ACTUEEL Informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad Driemaandelijks informatieblad Jaargang 14, nr. 4 - oktober/november/december 2013
ACTUEEL-Informatieblad
Inhoud
Voorwoord .......�
1
Nieuws uit de commissies ...............................................................................................................2 Nieuws van de Vlaamse Ouderenraad ............................................................................................7 Vlaamse Ouderenraad brengt boek uit: Levens lopen anders ..............................................7 Ondervoeding, een vaak voorkomend probleem bij de oudste ouderen ...............................8 Vlaamse Ouderenraad lanceert leeftijdsvriendelijke gemeenten ........................................10 Federale Adviesraad voor Ouderen geeft aftrap met vijf adviezen ...............................................13 SIS-kaart verdwijnt ........................................................................................................................14 De MOBIB-kaart voor 65-plussers komt er aan ............................................................................14 Audiodescriptie maakt tv toegankelijk voor personen met een visuele beperking ........................15 Bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker ................................................................................16 Week van de Smaak 2013 in het teken van Water en Vuur ..........................................................16 Je bent nooit te oud om te veranderen van energieleverancier of energiecontract ......................17 Leven met dementie: over positieve verhalen en het belang van luisteren ...................................18 Leden van de Vlaamse Ouderenraad ...........................................................................................23
2
Voorwoord De vergrijzing moet een positief verhaal worden “Regeringen moeten stoppen met zagen over de pensioenleeftijd,” zegt niemand minder dan Johan Vande Lanotte. “Zeggen dat mensen langer moéten werken, haalt niets uit. Laat ons er een positief verhaal van maken. We hebben daar trouwens meer tijd voor dan we denken.” Eindelijk, zou ik zeggen. Gaat het hier om wat men tegenwoordig ‘voortschrijdend inzicht’ noemt? Of zit er achter deze uitspraken een of andere (verkiezings)strategie? Het doet er niet toe. Vande Lanotte heeft gelijk. De vergrijzing van onze samenleving keer op keer afschilderen als een ramp die onze maatschappij, onze sociale zekerheid en onze pensioenen bedreigt, is een heilloze aanpak. Niemand ontkent dat zij vragen oproept, maar de vergrijzing houdt ook kansen in. Daarom is een positief en allesomvattend vergrijzingsplan aangewezen. Een plan dat vertrekt vanuit twee vragen. Enerzijds: hoe kunnen we de ervaring, de verworven kennis, vaardigheden en competenties van ouderen beter aanwenden? Anderzijds: welke opportuniteiten vloeien voort uit de behoeften van een groter wordende groep ouderen? Competenties Heel wat ouderen beschikken over competenties die maatschappelijk van groot nut zijn en willen die ook actief aanwenden. Maar kunnen ze dat ook? Zijn de basisvoorwaarden hiertoe aanwezig? In het bedrijfsleven, bijvoorbeeld. Worden ouderen niet te vlug afgeschreven? Krijgen zij voldoende mogelijkheden om zich bij te scholen of te herscholen? Houdt men rekening met de zwaarte van hun werk? Met de combinatie werken en zorgen voor partner, ouders en kleinkinderen? En welke is de kans van vijftigplussers om nog ander werk te vinden? Of in het vrijwilligerswerk en de mantelzorg? Veel ouderen zetten daarbij hun tijd en talenten in. Wordt dat voldoende gewaardeerd? Werkt de al te eenzijdige nadruk op de noodzaak om langer betaald te werken niet ontmoedigend? Zijn ook hier voldoende vormingskansen aanwezig? Zijn de materiële voorwaarden voor dit vrijwilligerswerk optimaal? Opportuniteiten De komende jaren gaat de babyboomgeneratie met pensioen. Dit is een generatie waarvan een behoorlijk aantal het financieel niet slecht stelt. Deze babyboomers hebben heel wat behoeften op vlak van cultuur, gezondheidszorg, wonen, mobiliteit enzovoort. Dit houdt ongetwijfeld mogelijkheden in tot het ontwikkelen van producten en diensten die daarop zijn afgesteld. Dit levert eveneens hieruit tewerkstellingskansen op voor jonge mensen. Denk maar aan de zorg, het toerisme, allerlei hulpmiddelen, vervoer- en boodschappendiensten enzovoort. Worden deze opportuniteiten voldoende onderzocht? Zijn er stimulansen om op dit gebied innovatieve oplossingen te zoeken? Is het tewerkstellingsbeleid hierop afgesteld? En het onderwijsbeleid? Een inclusief en gecoördineerd ouderenbeleid Bovenstaande vragen geven aan dat een positieve en allesomvattende benadering van de vergrijzing niet alleen mogelijk is, maar ook noodzakelijk. Daarom pleit de Vlaamse Ouderenraad, in het licht van de komende verkiezingen en de daaropvolgende vorming van nieuwe regeringen, voor een inclusief en gecoördineerd ouderenbeleid om het actief ouder worden te stimuleren en een afdoend antwoord te bieden op de uitdagingen van de vergrijzing. Een inclusief en gecoördineerd ouderenbeleid op alle bestuurlijke niveaus: Europees, federaal, Vlaams en lokaal. Zeker het lokale niveau is hierbij betrokken. Daar is de uitdaging om in de komende jaren een beleid te ontwikkelen dat leidt tot leeftijdsvriendelijke gemeenten. Gemeenten waarin het mogelijk is om goed ouder te worden. Jul Geeroms, voorzitter ACTUEEL-Informatieblad ACTUEEL-Informatieblad
1
N����� ��� �� ���������� Commissie Cultuur, Leren en Maatschappelijke Participatie Huib Hinnekint, voorzitter Ouderen en mediawijsheid Het begrip mediawijsheid bestaat nog niet zo lang. Toch wil de Vlaamse regering duidelijk sterk inzetten op dit onderwerp. Zo stelde ze in haar beleidsverklaring uitdrukkelijk dat er werk zou gemaakt worden van het beleid rond mediawijsheid: “Het is elementair dat elke Vlaming kan participeren aan de vooruitstrevende informatiemaatschappij die Vlaanderen wil zijn. De digitale kloof moet weggewerkt worden. Onze ambitie is om ervoor te zorgen dat ook kwetsbare doelgroepen voldoende mediatoegang hebben en voldoende mediageletterd zijn. Mediagebruikers moeten de nodige vaardigheden kunnen verwerven om adequaat met de nieuwe media om te gaan. We richten daarom een Kenniscentrum Mediawijsheid en Mediageletterdheid op dat de samenwerking zal coördineren met alle betrokken partners.” Deze intentie werd nader uitgewerkt in de beleidsnota Media van Ingrid Lieten, de minister van media. Daarnaast heeft ze, samen met minister van onderwijs Pascal Smet, een Conceptnota Mediawijsheid opgesteld, waarin hun visie werd uitgewerkt en veertig geplande acties werden geschetst. Mediawijs? Maar waarop slaat mediawijsheid nu concreet? In eenvoudige woorden valt mediawijsheid te omschrijven als ‘het verstandig kunnen omgaan met de media’. Dat veronderstelt allereerst dat men de praktische basisvaardigheden heeft om deze te kunnen gebruiken (mediageletterdheid), maar ook dat men daar nuttig en kritisch mee kan omgaan. Dat laatste kan op twee manieren bekeken worden. Enerzijds draait het om het wapenen van jong en oud tegen misbruik langs verschillende mediakanalen. Het gaat hierbij over misleidende reclame, veilig online surfen, chatten en bankieren enzovoort. Anderzijds gaat er ook aandacht naar hoe de verschillende mogelijkheden die deze nieuwe media bieden door iedereen optimaal benut kunnen worden. Hoe kunnen zij praktisch het welzijn van mensen in onze samenleving vergroten?
2
Voordelen van nieuwe media Zeker bij ouderen zouden veel meer mensen kunnen genieten van de voordelen van bijvoorbeeld het internet. Veel ouderen onderschatten immers de mate waarin ze het zichzelf en hun omgeving makkelijker kunnen maken door wel gebruik te maken van deze mogelijkheden. Toch hebben deze ouderen enkele goede redenen om niet op het internet te gaan. Zo vormen de kosten een te hoge drempel. De complexiteit van de nieuwe technologieën en de vereiste bekwaamheden om hiermee aan de slag te kunnen, vormen evenzeer een drempel. Er moet dus zeker geïnvesteerd worden in het wegwerken van deze barrières, en dit met de steun van de overheden op alle niveaus. Maar tegelijkertijd kan er ook gewerkt worden aan de bereidheid van ouderen zelf om de stap naar digitale communicatiemiddelen en media te zetten. Dit kan door hen meer bewust te maken van de voordelen die zij kunnen ervaren bij een verstandig gebruik van digitale media en bij de vele vaak onbekende toepassingen in het dagelijkse leven. Campagne Van meet af aan heeft de Vlaamse Ouderenraad daarom benadrukt dat ouderen in het verhaal rond mediawijsheid niet vergeten mogen worden. Dit heeft ertoe geleid dat dit punt door de Vlaamse regering opgenomen werd in het Vlaams Ouderenbeleidsplan 2010-2014. Daarin staat onder meer dat de ouderen bij de werking van het nieuwe Kenniscentrum Mediawijsheid zullen betrokken worden. Ondertussen is dit Kenniscentrum opgericht, en mag het resultaat van die samenwerking er al zijn: de Vlaamse overheid is momenteel volop bezig om samen met het Kenniscentrum Mediawijsheid en de Vlaamse Ouderenraad een sensibiliseringscampagne rond mediawijsheid uit te werken die speciaal gericht is op ouderen. Hoe kunnen internet en digitale technologieën jouw wereld als oudere verbreden? En hoe zet je makkelijker de stap naar die complexe nieuwe toepassingen? In het voorjaar van 2014 mag je een antwoord verwachten.
ACTUEEL-Informatieblad
Commissie Internationaal Ouderenbeleid Niek De Meester, OKRA Een Europees burgerinitiatief voor langdurige zorg Dankzij het ‘Europees burgerinitiatief’ kunnen één miljoen EU-burgers rechtstreeks invloed uitoefenen op de ontwikkeling van het EU-beleid, door de Commissie op te roepen een wetgevingsvoorstel te doen. In dat kader start de Europese federatie voor gepensioneerden en ouderen (Ferpa) in december een campagne voor het recht op een waardig en onafhankelijk leven. Ferpa Het ACV / CSC en het ABVV / FGTB zijn de officiële leden van Ferpa in België. De organisatie bestaat sinds oktober 1993 en werkt in de schoot van het Europese vakverbond. Ferpa behartigt enkele specifieke thema’s zoals de actieve participatie van ouderen op alle niveaus, nondiscriminatie, levenslang leren, huisvesting, de verbetering en de levensvatbaarheid van de wettelijke pensioenstelsels. Tot slot komt Ferpa ook op voor mensen die afhankelijk zijn van zorg. Vanuit deze optiek wil Ferpa ijveren voor een basisrecht op langdurige zorg. Eisen Ferpa vraagt in de eerste plaats dat alle EUburgers het recht hebben op waardig leven. De EU en de lidstaten moeten dus een afdoende sociale bescherming voorzien voor mensen in een situatie van afhankelijkheid. Ten tweede vraagt Ferpa dat het aanbod van diensten voor langdurige zorg worden beschouwd als openbare diensten met een gelijke toegang voor iedereen. Ten derde eist Ferpa dat de EU dit beleid voert voor iedereen, maar in het bijzonder voor ouderen. Tevens wil de organisatie dat er regelgeving wordt voorzien opdat deze diensten van hoge kwaliteit zijn. Achtergrond van het initiatief De campagne voor het recht op een waardig en onafhankelijk leven is vanuit verschillende invalshoeken ontstaan. Ten eerste zal in de toekomst de vraag naar zorg alleen maar toenemen door een steeds ouder wordende bevolking in de Europese Unie. Ten tweede is het aantal mensen dat onder de armoederisicodrempel leeft toegenomen. Ook voor ouderen is dit een specifiek probleem.
ACTUEEL-Informatieblad
Vanuit deze twee vaststellingen zien we verschillende situaties in de EU ontstaan op het gebied van de zorg: verschillende budgetten voor overheidsinvestering, uiteenlopende definities van zorgmodellen, een moeilijke erkenning van informele zorg, kleinere budgetten en stijgende kosten in de sector zelf en een toenemende commercialisering. Het wordt dus zeer urgent dat de juiste stappen gezet worden, ook op Europees niveau, om het basisrecht op zorg te garanderen. Het Europese burgerinitiatief Een burgerinitiatief heeft als doel directe democratie in de EU te vergroten. Eén miljoen EU-burgers, die samen de nationaliteit hebben van ten minste een kwart van de lidstaten, zijn hierdoor in staat de Europese Commissie rechtstreeks op te roepen wetgeving voor te stellen. Weliswaar op een gebied waar de lidstaten de bevoegdheden aan de Europese Unie hebben overgedragen. Dit stelt burgers op gelijke voet met het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie, die de Commissie ook om wetsvoorstellen kunnen vragen. Procedure Op dit moment beslist de Europese Commissie of het Europese burgerinitiatief voldoet aan de formele eisen van de procedure. Begin november heeft Ferpa hier duidelijkheid over. Bedoeling is om de campagne effectief te laten starten in december 2013. De initiatiefnemers hebben dan één jaar de tijd om één miljoen handtekeningen te verzamelen. Dit kan via papieren formulieren of via een website die speciaal hiervoor gelanceerd zal worden. De Belgische leden van Ferpa engageren zich om minstens 50 000 handtekeningen te verzamelen. De Commissie Internationaal Ouderenbeleid van de Vlaamse Ouderenraad zal de campagne in ieder geval opvolgen en ondersteunen. Indien de handtekeningen conform blijken te zijn, kan Ferpa het initiatief publiekelijk voorstellen in het Europees Parlement. De Commissie heeft dan drie maanden tijd om mee te delen of en hoe zij gevolg zal geven aan het burgerinitiatief. En hopelijk wordt het recht op langdurige zorg voor iedereen uiteindelijk een realiteit. 3
Commissie Welzijn, Gezondheid en Zorg Het spanningsveld tussen vergrijzing en mantelzorg De oudste groep ouderen neemt toe. Daarnaast is er bij stijgende leeftijd een groter risico om chronisch ziek te worden. Daardoor verwacht men dat ook de groep ouderen die zorg nodig heeft, zal groeien. En wie zal voor deze ouderen zorgen? Minister van Welzijn, Volksgezondheid en Gezin Jo Vandeurzen ziet het belang van mantelzorg door de vergrijzing alleen maar toenemen. De minister trekt dan ook volop de kaart van de mantelzorg. Zo lezen we in het Woonzorgdecreet dat voorzieningen ‘maximaal een beroep moeten doen op het zelfzorgvermogen en de zelfredzaamheid van de gebruiker en zijn mantelzorgers, rekening houdend met hun draagkracht’. En in het Dementieplan Vlaanderen wordt het als volgt uitgedrukt: ‘De visie van de Vlaamse overheid is helder en eenvoudig, namelijk een keuze voor de minst ingrijpende zorg, zijnde zelfzorg, mantelzorg en thuiszorg indien mogelijk’.
mensen wonen alleen, het aantal gescheiden ouderen neemt toe en door de gezinsverdunning hebben de ouderen van de toekomst minder kinderen op wie ze een beroep zullen kunnen doen. Bovendien zullen deze kinderen hun eigen kinderwens gemiddeld later of niet vervullen waardoor vele ouderen minder kleinkinderen zullen hebben.
Veranderingen in vraag naar en aanbod van mantelzorg We kunnen ons evenwel afvragen of de Vlaamse beleidskeuze om in te zetten op mantelzorg haalbaar is en blijft. Er is immers heel wat onzekerheid over de toekomst van de informele zorg. Zo waarschuwen demografische projecties voor een krimpende groep van potentiële mantelzorgers de komende decennia. Dit wordt geïllustreerd met de familiale zorgindex, ofwel de verhouding tussen het aantal 80-plussers en de leeftijdsgroep tussen 50 en 59 jaar. Deze index toont aan dat er in Vlaanderen in 2010 voor elke 80-plusser 3 potentiële mantelzorgers tussen 50 en 59 jaar waren. In 2030 zullen dat er nog minder dan 2 zijn.
Een heel recent webartikel van de Studiedienst van de Vlaamse regering onderzocht of er verschillen zijn in de vraag en het aanbod van mantelzorg tussen Belgen, personen uit de EU15 en personen uit de nieuwere EU-landen (EU12 met onder meer Bulgarije, Polen en Roemenië) of van buiten de Europese Unie. Er werd vastgesteld dat er geen invloed is van herkomst op het feitelijke zorggedrag dat mensen vertonen. Er wordt gezorgd voor een ouder of schoonouder en Belgen doen dat evenveel als personen met een andere herkomst. Personen van middelbare leeftijd en gepensioneerden zorgen wel meer, en mantelzorgers kenmerken zich ook door hun sociaal engagement. Dit laatste betekent dat wie vrijwilligerswerk verricht ook meer kans heeft om informele zorg te verlenen aan ouders of schoonouders.
Het aanbod aan mantelzorg wordt beïnvloed door verschillende sociale, demografische en economische factoren. Er is de te verwachten verhoging van de pensioenleeftijd, de toenemende individualisering, eventuele veranderingen in de bereidheid van mensen om mantelzorg te geven, wijzigingen in tewerkstellingspatronen en woongewoontes. Ook de gezinssituaties worden steeds diverser. Meer
4
Ook aan de vraagzijde zijn er veranderingen op til. Ouderen willen hun kinderen immers niet altijd meer belasten met een zorgvraag en kiezen soms om te betalen voor zorg. Maar als er geen professionele zorg voor handen is, door te lange wachttijden of te hoge kosten voor zorg, dan zal er wel naar mantelzorg gezocht moeten worden. Bovendien zal de duur van deze informele zorg waarschijnlijk toenemen gezien de stijging van de levensverwachting en de talrijke medische ontwikkelingen.
Zicht op mantelzorg Mantelzorgers zijn dus sterke steunpilaren in de zorg, maar het zijn ook personen met eigen noden en een eigen beleving van de zorgsituatie. Wanneer zij ouderen in een chronische zorgsituatie bijstaan, nemen ze vaak ongemerkt meer taken op zich en kan de druk op
ACTUEEL-Informatieblad
Annick De Donder, stafmedewerker hun schouders groot worden. Hoewel zorg- en hulpverleners zich bewust zijn van de belangrijke rol die mantelzorgers opnemen, is het niet altijd eenvoudig om die werkelijke noden en de aangevoelde druk in te schatten. Uit een recente enquête die de Hogeschool Gent uitvoerde bij 222 mantelzorgers van ouderen blijkt bovendien dat 40 procent van deze mantelzorgers het moeilijk vindt om de eigen noden met hulpverleners te bespreken. De Vlaamse Ouderenzorg Studie uit 2012 toont daarenboven aan dat bij 36 procent van de inwonende mantelzorgers en bij 20 procent van de uitwonende mantelzorgers een vermoeden van depressie aanwezig is.
De Hogeschool Gent is met deze bevinding aan de slag gegaan en ontwikkelde het instrument ‘zicht op mantelzorg’. Dit instrument biedt een leidraad voor hulpverleners om in een verdiepend gesprek zicht te krijgen op de situatie en noden van mantelzorgers van ouderen met een chronische zorgnood. Het doel van het gesprek is om het eigen verhaal van de mantelzorger te horen, in zijn of haar woorden. Door inzicht te krijgen in de situatie en verwachtingen van de mantelzorger zijn hulpverleners ook beter in staat om passende informatie en ondersteuning te bieden. Door systematisch en bewust te luisteren naar het verhaal, de persoonlijke beleving en ondersteuningsnoden van de mantelzorger wordt hij of zij op het voorplan geplaatst. Een plaats die welverdiend is!
Deze legislatuur geen maximumfactuur in de thuiszorg Zoals steeds op de vierde maandag van september heeft minister-president Kris Peeters op maandag 23 september 2013 in het Vlaams Parlement de septemberverklaring voorgelezen. Traditioneel betekent dat de start van een nieuw politiek werkjaar. De Septemberverklaring is een toelichting van de Vlaamse regering bij de algemene maatschappelijke situatie in Vlaanderen, bij de krachtlijnen van haar beleid en bij de begroting voor het komende jaar. De minister-president kondigde daarbij aan dat de begroting 2014 in evenwicht is. Toch zijn er een aantal structurele maatregelen en besparingen die voor alle sectoren van toepassing zijn, dus ook voor de welzijns-, gezondheids- en gezinssector. Zo laat de budgettaire situatie van de Vlaamse regering het niet toe om bij de begroting 2014 middelen toe te kennen voor het dossier van de Vlaamse Sociale Bescherming. De geplande kindpremie, de maximumfactuur in de thuiszorg en een verhoging van de tenlasteneming in de zorgverzekering voor de thuisverblijvende zwaarst zorgbehoevenden zullen deze legislatuur dus niet van start kunnen gaan.
ACTUEEL-Informatieblad
Om de betaalbaarheid van de zorg nu en in de toekomst te garanderen, blijft de Vlaamse Ouderenraad echter adviseren om de zorgcomponenten van de Vlaamse Sociale Bescherming effectief en binnen een redelijke termijn uit te voeren. De Vlaamse Ouderenraad ijvert voor de volledige uitwerking van de maximumfactuur in de thuiszorg omdat daarmee gewerkt wordt aan de kosten voor zorg en aan de kansen voor ouderen om langer veilig en zelfstandig thuis te wonen, ook indien men zorg en ondersteuning nodig heeft (zie advies 2012/2 van de Vlaamse Ouderenraad). Minister Vandeurzen geeft in een verklaring voor het beleidsdomein Welzijn, Volksgezondheid en Gezin wel mee dat blijvend geïnvesteerd wordt in de stijgende vraag naar ouderenzorg. Voor de gezinszorg wordt bijvoorbeeld een bijkomend budget van 8,6 miljoen euro vrijgemaakt om de vereiste groei van de ouderenzorg aan te pakken. Dankzij de toename van het budget met 1,7 procent kan de Vlaamse regering ouderen die zo lang mogelijk thuis willen wonen, meer ondersteunen.
5
Commissie Welzijn, Wonen, Mobiliteit Gezondheid en en Veiligheid Zorg André Sonneville, voorzitter Wonen voor een nieuwe generatie ouderen Er gaat tegenwoordig geen dag meer voorbij of de woonsituatie van de ouderen komt in beeld. Je kan geen krant of tijdschrift openen of er staat een artikel of studie in met betrekking tot de zestigplussers. In mijn bibliotheek staat nu al een ganse plank vol studies en documenten over de huisvesting van de senioren. Weet je dat volgens één van deze studies, een enquête van het ILIV (het Kenniscentrum over het belang van een thuis), bijna 32 procent van de Belgen het zou zien zitten om met meerdere gezinnen samen onder één dak te wonen? Met dit gegeven kunnen dus ook vijftig- en zestigers de mogelijkheid onder ogen zien om aan te sluiten bij initiatieven voor groepswonen zoals cohousing, kangoeroewonen of Abbeyfieldwoningen. Deze groeiende aandacht voor het wonen van ouderen is natuurlijk een positieve evolutie. Lange tijd werd de vergrijzing immers alleen maar in verband gebracht met het pensioendossier en met de betaalbaarheid van de zorg. Maar ook de woonwensen en -behoeften van ouderen en de invloed daarvan op de woningmarkt zijn heel belangrijk! Aandacht voor deze doelgroep moet uiteindelijk bijdragen aan de realisatie van een woonbeleid op maat van alle leeftijden. Niet alleen op beleidsniveau neemt de aandacht voor de woonsituatie van ouderen toe. Ook in de praktijk ontdekt men de zestigplussers als belangrijke doelgroep. We stellen dan ook vast dat de assistentiewoningen als paddenstoelen uit de grond schieten. Bouwpromotoren zijn daarbij bijzonder creatief: zij bouwen er op los, maar houden ook rekening met toegankelijkheid en levensbestendig wonen. Als kers op de taart sluiten ze convenanten met een zorgmakelaar en meteen is de zorg ‘op maat’ een feit. Onlangs nog bezocht ik een nieuwe woning, speciaal ontworpen voor dertigers, maar met de mogelijkheid om er meer dan vijftig jaar, in alle omstandigheden, te blijven wonen. Niet alleen de commerciële wereld neemt initiatieven. Ook de lokale overheid en het OCMW zitten niet stil. Helaas hebben zij veel minder financiële ruimte. Soms zijn dan een Publiek Private Samenwerking of een Onroerende Leasing oplossingen voor het verwerven en verbouwen van vastgoed.
6
Ook de Vlaamse overheid doet wat zij kan en iedere Vlaamse minister deed al beleidsvoorstellen. Denken we maar aan de ondertussen goedgekeurde besluiten in verband met de assistentiewoningen, de samenwerking tussen de Welzijnssector en de Sociale Huisvesting, en nu pas nog het lanceren van de proeftuinen voor innovatie in de ouderenzorg. Hiermee wil Vlaams minister van Innovatie Ingrid Lieten mensen uit de zorgsector, ondernemingen en kennisinstellingen samen laten zoeken naar vernieuwende oplossingen voor de stijgende zorgvraag bij ouderen. Maar ook het vergroten van de zelfredzaamheid van ouderen en hun wens om zo lang mogelijk thuis en in hun vertrouwde wijk te blijven wonen, staan centraal. Een mogelijk voorbeeld is het uitwerken van zorgverlening op wijkniveau (via woonzorgzones?) waarbij de oudere persoon via een knop op de tv of een app op de tablet de zorgcoördinator kan bereiken. Maar ook andere vormen van domotica en tools worden getest. Tenslotte zou ook een soort ‘facebook voor mantelzorgers’, zoals reeds in Parijs bestaat, een welgekomen hulp kunnen betekenen. De Commissie Wonen, Mobiliteit en Veiligheid vraagt in deze innovatieprojecten, maar ook in de dagdagelijkse praktijken van bouwpromotoren en in het woonbeleid, rekening te houden met de wens van ouderen om zo lang mogelijk zelfstandig en veilig thuis te blijven wonen. Moraal van het verhaal is en blijft dat menselijke, maar ook digitale hulp ouderen daarbij helpt. Indien gewenst kan een verhuis naar een woonzorgcentrum met deze hulp zelfs uitgesteld worden. Gezellig en comfortabel oud worden in je eigen ‘thuis’ is dan ook een mooi streefdoel. En het maakt niet uit of je dit nu doet in een eigen woning of een huurhuis, in een assistentiewoning of aanleunwoning, een clusterwoning of satellietwoning, een eengezinswoning of een groepswoning, thuis of in een woonzorgcentrum dat je als nieuwe thuis gaat zien.
ACTUEEL-Informatieblad
N����� ��� �� V������ O���������� Vlaamse Ouderenraad brengt boek uit: Levens lopen anders. Over actief ouder worden Vandaag verloopt het leven anders dan honderd jaar geleden: we leven langer, doorgaans in een betere gezondheid en de levensloop is anders. De bevolking vergrijst. Deze vergrijzing roept vragen op. Vormen ouderen in deze veranderende samenleving alleen een kostenpost? Of kunnen zij een zinvolle bijdrage leveren? Het antwoord op deze uitdagingen is actief ouder worden: oudere werknemers stimuleren langer te werken, de sociale uitsluiting van ouderen terugdringen en hun gezondheid verbeteren. Dit heeft gevolgen voor alle bevolkingsgroepen en op vele domeinen van het maatschappelijke © Danny leven. WillemsHet heeft de volgehouden aandacht nodig van alle betrokkenen bij het werk, de zorg en het beleid. Ook de jongere generaties denken best al eens na over hun levensloop. Want leren, werken, zorgen en rusten beperken zich niet langer tot één levensfase. Ouder worden is zeer persoonsgebonden. Iedereen heeft een andere achtergrond, een verschillend temperament. Actief ouder worden is moeilijk definieerbaar, maar moet gesitueerd worden vanuit de gehele levensloop van mensen. Dit bevordert het welbevinden. De Vlaamse Ouderenraad confronteert in dit boek zijn visie op actief ouder worden met de bevindingen van diverse wetenschappers. De Vlaamse Ouderenraad wil op die manier aanzetten tot discussie over goed ouder worden en het ouderenbeleid in het vergrijzende Vlaanderen. Dit boek is bedoeld voor de ouderen zelf, uiteraard, maar ook voor mantelzorgers, voor wie met en voor ouderen werkt, voor verantwoordelijken voor het ouderenbeleid. En eigenlijk voor iedereen, jongeren en ouderen. Leven is ouder worden. Per definitie een cliché, maar het loont de moeite om er bij stil te staan. Levens lopen anders. Over actief ouder worden Dit boek is verschenen bij Garant Uitgevers nv. Redactie: Mie Moerenhout, Lieve Demeester en Roos Sierens ISBN: 9789044130720 Prijs: 24 euro Ouderen, ouderenorganisaties en ouderenraden kunnen het boek aan de voordeelprijs van 18 euro verkrijgen op het secretariaat van de Vlaamse Ouderenraad.
ACTUEEL-Informatieblad
7
Ondervoeding, een vaak voorkomend probleem bij de oudste ouderen Zoals geweten is de ouderengroep heel divers. Naast de verschillen in leeftijd, gezondheidstoestand, gezinssamenstelling, afkomst, activiteitsgraad en geslacht zijn ook grote verschillen in voedingstoestand vast te stellen. Zo is overgewicht een probleem dat meer en meer voorkomt bij jongere ouderen (6075 jaar), terwijl één op de tien van de oudste ouderen (75-plussers) ondervoed is. Bijna de helft van deze leeftijdsgroep loopt bovendien een ernstig risico om ondervoed te raken. I. Aandacht nodig voor gezond voldoende eten op oudere leeftijd
en
In combinatie met beweging is voldoende en gezonde voeding voor ouderen een kernelement in het behoud van hun onafhankelijkheid en de kwaliteit van hun leven. Natuurlijk reflecteert de gezondheidstoestand op oudere leeftijd de keuzes die vroeger in het leven gemaakt zijn, maar toch kan nog veel gedaan worden om de gezondheid te behouden of zelfs nog te versterken. Het is niet waar ... dat ouderen minder voedsel moeten innemen. ... dat gezonde ouderen andere voedingsbehoeften hebben dan jongere volwassenen. ... dat de actieve voedingsdriehoek voor ouderen geen goede richtlijn meer is. De algemene voedingsaanbevelingen voor gezonde zestigplussers verschillen bijna niets van deze van gezonde jongere volwassenen van hetzelfde geslacht. De actieve voedingsdriehoek en de voedingspiramide geven hen nog steeds een goed idee van wat dagelijks gegeten moet worden om voldoende voedingsstoffen in te nemen. Maar omdat bepaalde processen in het lichaam met toenemende leeftijd minder efficiënt gebeuren, is de behoefte aan specifieke voedingsstoffen wel verhoogd (bijvoorbeeld calcium, vitamine D, vitamine B 12). Dit betekent dat veel meer eten meestal niet nodig is, maar dat men wel moet opletten wat men eet.
8
II. Ondervoeding bij ouderen onderschat maar ernstig probleem
is
een
Bij ouderen is er sprake van ondervoeding wanneer zij een onvrijwillig gewichtsverlies hebben van meer dan 10 procent in de afgelopen 6 maanden of van meer dan 5 procent in de laatste maand. Iemand boven de 70 jaar is ook ondervoed als hij of zij een body mass index (BMI) van minder dan 20 kg/m² heeft. Het is niet waar ... dat ouder worden gelijk staat met gewicht verliezen. ... dat ondervoeding bij ouderen de laatste jaren afneemt. In februari 2013 onderzochten gespecialiseerde artsen, huisartsen en thuisverpleegkundigen (een samenwerking onder de naam NutriAction) samen met de Universiteit Antwerpen de voedingssituatie van 3641 Belgen ouder dan 70. Dit waren zowel ouderen die nog thuis wonen als ouderen die in een woonzorgcentrum verblijven. De conclusies van dit onderzoek tonen aan dat 45 procent van de onderzochte ouderen een reëel risico heeft om ondervoed te raken, 12 procent van de onderzochte groep was daadwerkelijk ondervoed. Gezien de gezondheidstoestand van de oudste ouderen komt ondervoeding vaker voor bij ouderen die in ziekenhuizen en in woonzorgcentra verblijven dan gemiddeld bij thuiswonende ouderen. Vrouwen vertonen een groter risico op malnutritie dan mannen. En extra waakzaamheid is nodig bij alleenstaanden, na hospitalisatie, bij depressie en dementie. III. Ondervoeding heeft vele oorzaken en nog meer gevolgen Partnerverlies of vereenzaming zijn in de thuissituatie vaak de eerste aanleiding van een verwaarloosd voedingspatroon. Als er daarnaast ook nog een somatisch of mentaal probleem optreedt (bijvoorbeeld depressie, dementie), kan ondervoeding zich makkelijk installeren. Een verlies van zelfstandigheid, financiële problemen, te weinig aandacht voor het eten
ACTUEEL-Informatieblad
Annick De Donder, stafmedewerker in brede zin, bijkomende ziekten (bijvoorbeeld diabetes, kanker) of problemen met mond en tanden en slik- en kauwproblemen verhogen het risico op malnutritie. En ook de hoeveelheid geneesmiddelen die een persoon inneemt, heeft een invloed op de eetlust. Opmerkelijk is dat eveneens bepaalde (voorgeschreven) diëten bij ouderen tot ondervoeding kunnen leiden. Al deze oorzaken werken elkaar in de hand en leiden tot een vicieuze cirkel die soms moeilijk te doorbreken is. Het is niet waar ... dat zwaarlijvige ouderen minder lang leven. ... dat personen met dementie minder voeding nodig hebben. Ondervoeding zet het lichaam dan ook sterk onder druk. Daardoor heeft men een grotere kans op uitdroging, infecties en ziekteverwikkelingen, genezen wonden trager en komen doorligwonden meer voor, neemt het risico op valpartijen en breuken toe, duurt een ziekenhuisverblijf langer en gaat herstel na een ziekte of ziekenhuisverblijf moeizamer. Een ander gevolg van ondervoeding is dat het zelfs het dementieproces versnelt waardoor mensen met dementie fysiek sneller aftakelen en intensievere verzorging nodig hebben. Bij ouderen die lijden aan een chronische ziekte, zal deze bij malnutritie sneller evolueren. Als gevolg van een slechte nutritionele status kan het lichaam dus duidelijk niet langer naar behoren functioneren. Ondervoeding leidt niet alleen tot gewichtsverlies en verlies van spiermassa, maar uiteindelijk ook tot een vermindering van de spierkracht. Hierdoor wordt de algemene conditie aangetast en wordt het bewegen en rechtkomen moeilijker. Dit vormt een belangrijke bedreiging voor de autonomie van de oudere persoon, want wanneer men niet meer zelfstandig functioneel en mobiel is, wordt men sterk afhankelijk van anderen. Het verlies van mobiliteit leidt dan ook tot een aanzienlijk verlies van de levenskwaliteit voor de oudere en een verlies van zijn of haar zelfstandigheid. Dit laatste is zeer belangrijk aangezien het verlies van autonomie een belangrijke reden is voor opname in een woonzorgcentrum.
ACTUEEL-Informatieblad
Het is niet waar ... dat ondervoede ouderen evenveel mogelijkheden behouden om de dagelijkse levensverrichtingen uit te voeren. De gevolgen van ondervoeding situeren zich ook op economisch vlak. Ondervoeding en de bijbehorende risico’s leiden immers tot hogere ziekenhuiskosten voor de patiënten en het systeem van de gezondheidszorg. In 2005 werden de Belgische kosten als gevolg van nietbehandeling van ondervoeding op 400 miljoen euro per jaar geraamd. In Europa worden de kosten gelinkt aan ondervoeding geschat op 170 miljard euro. Aan ondervoeding is dan ook duidelijk een grote kostprijs voor de maatschappij verbonden. IV. Belang van een vroegtijdige en systematische screening van ondervoeding Het voorkomen en snel behandelen van ondervoeding bij ouderen levert heel wat op. Ouderen behouden hun spierkracht langer, genezen sneller bij ziekte, kennen een kortere verblijfsduur bij hospitalisatie, bewaren langer hun zelfstandigheid en kunnen hierdoor ook langer veilig thuis blijven wonen. Vroeg opsporen, effectief behandelen en opvolgen van resultaten zijn bovendien een must om de extra uitgaven gerelateerd aan ondervoeding te drukken. Het is niet waar ondervoeding in woonzorgcentra, ... dat ziekenhuizen, revalidatiecentra of in de thuissituatie systematisch gemeten en opgevolgd wordt. Er zijn verschillende instrumenten om ondervoeding op te sporen. De meest gebruikte en ook meest specifieke instrumenten zijn de Mini Nutrinional Assessment (MNA) en de Malnutrition Universal Screening Tool (MUST). In ons land worden deze instrumenten echter nog niet systematisch ingezet. De Vlaamse Ouderenraad adviseert om hier snel verandering in te brengen. Een tijdige, regelmatige en objectieve evaluatie van de voedingstoestand van ouderen in woonzorgcentra, ziekenhuizen, revalidatiecentra
9
Vlaamse Ouderenraad en in de thuissituatie is dringend nodig. Onder meer bij transitiemomenten zoals na het verlies van een dierbare of bij de verhuis naar een residentiële voorziening is extra waakzaamheid voor voedingsproblemen nodig. Om het ernstige probleem van ondervoeding bij ouderen onder de aandacht te brengen van beleidsmakers, zorgprofessionals, diëtisten maar ook van ouderen en hun omgeving, bereidt de Vlaamse Ouderenraad hierover momenteel een tekst voor. Dit artikel krijgt dus zeker een vervolg met meer ingrediënten voor de aanpak van ondervoeding bij ouderen.
Enquête tv-kijkgedrag: dank je wel voor jouw inbreng! Deze zomer verspreidde de Vlaamse Ouderenraad een enquête over het tv-kijkgedrag van ouderen. De Vlaamse Ouderenraad hecht immers veel belang aan media. Wat we zien, horen en lezen op tv, radio en kranten beïnvloedt de manier waarop we naar de wereld kijken. Via deze vragenlijst wilde de Vlaamse Ouderenraad een zicht krijgen op het tv-kijkgedrag van de Vlaamse ouderen. Naar welke programma’s kijken jullie graag? Waaraan ergeren jullie zich op tv? De enquête was een overweldigend succes. Maar liefst 541 ouderen vulden de vragenlijst in. De resultaten worden binnenkort verwerkt. De Vlaamse Ouderenraad licht de conclusies begin 2014 toe. Aan alle deelnemers: heel erg bedankt voor jullie inbreng!
10
Werken aan problemen van de vergrijzing begint in jouw eigen buurt. Vanuit die filosofie lanceerde de Vlaamse Ouderenraad op 1 oktober, de internationale dag van de ouderen, de campagne ‘Leeftijdsvriendelijke gemeenten: een hefboom voor actief ouder worden’. Met deze campagne wil de Vlaamse Ouderenraad de lokale ouderenadviesraden, samen met de ouderenverenigingen, de lokale dienstencentra en de ouderenzorg aanzetten om leeftijdsvriendelijke initiatieven in de gemeente op te zetten. Praktische en fysieke belemmeringen maken het ouderen vaak moeilijk om buiten te komen en een sociaal leven uit te bouwen. Via de themadag wilde de Vlaamse Ouderenraad de lokale ouderenraden overtuigen niet te wachten op politici om de problemen in hun wijk aan te pakken. Door zelf deze drempels in kaart te brengen en samen met bijvoorbeeld lokale dienstencentra en handelaars de handen in elkaar te slaan, kunnen ouderen veel bereiken. De Vlaamse Ouderenraad mocht 230 deelnemers verwelkomen in het Vlaams Parlement. De lokale en provinciale ouderenadviesraden, maar ook de ouderenverenigingen waren sterk vertegenwoordigd. Positieve houding ten opzichte van ouder worden In de inleiding stelde ondervoorzitter Jeanine Schollaert de visie van de Vlaamse Ouderenraad scherp: de Vlaamse Ouderenraad ijvert voor een positieve houding ten opzichte van ouder worden. Bijdragen die ouderen leveren in onze samenleving moeten gezien en erkend worden. De ondervoorzitter legde verder uit dat elke kleine, duurzame actie helpt om een gemeente leeftijdsvriendelijker te maken. Vele kleine acties vormen samen immers een grote puzzel. Ze hoopt dat de themadag een steun en positieve impuls kan geven aan de beleidsparticipatie van ouderen.
ACTUEEL-Informatieblad
lanceert leeftijdsvriendelijke gemeenten Roos Sierens, stafmedewerker Veerle Baert, stafmedewerker ouderenbeleid bij VVSG en gerontoloog, legde met veel enthousiasme uit wat een leeftijdsvriendelijke omgeving is: een omgeving die het proces van actief ouder worden bevordert én ondersteunt. Daarbij maakte ze gebruik van enkele concrete voorbeelden, zoals de Zilvertuinen in Vilvoorde en leeftijdsvriendelijke kruidenierswinkels in New York City. Veerle benadrukte dat de buurt de schaal is voor de toekomst.
Zet een actie op! Daarna riep de Vlaamse Ouderenraad op om de handen uit de mouwen te steken en een actie uit te werken in de eigen buurt. Een leeftijdsvriendelijke actie hoef je zeker en vast niet alleen op te zetten! Samen met andere partners, zoals organisaties, verenigingen, scholen, handelaars … is het veel makkelijker om een actie uit te bouwen. Hoe werk je zo’n actie uit? Het stappenplan helpt je alvast op weg. Meer info hierover vind je terug in de Ouderenweekbrochure 2013. In de praktijk De theorie vertelt één verhaal, maar de praktijk klinkt vaak net iets anders. Daarom wilde de Vlaamse Ouderenraad enkele sprekende voorbeelden in de kijker plaatsen. Rudy Coddens, de Gentse schepen van ouderenbeleid en OCMW-voorzitter, legde uit welke leeftijdsvriendelijke initiatieven in zijn stad tot stand zijn gekomen. Vijf lokale ouderenadviesraden lichtten toe hoe zij werk maakten van een leeftijdsvriendelijke omgeving. Deze voorbeelden gaven heel wat inspiratie en stof tot nadenken.
Veerle Baert
Wil je de leden van jouw ouderenadviesraad warm maken om een leeftijdsvriendelijke actie op te zetten? Op de gloednieuwe campagnesite www.ouderenweek.be vind je alvast een PowerPointpresentatie die je tijdens de vergadering kan gebruiken om de campagne toe te lichten. Op deze site vind je ook alle presentaties en sfeerbeelden van de themadag (klik door op themadag 1 oktober). Verder vind je er inspirerende voorbeelden. Grijp jouw kans en tover jouw gemeente om tot een leeftijdsvriendelijke plek! Neem het stappenplan onder de loep en werk een actie uit.
Jeanine Schollaert
ACTUEEL-Informatieblad
De Ouderenweek vindt dit jaar plaats van 18 tot en met 24 november. In die week staan ouderen centraal en worden tal van activiteiten georganiseerd: sport, toneel, muziek, voordrachten, amusement … Vraag na wat er in jouw gemeente op het programma staat!
11
12
ACTUEEL-Informatieblad
Federale Adviesraad voor Ouderen geeft aftrap met vijf adviezen Nils Vandenweghe, stafmedewerker In 2013 is de Federale Adviesraad voor Ouderen (FAVO) eindelijk van start kunnen gaan. En dat gaat niet ongemerkt voorbij. Na amper een half jaar werken kon de adviesraad in juni al onmiddellijk vijf adviezen voorleggen aan de federale regering. Allereerst ontving de FAVO een adviesvraag van staatssecretaris Courard over het statuut van de mantelzorgers. De regering onderzoekt of en hoe ze een dergelijk statuut kan invoeren, zodat mantelzorgers op termijn zowel een erkenning als eventuele voordelen zouden kunnen krijgen. Alleen moeten daarvoor heel wat praktische zaken uitgeklaard worden. Want vanaf wanneer ben je eigenlijk een mantelzorger? Doet het aantal uren of de intensiteit van de zorg ertoe? En moeten er meerdere mantelzorgers voor één hulpbehoevende erkend kunnen worden? Op deze en andere praktische vragen over de definitie van de mantelzorger geeft de FAVO in het eerste advies zijn visie. Daarnaast werden op eigen initiatief ook drie adviezen uitgebracht over het pensioenbeleid. Volgende problemen worden aangekaart: (1) de minpunten van de hervormde pensioenbonus, (2) de kleine minimumpensioenen voor mensen met een gemengde loopbaan en (3) het feit dat de welvaartsaanpassingen van de pensioenen teniet gedaan dreigen te worden omdat de belastingsdrempels niet mee aangepast zijn. Minister van pensioenen Alexander De Croo heeft intussen al geantwoord op de verschillende inhoudelijke bemerkingen van de adviesraad, en zijn collega minister Geens op de hoogte gebracht van de problemen met de belastingen. Tot slot besloot de FAVO ook een advies op het Tweede Federaal Plan Armoedebestrijding uit te brengen. Want hoewel de aandacht voor kinderarmoede daarin zeker terecht is, valt het toch te betreuren dat ouderen, die nog steeds met een hoger armoederisico te kampen hebben, niet opgenomen zijn als expliciete doelgroep binnen het actieplan. Tevens wijst het advies onder meer op het belang van de welvaartsaanpassing van de pensioenen, de strijd tegen energiearmoede, het risico op sociale uitsluiting en het belang
ACTUEEL-Informatieblad
van automatische rechtentoekenning. Hopelijk kan ook dit advies inspirerend werken voor de federale regeringsploeg. Toch is nog niet alles rozengeur en maneschijn. Zo zal de Commissie Gelijke Kansen binnen de FAVO bij gebrek aan ondersteuning vanuit de overheid pas op 14 oktober van start kunnen gaan, en ontbreekt het de adviesraad ook aan een volwaardig secretariaat dat kan instaan voor alle vertalingen en het uitwerken van de ontwerpdocumenten. We kunnen dan ook alleen maar hopen dat de volgende federale regering de stem van ouderen in het beleid relevant genoeg vindt om haar daadwerkelijk de nodige slagkracht toe te kennen. De adviesraad zelf heeft in alle geval al het bewijs geleverd dat ze zijn rol serieus neemt.
10 jaar GroenPlus Op 10 oktober 2003 kwamen 70 ouderen van Groen bijeen in Chapo, het provinciaal huis van de partij Groen! in Berchem. GroenPlus was geboren. 10 jaar later heeft GroenPlus een stevige werking in de meeste provincies. Die 10 jaar mag gevierd worden. GroenPlus deed dit op 25 oktober 2013 in Borgerhout. De Vlaamse Ouderenraad feliciteert het bestuur, de vrijwilligers en de leden van GroenPlus met deze verjaardag en wenst hen nog vele jaren een sterke inbreng bij Groen! en de Vlaamse Ouderenraad.
13
SIS-kaart verdwijnt
De MOBIB-kaart voor 65-plussers komt er aan Vervoermaatschappij De Lijn is eind september gestart met de verdeling van de MOBIB-kaart bij de Vlaamse 65-plussers. Wie gratis wil blijven reizen op het net van De Lijn, heeft een MOBIBkaart nodig. Senioren die geen MOBIB-kaart hebben, moeten een vervoerbewijs kopen.
Het gebruik van de SIS-kaart wordt stapsgewijs afgebouwd. Via de SIS-kaart kunnen apothekers, ziekenhuizen en bepaalde zorgverleners hun patiënten identificeren en nagaan wat de rechten op de terugbetaling van gezondheidszorg zijn. Vanaf 1 januari 2014 zullen zij je ziekenfondsgegevens online kunnen raadplegen aan de hand van je rijksregisternummer. Dit gebeurt dan via je elektronische identiteitskaart (eID) of een ander elektronisch identiteitsbewijs (Kids-ID, Belgisch eID voor buitenlanders). Bij verlies of beschadiging van je SIS-kaart ontvang je voortaan geen nieuw exemplaar meer, maar wel een voorlopig attest dat geldig is in de apotheek en het ziekenhuis. SIS-kaarten die in 2013 vervallen, blijven automatisch geldig tot het einde van 2013. De SIS-kaart wordt niet van de ene dag op de andere afgeschaft, maar zal geleidelijk aan steeds minder worden gebruikt. Daarom blijft het nodig om tijdens de overgangsperiode jouw SIS-kaart te bewaren, ook nog na 1 januari 2014. Ga je naar de apotheek, het ziekenhuis of de zorgverlener, neem dan jouw SIS-kaart nog steeds mee. Nieuw identiteitsbewijs: de ISI+-kaart Voldoe je niet aan de voorwaarden om een eID te hebben, dan krijg je in 2014 een zogenaamde ISI+-kaart, waarop je rijksregisternummer vermeld staat. Kinderen jonger dan 12 jaar en personen die geen eID hebben, maar wel in België verzekerd zijn, krijgen zo’n kaart. Je kan dan deze voorleggen in plaats van de eID. Wens je meer informatie, neem dan contact op met jouw ziekenfonds.
14
65-plussers krijgen brief met alle uitleg 65-plussers moeten zelf geen initiatief nemen om de MOBIB-kaart te bekomen. Zij krijgen de komende maanden een brief thuisgestuurd met uitleg over hoe de kaart kan aangevraagd worden. Bij elke brief zit een overschrijvingsformulier. Om de kaart aan te vragen, volstaat het om per MOBIB-kaart 5 euro over te schrijven met de bijhorende gestructureerde mededeling. Elke kaart dient met een aparte overschrijving betaald te worden. Geen foto laten maken De senioren die een MOBIB-kaart willen, moeten geen foto opsturen. De Lijn mag van de federale overheid de foto van de elektronische identiteitskaart gebruiken. De 5 euro voor de aanvraag van de kaart dekt de aanmaak en verzending van de kaart die 5 jaar geldig blijft. Het is dus geen abonnementskost. Reizen op het net van De Lijn blijft tot nader order gratis voor Vlaamse 65-plussers. 200 000 senioren per maand De Lijn schrijft elke maand 200 000 65-plussers aan. Zo zal tegen de zomer van 2014 de hele operatie achter de rug zijn. Vanaf dan krijgen maandelijks 7 tot 8 000 nieuwe 65-plussers een brief over de MOBIB-kaart. Vanaf begin 2015 komen de abonnees jonger dan 65 aan de beurt. Voor meer info, surf naar www.delijn.be of bel naar 070 220 200.
ACTUEEL-Informatieblad
Audiodescriptie maakt tv toegankelijk voor personen met een visuele beperking Geertje De Ceuleneer, diversiteitscoördinator VRT Een televisie- of filmverhaal vertellen we met woorden en beelden. Soms spreken de acteurs heel weinig en lees je een stuk van de dialogen af van hun gezicht. Emoties, kleding, kapsels, houdingen, manier van bewegen en kijken, het zegt zoveel. De locaties, de gebouwen, het weer, het licht, het interieur, ook die dingen vertellen een deel van wat je wil weten om het verhaal te kunnen volgen. Soms gaat een vertelling even terug in de tijd, of soms springt het een eind vooruit. Dat lees je soms in het beeld, omdat er letterlijk een tekstje of een datum verschijnt. Al die elementen gaan soms veel te snel of kunnen blinde en slechtziende kijkers niet of onvoldoende lezen.
Onderzoek naar tevredenheid Na de tweede reeks met audiodescriptie heeft de VRT een onderzoek gedaan naar de ervaringen van de kijkers. Personen met een visuele beperking hebben enthousiast meegewerkt aan deze enquête. Daaruit blijkt dat de kijkers overwegend positief zijn over het resultaat, maar dat nog lang niet alle mensen die er baat bij hebben, deze dienst kennen. Ook blijkt dat voor de digitale kijkers op Eén AD niet gemakkelijk te activeren is: de menu’s hebben geen audioondersteuning en de afstandsbediening is ook niet toegankelijk. Dus wie er alleen voor staat, slaagt er niet in om het programma gemakkelijk te activeren op zijn digitale toestel.
Om dat op te vangen, en om iedereen de kans te geven ervan te kunnen genieten, is audiodescriptie uitgevonden. Een stem vertelt gewoon wat je anders zou missen. Kijkers met een visuele beperking kunnen een verhaal helemaal volgen dankzij de gesproken commentaar, die tussen de dialogen in uitleg geeft bij wat er te zien is. Die stem wordt op voorhand opgenomen en tussen de dialogen in geplaatst. Die tekst komt in een taal die past bij het verhaal, duidelijk en rustig waar het kan, duidelijk en snel waar het moet. Soms met verschillende stemmen, als bijvoorbeeld ook de ondertitels van een anderstalige dialoog moeten worden voorgelezen.
De meeste kijkers gaven aan dat ze de uitzending met AD het liefst bekijken op hetzelfde moment als de andere kijkers of toch heel kort nadien. De meesten verkozen ook primetime als ideale uitzendtijd. Het resultaat is dat de VRT meer gegevens heeft om de nieuwe reeks met audiodescriptie goed te programmeren.
Internationale ervaring In Europa is er al veel ervaring met audiodescriptie. Internationaal wordt ook wel gesproken van (de afkorting) AD. In Engeland is het verplicht om een groot percentage aan programma’s op die manier toegankelijk te maken. Daardoor zijn de Engelse tv-makers er heel bedreven in en hebben ze zelfs regels opgesteld om het zo goed mogelijk uit te voeren. Ook Duitsland, Spanje en enkele andere landen produceren inmiddels audiodescriptie. Bij ons staat AD nog in de kinderschoenen. De VRT presenteert dit najaar de derde fictiereeks met audiodescriptie op tv. Het is de enige omroep in Vlaanderen die deze dienst aanbiedt.
ACTUEEL-Informatieblad
Nieuwe reeks De Ridder is een spannende reeks over een jonge, aantrekkelijke advocate die carrière probeert te maken als procureur bij Justitie. Sinds zondagavond 13 oktober kunnen personen met een visuele beperking de nieuwe fictiereeks © VRT Phile Deprez met audiodescriptie samen met alle andere kijkers ontdekken OP12. Dit is het derde kanaal van VRT, waar je overdag Ketnet vindt. Wil je dus zelf ondervinden hoe zo’n audiodescriptie in elkaar zit, stem dan af OP12. Tegelijkertijd zendt Eén de reeks uit zonder AD.
15
Bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker – DOE MEE Jaarlijks krijgen meer dan vijfduizend Vlamingen te horen dat ze dikkedarmkanker hebben. Dikkedarmkanker is in Vlaanderen bij mannen de derde en bij vrouwen de tweede meest voorkomende kanker. Als dikkedarmkanker vroeg ontdekt wordt, is de ziekte beter te behandelen en stijgt de kans op overleving. Daarom startte minister Vandeurzen op 1 oktober met een Vlaams bevolkingsonderzoek naar dikkedarmkanker. Mannen en vrouwen van 56 jaar tot en met 74 jaar worden elke twee jaar uitgenodigd om deel te nemen aan het onderzoek. Samen met de uitnodiging valt de test in de bus. Deze test kan iedereen zelf thuis uitvoeren. Dit alles is gratis.
Om de onderzoeken te spreiden en het gezondheidszorgsysteem niet te overbelasten, zullen mannen en vrouwen van 56 tot en met 74 jaar niet tegelijk worden uitgenodigd. In 2013 krijgen mannen en vrouwen die 66, 68, 70, 72 en 74 jaar worden een uitnodiging met een test. In 2014 krijgen mannen en vrouwen die in dat jaar diezelfde leeftijd bereiken rond hun verjaardag een uitnodiging, aangevuld met de 56, 58, 60, 62 en 64-jarigen. Op die manier zal eind 2015 de volledige doelgroep van 56 tot en met 74-jarigen aan bod zijn gekomen. De groep die in 2013 aan bod kwam, zal dan ook al een tweede uitnodiging hebben gekregen. Meer informatie over het onderzoek en de test vind je via www.bevolkingsonderzoek.be.
Week van de Smaak 2013 in het teken van Water en Vuur De zevende editie van de Week van de Smaak vindt plaats van 14 tot 24 november en staat helemaal in het teken van Water & Vuur. Organisatoren van smaakactiviteiten worden aangemoedigd zich te verdiepen in verhalen van vissers en stuurmannen, in bier en in thee, ingrediënten uit het water en de locaties er rond, maar ook in de vurige keuken, in het roken en het branden en in mogelijke tegenstellingen. Twee boegbeelden vuren dit jaar de Week van de Smaak aan: chef Kobe Desramaults van restaurant In De Wulf en culinair journaliste Dorien Knockaert, die een boek schreef over ‘Goed Eten’. Allebei zijn ze begeesterd door koken en eten, door verrassende ingrediënten en door de rijkdom van lokale producten. Dorien en Kobe schepen ook een eerste keer in op de Smaakboot: die zal Vlaanderen doorkruisen tijdens de Week van de Smaak en aanmeren in elf ankersteden. In de hoofdrollen: witloof, lokale bieren, creatieve chefs en honderden gelukkige passagiers.
16
De Week van de Smaak is een tiendaags publieksevenement in november rond smaak en eetcultuur, waarbij de nadruk ligt op participatie, ontmoeting en beleving. De Week van de Smaak vindt in heel Vlaanderen en Brussel plaats. Het deelnemersveld is zeer verscheiden: lokale besturen, sociaal-culturele verenigingen,
buurtcomités, bibliotheken, restaurants, producenten, scholen. Iedereen kan deelnemen en een smaakactiviteit opzetten. Elke editie leidt tot vele honderden activiteiten, van proeverijen, over buurtfeesten tot culinaire workshops, lezingen en tentoonstellingen. De coördinatie is in handen van Vzw Vol-au-vent. Meer lezen over de nieuwe Week van de Smaak? Surf naar www.weekvandesmaak.be
ACTUEEL-Informatieblad
Je bent nooit te oud om te energieleverancier of energiecontract In de media en in je omgeving hoorde je misschien al dat je flink kan besparen door te veranderen van elektriciteits- en aardgasleverancier. Kiezen voor een ander contract bij dezelfde leverancier kan ook voordeliger uitvallen.
veranderen
van
Mia en Albert besparen dankzij de V-test. Ze hebben nu een lagere energiefactuur.
Ondanks het feit dat overstappen naar een voordeliger contract of veranderen van energieleverancier gratis en eenvoudig is, hebben veel ouderen schrik om deze stap effectief te zetten. Om je te helpen ontwikkelde de Vlaamse Regulator van de Elektriciteits- en Gasmarkt (VREG) een folder voor senioren. Deze folder kan je raadplegen via www.vreg. be/folder_senioren.pdf. Je kan deze folder ook opvragen op het gratis telefoonnummer 1700 (van 9.00 tot 17.00 uur). In deze folder krijg je in vijf stappen uitgelegd hoe je energieprijzen kan vergelijken en kan veranderen van leverancier.
€ Veel mensen betalen nog altijd te veel voor elektriciteit en aardgas. Toch is overstappen naar een voordeliger contract of veranderen van energieleverancier gratis en eenvoudig.
Doe de V-test via www.vreg.be/doe-de-v-test of bel naar het gratis nummer 1700
Je kan zelf energieprijzen vergelijken via de VTEST van de VREG, maar je kan ook aan je kinderen of kleinkinderen of aan je omgeving hulp vragen. Je mag ook altijd bellen naar het gratis nummer 1700. Kies 4 ‘Andere vraag’ en vraag naar Fanny of Yolanda van de VREG. Wat moet je doen om zelf zo’n V-TEST uit te voeren? 1. Neem je jaarlijkse energiefactuur erbij. Hierop vind je de gegevens die nodig zijn voor het uitvoeren van de V-TEST. 2. Doe de V-TEST om de contracten van de leveranciers te vergelijken op www.vreg.be/doe-de-vtest. 3. De lijst met de contactgegevens van de leveranciers vind je op www.vreg.be/contacteer-eenleverancier. 4. Teken een contract bij een energieleverancier naar keuze. Het is perfect mogelijk om een aparte leverancier voor elektriciteit en aardgas te kiezen. Meestal is dat zelfs voordeliger. De nieuwe leverancier zorgt voor een vlotte overstap, zonder kosten en zonder veel papierwerk. Meer informatie op www.vreg.be of via het gratis nummer 1700 (van 9.00 tot 17.00 uur).
ACTUEEL-Informatieblad
17
Leven met dementie:
over positieve verhalen en het belang van luisteren onderzoek beperkt tot de beleving van oudere personen. We moeten bij dementie niet wachten om hulp te bieden tot de problemen dermate groot zijn en de thuissituatie onhoudbaar wordt. In het beginstadium van de ziekte kan iemand met dementie nog heel veel en het leek ons belangrijk om te zien op welke manier we mensen met dementie kunnen ondersteunen om een zo goed mogelijk leven te kunnen leiden ondanks de ziekte. Maar om die ondersteuning te kunnen bieden is het nodig om beter te begrijpen wat het voor iemand kan betekenen om met dementie te moeten leven. We hebben daarom interviews gevoerd met 20 oudere personen met beginnende dementie en één of meerdere dichte familieleden. Met 17 van die personen hebben we meerdere interviews gevoerd over de tijd van anderhalf jaar. Zo probeerden we na te gaan of er ook verandering optrad in de beleving naarmate de ziekte vorderde. De interviews hebben ons toegelaten om als het ware mee in de huid te kruipen van deze personen met dementie.
Het is je misschien wel bekend, dat gevoel van desoriëntatie als je op reis bent en ’s morgens wakker wordt en even niet weet waar je bent. De omgeving aftasten tot je weer weet waar je bent. Maar wat als dat niet meer zo goed lukt, wat als de alledaagse dingen niet meer zo evident verlopen? Als we bedenken wat het moet betekenen om de diagnose van dementie te krijgen, dan hebben de meesten daar geen rooskleurig beeld van. Zo ook mijn denkbeeld tot ik in 1996 een getuigenis hoorde van mensen met dementie die samen in een praatgroep zaten. Zij praatten vooral over leven ondanks dementie, hoe ze samen een manier zochten om met hun beperkingen om te gaan en alsnog plezier in het leven te zoeken en te vinden. Het is de aanzet geweest voor een eigen studie naar de beleving van personen met dementie. Dementie komt ook voor op jongere leeftijd, maar omdat ik geriatrische verpleegkundige ben, is dit
18
Ondanks dat mijn beeldvorming al wat positiever was, verwachtten we in de interviews vooral een verhaal van verlies en lijden te horen, wellicht omdat dit het beeld is van dementie dat doorgaans leeft in de maatschappij. We willen als zorgverleners het lijden beter kennen omdat we het dan mogelijk kunnen verzachten. In tegenstelling tot onze verwachtingen kregen we daarentegen een vrij positief verhaal waarin de persoon met dementie vooral benadrukte wat hij of zij nog kon, nog wist of nog was of wat hij of zij in het verleden had gerealiseerd. Problemen werden ontkend of geminimaliseerd. Een eerste gedachte was dat dit verhaal het gevolg was van een gebrek aan ziekte-inzicht door de dementie en dat de persoon niet meer in staat was om zijn beleving te verwoorden. Die interpretatie zou ervoor zorgen dat we er verder geen aandacht aan verlenen. Als we deze verhalen nader gingen bekijken, zagen we dat ze allemaal iets vertelden over hoe de persoon zich ‘van waarde’ voelde. Een eerste besluit is dan ook dat het zich waardevol voelen of blijven voelen mogelijk veel centraler staat in de beleving van personen
ACTUEEL-Informatieblad
met dementie, dan de geheugen-, gedrags- of emotionele problemen eigen aan de ziekte. Verdere analyse liet zien dat deze personen met dementie bijna constant een gevecht moesten leveren om zich waardevol te kunnen blijven voelen. De eigen ervaring van beperkingen door de ziekte en de manier waarop de omgeving eerder negatief reageerde, vormden een bedreiging van het waardegevoel. Zo is er bijvoorbeeld het verhaal van mevrouw A., een weduwe van 70 jaar. Ze woont alleen. Haar drie kinderen wonen in de buurt. Bij één van de kinderen gaat ze dagelijks wat helpen in het huishouden. De kinderen merkten bij hun moeder toenemende problemen om te weten welke dag van de week het is, om medicatie op tijd in te nemen, om de namen van mensen te onthouden. Ze merkten ook overdreven bezorgdheid en een daaraan gekoppeld herhaaldelijk opbellen van haar kinderen als er iets fout liep. Drie maand geleden werd bij mevrouw A. de diagnose van Alzheimer vastgesteld. De kinderen hebben het wat moeilijk met de fataliteit van de diagnose. Ze weten ook niet goed hoeveel van de ziekte is en hoeveel volgens hen gewoonweg aandachttrekkend gedrag is. Ze zoeken allerlei manieren om het geheugen van hun moeder te trainen in de hoop achteruitgang te vertragen. Mevrouw A. is zich bewust van haar geheugenproblemen. Ze weet dat ze vergeet: “Dat gaat niet meer goed, nee. Sommige zaken wel, sommige zaken niet. Hoe het komt, ik begrijp het niet. De ene dag tegen de andere is ook niet hetzelfde. Ik begrijp het zelf niet.” Ondanks haar geheugenproblemen lukt het haar nog prima om haar huishouden te runnen, vertelt ze. Het gebeurt niet zoals de kinderen het graag zouden hebben, maar daar kan ze zich niks van aantrekken. Zij vindt het niet erg als ze een pot jam heeft gekocht, terwijl er nog zes in de kelder staan. Ze schrijft de verwijten van haar kinderen toe aan een generatieverschil, dat brengt nu eenmaal andere normen met zich mee. Ze hoeft geen hulp, ze gaat zelfs helpen bij haar kinderen. Maar haar kinderen verwijten haar dat ze niet genoeg aandacht heeft voor alles, iets waar
ACTUEEL-Informatieblad
ze zelf niet mee akkoord gaat. Haar fiets is haar vrijheid. Zolang ze haar fiets heeft, is ze gelukkig. Haar kinderen noemen het doelloos rondrijden. Mevrouw geeft toe dat ze niet weet hoe ze ergens naartoe moet rijden, maar dat ze altijd op bestemming komt. Maar het liefst rijdt ze alleen, op haar tempo. Haar kinderen bespraken met haar al de mogelijkheid van een opname in een woonzorgcentrum. Zolang ze haar fiets mag meenemen, gaat mevrouw akkoord. Haar fiets is duidelijk het symbool van haar autonomie.
Mevrouw A. relativeert wat minder goed gaat en doet wat ze nog graag doet, zolang dit nog kan. Ze wil anderen helpen en de regie van haar leven in handen hebben. Ze vertelt een verhaal van iemand die nog meetelt. Dit verhaal vormt een contrast met het verhaal van de kinderen waarin het geheugenverlies en de afhankelijkheid van een persoon met dementie meer centraal staan.
19
Het positieve verhaal kan een belangrijke rol spelen in de mogelijkheid om zich waardevol te blijven voelen en het leven met dementie draagbaar te maken. Wij kregen het positieve verhaal ook vaak in antwoord op onze vragen naar verlies. Dus alleen al in onze vragen lieten wij een heel negatief beeld van dementie zien. En het positieve verhaal kan dan ook gezien worden als een oproep om in de eerste plaats te kijken naar de personen met dementie als mens en naar hun mogelijkheden en ze niet te reduceren tot hun dementie en hun beperkingen. Het onderzoek liet ook zien dat mensen met dementie in staat zijn om zich van waarde te blijven voelen ondanks achteruitgang. Dat doen ze door de bron van hun waardegevoel te verschuiven. Waar aanvankelijk aspecten als onafhankelijk functioneren en autonomie centraal staan in het waardegevoel verschuift dit naar aspecten van wijsheid en dankbaarheid voor het leven. Vooral de wijsheid om verlies te kunnen accepteren staat centraal en wordt zo ook een kracht. Zo was er bijvoorbeeld een dame die er in het eerste interview prat op ging nog zelf met de wagen te rijden. Haar wagen was het symbool van haar vrijheid. Dementie maakte haar niet ongelukkig, maar de dag waarop ze niet meer met de wagen zou mogen rijden, dat zou pas ongeluk betekenen. Een aantal maanden later mocht ze niet meer met de auto rijden. Het voorspelde ongelukkig zijn bleef echter uit. Ze gaf aan dat ze zich nog in staat voelde om met de auto te rijden, maar ze benadrukte sterk haar wijsheid om dat niet meer te doen en haar lot te accepteren. Ze had de auto verkocht. Volgens haar zou je geld uit ramen gooien als je een auto behield die je zo weinig gebruikte. Welke lessen kunnen we uit deze studie halen? Ik denk dat deze studie ons leert dat het belangrijk is om onze visie op personen met dementie en zorg voor dementie te verruimen. Wij zijn sterk gericht op probleemgerichte zorg: we zoeken naar de problemen die mensen ervaren en hoe we die kunnen oplossen. Het verhaal dat deze mensen met dementie brachten, is een oproep om ook aandacht te hebben voor wat ze nog wel kunnen en zijn. Het is als het ware een oproep om meer naar een waardegerichte zorg te gaan. Laat ons dus bijvoorbeeld in een gesprek niet
20
enkel vragen naar wat mensen niet meer kunnen, maar minstens evenveel aandacht geven aan wat er wel nog kan. Laat ons aandachtig zijn voor wat het leven de moeite waard maakt en zoeken hoe we dat kunnen ondersteunen. De studie onderstreept ook het belang van luisteren. De studie laat zien hoe een positief, en op eerste zicht vaak banaal verhaal, een heel belangrijk instrument kan zijn voor iemand met dementie om zich nog van waarde te voelen. Het laat toe om in het taboe dat rond dementie hangt, en alle verlies dat daardoor ervaren wordt, zich toch nog iemand te voelen en wat hoop te vinden. Het maakt het leven met dementie draagbaar. Een van de participanten aan het onderzoek vertelde bijvoorbeeld dat ze niet zoveel meer deed in het huishouden omdat ze oud was en ze er straks niet meer zou zijn en dat het haar taak was als goede moeder om haar zoon nu de kans te geven het huishouden goed onder de knie te hebben voor later. Dit verhaal laat haar in haar waardigheid als ‘goede moeder’ en is veel beter leefbaar dan die andere versie van de werkelijkheid waarin ze zorgafhankelijk is geworden van haar zoon. Als zo’n positief verhaal zo’n belangrijk instrument is om zich te handhaven als persoon met dementie, dan is het luisteren naar dat verhaal ook een zeer belangrijke interventie. Maar dat vraagt geloof in de waarde van dat verhaal en ook de vaardigheden om achter de letterlijke woorden van dat verhaal de vraag om gewaardeerd te worden te horen. Mensen die het moeilijk hebben met het verlies dat ze ervaren, zouden we moeten helpen om een positief verhaal te bouwen. Zo bijvoorbeeld verzorgde ik recent een vrouw met dementie, al in een gevorderd stadium en hoog zorgafhankelijk, en ze zei me: “Ik kan niks meer.” Ik keek haar aan en zei: “Jawel, kijk je bent aan het praten met mij.” Ze keek op en zei: “Ja, het komt dan toch goed.” Luisteren en verhalen helpen bouwen hoeft niet altijd te betekenen dat we lange tijd naast iemand moeten gaan zitten. Er zitten tal van mogelijkheden in de korte momenten dat we contact hebben met mensen met dementie tijdens de zorgverlening. Luisteren en erkennen van een positief verhaal betekent ook niet dat we
ACTUEEL-Informatieblad
zondermeer mee moeten gaan in het ontkennen van verlies. Het is eerder een oproep om te zoeken hoe we samen met die persoon een manier kunnen vinden om het verlies dat er is, en zal toenemen, te accepteren op een manier dat zijn of haar waardigheid kan behouden blijven. Zo herinner ik me ook een gesprek met een man die naar een dagverzorgingscentrum ging. Hij liet ons weten dat hij niet met grote zin naar het dagverzorgingscentrum ging, maar dat hij er zich wel kon bezighouden met een aantal activiteiten en vooral dat hij besefte dat zijn vrouw op die manier wat kon rusten. Zijn ‘opoffering’ om naar het dagverzorgingscentrum te gaan, was zijn manier om voor zijn vrouw te zorgen. Ik denk dat er een grote nood is aan erkenning van luisteren als interventie en de vorming die daartoe nodig is. Tijd nemen om te luisteren wordt eerder gezien als tijdverlies. Het krijgt zelden prioriteit in vergelijking met bijvoorbeeld lichamelijke zorg. Maar luisteren is waardering bieden ten opzichte van de mens die voor je zit. Als wij niet luisteren en het verhaal van de persoon met dementie afdoen als een vertekend beeld van de werkelijkheid door zijn dementie en zo het eigenlijke verhaal verwaarlozen, dan reduceren wij die persoon tot zijn dementie. Tijd voor luisteren is een investering, en zal derhalve kosten. Maar we moeten ons ook durven realiseren wat de kost is van het niet luisteren en niet waarderen, wat de kost is van het behandelen van het lijden en de depressie die dan volgt. Er is ook nood aan een positievere beeldvorming over dementie in de maatschappij en bij hulpverleners in het bijzonder. De campagne ‘Onthou mens, vergeet dementie’ is een mooi initiatief, evenals de actie Music for Life van vorig jaar. Het leven eindigt niet omdat men dementie heeft. Mensen met dementie blijven in de eerste plaats personen met nog veel mogelijkheden. Het vraagt ook een investering in personeel en het streven naar het behoud van gemotiveerd personeel in verzorgingsinstellingen. En deze eisen stellen ons voor heel wat uitdagingen in een tijd waar kostenbesparing centraal staat.
ACTUEEL-Informatieblad
Illustratie: Frow Steeman Deze illustratie van de vrouw met de fiets staat symbool voor alle participanten in deze studie. Met de dreiging van een donkere hemel, een beetje gebogen door ouderdom, met een moeizame weg door het mulle zand, maar vastberaden en met een zeker glimlach gaat ze verder op weg. Ze heeft daarbij het stuur in eigen handen, maar gebruikt af en toe een beetje hulp (elektrische fiets).
Els Steeman Verpleegkundige, licentiaat in de MedischSociale Wetenschappen (KU Leuven) en doctor in de Biomedische Wetenschappen (KU Leuven, 2013, studie: The lived experience of older people living with early-stage dementia). Ze heeft gewerkt als verpleegkundige op diensten geriatrie, als zorgmanager geriatrische zorg, als assistent voor KU Leuven en als praktijkassistent voor Universiteit Gent. Momenteel werkt ze als stafmedewerker transmurale zorg voor AZ Nikolaas in Sint-Niklaas.
21
Welkom Sonja! De werking van de Vlaamse Ouderenraad versterkt zich en breidt jaar na jaar uit. Dit brengt meer administratie en een verschuiving van taken mee. Een gevolg daarvan is dat een extra medewerker geëngageerd werd. Sonja Van Humskerke is op 5 augustus als administratief medewerker (halftijds) van start gegaan. Sonja ondersteunt het secretariaat op administratief en logistiek vlak. Deze job combineert ze met een ander administratieve taak (halftijds) bij de dienst senioren en gezondheid bij het gemeentebestuur in Hove. Haar professionele leven speelt zich dus volledig met en voor ouderen af. WELKOM Sonja! Succes met deze nieuwe uitdaging in het ouderenwerk!
Abonnement Actueel Wie heeft recht op een gratis exemplaar? De voorzitters van de lokale en de provinciale ouderenadviesraden, de lidorganisaties en hun educatieve medewerkers, de lokale dienstencentra, de gemeentelijke ouderenbeleidscoördinatoren, de schepenen van ouderenbeleid ... hebben recht op elk één gratis exemplaar. Heb je zo’n abonnement, dan wordt dit automatisch verlengd. Je hoeft hiervoor niets te doen. Heb je nog geen abonnement, mail dan naar
[email protected] of bel naar 02 209 34 55 en vraag je abonnement aan. Groepsabonnement: 5 euro per abonnement Elke organisatie of lokale ouderenadviesraad die meer exemplaren wenst voor zijn leden kan een groepsabonnement nemen. Stuur dan een e-mail naar
[email protected] of een brief per post en geef naam en adres door van de personen die zich wensen te abonneren. Het informatieblad wordt aan hen bezorgd zodra de betaling is gebeurd. Per persoon schrijf je 5,00 euro over op het rekeningnummer BE24 7350 0453 4938 (BIC: KREDBEBB) met de vermelding abonnement ACTUEEL 2014 + naam organisatie. Heb je reeds een groepsabonnement en loopt jouw abonnement ten einde, dan stuurt de Vlaamse Ouderenraad jou een herinnering met de vraag om het abonnement te verlengen.
22
ACTUEEL-Informatieblad
Leden van de Vlaamse Ouderenraad ABVV-Senioren Hoogstraat 42, 1000 Brussel
Geuzen Platform Grijze Lange Leemstraat 57, 2018 Antwerpen
ACLVB-Senioren Poincarélaan 72-74, 1070 Brussel
GroenPlus
tel.: 02 289 01 30
[email protected] www.abvv-senioren.be
tel.: 02 558 51 60
[email protected] - www.aclvb.be/senioren
CD&V-Senioren Wetstraat 89, 1040 Brussel tel.: 02 238 38 13
[email protected] www.senioren.cdenv.be
Grijze Panters De Kleine Bareelstraat 108, 2800 Mechelen
[email protected]
DOTzorg Bruisbeke 36, 9520 Sint-Lievens-Houtem tel.: 053 60 30 20
[email protected] www.dotzorg.be
Enter vzw Belgiëplein 1, 3510 Kermt tel.: 011 87 41 38
[email protected] www.entervzw.be
FedOS, Federatie van Onafhankelijke Senioren Warmoesstraat 13, 1210 Brussel tel.: 02 218 27 19
[email protected] www.fedos.be
Fevlado-Senioren Stropkaai 38, 9000 Gent tel.: 09 224 46 76
[email protected]
Grootouders- en Seniorenactie GOSA, Gezinsbond Troonstraat 125, 1050 Brussel tel.: 02 507 89 45
[email protected] www.gezinsbond.be
ACTUEEL-Informatieblad
tel.: 03 205 73 08
[email protected] www.h-vv.be/grijze_geuzen
Sergeant De Bruynestraat 78-82, 1070 Anderlecht tel.: 02 219 19 19
[email protected] www.groen-plus.be
vzw IMPACT Maastrichtersteenweg 254, 3500 Hasselt tel.: 0478 29 84 25
[email protected]
LBV, Liberale Beweging voor Volksontwikkeling Livornostraat 25, 1050 Brussel tel.: 02 538 59 05
[email protected] www.lbvvzw.be
Minderhedenforum Vooruitgangsstraat 323/4
1030 Brussel tel.: 02 245 88 30
[email protected] www.minderhedenforum.be
NEOS, Netwerk van Ondernemende Senioren Willebroekkaai 37, 1000 Brussel tel.: 02 238 04 91
[email protected] www.neosvzw.be
OKRA, trefpunt 55+
Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 41
[email protected] www.okra.be
trefpunt 55+ OKRA-SPORT, Haachtsesteenweg 579, 1031 Brussel tel.: 02 246 44 36
[email protected] www.okrasport.be
23
Seniorencentrum (Brussel) Zaterdagplein 6, 1000 Brussel tel.: 02 210 04 60
[email protected] www.seniorencentrum-brussel.be Seniorenraad Landelijke Beweging Diestsevest 40, 3000 Leuven tel.: 016 28 60 30
[email protected] www.landelijkegilden.be
[email protected] www.kvlv.be Seniornet Vlaanderen vzw Koningsstraat 136, 1000 Brussel tel.: 015 73 04 54
[email protected] www.seniornetvlaanderen.be Stichting Lodewijk De Raet Kon. Maria Hendrikaplein 64a, 9000 Gent tel.: 09 382 75 70
[email protected] www.de-raet.be S-PLUS Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 56
[email protected] www.s-plusvzw.be S-Sport Sint-Jansstraat 32, 1000 Brussel tel.: 02 515 02 41
[email protected] www.s-sport.be
Vlaamse Actieve Senioren Lange Winkelhaakstraat 38, 2060 Antwerpen tel.: 03 233 50 72
[email protected] www.vlaamseactievesenioren.be VVDC, Vereniging van Vlaamse Dienstencentra Langemeersstraat 6, 8500 Kortrijk tel.: 056 24 42 00
[email protected] www.dienstencentra.org VVP, Vereniging van Vlaamse Provincies Boudewijnlaan 20-21, 1000 Brussel tel.: 03 240 61 46
[email protected] www.vlaamseprovincies.be VVSG, Vereniging Vlaamse Steden en Gemeenten Paviljoenstraat 9, 1030 Brussel tel.: 02 211 55 00
[email protected] www.vvsg.be WOAS, West-Vlaams Overleg Adviesraden van Senioren Koning Leopold III-laan 41, 8200 Sint-Andries tel.: 050 40 33 13
[email protected]
Vlaams Ondersteuningscentrum Ouderenmis(be)handeling Grotenbergstraat 24, 9620 Zottegem tel.: 078 15 15 70
[email protected] www.ouderenmisbehandeling.be
24
ACTUEEL-Informatieblad
ACTUEEL-Informatieblad
Agenda ALGEMENE VERGADERING
RAAD VAN BESTUUR
OUDERENWEEK
6 november - 18 december
27 november
18 t.e.m. 24 november
COMMISSIE BESTAANSZEKERHEID, ECONOMIE EN ARBEID 7 november
6 februari 2014
8 mei 2014
4 september 2014
6 november 2014
COMMISSIE WONEN, MOBILITEIT EN VEILIGHEID 12 december
27 februari 2014
22 mei 2014
27 november 2014
COMMISSIE CULTUUR, LEREN EN MAATSCHAPPELIJKE PARTICIPATIE 9 december COMMISSIE INTERNATIONAAL OUDERENBELEID
COMMISSIE SPORT & BEWEGEN 12 december
13 februari 2014
15 mei 2014
11 september 2014
11 december 2014
18 september 2014
13 november 2014
COMMISSIE WELZIJN, GEZONDHEID EN ZORG 28 november
20 februari 2014
15 mei 2014
Andere 7 november Overleg ouderenverenigingen 7 november Symposium ondervoeding 14 december Gezondheidsconferentie
25
Actueel - Informatieblad van de Vlaamse Ouderenraad
Drukwerk: Drukkerij Lamine, Herent Verantwoordelijke uitgever: Mie Moerenhout Redactie: Mie Moerenhout en Roos Sierens Lay-out: Eveline Soors Secretariaat Vlaamse Ouderenraad vzw Koloniënstraat 18-24 bus 7 - 1000 Brussel Tel.: 02 209 34 51 Fax: 02 209 34 53 E-mail:
[email protected] Website: www.vlaamse-ouderenraad.be www.ouderenweek.be