1
Principeakkoord Sociaal Plan ANWB 2016 - 2017
De ondergetekenden:
ANWB B.V., gevestigd te Den Haag, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door de heer O. Bouman enerzijds, hierna te noemen ‘ANWB’,
en
FNV, gevestigd te Amsterdam, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw M. Steffens en CNV Vakmensen, gevestigd te Utrecht, te dezen rechtsgeldig vertegenwoordigd door mevrouw A. Bulsink, anderzijds, hierna tezamen te noemen ‘vakorganisaties’,
hebben op 28 januari 2016 een principeakkoord bereikt over het Sociaal Plan ANWB 2016 - 2017.
Dit principeakkoord wordt door de vakorganisaties voorgelegd aan hun leden en door ANWB aan haar directie. Partijen zullen elkaar zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 22 februari 2016, schriftelijk informeren over de uitkomst hiervan.
ANWB en vakorganisaties, hierna tezamen te noemen ‘partijen’ verklaren het volgende te zijn overeengekomen:
1. Looptijd De looptijd van het Sociaal Plan ANWB (SPA) is van 1 januari 2016 tot en met 31 december 2017.
2. Reorganisatiefase ANWB en vakorganisaties hebben een sociaal plan afgesproken dat uitsluitend een reorganisatiefase bevat. Er is noch sprake van een premobiliteitsfase, noch van een vrijwillig-vertrekfase. In de reorganisatiefase wordt advies gevraagd volgens de gebruikelijke regels van de Wet op de ondernemingsraden (WOR). Vervolgens wordt het definitieve besluit voor de reorganisatie genomen door de directie van ANWB. Daarna wordt gereorganiseerd volgens de geldende wet- en regelgeving en de regels van het Sociaal Plan ANWB.
2
In het Sociaal Plan ANWB 2016 - 2017 worden o.a. beschreven:
Plaatsingsproces, arbeidsvoorwaardelijke regelingen bij plaatsing en regelingen bij overcompleetheid
Beëindigingsvergoeding
Compensatieregeling
In dit principeakkoord worden voornamelijk de afspraken tussen partijen beschreven die een wijziging betekenen ten opzichte van het Sociaal Plan ANWB 2013 – 2015.
3. Plaatsingsproces Het plaatsingsproces blijft gelijk aan het proces, zoals beschreven in het Sociaal Plan ANWB 2013 – 2015. Het plaatsingsproces wordt in een schema als bijlage opgenomen bij het Sociaal Plan ANWB 2016 - 2017.
4. Loopbaanscan Elke medewerker die de ‘mededeling overcompleet’ krijgt, wordt de mogelijkheid geboden een door ANWB gefaciliteerde loopbaanscan te doen. De medewerker mag zelf beslissen of hij de loopbaanscan wel of niet wil doen.
5. Overcompleet De medewerker die overcompleet wordt, kan kiezen tussen: a.
Direct uit dienst met de beëindigingsvergoeding óf
b.
Het begeleidingstraject
a) Direct uit dienst (conform SPA 2013 – 2015) 1. De medewerker die overcompleet is geworden en ervoor kiest direct, zonder begeleidingstraject, uit dienst te gaan, ontvangt de beëindigingsvergoeding vermeerderd met:
1 bruto maandinkomen voor een dienstverband tot en met 4 jaar
2 bruto maandinkomens voor een dienstverband van 5 tot en met 9 jaar
3 bruto maandinkomens voor een dienstverband vanaf 10 jaar
2. De lengte van het dienstverband wordt berekend op basis van de ANWB-cao art. 3.6. 3. Het dienstverband wordt door middel van een beëindigingsovereenkomst beëindigd. 4. In de beëindigingsvergoeding is tevens de compensatie voor de fictieve opzegtermijn opgenomen.
3
b) Begeleidingstraject 1. De medewerker die overcompleet is geworden en voor het begeleidingstraject kiest, wordt vanaf het moment dat hij daadwerkelijk overcompleet is, vrijgesteld van werk. 2. De medewerker wordt tijdens het begeleidingstraject begeleid door medewerkers van het outplacementbureau. Het outplacementbureau is een extern bureau, waarmee ANWB afspraken heeft gemaakt. De kosten van het outplacementbureau zijn voor rekening van ANWB. 3. Duur begeleidingstraject: a. Voor medewerkers tot en met 7 dienstjaren duurt het begeleidingstraject 4 maanden, namelijk 2 maanden plus 2 maanden opzegtermijn conform ANWB-cao art. 3.5, lid 1. b. Voor medewerkers van 8 tot en met 14 dienstjaren duurt het begeleidingstraject 5 maanden, namelijk 2 maanden plus 3 maanden opzegtermijn conform ANWB-cao art. 3.5, lid 1. c. Voor medewerkers vanaf 15 dienstjaren duurt het begeleidingstraject 6 maanden, namelijk 2 maanden plus 4 maanden opzegtermijn conform ANWB-cao art. 3.5, lid 1. 4. De dienstjaren worden berekend op basis van de ANWB-cao art. 3.6. 5. De medewerker die gedurende het begeleidingstraject een andere baan buiten ANWB heeft aanvaard, ontvangt de beëindigingsvergoeding. De beëindigingsvergoeding wordt verhoogd met de helft van de resterende maand(en) dat het begeleidingstraject zou hebben geduurd, indien de medewerker van de volle periode van het begeleidingstraject zou hebben gebruikgemaakt. 6. De medewerker die gedurende het begeleidingstraject geen andere baan vindt, gaat direct na afloop van het begeleidingstraject uit dienst en ontvangt de beëindigingsvergoeding, tenzij de medewerker ervoor kiest vrijwillig zijn dienstverband te verlengen (zie onder 7). De opzegtermijn is in de duur van het begeleidingstraject opgenomen. Met de medewerker die tijdens het begeleidingstraject geen andere baan vindt, wordt het dienstverband tijdig beëindigd.
6. Scholing tijdens begeleidingstraject De medewerker die deelneemt aan het begeleidingstraject wordt binnen redelijke grenzen in staat gesteld scholing te volgen, mits de scholing bijdraagt aan het vergroten van zijn inzetbaarheid op de arbeidsmarkt. Het maximaal te besteden budget bedraagt per medewerker € 3.500,= (excl. BTW). Of de scholing bijdraagt aan de inzetbaarheid van de medewerker op de arbeidsmarkt wordt mede bepaald door het outplacementbureau, dat de medewerker begeleidt naar een andere baan.
7. Vrijwillig verlengen dienstverband 1. De medewerker die tijdens de duur van het begeleidingstraject nog geen andere baan heeft gevonden, kan er zelf voor kiezen extra diensttijd voor ten hoogste 6 maanden in te kopen met zijn beëindigingsvergoeding. Gedurende de verlenging van het dienstverband wordt het bruto
4
maandinkomen, zoals dat gold direct voorafgaand aan de datum van overcompleetheid, uit de beëindigingsvergoeding betaald. 2. Per maand extra diensttijd wordt de beëindigingsvergoeding, die de medewerker direct na afloop van het voor hem geldende begeleidingstraject zou hebben gekregen, verminderd met het bruto maandinkomen van de medewerker plus 25% van dit bruto maandinkomen voor werkgeverslasten. 3. De medewerker die onvoldoende aan beëindigingsvergoeding heeft opgebouwd om extra diensttijd in te kopen, kan geen gebruikmaken van de mogelijkheid om zijn dienstverband te verlengen.
8. Berekening beëindigingsvergoeding 1.
De beëindigingsvergoeding wordt bepaald op basis van de formule A x B x C. Waarbij A staat voor het aantal gewogen dienstjaren en wordt als volgt berekend op basis van dienstjaren en leeftijd: 1 voor dienstjaren tot de 40-jarige leeftijd 1½ voor dienstjaren tussen de 40-jarige en 50-jarige leeftijd 2 voor dienstjaren vanaf de 50-jarige leeftijd Een gedeelte van een dienstjaar wordt naar boven afgerond. Onder leeftijd wordt verstaan de leeftijd in jaren die de medewerker heeft op de einddatum van de arbeidsovereenkomst. Waarbij B is: Het bruto maandinkomen van de medewerker op de einddatum van de arbeidsovereenkomst verhoogd met het percentage vakantiegeld en het percentage eindejaarsuitkering. Waarbij C staat voor de correctiefactor. Deze kan variëren en is afhankelijk van het moment waarop medewerker uit dienst gaat (zie onder 9).
2.
De dienstjaren worden berekend op basis van de ANWB-cao artikel 3.6.
3.
De beëindigingsvergoeding wordt afgetopt, zodat deze nooit meer zal bedragen dan het inkomensverlies vanaf het moment van uitdiensttreding tot aan de AOW-gerechtigde leeftijd van de medewerker. Doch de medewerker zal te allen tijde de wettelijke transitievergoeding ontvangen.
4.
De beëindigingsvergoeding, zoals deze op basis van bovenstaande formule wordt berekend, is inclusief de fictieve opzegtermijn.
5
5.
In de beëindigingsvergoeding wordt verondersteld de per 1 juli 2015 geldende transitievergoeding volledig te zijn opgenomen. Er is geen sprake van cumulatie van de beëindigingsvergoeding en de transitievergoeding.
9. Beëindigingsvergoeding bij vertrek Sociaal Plan ANWB 2016 - 2017 Beëindigingsvergoeding bij
A x B x C, waarbij C = 0,25
weigeren hoger ingedeelde
Mocht de wettelijke transitievergoeding hoger zijn dan A x B x C,
vrijwel passende functie in
waarbij C = 0,25, dan ontvangt de medewerker de wettelijke
reorganisatiefase
transitievergoeding
Beëindigingsvergoeding bij
A x B x C, waarbij C = 0,8
weigeren lager ingedeelde
De vergoeding wordt verhoogd met onderstaand(e) bruto
vrijwel passende functie
maandinkomen(s): 1 maand voor een dienstverband tot en met 4 jaar 2 maanden voor een dienstverband van 5 tot en met 9 jaar 3 maanden voor een dienstverband vanaf 10 jaar
Beëindigingsvergoeding bij
A x B x C, waarbij C = 0,8
direct vertrek medewerker met
De vergoeding wordt verhoogd met onderstaand(e) bruto
OC-status
maandinkomen(s): 1 maand voor een dienstverband tot en met 4 jaar 2 maanden voor een dienstverband van 5 tot en met 9 jaar 3 maanden voor een dienstverband vanaf 10 jaar
Beëindigingsvergoeding bij
A x B x C, waarbij C = 0,8
vertrek tijdens
De vergoeding wordt verhoogd met de helft van de resterende
begeleidingstraject
maand(en) dat het begeleidingstraject zou hebben geduurd, indien de medewerker van het volledige begeleidingstraject gebruik zou hebben gemaakt
Beëindigingsvergoeding direct
A x B x C, waarbij C = 0,8
na afloop van het begeleidingstraject
De medewerker die een passende functie weigert, heeft geen recht op een vergoeding conform het Sociaal Plan ANWB, maar kan hoogstens in aanmerking komen voor de wettelijke transitievergoeding.
6
10. Begeleidingscommissie Sociaal Plan ANWB 2016 - 2017 De medewerker die vindt dat door toepassing van het sociaal plan een voor hem onbillijke situatie ontstaat, kan een beroep doen op de hardheidsclausule. De directeur HRM kan besluiten ten gunste van de medewerker af te wijken van het Sociaal Plan ANWB 2016 - 2017. De medewerker die het oneens blijft met het besluit van de directeur HRM, kan zich wenden tot de begeleidingscommissie Sociaal Plan ANWB.
De begeleidingscommissie Sociaal Plan ANWB wordt samengesteld. De commissie bestaat in totaal uit 5 leden, waarvan 2 leden door ANWB worden aangewezen en 2 leden door de vakorganisaties. Gezamenlijk kiezen de leden een onafhankelijk voorzitter. De commissie geeft een zwaarwegend advies waarvan ANWB alleen gemotiveerd kan afwijken. Er wordt geen Werkzekerheidscommissie ingesteld nu de afspraken over de vergoedingen en de duur van het begeleidingstraject vaststaan.
11. Definities en overige punten Het Sociaal Plan ANWB in het algemeen en de definities in het bijzonder, zoals deze in het SPA 2013 – 2015 staan, moeten worden aangepast aan de geldende wet- en regelgeving en aan het bereikte akkoord. In een technisch overleg worden deze aanpassingen besproken. De verhuiskostenregeling wordt niet apart opgenomen in het Sociaal Plan ANWB, maar er zal worden verwezen naar de regeling zoals beschreven in de ANWB-cao, art. 11.1.
12. Aanvullende afspraak reorganisatie Finance fase 2 Omdat de reorganisatie Finance fase 2 later aanvangt dan verwacht, is door partijen een aanvullende afspraak voor deze reorganisatie gemaakt. Het Sociaal Plan ANWB 2016 – 2017 is van toepassing op de reorganisatie Finance fase 2, mits deze valt binnen de looptijd. Indien het definitieve besluit voor deze reorganisatie door de directie van ANWB wordt genomen voor 1 juli 2016, geldt dat het begeleidingstraject voor alle betrokken medewerkers 6 maanden duurt, ongeacht de lengte van het dienstverband.
7
Aldus overeengekomen te Den Haag op 28 januari 2016,
O. Bouman Directeur HRM
M. Steffens
A. Bulsink
FNV
CNV Vakmensen