennen hierdoor de regel dat bij projecten tot een bepaalde w a a r d e , bijvoorbeeld C 500.000, geen SROI inzet w o r d t gevraagd. Daarnaast bestaat een deel van de G W W projecten (zoals asfaltwerken) v o o r een aanzienlijk deel uit materiaal en materieel en m i n d e r uit arbeid. V e r h o u d i n g e n van 80-9096 m a t e r i a a l / m a t e r i e e l en 20-1096 arbeid zijn niet o n b e k e n d . Als de g e m e e n t e vervolgens een percentage van 396 of 596 SROI inzet van de a a n n e e m s o m eist, w o r d t de a a n n e m e r opgezadeld met een nagenoeg onmogelijke missie. Uiteraard zijn er ook projecten met een grotere a r b e i d s c o m p o n e n t . G W W - p r o j e c t e n op v o o r h a n d afschrijven voor SROI is dan ook geen g o e d e keuze. VERDRINGING DOOR SROI? De G W W sector heeft moeite met de instroom van goed geschoold p e r s o n e e l . Er is sprake van een t e r u g l o p e n d e instroom van leerlingen via het reguliere onderwijs, de Beroeps O p l e i d e n d e Leerweg (BOL). Dit probeert de sector op te vangen met de Beroeps Begeleidende L e e r w e g , de BBL, het zelf o p l e i d e n van m e n s e n . Deze BBL trajecten lopen in Gelderland 8t Overijssel o n d e r andere via SPG InfraVak in H o l t e n . Uit o n d e r z o e k van SPG InfraVak blijkt dat een deel van de leerlingen 'zij-instromers' ( o n g e d i p l o m e e r d e of w e r k l o z e j o n g e r e n , W a j o n g etc) zijn. Dit is vaak ook de SROI d o e l g r o e p van een g e m e e n t e . B B L - l e e r l i n g e n hebben een arbeidscontract met een a a n n e m e r of met SPG InfraVak. Doordat zij een contract h e b b e n , mogen ze niet of beperkt w o r d e n m e e g e r e k e n d in het SROI-percentage. Bij een a a n b e s t e d i n g met SROI geldt óf inzet van Infra-Werkt óf reguliere invulling van SROI en dit kan dan dus ook de SPG-er zijn. Tijdens het werk w o r d t de BBL-leerling begeleid d o o r een leidinggevende. Dezelfde leidinggevende die de SROI kandidaat ook moet begeleiden. Hiervoor is de tijd echter beperkt. Er m o e t dan een keuze gemaakt w o r d e n tussen het begeleiden van de BBL leerling of de SROI kandidaat. Hier kan dus sprake zijn van verdringing. M e t daarbij de kans dat de vraag naar leerlingen uit het reguliere traject verder afneemt. SAMEN ZOEKEN NAAR DE JUISTE INVULLING Is SROI invulling via een (vast) percentage de juiste? Wellicht niet, maar hoe dan w e l ? Enkele g e m e e n t e n en G W W a a n n e m e r s uit Oost N e d e r l a n d en SPG InfraVak hebben in 2012 de krachten g e b u n d e l d en zijn s a m e n op zoek gegaan naar een oplossing die w e r k b a a r en d u u r z a a m is.
1
HET DOEL VAN DE SAMENWERKING Doel is m e n s e n met afstand tot de arbeidsmarkt d u u r z a a m uit het uitkeringsbestand te krijgen, waarbij z o w e l g e m e e n t e n als aannemers relatief w e i n i g administratieve zorg kennen. Tegelijkertijd is het v o o r de G W W een kans o m een nieuwe bron van (al dan niet) opgeleide v a k m e n s e n aan te boren. Een bijkomend v o o r d e e l , aangezien er in de sector vanaf de 2 helft van dit d e c e n n i u m een te krappe instroom van e
L B O / M B O personeel w o r d t verwacht. HOE GAAN WE DIT ORGANISEREN? Er is een stichting opgericht: Infra-Werkt. De stichting n e e m t kandidaten met afstand tot de arbeidsmarkt, na een basistraining van 8 w e k e n (met b e h o u d van uitkering), in dienst c o n f o r m de C A O B o u w n i j v e r h e i d . De kandidaten w o r d e n d o o r de g e m e e n t e n voorgedragen aan Infra-Werkt. Het dienstverband bij InfraW e r k t duurt m a x i m a a l 2 jaar. G e d u r e n d e deze periode w o r d e n de kandidaten g e d e t a c h e e r d bij G W W a a n n e m e r s . O m v o l d o e n d e werk te g a r a n d e r e n , zodat de kandidaten hun praktijkuren kunnen m a k e n , w o r d t een koppeling gelegd tussen het aantal aangedragen kandidaten en de hoeveelheid aan te besteden werk. Tegen elke C 500.000 G W W - p r o j e c t (met een redelijke hoeveelheid a r b e i d s c o m p o n e n t ) staat één persoon fulltime voor een jaar uit de poule van Infra-Werkt. WERK VAN C 500.000 = ÉÉN KANDIDAAT ÉÉN JAAR WERK G W W Projecten kennen meestal maar een paar m a a n d e n looptijd. Terwijl bij een project van C 500.000 een kandidaat een heel jaar m o e t w o r d e n g e b o d e n . D a a r o m is afgesproken dat de daadwerkelijk invulling van de praktijkuren van een Infra-Werkt kandidaat w o r d t losgekoppeld van het a a n b e s t e d e project. De a a n n e m e r krijgt de ruimte o m de kandidaat een heel jaar van werk te voorzien binnen alle projecten, die in uitvoering zijn. Infra-Werkt stuurt de a a n n e m e r echter w e l een rekening v o o r x-aantal uur (één jaar full t i m e voor elke C 500.000 a a n n e e m s o m ) gekoppeld aan het aanbestede werk. Hierbij rekent
Infra-Werkt
met een vast uurtarief. DE AANBESTEDING V o o r g e m e e n t e n is een goede a f s t e m m i n g tussen hoeveelheid aan te besteden projecten en de h o e v e e l h e i d m e n s e n uit hun g e m e e n t e die bij Infra-Werkt in dienst zijn belangrijk. V o o r a l de m e e r v o u d i g o n d e r h a n d s aan te besteden o p d r a c h t e n lenen zich daar goed voor. Hierbij kan namelijk als selectiecriterium w o r d e n g e n o m e n dat alleen a a n n e m e r s , die aangesloten zijn bij Infra-Werkt, mogen d e e l n e m e n aan de aanbesteding. Daar G e m e e n t e n g e b o n d e n zijn aan aanbestedingsregels, mag een eis zoals d e e l n e m e n aan Infra-Werkt niet tot ongelijkheid tussen aannemers leiden. De Stichting Infra-Werkt kent d a a r o m geen deelnemersbijdrage. DE AANNEMER Door deel te n e m e n aan Infra-Werkt gaat de a a n n e m e r een zorg- en inspanningsverplichting aan voor het x-aantal uren inzet van een kandidaat van Infra-Werkt. Het aantal uren hangt s a m e n met de a a n n e e m s o m van het project dat gegund is. Infra-Werkt ondersteunt de a a n n e m e r ook bij eventuele vragen of problemen. TENSLOTTE... Hoogste doel wat met deze opzet gerealiseerd kan w o r d e n is dat de kandidaat uitstroomt naar een d i e n s t v e r b a n d bij een a a n n e m e r (al dan niet met een BBL traject). De m e d e w e r k e r telt dan nog één jaar ' m e e ' v o o r de SROI. M o c h t na t w e e jaar blijken dat de kandidaat niet via SPG InfraVak of via een a a n n e m e r aan een baan is g e k o m e n , dan houdt het op en kan de conclusie w o r d e n getrokken dat dit vakgebied wellicht niet passend is. Echter, de kandidaat heeft w e l t w e e jaar de eigen b o t e r h a m v e r d i e n d én daarnaast w e r k r i t m e 8Í ervaring o p g e d a a n . H i e r d o o r is de afstand tot de arbeidsmarkt aanzienlijk verkleind. 2
Bijlage: De opleiding Doel is o m de kandidaten op te leiden tot het w e r k e n binnen de w e g e n b o u w . Er w o r d t aandacht geschonken aan z o w e l het o p l e i d e n op sociaal- als op technisch g e b i e d . Hiervoor is een opleidingstraject van acht w e k e n (met b e h o u d van uitkering) s a m e n g e s t e l d . De v o l g e n d e o n d e r w e r p e n k o m e n aan b o d : Cursus 'veilig w e r k e n langs de w e g ' (3 dagdelen incl. examen): slagen v o o r dit e x a m e n is v o o r w a a r d e voor d e e l n a m e aan vervolg van opleiding en d e e l n a m e aan pool. Cursus 'basisveiligheid VCA'(6 dagdelen incl. examen): slagen v o o r dit e x a m e n is v o o r w a a r d e v o o r d e e l n a m e aan vervolg van opleiding en d e e l n a m e aan p o o l . Cursus 'verkeersregelaar'(6 dagdelen incl. e x a m e n ) Beginselen w e r k e n met w i e l l a a d s c h o p en graafmachine (5 dagdelen) Basiskennis straatwerk (3 weken) Basiskennis G W W (3 weken)
Instroom - opleidingseisen 1.
Kandidaten m o e t e n medisch geschikt zijn, dit w o r d t b e o o r d e e l d middels een keuring d o o r een bedrijfsarts.
2.
De privé o m s t a n d i g h e d e n m o e t e n op o r d e zijn (reclassering o.i.d.)
3.
Leeftijdscategorie k a n d i d a t e n : 18 tot ca 50 jaar.
4.
M o t i v a t i e (blijkt uit het intakegesprek).
5.
Opleidingsniveau V M B O (is relevant voor eventuele d o o r s t r o o m naar BBL).
En verder... Een actieve a f s t e m m i n g inzake sanctie(beleid) binnen g e m e e n t e en Infra-Werkt is noodzakelijk; als kandidaten uitvallen, dient handhaving plaats te vinden. Kandidaten ontvangen een c o m p l e e t pakket werkkleding ( w e r k s c h o e n e n , broek, jas, onderkleding etc.) en persoonlijke b e s c h e r m i n g s m i d d e l e n . Tijdens de 8 weeks opleiding w o r d t een fiets beschikbaar gesteld v o o r het v e r v o e r van en naar het station in Holten. Na 8 w e k e n training, met b e h o u d van uitkering, komt de kandidaat in dienst bij de Stichting Infra-Werkt v o o r 36 uur per w e e k . Allereerst v o o r de duur van een h a l f j a a r . Na dit h a l f j a a r kan de kandidaat d o o r s t r o m e n naar een baan bij een a a n n e m e r of het contract w o r d t v e r l e n g d . M a x i m a a l kan de kandidaat t w e e jaar in dienst blijven bij de Stichting.
3